Rotterdam, 1 november 2006 V.V.: 27 november Onderwerp: verslag van de vergadering Agendapuntnummer: 4 van 27 september 2006

Transcriptie

1 Maasboulevard 123 Postbus AB Rotterdam T F Aan de leden van de verenigde vergadering Rotterdam, 1 november 2006 V.V.: 27 november 2006 Onderwerp: verslag van de vergadering Agendapuntnummer: 4 van 27 september 2006 Aanwezig: mr. J.H. Oosters, voorzitter A. de Jong, J. Klein, drs. A.J.B. van der Klugt, drs. M.J. van Ravesteyn-Kramer, drs. N.M. de Rooij, hoogheemraden mr. I.C.M. Baltus, secretaris, ir. W.G. Werumeus Buning, plv. directeur T. Beets, verslaglegging hoofdingelanden: J. Baas, D. Bac,, W. Beekman, W. Boer Gzn, P. Broere, B. Bruil, drs. J.C. van Duin, W.A. Hardijzer, Th.P.M. Heemskerk, D.P. van den Herik, G. de Jonge, drs. E. Kortlandt,, J.G.J. Lorsheijd, ir. C.M. Mannesse, J.C. Meijdam, M. Molenaar, drs. J.A.J.M. Oomen, A. Reijm, J. Soet, C.W. Veerhoek, C. van der Velden, ir. B.A.S. Vester, J.A.J.M. Vollebregt, mr. V.C. Postma, drs. A.M. van Zoelen Afwezig m.k: A.M. Boos, A.M. Houweling, H.T.U. van Rijn, Afwezig z.k.: A.A. Aeyelts Averink-Winsemius, drs. G.J.M. Derksen, drs. M.M. Leenders hoofdingelanden 1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet allen welkom. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Boos en de heren Houweling en Van Rijn. Zoals te doen gebruikelijk wordt door trekking van een nummer van de presentielijst bepaald dat een eventuele mondelinge stemming zal beginnen bij de heer Klein. 2. Vaststelling van de agenda september 2006 De conceptagenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Inspreekrecht De heer Oudijk heeft verzocht in te spreken betreffende de Waterkansenkaart. Op verzoek van de voorzitter zal dit plaatsvinden bij behandeling van agendapunt 6.6. DROGE VOETEN EN SCHOON WATER

2 4. Verslag van de vergadering van 28 juni 2006 Tekstueel: Pagina 10: agendapunt 9, 3 e alinea: voor het genoemde bedrag in de 2 e zin dient men ,-- te lezen. Pagina 13, de eerste zin dient men als volgt te lezen dat de categorie ongebouwd wordt.. Pagina 17: agendapunt 23, de laatste zin dient als volgt te worden gelezen waarbij in de commissie AZM bedoeld onderwerp wordt geagendeerd en vervolgens in een informele vergadering, in aanwezigheid van het management, kan worden gesproken. In aanvulling hierop meldt de voorzitter dat, gedreven door de actualiteit van het nieuws (opheffen waterschappen als onderdeel verkiezingsprogramma PvdA) is besloten tijdens de informele vv 3 oktober a.s. over dit actuele onderwerp een discussie aan te gaan. De uitnodiging, alsmede een korte notitie, zal een dezer dagen worden toegezonden. Omtrent de organisatie-ontwikkeling stelt de voorzitter voor in november a.s. in debat te gaan. Bezien zal worden op welke wijze dit wat informeler kan plaatsvinden. agendapunt 24, de 2 e zin dient men het getal 16 te wijzigen in 6 en 10. Met inachtneming van bovengenoemde wijzigingen wordt het verslag, met dank aan de notuliste, vastgesteld. Naar aanleiding van: De heer Lorsheijd heeft de op pagina 3 genoemde expositie van de afdeling communicatie bezocht en heeft een grote diversiteit aan inzet van media gezien, alsmede de score van de website. Een compliment is op zijn plaats. Mevrouw Van Ravesteyn zal deze complimenten uiteraard aan de betreffende medewerkers doorgeven. Aansluitend meldt zij dat het afdelingshoofd communicatie is vertrokken; ook is er aanleiding geweest om in het kader van de benchmark nog eens kritisch te gaan kijken naar deze afdeling met het oog op een goede, efficiënte, doelmatige en effectieve communicatie. Op pagina 5 halverwege heeft de heer Van der Klugt het over een aantal structurele tegenvallers die men te zijner tijd in de voorjaarsnota tegenkomt. De heer Vollebregt neemt aan dat hier de meerjarenbegroting wordt bedoeld. De heer Van der Klugt licht toe dat hier gedoeld wordt op het dossier baggeren; inmiddels is via een informele vv meer zicht gekomen op dit dossier. De noodzakelijke werkzaamheden, alsmede de hoogte van de financiële middelen kunnen eerst worden bepaald zodra de baggernota op tafel ligt. Het is dan ook niet zeker dat een en ander wordt meegenomen in de begroting Mondelinge mededelingen Dijkversterking Nederlek: Uiteindelijk is, na veel onderhandelingen, de volledige subsidie dijkversterking Nederlek ( 11,6 miljoen) ontvangen, aldus de heer Van der Klugt. In reactie op een vraag van de heer Veerhoek meldt de heer Van der Klugt dat aan dit bedrag geen andere voorwaarden zijn verbonden dan destijds bij ons bekend. Op het punt van de voorbereidingskosten was de discussie al afgerond en nu is ook het tweede deel; nu staat ook het deel met betrekking tot de hogere kosten niet ter discussie meer. Mocht dit aanvullend bedrag uiteindelijk niet nodig zijn, dan staat een eventuele terugbetaling ter discussie. De heer Veerhoek spreekt zijn complimenten uit over dit onderhandelingsresultaat. 2

3 Integraal Plan Bergse Plassen: De heer De Rooij meldt dat dit project, waarvan het baggeren een groot onderdeel was, inmiddels is afgesloten met een financieel positief resultaat. Schriftelijke informatie wordt in de november-vv verstrekt. Nt. Secretaris: informatie volgt in de Bestuursinfo voor de VV van november Gemaal Schilthuis: Sinds gisteren is dit gemaal, na 3 maanden gedeeltelijk te hebben gefunctioneerd door een kapotte lager, weer volledig in bedrijf, aldus de heer Klein. Veenweidepact Krimpenerwaard: De strategiegroep bereidt op dit moment een voorstel herbegrenzing natuurgebieden voor, meldt de voorzitter. Waarschijnlijk zal dit voorstel 1 november a.s. worden besproken met de regio, raadsleden en hoofdingelanden. Zodra de officiële uitnodiging is ontvangen, worden de vv-leden op de hoogte gesteld van aanvangstijd en locatie. 6. Ingekomen stukken Op tafel ligt een aantal stukken, aldus de voorzitter, deze worden als ingekomen stukken beschouwd. Een van deze stukken is een brief van LTO Noord/AJK over de Waterkansenkaart, zie ook agendapunt De Water, nummer 116, juli Definitieve uitnodiging waterschapsdag Unie van Waterschappen 9 oktober Jaarverslag DRSH N.V Klimaatmagazine, september 2006 Mevrouw Van Zoelen leest in dit blad een artikel over hot spots, waarbij de Biesbosch is uitgekozen om te kijken naar ruimte voor overtollig water. In het magazine wordt voorts aangegeven dat de Zuidplaspolder en Tilburg spoedig zullen volgen. (laatste kolom pagina 11). Zij vraagt zich af of de plannen voor de Zuidplaspolder dan gewijzigd zullen worden en hoe een en ander met elkaar te rijmen valt. De plannen worden niet gewijzigd, aldus de heer Klein. Er zijn echter nog gebieden waar waterbergingen dienen te worden ingevuld en ook de discussie over de noordelijke tocht is nog niet afgerond. De voorzitter valt het ook op dat de Zuidplaspolder hier wordt genoemd en zegt toe een en ander uit te zoeken. Uiteindelijk zijn de plannen Zuidplaspolder gedimensioneerd op onze eigen behoefte aan waterberging en is ook de klimaatverandering daar in meegenomen. Nt. Secretaris: informatie volgt in de Bestuursinfo voor de VV van november Adres- en telefoonlijst dijkgraaf en hoogheemraden, verenigde vergadering en hoofdambtenaren per september Verzoek aan verenigde vergadering tot wijziging van de Waterkansenkaart Krimpenerwaard Conform afspraak zal de heer Oudijk inspreken. Zijn speech is hieronder integraal opgenomen. Geachte voorzitter, geachte leden van de vv: Het is voor mij voor het eerst in mijn leven dat ik in dit huis ben. U zult begrijpen dat mij daartoe ook iets zal moeten dwingen en drijven. Dat is ook zo. Persoonlijk, maar velen met mij hebben 3

4 grote moeite met bepaalde gedeelten tekst van de waterkansenkaart Krimpenerwaard. Om die reden ben ik dan ook dankbaar hier nu te mogen inspreken over dit inmiddels bewuste onderwerp. U is vast al veel bekend uit de vv-stukken, daarom zal ik het beknopt houden en me beperken tot de beste geneeswijze van de zere plek. Geachte vergadering: de intentie van de Waterkansenkaart Krimpenerwaard onderschrijven wij als DWLK zonder meer. Daar is geen discussie over. Er is wel discussie, zeg maar ongenoegen, over een paar gedeelten tekst van dit onlangs verschenen document. Dit is op te delen in tweeën. 1 e punt: Dit adviesstuk draagt iets uit wat nooit de bedoeling van dit Hoogheemraadschap zou kunnen en mogen zijn en voor ons als Krimpenerwaard-bewoners niet aanvaardbaar is. Het is nl. zo dat met de huidige tekst het waterschap als het ware suggereert in de Krimpenerwaard met een bepaald tijdpad meer oppervlakte open ruimte te willen vernatten dan vanuit de bekende natuurclaim die al geruime tijd op de Krimpenerwaard rust. U mag dan wel zeggen dat er helaas veel misverstanden bestaan over de inhoud en de positie van de Waterkansenkaart of zich verschonen met te zeggen: het is een technisch stuk. Wat u er ook van maakt, het blijft voor ons een advies waarin je moet lezen wat er staat en moet proberen te begrijpen wat je leest. Om maar een voorbeeld te noemen: als u naast de schets met de 4 gebiedscategorieën de tekst omzet in zoekgebied 1, zoekgebied 2 etc. dan geeft dit een heel ander begrip en zegt u kennelijk wat u bedoelt. Met de huidige tekst op pagina 6 en pagina s 57 en 58 creëert u een sfeer in de Krimpenerwaard die onwenselijk is. In zijn algemeenheid is een Hoogheemraadschap er immers voor de ingelanden en niet tegen de ingelanden. U stelt dat de Waterkansenkaart zijn functie verliest na vaststelling van de herbegrenzing. Echter, daarmee is hij niet van het toneel verdwenen en zal ze naar verwachting blijven bestaan als een soort basisdocument voor de verdere ontwikkeling van het gebied waarmee het juist niet bedoelde en niet gewenste zal blijven uitademen. Tekstaanpassing op genoemde pagina s is wenselijk zodat in het minst niet voor iemand de suggestie zal worden gewekt dat het Hoogheemraadschap aan wil geven in de Krimpenerwaard meer te willen vernatten dan vanuit de provincie destijds is aangegeven. Het is dan ook de enige manier dat we ons in de Krimpenerwaard weten te staan naast het Hoogheemraadschap en niet gebukt gaan onder het Hoogheemraadschap. 2 e punt: Wat de beantwoording betreft van het 2 e punt waar het gaat om de opzetten van het peil bij verwerving, is dat naar alle tevredenheid en geruststelling. Alleen het woordje grotendeels is een probleem. Dit sluit althans aan op de herinrichting. Gelet dat dit antwoord niet overeenkomstig is met de huidige tekst op pagina 10 van de Waterkansenkaart geeft dit antwoord toch geen voldoening. Om inhoud aan uw antwoord te geven kan het toch niet anders zijn dan dat de tekst op pagina 10 aangepast wordt door alleen het woord grotendeels te schrappen. Dan pas sluit uw antwoord naadloos aan op de Waterkansenkaart. We willen niet klagen, maar wel gezegd mag worden dat de zware natuurclaim en daarmee de vernatting al vele jaren onrust in de Krimpenerwaard brengt, zeker ook weer met de herbegrenzing. Al met al veel onzekerheden. Nu doet een document van ons eigen waterschap weer opnieuw stof opwaaien door er nog eens een schep boven op te doen. Voorzitter, hoogheemraden en vv-leden: ons vriendelijk doch welgemeend verzoek is om de tekst van de 4 genoemde pagina s aan te passen, zodat we weer in de lijn van vertrouwen, geloofwaardigheid en waardering verder kunnen. Wij verzoeken u, geef allen gehoor aan deze oproep en het is weer zoals het was. Tot slot spreken wij het vertrouwen uit in uw aanhoren en zeggen u bij voorbaat dank voor de medewerking. Ik dank u wel. Met dank aan de heer Oudijk geeft de voorzitter aan dat conform het reglement van orde kort kan worden gereageerd op ingekomen stukken. 4

5 De heer Veerhoek merkt op dat, los van het feit dat de Waterkansenkaart een technisch stuk is en door HHSK wordt gebruikt om positie te bepalen en richting te geven aan het Veenweidepact, ten aanzien van die Waterkansenkaart posities worden ingenomen, waarbij men zich zou kunnen afvragen of er wellicht een andere tekst zou moeten worden neergezet. Tenzij deze teksten zo bedoeld zijn, in dat geval verwijst hij naar de tekst dat in bepaalde deelgebieden in de toekomst uiteindelijk een bepaalde vernatting gaat plaatsvinden; daarmee wordt aangegeven welke functie het gebied in de toekomst zal krijgen. De heer Veerhoek is van mening dat deze tekst niet in de Waterkansenkaart thuis hoort. Het is de algemene democratie die, alles overwegende, komt tot een herfunctionering van een bepaald gebied en HHSK dient zich te beperken tot waar zij voor in het leven is geroepen. Hij is van mening dat er nog eens goed naar de teksten dient te worden gekeken en deze zo aan te passen dat HHSK zich weer binnen haar functionaliteit begeeft, tenzij er iets anders is bedoeld. Overigens is nog een ander punt aan de orde: door de stelling van HHSK op deze wijze neer te zetten, wordt een bepaalde schaduw geworpen op de toekomst van de agrarische bedrijven die nu buiten de begrenzing vallen. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering. Samengevat is er alles voor te zeggen om nog eens goed naar de teksten te kijken, los van het feit dat de Waterkansenkaart een technisch document is en gebruikt kan worden in het kader van het Veenweidepact, stelt de heer Veerhoek. Indertijd is een gesprek met HHSK geweest, aldus de heer Broere, en is men uit elkaar gegaan met de gedachte dat allen op één lijn zaten, nl. een technisch rapport, alleen van invloed op het Veenweidepact en daarna de prullenbak in. Hij neemt aan dat deze toezegging geborgd is. De heer Boer vervolgens wil hier niet veel woorden meer aan wijden; inmiddels is er veel bekend. Hij onderschrijft sowieso de woorden van de heer Veerhoek. Bij het doornemen van de stukken deze ochtend is hem, bij het doorlezen van het Waterbeheerplan , nogmaals de vrees om het hart geslagen. Op pagina 57 van het Waterbeheerplan (een toekomstgericht plan) wordt een aantal keren de Waterkansenkaart genoemd. Hij is zeer bevreesd over de duur van de Waterkansenkaart, zeker omdat het Waterbeheerplan al aangeeft dat deze een langer leven is beschoren. De heer Beekman merkt op dat de Waterkansenkaart in wezen al is vastgesteld door de vv; het is dan ook moeilijk hierin wijzigingen aan te brengen. Hij roept in herinnering dat dezelfde discussie tijdens de vaststellingsprocedure heeft gewoed. Daarin is, naar zijn beleving, een aantal toezeggingen gedaan die neerkomen op datgene, wat nu wederom wordt gevraagd. Het woord vernatting zou niet meer in het document voorkomen en er is een toezegging gedaan over het vernattingsmoment. Kennelijk zijn deze niet op een bevredigende wijze in het document terecht gekomen. Mevrouw Van Zoelen heeft moeite met de opmerking in de prullenbak gooien. Er is veel werk verzet en veel informatie is in het document samengevat; deze zou onderlegger moeten zijn voor elke, eventueel nog te volgen, beslissing op het gebied van ruimtelijke ordening. Zij vindt het een vreemde gang van zaken om het document maar opzij te schuiven en te zeggen dat deze niet meer bestaat. De heer Baas ziet het document eveneens als een onderlegger. Echter, een onderlegger moet duidelijk zijn. Hij onderschrijft de woorden van de heer Veerhoek dat er ruimte wordt gegeven en dat geeft onzekerheid. De voorzitter geeft een toelichting op de inspreker alsmede op de gemaakte opmerkingen, zoals eveneens in de brief aan de petitieschrijvers is verwoord. 5

6 Het gaat om 2 onderdelen, nl: 1) wat is het doel van de Waterkansenkaart als het gaat om de categorie-indeling van het totale gebied; dient deze als agenda voor de toekomst of dient deze een ander doel; 2) hoe moet het woord grotendeels worden geïnterpreteerd. Zou dit kunnen betekenen dat, indien uitkopen en verplaatsen van agrarische bedrijven niet snel genoeg gaat, HHSK de pompen uitzet. Ad 1. Er wordt niets anders bedoeld met de Waterkansenkaart om m.b.t. het Veenweidepact een technisch advies te verstrekken aan de algemene overheden. Met elkaar is de keuze gemaakt de natuur op die plek te leggen waar de bodemgesteldheid vraagt om een hoog peil. Het gehele gebied is bekeken en ingedeeld in 4 categorieën, lopend van zeer gevoelig tot minder en geen gevoeligheid voor bodemdaling. Op het technisch advies is eveneens een second opinion uitgevoerd, waarin werd bevestigd dat de natte functies het beste in het noorden van de Krimpenerwaard kunnen worden neergelegd. De Waterkansenkaart in de prullenbak gooien is, voorzover de voorzitter weet, niet aan de orde geweest. Wel heeft hij aangegeven dat de Waterkansenkaart zijn functie verliest omdat deze slechts voor één doel is opgesteld. Mochten zich in de toekomst situaties gaan voordoen waarbij overheden opnieuw functies aan de Krimpenerwaard willen gaan toedelen, dan staat HHSK opnieuw voor de vraag waar dit zou moeten gebeuren. Overigens onder de conditie dat de algemene overheden beslissen. Dat deze eventualiteit, geenszins gewenst door HHSK, zich in de toekomst zou kunnen voordoen, wordt niet verhinderd door te gaan morrelen en schuiven in de Waterkansenkaart. Door telkenmale vanuit een soort inspraakreactie wijzigingen aan te brengen, wordt het gevaar opgeroepen dat het technisch advies uiteindelijk een beleidsadvies wordt. Het is ook zo, aldus de voorzitter dat, zodra de 2450 ha is herbegrensd, het watersysteem door HHSK zal worden aangepast op de nieuwe inrichting, met alle financiële gevolgen van dien. Overigens is het offer om naar een duurzamere inrichting van de Krimpenerwaard te gaan, financieel gehonoreerd en heeft het Rijk geld ter beschikking gesteld. De gewenste veranderingen in het gebied kunnen thans uitgevoerd gaan worden. Richting LTO en DWLK heeft de voorzitter reeds enkele malen aangegeven, vanaf dit moment gezamenlijk op te trekken. Ad 2. Het woord grotendeels kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. De vrees dat HHSK de pompen uitschakelt zodra meer dan 50% is gerealiseerd, is absoluut ongegrond. De algemene overheden zijn verantwoordelijk voor het functiegeschikt maken van een bepaald gebied met alle bijbehorende consequenties. Zodra het gebied functiegereed is, wordt het peilbesluit aangepast en worden de waterstaatkundige maatregelen getroffen die bij die functie horen. Procedureel, aldus de voorzitter, is de Waterkansenkaart reeds in maart van dit jaar vastgesteld. Er is een aantal wijzigingen doorgevoerd, helaas niet tot ieders tevredenheid. Om een aantal redenen is een grens getrokken teneinde de notitie niet steeds onderdeel van de inspraak te maken. Hij adviseert dan ook met klem het hier bij te houden en met elkaar vast te stellen dat het antwoord van D&H richting petitieschrijvers ook het antwoord van de vv had kunnen zijn. De voorzitter meldt vervolgens dat de herbegrenzing een dezer weken door de strategiegroep wordt vastgesteld, waarna de inspraakprocedure start. Naar alle verwachting zal het onderhavige voorstel in de november-vv onderwerp van gesprek zijn. Overigens komt de notitie niet terecht in de prullenbak, doch in het officiële archief. Het feit dat de heer Boer in het Waterbeheersplan (het toekomstig beleid) een aantal malen het woord Waterkansenkaart tegenkomt, zegt slechts dat van de technische kennis gebruik wordt gemaakt, en niets meer. 6

7 De heer Veerhoek merkt op dat de Waterkansenkaart zijn functie verliest zodra de herbegrenzing heeft plaatsgevonden; zoals verwoord in de antwoordbrief. Administratief mag dit wel zo zijn, doch realistisch gezien staat in de Waterkansenkaart dat bepaalde deelgebieden op middellange/langere termijn kunnen worden vernat. Dit werpt een schaduw vooruit. De voorzitter geeft nogmaals uitgebreid uitleg dat het gebied op technische gronden is ingedeeld. Het dient geen andere optie, de leden van de vv zijn het hier over eens en men dient niet uit te stralen naar anderen dat het een ander doel dient, dit wakkert onrust aan. Tot slot verzoekt de heer Boer, gezien het specifieke belang van de Krimpenerwaard, of de bereidheid aanwezig is dit onderwerp nog een keer te agenderen in de Territoriale Commissie Krimpenerwaard. Het zou een goede zaak zijn, aldus de heer De Jong, indien DWLK een avond organiseert en daarbij HHSK uitnodigt voor uitleg. Er zijn echter geen mogelijkheden om de Waterkansenkaart te wijzigen, dit dient duidelijk aan de achterban kenbaar te worden gemaakt. 6.7 Klimaat in de 21 e eeuw (vier scenario s voor Nederland) 6.8 Conceptverslag van de vergadering van de commissie Waterkeringen en Wegen d.d. 6 september Conceptverslag van de vergadering van de commissie Integraal Waterbeheer d.d. 8 september 2006 Op pagina 5, 4 e alinea wordt de suggestie gewekt dat het de heer Lorsheijd alleen ging om kennis van het probleemgebied hier naar toe te halen. Dit is niet correct, het ging hem om de kennis uit het gehele buitenland Conceptverslag van de vergadering van de commissie Algemene Zaken en Middelen d.d. 8 september Verdeelsleutels Aanleg en onderhoud wegen komt met 100% ten laste van aanleg wegen, aldus de heer Broere. In de commissie heeft hij geïnformeerd of de bruggen en kunstwerken vallen onder waterkwantiteit of wegen. Helaas heeft hij hier nog geen antwoord op gekregen. De heer De Jong licht toe dat de organisatie op dit moment controleert of alle posten correct zijn geboekt. De heer Veerhoek heeft het gevoel dat er enige onrechtvaardigheid is rechtgezet ten opzichte van de Krimpenerwaard en spreekt zijn complimenten uit naar de voorzitter. De voorzitter stelt vast dat de verenigde vergadering instemt met het voorstel. 8. Toekomstige waterstructuur De heer Bruil heeft reeds in de commissie Integraal Waterbeheer verzocht deze notitie voor kennisgeving aan te nemen. Dit omdat er nog integrale afweging en een financiële vertaling dient plaats te vinden. Op pagina 3, 2 e alinea staat vermeld dat de huidige ramingen met een onnauwkeurigheid van 30% worden aangeven. De heer Boer vraagt zich af hoe hij dit moet lezen. 7

8 In deze notitie wordt uitgegaan van de normering NBW, aldus mevrouw Van Zoelen. In inmiddels door haar ontvangen stukken blijken er door het KNMI 4 nieuwe klimaatscenario s berekend te zijn Zij vraagt zich af of er veel verschil is en of wellicht overgegaan moet worden naar één van deze scenario s. De heer Hardijzer leest in de notitie Naar een nieuw watersysteem in de Krimpenerwaard dat er een 3 e hoofdgemaal komt en heeft vernomen dat de locatie wordt gezocht rond het gebied van gemaal Verdoold. Hij heeft moeite met het bemalingsgebied Krimpenerwaard; dit gebied wordt in 3 gemalen verdeeld met op de grens gemaal Krimpenerwaard. Hij verzoekt de naam van gemaal Krimpenerwaard te wijzigen in gemaal Hoeksesluis, conform een eerder gemaal op deze locatie. In de notitie Wateropgave volgens het NBW en herijking programma Peil 2010 in het beheergebied Schieland is de problematiek van het stedelijk gebied Rotterdam erg vaag neergezet. De heer Soet krijgt de indruk dat men niet echt tot concrete zaken komt. De heer Mannesse vervolgens merkt op dat een naamswijziging van gemaal Krimpenerwaard vanuit kostenoogpunt niet gewenst is. Tijdens eerdere gelegenheden heeft hij vragen gesteld over het verhangen en wijzigen van de borden/bordjes Schieland met de toevoeging Krimpenerwaard. Mevrouw Van Ravesteyn heeft destijds duidelijk aangegeven dat hieraan ook een kostenplaatje hangt. In reactie op de vraag van de heer Boer licht de heer Klein toe dat het hier gaat om 30% bovenen 30% onderschrijding. Helaas zijn dit soort kosten moeilijk te ramen, zo kost bijv. de waterberging Museumpark 700/m3. Tevens is op korte termijn beleid maken in stedelijk gebied lastig zolang niet bekend is wat gedaan kan worden. Naar mevrouw Van Zoelen merkt hij op dat voorlopig rekening wordt gehouden met het huidige midden-scenario; de laatste draaiboeken van het KNMI zijn hier niet in verwerkt. In vervolg op de opmerking van de heer Bruil meldt de heer Klein dat, zodra de vv akkoord is, het traject tot verdere uitwerking wordt opgestart. Uiteraard komt de uitwerking te zijner tijd, vergezeld van een kredietaanvraag, naar de vv. De voorzitter vult aan dat na vaststelling de investeringen en kredieten in de begroting en meerjarenbegroting worden opgenomen; deze zijn onderhevig aan de goedkeuring van de vv. De naamswijziging gemaal Krimpenerwaard vindt de voorzitter een interessante gedachte. Overigens geldt daarbij wel het argument van de heer Mannesse, nog even afgezien van het feit dat onze voorgangers een bepaald beleid hebben neergezet. Echter, indien in meerderheid wordt besloten tot naamswijziging, dan zal de vv hiertoe het verzoek dienen te doen. Tweede termijn: De heer Baas informeert naar het binnenstedelijk waterprobleem. De verantwoording hiervoor ligt bij HHSK en kijkend naar 700/m3, uitgaand van het midden-scenario, slaat hem de schrik om het hart. Hij stelt dat de verantwoording in het verleden bij de steden zelf heeft gelegen; de huidige problemen kunnen niet alleen op het bordje van HHSK terecht komen. Het antwoord omtrent de 30% fluctuatie viel de heer Boer danig tegen. Zeker in relatie tot de genoemde bedragen kan een en ander in de toekomst behoorlijke financiële consequenties voor HHSK hebben; als het onontkoombaar is dan is dat zo, maar hij wil dit toch genoemd. De heer Broere onderschrijft de naamswijziging van gemaal Krimpenerwaard. De huidige naam werkt erg verwarrend, het was echter een emotionele gedachte de naam Krimpenerwaard te behouden, doch deze is inmiddels op een andere wijze geborgd. Het is een goede zaak om de naamswijziging in de eerstkomende vv als agendapunt op te nemen. 8

9 De heer Bruil blijft bij zijn eerder genomen standpunt. Hij stemt in met besluitpunten 2 en 3; bij punt 1 is hem niet bekend wat vastgesteld moet worden, hij neemt hier dan ook kennis van. Deze verklaring kan als stemverklaring van de heer Bruil worden beschouwd. De heer Hardijzer verzoekt spijkers met koppen te slaan en met handopsteking ter plekke te stemmen over naamswijziging gemaal Krimpenerwaard. De grootte en de aanpak van de wateropgave is op hoofdlijnen keurig beschreven, vindt de heer Kortlandt. De aanpak van de grote wateropgave Rotterdam blijft echter nog wat zweven. Hij informeert of hierover, op hoofdlijnen, meer duidelijkheid in het Waterplan Rotterdam kan worden verwacht. De heer Soet sluit zich hier bij aan; tevens ondersteunt de heer Soet de opmerking van de heer Baas. De heer Vester wijst er op dat het genoemde bedrag van 700/m3 een co-financiering is en voor HHSK dan ook beduidend lager uit komt. Tot slot merkt mevrouw Van Zoelen op dat zij doelde op de nieuwe scenario s die door het KNMI zijn voorspeld en een termijn van 50 jaar bestrijken. Het binnenstedelijk waterprobleem waar de heer Baas op doelt in relatie tot het genoemde bedrag van 700/m3, ging specifiek over de berging Museumpark, door HHSK in co-financiering met de gemeente Rotterdam opgepakt, aldus de heer Klein. Dit bedrag is echter geen leidraad voor andere plannen. Overigens is het wel zo, dat in de gemeente Rotterdam een aantal problemen aan de orde zijn, die niet zo snel zijn op te lossen. Zodra beleid wordt neergezet, dient met zich te conformeren; op dit moment wordt echter nog naar mogelijkheden tot oplossingen gezocht. Ook in het Waterplan Rotterdam worden slechts hoofdlijnen aangegeven. Naar de heer Boer toe beaamt de heer Klein dat een en ander inderdaad grote financiële consequenties heeft, doch er is nog geen investeringskrediet aan de orde. Het realiseren van een planmatige aanpak in de gemeente Rotterdam is lastig. In gebieden waar voldoende ruimte is, kan een percentage worden aangegeven, in een stad kan dit helaas niet. Omtrent het klimaatscenario, aldus de heer Klein, wordt voorlopig uitgegaan van het middenscenario, het nieuwste scenario is nog niet in de stukken verwerkt. Er dienen nog diverse studies te worden uitgevoerd. Het is de charme van de praktische aanpak: hand opsteken waarna een besluit is genomen, vindt de voorzitter. Helaas zijn er allerlei reglementen die dit verhinderen. Een vergadering behoort zich voor te bereiden op voorstellen en alle consequenties in acht te nemen. Overigens signaleert hij dat een voorstel tot naamswijziging niet breed wordt gedragen. De heer Vester vraagt zich af of deze signalering correct is; 2 vv-leden pleiten voor en 2 leden zijn, om procedurele redenen, tegen. De voorzitter begrijpt dat meerderen in de vergadering geïnteresseerd zijn in de mogelijkheid tot naamsverandering. Het voorstel wordt meegenomen, een afweging zal worden gemaakt, waarna een D&H-voorstel op de vv-agenda wordt geplaatst. De voorzitter stelt vast dat de vergadering instemt met het voorstel; met inachtneming van de stemverklaring van de heer Bruil. 9. Waterbeheersplan De heer Kortlandt vindt het in algemene zin een goed en ambitieus plan. Hij heeft echter nog de volgende vragen: - op welke resultaten zet D&H in en kan het de komende 2 jaar op aangesproken worden; 9

10 - welke speerpunten uit het plan worden via een persbericht naar buiten gebracht; - lokalisering van de wateropgave aangeven; - op kaart 8 aangeven om welke peilgebieden het gaat; - op welke specifieke wijze wordt invulling gegeven aan presentatie en communicatie van het plan. Het grondwater behelst twee dimensies, aldus de heer Van der Velden, het ondiepe en diepere grondwater en een verdeling tussen kwaliteit en kwantiteit. Op welke wijze deze verdeling wordt ingevuld en wie waar verantwoordelijk voor zal zijn, is niet bekend. Aangegeven wordt (pagina 27) dat HHSK bereid is 50% te financieren in opzetten van plannen. Hij gaat er van uit dat het daar bij blijft. Overigens vraagt hij zich af waar het getal 50 vandaan komt. Tevens informeert hij naar de aansprakelijkheid bij de uitvoering; dit omdat HHSK participeert. Hij houdt zijn hart vast zodra het over grondwater gaat; met name in het stedelijk gebied is de kwaliteit van vooral het ondiepe grondwater niet best. De heer Broere leest op pagina 23 halverwege functie volgt peil, dit is voor hem een nieuw fenomeen. Verder in het plan leest hij beheert het peil op basis van peil volgt functie. In zijn optiek is het laatst gestelde correct. Hij vraagt zich dan ook af wanneer het eerstgenoemde is bediscussieerd en in werking is getreden. De heer Bruil refereert aan zijn in de commissie gemaakte opmerking waarbij hij zich afvroeg of voor de tervisielegging van het plan in het kader van communicatie een persconferentie kon worden belegd waarbij in korte lijnen toegelicht wordt wat het belang van dit Waterbeheersplan is. Overigens schijnt er een interessante samenwerking te zijn tussen het plan Pact op Zuid en het desbetreffend waterschap ter verbetering van de waterkwaliteit. Deze manier van bruggen slaan zou ook door HHSK opgepakt kunnen worden. Op pagina 33 wordt gesproken over de watertaak, aldus de heer Heemskerk, terwijl op kaart 18 is te zien welke gebieden verdacht en niet verdacht zijn. Hij is behoorlijk geschrokken over de grootte van het verdachte gebied (m.n. in beheersgebied Schieland) en vreest een behoorlijk kostenplaatje indien onderzoek dient plaats te vinden. De heer Boer vervolgens leest op pagina 8: de percelen bestaan vooral uit grasland en melkveehouderij is de belangrijkste vorm van landbouw. Op pagina 59 bij het 3 e gedachtebolletje echter leest hij: het versterken van de Krimpenerwaard als groen-blauwe parel van de randstad. Hij vraagt zich af wat hij zich bij het laatste moet voorstellen; is dit allemaal groen gras, blauwe luchten, schoon water met zwart-bonte koeien of is het meer gericht op de natuur als uitloop van de randstad. Ook de heer Beekman is van mening dat er meer gezegd kan worden over de ambities ten aanzien van de gemeente Rotterdam. Er dient sowieso te worden gestart ook al zijn er grote problemen in deze stad. Kijkend naar de kaarten 3 en 4 constateert de heer Vollebregt dat het recreatiegebied Rottemeren niet als groen is ingetekend. De heer Soet spreekt zijn waardering uit over het plan, zeker omdat de twee voormalige gebieden integraal bijeen zijn gebracht. Hij is van mening dat dit geweldige kansen richting communicatie geeft, ook al is deze afdeling onthoofd. Het gebied ingaan en de ingelanden laten genieten en deelgenoot maken van dit plan zou een optie kunnen zijn. Terzijde merkt hij op dat op pagina 57 wordt gesproken over 2350 ha, dit dient 2450 ha te zijn. 10

11 Mevrouw Postma informeert, naar aanleiding van de Waterkansenkaart, of het Hoogheemraadschap de provincie functie volgt peil adviseert, doch volgens peil volgt functie beheert. Indien het advies aan de provincie functie volgt peil is, dan zou, in haar optiek, de Waterkansenkaart een beleidsdocument en geen technisch document zijn geworden. Veiligheid heeft prioriteit, doch ook kwaliteit en KRW staan hoog in het vaandel, aldus de heer De Rooij in reactie op de vraag van de heer Kortlandt. Conform toezegging in de commissie is inmiddels kaart 8 aangepast. Aan de communicatie en presentatie van het Waterbeheersplan zal de nodige aandacht worden besteed, in ieder geval bij de vaststelling. De bodemkaarten waar de heer Heemskerk op doelt, suggereren dat de waterbodem in het beheersgebied vrijwel geheel uit klasse 3 en 4 bestaat. Niets is echter minder waar. Naar schatting zal 10 tot 15% in de praktijk uit klasse 4 bestaan, echter steeds op wisselende locaties. Verwacht wordt in de komende jaren meer helderheid te verkrijgen waar zich wel/niet klasse 4 bevindt. Bemonsteren is een kostbare zaak. Hoe hier verder mee om te gaan zal duidelijk zijn zodra de baggernotitie ter vaststelling wordt aangeboden. De groen-blauwe parel van de heer Boer houdt in dat het gebied voor iedereen, bewoners, gebruikers en toeristen, aantrekkelijk is om naar te kijken. De genoemde ambitie op pagina 18 ten aanzien van de gemeente Rotterdam is inderdaad minimaal. In de commissie Integraal Waterbeheer is reeds toegezegd de tekst uit te breiden en specifiek te verwijzen naar het Waterplan Rotterdam. De in het rapport genoemde 2350 ha is inmiddels gewijzigd in 2450 ha. Er zal gekeken worden naar de door de heer Vollebregt genoemde kaarten en, indien deze niet correct zijn, ze aanpassen. De positieve reacties op het Waterbeheersplan van de heren Kortlandt en Soet zal de heer Klein doorgeven aan de desbetreffende ambtenaren. Omtrent de door de heer Soet afgegeven signalen rond het grondwater, meldt de heer Klein dat in de loop van de komende weken besprekingen met de provincie op de agenda staan. De voorzitter zal nogmaals uitleg geven over de term functie volgt peil ; hierover is een aantal vragen gesteld. De term functie volgt peil is door de rijksoverheid bedacht om uitdrukking te geven aan hoe duurzaam kan worden omgegaan met grondgebruik in Nederland en met name in de laaggelegen gebieden en veenweidegebieden. Duurzaam betekent eerst goed kijken naar wat de bodem en het watersysteem aankunnen en op basis daarvan functies in het gebied neerleggen. Deze slogan dekt niet de gehele lading, doch tot op kabinetsniveau weet men wat functie volgt peil is. De slogan wordt gerelativeerd door te zeggen dat het uiteindelijk de algemene overheden zijn die bepalen welke functie ergens neergelegd wordt. Als waterbeheerder is men gehouden het waterpeil te handhaven, zodat hier uiteindelijk het peil de functie volgt. Er wordt dan ook geen beleidsstuk van gemaakt, HHSK blijft binnen de vangrails. Tweede termijn: De heer Boer vindt het begrijpelijk dat er zorgen zijn over de waterkwaliteit en met name gericht op nutriënten. Op pagina 58 onderaan wordt gesproken over het beperken van de uit-/afspoeling van mest- en milieuvreemde stoffen. Het doet hem deugd dat volgens een artikel in het Agrarisch Dagblad een onderzoek uit Wageningen bewijst dat 2/3 minder aan nutriënten afkomstig is uit afspoeling vanuit de agrarische sector. De heer Boer wijst er op dat uit- en afspoeling wel eens meer zou kunnen zijn dan alleen vanuit de agrarische sector. 11

12 In antwoord op de vragen van de heer Soet geeft de heer Klein aan dat participatie van 50%, voorzover bekend, niet verplicht is. In de loop van komend jaar dient gesproken te worden over de verantwoordelijkheid bij participatie en wie plannen gaat uitvoeren. De heer De Rooij vervolgt dat de grondwaterdiscussie al langer loopt; de waterschappen in hoog Nederland zijn voorstander van beheren, laag Nederland niet. Richting de heer Boer meldt de heer De Rooij dat hij aanwezig is geweest bij de presentatie van bedoeld onderzoek; helaas heeft het Agrarisch Dagblad niet het commentaar, met name op de gehanteerde rekenmethode, geciteerd. Overigens heeft de landbouw de laatste jaren veel gedaan, doet nog veel en de heer De Rooij hoopt dat men hier mee door gaat. In het verlengde van het betoog van de heer Klein, vult de voorzitter aan dat er een gezamenlijk belang ligt; dank zij de bijdrage van 50% is HHSK direct betrokken bij het opstellen van de plannen. De voorzitter stelt vast dat de verenigde vergadering instemt met het voorstel. 10. Gedeeltelijke wijziging reconstructie IJsseldijk Noord en vernieuwen gemaal De Nesse Het komt de heer Boer vreemd over dat dit plan ter besluitvorming voorligt; kortgeleden werd anders aangegeven. De heer De Jong licht toe dat er hard gewerkt wordt om de IJsseldijk, doch ook andere dijken, op orde te brengen. Zeker daar waar reeds werkzaamheden plaatsvinden, wordt bekeken of een en ander goed verloopt en alles in beeld is. Na afweging is besloten de IJsseldijk eerst op orde te brengen en voorlopig 2 noodbemalingen te plaatsen, totdat over 3 jaar het grote hoofdgemaal operationeel is en gemaal De Nesse geen dienst meer behoeft te doen. Tweede termijn: De heer Boer benadrukt dat een en ander hem wat vreemd overkwam. Hier is echter, aldus de voorzitter, sprake van voortschrijdend inzicht. De voorzitter stelt vast dat de verenigde vergadering instemt met het voorstel. 11. Beleid internationale betrekkingen en project Semarang, Indonesië In de commissie is over dit onderwerp uitvoerig gesproken. De toelichtende advisering vindt de heer De Jonge echter wat kort. Het hele project heeft zijn sympathie en past ook in onze strategische visie. In de commissie heeft hij reeds bepleit deze kosten niet vanuit de belastinggelden te voteren, doch elders financiering te zoeken. Tevens is hij van mening dat een dergelijk project niet eenmalig zou moeten zijn doch, om professionaliteit te waarborgen, dient te worden aangepakt als continue activiteit. De heer De Jonge verzoekt dan ook om een notitie waarin aangegeven welke organisatie er achter wordt gezet. Ook verzoekt hij meer opheldering over de 75 mandagen; dit verbaast hem in hoge mate, gezien in het licht van de gevoerde discussies over kosten. Hij is akkoord met het voorstel onder de conditie dat de kosten die hiermee gemoeid zijn, zoveel mogelijk door externen worden afgedekt; er een notitie wordt gepresenteerd hoe men in de toekomst hier mee om wil gaan, alsmede dat het niet bij dit project blijft. In de commissie Integraal Waterbeheer heeft de heer Bruil reeds aangegeven dat men de keuze voor dit soort projecten dient te baseren op samenwerking op langere termijn en samenwerking met een bestuurlijk complementair karakter zoals een stedenband. Ook hij zou graag een notitie willen zien. Hij is voorstander van het delen van kennis, met name met landen die erg op 12

13 achterstand staan. Terzijde informeert de heer Bruil hoe en wat onze inzet destijds in Suriname is geweest. Hij kan zich herinneren dat in de vv is gesproken over een eventuele bijdrage. Het wordt zeer op prijs gesteld dat de vv uitspreekt belang te hechten aan het uitvoeren van bepaalde onderdelen uit de strategische visie, in dit geval internationaal werk, aldus de voorzitter. In eerste instantie is er voor gekozen qua omvang en tijd niet te veel hooi op de vork te nemen, mede omdat het beschikbaar stellen van personeel uit de plooien van de organisatie dient te komen. Hij volgt de heer De Jonge om alle mogelijkheden, die uit het budget van VNG worden verstrekt, zo creatief mogelijk te benutten en partners te zoeken die een bijdrage aan het project kunnen leveren. Het ligt in het voornemen (conform de strategische visie) volgend jaar een notitie internationaal beleid (inclusief Europese dimensie) voor te leggen. Insteek was met dit project kennis en informatie te verzamelen en wat eerste ervaringen op te doen. De voorzitter is het eens met de heer Bruil dat dit soort projecten via een stedenband kunnen lopen. Wellicht is het aan te bevelen deze projecten onder de aandacht van de in ons gebied liggende gemeenten te brengen. Overigens lopen er al contacten met het Havenbedrijf Rotterdam. De voorzitter stelt vast dat de verenigde vergadering instemt met het voorstel. 12. Vaststellen vergaderschema VV 2007 De heer Meijdam wijst erop dat woensdag 8 november dient te zijn donderdag 8 november. De heer Hardijzer verzoekt bij excursies van bepaalde commissies alle vv-leden uit te nodigen en niet alleen de desbetreffende commissieleden. Zeker omdat dit soort excursies bijdraagt aan vergroten van de gebiedskennis. Dit is akkoord, aldus de voorzitter. De wnd. directeur en secretaris zullen een voorstel hiertoe opstellen. Overigens wordt ook nagedacht over een gezamenlijk ondernemen in het gebied. De voorzitter stelt vast dat de verenigde vergadering instemt met het voorstel. 13. Inspraakverordening Zonder beraadslaging en zonder stemming wordt conform het voorstel besloten. 14. Activeren personele lasten Zonder beraadslaging en zonder stemming wordt conform het voorstel besloten. 15. Overname fietspad Okkerskade Benedenberg De heer Boer is geen tegenstander van fietspaden in de Krimpenerwaard, doch met mate. Teveel is rustverstorend voor o.a. de weidevogels. Hier betreft het een puur recreatieve inrichtingsmaatregel en de heer Boer is dan ook van mening dat deze van recreatieve centen dient te worden betaald. Hij is niet overtuigd van instemming. De heer Broere merkt op dat volgens het raamplan beheer en onderhoud door HHSK wordt verzorgd; conform de strategische visie ligt het in de rede dit bij de gemeenten neer te leggen. De heer Van der Velden verwijst naar zijn in het verleden gehouden pleidooi, beheer en onderhoud wegen bij de gemeentes neer te leggen. Hij blijft bij dit standpunt. 13

14 De heer Vollebregt vervolgens is neutraal doch krijgt, nu de afgevaardigden uit de Krimpenerwaard het hier niet mee eens zijn, moeite met dit voorstel. De heer De Jong licht toe dat onderhavig voorstel een gevolg is van het landinrichting- en raamplan Krimpenerwaard. Vanwege problemen met de ligging van het fietspad, is deze verlegd naar een gunstiger positie, waardoor ook nog eens de kosten zijn gereduceerd. Inderdaad is, conform de strategische visie, het uitgangspunt geen onderhoud en beheer van nieuwe wegen. Echter, destijds is een raamplan ondertekend, waarin staat dat uitvloeisels van het Veenweidepact waarvoor subsidie is/wordt verstrekt, onder verantwoordelijkheid van HHSK blijven. Tweede termijn: De heer Broere merkt op dat een aantal fietspaden aan het raamplan zijn toegevoegd én het raamplan nadien is gewijzigd. Hij verzoekt dan ook een heroverweging te maken en aan te sluiten bij de strategische visie. De heer Boer geeft alsnog aan dat, indien sprake is van een ontsluitingsweg, hij hier geen moeite mee zou hebben. Doch gezien het feit dat het hier gaat om een puur recreatief fietspad, kan hij niet instemmen. De heer De Jonge is groot voorstander om gedane toezegging gestand te doen, doch indien niet duidelijk is dat het hier gaat om een oorspronkelijke toezegging, heeft hij hier moeite mee. Hij onderschrijft het standpunt ten aanzien van de strategische visie; hier dient invulling aan te worden gegeven. Ter interruptie meldt de voorzitter dat een en ander, naar aanleiding van opmerkingen in de commissie, is nagezocht. HHSK is gebonden aan afspraken conform het raamplan en gewijzigd raamplan. Met name omdat HHSK er aan gebonden is, doch ook omdat men als beheergebied Krimpenerwaard dient mee te gaan in de tijd, is de heer Baas van mening dat men dient te voldoen aan de aangegane verplichting. Er ligt een prachtig natuurgebied, stelt de heer Van der Velden, en daar mogen veel mensen van genieten. Hij onderschrijft dan ook niet de mening van de heer Boer. Het verbaast hem echter dat er een notitie op tafel ligt, terwijl HHSK is gebonden aan uitvoering. Tot slot komt de heer Mannesse, alles beluisterend, tot de conclusie dat de interpretatie die de voorzitter er aan wil geven, namelijk eraan gebonden zijn, naar zijn mening niet los is te zien van het begrip voortschrijdend inzicht. Dit laatste brengt hem tot een nadrukkelijke stemverklaring, hij is tegen het voorstel. De heer De Jong meldt richting de heer Broere dat, na informatie in de organisatie te hebben ingewonnen, over dit stuk fietspad duidelijke afspraken zijn gemaakt. De voorzitter stelt vast dat de heren Boer, De Jong, Mannesse en Van der Velden tegen het voorstel zijn, de overige vv-leden stemmen in met het voorstel. 16. Uitvoering stedelijk waterplan Krimpen a/d IJssel Boveneind Zonder beraadslaging en zonder stemming wordt conform het voorstel besloten. 17. Bijdrage HHSK aan riolering glastuinbouw Bredeweg e.o. Zonder beraadslaging en zonder stemming wordt conform het voorstel besloten. 14

15 18. 2 e uitvoeringskrediet 2 e fase Samen naar goed water in de Krimpenerwaard Zonder beraadslaging en zonder stemming wordt conform het voorstel besloten. 19. Amoveren ontvangtoren AWZI Groenedijk Zonder beraadslaging en zonder stemming wordt conform het voorstel besloten. 20. Reconstructie Kadijk en Kadijkselaan in de gemeente Bergambacht; begrotingswijziging Uit een eerder werk is een overschot ad , waarvan een bedrag ad beschikbaar wordt gesteld voor deze reconstructie. De heer Soet stelt dat dit overschot aangeeft dat er erg slecht is geraamd. Ook de heer Boer informeert of hier slecht is begroot dan wel scherp is aangenomen. De heer Hardijzer vervolgens rekent uit dat het overschot minus het ter beschikking te stellen bedrag aangeeft dat er een bedrag ad resteert. Hij is benieuwd naar de bestemming van dit bedrag De heer De Jong licht toe dat er inderdaad een behoorlijk bedrag op een werk is overgebleven. De ambtelijk toegepaste rekenconstructie voor begrotingsbedragen bleek de laatste jaren te hoog uit te vallen. In eerste instantie was het de bedoeling het bedrag naar beneden bij te stellen, doch op ambtelijk advies is dit uiteindelijk niet gedaan. Het probleem hierbij lag in het feit dat, indien er een te laag bedrag werd aangevraagd, naderhand de vv een aanvullend bedrag diende te voteren. Stagneren van uitvoering zou hier weer een uitvloeisel van zijn. De reconstructie was reeds lang noodzakelijk, doch het moment van uitvoering was afhankelijk van de gemeente. Het overblijvende bedrag ad wordt teruggestort in de algemene middelen, tenzij er zaken absoluut noodzakelijk uitgevoerd dienen te worden. Deze laatste opmerking verbaast de heer Vester in hoge mate; in de commissievergadering werd alleen aangegeven dat dit bedrag teruggestort zal worden in de algemene middelen. De heer Mannesse stelt dat de uiteenzetting van de heer De Jong hem elementen laat horen die hem niet welgevallig zijn. Hij doelt hier met name op de relatie organisatie-vv. Het verbaast de heer De Jong dat men kennelijk niet in staat is te begroten alsmede dat men, zonder toestemming van de vv, overgebleven bedragen voor andere zaken aanwendt. Ook bij de heer Bruil zijn vragen gerezen. De vv is uiteindelijk het bestuur, stelt financiën beschikbaar en maakt de integrale afweging. Tevens heeft hij de indruk dat er geen goede planning van werkzaamheden is. De heer Baas echter denkt, dat een en ander op een andere wijze geïnterpreteerd dient te worden. Hij heeft begrepen dat in het verleden goed is begroot. Echter, toentertijd was de marktsituatie dermate slecht voor bouwers en grondwerkers, dat er prijzen ver onder de kostprijs zijn neergelegd. Er werd gedoeld op het feit dat heden ten dage de markt is aangetrokken en de prijzen weer in de norm liggen, zoals de organisatie destijds ook begrootte. Vrij plotseling heeft de gemeente Bergambacht een noodfietspad aangelegd, aldus de heer De Jong, met als doel de Kadijkselaan op te knappen. Dit gaf mogelijkheden voor HHSK te starten 15

16 met de reconstructie, waarbij met de aannemer overeenstemming is bereikt dezelfde prijs als de gemeente te hanteren. De heer De Jong is zich bewust van het vrij plotselinge karakter van dit voorstel. Er zijn echter goede argumenten die aan deze wijze van opereren ten grondslag liggen. Overigens wordt het resterende bedrag ad niet besteed, zonder dat de vv daarover wordt geïnformeerd. De voorzitter stelt, naar aanleiding van de opmerking van de heer Mannesse, dat op geen enkele wijze in deze vergadering de indruk mag worden gewekt, dat hier sprake is van de zgn. 4 e macht. Wellicht ligt een en ander in de interpretatiesfeer. In reactie op de opmerkingen van de heer Bruil, meldt de voorzitter dat het hier inderdaad ging om een niet voorziene omstandigheid en absoluut geen bestaand beleid is. De heer Vollebregt houdt van creatief besturen, in die zin prijst hij het college. Hij vraagt zich af of de voorliggende begrotingswijziging correct is dan wel aangepast dient te worden. Er wordt een krediet ad aangevraagd, doch er is benodigd. De heer Van der Klugt vult aan dat dit correct is, een en ander wordt aangepast. De voorzitter stelt vast dat de verenigde vergadering instemt met het voorstel, met dien verstande dat het hier gaat om een kredietaanvraag ad Stand van zaken gewijzigde Waterschapswet en Waterwet De voorzitter brengt in herinnering dat tijdens de informele vergadering 3 oktober a.s. de heer Van Strijen (oud-secretaris-rentmeester van Schieland) een toelichting zal geven over de voortgang van dit wetsvoorstel. Tevens herinnert de voorzitter er aan dat het college die avond met de vv over de actualiteit op dit moment (voortbestaan van de waterschappen) in discussie wil gaan. 22. Rapportage begrotingsvergelijking De heer Boer leest op pagina 3, punt 4 dat het voornemen is jaarlijks 10 tot 15 km oevers natuurvriendelijk aan te leggen. Hij is hier geen tegenstander van doch vraagt zich af hoe lang zo n oever mooi blijft. Ook is er minder soortrijke vegetatie aanwezig. De heer De Rooij neemt de opmerking van de heer Boer mee om te bezien hoe daar mee om te gaan. 23. Rapportage aanbestedingen 2005 Wordt voor kennisgeving aangenomen. 24. Dynamisch deel beheerplan wegen 2006 Wordt voor kennisgeving aangenomen. 25. Europese Kaderrichtlijn Water; Zomernota Rijn West Wordt voor kennisgeving aangenomen. 26. Waterkwaliteitsbeelden Wordt voor kennisgeving aangenomen. 16