STATIONSKWARTIER KAMPEN BEBOUWINGSRICHTLIJNEN NOORDELIJK DEEL 29 AUGUSTUS 2016

Transcriptie

1 STATIONSKWARTIER KAMPEN BEBOUWINGSRICHTLIJNEN NOORDELIJK DEEL

2 BEBOUWINGSRICHTLIJNEN VOOR WONINGBOUW LANGS JUFFROUW KOETLAAN / WADLOPER Programma - De op de tekening aangegeven verdeling in woningtypen is vertrekpunt voor de architectonische uitwerking; - Achterpaden liggen op uitgeefbaar gebied, tenzij anders aangeven; - De in bijgaande tekening aangeduide verbindende zijpaden, worden niet uitgegeven. Architectonische opbouw van het woningblok - Het bouwblok is met uitzondering van vrijstaande woningen en 2-onder-één- kap woningen opgebouwd uit ensembles van overwegend 4-6 woningen; - Deuren worden benadrukt als architectonische accenten en verbijzonderingen in het gevelvlak; - De woningen hebben een overwegend horizontale gevelindeling; - Hoekwoningen die grenzen aan het openbaar gebied zijn ontworpen met een dubbele oriëntatie en uitgevoerd met een architectonisch accent zoals een erker, entree op de kopse kant of een optionele uitbouw of een raamkozijn met een omkadering e.e.a. afhankelijk van de situatie; - De woningblokken hebben een afwisselend gevelbeeld door verschillende bouwhoogtes, en/of verspringingen in de rooilijn; - Op bijzondere plekken in het stedenbouwkundig plan kunnen wisselingen in kaprichting aangebracht worden; - Op de hoek Wadloper, Juffrouw Koetlaan wordt een bijzondere woning gerealiseerd. Deze heeft een dubbele oriëntatie; Daken - Alle woningen hebben een kap met dakpannen; - De woningen hebben een zadelkap met overwegend doorgemetselde kopgevels; - De nokrichting ligt bij de meeste woningen parallel aan de straat; - Voor dakkapellen aan de achterzijde van de woning wordt door de architect een ontwerp gemaakt welke later op initiatief van de bewoners te realiseren is; - Dakkapellen aan de voorzijde van de woning zijn uitsluitend toegestaan, wanneer deze vormgegeven zijn in evenwicht met de compositie van de voor gevel en het dakvlak; Materialisering - Gevels zijn opgebouwd uit handvormstenen of vormbaksteen. De kleur varieert van bruin tot roodbruin en rood en wordt afgestemd op de al gerealiseerde woningen. Incidenteel kunnen wit gepleisterde gevels of gekeimde muren worden toegepast; - Dakpannen zijn antracietkleurig; - Er worden houten kozijnen toegepast; - Deur- en raamposten en andere gevelelementen hebben een kleurstelling die in harmonie is met de kleuren van de gevels en daken. Houtwerk wordt uitgevoerd in gebroken wit met uitzondering van de deuren; - Dakgoten, kralen en regenpijpen worden bij voorkeur uitgevoerd in zink; - Huisnummers en straatnaamborden aan de gevel worden aangeleverd en worden gezien als een geïntegreerd onderdeel van de woning en de wijk. Projectbureau Stationskwartier coördineert dit in overleg met supervisor; - Houten bergingen van tuinen welke grenzen aan openbare ruimte zijn antraciet geschilderd; Erfafscheiding - Een voortuin heeft een minimale diepte van 3.00 m.; - Voortuinen worden afgescheiden door beukenhagen van 60 cm. hoog met een breedte van minimaal 50 cm. geplant in driehoeksverband. Indien de woning buiten het plantseizoen opgeleverd wordt dienen voorgekweekte hagen aangebracht te worden; - Garages zijn opgebouwd uit baksteen; - Op plekken waar zij- en achtertuinen aan openbaar gebied grenzen worden als erfafscheiding metalen hekwerken in een vaste kleurstelling begroeid met hedera toegepast; Parkeren - Indien garages worden toegepast liggen deze ten minste 6.00 m. achter de voorgevelrooilijn.

3 BEBOUWINGSRICHTLIJNEN VOOR WONINGBOUW LANGS JUFFROUW KOETLAAN / WADLOPER openbaar voetpad

4 BEBOUWINGSRICHTLIJNEN VOOR WONINGBOUW LANGS NOORDOOST PLANTSOEN Programma - De op de tekening aangegeven verdeling in woningtypen is vertrekpunt voor de architectonische uitwerking; - Achterpaden liggen op uitgeefbaar gebied, tenzij anders aangegeven; - De in bijgaande tekening aangeduide verbindende zijpaden worden niet uitgegeven. Architectonische opbouw van het woningblok - Het bouwblok is met uitzondering van vrijstaande woningen en 2-onder-één- kap woningen opgebouwd uit ensembles van overwegend 4-6 woningen; - Deuren worden benadrukt als architectonische accenten en verbijzonderingen in het gevelvlak; - De woningen hebben een overwegend horizontale gevelindeling; - Hoekwoningen die grenzen aan openbaar gebied zijn ontworpen met een dubbele oriëntatie en uitgevoerd met een architectonisch accent zoals een optionele erker, entree op de kopse kant, een optionele uitbouw of een raamkozijn met een omkadering e.e.a. afhankelijk van de situatie; - De woningblokken hebben een afwisselend gevelbeeld door verschillende bouwhoogtes, en/of verspringingen in de rooilijn; - Op bijzondere plekken in het stedenbouwkundig plan kunnen wisselingen in kaprichting aangebracht worden; Daken - Alle woningen hebben een kap met dakpannen; - Alle woningen hebben een zadelkap met overwegend doorgemetselde kopgevels; - Vrijstaande woningen hebben een zadel-, schild- of mansardedak. Stolp- en tondaken zijn niet toepasbaar; - Voor dakkapellen aan de achterzijde van de woning wordt door de architect een ontwerp gemaakt welke later op initiatief van de bewoners te realiseren is; - Dakkapellen aan de voorzijde van de woning zijn uitsluitend toegestaan, wanneer deze vormgegeven zijn in evenwicht met de compositie van de voorgevel en het dakvlak; Materialisering - Gevels zijn opgebouwd uit handvormstenen of vormbaksteen. De kleur varieert van bruin tot roodbruin en rood en wordt afge stemd op de al gerealiseerde woningen. Incidenteel kunnen wit gepleisterde gevels of gekeimde muren worden toegepast; - Dakpannen zijn antracietkleurig; - Er worden houten kozijnen toegepast; - Deur- en raamposten en andere gevelelementen hebben een kleurstelling die in harmonie is met de kleuren van de gevels en daken. Houtwerk wordt uitgevoerd in gebroken wit met uitzondering van de deuren; - Dakgoten, kralen en regenpijpen worden bij voorkeur uitgevoerd in zink; - Huisnummers en straatnaamborden aan de gevel worden aangeleverd en worden gezien als een geïntegreerd onderdeel van de woning en de wijk. Projectbureau Stationskwartier coördineert dit in overleg met supervisor; - Houten bergingen van tuinen welke grenzen aan openbare ruimte zijn antraciet geschilderd; - Voor referenties wordt verwezen naar gerealiseerd projectmatig programma fase 1, fase 2 en fase 3 en 4. Erfafscheidingen - Een voortuin heeft een minimale diepte van 3.00 m.; - Voortuinen worden afgescheiden door beukenhagen van 60 cm. hoog met een breedte van minimaal 50 cm. geplant in driehoeksverband. Indien de woning buiten het plantseizoen opgeleverd wordt dienen voorgekweekte hagen aangebracht te worden; - Garages zijn opgebouwd uit baksteen; - Op plekken waar zij- en achtertuinen aan openbaar gebied grenzen worden als erfafscheiding metalen hekwerken in een vaste kleurstelling begroeid met hedera toegepast; Parkeren - Indien garages worden toegepast liggen deze ten minste 6.00 m. achter de voorgevelrooilijn.

5 BEBOUWINGSRICHTLIJNEN VOOR WONINGBOUW LANGS NOORDOOST PLANTSOEN openbaar voetpad

6 BEBOUWINGSRICHTLIJNEN VOOR WONINGBOUW LANGS NOORDWEST PLANTSOEN Programma - De op de tekening aangegeven verdeling in woningtypen is vertrekpunt voor de architectonische uitwerking; - Achterpaden liggen op uitgeefbaar gebied, tenzij anders aangegeven; - De in bijgaande tekening aangeduide verbindende zijpaden worden niet uitgegeven. Architectonische opbouw van het woningblok - Het bouwblok is met uitzondering van vrijstaande woningen en 2-onder-één- kap woningen opgebouwd uit ensembles van overwegend 4-6 woningen; - Deuren worden benadrukt als architectonische accenten en verbijzonderingen in het gevelvlak; - De woningen hebben een overwegend horizontale gevelindeling; - Hoekwoningen die grenzen aan openbaar gebied zijn ontworpen met een dubbele oriëntatie en uitgevoerd met een architectonisch accent zoals een optionele erker, entree op de kopse kant, een optionele uitbouw of een raamkozijn met een omkadering e.e.a. afhankelijk van de situatie; - De woningblokken hebben een afwisselend gevelbeeld door verschillende bouwhoogtes en/of verspringingen in de rooilijn; - Op bijzondere plekken in het stedenbouwkundig plan kunnen wisselingen in kaprichting aangebracht worden; Daken - Alle woningen hebben een kap met dakpannen; - De woningen hebben overwegend een zadelkap met overwegend doorgemetselde kopgevels; - Vrijstaande woningen hebben een zadel-, schild- of mansardedak. Stolp- en tondaken zijn niet toepasbaar; - Voor dakkapellen aan de achterzijde van de woning wordt door de architect een ontwerp gemaakt welke later op initiatief van de bewoners te realiseren is; - Dakkapellen aan de voorzijde van de woning zijn uitsluitend toegestaan, wanneer deze vormgegeven zijn in evenwicht met de compositie van de voorgevel en het dakvlak; Materialisering - Gevels zijn opgebouwd uit handvormstenen of vormbaksteen. De kleur varieert van bruin tot roodbruin en rood en wordt afgestemd op de al gerealiseerde woningen. Incidenteel kunnen wit gepleisterde gevels of gekeimde muren worden toegepast; - Dakpannen zijn antracietkleurig; - Er worden houten kozijnen toegepast; - Deur- en raamposten en andere gevelelementen hebben een kleurstelling die in harmonie is met de kleuren van de gevels en daken; Houtwerk wordt uitgevoerd in gebroken wit met uitzondering van de deuren; - Dakgoten, kralen en regenpijpen worden bij voorkeur uitgevoerd in zink; - Huisnummers en straatnaamborden aan de gevel worden aangeleverd en worden gezien als een geïntegreerd onderdeel van de woning en de wijk. Projectbureau Stationskwartier coördineert dit in overleg met supervisor; - Houten bergingen van tuinen welke grenzen aan openbare ruimte zijn antarciet geschilderd; Erfafscheidingen - Een voortuin heeft een minimale diepte van 3.00 m.; - Voortuinen worden afgescheiden door beukenhagen van 60 cm. hoog met een breedte van minimaal 50 cm. geplant in driehoeksverband. Indien de woning buiten het plantseizoen opgeleverd wordt dienen voorgekweekte hagen aangebracht te worden; - Garages zijn opgebouwd uit baksteen; - Op plekken waar zij- en achtertuinen aan openbaar gebied grenzen worden als erfafscheiding metalen hekwerken in een vaste kleurstelling begroeid met hedera toegepast; Parkeren - Indien garages worden toegepast liggen deze ten minste 6.00 m. achter de voorgevelrooilijn.

7 BEBOUWINGSRICHTLIJNEN VOOR WONINGBOUW LANGS NOORDWEST PLANTSOEN openbaar voetpad

8 REFERENTIES UIT GEREALISEERDE WONINGEN FASE 1,2 EN 3 zwart gebeitste bergingen die aan openbaar gebied grenzen, erfafscheiding langs openbaar gebied bestaande uit hekwerken met hederabegroeiing voortuinen afgescheiden door een beukenhaag en openbaar achterpad met erfafscheiding van uniform hekwerk met hederabegroeiing zadelkappen met doorgemetselde kopgevels, en twee onder één kap woningen met tuitgevel

9 uniforme huisnummers en straatnamen bevestigd aan de gevels gearticuleerde voordeuren houten kozijnen