PROJECTBESLUIT UITDAM - UITDAMMER DORPSSTRAAT 45

Transcriptie

1 PROJECTBESLUIT UITDAM - UITDAMMER DORPSSTRAAT 45

2

3 Projectbesluit Uitdam - Uitdammer Dorpsstraat 45 Code /

4

5 GEMEENTE WATERLAND / PROJECTBESLUIT UITDAM - UITDAMMER DORPSSTRAAT 45 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE blz 1. INLEIDING Aanleiding Planologische regeling Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING Huidige situatie De ontwikkeling 3. BELEID Provinciaal beleid Regionaal beleid Gemeentelijk beleid Waterbeleid 4. OMGEVINGSASPECTEN Ecologie Archeologie Water Milieuzonering Bodem Geluid Luchtkwaliteit Externe veiligheid 5. JURIDISCHE VORMGEVING 6. UITVOERBAARHEID Maatschappelijke uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Grondexploitatie 7. VOOROVERLEG Bijlage 1 Reactie Hoogheemraadschap

6

7 blz 1 1. INLEIDING Aanleiding Op 30 september 2010 is bij de gemeente een aanvraag voor een bouwvergunning ingediend voor de bouw van een woning aan de Uitdammer Dorpsstraat 45 in Uitdam. De huidige woning op dit perceel is in 2009 kadastraal afgesplitst van de woning op het perceel Uitdammer Dorpsstraat 45a. Vanwege de matige bouwfysische kwaliteit, wordt de huidige woning op het perceel gesloopt. De ligging van het projectgebied is in figuur 1 weergegeven. Figuur 1. De ligging van het projectgebied Planologische regeling Het huidige bestemmingsplan is het bestemmingsplan Uitdam (vastgesteld op 14 april 1973). In dit plan heeft het perceel de bestemming Eengezinshuizen, Tuinen en Erven. Omdat de nieuwe woning groter wordt, ligt hij deels binnen de bestemmingen Tuinen en Erven. Binnen deze bestemmingen zijn geen woningen toegestaan. Op basis van het huidige bestemmingsplan is de bouw van de nieuwe woning dus niet toegestaan. De gemeente wil echter medewerking verlenen aan het initiatief. Voor de bouw van een nieuw woonhuis is voor 1 oktober 2010 een aanvraag voor een bouwvergunning ingediend. Dit betekent dat een projectbesluit kan worden verleend op basis van de Wet ruimtelijke ordening zoals die gold voor 1 oktober Dit document is de goede ruimtelijke onderbouwing behorend bij het projectbesluit. Status: Ontwerp / Buro Vijn B.V.

8 blz Leeswijzer In hoofdstuk 2 is een beschrijving gegeven van het plan. Hierbij wordt ingegaan op de ruimtelijke en functionele aspecten van het plan. Vervolgens is in hoofdstuk 3 een beschrijving gemaakt van het provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid dat een relatie heeft met het projectgebied en/of de ontwikkeling. In hoofdstuk 4 wordt op de diverse omgevingsaspecten ingegaan. Een juridische beschrijving van het plan is gegeven in hoofdstuk 5. In dit hoofdstuk wordt onder andere ingegaan op de diverse bestemmingen. Hoofdstuk 6 gaat in op de uitvoerbaarheid van het plan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. Ook wordt er in dit hoofdstuk aandacht besteed aan grondexploitatie. Ten slotte wordt in hoofdstuk 7 een beschrijving gemaakt van het gevoerde overleg. Buro Vijn B.V. Status: Ontwerp /

9 blz 3 2. PLANBESCHRIJVING Huidige situatie Uitdam is een lintdorp in het zuidoosten van de gemeente Waterland. Het lintdorp is tegen de IJsselmeerdijk aangebouwd, met aan de achterzijde de natuurlijke begrenzing van de Uitdammer Die. De woningen in het lint zijn georiënteerd op de smalle hoge Waterlandse Zeedijk. De oorspronkelijke weg heeft, voor de huizen langs, aan de voet van de dijk gelegen. De woningen hadden hun entree aan de dijkzijde en de tuin liep tot aan het water van de Uitdammer Die. Deze route is nu verdwenen, maar is nog wel goed te herkennen in de ruimtelijke structuur van het dorp. In 1916 is de Uitdammer Dorpsstraat aangelegd, dwars door de toenmalige achtertuinen van de woningen. Vanaf de Uitdammer Dorpsstraat wordt het dorp heel anders ervaren dan vanaf de dijk. Het levert een zeer afwisselend, vaak groen, dorpsbeeld op. Met aan de oostzijde de woningen aan de dijk en aan de westzijde de overtuinen aan de Uitdammer Die. Karakteristiek voor de situering van de bebouwing aan de oostzijde is dat de woningen, op een uitzondering na, in de rooilijn van de dijk liggen. Dit is duidelijk zichtbaar vanaf de dijk. De bijgebouwen of schuren op de erven staan naar de tegenwoordige weg toegekeerd. De huidige woning in het projectgebied ligt niet in de rooilijn van de dijk. De westelijke zijde van het lint is transparant, waardoor het achterliggende landschap goed zichtbaar is. Ook bestaat er transparantie aan de oostelijke zijde en bestaan er doorzichten richting de Waterlandse Zeedijk. In het noordelijke deel van het lint is er wat meer bebouwing aan de zijde van de Uitdammer Die aanwezig. De zichtlijnen naar het achterliggende landschap van de Uitdammer Die en de Waterlandse Zeedijk zijn van grote waarde. Het perceel ligt in het zuidwestelijk deel van het dorp Uitdam. Het projectgebied grenst aan de oostzijde aan de kerk van de hervormde gemeente Zuiderwoude/Uitdam. Ten zuidoosten van het perceel ligt het IJmeer. Momenteel is op het perceel Uitdammer Dorpsstraat 45 een woning gevestigd. De woning bestaat uit één bouwlaag met kap. De kap van de woning is haaks georiënteerd op de Uitdammer Dorpsstraat. Het achtererf van het projectgebied is gelegen aan de Waterlandse Zeedijk. Op het achtererf staat, tegen de dijk en naast de kerk, een volwassen eik. Tot 2009 vormden de woning en de naastgelegen schuur (nu de woning van Uitdammer Dorpsstraat 45a) een eenheid. Na de kadastrale splitsing is het tussenliggende gangetje gesloopt. Daarna is de voormalige schuur omgevormd tot een woning. Ook de daarachter gelegen bijgebouwen horen functioneel bij de woning van nummer 45a De ontwikkeling De huidige woning op het perceel Uitdammer Dorpsstraat 45 wordt gesloopt. Hiervoor in de plaats wordt een nieuwe woning gebouwd. Status: Ontwerp / Buro Vijn B.V.

10 blz De nieuwe woning wordt meer aan de noordoostzijde van het perceel geplaatst. Hierdoor wordt een grotere afstand (circa 7,00 meter) tot de woning van Uitdammer Dorpsstraat 45a gecreëerd. Dit is wenselijk gelet op privacy. De nieuwe woning houdt een minimale afstand van 2,50 meter tot het perceel van de kerk aan. De nieuwe woning wordt meer achter op het perceel geplaatst. Hiermee wordt het oude beeld van de woningen in de rooilijn van de dijk zo veel mogelijk hersteld. Bovendien wordt hiermee het zicht op de kerk vanaf de Uitdammer Dorpsstraat zo veel mogelijk behouden. In verband met een te behouden boom is het overigens niet mogelijk om de nieuwe woning volledig in de rooilijn van de dijk te bouwen. De ligging van de nieuwe woning ten opzichte van de huidige woning is weergegeven in figuur 2. Figuur 2. Een weergave van de huidige en de toekomstige situatie De nieuwe woning bestaat, net als de bestaande woning, uit één bouwlaag met kap. De woning krijgt een goothoogte van 3,00 meter en een bouwhoogte van 9,00 meter. Aan de achterzijde van de woning komt een platte aanbouw. De nokrichting van de woning is, net als de andere woningen in Uitdam, haaks op de weg gesitueerd. Aanzichten van de verschillende gevels van de nieuw te bouwen woning zijn in figuur 3 weergegeven. In dit figuur zijn van links naar rechts achtereenvolgens de west-, zuid-, oost- en noordgevel weergegeven. Figuur 3. Een aanzicht van de gevels Buro Vijn B.V. Status: Ontwerp /

11 blz 5 De nieuwe woning wordt ontsloten op de Uitdammer Dorpsstraat. Parkeren gebeurt op eigen terrein. Aan de voorzijde van het perceel is ruimte voor twee auto s. Dit ligging van de parkeerplaatsen is in figuur 2 te zien. Status: Ontwerp / Buro Vijn B.V.

12 blz BELEID Dit hoofdstuk behandelt het beleid dat betrekking heeft op dit projectbesluit. Gezien de kleinschaligheid van het initiatief is rijksbeleid hierbij niet van belang. Achtereenvolgens wordt ingegaan op het provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid dat een relatie heeft met de genoemde ontwikkeling en/of het projectgebied Provinciaal beleid Structuurvisie en Provinciale Verordening Het ruimtelijk beleid van de provincie Noord-Holland is vastgelegd in de Structuurvisie Noord-Holland 2040 (vastgesteld door Provinciale Staten op 21 juni 2010). In de structuurvisie geeft de provincie een toekomstbeeld, waaruit het provinciaal belang volgt. Het toekomstbeeld is als volgt gedefinieerd: De Provincie Noord-Holland zorgt dat Noord-Holland een mooie, veelzijdige en internationaal concurrerende provincie blijft door in te zetten op klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik. Om het geschetste toekomstbeeld ruimtelijk te realiseren, heeft de provincie haar provinciale belangen benoemd. De drie hoofdbelangen (klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik) vormen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de Provincie. De hoofdbelangen zijn in de Structuurvisie uitgewerkt. In de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (vastgesteld door Provinciale Staten op 21 juni 2010) zijn regels verbonden aan de hoofdbelangen. Bebouwde gebieden, waaronder Uitdam, zijn aangegeven als Bestaand Bebouwd Gebied. Uitgangspunt is om de woningvraag zo veel mogelijk te realiseren binnen het Bestaand Bebouwd Gebied. In de Structuurvisie wordt nader ingegaan op de Nationale Landschappen Laag Holland en Stelling van Amsterdam, waarbinnen het projectgebied ligt. Laag Holland is van belang voor het behoud en de ontwikkeling van groen om de stad. In dit gebied hebben de functies recreatie, natuur en landschap voorrang. In de verordening worden regels gesteld aan de verdere verstedelijking van de nationale landschappen. De Stelling van Amsterdam valt onder het UNESCO-werelderfgoed. Dit gebied betreft een samenhangend systeem van forten, dijken, kanalen en inundatiekommen. Het is een groene en relatief stille ring rond Amsterdam. Ook kent dit gebied een relatief grote openheid. Voor deze gebieden moeten in het bestemmingsplan regels opgenomen worden ten behoeve van het behoud of de versterking van de kernkwaliteiten van het betreffende gebied. Een bestemmingsplan mag uitsluitend voorzien in nieuwe functies en uitbreiding van de bebouwing van bestaande functies binnen dit gebied als er geen significant negatieve effecten zijn op de kernkwaliteiten. Ook ligt het projectgebied binnen de zone van een primaire waterkering. Buro Vijn B.V. Status: Ontwerp /

13 blz 7 Bouwwerken zijn hier alleen toegestaan als er geen zand wordt onttrokken aan de waterkering en zware ontgravingen of gebruik van explosieven niet worden toegestaan. In deze situatie is daar geen sprake van. Het projectgebied ligt in een aardkundig waardevol gebied. De verordening stelt dat in de onderbouwing beschreven moet worden op welke wijze er rekening wordt gehouden met de aanwezige aardkundige waarden. In het projectgebied zijn geen aardkundige waarden (zoals stuwwallen, duinen, wadden en beekdalen) aanwezig. De verordening stelt dat in de toelichting op bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen, waarbij woonfuncties worden mogelijk gemaakt, in ieder geval wordt ingegaan op de afspraken tussen de regiogemeenten over de verdeling van woningen over de gemeenten ten opzichte van de totale regionale bouwopgave. Deze beschrijving is hieronder weergegeven. Convenant Binnenstedelijke opgave (ICT) Waterlands Wonen Op 2 maart 2007 hebben de provincie en de acht betrokken gemeenten (Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zeevang) en het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Waterland (ISW) het Convenant Binnenstedelijke opgave (ICT) Waterlands Wonen gesloten. Hierin zijn concrete afspraken over de woningbouwopgave binnen bestaand stedelijk gebied vastgelegd. De provincie heeft de ambitie neergelegd om 50% van de totale woningbouwopgave (6.000 woningen tot 2020 over de regio Waterland) binnenstedelijk te realiseren. Het convenant heeft de ambitie om de binnenstedelijke bouwopgave door middel van Intensiveren, Combineren en Transformeren (ICT) uit te voeren. Uit een nadere inventarisatie is gebleken dat het realiseren van in totaal woningen door middel van ICT realistisch en haalbaar is. Voor de gemeente Waterland bestaat de ICT-opgave uit 250 woningen tot en met Vertaling naar projectbesluit De ontwikkeling van de woning in het projectgebied levert een bijdrage aan de ICT-opgave van Waterland. Het plan voldoet ook aan de wens uitbreiding zo veel mogelijk plaats te laten vinden binnen bestaand bebouwd gebied. Er is geen sprake van het aantasten van de kernkwaliteiten van de Nationale Landschappen Laag Holland en de Stelling van Amsterdam. Ook worden de primaire waterkering en aardkundige waarden niet aangetast. Gesteld kan worden dat de voorgestane ontwikkeling past binnen het provinciaal beleid Regionaal beleid Regiovisie Waterland 2040 In de regiovisie Waterland 2040 (januari 2009) hebben de zeven Waterlandse gemeenten hun koers bepaald voor het ruimtelijk beleid op lange termijn. Het centrale motto van de visie is Vitaal met Karakter. Status: Ontwerp / Buro Vijn B.V.

14 blz In de visie staat behoud en zo mogelijk versterking van het kenmerkende authentieke karakter van de regio Waterland voorop, maar wel met de noodzakelijke sociaal-economische en infrastructurele impulsen om de kernen vitaal te houden en de regio binnen de Metropoolregio Amsterdam bereikbaar te maken. Ten aanzien van wonen is de realisering van de afspraken uit het Convenant Binnenstedelijke opgave (ICT) Waterlands Wonen een hard uitgangspunt Gemeentelijk beleid Het projectgebied ligt binnen het plangebied van het bestemmingsplan Uitdam. Op basis van dit bestemmingsplan mogen vrijstaande en halfvrijstaande woningen gebouwd worden. De woningen hebben een goothoogte van maximaal 3,50 meter met een minimale dakhelling van 30 graden. Op basis van de Welstandsnota geldt het gebiedsgerichte welstandsbeleid voor het lint Uitdam. Hier geldt een regulier welstandstoezicht. Behoud van de zichtlijnen is van groot belang aangezien de beleving van het landschap in belangrijke mate vanaf de wegen plaatsvindt. Voor de relatie met de omgeving geldt dat: de verspringende rooilijn moet worden doorgezet binnen een marge van 10 meter; woningen uitsluitend in de eerste bebouwingslijn zijn toegestaan; het doorzicht naar het achterliggende landschap, waar dat aan de orde is, wordt gehandhaafd; de nokrichting haaks op, of parallel aan de straat is. Het bouwplan moet voldoen aan de beleidsregels met betrekking tot erfbebouwing bij woonhuizen. Dit betekent dat het woonhuis moet voldoen aan de volgende voorwaarden: de maximale oppervlakte van de woning is 100 m 2 ; voor bijgebouwen geldt een maximale goothoogte van 3,00 meter en een maximale bouwhoogte van 5,00 meter; voor aanbouwen geldt een maximale goothoogte die gelijk is aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw. Vertaling naar projectbesluit Op basis van deze uitgangspunten is een stedenbouwkundige toets uitgevoerd. Hieruit blijkt dat het bouwplan voldoet aan de bouwregels uit het bestemmingsplan Uitdam. Ook wordt voldaan aan de randvoorwaarden uit de Welstandsnota en de beleidsregels met betrekking tot erfbebouwing bij woonhuizen Waterbeleid Het waterbeleid is neergelegd in diverse beleidsnota van diverse overheden. Voor dit projectbesluit is het beleid ten aanzien van waterkeringen van belang. Buro Vijn B.V. Status: Ontwerp /

15 blz 9 Het beleid ten aanzien van waterkeringen is onder andere neergelegd in het Provinciaal Waterplan en het Waterbeheersplan 4, en het Beheersplan Waterkering van het Hoogheemraadschap. Het beleid ten aanzien van de waterkeringen komt er in het kort op neer dat de waterkeringen op orde worden gehouden. Vertaling naar projectbesluit Er wordt rekening gehouden met de veiligheid van de waterkering. Hierover vindt overleg plaats met het Hoogheemraadschap. Ook is er een watervergunning voor de bouw van de woning aangevraagd. Status: Ontwerp / Buro Vijn B.V.

16 blz OMGEVINGSASPECTEN Uit de bestaande omgevingssituatie kunnen (wettelijke) belemmeringen en/of voorwaarden voortkomen voor dit projectbesluit. Het uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dat er een goede omgevingssituatie ontstaat. In de volgende paragrafen zijn de randvoorwaarden die voortvloeien uit de omgevingsaspecten beschreven Ecologie Bij elk ruimtelijk plan dient, met het oog op de natuurbescherming, rekening te worden gehouden met de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming Wat betreft de gebiedsbescherming gaat het om de bescherming van gebieden die zijn aangewezen als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en/of om gebieden die zijn aangewezen als Natura gebied. Het projectgebied grenst aan het Natura 2000-gebied Markermeer & IJmeer. Dit gebied maakt ook deel uit van de EHS. Daarnaast maken de gebieden rondom de Uitdammer Die deel uit van de EHS. Omdat er nu ook al een woning op het perceel aanwezig is zal de structurele verstoring niet toenemen. Mogelijk is er sprake van enige verstoring tijdens de bouwwerkzaamheden. Deze verstoring is gering en tijdelijk van aard. Er zal daarom geen negatief effect op beschermde natuurgebieden optreden. Soortenbescherming De soortenbescherming vindt primair plaats via de Flora- en faunawet. Op grond van deze wet mogen er geen beschermde planten en dieren (en hun verblijfsplaatsen), die in de wet zijn aangewezen, verstoord worden. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan op Bijlage IV van de Habitatrichtlijn en een aantal Rode-Lijst-soorten zijn deze voorwaarden zeer streng. Het projectgebied bestaat uit een ingericht erf met daarop een woning. Door het gebruik van het perceel kan het projectgebied als ernstig verstoord worden aangemerkt en zal daardoor niet een aantrekkelijk leefgebied zijn voor (beschermde) soorten. In de woning zitten geen kieren en openingen die de woning geschikt maken voor bewoning door vleermuizen. Ten aanzien van de nieuwe ontwikkeling lijkt het dan ook niet waarschijnlijk dat er negatieve invloed op (beschermde) soorten zal optreden. Bij uitvoering van de werkzaamheden bestaat altijd het risico dat eventueel broedende vogels verstoord worden. Vanuit de Flora- en faunawet is verstoring van broedende vogels verboden, en hiervoor kan ook geen ontheffing worden verkregen. Door de werkzaamheden buiten het broedseizoen te starten, wordt overtreding van de Flora- en faunawet voorkomen. Buro Vijn B.V. Status: Ontwerp /

17 blz 11 Bij start van de werkzaamheden in het broedseizoen, zou eerst door een gekwalificeerd persoon vastgesteld moeten worden dat er geen nesten in het hierdoor verstoorde gedeelte van het projectgebied aanwezig zijn. Er zal daarom geen negatief effect op beschermde soorten optreden Archeologie Op grond van de Monumentenwet 1988, dient te worden gekeken naar de archeologische waarden in het projectgebied. Het archeologisch beleid van de gemeente Waterland is vastgelegd in de Archeologienota Waterland In deze nota wordt verwoord hoe het behoud van archeologische waarden of het onderzoek daarnaar worden zeker gesteld. Volgens het archeologiebeleid van de gemeente geldt er voor het projectgebied dat bij ontwikkelingen groter dan 100 m 2 en dieper dan 35 centimeter onderzoek moet worden uitgevoerd. De oppervlakte van de nieuwe bebouwing is minder dan 100 m 2, waarvan een deel niet de 35 centimeter diepte verkrijgt (de uitbouw). Op basis van deze gegevens is onderzoek niet nodig. Er zijn geen belemmeringen vanuit archeologie Water Een belangrijk onderdeel van de planvorming is de Watertoets. Het doel van de Watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen meer expliciet en op een evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Het projectgebied ligt in het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Er vindt een kleine toename (maximaal 40 m 2 ) van verharding plaats. De ontwikkeling heeft daarom slechts een geringe invloed op de waterhuishouding. Verder ligt het projectgebied binnen het invloedsgebied van een primaire waterkering. Het Hoogheemraadschap is op de hoogte gebracht van het voornemen. In een reactie heeft het Hoogheemraadschap laten weten geen opmerkingen te hebben vanuit het waterbeheer. Omdat het projectgebied binnen een Keurzone van de waterkering ligt moet er wel een watervergunning worden aangevraagd. De reactie van het Hoogheemraadschap is als bijlage 1 opgenomen Milieuzonering Het milieubeleid en de daarop gebaseerde regelgeving spelen een belangrijke rol bij het ruimtelijk ordeningsbeleid. Beide beleidsterreinen richten zich op de bescherming van de kwaliteit van de (leef)omgeving. In ruimtelijke plannen wordt de situering van milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) ten opzichte van elkaar (milieuzonering) geregeld. Status: Ontwerp / Buro Vijn B.V.

18 blz In de toelichting bij een bestemmingsplan dient aangegeven te worden op welke wijze aan dat beleid gestalte wordt gegeven. Naast het projectgebied ligt een kerkgebouw. Volgens de VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering (2009) is dit een categorie 2-bedrijf. De VNG adviseert hiervoor een afstand van 30 meter. In de praktijk vinden er weinig diensten in de kerk plaats. De hinder vanuit de kerk is daarom minimaal te noemen. Bovendien grenzen in de huidige situatie aan alle zijden woningen aan de kerk. Ook in de huidige situatie is er geen sprake van hinder. Er is dan ook geen sprake van een belemmering vanuit de het aspect milieuzonering Bodem Verdachte plekken met betrekking tot de kwaliteit van de bodem dienen in het kader van de Wet bodembescherming bij ruimtelijke plannen en projecten te worden gesignaleerd vanuit een goede ruimtelijke ordening. In verband met de aankoop van het pand is bodemonderzoek 1) uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat de bodem (grond en grondwater) op het perceel licht verontreinigd is met enkele zware metalen en plaatselijk (bij de inmiddels gesaneerde HBO-tank) licht verontreinigd met minerale olie. De lichte verontreinigingen in de bodem geven geen aanleiding tot nader onderzoek. Vanuit milieuhygiënisch oogpunt is de bodem geschikt voor het beoogde gebruik (wonen met tuin) Geluid In het kader van geluid is de Wet geluidhinder van toepassing. Doel van deze wet is het terugdringen van hinder als gevolg van geluid en het voorkomen van een toename van geluidhinder in de toekomst. In het kader van de voorgenomen activiteit is verkeerslawaai van belang. De Uitdammer Dorpsstraat is een rustige 30 km/uur-weg. Voor 30 km/uurwegen geldt geen onderzoeksplicht vanuit de Wet geluidhinder. Omdat het een rustige weg betreft kan er vanuit worden gegaan dat in het projectgebied een goed woon- en leefklimaat gegarandeerd kan worden. Verder liggen er geen wegen in de omgeving van het projectgebied. Vanuit de Wet geluidhinder zijn er dan ook geen belemmeringen Luchtkwaliteit Een onderdeel van de Wet milieubeheer is de luchtkwaliteit. De wet is enerzijds bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling, ondanks overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit. 1) Verkennend bodemonderzoek op de locatie Uitdammerdorpsstraat 43 in Uitdam, Back Milieu - advies en onderzoek B.V., oktober Buro Vijn B.V. Status: Ontwerp /

19 blz 13 De Wet milieubeheer voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de Wet milieubeheer geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als: er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde en; een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt of; een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Projecten die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging zijn onder andere: woningbouwlocaties met niet meer dan nieuwe woningen bij één ontsluitingsweg en nieuwe woningen bij twee ontsluitingswegen; kantoorlocaties met een bruto vloeroppervlak van niet meer dan m 2 bij één ontsluitingsweg en m 2 bij twee ontsluitingswegen; bepaalde landbouwinrichtingen. Het gaat om de bouw van één woning. Gesteld wordt dat het project niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging Externe veiligheid Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico s die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over externe veiligheid om de burger niet onnodig aan te hoge risico s bloot te stellen. Het projectgebied ligt niet binnen het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen en hoofdgasleidingen. Ook vindt er geen transport van gevaarlijke stoffen plaats. Ten aanzien van externe veiligheid bestaan er daarom geen belemmeringen voor het voorgenomen plan. Status: Ontwerp / Buro Vijn B.V.

20 blz JURIDISCHE VORMGEVING De gewenste ontwikkeling past niet binnen het huidige bestemmingsplan. Omdat de aanvraag voor 1 oktober 2010 bij de gemeente is ingediend, kan de ontwikkeling mogelijk worden gemaakt met een projectbesluit op basis van de Wet ruimtelijke ordening zoals die gold voor 1 oktober Deze ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op de bouw van de nieuwe woning en dient ter motivering van de voorgenomen ontwikkeling. Het bouwplan van 30 september 2010 dient als uitgangspunt. Met dit projectbesluit wordt het genoemde bouwplan mogelijk gemaakt. De locatie van de onderhavige gronden is weergegeven op de bij dit projectbesluit behorende projectkaart. Buro Vijn B.V. Status: Ontwerp /

21 blz UITVOERBAARHEID Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een projectbesluit. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het projectbesluit doorloopt de in de Wro vastgelegde procedure. Het ontwerpprojectbesluit wordt zes weken ter inzage gelegd. In deze periode kan eenieder zijn zienswijze kenbaar maken Economische uitvoerbaarheid De kosten voor het initiatief zijn voor rekening van de initiatiefnemer. De gemeente heeft geen financiële bemoeienis aan het plan. De initiatiefnemer heeft inzicht in de kosten en kan deze dragen. De kosten worden gedekt door de toekomstige waarde van de woning Grondexploitatie Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. Hierbij valt te denken aan kosten voor het bouw- en woonrijp maken en kosten voor het bestemmingsplan. Daarnaast hebben gemeenten sturingsmogelijkheden, omdat in het geval van grondexploitatie door derden diverse eisen en regels gesteld kunnen worden. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van een woning. Dit valt onder de bouwplannen zoals bedoeld in artikel Bro. In de Wro is opgenomen dat voor dergelijke bouwplannen, in verband met het kostenverhaal van de gemeente, in beginsel een exploitatieplan vastgesteld moet worden. Van het vaststellen van een exploitatieplan kan worden afgezien als voornoemde kosten anderszins verzekerd zijn, bijvoorbeeld door overeenkomsten, en het stellen van eisen en een fasering niet noodzakelijk worden geacht. Tussen de gemeente en de initiatiefnemer is een overeenkomst gesloten. Omdat met deze overeenkomst het kostenverhaal geregeld is, en het stellen van nadere eisen en regels niet noodzakelijk is, beslist de gemeenteraad bij de vaststelling van het plan dat er geen exploitatieplan wordt opgesteld, omdat het kostenverhaal anderszins verzekerd is. Status: Ontwerp / Buro Vijn B.V.

22 blz VOOROVERLEG In het kader van het bestuurlijk vooroverleg als bedoeld in artikel van het Besluit ruimtelijke ordening is het projectbesluit Uitdam - Uitdammer Dorpsstraat 45 op 16 maart 2011 aan instanties opgestuurd. De instanties is verzocht om voor 29 april 2011 eventuele op- en/of aanmerkingen kenbaar te maken. Het plan is naar de volgende instanties opgestuurd: 1. het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier; 2. de brandweer Zaanstreek-Waterland; 3. de dorpsraad Uitdam; 4. de VROM-Inspectie; 5. provincie Noord-Holland. Van de instanties 1 tot en met 4 zijn inhoudelijke reacties binnengekomen. Deze zijn hierna samengevat, met de beantwoording door de gemeente. Van instanties 5 is geen reactie ontvangen, waaruit geconcludeerd mag worden dat deze instanties kunnen instemmen met dit voorontwerpprojectbesluit. Ad 1. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Het Hoogheemraadschap geeft aan dat het projectgebied ligt binnen het waterstaatswerk van de primaire waterkering langs het Markermeer. Beleidsmatig kan het bouwen van de woning hier plaatsvinden. De gevellijn mag niet dichter bij de waterkering komen dan de omliggende panden. Bij het bouwen van de woning mag er echter niet gegraven worden, tenzij (middels berekeningen) aangetoond wordt dat het graven geen negatieve gevolgen heeft voor de waterkering. Hierbij is ook een monitoringsplan nodig. Verder stelt het Hoogheemraadschap geen technische eisen en randvoorwaarden aan de bouw. Voor het bouwplan moet de initiatiefnemer een watervergunning aanvragen. Het Hoogheemraadschap stuurt bij haar reactie een document met waterbeleid dat in het projectbesluit gebruikt kan worden. In dit projectbesluit staat vrijwel geen waterbeleid. Reactie: De watervergunning is inmiddels bij het Hoogheemraadschap aangevraagd. De watervergunning, onder registratienummer is inmiddels vergund op 19 mei Er moet rekening gehouden worden met de voorschriften genoemd onder paragraaf 3 en met de bijzondere voorschriften werken waterkering onder paragraaf 3.2. Ten aanzien van het waterbeleid is alleen het beleid ten aanzien van de waterkeringen voor dit projectbesluit van belang. Hiervan is een beschrijving opgenomen in paragraaf 3.4. Het overige waterbeleid heeft geen directe relatie met dit initiatief. Het gaat namelijk om een kleinschalig initiatief. Het overige waterbeleid is te globaal om in het projectbesluit een vertaling te krijgen. Om die reden is het overige waterbeleid niet beschreven in dit projectbesluit. Buro Vijn B.V. Status: Ontwerp /

23 blz 17 Wijziging projectbesluit Naar aanleiding van deze reactie is het waterbeleid ten aanzien van waterkeringen opgenomen. Ad 2. brandweer Zaanstreek-Waterland De brandweer geeft aan dat er geen sprake is van relevante risico s ten aanzien van externe veiligheid. Daarom maakt de brandweer geen gebruik van het adviesrecht. Reactie: Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Wijziging projectbesluit Deze reactie leidt niet tot wijziging van het projectbesluit. Ad 3. dorpsraad Uitdam De dorpsraad geeft aan dat de nieuwbouw gepleegd moet worden in de Waterlandse stijl en moet passen binnen het beeld van Uitdam. Omdat de stukken geen beeld van de toekomstige situatie bevat, vertrouwt de dorpsraad er op dat de nieuwe woning hieraan voldoet. Reactie: Bij het plan is inderdaad met deze principes rekening gehouden. De gemeente waardeert het vertrouwen dat wij krijgen van de dorpsraad. Wijziging projectbesluit Deze reactie leidt niet tot wijziging van het projectbesluit. Ad 4. VROM-Inspectie Gelet op de nationale belangen geeft het plan voor de betrokken rijksdiensten geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Reactie: Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Wijziging projectbesluit Deze reactie leidt niet tot wijziging van het projectbesluit. === Status: Ontwerp / Buro Vijn B.V.