Hoe gaan jongeren om met uitsluiting door leeftijdsgenoten? De rol van hechting en emotieregulatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoe gaan jongeren om met uitsluiting door leeftijdsgenoten? De rol van hechting en emotieregulatie"

Transcriptie

1 Academiejaar Tweedekansexamenperiode Hoe gaan jongeren om met uitsluiting door leeftijdsgenoten? De rol van hechting en emotieregulatie Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van: Master of Science in de Pyschologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie Promotor: Prof. Dr. Bart Soenens Nomi Pernet

2 2

3 Abstract Vanuit de zelfdeterminatietheorie wordt gesteld dat relationele verbondenheid een psychologische basisbehoefte is. Gezien het belang van een gevoel van relationele verbondenheid wordt er vanuit gegaan dat jongeren die geconfronteerd worden met een situatie van sociale uitsluiting zullen proberen dit gevoel te herstellen. We merkten dat het onderzoek naar coping met alledaagse situaties van sociale uitsluiting eerder schaars is en willen daarom een eerste aanzet geven naar hoe jongeren hiermee omgaan en wat hierop een invloed heeft. Het motivationeel model van coping stelt vier mogelijke copingstrategieën voorop; zelfstandigheid, ondersteuning zoeken, delegatie en sociale isolatie. Wij verwachtten dat er een verband zou zijn tussen coping en het gevoel van relationele verbondenheid en we onderzochten bovendien voorspellers van individuele verschillen in coping en gevoelens van relationele verbondenheid na uitsluiting. Wij zijn meer bepaald nagegaan welke rol emotieregulatie en hechting hierin spelen. In een steekproef van 142 adolescenten (gemiddeld jaar en 58.5 % vrouwelijk) werden hechting, emotieregulatie en relationele verbondenheid gemeten aan de hand van reeds bestaande vragenlijsten, voor coping met sociale exclusie werd een vragenlijst opgesteld ten behoeve van dit onderzoek. In het onderzoek werd een negatief verband gevonden tussen maladaptieve copingstrategieën (zoals delegatie en sociale isolatie) en verbondenheid. Ook werd er een samenhang gevonden tussen emotieregulatie en zowel verbondenheid als coping. Tussen hechting en coping werden verbanden gevonden, die deels werden gemedieerd door emotieregulatie. Gegeven deze veelbelovende resultaten zou toekomstig longitudinaal onderzoek en dagboekonderzoek verder het wederzijdse verband tussen coping en relationele verbondenheid dienen te onderzoeken en een meer dynamisch beeld schetsen van de rol van hechting en emotieregulatie. 3

4 4

5 Dankwoord Graag zou ik via deze weg een aantal mensen bedanken die mij hebben gesteund en bijgestaan in het schrijven van deze masterproef. Allereerst zou ik mijn promotor Prof. Dr. Bart Soenens willen bedanken die steeds voor mij klaar stond wanneer ik vragen of bedenkingen had. Hij was steeds oprecht geïnteresseerd en daagde mij uit dieper na te denken over de thema s met betrekking tot deze masterproef. Daarnaast zou ik Dr. Stijn Van Petegem willen bedanken voor de tips en feedback die hij mij gaf rond de literatuurstudie en voor het begeleiden van de data-verzameling. Alsook Layla Brack, waarmee ik samen de data verzamelde voor deze masterproef en de participanten, zonder wie deze studie niet mogelijk was geweest. In het bijzonder gaat hierbij mijn dank uit naar mijn ouders, die het een stuk makkelijker maakten om verder te studeren en mij steeds hebben bijgestaan. Bovendien hebben zij ook deze masterproef aan een kritische blik en uitgebreide feedback onderworpen, ook hiervoor wens ik hen te bedanken. Daarnaast zou ik de rest van mijn familie willen bedanken omdat zij steeds in mij geloofden. Een bijzondere bedanking gaat hierbij uit naar mijn neef, Arno, die ook tussen pot en pint luisterde naar mijn hypothesen en bedenkingen omtrent deze masterproef. Verder zou ik graag mijn vrienden bedanken voor de leuke studententijd en de steun die ik van hen kreeg zonder hen was het niet hetzelfde geweest. Mijn bijzondere dank gaat uit naar Amber en Nathan voor het nalezen van deze masterproef. Tenslotte wil ik nog mijn vriend, Wolf, bedanken. Hij was er het afgelopen half jaar steeds voor mij, ook tijdens momenten van stress, hij moedigde mij aan en gaf feedback op deze masterproef. 5

6 6

7 Inhoudsopgave Inleiding... 9 Sociale Exclusie De zelfdeterminatietheorie en sociale exclusie Coping en sociale exclusie Coping Coping en de zelfdeterminatietheorie: het motivationeel model van coping Copingstrategieën Zelfstandigheid Ondersteuning zoeken Delegatie Sociale isolatie Betekenisverlening van Sociale Exclusie: het gevoel van relationele verbondenheid Persoonlijke en sociale bronnen Emotieregulatie Hechting Onderzoeksvragen en Hypothesen Methode Steekproef Procedure Participanten Meetinstrumenten Hechting Emotieregulatie Verbondenheid

8 Coping Resultaten Descriptieve gegevens Effecten van achtergrondvariabelen Toetsen van de onderzoeksvragen Onderzoeksvraag 1: Emotieregulatie, coping en verbondenheid Onderzoeksvraag 2: hechting, coping en verbondenheid Onderzoeksvraag 3: emotieregulatie als mediator Onderzoeksvraag 4: coping en verbondenheid Discussie Onderzoeksbevindingen Het verband tussen coping en verbondenheid Het verband tussen emotieregulatie en coping Het verband tussen emotieregulatie en verbondenheid Het verband tussen hechting en coping Het verband tussen hechting en verbondenheid Emotieregulatie als mediator Beperkingen van het huidig onderzoek Implicaties voor theorie en praktijk Theoretische implicaties Praktische implicaties Conclusie Referenties Bijlagen

9 Inleiding De moderne mens ontstond ongeveer jaar geleden. In die tijd was het van levensbelang om deel uit te maken van een groep. Als jager-verzamelaars waren zij afhankelijk van elkaar om te overleven. Het is dus niet vreemd dat onze behoefte om ergens bij te horen erg sterk is, deze behoefte zit diepgeworteld in onze geschiedenis als mens (Verhaeghe, 2012). De dag van vandaag is het niet zozeer belangrijk om te overleven, maar blijft het belangrijk het gevoel te hebben ergens bij te horen en deel uit te maken van een groep. Mensen zijn gemotiveerd om sociale relaties te vormen en deze te behouden. Onderzoek toont aan dat sociale exclusie sterke reacties uitlokt zoals agressie, minder sociaal gedrag en zelfdestructief gedrag. Deze reacties lijken de re-integratie niet te bevorderen, toch blijven mensen hopen om opnieuw opgenomen te worden in een groep (Baumeister, Brewer, Tice, & Twenge, 2007). Sociale exclusie of het uitgesloten worden uit een bepaalde groep, krijgt vandaag de dag veel aandacht in onder andere de media. Racisme, discriminatie en pesten zijn allemaal voorbeelden van sociale exclusie waarmee we allemaal wel eens geconfronteerd worden, dit kan persoonlijk zijn, via-via of we horen erover via (sociale) media. Men kan ook sociale uitsluiting ervaren wanneer men bijvoorbeeld als enige van de klas niet wordt uitgenodigd op een verjaardagsfeestje, niet mee gevraagd wordt naar de cinema, geen deel uitmaakt van een vriendengroep op facebook, als laatste wordt gekozen tijdens de turnles,. Wanneer men een van deze dingen een beperkt aantal keer meemaakt, zal dit doorgaans geen grote impact hebben. Wanneer men echter het gevoel heeft dat men vaak uitgesloten wordt of niet bij de groep hoort, kan dit een heel aantal schadelijke gevolgen hebben. Uit een meta-analyse van Holt-Lunstad, Smith, Baker, Harris en Stephenson (2015) waarin 70 studies werden opgenomen, blijkt dat zowel subjectieve als objectieve sociale exclusie en eenzaamheid een verhoogd sterfterisico met zich meebrengen. In dit werk wordt de vraag gesteld hoe iemand omgaat met het ervaren van sociale uitsluiting. Deze studie beperkt zich tot een bepaalde situatie en gaat niet dieper in op de gevolgen van langdurige sociale exclusie of uitsluiting. Wel wordt er geprobeerd een zicht te krijgen op hoe jongeren omgaan met een situatie van sociale exclusie door peers. Hiervoor worden vier verschillende copingstrategieën bekeken: delegatie, sociale isolatie, zelfstandigheid en ondersteuning zoeken. Ook wordt er onderzocht hoe de keuze voor een bepaalde 9

10 copingstrategie beïnvloed wordt door persoonlijke en sociale bronnen. Deze bronnen worden gespecificeerd als hechting en emotieregulatie. Verder zal er ook worden nagegaan hoe deze bronnen onderling met elkaar in verband staan. Naast het onderzoeken hoe jongeren omgaan met een situatie van sociale exclusie en hoe persoonlijke en sociale bronnen hierin een rol spelen, zal er gekeken worden naar hoe jongeren deze situatie betekenis geven. Meer bepaald zal er onderzocht worden in welke mate jongeren het gevoel hebben dat hun behoefte aan relationele verbondenheid wordt gefrustreerd. Deze inzichten zullen we in verband brengen met hechting en emotieregulatie. Tenslotte bekijken we of het gevoel van verbondenheid en de manier van coping met elkaar samenhangen. Sociale Exclusie Situaties van sociale exclusie beperken zich niet tot belangrijke negatieve levensgebeurtenissen zoals bijvoorbeeld het verliezen van een partner. De situaties kunnen ook meer alledaags zijn. In het onderzoek van Spirito, Stark, Grace en Stamoulis (1991) geven kinderen aan dat de meeste stress die ze ervaren gerelateerd is aan problemen op school, problemen met leeftijdsgenoten of problemen met hun ouders. Dit zijn allemaal contexten waarbij de relatie met anderen centraal staat. Een ander voorbeeld van een meer alledaagse situatie van sociale exclusie is het niet uitgenodigd worden op een feestje. Dit kan ervoor zorgen dat iemand het gevoel krijgt er niet bij te horen, de behoefte aan relationele verbondenheid wordt op dat moment in meer of mindere mate gefrustreerd. Seiffge-Krenke, Aunola en Nurmi (2009) vonden dat 46 tot 82 % van de dagelijkse stressvolle gebeurtenissen die door adolescenten genoemd worden betrekking hebben op interpersoonlijke relaties. Dit schetst het belang van het onderzoek naar de manier waarop met stress ten gevolge van sociale exclusie wordt omgegaan. Aanhoudende sociale exclusie of verwerping door leeftijdsgenoten, heeft allerlei negatieve effecten op de sociale ontwikkeling van kinderen. In een longitudinale studie van Dodge en collega s (2003) werd vastgesteld dat wanneer kinderen tijdens het eerste meetmoment meer gevoel van afwijzing door leeftijdsgenoten ervaren, deze kinderen op het vijfde meetmoment (vijf jaar later) bijna dubbel zoveel agressie vertonen volgens hun leerkracht. Zij vonden ook dat een gevoel van afwijzing door leeftijdsgenoten ervoor zorgt dat externaliserende gedragsproblemen ontstaan of blijven bestaan. 10

11 Gepest worden kan men zien als een vorm van aanhoudende sociale exclusie en ook hier zien we verbanden met variabelen zoals gezondheidsproblemen en depressie. In het onderzoek naar de samenhang tussen gezondheidsproblemen bij kinderen en pesten, kwamen Williams, Chambers, Logan en Robinson (1996) tot de bevinding dat meer gepest worden samen gaat met een hoger risico op een heel aantal symptomen. Zo vonden ze een positief verband tussen gepest worden en niet goed slapen, bedplassen, hoofd- of buikpijn hebben en zich verdrietig voelen. Wolke, Woods, Bloomfield en Karstadt (2001) concludeerden dat gepest worden ook samenhangt met fysieke gezondheidsproblemen zoals ademhalingsproblemen en keelpijn. Gepest worden gaat, naast een hoger risico op fysieke gezondheidsproblemen, ook gepaard met een verhoogd risico op psychosomatische klachten en depressie bij kinderen (Fekkes, Pijpers, & Verloove-Vanhorick, 2003). Om te begrijpen waarom sociale exclusie dergelijke sterke en systematische effecten heeft op het welzijn van mensen en om inzicht te krijgen in manieren waarop mensen reageren op sociale exclusie, bespreken we nu de zelf-determinatie theorie, waarin de nood aan verbondenheid een centrale plaats inneemt. De zelfdeterminatietheorie en sociale exclusie. De zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan, 1995) stelt dat er drie psychologische basisbehoeften zijn: autonomie, competentie en relationele verbondenheid. Deze zijn essentieel voor psychologische groei en welzijn (Deci & Ryan, 2000). Als er niet aan voldaan wordt, kan dat allerlei negatieve gevolgen hebben zoals angst, depressie, aliënatie en somatisatie (Deci & Ryan, 2009). Sociale exclusie kunnen we bekijken in het licht van de psychologische basisbehoefte aan relationele verbondenheid. Mensen zijn erop gericht om geaccepteerd te worden en afwijzing te vermijden. Als ze het gevoel hebben dat hun sociale relaties verminderen, zullen ze over het algemeen stappen ondernemen om deze opnieuw te versterken. Deze tendens komt voort uit de behoefte aan relationele verbondenheid (Baumeister & Leary, 1995). Deze behoefte verwijst naar de mate waarin men in staat is goede en betekenisvolle banden met anderen te ontwikkelen en te behouden (Ryan, 1995). Situaties van sociale exclusie zijn situaties waarin de behoefte aan relationele verbondenheid wordt gefrustreerd (Baumeister, De Wall, Ciarocco, & Twenge, 2005). Het niet voldoen aan deze basisbehoefte staat een optimaal functioneren in de weg en kan leiden tot 11

12 psychische problemen. Een frustratie van de basisbehoeften is onder andere geassocieerd met minder motivatie en minder welzijn (Deci & Ryan, 2000). De zelfdeterminatietheorie laat niet enkel toe om te begrijpen waarom sociale exclusie nefaste gevolgen heeft (d.i., omwille van de frustratie van de nood aan verbondenheid), maar ook om verschillende manieren in kaart te brengen waarop mensen omgaan met sociale exclusie. Dit is belangrijk omdat we zo inzicht verwerven in interindividuele verschillen in menselijke reacties op sociale exclusie. Sommige reacties kunnen adaptief zijn en de negatieve effecten van sociale uitsluiting verkleinen, andere reacties kunnen maladaptief zijn en de problemen alleen maar verergeren. Coping en sociale exclusie. Coping is een ruim concept dat gebruikt wordt om te verwijzen naar al de mogelijke manieren om met stressvolle situaties om te gaan. Hoe mensen omgaan met situaties van sociale exclusie zullen we dus ook coping noemen. De manier van omgaan met stress kan de effecten van negatieve levensgebeurtenissen verminderen of uitvergroten. Zo kan het de emotionele impact die daarbij komt kijken en het functioneren op korte termijn mede bepalen. Ook het al dan niet ontwikkelen van fysieke en mentale problemen op lange termijn kan worden beïnvloed door de manier van coping (Skinner, Edge, Altman, & Sherwood, 2003). Onderzoek naar coping met een meer alledaagse situatie van sociale exclusie blijkt momenteel nog schaars te zijn. Vanuit de zelfdeterminatietheorie verwachten wij dat een situatie van sociale exclusie zal zorgen voor minder gevoel van verbondenheid en dus een frustratie van de psychologische basisbehoefte. We verwachten dat het gevoel van verbondenheid en coping met elkaar in verband staan. Coping Het belang van het onderzoek naar coping wordt over het algemeen erkend. Hoe mensen omgaan met stress heeft niet enkel een effect op het huidig functioneren, maar kan ook op lange termijn nadelige effecten hebben. Het al dan niet gebruiken van een adaptieve copingstrategie heeft een invloed op zowel fysieke als mentale gezondheid (Skinner & Wellborn, 1994). Het is niet enkel zo dat een maladaptieve coping negatieve effecten heeft, op een adequate manier leren omgaan met stress heeft ook positieve effecten. Zo vond Power 12

13 (2004) dat kinderen veerkracht kunnen ontwikkelen en in de toekomst beter om kunnen gaan met stressvolle gebeurtenissen. Er is al veel onderzoek gedaan naar coping en dit concept werd dus ook al op veel verschillende manieren gedefinieerd. Zo stelden Pearlin en Schooler in 1978 al dat coping functioneert op verschillende niveaus en wordt bereikt door een veelheid aan gedragingen, cognities en percepties. Silver en Wortman (1980) definieerden het als elke en alle responsen van een individu dat geconfronteerd wordt met een potentieel schadelijke afloop. Compas, Connor en Osowiecki (1997) definiëren coping dan weer simpelweg als regulatie onder stress of als een bewuste en daadkrachtige poging om emoties, cognities, gedrag, fysiologische responsen en de omgeving te reguleren bij stressvolle gebeurtenissen of omstandigheden. Volgens Skinner en Zimmer-Gembeck (2007) omvat coping de verschillende manieren waarop mensen reageren bij stress en problemen. Als wij het hebben over coping, zullen we ons beperken tot de manier waarop mensen reageren in situaties van sociale exclusie. Wij zullen nagaan hoe iemand reageert als hij of zij als enige niet wordt uitgenodigd op een verjaardagsfeestje van een klasgenoot. Coping en de zelfdeterminatietheorie: het motivationeel model van coping. We hanteren het motivationeel model van coping (Skinner & Wellborn, 1997) dat gebaseerd is op de zelfdeterminatietheorie ( Deci & Ryan, 2000). Dit model (Skinner, & Wellborn, 1997) brengt de manieren waarop kinderen en adolescenten kunnen omgaan met alledaagse problemen in kaart. Het houdt er rekening mee dat eisen uit de omgeving of problemen in het alledaagse leven ook voor stress kunnen zorgen en dus ook coping vereisen. Het model stelt dat coping wordt uitgelokt door behoeftefrustratie en zal optreden in een situatie waar een van de drie basisbehoeften autonomie, competentie en relationele verbondenheid- wordt bedreigd (Skinner & Wellborn, 1994). Coping is dan een poging om in de psychologische basisbehoeften te blijven voorzien of om deze te herstellen als ze worden aangetast. De individuele verschillen betreffende de mate waarin in het verleden in de basisbehoeften werd voorzien, leiden tot verschillende percepties met betrekking tot deze basisbehoeften. Deze percepties voorspellen op hun beurt de mate waarin potentieel stressvolle gebeurtenissen psychologische stress zullen veroorzaken en hoe kinderen hun 13

14 gedrag, emoties en oriëntatie zullen reguleren tijdens stressvolle gebeurtenissen (Skinner & Wellborn, 1994). Copingstrategieën. Skinner, Edge, Altman en Sherwood (2003) bespreken 12 copingstrategieën die het meest frequent gebruikt worden en die ook gebaseerd zijn op de motivationele theorie. In figuur 1, gebaseerd op de structuur van coping die door Skinner, Edge, Altman en Sherwood (2003) beschreven werd, staan de verschillende copingstrategieën die te maken hebben met de bedreiging van de behoefte aan relationele verbondenheid. Wij zullen ons beperken tot deze copingstrategieën en besteden verder geen aandacht aan strategieën voor de bedreiging of uitdaging van autonomie en competentie. De copingstrategieën kunnen geordend worden op basis van twee assen: adaptief/flexibel maladaptief/rigide en zelf ander. De eerste as maakt een onderscheid tussen het adaptief of flexibel reageren wanneer een gevoel van uitdaging van de basisbehoefte aan verbondenheid ontstaat en het maladaptief of rigide reageren wanneer er een gevoel van bedreiging ontstaat. De tweede as maakt een onderscheid tussen copingstrategieën die gebaseerd zijn op een actie die gericht is op iets of iemand anders en acties die gericht zijn op zichzelf (Skinner, Edge, Altman & Sherwood, 2003). Figuur 1. Copingstrategieën op basis van de motivationele theorie 14

15 Zelfstandigheid. De copingstrategie zelfstandigheid is op het zelf gericht. Skinner, Pitzer en Steele (2013) spreken in dit opzicht over een adaptieve manier van coping waarbij kinderen pogen hun emoties te reguleren door het versterken van vertrouwen en optimisme. Het adaptieve proces bij deze copingstrategie is het beschermen van de beschikbare sociale bronnen door zelf de eigen emoties, het eigen gedrag, de emotionele expressies en emotionele benadering te reguleren (Skinner, Edge, Altman, & Steele, 2013). Men gaat dit doen door zichzelf te steunen door middel van bijvoorbeeld positieve zelfspraak of zelftroost (Skinner, Edge, Altman, & Sherwood, 2003). Een mogelijke reactie bij het niet uitgenodigd worden op een feestje is dan tegen jezelf zeggen dat het niet zo erg is of dat het de volgende keer wel anders zal verlopen. Skinner, Pitzer en Steele (2013) vonden dat de copingstrategie zelfstandigheid sterk negatief gecorreleerd is met de mate waarin een stressvolle gebeurtenis initieel als sterk negatief ervaren wordt. Ondersteuning zoeken. Ondersteuning zoeken is gericht op de ander en het adaptieve proces is het gebruiken van de beschikbare sociale bronnen door contact, comfort of instrumentele hulp te zoeken bij anderen (Skinner, Edge, Altman, & Steele, 2013). Men kan veel verschillende bronnen aan steun gebruiken zoals bijvoorbeeld ouders, leeftijdsgenootjes of een leerkracht (Skinner, Edge, Altman, & Sherwood, 2003). Men zal met andere woorden het beschikbaar sociaal netwerk aanspreken om zich gesteund te voelen, om zich te laten opvrolijken of om zich beter te voelen. Zo zal men bijvoorbeeld praten met een goede vriend als men niet uitgenodigd wordt op een feestje. Skinner en Zimmer-Gembeck (2007) vonden dat ondersteuning zoeken en hulp zoeken, over leeftijden heen, de meest gebruikte copingstrategieën zijn. Ontwikkelingspatronen van ondersteuning zoeken suggereren een stijgend begrip van contextuele specificiteit; oudere kinderen en volwassenen zijn meer selectief met betrekking tot de bronnen van steun in verschillende stressvolle situaties. Delegatie. Delegatie is een maladaptieve copingstrategie gericht op de ander. Men gaat zich afhankelijk opstellen, heeft sterk het gevoel tekort te zijn gedaan, gaat zich opdringen aan anderen, medelijden proberen uit te lokken en op een eisende, zeurende manier steun of hulp 15

16 vragen (Skinner, Edge, Altman, & Sherwood, 2003). Mogelijke reacties als men niet wordt uitgenodigd op een feestje zijn het niet kunnen geloven dat dit jou altijd moet overkomen of de aandacht van anderen opeisen. Sociale isolatie. Deze copingstrategie is op zichzelf gericht, men gaat zich terugtrekken uit sociale situaties en proberen te vermijden dat anderen te weten komen wat er aan de hand is (Skinner, Edge, Altman, & Sherwood, 2003). Skinner, Pitzer en Steele (2013) definiëren deze strategie als een maladaptieve copingstrategie, waarbij men wil voorkomen dat anderen erachter komen welke negatieve gebeurtenis plaatsgevonden heeft. Als men niet uitgenodigd wordt op een feestje kan men als reactie hebben dat men met rust wil worden gelaten of dat men ervoor wil zorgen dat niemand ontdekt dat men niet werd uitgenodigd. Betekenisverlening van Sociale Exclusie: het gevoel van relationele verbondenheid De motivationele theorie van stress en coping (Skinner & Wellborn, 1994) stelt dat situaties als stressvol ervaren worden in de mate dat ze gezien worden als bedreigend voor de basisbehoeften aan relationele verbondenheid, autonomie of competentie. Gebeurtenissen zouden meer stress met zich meebrengen als de situatie als meer bedreigend wordt ervaren. De betekenisverlening van de stressvolle situatie is dan de evaluatie die men maakt van de potentiële impact of bedreiging van de situatie. Deze evaluatie kan de emotionele respons en copingstrategie helpen te verklaren en is ook gecorreleerd met mentale gezondheid (Compas & Boyer, 2001). Wanneer we kijken naar een situatie van sociale exclusie kan deze in meer of mindere mate de basisbehoefte aan relationele verbondenheid in het gedrang brengen. Bij frustratie van deze behoefte heeft men het gevoel dat er niet voor hem of haar gezorgd wordt, men voelt zich verstoten of in de steek gelaten (Skinner & Wellborn, 1994). De betekenis die aan een situatie van sociale exclusie gegeven wordt, kan men zien als de mate waarin het gevoel van relationele verbondenheid wordt gefrustreerd. Zimmer-Gembeck, Lees, Bradley en Skinner (2009) deden onderzoek naar betekenisverlening van situaties die de behoefte aan relationele verbondenheid, autonomie of competentie frustreren. Uit dit onderzoek blijkt dat adolescenten verschillende situaties die mogelijk tot behoeftefrustratie kunnen leiden, op verschillende manieren interpreteren. Situaties die als meer bedreigend ervaren worden voor de behoefte aan relationele 16

17 verbondenheid zijn situaties die te maken hebben met leeftijdsgenoten. Situaties met betrekking tot sociale exclusie door leeftijdsgenoten (bijvoorbeeld het niet gekozen worden voor het team of gepest worden) zullen ook meer verdriet en boosheid opwekken dan situaties waarbij er sprake is van conflict met een ouder. De betekenisverlening van een situatie van sociale exclusie staat niet los van de manier waarop er met de situatie wordt omgegaan. Er kan een wederkerige relatie verondersteld worden tussen de perceptie van de situatie en de copingstrategie die in de situatie wordt gehanteerd. Als een situatie als bedreigend wordt gezien, wil dit zeggen dat de perceptie van het mogelijk gevaar de perceptie van de mogelijke bronnen om ermee om te gaan, zal overstijgen. Men verwacht dus dat men niet adequaat zal kunnen omgaan met deze situatie en heeft met andere woorden een negatieve verwachting van coping. Als de situatie als minder bedreigend wordt ervaren en men het gevoel heeft dat het gevaar de beschikbare bronnen niet zal overstijgen, zal men eerder een positieve verwachting hebben van coping (Tomaka, Blascovich, Kelsey, & Leitten, 1993). In lijn hiermee vonden Hunter en Boyle (2004) verbanden tussen cognitieve betekenisverlening en copingstrategieën. Zij stelden bijvoorbeeld dat jongeren die het gevoel hebben geen enkele controle te hebben over pestgedrag (betekenisverlening) meer gebruik zullen maken van wishful thinking als copingstrategie. Dit in tegenstelling tot jongeren die het gevoel hebben dat het nog mogelijk is een positieve uitkomst te bekomen met betrekking tot pestgedrag (betekenisverlening), zij zullen meer gebruik maken van ondersteuning zoeken als copingstrategie. Compas en Boyer(2001) stellen dat de mate waarin relationele verbondenheid gefrustreerd wordt, de copingstrategie mede kan bepalen. Het is echter even goed mogelijk dat de manier van coping een effect heeft op het gevoel van relationele verbondenheid. Terwijl constructieve coping strategieën kunnen leiden tot een mildere interpretatie van de situatie kunnen maladaptieve strategieën verder bijdragen aan het gevoel van bedreiging en de perceptie dat de sociale uitsluiting de nood aan verbondenheid sterk ondermijnt. Wij zullen daarom enkel spreken van een wederzijdse relatie tussen coping en relationele verbondenheid. Persoonlijke en sociale bronnen Coping en betekenisverlening (het gevoel van relationele verbondenheid), zijn geen losstaande begrippen. Het is bovendien aannemelijk dat ze worden beïnvloed door persoonlijke 17

18 en sociale bronnen. Wij zullen ons op basis van theorie en voorgaand onderzoek in het bijzonder richten op emotieregulatie en hechting. Emotieregulatie. Emotieregulatie is het reguleren van emoties met als doel het versterken of verminderen van de intensiteit of de grootte van de emotionele respons (Gross, Sheppes, & Urry, 2011). Over het algemeen proberen mensen hun negatieve gevoelens zoals woede, angst of verdriet te verminderen, (Gross, Richards, & John, 2006) en hun positieve gevoelens zoals vreugde of liefde te vergroten (Quoidbach, Berry, Hansenne, & Mikolajczak, 2010). Omdat we geïnteresseerd zijn in reacties op sociale uitsluiting zullen wij vooral kijken naar hoe mensen omgaan met negatieve emoties en hoe ze deze reguleren. Emotieregulatie kan zowel interpersoonlijk als intrapersoonlijk zijn (Gross & Thompson, 2007). Bij interpersoonlijke emotieregulatie gaat men proberen de emoties van een ander te reguleren, terwijl men bij intrapersoonlijke emotieregulatie de eigen emoties gaat reguleren. Verder spreekt men ook nog van expliciete en impliciete emotieregulatie (Mauss, Bunge, & Gross, 2007), waarbij deze vormen van emotieregulatie samen of apart kunnen voorkomen. Expliciete emotieregulatie is een bewuste vorm van emotieregulatie waarbij men doelgericht probeert een bepaalde toestand te bereiken, impliciete emotieregulatie verloopt onbewust. Deze verschillende manieren van emotieregulatie kunnen verduidelijkt worden aan de hand van een voorbeeld. Stel dat je een verhitte discussie hebt met iemand en je je hierdoor boos voelt. Het kan zijn dat je onbewust van het onderwerp afwijkt, dit is dan impliciete emotieregulatie. Het zou ook kunnen dat je bewust over iets anders begint met als doel de emotie boos te verminderen, dit is dan expliciete emotieregulatie. In beide vorige gevallen ga je, al dan niet bewust, je eigen emoties reguleren, er is dan sprake van intrapersoonlijke emotieregulatie. Het zou ook kunnen dat je gesprekspartner boos wordt en jij gaat proberen hem te kalmeren, dit zou dan interpersoonlijke emotieregulatie zijn. Wij zullen ons vooral richten op intrapersoonlijke emotieregulatie die zowel impliciet als expliciet kan verlopen. Ryan, Deci, Grolnick en La Guardia (2006) en Roth, Assor, Niemiec, Ryan en Deci (2009) beschrijven drie verschillende vormen van emotieregulatie vanuit de zelfdeterminatietheorie: integratieve emotieregulatie, suppressie en disregulatie. Twee daarvan, disregulatie en suppressie zijn maladaptief, en integratieve emotieregulatie is een adaptief. 18

19 Bij disregulatie of gedereguleerde emotieregulatie is er een gebrek aan regulatie, bij het ervaren van negatieve emoties zal men zich overweldigd voelen en niet meer in staat zijn goed te functioneren. (Gross & Thompson, 2007). Als we opnieuw aan het voorbeeld van de verhitte discussie denken, kan het zijn dat je zo boos wordt dat je begint te roepen en ruzie te maken met je gesprekspartner. Men kan in dit geval de emotie boos niet onder controle houden en is niet meer in staat adequaat te reageren op wat er gezegd wordt. Indien dit patroon zich herhaalt kan het nefast zijn voor alledaagse taken, jobprestaties, maar ook voor sociale relaties (Roth & Assor, 2012). Voor het stellen van intiem gedrag en het uitbouwen van betekenisvolle sociale relaties is het belangrijk om negatieve emoties die hierbij uitgelokt worden te kunnen reguleren. Een andere vorm van emotieregulatie is suppressie. Hierbij gaat men consistent proberen om negatieve emoties te onderdrukken, te verstoppen en te negeren omdat ze als bedreigend ervaren worden (Gross & Thompson, 2007). Men gaat met andere woorden proberen de emoties zo weinig mogelijk te voelen en er zo min mogelijk bij stil te staan. Zo kan je bijvoorbeeld bij een verhitte discussie snel van onderwerp veranderen om de emotie boosheid niet meer te voelen. In empirisch onderzoek is er een verband gevonden met minder zelfonthulling en een moeilijkere omgang met negatieve emoties (Roth et al., 2014). Tenslotte is er nog integratieve emotieregulatie. Hierbij worden negatieve emoties gezien als bron van informatie en als gids voor een adaptieve en intentionele regulatie van acties. Men gaat de negatieve emoties gebruiken en exploreren om het gedrag te sturen. Als men zich bijvoorbeeld boos voelt, zal men nadenken over deze emotie en waar deze vandaan zou kunnen komen. Op deze manier kan men uit de ervaring leren en in de toekomst eventueel anders handelen (Gross & Thompson, 2007). Integratieve emotieregulatie werd in empirisch onderzoek van Roth en collega s (2014) in verband gebracht met een effectiever functioneren in belangrijke relaties, meer tolerantie, acceptatie, zelfonthulling, empathisch luisteren, hulp vragen en onderhandelen bij conflict. Deze manier van emoties reguleren verloopt over het algemeen bewust en dus expliciet. Als men zich tijdens of na een discussie met een vriend bijvoorbeeld boos voelt, zal hierover bewust worden nagedacht. Men kan zichzelf dan de vraag stellen waarom men boos werd Misschien kan je er niet goed tegen dat de andere eigenlijk wel gelijk heeft? De bevindingen van Roth en collega s (2014) sluiten hierbij aan, als men weet waarom men boos was is het makkelijker dit te accepteren of erover te praten met de vriend waarmee je de discussie had. 19

20 Emotieregulatie en coping worden in de wetenschappelijke literatuur vaak door elkaar gebruikt. Zo wordt er bijvoorbeeld gesteld dat alle vormen van emotieregulatie eigenlijk ook een soort coping zijn (Skinner & Zimmer-Gembeck, 2007). De grens tussen deze twee begrippen is soms vaag (Eisenberg & Spinrad, 2004). In ieder geval is het duidelijk dat er een samenhang verwacht wordt tussen beide begrippen. Theorie en onderzoek suggereren dat emotieregulatie functie is van eerdere relationele ervaringen met belangrijke socialisatiefiguren (Morris, Silk, Steinberg, Myers,& Robinson 2007). Hechting speelt dus een rol in de manier waarop men over het algemeen emoties zal reguleren. Hechting. Bowlby (1969) stelt in zijn hechtingstheorie dat een kind al vanaf de geboorte in staat is om sociale interacties aan te gaan. Op die manier zal het kind een primaire relatie ontwikkelen met de primaire verzorger, de persoon die het meest voor het kind zorgt en waarmee het kind dus de meeste kans tot interactie heeft. De kwaliteit van deze primaire relatie zal niet enkel gevolgen hebben voor de rechtstreekse ontwikkeling van het kind, maar zal ook op langere termijn een invloed hebben op de ontwikkeling en de latere interpersoonlijke relaties. Op basis van deze primaire relatie zullen kinderen interne werkmodellen vormen over relaties, deze interne werkmodellen kunnen veranderen over tijd (Bowlby 1969). Ze bevatten de mate waarin het kind erop vertrouwt dat de hechtingsfiguur responsief en steunend zal zijn en de mate waarin het kind zichzelf als waardig genoeg beschouwd om op een positieve manier te reageren als het iets nodig heeft. Bij een veilige hechting, zo stelt Bowlby (1969), zal het kind het gevoel hebben dat er een constante connectie bestaat tussen hem of haar en de primaire verzorger. Als hier niet aan wordt voldaan, zal dat zich uiten in bijvoorbeeld een overmatige nood aan liefde of wraak, schuldgevoelens of depressie. In heel extreme mate kan een slechte primaire relatie leiden tot een ontwikkelingsachterstand of zelfs een regressie, waarbij het kind dingen dat het al kon, niet langer zal doen. Ainsworth, Blehar, Waters en Wall (1978) stellen dat er drie verschillende hechtingsstijlen zijn die worden gedetermineerd door de mate waarin het kind de primaire verzorger als responsief ervaart. Deze hechtingsstijlen gaan samen met een hoog of laag vertrouwen in de primaire verzorger en in zichzelf en dus met de structuur van de interne werkmodellen van Bowlby (1969). 20

21 Bij een veilige hechting is het kind ervan overtuigd dat er iemand beschikbaar zal zijn die responsief is naar hem of haar toe. Een kind met een veilige hechting heeft meer kans om op volwassen leeftijd uit te groeien tot iemand met een positieve kijk op zichzelf en op de relatie met anderen (Ainsworth et al., 1978). Deze persoon zal met andere woorden opgroeien met het idee dat anderen te vertrouwen zijn en het idee zelf waardig te zijn. Bij een angstige hechtingsstijl is men er niet zeker van dat er iemand zal zijn die responsief is in tijden van nood en is men ambivalent tegenover de primaire verzorger. Personen met deze hechtingsstijl zijn doorgaans erg geëngageerd in de ander tijdens interpersoonlijke interacties (Ainsworth et al., 1978). Het vermijdende type is ervan overtuigd dat de primaire verzorger er niet zal zijn in tijden van nood en neemt liefst zo veel mogelijk afstand van anderen. Personen met deze hechtingsstijl zullen over het algemeen vooral op zichzelf en hun eigen noden gericht zijn tijdens sociale interacties (Ainsworth et al., 1978). Dat hechting van belang is voor het omgaan met situaties van sociale exclusie zal duidelijk worden als we de verschillende hechtingsstijlen nader gaan beschouwen. Zo kunnen ze onder andere geuit worden in interpersoonlijke relaties en sociale contexten. Als we de vergelijking maken tussen veilig en angstig gehechte kinderen zullen we onder andere verschillen zien in het imaginaire spel. Zo zullen veilig gehechte kinderen meer imaginair spelen dan angstig gehechte kinderen en zullen deze laatste dit ook meer oppervlakkig en met minder sociale interactie doen (Rosenberg, 1984). Veilig gehechte kinderen hebben doorgaans meer vertrouwen bij het verkennen van nieuwe situaties, zullen betere sociale kwaliteiten ontwikkelen en kunnen beter conflict oplossen (Rosenberg, 1984). Angstig gehechte kinderen zullen het moeilijker vinden om zich aan te passen aan sociale situaties waarbij samenwerking en onderhandelen aan de orde zijn (Rosenberg, 1984). Deze kinderen zullen in vergelijking met zowel veilig gehechte als vermijdende kinderen meer negatieve emoties ervaren en het meest vijandig zijn tijdens emotioneel geladen situaties (Carlson & Sroufe, 1995). Als we de vergelijking maken tussen veilig gehechte kinderen en vermijdend gehechte kinderen, zien we dat veilig gehechte kinderen meer bereid zijn om een band op te bouwen met anderen. Deze kinderen zullen ook beter kunnen omgaan met de gevoelens die opkomen tijdens sociale interacties. Vermijdend gehechte kinderen zullen emotioneel geladen situaties of situaties waarin emoties getoond moeten worden vermijden, verder vinden ze het vooral moeilijk om om te gaan met negatieve emoties (Carlson, & Sroufe, 1995). 21

22 Bowlby stelde in 1969 al dat de verschillende hechtingsstijlen ook gevolgen zullen hebben op langere termijn. Zo zullen er dus ook tijdens de adolescentie en op volwassen leeftijd verschillen zijn tussen mensen met verschillende hechtingsstijlen. In de adolescentie hebben veilig gehechte personen een meer positief zelfbeeld, en meer angstig gehechte personen een meer negatief zelfbeeld, deze laatsten uiten ook meer zelfkritiek. Vermijdende adolescenten hebben een iets minder negatief zelfbeeld dan angstig gehechte individuen. Veilig gehechte adolescenten zullen doorgaans meer probleemoplossend gedrag stellen, beter in staat zijn met emoties om te gaan, minder disfunctionele woede vertonen en voldoende assertief zijn. Verder zullen ze ook meer bereid zijn zowel positieve als negatieve situaties te ondergaan en zien ze hun ouders als meer ondersteunend (Kobak & Sceery, 1988). Ook op volwassen leeftijd vinden we voordelen voor veilig gehechte individuen. Zij zullen bijvoorbeeld meer constructieve strategieën gebruiken en meer ondersteuning zoeken in hun omgeving bij emotioneel geladen situaties. Vermijdend gehechte individuen zullen doorgaans dan weer meer afstand en separatie opzoeken in gelijkaardige situaties, terwijl angstig gehechte individuen zich eerder hopeloos zorgen zullen maken (Mikulincer, Orbach, & Iavniele, 1998). Ben-Ari en Hirshberg (2009) deden onderzoek naar het verband tussen hechting en coping met interpersoonlijk conflict. Zij vonden dat de hechtingsstijlen een verband hebben met de manier waarop jongeren omgaan met conflict. Ze onderkenden positieve verbanden tussen een veilige hechting en meer adaptieve copingstrategieën en een onveilige hechting en meer maladaptieve copingstrategieën. Ook Mikulincer, Shaver en Pereg (2003) stellen dat de manier waarop iemand gehecht is, een invloed heeft op hoe men met stressvolle gebeurtenissen zal omgaan. Naast het effect van hechting op coping tonen ook meerdere studies aan dat hechting in verband staat met de mate waarin met het gevoel heeft dat er in de psychologische basisbehoeften wordt voorzien. Zo vonden La Guardia, Ryan, Couchman en Deci (2000) dat de manier waarop men gehecht is aan vrienden, een invloed heeft op de mate waarin men vindt dat de psychologische basisbehoeften verbondenheid, competentie en worden bevredigd. Daarnaast vonden zij ook dat de mate waarin men het gevoel heeft dat er voorzien wordt in de basisbehoeften in de huidige relatie, een voorspeller is voor de mate van veilige hechting. Uit een ander onderzoek blijkt dat een meer angstige of vermijdende hechting 35% van de variantie in het gevoel van behoeftebevrediging verklaart (Wei, Shaffer, Young, Zakalik, 2005). 22

23 Uit deze onderzoeken kan op zijn minst een verband tussen hechting en het gevoel van relationele verbondenheid worden afgeleid. Vroeger werd er vooral uitgegaan van een categorische benadering waarbij men veronderstelde dat iemand veilig, vermijdend of angstig gehecht was ( bijvoorbeeld Ainsworth et al., 1978). Momenteel is er echter meer evidentie voor een continue benadering, hechtingspatronen wijzen erop dat men in meer of mindere mate angstig dan wel vermijdend gehecht is. Een dimensioneel model van hechting is daarom meer passend (Fraley & Spieker, 2003a). Figuur 2 werd opgesteld aan de hand van het artikel van Fraley en Spieker (2003a). Zij stellen een tweedimensionaal model voor dat de individuele verschillen met betrekking tot hechting omvat. De eerste dimensie is vermijdend-toenadering zoeken, deze geeft weer in welke mate kinderen toenadering blijven zoeken. Het ene kind zal van zichzelf meer nabijheid zoeken in stressvolle situaties, terwijl het andere kind dit minder doet. De tweede dimensie is angstig-emotioneel zelfzeker, Fraley en Spieker (2003a) specificeren angstig als boos en weerspanning. Deze dimensie meet de mate waarin een kind boosheid toont tegenover de primaire verzorgingsfiguur en de mate waarin het kind conflict zal opzoeken tijdens een stressvolle situatie. In een volgend artikel, ook van Fraley en Spieker (2003b), wordt dieper ingegaan op hoe een veilige hechtingsdimensie past in hun dimensionale theorie. De mate waarin iemand veilig gehecht is, wordt niet als afzonderlijke dimensie bekeken, maar wordt in het licht van de vermijdende en angstige dimensie bekeken. Hoe meer angstig en hoe meer vermijdend iemand scoort, hoe onveiliger die gehecht zal zijn. Hoe meer toenadering iemand zoekt en hoe meer emotioneel zelfzeker iemand is, hoe veiliger die gehecht zal zijn. 23

24 Figuur 2. Weergave van de dimensionale hechtingstheorie gedefinieerd door Fraley en Spieker (2003a, 2003b) Emotieregulatie en hechting kunnen niet als losstaande begrippen worden bekeken. Veel onderzoek bevestigt een link tussen deze twee concepten (Mikulincer, Shaver en Pereg, 2003).De veronderstellingen van Mikulincer en collega s (2003) laten toe een link tussen emotieregulatie en hechting duidelijk te schetsen. Figuur 3 werd opgesteld aan de hand van de theorie van Mikulincer en collega s (2003) en de definiëring van emotieregulatie door Ryan en collega s (2006). 24

25 Figuur 3. De link tussen emotieregulatie en hechting op basis van Mikulincer, Shaver en Pereg (2003) en Ryan Deci, Grolnick en La Guardia (2006) Milkulincer en collega s (2003) stellen dat wanneer men stress ervaart, het hechtingssysteem geactiveerd zal worden waarop kinderen nabijheid zoeken van een hechtingsfiguur. Wanneer deze hechtingsfiguur beschikbaar en responsief is, zal dit zorgen voor een gevoel van hechtingsveiligheid, wat zal leiden tot meer gebruik van security-based strategieën in de toekomst. Als de hechtingsfiguur niet beschikbaar of niet responsief is, zal er een gevoel van hechtingsonveiligheid ontstaan. Het kind kan dan het gevoel hebben dat het zoeken van nabijheid met de hechtingsfiguur geen optie meer is of kan dit alsnog als optie blijven zien. In het eerste geval zal het kind een gevoel van hechtingsvermijding hebben en meer gebruik maken van deactiverende strategieën. In het tweede geval kan er een gevoel van hechtingsangst ontstaan en meer gebruik van hyperactiverende strategieën. De verschillende strategieën security-based, deactiverende of hyperactiverende- hebben een effect op de emotieregulatie in stressvolle situaties. Het gebruik van security-based strategieën zal ertoe leiden dat mensen actief en constructief omgaan met negatieve gevoelens. Wanneer men eerder deactiverende strategieën gebruikt zal men afstandelijk zijn tegenover zijn eigen emoties. Het gebruik van de hyperactiverende strategieën gaat samen met cognitieve responsen die ervoor zorgen dat het negatief affect enkel groter wordt. Daarnaast zullen mensen die deze strategie gebruiken ook heel erg oplettend zijn voor bedreigingen die al dan niet reëel zijn. Wanneer we de strategieën die door Mikulincer en collega s (2003) voorop 25

26 worden gesteld, vergelijken met de theorie in verband met emotieregulatie van Ryan en collega s (2006), kunnen deze twee aan elkaar gelinkt worden zoals te zien in figuur 3. De security based strategieën lijken te leiden tot een integratieve emotieregulatie. De deactiverende strategieën zouden kunnen zorgen voor emotionele suppressie, terwijl de hyperactiverende strategieën dan weer eerder zouden kunnen worden gezien als een oorzaak voor emotionele disregulatie. In het onderzoek van Brenning, Soenens, Braet en Bosmans (2012) werden positieve verbanden aangetoond tussen een meer vermijdende hechting en emotionele suppressie en een meer angstige hechting en emotionele disregulatie. Verder vonden zij ook een positief verband tussen deze onveilige hechtingsstijlen en depressie en tussen de maladaptieve emotieregulatie en depressie. Gezien de link tussen hechting en emotieregulatie, zullen we hechting als voorspeller voor emotieregulatie plaatsen, en behouden zowel hechting als emotieregulatie hun invloed op coping en het gevoel van verbondenheid (figuur 4). Figuur 4. De theoretische link tussen hechting, emotieregulatie, coping en verbondenheid. Onderzoeksvragen en Hypothesen 26

27 De onderzoeksvragen die we zullen toetsen, kunnen we aan de hand van een uitbreiding van figuur 4, figuur 5, schetsen. De verschillende pijlen in deze figuur zullen worden getoetst. Figuur 5. Uitbreiding van figuur 4: invulling van de variabelen. Onderzoeksvraag 1. Is er een verband tussen emotieregulatie en coping en/of het gevoel van verbondenheid in een situatie van sociale exclusie door peers? Hypothese 1. Wanneer jongeren meer emotionele disregulatie rapporteren, is de kans groter dat zij delegatie en sociale isolatie als copingstrategie zullen hanteren. Hypothese 2. Wanneer jongeren meer emotionele suppressie rapporteren, is de kans groter dat zij als copingstrategie sociale isolatie verkiezen en is de kans kleiner dat zij ondersteuning zullen zoeken. Hypothese 3. Wanneer jongeren rapporteren over het algemeen een integratieve emotieregulatie te hebben, zullen zij eerder de adaptieve copingstrategieën gebruiken. Meer integratieve emotieregulatie zal samengaan met meer zelfstandigheid en ondersteuning zoeken en met minder delegatie en sociale isolatie. Hypothese 4. Wanneer jongeren meer emotionele disregulatie en suppressie rapporteren zullen zij een lager gevoel van verbondenheid ervaren. Wanneer jongeren hun emoties meer integratief reguleren, zullen zij een hoger gevoel van verbondenheid ervaren. 27

28 Onderzoeksvraag 2. Is er een verband tussen de manier waarop jongeren gehecht zijn aan hun ouders en hun coping met/of het gevoel van verbondenheid in een situatie van sociale exclusie? Hypothese 5. Een meer vermijdende hechting aan de ouders hangt samen met meer sociale isolatie en minder ondersteuning zoeken als copingstrategie in een situatie van sociale exclusie door peers. Hypothese 6. Een meer angstige hechting aan de ouders hangt samen met meer delegatie en minder zelfstandigheid als copingstrategie in een situatie van sociale exclusie door peers. Hypothese 7. Een meer vermijdende en/of angstige hechting hangt samen met minder gevoel van verbondenheid in situaties van sociale exclusie door peers. Onderzoeksvraag 3. Is emotieregulatie een mediator voor het verband tussen hechting en coping en/of het gevoel van verbondenheid? Hypothese 8. De mate waarin jongeren vermijdend of angstig gehecht zijn aan hun ouders zal samenhangen met de manier van emotieregulatie. Een meer vermijdende hechting aan de ouders zal samen gaan met meer emotionele suppressie. Een meer angstige hechting aan de ouders zal dan weer samen gaan met meer emotionele disregulatie. Een lage score op de angstige en vermijdende hechtingsdimensie zal samengaan met meer integratieve emotieregulatie. Hypothese 9. Wanneer er gecontroleerd wordt voor emotieregulatie, zal het effect van hechting op coping verminderen (partiële mediatie) of niet meer significant zijn (volledige mediatie). - Het effect van een vermijdende hechting op coping zal (partieel) gemedieerd worden door emotionele suppressie. (hypothese 9.1) - Het effect van een angstige hechting op coping zal (partieel) gemedieerd worden door emotionele disregulatie. (hypothese 9.2) - Tenslotte zal het effect van een lage score op zowel de vermijdende als angstige hechtingsdimensie op coping (partieel) gemedieerd worden door een integratieve emotieregulatie. (hypothese 9.3) Hypothese 10. Wanneer er gecontroleerd wordt voor emotieregulatie, zal het effect van hechting op het gevoel van verbondenheid verminderen (partiële mediatie) of niet meer significant zijn (volledige mediatie). 28

29 - Het effect van een vermijdende hechting op het gevoel van verbondenheid zal (partieel) gemedieerd worden door emotionele suppressie (hypothese 10.1). - Het effect van een angstige hechting op het gevoel van verbondenheid zal (partieel) gemedieerd worden door emotionele disregulatie (hypothese 10.2). - Tenslotte zal het effect van een lage score op zowel de vermijdende als angstige hechtingsdimensie op het gevoel van verbondenheid (partieel) gemedieerd worden door een integratieve emotieregulatie (hypothese 10.3). Onderzoeksvraag 4. Is er een verband tussen coping en het gevoel van verbondenheid? Hypothese 11. Er is een negatief verband tussen het gebruik van de maladaptieve copingstrategieën en het gevoel van verbondenheid. Een voorkeur voor de copingstrategie delegatie of sociale isolatie, zal samengaan met minder gevoel van verbondenheid. Hypothese 12. Er is een positief verband tussen het gebruik van de adaptieve copingstrategieën en het gevoel van verbondenheid. Een voorkeur voor de copingstrategie zelfstandigheid of sociale ondersteuning, zal samengaan met meer gevoel van verbondenheid. Steekproef Methode Procedure. Dit onderzoek maakt deel uit van een longitudinaal onderzoeksopzet. Er vonden vier meetmomenten plaats, telkens bij dezelfde steekproef. Deze steekproef werd samengesteld door middel van bevraging door studenten in hun tweede bachelor psychologie in het licht van een practicum. De gezinnen werden voor de volgende waves opnieuw telefonisch gecontacteerd met de vraag deel te nemen aan het onderzoek. Wave 1 vond plaats in 2009, wave 2 in 2010 en wave 3 in Er werden telkens vragenlijsten afgenomen van de moeder, de vader en twee kinderen binnen eenzelfde gezin. De initiële steekproef van de longitudinale studie bevatte 310 gezinnen. Tijdens wave 2 en wave 3 was er zowel drop-in als drop-out. Voor wave 4 werden de gezinnen die na drop-in en drop-out tijdens de vorige waves nog in de lijst van gezinnen stonden, opnieuw gecontacteerd. Dit waren 319 gezinnen, deze 29

ZELF-DETERMINATIE THEORIE EN PSYCHISCH WELZIJN

ZELF-DETERMINATIE THEORIE EN PSYCHISCH WELZIJN ZELF-DETERMINATIE THEORIE EN PSYCHISCH WELZIJN Prof. Dr. Inge Antrop Dr. Katrijn Brenning MSc. Lana De Clercq Prof. Dr. Sarah De Pauw Ph.D. Lisa Dieleman Prof. Dr. Patrick Luyten Ph.D. Elien Mabbe Dr.

Nadere informatie

Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie

Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie Dr. Annemiek Karreman Departement Medische en Klinische Psychologie, Tilburg University Deze presentatie Twee experimentele studies naar de rol van

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID 4589-2 Datum 11.11.2015. Zelfrapportage

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID 4589-2 Datum 11.11.2015. Zelfrapportage FEEL-E Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen HTS Report ID 4589-2 Datum 11.11.2015 Zelfrapportage FEEL-E Inleiding 2 / 14 INLEIDING De FEEL-E brengt de strategieën in kaart die volwassenen gebruiken

Nadere informatie

GENERATIE 2020 E E N BLIK OP DE RESULTATEN

GENERATIE 2020 E E N BLIK OP DE RESULTATEN S TELLEN VOOR GENERATIE 2020 E E N BLIK OP DE RESULTATEN EVEN VOORSTELLEN.. M A RIE - L OTTE VA N BEVEREN K L I N I S C H P S YCHOLOOG, D OCTORAATSSTUDENT M A RIELOTTE.VA N B EVEREN@UGENT.BE DE ADOLESCENTIE

Nadere informatie

FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Joris van Doorn ID 5107-5881 Datum 04.04.2016.

FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Joris van Doorn ID 5107-5881 Datum 04.04.2016. FEEL-KJ Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren HTS Report ID 5107-5881 Datum 04.04.2016 Zelfrapportage FEEL-KJ Inleiding 2 / 27 INLEIDING De FEEL-KJ brengt de strategieën in kaart die

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

SAMENVATTING Introductie

SAMENVATTING Introductie Introductie Affect heeft een belangrijke functie in de organisatie van gedrag. Affect moet en kan in principe gereguleerd worden, als dit voor iemands doelen van belang is. Dysregulatie van effect verwijst

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

De neerwaartse spiraal doorbroken: Verschillende manieren om met een controlerende opvoeding om te gaan

De neerwaartse spiraal doorbroken: Verschillende manieren om met een controlerende opvoeding om te gaan Academiejaar 2014-2015 Tweedesemesterexamenperiode De neerwaartse spiraal doorbroken: Verschillende manieren om met een controlerende opvoeding om te gaan Masterproef II neergelegd tot het behalen van

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. David-Jan Punt ID 256-4 Datum 27.08.2014.

FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. David-Jan Punt ID 256-4 Datum 27.08.2014. FEEL-KJ Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren HTS Report ID 256-4 Datum 27.08.2014 Zelfrapportage FEEL-KJ Profielformulier 3 / 27 PROFIELFORMULIER Vragenlijst over emotieregulatie bij

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare

Nadere informatie

Samenvatting Dit proefschrift beschrijft een aantal onderzoeken op het gebied van gehechtheid en psychosociaal functioneren in de volwassenheid. In hoofdstuk 1 wordt een overzicht gegeven van de gehechtheidstheorie.

Nadere informatie

Zelfsturend leren met een puberbrein

Zelfsturend leren met een puberbrein Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden

Nadere informatie

Noodondersteunend opvoeden van kinderen en jongeren met CP: Inzichten vanuit zelfdeterminatietheorie

Noodondersteunend opvoeden van kinderen en jongeren met CP: Inzichten vanuit zelfdeterminatietheorie VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEIDS- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE Noodondersteunend opvoeden van kinderen en jongeren met CP: Inzichten vanuit zelfdeterminatietheorie Dra. Lisa

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary)

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary) Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Het aantal oudere mensen in onze maatschappij groeit en de komende jaren zal dit alleen nog maar meer toenemen. De verwachting is dat het aantal mensen dat 65 jaar

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam STAXI-2 Vragenlijst over boosheid HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage INLEIDING STAXI-2 2/9 Inleiding De STAXI-2 is een vragenlijst waarmee op basis van zelfrapportage diverse aspecten

Nadere informatie

FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Julia de Vries ID Datum HTS Report FEEL-KJ Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren ID 5105-7036 Datum 20.07.2017 Zelfrapportage INLEIDING FEEL-KJ 2/20 Inleiding De FEEL-KJ brengt de strategieën in kaart die

Nadere informatie

Terrorisme en dan verder

Terrorisme en dan verder Terrorisme en dan verder Hoe kunt u omgaan met de gevolgen van een aanslag? - Ga zo veel mogelijk door met uw normale dagelijkse activiteiten. Dat geeft u het gevoel dat u de baas bent over de situatie.

Nadere informatie

Appendix A. Samenvatting. (Summary in Dutch)

Appendix A. Samenvatting. (Summary in Dutch) Appendix A Samenvatting (Summary in Dutch) Gehechtheid, zorg en pro-sociaal gedrag Dit proefschrift heeft tot doel de relatie tussen onveilige gehechtheid (vermijding, angst) en prosociaal gedrag te onderzoeken

Nadere informatie

Wat er ook aan de hand is, de gevolgen zijn hetzelfde. Je bent een aantal lichamelijke functies, die je voorheen als vanzelfsprekend aannam, kwijt.

Wat er ook aan de hand is, de gevolgen zijn hetzelfde. Je bent een aantal lichamelijke functies, die je voorheen als vanzelfsprekend aannam, kwijt. Hoofdstuk 7 Emoties Nu is het tijd om door te gaan. Je hebt je dwarslaesie, je bent hopelijk klaar met al de medische dingen, nu is het tijd om ook je gevoelens aandacht te geven. Dus: ga lekker zitten,

Nadere informatie

Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27

Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27 Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27 SDQ (Strenghts and Difficulties Questionnaire) Meet de psychosociale aanpassing van de jeugdige. De SDQ wordt ingevuld door jeugdigen zelf (11-17 jaar) en ouders

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Complexe rouw. Prof. dr. Jos de Keijser. 8 oktober Zorg Diensten Groep. Symposium Kennis & kunde delen in de postmortale zorg

Complexe rouw. Prof. dr. Jos de Keijser. 8 oktober Zorg Diensten Groep. Symposium Kennis & kunde delen in de postmortale zorg faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen Datum 23-10-2014 Complexe rouw Prof. dr. Jos de Keijser 8 oktober Zorg Diensten Groep Symposium Kennis & kunde delen in de postmortale zorg Normale rouw

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016

DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016 DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016 Psychotrauma en stressorgerelateerde stoornissen Marloes de Kok, GZ-psycholoog Marthe Schneijderberg, orthopedagoog Psychotrauma

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Simon Janzen ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Simon Janzen ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam STAXI-2 Vragenlijst over boosheid HTS Report ID 255-237 Datum 16.11.2015 Zelfrapportage STAXI-2 Inleiding 2 / 11 INLEIDING De STAXI-2 is een vragenlijst waarmee op basis van zelfrapportage diverse aspecten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke

Nadere informatie

Training Omgaan met Agressie en Geweld

Training Omgaan met Agressie en Geweld Training Omgaan met Agressie en Geweld 2011 Inleiding In veel beroepen worden werknemers geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag, waaronder agressie. Agressie wordt door medewerkers over het algemeen

Nadere informatie

Delen is Helen. Wat kan je doen bij verlies van relatie, werk, geliefde of gezondheid

Delen is Helen. Wat kan je doen bij verlies van relatie, werk, geliefde of gezondheid Delen is Helen Wat kan je doen bij verlies van relatie, werk, geliefde of gezondheid Rouw Is een natuurlijk proces, waarbij verdriet en eenzaamheid voorkomende gevoelens kunnen zijn. Verlies van gezondheid

Nadere informatie

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Psychologische behandeling van bipolaire patiënten Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Omgaan met stessoren (1) Stressgevoeligheid Stress Generation theory The

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP. Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen

Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP. Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen Ontwikkelingsfasen bij kinderen. 3 Basisbehoeften van kinderen.

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

Afscheid van je culturele thuis. Mahnaz Tabesh Oktober 2015 Radboud Universiteit Nijmegen

Afscheid van je culturele thuis. Mahnaz Tabesh Oktober 2015 Radboud Universiteit Nijmegen Afscheid van je culturele thuis Mahnaz Tabesh Oktober 2015 Radboud Universiteit Nijmegen Inleiding Nooit eerder waren er wereldwijd zo veel mensen op de vlucht voor oorlog (60 miljoen; bron UNHCR) Waar

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Adverse Childhood Experiences:

Adverse Childhood Experiences: Adverse Childhood Experiences: Mentale en fysieke gevolgen bij jeugdigen met een verstandelijke beperking Jaarcongres Kinder- en jeugdpsychiatrie 30 oktober 2018 Esther Moonen, Verpleegkundig Specialist

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Chronisch, herhaald suicidaal gedrag bij borderline-patienten. Bert van Luyn Brugge, Plenaire middagsessie

Chronisch, herhaald suicidaal gedrag bij borderline-patienten. Bert van Luyn Brugge, Plenaire middagsessie Chronisch, herhaald suicidaal gedrag bij borderline-patienten Bert van Luyn Brugge, Plenaire middagsessie 1445-1615 Verschillende vormen van (chronisch) suïcidaal gedrag Suicidale Phenotypen 1. reactief,

Nadere informatie

EQ - emotionele intelligentie in kaart

EQ - emotionele intelligentie in kaart EQ - emotionele intelligentie in kaart 24-3-2014 BASISPROFIEL Laan van Vlaanderen 323 1066 WB Amsterdam INTRODUCTIE Het EQ rapport brengt iemands emotionele intelligentie in kaart. Dit is het vermogen

Nadere informatie

Inhoud 20-10-2011. Gehechtheidstheorie: Cees Janssen Gevaar van chronische stress Bewijs: onderzoek Sterkenburg

Inhoud 20-10-2011. Gehechtheidstheorie: Cees Janssen Gevaar van chronische stress Bewijs: onderzoek Sterkenburg 1 Inhoud Gehechtheidstheorie: Cees Janssen Gevaar van chronische stress Bewijs: onderzoek Sterkenburg Praktijk: Tineke Pilon Consequenties voor praktijk: alles is liefde 2 Definitie Gehechtheidsband Met

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Schokbrekers in de communicatie met patiënten en hun naasten

Schokbrekers in de communicatie met patiënten en hun naasten Schokbrekers in de communicatie met patiënten en hun naasten Christien de Jong, psychotherapeut / trainer Amsterdams Instituut voor Gezins- en Relatietherapie christiendejong@hetnet.nl Koos van der Knaap,

Nadere informatie

Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden

Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden Brenda Volkaert Doctoraatsbursaal Vakgroep Ontwikkelings-, Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie Overzicht Deel 2 Onderzoek

Nadere informatie

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als 1 Temperament van het kind en (adoptie)ouderschap Sara Casalin Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als verlegen, blij, impulsief, zenuwachtig, druk, moeilijk, koppig,

Nadere informatie

Emoties, wat is het signaal?

Emoties, wat is het signaal? Emoties, wat is het signaal? Over interpretatie en actieplan dr Frits Winter Functie van Emoties Katalysator, motor achter gedrag Geen emoties, geen betrokkenheid, geen relaties Te veel emoties, te veel

Nadere informatie

Whitepaper Verbindend communiceren In 4 stappen effectief feedback geven

Whitepaper Verbindend communiceren In 4 stappen effectief feedback geven Whitepaper Verbindend communiceren In 4 stappen effectief feedback geven De 4 stappen Je communiceert de hele dag en meestal hebben wij het gevoel dat dat ons best goed afgaat, toch? Pas op het moment

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

JEUGDTRAUMA PROFESSIONAL

JEUGDTRAUMA PROFESSIONAL Module JEUGDTRAUMA PROFESSIONAL Erkende vervolgopleiding tot Jeugdtrauma Therapeut De opleiding JEUGDTRAUMA PROFESSIONAL is er voor Therapeuten die al een opleiding hebben afgerond en hun kennis en vaardigheden

Nadere informatie

Au-tomutilatie. Een groot probleem, een grote uitdaging. Carmen van Bussel Orthopedagoog/GZ-psycholoog

Au-tomutilatie. Een groot probleem, een grote uitdaging. Carmen van Bussel Orthopedagoog/GZ-psycholoog Au-tomutilatie Een groot probleem, een grote uitdaging Carmen van Bussel Orthopedagoog/GZ-psycholoog Inhoud Waarom verwonden cliënten zichzelf? Handelingsverlegenheid en machteloosheid bij begeleiders

Nadere informatie

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Familie of naaste zijn van iemand die zichzelf beschadigt kan erg moeilijk zijn. Iemand van wie je houdt doet zichzelf pijn en het lijkt alsof je niks kunt

Nadere informatie

STUDIEDAG GEDRAGS- EN EMOTIONELE STOORNISSEN PVOC VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL 29 MAART 2018 ELS GOETHALS TRAUMA: GEVOLGEN VOOR GEDRAG EN EMOTIE

STUDIEDAG GEDRAGS- EN EMOTIONELE STOORNISSEN PVOC VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL 29 MAART 2018 ELS GOETHALS TRAUMA: GEVOLGEN VOOR GEDRAG EN EMOTIE STUDIEDAG GEDRAGS- EN EMOTIONELE STOORNISSEN PVOC VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL 29 MAART 2018 ELS GOETHALS TRAUMA: GEVOLGEN VOOR GEDRAG EN EMOTIE TOT 50% MINDERJARIGEN MAKEN EEN TRAUMATISCH INCIDENT MEE Yves

Nadere informatie

DE OUDER-KIND RELATIE EEN KWALITATIEVE ANALYSE VAN GESPREKKEN MET AWEL

DE OUDER-KIND RELATIE EEN KWALITATIEVE ANALYSE VAN GESPREKKEN MET AWEL DE OUDER-KIND RELATIE EEN KWALITATIEVE ANALYSE VAN GESPREKKEN MET AWEL HALLO Hallo. Ik ben een meisje van 12, mijn ouders zijn gescheiden en mijn moeder heeft nu een nieuwe man en ik kan hem niet goed

Nadere informatie

Je eigen gevoelens. Schaamte

Je eigen gevoelens. Schaamte Je eigen gevoelens Voor ouders, partners, broers, zussen en kinderen van mensen met een ernstig drugsprobleem is het heel belangrijk om inzicht te krijgen in de problemen van het verslaafde familielid,

Nadere informatie

De samenhang tussen relationele behoeftefrustratie en affect en emotieregulatie: de modererende rol van hechting

De samenhang tussen relationele behoeftefrustratie en affect en emotieregulatie: de modererende rol van hechting Academiejaar 2015 2016 Tweedesemesterexamenperiode De samenhang tussen relationele behoeftefrustratie en affect en emotieregulatie: de modererende rol van hechting Masterproef II neergelegd tot het behalen

Nadere informatie

De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen met TOS: Het belang van emotionele competentie

De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen met TOS: Het belang van emotionele competentie De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen met TOS: Het belang van emotionele competentie Neeltje van den Bedem Universiteit Leiden & Koninklijke Kentalis Doel EmoTOS onderzoek Doel vandaag Taal =

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Het gaat om emoties, gevoelens en gedachten. Niet om gedrag!

Het gaat om emoties, gevoelens en gedachten. Niet om gedrag! Het gaat om emoties, gevoelens en gedachten. Niet om gedrag! Drs. F. Cunha Child Support Publications 1 Ontwikkeling Herstellende Psychotherapie Ondersteunend document Carnegie Mellon University Hoe emoties

Nadere informatie

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld.

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld. Betrokkenheid Autonomie Competentie Relatie leerkracht Relatie leerlingen De behoefte aan autonomie De behoefte aan competentie De behoefte aan een goede relatie met de leerkracht De behoefte aan goede

Nadere informatie

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant Inleiding - Stellingen. - Ontstaan psychiatrische aandoeningen. - Wat zien naastbetrokkenen. - Invloed van borderline op

Nadere informatie

Casusconceptualisatie formulier

Casusconceptualisatie formulier Casusconceptualisatie formulier Naam therapeut. Datum: mei 2018 Initialen cliënte T. 17 jaar Korte omschrijving van de cliënt (zoals: leeftijd, huidige relaties en bezigheden, kinderen en enkele belangrijke

Nadere informatie

Boek Slapende honden? Wakker maken!

Boek Slapende honden? Wakker maken! Boek Slapende honden? Wakker maken! A.Struik, ontwikkelingspsycholoog/ systeemtherapeut Joany Spierings Drie testen Weinig theorie en veel praktijk CD-Rom/ werkbladen Formulier zes testen Geen protocol

Nadere informatie

Patiënteninformatiedossier (PID) (Non) Hodgkin. onderdeel ZIEKTEBELEVING. (NON) HODGKIN Ziektebeleving

Patiënteninformatiedossier (PID) (Non) Hodgkin. onderdeel ZIEKTEBELEVING. (NON) HODGKIN Ziektebeleving Patiënteninformatiedossier (PID) (Non) Hodgkin onderdeel ZIEKTEBELEVING (NON) HODGKIN Inhoud... 3 Emoties... 4 Omgaan met de ziekte... 4 Praten over uw gevoelens... 5 Uw gedachten opschrijven... 5 Andere

Nadere informatie

Ouder zijn en blijven na een moeilijke echtscheiding

Ouder zijn en blijven na een moeilijke echtscheiding Ouder zijn en blijven na een moeilijke echtscheiding Voorwoord Erger je je ook wel eens blauw als je net je kind bent gaan halen bij je ex-partner? Voel je je ook machteloos als hij of zij beslissingen

Nadere informatie

Inhoud van de presentatie

Inhoud van de presentatie De overgang van het basis- naar het secundair onderwijs vanuit ontwikkelingspsychologisch perspectief Annelies Somers i.s.m. Prof. Hilde Colpin Prof. Karine Verschueren ~ Centrum voor Schoolpsychologie

Nadere informatie

BunderBos. BunderBos. BunderBos

BunderBos. BunderBos. BunderBos BunderBos groepspraktijk BunderBos groepspraktijk BunderBos groepspraktijk Wij zijn een groepspraktijk van psychologen, orthopedagogen en psychotherapeuten BunderBos en helpen zowel kinderen, jongeren,

Nadere informatie

VERBINDEND GEZAG / NIEUWE AUTORITEIT EN HET ANGSTIGE OF TERUGGETROKKEN KIND. Lenny Rodenburg, 18 april 2018

VERBINDEND GEZAG / NIEUWE AUTORITEIT EN HET ANGSTIGE OF TERUGGETROKKEN KIND. Lenny Rodenburg, 18 april 2018 VERBINDEND GEZAG / NIEUWE AUTORITEIT EN HET ANGSTIGE OF TERUGGETROKKEN KIND Lenny Rodenburg, 18 april 2018 DE PRINCIPES VAN GEWELDLOOS VERZET VERTAALD NAAR: Lenny Rodenburg, 18 april 2018 Kinderen die

Nadere informatie

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum FEEL-E Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen HTS Report ID 5105-7035 Datum 20.07.2017 Zelfrapportage INLEIDING FEEL-E 2/15 Inleiding De FEEL-E brengt de strategieën in kaart die volwassenen

Nadere informatie

Schokbrekers in de communicatie met patiënten en hun naasten

Schokbrekers in de communicatie met patiënten en hun naasten Schokbrekers in de communicatie met patiënten en hun naasten Christien de Jong, psychotherapeut / trainer Amsterdams Instituut voor Gezins- en Relatietherapie christiendejong@hetnet.nl Distress rond overgangen

Nadere informatie

Toepassing van mindfulness in het ziekenhuis

Toepassing van mindfulness in het ziekenhuis Toepassing van mindfulness in het ziekenhuis Een pleidooi voor kortdurende interventies met duurzaam effect Willem Fonteijn Medische Psychologie Catharina Ziekenhuis, Eindhoven Een vorm van cognitieve

Nadere informatie

Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015. G. Portzky

Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015. G. Portzky Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015 G. Portzky 1. INLEIDING 1. Definiëring Suïcide Suïcidepoging: Moet er suïcidale intentie aanwezig zijn om van poging

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum HTS Report DAPP-BQ Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 5105-7038 Datum 19.07.2017 Standaard INLEIDING DAPP-BQ 2/29 Inleiding De DAPP-BQ is een dimensionale vragenlijst voor persoonlijkheidsstoornissen.

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Otto Peterszoon ID Datum Leerkrachtversie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Otto Peterszoon ID Datum Leerkrachtversie DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 256-4 Datum 07.10.2014 Leerkrachtversie Informant: Neeltje Smit Leerkracht DESSA Interpretatie 3 / 20 INTERPRETATIE De DESSA biedt informatie

Nadere informatie

Zorgpad Persoonlijkheidsproblematiek

Zorgpad Persoonlijkheidsproblematiek Zorgpad Persoonlijkheidsproblematiek Iedereen heeft zo zijn eigenaardigheden. Echter, soms heeft iemand extreme persoonlijke eigenschappen en vertoont hij hinderlijk gedrag. Dit kan zo ernstig zijn dat

Nadere informatie

TOOLKIT ROUW EN VERDRIET

TOOLKIT ROUW EN VERDRIET TOOLKIT ROUW EN VERDRIET ALS JE IEMAND DICHTBIJ VERLIEST. Rouwen: een werkwoord waarvan je de betekenis pas leert kennen als je voor het eerst iemand verliest die veel voor jou betekende. Misschien wil

Nadere informatie

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Valerie Van Cauwenberghe en Prof. dr. Roeljan Wiersema Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Dit onderzoek werd uitgevoerd door: Prof. dr.

Nadere informatie

Is een klas een veilige omgeving?

Is een klas een veilige omgeving? Is een klas een veilige omgeving? De klas als een vreemde sociale structuur Binnen de discussie dat een school een sociaal veilige omgeving en klimaat voor leerlingen moet bieden, zouden we eerst de vraag

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Godsbeeld en persoonlijkheidsproblematiek Onderzoek lectoraat Zorg en Zingeving Henk Stulp

Godsbeeld en persoonlijkheidsproblematiek Onderzoek lectoraat Zorg en Zingeving Henk Stulp Godsbeeld en persoonlijkheidsproblematiek Onderzoek lectoraat Zorg en Zingeving Henk Stulp Onderzoek Hanneke Schaap-Jonker (2002): Godsconcept en Godsbeeld (steunende God; God als rechter, passieve God;

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Executieve functies en emotieregulatie Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Inhoud 1. Executieve functies en emotieregulatie 2. Rol van opvoeding

Nadere informatie

AANDACHT VOOR EMOTIEREGULATIE BIJ KINDEREN EN JONGEREN MET ADHD

AANDACHT VOOR EMOTIEREGULATIE BIJ KINDEREN EN JONGEREN MET ADHD AANDACHT VOOR EMOTIEREGULATIE BIJ KINDEREN EN JONGEREN MET ADHD Prof. dr. Roeljan Wiersema Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen

Nadere informatie

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een Samenvatting Werkstress bij verpleegkundigen is al jaren wereldwijd een probleem. Werkstress kan negatieve gevolgen hebben voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid en kan het plezier in het werk

Nadere informatie

Movisie. Voor een duurzame positieve verandering. Preventie van eenzaamheid realistische plannen Jan Willem van de Maat

Movisie. Voor een duurzame positieve verandering. Preventie van eenzaamheid realistische plannen Jan Willem van de Maat Movisie Voor een duurzame positieve verandering Preventie van eenzaamheid realistische plannen Jan Willem van de Maat Programma Wat is eenzaamheid en vereenzamen? Wat weten we uit onderzoek over wat werkt?

Nadere informatie