Inleiding Beeldkwaliteitsplan Spakmanlocatie Wezep / IH / in opdracht van RVG Wezep B.V. Oosterbeek

Transcriptie

1 SPAKMANLOC ATIE - WEZEP Beeldkwaliteitsplan Beeldkwaliteitsplan Spakmanlocatie Wezep / IH / in opdracht van RVG Wezep B.V. Oosterbeek 25 februari 2014

2 Inleiding Het beeldkwaliteitsplan Spakmanlocatie Wezep is opgesteld als toetsingskader voor de ontwikkeling van de locatie van de voormalige meubelfabriek Spakman, aan de Stationsweg te Wezep in de gemeente Oldebroek. Basis van dit beeldkwaliteitsplan is het stedenbouwkundig plan van KAW architecten en adviseurs voor de locatie. Dit beeldkwaliteitsplan is in opdracht van RVG Wezep B.V. uit Oosterbeek opgesteld door KAW architecten en adviseurs uit Groningen. Het beeldkwaliteitsplan Spakmanlocatie Wezep bestaat uit de volgende onderdelen: Beschrijving van de locatie Doel van het beeldkwaliteitsplan Het vigerende welstandsbeleid Stedenbouwkundig plan - planbeschrijving Beeldkwaliteit bebouwing Beeldkwaliteit openbare ruimte Beeldkwaliteitsplan Spakmanlocatie Wezep / IH / in opdracht van RVG Wezep B.V. Oosterbeek 2

3 Inhoudsopgave Inleiding Inhoudsopgave 1. Beschrijving van de locatie 2. Doel van het beeldkwaliteitsplan 3. Het vigerende welstandsbeleid 3.1 Relatie met de Welstandsnota 3.2 Het plangebied in de Welstandsnota Oldebroek 4. Stedenbouwkundig plan - planbeschrijving 5. Beeldkwaliteit bebouwing 5.1 Rooilijnen en oriëntatie 5.2 Typologie en bouwmassa 5.3 Daken en gevels 5.4 Materialen en kleuren 6. Beeldkwaliteit openbare ruimte 6.1 Erfscheidingen 6.2 Groenstructuur 6.3 Parkeren 6.4 Spelen 6.5 Materialen en kleuren Inhoudsopgave 25 februari

4 1 Het plangebied Het plangebied ligt ingeklemd tussen de uitbreidingen uit de jaren 80 en 90 van Wezep West en de Stationsweg in Wezep in de gemeente Oldebroek. Aan de west- en zuidzijde wordt de locatie begrensd door de woonerven Bietenakker en Wortelakker. Aan de noordzijde door de Bovenheigraaf en aan de oostzijde door de Stationsweg. Het plangebied is de locatie van de voormalige meubelfabriek Spakman. Door de industriële functie is de locatie lange tijd vrij gebleven van bebouwing en niet mee ontwikkeld in de jaren 80 en 90 bij de realisatie van de uitbreidingswijk Wezep West. De Stationsweg is een historisch belangrijke route met vooral lintbebouwing. Het lint heeft een gevarieerde opbouw van woon-, winkelen bedrijfsfuncties. In de afgelopen tijd, de laatste 30 jaar, treedt er een schaalvergroting op van de bouwvolumes binnen dit lint. De achterliggende woonwijk wordt gekenmerkt door een woonervenstructuur met voornamelijk traditionele grondgebonden gezinswoningen. De huidige woonerven eindigen bij de erfgrens van het plangebied. de woonwijk en de Stationsweg. Door de woonwijk loopt parallel aan de Vlasakker naar de Bovenheigraaf. De architectuur van de bestaande woonwijk is neutraal, de inrichting van de openbare ruimte is vooral stenig. Aan de noordzijde wordt de locatie begrensd door de groenstructuur van de Bovenheigraaf. Beschrijving van de locatie Beeldkwaliteitsplan Spakmanlocatie Wezep / IH / in opdracht van RVG Wezep B.V. Oosterbeek 4

5 2 Doel van het beeldkwaliteitsplan In het beeldkwaliteitsplan wordt de ruimtelijke kwaliteit voor het plangebied Spakmanlocatie Wezep vastgesteld, dit als aanvulling op de juridisch vastgelegde regels in het bestemmingsplan voor de locatie en de gemeentelijke welstandsnota. Het beeldkwaliteitsplan dient hierbij de volgende doelen: - De ruimtelijke samenhang en kwaliteit in het plangebied bewaken in relatie met de omgeving. - Ter inspiratie voor toekomstige bouwplannen en de inrichting van de openbare ruimte. - Het vastleggen van kaders die dienen als welstandscriteria voor toekomstige bouwplannen. Doel van het beeldkwaliteitsplan 25 februari

6 3.1 Relatie met de Welstandsnota Er is een sterke relatie tussen de welstandsnota en het beeldkwaliteitsplan. Het beeldkwaliteitsplan is in belangrijke mate een gedetailleerde uitwerking van de globale welstandsnota en voegt eisen toe met betrekking tot de X Overzichtskaart welstandsnota Wezep, gemeente Oldebroek Voor de Gemeente Oldebroek is in 2003 de Welstandsnota Oldebroek vastgesteld. Hiermee is een gebiedsgericht welstandsbeleid vastgesteld voor de gehele gemeente. Middels aanvullingen op de welstandsnota en beeldkwaliteitsplannen wordt het welstandsbeleid in de gemeente actueel gehouden. Voorliggend beeldkwaliteitsplan Spakmanlocatie Wezep is een partiële herziening van de Welstandsnota Oldebroek. 3.2 Het plangebied in de Welstandsnota Oldebroek De locatie van het stedenbouwkundig plan Spakmanlocatie Wezep ligt aan de Stationsweg en in de uitbreidingswijk Wezep West. Het valt daardoor binnen het gebied Secondaire bebouwingslinten en Woonerven. Ten aanzien van het gebied Secondaire bebouwingslinten is er vooral waardering voor de historische structuur en de gevarieerde bebouwing. De gemeente wil graag dit gevarieerde bebouwingsbeeld in stand houden en ondersteunt dit in de welstandsnota. Voor dit gebied geldt Welstandsniveau 2, reguliere toetsing. Ten aanzien van het gebied woonerven wordt vooral waardering uitgesproken voor de basis opzet van de wijk met haar ruime groenstructuren, de kleine schaal en de variatie van de bebouwing. Het welstandsbeleid richt zich op het handhaven en, waar nodig, gericht verbeteren van de basiskwaliteit. Daarbij wordt gelet op de situering en schakeling van bouwmassa s, op de gevarieerde inrichting van de openbare ruimte en op de ingetogen detaillering van de bebouwing. Voor dit gebied geldt Welstandsniveau 3, soepele toetsing. Het vigerende Welstandsbeleid Beeldkwaliteitsplan Spakmanlocatie Wezep / IH / in opdracht van RVG Wezep B.V. Oosterbeek 6

7 4 Stedenbouwkundig plan - planbeschrijving Het plan Spakmanlocatie Wezep omvat maximaal 32 grondgebonden woningen en een nader te bepalen aantal woningen in een appartementengebouw. De locatie van het appartementengebouw wordt bestempeld als nadere uitwerking, aangezien nog niet zeker is of op deze locatie appartementen of grondgebonden woningen ontwikkeld gaan worden. Ook is behoud en herbestemming van het bestaande voorhuis nog een optie. In het stedenbouwkundigplan gaan wij op dit moment uit van een solitair appartementengebouw in het lint. Het planconcept is ten eerste het versterken, dan wel ondersteunen van de lintbebouwing aan de Stationsweg. En ten tweede het geven van een kwalitatieve impuls aan de bestaande achterliggende woonwijk, zowel op stedenbouwkundig als architectonisch niveau. Enerzijds doen we dit door de woonerven aan de noordzijde en de zuidzijde als aantrekkelijke woonhofjes vorm te geven en anderzijds door in het centrum van het plan een mooie en goede groene openbare ruimte te maken voor de buurt. Deze groene ruimte biedt mogelijkheden voor ontmoeten en spelen in de wijk en heeft daarmee een positieve rol in de sociale kwaliteit van de wijk. Voor wat betreft de beeldkwaliteit is er sprake van twee gebieden; langs de Stationsweg en het gebied aansluitend op de achterliggende wijk. Langs de Stationsweg komt een solitair appartementengebouw dat wordt ingepast in de beeldkwaliteit van het lint. Overeenstemmend met de variatie in het lint en ook conform de huidige bebouwing wordt het volume voor de rooilijn van de direct aangrenzende bebouwing geplaatst. Het lint wordt immers gekenmerkt door een verspringende rooilijn. In de uitwerking van het appartementengebouw moet de nadruk worden gelegd op een zekere mate van kleinschaligheid en zo mogelijk een gedeelde hoofdmassa. In het binnengebied worden 3 hofje-achtige ruimten gemaakt. Voor het noordelijke en zuidelijke hofje wordt een relatief intieme besloten stedenbouwkundige ruimte gemaakt voor de bewoners aan het hofje. Vanuit de woningen is er een directe relatie tussen het hofje en het wonen. De voortuinen worden omzoomd door lage hagen. Ter plaatse van de achterof wel tuinzijde van de woningen en ter plaatse van de aansluiting op de omgeving worden de erfafscheidingen middels hoge hagen vorm gegeven. De groene ruimte centraal in het plangebied heeft een openbaar karakter en zal ook een functie krijgen voor ontmoeten en spelen. De inrichting moet hier op afgestemd worden. Het parkeren wordt opgenomen in de openbare ruimte en zo mogelijk ingesloten door groen. Het Kronepad en de noord-zuidverbinding, zijn voor deze zijn geïntegreerd in het stedenbouwkundig plan. Stedenbouwkundig plan - planbeschrijving 25 februari

8 accenten in metselwerkpatroon Donkere dakpannen 5. Algemeen Grondgebonden woningen Het ambitieniveau voor de woningen is in positieve zin afgestemd op de omgeving. Daarbij wordt gestreefd naar een iets rijkere en iets meer uitgesprokene architectuur, materiaalgebruik en detaillering. Voor de woningen geldt een hoge mate van keuzevrijheid voor toekomstige kopers c.q. bewoners. De in het stedenbouwkundig plan gegeven nok- en goothoogten zijn nadrukkelijke maxima. De sprongen in de rooilijnen per bouwblok liggen vast, deze benadrukken de stedenbouwkundige ruimte. De woningen liggen aan een hofje-achtige ruimte met groen. Voortuinen afgezoomd met lage hagen versterken dit hofje-achtige karakter. De architectuur kenmerkt zich door het gebruik van eerlijke en duurzame materialen. De gebruikte materialen zijn hoofdzakelijk metselwerk, houten of kunststofkozijnen (kunststof gedimensioneerd als hout) en pannendaken. Accenten in de vorm van dakkapellen zijn mogelijk. De gevelopbouw kenmerkt zich door een rustige en neutrale opbouw met aandacht voor detaillering. Variatie en samenhang moeten in balans zijn. 5.1 Rooilijnen en oriëntatie De nieuwbouw sluit aan bij de ritmiek en compositie van de bestaande bebouwing in de directe omgeving. Blokverspringingen liggen vast in het stedenbouwkundig plan. De woningen zijn georiënteerd op de straat of het hof. De individuele woningen maken deel uit van het bouwblok, accenten in goot- en nokhoogte en dakkapellen zijn toegestaan (variatie verrijkt het beeld). 5.2 Typologie en bouwmassa De typologie is grondgebonden gezinswoningen met name 2-laags met kap. Voor het verkrijgen van een afwisselend straatbeeld kan onafhankelijk van de situering in het stedenbouwkundig plan gekozen worden voor een lage of hoge goot/nok. Alle woningen hebben de mogelijkheid aan de achterzijde uit te breiden. 5.3 Daken en gevels De bouwmassa s hebben een langskap. De woningen in het plangebied krijgen zadeldaken. De kapvorm en kaprichting sluit aan bij de bestaande omgeving. In de gevelindeling is er sprake van zowel horizontale als verticale geleding. De vlakverdeling en ritmiek van de gevel worden in stand gehouden door de compositie van de raampartijen of gevelvlakken. 5.4 Materialen en kleuren De gevels van de nieuwbouw in het plangebied zijn in hoofdzaak opgebouwd uit metselwerk. Aardekleuren bepalen voor hoofdvlakken het aanzicht. In het metselwerk zijn horizontale accenten mogelijk in de vorm van een trasraam, een plint of speklagen. Accenten kunnen met een afwijkend materiaal gemaakt worden. Er dient één accentmateriaal gekozen te worden, dat voor alle accenten gebruikt wordt. Hierbij kan gedacht worden aan aluminium, zink, hout etc. Aansluitend bij de materialisering zal het kleurenpalet beperkt moeten blijven en moeten passen bij de gekozen materialen. Accentkleuren mogen niet contrasterend zijn, maar moeten het accent ondersteunen. Kozijnen zijn van hout of kunststof (dimensionering vergelijkbaar met hout) en hebben een afwerking in een dekkende kleur. Variatie in kleurstelling per woning of per blok mag, maar is niet noodzakelijk. De daken worden gedekt met bij voorkeur een matte donkere dakpan. De woningen, of de bouwblokken of de hofjes mogen onderling licht verschillen in kleur en materiaalgebruik, maar dit is niet noodzakelijk. Speciale aandacht dient uit te gaan naar de aansluitingen tussen dak en gevel, de gevelopeningen en de detaillering van accenten met een afwijkend materiaal. Gedacht kan worden aan subtiele verspringingen in het metselwerk of de toepassing van verschillende metselverbanden. Aardekleuren metselwerk Beeldkwaliteit bebouwing Beeldkwaliteitsplan Spakmanlocatie Wezep / IH / in opdracht van RVG Wezep B.V. Oosterbeek 8

9 Mogelijk beeld van het appartmentencomplex tussen de lintbebouwing 6. Algemeen Appartementengebouw Voor het appartementengebouw aan de Stationsweg geldt een ambitieniveau dat past bij het aanwezige gevarieerde bebouwingsbeeld van het lint van de Stationsweg. Er wordt gestreefd naar architectonische eenheid, duurzame materialisatie en stijlkenmerken van de bebouwing uit de omgeving. In het stedenbouwkundig plan gaat het ten eerste om het versterken, dan wel ondersteunen van het lint aan de Stationsweg in de vorm van een solitair gebouw. Ten tweede moet het nieuwe gebouw aansluiten op de bestaande achterliggende woonwijk qua massa, verschijningsvorm en inrichting van de openbare ruimte. In het stedenbouwkundig plan gaan we uit van een solitair appartementengebouw met een bouwhoogte van ca. 3 bouwlagen eventueel met kap en een vooruitgeschoven rooilijn. Echter krijgt de locatie in het nieuwe bestemmingsplan de bestemming nadere uitwerking waarbij ook nieuwe rijwoningen of herbestemming van het huidige voorhuis tot de ontwikkelingsmogelijkheden gaan behoren. In dit beeldkwaliteitsplan beperken we ons tot richtlijnen en criteria voor het appartementen gebouw. Eventueel kunnen in de nadere uitwerking hier aanvullende richtlijnen of criteria aan toegevoegd worden. Het solitaire appartementengebouw moet een kwalitatieve impuls geven aan zowel het lint als de achterliggende woonwijk, zowel op stedenbouwkundig als op architectonisch niveau. De rooilijn voor het gebouw ligt vast, deze benadrukt de positie in het lint van de Stationsweg. De rooilijn ligt vooruitgeschoven ten opzichte van de aangrenzende bebouwing, maar is iets terug gerooid ten opzichte van de huidige (oorspronkelijke) bebouwing. De verspringing draagt bij aan het gevarieerde beeld. De hoofdmassa is bij voorkeur opgedeeld. Opdeling, zowel verticaal als horizontaal, en het benadrukken van kleinschaligheid versterken de positie in het lint. Accenten zoals bijvoorbeeld loggia s, balkons, luifels en dergelijke kunnen de gewenste geleding en ritmiek in het gevelbeeld versterken. De appartementen zijn gericht naar de straat. Het overhoekse karakter wordt aan de straatzijde (Stationsweg) benadrukt, dit kan bijvoorbeeld door de positionering van de buitenruimtes, bij voorkeur in de vorm van loggia s. De architectuur kenmerkt zich door geleding en ritmiek die in zowel de hoofdmassa als in de gevelassen naar voren komt. Tevens kenmerkt de architectuur zich door de toepassing van duurzame materialen. De gebruikte materialen zijn hoofdzakelijk metselwerk, houten of kunststofkozijnen (kunststof gedimensioneerd als hout) en stuc-/ schilderwerk. Accenten kunnen het gevelbeeld versterken. De gevelopbouw kenmerkt zich door een rustige en neutrale opbouw met aandacht voor detaillering. Variatie en samenhang moeten in balans zijn. 6.1 Rooilijnen en oriëntatie De positie en oriëntatie van de oorspronkelijk bebouwing zijn richtinggevend bij nieuwbouw. De rooilijn verspringt in het lint. In het stedenbouwkundigplan is de nieuwe rooilijn voor de hoofdmassa vastgelegd. De appartementen worden georiënteerd op de Stationsweg. De entree van het gebouw is bij voorkeur aan de Stationsweg, het trappenhuis bij voorkeur aan de zijde van de woonwijk. 6.2 Typologie en bouwmassa Het appartementengebouw aan de Stationsweg wordt ca. drie bouwlagen hoog, eventueel met kap. De vormgeving van het dak is afgestemd op het karakter van het betreffende pand, eventueel met kap. De bebouwing sluit zich aan bij de ritmiek van de bestaande omgeving. De bergingen zijn bij voorkeur opgenomen in de hoofdmassa. 6.3 Daken en gevels Het appartementengebouw aan de Stationsweg krijgt, afhankelijk van de bouwmassa (hoogte en opdeling) een schuine kap of een plat dak. In de gevel ligt de nadruk zowel op de horizontale als verticale belijning, plastiek, geleding en ritmiek. deurluifels en dergelijke wordt met aandacht ontworpen. De bebouwing in de omgeving vormt met betrekking tot stijlkenmerken en materialisering het uitgangspunt. 6.4 Materialen en kleuren De basis van de nieuwbouw aan de Stationsweg is in hoofdzaak metselwerk, al dan niet (deels) voorzien van een stuc- of schilderwerklaag. Aardekleuren bepalen voor hoofdvlakken het aanzicht. Accenten kunnen met een afwijkend materiaal gemaakt worden. Er dient één accentmateriaal gekozen te worden, dat voor alle accenten gebruikt wordt. Hierbij kan gedacht worden aan aluminium, zink, hout, etc. Aansluitend bij de materialisering zal het kleurenpalet beperkt moeten blijven en moeten passen bij de gekozen materialen. Accentkleuren mogen niet contrasterend zijn, maar moeten het accent ondersteunen. 25 februari

10 7. Algemeen In de buitenruimte zijn twee gebieden te herkennen, de Stationsweg en de achterliggende woonwijk. De Stationsweg heeft een lintkarakter en onderscheidt zich nadrukkelijk van de achterliggende wijk. De inrichting van de buitenruimte van de Stationsweg sluit aan bij de bestaande inrichting van de staat. Op een formele en eenduidige wijze worden door de verschillende functies de inrichting van de openbare ruimte duidelijk gemaakt. Het betreft hier (van openbaar naar privé) de straat, een parkeerstrook met opritten, het trottoir en de privétuinen. Het karakter is vooral stenig met groene erfscheidingen/ tuinen. Door kleur- en materiaalgebruik worden de verschillende functies aangeduid. Erfscheiding stenen muur met groen op rasterwerk Erfscheiding achterpad kant-en-klaar-haag met toegangsdeur Erfscheiding achterpad en zijtuin met kant-en-klaar-haag In de woonwijk worden drie hofjes-achtige ruimte gemaakt, elk met een eigen informele inrichting. Voor het noordelijke en zuidelijke hofje worden relatief intieme besloten half groen, half stenige ruimten gemaakt. In het verlengde van de Wortelakker wordt een centraal gelegen groene ruimte gemaakt die veel ruimtelijke kwaliteit biedt. De nadruk zal hier liggen op ontmoeten en spelen. In de wijk wordt er op eenduidige wijze door inrichtingselementen de verschillende functies van de openbare ruimte duidelijk gemaakt. De erfscheidingen van de woningen sluiten aan op het hofjes-achtige karakter. De voortuinen worden omzoomd door lage hagen, zodat er vanuit de woningen een directe relatie tussen het hofje en het wonen wordt gemaakt. Ter plaatse van de achter- of wel tuinzijde van de woningen en ter plaatse van de aansluiting op de omgeving worden de erfafscheidingen middels hoge hagen vorm gegeven. 7.1 Erfscheidingen Groenstroken met bomen erin Parkeren ingesloten door groen Erfscheiding voortuin, met lage haag Openbare groenstructuur met clusters voor parkeren Alle voortuin erfscheidingen in de woonwijk zijn middels een lage haag van maximaal 1,0 m hoog afgezoomd. Dit om het hofjes-achtige karakter van de wijk te accentueren en om de scheiding tussen openbaar en privé aan te geven. Alle achterpad- en zijtuinerfscheidingen in de woonwijk die gericht zijn naar de openbare ruimte worden voorzien van kant-en-klaar-hagen en hebben een hoogte van tenminste 1,8m. Op 3 belangrijke plaatsen in het plan worden aangepaste achterpaden zijtuinerfscheidingen gemaakt, deze hebben een gebouwde erfafscheiding met een basement van ca. 0,6m voorzien van een rasterwerk met groen. De totale hoogte is tenminste 1,8m Deze afscheidingen zijn aangegeven in het stedenbouwkundig plan. Het gebied aan de Stationsweg wordt ingepast in de beeldkwaliteit van het lint. Een scheiding tussen openbaar en privé wordt hier geadviseerd te maken middels een lage haag van maximaal 1,0 m hoog met slechts daar waar nodig een inrit. Dit om het bestaande karakter van het lint zoveel mogelijk te waarborgen. Beeldkwaliteit openbare ruimte Beeldkwaliteitsplan Spakmanlocatie Wezep / IH / in opdracht van RVG Wezep B.V. Oosterbeek 10

11 7.2 Groenstructuur De inrichting van de buitenruimte aan de Stationsweg sluit aan bij de bestaande inrichting van de straat. De inrichting van de buitenruimte in de hofjes-achtige woonwijk sluit aan bij het karakter van de woonerven. Er worden meer gemeenschappelijke groene plekken gemaakt waar plaats is voor spelen en ontmoeten. Hagen zorgen voor de scheiding tussen openbaar en privé. Natuurlijke speelvoorziening 7.3 Parkeren De parkeernorm voor de buurt is 1,7 parkeerplaatsen inclusief parkeren voor bezoekers. Om de ruimtelijke kwaliteit optimaal te benutten is het goed inpassen van de parkeerplaatsen een belangrijke opgave. Dit zal geclusterd in de straat worden opgelost. Zo mogelijk ingesloten door groen. Wanneer de parkeerplaatsen zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte, moet met goede materialisering (met name de omkadering) een goede inpassing in de straat gerealiseerd worden. Parkeervlak opgenomen in de bestrating Groenstroken met band Snelheidsremmende maatregelen Gebakken klinkers of gelijkwaardig, aansluitend bij bestaande omgeving 7.4 Spelen De voorgestelde speelvoorziening is gesitueerd op de centraal gelegen groene ruimte. Deze plaats is overzichtelijk, zichtbaar vanuit de woningen en op veilige afstand van drukke verkeerswegen. De voorgestelde speelvoorziening heeft een natuurlijk uitstraling, variatie in terreinhoogte, groen en oude boomdelen sluiten aan bij dit beeld. Gestreefd moet worden naar natuurlijk spelen De voorziening is vriendelijk en toegankelijk ingericht. Goede verlichting en goed te onderhouden inrichting zorgen voor een veilig en overzichtelijk gebied. Bankjes nodigen uit om de speelplek ook als ontmoetingsplek te gebruiken voor ouders die toezicht houden op de kleinsten. 7.5 Materialen en kleuren Op een eenduidige wijze worden door inrichtingselementen en materialisatie de verschillende functies van de openbare ruimte duidelijk gemaakt. Het betreft hier groenstroken, parkeerclusters, De materialisering van de openbare ruimte zal conform de gemeentelijke standaard gebeuren. Dit houdt in dat materialen en kleuren voor rijbanen, parkeervlakken, drempels/plateaus, trottoirs en ook straatmeubilair samenhang hebben met andere delen van Wezep. Hierdoor zal de herkenbaarheid vergroot worden. 25 februari

12 gegevens Spakmanlocatie Wezep RVG Wezep B.V. Ron de Gruyter, Stationsweg 6a 6861 EG Oosterbeek Telefoon (026) Fax (026) projectteam KAW Martin Waslander Stedenbouwkundige, projectmanager Karlijn Keppel Ontwerper KAW architecten en adviseurs Groningen Postbus BM Groningen Kattenhage JE Groningen Telefoon (088) Eindhoven at KAW/e Bloemfonteinstraat 62 - lokaal EH Eindhoven Telefoon (088) Rotterdam Van Nelleweg BC Rotterdam Telefoon (088) ISO 9001 KAW is een bijzonder bureau. Onze ambitie is stedelijke, ruimtelijke en sociale vernieuwing vooruit helpen. Met mooie ontwerpen, goed onderzoek, werkzame adviezen, duurzame techniek en resultaatgericht projectmanagement. We werken met 75 mensen vanuit Groningen, Rotterdam, Eindhoven en Barcelona. Meer informatie kunt u vinden op 25 februari 2014