Horen doe je met je Activiteitencyclus voor groep 1 en 2. De Taallijn Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Horen doe je met je Activiteitencyclus voor groep 1 en 2. De Taallijn Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2"

Transcriptie

1 De Taallijn Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Horen doe je met je Activiteitencyclus voor groep 1 en 2 Annie van der Beek en Dorien Stolwijk Met medewerking van Marit Persoon en Karlijn Brouwers

2 Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie 3 Voorbeeld van een planningsrooster 5 Voorbereiding 8 Fase 1 Introductie 13 Fase 2 Interactief voorlezen 18 Fase 3 Werken met verhalen 23 Fase 4 Werken met leervragen 27 Fase 5 Presentatie/evaluatie 32 Eindevaluatie 34 EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 2

3 Belangrijke achtergrondinformatie Waarom is de Taallijn ontwikkeld? Het Expertisecentrum Nederlands en Sardes hebben de afgelopen jaren de Taallijn ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het doel van de Taallijn is de effectiviteit van de taalstimulering van leidsters en leerkrachten te vergroten. De Taallijn biedt handreikingen voor het beperken van de achterstand in taalontwikkeling op jonge leeftijd. Onderzoeksresultaten geven aan dat een vroege aanpak van taalachterstanden effect heeft. De Taallijn is gebaseerd op de principes van interactief taalonderwijs, zoals die in eerdere publicaties van het Expertisecentrum Nederlands uitgebreid beschreven zijn. De vijf speerpunten van de Taallijn zijn Mondelinge taal, Werken aan woordenschat, Beginnende geletterdheid, ICT en multimedia en Ouderbetrokkenheid. De Taallijn biedt een doorgaande lijn van kinderdagverblijf en peuterspeelzaal naar basisonderwijs. De Taallijn voor het kinderdagverblijf Onlangs is er een handreiking gerealiseerd voor leidsters van kinderen van 0 tot 2 jaar in kinderdagverblijven. De handreiking is opgenomen in de scholing voor leidsters, en biedt de leidsters aanwijzingen om in hun dagelijkse praktijk de taalontwikkeling van baby s en dreumesen te stimuleren. Met deze uitgave is er nu ook aandacht voor de allerjongsten. De Taallijn voor peuters De Taallijn voor peuters is landelijk ingevoerd. Door Sardes zijn verschillende cursussen voor peuterleidsters ontwikkeld, variërend van aparte modules voor de speerpunten tot een geïntegreerde cursus waarbij alle speerpunten aan de orde komen. In het boek Peuters Interactief met Taal (Stoep & Van Elsäcker, 2005) wordt de Taallijn uitgebreid beschreven. Naast dit boek zijn er drie cd-roms ontwikkeld met praktijkvoorbeelden: Interactief voorlezen aan peuters, Gesprekken met peuters en Werken aan woordenschat. Op de website staat een serie uitgewerkte, concrete activiteitencycli voor peuters. Werken met de Taallijn houdt in dat leidsters eerst deelnemen aan een cursus, en vervolgens zelfstandig kunnen werken met de activiteitencycli. De Taallijn voor kleuters Sardes heeft voor groep 1 en 2 een geïntegreerde cursus ontwikkeld waarin alle vijf speerpunten van de Taallijn aan bod komen. Nadat de leerkrachten bekend zijn gemaakt met de principes en speerpunten van de Taallijn, kunnen ze zelf aan de slag. Binnen de Taallijn is een aantal kant-en-klare activiteitencycli ontwikkeld. Leerkrachten kunnen deze geheel of gedeeltelijk uitvoeren. Met behulp van een checklist kunnen ze bijvoorbeeld bepalen welke Taallijn-speerpunten in hun eigen programma's nog onderbelicht zijn en aanvullende activiteiten kiezen uit een Taallijn-thema. De activiteitencycli voor groep 1 en 2 zijn ook bruikbaar in groep 3, zeker in de eerste helft van het schooljaar. Voordat leerkrachten aan de slag kunnen met een thema van de Taallijn, volgen zij eerst een nascholingscursus. Daarnaast is het boek De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 (Van Elsäcker, Van der Beek, Hillen & Peters, 2006) onmisbaar bij het uitvoeren van een activiteitencyclus. Dit boek bevat achtergrondinformatie over de Taallijn, de vijf speerpunten, en de opbouw en uitvoering EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 3

4 van een activiteitencyclus. Bij het boek hoort een dvd met video-opnames van diverse activiteiten in groep 1 en 2 (Van der Beek, Van Elsäcker, Corvers, Hillen & Peters, 2006). Nijmegen, februari 2008 Meer informatie over de bijbehorende boeken en dvd s of over scholing in de Taallijn in de diverse regio s is te vinden op Boeken, cd-roms en de dvd zijn te bestellen via Informatie over cursussen in de diverse regio's is ook te verkrijgen bij Sardes ( ) Expertisecentrum Nederlands Deze uitgave is voorbehouden aan begeleiders en deelnemers van het trainings- en ondersteuningstraject van de Taallijn (zie Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag voor commerciële doeleinden worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnames, of op enige andere wijze, zonder nadrukkelijke verwijzing naar Sardes en het Expertisecentrum Nederlands. EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 4

5 Voorbeeld van een planningsrooster Mondelinge taal Werken aan woordenschat Beginnende geletterdheid ICT en multimedia Ouderbetrokkenheid Tijd Fase en activiteit Speerpunten Voorbereiding Vooraf Leerkracht bereidt thema voor. Voorbereiden anker: selecteren kernwoorden bij thema en prentenboek; woordenmap maken; verzamelen boeken en materialen; voorbereiden gezinsportfolio; voorbereiden stimulerende leeromgeving Leerkracht maakt planning van activiteiten Fase 1: Introductie Week 1 Maandag Start van het thema: zien, horen, voelen, ruiken en proeven met professor Oortjes, (digitale) foto s maken Ouders worden ingelicht over het nieuwe thema en gevraagd te helpen bij bepaalde activiteiten Kinderen helpen met 'schrijven' uitnodiging Gesprek over het anker en (beeld)woordenweb maken Samen leervragen bedenken en opschrijven Week 1 Dinsdag Foto s van het anker bekijken op de computer Introductie zintuig: zien Ontdekactiviteiten zien Week 1 Woensdag Tekenen of schrijven in het portfolio en portfoliogesprek Letters en klanken Terugblik Week 1 Donderdag Fase 2: Interactief voorlezen Pre-teaching: centrale prentenboek Waar zijn mijn oren? voorbespreken met zwakste kleuters Interactief voorlezen van het centrale prentenboek in grote kring Lettermuur Tweede keer voorlezen: wie-waar-wat-picto s EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 5

6 Week 1 Vrijdag Verteltafel Derde keer voorlezen: volgen van de verhaallijn Introductie zintuig: voelen Ontdekactiviteiten voelen Dagelijks Week 2 Maandag Herhaald voorlezen in de kleine kring met gebruik van wie-waar-wat-picto's Betekenisvolle activiteiten in hoeken met de kernwoorden, zoals tekenen, stempelen, schrijven, taal- en woordspelletjes op de computer, spelen met de voorwerpen van de thematafel of in boekenhoek of luisterhoek lezen of luisteren Kernwoorden schrijven of stempelen Gesprek: voelen met Ekkie Eekhoorn Luisteren en lezen Digitaal prentenboek Portfoliogesprek Week 2 Dinsdag Fase 3: Werken met verhalen Nieuwe prentenboeken bekijken en voorlezen, overeenkomsten en verschillen met centrale boek bespreken, boekenmuur uitbreiden Tekenen met Sappie Liedje en/of versje Week 2 Woensdag Verhalen vertellen Introductie zintuig: horen Ontdekactiviteiten horen Leervragen beantwoorden Zelf boeken lezen Portfoliogesprek: portfolio mee naar huis Dagelijks Week 2 Donderdag Zelf prentenboeken of informatieve boekjes lezen, liedjes of versjes, naspelen verhalen, verhalen luisteren op computer, schrijfhoekactiviteiten Fase 4: Werken met leervragen Startactiviteit: lekker! Fruitonderzoek Leervragen over fruit bedenken en opschrijven Week 2 Vrijdag Fruit: antwoorden zoeken EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 6

7 Fruit: resultaten vastleggen Introductie zintuig: ruiken Introductie zintuig: proeven Ontdekactiviteiten ruiken en proeven Week 3 Maandag Filmpje over zintuigen Koekjes bakken Portfoliogesprek met ouders Dagelijks Dagelijks Week 3 Dinsdag Week 3 Woensdag Week 3 Donderdag Week 3 Vrijdag Na afloop Werken in hoeken: betekenisvolle lees- en schrijfactiviteiten, rollenspel, verhalen naspelen, digitaal prentenboek, zelf onderzoek doen in onderzoekshoek Fase 5: Presentatie/Evaluatie De leerkracht observeert in deze fase dagelijks bij enkele kinderen het gebruik van kernwoorden, het verhaalbegrip en de letterkennis van de kinderen tijdens de activiteiten Werken in hoeken: betekenisvolle lees- en schrijfactiviteiten, onderzoekshoek, themahoeken, rollenspel, verhaal naspelen, digitaal prentenboek, werkbladen zoals Welke letters ken ik al? Samen nadenken over eindpresentatie, bijvoorbeeld tentoonstelling of toneelstuk, samen uitnodiging maken voor de ouders Kernwoorden oefenen met liedjes en versjes over het thema Voorbereiden van de eindpresentatie die samen bedacht is In kleine kring vertellen bij (digitale) foto's In kleine kring verhaal navertellen aan de hand van illustraties of digitaal prentenboek Letters en klanken in kleine kring. Lettermuuractiviteit: Wat hebben we allemaal geleerd? Feestelijke eindpresentatie van het werk met publiek: gezamenlijke afronding van het thema Reflectiegesprek met de kinderen in kleine kring: werk/foto kiezen uit gezinsportfolio en hierover vertellen Eindevaluatie van het thema met de kinderen in grote kring: Wat hebben we geleerd? Wat vond je het leukst? Eindevaluatie Leerkrachten bespreken na wat goed en minder goed liep Verslaglegging en bewaren van materialen voor volgend jaar EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 7

8 Thema: Anker: Zintuigen Zien, horen, voelen, ruiken en proeven met Professor Oortjes Alle thema's van de Taallijn voor groep 1 en 2 bieden talige activiteiten rondom de vijf speerpunten mondelinge taal, werken aan woordenschat, beginnende geletterdheid, ICT en multimedia en ouderbetrokkenheid. Elke activiteitencyclus duurt ongeveer drie weken en heeft een aantal fasen, waarin een centraal prentenboek een grote rol speelt. Dit prentenboek wordt meerdere malen voorgelezen, zodat woordenschat, zinsconstructies en verhaalbegrip de kans krijgen zich te ontwikkelen. Deze activiteitencyclus is gebaseerd op de activiteitencyclus Horen doe je met je van het VVE-project Vversterk (Van der Beek, 2007). Bij de uitvoering van dit thema is het boek (Van Elsäcker, Van der Beek, Hillen & Peters, 2006) onmisbaar. In dit boek is uitgebreide achtergrondinformatie te vinden over de vijf speerpunten van de Taallijn, de opbouw en de fasen van een activiteitencyclus en de benodigde leerkrachtvaardigheden. Voorbereiding Anker voorbereiden: iemand vragen om Professor Oortjes te spelen, aankleding Professor Oortjes regelen, digitale fotocamera regelen, proefjes met de vijf zintuigen voorbereiden Woorden selecteren bij thema en prentenboek Woordenmap maken Boeken en materialen verzamelen Voorbereiden van een gezinsportfolio Planning maken voor activiteiten Stimulerende leeromgeving creëren Voorbereiding van het anker Het anker voor deze cyclus is een ontmoeting met Professor Oortjes. Deze professor is een vriendelijke (oudere) man die wat verstrooid overkomt. Professor Oortjes kan worden aangekleed met bijvoorbeeld een witte doktersjas, een grote bril en een grijze pruik. Deze professor vertelt dat hij heel goed kan zien, horen, voelen, ruiken en proeven. Hij laat de kinderen kennis maken met deze zintuigen door ze verschillende proefjes te laten doen tijdens een ontdektocht. De leerkracht vraagt een ouder of een collega om Professor Oortjes te spelen. In verschillende lokalen, in de gang of in de aula zijn er verschillende ontdekhoeken ingericht, voor elk van de vijf zintuigen één. De kinderen gaan in groepjes van vier tot vijf kinderen onder begeleiding van een ouder in circuitvorm langs de vijf ontdekhoeken. De leerkracht zorgt ervoor dat er voldoende hulpouders aanwezig zijn die de kinderen kunnen begeleiden tijdens de ontdektocht. De inrichting van de ontdekhoeken en de proefjes die de kinderen kunnen doen staan beschreven bij de voorbereiding van deze cyclus in bijlage 1. In bijlage 2 staan aanvullende ontdekactiviteiten die de kinderen tijdens de cyclus in het eigen lokaal EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 8

9 kunnen uitvoeren. In de ontdekhoeken worden enkele werkbladen gebruikt, deze zijn te vinden in bijlage 3. Tijdens de activiteiten bij het anker kijkt de leerkracht bij alle groepjes mee en doet ze mee met de activiteiten. Ook maakt de leerkracht digitale foto s van de kinderen en de activiteiten die zij ondernemen. De leerkracht zorgt ervoor dat alle kinderen op de foto staan en dat er bij elke ontdekhoek is gefotografeerd. De digitale foto s worden later bij andere activiteiten in de cyclus gebruikt. Selectie van kernwoorden bij het thema Tijdens het thema komen de kinderen in aanraking met nieuwe woorden. Een aantal kernwoorden bij het thema wordt bewust aangeleerd en geoefend. Er zijn kernwoorden geselecteerd bij het thema en ook bij het prentenboek. Hierbij is gebruik gemaakt van de frequentiewoordenlijsten van Schrooten en Vermeer (1994). Beide groepen kernwoorden worden in de verwerkingsopdrachten gebruikt. De leerkracht maakt een keuze uit de kernwoorden. Ze kan hierbij gebruik maken van de toetsgegevens van kinderen of eerder gemaakte observaties. Wanneer er in de klas kinderen zijn die deze woorden al kennen is het raadzaam om voor hen aanvullende of moeilijkere woorden te selecteren. Bij de selectie van woorden kan gebruik gemaakt worden van de thematische woordenlijst van Kienstra (2003). Kernwoorden bij het thema het zintuig, voelen, het gevoel, horen, het gehoor, het geluid, het lawaai, klinken, trillen, zien, de huid, blazen, (toe) wuiven, ruiken, opsnuiven, de geur, de reuk, snuffelen, stinken, proeven, de smaak, smaken, doorslikken, het verschil, scherp, bot, doof, blind, de bril, allebei, een beetje, ongeveer, nogal, er uitzien, veraf, dichtbij, de verrekijker, zout, zoet, zuur, bitter, de pupil De leerkracht maakt een selectie uit bovenstaande lijst. Ze selecteert ongeveer vijftien eenvoudige woorden voor de minder taalvaardige leerlingen en vijftien moeilijke kernwoorden voor de meer taalvaardige leerlingen. Ze maakt een inschatting van welke woorden de kinderen nog niet beheersen. Natuurlijk kan er overlap tussen beide lijsten zijn. Het doel aan het begin van de cyclus is dat de kinderen de geselecteerde woorden receptief (passief) beheersen. Aan het einde van de cyclus moeten ze de meeste kernwoorden ook productief (actief) beheersen. Selectie van kernwoorden bij het prentenboek Bij het thema zintuigen wordt het prentenboek Waar zijn mijn oren? (Pecht & Hermans, 2007) gebruikt. In de onderstaande lijst staan kernwoorden uit het prentenboek. Dit zijn de woorden die belangrijk zijn om het verhaal te begrijpen. Kernwoorden bij het prentenboek gezond, de wandeling, het park, wandelen, de vijver, een dutje doen, mopperen, het idee, rustig, geeuwen, slaperig, de paniek, de speurneus, zoeken, het holletje, pluizig, teleurgesteld, op zoek gaan naar, kwijt, verbaasd, verdwenen, helpen, verstaan, wanhopig, glinsteren, hollen, de medaille, hoopvol, nauwkeurig, vreemd, de wandelstok, oprapen, boos, meenemen, beschaamd, teruggeven, verdrietig, de oplossing, de dierenarts, de spuit, het avontuur EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 9

10 De leerkracht selecteert uit deze lijst welke woorden zij wil behandelen en houdt daarbij rekening met het taalniveau van de kinderen. Evenals bij de themawoorden, maakt ze zowel voor de minder taalvaardige als voor de meer taalvaardige kinderen een lijst met ongeveer vijftien kernwoorden. Er kan weer overlap tussen beide lijsten zijn. Woordenmap De leerkracht kan tijdens het thema een woordenmap aanleggen. In deze map wordt per kind genoteerd welke kernwoorden het kind actief gebruikt tijdens gesprekken en speelleersituaties, en eventueel welke woorden het kind passief beheerst. Boeken verzamelen De leerkracht informeert bij de bibliotheek naar de mogelijkheden voor het lenen van een leskist. In deze leskist kunnen aan het thema verwante boeken, maar ook speel- en leermaterialen zitten. De leerkracht verzamelt zelf ook prentenboeken en informatieboeken over het thema en de kinderen mogen boeken meenemen van thuis. In bijlage 4 zijn suggesties opgenomen voor prentenboeken over zintuigen. Materialen verzamelen De leerkracht verzamelt verschillende foto's, afbeeldingen, concrete voorwerpen en materialen die bij het thema en het centrale prentenboek horen voor de thematafel, fototafel/fotowand of boekenmuur. Bij de voorwerpen worden woordlabels opgehangen. ICT Er is een geanimeerde versie van Waar zijn mijn oren? beschikbaar op dvd. Deze wordt bij het prentenboek geleverd. De leerkracht kan ook zelf een digitale versie van het prentenboek maken. Een stappenplan voor het maken van een digitaal prentenboek is in het boek beschreven, en op de website De leerkracht maakt veel digitale foto s, die in diverse activiteiten worden gebruikt. Daarnaast wordt in de klas indien mogelijk gebruik gemaakt van het digitaal schoolbord. Gezinsportfolio Voor alle kinderen komt er een eigen gezinsportfolio. De leerkracht kan hiervoor het bijgevoegde voorbeeld van een gezinsportfolio gebruiken (bijlage 5) of een eigen versie maken. Als de leerkracht of de school al werkt met een gezinsportfolio is het beter de eigen versie te gebruiken. Als scholen nog geen ervaring hebben opgedaan met een gezinsportfolio, is het voorgedrukte gezinsportfolio een goed hulpmiddel om mee te beginnen. De kinderen verzamelen gedurende het thema een aantal werkjes in het gezinsportfolio. In het gezinsportfolio uit de bijlage is op enkele bladzijdes al voorgedrukt wat de bedoeling is. Planning maken voor activiteiten De leerkracht selecteert verwerkingsactiviteiten voor de speerpunten waaraan zij gedurende de cyclus aandacht wil besteden. Het voorbeeld van een planningsrooster dat aan het begin van dit document staat afgedrukt, kan een hulpmiddel bij de planning zijn. Stimulerende leeromgeving creëren De leerkracht denkt erover na hoe het lokaal kan worden ingericht in de sfeer van het thema. Dit hoeft niet allemaal van tevoren te gebeuren. Het inrichten van het lokaal is ook een verwerkingsactiviteit voor de kinderen. Door samen met de kinderen over het inrichten te praten, en daarna samen het lokaal in te richten, wordt de betrokkenheid bij het thema vergroot. Tijdens de duur van het thema komen er steeds meer werkjes bij, waardoor het lokaal stapsgewijs ingericht wordt in de sfeer van het thema. Hoofdstuk 9 van het boek heeft betrekking op de inrichting van de leeromgeving. Hierin staan veel tips over plekjes in het lokaal, zoals EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 10

11 een leeshoek, een boekenmuur, een woordmuur, een lettermuur, een thematafel, een computerhoek, een schrijfhoek of een ontdekhoek. De kinderen kunnen tijdens de activiteitencyclus in deze hoeken werken wanneer de leerkracht met een klein groepje kinderen werkt. Hieronder staan concrete tips voor het inrichten van het lokaal bij de activiteitencyclus Horen doe je met je - De Ontdekhoek van Professor Oortjes De kinderen hebben tijdens de ankeractiviteit een ontdektocht gedaan langs vijf verschillende hoeken, voor ieder zintuig één. Gedurende de activiteitencyclus in de klas is er één hoek ingericht als de ontdekhoek van Professor Oortjes. In deze ontdekhoek hebben kinderen de mogelijkheid verschillende ontdekactiviteiten op het gebied van de vijf zintuigen uit te voeren. De zintuigen worden steeds apart en per fase van de activiteitencyclus geïntroduceerd. Tegelijk met de introductie van een zintuig wordt de ontdekhoek aangevuld met bijbehorende materialen. In de ontdekhoek van Professor Oortjes komen dus steeds meer materialen te liggen die te maken hebben met de vijf verschillende zintuigen. Voorbeelden van geschikte materialen waarmee kinderen kunnen experimenteren met zien, horen, voelen, ruiken en proeven zijn: een verrekijker, een bril, een kijkdoos, een vergrootglas, voeldozen, geurpotjes, geluidopnames, een blinddoek en oordopjes. Aanvullende suggesties voor materialen en activiteiten zijn te vinden in bijlage 1. - Teken- en schrijfhoek In de klas kan een teken- en schrijfhoek worden ingericht waarin kinderen bijvoorbeeld kernwoorden kunnen nastempelen, een naamkaartje maken, en hun eigen portfolio versieren. Ook kunnen kinderen elkaar of zichzelf (met behulp van een spiegel) natekenen, waarbij aandacht wordt besteed aan de ogen, oren, neus en mond. Ze kunnen de naam erbij schrijven of stempelen. - Themamuur Aan de themamuur kunnen foto s van het anker worden opgehangen, werkjes van de kinderen en plaatjes met betrekking tot het thema. Kinderen kunnen op de themamuur laten zien wat ze zelf hebben meegemaakt met betrekking tot zintuigen. Dit kan door middel van plaatjes, foto s, tekeningen, briefjes en andere werkjes die kinderen zelf maken of van thuis meenemen. Kinderen kunnen hierbij mondelinge uitleg geven. - Lees- en luisterhoek In de leeshoek kunnen verschillende boeken over zintuigen een plaats krijgen. De leeshoek wordt extra aantrekkelijk gemaakt door een bank of kussentjes te gebruiken. In de leeshoek kan de leerkracht een boekenrekje of een boekenkast plaatsen met daarin boeken die in bijlage 4 worden vermeld. In de leeshoek liggen verschillende soorten boeken. In de boeken die over het thema gaan, komen vaak veel dezelfde woorden voor. De leerkracht kan deze boeken voorlezen of door de kinderen zelf laten lezen. Hierdoor komen de kinderen in verschillende contexten in aanraking met de nieuwe woorden en is de kans groter dat ze de betekenis ervan goed onthouden. In de leeshoek legt de leerkracht gekopieerde platen van het prentenboek Waar zijn mijn oren? Kinderen kunnen deze in de goede volgorde leggen, eventueel met hulp van de leerkracht, en het verhaal erbij vertellen. In de luisterhoek kunnen de kinderen met behulp van een cassetterecorder, cd-speler of computer luisteren naar verhaaltjes, versjes en liedjes over zintuigen. - De lettermuur Op de lettermuur worden de letters op alfabetische volgorde en op ooghoogte van de kinderen gehangen. De kinderen kunnen woordjes en plaatjes met betrekking tot zintuigen bij de juiste beginletter ophangen. Ook de kernwoorden kunnen een plaats krijgen op de lettermuur. Voor een voorbeeld van een lettermuur en activiteiten met een lettermuur, zie het boek en de dvd. EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 11

12 - Appie Aardappel Appie Aardappel (Mister Potato Head) is een speelgoedfiguurtje dat tijdens de activiteitencyclus gebruikt wordt bij het introduceren van de zintuigen. De ogen, oren, mond, handen en voeten van Appie Aardappel zijn losse onderdelen, die door de leerkracht of kinderen zelf op de juiste plek kunnen worden aangebracht. Deze Mister Potato Head is in veel speelgoedwinkels te verkrijgen. Appie Aardappel krijgt gedurende de activiteitencyclus een plaats op een tafel in de klas. Op deze tafel komen de losse onderdelen van Appie te liggen, met daarbij woordstroken met de woorden: het oor, de mond, het oog, de neus, de tong en de huid. - Fotomuur Op de fotomuur komen foto s te hangen van alle monden, oren, ogen, neuzen en handen van alle kinderen. Onder de foto s kunnen de kinderen naamplaatjes plakken waarop ze hun eigen naam hebben geschreven of gestempeld. - Verteltafel De leerkracht richt een tafel in waarop allerlei voorwerpen staan die te maken hebben met het centrale prentenboek. Deze verteltafel kan worden gebruikt om het verhaal te verkennen voordat het een eerste keer wordt voorgelezen. Kinderen raken op deze manier vertrouwd met de gebruikte woorden in het verhaal. Tevens kunnen de kinderen de voorwerpen gebruiken om het verhaal na te vertellen, zodat het verhaalbegrip wordt vergroot. EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 12

13 Fase 1 Introductie Anker Zien, horen, voelen, ruiken en proeven met Professor Oortjes Verwerkingsactiviteiten 1. Brief aan ouders over het thema 2. (Beeld)woordenweb 3. Digitale fotoshow 4. Samen leervragen bedenken 5. Introductie zintuig: zien 6. Ontdekactiviteiten zien 7. Werkje gezinsportfolio 8. Letters en klanken 9. Terugblik Anker Zien, horen, voelen, ruiken en proeven met Professor Oortjes Het anker voor deze cyclus is een ontmoeting met Professor Oortjes (zie voorbereiding). Hij vertelt dat hij heel goed kan zien, horen, voelen, ruiken en proeven en laat de kinderen kennis maken met deze zintuigen door ze verschillende proefjes te laten doen tijdens een ontdektocht. In verschillende lokalen, in de gang of in de aula zijn ontdekhoeken ingericht, voor elk van de vijf zintuigen één. De kinderen gaan in groepjes van vier tot vijf kinderen onder begeleiding van een ouder in circuitvorm langs de vijf ontdekhoeken. In elke ontdekhoek kunnen de kinderen bijzondere dingen ervaren en interessante proefjes doen, gedurende ongeveer vijf à tien minuten. Zo ontdekken zij wat zij met hun zintuigen kunnen doen. De nadruk bij het anker ligt op het zelf ontdekken door de kinderen. Professor Oortjes loopt rond tijdens de ontdektocht en helpt de kinderen bij het uitvoeren van de proefjes. Hij doet proefjes voor, vertelt er iets over en stelt vragen aan de kinderen zoals: Wat denken jullie dat er zal gebeuren? Wat ruik je? Zie je een verschil? Leg dat eens uit! De hulpouders houden de tijd in de gaten en zorgen er voor dat de kinderen na de vastgestelde tijd stoppen bij de betreffende hoek en de ontdektocht vervolgen naar een andere hoek. De inrichting van de ontdekhoeken en de proefjes die de kinderen kunnen doen zijn beschreven bij de voorbereiding van deze cyclus in bijlage 1. In de ontdekhoeken worden enkele werkbladen gebruikt, deze zijn te vinden in bijlage 3. Tijdens deze activiteiten kijkt de leerkracht bij alle groepjes mee en doet ze mee met de activiteiten. Ook maakt de leerkracht digitale foto s van de kinderen en de activiteiten die zij ondernemen. De leerkracht zorgt ervoor dat alle kinderen op de foto staan en dat er bij elke ontdekhoek is gefotografeerd. De digitale foto s worden later bij andere activiteiten in de cyclus gebruikt. EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 13

14 Verwerkingsactiviteiten 1. Brief aan ouders over het thema De kinderen schrijven mee aan een brief voor hun ouders (zie voor een voorbeeld bijlage 6). In deze brief worden ouders geïnformeerd over het thema zintuigen. Onderaan de brief is er ruimte voor een persoonlijke toevoeging van het kind. Dit kunnen woorden zijn die bij het thema horen, namen van ouders, de eigen naam of (begin)letters van het kind, of een tekening of plaatjes bij het thema. In het gezinsportfolio wordt aan ouders de suggestie gedaan om deze brief met persoonlijke toevoeging van hun kind in te plakken in het gezinsportfolio. 2. (Beeld)woordenweb Samen met alle kinderen maakt de leerkracht een (beeld)woordenweb over zintuigen. Er wordt besproken wat de kinderen hebben gedaan tijdens de ankeractiviteit en wat ze al weten over zintuigen. De leerkracht schrijft in het woordenweb op wat de kinderen bedenken. Er komen ook tekeningen of foto s in het woordenweb, zodat de kinderen kunnen lezen wat er staat. De leerkracht zorgt er voor dat alle kernwoorden van het thema zintuigen zo veel mogelijk aan bod komen. Vragen die de leerkracht kan stellen om het gesprek op gang te brengen zijn: Wat hebben jullie gedaan met Professor Oortjes? Hoe zag het eruit/voelde/rook/smaakte dat? Wat voor een geluid hoorde je? 3. Digitale fotoshow In kleine groepjes bekijken de kinderen op de computer de foto s van het anker met Professor Oortjes. De foto s kunnen ook in een PowerPointpresentatie worden gezet, waaraan eventueel geluiden kunnen worden toegevoegd. De leerkracht kan inspreken wat er op de foto te zien is. Dit kan een kernwoord zijn ( het oor ) of een korte beschrijving van wat er gebeurt ( Professor Oortjes kijkt door een verrekijker ). Kinderen kunnen dan tijdens het bekijken van de foto s op luidsprekertjes klikken en de woorden of beschrijvingen horen. De leerkracht voert een gesprek met de kinderen over de foto s. Ze schept hierbij voldoende ruimte voor de kinderen door open vragen te stellen, stiltes te laten vallen en luisterresponsen te geven. Voorbeelden van zulke vragen zijn: Wat deden jullie daar? Lukte dat wel, hoe ging dat? Waar heb je door heen gekeken? Wat zag je toen? Vertel er eens over! 4. Samen leervragen bedenken De kinderen kunnen in het (beeld)woordenweb goed zien welke zintuigen er zijn. De leerkracht bespreekt met de kinderen of zij zelf nog vragen hebben over zintuigen. Ze schrijft alle vragen op in een schrift, op een flap of digitaal schoolbord. De flap kan worden opgehangen op de themamuur. De leerkracht stimuleert de kinderen tot het stellen van vragen en het zoeken naar antwoorden. Wanneer de kinderen zelf geen vragen kunnen bedenken, kan de leerkracht dit stimuleren door kleine voorwerpen mee te nemen, zoals een bril. Door erover te praten komen kinderen op nieuwe vragen. Als kinderen een antwoord weten, wordt dat erbij gezet. De vragen die nog niet beantwoord zijn, komen in fase 4 terug. EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 14

15 5. Introductie zintuig: zien De leerkracht voert met alle kinderen een gesprek over zien. Ze kan een spel met de kinderen doen om ze te laten ervaren wat zien is. Een kind wordt geblinddoekt en krijgt de opdracht om bijvoorbeeld naar de kast te lopen en daar een boek te pakken. De andere kinderen helpen het geblinddoekte kind door het geven van verbale aanwijzingen. Dit spel kan worden herhaald door een aantal kinderen te blinddoeken. Na het spel introduceert de leerkracht Appie Aardappel. Appie kan niet zien, niet horen, niet voelen, niet ruiken en niet proeven, want hij heeft geen zintuigen! De leerkracht vraagt aan de kinderen wat Appie nodig heeft om te kunnen zien en bevestigt de ogen op Appie. De leerkracht tekent een kale Appie Aardappel (dus zonder zintuigen) op een grote flap waarop een kind de ogen mag tekenen. De flap blijft gedurende de activiteitencyclus in de klas hangen, zodat er steeds meer zintuigen bij getekend kunnen worden. De leerkracht kan onderstaand versje van Appie Aardappel gebruiken. Ik ben Appie aardappel Ik ben klein en rond In het midden zie je mijn mond Aan de zijkant zitten mijn oren, daarmee kan ik heel goed horen Ik heb een dikke buik, en een neus Met mijn mond met mijn handen waarmee ik alles ruik! kan ik proeven en praten voel ik in hoeken en gaten er zitten veel vingers aan, wel tien! En met mijn ogen kan ik alles heel goed zien! Je kunt van mij maken wat je wilt, geef mij bijvoorbeeld een mooie bril! Verplaats mijn oren op mijn bruine huid, dan zie ik er weer heel anders uit! (Dorien Stolwijk, Expertisecentrum Nederlands) EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 15

16 Vervolgens praat de leerkracht met de kinderen over zien. Het spel met de blinddoek en Appie Aardappel kunnen aan de orde komen. De leerkracht let er op dat ze de bijdrage van de kinderen doorspeelt naar de andere kinderen. Voorbeelden van vragen om het gesprek op gang te brengen zijn: Wat heb je dus nodig om te kunnen zien? Hoe is het als je niet kunt zien? Dennis zegt dat hij het niet fijn vond dat hij niets zag, vond jij dat ook Tim? Andere suggesties voor gezamenlijke activiteiten rondom het zintuig zien zijn te vinden in bijlage Ontdekactiviteiten zien Tijdens de introductieactiviteit hebben de kinderen gezamenlijk met de leerkracht een spel gedaan rondom het zintuig zien. Nu gaan kinderen in kleine groepjes aan de slag met ontdekactiviteiten rondom dit zintuig. In de klas zijn een aantal brillen met verschillende sterktes aanwezig. De leerkracht zorgt voor plaatjes die de kinderen kunnen bekijken met de verschillende brillen. Ze stimuleert de kinderen iets uit te proberen. Ze laat de kinderen voorspellen wat ze zullen zien. Vervolgens zetten de kinderen de brillen op en bespreken met de leerkracht hoe goed ze kunnen zien door de bril en wat het verschil is tussen de brillen. De leerkracht doet af en toe prikkelende uitspraken om het gesprek op gang te brengen tussen kinderen en de leerkracht en kinderen onderling. Voorbeelden van prikkelende uitspraken zijn: Dat ziet er gek uit door deze bril! Nu kan ik helemaal niets zien! Kun jij goed zien door deze bril? Kun je zelfs de vogel op het dak buiten zien? Suggesties voor andere ontdekactiviteiten zijn te vinden in bijlage 2. Deze activiteiten kunnen tevens worden gedaan in de ontdekhoek van Professor Oortjes. Eventueel kan Professor Oortjes zelf nog een keer komen helpen. 7. Werkje gezinsportfolio Kinderen tekenen of schrijven in het gezinsportfolio over het anker met Professor Oortjes of over Appie Aardappel. Ze kunnen bijvoorbeeld Appie Aardappel natekenen of een foto van de ankeractiviteit inplakken, waarbij ze iets over het zintuig zien schrijven, tekenen of stempelen. De leerkracht kan in het portfolio ook een foto van het kind plakken die is gemaakt tijdens het bezoek van Professor Oortjes. De leerkracht praat met de kinderen over wat er in het gezinsportfolio komt. Ze laat de kinderen zo veel mogelijk zelf aan het woord en stelt alleen als het nodig is enkele open vragen. In het gesprek met de kinderen let de leerkracht er op dat ze de uitspraken van kinderen impliciet corrigeert, door de uiting correct te herhalen. Als een kind bijvoorbeeld zegt Op deze foto kijkte ik door een bril, reageert de leerkracht met Oh, keek jij door een bril? 8. Activiteiten met letters en klanken De leerkracht selecteert een letter die centraal staat gedurende de activiteitencyclus, bijvoorbeeld de k van kijken, en hangt die letter op de lettermuur. De kinderen verzinnen samen met de leerkracht meer woorden die beginnen met een k. De leerkracht schrijft deze woorden op en er kan door de kinderen een tekening of plaatje bij worden geplakt. Daarna kan het woord op de lettermuur onder de letter worden gehangen. 9. Terugblik De leerkracht reflecteert samen met de kinderen op de werkjes die ze hebben gemaakt. Alle werkjes worden in een kring gelegd en enkele ervan worden besproken. De leerkracht gaat een gesprek aan met de kinderen en zorgt ervoor dat iedereen zich veilig voelt en durft te praten. Ze beschermt de beurt van het kind dat aan het woord is en betrekt de wat stillere kinderen in het gesprek door hen een gerichte open vraag te stellen of de bijdrage van een ander aan hen door te spelen. De leerkracht zorgt ervoor EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 16

17 dat tijdens het gesprek aandacht is voor zowel het product als het proces. Vragen die ze kan stellen zijn: Vertel eens, wat heb jij gedaan? Hoe heb je het aangepakt? Wat heb je eerst gedaan, wat daarna? Ik zie hier Wat vond je ervan om dit te doen? Robert vindt deze tekening het mooiste. Welke vind jij het mooiste, Dirk? EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 17

18 Fase 2 Interactief voorlezen In deze fase komen de kinderen door het prentenboek tot meer verdieping. Interactief voorlezen is een belangrijk onderdeel van deze fase. De leerkracht start deze fase met het introduceren van het prentenboek en de bijbehorende kernwoorden aan de taalzwakke kinderen (pre-teaching). Bij het voorlezen in de grote kring zullen deze kinderen van de voorkennis profiteren. Startactiviteiten Pre-teaching: introductie prentenboek in de kleine kring Introductie prentenboek in grote groep Verwerkingsactiviteiten 1. Lettermuur 2. Tweede keer voorlezen: wie-waar-wat-picto s 3. De verteltafel 4. Derde keer voorlezen: volgen van de verhaallijn 5. Introductie zintuig: voelen 6. Ontdekactiviteiten voelen 7. Kernwoorden schrijven of stempelen 8. Gesprek: voelen met Ekkie Eekhoorn 9. Digitaal prentenboek 10. Portfoliogesprek Startactiviteiten Prentenboek voorlezen Waar zijn mijn oren? Annemieke Pecht & Loes Hermans (2007) Inhoud: Op een mooie dag maakt Sappie Peer een wandeling. Hij besluit een dutje te doen onder een boom. Om niet gestoord te worden doet hij zijn oren uit en legt deze naast zich neer. Als Sappie Peer even later wakker wordt, ziet hij tot zijn grote verbazing dat zijn oren zijn verdwenen! Hij besluit op zoek te gaan naar zijn oren. Onderweg komt hij allerlei dieren tegen die hem willen helpen. Zo zijn er Rinus Roofvogel, die heel goed kan zien, en hond Snuffel, die heel goed kan ruiken. Dan zien ze Opa Muis met de oren van Sappie Peer. Opa Muis had de oren meegenomen omdat hij zelf niet goed kon horen. Startactiviteiten in de kleine kring Pre-teaching: de leerkracht kiest een introductie uit de twee volgende suggesties: 1. Prentenboek verkennen 2. Prentenboek vertellen in de eigen taal EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 18

19 Introductie 1: Prentenboek verkennen De leerkracht verkent het prentenboek Waar zijn mijn oren? in de kleine kring met de minst taalvaardige kinderen. Ze bekijken samen de voor- en achterkant en de illustraties van het prentenboek en ze bespreken de kernwoorden. De leerkracht zorgt dat er ruimte is voor reactie en interactie. Ze leest het prentenboek nog niet voor, maar bespreekt met de kinderen wat er op de platen is te zien. Op de verteltafel liggen allerlei voorwerpen en afbeeldingen van kernwoorden die in het boek aan de orde komen, zoals een medaille, een wandelstok en een peer of een hond in de vorm van een knuffel. De leerkracht gebruikt de voorwerpen op de verteltafel om kernwoorden te visualiseren. Sommige kernwoorden kan de leerkracht voordoen, zoals geeuwen en verdrietig. Introductie 2: Prentenboek vertellen in de eigen taal Een leerkracht of assistent, óf een leerling uit groep 6, 7 of 8 vertelt het verhaal Waar zijn mijn oren? in de eigen taal aan een groepje van één tot drie kleuters. Hij/zij gaat daarbij in op moeilijke woorden en begrippen en controleert of de kleuters het verhaal in de eigen taal begrijpen. De leerkracht van groep 1 en 2 of de eigen leerkracht geeft de voorlezer tips mee, bijvoorbeeld: Prentenboek vertellen in moedertaal 1. Zorg dat je het verhaal goed kent, schrijf het eventueel in je eigen woorden, in je moedertaal op. 2. Ga zo zitten dat de kleuter goed mee kan kijken. 3. Vertel het verhaal spannend en praat met de kleuters over de plaatjes. 4. Vraag aan het eind: Welke bladzijde vond jij het leukst? Zoek deze bladzijde samen op en praat erover. Als aanvulling op de introductie kan de leerkracht het prentenboek meegeven aan de ouders, zodat zij het kunnen voorlezen of in hun eigen taal kunnen vertellen. Startactiviteit in de grote groep Introductie prentenboek in de grote groep De leerkracht introduceert het prentenboek Waar zijn mijn oren? in de grote groep. Zij bespreekt de voorkant en de achterkant van het boek met de kinderen. Ze wijst de titel aan en leest deze voor. De leerkracht vraagt de kinderen of ze nu weten waar het verhaal over gaat. Ook noemt ze de auteur(s) en illustrator van het boek en legt uit dat deze mensen het boek hebben gemaakt. Bij het bespreken van het boek laat de leerkracht de kinderen aan de hand van illustraties voorspellen wat er in het verhaal gaat gebeuren aan de hand van de volgende vragen: Waar denken jullie dat het verhaal over gaat? Waarom denk je dat? De leerkracht kan opschrijven wat de kinderen hebben voorspeld. Hierna leest de leerkracht het boek letterlijk voor. Tijdens het voorlezen verduidelijkt ze de kernwoorden die ze heeft gekozen door voorwerpen te laten zien of door middel van uitbeelden of uitleggen met behulp van concrete voorwerpen, illustraties of foto s, of voordoen. Ze geeft de kinderen steeds de ruimte om te reageren op het verhaal of op de prenten. Ook stimuleert zij de kinderen om op elkaar te reageren. Na het voorlezen van het prentenboek kan de leerkracht samen met de kinderen kijken of de voorspellingen kloppen. EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 19

20 Verwerkingsactiviteiten 1. Lettermuur De leerkracht heeft de kernwoorden ieder apart op een strook papier geschreven. Bij de woordstroken plakken de kinderen plaatjes en tekeningen. Samen met de leerkracht gaan de kinderen op zoek naar de beginletters van de kernwoorden, zodat de woorden bij de juiste letter op de lettermuur kunnen worden gehangen. Zo kunnen de leerlingen de woorden steeds zien. 2. Tweede keer voorlezen: wie-waar-wat-picto's De volgende dag leest de leerkracht het boek een tweede keer voor in de kleine kring. Ze stelt eerst een aantal vragen om het verhaal terug te halen. De leerkracht schrijft de antwoorden van de kinderen kort op een flap, met behulp van pictogrammen. Over wie gaat het verhaal? Waar speelt het verhaal zich af?? Wat gebeurt er in het verhaal? Wat is het probleem? Als de kinderen iets niet meer zeker weten zegt de leerkracht dat zij het verhaal nog een keer gaat voorlezen en de antwoorden daarna achter de picto's zal opschrijven. Nadat het boek een tweede keer is voorgelezen, bespreekt de leerkracht het probleem in het boek en praat er samen met de kinderen over hoe dit werd opgelost. 3. De verteltafel Op de verteltafel zijn allerlei voorwerpen en figuren uit het prentenboek Waar zijn mijn oren? uitgestald. De kinderen bedenken samen met de leerkracht hoe de verteltafel kan worden uitgebreid. Er kunnen bijvoorbeeld knuffels of handpoppen van de hoofdpersonen worden gebruikt (een hond, een muis) of de hoofdpersonen kunnen worden nagemaakt van klei of wc-rolletjes. Er kan een park worden gemaakt met de boom en de vijver. De kinderen vertellen wat deze materialen te maken hebben met het verhaal. De leerkracht stimuleert de kinderen om gebruik te maken van de kernwoorden of vult de kinderen hierbij zonodig aan. De kinderen kunnen zelf ook materialen van thuis meenemen voor de verteltafel. s Ochtends bij het binnenkomen, leggen de kinderen hun meegebrachte materialen samen met hun ouders op de verteltafel. Ze kunnen dan aan hun ouders vertellen wat er allemaal te zien is op de verteltafel. De leerkracht leest het verhaal voor, terwijl de kinderen het verhaal na kunnen spelen met de materialen van de verteltafel. Ook kunnen ze eigen varianten op het verhaal bedenken. De leerkracht schrijft in haar woordenmap welke woorden de kinderen actief gebruiken. 4. Derde keer voorlezen: volgen van de verhaallijn De volgende dagen leest de leerkracht het verhaal nog enkele keren voor. Zij besteedt hierbij extra aandacht aan de verhaallijn. Voordat ze het verhaal voorleest, stelt ze een luistervraag die de kinderen stimuleert om na te denken over bepaalde gebeurtenissen in het verhaal, bijvoorbeeld: Waarom schrok Sappie zo toen hij wakker werd? Wie hielp Sappie met het zoeken naar zijn oren? Waarom kon Opa Muis niet meer zo goed horen? De leerkracht heeft de prenten uit het prentenboek gekopieerd. Na het voorlezen hangen de kinderen de platen met hulp van de leerkracht in de goede volgorde op de boekenmuur. EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 20

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Horen doe je met je Activiteitencyclus voor peuters Dorien Stolwijk en José Hillen Expertisecentrum Nederlands Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie 3 Voorbeeld van een Planningsrooster 4 Voorbereiding

Nadere informatie

CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN

CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN Binnen de Taallijn staat de deskundigheidsbevordering van (toekomstige) leidsters centraal. De nadruk in de scholing ligt dan ook

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Er was eens Activiteitencyclus toveren Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie José Hillen en Annie van der Beek Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie 3 Voorbeeld van een planningsrooster

Nadere informatie

Post voor Piet! Activiteitencyclus

Post voor Piet! Activiteitencyclus De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Post voor Piet! Activiteitencyclus José Hillen, Annie van der Beek en Willy van Elsäcker Met medewerking van Mira Hilhorst en Monique Rovers Inhoudsopgave

Nadere informatie

De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2

De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Hier wonen wij! Activiteitencyclus José Hillen, Annie van der Beek, Willy van Elsäcker en Sylvia Peters Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Hier wonen wij! Activiteitencyclus Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie José Hillen en Annie van der Beek Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie 3 Voorbeeld van een planningsrooster

Nadere informatie

Horen doe je met je. Activiteitencyclus peuters Thema zintuigen

Horen doe je met je. Activiteitencyclus peuters Thema zintuigen Vversterk Horen doe je met je Activiteitencyclus peuters Thema zintuigen Deze activiteitencyclus is ontwikkeld door Dorien Stolwijk, Expertisecentrum Nederlands Met medewerking van Annie van der Beek,

Nadere informatie

Er was eens Activiteitencyclus. De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2

Er was eens Activiteitencyclus. De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Er was eens Activiteitencyclus Dorien Stolwijk Annie van der Beek José Hillen Willy van Elsäcker Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie 3

Nadere informatie

De Voorleesvogel voor ouders en peuters. Workshop voor leid(st)ers

De Voorleesvogel voor ouders en peuters. Workshop voor leid(st)ers De Voorleesvogel voor ouders en peuters Workshop voor leid(st)ers 1 Gemeentebibliotheek Utrecht Bureau Educatieve Ondersteuning 030-2861943 gbu.beo2@utrecht.nl 2 Inhoud Inleiding... 4 Opzet van de workshop...

Nadere informatie

De Taallijn Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Beweeg je mee? Activiteitencyclus voor groep 1 en 2 Dorien Stolwijk Expertisecentrum Nederlands

De Taallijn Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Beweeg je mee? Activiteitencyclus voor groep 1 en 2 Dorien Stolwijk Expertisecentrum Nederlands De Taallijn Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Beweeg je mee? Activiteitencyclus voor groep 1 en 2 Dorien Stolwijk Expertisecentrum Nederlands Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie 3 Voorbeeld

Nadere informatie

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Zwijsen Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Inhoud Inleiding 3 Materialen 3 Voor het eerst naar school 4 Doelstelling 4 Opbouw prentenboek en plakboek 4 Werkwijze 5 Ouders 5 2 Inleiding Voor

Nadere informatie

Horen doe je met je. Activiteitencyclus kleuters Thema zintuigen

Horen doe je met je. Activiteitencyclus kleuters Thema zintuigen Vversterk Horen doe je met je Activiteitencyclus kleuters Thema zintuigen Deze activiteitencyclus is ontwikkeld door Annie van der Beek, Expertisecentrum Nederlands Met medewerking van Dorien Stolwijk,

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Hier wonen wij! Bijlagen activiteitencyclus Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie José Hillen en Annie van der Beek Op de volgende pagina: Bijlage 1 Voorbeeld

Nadere informatie

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Linda Willemsen www.klasvanjuflinda.nl www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Spelenderwijs rijmen Tekst & vormgeving: Linda Willemsen 2014 www.klasvanjuflinda.nl Linda Willemsen

Nadere informatie

Uit de kunst! Activiteitencyclus

Uit de kunst! Activiteitencyclus De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Uit de kunst! Activiteitencyclus José Hillen, Annie van der Beek en Willy van Elsäcker Met medewerking van Mira Hilhorst en Monique Rovers Inhoudsopgave

Nadere informatie

Aanvulling Woordenschat NT2

Aanvulling Woordenschat NT2 Aanvulling Woordenschat NT2 Woordenschat Kinderen die net beginnen met Nederlands leren, moeten meteen aan de slag met het leren van woorden. Een Nederlandstalig kind begrijpt in groep 1 minimaal 2000

Nadere informatie

TAAL EN LEESMETHODEN Aanbod voor Jonge Kinderen Doe meer met Bas

TAAL EN LEESMETHODEN Aanbod voor Jonge Kinderen Doe meer met Bas TAAL EN LEESMETHODEN Aanbod voor Jonge Kinderen Doe meer met Bas Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl.

Nadere informatie

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Modelen WWW.CPS.NL Contactgegevens Willem Rosier w.rosier@cps.nl 06 55 898 653 Hoe ziet het modelen er in de 21 ste eeuw uit? Is flipping the classroom dan

Nadere informatie

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen De Voorleesvogel Tips bij interactief voorlezen 1 Dienst Openbare Bibliotheek Den Haag Onderwijsbureau 070-3534552 hwi@dobdenhaag.nl 2 Interactief voorlezen Het is de kunst van interactief voorlezen om

Nadere informatie

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com Samenvatting: Bij dit boek zijn een aantal downloads beschikbaar. Liesbet Slegers heeft deze speciaal getekend als aanvullend educatief materiaal. Het doel van de download ballon is verhaalbegrip en woordenschat

Nadere informatie

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com Samenvatting: Bij dit boek zijn een aantal downloads beschikbaar. Liesbet Slegers heeft deze speciaal getekend als aanvullend educatief materiaal. Het doel van de download ballon is verhaalbegrip en woordenschat

Nadere informatie

DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters

DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters 1 Inleiding In dit thema besteden we aandacht aan een onderdeel van het taalonderwijs, namelijk het stimuleren van het taalbewustzijn. We leggen uit wat

Nadere informatie

Begrijpend Luisteren

Begrijpend Luisteren WORKSHOP PRENTENBOEKEN Begrijpend Luisteren in de onderbouw van de basisschool Doel Een theoretische verdieping en praktische voorbereiding om een prentenboek interactief voor te kunnen lezen. Begrijpend

Nadere informatie

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4 Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Leerlingen raken vertrouwd met het presenteren voor een groep Leerlingen raken vertrouwd

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Kriebelbeestjes! Activiteitencyclus voorjaar Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie José Hillen en Annie van der Beek Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie 3 Voorbeeld van een planningsrooster

Nadere informatie

Thema Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat voel ik? (Zintuigen) Week 1 : Het gezicht

Thema Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat voel ik? (Zintuigen) Week 1 : Het gezicht Thema Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat voel ik? (Zintuigen) Week 1 : Het gezicht - Grote kring : Puk heeft spiegeltjes meegenomen, want hij vind dat hij er zo mooi uit ziet in de spiegel. Elk kind krijgt een

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Beweeg je mee? Activiteitencyclus Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie Annie van der Beek Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie 3 Voorbeeld van een planningsrooster 5 Voorbereiding

Nadere informatie

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als 4 Denken In dit hoofdstuk vertellen we hoe jij om kan gaan met je gedachten. Veel gedachten maak je zelf. Ze bepalen hoe jij je voelt. We geven tips hoe jij jouw gedachten en gevoelens zelf kunt sturen.

Nadere informatie

Zintuigen. zien ruiken. horen. voelen. proeven

Zintuigen. zien ruiken. horen. voelen. proeven Zintuigen horen proeven zien ruiken voelen inhoud 1. Zintuigen 3 2. Je ogen 4 3. Je oren 6 4. Je neus 8 5. Je tong 11 6. Je huid 12 7. Filmpje 14 Pluskaarten 15 Bronnen en foto s 17 Colofon en voorwaarden

Nadere informatie

F3.3 Ouderbetrokkenheid Draaiboek bijeenkomst werken met een portfolio

F3.3 Ouderbetrokkenheid Draaiboek bijeenkomst werken met een portfolio F3.3 Ouderbetrokkenheid Draaiboek bijeenkomst werken met een portfolio F3.3 DRAAIBOEK OUDERBETROKKENHEID Bijeenkomst werken met een portfolio Door Kees Broekhof (Sardes) Draaiboek bijeeenkomst werken met

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015. Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015. Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015 Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-stap 1 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20

Nadere informatie

Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam!

Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam! Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam! Waarom zo vroeg beginnen? Baby s kunnen veel meer dan je denkt. Luisteren Vanaf de eerste dag luistert je baby naar jouw stem. Al begrijpt

Nadere informatie

Logeer boeken. Groep 1-2

Logeer boeken. Groep 1-2 Logeer boeken Groep 1-2 INHOUD 1 Inleiding... 1 1.1 Doelstelling... 1 2 Logeerboeken... 2 2.1 Organisatie... 2 2.2 Voorbereiding... 4 2.3 Algemene Lessuggesties... 5 3 Bijlagen... 8 3.1 Informatiebrief

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

Begeleide interne stage

Begeleide interne stage Ik, leren en werken Begeleide interne stage Deel 2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Marian van der Meijs Inhoudelijke redactie: Titel: Ik, leren

Nadere informatie

Kinderdagverblijf programma Dit ben ik

Kinderdagverblijf programma Dit ben ik Kinderdagverblijf programma Dit ben ik Week 5 Datum 27 t/m 31 januari 09.15 uur - Kring: Kern 0 1½ het gezicht van Puk. Spiegeltje in Puk zijn rugzak. Wat is dat nou? 09.20 uur - Voorleesboek: Kikker is

Nadere informatie

Veilig leren lezen Aftelkalender Sinterklaas: hoeveel nachtjes slapen nog? - Versie 2013

Veilig leren lezen Aftelkalender Sinterklaas: hoeveel nachtjes slapen nog? - Versie 2013 veilig leren lezen Aftelkalender Sinterklaas Hoeveel? Versie 2013 Auteur: Josée Warnaar Kinderen verheugen zich enorm op het sinterklaasfeest. De tijd tot Sinterklaas is vol van spanning en leuke gebeurtenissen.

Nadere informatie

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Inleiding De checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die moeten leren schrijven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Brrr wat is het koud! Ik wil een diamant Activiteitencyclus Ontwikkeld door Annie van der Beek, de Taallijn in samenwerking met de werkgroep peuterleidsters Stichting Kinderopvang Nijmegen (KION) en studenten

Nadere informatie

Spelen met letters. Groep 3

Spelen met letters. Groep 3 Spelen met letters Groep 3 Inhoud Suggesties bij de boeken... 3 Het letterwinkeltje... 4 Introductie van de vertelling... 4 Verwerkingssuggesties... 5 Wat staat daar?... 6 Introductie van de vertelling...

Nadere informatie

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen Mondelinge taal 1 Spraak-taalontwikkeling Baby blauw maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) herhaalt geluidjes Dreumes brabbelt bij (eigen) spel oranje begint steeds meer

Nadere informatie

Wegwijzertje. Website: www.wegwijzer.pcboapeldoorn.nl Mail: wegwijzer@pcboapeldoorn.nl 15 januari 2016 Nieuwsbrief nummer 9.

Wegwijzertje. Website: www.wegwijzer.pcboapeldoorn.nl Mail: wegwijzer@pcboapeldoorn.nl 15 januari 2016 Nieuwsbrief nummer 9. Website: www.wegwijzer.pcboapeldoorn.nl Mail: wegwijzer@pcboapeldoorn.nl 15 januari 2016 Nieuwsbrief nummer 9 Geachte ouders, Wegwijzertje De eerste nieuwsbrief van het nieuwe jaar. Het was goed elkaar

Nadere informatie

Praten leer je niet vanzelf

Praten leer je niet vanzelf jeugdgezondheidszorg Praten leer je niet vanzelf... hier ben ik www.icare.nl Over de spraak-taalontwikkeling van kinderen van 0-4 jaar Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling 0 1;6 2 2;6 3 3,6 4 4;6 1. Praat in één-woordzinnen ( bal? betekent bijvoorbeeld: ik wil de bal hebben). 2. Kent de betekenis van ongeveer 70 3. Kan woorden

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Brrr wat is het koud! Kikker in de kou Activiteitencyclus Ontwikkeld door Annie van der Beek, de Taallijn in samenwerking met de werkgroep peuterleidsters Stichting Kinderopvang Nijmegen (KION) en studenten

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Kriebelbeestjes! Bijlagen activiteitencyclus najaar Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie Annie van der Beek Op de volgende pagina: Bijlage 1 Voorbeeld

Nadere informatie

Bijlage Stoere Schildpadden

Bijlage Stoere Schildpadden Bijlage Stoere Schildpadden Deze bijlage hoort bij de beschrijving van de interventie Stoere Schildpadden, zoals die is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies. Meer informatie: www.nji.nl/jeugdinterventies

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Beweeg je mee? Activiteitencyclus Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie Annie van der Beek Op de volgende pagina: Bijlage 1 Voorbeeld van een informatiebrief

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

Woorden in prenten. 5 Voorwoord 6 Inleiding

Woorden in prenten. 5 Voorwoord 6 Inleiding Inhoud Woorden in prenten 5 Voorwoord 6 Inleiding Prentenboeken 2 38 Wil je mijn vriendje zijn? 66 Plons! 94 Nandi s verrassing 22 Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft Bijlagen

Nadere informatie

Begrijpend luisteren. Annemarieke Kool. CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL

Begrijpend luisteren. Annemarieke Kool. CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL Begrijpend luisteren Annemarieke Kool CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL Programma 1. Welkom 2. Doelen van workshop 3. Strategieën en voorbeelden 4. Differentiëren mbv taxonomie 5. Oefening

Nadere informatie

Leerpad Natuurbeleving kleuters Lesduur: ca 60 minuten Bestemd voor groep 1/2/3 Sluit aan bij kerndoel: 39, 40a

Leerpad Natuurbeleving kleuters Lesduur: ca 60 minuten Bestemd voor groep 1/2/3 Sluit aan bij kerndoel: 39, 40a Leerpad Natuurbeleving kleuters Lesduur: ca 60 minuten Bestemd voor groep 1/2/3 Sluit aan bij kerndoel: 39, 40a Inleiding Korte omschrijving van de les: In groepjes van 4 kinderen lopen ze begeleid de

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Er was eens Bijlagen activiteitencyclus toveren Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie José Hillen en Annie van der Beek Op de volgende pagina: Bijlage

Nadere informatie

www.vclb-koepel.be www.vclb-koepel.b Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe

www.vclb-koepel.be www.vclb-koepel.b Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: [...] De kleuter staat open voor hulp van juf bij De kleuter imiteert andere kleuters bij De kleuter vertelt aan andere kleuters hoe hij De

Nadere informatie

Nieuws uit groep 1/ 2 d.

Nieuws uit groep 1/ 2 d. Nieuws uit groep 1/ 2 d. Dit schooljaar begonnen we met 15 oudste kleuters en 9 jongste kleuters. In september kwamen Jake en Indy erbij. Ons eerste thema van schatkist was Erop uit: het verhaal van Kleine

Nadere informatie

Lesbrief bij de voorstelling Aardblij

Lesbrief bij de voorstelling Aardblij Lesbrief bij de voorstelling Aardblij Voor de groepen 1 en 2 van het basisonderwijs (4-6 jaar) Deze lesbrief is te gebruiken bij de voorstelling Aardblij. Aardblij is een voorstelling met zang, acrobatiek

Nadere informatie

De Voorleesvogel voor ouders en kleuters. Draaiboek voor de leerkracht

De Voorleesvogel voor ouders en kleuters. Draaiboek voor de leerkracht De Voorleesvogel voor ouders en kleuters Draaiboek voor de leerkracht 1 Openbare Bibliotheek Amsterdam Team Educatie 020-5230786 / 780 g.vanderbijl@oba.nl 2 Inhoud In het kort... 4 Een planning... 6 1.

Nadere informatie

2.1 FaVoriete leestips

2.1 FaVoriete leestips Verhalend 2.1 FaVoriete leestips Van klasgenoten heb ik de volgende tips gekregen van boeken/tijdschriften die mij leuk lijken: 1.... 2.... 3.... Van de leraar heb ik de volgende tips gekregen van boeken/tijdschriften

Nadere informatie

ISBN 978-90-78688-12-9 Eerste druk, eerste oplage

ISBN 978-90-78688-12-9 Eerste druk, eerste oplage 2008 Leskist.nl, Noordhorn Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige

Nadere informatie

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Activiteiten BSO De Berenboot groep 1 t/m 3 Zomervakantie week 1: 6 t/m 10 juli. Thema: Dit is mijn lijf

Activiteiten BSO De Berenboot groep 1 t/m 3 Zomervakantie week 1: 6 t/m 10 juli. Thema: Dit is mijn lijf Zomervakantie week 1: 6 t/m 10 juli Thema: Dit is mijn lijf Maandag 6 juli: Wie ben ik? We beginnen de vakantie relaxed met yoga en massage. Ook maken we omtrekken van onszelf op het schoolplein. Uiteraard

Nadere informatie

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken.

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken. Weekschema maken Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken. Leer en oefen: Neem samen me de docent/assistent het fotoboek de

Nadere informatie

Zintuigen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/58369

Zintuigen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/58369 Auteur Iris Kikkert Laatst gewijzigd 11 March 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/58369 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Kriebelbeestjes! Activiteitencyclus najaar Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie Annie van der Beek Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie 3 Voorbeeld van een planningsrooster 5 Activiteitencyclus

Nadere informatie

onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging)

onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging) onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging) -lln. kn. zich soepel bewegen op de muziek; -lln. kn. sprookjesfiguren uitbeelden met de nadruk op één zintuig; -plezierbeleving; -lln. durven expressief

Nadere informatie

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Leeftijd: 12-16 jaar Tijdsduur: 1 uur Doelen - De jongeren denken na over de betekenis van de muur tussen Israël en de Palestijnse gebieden in het dagelijks

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? In groep 5-6 nemen kinderen steeds vaker werk mee naar huis. Vaak vinden kinderen het leuk om thuis aan schooldingen

Nadere informatie

Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep

Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep Toelichting In de kolom aanbieding vult u de datum in waarop u de activiteit aan de gehele groep heeft aangeboden. U hoeft dit dan niet bij iedere

Nadere informatie

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Kern 3: doos-poes-koek-ijs Kern 3: doos-poes-koek-ijs In deze kern leert uw kind: Letters: d - oe - k - ij z Woorden: doos, poes, koek, ijs, zeep Herhaling van de letters van kern 1 en 2 Deze nieuwe woorden en letters worden aangeboden

Nadere informatie

Introductie: Brom en Bram

Introductie: Brom en Bram ! Activiteit 43 Brom, Bram en Brim Ontwikkelingsaspecten De kleuters doen ervaringen op met het onderscheiden van klanken (auditieve discriminatie). Materiaal kopies van de tekeningen van Brom en Bram

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

VoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips

VoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips VoorleesExpress Samen met ouders aan de slag Praktische tips Samen met ouders aan de slag Ouders betrekken bij het voorlezen Je gaat straks via de VoorleesExpress twintig weken voorlezen bij een of meerdere

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie

Beoordeling power-point groep 5

Beoordeling power-point groep 5 Beoordeling power-point groep 5 Leerkracht: Leerling: Onderdeel 2 4 6 8 10 Opmerkingen Titeldia: Duidelijke titel met onderwerp/naam/groep Inhoudsopgave: Puntsgewijs wat ga je behandelen. Plaatjes: Functioneel

Nadere informatie

De meeste jonge kinderen zijn dol op dieren en willen heel graag een eigen huisdier

De meeste jonge kinderen zijn dol op dieren en willen heel graag een eigen huisdier Marlies Huijzer verzorging wat wil jouw dier? De meeste jonge kinderen zijn dol op dieren en willen heel graag een eigen huisdier om te vertroetelen. Ze denken niet zo na over wat een dier zelf leuk vindt

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Lespakket. Ssst de tijger slaapt. Door: Maike Douglas jufmaike.nl. De lessen met een * ervoor zijn alleen geschikt voor kleuters. ã jufmaike.

Lespakket. Ssst de tijger slaapt. Door: Maike Douglas jufmaike.nl. De lessen met een * ervoor zijn alleen geschikt voor kleuters. ã jufmaike. pakket Ssst de tijger slaapt De lessen met een * ervoor zijn alleen geschikt voor kleuters. Door: Maike Douglas jufmaike.nl 1. Dieren uit het boek Sorteren van de dieren die in het boek voorkomen Woordenschat

Nadere informatie

Leeskastje Mama kwijt

Leeskastje Mama kwijt Leeskastje Mama kwijt Inhoud leeskastje Mama kwijt 1: Boekoriëntatie La 2: Verhaalbegrip La 3: Functies van geschreven taal Grote Uil Kleine Uil Groot nest Eventueel andere dieren uit het verhaal Afbeeldingen

Nadere informatie

De olifant die woord hield

De olifant die woord hield De olifant die woord hield Een voorstelling van verhalenverteller Peter Faber www.peterfaber.eu Inleiding Aan het eind van haar leven las Annie MG Schmidt al haar sprookjes nog eens door. Genadeloos streepte

Nadere informatie

De leerlingen leren omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen, met name gevoelens die horen bij hun leeftijd.

De leerlingen leren omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen, met name gevoelens die horen bij hun leeftijd. Les 24 Ik hou van.. Doel blok 4: De leerlingen leren omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen, met name gevoelens die horen bij hun leeftijd. Leskern: De leerlingen onderzoeken het begrip houden van

Nadere informatie

Spreekbeurt, en werkstuk

Spreekbeurt, en werkstuk Spreekbeurt, krantenkring en werkstuk Dit boekje is van: Datum spreekbeurt Datum krantenkring Inleverdatum werkstukken Werkstuk 1: 11 november 2015 Werkstuk 2: 6 april 2016 Bewaar dit goed! Hoe bereid

Nadere informatie

Algemene informatie groep 1-2. Ontwikkeling van kleuters:

Algemene informatie groep 1-2. Ontwikkeling van kleuters: Algemene informatie groep 1-2 Ontwikkeling van kleuters: Van kleuters is bekend dat de ontwikkeling veel sprongsgewijs verloopt. Niet alle kinderen ontwikkelen dezelfde gebieden op hetzelfde moment. We

Nadere informatie

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen. Dino en het ei Bibliografie: Demyttenaere, B. (2004). Dino en het ei. Antwerpen: Standaard. Thema: niet alles is steeds wat het lijkt, illusies Korte inhoud: Elke nacht staat er een groot wit ei tussen

Nadere informatie

Lessuggest. ties Tim. op de tegels voor groep

Lessuggest. ties Tim. op de tegels voor groep Lessuggest ties Tim op de tegels voor groep 1 2 Tips voor de vijf stappen van interactief voorlezen. 1. Voorbereiding Door het boek te lezen en de illustraties op u in te laten werken komt u in de sfeer

Nadere informatie

Spellen bij kern 3 Spel 1: Schrijven op je rug Spel 2: Winkeltje spelen Spel 3: Lezen voor het slapen gaan Spel 4: Blijven voorlezen

Spellen bij kern 3 Spel 1: Schrijven op je rug Spel 2: Winkeltje spelen Spel 3: Lezen voor het slapen gaan Spel 4: Blijven voorlezen Spellen bij kern 3 Spel 1: Schrijven op je rug Kinderen hebben in kern 1, 2 en 3 al veel woorden geleerd. Het is een leuk spel om de letters van die woorden op de rug van uw kind te schrijven en het kind

Nadere informatie

lesmateriaal Taalkrant

lesmateriaal Taalkrant lesmateriaal Taalkrant Toelichting Navolgend vindt u een plan van aanpak en 12 werkbladen voor het maken van de Taalkrant in de klas, behorende bij het project Taalplezier van Stichting Wereldleren. De

Nadere informatie

Peuterspeelzaal Viooltjes Stockholm 1 3124 SG Schiedam 06-44726350. violierkids@komkids

Peuterspeelzaal Viooltjes Stockholm 1 3124 SG Schiedam 06-44726350. violierkids@komkids Themabrief Wij gaan voorlezen Maart en april 2014 Peuterspeelzaal Viooltjes Stockholm 1 3124 SG Schiedam 06-44726350 violierkids@komkids Wat willen wij? In het begin van de zomer gaan wij in de peuterspeelzaal

Nadere informatie

Voorlezen en vertellen - ROC 4. Voorlezen en vertellen ROC 4

Voorlezen en vertellen - ROC 4. Voorlezen en vertellen ROC 4 Voorlezen en vertellen ROC 4 135 136 Voorlezen en vertellen - ROC 4 1. Interactief voorlezen Waar gaat het over? Tijdens je stage heb je vast wel eens een juf zien voorlezen aan de klas. Tijdens het voorlezen

Nadere informatie

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens. Tuin van Heden 1 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

De Huiswerkgids beschrijft de doorgaande lijn van het huiswerk dat we geven en de aanbevolen aanpak.

De Huiswerkgids beschrijft de doorgaande lijn van het huiswerk dat we geven en de aanbevolen aanpak. De Huiswerkgids beschrijft de doorgaande lijn van het huiswerk dat we geven en de aanbevolen aanpak. 2 juli 2014 KBS De Hoeksteen 11QH Olmendreef 100 3137 CR Vlaardingen Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Hoe maak

Nadere informatie

Praten over boeken in de klas Het vragenspel van Aidan Chambers

Praten over boeken in de klas Het vragenspel van Aidan Chambers Praten over boeken in de klas Het vragenspel van idan hambers We weten pas wat we denken als we het onszelf horen zeggen. (idan hambers). Elk individu, kind en volwassene, beleeft een tekst op geheel eigen

Nadere informatie

s Speelbrief ZO LEES IK PIPPO PIPPO-thema prentenboeken JULI 2017 Speelbrief - Juli p1

s Speelbrief ZO LEES IK PIPPO PIPPO-thema prentenboeken JULI 2017 Speelbrief - Juli p1 THEMA: OP VAKANTIE MET DE ALLERKLEINSTEN! s Speelbrief JULI 2017 Aapje Pippo gaat met de trein op reis. Bruintje Beer en peuter Max spelen aan de waterkant en nijntje logeert bij haar opa en oma. Allemaal

Nadere informatie

De inrichting van de speelleeromgeving bij In elke hoek een boek.

De inrichting van de speelleeromgeving bij In elke hoek een boek. De inrichting van de speelleeromgeving bij In elke hoek een boek. Een rijke speelleeromgeving biedt kinderen volop kansen om zich spelenderwijs te ontwikkelen. Het werken met thema s is een aanleiding

Nadere informatie