OGGZ Veldmonitor Utrecht
|
|
- Linda Pauwels
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 OGGZ Veldmonitor Utrecht Rapportage nr 8 Jaarrapport Stand van zaken uitvoering Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang in Utrecht
2
3 Colofon uitgave Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Postbus GK Utrecht internet rapportage Fleur van Heeswijk, Lisette Plantinga, Addi van Bergen informatie Fleur van Heeswijk (030) foto omslag Op 5 september 2013 opende Gilbert Isabella, de Utrechtse wethouder Wonen, samen met twee toekomstige bewoners een nieuwe woonvoorziening aan de Royaards van der Hamkade. Het Leger des Heils gaat daar 26 cliënten begeleiding bieden bij het dagelijkse leven, werk en vrijetijdsbesteding vanaf halverwege (Annet van den Akker, gemeente Utrecht, Volksgezondheid) bronvermelding Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding. Maart 2014
4
5 Inhoudsopgave Colofon 3 Voorwoord 7 Inleiding 9 1 Instromers: hoeveel en wie? 11 Aantal en percentage dakloze cliënten dat is ingestroomd in het PvA MO (indicator 1.1) 11 Score op leefgebieden ZRM bij instroom (indicator 1.2) 12 Aantal en percentage ingestroomde dakloze vrouwen (indicator 1.3) 13 Aantal ingestroomde dakloze gezinnen met kind(eren) (indicator 1.4) 13 Percentage nieuw ingestroomde dakloze cliënten dat deelneemt aan Housing First en Room First (indicator 1.5) 13 2 Duur en aanleiding dakloosheid voorafgaand aan de instroom 15 Duur dakloosheid voorafgaand aan instroom (indicator 2.1) 15 Aanleiding dakloosheid van de ingestroomde cliënten die in het afgelopen jaar dakloos geworden zijn (indicator 2.2) 15 Redenen voor huis verlaten (indicator 2.3) 16 Percentage ingestroomde dakloze jongeren dat dakloos is geworden door het verlaten van het huis (zelf weggegaan of weggestuurd) (indicator 2.4) 16 3 Cliëntengroep primair proces 17 Omvang cliëntengroep primair proces (indicator 4.0) 17 Percentage cliënten met trajectmanager (indicator 4.1) 17 Percentage cliënten met een ingevulde ZRM (indicator 4.2) 18 Voortgang op leefgebieden ZRM (indicator 4.3) 18 4 Nachtopvang 19 Instroom nachtopvang (indicator 5.1) 19 Status nieuwe cliënten in de nachtopvang (indicator 5.2) 19 Omvang cliëntengroep nachtopvang (indicator 5.4) 20 Percentage bezette bedden in de nachtopvang naar status (indicator 5.5) 20 Verblijfsduur nachtopvang (indicator 5.7) 21 5 Voorkom Huisuitzetting 23 Instroom VH (indicator 6.1) 23 Score op Leefgebieden ZRM bij instroom VH (indicator 6.2) 23 Uitstroom VH (indicator 6.3) 24 Percentage positief beëindigde trajecten (indicator 6.4) 24 Omvang VH cliëntengroep (indicator 6.6) 25 Bijlage 1 Overzicht indicatoren Veldmonitor 27 5
6 6
7 Voorwoord Voor u ligt het jaarrapport 2013 van de OGGZ veldmonitor, met daarin de stand van zaken van Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang. Richtinggevend voor deze monitor zijn de beoogde resultaten uit het Stedelijk Kompas Utrecht 100% thuis. De looptijd van het Stedelijk Kompas is oktober 2011 december Waar het Stedelijk Kompas een duidelijk ijkpunt bevat, wordt de voortgang met het Plan van Aanpak MO in dit rapport afgezet tegen de norm uit het Stedelijk Kompas. Een paar resultaten springen in het oog: Zowel uit de instroomcijfers in persoonsgebonden trajecten als uit nieuwe instromers in de nachtopvang blijkt een daling van het aantal daklozen gedurende In combinatie met het uitblijven van signalen van buitenslapen op enige schaal, zijn dit duidelijke blijken van een afname van het aantal afzonderlijke, feitelijk daklozen in Utrecht dat een beroep doet op hetzij het Plan van Aanpak, hetzij een slaapplaats in de nachtopvang. Wat dit laatste betreft: de bedbezetting is nog steeds onveranderd hoog. Men maakt gemiddeld wat meer nachten gebruik van de nachtopvang. Het bovengenoemde resultaat is extra opmerkelijk omdat een recente schatting van het CBS een sterke stijging van het aantal daklozen in Utrecht suggereerde. De resultaten uit de veldmonitor geven een tegengesteld beeld. Mogelijke verklaringen voor dit verschil kunnen voortkomen uit de schattingsmethode van het CBS of een toename van het aantal personen met een daklozenuitkering die geen beroep doen op voorzieningen uit het PvA MO en de nachtopvang, zonder dat dit tot een grote stijging van buitenslapers leidt. De resultaten over de nachtopvang tonen verder een voortgaande toename van het gebruik van de nachtopvang door dak- en thuislozen uit de regio Utrecht. Het gebruik van de nachtopvang door niet-rechthebbenden is verder gedaald, en de inhaalslag in het afgeven van een bindingsadvies is voltooid. De resultaten over Housing First, het uitblijven van initiatieven rond Room First en de toename van de verblijfsduur van zogeheten middenlang verblijf in de nachtopvang zijn te interpreteren als blijken van capaciteitsproblemen in het aanbod van betaalbare huisvesting. De beschikking over dit type huisvesting is cruciaal voor een goede doorstroom en uitstroom uit de MO, en belangrijker dan dit, de mogelijkheid om de vele daklozen die dat wensen een aanbod voor huisvesting te kunnen doen als alternatief voor een programma gericht op toegroeien naar zelfstandige huisvesting via vormen van begeleid of residentieel wonen. Uit de tweede meting van het cohortonderzoek instromers in het PvA MO van UMC Radboud bleek dat ruim 90% van de instromers zelfstandig wonen als belangrijkste doel hadden. Het is daarom belangrijk voor de MO/ OGGZ om dit perspectief ook op ruime schaal te kunnen aanbieden. In 2012 bleek een onderbenutting van de beschikbare capaciteit voor Voorkom Huisuitzetting! Deze onderbenutting strookte niet met de tegelijkertijd geconstateerde lichte toename van het aantal huisuitzettingen vanwege huurschuld. In 2013 werd de beschikbare capaciteit beter benut, met als vanouds het resultaat dat interventie vanuit VH! in 80% van de gevallen tot het afwenden van huisuitzetting vanwege huurschuld. Het najaar van 2013 stond in het teken van een inhaalslag in de registratie. Deze inhaalslag is met succes voltooid. Dat betekent dat de resultaten over de tweede helft van 2013 gebaseerd zijn op alle 7
8 informatie van instromers in het PvA MO die te achterhalen zijn via veldpartijen. De inhaalslag was mogelijk door grote gezamenlijke inzet van de gemeente Utrecht Volksgezondheid en veldpartijen, waarvoor dank vanuit de gemeente aan de veldpartijen. Tijdens de inhaalslag zijn ook aandachtspunten voor de veldmonitor voor 2014 geïdentificeerd: Ingezet wordt op een grotere volledigheid van gegevens over de zelfredzaamheid, dit vanwege het belang van het volgen van verbeteringen in de zelfredzaamheid van dak- en thuislozen voor beleid en de praktijk. Overigens kunnen uit de voorhanden resultaten onverkort en onveranderd ten opzichte van 2010 drie hoofdconclusies getrokken worden: o De instromers in het Plan van Aanpak zijn personen met ernstige problemen op veel levensgebieden, o Met de integrale persoonsgebonden trajecten voor deze groep uiterst kwetsbare Utrechters is in korte tijd aanzienlijke vooruitgang in zelfredzaamheid te realiseren; o Bij velen is de winst nog wankel: er is nog steeds geen sprake van zelfredzaamheid op een niveau waarop men zonder stut, steun en aanvullende hulverlening de eigen weg kan vinden en houden. De inhaalslag is met terugwerkende kracht tot 1 januari 2012 uitgevoerd. In deze rapportage zijn om technische en methodologische redenen alleen de resultaten van de inhaalslag over de tweede helft van 2013 verwerkt. Mede hierom, maar ook om de realisatie van doelen uit het stedelijke kompas over de periode goed te kunnen beoordelen is er bij sommige indicatoren voor gekozen om de trend over een aantal jaren in deze rapportage te tonen. Goed gebruik van de afgelopen jaren was om gelijk met de veldmonitor over de tweede helft van het kalenderjaar de kengetallen toe te voegen voor de bestuurlijke monitor Plan van Aanpak MO voor het Rijk. Deze kengetallen geven aanvullende informatie over belangrijke indicatoren zoals het aantal huisuitzettingen of het aantal personen in een stabiele situatie van huisvesting, legale inkomsten, zorgcontacten en dagbesteding. Bij de presentatie van dit rapport waren de kengetallen voor de landelijke monitor nog niet beschikbaar. Deze informatie wordt toegevoegd aan de veldmonitor over de eerste helft van Met vriendelijke groet, Dick Reinking Programmamanager VG Gemeente Utrecht Volksgezondheid 8
9 Inleiding De gemeente Utrecht, Volksgezondheid heeft de taak om de uitvoering van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang (MO; Rijk en vier grote steden, 2006) binnen de stad Utrecht te monitoren. Dat betekent dat er met regelmaat concrete cijfers met betrekking tot de in dit kader aangeboden zorg verzameld dienen te worden. De OGGZ Veldmonitor Utrecht (kortweg: Veldmonitor) is opgezet om deze stand van zaken halfjaarlijks in beeld te brengen. Halfjaarrapportages Met ingang van het eerste halfjaar 2010 tot het einde van de looptijd van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang zullen steeds halfjaarrapportages verschijnen. Hierin worden de in het bijbehorende basisdocument definitief vastgestelde indicatoren halfjaarlijks bepaald en beschreven. Deze documenten kunnen functioneren als een dashboard van een auto: de cijfers geven kort de stand van zaken weer. Als blijkt dat er bepaalde ontwikkelingen zijn die de aandacht nodig hebben, zijn aanvullende analyses nodig. In de halfjaarrapportages is per indicator opgenomen: Naam en nummer van de indicator Norm (indien van toepassing) Resultaat Korte beschouwing Voor de verdere afspraken, methode, definities, en theoretisch kader wordt verwezen naar het basisdocument OGGZ Veldmonitor Utrecht, versie 7. Nog niet alle indicatoren in dit basisdocument beschreven zijn meetbaar. In deze jaarrapportage zijn de indicatoren meegenomen voor zover ze over 2013 meetbaar zijn. Leeswijzer Dit rapport bestaat uit vijf hoofdstukken. Hoofdstuk 1 geeft de indicatoren met betrekking tot de nieuw ingestroomde cliënten bij het Meld- en Actiepunt (M&A) en de Brede Centrale Toegang (BCT) weer. De duur en aanleidingen van dakloosheid voorafgaand aan de instroom wordt uitgewerkt in hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3 bevat de indicatoren die de totale doelgroep van het M&A en de BCT beschrijven. In Hoofdstuk 4 staat de cliëntengroep van de nachtopvang weergegeven. Hoofdstuk 5 tot slot, omvat de doelgroep van Voorkom Huisuitzetting (VH). De cliënten van de nachtopvang en VH worden onder de hoofdstukken 1 tot en met 3 niet meegeteld. Het overzicht van de stand van zaken van alle indicatoren met de bijbehorende status is opgenomen in bijlage 1. 9
10 10
11 1 Instromers: hoeveel en wie? Aantal en percentage dakloze cliënten dat is ingestroomd in het PvA MO (indicator 1.1) Norm: De doelstelling zoals die is verwoord in het Stedelijk Kompas 1 is dat de instroom van nieuwe dakloze cliënten in 2014 is gedaald met 10% t.o.v Daarnaast is als doel gesteld dat de instroom van dakloze jongeren in 2014 is gedaald met 20% ten opzichte van Indicator 1.1: Totaal aantal ingestroomde cliënten (zowel dakloos als niet-dakloos) Aantal dakloze cliënten dat is ingestroomd 430 (41%) 413 (49%) 289 (46%) 276 (31%) Waarvan: Dakloze jongeren * 148 (14%) 132 (16%) 112 (18%) 110 (13%) Dakloze volwassenen * 277 (26%) 276 (33%) 173 (27%) 144 (16%) * Voor respectievelijk 5 (2011), 4 (2012) en 22 cliënten (2013) is de geboortedatum (nog) niet bekend, waardoor zij niet kunnen worden ingedeeld naar volwassene of jongere. Beschouwing: In 2013 zijn er 878 cliënten ingestroomd in het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang (PvA M0). Ten opzichte van 2010 stroomden er in 2013 minder dakloze cliënten in. De instroom van dakloze volwassenen is gedaald van 277 in 2010 naar 144 in 2013 (afname van 48%). Het lage aantal ingestroomde cliënten in 2012 heeft te maken met onderrapportage. In 2012 was een gedeelte van de doelgroep niet in beeld in KRIS. Om een sluitende registratie over 2013 te krijgen heeft er eind 2013 een inhaalslag plaatsgevonden. 1 M. van der Leer, W. Prins (2011). Utrecht 100% thuis. Stedelijk Kompas Utrecht: GG&GD Utrecht. 11
12 Score op leefgebieden ZRM bij instroom (indicator 1.2) Figuur 1: nulmetingen van 176 ingestroomde cliënten. Weergegeven is het aantal cliënten per niveau van zelfredzaamheid per leefdomein. Nulmetingen van ingestroomde cliënten Aantal cliënten Score 1 - acute problematiek Score 2 - niet zelfredzaam Score 3 - beperkt zelfredzaam Score 4 - voldoende zelfredzaam Score 5 - volledig zelfredzaam Inkomen Dagbesteding Huisvesting Gezinsrelaties Geestelijke gezondheid Fysieke gezondheid Verslaving ADL vaardigheden Sociaal netwerk Maatschappelijke participatie Justitie Beschouwing: Voor 176 cliënten (20%) die zijn ingestroomd in het PvA MO is een nulmeting van de ZRM ingevuld. Binnen deze groep is het aantal jongeren relatief gezien oververtegenwoordigd. De nulmetingen samen geven een indruk van de problematiek waarmee een deel van de PvA MO doelgroep instroomde (figuur 1). Acute problematiek wordt met name op de leefgebieden inkomen, dagbesteding en huisvesting gezien. Zo heeft 72% van de ingestroomde cliënten acute problematiek op het leefgebied inkomen (wat inhoudt dat zij geen inkomsten hebben en hoge, groeiende schulden), 57% heeft acute problematiek op het gebied van dagbesteding (hebben geen dagbesteding en veroorzaken overlast) en 64% heeft acute problemen op het gebied van huisvesting (slapen op straat of in de nachtopvang). Ook blijkt een groot deel van de cliënten niet zelfredzaam te zijn op de leefgebieden gezinsrelaties, geestelijke gezondheid, sociaal netwerk en maatschappelijke participatie. 12
13 Aantal en percentage p ingestroomde dakloze vrouwen (indicator 1.3) Indicat ndicator 1.3: Ingestroomde dakloze vrouwen 139 (32%) 134 (32%) 96 (33%) 87 (32%) Waarvan: Jongeren 59 (40%) 55 (42%) 50 (45%) 58 (53%) Volwassenen 80 (29%) 79 (29%) 44 (25%) 29 (20%) Beschouwing: Het aantal ingestroomde dakloze vrouwen is afgenomen in Eenderde van de ingestroomde cliënten is vrouw. Onder de volwassenen is in 2013 het aantal dakloze vrouwen gedaald met 64% ten opzichte van Onder het aantal jongeren is de instroom van dakloze vrouwen stabiel. Aantal ingestroomde dakloze gezinnen met kind(eren eren) (indicator 1.4) Norm: Dakloos worden van gezinnen met kinderen komt zo min mogelijk voor. Indicator 1.4: 2013 Jong. Volw. Aantal ingestroomde dakloze gezinnen met kind(eren) 7 11 Waarvan: Alleenstaande vrouwen met kind(eren) 5 5 Aantal ingestroomde dakloze zwangere vrouwen 6 2 Beschouwing: In 2013 zijn 18 dakloze gezinnen ingestroomd, waaronder 10 alleenstaande vrouwen met kinderen. Mogelijk is er sprake van onderrapportage want bij meer dan één op de drie cliënten is de leefsituatie niet ingevuld. Percentage nieuw ingestroomde dakloze cliënten dat deelneemt aan Housing First en Room First (indicator 1.5) Norm: Doelstelling in het Stedelijk Kompas 2 is dat in 2014 minimaal 25% van de nieuw ingestroomde dakloze cliënten deelneemt aan de aanpak Housing First (voor volwassenen) of Room First (voor jongeren). Indicator 1.5 Percentage volwassen dakloze cliënten naar Housing First 9% 2 M. Percentage van der Leer, jongeren W. Prins dakloze (2011). cliënten Utrecht 100% naar thuis. Room Stedelijk First* Kompas Utrecht: GG&GD 0% Utrecht. 13
14 * Room First is in Utrecht nog niet gerealiseerd Beschouwing: Bij navraag bij Stichting De Tussenvoorziening (de aanbieder van Housing First in Utrecht) blijkt dat in van de in totaal 144 geregistreerde volwassen dakloze cliënten (9%) konden worden geplaatst in Housing First. Dit aantal is nog laag. Door de vastzittende woningmarkt komen er minder woningen beschikbaar dan gewenst en afgesproken is. 14
15 2 Duur en aanleiding dakloosheid voorafgaand aan de instroom Duur dakloosheid voorafgaand aan instroom (indicator 2.1) Norm: Voor de kwaliteit van leven van cliënten is het belangrijk dat de periode van dakloosheid voorafgaand aan de instroom zo kort mogelijk is. Indicator 2.1: (N=224*) (N=185*) Korter dan een maand 21 (9%) 8 (4%) 1 tot 3 maanden 38 (17%) 15 (8%) 4 tot 6 maanden 45 (20%) 38 (21%) 7 tot 12 maanden 30 (13%) 25 (14%) Langer dan een jaar 56 (25%) 30 (16%) Niet geregistreerd 34 (15%) 69 (37%) * Voor respectievelijk 65 (2012) en 91 dakloze cliënten (2013) is op het moment van bepalen van de cijfers nog geen tabblad intake in het registratiesysteem KRIS ingevuld. Deze cliënten zijn in de analyses voor dit hoofdstuk niet meegenomen, waardoor de N lager is dan de totale instroom van dakloze cliënten (respectievelijk 289 en 276 dakloze cliënten, zie indicator 1.1). Beschouwing: Deze indicator brengt de lengte van de periode tussen de aanleiding van dakloosheid en de aanmelding voor het PvA MO in beeld. Van de 185 cliënten blijken 55 cliënten langer dan 6 maanden dakloos te zijn geweest voor ze worden aangemeld. Aanleiding dakloosheid van de ingestroomde cliënten die in het afgelopen jaar dakloos geworden zijn (indicator 2.2) Indicator 2.2: (N=134) (N=86) Dakloos door huisuitzetting uit corporatiewoning 13 (10%) 3 (4%) Dakloos door huisuitzetting uit niet-corporatiewoning 5 (4%) 3 (4%) Dakloos door huis verlaten (zelf weggegaan of weggestuurd) 80 (60%) 58 (67%) Dakloos door ontslag uit detentie 7 (5%) 2 (2%) Dakloos door ontslag uit zorginstelling 9 (7%) 2 (2%) Dakloos door eind marginale/ tijdelijke huisvesting 6 (4%) 2 (2%) Dakloos, andere aanleiding 14 (10%) 16 (19%) 15
16 Beschouwing: Verreweg de meest voorkomende aanleiding voor dakloosheid blijft het verlaten van het huis (zelf weggegaan of weggestuurd). In de volgende indicator wordt van de cliënten die dit als reden gaven, nader in beeld gebracht wat de reden was voor het verlaten van het huis. Redenen voor huis verlaten (indicator 2.3) Indicator 2.3: (2013) ) * Jongeren Volwassenen Huis verlaten vanwege conflict met ouder(s)/ verzorger(s) 38 (78%) 11 (48%) Huis verlaten i.v.m. huiselijk geweld 4 (8%) 0 (0%) Huis verlaten i.v.m. relatieproblemen 4 (8%) 8 (35%) Huis verlaten vanwege andere reden 2 (4%) 0 (0%) Huis verlaten i.v.m. huur niet meer kunnen betalen 1 (2%) 4 (17%) Huis verlaten, totaal * Vanwege de kleine aantallen is het niet betrouwbaar om deze indicator met voorgaande perioden te vergelijken. Beschouwing: De meest voorkomende reden van het verlaten van het huis blijft voor de jongeren conflict met ouder(s)/ verzorger(s). Voor volwassenen wordt deze reden ook het meest aangegeven, naast relatieproblemen. Onderliggende problemen kunnen aan de orde zijn, deze zijn in deze indicator niet meegenomen. In totaal is voor 4 cliënten aangegeven dat er sprake is van huiselijk geweld. Percentage ingestroomde dakloze jongeren dat dakloos is geworden door het verlaten van het huis (zelf weggegaan of weggestuurd) (indicator 2.4) Indicator 2.4: Percentage ingestroomde dakloze jongeren dat dakloos is min. 54% min. 52% geworden door het huis te verlaten (zelf weggegaan/ weggestuurd) max. 70% max. 87% Beschouwing: Tijdens 2013 zijn 110 dakloze jongeren ingestroomd in het primair proces. Van hen is voor 94 jongeren op 1 januari 2013 het tabblad intake in KRIS ingevuld, waardoor van hen de reden van dakloosheid bekend behoort te zijn. Van deze 94 jongeren hebben 49 jongeren (52%) als reden voor dakloosheid het verlaten van het huis opgegeven. Voor 33 jongeren is het tabblad intake niet ingevuld. Deze groep veroorzaakt de onzekerheid in deze indicator. Als zij ook dakloos zouden zijn geworden door het huis te verlaten, zouden zij het percentage kunnen verhogen tot maximaal 87%. De marge door onzekerheid is groter ten opzichte van
17 3 Cliëntengroep primair proces Omvang cliëntengroep primair proces (indicator 4.0) Indicator 4.0: 1 jan juli jan 2014 Totaal aantal cliënten in primair proces Waarvan: (Ex-)dakloze cliënten Niet-dakloze cliënten Of: Jongeren * Volwassenen * * Voor respectievelijk 25 (1 jan 2013), 24 (1 juli 2013) en 32 cliënten (1 januari 2014) is de geboortedatum (nog) niet bekend, waardoor deze niet kunnen worden ingedeeld naar volwassene of jongere. Beschouwing: Met deze indicator wordt de totale cliëntengroep in KRIS in beeld gebracht op de peildata 1 januari en 1 juli. Over deze cliënten zijn de percentages onder indicatoren 4.1 tot en met 4.3 bepaald. Het aantal cliënten in het primair proces bedraagt op 1 januari 2014 in totaal 4177 cliënten. Dit is minder dan in het voorgaande jaar, een verklaring hiervoor is de opschoning van de oude dossiers in KRIS. Percentage cliënten met trajectmanager (indicator 4.1) Norm: Afspraak is dat alle cliënten die worden aangemeld bij het Primair proces een trajectmanager krijgen. De Procesregie (voorheen Veldregie) stuurt op een minimumpercentage van 85%. Indicator 4.1: 1 jan jul jan 2014 Percentage (ex-)dakloze cliënten met trajectmanager 93% 93% 94% Percentage niet-dakloze cliënten met trajectmanager 85% 89% 86% Percentage jongeren met trajectmanager 86% 85% 81% Percentage volwassenen met trajectmanager 89% 92% 90% Beschouwing: Het percentage cliënten met een trajectmanager is in het tweede halfjaar 2013 licht afgenomen voor alle subgroepen. Het streefpercentage van de Procesregie is voor 17
18 de jongeren niet behaald. De taak van de trajectmanager is het organiseren van integrale zorg op maat. Daarom is het belangrijk dat de percentages onder deze indicator hoog zijn. Percentage cliënten met een ingevulde ZRM (indicator 4.2) Norm: Afspraak is dat in 2014 bij 100% van de cliënten de ZRM wordt ingevuld. Indicator 4.2: 2013 Percentage cliënten waarvoor ZRM is ingevuld 24% Beschouwing: Het aantal cliënten in het primair proces met trajectmanager bedraagt in totaal Hiervan is voor 24% (880 cliënten) de ZRM ingevuld. Dit percentage is laag, een verklaring hiervoor is dat het voor niet-gemeentelijke gefinancierde zorginstellingen niet verplicht is om de ZRM in te vullen. Voortgang op leefgebieden ZRM (indicator 4.3) Figuur 2: Voortgang op de domeinen van de ZRM voor de 231 cliënten voor wie zowel een nul- als minimaal één periodieke meting geregistreerd is in KRIS. Voortgang actieve cliënten (N=231) Score 1 - acute problematiek Score 2 - niet zelfredzaam 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Nul Recent Nul Recent Nul Recent Nul Recent Nul Recent Nul Recent Nul Recent Nul Recent Nul Recent Nul Recent Nul Recent Inkomen Dagbesteding Huisvesting Gezinsrelaties Geestelijke gezondheid Fysieke gezondheid Verslaving ADL vaardigheden Sociaal netwerkmaatschappelijke participatie Justitie Beschouwing: Voor 231 cliënten is zowel een nul- als een recentere periodieke meting geregistreerd. Op alle leefgebieden is een duidelijke afname te zien van het percentage cliënten dat acute problematiek had of niet zelfredzaam bleek bij de nulmeting. Het percentage cliënten in de meest schrijnende situaties is dus afgenomen en de hulp die voor deze cliënten is ingezet, heeft duidelijk effect gehad. 18
19 4 Nachtopvang Instroom nachtopvang (indicator 5.1) Indicator 5.1: Aantal nieuwe cliënten in de nachtopvang Waarvan: Jongeren * 52 (9%) 46 (11%) Volwassenen * 500 (91%) 379 (89%) * Voor respectievelijk 17 cliënten (2012) en 1 cliënt (2013) is de geboortedatum (nog) niet bekend, waardoor zij niet kunnen worden ingedeeld naar volwassene of jongere. Beschouwing: Tijdens 2013 zijn 426 nieuwe 3 cliënten ingestroomd in de Utrechtse nachtopvang 4. Het aantal nieuwe cliënten is ten opzichte van 2012 gedaald. Status nieuwe cliënten in de nachtopvang (indicator 5.2) Indicator 5.2: (N=569) (N=426) Cliënten met toegang tot Utrechtse MO (=rechtmatig verblijf 168 (30%) 159 (37%) + regiobinding) Cliënten met tijdelijke toegang* tot Utrechtse MO 40 (7%) 46 (11%) Cliënten zonder toegang tot Utrechtse MO (geen regiobinding) 97 (17%) 65 (15%) Cliënten zonder toegang tot Utrechtse MO (niet rechthebbend) 178 (31%) 132 (31%) Cliënten waarvoor nog geen bindingsadvies is gegeven 86 (15%) 24 (6%) * Cliënten kunnen tijdelijk toegang krijgen tot de MO vanwege schrijnendheid of omdat nog uitzoekwerk verricht moet worden. Beschouwing: Vanaf 1 juli 2011 krijgen cliënten die nog niet eerder zijn gezien in de nachtopvang een bindingsadvies. Dit advies bepaalt of cliënten toegang hebben tot de Utrechtse MO. Van de 426 nieuwe cliënten in de nachtopvang in 2013 hebben 159 cliënten (37%) de status 'Toegang tot Utrechtse MO' (= rechtmatig verblijf + regiobinding). 46% van de nieuw ingestroomde cliënten krijgen geen verdere toegang tot de Utrechtse MO, omdat ze geen regiobinding hebben of niet rechthebbend zijn. 3 'Nieuw' betekent dat deze cliënten terug tot 1 september 2009 niet eerder gezien zijn in de nachtopvang. 4 Nachtopvang locaties in 2013: Tussenvoorziening NOIZ, Tussenvoorziening Sleep-inn, Koudweerregeling Locaties, Leger des Heils 19
20 Omvang cliëntengroep nachtopvang (indicator 5.4) Indicator 5.4: Omvang cliëntengroep nachtopvang Waarvan: Jongeren * 56 (6%) 51 (6%) Volwassenen * 924 (94%) 745 (94%) * Voor respectievelijk 20 cliënten (2012) en 2 cliënten (2013) is de geboortedatum (nog) niet bekend, waardoor zij niet kunnen worden ingedeeld naar volwassene of jongere. Beschouwing: Gedurende het jaar 2013 hebben 798 personen minimaal één nacht in de Utrechtse nachtopvang voorzieningen geslapen. In 2012 sliepen er 1000 personen in de nachtopvang. Dat er minder unieke personen in de nachtopvang hebben geslapen betekent echter niet dat er minder bezette bedden zijn in de nachtopvang. De verblijfsduur voor de cliënten in de nachtopvang is namelijk zeer uiteenlopend (zie indicator 5.7). Percentage bezette bedden in de nachtopvang naar status (indicator 5.5) Indicator 5.5: Cliënten met toegang tot Utrechtse MO (=rechtmatig verblijf 60% 74% + regiobinding) Cliënten met tijdelijke toegang tot Utrechtse MO 14% 14% Cliënten zonder toegang tot Utrechtse MO (geen regiobinding) 3% 2% Cliënten zonder toegang tot Utrechtse MO (niet rechthebbend) 13% 9% Cliënten waarvoor nog geen bindingsadvies is gegeven 9% 2% Beschouwing: Rechtmatig verblijvende cliënten met regiobinding en cliënten met tijdelijk toegang tot Utrechtse MO bezetten in % van de bedden in de nachtopvang. Dit percentage is toegenomen ten opzichte van 2012 (toen 74%). Er zijn beduidend meer bedden bezet door cliënten met toegang tot de MO en minder door cliënten die (nog) geen bindingsbesluit hebben gekregen. 20
21 Verblijfsduur nachtopvang (indicator 5.7) Indicator 5.7: 1 e hj e hj e hj e hj 2013 (N=564) (N=672) (N=562) (N=424) Verblijfsduur 1 t/m 7 nachten 49% 48% 38% 38% Verblijfsduur 8 t/m 31 nachten 20% 23% 24% 23% Verblijfsduur 32 t/m 92 nachten 16% 17% 25% 23% Verblijfsduur 93 nachten t/m 184 nachten 16% 12% 13% 17% Beschouwing: Tijdens het tweede halfjaar 2013 hebben 424 personen in de Utrechtse nachtopvang voorzieningen geslapen. Van de 424 cliënten hebben 161 cliënten (38%) zeven nachten of minder in de nachtopvang geslapen. In vergelijking met het tweede halfjaar van 2012 verbleven er in het tweede halfjaar van 2013 minder cliënten in de nachtopvang (figuur 3). De cliënten sliepen gemiddeld meer nachten in de nachtopvang. Figuur 3: Aantal unieke personen naar frequentie gebruik nachtopvang nachten 8-31 nachten nachten nachten 0 1e hj e hj e hj e hj
22 22
23 5 Voorkom Huisuitzetting Instroom VH (indicator 6.1) Norm: Bij VH wordt gewerkt met een vast quotum. In 2013 mogen 123 type B cliënten instromen. Indicator 6.1: Aantal nieuw ingestroomde cliënten bij VH Waarvan: Type A* 9 (8%) 2 (2%) Type B** 86 (76%) 107 (94%) Type Z*** 3 (3%) 4 (4%) Onbekend - 1 (1%) * Type A cliënten krijgen een crisisinterventie zonder dat producten van de Kredietbank nodig zijn. ** Wanneer naast een crisisinterventie ook minimaal één product van de Kredietbank wordt ingezet, valt de cliënt onder type B. *** Type Z cliënten zijn zelfstandige ondernemers met een ontruimingsvonnis. Beschouwing: In 2013 zijn 114 cliënten nieuw aangemeld bij VH. Het aantal nieuw aangemelde personen is daarmee gestegen ten opzichte van De overgrote meerderheid van de nieuw ingestroomde cliënten is type B cliënt. Score op Leefgebieden ZRM bij instroom VH (indicator 6.2) Figuur 4. nulmetingen van 87 ingestroomde VH cliënten. Weergegeven is het aantal cliënten per niveau van zelfredzaamheid per leefdomein. Nulmetingen van ingestroomde cliënten VH Aantal cliënten Score 1 - acute problematiek Score 2 - niet zelfredzaam Score 3 - beperkt zelfredzaam Score 4 - voldoende zelfredzaam Score 5 - volledig zelfredzaam Inkomen Dagbesteding Huisvesting Gezinsrelaties Geestelijke gezondheid Fysieke gezondheid Verslaving ADL vaardigheden Sociaal netwerk Maatschappelijke participatie Justitie 23
24 Beschouwing: Voor 87 (76%) van de 114 nieuw aangemelde personen bij VH is een nulmeting van de ZRM ingevuld. Deze nulmetingen samen geven een indruk van de problematiek waarmee de VH doelgroep instroomde. Voornamelijk op het leefgebied huisvesting scoren VH cliënten ongunstig. Op het leefgebied inkomen scoort 47% van de cliënten score 1 (acute problematiek) of score 2 (niet zelfredzaam). Ook op het leefgebied dagbesteding scoren de VH cliënten ongunstig, zo heeft 22% van de cliënten score 1 of score 2 (hebben geen dagbesteding en veroorzaken mogelijk overlast). Uitstroom VH (indicator 6.3) Indicator 6.3: Aantal uitgestroomde cliënten bij VH Waarvan: Type A 8 (5%) 6 (5%) Type B 139 (87%) 110 (92%) Type Z 0 (0%) 3 (3%) Beschouwing: In 2013 zijn 119 cliënten uitgestroomd bij VH. Dat geeft een afname van uitstromers ten opzichte van Percentage positief beëindigde trajecten (indicator 6.4) Norm: Doel is dat bij minimaal 80% van de type A en type B cliënten die uitstromen bij VH, het traject positief wordt beëindigd. Indica ndicator 6.4: Percentage positief beëindigde trajecten 80 % 80% Beschouwing: Voor 80% van het totaal aantal in 2013 uitgestroomde cliënten is het dossier positief afgesloten. Het doel is hiermee behaald. 24
25 Omvang VH cliëntengroep (indicator 6.6) Indicator 6.6: 1 jan juli jan 2014 Omvang VH cliëntengroep Beschouwing: Met deze indicator wordt de totale VH cliëntengroep in beeld gebracht op peildata 1 januari en 1 juli. De omvang van de VH cliëntengroep bedraagt op 1 januari personen. De uitstroom in 2013 is iets groter dan de instroom in Hierdoor is de omvang van de VH cliëntengroep op 1 januari 2014 kleiner dan op eerdere peildata. 25
26 26
27 Bijlage 1: Overzicht indicatoren Veldmonitor Nr Naam indicator 1.1 Aantal en percentage cliënten dat is ingestroomd bij M&A en BCT Voor het eerst Status gemeten over Vastgesteld 1 e halfjaar 2010 Ja 1.2 Score op leefgebieden ZRM bij instroom Vastgesteld 1 e halfjaar 2013 Ja 1.3 Aantal en percentage ingestroomde dakloze vrouwen Vastgesteld 1 e halfjaar 2010 Ja 1.4 Aantal ingestroomde dakloze gezinnen met kind(eren) Vastgesteld 1 e halfjaar 2010 Ja 1.5 Percentage nieuw ingestroomde dakloze cliënten dat Vastgesteld 1 e halfjaar 2013 Ja deelneemt aan Housing First en Room First 2.1 Duur dakloosheid voorafgaand aan instroom Vastgesteld 1 e halfjaar 2010 Ja 2.2 Aanleiding dakloosheid van de ingestroomde cliënten die Vastgesteld 1 e halfjaar 2010 Ja in het afgelopen jaar dakloos geworden zijn 2.3 Redenen voor huis verlaten Vastgesteld 1 e halfjaar 2010 Ja 2.4 Percentage ingestroomde dakloze jongeren dat dakloos Vastgesteld 1 e halfjaar 2010 Ja is geworden door het verlaten van het huis (zelf weggegaan of weggestuurd) 3.1 Uitstroom uit traject Nog uitwerken N.t.b. Nee 3.2 Duur trajecten Nog uitwerken N.t.b. Nee 3.3 Vervolgzorg na uitstroom Nog uitwerken N.t.b. Nee 4.0 Omvang cliëntengroep primair proces Vastgesteld 1 e halfjaar 2010 Ja 4.1 Percentage cliënten met trajectmanager Vastgesteld 1 e halfjaar 2010 Ja 4.2 Percentage cliënten met een ingevulde ZRM Vastgesteld 1 e halfjaar 2013 Ja 4.3 Meest recente score op leefgebieden ZRM Vastgesteld 1 e halfjaar 2013 Ja 4.4 Percentage cliënten met zorgverzekering Vastgesteld 1 e halfjaar 2011 Nee 4.5 Percentage dakloze cliënten dat binnen 2 jaar na Vastgesteld 1 e halfjaar 2013? instroom gedurende min. 6 maanden aaneengesloten voorzien is van een stabiele mix. incl. dagbesteding 5.1 Instroom nachtopvang Vastgesteld 1 e halfjaar 2011 Ja 5.2 Status van nieuwe cliënten die min.1 nacht in Vastgesteld 2 e halfjaar 2011 Ja nachtopvang verbleven 5.3 Percentage nieuwe, rechtmatig verblijvende cliënten met Vastgesteld N.t.b. Nee regiobinding dat binnen vier weken een intake heeft 5.4 Omvang cliëntengroep nachtopvang Vastgesteld 1 e halfjaar 2011 Ja 5.5 Percentage bezette bedden nachtopvang naar status Vastgesteld 2 e halfjaar 2011 Ja 5.6 Uitstroom nachtopvang Nog uitwerken N.t.b. Nee 5.7 Verblijfsduur nachtopvang Nog uitwerken 2 e halfjaar 2013 Ja 6.1 Instroom VH Vastgesteld 1 e halfjaar 2011 Ja 6.2 Score op leefgebieden ZRM bij instroom VH Vastgesteld 1 e halfjaar 2013 Ja 6.3 Uitstroom VH Vastgesteld 1 e halfjaar 2011 Ja 6.4 Percentage positief beëindigde trajecten Vastgesteld 1 e halfjaar 2012 Ja 6.5 Score op leefgebieden ZRM bij uitstroom VH Vastgesteld 1 e halfjaar 2013 Nee 6.6 Omvang VH cliëntengroep Vastgesteld 1 e halfjaar 2011 Ja 6.7 Meest recente score op leefgebieden ZRM VH Vastgesteld 1 e halfjaar 2013 Nee X.1 Aantal cliënten per type voorziening Nog uitwerken N.t.b. Nee X.2 Aantal cliënten naar geslacht Nog uitwerken N.t.b. Nee X.3 Aantal en percentage gezinnen Nog uitwerken N.t.b. Nee X.4 (Combinaties van) problematiek Nog uitwerken N.t.b. Nee X.5 Aangevraagde zorg Nog uitwerken N.t.b. Nee X.6 Toegewezen zorg Nog uitwerken N.t.b. Nee X.7 Ontvangen zorg en doelstellingen op de verschillende leefgebieden Nog uitwerken N.t.b. Nee Te meten over 2 e hj 2013? 27
28 Gemeente Utrecht Uitgave Gemeente Utrecht Volksgezondheid Maart 2014 Adresgegevens Bezoekadres Kaatstraat 1, Utrecht Postadres Postbus 2423, 3500 GK Utrecht Telefoon (030) website 28
OGGZ Veldmonitor Utrecht
OGGZ Veldmonitor Utrecht Rapportage nr 5 Halfjaarrapport 2012 www.utrecht.nl/gggd Stand van zaken uitvoering Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang in Utrecht Colofon uitgave Gemeente Utrecht (GG&GD)
Nadere informatieOGGZ Veldmonitor Utrecht
Geneeskundige en Gezondheidsdienst OGGZ Veldmonitor Utrecht Rapportage nr 3 Halfjaarrapport 2011 www.utrecht.nl/gggd Stand van zaken uitvoering Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang in Utrecht Colofon
Nadere informatieOGGZ Veldmonitor Utrecht
OGGZ Veldmonitor Utrecht Rapportage nr 6 Jaarrapport 2012 www.utrecht.nl/gggd Stand van zaken uitvoering Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang in Utrecht Colofon uitgave Gemeente Utrecht (GG&GD) Postbus
Nadere informatieOGGZ Veldmonitor Utrecht
OGGZ Veldmonitor Utrecht Rapportage nr 7 Halfjaarrapport 2013 www.utrecht.nl/gggd Stand van zaken uitvoering Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang in Utrecht Colofon uitgave Gemeente Utrecht (GG&GD)
Nadere informatieOGGZ Veldmonitor Utrecht
Geneeskundige en Gezondheidsdienst OGGZ Veldmonitor Utrecht Rapportage nr 4 Jaarrapport apport 2011 www.utrecht.nl/gggd Stand van zaken uitvoering Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang in Utrecht Colofon
Nadere informatieOGGZ Veldmonitor Utrecht
Geneeskundige en Gezondheidsdienst OGGZ Veldmonitor Utrecht Basisdocument Indicatoren: definities en meetwijze www.utrecht.nl/gggd Versie 6 Oktober 2013 Colofon uitgave Gemeente Utrecht (GG&GD) Postbus
Nadere informatieOGGZ Veldmonitor Utrecht
Geneeskundige en Gezondheidsdienst OGGZ Veldmonitor Utrecht Basisdocument Indicatoren: definities en meetwijze www.utrecht.nl/gggd Versie 3 Februari 2012 Colofon uitgave Unit Epidemiologie en informatie
Nadere informatieOGGZ Veldmonitor Utrecht
Geneeskundige en Gezondheidsdienst OGGZ Veldmonitor Utrecht Basisdocument Indicatoren: definities en meetwijze www.utrecht.nl/gggd Versie 1 Februari 2011 Colofon uitgave Unit Epidemiologie en informatie
Nadere informatieOGGZ Veldmonitor Utrecht
Geneeskundige en Gezondheidsdienst OGGZ Veldmonitor Utrecht Basisdocument Indicatoren: definities en meetwijze www.utrecht.nl/gggd Versie 2 September 2011 Colofon uitgave Unit Epidemiologie en informatie
Nadere informatieMonitor Daklozenopvang 2017
m (Daklozenopvang Monitor Daklozenopvang Utrecht Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Puntsgewijs: samenvatting van de resultaten... 3 DAKLOZENOPVANG 1. Nachtopvang... 5 2. Jongvolwassenen in de nachtopvang...
Nadere informatieMonitor Daklozenopvang 2016
(Daklozenopvang Monitor Daklozenopvang 2016 Utrecht 2016 Inhoudsopgave Voorwoord met belangrijkste conclusies... 1 Puntsgewijs: samenvatting van de resultaten... 3 DAKLOZENOPVANG 1. Nachtopvang... 5 2.
Nadere informatieOpmerkingen en onderzoeksuggesties vanuit de discussiegroepen symposium 16/10/2013 nav de tabellen over huisuitzettingen
Bijlage 2 Opmerkingen en onderzoeksuggesties vanuit de discussiegroepen symposium 16/10/2013 nav de tabellen over huisuitzettingen 1. Wat is het aandeel feitelijke huisuitzettingen? 0,8% 0,7% 0,6% 0,5%
Nadere informatieMETINGEN 2014, 2015 EN Monitor opvang Enschede. A. Kruize. B. Bieleman
METINGEN 2014, 2015 EN 2016 Monitor opvang Enschede A. Kruize B. Bieleman 1. Inleiding Op 1 januari 2015 is de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 ingegaan. In deze wet wordt gesproken over twee ondersteuningsvormen
Nadere informatieMonitor begeleid wonen Twente 2012
Monitor begeleid wonen Twente 2012 metingen 2009, 2010 en 2011 A. Kruize S. Biesma B. Bieleman 1. Inleiding De wijze waarop de twee centrumgemeenten Almelo en Enschede, de maatschappelijke opvang willen
Nadere informatieKoudweeronderzoek 2014-2015. Rapportage Utrecht
Koudweeronderzoek 2014-2015 Rapportage Utrecht Analyse registratiegegevens en interviews in de Utrechtse nachtopvang in de winterperiode 2014-2015 Inhoud Samenvatting en conclusie... 1 Inleiding... 2 1.
Nadere informatieFlevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks
Annemieke Benschop & Dirk J Korf Flevomonitor 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld 26 Bonger Reeks FLEVOMONITOR 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf Dit onderzoek
Nadere informatieMaatschappelijke opvang: trends en ontwikkelingen Verdiepingssessie Stedelijk Kompas Gemeente Eindhoven 31 maart 2015 Mathijs Tuynman
Improving Mental Health by Sharing Knowledge Maatschappelijke opvang: trends en ontwikkelingen Verdiepingssessie Stedelijk Kompas Gemeente Eindhoven 31 maart 2015 Mathijs Tuynman Deze presentatie Deze
Nadere informatieREGIOCONVENANT Uitstroom Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen
REGIOCONVENANT Uitstroom Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen Inleiding Utrecht is als centrumgemeente verantwoordelijk voor de maatschappelijke opvang (MO) en voorzieningen voor beschermd wonen
Nadere informatieBETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT
Bijlage 4 BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT Voor een deel van de verantwoording voor het eerste halfjaar van 2016 is gebruik gemaakt van de ZelfRedzaamheid Matrix. Hieronder
Nadere informatieMonitor begeleid wonen en bemoeizorg Twente 2013
metingen 2009-2012 Monitor begeleid wonen en bemoeizorg Twente 2013 A. Kruize B. Bieleman 1. Inleiding De wijze waarop de twee centrumgemeenten Almelo en Enschede, de maatschappelijke opvang willen vormgeven,
Nadere informatieMonitor begeleid wonen en bemoeizorg Enschede 2011
CO LO F O N St. I NTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen: St. Jansstraat 2C Telefoon 050-313 40 52 Fax 050-312 75 26 Kantoor Rotterdam:
Nadere informatieOGGZ monitor, ZRM, en hoeveel daklozen zijn er nu? Marcel Buster, GGD Amsterdam
OGGZ monitor, ZRM, en hoeveel daklozen zijn er nu? Marcel Buster, GGD Amsterdam G4-USER OGGZ monitor matrix Inhoud Zelfredzaamheid-Matrix Hoeveel daklozen zijn er? 4/15/2015 2 G4-USER Urban Social Exclusion
Nadere informatieBijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg
Bijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg De zelfredzaamheidsmatrix (ZRM) (Bron: GGD Amsterdam) bevat onder andere het domein huisvesting. Het afwegingskader in deze bijlage is afgeleid van deze zelfredzaamheidsmatrix.
Nadere informatieMonitor verslaafden en daklozen Enschede 2008
Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2008 metingen 2001 tot en met 2007 A. Kruize M. Hofman B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl
Nadere informatieBijlage 1: Stand van zaken trajecten, in- door en uitstroom bij instellingen en van het proces werk en activering
Bijlage 1: Stand van zaken trajecten, in- door en uitstroom bij instellingen en van het proces werk en activering Hieronder worden in- door en uitstroomcijfers weergegeven (indien voorhanden). Hiervoor
Nadere informatieMETINGEN 2014 EN Monitor opvang Enschede. A. Kruize. B. Bieleman
METINGEN 2014 EN 2015 Monitor opvang Enschede A. Kruize B. Bieleman 1. Inleiding Op 1 januari 2015 is de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 ingegaan. In deze wet wordt gesproken over twee ondersteuningsvormen
Nadere informatieMonitor Opvang & Beschermd Wonen
(Deel 1 Daklozenopvang Monitor Opvang & Beschermd Wonen Utrecht 2015 Inhoudsopgave Voorwoord met belangrijkste conclusies... 1 Puntsgewijs: samenvatting van de resultaten... 3 DEEL 1 - DAKLOZENOPVANG Nachtopvang...
Nadere informatieOnderzoek Winteropvang 2017/18
Auteur(s) Marcel Buster Afdeling EGZ GGD Amsterdam, April 2018 2 Inhoud 1 Belangrijkste bevindingen 4 2 Inleiding 6 2.1 De winter(koude)regeling 2017/2018 6 2.2 Methode 7 3 Aantallen en kenmerken bezoekers
Nadere informatieMonitor daklozen en harddrugsverslaafden. Apeldoorn M. van Zwieten. S. Biesma. B. Bieleman. metingen
Monitor daklozen en harddrugsverslaafden Apeldoorn 2008 metingen 2004-2007 M. van Zwieten S. Biesma B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor
Nadere informatieMonitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek
Monitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Twente 2012 metingen 2006-2011 A. Kruize S. Biesma B. Bieleman 1. Inleiding De wijze waarop de twee centrumgemeenten en Enschede, de maatschappelijke
Nadere informatieMonitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek. Enschede A. Kruize. S. Biesma. B. Bieleman METINGEN 2004 TOT EN MET 2010
Monitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Enschede 2011 METINGEN 2004 TOT EN MET 2010 A. Kruize S. Biesma B. Bieleman 1. Inleiding Hoe de twee centrumgemeenten Almelo en Enschede, de maatschappelijke
Nadere informatieKoudweeronderzoek onder daklozen in de nachtopvang
Geneeskundige en Gezondheidsdienst Koudweeronderzoek onder daklozen in de nachtopvang www.utrecht.nl/gggd Analyse registratiegegevens en interviews in de Utrechtse nachtopvang in de winterperiode 2011-2012
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 december 2016 Betreft Maatschappelijke opvang
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieFLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner
FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit
Nadere informatieMonitor verslaafden en daklozen Enschede 2009
Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2009 metingen 2001 tot en met 2008 A. Kruize S. Biesma B. Bieleman Factsheet Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2009 Jaarlijks worden voor de Monitor verslaafden
Nadere informatieMonitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2012
Monitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2012 metingen 2008- A. Kruize S. Biesma B. Bieleman 1. Aantallen Huisuitzetting is één van de oorzaken van dakloosheid. Mensen worden door woningcorporaties,
Nadere informatieWe zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.
Bijlage 2 Cijfers uitvoering Participatiewet Bijstandsvolume stabiliseert Er zijn duidelijke signalen dat de economie en de arbeidsmarkt zich aan het herstellen zijn van de crisis. Het aantal mensen met
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 oktober 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieAlgemeen beeld Convenantafspraken Totaal aantal verhuringen (*) (*) exclusief Housing First
Wethouder van Stadsontwikkeling, Volkshuisvesting en Integratie M. Norder Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag De voorzitter van Commissie Ruimte Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk
Nadere informatie1. Inleiding. 2. Doelen en uitgangpunten van het gemeentebestuur
Programma van Eisen volgens TRILL voor Stichting Maatschappelijke Opvang (SMO) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nadere informatieMonitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Twente 2013
metingen 2007-2012 Monitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Twente 2013 A. Kruize B. Bieleman 1. Inleiding De wijze waarop de twee centrumgemeenten Almelo en Enschede, de maatschappelijke
Nadere informatieMonitor Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen 2016
Monitor Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen 2016 Jongvolwassenen, Volwassenen en Gezinnen Auteur(s) Natalie Runtuwene Marcel Buster Inhoud Samenvatting 4 1 Inleiding 10 2 Monitoring 12 3 Amsterdamse
Nadere informatieEvaluatie Housing First. Titel van de presentatie
Evaluatie Housing First Titel van de presentatie Toelichting Housing First Uitgangspunt is: iedereen heeft recht op een eigen plek om te wonen. HF biedt dak- en thuisloze mensen met meervoudige complexe
Nadere informatieCijfers maatschappelijke opvang Uitgave: Federatie Opvang, in opdracht van het ministerie van VWS
Cijfers maatschappelijke opvang 2016 Uitgave: Federatie Opvang, in opdracht van het ministerie van VWS Inhoud Inleiding en leeswijzer... 3 2016: de belangrijkste 3 uitkomsten op een rij... 4 De cliënten...
Nadere informatieDaklozenenquête Rotterdam
Daklozenenquête Rotterdam 2016-2017 INHOUD Inleiding... 2 Het beeld van alle daklozen... 3 Voorgeschiedenis... 4 Verblijfplaats s avond en overdag... 4 Demografische kenmerken... 5 Problematiek en gezondheid...
Nadere informatieBeleidsplan Opvang en Bescherming. Anne-Marie van Bergen (Movisie) en Daan Heineke (Talenter)
Beleidsplan Opvang en Bescherming Anne-Marie van Bergen (Movisie) en Daan Heineke (Talenter) 9/21/2015 Even voorstellen Anne-Marie van Bergen Daan Heineke Adviseur Movisie Gespecialiseerd in (O)GGZ 2013
Nadere informatieMonitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Enschede 2014
metingen 2008-2013 Monitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Enschede 2014 A. Kruize B. Bieleman 1. Inleiding De wijze waarop de twee centrumgemeenten Almelo en Enschede, de maatschappelijke
Nadere informatieZorgCijfers Monitor. Verblijfsduur in verpleging en verzorging niet korter in de Wet langdurige zorg. Van goede zorg verzekerd FEBRUARI 2018
ZorgCijfers Monitor Verblijfsduur in verpleging en verzorging niet korter in de Wet langdurige zorg FEBRUARI 2018 Van goede zorg verzekerd Dit is een uitgave van Zorginstituut Nederland Postbus 320 1110
Nadere informatieB&W. Advies. Noodopvang en woningen bijzondere doelgroepen. Zoetermeer steeds ondernemend. \u,/.,;/ 9P..\9\.\ Zocx C?.3-.l.l.--2:c.
Zoefermeer VERGADERING B&W ó.d. IJ NOV 2009 B&W DM^nr. 2009/20150 Advies 090641 Datum: 03-11-2009 Versie: 1 Conform advies bésldtëh Noodopvang en woningen bijzondere doelgroepen Verantwoordelijk Portefeuille
Nadere informatieInitiatiefvoorstel beter afgestemde zorg maatschappelijke opvang middels extra voorziening.
Initiatiefvoorstel beter afgestemde zorg maatschappelijke opvang middels extra voorziening. Probleemstelling Op dit moment zijn er onvoldoende bedden in de maatschappelijke opvang. Dit komt mede door het
Nadere informatieProfiel van daklozen in de vier grote. steden. Omz, UMC St Radboud Nijmegen. IVO, Rotterdam. Jorien van der Laan Sandra Boersma Judith Wolf
Profiel van daklozen in de vier grote Omz, UMC St Radboud Nijmegen steden Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) IVO, Rotterdam Jorien van der
Nadere informatiegelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de verordening maatschappelijke ondersteuning B E S L U I T E N:
Gemeenteblad 589 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE VOORST; gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorst 2015; B E S L U
Nadere informatieUitstroommonitor praktijkonderwijs 2012-2013 Samenvatting van de monitor 2012-2013 en de volgmodules najaar 2013
Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2012-2013 Samenvatting van de monitor 2012-2013 en de volgmodules najaar 2013 Platform Praktijkonderwijs Rotterdam, 2 december 2013 1 Introductie In deze beknopte samenvatting
Nadere informatieVragenlijst Ketensamenwerking Sociaal Kwetsbaren
Vragenlijst Ketensamenwerking Sociaal Kwetsbaren Deze vragenlijst is ontwikkeld door AnnemiekeTomassen van de GG&GD te Utrecht. Zij stelt de evaluatie aan andere veldregisseurs en geïnteresseerden ter
Nadere informatieImpuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Instroom en uitstroom van Housing First klanten bij acht praktijken 27 in maart Nederland 2014 Sara Al Shamma, Linda van den Dries & Judith Wolf Onze dank gaat uit naar iedereen die heeft bijgedragen aan
Nadere informatieMonitor verslaafden en daklozen Enschede 2006
Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2006 METINGEN 2001, 2002, 2003, 2004 EN 2005 B. Bieleman A. Kruize M. van Zwieten COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl
Nadere informatieZorgmonitor. Januari 2019
Zorgmonitor Januari 219 Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Januari 219 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Monitor in ontwikkeling... 3 1.2 Informatie op hoofdlijnen... 3 1.3 Definities...
Nadere informatieHet advies van de ASD.
Het advies van de ASD. Ongevraagd advies De ASD heeft in de afgelopen maanden met meerdere partijen gesproken over de opvang van daklozen. Dit naar aanleiding van een wijziging in de opvang van daklozen.
Nadere informatieBIJLAGE voortgangsrapportage mei 2007 Rapportage en planning activiteiten Den Haag Onder Dak. maart Bijgesteld op 4 mei 2007.
RIS146638a_13-JUN- BIJLAGE voortgangsrapportage mei Rapportage en planning activiteiten Den Haag Onder Dak. maart. Bijgesteld op 4 mei. Inleiding. Op 27 juni 2006 is het Haagse Plan van Aanpak MO/OGGZ,
Nadere informatiePrestatieverslag. West-Friesland. Hoorn, 29 mei 2016
Prestatieverslag West-Friesland 2016 Hoorn, 29 mei 2016 Inhoudsopgave INLEIDING... 3 HOOFDSTUK 1: MISSIE EN VISIE... 4 HOOFDSTUK 2: PRESTATIECIJFERS... 5 HOOFSTUK 3: TOELICHTING CIJFERS... 6 Inleiding...
Nadere informatieFactsheet Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang in de regio Hart van Brabant Inclusief Vrouwenopvang en Wmo begeleiding
Factsheet Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang in de regio Hart van Brabant Inclusief Vrouwenopvang en Wmo begeleiding Deze factsheet geeft een actuele situatie weer van het regionale landschap rondom
Nadere informatieOverijsselse dak- en thuislozenmonitor 2010
Overijsselse dak- en thuislozenmonitor 2010 Overijsselse dak- en thuislozenmonitor 2010 4 Overijsselse dak- en thuislozenmonitor 2010 2.1 Dreigend daklozen Inhoudsopgave De groep mensen die dreigen dakloos
Nadere informatieFlevomonitor Verslaving, dak- en thuisloosheid en huiselijk geweld in Flevoland. Annemieke Benschop Dirk J Korf m.m.v.
Flevomonitor 2014 Flevomonitor 2014 Verslaving, dak- en thuisloosheid en huiselijk geweld in Flevoland Annemieke Benschop Dirk J Korf m.m.v. Marlou Teerlink 2 Flevomonitor 2014 Inhoud Flevomonitor 2014
Nadere informatieMonitor 2013 Veelplegers Twente
Monitor 213 Veelplegers Twente A. Kruize J. Snippe B. Bieleman 1. Inleiding Het thema veelplegers blijft actueel en is één van de speerpunten van beleid. Voor een goede beleidsvorming en -uitvoering voor
Nadere informatie11/20/2014. Het onzichtbare zichtbaar maken in de OGGZ Stadsbioloog in Leiden. Prof dr Bert van Hemert. Vreemde vogels.
Het onzichtbare zichtbaar maken in de OGGZ 2007-2014 Prof dr Bert van Hemert Stadsbioloog in Leiden 1 november 14 Stadsbioloog in Leiden Stadsbioloog in Leiden Vreemde vogels Frits van der Sluis Hanneke
Nadere informatie17R RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00070
RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00070 iţemeente WOERDEN Van college van burgemeester en wethouders Datum 7 februari 2017 Portefeuillehouder(s) : wethouder Stolk en wethouder Koster Portefeuille(s) : Wonen en
Nadere informatieFlevomonitor 2013. Verslaving, dak- en thuisloosheid en huiselijk geweld in Flevoland. Annemieke Benschop Marije Wouters Dirk J Korf.
Flevomonitor 2013 Verslaving, dak- en thuisloosheid en huiselijk geweld in Flevoland Annemieke Benschop Marije Wouters Dirk J Korf Bonger Instituut Flevomonitor 2013 Inhoud Flevomonitor 2013 - overzicht
Nadere informatieZelfredzaamheid-matrix. Matty de Wit, Steve Lauriks, Leonie Klaufus, Wijnand van de Boom
Zelfredzaamheid-matrix Matty de Wit, Steve Lauriks, Leonie Klaufus, Wijnand van de Boom 4 februari 2015 Zelfredzaamheid-matrix DOMEIN 1 acute problematiek 2 niet zelfredzaam 3 beperkt zelfredzaam 4 voldoende
Nadere informatieHierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Dijk (SP) over de toename van het aantal daklozen (2018Z20013).
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieMonitor Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang
Marjolein Maas en Michel Planije Monitor Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang Rapportage 2009: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht 1 2 3 20 09 Marjolein Maas en Michel Planije Monitor Plan van
Nadere informatieRegiovisie beschermd wonen en maatschappelijke opvang. donderdag, 7 maart, Agendapunt:
Technische vragen raad Purmerend Fractie: Opsteller: Betreft: Onderwerp: Geagendeerd : VVD Manja van der Weit Commissie Samenleving Regiovisie beschermd wonen en maatschappelijke opvang Ja Datum vergadering:
Nadere informatieSamenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen
Samenvatting Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Voor de tweede keer heeft het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) de situatie van (ex-)gedetineerden op de gebieden identiteitsbewijs,
Nadere informatieRetouradres: Stadhuis, Postbus PB Haarlem. Aan de leden van de commissie Samenleving
Gemeente Haarlem Drs. Merijn Snoek Wethouder Jeugd, Onderwijs en Sport Haarlem Retouradres: Stadhuis, Postbus 511 2003 PB Haarlem Aan de leden van de commissie Samenleving Datum Ons kenmerk Contactpersoon
Nadere informatieAan de raad van de gemeente. Resultaten Flevomonitor 2014. Geachte raad,
Dienst Sociaal Domein D. Schulp Telefoon (036) 548 4847 Fax (036) E-mail dschulp@almere.nl Aan de raad van de gemeente Stadhuisplein 1 Postbus 200 1300 AE Almere Telefoon: 14 036 info@almere.nl www.almere.nl
Nadere informatieHANDREIKING. Landelijke toegankelijkheid in de maatschappelijke opvang
HANDREIKING Landelijke toegankelijkheid in de maatschappelijke opvang Handreiking Landelijke toegankelijkheid in de maatschappelijke opvang Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 Aanleiding en doel van de handreiking
Nadere informatieUitstroommonitor praktijkonderwijs
Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2016-2017 Samenvatting van de monitor 2016-2017 en de volgmodules najaar 2017 Sectorraad Praktijkonderwijs december 2017 Versie definitief 1 Vooraf In de periode 1 september
Nadere informatieAlleen als het ijs- en ijskoud is
Alleen als het ijs- en ijskoud is Bezoekers van de nachtopvang tijdens de koudweerregeling 2016/2017 Samenvatting en conclusies In de winter van 2016/2017 was gedurende zeven perioden de koudweerregeling
Nadere informatieMonitor Treiteraanpak 1 januari 2017
Monitor Treiteraanpak 2016 Monitor Treiteraanpak 1 januari 2017 Uitvoering Treiteraanpak Definitie Onder treiteren, ofwel intimidatie in de woonomgeving, wordt verstaan: Herhaaldelijk terugkerend wangedrag
Nadere informatieWmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg 2012-2014. Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid
Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg 2012-2014 Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid Raadscarrousel Drechtsteden 2 oktober 2012 Opbouw presentatie 1. Maatschappelijke Zorg (Wmo prestatievelden 7, 8 en
Nadere informatieMonitor Regionaal Kompas Oost-Veluwe
meting 2008 Monitor Regionaal Kompas Oost-Veluwe M. van Zwieten B. Bieleman Monitor Regionaal Kompas Oost-Veluwe November 2009 I NTRAVAL Groningen-Rotterdam COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781
Nadere informatieMonitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2014
metingen 2008-2013 Monitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2014 A. Kruize B. Bieleman 1. Aantallen Huisuitzetting is één van de oorzaken van dakloosheid. Mensen worden door woningcorporaties, particuliere
Nadere informatieB en W. nr d.d Onderwerp Brief aan de raad over ontwikkelingen in de huisvesting Maatschappelijke opvang 2012
B en W. nr. 12.0685 d.d. 3-7-2012 Onderwerp Brief aan de raad over ontwikkelingen in de huisvesting Maatschappelijke opvang 2012 Besluiten:Behoudens advies van de commissie 1. bijgaande brief aan de raad
Nadere informatieUitstroommonitor praktijkonderwijs
Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2015-2016 Samenvatting van de monitor 2015-2016 en de volgmodules najaar 2016 Platform Praktijkonderwijs december 2016 Definitieve versie 161208 1 Vooraf In de periode
Nadere informatieKengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013
Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013
Nadere informatieMonitor. alcohol en middelen
Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Monitor www.utrecht.nl/gggd alcohol en middelen www.utrecht.nl/volksgezondheid Thema 3 Gebruik van de verslavingszorg in Utrecht - 2012 1 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht,
Nadere informatieZelfredzaamheid-Matrix. Volledige en telbare beoordeling van cliënten
Zelfredzaamheid-Matrix Volledige en telbare beoordeling van cliënten Wat is de Zelfredzaamheid-Matrix? Zelfredzaamheid Zelfredzaamheid is: Het zelf realiseren van een acceptabel niveau op belangrijke domeinen
Nadere informatieKENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE
KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE 2005-2016 Juni 2016 Kengetallen mobiliteitsbranche 2005-2016 1 INHOUD 1. Aanleiding 3 2. Conclusie 5 3. Resultaten 10 3.1 Werkgevers 10 3.2 Medewerkers 27 3.3 Branchemobiliteit
Nadere informatieSOCIALE IMPACT VAN CRE8
SOCIALE IMPACT VAN CRE8 CRE8 richt zich samen met Streetcornerwork op kwetsbare jongeren in de leeftijd van 18 tot 27 jaar, met meervoudige problemen, vaak uitgevallen uit school en met meestal een grote
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieMonitor verslaafden en daklozen Enschede 2005
Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2005 METINGEN 2001, 2002, 2003 EN 2004 B. Bieleman A. Kruize C. Ogier SAMENVATTING Om meer inzicht te krijgen in het aantal dak- en thuislozen en zichtbare alcohol-
Nadere informatieVerordening tot wijziging van de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Arnhem 2015
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Arnhem. Nr. 19425 18 februari 2016 Verordening tot wijziging van de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Arnhem 2015 Op 29 juni
Nadere informatieBeschrijving Doelstellingen Wmo Stabilisering en Groei
Beschrijving Doelstellingen Wmo 2015-2018 Stabilisering en Groei Beschrijving doel Stabilisering Doel Individu in staat stellen op het hoogst haalbare niveau van participatie en zelfredzaamheid te komen
Nadere informatieMonitor Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang
M. Planije, M. Tuynman, L. Hulsbosch Monitor Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang Rapportage 2013/ 14: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht 20 14 M. Planije M. Tuynman L. Hulsbosch Monitor Plan
Nadere informatieZwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie
Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie Deze brochure is bedoeld voor iedereen die beroeps- en beleidsmatig met zwerfjongeren werkt. Zwerfjongeren
Nadere informatieVERBETERPLAN MAATSCHAPPELIJKE OPVANG, VERSLAVINGSZORG EN OPENBARE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG
VERBETERPLAN MAATSCHAPPELIJKE OPVANG, VERSLAVINGSZORG EN OPENBARE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Aanleiding Met het Verbeterplan Maatschappelijke Opvang, Verslavingszorg en Openbare Geestelijke Gezondheidszorg
Nadere informatieMonitor Regionaal Kompas Oost-Veluwe 2012
Metingen 2009-2011 Monitor Regionaal Kompas Oost-Veluwe 2012 M. Boendermaker S. Biesma B. Bieleman 1. Inleiding In deze brochure wordt de omvang en samenstelling van de doelgroepen van het Regionaal Kompas
Nadere informatieMonitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2013
metingen 2008- Monitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2013 A. Kruize B. Bieleman 1. Aantallen Huisuitzetting is één van de oorzaken van dakloosheid. Mensen worden door woningcorporaties, particuliere
Nadere informatieMonitor Regionaal Kompas Oost-Veluwe
Metingen 2009 tot en met 2012 Monitor Regionaal Kompas Oost-Veluwe M. Boendermaker B. Bieleman 1. Inleiding In deze rapportage wordt de omvang en samenstelling van de doelgroepen van het Regionaal Kompas
Nadere informatieFactsheet Jeugd in cijfers
Factsheet Jeugd in cijfers 2011-2012 Gemeente Gemeente Voorwoord Jeugd in cijfers biedt snel compacte en feitelijke beleidsinformatie over het huidige jeugdzorgstelsel in de provincie Noord- en binnen
Nadere informatieAnalyse quick scan productie 2016
Analyse quick scan productie 2016 Publicatienummer 2016-405 Vormgeving omslag Case Communicatie, Ede Copyrights GGZ Nederland 2016 Overname van teksten is toegestaan met bronvermelding. Voorwoord In de
Nadere informatie