Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot G. Van Landeghem, M. Goos & J.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot G. Van Landeghem, M. Goos & J."

Transcriptie

1 Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 G. Van Landeghem, M. Goos & J. Van Damme

2

3 Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie T van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 Auteurs: G. Van Landeghem, M. Goos & J. Van Damme A Promotoren coördinatieteam: J. Van Damme, B. De Fraine, I. Nicaise, P. Van Petegem & K. Verschueren Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, in het kader van het programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek 2010 SSL-rapport nr. SSL/OD1/ datum oplevering eerste versie: 28 april 2010 datum publicatie: 15 juni 2010

4 Voor meer informatie over deze publicatie: Steunpunt SSL, onderzoeksdomein Studie- en schoolloopbanen van leerlingen en studenten Auteurs: G. Van Landeghem, M. Goos & J. Van Damme Adres: Dekenstraat 2, 3000 Leuven Tel.: of Fax: Website: Copyright (2010) Steunpunt SSL p/a Parkstraat 47, 3000 Leuven Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder uitdrukkelijk te verwijzen naar de bron. No part of this material may be made public without an explicit reference to the source. De verantwoordelijkheid voor dit rapport berust volledig bij de auteurs en vertolkt niet noodzakelijk de officiële visie van de Vlaamse Overheid.

5 Samenvatting Dit rapport brengt verslag uit over de indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom uit het leerplichtonderwijs. Het indicatorensysteem is ontwikkeld in rapport OD1/ van het Steunpunt SSL. Het voorliggend rapport vult de tijdreeksen uit rapport OD1/ aan met de gegevens over het jaar Daarnaast bevat het nieuw materiaal over de kwalificaties via het buitengewoon secundair onderwijs en over kwalificaties behaald door jonge vroege schoolverlaters na het leerplichtonderwijs. De volgende belangrijke soorten kwalificaties zijn verwerkt in de indicatoren: het diploma van secundair onderwijs behaald via het algemeen secundair onderwijs of via het technisch secundair onderwijs of het secundair kunstonderwijs, het studiegetuigschrift van het zesde leerjaar van het voltijds gewoon beroepsonderwijs 2, het kwalificatiegetuigschrift van het deeltijds beroepsonderwijs en het getuigschrift 3 van een succesvol afgewerkt leercontract. Sommige wegen naar een kwalificatie blijven nog buiten beeld door een gebrek aan data. Niettemin vormen de in aanmerking genomen kwalificaties samen het meest complete kwalificatiecriterium dat tot nu toe is toegepast in een studie van de ongekwalificeerde uitstroom door middel van tellingsdata 4. Bovendien bevat dit rapport een eerste evaluatie van de invloed van de belangrijkste nog ontbrekende component, de kwalificaties via het buitengewoon secundair onderwijs. Het verloop van de basisindicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom is voorgesteld in Figuur 1 en Figuur 2. Deze indicatoren per leeftijd geven een beeld van het tempo waarin leeftijdsgenoten ongekwalificeerd uitstromen. Zo toont Figuur 2 bijvoorbeeld dat 5,5% van de meisjes geboren in 1987 het onderwijs zonder kwalificatie heeft verlaten op 18-jarige leeftijd (dat wil zeggen: op het einde van hun leerplicht). Een jaar later ging nog eens 3,2% van dezelfde meisjescohorte (als 19-jarigen) weg zonder kwalificatie; de ongekwalificeerde uitstroom van 1 Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2008). Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom. Een samenhangend indicatorensysteem gebaseerd op indicatoren per leeftijd. Leuven: Steunpunt SSL, rapport nr. OD1/ Zie 2 Sinds 2004 verwerft een aantal leerlingen dit getuigschrift via het experimenteel modulair beroepsonderwijs. 3 Uitgereikt door SYNTRA, het vroegere VIZO. 4 De term tellingsdata geeft weer dat de gegevens verzameld zijn door de volledige populatie te tellen: er is geen steekproef getrokken.

6 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom 20-jarige meisjes bedroeg 1,3% (Figuur 2). In dezelfde figuur vindt men overeenkomstige cijfers voor oudere meisjescohorten: 6,2% (18-jarigen), 2,2% (19- jarigen) en 1,0% (20-jarigen) in de geboortecohorte van 1982; respectievelijk 5,7%, 2,3% en 0,6% voor het geboortejaar Uit deze cijfers blijkt dat het tempo van het ongekwalificeerd uitstromen verandert volgens het geboortejaar. Zo is in de geboortecohorte van 1987 de verhouding van oudere ongekwalificeerde schoolverlaters die nog één of twee jaar op school gebleven zijn na het einde van hun leerplicht tot de 18-jarige ongekwalificeerde uitstroom belangrijker dan in de oudere cohorte van De corresponderende indicatoren voor de jongens zijn te vinden in Figuur 1. Uit een blik op Figuur 1 en Figuur 2 samen blijkt onmiddellijk dat ongekwalificeerd uitstromen een veel omvangrijker probleem is bij de jongens dan bij de meisjes. Deze vaststelling geldt ook telkens als men de vergelijking maakt op een gegeven leeftijd. Enkele voorbeelden van cijfers over de omvang van de ongekwalificeerde uitstroom per leeftijd die af te lezen zijn uit Figuur 1: een ongekwalificeerde uitstroom van 8,9% op 18-jarige leeftijd, 5,4% als 19-jarigen en 2,2% als 20-jarigen voor de jongens geboren in 1987; respectievelijk 9,7% (18), 4,1% (19) en 1,2% (20) van de jongenscohorte van 1982; 8,5% (18), 4,2% (19) en 0,9% (20) voor het geboortejaar Een tweede voordeel van deze basisindicatoren is dat ze de effecten van beleidsmaatregelen voor het verminderen van de ongekwalificeerde uitstroom sneller zichtbaar kunnen maken: bij de start van de implementatie ervan heeft een beleidsinitiatief mogelijk slechts een impact op sommige leeftijdscategorieën van bepaalde geboortejaren. Verschillende soorten indicatoren van voortijdig schoolverlaten kunnen dan berekend worden door de basisindicatoren op de gepaste manier te aggregeren: indicatoren per kalenderjaar, indicatoren per geboortecohorte en indicatoren met betrekking tot een gegeven leeftijdsinterval van de populatie. De afgeleide indicatoren verschillen enkel doordat ze de ongekwalificeerde uitstroom elk bekijken vanuit een andere invalshoek; ze zijn gebaseerd op éénzelfde kwalificatiecriterium en op dezelfde ingrediënten. Ongekwalificeerde uitstroom per kalenderjaar. In 2007 had 10,9% van de meisjes die het leerplichtonderwijs achter zich lieten in absolute cijfers: 3692 meisjes in een 2

7 Samenvatting uitstroom van meisjes geen kwalificatie. Bij de jongens ligt dat cijfer een heel stuk hoger: 18,3% van de uitstroom van de jongens 6560 uit was ongekwalificeerd. Voor jongens en meisjes samen stond de indicator van de ongekwalificeerde uitstroom in het kalenderjaar 2007 (op het einde van het schooljaar ) dus op 14,7%. Acht jaar eerder, in 1999, bedroegen de indicatorwaarden nog: 9,5% (meisjes), 14,8% (jongens) en 12,3% (samen). Tussen 1999 en 2007 (Tabel 1) was er een geleidelijke toename van de fractie zonder kwalificatie onder de schoolverlaters, zowel bij de jongens als bij de meisjes. Tabel 1. Ongekwalificeerde uitstroom in een reeks kalenderjaren J M Samen Kalenderjaar ,8% 9,5% 12,3% ,2% 10,3% 13,3% ,6% 9,6% 12,7% ,2% 10,2% 13,3% ,1% 10,4% 13,8% ,0% 10,2% 13,7% ,0% 10,4% 13,8% ,0% 10,8% 14,5% ,3% 10,9% 14,7% Kwalificatiecriterium: ASO-diploma, KSO/TSO-diploma, BSO-getuigschrift, DBSO-getuigschrift of SYNTRA-getuigschrift. Ongekwalificeerde uitstroom per geboortecohorte. Van meisjes geboren in 1985 behaalden uiteindelijk als we de boeken sluiten op 22-jarige leeftijd 3398 meisjes, dat wil zeggen: 10,7%, geen kwalificatie in het leerplichtonderwijs. In de cohorte van jongens van geboortejaar 1985 gaat het over 5972 jongens op een geschat geboortecijfer van 33402, dus 17,9%. De indicator van de ongekwalificeerde uitstroom voor het geboortejaar 1985 voor jongens en meisjes samen bedroeg dus 14,4%. Voor de jongens en meisjes geboren in 1977, acht jaar eerder, waren de indicatorwaarden: 8,9% (meisjes), 14,3% (jongens) en 11,6% (samen). Tussen de geboortejaren 1977 en 1985 (Tabel 2) was er een geleidelijke groei van het aandeel zonder uiteindelijke kwalificatie in de geboortecohorten, zowel bij de jongens als bij de meisjes. 3

8 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Tabel 2. Ongekwalificeerde uitstroom in een reeks geboortecohorten Geboortejaar in J M Samen 22-jarigen ,3% 8,9% 11,6% ,1% 8,6% 11,4% ,0% 9,0% 12,1% ,8% 9,0% 12,0% ,6% 9,7% 12,7% ,4% 10,3% 13,5% ,5% 10,0% 13,3% ,6% 10,5% 14,1% ,9% 10,7% 14,4% 2007 Kwalificatiecriterium: ASO-diploma, KSO/TSO-diploma, BSO-getuigschrift, DBSO-getuigschrift of SYNTRA-getuigschrift. Ongekwalificeerd uitgestroomde fractie in een leeftijdsinterval. Onder de naar schatting jarige meisjes in de Vlaamse Gemeenschap in 2007 hadden er het leerplichtonderwijs verlaten zonder een kwalificatie op zak, dat wil jarigen, een aandeel van 15,5%. In 2007 bedroeg de waarde van de indicator van de jarigen zonder kwalificatie en niet meer in het leerplichtonderwijs dus, voor jongens en meisjes samen, 12,6%. De overeenkomstige cijfers voor het jaar 2001, zes jaar eerder, waren: 8,4% (meisjes), 13,6% (jongens) en 11,1% (samen). Tussen 2001 en 2007 (Tabel 3) is deze indicator van de ongekwalificeerde uitstroom gestaag toegenomen. Tabel 3. Ongekwalificeerde jarigen niet meer in leerplichtonderwijs J M Samen zeggen: 9,4%. Bij de jongens ging het om op een totaal van Kalenderjaar ,6% 8,4% 11,1% ,9% 8,6% 11,3% ,3% 8,9% 11,6% ,5% 9,0% 11,8% ,9% 9,2% 12,1% ,3% 9,4% 12,4% ,5% 9,4% 12,6% Kwalificatiecriterium: ASO-diploma, KSO/TSO-diploma, BSO-getuigschrift, DBSO-getuigschrift of SYNTRA-getuigschrift. De evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom. In het derde deel van de Vlaamse Lissabonrapportering 2008 is sprake van een dalende trend in de ongekwalificeerde uitstroom. 5 6 Onze vaststellingen over het verloop van zowel de basisindicatoren per 5 Download (24 januari 2009) van Deel 3: Vlaams Voortgangsrapport 2008 van Zie p Zie ook p. 29 in: Demeulemeester, A. (mei-december 2008). Vlaanderen in Actie. Positioneringspaper Talent. Vlaamse Overheid, Afdeling Communicatie. 4

9 Samenvatting leeftijd als de afgeleide indicatoren per kalenderjaar, per geboortecohorte of in een leeftijdsinterval tonen aan dat deze uitspraak niet geldig is voor het grootste deel van het leerplichtonderwijs, namelijk het gewoon (voltijds én deeltijds) secundair onderwijs en het leercontractensysteem. Volgens het in dit rapport gehanteerde kwalificatiecriterium dat alle relevante kwalificaties van het leerplichtonderwijs omvat, op de kwalificaties van het buitengewoon secundair onderwijs na en volgens de administratieve gegevens over het Vlaams onderwijs is de ongekwalificeerde uitstroom de jongste jaren geleidelijk toegenomen. Kwalificaties via het buitengewoon secundair onderwijs. Leerlingen van de opleidingsvorm 3 (OV3) 7 van het buitengewoon secundair onderwijs (BuSO) kunnen een kwalificatiegetuigschrift behalen. Leerlingen van de opleidingsvorm 4 (OV4) 7 kunnen de kwalificaties van het gewoon secundair onderwijs verwerven. Het zijn deze kwalificaties via de opleidingsvormen 3 en 4 die we in aanmerking nemen bij het verrekenen van de rol van het buitengewoon secundair onderwijs in de gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom uit het leerplichtonderwijs. Tot nu toe zijn er te weinig cijfergegevens beschikbaar om kwalificaties van het buitengewoon secundair onderwijs volledig te integreren in het indicatorensysteem. Met de beschikbare korte tijdreeks van vier jaren is het wel mogelijk een aanzet te geven tot die integratie. Dit geeft een eerste indruk van het effect van de opname van de kwalificaties van het buitengewoon secundair onderwijs in het kwalificatiecriterium. Ten eerste blijkt dat er een beduidende bijdrage is van het BuSO aan de kwalificatiestroom. Zo wordt het aantal vroege schoolverlaters volgens het uitgebreide criterium (mét BuSO) geschat op 16,6% van de totale uitstroom van jongens uit het leerplichtonderwijs in 2007, 1,7% lager dan de indicatorwaarde van 18,3% zonder de kwalificaties van het BuSO. Bij de meisjes bedraagt de overeenkomstige overschatting 1,1%, waardoor de indicatorwaarde daalt van 10,9% ongekwalificeerde uitstromers (zonder BuSO) naar 9,8% (met BuSO). De bijdrage van het buitengewoon secundair onderwijs aan de kwalificatiestroom is bijna volledig 7 Opleidingsvorm 3 geeft een algemene sociale en beroepsvorming met het oog op integratie in een gewoon leef- en werkmilieu ; Opleidingsvorm 4 geeft een voorbereiding op een studie in het hoger onderwijs en op integratie in het actieve leven (zie bijvoorbeeld: Statistisch Jaarboek van het Vlaams onderwijs, schooljaar , p. 10). 5

10 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom toe te schrijven aan de opleidingsvorm 3 ; in vergelijking daarmee zijn de kwalificatie-aantallen via opleidingsvorm 4 verwaarloosbaar. Ten tweede blijkt het pakket kwalificaties via het BuSO groter te zijn in de jongenscohorten dan in de meisjescohorten. Het bestaande criterium (zonder BuSO) overschat de gender gap dus enigszins. Maar ook na het in rekening brengen van de kwalificaties via het buitengewoon secundair onderwijs blijft het verschil tussen het (grote) aantal vroege schoolverlaters bij de jongens en het (kleinere) aantal bij de meisjes opmerkelijk. Ten derde zien we in de korte tijdreeks geen enkele aanwijzing van een toename van het aantal kwalificaties via het BuSO. De berekening volgens het uitgebreide kwalificatiecriterium (mét BuSO) bevestigt dan ook dat de ongekwalificeerde uitstroom recent is toegenomen. Zelfs door het smalle beschikbare venster van slechts vier jaar zien we het aantal vroege schoolverlaters bij de jongens stijgen van 14,9% van de uitstroom (2004) tot 16,6% (2007); bij de meisjes is er een toename van 8,9% ongekwalificeerde uitstromers (2004) naar 9,8% (2007); voor jongens en meisjes samen komt dit neer op een stijging van 12,0% (2004) naar 13,3% (2007) voortijdige schoolverlaters in de uitstroom. Kwalificaties kort na voortijdig schoolverlaten. Sommige leerlingen behalen een kwalificatie via de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het Voltijds Secundair Onderwijs 8 of via het volwassenenonderwijs 9 (tevoren: onderwijs voor sociale promotie, tweedekansonderwijs, ) in een leeftijdsfase waarin een beduidend aantal leeftijdsgenoten nog kwalificaties verwerft via het leerplichtonderwijs. De indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom uit het leerplichtonderwijs per geboortejaar (Tabel 2) kunnen bepaald worden door te volgen hoe een cohorte haar kwalificatieverzameling aanvult naarmate ze ouder wordt. Vanuit dat perspectief lijkt het zinvol om (op bepaalde leeftijden) ook de kwalificaties van een cohorte via het volwassenenonderwijs en de Examencommissie bij te houden en het resultaat van die telling te vergelijken met het aantal vroege schoolverlaters van het geboortejaar in kwestie. 8 Diploma s van secundair onderwijs behaald via de Tweede Afdeling (ASO) of de Derde Afdeling (TSO/BSO/KSO) van de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het Voltijds Secundair Onderwijs. 9 De Centra voor Volwassenenonderwijs kunnen diploma s uitreiken sinds het schooljaar

11 Samenvatting Met voorlopig slechts informatie over vijf kalenderjaren (1997, 2003, 2005, 2006, 2007), waarvan enkel de drie laatste opeenvolgen, zijn er niet genoeg gegevens voorhanden om deze vergelijking voor zelfs maar één geboortecohorte exact uit te werken. Volgens de beschikbare gegevens bedraagt de bijdrage van dit alternatieve kwalificatiekanaal na het leerplichtonderwijs aan de kwalificatieverzameling van de jongenscohorte van geboortejaar 1980, gesommeerd over de betrokken leeftijden (tot 22), ongeveer 0,4%. Voor het geboortejaar 1985 is de geschatte bijdrage dubbel zo groot, 0,8% van de omvang van de jongenscohorte. De overeenkomstige cijfers bij de meisjes zijn: 0,4% (geboortejaar 1980) en 0,7% (1985). Het gaat om bescheiden aantallen, maar de groei in de loop van een decennium 1997 tot 2007 is opmerkelijk. De geleidelijke toename van de ongekwalificeerde uitstroom uit het leerplichtonderwijs ging dus gepaard met een (enigszins compenserende) groei van het aantal kwalificaties buiten het leerplichtonderwijs. De gekwalificeerde uitstroom. Voor het berekenen van de indicatoren van voortijdig schoolverlaten is het noodzakelijk de gekwalificeerde uitstroom in detail te volgen. De grafieken en tabellen van dit rapport bevatten dan ook uitgebreide informatie over hoe jongens- en meisjescohorten kwalificaties van verschillende types verwerven naarmate ze ouder worden, hoe dit proces verandert volgens het geboortejaar en hoe het relatief belang van de verschillende soorten kwalificaties evolueert. Zo blijkt bijvoorbeeld (p. 178) dat de systematische afname van het percentage kwalificaties via het algemeen secundair onderwijs geheel toe te schrijven is aan een daling bij de jongens. De vermindering van de output van het algemeen secundair onderwijs in de jongenscohorten wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de toename van het percentage diploma s via het technisch secundair onderwijs of het secundair kunstonderwijs. 7

12 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 1. Ongekwalificeerde uitstroom van jongens per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 8

13 Samenvatting Figuur 2. Ongekwalificeerde uitstroom van meisjes per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 9

14

15 Inleiding Inleiding en overzicht Jongeren die weinig weten te halen uit wat de school kan bieden zijn geen grote uitzonderingen. Ze vormen een minderheid die voldoende omvangrijk is om een plaats te krijgen op de agenda van beleidsmakers. Zo duidde de Beleidsnota van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming het feit dat sommige jongeren niet of laag gekwalificeerd op de arbeidsmarkt komen aan als een belangrijk probleem. De Beleidsnota koos het verwezenlijken van een betere aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt als één van de vier doelstellingen waarop het onderwijsbeleid zou worden afgerekend 10. Ook in het toekomstplan voor 2020 van Vlaanderen in Actie stelt men dat er nog teveel jongeren (zijn) die het onderwijs verlaten zonder diploma en zonder startkwalificaties op de arbeidsmarkt komen. 11 Dit probleem wordt vermeld als één van de uitdagingen onder de hoofding de lerende Vlaming, de titel van één van de vijf doorbraken die moeten gerealiseerd worden om van Vlaanderen tegen 2020 een Europese topregio te maken. 12 De eerste doelstelling van dit rapport is het aanvullen van de tijdreeksen van het in rapport SSL/OD1/ ontwikkelde systeem van indicatoren van voortijdig schoolverlaten. De meest recente beschikbare gegevens hebben betrekking op het jaar 2007 (het einde van het schooljaar ) en worden nu mee verwerkt. Daarnaast bevat dit rapport een eerste evaluatie van de invloed van de belangrijkste nog ontbrekende component in het kwalificatiecriterium, namelijk de kwalificaties via het buitengewoon secundair onderwijs. De gegevens zijn nog te beperkt voor een volledige integratie van die kwalificaties in het indicatorensysteem. Daarom is deze analyse apart gehouden van de eigenlijke update van de bestaande indicatoren en wordt erover gerapporteerd in een bijlage. Deze eerste verkenning levert informatie over de omvang van de bijdrage van het buitengewoon secundair onderwijs aan de kwalificatiestroom en over de recente evolutie van die bijdrage. 10 Zie pp. 7-9 van de Beleidsnota , Onderwijs en Vorming van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming. 11 Vlaamse Overheid (januari 2009). Vlaanderen in Actie. Doorbraken Brussel: Vlaamse Overheid, Afdeling Communicatie. 12 Zie pp. 52 en 57 van: Vlaamse Overheid (januari 2009). Vlaanderen in Actie. Doorbraken Brussel: Vlaamse Overheid, Afdeling Communicatie. 13 Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2008). Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom. Een samenhangend indicatorensysteem gebaseerd op indicatoren per leeftijd. Leuven: Steunpunt SSL, rapport nr. OD1/ Zie 11

16 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Ten derde geeft dit rapport een eerste indruk van het belang van kwalificaties via de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het Voltijds Secundair Onderwijs en via het volwassenenonderwijs. Sommige vroege schoolverlaters benutten deze alternatieve kwalificatiekanalen om toch nog een kwalificatie te verwerven nadat ze het leerplichtonderwijs zonder succes hebben verlaten. We benadrukken tenslotte dat de grafieken en tabellen in deze tekst uitgebreide informatie bevatten over de gekwalificeerde uitstroom. Ze tonen hoe de jongens- en meisjescohorten kwalificaties van verschillende types verwerven naarmate ze ouder worden, hoe dit proces evolueert volgens het geboortejaar en hoe het relatief gewicht van de verschillende soorten kwalificaties verschuift. Drie soorten indicatoren van voortijdig schoolverlaten Er zijn meerdere soorten indicatoren in omloop, die de ongekwalificeerde uitstroom elk vanuit een andere invalshoek meten. Het Steunpunt SSL produceert al enkele jaren indicatoren per kalenderjaar (of schooljaar) en indicatoren per geboortecohorte (of geboortejaar). Deze twee invalshoeken hebben allebei hun nut. Sommige veranderingen of beleidseffecten zullen duidelijker zichtbaar zijn met het ene, sommige eerder met het andere type indicator. Een derde invalshoek wordt vertegenwoordigd door de indicator van vroegtijdige schoolverlaters die (in een Europese context) door de Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie wordt berekend uit de Enquête naar de arbeidskrachten ( EAK ) 14. Die indicator beschrijft niet de samenstelling van de uitstroom uit het leerplichtonderwijs op het einde van een gegeven schooljaar (zoals de SSL-indicator per kalenderjaar) en ook niet de eindbalans voor een geboortecohorte (zoals de SSLindicator per geboortejaar). In de plaats daarvan beschrijft de EAK-indicator de toestand, onder meer wat het bezit van kwalificaties betreft, van het deel van de bevolking in een gegeven leeftijdsinterval (namelijk: de jarigen). Er zijn belangrijke bijkomende verschillen met de SSL-indicatoren, op de eerste plaats dat de 14 Een tijdreeks van deze indicator voor het Vlaams Gewest is te vinden op de site van de Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie (maart 2010), in de tabel onder de titel Vroegtijdige schoolverlaters jaargemiddelden ( ). De meest recente indicatorwaarden (tijdreeks van 1999 tot 2008) zijn beschikbaar op de site van het Steunpunt Werk & Sociale Economie (WSE) op het blad Jaargemiddelden van de Excel file 311_ongekwalificeerde_uitstroom, in de tabellen onder de hoofding Ongekwalificeerde uitstroom uit het onderwijs (maart 2010). 12

17 Inleiding indicator niet berekend wordt uit administratieve tellingen maar uit gegevens verzameld via een enquête voorgelegd aan een steekproef uit de bevolking. Een systeem van indicatoren per leeftijd In rapport SSL/OD1/ zijn we er voor het eerst in geslaagd indicatoren te berekenen volgens de drie genoemde invalshoeken die onderling consistent zijn, dat wil zeggen: ze zijn gebaseerd op eenzelfde kwalificatiecriterium, ze zijn afgeleid uit dezelfde gegevens en ze hebben betrekking op dezelfde populatie (namelijk: de Vlaamse Gemeenschap). Om dat te bereiken, hebben we een nieuwe, onderliggende indicatorenset gedefinieerd. Zo n nieuwe indicator zegt hoeveel leden van een geboortecohorte het leerplichtonderwijs ongekwalificeerd verlaten op een gegeven leeftijd. 16 De leerlingen die ongekwalificeerd uitstromen zijn niet allemaal even oud. Daarom gaat het over een indicatorenset, met een aparte indicator voor elke relevante leeftijd. De belangrijkste indicatoren zijn die van de 18-jarigen, 19-jarigen en 20- jarigen. Door eerst deze basisindicatoren per leeftijd te berekenen en de indicatoren per kalenderjaar, per geboortejaar of per leeftijdsinterval daaruit af te leiden, verzekeren we dat al deze indicatoren onderling verenigbaar zijn: ze verschillen enkel doordat ze de ongekwalificeerde uitstroom benaderen vanuit een andere invalshoek. De afgeleide indicatoren per leeftijdsinterval maken het bovendien mogelijk de EAK-indicator van de ongekwalificeerde uitstroom te toetsen. Bijkomende voordelen van het indicatorensysteem Voorafgaand redeneren en rekenen per leeftijd zorgt voor een interessante vereenvoudiging in de berekening van de indicatoren per kalenderjaar in vergelijking met vroegere berekeningswijzen 17 : er is geen behoefte meer aan instroomgegevens. 15 Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2008). Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom. Een samenhangend indicatorensysteem gebaseerd op indicatoren per leeftijd. Leuven: Steunpunt SSL, rapport nr. OD1/ Zie 16 De eerste ideeën over dit indicatorensysteem zijn geformuleerd in twee vroegere rapporten van het Steunpunt SSL (toen nog het Steunpunt LOA): Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2004). Indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom. Een bijdrage tot de discussie en een aantal nieuwe schattingen. Leuven: Steunpunt LOA, rapport nr. 19; en: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2006). Geactualiseerde schattingen van de ongekwalificeerde uitstroom per schooljaar en per geboortejaar. Leuven: Steunpunt LOA, rapport nr. 37. Zie 17 Zie bijvoorbeeld p. 11 in: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2009). Geactualiseerde schattingen van de ongekwalificeerde uitstroom. Verwerking van de gegevens van Leuven: Steunpunt SSL, rapport nr. SSL/OD1/ Zie 13

18 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Een tweede en wellicht nog belangrijker voordeel is dat er uitgebreid aandacht besteed wordt aan de evolutie van de ingrediënten van de indicatoren. Daarbij gaat het zowel over de ingrediënten van de geaggregeerde indicatoren, namelijk: de basisindicatoren per leeftijd, als de componenten van die basisindicatoren zelf: de kwalificatieaantallen per soort en de schattingen van de totale uitstroom. Het nazicht van het verloop van de ingrediënten is een vorm van kwaliteitscontrole van de gegevens, die de betrouwbaarheid van de indicatoren verhoogt. De nieuwe basisindicatoren per leeftijd zijn niet alleen van belang als componenten van de geaggregeerde indicatoren. Ze vertegenwoordigen interessante nieuwe informatie, om minstens twee redenen. Ten eerste geven deze indicatoren een beeld van het tempo waarin leeftijdsgenoten ongekwalificeerd uitstromen, en van de evolutie van dat uitstroomtempo volgens het geboortejaar. Een tweede voordeel van deze basisindicatoren is dat ze de effecten van beleidsmaatregelen voor het verminderen van de ongekwalificeerde uitstroom sneller zichtbaar kunnen maken: bij de start van de implementatie ervan heeft een beleidsinitiatief mogelijk slechts een impact op sommige leeftijdscategorieën van bepaalde geboortejaren. Overzicht van het rapport Dit rapport bestaat uit drie delen en drie bijlagen. Het eerste deel (p. 21) behandelt de ingrediënten en de berekening van de basisindicatoren. Het onderdeel onder de hoofdingen Kwalificaties (p. 23) Kwalificaties Algemeen Onderwijs (p. 26) Kwalificaties Technisch Onderwijs en Kunstonderwijs (p. 34) Kwalificaties Voltijds Beroepsonderwijs (p. 42) Kwalificaties Deeltijds Beroepsonderwijs (p. 50) Kwalificaties Leercontracten SYNTRA (p. 56) beschrijft hoeveel kwalificaties van elke soort op elke leeftijd worden uitgereikt. De grafieken tonen de evolutie volgens het geboortejaar. Het volgende onderdeel, onder de hoofdingen Uitstroom (p. 61) Uitstroom van 16-jarigen tot 20 en ouder (p. 66) Uitstroom van 16-jarigen tot 22 en ouder (p. 72) 14

19 Inleiding beschrijft de verschillende modellen (naargelang van de leeftijd) om de uitstroom uit het leerplichtonderwijs per geboortejaar en per leeftijd te schatten, en de resultaten. Het onderdeel onder de hoofdingen Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom (p. 79) Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom 18-jarigen (p. 80) Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom 19-jarigen (p. 84) Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom 20-jarigen (p. 88) Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom 21-jarigen (p. 92) Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom 22 of ouder (p. 96) toont de verdeling van de uitstroom in een gekwalificeerd en een ongekwalificeerd deel. Het tweede deel (p. 101) toont en bespreekt de evolutie volgens het geboortejaar van de nieuwe indicatoren per leeftijd, onder de hoofding: Ongekwalificeerde uitstroom per leeftijd Basisindicatoren. Het derde deel (p. 117) is gewijd aan de geaggregeerde indicatoren. Onder de hoofding Ongekwalificeerde uitstroom in een geboortecohorte (p. 119) komen de indicatoren per geboortejaar aan bod. Onder de hoofding Ongekwalificeerde uitstroom in een kalenderjaar (p. 125) brengen we de indicatoren per kalenderjaar in beeld, met uitgebreide aandacht voor een vergelijking met de vroegere indicatoren. Onder de hoofding Voortijdige schoolverlaters in een gegeven leeftijdsinterval (p. 135) bespreken we de nieuwe indicatoren per leeftijdsinterval, die vergeleken worden met de EAK-indicator. De eerste bijlage (p. 147) onder de hoofding Ongekwalificeerde uitstroom per leeftijd Basisindicatoren analyseert de beschikbare gegevens over kwalificaties via het buitengewoon secundair onderwijs. De tweede bijlage (p. 169) onder de hoofding Kwalificaties na voortijdig schoolverlaten bespreekt de kwalificaties via de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het Voltijds Secundair Onderwijs en via het volwassenenonderwijs. De derde bijlage (p. 177) onder de hoofding 15

20 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Tabellen per geboortecohorte bestaat uit een reeks tabellen voor de geboortecohorten van de geboortejaren 1977 tot en met Voor die cohorten beschikken we over volledige informatie dat wil zeggen: van op 16-jarige leeftijd tot en met 22-jarige leeftijd over de verschillende componenten van het kwalificatiecriterium. De tabellen tonen hoe elke cohorte jaar na jaar de verschillende soorten kwalificaties accumuleert. De evolutie over de tabellen en dus over de geboortejaren heen van het totaal aantal kwalificaties op 22-jarige leeftijd, per type kwalificatie, is voorgesteld in enkele grafieken na de tabellenreeks. Op p. 201, tenslotte, vindt men een overzicht van de voorafgaande rapporten over de ongekwalificeerde uitstroom, waarop dit rapport verderbouwt. Begrippen en definities De basisindicatoren van voortijdig schoolverlaten die in dit rapport berekend worden (Figuur 1 en Figuur 2), hebben betrekking op leeftijdsgenoten, dat wil zeggen: de leden van eenzelfde geboortecohorte 18 op een bepaalde leeftijd 19. Deze indicatoren drukken de grootte van de ongekwalificeerde uitstroom uit als een percentage van de omvang van die geboortecohorte. 20 Dit rapport spreekt over het onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap 21. Figuur 3 toont de hier gebruikte schattingen van de omvang van de Vlaamse geboortecohorten. 18 Leeftijdsgenoten hebben hetzelfde geboortejaar en vormen een geboortecohorte. Meer uitleg over wat we precies bedoelen met de doorstroming van een geboortecohorte door het Vlaams onderwijssysteem, is te vinden op pp. 1 7 van het rapport Geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs: Evolutie van tot van G. Van Landeghem en J. Van Damme (Steunpunt LOA, rapport nr. 16). Zie 19 Een voorbeeld. De leden van de geboortecohorte van 1981 bereiken hun tweeëntwintigste verjaardag in kalenderjaar Als 22-jarigen verwerven ze studiebewijzen op het einde van het schooljaar De regel voor leeftijdsaanduidingen in verband met het behalen van getuigschriften/diploma s is dus dat de leeftijd gelijk is aan het kalenderjaar (waarin de studiebewijzen behaald worden) minus het geboortejaar. 20 In het geval van studiebewijzen behaald door meisjes drukt het percentage uit over welk aantal het gaat in vergelijking met de omvang van de volledige meisjescohorte van hun geboortejaar. Aantallen studiebewijzen voor jongens worden vergeleken met de omvang van de jongenscohorte in kwestie. Als er geen onderscheid wordt gemaakt volgens sekse, dan wordt het percentage berekend ten opzichte van de volledige geboortecohorte. Een geboortecohorte van jongens of een geboortecohorte van meisjes bestaat uit enkele tienduizenden personen (zie Figuur 3) bijvoorbeeld: ongeveer meisjes van geboortejaar Eén procent (1%) verwijst dus naar enkele honderden getuigschriften ongeveer 350 in het geval van getuigschriften uitgereikt aan meisjes geboren in Eén tiende van een procent (0,1%) gaat dus over enkele tientallen personen 35 in het geval van de meisjescohorte van Het is mogelijk geboorten te tellen in België of in de drie Gewesten, maar niet in de Gemeenschappen. Een bijkomende complicatie is dat we geboortecohorten volgen gedurende hun onderwijsloopbaan. We moeten dus ook rekening houden met migratie tussen het Vlaams onderwijssysteem en andere Belgische of buitenlandse systemen en met overlijdens. Een pragmatische definitie van de omvang van een geboortecohorte op een gegeven leeftijd, telt het aantal 16

21 Inleiding Uitstromen uit leerplichtonderwijs. Beschouw het deel van het Vlaams onderwijssysteem verder aangeduid als het deelsysteem dat bestaat uit de volgende onderdelen: De eerste graad (zonder onthaalklas voor anderstaligen) van het gewoon secundair onderwijs, De tweede graad van het lineair voltijds gewoon secundair onderwijs, De eerste twee leerjaren van de derde graad van het lineair voltijds gewoon secundair onderwijs, Het modulair voltijds gewoon beroepsonderwijs op het niveau van de tweede en derde graad, maar zonder het gedeelte op het niveau van het zevende leerjaar, Het deeltijds beroepsonderwijs voor jarigen (zonder het onderwijs in de centra voor deeltijdse vorming ), Het buitengewoon secundair onderwijs (alle vier de opleidingsvormen ), De leertijd (SYNTRA). Als we spreken over de uitstroom uit het leerplichtonderwijs dan bedoelen we de groep leerlingen die dit deelsysteem van het Vlaams onderwijssysteem verlaat. Kwalificaties. De volgende belangrijke soorten kwalificaties worden verwerkt in de indicatoren 22 : het diploma van secundair onderwijs behaald via het algemeen secundair onderwijs of via het technisch secundair onderwijs of het secundair kunstonderwijs, het studiegetuigschrift van het zesde leerjaar van het voltijds gewoon beroepsonderwijs 23, het kwalificatiegetuigschrift van het deeltijds beroepsonderwijs en het getuigschrift 24 van een succesvol afwerkt leercontract. Daarnaast komen de volgende kwalificaties aan bod in dit rapport: het kwalificatiegetuigschrift van de opleidingsvorm 3 van het buitengewoon secundair onderwijs 25 ; de kwalificaties van het gewoon secundair onderwijs (een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad beroepsonderwijs of een diploma van secundair leden van de cohorte dat zich op die leeftijd in het Vlaams onderwijssysteem bevindt. In de context van berekeningen van de ongekwalificeerde uitstroom gebruiken we de gemiddelde omvang op 11-, 12- en 13-jarige leeftijd als definitieve omvangsmaat. 22 Voor gedetailleerde definities, zie Bijlage A van: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2005). De ongekwalificeerde uitstroom. Evolutie van de verschillende soorten kwalificaties tot en met Leuven: Steunpunt LOA, rapport nr. 29. Zie: 23 Sinds 2004 verwerft een aantal leerlingen dit getuigschrift via het experimenteel modulair beroepsonderwijs. Zie: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2007). Indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom. Verwerking van de gegevens van 2005 en integratie van het modulair beroepsonderwijs. Leuven: Steunpunt SSL, rapport nr. SSL/OD1/ Zie: 24 Uitgereikt door SYNTRA, het vroeger VIZO. 25 Zie bijvoorbeeld: de tabel op blad 07dsec25 van bestand dip_so_0607 van het Statistisch Jaarboek van het Vlaams Onderwijs, schooljaar

22 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom onderwijs) behaald via de opleidingsvorm 4 van het buitengewoon secundair onderwijs 26 ; diploma s van secundair onderwijs behaald via de Tweede Afdeling (ASO) of de Derde Afdeling (TSO/BSO/KSO) van de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het Voltijds Secundair Onderwijs 27 ; de diploma s van secundair onderwijs uitgereikt door het secundair volwassenenonderwijs 28. Gegevensbronnen De berekeningen in dit rapport zijn grotendeels gebaseerd op de inhoud van de SSL database van leerlingenaantallen en van aantallen studiebewijzen, versie V07a. De tekst geeft aan waar een beroep is gedaan op bijkomende gegevens. Waar nodig worden de bronnen in detail aangegeven, in het bijzonder in de nieuwe analyses van data over het buitengewoon secundair onderwijs en over kwalificaties na het leerplichtonderwijs. 26 Zie bijvoorbeeld: de tabel op blad 07dsec26 van bestand dip_so_0607 van het Statistisch Jaarboek van het Vlaams Onderwijs, schooljaar Zie bijvoorbeeld: de lijnen met betrekking tot de 2de afdeling en 3de afdeling van de kolom Getuigschrift/diploma behaald in de tabel INSCHRIJVINGEN EN RESULTATEN IN 2007 BIJ DE EXAMENCOMMISSIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP VOOR HET VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS op het blad 07_nivover_11 van de Excel file l_niveauoverschrijdend_0708 van het Statistisch Jaarboek van het Vlaams Onderwijs, schooljaar Zie bijvoorbeeld: de kolom Diploma s in de tabel SECUNDAIR VOLWASSENENONDERWIJS, Aantal getuigschriften, certificaten en diploma s uitgereikt tijdens de referteperiode 1 februari maart 2008 naar geboortejaar en geslacht op het blad 07_dvwo_02 van de Excel file dip_vwo_0708 van het Statistisch Jaarboek van het Vlaams Onderwijs, schooljaar De database bevat vooral gegevens uit de Statistische Jaarboeken van het Vlaams Onderwijs, gepubliceerd door het Departement Onderwijs. Sommige elementen van de database zijn op aanvraag geleverd door het Departement Onderwijs. We danken de medewerkers van het Departement Onderwijs voor hun antwoorden op onze vragen naar achtergrondinformatie over en verfijningen van de gegevens. 30 Een kleine maar voor onze doeleinden zeer belangrijke component van de database, namelijk: de leerlingenaantallen en getuigschriftenaantallen van de leertijd, is afkomstig van SYNTRA. We danken de medewerkers van SYNTRA voor het bezorgen van deze gegevens. 31 Een beschrijving van de structuur van de SSL-database van leerlingenaantallen is te vinden op pp van: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2004). Geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs: Evolutie van tot Leuven, Steunpunt LOA, rapport nr. 16. De structuur van de SSL-database van studiebewijzen is beknopt beschreven op p. 80 van: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2005). De ongekwalificeerde uitstroom. Evolutie van de verschillende soorten kwalificaties tot en met Leuven: Steunpunt LOA, rapport nr. 29. Deze rapporten zijn beschikbaar via 18

23 Inleiding Figuur 3. Geschatte omvang van de geboortecohorten Omvang uitgemiddeld over de leeftijden 11, 12 en 13. J = Jongens. M = Meisjes. 19

24

25 Deel 1. Ingrediënten en constructie van indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom 21

26

27 Kwalificaties Hoe snel en volgens welk pad behalen leeftijdsgenoten een kwalificatie? Aantal kwalificaties per leeftijd en per soort kwalificatie in een reeks geboortecohorten Dit onderdeel brengt in beeld hoeveel kwalificaties van elke soort op elke leeftijd worden uitgereikt. De grafieken tonen de evolutie volgens het geboortejaar. Er zijn acht figuren met betrekking tot het diploma van secundair onderwijs behaald via het algemeen onderwijs (ASO). Figuur 4 (jongens) en Figuur 5 (meisjes) tonen de absolute aantallen per leeftijd en als functie van het geboortejaar. Zo behaalden 8498 jongens en meisjes van geboortejaar 1989 op 18-jarige leeftijd het diploma via het ASO. Figuur 6 (jongens) en Figuur 7 (meisjes) tonen de overeenkomstige curven waar de aantallen verrekend zijn tot fracties (percentages) van de omvang van de bijbehorende geboortecohorte. Figuur 8 (Figuur 9) zoomt in op een deel van Figuur 6 (Figuur 8) om de curven van de leeftijden met kleinere aantallen kwalificaties beter zichtbaar te maken. Tenslotte geven Figuur 10 en Figuur 11 de percentages geaggregeerd over de seksen. Er is een analoge reeks figuren over het diploma van secundair onderwijs behaald via het technisch onderwijs (TSO) of het kunstonderwijs (KSO) (Figuur 12 tot Figuur 19). De volgende reeks figuren Figuur 20 tot Figuur 27 behandelt de studiegetuigschriften van het zesde leerjaar voltijds beroepsonderwijs. De kwalificaties verworven in het deeltijds beroepsonderwijs (DBSO) en via leercontracten (SYNTRA) zijn telkens in kaart gebracht door middel van vijf figuren (respectievelijk Figuur 28 tot Figuur 32 en Figuur 33 tot Figuur 37). 32 De figuren per sekse die de aantallen in beeld brengen als percentages zijn updates van figuren uit een vroeger rapport over de ongekwalificeerde uitstroom We herinneren aan enkele opvallende elementen uit de gedetailleerde bespreking van de 32 Voor het DBSO en SYNTRA was het niet nodig extra ingezoomde figuren toe te voegen. 33 Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2005). De ongekwalificeerde uitstroom. Evolutie van de verschillende soorten kwalificaties per leeftijd tot en met Leuven: Steunpunt LOA, rapport nr. 29. Zie De figuren in kwestie en de bespreking ervan zijn te vinden op pp van dat rapport. Figuur 6 in het huidige rapport is een update van Figuur 1a in rapport nr. 29; Figuur 7 van Figuur 1b; Figuur 14 van 2a; Figuur 15 van 2b; Figuur 22 van 3a; Figuur 23 van 3b; Figuur 30 van 4a; Figuur 31 van 4b; Figuur 35 van 5a; Figuur 36 van 5b. 34 In rapport nr. 29 werden fouten gedetecteerd in de gegevens over de kwalificatieaantallen van het jaar In latere berekeningen en ook in het voorliggende rapport zijn deze fouten bij benadering geëlimineerd, volgens de methode uitgelegd in Bijlage A van: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2006). Geactualiseerde schattingen van de ongekwalificeerde uitstroom per schooljaar en per geboortejaar. Leuven: Steunpunt LOA, rapport nr. 37. Zie Lokale verschillen tussen de grafieken van rapport 29 en de overeenkomstige curven in het huidig rapport zijn een gevolg van die correctie. 23

28 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom figuren in dat rapport (pp. 6 10): de dominantie van de meisjes inzake ASOkwalificaties; de opvallende toename van het aantal op tijd (dat wil zeggen: op 18- jarige leeftijd) behaalde TSO/KSO-kwalificaties, vooral bij de jongens; het feit dat het voor jongens normaal is om het BSO-studiegetuigschrift met een jaar vertraging te behalen; het onregelmatig verloop van de getuigschriftenaantallen in het DBSO; de vrije val van het aantal met succes afgeronde leercontracten. Dit rapport bevat (voor het eerst) ook gegevens over het aantal kwalificaties in het BuSO. De overeenkomstige figuren met de grafieken van de absolute aantallen en de fracties per leeftijd zijn te vinden in de bijlage over het BuSO (Figuur 89 tot Figuur 93). De beschikbare tijdreeksen zijn immers nog te kort om ze op dezelfde manier in het indicatorensysteem te verwerken als de kwalificaties van het ASO, TSO/KSO, enzovoort. Hetzelfde geldt voor de (voor het eerst getoonde) gegevens over kwalificaties via de Centra voor Volwassenenonderwijs en de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het Voltijds Secundair Onderwijs: de grafieken (Figuur 99 tot Figuur 101) zijn opgenomen in de bijlage over dat onderwerp. 24

29

30 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 4. Aantal diploma s van secundair onderwijs behaald door jongens via ASO, per leeftijd; absolute aantallen 26

31 Kwalificaties Algemeen Onderwijs Figuur 5. Aantal diploma s van secundair onderwijs behaald door meisjes via ASO, per leeftijd; absolute aantallen 27

32 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 6. Diploma s van secundair onderwijs behaald door jongens via ASO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 28

33 Kwalificaties Algemeen Onderwijs Figuur 7. Diploma s van secundair onderwijs behaald door meisjes via ASO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 29

34 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 8. Diploma s van secundair onderwijs behaald door jongens via ASO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte; detail 30

35 Kwalificaties Algemeen Onderwijs Figuur 9. Diploma s van secundair onderwijs behaald door meisjes via ASO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte; detail 31

36 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 10. Diploma s van secundair onderwijs behaald via ASO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 32

37 Kwalificaties Algemeen Onderwijs Figuur 11. Diploma s van secundair onderwijs behaald via ASO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte; detail 33

38 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 12. Aantal diploma s van secundair onderwijs behaald door jongens via TSO/KSO, per leeftijd; absolute aantallen 34

39 Kwalificaties Technisch Onderwijs en Kunstonderwijs Figuur 13. Aantal diploma s van secundair onderwijs behaald door meisjes via TSO/KSO, per leeftijd; absolute aantallen 35

40 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 14. Diploma s van secundair onderwijs behaald door jongens via TSO/KSO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 36

41 Kwalificaties Technisch Onderwijs en Kunstonderwijs Figuur 15. Diploma s van secundair onderwijs behaald door meisjes via TSO/KSO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 37

42 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 16. Diploma s van secundair onderwijs behaald door jongens via TSO/KSO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte; detail 38

43 Kwalificaties Technisch Onderwijs en Kunstonderwijs Figuur 17. Diploma s van secundair onderwijs behaald door meisjes via TSO/KSO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte; detail 39

44 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 18. Diploma s van secundair onderwijs behaald via TSO/KSO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 40

45 Kwalificaties Technisch Onderwijs en Kunstonderwijs Figuur 19. Diploma s van secundair onderwijs behaald via TSO/KSO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte; detail 41

46 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 20. Aantal studiegetuigschriften van zesde leerjaar voltijds BSO behaald door jongens, per leeftijd; absolute aantallen 42

47 Kwalificaties Voltijds Beroepsonderwijs Figuur 21. Aantal studiegetuigschriften van zesde leerjaar voltijds BSO behaald door meisjes, per leeftijd; absolute aantallen 43

48 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 22. Studiegetuigschriften van zesde leerjaar voltijds BSO behaald door jongens, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 44

49 Kwalificaties Voltijds Beroepsonderwijs Figuur 23. Studiegetuigschriften van zesde leerjaar voltijds BSO behaald door meisjes, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 45

50 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 24. Studiegetuigschriften van zesde leerjaar voltijds BSO behaald door jongens, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte; detail 46

51 Kwalificaties Voltijds Beroepsonderwijs Figuur 25. Studiegetuigschriften van zesde leerjaar voltijds BSO behaald door meisjes, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte; detail 47

52 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 26. Studiegetuigschriften van zesde leerjaar voltijds BSO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 48

53 Kwalificaties Voltijds Beroepsonderwijs Figuur 27. Studiegetuigschriften van zesde leerjaar voltijds BSO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte; detail 49

54 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 28. Aantal kwalificatiegetuigschriften DBSO behaald door jongens, per leeftijd; absolute aantallen 50

55 Kwalificaties Deeltijds Beroepsonderwijs Figuur 29. Aantal kwalificatiegetuigschriften DBSO behaald door meisjes, per leeftijd; absolute aantallen 51

56 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 30. Kwalificatiegetuigschriften DBSO behaald door jongens, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 52

57 Kwalificaties Deeltijds Beroepsonderwijs Figuur 31. Kwalificatiegetuigschriften DBSO behaald door meisjes, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 53

58 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 32. Kwalificatiegetuigschriften DBSO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 54

59

60 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 33. Aantal getuigschriften van succesvol afgeronde leerovereenkomst behaald door jongens, per leeftijd; absolute aantallen 56

61 Kwalificaties Leercontracten SYNTRA Figuur 34. Aantal getuigschriften van succesvol afgeronde leerovereenkomst behaald door meisjes, per leeftijd; absolute aantallen 57

62 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 35. Getuigschriften van succesvol afgeronde leerovereenkomst behaald door jongens, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 58

63 Kwalificaties Leercontracten SYNTRA Figuur 36. Getuigschriften van succesvol afgeronde leerovereenkomst behaald door meisjes, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 59

64 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 37. Getuigschriften van succesvol afgeronde leerovereenkomst, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 60

65 Uitstroom Volgens welk tempo verlaten leeftijdsgenoten het leerplichtonderwijs? Omvang van de uitstroom per leeftijd in een reeks geboortecohorten De gepubliceerde administratieve gegevens over het onderwijs in het jaarlijkse Statistisch Jaarboek van het Vlaams onderwijs bestaan voor een groot deel uit leerlingenaantallen. De cijfergegevens van dat type die hier van belang zijn, zeggen in essentie hoeveel jongens of meisjes van een gegeven geboortejaar zich in een bepaalde positie van het onderwijssysteem zeg: het eerste leerjaar van de derde graad van het algemeen voltijds gewoon secundair onderwijs bevinden, in het schooljaar waarop het Jaarboek betrekking heeft. Het Departement Onderwijs beschikt in principe ook over allerlei stroomgegevens bijvoorbeeld: het aantal leerlingen dat in de zomer van 2007 is overgegaan van 2A in de eerste graad naar het eerste leerjaar van de tweede graad van het voltijds gewoon beroepsonderwijs, maar die gegevens worden over het algemeen niet gepubliceerd. In bepaalde gevallen is het mogelijk om de omvang van leerlingenstromen in een gegeven kalenderjaar (in goede benadering) te bepalen uit leerlingenaantallen in het schooljaar dat eindigt en het schooljaar dat begint in dat jaar. Dat is het geval voor de resultaten die we in dit onderdeel rapporteren. Het gaat over de stroom uit het leerplichtonderwijs, verdeeld per geboortejaar, per sekse en per leeftijd, voor een reeks geboortecohorten. Door beperkingen in de beschikbaarheid en nauwkeurigheid van de gepubliceerde administratieve gegevens is het nodig de manier van schatten van de leerlingenstromen aan te passen aan de beschouwde leeftijd. De uitstroom van 18- en 19-jarigen Het uitgangspunt van de berekening is de veronderstelling dat, op de aangegeven leeftijden, de instroom in het deelsysteem verwaarloosbaar is. Sterfte en migratie worden eveneens genegeerd. Voor een gegeven combinatie van geboortejaar en leeftijd is de gevraagde uitstroom dan gelijk aan de afname van het totale leerlingenaantal in het deelsysteem, dat wil zeggen: het verschil tussen het leerlingenaantal van de geboortecohorte in kwestie in het schooljaar vlak voor en het leerlingenaantal in het schooljaar vlak na de overgang. 61

66 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom De uitstroom van 16- en 17-jarigen De uitstroom van 16- en 17-jarigen kan geschat worden zoals de uitstroom van 18- en 19-jarigen: als het verschil in leerlingenaantallen in twee opeenvolgende schooljaren (en met de veronderstelling dat instroom, migratie en sterfte genegeerd mogen worden). In het geval van de 17-jarigen is de uitstroom beperkt, bij de 16-jarigen is de uitstroom zeer klein. Als een kleine uitstroom berekend wordt als het verschil tussen twee grote getallen, zoals hier het geval is, hebben (ook geringe) telfouten een relatief groot effect. De resulterende curven verlopen dan ook vrij onregelmatig en liggen bovendien soms wat onder het aantal uitgereikte kwalificaties. De curven van de aantallen aan 16- of 17-jarigen uitgereikte kwalificaties geaggregeerd over de verschillende kwalificatietypes verlopen gladder. Deze resultaten zijn duidelijk robuuster. Het gaat hier ook niet over een schatting door een verschil te maken, maar over tellingen. Om die reden gebruiken we, voor deze leeftijden, het aantal kwalificaties als schatting van de uitstroom. Dat impliceert de veronderstelling dat elke 16- of 17-jarige die een kwalificatie behaalt het leerplichtonderwijs verlaat én dat de ongekwalificeerde uitstroom op die leeftijden nul is. De uitstroom in de leeftijdscategorie 20 en ouder De procedure die is gebruikt om de uitstroom van 18- of 19-jarigen te schatten is in principe ook van toepassing op hogere leeftijden. Voor de berekening van de uitstroom van 20-jarigen zouden we dan moeten beschikken over het aantal leden van de cohorte dat zich op 19-jarige leeftijd nog in het deelsysteem bevindt en eveneens over het aantal een jaar later, op 20-jarige leeftijd. In de gepubliceerde administratieve data over de leerlingenaantallen in het voltijds gewoon secundair onderwijs eindigt de leeftijdsverdeling echter met een randcategorie van 20 en ouder. Uit verwante gegevens, onder meer uit data over de aantallen kwalificaties, blijkt dat de fractie ouder dan 20 in die randcategorie niet verwaarloosbaar is. Met andere woorden: de leeftijdsindeling is te ruw om de randcategorie (bij benadering) aan te duiden als 20-jarigen. Het aantal leden van een 20-jarige cohorte dat het leerplichtonderwijs nog niet heeft verlaten, kennen we dus niet, in elk geval niet rechtstreeks uit de gepubliceerde data. Om die reden moeten we ons in een eerste stap beperken tot het schatten van de uitstroom van 20 en ouder (zonder fijnere indeling in 20-jarigen, 21-jarigen, ). 62

67 Uitstroom Het gevraagde aantal wordt geschat uit de beschikbare schattingen van de omvang van de cohorte in kwestie en van de uitstroom op 16-, 17-, 18- en 19-jarige leeftijd van de cohorte. Het berekende aantal is gelijk aan het verschil tussen de omvang van de cohorte en de vier genoemde stromen: wie niet uitstroomt als 16-, 17-, 18-, of 19- jarige verlaat het leerplichtonderwijs als 20-jarige of later. Leeftijdsverdeling van de uitstroom, van 16 tot 20 en ouder, resultaten Het verloop van de geschatte uitstroom uit het leerplichtonderwijs als functie van het geboortejaar in de leeftijdscategorieën 16, 17, 18, 19 en 20 en ouder is afgebeeld in Figuur 38 en Figuur 39 (in absolute aantallen) en in Figuur 40, Figuur 41 en Figuur 42 (als fracties van de omvang van de geboortecohorten). Als we als uitgangspunt nemen dat achttien de gewenste leeftijd is om het leerplichtonderwijs te verlaten, dan tonen de grafieken in Figuur 40 (jongens), Figuur 41 (meisjes) en Figuur 42 (jongens en meisjes samen) dat het doorstromingstempo is verbeterd in de loop der jaren. De fracties van een geboortecohorte die uitstromen met één jaar vertraging (19-jarigen) of met één jaar voorsprong (17-jarigen) zijn weliswaar eerder constant gebleven. Maar het percentage dat op tijd (als 18-jarige) het leerplichtonderwijs verlaat is gestegen, ten koste van de fractie die het leerplichtonderwijs pas verlaat als 20-jarige of later. Merk op dat het contrast tussen de grafieken van de absolute aantallen en de grafieken van de percentages hier nog eens heel duidelijk de noodzaak toont van een correctie voor de omvang van de geboortecohorte. De stijgende trend in de fractie 18-jarigen wordt in de grafieken met absolute aantallen overschaduwd door de schommelingen van de geboortecijfers. Indeling van de categorie 20 en ouder De leeftijdsverdeling van 16 tot 20 en ouder is niet verfijnd genoeg voor de verdere verwerking in het indicatorensysteem van dit rapport. Het is noodzakelijk de categorie van 20 en ouder verder te verdelen, zodanig dat de randcategorie van xx en ouder voldoende klein is; meer bepaald: zo klein dat we ze kunnen verwerken als een categorie van leeftijd xx zonder dat de resultaten lijden onder die benadering. 63

68 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Om dit te verwezenlijken hebben we bijkomende (niet-gepubliceerde) gegevens uit de administratieve databases opgevraagd. Het Departement Onderwijs 35 leverde een dataset met een onderverdeling van het aantal leerlingen in het voltijds gewoon secundair onderwijs van twintig en ouder, beperkt tot de schooljaren vanaf (tot ). De leeftijdsverdelingen van de gepubliceerde administratieve gegevens over de kwalificaties geven een eerste indicatie van de vereiste graad van verfijning. Na een verkenning van de bijkomende niet-gepubliceerde data hebben we de keuze gemaakt de leeftijdscategorie van 20 en ouder te verdelen in 20-jarigen, 21-jarigen en 22 en ouder. Bij de jongens bleek de uitstroom van 20 en ouder voor ongeveer 72% op 20-jarige leeftijd en voor ongeveer 19% op 21-jarige leeftijd te gebeuren; de overige 9% stroomt uit als 22-jarige of ouder. Bij de meisjes waren de overeenkomstige percentages: 74%, 20% en 6%. 36 Leeftijdsverdeling van de uitstroom, van 16 tot 22 en ouder, resultaten 37 Figuur 43 en Figuur 45 tonen de leeftijdsverdeling van de uitstroom van de jongens, als functie van het geboortejaar. Van de jongens geboren in 1985, bijvoorbeeld, verlaat 55,5% het leerplichtonderwijs op 18-jarige leeftijd, 29,0% als 19-jarige, 10,1% als 20-jarige, 2,9 % als 21-jarige, 1,5% als 22-jarige of later, 0,9% als 17-jarige en 0,1% als 16-jarige. Figuur 44 en Figuur 46 bevatten de overeenkomstige gegevens voor de meisjes, met bijvoorbeeld de volgende verdeling voor de meisjescohorte van 1985: 68,8% (18, op tijd ), 22,2% (19, één jaar vertraging), 5,6% (20), 1,6% (21), 0,5% (22 en ouder), 1,1% (17, één jaar voorsprong), 0,1% (16). 35 van 27 oktober 2008, H. Goeman, Departement Onderwijs, voor de data tot E- mail van 7 mei 2009, P. Cornelis, Departement Onderwijs, voor de data van Zoals gezegd heeft de bijkomende dataset van leerlingenaantallen betrekking op de vijf schooljaren tot Hieruit konden we de genoemde fracties van 20-jarigen bepalen voor vier geboortejaren: 1983 tot De fracties blijken behoorlijk stabiel over de korte tijdreeks van vier geboortejaren. In de berekening van de uitstroom van 20-jarigen hebben we de exacte fracties gebruikt voor de geboortejaren 1983 tot 1987 en hebben we de gemiddelde waarde van de fractie geëxtrapoleerd naar vroegere geboortejaren. Een analoge redenering is toegepast op de 21-jarigen (met exacte cijfers voor de geboortejaren 1982 tot 1986 en extrapolatie van een gemiddelde naar vroegere geboortejaren). 37 De figuren van dit onderdeel tonen ook een aantal resultaten die gebaseerd zijn op extrapolaties van de verdeling van de categorie 20 en ouder in de toekomst. Bijvoorbeeld: de uitstroom van 20-jarigen geboren in 1988 (die plaatsheeft in 2008). Zodra administratieve gegevens over schooljaren na ter beschikking komen hopen we deze berekeningen over te doen met de werkelijke data. Deze resultaten gebaseerd op extrapolatie naar recente geboortejaren spelen geen rol in de verdere indicatorenberekeningen. 64

69 Uitstroom Figuur 47 en Figuur 48 tonen de grafieken van de geboortecohorten als geheel (jongens en meisjes samen). 65

70 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 38. Uitstroom van jongens uit het leerplichtonderwijs: van 16 tot 20 en ouder ; absolute aantallen 66

71 Uitstroom van 16-jarigen tot 20 en ouder Figuur 39. Uitstroom van meisjes uit het leerplichtonderwijs: van 16 tot 20 en ouder ; absolute aantallen 67

72 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 40. Uitstroom van jongens uit het leerplichtonderwijs: van 16 tot 20 en ouder ; fracties van de omvang van de geboortecohorte 68

73 Uitstroom van 16-jarigen tot 20 en ouder Figuur 41. Uitstroom van meisjes uit het leerplichtonderwijs: van 16 tot 20 en ouder ; fracties van de omvang van de geboortecohorte 69

74 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 42. Uitstroom uit het leerplichtonderwijs: van 16 tot 20 en ouder ; fracties van de omvang van de geboortecohorte 70

75

76 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 43. Uitstroom van jongens uit het leerplichtonderwijs: van 16 tot 22 en ouder ; fracties van de omvang van de geboortecohorte 72

77 Uitstroom van 16-jarigen tot 22 en ouder Figuur 44. Uitstroom van meisjes uit het leerplichtonderwijs: van 16 tot 22 en ouder ; fracties van de omvang van de geboortecohorte 73

78 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 45. Uitstroom van jongens uit het leerplichtonderwijs: van 16 tot 22 en ouder ; fracties van de omvang van de geboortecohorte; detail 74

79 Uitstroom van 16-jarigen tot 22 en ouder Figuur 46. Uitstroom van meisjes uit het leerplichtonderwijs: van 16 tot 22 en ouder ; fracties van de omvang van de geboortecohorte; detail 75

80 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 47. Uitstroom uit het leerplichtonderwijs: van 16 tot 22 en ouder ; fracties van de omvang van de geboortecohorte 76

81 Uitstroom van 16-jarigen tot 22 en ouder Figuur 48. Uitstroom uit het leerplichtonderwijs: van 16 tot 22 en ouder ; fracties van de omvang van de geboortecohorte; detail 77

82

83 Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom Verdeling van de uitstroom in de gekwalificeerde en de ongekwalificeerde uitstroom, per leeftijd in een reeks geboortecohorten Per combinatie van sekse, geboortejaar en leeftijd beschikken we al over de omvang van de leerlingenstroom die het leerplichtonderwijs verlaat en over het aantal op dat moment uitgereikte kwalificaties. Het verschil tussen de twee is de ongekwalificeerde uitstroom van de jongens of meisjes van het gegeven geboortejaar en op de aangegeven leeftijd. 38 De figuren van dit onderdeel tonen deze verdeling van de uitstroom in de gekwalificeerde en de ongekwalificeerde uitstroom, achtereenvolgens voor de 18- jarigen, de 19-jarigen, de 20-jarigen, de 21-jarigen en voor schoolverlaters van 22 en ouder. 39 Er zijn vier figuren per leeftijdscategorie. De eerste twee figuren (één voor de jongens en één voor de meisjes) tonen de evolutie van de (totale) uitstroom, de gekwalificeerde uitstroom en het verschil tussen de twee, de ongekwalificeerde uitstroom, in absolute aantallen. De volgende twee figuren (voor jongens en voor meisjes) bevatten telkens de drie overeenkomstige curven, uitgedrukt in procenten van de omvang van de geboortecohorten in kwestie. Figuur 49, bijvoorbeeld, geeft weer dat jongens geboren in 1985 het leerplichtonderwijs achter zich lieten op 18-jarige leeftijd; van die jongens verwierven een kwalificatie; de overige 3114 gingen weg met lege handen. Dit betekent (Figuur 51) dat 55,5% van de jongenscohorte van 1984 uitstroomt in 2002 (als 18-jarigen): 46,2% met en 55,5% - 46,2% = 9,3% zonder een kwalificatie. Figuur 65 toont dat 501 jongens van geboortejaar 1985 het leerplichtonderwijs pas verlieten als 22-jarigen, 175 met en = 326 zonder een kwalificatie. Uitgedrukt als fracties van het (geschatte) geboortecijfer voor jongens in 1984 wordt dit (Figuur 67): een uitstroom van 1,5%, namelijk 0,5% met en 1,5% - 0,5% = 1,0% zonder kwalificatie. 38 De geschatte uitstroom blijkt altijd groter te zijn dan het aantal kwalificaties, zoals het hoort. Dat is niet zo bij constructie, het is een vaststelling in het voordeel van de gevolgde methode voor het schatten van de uitstroomcijfers. 39 Er zijn geen grafieken gemaakt voor de 16- en de 17-jarigen: de ongekwalificeerde uitstroom is daar nul (door constructie) en de uitstroom is gelijk aan de gekwalificeerde uitstroom. 79

84 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 49. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van 18-jarige jongens; absolute aantallen 80

85 Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom 18-jarigen Figuur 50. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van 18-jarige meisjes; absolute aantallen 81

86 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 51. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van 18-jarige jongens; fracties van de omvang van de geboortecohorte 82

87 Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom 18-jarigen Figuur 52. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van 18-jarige meisjes; fracties van de omvang van de geboortecohorte 83

88 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 53. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van 19-jarige jongens; absolute aantallen 84

89 Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom 19-jarigen Figuur 54. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van 19-jarige meisjes; absolute aantallen 85

90 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 55. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van 19-jarige jongens; fracties van de omvang van de geboortecohorte 86

91 Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom 19-jarigen Figuur 56. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van 19-jarige meisjes; fracties van de omvang van de geboortecohorte 87

92 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 57. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van 20-jarige jongens; absolute aantallen 88

93 Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom 20-jarigen Figuur 58. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van 20-jarige meisjes; absolute aantallen 89

94 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 59. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van 20-jarige jongens; fracties van de omvang van de geboortecohorte 90

95 Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom 20-jarigen Figuur 60. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van 20-jarige meisjes; fracties van de omvang van de geboortecohorte 91

96 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 61. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van 21-jarige jongens; absolute aantallen 92

97 Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom 21-jarigen Figuur 62. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van 21-jarige meisjes; absolute aantallen 93

98 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 63. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van 21-jarige jongens; fracties van de omvang van de geboortecohorte 94

99 Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom 21-jarigen Figuur 64. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van 21-jarige meisjes; fracties van de omvang van de geboortecohorte 95

100 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 65. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van jongens van 22 of ouder; absolute aantallen 96

101 Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom 22 of ouder Figuur 66. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van meisjes van 22 of ouder; absolute aantallen 97

102 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 67. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van jongens van 22 of ouder; fracties van de omvang van de geboortecohorte 98

103 Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom 22 of ouder Figuur 68. Gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom van meisjes van 22 of ouder; fracties van de omvang van de geboortecohorte 99

104

105 Deel 2. Basisindicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom 101

106

107 Ongekwalificeerde uitstroom per leeftijd Basisindicatoren Volgens welk tempo verlaten leeftijdsgenoten het leerplichtonderwijs zonder een kwalificatie? Basisindicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom In Deel 1 is berekend hoeveel leden van een gegeven geboortecohorte op een bepaalde leeftijd het leerplichtonderwijs verlaten en hoeveel kwalificaties ze op dat moment verwerven. Het verschil tussen de twee is de ongekwalificeerde uitstroom van die geboortecohorte op de aangegeven leeftijd. De verhouding van die (absolute) ongekwalificeerde uitstroom tot de omvang van de geboortecohorte is de indicator van de ongekwalificeerde uitstroom per geboortejaar en per leeftijd. Het is de basisindicator waaruit de meer gebruikelijke (geaggregeerde) indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom per geboortejaar of de ongekwalificeerde uitstroom per kalenderjaar kunnen afgeleid worden (zie Deel 3). De relevante leeftijden voor deze basisindicatoren zijn: 18 40, 19, 20 en 21; om een volledig beeld te hebben beschouwen we ook een restcategorie van 22 en ouder. 41 Door de basisindicatoren van de verschillende relevante leeftijden te volgen over de geboortejaren heen, zou het mogelijk moeten zijn om effectieve beleidsmaatregelen waarvan de eerste effecten beperkt zijn tot bepaalde leeftijdscategorieën snel zichtbaar te maken. De volgende bladzijden tonen grafieken van de ongekwalificeerde uitstroom per leeftijd als functie van het geboortejaar, zowel in absolute aantallen (Figuur 69 tot Figuur 72) als uitgedrukt in percentages van de omvang van de geboortecohorte (Figuur 73 tot Figuur 78). Zo toont Figuur 74 bijvoorbeeld dat 5,5% van de meisjes geboren in 1987 het onderwijs zonder kwalificatie heeft verlaten op 18-jarige leeftijd (dat wil zeggen: op het einde van hun leerplicht). Een jaar later ging nog eens 3,2% van dezelfde meisjescohorte (als 19-jarigen) weg zonder kwalificatie; de ongekwalificeerde uitstroom van 20-jarige meisjes bedroeg 1,3% (Figuur 74). In dezelfde figuur vindt men overeenkomstige cijfers voor oudere meisjescohorten: 6,2% (18-jarigen), 2,2% (19- jarigen) en 1,0% (20-jarigen) in de geboortecohorte van 1982; respectievelijk 5,7%, is de leeftijd op het einde van de leerplicht. 41 Het is mogelijk dat er ook enkele leerlingen van jonger dan 18 ongekwalificeerd uitstromen. Volgens onze gegevens zijn deze aantallen verwaarloosbaar en vallen ze onder de nauwkeurigheidsdrempel van onze data. Uit de manier waarop we de totale uitstroom per leeftijd schatten zie Deel 1 volgt dat de geschatte ongekwalificeerde uitstroom op van 16- en 17-jarigen exact nul is. De grafieken bevatten dan ook geen curven voor 16- of 17-jarigen. 103

108 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom 2,3% en 0,6% voor het geboortejaar Uit deze cijfers blijkt dat het tempo van het ongekwalificeerd uitstromen verandert volgens het geboortejaar. Zo is in de geboortecohorte van 1987 de verhouding van oudere ongekwalificeerde schoolverlaters die nog één of twee jaar op school gebleven zijn na het einde van hun leerplicht tot de 18-jarige ongekwalificeerde uitstroom belangrijker dan in de oudere cohorte van De corresponderende indicatoren voor de jongens zijn te vinden in Figuur 73. Uit een blik op Figuur 73 en Figuur 74 samen blijkt onmiddellijk dat voortijdig schoolverlaten een veel omvangrijker probleem is bij de jongens dan bij de meisjes. Deze vaststelling geldt ook telkens als men de vergelijking maakt op een gegeven leeftijd. Enkele voorbeelden van cijfers over de omvang van de ongekwalificeerde uitstroom per leeftijd die af te lezen zijn uit Figuur 73: een ongekwalificeerde uitstroom van 8,9% op 18-jarige leeftijd, 5,4% als 19-jarigen en 2,2% als 20-jarigen voor de jongens geboren in 1986; respectievelijk 9,7% (18), 4,1% (19) en 1,2% (20) van de jongenscohorte van 1982; 8,5% (18), 4,2% (19) en 0,9% (20) voor het geboortejaar De figuren tonen ook cijfers voor de ongekwalificeerde uitstroom van 21-jarigen en van 22 en ouder (zie Figuur 73 en Figuur 74, maar ook Figuur 75 en Figuur 76 voor een detailbeeld). De indicatoren over de seksen heen zijn voorgesteld in Figuur 77 en Figuur

109

110 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 69. Ongekwalificeerde uitstroom van jongens per leeftijd; absolute aantallen 106

111 Ongekwalificeerde uitstroom per leeftijd Basisindicatoren Figuur 70. Ongekwalificeerde uitstroom van meisjes per leeftijd; absolute aantallen 107

112 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 71. Ongekwalificeerde uitstroom van jongens per leeftijd; absolute aantallen; detail 108

113 Ongekwalificeerde uitstroom per leeftijd Basisindicatoren Figuur 72. Ongekwalificeerde uitstroom van meisjes per leeftijd; absolute aantallen; detail 109

114 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 73. Ongekwalificeerde uitstroom van jongens per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 110

115 Ongekwalificeerde uitstroom per leeftijd Basisindicatoren Figuur 74. Ongekwalificeerde uitstroom van meisjes per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 111

116 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 75. Ongekwalificeerde uitstroom van jongens per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte; detail 112

117 Ongekwalificeerde uitstroom per leeftijd Basisindicatoren Figuur 76. Ongekwalificeerde uitstroom van meisjes per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte; detail 113

118 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 77. Ongekwalificeerde uitstroom per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 114

119 Ongekwalificeerde uitstroom per leeftijd Basisindicatoren Figuur 78. Ongekwalificeerde uitstroom per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte; detail 115

120

121 Deel 3. Geaggregeerde indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom 117

122

123 Ongekwalificeerde uitstroom in een geboortecohorte Het uiteindelijke aandeel zonder kwalificatie in een geboortecohorte Een geaggregeerde indicator van de ongekwalificeerde uitstroom De indicator van dit onderdeel heeft betrekking op een gegeven geboortejaar (bijvoorbeeld: 1985, het geboortejaar van de 22-jarigen in 2007). De indicator is gedefinieerd als de verhouding van het (uiteindelijke) ongekwalificeerd uitgestroomde deel van de geboortecohorte in kwestie tot de omvang van de geboortecohorte. Er zijn twee berekeningswijzen voor deze indicator. Men kan, ten eerste, de geboortecohorte jaar na jaar volgen en telkens noteren hoeveel leden van de cohorte ongekwalificeerd uitstromen, van de 16-jarigen, 17-jarigen, 18-jarigen,, tot 22 en ouder. De verhouding van de totale ongekwalificeerde uitstroom (over de leeftijden heen) tot de omvang van de cohorte levert dan de indicatorwaarde op. Deze eerste berekeningswijze toont de verwantschap van de indicator met de basisindicatoren uit Deel 2. Deze indicator per geboortejaar vormt één van de manieren om de informatie van de basisindicatoren samen te vatten. De indicator kan, ten tweede, berekend worden door jaar na jaar te registreren hoeveel kwalificaties leden van de cohorte verwerven: van de 16-jarigen, 17-jarigen, 18- jarigen,, tot 22 en ouder. Men berekent dan de verhouding van het totaal aantal kwalificaties (over de leeftijdscategorieën heen) tot de omvang van de geboortecohorte. De indicatorwaarde is gelijk aan het complement van die verhouding. Deze tweede berekeningswijze toont dat de indicator niet afhangt van de veronderstellingen die aan de basis liggen van de berekening van de uitstroomcijfers (zie Deel 1). In dat opzicht is dit een zeer robuuste indicator: hij volgt rechtstreeks uit de tellingen van de aantallen kwalificaties en de schatting van de omvang van de geboortecohorte. 42 Figuur 79 toont de indicatorcurve van 1977 het geboortejaar van de cohorte die 22 is in 1999 tot 1985 het geboortejaar van de 22-jarigen in 2007, per sekse (curven J en M ) en voor jongens en meisjes samen ( J+M ). Van de meisjes geboren in 1985, bijvoorbeeld, is 10,7% uit het leerplichtonderwijs vertrokken zonder kwalificatie. Het overeenkomstige percentage voor de jongens was veel hoger, 42 De bijlage over Tabellen per geboortecohorte toont de tabellen met de aantallen kwalificaties behaald door de geboortecohorten van 1977 tot 1985, uitgedrukt als percentages van de omvang van de cohorten. De indicator per geboortejaar is het complement van het percentage met een kwalificatie op 22-jarige leeftijd in de kolom Voltijds SO + DBSO + SYNTRA. Zie ook op Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2008). Geactualiseerde schattingen van de ongekwalificeerde uitstroom. Verwerking van de gegevens van Leuven: Steunpunt SSL, rapport nr. OD1/

124 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom namelijk 17,9%. Per 1000 jongens geboren in 1985 zijn er dus 179 die het leerplichtonderwijs voortijdig hebben verlaten. Voor jongens en meisjes samen stond de indicator in 1985 op 14,4%. De indicatorwaarden van Figuur 79 zijn ook samengebracht in Tabel 4. Tabel 4. Ongekwalificeerde uitstroom in een reeks geboortecohorten Geboortejaar in J M Samen 22-jarigen ,3% 8,9% 11,6% ,1% 8,6% 11,4% ,0% 9,0% 12,1% ,8% 9,0% 12,0% ,6% 9,7% 12,7% ,4% 10,3% 13,5% ,5% 10,0% 13,3% ,6% 10,5% 14,1% ,9% 10,7% 14,4% 2007 Kwalificatiecriterium: ASO-diploma, KSO/TSO-diploma, BSO-getuigschrift, DBSO-getuigschrift of SYNTRA-getuigschrift. Tabel 4 en Figuur 79 tonen globaal een toename van de ongekwalificeerde uitstroom, zowel bij de meisjes als bij de jongens. In de beschikbare tijdreeks van negen jaren is het meest recente cijfer het hoogste tot nu toe. De meest voor de hand liggende beleidsmaatregelen die gericht zijn op het verminderen van de ongekwalificeerde uitstroom hebben wellicht meer impact naarmate leerlingen er vroeger en langer aan blootgesteld zijn. 43 Indien een dergelijke beleidsmaatregel effectief is dan zou dit zich moeten uiten in een verandering, geboortejaar na geboortejaar, van de manier waarop geboortecohorten door het onderwijssysteem stromen. Dit zou dan zichtbaar moeten zijn in de indicator van de ongekwalificeerde uitstroom per geboortejaar. In vergelijking met de basisindicatoren per leeftijd is het voordeel van deze geaggregeerde indicator dat het wedervaren van een geboortecohorte samengevat wordt in één getal. Een nadeel is dat men pas beschikt over dat getal nadat de geboortecohorte het leerplichtonderwijs (nagenoeg) volledig heeft verlaten. Om de eventuele effecten van beleidsmaatregelen snel te zien aankomen, moet men toch 43 We denken aan het versterken van de relatie tussen de arbeidsmarkt en het onderwijs, het verbeteren van het studie-advies, het invoeren van systemen om leerlingen met problemen vroeg op het spoor te komen, het tegengaan van spijbelen,. Maatregelen die rechtstreeks ingrijpen op de uitstroom bijvoorbeeld de verplichting om in het onderwijs te blijven tot men een kwalificatie verwerft liggen wellicht minder voor de hand. 120

125 Ongekwalificeerde uitstroom in een geboortecohorte teruggrijpen naar de batterij van basisindicatoren, waar een eerste aanzet van de effecten dan mogelijk al zichtbaar is bij de 18-jarigen. Overeenkomst en verschil met bestaande indicatoren per kalenderjaar Deze indicator van de ongekwalificeerde uitstroom per geboortejaar, die kan opgevat worden als een samenvatting van de basisindicatoren per leeftijd over de geboortecohorte in kwestie, is gelijk aan indicator per geboortejaar die in vroegere rapporten van het Steunpunt LOA/SSL is ontwikkeld en berekend De indicator is ontwikkeld in: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2004). Indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom. Een bijdrage tot de discussie en een aantal nieuwe schattingen. Leuven: Steunpunt LOA, rapport nr. 19. De meest recent update zonder voorafgaande berekening van indicatoren per leeftijd is gepubliceerd in: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2008). Geactualiseerde schattingen van de ongekwalificeerde uitstroom. Verwerking van de gegevens van Leuven: Steunpunt SSL, rapport nr. OD1/

126

127 Ongekwalificeerde uitstroom in een geboortecohorte Figuur 79. Ongekwalificeerde uitstroom in een reeks geboortecohorten J = jongens; M = meisjes 123

128

129 Ongekwalificeerde uitstroom in een kalenderjaar De ongekwalificeerde uitstroom in een kalenderjaar Een geaggregeerde indicator van de ongekwalificeerde uitstroom De indicator van dit onderdeel heeft betrekking op een gegeven kalenderjaar (bijvoorbeeld: 2007). De indicator is gedefinieerd als de verhouding van de ongekwalificeerde uitstroom in het kalenderjaar in kwestie tot de totale uitstroom (uit het leerplichtonderwijs) in dat kalenderjaar. Deze indicator vormt een (tweede) manier om de informatie van de basisindicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom per leeftijd samen te vatten. Hij kan berekend worden uit de basisindicatoren en de omvang van de geboortecohorten. Figuur 80 toont de indicatorcurve van 1999 tot 2007, per sekse (curven J en M ) en voor jongens en meisjes samen ( J+M ). In 2007, bijvoorbeeld, had 10,9% van de meisjes die uit het leerplichtonderwijs vertrokken geen kwalificatie. Het overeenkomstige percentage voor de jongens was veel hoger, namelijk 18,3%. Per 1000 jongens die het leerplichtonderwijs in 2007 verlieten waren er dus 183 zonder een kwalificatie. Voor jongens en meisjes samen stond de indicator in 2007 op 14,7%. De indicatorwaarden uit Figuur 80 zijn ook samengebracht in Tabel 5. Tabel 5. Ongekwalificeerde uitstroom in een reeks kalenderjaren J M Samen Kalenderjaar ,8% 9,5% 12,3% ,2% 10,3% 13,3% ,6% 9,6% 12,7% ,2% 10,2% 13,3% ,1% 10,4% 13,8% ,0% 10,2% 13,7% ,0% 10,4% 13,8% ,0% 10,8% 14,5% ,3% 10,9% 14,7% Kwalificatiecriterium: ASO-diploma, KSO/TSO-diploma, BSO-getuigschrift, DBSO-getuigschrift of SYNTRA-getuigschrift. Meerdere geboortecohorten zijn betrokken in de indicator voor een gegeven kalenderjaar: de uitstroom bestaat in hoofdzaak uit 18-, 19-, 20- en 21-jarigen (vier verschillende geboortecohorten); er is ook een niet te verwaarlozen aantal 17-jarigen en zelfs enkele leerlingen van 16 en van 22 of ouder. De bijdrage van een geboortecohorte aan de indicator hangt mee af van de omvang van de cohorte (met andere woorden: van het geboortecijfer). 125

130 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Als instrument voor het opvolgen van beleidseffecten is deze indicator daarom eerder gepast in het (waarschijnlijk zeldzame) geval van een maatregel die rechtstreeks zou ingrijpen op de totale uitstroom van een gegeven kalenderjaar (ongeacht de leeftijd). In het geval van beleidsmaatregelen die eerder een invloed hebben op het proces dat voorafgaat aan de uitstroom uit het leerplichtonderwijs is de indicator minder geschikt: de abrupte wendingen in het verloop van het geboortecijfer 45 kunnen zorgen voor veranderingen in de indicator die moeilijk te interpreteren zijn vanuit de ervaringen van opeenvolgende geboortecohorten die door het onderwijsysteem stromen. Overeenkomst en verschil met bestaande indicatoren per kalenderjaar Deze indicator is een vereenvoudigde en verbeterde versie van eerder berekende indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom in een kalenderjaar, die we hier zullen aanduiden als VoltSO-indicator en VoltSO+SYNTRA-indicator. 46 Verbetering. De VoltSO-indicator houdt enkel rekening met de kwalificaties uit het voltijds onderwijs. De VoltSO+SYNTRA-indicator verrekent ook de SYNTRAgetuigschriften van met succes afgewerkte leerovereenkomsten. De nieuwe SSLindicator (Figuur 80) houdt bovendien rekening met de DBSO-kwalificaties. Dit is de belangrijkste verbetering. De indicator per kalenderjaar is nu gebaseerd op hetzelfde kwalificatiecriterium als de indicator per geboortejaar (en als de basisindicatoren). Vereenvoudiging. De belangrijkste vereenvoudiging zit in het feit dat er geen instroomgegevens nodig zijn voor de berekening van deze indicator. De nieuwe SSLindicator volgt, zoals gezegd, uit de basisindicatoren en de omvang van de geboortecohorten. De basisindicator voor een gegeven geboortejaar en kalenderjaar (of leeftijd) wordt berekend uit het aantal uitgereikte kwalificaties en uit de uitstroom uit een precies omschreven deel van het onderwijssysteem, telkens voor het kalenderjaar en de geboortecohorte in kwestie. Die uitstroom volgt op zijn beurt uit: (1) het aantal leden van de geboortecohorte in dat deelsysteem in het schooljaar dat eindigt en het schooljaar dat begint in het aangegeven kalenderjaar; (2) de instroom van de geboortecohorte in het deelsysteem in dat kalenderjaar. Voor de leeftijden die 45 Zie bijvoorbeeld Figuur 3 op p De meest recente updates van de tijdreeksen van deze indicatoren zijn te vinden op pp van: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2008). Geactualiseerde schattingen van de ongekwalificeerde uitstroom. Verwerking van de gegevens van Leuven: Steunpunt SSL, rapport nr. OD1/ Zie 126

131 Ongekwalificeerde uitstroom in een kalenderjaar relevant zijn voor de ongekwalificeerde uitstroom dat wil zeggen: 16 en ouder is de instroom in het deelsysteem verwaarloosbaar. Er is dus geen behoefte aan data over die instroom. De VoltSO-indicator en de VoltSO+SYNTRA-indicator per kalenderjaar worden niet geschat uit basisindicatoren per leeftijd. Ze worden rechtstreeks berekend uit gegevens die geaggregeerd zijn over de leeftijden heen. Een deel van de procedure bestaat eveneens uit het schatten van een uitstroom uit een deel van het onderwijssysteem, uit een verschil in leerlingenaantallen in opeenvolgende schooljaren en de instroom in het kalenderjaar in kwestie. De instroom in een gegeven kalenderjaar is niet verwaarloosbaar en moet bepaald worden uit gegevens over leerlingenaantallen in het eerste leerjaar van het gewoon secundair onderwijs, het zittenblijverspercentage in dat leerjaar en gegevens over de instroom in het buitengewoon secundair onderwijs. 47 Kwalificaties via Examencommissie en via Volwassenenonderwijs. 48 De kwalificaties van het voltijds secundair onderwijs kan men ook verwerven via de tweede en derde afdeling van de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het voltijds secundair onderwijs. Dit gegeven is tot nu toe niet op een bevredigende manier verwerkt in de indicatoren, noch in de nieuwe indicatoren van dit rapport, noch in de oude. In de nieuwe indicatoren in Figuur 80 en ook in de indicatoren per geboortejaar of de basisindicatoren worden deze kwalificaties genegeerd. In de vroeger berekende indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom per kalenderjaar ( VoltSO en VoltSO+SYNTRA ) zijn ze wel verrekend. 49 Daar is het probleem echter dat alle kwalificaties meegeteld zijn, ongeacht de leeftijd. Uit de leeftijdsverdeling van deze 47 De procedure voor de berekening van de VoltSO-indicator (voor jongens en meisjes samen) is in detail uitgelegd in: Van Landeghem, G. & Van Damme, J. (2004). De ongekwalificeerde uitstroom Een geactualiseerde schatting. Leuven: Steunpunt LOA, rapport nr. 18. Zie pp en vooral pp (over de schatting van de instroom). De VoltSO+SYNTRA-indicator per kalenderjaar is geïntroduceerd in: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2004). Indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom. Een bijdrage tot de discussie en een aantal nieuwe schattingen. Leuven: Steunpunt LOA, rapport nr. 19. De twee rapporten zijn beschikbaar op: 48 Zie ook: p. 14 van: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2004). De ongekwalificeerde uitstroom Een geactualiseerde schatting. Leuven: Steunpunt LOA, rapport nr. 18; pp. 7 en 11 van: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2004). Indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom. Een bijdrage tot de discussie en een aantal nieuwe schattingen. Leuven: Steunpunt LOA, rapport nr. 19; Bijlage A van: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2005). De ongekwalificeerde uitstroom. Evolutie van de verschillende soorten kwalificaties per leeftijd tot en met Leuven: Steunpunt LOA, rapport nr. 29. De rapporten zijn beschikbaar op: 49 Zie bijvoorbeeld LOA-rapport nr. 18, p

132 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom kwalificaties blijkt echter dat dit niet opportuun is: ruwweg een derde van de mannen en de helft van de vrouwen die de kwalificatie behalen is 25 of ouder. 50 Er is in dit verband een bijkomende complicatie, die tot nu in geen enkele indicatorberekening is verwerkt. Sinds het schooljaar kunnen Centra voor Volwassenenonderwijs ook zelf diplomeren; tevoren moesten studenten van het volwassenenonderwijs ( secundair onderwijs voor sociale promotie, SOSP) altijd een beroep doen op de Examencommissie om een kwalificatie te verwerven. 51 Een pragmatische en aanvaardbare oplossing voor deze kwestie is wellicht de kwalificaties van het voltijds secundair onderwijs uitgereikt via de Examencommissie en/of het volwassenenonderwijs te laten meetellen als men ze behaalt op een leeftijd waarop leeftijdsgenoten nog dergelijke kwalificaties verwerven via het leerplichtonderwijs. Een redelijke leeftijdsgrens zou dan kunnen zijn: tot en met 22 (of eventueel 23, 24). 52 Om deze oplossing effectief te kunnen verwerken in de indicatoren of om op zijn minst de bijdrage van de bijkomende kwalificaties naast de bestaande indicatoren te kunnen rapporteren moeten de aantallen kwalificaties per leeftijd beschikbaar zijn. Voor wat de kwalificaties uitgereikt door Centra voor Volwassenenonderwijs betreft, zijn deze gegevens gepubliceerd in de Statistische Jaarboeken van het Vlaams Onderwijs, vanaf de data voor het jaar Over de kwalificaties via de Examencommissie zijn er pas recent voor het eerst data met leeftijdsverdeling gepubliceerd 54. Het Departement Onderwijs heeft ons wel een meer uitgebreide dataset met leeftijdsverdeling kunnen bezorgen over de jaren 1992, 1997 en Deze korte tijdreeksen zijn voldoende voor een eerste schatting van de bijdrage van deze kwalificaties na voortijdig schoolverlaten (zie de Bijlage onder die hoofding). 50 Zie voetnoot 22 in LOA-rapport nr Zie p. 61 in LOA-rapport nr Het behalen van een kwalificatie via de Examencommissie en/of het volwassenenonderwijs kan opgevat worden als een precies omschreven vorm van herstel (kort na) het ongekwalificeerd uitstromen. De overeenkomstige wijziging in de indicator is dan enigszins analoog aan wat er gebeurt bij het berekenen van de EAK-indicator van vroegtijdige schoolverlaters die verderop in dit rapport aan bod komt: wie het leerplichtonderwijs ongekwalificeerd heeft verlaten krijgt respijt (dat wil zeggen: wordt niet geteld als vroegtijdig schoolverlater ) indien hij/zij op het moment van de enquête of kort voordien aan een vorm van opleiding deelnam. 53 De eerste gegevens, voor 2003, staan op p. 531 van het Statistisch Jaarboek van het Vlaams Onderwijs, schooljaar , of op blad 03sosp04 van file studiebewijzen_0203 van de Excel versie van dat Jaarboek. 54 Vlaamse Overheid (s.d.). Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het voltijds secundair onderwijs. Werkingsjaren 2005, 2006 en Brussel: Ministerie van Onderwijs en Vorming, Agentschap voor Onderwijsdiensten. 128

133 Ongekwalificeerde uitstroom in een kalenderjaar Migratie. Om het effect van migratie correct te kunnen verwerken in de indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom zouden we moeten kunnen beschikken over een (gezamenlijke) verdeling van de immigratie- en de emigratieaantallen per sekse en per leeftijd en tegelijk ook volgens de dichotomie gekwalificeerd/ongekwalificeerd. De cijfers zouden betrekking moeten hebben op de effectieve migratie van jongeren (en niet enkel op legale migratie). Bovendien zou het moeten gaan over migratie in en uit de Vlaamse Gemeenschap, een entiteit die geen welomschreven grondgebied en geen exact inwoneraantal heeft. In werkelijkheid zijn enkel cijfers over een aantal migratiestromen tussen de Gewesten onderling en tussen de Gewesten en het buitenland voorhanden Er is de gebruikelijke verdeling per sekse en leeftijd, maar (niet onverwacht) geen onderscheid volgens het al dan niet bezitten van een kwalificatie. De manier waarop de bestaande indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom per kalenderjaar ( VoltSO en VoltSO+SYNTRA ) de mogelijke invloed van migratie proberen te verrekenen 57 is dan ook weinig geloofwaardig. Gezien de grote kloof tussen de informatie die nodig is en wat effectief voorhanden is, hebben we niet geprobeerd een correctie voor migratie in te bouwen in het voorliggende indicatorensysteem. Vergelijking van nieuwe en oude indicatorwaarden. In Figuur 81, Figuur 82 en Figuur 83 kunnen de VoltSO-, de VoltSO+SYNTRA en de nieuwe SSL-indicator van de ongekwalificeerde uitstroom per kalenderjaar met elkaar vergeleken worden. 58 Uit de figuren blijkt dat het essentiële verschil tussen de indicatoren hun globaal niveau is, 55 Zie p. 15 van LOA-rapport nr. 18. De voorbije jaren bleek het niet meer mogelijk de daar genoemde informatie over de migratiestromen tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Vlaams Gewest te verkrijgen bij de opvolger van het NIS, de Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie. 56 Een andere bron van gedeeltelijke informatie over immigratie is te vinden in de administratieve onderwijsgegevens zelf. Leerlingen jonger dan 18 die hun jaar in de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers beëindigen stromen waarschijnlijk binnen in het leerplichtonderwijs. (Voor de verwerking in het indicatorensysteem van dit rapport zouden de kleine aantallen die 16 of 17 zijn op het moment dat ze overgaan, van belang zijn.) De voorbije jaren is de uitstroom van 16- en 17-jarigen uit de onthaalklas toegenomen. Waarschijnlijk is dit grotendeels een overgangsverschijnsel (door de geleidelijke inburgering van het systeem van onthaalklassen) dat enkel betekent dat een instroom die er tevoren ook al was meer en meer waarneembaar is geworden. Om die reden zijn de gegevens over de onthaalklas toch niet verwerkt in de schattingen van de totale en de ongekwalificeerde uitstroom uit het leerplichtonderwijs (zie Deel 1). 57 Zie p. 15 van LOA-rapport nr. 18. De correctie houdt bovendien enkel rekening met de migratie van jarigen, terwijl er in het beschouwde deel van het onderwijssysteem nog een beduidend aantal oudere leerlingen aanwezig zijn. 58 Voor de oude indicatoren hebben we ons beperkt tot de waarden die reeds beschikbaar waren in vroegere rapporten van het Steunpunt LOA/SSL. 129

134 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom het gevolg van het feit dat ze op verschillende kwalificatiecriteria gebaseerd zijn. De SSL-indicator is gebaseerd op het meest complete criterium en zijn curve ligt dan ook telkens het laagst. 130

135 Ongekwalificeerde uitstroom in een kalenderjaar Figuur 80. Ongekwalificeerde uitstroom in een reeks kalenderjaren J = jongens; M = meisjes 131

136 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 81. Ongekwalificeerde uitstroom in een reeks kalenderjaren: SSL-indicator versus vroegere indicatoren; jongens 132

137 Ongekwalificeerde uitstroom in een kalenderjaar Figuur 82. Ongekwalificeerde uitstroom in een reeks kalenderjaren: SSL-indicator versus vroegere indicatoren; meisjes 133

138 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 83. Ongekwalificeerde uitstroom in een reeks kalenderjaren: SSL-indicator versus vroegere indicatoren; jongens en meisjes samen 134

139 Voortijdige schoolverlaters in een gegeven leeftijdsinterval Het aandeel zonder kwalificatie en niet meer in leerplichtonderwijs in het deel van de bevolking tussen gegeven leeftijdsgrenzen Een geaggregeerde indicator van de ongekwalificeerde uitstroom De indicatoren van dit onderdeel hebben betrekking op een gegeven kalenderjaar (bijvoorbeeld: 2007) en op het deel van de Vlaamse bevolking binnen gegeven leeftijdsgrenzen (bijvoorbeeld: de jarigen). De indicator geeft de fractie van de totale bevolking in het aangeven leeftijdsinterval die in het gegeven kalenderjaar of vroeger ongekwalificeerd is uitgestroomd; of anders gezegd: de fractie die geen kwalificatie in handen heeft en niet meer in het leerplichtonderwijs zit. Deze indicatoren vormen een (derde) manier om de informatie van de basisindicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom per leeftijd samen te vatten. Ze kunnen berekend worden uit de basisindicatoren en de omvang van de geboortecohorten. Figuur 84 toont een eerste voorbeeld van dit type indicator. Het gaat daar over de jarigen. Het eindpunt van de curve J, bijvoorbeeld, heeft betrekking op de toestand van de mannelijke bevolking in het kalenderjaar 2007, en meer bepaald op de jongens geboren in 1985 (22-jarigen), 1986 (21-jarigen),, of 1989 (18-jarigen). De indicatorwaarde bedraagt iets meer dan 14,9%. Dat wil zeggen dat we per jarige jongens er 149 aantreffen die niet meer in het leerplichtonderwijs zitten en niet in het bezit zijn van een kwalificatie. Figuur 84 toont bovendien een curve voor de meisjes ( M ) en een curve voor jongens en meisjes samen ( J+M ), telkens voor de kalenderjaren 1999 tot De curven in Figuur 84 zijn eerder glad. Dat is in overeenkomst met de aard van de indicator. Neem bijvoorbeeld de jarigen in 2006 die ongekwalificeerd zijn en geen leerplichtonderwijs meer volgen. Een belangrijk deel daarvan, namelijk de jarigen, vinden we in 2007 onvermijdelijk terug als jarige voortijdige schoolverlaters. Door de uitmiddeling over een leeftijdsinterval van, in dit geval, vijf jaren (18 22), mag men geen grote verandering tussen twee opeenvolgende kalenderjaren verwachten. Dit soort indicator is dan ook eerder geschikt om trends over een ruim interval van kalenderjaren in beeld te brengen en minder geschikt om de eerste aanzet van een beleidseffect snel te detecteren. 135

140 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom De gekozen leeftijdsgrenzen hebben een invloed op de indicator op minstens twee manieren. Ten eerste: hoe breder het leeftijdsinterval, hoe meer uitmiddeling en hoe gladder de curven. Ten tweede is het van belang of de jaren vlak na het einde van de leerplicht in het interval begrepen zijn of niet. Een belangrijk aantal 18-jarigen zit in het eerste jaar na het einde van hun leerplicht toch nog in het leerplichtonderwijs. Hetzelfde geldt (in minder mate) voor de 19-jarigen (in het tweede jaar na het einde van de leerplicht). Die leerlingen hebben nog de kans om een kwalificatie te behalen, maar voor sommigen zal dat niet lukken. Het cumulatief aantal vroege schoolverlaters ligt bij de 18-jarigen dan ook nog een stuk lager dan enkele jaren later, bijvoorbeeld op 20-jarige leeftijd. Een vergelijking van Figuur 85 met Figuur 86 illustreert de gevolgen hiervan voor de invloed van het leeftijdsinterval op de indicator. Figuur 86 toont de indicator met betrekking tot de jarigen, die de (enigszins voorbarige) bevindingen op 18- en 19-jarige leeftijd uit de mix laat. Die indicator heeft daardoor hogere waarden dan de indicator voor jarigen uit Figuur 85. In 2007 bedroeg het aantal jarige vroege jarigen (Figuur 86, curve J+M ). De waarden van de indicator voor jarigen (Figuur 85) zijn nog eens samengebracht in Tabel 6. Het volgende onderdeel van de tekst vergelijkt deze indicator met de dikwijls geciteerde indicator van vroegtijdige schoolverlaters gebaseerd op de Labour Force Survey. Tabel 6. Ongekwalificeerde jarigen niet meer in leerplichtonderwijs J M Samen schoolverlaters 12,6% (Figuur 85, curve J+M ), tegenover 13,8% bij de Kalenderjaar ,6% 8,4% 11,1% ,9% 8,6% 11,3% ,3% 8,9% 11,6% ,5% 9,0% 11,8% ,9% 9,2% 12,1% ,3% 9,4% 12,4% ,5% 9,4% 12,6% Kwalificatiecriterium: ASO-diploma, KSO/TSO-diploma, BSO-getuigschrift, DBSO-getuigschrift of SYNTRA-getuigschrift. Overeenkomst en verschil met de EAK-indicator De indicator voor de jarigen (Figuur 85) is, in elk geval voor wat de definitie betreft, verwant met de indicator van vroegtijdige schoolverlaters die (in een 136

141 Voortijdige schoolverlaters in een gegeven leeftijdsinterval Europese context) door de Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie wordt berekend uit de Enquête naar de arbeidskrachten ( EAK ) 59. Die indicator kort aangeduid als de EAK-indicator wordt gedefinieerd als: het percentage personen met een leeftijd van 18 tot 24 jaar dat geen diploma van hoger secundair onderwijs heeft behaald en geen enkele vorm van onderwijs of vorming meer volgt. Indien we abstractie maken van de mogelijke verschillen tussen geen kwalificatie en geen diploma van hoger secundair onderwijs dan verwachten we voor de indicator van Figuur 85 een wat hogere waarde dan voor de EAK-indicator. Het verschil bestaat dan immers uit het percentage personen met een leeftijd van 18 tot 24 jaar dat geen kwalificatie heeft en niet meer in het leerplichtonderwijs zit maar wel nog een vorm van onderwijs of vorming volgt. Een gedetailleerde bespreking van de overeenkomsten en verschillen tussen de SSLindicator van het percentage ongekwalificeerd uitgestroomde jarigen (Figuur 85) en de EAK-indicator is te vinden in een ander rapport van het Steunpunt SSL 60. Uit de bespreking blijkt dat de EAK-indicator om verschillende redenen niet geschikt is voor het opvolgen van de ongekwalificeerde uitstroom uit het Vlaams leerplichtonderwijs: (1) de EAK-indicator vermengt, zoals gezegd, de (eerder geleidelijk evoluerende) ongekwalificeerde uitstroom uit het leerplichtonderwijs met de (mogelijk snel veranderende) graad van deelname van ongekwalificeerden aan vorming buiten het leerplichtonderwijs; (2) de EAK-indicator heeft betrekking op het Vlaams Gewest, niet op de Vlaamse Gemeenschap; (3) de EAK-indicator is onstabiel door breuken in de tijdreeks en door de (te) beperkte nauwkeurigheid van de meting; de meetfout is wellicht een gevolg van de (te beperkte) omvang van de steekproef in het leeftijdsegment in kwestie en mogelijk ook van een enquêteurseffect. Figuur 87 is een update van de centrale figuur van rapport SSL/OD1/ In Figuur 87 worden de SSL-indicatoren van de jarigen (zie Figuur 84) en de 59 Een tijdreeks van deze indicator voor het Vlaams Gewest is te vinden op de site van de Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie (maart 2010), in de tabel onder de titel Vroegtijdige schoolverlaters jaargemiddelden ( ). De meest recente indicatorwaarden (tijdreeks van 1999 tot 2008) zijn beschikbaar op de site van het Steunpunt Werk & Sociale Economie (WSE) op het blad Jaargemiddelden van de Excel file 311_ongekwalificeerde_uitstroom, in de tabellen onder de hoofding Ongekwalificeerde uitstroom uit het onderwijs (maart 2010). 60 Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2008). De EAK-indicator van vroegtijdige schoolverlaters : toets aan administratieve onderwijsgegevens en kritiek. Leuven: Steunpunt SSL, rapport nr. OD1/ Zie 137

142 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom jarigen (zie Figuur 85) vergeleken met de indicator van vroegtijdige schoolverlaters gebaseerd op de Enquête naar de arbeidskrachten (de EAKindicator). Figuur 88, tenslotte, is een update van de figuur over de jarigen zonder kwalificatie uit de bijlage van rapport SSL/OD1/ Deze figuur toont het complement van een eveneens op de Enquête naar de arbeidskrachten gebaseerde indicator van het aandeel 20- tot 24-jarigen met minimaal een diploma secundair onderwijs. 61 Die indicator wordt vergeleken met een berekening van het aandeel jarigen zonder kwalificatie die gebaseerd is op dezelfde gegevens als de indicatoren in het voorliggend rapport. 62 Daarnaast toont de figuur ook de SSLindicator van de jarigen zonder kwalificatie en niet meer in leerplichtonderwijs (zie Figuur 86) 63. De vergelijking in Figuur 88 is van belang omdat daaruit blijkt dat de onregelmatigheid van de EAK-indicator van vroegtijdige schoolverlaters niet enkel een gevolg is van de (volatiele) component over vorming van ongekwalificeerden buiten het leerplichtonderwijs De indicatorwaarden zijn beschikbaar op de site van het Steunpunt Werk & Sociale Economie (WSE) op het blad Jaargemiddelden van de Excel file 311_ongekwalificeerde_uitstroom, in de tabellen onder de hoofding Aandeel 20- tot 24-jarigen die het hoger secundair onderwijs beëindigd hebben (maart 2010). De cijfers tot 2007 zijn ook elders gepubliceerd, voor bronnen: zie rapport SSL/OD1/ Grafieken gemarkeerd als J SSL, J+M SSL en M SSL. 63 Grafieken gemarkeerd als J SSLuit, J+M SSLuit en M SSLuit. 64 Voor meer uitleg verwijzen we naar de bijlage van rapport SSL/OD1/

143 Voortijdige schoolverlaters in een gegeven leeftijdsinterval Figuur 84. Ongekwalificeerd en niet meer in leerplichtonderwijs, jarigen J = jongens; M = meisjes 139

144 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 85. Ongekwalificeerd en niet meer in leerplichtonderwijs, jarigen J = jongens; M = meisjes 140

145 Voortijdige schoolverlaters in een gegeven leeftijdsinterval Figuur 86. Ongekwalificeerd en niet meer in leerplichtonderwijs, jarigen J = jongens; M = meisjes 141

146 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 87. Ongekwalificeerd en niet in onderwijs/vorming J = jongens; M = meisjes 142

147 Voortijdige schoolverlaters in een gegeven leeftijdsinterval Figuur jarigen zonder kwalificatie J = jongens; M = meisjes 143

148

149 Bijlagen 145

150

151 Kwalificaties Buitengewoon Onderwijs Kwalificaties via de opleidingsvormen 3 en 4 van het buitengewoon secundair onderwijs Het indicatorensysteem dat ontwikkeld is in rapport SSL/OD1/ houdt rekening met kwalificaties via het gewoon voltijds secundair onderwijs en het (gewoon) deeltijds beroepsonderwijs en met de leercontracten van SYNTRA. Tot nu toe waren er te weinig cijfergegevens beschikbaar om studiebewijzen van het buitengewoon secundair onderwijs (BuSO) op te kunnen nemen in het kwalificatiecriterium. Daaruit volgt dat de huidige indicatoren de werkelijke ongekwalificeerde uitstroom overschatten: wie het leerplichtonderwijs verlaat vanuit het BuSO is nu volgens het huidige onvolledige kwalificatiecriterium bij definitie een vroege schoolverlater. Een korte tijdreeks van data over het BuSO maakt het voor het eerst mogelijk om een indruk te krijgen van de omvang van die overschatting. Dit is meteen een eerste aanzet tot een volledige integratie van de kwalificaties van het BuSO in het indicatorensysteem. 66 Kwalificaties via buitengewoon secundair onderwijs Het buitengewoon secundair onderwijs is verdeeld in vier opleidingsvormen : Opleidingsvorm 1: geeft een sociale vorming met het oog op een integratie in een beschermd milieu ; Opleidingsvorm 2: geeft een algemene en sociale vorming en een arbeidstraining met het oog op integratie in een beschermd leef- en arbeidsmilieu ; Opleidingsvorm 3: geeft een algemene sociale en beroepsvorming met het oog op integratie in een gewoon leef- en werkmilieu ; Opleidingsvorm 4: geeft een voorbereiding op een studie in het hoger onderwijs en op integratie in het actieve leven. 67 Leerlingen van de opleidingsvorm 3 (OV3) kunnen een kwalificatiegetuigschrift behalen. 68 Leerlingen van de opleidingsvorm 4 (OV4) kunnen de kwalificaties van 65 Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2008). Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom. Een samenhangend indicatorensysteem gebaseerd op indicatoren per leeftijd. Leuven: Steunpunt SSL, rapport nr. OD1/ Zie 66 Het is nu al mogelijk de recente waarden van de basisindicatoren per leeftijd en van de indicator van de ongekwalificeerde uitstroom per kalenderjaar te corrigeren. Naarmate de tijdreeks van gegevens over het BuSO aangroeit in de komende jaren, kan het uitgebreide kwalificatiecriterium steeds verder ingebouwd worden in het indicatorensysteem. Zodra de huidige beschikbare tijdreeks van vier jaren aangegroeid is tot acht jaren, wordt ook de SSL-indicator voor de jarigen zonder kwalificatie en niet meer in het leerplichtonderwijs exact berekenbaar volgens het uitgebreide criterium en is de integratie volledig. 67 Zie bijvoorbeeld: Statistisch Jaarboek van het Vlaams onderwijs, schooljaar , p

152 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom het gewoon secundair onderwijs verwerven (een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad beroepsonderwijs of een diploma van secundair onderwijs). 69 Het zijn deze kwalificaties via de opleidingsvormen 3 en 4 die we in aanmerking nemen bij het verrekenen van de rol van het BuSO in de gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom uit het leerplichtonderwijs. Beschikbare cijfers over kwalificaties via BuSO en eerste conclusies Figuur 89 toont de beschikbare cijfers over het aantal kwalificaties behaald door jongens via de opleidingsvormen 3 en 4 van het buitengewoon secundair onderwijs, per leeftijd. Dit zijn gegevens uit de kalenderjaren 2004, 2005, 2006 en Tevoren werden deze kwalificaties ook al uitgereikt, maar waren er nog geen betrouwbare tellingen van de aantallen. 71 Figuur 90 bevat de overeenkomstige data voor de meisjes. De aantallen in Figuur 89 en Figuur 90 hebben in hoofdzaak betrekking op OV3. De bijdrage van OV4 in de kwalificatieverzameling van een cohorte is zeer gering in vergelijking met de bijdrage van OV3. Dat blijkt uit een vergelijking van de cijfers in Tabel 7 (over OV4) met de aantallen weergegeven in de figuren. Uit een vergelijking van Tabel 7 met Tabel 8 (over de BSO-kwalificaties via OV4) blijkt bovendien dat het in OV4 meestal om kwalificaties uit het beroepsonderwijs (namelijk: studiegetuigschriften van het tweede leerjaar van de derde graad) gaat. In de volgende figuren zijn de absolute aantallen vervangen door fracties van de omvang van de overeenkomstige geboortecohorten: Figuur 91 (jongens), Figuur 92 (meisjes) en Figuur 93 (jongens en meisjes samen). Hieruit blijkt dat de bijdrage van het buitengewoon secundair onderwijs ongeveer vergelijkbaar is met die van het deeltijds beroepsonderwijs en belangrijker dan de (sterk afgenomen bijdrage van de) 68 Zie bijvoorbeeld: de tabel op blad 07dsec25 van bestand dip_so_0607 van het Statistisch Jaarboek van het Vlaams Onderwijs, schooljaar Zie bijvoorbeeld: de tabel op blad 07dsec26 van bestand dip_so_0607 van het Statistisch Jaarboek van het Vlaams Onderwijs, schooljaar De data over de kwalificatiegetuigschriften in OV3 in 2004 en 2005 zijn bezorgd door het Departement Onderwijs ( H. Goeman, 20 juni 2007). De gegevens over de kwalificaties via OV4 in 2004 en 2005 zijn eveneens afkomstig van het Departement Onderwijs ( H. Goeman, 3 juni 2008). De gegevens voor 2006 en 2007 zijn gepubliceerd in de Statistische Jaarboeken van het Vlaams Onderwijs (schooljaren en ). 71 Gegevens over de studiebewijzen in OV3 werden voor het eerst door het Departement Onderwijs aan de scholen opgevraagd voor het schooljaar Voor de eerste jaren (2002 en 2003) was het resultaat van de gegevensverzameling echter nog niet voldoende betrouwbaar bronnen: (1) F. Vossen, 24 oktober 2003; (2) reactie van 27 juli 2004, kenmerk 130B/AVD/040727cl, op onze technische nota van 26 mei

153 Kwalificaties Buitengewoon Onderwijs leercontracten. Zo vindt men dat in de jongenscohorte van geboortejaar 1988 ongeveer 1,2% op 18-jarige leeftijd een kwalificatie verwerft via het BuSO (Figuur 91); in het deeltijds beroepsonderwijs gaat het over 1,1% van de jongenscohorte (zie Figuur 30); voor wat de leercontracten betreft over 0,5% van de 18-jarigen (Figuur 35). De overeenkomstige cijfers voor de meisjes zijn: 0,7% (BuSO, Figuur 92), 0,6% (DBSO, Figuur 31) en 0,4% (SYNTRA, Figuur 36). Uit deze beperkte gegevens kan men toch al enkele conclusies trekken. Ten eerste blijkt dat er een beduidende bijdrage is van het BuSO aan de kwalificatiestroom. Door het BuSO niet in rekening te brengen in het indicatorensysteem van vroege schoolverlaters, wordt de ongekwalificeerde uitstroom dus overschat. Ten tweede tonen de cijfers dat vooral het buitengewoon beroepsonderwijs (dat is opleidingsvorm 3 ) hier van belang is; in vergelijking daarmee zijn de kwalificatieaantallen via opleidingsvorm 4 verwaarloosbaar. Ten derde zien we in deze korte tijdreeks geen enkele indicatie van een toename van het aantal kwalificaties via het BuSO. Het niet verrekenen van een groeiende kwalificatiestroom vanuit het BuSO had een verklaring kunnen vormen voor de (in dat geval artificiële) geleidelijke stijging van de bestaande SSL-indicatoren (zonder de BuSO-kwalificaties). Maar de beschikbare gegevens geven dus geen grond voor een dergelijke verklaring. Tabel 7. Aantal kwalificaties via BuSO OV4, naar leeftijd Kalender jaar Jongens Meisjes Jongens + Meisjes Kwalificaties = studiegetuigschriften van 2 de leerjaar 3 de graad BSO of diploma van secundair onderwijs behaald in 2 de leerjaar 3 de graad TSO of ASO. 149

154 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Tabel 8. Aantal studiegetuigschriften van 2 de leerjaar 3 de graad BSO via BuSO OV4, naar leeftijd Kalender jaar Jongens Meisjes Jongens + Meisjes

155

156 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 89. Aantal kwalificaties behaald door jongens via OV 3 en OV4 van het BuSO, per leeftijd; absolute aantallen 152

157 Kwalificaties Buitengewoon Onderwijs Figuur 90. Aantal kwalificaties behaald door meisjes via OV 3 en OV4 van het BuSO, per leeftijd; absolute aantallen 153

158 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 91. Kwalificaties behaald door jongens via OV 3 en OV4 van het BuSO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 154

159 Kwalificaties Buitengewoon Onderwijs Figuur 92. Kwalificaties behaald door meisjes via OV 3 en OV4 van het BuSO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 155

160 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 93. Kwalificaties behaald via OV 3 en OV4 van het BuSO, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte 156

161

162 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 94. Ongekwalificeerde uitstroom van jongens per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte Het label B (witte curven) verwijst naar de berekening mét BuSO-kwalificaties. 158

163 Kwalificaties Buitengewoon Onderwijs Figuur 95. Ongekwalificeerde uitstroom van meisjes per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte Het label B (witte curven) verwijst naar de berekening mét BuSO-kwalificaties. 159

164 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 96. Ongekwalificeerde uitstroom van jongens per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte; detail Het label B (witte curven) verwijst naar de berekening mét BuSO-kwalificaties. 160

165 Kwalificaties Buitengewoon Onderwijs Figuur 97. Ongekwalificeerde uitstroom van meisjes per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte; detail Het label B (witte curven) verwijst naar de berekening mét BuSO-kwalificaties. 161

166 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 98. Ongekwalificeerde uitstroom in een reeks kalenderjaren Het label B (witte curven) verwijst naar de berekening mét BuSO-kwalificaties. J = jongens; M = meisjes. 162

167 Kwalificaties Buitengewoon Onderwijs Invloed van BuSO-kwalificaties op de basisindicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom Figuur 94 (jongens) en Figuur 95 (meisjes) tonen het effect van het in rekening brengen van de kwalificaties uit het buitengewoon secundair onderwijs op de indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom per leeftijd. De zwarte curven zijn de eerder in Figuur 73 en Figuur 74 gerapporteerde indicatorwaarden die de BuSO-kwalificaties negeren. De witte curven, met een bereik van maar vier opeenvolgende jaren, zijn de aangepaste indicatoren, die rekening houden met het feit dat ook het BuSO kwalificaties oplevert. Figuur 96 en Figuur 97 zoomen in op de grafieken van de 20-, 21- en 22-jarigen. De output van het buitengewoon secundair onderwijs is omvangrijk genoeg om een niet te verwaarlozen effect te hebben op de ongekwalificeerde uitstroom. Zo wordt de ongekwalificeerde uitstroom van 18-jarige jongens van geboortejaar 1989 geschat op 8,0% van de jongenscohorte (door de BuSO-kwalificaties mee te tellen) in de plaats van 9,0% (door de BuSO-kwalificaties te negeren): een verschil van een vol procent van de jongenscohorte. Bij de meisjes is het overeenkomstige verschil wat kleiner: 5,3% mét tegenover 5,9% zonder correctie voor de BuSO-resultaten. Ook op 19-jarige leeftijd is de bijdrage van het BuSO van enig belang. Daarna (voor de 20-, 21- en 22- jarigen) is het effect van het BuSO gering. 72 Hoewel de BuSO-kwalificaties dus een beduidend effect hebben op het niveau van de basisindicatoren van de 18- en 19-jarigen, is er in de figuren geen enkel effect zichtbaar op de vorm van het verloop van de indicatoren. Invloed van BuSO-kwalificaties op de indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom in een geboortecohorte Leerlingen van de opleidingsvormen 3 en 4 van het BuSO verwerven hun kwalificaties in essentie op de leeftijden 17, 18, 19 en 20. (Er zijn ook enkele 21- en 72 Merk op dat het in rekening brengen van de BuSO-kwalificaties een wat groter effect heeft op de indicator voor de 22-jarigen dan voor de 21-jarigen. Dat is een gevolg van het feit dat het aantal in rekening gebrachte kwalificaties een invloed heeft op de schatting van de totale uitstroom van 16- en 17-jarigen. Indirect is er ook een invloed op de schatting van de totale uitstroom van 22-jarigen, die berekend wordt als een restcategorie, namelijk het verschil tussen de omvang van de cohorte en de uitstroom van 16- tot 21-jarigen. Het feit dat sommige leerlingen een BuSO-kwalificatie behalen op 17- jarige leeftijd, vermindert de geschatte totale uitstroom van 22-jarigen en zo ook de geschatte ongekwalificeerde uitstroom van 22-jarigen. 163

168 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom 22-jarigen die nog een kwalificatie behalen.) Met de korte tijdreeks van beschikbare gegevens is het enkel voor de cohorte van geboortejaar 1987 dat we over de kwalificatieaantallen voor deze vier leeftijden beschikken. Anderzijds is de meest recente cohorte met een volledige boekhouding (dat wil zeggen: tot en met de bijdrage van de 22-jarigen) voor de overige kwalificatiesoorten de cohorte van het geboortejaar Het is dus nog niet mogelijk om de cijfers van het buitengewoon secundair onderwijs exact te verrekenen in de tijdreeks van de ongekwalificeerde uitstroom per geboortejaar: de datareeks over het BuSO is nog wat te kort. Maar de cijfers in Tabel 9 geven al een goede indicatie van de orde van grootte van de correctie. Tabel 9. Invloed van verrekening kwalificaties BuSO OV3 en OV4 in de indicator van de ongekwalificeerde uitstroom per geboortejaar (benadering c ) Jongens Meisjes J + M BuSO kwalificaties niet meegerekend a 17,9% 10,7% 14,4% Bijdrage BuSO kwalificaties b 1,8% 1,1% 1,4% BuSO kwalficaties meegerekend 16,1% 9,6% 12,9% a Cijfers voor het geboortejaar b Cijfers voor het geboortejaar 1987 (17-, 18-, 19- en 20-jarigen). c Dit is een benadering omdat de indicatorwaarden voor het geboortejaar 1985 aangepast worden volgens de cijfers over het BuSO voor het geboortejaar Invloed van BuSO-kwalificaties op de indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom in een kalenderjaar Figuur 98 toont de indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom in een kalenderjaar volgens het nieuwe kwalificatiecriterium (mét BuSO). Ze worden er vergeleken met de langere tijdreeksen van Figuur 80 van de overeenkomstige indicatoren volgens het criterium zonder BuSO. In 2007 bijvoorbeeld, staat tegenover een ongekwalificeerde uitstroom van 18,3% van de jongens volgens het beperkte kwalificatiecriterium een nieuw cijfer van 16,6% vroege schoolverlaters volgens het nieuwe criterium; het effect van het in rekening brengen van de output van het BuSO bedraagt dus 1,7% van de totale uitstroom van jongens in Bij de meisjes bedraagt het verschil tussen de twee criteria 1,1% van de uitstroom in 2007: 9,8% vroege schoolverlaters (mét BuSO) tegenover de 10,9% in Figuur 80. Voor jongens en meisjes samen verandert de indicatorwaarde voor 2007 van 14,7% (zonder BuSO) naar 13,3% (mét BuSO). De nieuwe indicator bevestigt dat de ongekwalificeerde uitstroom recent is toegenomen. Zelfs door het smalle beschikbare venster van slechts vier jaar zien we het aantal vroege schoolverlaters bij de jongens stijgen van 14,9% van de uitstroom 164

169 Kwalificaties Buitengewoon Onderwijs (2004) tot 16,6% (2007); bij de meisjes is er een toename van 8,9% ongekwalificeerde uitstromers (2004) naar 9,8% (2007); voor jongens en meisjes samen komt dit neer op een stijging van 12,0% (2004) naar 13,3% (2007) voortijdige schoolverlaters in de uitstroom. Invloed van BuSO-kwalificaties op de indicatoren van de vroege schoolverlaters in een leeftijdsinterval In een indicator over de situatie van de jarigen in een gegeven kalenderjaar zijn zeven geboortecohorten betrokken; de boekhouding van kwalificaties moet voor die geboortecohorten af zijn tot en met de leeftijd van, achtereenvolgens, 18, 19,, 24. De tijdreeks (van vier jaren) over de kwalificaties via het buitengewoon secundair onderwijs is nog te kort is om het BuSO correct te verrekenen in een indicator van de toestand van jarigen voor zelfs maar één kalenderjaar. Invloed van BuSO-kwalificaties op de kloof tussen jongens en meisjes Het pakket BuSO-kwalificaties is groter in de jongenscohorten dan in de meisjescohorten. Dat blijkt bijvoorbeeld onmiddellijk uit een vergelijking van Figuur 91 met Figuur 92. Volgens het nieuwe kwalificatiecriterium (mét BuSO) is de gender gap inzake voortijdig schoolverlaten dus smaller dan volgens het beperkte criterium zonder het buitengewoon secundair onderwijs. Zo was het percentage vroege schoolverlaters in ,6% - 9,8% = 6,8% hoger bij de jongens dan bij de meisjes volgens het nieuwe kwalificatiecriterium; zonder de kwalificaties van het buitengewoon secundair onderwijs bedroeg het verschil 18,3% - 10,9% = 7,4%. Ook na deze (beperkte) correctie blijft het verschil tussen het (grote) aantal vroege schoolverlaters bij de jongens en het (kleinere) aantal bij de meisjes opmerkelijk. Verdere vragen over de ongekwalificeerde uitstroom uit het buitengewoon secundair onderwijs en over het rendement van opleidingsvorm 3 Deze eerste analyse van de bijdrage van het BuSO aan de gekwalificeerde en ongekwalificeerde uitstroom roept bijkomende vragen op. 165

170 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom De Figuren 27, 28, 33 en 34 in Bijlage A van het rapport SSL/OD1/ tonen dat het gedeelte van een geboortecohorte dat op 13- tot 17-jarige leeftijd buitengewoon onderwijs volgt, de voorbije jaren geleidelijk is gegroeid. 74 Anderzijds vinden we geen aanwijzing voor een toename van de bijdrage van het BuSO aan de kwalificatiestroom (zie Figuur 91, Figuur 92 en Figuur 93). De combinatie van deze twee vaststellingen roept vragen op over de recente evolutie van het rendement van het BuSO en meer bepaald over het rendement van de opleidingsvorm 3. Een rendementsberekening zoals uitgewerkt voor de onderwijsvormen van het gewoon onderwijs in het rapport SSL/OD1/ is ook uitvoerbaar voor OV3 van het BuSO. Een dergelijke rendementsindicator zou de output van OV3 voor een gegeven geboortecohorte (dat wil zeggen: het aantal door de cohorte verworven kwalificaties van OV3) vergelijken met de door OV3 geleverde input het totaal aantal opleidingsjaren besteed aan de geboortecohorte, uitgedrukt in opleidingseenheden van vijf jaar. Het rendementscijfer vat verschillende aspecten van de opleiding samen: vertraging binnen de opleiding, neveninstromen, overgangen naar andere vormen van leerplichtonderwijs, ongekwalificeerd uitstromen. Een indicator die (enkel) de ongekwalificeerde uitstroom uit OV3 weergeeft, kan niet berekend worden uit hetzelfde type gegevens in hoofdzaak: tellingen van leerlingenaantallen en aantallen studiebewijzen per geboortejaar, leeftijd en sekse als het indicatorensysteem uit het voorliggend rapport. Om een indicator te construeren die betrekking heeft op een welbepaalde uitstroompositie (zoals onderwijsvorm 3 van het buitengewoon secundair onderwijs) zijn bepaalde stroomgegevens 76 nodig. Dergelijke stroomgegevens zijn in principe voorhanden in de administratieve databases van het Departement Onderwijs. Op dit moment is het 73 Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2009). Geboortecohorten in het buitengewoon lager onderwijs. Evolutie van tot Leuven: Steunpunt SSL, rapport nr. OD1/ Zie 74 Het is een beperkte toename, die geringer is dan de groei bij de 6- tot 12-jarigen (het leeftijdsbereik dat grotendeels samenvalt met het buitengewoon lager onderwijs). 75 Zie pp in: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2007). Geboortecohorten in de tweede en derde graad van het voltijds gewoon secundair onderwijs. Evolutie van tot Leuven: Steunpunt SSL, rapport nr. OD1/ Zie 76 Dit zijn leerlingenaantallen die verdeeld zijn volgens combinaties van opeenvolgende onderwijsposities. Voor een korte uiteenzetting over het belang van het ontsluiten van dergelijke data, zie pp in: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2006). Geboortecohorten doorheen het Vlaams onderwijs na de leerplicht. Evolutie van tot Leuven: Steunpunt LOA, rapport nr. 39. Zie 166

171 Kwalificaties Buitengewoon Onderwijs echter niet duidelijk of alle voor een dergelijke berekening vereiste elementen aanwezig zijn en of de kwaliteit van die data volstaat. De rol van de opleidingsvormen 1 en 2 van het buitengewoon secundair onderwijs in de context van het opvolgen van de ongekwalificeerde uitstroom uit het leerplichtonderwijs, vormt een tweede open kwestie. De leerlingen van de opleidingsvorm 1 (die enkel gericht is op een sociale vorming en niet op een arbeidstraining ) en misschien ook de opleidingsvorm 2 (waarbij de arbeidstraining gericht is op integratie in een beschermd arbeidsmilieu ), zitten op een spoor dat bij definitie niet leidt tot een kwalificatie. Men zou kunnen overwegen om het percentage van een geboortecohorte of van de uitstroom in een gegeven kalenderjaar dat afkomstig is uit OV1 en OV2 van het BuSO te bepalen. Een dergelijk cijfer kan dienen als een soort ondergrens, die van nut is om de overeenkomstige indicator van de ongekwalificeerde uitstroom per geboortejaar of per kalenderjaar te beoordelen. De gegevens voor een dergelijke berekening in essentie: de verdeling van de leerlingenaantallen van OV1 en OV2 in opeenvolgende schooljaren volgens geboortejaar en sekse zijn voorhanden in de administratieve databases van het Departement onderwijs. Deze verdere analyses vallen buiten het onderzoeksbudget voor dit rapport. Sommige aspecten komen mogelijk aan bod bij gelegenheid van toekomstige updates van het indicatorensysteem van de ongekwalificeerde uitstroom. 167

172

173 Kwalificaties na voortijdig schoolverlaten Kwalificaties via het volwassenenonderwijs en de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het Voltijds Secundair Onderwijs Sommige leerlingen behalen een kwalificatie via de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het Voltijds Secundair Onderwijs of via het volwassenenonderwijs (tevoren: onderwijs voor sociale promotie, tweedekansonderwijs, ) in een leeftijdsfase waarin een beduidend aantal leeftijdsgenoten nog kwalificaties verwerft via het leerplichtonderwijs. Het lijkt zinvol om die kwalificaties in kaart te brengen en te bekijken samen met de cijfers over vroege schoolverlaters uit het leerplichtonderwijs. Gegevens over kwalificaties via de Examencommissie werden al verwerkt in vroegere indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom per kalenderjaar. 77 Zoals uitgelegd op p. 127 zijn deze kwalificaties echter niet correct opgenomen in die indicatoren. Er zijn twee redenen. Ten eerste is zo n vroegere indicator een schatter van de ongekwalificeerde uitstroom gesommeerd over de verschillende leeftijden. De kwalificatie-aantallen van de Examencommissie worden ook geïntroduceerd zonder onderscheid volgens leeftijd. Dat maakt dat een groot aantal oudere leerlingen (zeg: ouder dan vijfentwintig), die niets meer te maken hebben met het leerplichtonderwijs, in de indicator verwerkt wordt. Dat leidt tot een onderschatting van de ongekwalificeerde uitstroom. Ten tweede verwijst een indicator per kalenderjaar naar een bepaald uitstroomtijdstip. Daarbij gaat het over de uitstroom uit het leerplichtonderwijs. Het is echter onwaarschijnlijk dat wie een kwalificatie behaalt via de Examencommissie op dat moment uitstroomt uit het leerplichtonderwijs. De beschikbare gegevens zeggen ons hoeveel leerlingen op een gegeven moment een kwalificatie behalen via de Examencommissie of via het volwassenenonderwijs. Een belangrijk aantal van die leerlingen heeft het leerplichtonderwijs wellicht eerder verlaten (al is dat niet noodzakelijk het geval voor iedereen). Voor de leerlingen van het volwassenenonderwijs en de leerlingen die via de Examencommissie werken is het dus niet redelijk te onderstellen dat het tijdstip van uitstromen uit het leerplichtonderwijs en het kwalificatietijdstip samenvallen. We beschikken echter niet over loopbaaninformatie die het verband geeft tussen het kwalificatietijdstip en het uitstroomtijdstip. Om die reden is het niet zinvol de cijfers van de Examencommissie 77 Een bespreking van deze vroegere indicatoren (en een vergelijking met de indicator per kalenderjaar die deel uitmaakt van het huidige indicatorensysteem) is te vinden op p

174 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom en het volwassenenonderwijs te verwerken in de indicatoren per kalenderjaar (waarbij het kalenderjaar verwijst naar het moment van uitstromen uit het leerplichtonderwijs). Dus: niet in de basisindicatoren (van de ongekwalificeerde uitstroom per kalenderjaar en per leeftijd) en niet in de (geaggregeerde) indicator van de uitstroom per kalenderjaar. Het is wél zinvol om de kwalificaties via de Examencommissie en het volwassenenonderwijs naast de indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom per geboortejaar te plaatsen. De indicatoren per geboortejaar kunnen immers (ook 78 ) bepaald worden zonder uitstroomtijdstippen in rekening te brengen: men volgt gewoon hoe een cohorte haar kwalificatieverzameling aanvult naarmate ze ouder wordt. Volgens die invalshoek is het perfect mogelijk om (op bepaalde leeftijden) ook de kwalificaties via het volwassenenonderwijs en de Examencommissie van een cohorte bij te houden en het resultaat van die telling te vergelijken met het aantal vroege schoolverlaters van het geboortejaar in kwestie. Beschikbare cijfers over kwalificaties via de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het Voltijds Secundair Onderwijs of via het volwassenenonderwijs Het gaat hier enerzijds over de diploma s van secundair onderwijs behaald via de Tweede Afdeling (ASO) of de Derde Afdeling (TSO/BSO/KSO) van de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het Voltijds Secundair Onderwijs 79 en anderzijds over de diploma s uitgereikt door het secundair volwassenenonderwijs 80. Voor de doeleinden van dit rapport zijn er jaarlijkse tellingen nodig van deze kwalificaties, verdeeld volgens de leeftijd (of: het 78 Een eerste manier om de indicatoren per geboortejaar af te leiden is door aggregatie van de basisindicatoren per leeftijd en kalenderjaar. In die manier van werken zijn de uitstroomtijdstippen dus wel betrokken. 79 Zie bijvoorbeeld: de lijnen met betrekking tot de 2de afdeling en 3de afdeling van de kolom Getuigschrift/diploma behaald in de tabel INSCHRIJVINGEN EN RESULTATEN IN 2007 BIJ DE EXAMENCOMMISSIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP VOOR HET VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS op het blad 07_nivover_11 van de Excel file l_niveauoverschrijdend_0708 van het Statistisch Jaarboek van het Vlaams Onderwijs, schooljaar Zie bijvoorbeeld: de kolom Diploma s in de tabel SECUNDAIR VOLWASSENENONDERWIJS, Aantal getuigschriften, certificaten en diploma s uitgereikt tijdens de referteperiode 1 februari maart 2008 naar geboortejaar en geslacht op het blad 07_dvwo_02 van de Excel file dip_vwo_0708 van het Statistisch Jaarboek van het Vlaams Onderwijs, schooljaar

175 Kwalificaties na voortijdig schoolverlaten geboortejaar) en de sekse. Volledige cijfers zijn op dit moment voor ons beschikbaar voor de jaren 1997, 2003, 2005, 2006 en De gegevens van deze jaren over de jongens zijn samengebracht in Figuur 99, in curven per leefijd als functie van het geboortejaar en met aantallen uitgedrukt als fractie van de jongenscohorte. 83 Om een duidelijker zicht te krijgen op de globale evolutie zijn de eigenlijke datapunten (zwart) aangevuld met geïnterpoleerde punten (wit). Figuur 100 toont de overeenkomstige data voor de meisjes; Figuur 101 gaat over de jongens en meisjes samen. De meest in het oog springende vaststelling uit deze figuren is dat het belang van dit kwalificatiekanaal recent sterk is toegenomen. In 1997 voegde het bijvoorbeeld aan geen van de betrokken jongenscohorten meer dan 0,1% gekwalificeerden toe. In 2007 verwierf meer dan 0,2% van de 19-, 20- en 21-jarige jongens een kwalificatie langs deze weg. Het gaat om bescheiden aantallen, maar de groei in de loop van een decennium is opmerkelijk. De geleidelijke toename van de ongekwalificeerde uitstroom uit het leerplichtonderwijs ging dus gepaard met een (enigszins compenserende) groei van het aantal kwalificaties buiten het leerplichtonderwijs. Kwalificaties via de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het Voltijds Secundair Onderwijs of via het volwassenenonderwijs in een geboortecohorte De Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het Voltijds Secundair Onderwijs en het secundair volwassenenonderwijs geven dus aan sommigen de mogelijkheid om een kwalificatie in handen te krijgen die men normaal via het leerplichtonderwijs verwerft. Volgens de grafieken in Figuur 99 bedraagt deze 81 Gegevens over de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het Voltijds Secundair Onderwijs voor 1997: van Departement Onderwijs, F. Vossen, 24 oktober Voor 2003: e- mails Departement Onderwijs, F. Vossen, 7 december 2005 en 8 december Voor 2005: Departement Onderwijs, H. Goeman, 16 mei Voor 2006: s Departement Onderwijs, H. Goeman, 16 mei 2007 en 3 juni Voor 2007: Departement Onderwijs, P. Bontinck, 12 mei 2009; en p. 21 in: Vlaamse Overheid (s.d.). Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het voltijds secundair onderwijs. Werkingsjaren 2005, 2006 en Brussel: Ministerie van Onderwijs en Vorming, Agentschap voor Onderwijsdiensten. 82 De Centra voor Volwassenenonderwijs kunnen diploma s uitreiken sinds het schooljaar (Persmededeling van de Vlaamse minister van onderwijs en vorming, 2 juli 2001). De aantallen voor 2001 (het eerste jaar) en 2002 zijn echter niet beschikbaar. Vanaf 2003 zijn de aantallen, met indeling volgens geboortejaar en sekse, te vinden in de Statistische Jaarboeken van het Vlaams Onderwijs. (Cijfers voor 2003 in het Jaarboek van schooljaar , enzovoort.) 83 De aantallen kwalificaties via de twee kanalen (rechtstreekse uitreiking door Centra voor Volwassenenonderwijs versus Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap) zijn samengeteld in deze figuren. 171

176 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom alternatieve bijdrage aan de kwalificatieverzameling van de jongenscohorte van geboortejaar 1980, gesommeerd over de betrokken leeftijden (tot 22), ongeveer 0,4%. Voor het geboortejaar 1985 is die bijdrage dubbel zo groot, 0,8% van de omvang van de jongenscohorte. De overeenkomstige cijfers bij de meisjes zijn: 0,4% (geboortejaar 1980) en 0,7% (1985). 84 Merk wel op dat de totalen in deze voorbeelden benaderingen zijn, die deels gebaseerd zijn op interpolatie. Met voorlopig slechts informatie over vijf kalenderjaren, waarvan enkel de drie laatste opeenvolgen, zijn er niet genoeg gegevens voorhanden om het percentage voor zelfs maar één geboortecohorte exact te berekenen. 84 Zie ook: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2004). Indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom. Een bijdrage tot de discussie en een aantal nieuwe schattingen. Leuven: Steunpunt LOA, rapport nr. 19. Zie Op p. 11 van dat rapport werd de bijdrage van de kwalificaties buiten het leerplichtonderwijs (via de Examencommissie ) voor het eerst verkend. De orde van grootte van de schattingen in rapport nr. 19 is vergelijkbaar met de schattingen op basis van Figuur 99 en Figuur

177

178 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 99. Kwalificaties behaald door jongens via volwassenenonderwijs en Examencommissie voor voltijds secundair onderwijs, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte De witte datapunten zijn het resultaat van interpolatie tussen de eigenlijke (zwarte) data. Het perfect lineair verloop volgens de witte data is dus artificieel. 174

179 Kwalificaties na voortijdig schoolverlaten Figuur 100. Kwalificaties behaald door meisjes via volwassenenonderwijs en Examencommissie voor voltijds secundair onderwijs, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte De witte datapunten zijn het resultaat van interpolatie tussen de eigenlijke (zwarte) data. Het perfect lineair verloop volgens de witte data is dus artificieel. 175

180 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 101. Kwalificaties behaald via volwassenenonderwijs en Examencommissie voor voltijds secundair onderwijs, per leeftijd; fracties van de omvang van de geboortecohorte De witte datapunten zijn het resultaat van interpolatie tussen de eigenlijke (zwarte) data. Het perfect lineair verloop volgens de witte data is dus artificieel. 176

181 Tabellen per geboortecohorte Tabellen per geboortecohorte, voor de geboortejaren 1977 tot Voor de geboortecohorten van de geboortejaren 1977 tot en met 1985 beschikken we over volledige informatie, dat wil zeggen: van op 16-jarige leeftijd de leeftijd waarop een eerste beduidende groep jongeren een DBSO-getuigschrift verwerft tot en met 22-jarige leeftijd waarop een klein aantal jongeren nog een KSO/TSOdiploma, BSO-getuigschrift of SYNTRA-getuigschrift behaalt. Per geboortecohorte zijn er zes tabellen. Voor de jongenscohorte is er (links) een tabel met cijfers voor elk van de vijf soorten kwalificaties 86 : het ASO-diploma, het KSO/TSO-diploma, het BSO-getuigschrift 87, het DBSO-getuigschrift en het SYNTRA-getuigschrift 88. Een tweede tabel (rechts) bevat de sommen voor verschillende combinaties van de kwalificatiesoorten. Zo staan links in de tabel telkens de cijfers voor het voltijds gewoon secundair onderwijs (aangeduid als Voltijds SO ). Dit zijn de sommen van de cijfers voor het ASO-diploma, het KSO/TSO-diploma en het BSO-getuigschrift. De aanduidingen van de overige combinaties ( DBSO + SYNTRA, Voltijds SO + DBSO enzovoort) spreken voor zich. Verder zijn er twee analoge tabellen voor de meisjecohorte en voor de volledige geboortecohorte (jongens en meisjes samen). Voor elke kwalificatiesoort of combinatie in een tabel zijn er telkens twee kolommen met percentages: links (onder de hoofding % ) staat hoeveel kwalificaties behaald worden op de aangeduide leeftijd; de rechterkolom (hoofding tot ) is cumulatief en geeft weer hoeveel kwalificaties door de leden van de cohorte verzameld zijn tot en met de aangeduide leeftijd. Elk percentage in de tabellen verwijst naar een aantal studiebewijzen (diploma s, getuigschriften, ) behaald door personen met hetzelfde geboortejaar. De percentages drukken dat aantal studiebewijzen uit in verhouding tot de omvang van de geboortecohorte (jongenscohorte, meisjescohorte of volledige geboortecohorte) in 85 Dit is een update van de tabellenreeks in: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2009). Geactualiseerde schattingen van de ongekwalificeerde uitstroom. Verwerking van de gegevens van Leuven: Steunpunt SSL, rapport nr. SSL/OD1/ Zie 86 Zie Bijlage A van: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2005). De ongekwalificeerde uitstroom. Evolutie van de verschillende soorten kwalificaties tot en met Leuven: Steunpunt LOA, rapport nr. 29. Zie 87 Sinds 2004 verwerven een aantal leerlingen dit getuigschrift via het experimenteel modulair beroepsonderwijs. 88 Vroeger: VIZO-getuigschrift. 177

182 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom kwestie. Daardoor kan de situatie van opeenvolgende geboortecohorten vergeleken worden zonder hinder door de veranderingen in het geboortecijfer 89. Als schatting voor de omvang van een geboortecohorte gebruiken we het gemiddelde van de omvang van de cohorte op 11-, 12- en 13-jarige leeftijd. De omvang van de geboortecohorte op 11-, 12- of 13-jarige leeftijd is bepaald als het aantal leden van de cohorte dat zich op de gegeven leeftijd in het onderwijssysteem van de Vlaamse Gemeenschap bevindt. Tabel 10 toont het resultaat van deze werkwijze voor de geboortejaren 1977 tot en met Tabel 10. Omvang van de geboortecohorten J M Samen Geboortejaar Evolutie volgens geboortejaar, per kwalificatiesoort Een deel van de cijfers uit de tabellen is samengevat in Figuur 102 (jongens), Figuur 103 (meisjes) en Figuur 104 (jongens en meisjes samen). De grafieken tonen de situatie op 22-jarige leeftijd, wanneer de boekhouding van de behaalde kwalificaties uit het leerplichtonderwijs (nagenoeg) kan afsloten worden. 91 Per honderd jongens van het meest recente geboortejaar met volledige gegevens het geboortejaar 1985, de 22-jarigen in 2007 zijn er 30 diploma s behaald via het 89 Meer uitleg over deze manier van werken is te vinden op pp. 4 7 van: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2004). Geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs: Evolutie van tot Leuven: Steunpunt LOA, rapport nr Opnieuw: zie LOA-rapport nr. 16 (pp. 4-7) voor meer uitleg bij het schatten van de omvang van een geboortecohorte. 91 De grafieken over het ASO, TSO/KSO en BSO komen ongeveer overeen met de grafieken in de Figuren 7, 8 en 9 van: Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2007). Geboortecohorten in de tweede en derde graad van het voltijds gewoon secundair onderwijs. Evolutie van tot Leuven: Steunpunt SSL, rapport nr. OD1/ Zie Het verschil is dat de grafieken in rapport OD1/ , die werden gemaakt in het kader van rendementsberekeningen, de toestand op 21-jarige leeftijd weergeven. Zoals opgemerkt in voetnoot 14 van dat rapport, kan dat voor het TSO/KSO en voor het BSO een verschil van enkele tienden van een procent veroorzaken, in vergelijking met een telling tot en met de leeftijd van 22. (Een tweede verschil is dat de huidige grafieken een geboortejaar verder kunnen kijken.) 178

183 Tabellen per geboortecohorte TSO/KSO, 27 diploma s via het ASO, 19 studiegetuigschriften van het BSO, 3 getuigschriften van een succesvol afgerond leercontract en 2 kwalificatiegetuigschriften van het DBSO. Als we enkele jaren terugkijken dan blijkt dat de output van het ASO is gedaald; die daling wordt gedeeltelijk gecompenseerd door een toename van de bijdrage van het TSO/KSO; de bijdrage van de leercontracten is duidelijk afgenomen; de rol van het BSO en DBSO is constant. Zo waren de cijfers voor de jongens van het geboortejaar 1977: 32% (ASO), 28% (TSO/KSO), 19% (BSO), 5% (SYNTRA) en 2% (DBSO). 92 Er zijn duidelijke verschillen tussen de outputgrafieken van de meisjes (Figuur 103) en die van de jongens (Figuur 102). Het aantal BSO-getuigschriften voor geboortejaar 1985 is wel hetzelfde: 19 per honderd meisjes. Maar over de jaren heen is de output van het BSO bij de meisjes licht gedaald. Bij de meisjes van 1977, bijvoorbeeld, behaalde nog 21% het studiegetuigschrift. Het deeltijds onderwijs (leercontracten en DBSO) speelt een kleinere rol bij de meisjes dan bij de jongens, maar de evolutie is gelijkaardig; bij de meisjes is de output van het leercontractensysteem zelfs gedaald tot onder het niveau van de bijdrage van het DBSO. De output van het TSO/KSO ligt lager dan bij de jongens, bijvoorbeeld: 27% voor het geboortejaar Bovendien is het verschil over de jaren heen iets groter geworden, door een zwakkere toename van de bijdrage van het TSO/KSO bij de meisjes dan bij de jongens. Wat het meest opvalt is de dominantie van het ASO bij de meisjes, met 40 à 41 diploma s per honderd meisjes. De daling van het percentage kwalificaties via het ASO in een geboortecohorte (Figuur 104) is geheel toe te schrijven aan een systematische afname bij de jongens (vergelijk Figuur 102 met Figuur 103). 92 Om de bespreking eenvoudig te houden hebben we de cijfers hier afgerond tot op 1% (één op honderd). De tabellen geven meer verfijnde informatie, afgerond op 0,1%. Ook de grafieken kunnen nauwkeuriger afgelezen worden en geven het duidelijkste beeld van de trends. 179

184 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1977, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 17 0,7% 0,7% 0,1% 0,2% 0,0% 0,0% 0,4% 0,6% 0,0% 0,0% 18 23,7% 24,4% 12,6% 12,8% 6,4% 6,4% 0,9% 1,5% 1,4% 1,4% 19 5,4% 29,8% 9,5% 22,3% 7,6% 14,0% 0,4% 1,9% 1,6% 3,0% 20 1,4% 31,3% 4,6% 26,9% 3,6% 17,6% 0,1% 2,0% 1,0% 4,0% 21 0,2% 31,5% 1,2% 28,1% 1,1% 18,7% 0,0% 2,0% 0,5% 4,5% 22 0,0% 31,5% 0,3% 28,4% 0,3% 19,0% 0,0% 2,0% 0,2% 4,7% 23 0,0% 31,5% 0,0% 28,4% 0,0% 19,0% 0,0% 2,0% 0,0% 4,7% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1977, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 17 0,8% 0,9% 0,2% 0,2% 0,0% 0,1% 0,3% 0,4% 0,0% 0,0% 18 34,2% 35,2% 15,5% 15,7% 9,8% 9,9% 0,7% 1,0% 1,2% 1,2% 19 4,4% 39,6% 7,5% 23,2% 7,4% 17,2% 0,2% 1,2% 0,7% 1,9% 20 0,7% 40,3% 2,4% 25,6% 2,4% 19,6% 0,1% 1,3% 0,4% 2,3% 21 0,1% 40,4% 0,6% 26,2% 0,7% 20,3% 0,0% 1,3% 0,2% 2,5% 22 0,0% 40,4% 0,2% 26,4% 0,2% 20,5% 0,0% 1,3% 0,1% 2,6% 23 0,0% 40,4% 0,0% 26,4% 0,0% 20,5% 0,0% 1,3% 0,0% 2,6% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1977, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 17 0,7% 0,8% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 0,4% 0,5% 0,0% 0,0% 18 28,9% 29,7% 14,1% 14,2% 8,1% 8,1% 0,8% 1,3% 1,3% 1,3% 19 4,9% 34,6% 8,5% 22,8% 7,5% 15,6% 0,3% 1,6% 1,2% 2,4% 20 1,1% 35,7% 3,5% 26,3% 3,0% 18,6% 0,1% 1,7% 0,7% 3,2% 21 0,2% 35,9% 0,9% 27,2% 0,9% 19,4% 0,0% 1,7% 0,3% 3,5% 22 0,0% 35,9% 0,3% 27,4% 0,3% 19,7% 0,0% 1,7% 0,1% 3,6% 23 0,0% 35,9% 0,0% 27,4% 0,0% 19,7% 0,0% 1,7% 0,0% 3,7% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 180

185 Tabellen per geboortecohorte Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1977, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,2% 0,2% 0,1% 0,1% 0,2% 0,2% 17 0,8% 0,9% 0,4% 0,6% 1,3% 1,5% 0,8% 0,9% 1,3% 1,5% 18 42,7% 43,6% 2,3% 2,8% 43,6% 45,1% 44,1% 45,0% 45,0% 46,5% 19 22,5% 66,1% 2,1% 4,9% 22,9% 68,0% 24,1% 69,1% 24,5% 71,0% 20 9,6% 75,8% 1,1% 6,0% 9,8% 77,8% 10,6% 79,8% 10,8% 81,8% 21 2,5% 78,2% 0,5% 6,5% 2,5% 80,3% 3,0% 82,7% 3,0% 84,8% 22 0,7% 79,0% 0,2% 6,7% 0,7% 81,0% 0,9% 83,6% 0,9% 85,7% 23 0,0% 79,0% 0,0% 6,8% 0,0% 81,0% 0,0% 83,7% 0,0% 85,7% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1977, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,3% 0,3% 0,1% 0,1% 0,3% 0,3% 17 1,0% 1,2% 0,3% 0,4% 1,3% 1,5% 1,0% 1,2% 1,3% 1,5% 18 59,6% 60,7% 1,8% 2,2% 60,2% 61,8% 60,7% 61,9% 61,4% 62,9% 19 19,3% 80,0% 0,9% 3,1% 19,5% 81,3% 20,0% 81,9% 20,2% 83,1% 20 5,5% 85,5% 0,5% 3,6% 5,5% 86,8% 5,9% 87,8% 6,0% 89,1% 21 1,3% 86,8% 0,2% 3,8% 1,3% 88,1% 1,5% 89,3% 1,5% 90,6% 22 0,5% 87,3% 0,1% 3,9% 0,5% 88,6% 0,5% 89,9% 0,5% 91,1% 23 0,0% 87,3% 0,0% 3,9% 0,0% 88,6% 0,0% 89,9% 0,0% 91,2% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1977, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,2% 0,2% 0,1% 0,1% 0,2% 0,2% 17 0,9% 1,0% 0,4% 0,5% 1,3% 1,5% 0,9% 1,0% 1,3% 1,5% 18 51,0% 52,0% 2,0% 2,5% 51,8% 53,3% 52,3% 53,3% 53,1% 54,6% 19 20,9% 73,0% 1,5% 4,0% 21,2% 74,5% 22,1% 75,4% 22,4% 77,0% 20 7,6% 80,6% 0,8% 4,9% 7,7% 82,2% 8,3% 83,7% 8,4% 85,4% 21 1,9% 82,5% 0,3% 5,2% 1,9% 84,1% 2,2% 86,0% 2,2% 87,6% 22 0,6% 83,1% 0,1% 5,3% 0,6% 84,7% 0,7% 86,7% 0,7% 88,4% 23 0,0% 83,1% 0,0% 5,4% 0,0% 84,7% 0,0% 86,7% 0,0% 88,4% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 181

186 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1978, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 17 0,3% 0,3% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,5% 0,7% 0,0% 0,0% 18 23,8% 24,1% 13,4% 13,4% 6,8% 6,8% 1,1% 1,8% 1,3% 1,3% 19 5,4% 29,5% 9,5% 22,9% 7,5% 14,3% 0,5% 2,3% 1,7% 3,0% 20 1,2% 30,7% 4,4% 27,3% 3,6% 17,9% 0,1% 2,4% 1,0% 4,0% 21 0,2% 30,9% 1,2% 28,5% 1,1% 18,9% 0,0% 2,4% 0,4% 4,5% 22 0,0% 31,0% 0,4% 28,8% 0,2% 19,1% 0,0% 2,4% 0,1% 4,6% 23 0,0% 31,0% 0,0% 28,8% 0,0% 19,1% 0,0% 2,4% 0,0% 4,6% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1978, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 17 0,5% 0,5% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,3% 0,4% 0,0% 0,0% 18 34,9% 35,4% 16,1% 16,2% 9,9% 10,0% 0,7% 1,1% 1,1% 1,1% 19 4,4% 39,8% 7,5% 23,6% 7,4% 17,4% 0,3% 1,4% 0,7% 1,9% 20 0,6% 40,4% 2,3% 26,0% 2,1% 19,5% 0,0% 1,4% 0,4% 2,2% 21 0,1% 40,5% 0,6% 26,6% 0,5% 20,0% 0,0% 1,4% 0,2% 2,4% 22 0,0% 40,5% 0,2% 26,8% 0,2% 20,2% 0,0% 1,4% 0,1% 2,5% 23 0,0% 40,5% 0,0% 26,8% 0,0% 20,2% 0,0% 1,4% 0,0% 2,5% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1978, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 17 0,4% 0,4% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,4% 0,5% 0,0% 0,0% 18 29,2% 29,6% 14,7% 14,8% 8,3% 8,3% 0,9% 1,5% 1,2% 1,2% 19 4,9% 34,5% 8,5% 23,3% 7,5% 15,8% 0,4% 1,8% 1,2% 2,4% 20 0,9% 35,5% 3,4% 26,7% 2,9% 18,7% 0,1% 1,9% 0,7% 3,1% 21 0,1% 35,6% 0,9% 27,6% 0,8% 19,5% 0,0% 1,9% 0,3% 3,4% 22 0,0% 35,6% 0,3% 27,8% 0,2% 19,7% 0,0% 1,9% 0,1% 3,5% 23 0,0% 35,6% 0,0% 27,8% 0,0% 19,7% 0,0% 1,9% 0,0% 3,6% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 182

187 Tabellen per geboortecohorte Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1978, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 17 0,4% 0,4% 0,5% 0,7% 0,9% 1,0% 0,4% 0,4% 0,9% 1,0% 18 43,9% 44,3% 2,4% 3,1% 45,1% 46,1% 45,2% 45,6% 46,4% 47,4% 19 22,4% 66,7% 2,2% 5,3% 22,9% 69,0% 24,1% 69,7% 24,6% 72,0% 20 9,2% 75,9% 1,1% 6,4% 9,3% 78,3% 10,2% 79,9% 10,3% 82,3% 21 2,4% 78,3% 0,4% 6,8% 2,4% 80,7% 2,9% 82,8% 2,9% 85,1% 22 0,6% 78,9% 0,1% 7,0% 0,6% 81,3% 0,8% 83,5% 0,8% 85,9% 23 0,0% 78,9% 0,0% 7,0% 0,0% 81,3% 0,0% 83,5% 0,0% 85,9% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1978, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 17 0,7% 0,7% 0,3% 0,4% 1,0% 1,1% 0,7% 0,7% 1,0% 1,1% 18 60,8% 61,5% 1,8% 2,2% 61,5% 62,6% 61,9% 62,6% 62,6% 63,7% 19 19,3% 80,8% 1,0% 3,2% 19,6% 82,2% 20,0% 82,7% 20,3% 84,0% 20 5,1% 85,9% 0,4% 3,6% 5,1% 87,3% 5,4% 88,1% 5,5% 89,5% 21 1,2% 87,1% 0,2% 3,8% 1,2% 88,5% 1,4% 89,5% 1,4% 90,9% 22 0,4% 87,5% 0,1% 3,9% 0,4% 88,9% 0,4% 89,9% 0,4% 91,4% 23 0,0% 87,5% 0,0% 3,9% 0,0% 88,9% 0,0% 90,0% 0,0% 91,4% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1978, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 17 0,5% 0,5% 0,4% 0,5% 0,9% 1,1% 0,5% 0,5% 0,9% 1,1% 18 52,2% 52,7% 2,1% 2,7% 53,1% 54,2% 53,4% 53,9% 54,3% 55,4% 19 20,9% 73,6% 1,6% 4,3% 21,3% 75,4% 22,1% 76,0% 22,5% 77,9% 20 7,2% 80,8% 0,8% 5,0% 7,2% 82,7% 7,9% 83,9% 7,9% 85,8% 21 1,8% 82,6% 0,3% 5,4% 1,8% 84,5% 2,1% 86,0% 2,1% 88,0% 22 0,5% 83,1% 0,1% 5,5% 0,5% 85,0% 0,6% 86,7% 0,6% 88,6% 23 0,0% 83,1% 0,0% 5,5% 0,0% 85,0% 0,0% 86,7% 0,0% 88,6% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 183

188 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1979, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 17 0,4% 0,4% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,5% 0,7% 0,0% 0,0% 18 23,3% 23,6% 13,9% 13,9% 6,9% 6,9% 1,1% 1,9% 1,3% 1,3% 19 5,0% 28,6% 9,8% 23,7% 7,5% 14,5% 0,4% 2,2% 1,6% 2,9% 20 1,1% 29,7% 4,3% 28,1% 3,5% 18,0% 0,1% 2,3% 0,9% 3,8% 21 0,2% 29,8% 1,1% 29,2% 0,8% 18,8% 0,0% 2,3% 0,3% 4,2% 22 0,0% 29,9% 0,3% 29,5% 0,2% 19,1% 0,0% 2,3% 0,1% 4,3% 23 0,0% 29,9% 0,0% 29,5% 0,0% 19,1% 0,0% 2,3% 0,0% 4,3% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1979, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 17 0,6% 0,6% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,3% 0,4% 0,0% 0,0% 18 34,9% 35,5% 16,3% 16,4% 9,9% 9,9% 0,8% 1,2% 1,1% 1,1% 19 4,3% 39,8% 7,4% 23,9% 7,1% 17,1% 0,2% 1,5% 0,7% 1,8% 20 0,6% 40,5% 2,1% 25,9% 2,3% 19,3% 0,0% 1,5% 0,4% 2,2% 21 0,1% 40,6% 0,5% 26,4% 0,5% 19,8% 0,0% 1,5% 0,1% 2,3% 22 0,0% 40,6% 0,2% 26,6% 0,2% 20,0% 0,0% 1,5% 0,0% 2,3% 23 0,0% 40,6% 0,0% 26,6% 0,0% 20,0% 0,0% 1,5% 0,0% 2,3% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1979, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 17 0,5% 0,5% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,4% 0,6% 0,0% 0,0% 18 28,9% 29,4% 15,1% 15,1% 8,4% 8,4% 1,0% 1,6% 1,2% 1,2% 19 4,7% 34,0% 8,7% 23,8% 7,3% 15,7% 0,3% 1,9% 1,2% 2,4% 20 0,9% 34,9% 3,2% 27,0% 2,9% 18,6% 0,1% 1,9% 0,7% 3,0% 21 0,1% 35,0% 0,8% 27,9% 0,7% 19,3% 0,0% 1,9% 0,2% 3,3% 22 0,0% 35,1% 0,2% 28,1% 0,2% 19,5% 0,0% 1,9% 0,1% 3,3% 23 0,0% 35,1% 0,0% 28,1% 0,0% 19,5% 0,0% 1,9% 0,0% 3,3% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 184

189 Tabellen per geboortecohorte Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1979, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 17 0,4% 0,4% 0,5% 0,7% 0,9% 1,2% 0,4% 0,4% 0,9% 1,2% 18 44,1% 44,5% 2,4% 3,2% 45,2% 46,3% 45,4% 45,8% 46,5% 47,6% 19 22,4% 66,8% 2,0% 5,1% 22,7% 69,0% 23,9% 69,7% 24,3% 71,9% 20 8,9% 75,7% 1,0% 6,2% 9,0% 78,0% 9,8% 79,5% 9,9% 81,9% 21 2,2% 77,9% 0,3% 6,5% 2,2% 80,2% 2,5% 82,0% 2,5% 84,4% 22 0,6% 78,4% 0,1% 6,6% 0,6% 80,7% 0,6% 82,7% 0,6% 85,0% 23 0,0% 78,4% 0,0% 6,6% 0,0% 80,7% 0,0% 82,7% 0,0% 85,0% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1979, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 17 0,7% 0,7% 0,3% 0,4% 1,0% 1,1% 0,7% 0,7% 1,0% 1,1% 18 61,2% 61,9% 1,9% 2,3% 62,0% 63,1% 62,2% 63,0% 63,1% 64,2% 19 18,9% 80,8% 1,0% 3,3% 19,1% 82,2% 19,6% 82,6% 19,8% 84,0% 20 4,9% 85,7% 0,4% 3,7% 5,0% 87,2% 5,3% 87,9% 5,4% 89,4% 21 1,1% 86,8% 0,1% 3,8% 1,1% 88,3% 1,2% 89,1% 1,2% 90,6% 22 0,4% 87,2% 0,0% 3,8% 0,4% 88,7% 0,4% 89,5% 0,4% 91,0% 23 0,0% 87,2% 0,0% 3,8% 0,0% 88,7% 0,0% 89,5% 0,0% 91,0% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1979, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 17 0,5% 0,6% 0,4% 0,6% 1,0% 1,1% 0,5% 0,6% 1,0% 1,1% 18 52,3% 52,9% 2,2% 2,8% 53,3% 54,5% 53,5% 54,1% 54,5% 55,7% 19 20,7% 73,6% 1,5% 4,2% 21,0% 75,4% 21,9% 75,9% 22,1% 77,8% 20 7,0% 80,6% 0,7% 5,0% 7,0% 82,5% 7,6% 83,6% 7,7% 85,5% 21 1,6% 82,2% 0,2% 5,2% 1,6% 84,1% 1,9% 85,4% 1,9% 87,4% 22 0,5% 82,6% 0,1% 5,2% 0,5% 84,6% 0,5% 86,0% 0,5% 87,9% 23 0,0% 82,6% 0,0% 5,3% 0,0% 84,6% 0,0% 86,0% 0,0% 87,9% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 185

190 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1980, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 17 0,4% 0,4% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,7% 0,9% 0,0% 0,0% 18 23,1% 23,5% 14,8% 14,8% 7,2% 7,2% 1,2% 2,0% 1,2% 1,2% 19 5,1% 28,6% 9,6% 24,4% 7,8% 15,0% 0,4% 2,4% 1,6% 2,8% 20 1,1% 29,6% 3,8% 28,3% 3,3% 18,2% 0,1% 2,5% 0,9% 3,7% 21 0,2% 29,8% 1,1% 29,4% 0,8% 19,0% 0,0% 2,5% 0,3% 3,9% 22 0,0% 29,8% 0,3% 29,7% 0,2% 19,2% 0,0% 2,5% 0,1% 4,1% 23 0,0% 29,8% 0,0% 29,7% 0,0% 19,2% 0,0% 2,5% 0,0% 4,1% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1980, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 17 0,6% 0,6% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,4% 0,5% 0,0% 0,0% 18 35,7% 36,3% 16,4% 16,4% 10,0% 10,0% 0,7% 1,2% 0,9% 0,9% 19 4,1% 40,5% 7,0% 23,5% 7,3% 17,3% 0,3% 1,5% 0,6% 1,5% 20 0,6% 41,1% 2,3% 25,7% 2,1% 19,4% 0,1% 1,6% 0,3% 1,8% 21 0,1% 41,2% 0,5% 26,2% 0,5% 19,8% 0,0% 1,6% 0,1% 1,9% 22 0,0% 41,2% 0,1% 26,3% 0,1% 20,0% 0,0% 1,6% 0,0% 1,9% 23 0,0% 41,2% 0,0% 26,3% 0,0% 20,0% 0,0% 1,6% 0,0% 1,9% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1980, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 17 0,5% 0,5% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,6% 0,7% 0,0% 0,0% 18 29,3% 29,8% 15,6% 15,6% 8,5% 8,5% 0,9% 1,6% 1,1% 1,1% 19 4,6% 34,4% 8,3% 24,0% 7,6% 16,1% 0,3% 1,9% 1,1% 2,2% 20 0,8% 35,2% 3,1% 27,0% 2,7% 18,8% 0,1% 2,0% 0,6% 2,7% 21 0,1% 35,4% 0,8% 27,8% 0,6% 19,4% 0,0% 2,0% 0,2% 2,9% 22 0,0% 35,4% 0,2% 28,0% 0,2% 19,6% 0,0% 2,0% 0,1% 3,0% 23 0,0% 35,4% 0,0% 28,0% 0,0% 19,6% 0,0% 2,0% 0,0% 3,0% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 186

191 Tabellen per geboortecohorte Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1980, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 17 0,4% 0,4% 0,7% 0,9% 1,1% 1,3% 0,4% 0,5% 1,1% 1,3% 18 45,0% 45,5% 2,4% 3,3% 46,2% 47,5% 46,2% 46,7% 47,4% 48,7% 19 22,5% 68,0% 1,9% 5,2% 22,9% 70,4% 24,1% 70,8% 24,5% 73,2% 20 8,2% 76,2% 0,9% 6,1% 8,3% 78,6% 9,0% 79,8% 9,1% 82,3% 21 2,1% 78,2% 0,3% 6,4% 2,1% 80,7% 2,3% 82,1% 2,3% 84,6% 22 0,5% 78,7% 0,1% 6,5% 0,5% 81,2% 0,6% 82,8% 0,6% 85,2% 23 0,0% 78,7% 0,0% 6,6% 0,0% 81,2% 0,0% 82,8% 0,0% 85,3% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1980, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 17 0,7% 0,7% 0,4% 0,5% 1,1% 1,2% 0,7% 0,7% 1,1% 1,3% 18 62,1% 62,8% 1,5% 2,1% 62,8% 64,0% 63,0% 63,7% 63,6% 64,9% 19 18,4% 81,2% 0,9% 3,0% 18,7% 82,7% 19,0% 82,7% 19,3% 84,2% 20 4,9% 86,2% 0,4% 3,4% 5,0% 87,7% 5,2% 87,9% 5,3% 89,5% 21 1,0% 87,2% 0,1% 3,5% 1,0% 88,8% 1,1% 89,1% 1,1% 90,7% 22 0,3% 87,5% 0,0% 3,5% 0,3% 89,0% 0,3% 89,4% 0,3% 91,0% 23 0,0% 87,5% 0,0% 3,5% 0,0% 89,0% 0,0% 89,4% 0,0% 91,0% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1980, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 17 0,6% 0,6% 0,6% 0,7% 1,1% 1,3% 0,6% 0,6% 1,1% 1,3% 18 53,4% 53,9% 2,0% 2,7% 54,3% 55,6% 54,4% 55,0% 55,3% 56,6% 19 20,5% 74,5% 1,4% 4,1% 20,8% 76,4% 21,6% 76,6% 21,9% 78,6% 20 6,6% 81,0% 0,7% 4,8% 6,7% 83,1% 7,2% 83,8% 7,3% 85,8% 21 1,6% 82,6% 0,2% 5,0% 1,6% 84,6% 1,7% 85,5% 1,7% 87,6% 22 0,4% 83,0% 0,1% 5,1% 0,4% 85,0% 0,5% 86,0% 0,5% 88,0% 23 0,0% 83,0% 0,0% 5,1% 0,0% 85,0% 0,0% 86,0% 0,0% 88,1% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 187

192 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1981, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 17 0,4% 0,4% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,7% 0,9% 0,0% 0,0% 18 23,0% 23,4% 14,8% 14,8% 7,5% 7,6% 1,3% 2,2% 1,2% 1,2% 19 4,6% 28,0% 9,5% 24,3% 7,5% 15,1% 0,5% 2,7% 1,5% 2,7% 20 1,2% 29,2% 4,1% 28,4% 3,1% 18,2% 0,1% 2,7% 0,7% 3,4% 21 0,2% 29,4% 1,0% 29,4% 0,7% 18,8% 0,0% 2,7% 0,3% 3,7% 22 0,0% 29,4% 0,2% 29,6% 0,1% 19,0% 0,0% 2,7% 0,1% 3,7% 23 0,0% 29,4% 0,0% 29,6% 0,0% 19,0% 0,0% 2,7% 0,0% 3,7% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1981, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 17 0,6% 0,6% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,4% 0,5% 0,0% 0,0% 18 35,3% 36,0% 17,0% 17,1% 9,8% 9,8% 0,7% 1,3% 0,8% 0,8% 19 3,9% 39,9% 7,1% 24,2% 7,0% 16,9% 0,2% 1,4% 0,7% 1,4% 20 0,6% 40,5% 2,2% 26,4% 2,0% 18,9% 0,0% 1,5% 0,2% 1,7% 21 0,1% 40,5% 0,5% 26,8% 0,4% 19,3% 0,0% 1,5% 0,1% 1,8% 22 0,0% 40,6% 0,1% 26,9% 0,2% 19,5% 0,0% 1,5% 0,0% 1,8% 23 0,0% 40,6% 0,0% 26,9% 0,0% 19,5% 0,0% 1,5% 0,0% 1,8% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1981, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 17 0,5% 0,5% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,5% 0,7% 0,0% 0,0% 18 29,0% 29,5% 15,9% 15,9% 8,6% 8,7% 1,0% 1,7% 1,0% 1,0% 19 4,3% 33,8% 8,3% 24,2% 7,3% 16,0% 0,3% 2,1% 1,1% 2,1% 20 0,9% 34,7% 3,2% 27,4% 2,5% 18,5% 0,1% 2,1% 0,5% 2,6% 21 0,1% 34,8% 0,7% 28,1% 0,6% 19,1% 0,0% 2,1% 0,2% 2,7% 22 0,0% 34,8% 0,2% 28,3% 0,2% 19,2% 0,0% 2,1% 0,1% 2,8% 23 0,0% 34,8% 0,0% 28,3% 0,0% 19,2% 0,0% 2,1% 0,0% 2,8% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 188

193 Tabellen per geboortecohorte Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1981, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 17 0,5% 0,5% 0,7% 0,9% 1,2% 1,4% 0,5% 0,5% 1,2% 1,4% 18 45,3% 45,8% 2,5% 3,4% 46,6% 48,0% 46,5% 47,0% 47,8% 49,2% 19 21,6% 67,4% 2,0% 5,3% 22,0% 70,1% 23,1% 70,1% 23,5% 72,8% 20 8,4% 75,8% 0,8% 6,1% 8,4% 78,5% 9,0% 79,1% 9,1% 81,9% 21 1,8% 77,6% 0,3% 6,4% 1,8% 80,3% 2,1% 81,2% 2,1% 84,0% 22 0,4% 78,0% 0,1% 6,5% 0,4% 80,7% 0,4% 81,7% 0,4% 84,4% 23 0,0% 78,0% 0,0% 6,5% 0,0% 80,7% 0,0% 81,7% 0,0% 84,4% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1981, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 17 0,7% 0,7% 0,4% 0,5% 1,1% 1,3% 0,7% 0,7% 1,1% 1,3% 18 62,2% 62,9% 1,5% 2,0% 62,9% 64,2% 63,0% 63,7% 63,7% 65,0% 19 18,1% 81,0% 0,8% 2,9% 18,2% 82,4% 18,7% 82,4% 18,9% 83,9% 20 4,7% 85,7% 0,3% 3,2% 4,8% 87,2% 5,0% 87,4% 5,0% 88,9% 21 1,0% 86,7% 0,1% 3,2% 1,0% 88,1% 1,0% 88,4% 1,0% 89,9% 22 0,3% 87,0% 0,0% 3,3% 0,3% 88,5% 0,4% 88,8% 0,4% 90,3% 23 0,0% 87,0% 0,0% 3,3% 0,0% 88,5% 0,0% 88,8% 0,0% 90,3% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1981, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 17 0,6% 0,6% 0,5% 0,7% 1,2% 1,3% 0,6% 0,6% 1,2% 1,3% 18 53,5% 54,1% 2,0% 2,7% 54,5% 55,8% 54,5% 55,1% 55,5% 56,8% 19 19,9% 74,0% 1,4% 4,1% 20,2% 76,0% 21,0% 76,1% 21,3% 78,1% 20 6,6% 80,6% 0,5% 4,7% 6,7% 82,7% 7,1% 83,1% 7,1% 85,3% 21 1,4% 82,0% 0,2% 4,9% 1,4% 84,1% 1,6% 84,7% 1,6% 86,8% 22 0,3% 82,3% 0,1% 4,9% 0,3% 84,5% 0,4% 85,1% 0,4% 87,3% 23 0,0% 82,3% 0,0% 4,9% 0,0% 84,5% 0,0% 85,1% 0,0% 87,3% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 189

194 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1982, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd 93 Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 17 0,4% 0,4% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,8% 1,0% 0,0% 0,0% 18 22,8% 23,2% 15,1% 15,2% 7,4% 7,4% 0,8% 1,8% 1,1% 1,1% 19 4,9% 28,1% 9,6% 24,8% 7,7% 15,2% 0,4% 2,2% 1,4% 2,5% 20 0,9% 29,0% 4,1% 28,8% 2,8% 18,0% 0,1% 2,3% 0,6% 3,0% 21 0,2% 29,2% 0,9% 29,7% 0,6% 18,6% 0,0% 2,3% 0,2% 3,3% 22 0,0% 29,2% 0,2% 29,9% 0,2% 18,8% 0,0% 2,3% 0,1% 3,3% 23 0,0% 29,2% 0,0% 29,9% 0,0% 18,8% 0,0% 2,3% 0,0% 3,3% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1982, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd 93 Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 17 0,7% 0,7% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,5% 0,6% 0,0% 0,0% 18 35,4% 36,2% 17,2% 17,3% 9,1% 9,1% 0,6% 1,2% 0,8% 0,8% 19 4,1% 40,3% 7,1% 24,4% 7,2% 16,3% 0,2% 1,4% 0,5% 1,2% 20 0,6% 40,8% 1,9% 26,3% 2,0% 18,3% 0,1% 1,5% 0,2% 1,5% 21 0,1% 40,9% 0,4% 26,7% 0,4% 18,7% 0,0% 1,5% 0,0% 1,5% 22 0,0% 40,9% 0,2% 26,9% 0,1% 18,8% 0,0% 1,5% 0,0% 1,6% 23 0,0% 40,9% 0,0% 26,9% 0,0% 18,8% 0,0% 1,5% 0,0% 1,6% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1982, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd 93 Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 17 0,6% 0,6% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,6% 0,8% 0,0% 0,0% 18 28,9% 29,5% 16,2% 16,2% 8,2% 8,3% 0,7% 1,5% 0,9% 0,9% 19 4,5% 34,0% 8,4% 24,6% 7,5% 15,7% 0,3% 1,8% 0,9% 1,9% 20 0,8% 34,8% 3,0% 27,6% 2,4% 18,1% 0,1% 1,9% 0,4% 2,3% 21 0,1% 34,9% 0,6% 28,3% 0,5% 18,6% 0,0% 1,9% 0,1% 2,4% 22 0,0% 34,9% 0,2% 28,5% 0,2% 18,8% 0,0% 1,9% 0,0% 2,5% 23 0,0% 34,9% 0,0% 28,5% 0,0% 18,8% 0,0% 1,9% 0,0% 2,5% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 93 Het (kleine) aantal 20-jarigen van geboortejaar 1982 dat een DBSO-getuigschrift behaalt is geschat (interpolatie tussen vorig en volgend schooljaar): de exacte gegevens van 2002 zijn niet bekend. 190

195 Tabellen per geboortecohorte Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1982, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 17 0,5% 0,5% 0,8% 1,0% 1,3% 1,5% 0,5% 0,5% 1,3% 1,5% 18 45,4% 45,9% 1,9% 2,9% 46,2% 47,6% 46,5% 47,0% 47,3% 48,8% 19 22,2% 68,0% 1,8% 4,7% 22,6% 70,2% 23,6% 70,5% 24,0% 72,7% 20 7,8% 75,8% 0,7% 5,3% 7,9% 78,1% 8,3% 78,9% 8,4% 81,2% 21 1,6% 77,5% 0,2% 5,6% 1,7% 79,8% 1,9% 80,7% 1,9% 83,0% 22 0,4% 77,9% 0,1% 5,6% 0,4% 80,2% 0,5% 81,2% 0,5% 83,6% 23 0,0% 77,9% 0,0% 5,6% 0,0% 80,2% 0,0% 81,3% 0,0% 83,6% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1982, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 17 0,8% 0,8% 0,5% 0,6% 1,3% 1,4% 0,8% 0,8% 1,3% 1,4% 18 61,8% 62,6% 1,4% 2,0% 62,4% 63,8% 62,5% 63,4% 63,2% 64,6% 19 18,4% 81,0% 0,7% 2,7% 18,6% 82,5% 18,9% 82,3% 19,1% 83,7% 20 4,5% 85,5% 0,3% 3,0% 4,5% 87,0% 4,7% 87,0% 4,8% 88,5% 21 0,9% 86,3% 0,1% 3,0% 0,9% 87,8% 0,9% 87,9% 0,9% 89,4% 22 0,3% 86,6% 0,0% 3,1% 0,3% 88,1% 0,3% 88,2% 0,3% 89,7% 23 0,0% 86,6% 0,0% 3,1% 0,0% 88,1% 0,0% 88,2% 0,0% 89,7% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1982, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 17 0,6% 0,7% 0,6% 0,8% 1,3% 1,4% 0,7% 0,7% 1,3% 1,4% 18 53,3% 54,0% 1,7% 2,5% 54,1% 55,5% 54,3% 54,9% 55,0% 56,5% 19 20,4% 74,4% 1,3% 3,7% 20,7% 76,2% 21,3% 76,2% 21,6% 78,1% 20 6,2% 80,5% 0,5% 4,2% 6,3% 82,4% 6,6% 82,8% 6,7% 84,7% 21 1,3% 81,8% 0,1% 4,3% 1,3% 83,7% 1,4% 84,2% 1,4% 86,1% 22 0,4% 82,2% 0,0% 4,4% 0,4% 84,1% 0,4% 84,6% 0,4% 86,5% 23 0,0% 82,2% 0,0% 4,4% 0,0% 84,1% 0,0% 84,6% 0,0% 86,5% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 191

196 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1983, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd 94 Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 17 0,4% 0,4% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,5% 0,7% 0,0% 0,0% 18 22,3% 22,8% 15,5% 15,6% 7,4% 7,5% 1,1% 1,8% 1,1% 1,1% 19 4,6% 27,4% 9,9% 25,5% 7,9% 15,4% 0,5% 2,3% 1,3% 2,4% 20 0,8% 28,2% 3,8% 29,2% 2,9% 18,3% 0,1% 2,4% 0,6% 3,0% 21 0,2% 28,4% 0,8% 30,1% 0,6% 18,9% 0,0% 2,4% 0,1% 3,1% 22 0,0% 28,4% 0,2% 30,3% 0,2% 19,1% 0,0% 2,4% 0,1% 3,2% 23 0,0% 28,4% 0,0% 30,3% 0,0% 19,1% 0,0% 2,4% 0,0% 3,2% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1983, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd 94 Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 17 0,6% 0,6% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,3% 0,5% 0,0% 0,0% 18 35,7% 36,3% 17,0% 17,1% 9,7% 9,7% 0,8% 1,3% 0,8% 0,8% 19 4,1% 40,4% 7,0% 24,0% 6,9% 16,6% 0,3% 1,6% 0,5% 1,3% 20 0,5% 40,9% 2,1% 26,1% 2,0% 18,7% 0,1% 1,7% 0,2% 1,4% 21 0,1% 41,0% 0,4% 26,5% 0,4% 19,0% 0,0% 1,7% 0,0% 1,5% 22 0,0% 41,0% 0,2% 26,7% 0,1% 19,1% 0,0% 1,7% 0,0% 1,5% 23 0,0% 41,0% 0,0% 26,7% 0,0% 19,1% 0,0% 1,7% 0,0% 1,5% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1983, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd 94 Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 17 0,5% 0,5% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,4% 0,6% 0,0% 0,0% 18 28,9% 29,4% 16,2% 16,3% 8,5% 8,6% 1,0% 1,6% 0,9% 0,9% 19 4,3% 33,7% 8,5% 24,8% 7,4% 16,0% 0,4% 1,9% 0,9% 1,9% 20 0,7% 34,4% 2,9% 27,7% 2,5% 18,5% 0,1% 2,0% 0,4% 2,2% 21 0,1% 34,5% 0,7% 28,4% 0,5% 19,0% 0,0% 2,0% 0,1% 2,3% 22 0,0% 34,6% 0,2% 28,6% 0,1% 19,1% 0,0% 2,0% 0,1% 2,4% 23 0,0% 34,6% 0,0% 28,6% 0,0% 19,1% 0,0% 2,0% 0,0% 2,4% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 94 Het aantal 19-jarigen van geboortejaar 1983 dat een DBSO-getuigschrift behaalt is geschat (interpolatie tussen vorig en volgend schooljaar): de exacte gegevens van 2002 zijn niet bekend. 192

197 Tabellen per geboortecohorte Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1983, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 17 0,5% 0,5% 0,5% 0,7% 1,0% 1,2% 0,5% 0,5% 1,0% 1,2% 18 45,3% 45,8% 2,2% 2,9% 46,4% 47,6% 46,4% 46,9% 47,5% 48,7% 19 22,4% 68,2% 1,8% 4,7% 22,9% 70,5% 23,7% 70,6% 24,2% 72,9% 20 7,5% 75,7% 0,7% 5,4% 7,6% 78,1% 8,1% 78,7% 8,2% 81,1% 21 1,6% 77,4% 0,2% 5,5% 1,7% 79,8% 1,8% 80,5% 1,8% 82,9% 22 0,4% 77,8% 0,1% 5,6% 0,4% 80,2% 0,5% 81,0% 0,5% 83,5% 23 0,0% 77,8% 0,0% 5,7% 0,0% 80,2% 0,0% 81,1% 0,0% 83,5% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1983, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 17 0,7% 0,7% 0,3% 0,5% 1,1% 1,3% 0,7% 0,7% 1,1% 1,3% 18 62,3% 63,1% 1,6% 2,1% 63,1% 64,4% 63,1% 63,8% 63,9% 65,2% 19 18,0% 81,0% 0,7% 2,9% 18,2% 82,6% 18,5% 82,3% 18,7% 83,9% 20 4,6% 85,7% 0,2% 3,1% 4,7% 87,3% 4,8% 87,1% 4,9% 88,8% 21 0,9% 86,6% 0,1% 3,1% 0,9% 88,2% 1,0% 88,1% 1,0% 89,7% 22 0,3% 86,9% 0,0% 3,2% 0,3% 88,5% 0,3% 88,4% 0,3% 90,0% 23 0,0% 86,9% 0,0% 3,2% 0,0% 88,5% 0,0% 88,4% 0,0% 90,0% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1983, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 0,2% 0,2% 0,0% 0,0% 0,2% 0,2% 17 0,6% 0,6% 0,4% 0,6% 1,0% 1,2% 0,6% 0,6% 1,0% 1,2% 18 53,6% 54,3% 1,9% 2,5% 54,6% 55,8% 54,6% 55,2% 55,5% 56,8% 19 20,2% 74,5% 1,3% 3,8% 20,6% 76,4% 21,2% 76,4% 21,5% 78,3% 20 6,1% 80,6% 0,5% 4,3% 6,2% 82,6% 6,5% 82,8% 6,6% 84,9% 21 1,3% 81,9% 0,1% 4,4% 1,3% 83,9% 1,4% 84,2% 1,4% 86,3% 22 0,4% 82,3% 0,1% 4,4% 0,4% 84,3% 0,4% 84,6% 0,4% 86,7% 23 0,0% 82,3% 0,0% 4,4% 0,0% 84,3% 0,0% 84,6% 0,0% 86,7% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 193

198 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1984, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 17 0,4% 0,4% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,4% 0,5% 0,0% 0,0% 18 22,1% 22,5% 15,4% 15,5% 7,1% 7,1% 1,1% 1,7% 1,1% 1,1% 19 4,3% 26,8% 9,7% 25,2% 7,9% 15,0% 0,5% 2,2% 1,3% 2,4% 20 0,8% 27,7% 3,8% 29,0% 3,1% 18,1% 0,1% 2,3% 0,4% 2,8% 21 0,2% 27,8% 0,9% 29,9% 0,7% 18,8% 0,0% 2,3% 0,3% 3,1% 22 0,0% 27,8% 0,2% 30,1% 0,2% 19,0% 0,0% 2,3% 0,0% 3,1% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1984, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 17 0,6% 0,6% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,3% 0,4% 0,0% 0,0% 18 35,2% 35,8% 16,9% 16,9% 9,1% 9,1% 0,8% 1,2% 0,6% 0,6% 19 4,0% 39,8% 7,6% 24,5% 7,4% 16,5% 0,3% 1,5% 0,5% 1,2% 20 0,6% 40,4% 2,0% 26,5% 1,9% 18,5% 0,1% 1,5% 0,1% 1,3% 21 0,1% 40,5% 0,4% 26,9% 0,4% 18,9% 0,0% 1,5% 0,1% 1,4% 22 0,0% 40,5% 0,1% 27,0% 0,2% 19,0% 0,0% 1,5% 0,0% 1,4% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1984, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 17 0,5% 0,5% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,3% 0,5% 0,0% 0,0% 18 28,5% 29,0% 16,1% 16,2% 8,1% 8,1% 1,0% 1,4% 0,9% 0,9% 19 4,2% 33,1% 8,7% 24,9% 7,6% 15,8% 0,4% 1,8% 0,9% 1,8% 20 0,7% 33,9% 2,9% 27,8% 2,5% 18,3% 0,1% 1,9% 0,3% 2,1% 21 0,1% 34,0% 0,7% 28,4% 0,6% 18,8% 0,0% 1,9% 0,2% 2,3% 22 0,0% 34,0% 0,2% 28,6% 0,2% 19,0% 0,0% 1,9% 0,0% 2,3% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 95 Het aantal 18-jarigen van geboortejaar 1984 dat een DBSO-getuigschrift behaalt is geschat (interpolatie tussen vorig en volgend schooljaar): de exacte gegevens van 2002 zijn niet bekend. 96 Deaantallen kwalificaties behaald door 23-jarigen zijn verwaarloosbaar of de facto meegeteld bij de (randcategorie van) 22-jarigen. Volgens de meer gestroomlijnde werkwijze uiteengezet rapport SSL/OD worden ze niet meer opgenomen in deze tabellen. 194

199 Tabellen per geboortecohorte Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1984, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 17 0,5% 0,5% 0,4% 0,5% 0,9% 1,0% 0,5% 0,5% 0,9% 1,0% 18 44,6% 45,0% 2,2% 2,7% 45,7% 46,7% 45,6% 46,1% 46,8% 47,8% 19 22,0% 67,0% 1,8% 4,5% 22,5% 69,2% 23,3% 69,4% 23,8% 71,5% 20 7,7% 74,7% 0,6% 5,1% 7,9% 77,0% 8,2% 77,5% 8,3% 79,8% 21 1,8% 76,5% 0,3% 5,4% 1,8% 78,8% 2,1% 79,6% 2,1% 81,9% 22 0,4% 76,9% 0,0% 5,4% 0,4% 79,3% 0,5% 80,1% 0,5% 82,4% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1984, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 17 0,7% 0,7% 0,3% 0,4% 1,0% 1,2% 0,7% 0,8% 1,0% 1,2% 18 61,2% 61,9% 1,4% 1,8% 61,9% 63,1% 61,8% 62,5% 62,5% 63,7% 19 19,0% 80,9% 0,8% 2,6% 19,2% 82,3% 19,5% 82,0% 19,8% 83,5% 20 4,6% 85,4% 0,2% 2,8% 4,6% 86,9% 4,7% 86,7% 4,8% 88,2% 21 0,9% 86,3% 0,1% 2,9% 0,9% 87,9% 1,0% 87,7% 1,0% 89,2% 22 0,3% 86,6% 0,0% 2,9% 0,3% 88,1% 0,3% 88,0% 0,3% 89,5% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1984, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 17 0,6% 0,6% 0,4% 0,5% 0,9% 1,1% 0,6% 0,6% 1,0% 1,1% 18 52,7% 53,3% 1,8% 2,3% 53,6% 54,7% 53,5% 54,1% 54,5% 55,6% 19 20,5% 73,8% 1,3% 3,6% 20,9% 75,6% 21,4% 75,5% 21,8% 77,4% 20 6,2% 79,9% 0,4% 4,0% 6,3% 81,9% 6,5% 82,0% 6,6% 83,9% 21 1,4% 81,3% 0,2% 4,2% 1,4% 83,2% 1,6% 83,6% 1,6% 85,5% 22 0,4% 81,7% 0,0% 4,2% 0,4% 83,6% 0,4% 83,9% 0,4% 85,9% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 195

200 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1985, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd 97 Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 17 0,5% 0,5% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,4% 0,4% 0,0% 0,0% 18 21,6% 22,1% 15,0% 15,0% 7,4% 7,4% 1,2% 1,6% 1,0% 1,0% 19 4,5% 26,6% 10,3% 25,4% 8,2% 15,5% 0,6% 2,2% 0,9% 1,9% 20 0,7% 27,3% 3,6% 29,0% 3,0% 18,5% 0,2% 2,4% 0,6% 2,4% 21 0,1% 27,5% 1,0% 30,0% 0,6% 19,2% 0,0% 2,4% 0,1% 2,6% 22 0,0% 27,5% 0,2% 30,3% 0,2% 19,4% 0,0% 2,4% 0,1% 2,6% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1985, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd 97 Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 17 0,7% 0,7% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,3% 0,4% 0,0% 0,0% 18 35,2% 35,9% 17,2% 17,3% 9,1% 9,1% 0,7% 1,1% 0,6% 0,6% 19 4,1% 40,0% 7,5% 24,8% 7,1% 16,2% 0,3% 1,4% 0,4% 1,1% 20 0,5% 40,5% 2,0% 26,8% 1,9% 18,0% 0,1% 1,4% 0,2% 1,2% 21 0,1% 40,6% 0,4% 27,2% 0,5% 18,5% 0,0% 1,4% 0,0% 1,3% 22 0,0% 40,6% 0,2% 27,3% 0,2% 18,7% 0,0% 1,4% 0,0% 1,3% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1985, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd 97 Leef- ASO KSO/TSO BSO DBSO SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 17 0,6% 0,6% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,3% 0,4% 0,0% 0,0% 18 28,3% 28,9% 16,1% 16,1% 8,2% 8,2% 1,0% 1,4% 0,8% 0,8% 19 4,3% 33,1% 9,0% 25,1% 7,6% 15,8% 0,4% 1,8% 0,7% 1,5% 20 0,6% 33,8% 2,8% 27,9% 2,5% 18,3% 0,1% 1,9% 0,4% 1,8% 21 0,1% 33,9% 0,7% 28,6% 0,5% 18,8% 0,0% 1,9% 0,1% 1,9% 22 0,0% 33,9% 0,2% 28,8% 0,2% 19,0% 0,0% 1,9% 0,0% 2,0% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 97 Het aantal 17-jarigen van geboortejaar 1985 dat een DBSO-getuigschrift behaalt is geschat (interpolatie tussen vorig en volgend schooljaar): de exacte gegevens van 2002 zijn niet bekend. 196

201 Tabellen per geboortecohorte Kwalificaties behaald door jongens geboren in 1985, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 17 0,5% 0,5% 0,4% 0,4% 0,9% 1,0% 0,5% 0,5% 0,9% 1,0% 18 44,0% 44,5% 2,2% 2,6% 45,2% 46,1% 45,0% 45,5% 46,2% 47,1% 19 23,0% 67,5% 1,5% 4,1% 23,6% 69,7% 23,8% 69,4% 24,4% 71,6% 20 7,4% 74,9% 0,7% 4,8% 7,6% 77,3% 8,0% 77,3% 8,1% 79,7% 21 1,8% 76,7% 0,1% 4,9% 1,8% 79,0% 1,9% 79,2% 1,9% 81,6% 22 0,5% 77,1% 0,1% 5,0% 0,5% 79,5% 0,5% 79,8% 0,5% 82,1% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de jongenscohorte. Kwalificaties behaald door meisjes geboren in 1985, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 17 0,8% 0,8% 0,3% 0,4% 1,1% 1,2% 0,8% 0,8% 1,1% 1,2% 18 61,5% 62,3% 1,3% 1,7% 62,3% 63,4% 62,1% 62,9% 62,9% 64,0% 19 18,6% 81,0% 0,7% 2,4% 18,9% 82,3% 19,1% 82,0% 19,4% 83,4% 20 4,3% 85,3% 0,2% 2,7% 4,4% 86,7% 4,5% 86,5% 4,6% 87,9% 21 0,9% 86,2% 0,0% 2,7% 1,0% 87,7% 1,0% 87,5% 1,0% 88,9% 22 0,4% 86,6% 0,0% 2,7% 0,4% 88,0% 0,4% 87,9% 0,4% 89,3% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de meisjescohorte. Kwalificaties behaald door jongens en meisjes geboren in 1985, per soort kwalificatie en verdeeld volgens de leeftijd Leef- Voltijds SO DBSO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO Voltijds SO +SYNTRA Voltijds SO +DBSO +SYNTRA tijd % tot % tot % tot % tot % tot 16 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 17 0,7% 0,7% 0,4% 0,4% 1,0% 1,1% 0,7% 0,7% 1,0% 1,1% 18 52,6% 53,2% 1,8% 2,2% 53,5% 54,6% 53,4% 54,0% 54,3% 55,4% 19 20,9% 74,1% 1,1% 3,3% 21,3% 75,9% 21,5% 75,5% 21,9% 77,3% 20 5,9% 80,0% 0,5% 3,7% 6,0% 81,9% 6,3% 81,8% 6,4% 83,7% 21 1,4% 81,3% 0,1% 3,8% 1,4% 83,3% 1,4% 83,3% 1,5% 85,2% 22 0,4% 81,7% 0,1% 3,9% 0,4% 83,7% 0,5% 83,7% 0,5% 85,6% De aantallen kwalificaties zijn weergegeven in procenten van de omvang van de cohorte. 197

202 Indicatorensysteem ongekwalificeerde uitstroom Figuur 102. Kwalificaties van geboortecohorten van jongens, per soort kwalificatie; uitgedrukt als fractie van de omvang van de jongenscohorte Totalen van de kwalificaties verworven op de leeftijden 16 tot en met

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 Samenvatting. G. Van Landeghem, M. Goos & J.

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 Samenvatting. G. Van Landeghem, M. Goos & J. Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 Samenvatting G. Van Landeghem, M. Goos & J. Van Damme Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie T van de ongekwalificeerde

Nadere informatie

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2008 Samenvatting. G. Van Landeghem & J.

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2008 Samenvatting. G. Van Landeghem & J. Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2008 Samenvatting G. Van Landeghem & J. Van Damme Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie T van de ongekwalificeerde

Nadere informatie

Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom Een samenhangend indicatorensysteem gebaseerd op indicatoren per leeftijd

Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom Een samenhangend indicatorensysteem gebaseerd op indicatoren per leeftijd Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom Een samenhangend indicatorensysteem gebaseerd op indicatoren per leeftijd G. Van Landeghem & J. Van Damme Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom Een T

Nadere informatie

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2009 Kort verslag. G. Van Landeghem & J.

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2009 Kort verslag. G. Van Landeghem & J. Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2009 Kort verslag G. Van Landeghem & J. Van Damme Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie T van de ongekwalificeerde

Nadere informatie

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot 2009 G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon T lager onderwijs tot 2009 Auteurs:

Nadere informatie

Geactualiseerde schattingen van de ongekwalificeerde uitstroom per schooljaar en per geboortejaar

Geactualiseerde schattingen van de ongekwalificeerde uitstroom per schooljaar en per geboortejaar Geactualiseerde schattingen van de ongekwalificeerde uitstroom per schooljaar en per geboortejaar G. Van Landeghem & J. Van Damme Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,

Nadere informatie

Seminarie vroege schoolverlaters 11 mei 2011

Seminarie vroege schoolverlaters 11 mei 2011 Onderzoek gefinancierd door de Vlaamse Regering in het kader van het programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Informatie uit administratieve gegevens Bronnen

Nadere informatie

De EAK-indicator van vroegtijdige schoolverlaters : toets aan administratieve onderwijsgegevens en kritiek. G. Van Landeghem & J.

De EAK-indicator van vroegtijdige schoolverlaters : toets aan administratieve onderwijsgegevens en kritiek. G. Van Landeghem & J. De EAK-indicator van vroegtijdige schoolverlaters : toets aan administratieve onderwijsgegevens en kritiek G. Van Landeghem & J. Van Damme De EAK-indicator van vroegtijdige schoolverlaters : T toets aan

Nadere informatie

Indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom Verwerking van de gegevens van 2005 en integratie van het modulair beroepsonderwijs

Indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom Verwerking van de gegevens van 2005 en integratie van het modulair beroepsonderwijs Indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom Verwerking van de gegevens van 2005 en integratie van het modulair beroepsonderwijs G. Van Landeghem & J. Van Damme Indicatoren van de ongekwalificeerde

Nadere informatie

VROEGE SCHOOLVERLATERS IN VLAANDEREN TOT 2010 Een analyse van de invloed van de financieel-economische crisis van 2008

VROEGE SCHOOLVERLATERS IN VLAANDEREN TOT 2010 Een analyse van de invloed van de financieel-economische crisis van 2008 VROEGE SCHOOLVERLATERS IN VLAANDEREN TOT 2010 Een analyse van de invloed van de financieel-economische crisis van 2008 Georges Van Landeghem, Bieke De Fraine, Sarah Gielen & Jan Van Damme Vroege schoolverlaters

Nadere informatie

Geboortecohorten in de tweede en derde graad van het voltijds gewoon secundair onderwijs Evolutie van tot

Geboortecohorten in de tweede en derde graad van het voltijds gewoon secundair onderwijs Evolutie van tot Geboortecohorten in de tweede en derde graad van het voltijds gewoon secundair onderwijs Evolutie van 1989 1990 tot 2005 2006 G. Van Landeghem & J. Van Damme Geboortecohorten in de tweede en derde graad

Nadere informatie

Vroege schoolverlaters uit het voltijds beroepsonderwijs Vertrekpunt voor een gedifferentieerde aanpak. G. Van Landeghem & J.

Vroege schoolverlaters uit het voltijds beroepsonderwijs Vertrekpunt voor een gedifferentieerde aanpak. G. Van Landeghem & J. Vroege schoolverlaters uit het voltijds beroepsonderwijs Vertrekpunt voor een gedifferentieerde aanpak G. Van Landeghem & J. Van Damme Vroege schoolverlaters uit het voltijds beroepsonderwijs T Vertrekpunt

Nadere informatie

Indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom. Een bijdrage tot de discussie en een aantal nieuwe schattingen.

Indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom. Een bijdrage tot de discussie en een aantal nieuwe schattingen. Indicatoren van de ongekwalificeerde uitstroom. Een bijdrage tot de discussie en een aantal nieuwe schattingen. G. Van Landeghem & J. Van Damme Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs

Nadere informatie

De ongekwalificeerde uitstroom Evolutie van de verschillende soorten kwalificaties per leeftijd tot en met 2003

De ongekwalificeerde uitstroom Evolutie van de verschillende soorten kwalificaties per leeftijd tot en met 2003 De ongekwalificeerde uitstroom Evolutie van de verschillende soorten kwalificaties per leeftijd tot en met 2003 G. Van Landeghem & J. Van Damme Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs

Nadere informatie

Cijferblad: evolutie van de omvang van het buitengewoon lager onderwijs voor en na de invoering van het M-decreet

Cijferblad: evolutie van de omvang van het buitengewoon lager onderwijs voor en na de invoering van het M-decreet Cijferblad: evolutie van de omvang van het buitengewoon lager onderwijs voor en na de invoering van het M-decreet Georges Van Landeghem KU Leuven, Centrum voor Onderwijseffectiviteit en -Evaluatie De gewone

Nadere informatie

Drie geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs

Drie geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs Drie geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs G. Van Landeghem & J. Van Damme Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, in het kader van het programma Steunpunten voor

Nadere informatie

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H.

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Knipprath T Value added of primary schools with high proportions of minority

Nadere informatie

De ongekwalificeerde uitstroom Een geactualiseerde schatting

De ongekwalificeerde uitstroom Een geactualiseerde schatting De ongekwalificeerde uitstroom Een geactualiseerde schatting G. Van Landeghem & J. Van Damme Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, in het kader van het programma Steunpunten

Nadere informatie

Vroegtijdig schoolverlaten in Vlaams onderwijs

Vroegtijdig schoolverlaten in Vlaams onderwijs Vroegtijdig schoolverlaten in Vlaams onderwijs Inhoudstafel Wat is vroegtijdig schoolverlaten? Voorgeschiedenis - Europa - Vlaanderen Vroegtijdig schoolverlaten Monitoring in Vlaanderen Cijferrapport VSV

Nadere informatie

VROEGE SCHOOLVERLATERS IN VLAANDEREN IN 2010 Indeling volgens locatie, opleidingsniveau van de moeder en moedertaal

VROEGE SCHOOLVERLATERS IN VLAANDEREN IN 2010 Indeling volgens locatie, opleidingsniveau van de moeder en moedertaal VROEGE SCHOOLVERLATERS IN VLAANDEREN IN 2010 Indeling volgens locatie, opleidingsniveau van de moeder en moedertaal Georges Van Landeghem, Bieke De Fraine, Sarah Gielen & Jan Van Damme Vroege schoolverlaters

Nadere informatie

Vroegtijdige schoolverlaters Inschrijvingen en kwalificaties in tweedekansleerwegen. Beleidsdomein Onderwijs en Vorming

Vroegtijdige schoolverlaters Inschrijvingen en kwalificaties in tweedekansleerwegen. Beleidsdomein Onderwijs en Vorming Vroegtijdige schoolverlaters Inschrijvingen en kwalificaties in tweedekansleerwegen Beleidsdomein Onderwijs en Vorming Mei 019 COLOFON Coördinatie en redactie Anton Derks Departement Onderwijs en Vorming

Nadere informatie

Geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs : Evolutie van tot

Geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs : Evolutie van tot Geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs : Evolutie van 0 tot 01 02 G. Van Landeghem & J. Van Damme Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, in het kader van het programma

Nadere informatie

Het aantal ongelukken terugdringen in onderwijsloopbanen

Het aantal ongelukken terugdringen in onderwijsloopbanen Het aantal ongelukken terugdringen in onderwijsloopbanen Inleider: Discussant: Panelgesprek: Voorzitter: Machteld Vandecandelaere (KU Leuven) Najib Chakouh (Onderwijsbeleid Antwerpen) Ward Nouwen (UA),

Nadere informatie

Hoeveel vroege schoolverlaters heeft deze school?

Hoeveel vroege schoolverlaters heeft deze school? Hoeveel vroege schoolverlaters heeft deze school? Een nieuwe indicator waarin elke leerling meetelt G.Van Landeghem www.steunpuntssl.be Rapport Van Landeghem, G., De Fraine, F., Gielen, S., & Van Damme,

Nadere informatie

VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN HET VLAAMS SECUNDAIR ONDERWIJS

VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN HET VLAAMS SECUNDAIR ONDERWIJS VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN HET VLAAMS SECUNDAIR ONDERWIJS Vlaanderen is onderwijs & vorming CIJFERRAPPORT VOOR DE SCHOOLJAREN 2009-2010 TOT EN MET 2012-2013 1 COLOFON Samenstelling Vlaams Ministerie

Nadere informatie

Toelichting: Vroegtijdig schoolverlaten in het Vlaams secundair onderwijs naar vestigingsplaats en woonplaats

Toelichting: Vroegtijdig schoolverlaten in het Vlaams secundair onderwijs naar vestigingsplaats en woonplaats Toelichting: Vroegtijdig schoolverlaten in het Vlaams secundair onderwijs naar vestigingsplaats en woonplaats Inleiding Vroegtijdig schoolverlaten staat in Vlaanderen, net als in veel andere landen en

Nadere informatie

Onderwijs SAMENVATTING

Onderwijs SAMENVATTING Onderwijs SAMENVATTING 88.343 leerlingen basis- en secundair onderwijs schooljaar 2016-2017 In verhouding meer leerlingen TSO (bijna 1 op 4 van de lln. SO) en BSO (1 op 5) dan Vlaanderen 17.820 studenten

Nadere informatie

STEM monitor Juni 2016

STEM monitor Juni 2016 monitor Juni 2016 Inleiding In het -actieplan 2012-2020 van de Vlaamse regering werd voorzien dat de doelstellingen van het -actieplan worden opgevolgd aan de hand van een indicatoren. Hiervoor werd de

Nadere informatie

Geboortecohorten in het buitengewoon lager onderwijs Evolutie van tot G. Van Landeghem & J. Van Damme

Geboortecohorten in het buitengewoon lager onderwijs Evolutie van tot G. Van Landeghem & J. Van Damme Geboortecohorten in het buitengewoon lager onderwijs Evolutie van 1989 1990 tot 2006 2007 G. Van Landeghem & J. Van Damme Geboortecohorten in het buitengewoon lager onderwijs T Evolutie van 1989 1990

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Hebben laaggeschoolden een hoger risico om in armoede te belanden? Ja. Laagopgeleiden hebben het vaak

Nadere informatie

TABELLEN. Blz. Blz. Deel 1. LEERLINGEN

TABELLEN. Blz. Blz. Deel 1. LEERLINGEN TABELLEN Deel 1. LEERLINGEN Hoofdstuk 1 : Algemeen overzicht van de schoolbevolking Onderwijs met volledig leerplan naar inrichtende macht... 33 Onderwijs met volledig leerplan naar provincie... 34 Onderwijs

Nadere informatie

Rapport Problematische afwezigheden en definitieve uitsluiting

Rapport Problematische afwezigheden en definitieve uitsluiting Rapport Problematische afwezigheden en definitieve uitsluiting 2013 2018 Redactie: An Hessels, Netwerk Samen tegen schooluitval Vlaams-Brabant Problematische afwezigheden en definitieve uitsluitingen van

Nadere informatie

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN AFKORTINGEN ASO BIS B.O. BSO Bu.S.O. BVJ CLB CVO CVPO DBSO DKO GAS GGS GO GOK G.ON. KSO NaPCO NGK OGO OSP OVSG POVPO TSO VDAB VGO VLIR VONAC VRK VSKO Algemeen secundair onderwijs Begeleid Individueel Studeren

Nadere informatie

Onderwijs en vorming. 1 73.609 leerlingen. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse

Onderwijs en vorming. 1 73.609 leerlingen. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Onderwijs en vorming Samenvatting 73.609 leerlingen (2012) 16.981 kleuters 26.537 kinderen in het lager

Nadere informatie

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN. Buitengewoon lager onderwijs : Schoolbevolking naar type... 88

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN. Buitengewoon lager onderwijs : Schoolbevolking naar type... 88 AFKORTINGEN ASO BIS B.O. BSO Bu.S.O. BVJ CLB CVO DBSO DKO GAS GGS GO GOK G.ON. HBO KSO NaPCO NGK OGO OVSG POVPO Se-n-Se TSO VDAB VGO VLIR VONAC VRK VSKO Algemeen secundair onderwijs Begeleid Individueel

Nadere informatie

afkortingen VGO Gesubsidieerd Vrij Onderwijs

afkortingen VGO Gesubsidieerd Vrij Onderwijs afkortingen ASO Algemeen secundair onderwijs BIS Begeleid Individueel Studeren B.O. Buitengewoon onderwijs BSO Beroepssecundair onderwijs Bu.S.O. Buitengewoon secundair onderwijs BVJ Beroepsvoorbereidend

Nadere informatie

BIJLAGE: OPDELING NAAR UITSTROOMPOSITIE, GESLACHT EN WOONPLAATS

BIJLAGE: OPDELING NAAR UITSTROOMPOSITIE, GESLACHT EN WOONPLAATS BIJLAGE: OPDELING NAAR UITSTROOMPOSITIE, GESLACHT EN WOONPLAATS In deze bijlage splitsen we de informatie over de tweedekansleerwegen van vroegtijdig op naar volgende kenmerken: de uitstroompositie in

Nadere informatie

nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Nederlandstalig onderwijs Brussel

Nadere informatie

HOEVEEL VROEGE SCHOOLVERLATERS HEEFT DEZE SCHOOL? Een nieuwe indicator waarin elke leerling meetelt

HOEVEEL VROEGE SCHOOLVERLATERS HEEFT DEZE SCHOOL? Een nieuwe indicator waarin elke leerling meetelt HOEVEEL VROEGE SCHOOLVERLATERS HEEFT DEZE SCHOOL? Een nieuwe indicator waarin elke leerling meetelt Georges Van Landeghem, Bieke De Fraine, Sarah Gielen & Jan Van Damme Hoeveel vroege schoolverlaters

Nadere informatie

aantal zorg- STEM aantal lichte STEM

aantal zorg- STEM aantal lichte STEM Indicatoren I. Instroom (studiekeuze) a. Secundair onderwijs Indicator I.S: Studiekeuze voor in secundair onderwijs. Percentages leerlingen die studiekeuze maken en percentage meisjes in de categorie 1

Nadere informatie

Problematische afwezigheden en definitieve uitsluiting

Problematische afwezigheden en definitieve uitsluiting Rapport Problematische afwezigheden en definitieve uitsluiting 2013 2017 Redactie: Jean-Marie Van Steenwinckel, Netwerk Samen tegen schooluitval Vlaams-Brabant PA en DU 2013-2017 TOTAAL Versie 31 01 2018

Nadere informatie

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN AFKORTINGEN ASO BIS B.O. BSO Bu.S.O. BVJ CLB CVO CVPO DBSO DKO GAS GGS GO GOK G.ON. KSO NaPCO NGK OGO OSP OVSG POVPO TSO VDAB VIZO VGO Vl.I.R VOCB VONAC VRK VSKO Algemeen secundair onderwijs Begeleid Individueel

Nadere informatie

Het secundair onderwijs in cijfers

Het secundair onderwijs in cijfers Het secundair onderwijs in cijfers Schooljaar 2010-2011 Sara Vertommen Opdrachtgever: Algemeen Onderwijsbeleid Stad Antwerpen, Lerende Stad en Lokaal Overlegplatform Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs

Nadere informatie

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN AFKORTINGEN ASO BIS B.O. BSO BuSO BVJ CLB CVO DBSO DKO EVC EVK GAS GGS GO GOK GON HBO KSO NaPCO NGK OGO OVSG POVPO Se-n-Se TSO VDAB VGO VLIR VONAC VRK VSKO Algemeen secundair onderwijs Begeleid Individueel

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

Verslag aan de Provincieraad

Verslag aan de Provincieraad directie Onderwijs & Vorming --- dossiernummer:. 1505586 Verslag aan de Provincieraad betreft verslaggever Flankerend onderwijsbeleid Reglement met betrekking tot het subsidiëren van projecten ter bevordering

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 : Secundair onderwijs. Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. 3.1. Gewoon secundair onderwijs

Hoofdstuk 3 : Secundair onderwijs. Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. 3.1. Gewoon secundair onderwijs Deel 1 SCHOOLBEVOLKING 1 Hoofdstuk 3 : Secundair onderwijs 3.1. Gewoon secundair onderwijs 3.1.3. Schoolse vorderingen en zittenblijven in het gewoon secundair onderwijs 118 Schooljaar 2013-2014 Schoolse

Nadere informatie

First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education

First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education Goos, M., Van Damme, J. Onghena, P., & Petry, K. T First-grade retention: Effects on children

Nadere informatie

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 5 februari 2009 Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal 2008 - Het hoeft geen

Nadere informatie

VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN HET VLAAMS SECUNDAIR ONDERWIJS

VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN HET VLAAMS SECUNDAIR ONDERWIJS VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN HET VLAAMS SECUNDAIR ONDERWIJS Vlaanderen is onderwijs & vorming CIJFERRAPPORT VOOR DE SCHOOLJAREN 2009-2010 TOT EN MET 2014-2015 1 COLOFON Samenstelling Vlaams Ministerie

Nadere informatie

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht Tweede luik "Het verschil in schools presteren tussen jongens en meisjes" (literatuurstudie en emprirsche studie) (Jan Van Damme & Agnes De Munter- K.U.Leuven) 1. Welke sekseverschillen in prestaties?

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 Meer 55-plussers aan het werk Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2013 66,7% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage daalt licht in vergelijking met

Nadere informatie

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA Nederlandstalig onderwijs Brussel Capaciteit

Nadere informatie

Bijna leerlingen en hun ouders kiezen voor katholiek basis- en secundair onderwijs

Bijna leerlingen en hun ouders kiezen voor katholiek basis- en secundair onderwijs Stafdienst Guimardstraat 1 1040 BRUSSEL +32 2 507 06 19 www.katholiekonderwijs.vlaanderen Analyse septembertelling schooljaar 2018-2019 18 september 2018 Bijna 743 000 leerlingen en hun ouders kiezen voor

Nadere informatie

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van

Nadere informatie

Stelsel van leren en werken. Carl Lamote Departement Onderwijs en Vorming Afdeling Secundair Onderwijs en Leerlingenbegeleiding

Stelsel van leren en werken. Carl Lamote Departement Onderwijs en Vorming Afdeling Secundair Onderwijs en Leerlingenbegeleiding Stelsel van leren en werken Carl Lamote Departement Onderwijs en Vorming Afdeling Secundair Onderwijs en Leerlingenbegeleiding Inhoud Historiek van leren en werken Decreet betreffende het stelsel van leren

Nadere informatie

Hoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven

Hoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven 1. Referentie Referentie Duqué, H. (1998). Zittenblijven en schoolse vertraging in het Vlaams onderwijs. Een kwantitatieve analyse 1996-1997. Onuitgegeven onderzoeksrapport, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 Geen heropleving van de arbeidsmarkt in 2013 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten 4.530.000 in België wonende personen zijn aan het werk in 2013. Hun aantal

Nadere informatie

Zending Studiebewijzen - Secundair

Zending Studiebewijzen - Secundair Zending Studiebewijzen - Secundair Versturen van de studiebewijzen naar Discimus Het doorsturen van de studiebewijzen naar Discimus gebeurt via het menu-item > Discimus > Studiebewijzen > Doorsturen. Op

Nadere informatie

Cijferboek sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs

Cijferboek sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs Cijferboek sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs Een verkennend onderzoek op de Panelstudie van Belgische Huishoudens Onderzoekers: Steven Groenez Inge Van den Brande Ides Nicaise Projectleiding:

Nadere informatie

Schoolverlaters bevraagd

Schoolverlaters bevraagd sessie 3 De wereld op de stoep: Schoolverlaters bevraagd Lieven Tusschans Stad Gent Werk en Economie Dienst Werk Schoolverlaters bevraagd Europa 2020 (schoolverlaters, kwalificaties, werkloosheid) Dienst

Nadere informatie

Leerlingenaantallen basis- en

Leerlingenaantallen basis- en Leerlingenaantallen basis- en secundair onderwijs Duiding bij de beschikbare tabellen op de website onderwijsstatistieken Op basis van een aantal Excel-tabellen kan je leerlingenaantallen per school opzoeken

Nadere informatie

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING Deel INTERNATIONALE VERGELIJKING INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

K. Geluykens & J. Van Damme

K. Geluykens & J. Van Damme Een verklaring van de in het secundair onderwijs bereikte eindpositie vanuit de gezinscontext, met bijzondere aandacht voor de eventuele rol van een echtscheiding van de ouders K. Geluykens & J. Van Damme

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten Hoeveel personen verrichten betaalde arbeid? Hoeveel mensen zijn werkloos? Hoeveel inactieve

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs December 29 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Arbeidsmarktbarometer Onderwijs december

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs R A P P O RT Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs december 2009 Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING Deel INTERNATIONALE VERGELIJKING INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit

Nadere informatie

Deel 8. internationale vergelijking

Deel 8. internationale vergelijking Deel internationale vergelijking INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING Deel INTERNATIONALE VERGELIJKING INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 Licht herstel van de arbeidsmarkt? Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2013 67,5% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage stijgt met 0,8 procentpunten

Nadere informatie

Eerder stelde ik reeds een schriftelijke vraag (nr 510 van 16 juli 2015) over de eerste sessie van het toelatingsexamen in juli 2015.

Eerder stelde ik reeds een schriftelijke vraag (nr 510 van 16 juli 2015) over de eerste sessie van het toelatingsexamen in juli 2015. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 557 van ANN BRUSSEEL datum: 9 september 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Toelatingsexamen arts en tandarts -

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 Jeugdwerkloosheid gedaald in het eerste kwartaal van 2015 Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2015 In het eerste kwartaal van 2015 was 67,4% van de 20- tot 64-jarigen

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Jaarlijks verlaten heel wat jongeren de schoolbanken zonder een volwaardige kwalificatie

Jaarlijks verlaten heel wat jongeren de schoolbanken zonder een volwaardige kwalificatie DE SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN Voortijdig schoolverlaten in Vlaanderen: een stand van zaken en een voorstel tot aanpak Carl Lamote*, Georges Van Landeghem*, Marc Blommaert*, Ides Nicaise**, Bieke De Fraine*

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC)

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC) ALGEMENE RAAD 25 november 2010 AR-AR-KST-ADV-005 Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC) Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219

Nadere informatie

Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen 2015. Kiezen voor TSO, it makes Se-n-Se Provincie Antwerpen

Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen 2015. Kiezen voor TSO, it makes Se-n-Se Provincie Antwerpen Kiezen voor TSO, it makes Se-n-Se Provincie Antwerpen Onderzoek naar de aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt Alle schoolverlaters van 2013 worden 1 jaar lang gevolgd (tot en met juni 2014) Succes wordt

Nadere informatie

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers FOCUS OP TALENT BAROMETER Kansengroepen in cijfers 217-218 Inhoudsopgave 1. Verklarende woordenlijst... 2. Samenvatting... 4. PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP... 7 4. PERSONEN GEBOREN BUITEN EU28... 12

Nadere informatie

vrij katholiek onderwijs schooljaar Resultaten van de spoedtelling

vrij katholiek onderwijs schooljaar Resultaten van de spoedtelling ALGEMEEN ONDERWIJSBELEID vrij katholiek onderwijs schooljaar 21213 Resultaten van de spoed D e Cel Gegevensbeheer van de Dienst Informatica heeft in samenspraak met de Verbonden en de diocesen opnieuw

Nadere informatie

Een zorgjob Ik ga ervoor! Boordtabellenset 2015-2016 Lon Holtzer, zorgambassadeur, Vlaamse Overheid

Een zorgjob Ik ga ervoor! Boordtabellenset 2015-2016 Lon Holtzer, zorgambassadeur, Vlaamse Overheid Een zorgjob Ik ga ervoor! Boordtabellenset 2015-2016 Lon Holtzer, zorgambassadeur, Vlaamse Overheid 1 Prognose bevolking 2 18-jarigen 1991 2000 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2025

Nadere informatie

De toelaatbaarheidsvoorwaarden voor inschakelingsuitkeringen

De toelaatbaarheidsvoorwaarden voor inschakelingsuitkeringen Bewijs van studies - De toelaatbaarheidsvoorwaarden voor inschakelingsuitkeringen Om recht te hebben op uitkeringen, moet u: - jonger dan 25 jaar oud zijn op het moment dat u inschakelingsuitkeringen aanvraagt;

Nadere informatie

De CVO s (centra voor volwassenenonderwijs) organiseren opleidingen voor volwassenen.

De CVO s (centra voor volwassenenonderwijs) organiseren opleidingen voor volwassenen. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 323 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 21 februari 2017 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Centra voor volwassenenonderwijs

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2.2 Uitdagingen op het vlak van werkgelegenheid 2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt Het wordt steeds belangrijker om met voldoende kwalificaties naar de arbeidsmarkt te kunnen gaan. In Europees

Nadere informatie

Studieaanbod in de eerste graad B-stroom. Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs

Studieaanbod in de eerste graad B-stroom. Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs Studieaanbod in de eerste graad B-stroom Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs juli 2015 Inhoud Inhoud... 2 1 Inleiding... 4 2 Situering... 5 3 Leerlingenaantallen

Nadere informatie

Informatie over Leerlingenstromen UIT voor Provinciaal Technisch Instituut Roze 131 te EEKLO

Informatie over Leerlingenstromen UIT voor Provinciaal Technisch Instituut Roze 131 te EEKLO Informatie over Leerlingenstromen UIT 2016-2017 voor 36467 Roze 131 te EEKLO Zijn de leerlingen van mijn school het volgend schooljaar ingeschreven in mijn school of in een andere school? Zijn de leerlingen

Nadere informatie

De vruchten van het hoger onderwijs

De vruchten van het hoger onderwijs De vruchten van het hoger onderwijs Het onderwijsniveau van de bevolking op arbeidsleeftijd is de laatste jaren sterk toegenomen. Bij vrouwen is deze stijging meer uitgesproken dan bij de mannen. Sinds

Nadere informatie

Hoe/Wanneer het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi)*** informeren?

Hoe/Wanneer het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi)*** informeren? Huisonderwijs Wat is huisonderwijs? elk onderwijs, gegeven aan leerplichtige leerlingen, buiten een erkende, gefinancierde of gesubsidieerde school (door de Vlaamse, Franse of Duitstalige Gemeenschap)

Nadere informatie

Omgevingsanalyse Vroegtijdig schoolverlaten

Omgevingsanalyse Vroegtijdig schoolverlaten Netwerk Samen tegen schooluitval Vlaams-Brabant Coördinatie: Jean-Marie Van Steenwinckel E-mail: jeanmarie.vansteenwinckel@pvoc.be, Tel.: 0490 44 28 27 Omgevingsanalyse Vroegtijdig schoolverlaten Januari

Nadere informatie

basisonderwijs: overzicht in cijfers

basisonderwijs: overzicht in cijfers basisonderwijs: overzicht in cijfers Schooljaar 2007-2008 Ellen Schryvers Samenvatting verkennende analyse basisscholen en leerlingen in Antwerpen, schooljaar 2007-2008 voor het Lokaal Overlegplatform

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie