Beeldkwaliteitsplan Harfsen Reeverweg-West. Gemeente Lochem

Transcriptie

1 Beeldkwaliteitsplan Harfsen Reeverweg-West

2 Inhoudsopgave 1 INLEIDING AMBITIE WAT IS BEELDKWALITEIT? WELSTANDSNOTA STEDENBOUWKUNDIG ONTWERP LOCATIE PLANGEBIED BEELDKWALITEITSEISEN DORPSRAND

3 1 INLEIDING Voor u ligt het beeldkwaliteitsplan voor het woningbouwplan Reeverweg-West in Harfsen. Nadat is ingegaan op de doelstelling van het beeldkwaliteitsplan zal in hoofdstuk 2 het stedenbouwkundig ontwerp voor Reeverweg-West worden uitgelegd, aangevuld met de visie op het sfeer- en kwaliteitsbeeld voor Reeverweg-West. Het streven is om met heldere regels een vriendelijke en dorpse sfeer te creëren, met een eigen gezicht binnen Harfsen. Met dit beeldkwaliteitsplan is een invulling gegeven aan het beoogde beeld. Met de in hoofdstuk 3 opgenomen criteria kan enerzijds de samenhang worden gewaarborgd, en anderzijds biedt het voldoende ruimte voor architecten en toekomstige bewoners. 1.1 Ambitie Dit beeldkwaliteitsplan dient als ruimtelijk en kwalitatief kader voor de ontwikkeling van de nieuwe woonwijk Reeverweg-West. In dit beeldkwaliteitsplan worden nadere richtlijnen gegeven met betrekking tot de inrichting van de openbare ruimte en de architectonische invulling van de locatie. De ambitie voor Reeverweg-West is het tot stand brengen van een hoogwaardig en samenhangend woon- en leefmilieu met een vriendelijke sfeer en een blijvende schoonheid in de beeldkwaliteit. Deze ambitie krijgt voor wat betreft de beeldkwaliteit een concrete vertaling in dit beeldkwaliteitsplan. Dit beeldkwaliteitsplan moet inspiratie leveren aan iedereen die bij de verdere ontwerp- en ontwikkelingsprocedures is betrokken om een mooie woonbuurt te realiseren. 1.2 Wat is beeldkwaliteit? Beeldkwaliteit richt zich op de verschijningsvorm, het beeld en de sfeer van de openbare ruimte en de gebouwen. De samenhang tussen de gebouwen onderling en tussen de gebouwen en de openbare ruimte bepaalt de gemeenschappelijke beeldkwaliteit van Reeverweg-West. Het beeldkwaliteitsplan Reeverweg-West vormt het referentiekader bij de verdere uitwerking en inrichting op het gebied van bebouwing en openbare ruimte. Het plan wordt daartoe als beleidskader door de gemeenteraad vastgesteld, waarmee het een bindende werking krijgt voor alle partijen. Onder de regie van het beeldkwaliteitsplan weten initiatiefnemers op voorhand welke kwaliteitseisen worden gesteld aan de uitwerking en inrichting van de openbare ruimte en van de bebouwing. Alle bouwplannen worden getoetst aan de in het plan vastgestelde richtlijnen. 1.3 Welstandsnota De Welstandsnota Lochem bevat geen welstandscriteria voor grotere (her)ontwikkelingsprojecten. Welstandscriteria voor dergelijke projecten kunnen namelijk niet worden opgesteld zonder dat er een concreet stedenbouwkundig plan aan ten grondslag ligt. Het beeldkwaliteitsplan vormt dan ook een aanvulling op de Welstandsnota Lochem en maakt ook deel uit van de Welstandsnota Lochem. Voor het beeldkwaliteitsplan gelden dan ook dezelfde regels als voor de welstandsnota: vaststelling in de vorm van 3

4 beleidsregels door de gemeenteraad, inspraak conform de gemeentelijke inspraakverordening en welstandscriteria die zijn toegespitst op het individuele bouwwerk en die specifieke aspecten van het bouwwerk normeren. Figuur 1- Ligging plangebied (bron: Google Earth) 4

5 2 STEDENBOUWKUNDIG ONTWERP 2.1 Locatie plangebied Het plangebied Reeverweg-West ligt aan de zuidwestkant van Harfsen en maakt momenteel nog onderdeel uit van het buitengebied. Het grootste deel van het gebied is in gebruik als landbouwgrond. Aan de noordkant wordt het plangebied begrensd door de Wilhelminalaan en de daaraan grenzende bebouwing. Aan de oostkant is de Reeverweg gelegen, met aan de overzijde daarvan een bosperceel. Aan de zuidkant is agrarische grond gelegen, met aan de Reeverweg enkele woningen. Zuidelijker gelegen ligt de Jufferdijk. Aan de westkant wordt het plangebied ook begrensd door agrarische gronden en bos. De ruimte ten zuidwesten van Harfsen, aan de westzijde van de Reeverweg, is vanwege de aanwezige grote en kleine bosjes visueel-ruimtelijk zeer gevarieerd. De beukenbomen langs de Jufferdijk vormen een fraaie begrenzing van dit gebied. De in het midden van het plangebied gelegen bosstrook blijft bij de planontwikkeling behouden. Figuur 2 - Plangebied rond Stedenbouwkundig ontwerp Voor Reeverweg-West is een stedenbouwkundig ontwerp gemaakt. Voorafgaan daaraan is een analyse van de omgeving van het plangebied gemaakt. Uit die analyse zijn een aantal ruimtelijke kenmerken gedestilleerd die betrokken zijn bij de ontwikkeling van het stedenbouwkundig ontwerp: De ruimte ten zuidwesten van Harfsen, aan de westzijde van de Reeverweg, is vanwege de aanwezige grote en kleine bosjes visueel ruimtelijk zeer gevarieerd. Langs de rand van de kern aan het plangebied, de Wilhelminalaan, is sprake van vrijstaande bebouwing bestaande uit één bouwlaag met een kap. Hierdoor is sprake van een transparante dorpsrand. De Reeverweg zorgt voor een verbinding met het omliggende buitengebied. Langs deze weg liggen aangrenzend aan het plangebied, woningen met één bouwlaag met een kap. Hoogwaardige kwaliteit van het buitengebied. 5

6 Figuur 3 - Bestaande structuur Harfsen op hoofdlijnen Uitgangspunt voor het ontwerp is de ontwikkeling van een nieuwe dorpsrand waarbij de beleving van de reeds aanwezige kwaliteiten zoals de bestaande groenstrook en het zicht op het buitengebied een belangrijke rol spelen. Het stedenbouwkundig plan heeft tevens tot doel een wijk te realiseren die een dorpse identiteit biedt in typologie, maat en schaal. Het plangebied kent een aantal bijzondere kwaliteiten waarmee rekening is gehouden bij de ontwikkeling van het stedenbouwkundig ontwerp: Groenstrook Centraal in het gebied bevindt zich een bosstrook met een breedte van 23 meter en een lengte van 160 meter. Deze zal worden gehandhaafd en kwalitatief worden verbeterd. Door de bosstrook zal een wandelpad worden aangelegd, daarnaast zal de strook aan de zuidoost kant worden uitgebreid met een groenstrook die wordt ingericht als speellocatie. Zicht op het buitengebied De aanwezige zichtlijnen vanuit het dorp op het buitengebied zullen als gevolg van de woningbouw grotendeels verdwijnen. Vanuit de nieuwe woonwijk zullen echter nieuwe zichtlijnen worden gerealiseerd, waardoor het buitengebied in het nieuwe plan voelbaar aanwezig blijft. Accenten Aan de noord- en zuidzijde van de bos-/groenstrook zal de openbare buitenruimte worden verbijzonderd door het realiseren van accenten in vorm en functie. Hierbij valt te denken aan een speelgelegenheid en een zitgelegenheid met uitzicht op het buitengebied. 6

7 Transparante dorpsrand De huidige dorpsrand kent een groen en transparant karakter. In het ontwerp zijn deze karakteristieken voor de nieuwe dorpsrand overgenomen. Tevens zal langs de bestaande bebouwingsrand, de Wilhelminalaan, geen aaneengesloten bebouwing (rijenwoningen) worden toegestaan. Hetzelfde geldt voor de Reeverweg, waar bovendien geen twee aaneen gebouwde woningen zijn toegestaan. Figuur 4 Ruimtelijke uitgangspunten Voor het plangebied is een stedenbouwkundige verkaveling gemaakt waarin de voorgaande uitgangspunten zijn verwerkt. Deze is weergegeven in figuur 5. Het stedenbouwkundige plan wordt gekenmerkt door transparante bebouwing langs de randen waardoor nieuwe zichtlijnen ontstaan. De 7

8 hoofdontsluiting van het gebied is centraal gelegen en loopt van de Reeverweg langs de bosstrook naar 3 ontsluitingen langs de Wilhelminalaan. In het midden van het plangebied wordt de groene bosstrook behouden en kwalitatief verbeterd. Bebouwingsopzet Het plan is om de vrijstaande woningen aan de randen van het plangebied te realiseren. Tegen de westzijde van de bestaande bosstrook worden de twee aaneen gebouwde woningen in twee bouwlagen met een kap gerealiseerd. Hetzelfde geldt voor de Wilhelminalaan. In het middengebied tussen de Wilhelminalaan en de oostzijde bosstrook worden de meer aaneen gebouwde woningen gerealiseerd. Het gaat hier steeds om korte rijtjes tot maximaal 6 woningen. In het plangebied worden geen appartementen gerealiseerd. Het bestemmingsplan laat enige ruimte voor flexibiliteit bij de planontwikkeling om in te spelen op recente ontwikkelingen in de vraag naar woningen. Wel liggen er een aantal zaken vast: - Het maximale aantal woningen bedraagt Langs de Wilhelminalaan en aan de westzijde van de bosstrook zijn uitsluitend twee aaneen gebouwde woningen en vrijstaande woningen toegestaan. - Langs de Reeverweg en de nieuwe dorpsrand zijn uitsluitend vrijstaande woningen in één bouwlaag met kap toegestaan. - Rijwoningen zijn uitsluitend toegestaan in de zijstraten vanaf de Wilhelminalaan en aan de oostzijde van de bosstrook. Dorpse sfeer In het plangebied wordt een dorpse sfeer beoogd. Daarbij hoort een beeldtaal van de architectuur die uitdrukking geeft aan deze sfeer. Individualiteit, kleinschaligheid en diversiteit zijn daarbij belangrijke thema s. Dit leidt tot een afwisselend beeld. Door overeenkomsten in vormentaal, detaillering en materiaalgebruik en de inrichting van de openbare ruimte wordt een harmonieus beeld beoogd. Kenmerken van een dorpse sfeer: Relatief kleine bebouwingskorrel met wisselende maten in frontbreedte en bebouwingshoogte; Meer losse bebouwing dan aaneengesloten bebouwing; Weinig herhaling van gelijkvormige bouwblokken; Bomen en overig groen in het straatbeeld, ondersteund door een groene afscheiding van voortuinen; Voortuinen met variërende diepte (verspringing in de voorgevelrooilijn); Ook bebouwing bestaande uit één lag met kap; Wisselende nokrichtingen; Variatie in architectonische expressie die het kleinschalige benadrukt. 8

9 Figuur 4 Stedenbouwkundig plan 9

10 10

11 3 BEELDKWALITEITSEISEN De kwaliteit en de sfeer die met het stedenbouwkundige ontwerp wordt beoogd zullen in dit hoofdstuk vertaald worden in kwaliteitseisen voor de architectuur, en de inrichting van de woonomgeving. Met behulp van deze beeldkwaliteitseisen weten initiatiefnemers welke eisen zullen worden gesteld aan de uitwerking en inrichting van de openbare ruimte en van de bebouwing. Tevens zullen de bouwplannen aan deze eisen worden getoetst. Om deze beeldkwaliteitseisen te kunnen opstellen is het gebied onderverdeeld in drie deelgebieden waarvoor verschillende beeldkwaliteitseisen gelden: Dorpsrand; Middengebied; Wilhelminalaan/Reeverweg; Flexibel bouwconcept Het plan beoogt in hoge mate gehoor te geven aan de wensen van de consument. In het plan is dan ook ruimte voor particulier opdrachtgeverschap en geregisseerd particulier opdrachtgeverschap. Geregisseerd particulier opdrachtgeverschap houdt in dat mensen onder begeleiding en vanuit een aantal vooraf vastgestelde opties ten aanzien van de opbouw van de woning een huis samenstellen. De architect en de bouwer liggen daarbij vast. Om de consument ruimte te geven om zijn woonwensen te realiseren, is zowel in het bestemmingsplan als in dit beeldkwaliteitsplan zoveel mogelijk ruimte geboden. Onder andere door geen rooilijnen en maximale goothoogten te benoemen. Dit geldt echter niet voor de woningen aan de rand van het plangebied. Om duidelijk vorm te geven aan deze nieuwe dorpsrand zijn hier meer kaders gesteld. 3.1 Dorpsrand De dorpsrand bestaat uit de woningen grenzend aan het buitengebied. Deze woningen hebben voor het merendeel direct zicht op het buitengebied. Doelstelling binnen dit gebied is een nieuwe dorpsrand te realiseren die aansluit op het dorpse karakter van de omgeving. Programma Binnen dit deelgebied worden maximaal 27 woningen gerealiseerd. Daarbij gaat het om 14 twee-onder-één kap woningen en 13 vrijstaande woningen. 11

12 Figuur 6 de dorpsrand 12

13 Beeldkwaliteitseisen Dorpsrand Massa Ten aanzien van de massa van de bebouwing zijn de volgende beeldkwaliteitseisen gesteld: De woningen hebben een eenvoudige hoofdvorm; Geen blinde gevels op de koppen maar een verbijzondering door de zijgevel te behandelen als een voorgevel Om het dorpse karakter te realiseren worden de woningen, grenzend aan het buitengebied, uitgevoerd in één laag met kap; De overige woningen mogen in twee lagen met een kap worden uitgevoerd. De woningen hebben een wisselende oriëntatie waarbij de langsgevel of de kopgevel naar de straat is gericht; daarbij wisselt ook de kaprichting; Voorgevelrooilijn en zijdelingse perceelsgrenzen Bebouwing ligt met de voorgevel gericht op de openbare buitenruimte. De afstand van de voorgevel tot de openbare buitenruimte is minimaal 3 meter; Een wisselende rooilijn is toegestaan; Vrijstaande woningen staan duidelijk vrij van beide zijdelingse perceelgrenzen; Twee-onder-één-kap woningen staan vrij van één van beide perceelgrenzen. Bijgebouwen Bijgebouwen, aan- en uitbouwen zijn in volume ondergeschikt aan de woning en zijn in dezelfde stijl als de woning vormgegeven. Bijgebouwen, aan- en uitbouwen zijn voorzien van een van de woning afgeleide kapvorm. Grens openbaar - privé De overgang van openbaar naar privé wordt aan de voorzijde van de woning en in geval van de zijtuinen vormgegeven door een groene erfafscheiding in de vorm van een haag van maximaal 1 meter hoog. Materialisatie De architectuur is van een tijdloze en duurzame aard met een sterk plaatsgebonden identiteit. De bebouwing sluit aan bij de sfeer van het buitengebied; De hoofdmassa van de woningen bestaat uit natuurlijke materialen. Detailleringen mogen niet de overhand krijgen; De bergingen zijn qua materiaal en kleur in relatie tot de hoofdbebouwing vormgegeven; Kleuren en materialen dienen enerzijds de diversiteit te garanderen en anderzijds in balans met elkaar zijn. Geen schreeuwerige kleuren of kunstmatige materialen maar pure en traditionele materialen. Materialen die de relatie met het groene omgeving versterken. 13

14 Parkeren op eigen erf is voorzien in minimaal 1 parkeerplaats; garages staan tenminste 3 meter achter de voorgevelrooilijn; overig parkeren op de ingerichte vakken in het openbaar gebied (langsparkeren). Figuur 5 Referentiebeelden dorpsrand 14

15 3.2 Middengebied Het middengebied bevindt zich aan de openbare groenstrook in het midden van het plangebied. De helft van de woningen binnen dit gebied hebben direct zicht op groenstrook en zijn daarmee vrij gelegen. De andere helft van de woningen ligt in de woonstraten. Programma: In het middengebied worden maximaal 28 woningen gerealiseerd, waarvan naar verwachting 26 rijwoningen en 2 twee-onder-één-kap woningen. In de zijstraten ontwikkelt IJsseldal Wonen mogelijk 6 levensloopbestendige huurwoningen. Beeldkwaliteitseisen Middengebied Massa De woningen hebben een eenvoudige hoofdvorm en vormen per blok een gezamenlijk ensemble; De hoofdmassa van de woningen bestaat uit maximaal drie lagen; geen blinde gevels op de koppen maar een verbijzondering door de zijgevel te behandelen als een voorgevel; De woningen hebben een zadeldak met de nok parallel aan (langskap) of loodrecht op (dwarskap) de straat, dan wel een plat dak.; De langskap bij de rijwoningen wordt op enkele plaatsen onderbroken door een dwarskap. Voorgevelrooilijn en zijdelingse perceelsgrenzen Bebouwing ligt met de voorgevel gericht op de openbare buitenruimte. De afstand van de voorgevel tot de openbare buitenruimte is minimaal 3 meter. Een wisselende rooilijn is niet toegestaan. Bijgebouwen Bijgebouwen, aan- en uitbouwen zijn duidelijk in volume ondergeschikt aan de woning en zijn in dezelfde stijl als de woning vormgegeven en hebben dezelfde materialisering. Grens openbaar - privé De overgang van openbaar naar privé wordt aan de voorzijde en in geval van zijtuinen van de woning vormgegeven door een groene erfafscheiding in de vorm van een haag van maximaal 1 meter hoog; Materialisatie De hoofdmassa van de woningen bestaat uit baksteen; De bergingen zijn qua materiaal en kleur in relatie tot de hoofdbebouwing vormgegeven; Natuurlijke dan wel natuurlijk ogende materialen. Parkeren Parkeren gebeurt op de ingerichte vakken in het openbaar gebied (langsparkeren). 15

16 Figuur 8 Het middengebied 16

17 Figuur 9 - Referentiebeelden middengebied 17

18 3.3 Wilhelminalaan/Reeverweg De woningen aan de Wilhelminalaan grenzen aan een ruim opgezet woongebied met bungalows bestaande uit één bouwlaag met kap. Het geheel van deze wijk heeft een groene uitstraling waarbij het parkeren vooral op eigen erf plaatsvindt. De woningen aan de Reeverweg hebben zicht op een groen bosgebied en maken deel uit van de over het algemeen vrijstaande bebouwing langs de Reeverweg. Langs de Reeverweg vindt het parkeren op eigen erf plaats. Programma: Het programma van dit deelgebied bestaat uit maximaal 15 woningen. Langs de Reeverweg worden naar verwachting 3 vrijstaande woningen gerealiseerd en langs de Wilhelminalaan 12 twee-onder-één kap woningen. Beeldkwaliteitseisen Wilhelminalaan/Reeverweg Massa De woningen hebben een eenvoudige hoofdvorm en vormen langs de Wilhelminalaan een gezamenlijk ensemble; Wilhelminalaan: de hoofdmassa van de woningen bestaat uit maximaal twee lagen met kap; Reeverweg: de hoofdmassa van de woningen bestaat uit één laag met een kap; Geen blinde gevels op de koppen maar een verbijzondering door de zijgevel te behandelen als een voorgevel; De woningen hebben een zadeldak met de nok parallel aan of loodrecht op de straat. Voorgevelrooilijn en zijdelingse perceelgrenzen Bebouwing ligt met de voorgevel gericht op de openbare buitenruimte. De afstand van de voorgevel tot de openbare buitenruimte is minimaal 3 meter; Een wisselende rooilijn is toegestaan; Vrijstaande woningen staan duidelijk vrij van beide zijdelingse perceelgrenzen; Twee-onder-een-kap woningen staan vrij van één van beide perceelgrenzen. Bijgebouwen Bijgebouwen, aan- en uitbouwen zijn duidelijk in volume ondergeschikt aan de woning en zijn in dezelfde stijl als de woning vormgegeven en hebben dezelfde materialisering. Grens openbaar - privé De overgang van openbaar naar privé wordt aan de voorzijde en in geval van zijtuinen van de woning vormgegeven door een groene erfafscheiding in de vorm van een haag van maximaal 1 meter hoog. Materialisatie De architectuur is van een tijdloze en duurzame aard met een sterk plaatsgebonden identiteit. Er wordt nadrukkelijk gezocht naar een dorpse uitstraling aansluitend op de omgeving. 18

19 De hoofdmassa van de woningen bestaat uit baksteen; De bergingen zijn qua materiaal en kleur in relatie tot de hoofdbebouwing vormgegeven; Natuurlijke dan wel natuurlijk ogende materialen. Parkeren Op eigen erf is voorzien in minimaal 1 parkeerplaats; Garages staan tenminste 3 meter achter de voorgevelrooilijn; Overig parkeren op de ingerichte vakken in het openbaar gebied (langsparkeren). Figuur 10 Reeverweg/Wilhelminalaan 19

20 Figuur 11 Referentiebeelden Wilhelminalaan Figuur 12 - Referentiebeelden Reeverweg 20

21 3.4 Inrichting openbare ruimte Een van de hoofdaspecten van het ontwerp is de relatie met het groen en het buitengebied. De materiaalkeuze sluit aan op deze sfeer en ondersteunt de groene en informele sfeer van de wijk. Zoals groene hagen als erfafscheiding in plaats van houten hekwerken, en gebakken klinkers in plaats van asfalt. Dit heeft consequenties voor het openbare groengebied, de profielen, de erfafscheidingen, en de groenvoorzieningen. Het openbare groengebied In het middengebied bevindt zich een bosstrook die wordt gehandhaafd en kwalitatief wordt verbeterd. Binnen de groenstrook zal tevens een speellocatie worden gerealiseerd. Bij het ontwerp van deze speellocatie dient de natuurlijke speelomgeving als hoofduitgangspunt te worden gebruikt en dient er één samenhangend geheel tussen de bosstrook en de speellocatie te ontstaan. Bij de materialisatie dient dit uitgangspunt een belangrijke rol te spelen. Dat betekent dat er zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van natuurlijke materialen. Figuur 6 Impressie openbaar groengebied 21

22 Bij de verbetering van het openbare groengebied worden de volgende uitgangspunten aangehouden: a) Er wordt een strook met een breedte van circa 3 meter, gemeten vanaf de bomen die aan de rand van de bosstrook liggen, rondom het gebied aangehouden ter bescherming van het wortelpakket van de bomen. b) Afscheiding tussen groengebied en openbare weg gebeurt door middel van een hoge trottoirband. c) Er wordt een wandelpad dwars door het groengebied aangelegd. d) De beide woongebieden in het plangebied worden met elkaar verbonden door de aanleg van 2 wandelpaden door het groengebied. e) Het groengebied wordt aan de zuidzijde uitgebreid met een groenstrook welke mogelijk mede wordt gebruikt als waterberging/wadi. Figuur 14: impressie van een wadi 22

23 Verkeersprofielen In de wijk wordt gebruik gemaakt van twee profielen. In het eerste profiel ligt de nadruk op de doorgaande functie dat wil zeggen dat de breedte van de rijbaan groter is en dat in dit profiel niet wordt geparkeerd. In het tweede profiel ligt de nadruk minder op de doorgaande maar meer op de verblijfsfunctie. Het profiel is daarom minder breed en er ligt meer nadruk op het parkeren. In dit profiel is sprake van tweezijdig parkeren afgewisseld door laanbeplanting. Het parkeren vindt bij de vrijstaande woningen en tweeonder-één kap woningen zoveel mogelijk op eigen erf plaats. Hierbij wordt uitgegaan van opstelplekken op eigen erf. Bij de rijwoningen wordt er in de openbare buitenruimte geparkeerd. De bestrating wordt in beide profielen uitgevoerd in gebakken materiaal in rood- of Figuur 15 - Locatie profielen bruintinten. De rijbaan, het trottoir en de parkeerplaatsen bestaan uit het zelfde materiaal maar worden in een ander verband uitgevoerd. De rijbaan en de parkeervakken worden door een niveauverschil van het trottoir gescheiden. De laanbeplanting in het tweede profiel dient het groene karakter van de wijk te benadrukken. 23

24 Figuur 16 Profiel 1 Figuur 77 Profiel 2 24

25 1. Ontsluitingswegen a) De insteekwegen vanaf de Wilhelminalaan krijgen een breedte van 4,5 meter. b) De doodlopende wegen aan de westzijde krijgen een breedte van 4,20 meter. c) De centrale ontsluitingsweg krijgt vanaf de Reeverweg een breedte van 5,5 meter. d) De westelijke ontsluiting krijgt een breedte van 4,5 meter. e) De ontsluiting richting de twee in het noordwesten van plangebied gelegen woningen dient 3,5 meter breed te zijn. Tevens dient rekening gehouden te worden met een afsluitende haag tegen buitengebied. f) De centrale ontsluitingsweg wordt voorzien van uitstulpingen ter plaatse van de kruising met de zijstraten, mede ten behoeve van opstelplaats vuilcontainers. g) De zijwegen worden voorzien van parkeerstroken en trottoirs, beiden met een breedte van 2,0 meter; h) De centrale ontsluitingsweg wordt voorzien van een parkeerstrook met een breedte van 2,5 meter zodat er voldoende ruimte is om uit te stappen. i) Aansluiting van het wandelpad door de centrale groenstrook op de trottoirs gebeurt bij de hoofdingang door middel van een verhoogd kruisingsvlak. j) De parkeerplaatsen ter plaatse van de entree aan de Reeverweg komen aan de westzijde, tegen de woningen. k) De achtertuinen van de rijenwoningen zijn via een achterpad toegankelijk. 2. Groen a) In de zijstraten worden op de hoek met de Wilhelminalaan bomen geplant. Ook op andere plekken worden tussen de openbare parkeerplaatsen bomen aangebracht. Vooralsnog wordt gedacht aan sierfruitbomen. b) Voor- en zijtuinen worden afgescheiden van de openbare ruimte door middel van hagen van streekeigen beplanting, zoals veldesdoorn. c) Het uitgangspunt is om de transparantie naar het buitengebied te waarborgen en de ontwikkeling van een harde rand te voorkomen. Bij de tuinbestemming die aansluit op het buitengebied zijn daarom hoge schuttingen en bijgebouwen niet toegestaan. De overgang tussen woonwijk en buitengebied dient natuurlijk te zijn en om deze reden worden lage erfafscheidingen en open hekjes toegepast. Figuur 8 - Veldesdoorn 25