Nijmegen: Energie aan zet!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nijmegen: Energie aan zet!"

Transcriptie

1 Nijmegen: Energie aan zet! Analyse energieverbruik 2016 en periode van de gebouwde omgeving Besparen Duurzame opwek Gemeente Nijmegen Mei 2017

2 Colofon Opgesteld door: Simone Ploumen & Paul Erades Bureau Leefomgevingskwaliteit In opdracht van Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Fysieke kenmerken woningen en bedrijven Aantal bedrijven en woningen Aantal inwoners Huur en koop woningen Verschillende functies bedrijven Verschillende woningtypes Bouwouderdom van panden Sloop en bouw van panden in de periode Energielabel woningen Collectieve verwarming Elektraverbruik Verdeling zakelijk en particulier Zakelijk per buurt Particulier per buurt Particulieren gemiddeld verbruik Particulieren verbruik per m Gasverbruik Verdeling tussen particulier en zakelijk Particulier per buurt Particulieren verbruik per m Particulieren gemiddeld Zakelijk per buurt Warmteverbruik Totaal verbruik gas, elektra en warmte Dynamiek in verbruik Elektra: Veranderingen in verhouding particulier en zakelijk Elektra: Veranderingen per wijk Gas: Veranderingen in verhouding particulier en zakelijk Gas: Veranderingen per wijk Energie opwek Conclusies... 27

4

5 1 Inleiding Fossiele brandstoffen worden schaarser. Het winnen en gebruik van deze fossiele brandstoffen leveren verontreinigingen aan het milieu. Hierdoor is het zaak anders om te gaan met energie. Dit kan door een zogenaamde energietransitie door minder energie te gaan gebruiken (besparing) en het gebruiken van duurzame energie. Op landelijk niveau voorziet het Nationaal Energieakkoord (oktober 2013) in een energietransitie tussen nu en 2050 en schrijft voor dat gemeenten een ruimtelijke visie hierop moeten gaan ontwikkelen. De landelijke doelstelling is om in 2050 energieneutraal te zijn. Voor onze stad willen we dit proces versnellen en al in 2045 energieneutraal zijn. Energieneutraal: Op jaarbasis wordt voor onze stad of regio per saldo evenveel energie duurzaam opgewekt als afgenomen. Om in 2045 een energie neutrale stad te kunnen zijn, is er veel nodig op het gebied van energiebesparing en toepassing van duurzame energie. Hoe deze energietransitie in de praktijk over de stad uitgerold wordt, heeft nadere invulling en sturing nodig. Zonder sturing bestaat het risico dat duurzame energie-initiatieven over elkaar heen duikelen en elkaar beconcurreren. Duurzame energieinfrastructuur wordt mogelijk naar de verkeerde locaties gelegd of duurzame energiebronnen blijven onbenut. 1

6 Hoe deze energietransitie in de praktijk over de stad uitgerold wordt, wordt beschreven in het uiteindelijke energieplan. Het energieplan geeft een strategie om de bestaande voorraad te verduurzamen en de toekomstige energie-infrastructuur hier op af te stemmen. De strategie omvat een visie waar, wat mogelijk is, onder welke condities en op welke termijn op het gebied van besparen en opwekken. Voordat een strategie opgesteld kan worden, is inzicht nodig in de huidige energievraag, zoals in dit basisplan uitgewerkt is. Dit rapport Energie aan zet! bestaat uit twee delen: een op hoofdlijnen en een technisch achtergrondrapport. Energie aan zet geeft op wijkniveau inzicht in de bestaande voorraad, het bestaande verbruik en de bestaande energie-infrastructuur en inzicht in de mogelijkheden op het gebied van besparen en opwekken. Op basis van de analyse van de stedelijke energievraag kan de toekomstige ruimtelijke invulling en lange-termijn-planning van de duurzame energie infrastructuur bepaald worden. In de Energieagenda Naar een CO 2 -arme energievoorziening van het Ministerie van Economische Zaken, van 7 december 2016, wordt gesteld dat we naar een drastische reductie van het gebruik van fossiele energie gaan, tot dichtbij nul in het jaar Het beeld voor 2050 is dat elektriciteit duurzaam wordt opgewekt, gebouwen voornamelijk worden verwarmd door aardwarmte en elektriciteit, bedrijven hun productieprocessen hebben aangepast, er wordt niet langer op aardgas gekookt en er rijden vrijwel alleen maar elektrische auto s. Gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid en de noodzakelijke bevoegdheden om op lokaal niveau te besluiten over de lokale energievoorziening. Gemeenten moeten zorgen voor een slimme planning en een duidelijke regie, waarvoor inzicht nodig is op de besparingsmogelijkheden en duurzame alternatieven. Inzicht hierin kan pas als de opgave in kaart gebracht is. 2

7 2 Fysieke kenmerken woningen en bedrijven In dit hoofdstuk worden de fysieke kenmerken van woningen en bedrijven in Nijmegen besproken. Het gaat daarbij om aantallen, oppervlaktes, ouderdom, gebouwtypes en functies. Hierbij zijn onder andere de vragen gesteld: Hoeveel bedrijven en huizen heeft Nijmegen Hoe is de verdeling hiervan over de buurten Hoe is de ouderdomsverdeling van panden over Nijmegen Wat voor functies kennen panden in Nijmegen Als basis wordt de wijkindeling van Nijmegen aangehouden, als volgt in alfabetisch overzicht de 44 wijken en de ligging ervan in kaart. Wijk Aldenhof Goffert Hengstdal Neerbosch-Oost 't Acker Altrade Groenewoud Heseveld Neerbosch-West 't Broek Benedenstad Grootstal Hunnerberg Nije Veld Tolhuis Biezen Hatert Kerkenbos Oosterhout Vogelzang Bijsterhuizen Hatertse Hei Kwakkenberg Ooyse Schependom Weezenhof Bottendaal Haven- en industrieterrein Lankforst Ressen Westkanaaldijk Brakkenstein Hazenkamp Lent St, Anna Wolfskuil De Kamp Hees Malvert Staddijk Zwanenveld Galgenveld Heijendaal Meijhorst Stadscentrum 3

8 2.1 Aantal bedrijven en woningen Nijmegen bezit in totaal ruim verblijfsobjecten (2015). Het overgrote deel, 94 %, van de verblijfsobjecten zijn woonobjecten. Verblijfsobject: een woning (bijvoorbeeld rijtjeswoning, vrijstaande woning, flatwoning in een flat, een studentenkamer) of een bedrijf (fabriekshal of een bedrijf in een bedrijfsverzamelgebouw). Een pand kan bestaan uit één verblijfsobject (een woning) of uit meerdere verblijfsobjecten (bv een flatgebouw, boven-/benedenwoning, bedrijfsverzamelgebouw). Er is ook gekeken naar het totale oppervlak van de verblijfsobjecten in Nijmegen. In de tabel staat ook een totaal dakoppervlakte van alle panden in Nijmegen, berekend aan de hand van het oppervlakte van de grond waar het pand op staat en uit te gaan van een (horizontaal) plat dak (2015). Functie verblijfsobjecten Aantal verblijfsobjecten % oppervlakte verblijfsobject Totaal (m 2 ) Wonen Bedrijf Totaal Totaal dak opp. (m 2 ) (obv plat dak) Aantal inwoners In de bijna woonobjecten wonen mensen (2015). De inwoners zijn als volgt over de wijken verdeeld. 4

9 2.3 Huur en koop woningen Onderstaande kaart en grafiek geeft de ligging van de woningen van de woningbouwcorporaties en het aantal woningen huur/koop per wijk. Zwanenveld Wolfskuil Westkanaaldijk Weezenhof Vogelzang Tolhuis 't Broek 't Acker Stadscentrum Staddijk St. Anna Ressen O. Schependom Oosterhout Nije Veld Neerbosch-West Neerbosch-Oost Meijhorst Malvert Lent Lankforst Kwakkenberg Kerkenbos Hunnerberg Heseveld Hengstdal Heijendaal Hees Hazenkamp Haven-terrein Hatertse Hei Hatert Grootstal Groenewoud Goffert Galgenveld De Kamp Brakkenstein Bottendaal Bijsterhuizen Biezen Benedenstad Altrade Aldenhof huur koop onbekend

10 2.4 Verschillende functies bedrijven In Nijmegen zijn er bedrijfsverblijfsobjecten aanwezig (2015). Binnen de bedrijven worden 9 functies onderscheiden met een bijbehorend vloeroppervlak. Functie Aantal Aantal in % Vloeroppervlak totaal (m 2 ) Vloeroppervlak totaal ( %) Bijeenkomst , ,7 Gezondheidszorg 187 3, ,2 Industrie , ,6 Kantoor , ,8 Logies 66 1, ,9 Onderwijs 210 3, ,1 Overig gebruik 332 5, ,8 Sport 88 1, ,6 Winkel , ,3 Totaal De bedrijfspanden bestaan met name uit industriepanden en winkelpanden. Het blijkt dat het grootse deel van het vloeroppervlak bij industriepanden ligt. De grootste panden betreffen onderwijspanden (afgeleid uit het grote verschil tussen het percentage in aantal en totale vloeroppervlak onderwijs). In onderstaande kaart zijn de bedrijven met hun gebruik weergegeven. 6

11 2.5 Verschillende woningtypes In Nijmegen zijn bijna woon-verblijfsobjecten (2015) die kunnen worden opgedeeld in 10 woningtypes. Kort gezegd bestaat ruim de helft uit grondgebonden woningen en een kwart uit wooneenheden in een flat. Woningtype Aantal % Totaal vloeroppervlak (m 2 ) Gemiddeld vloeroppervlak (m 2 ) Totaal vloeroppervlak (%) Grondgebonden woningen , Vrijstaande woning , ,55 2-onder-1-kap woning , ,30 Rijtjes- en hoekwoning , ,09 Woning in aanbouw 480 0, ,62 Bouwgrond woning 516 0, ,77 Niet-grond gebonden of gedeelde , woningen Appartement , ,62 Benedenwoning , ,47 Bovenwoning , ,73 Flat , ,33 Maisonnette , ,53 Totaal Als we kijken naar de verdeling van woningen, SSHN, tehuizen, woonschepen en woonwagen over de stad, is dit per wijk als volgt. 7

12 2.6 Bouwouderdom van panden De woningen en bedrijven hebben verschillende bouwouderdommen. Over het algemeen geldt dat hoe ouder de bouw, hoe lager de isolatiewaarde van het pand. Daarom is het goed om inzicht te hebben in de verdeling van de bebouwing in Nijmegen de verschillende bouwperioden. De periodes komen overeen met de perioden gebruikt bij de bepaling van de energielabels (A t/m G). In onderstaande grafiek is per bouwperiode het vloeroppervlakte van wonen en bedrijven gegeven. Het grootste deel van de m 2 voor wonen dateert van voor Dat van bedrijven uit Het aantal bedrijfspanden uit de periode is kleiner dan het aantal van voor 1945, maar de panden uit zijn gemiddeld genomen veel groter Bedrijven Wonen Vloeroppervlakte (m 2 ) < >2000 Als we kijken naar de aantallen bedrijven en woningen (in 2015), is de verdeling zo dat het grootste deel van alle woningen en bedrijven ouder zijn dan Wat verder opvalt is dat in de periode meer huizen gebouwd zijn dan in in de periode voor 1945, maar het totale woonvloeroppervlakte in de periode is kleiner dan voor 945. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de opkomst van de gestapelde bouw (flats) na Ouderdom periode Aantal bedrijfsobjecten Aandeel in totaal (%) Aantal woonverblijfsobjecten Aandeel in totaal (%) < , , , , , , , , , , , ,94 > , ,21 Totaal ,00 Geconcludeerd kan worden dat bij een energiebesparing bij woonhuizen met name de groep voor 1945 aangepakt moet worden, door het grote aandeel in zowel aantal als vloeroppervlak. Voor de bedrijfspanden moet de energiebesparing zich richten op panden uit de periode , door de grote vloeroppervlakten. 8

13 De panden van voor 1945 zijn met rood op onderstaande kaart aangegeven. Bouwjaar: < >2000 9

14 2.7 Sloop en bouw van panden in de periode Het aantal panden en het gebruik ervan in de stad is een dynamisch proces. Inzicht in het verloop in sloop en nieuwbouw in de verschillende wijken is nuttig, omdat het verklaard waarom in bepaalde wijken, in bepaalde jaren een toe of afname in het verbruik te zien is. Voor de sloop en nieuwbouw is gekeken naar de periode , aangezien voor die periode gegevens beschikbaar zijn en het doel energieneutraliteit gesteld is in Per wijk het oppervlakte (m 2 ) bouw en sloop voor woningen en bedrijven Nieuwbouw Bouw_bedrijf Bouw_woning Sloop_bedrijf Sloop_woning Sloop Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld De meeste sloop heeft plaats gevonden in de wijken Biezen, Goffert, Hatert, Havengebied, Lent en Neij Veld. Er is met name nieuw gebouwd in de wijken Biezen, Hatert, Lent en Stadscentum. In de wijken Aldenhof, Bijsterhuizen, Hatertse hei, Lankforst, Malvert Meijhorst, Ooyse Schependom, t Broek, Tolhuis, Vogelenzang en Weezenhof hebben nauwelijks ontwikkelingen plaatsgevonden. 10

15 2.8 Energielabel woningen Alle woningen hebben via de overheid een energielabel gekregen. Voor bedrijfspanden is dat niet gedaan. Voor iedere woning is op basis van het woningtype en bouwjaar een indicatief label vastgesteld. Door een onderzoek van de woning kan een definitief label verkregen worden. Het grootste deel van labels voor Nijmegen is indicatief (80%, 2014). Bij een indeling naar bouwjaren en labels, blijkt dat het labelinzicht grotendeels met de bouwjaren overeenkomst. Nijmegen heeft met name woningen met een indicatief label C/D en indicatief label E/F/G. Label aantal label bouwjaar aantal bouwjaar A+/A/B > C/D E/F/G < De labelverdeling en een prognose in labelsprongen van indicatieve labels wordt door het grote indicatieve karakter bij berekeningen niet gehanteerd. Er kan wel rekening gehouden worden met definitieve labels. De woningen in bezit van corporaties hebben een definitief label. De woningen met een definitief label zijn over Nijmegen als volgt verdeeld: A B C D E F G

16 2.9 Collectieve verwarming Een aantal grote woongebouwen hebben een zogenaamde blokverwarming. Dat betekent dat de woning geen eigen CV ketel heeft maar dat de warmte voor het gehele gebouw via één centrale verwarmingsketel wordt geleverd. Een blokverwarming zit vaak in de wat grotere flatgebouwen. Op onderstaande kaart is de ligging van de panden met blokverwarming in Nijmegen zien: De blokverwarmingen kennen andere oplossingen bij een energietransitie dan losse CV-ketels. De blokverwarmingen vormen daarom een aparte groep in de energietransitie. 12

17 3 Elektraverbruik Nijmegen heeft bijna woningen, bijna bedrijfsobjecten en ruim inwoners (2015). Maar wat is het totale verbruik aan gas en elektra in heel Nijmegen (in 2016)? Welke spreiding is er in het verbruik tussen wijken onderling en welke verdeling is er tussen bedrijven en woningen. Het totale verbruik aan elektra voor de hele stad Nijmegen bedraagt in 2016: kwh * = 3,2 PJ *) Inclusief verbruik van NXP (0,48 PJ). Als we kijken naar het verbruik per wijk dan is het totale elektra verbruik het hoogst in de wijken Biezen, Goffert, Havengebied, Heijendaal, Stadscentrum en Westkanaaldijk. Voor heel Nijmegen valt op dat het totale zakelijk elektra verbruik veel hoger is dan het particuliere verbruik. Totale elektra verbruik (kwh/jr) per wijk (2016) onderverdeeld naar particulier en zakelijk elektra_part elektra_zak 0 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld 13

18 3.1 Verdeling zakelijk en particulier Het totale verbruik van kwh is (in 2016) als volgt verdeeld over particulieren en zakelijk: Elektra particulier zakelijk Totaal jaarlijks verbruik (kwh) Percentage Het overgrote deel van het totale Nijmeegse elektraverbruik ligt bij de zakelijke verbruikers. In zowel besparing als verduurzaming van elektra, zullen met name de zakelijke verbruiker een energietransitie kunnen maken. 3.2 Zakelijk per buurt Het elektra-verbruik in Nijmegen komt met name door zakelijk verbruik. Als we kijken naar de top 10 verbruikende wijken in dit zakelijke verbruik is dat als volgt (2015). De wijken Goffert en Heijendaal maken gezamenlijk ruim 30% uit van het totale Nijmeegse elektriciteitsverbruik. Buurt Elektra zakelijk % van totale verbruik 1 Goffert ,3 2 Heijendaal ,3 3 Haven- en industrieterrein ,8 4 Stadscentrum ,6 5 Westkanaaldijk ,0 6 Biezen ,1 7 Kerkenbos ,7 8 Nije Veld ,2 9 Groenewoud ,2 10 Lent ,1 3.3 Particulier per buurt Het elektra-verbruik in Nijmegen door particulieren kent op het totaal een geringe bijdrage. Om toch een rangorde aan te kunnen brengen naar invloed per wijk is gekeken naar welke wijken in totaliteit het meeste verbruiken, welke wijken het hoogste gemiddelde verbruik per woning hebben en welke wijken het hoogte verbruik per bewoner hebben. Het hoogte totale verbruik per wijk: Lent en Hatert. Het grootste elektraverbruik per woning: Oosterhout en Lent. Het hoogste elektraverbruik per inwoner: Kwakkenberg en Benedenstad. 14

19 3.4 Particulieren gemiddeld verbruik Het gemiddelde verbruik van een Nijmeegs huishouden voor 2015 is kwh/jaar. Het landelijk gemiddeld elektraverbruik volgens CBS ligt in 2014 op kwh/jaar. Hoewel het CBS-cijfer niet voor 2015 is, is het Nijmeegse gemiddelde verbruik net wat lager. De verdeling van het gemiddeld elektra verbruik (kwh) van particulieren is als volgt: Het blijkt dat 95 % van alle huishoudens een verbruik hebben dat ligt tussen de 907 en kwh/jaar. De meeste huishoudens hebben een verbruik rondom het gemiddelde. 3.5 Particulieren verbruik per m 2 Het gemiddelde verbruik per m 2 vloeroppervlakte is 25,9 kwh is. Het verbruik per m 2 kent een grote spreiding, wat verklaard wordt door gedrag en woningtype. Zo kent een vrijstaande woning het minste verbruik per m 2. Energieverbruikers als een wasmachine, wasdroger, vaatwasser zijn eenmalig in een woning aanwezig, maar deze huizen kennen een groter oppervlakte. Een flat verbruikt het meeste elektra per m 2, door het lagere vloeroppervlakte (gemiddeld 75 m 2 ) bij waarschijnlijk evenveel energie verbruikende apparaten (inclusief een elektrische boiler voor warm tapwater). De verdeling van het verbruik van elektra (kwh) per m 2 per woningtype is als volgt: Aantal kwh/m 2 appartement flat twee onder 1 kap woning bovenwoning totaal 15

20 4 Gasverbruik Het totale Nijmeegse verbruik aan gas in 2016 bedraagt: m 3 = 6,01 PJ Als we een indeling maken naar het totale gasverbruik per wijk (m 3 /jr), dan is het verbruik in de wijken Goffert, Havengebied, Heijendaal en Stadscentrum het hoogst gas_part gas_zak Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld Het verschil tussen woonwijken en wijken met hoofdzakelijk zakelijke verbruikers, komt duidelijk naar voren: Bijsterhuizen, Goffert, Havengebied, Heijendaal en Stadscentrum kennen een laag particulier verbruik. 4.1 Verdeling tussen particulier en zakelijk Bij de verdeling in het verbruik tussen particulieren en bedrijven blijkt dat bedrijven en particulieren ongeveer even veel in totaliteit verbruiken (in 2016). Gas particulier zakelijk Totaal jaarlijks verbruik (m3) Percentage Particulieren gebruiken gas voor ruimteverwarming, warm water en kookgas. Zakelijk wordt gas naast ruimteverwarming en warm water ook gebruikt voor bijvoorbeeld stoomproductie en andere productieprocessen. 16

21 4.2 Particulier per buurt Als we kijken naar waar particulieren in Nijmegen een hoog gebruik kennen in het wijktotaal, per woning en per persoon, zijn er onderstaande overzichten (2015). Voor de verduurzaming van de warmtevoorziening, momenteel gas, kunnen kansrijk de wijken Hatert, Galgenveld, Hengtdal en Heselveld aangepakt worden vanuit totaalverbruik. Verder is een nadere analyse van het verbruik en verduurzamingsmogelijkheden nodig voor Kwakkenberg aangezien deze wijk zowel per woning als per persoon het hoogste verbruik van de Nijmeegse wijken kent (hoewel het aantal woningen in deze wijk laag is). Ook de wijk Weezenhof verdient een nadere verkenning op basis van het relatief hoge verbruik per inwoner. Top 5 totaal gasverbruik per wijk Buurt gasverbruik particulier (m 3 /j) Percentage in totaal Aantal objecten Gas Particulier Inwoners 1 Hatert , Galgenveld , Hengstdal , Heseveld , Altrade , Top 5 verbruik per woning Buurt verbruik per vastgoedobject (m 3 /j) Percentage in totaal Aantal objecten Gas Particulier Inwoners 1 Kwakkenberg , Galgenveld , Hunnerberg , Ressen , Groenewoud , Top 5 verbruik per persoon Buurt Verbruik per inwoner (m 3 /j) Percentage in totaal Aantal objecten Gas Particulier Inwoners 1 Kwakkenberg 912 0, Staddijk 821 0, Weezenhof 738 1, Hunnerberg 659 1, Benedenstad 657 1, Particulieren verbruik per m 2 Het gemiddelde gasverbruik per m 2 vloeroppervlakte is 12,1 m 3. Het grootste deel van alle huishoudens (95 %) heeft een verbruik dat ligt tussen de 5,3 en 18,8 m 3. De grote spreiding kan verklaard worden door gedrag, woningtype en het aantal bewoners in een woning. Hoe meer bewoners, hoe groter het gebruik van warm water. Als we kijken naar de verschillen in gasverbruik per m 2 tussen de wijken, zien we geen wijken waar bijzonder meer of minder wordt verbruikt per m 2. 17

22 4.4 Particulieren gemiddeld Het gemiddelde verbruik van een Nijmeegs huishouden is m 3 /jaar (2015). Het landelijk gemiddeld gasverbruik volgens CBS ligt in 2014 op m 3 /jaar. Hoewel het CBS jaartal uit 2014 is, is het Nijmeegse gemiddelde verbruik net wat lager. De verdeling van het gemiddeld gasverbruik (m 3 /jaar) van particulieren is als volgt: Aantal m3 per jaar 95 % van alle huishoudens hebben een verbruik dat ligt tussen de tussen de 429 en m 3 /jaar. Het valt op dat er een scheve verdeling in gebruik is; er zijn meer grootverbruikers dan kleinverbruikers. Dit betekent dat het belangrijk is kennis te hebben van de ligging van de woningen met een bovengemiddeld verbruik bij de aanpak van een energietransitie. 4.5 Zakelijk per buurt Als we kijken naar de top 10 zakelijk verbruikende wijken, is het verbruik als volgt verdeeld. De wijken Goffert en Heijendaal maken gezamenlijk 15% uit van het totale Nijmeegse gasverbruik (2015). Buurt Gasverbruik zakelijk (m 3 ) % van totaal 1 Heijendaal ,9 2 Goffert ,1 3 Haven- en industrieterrein ,7 4 Stadscentrum ,4 5 Westkanaaldijk ,3 6 Hengstdal ,7 7 Groenewoud ,6 8 Biezen ,6 9 Nije Veld ,1 10 Galgenveld ,1 18

23 5 Warmteverbruik Warmte wordt middels het Nijmeegse Warmtenet geleverd vanaf de afvalverbrander ARN en via een leidingennet afgeleverd bij de huizen en bedrijven in de Waalsprong en het Waalfront. Per zijn er woningen en 251 (naar woningequivalenten-rato) bedrijven op het warmtenet aangesloten. Het totale verbruik aan warmte voor de hele stad Nijmegen bedraagt in 2016: GJ = 0,13 PJ De komende jaren wordt het warmtenet uitgebreid om in ieder geval in de Waalsprong en Waalfront woningequivalenten van warmte te voorzien (nog te realiseren nieuwbouw). Het warmtenetwerk zoals dat in Nijmegen gerealiseerd is tot nu toe ziet er als volgt uit: 19

24 6 Totaal verbruik gas, elektra en warmte 2016 In totaal is in Nijmegen in ,35 PJ aan energie verbruikt, uit de volgende stromen: Elektra-particulieren kwh 0,71 PJ Elektra-zakelijk kWh 2,50 PJ Gas- particulieren m 3 3,13 PJ Gas- zakelijk m 3 2,88PJ Warmte GJ 0,13 PJ Totaal verbruik energie 9,35 PJ Het overgrote deel, ongeveer twee-derde, van de energie verbruikt in Nijmegen, betreft het gebruik van fossiel gas door zowel bedrijven als particulieren. Elektra maakt voor ongeveer een-derde het energieverbruik, met name door bedrijven. 20

25 7 Dynamiek in verbruik In dit hoofdstuk wordt de toe- of afname van het energieverbruik (gas en elektra) in de periode 2008 tot en met 2016 besproken. Hoewel er wordt gesproken van een besparing als het totale verbruik is afgenomen, zijn de jaarlijkse verbruikscijfers een som van verschillende factoren. De toe- of afname in verbruik wordt beïnvloed door: Toe- of afname aantal woningen (nieuwbouw, sloop) Toe- of afname aantal bedrijven (starters, beëindiging) Besparende maatregelen bij bedrijven (bv in productieproces) Aanpassingen bij bedrijven (bv toe of afname van productieomvang) Besparende maatregelen bij woningen Aanpassing van gedrag in gebruik Direct verbruik van zelf opgewerkte energie In gebruik nemen WKO-systeem (afname gas, toename elektra) 7.1 Elektra: Veranderingen in verhouding particulier en zakelijk Als we de verbruiken van 2008 en 2016 met elkaar vergelijken, dan zien we een afname in het totale verbruik van 10,9 %. Ook als we de tussenliggende jaren bekijken, is er een jaarlijkse afname zichtbaar. Elektra totaal: kWh -10,9 % totaal: kwh Aangezien het grootste deel van de elektra door bedrijven verbruikt wordt, ligt het voor de hand dat de besparing met name door deze verbruikers gerealiseerd wordt. Aan de hand van de afname in verbruik binnen de kenmerkende bedrijvenwijken en de zakelijke verbruikscijfers per jaar, is de afname in het zakelijk verbruik bepaald. De besparing van elektra in woningen is aan de hand van het gemiddelde particuliere verbruik berekend. 21

26 De afname in het zakelijke verbruiker is: Totaal verschil : kwh kWh -11,9 % Verbruik zakelijk 2016: kwh Verbruik zakelijk * kwh *) Totale zakelijk verbruik 2008 is een berekend totaal. De afname in het particuliere verbruik berekend is -7,1 % geweest in de periode De besparing wordt deels teniet gedaan doordat sinds 2008 in Nijmegen veel nieuwe woningen zijn bijgebouwd. Bij netto nieuwe woningen is er een toename van het elektra-verbruik van 7,5 procent. De netto toename op elektra binnen de groep particulieren komt daarmee op +0,4 %. Omdat het totale elektra verbruik maar voor een klein deel bij particulieren ligt, is het besparingsaandeel door particulieren op het totale verschil zeer gering, namelijk +0,4%. Totaal verschil : kWh kWh +1,0 %: -1,2 % besparing +2,2 % extra woningen Verbruik particulieren 2016: kWh Verbruik particulieren * kwh +6,0 %: -7,2 % besparing +13,2 % extra woningen *) Totale particuliere verbruik 2008 is een berekend totaal. De geconstateerde afname in het elektraverbruik wordt volledig bepaald door veranderingen in het zakelijke verbruik. 22

27 7.2 Elektra: Veranderingen per wijk In totaal (alle wijken samen) is het verbruik in elektra dus met 10,9 procent afgenomen. We weten dat dit door veranderingen bij bedrijven komt. Als we kijken naar de verschillen in verbruik tussen 2008 en 2016 per wijk geeft dat het beeld als onderstaand. 2,0 Af- en toename elektra verbruik ( ): aandeel per wijk verdeeld naar particulier en elektra Toename 1,0 0,0-1,0-2,0 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld -3,0 Afname -4,0-5,0-6,0 Zakelijk Particulier -7,0 Wat direct opvalt is dat hoewel het totale elektriciteitsverbruik met 10,9 % gedaald is, daar zeker geen sprake is van per wijk. De totale afname blijkt vooral bepaald te worden door de wijken Biezen, Goffert en Havengebied. In de wijken Heijendaal, Lent en Westkanaaldijk wordt juist weer meer elektriciteit verbruikt dan in De wijk Biezen heeft een buitenproportionele afname in het zakelijk verbruik, verklaard door sloop van bedrijfsgebouwen en een aantal bedrijfsbeëindigingen (in het Waalfront). In de wijk Goffert is de sterke afname in zakelijk verbruik te verklaren door productie energie efficiëntie van NXP. In het Havengebied is de afname in het zakelijk verbruik veroorzaakt doordat bedrijven in het Mercuriuspark zijn gesloopt en nog niet volledig zijn herbouwd. Daarnaast kan de afname verklaard worden door de stopzetting van de papierfabriek aan de Ambachtsweg 2. De wijk Heijendaal kent in totaal een toename in het verbruik, mogelijk veroorzaakt door in die periode gerealiseerde nieuwbouw en/of het in gebruik nemen van een Warmte Koude Opslag-systeem. Lent en Oosterhout zorgen bij de particulieren voor een toename in verbruik, door een toename in het aantal woningen. Lent kent ook een toename in zakelijk verbruik, door een toename in bedrijvigheid. 23

28 7.3 Gas: Veranderingen in verhouding particulier en zakelijk Als we de gas verbruiken van 2008 en 2016 met elkaar vergelijken dan zien we een afname in het totale verbruik van 19 %. Ook als we de tussenliggende jaren bekijken, is er een jaarlijkse afname zichtbaar. Gas totaal: m 3-19 % totaal: m 3 Het gasverbruik ligt ongeveer voor de helft bij het zakelijke verbruik. Maar ligt de afname dan ook voor de helft bij het zakelijke verbruik? Aan de hand van de afname in verbruik binnen de kenmerkende bedrijvenwijken en de zakelijke verbruikscijfers per jaar, blijkt dat de totale afname in grote mate (meer dan de helft) door de zakelijke verbruikers is bepaald. *)Totale verbruik 2008 is een berekend totaal. Verbruik zakelijk * m 3 Totaal verschil : m m 3-12,8 % zakelijk m 3 Voor het gasverbruik van particulieren is de besparing aan de hand van het gemiddelde particuliere verbruik berekend. Er is uitgerekend dat de besparing binnen de groep particulieren 14,9 % is geweest in de periode Deze besparing wordt deels teniet gedaan doordat sinds 2008 in Nijmegen veel nieuwe woningen bijgebouwd. Uitgaande van netto nieuwe (exclusief woningen op warmtenet) betekent dit een toename van het elektra-verbruik van 2,4 procent. De netto besparing op elektra binnen de groep particulieren komt daarmee op 10,9 %. De afname in het particuliere verbruik is omgerekend naar de afname in het totale verbruik. Omdat de afname in gasverbruik zakelijk gezien groter is dan bij de particulieren, is de besparing door particulieren op het totale verschil 6,2%. Totaal verschil : m m 3-6,2 %: -7,3 % besparing +1,1 % extra woningen Verbruik particulieren 2016: m 3 Verbruik particulieren * m 3-12,5 %: -14,9 % besparing +2,4 % extra woningen 24

29 7.4 Gas: Veranderingen per wijk In totaal van alle wijken samen is het gas verbruik dus met 19 procent afgenomen. We weten dat dit met name door veranderingen bij bedrijven komt. Als we kijken naar de verschillen in verbruik tussen 2008 en 2016 per wijk geeft dat het beeld als onderstaand. Er is onderscheid gemaakt naar het aandeel particulier en zakelijk in de toe- of afname. 2,0 Af- en toename gas verbruik ( ): aandeel (%) per wijk verdeeld naar particulier en zakelijk 1,0 0,0-1,0-2,0 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld -3,0-4,0 Zakelijk Particulier -5,0 Wat direct opvalt is dat hoewel het totale gasverbruik met 19% gedaald is, daar zeker geen sprake is van per wijk. De totale afname blijkt vooral bepaald te worden door het verbruik in de wijken Biezen, Goffert, Heijendaal en Lent. In het Havengebied wordt in 2016 juist weer meer gas verbruikt dan in De wijk Biezen kent een grote afname, met name in het zakelijk verbruik door sloop bedrijfsgebouwen en bedrijfsbeëindiging. In de Goffert is een grote zakelijke afname te zien. Er is aan aantal bedrijfsgebouwen gesloopt, maar een wijziging in een productieproces kan ook de oorzaak zijn. Het Havengebied kent een toename in het zakelijk gasverbruik doordat zich mogelijk een nieuw bedrijf heeft gevestigd. Overigens is door de sluiting van de papierfabriek geen vermindering in verbruik te zien, omdat de papierfabriek voor zover bekend direct van de Gasuni het gas inkocht. Het gasverbruik van gas geleverd door de GasUnie is geen onderdeel van de beschikbare cijfers. De afname in de wijk Heijendaal is mogelijk het gevolg van ingebruikname van een Warmte Koude Opslagsysteem. De wijk Lent kent een zakelijk besparing. Deze wordt veroorzaakt door het opheffen van de tijdelijke gasgestookte warmtecentrales doordat warmte vanuit de afvalverbrander geleverd wordt. 25

30 8 Energie opwek In Nijmegen is in 2016 in totaal 0,70 PJ energie duurzaam opgewerkt. Hoeveel op welke wijze : Type Levering PJ Zonne-energie in 2016 is kwh opgewekt 0,026 Warmte Koude Opslagsysteem Geschatte besparing van gas m 3. Het 0,03 (Open WKO), 16 systemen daadwerkelijk rendement en de elektriciteit-vraag van de systemen is niet bekend. Wind kwh (maanden november en december) 0,01 Zonneboilers Geschat aanwezig bij 170 adressen, gasbesparing 0, m 3 gas Warmtenet Totaal in 2016 geleverd GJ, vergelijkbaar met 0, m3 aardgas (gemiddeld verbruik warmtenet woning 27 GJ/j). Afvalcentrale Regio Nijmegen (ARN) opwek groene elektra Geschat voor 2016: MWh opgewekt waarvan 50% groene stroom is, circa MWh 0,29 Afvalcentrale Regio Nijmegen (ARN) - vergistings- en composteringsinstallatie Overig bio-massa (houtstook bij huishoudens) rioolwaterzuiveringsinstallatie Nijmegen Productie biogas, vanuit ton GFT afval 2,5 0,09 miljoen m 3 biogas. Gelijk aan kwh. (cijfers van 2015 aangehouden) Geschat kwh aan houtstook 0,03 Bij de zuivering van het rioolwater wordt biogas geproduceerd, dat wordt omgezet in elektriciteit. In kwh (cijfers van 2015 aangehouden) 0,14 Voor de zonne-energie geldt dat er in totaal op de Nijmeegse daken zonnepanelen liggen (stand 2016, uitgaande van een paneel van 1,6m bij 1 m met 200 kwh). Als we kijken naar waar die circa zonnepanelen over de stad verdeeld zijn, geeft dat onderstaand beeld (zonnepanelen per wijk 2016). We zien dat de meeste zonnepanelen liggen in de wijken Lent en Oosterhout, gevolgd door de wijken Altrade, Galgenveld, Hatert, Hazenkamp en Hunnerberg Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld Noot: Bij een maximale dakbedekking (20%) van het volledige Nijmeegse dakoppervlak kunnen maximaal panelen geplaatst worden. 26

31 9 Conclusies Nijmegen heeft 44 wijken, circa woonobjecten, circa bedrijfsobjecten en ruim inwoners. De bedrijven betreffen met name industrie, gevolgd door onderwijs en winkels uit de periode De woningen betreffen met name rijtjes- en hoekwoningen, met name uit de periode voor Nijmegen verbruik in totaal (2016) 9,37 PJ en er wordt 0,7 PJ duurzaam opgewerkt. De onderverdeling van elektra, gas en warmte en de gebruikersgroepen bedrijven en particulieren, geeft het volgende beeld Verbruik energie 9,35 PJ Duurzame energie 0,7 PJ We zien dus dat er met name een opgave ligt voor een energietransitie in gas, voor zowel de particulieren als de bedrijven. De volgende wijken kennen de hoogste wijk-totalen: Gas-particulieren: Gas-bedrijven: Elektra-particulieren: Elektra-bedrijven: Hatert, Galgenveld, Hengstdal, Heseveld Heijendaal en Goffert Lent, Hatert, Oosterhout Heijendaal en Goffert 27

32 De trend voor elektra: Een afname in het elektraverbruik, gelegen bij de zakelijke verbruikers. Particulieren besparen in geringe mate, maar door de toename van het aantal woningen is er in totaliteit bij de particulieren geen besparing, eerder een lichte netto toename. De afname in elektraverbruik is gerealiseerd in Biezen, Goffert en Havengebied. Er is een toename in elektraverbruik bij Heijendaal. De trend voor gas: Een afname in het gasverbruik, twee-derde door de zakelijke verbruikers, een-derde door de particuliere verbruikers. Het zakelijk verbruik is afgenomen in de wijken Biezen, Goffert, Heijendaal, toegenomen in Havengebied. Het particuliere gasverbruik is in bijna alle wijken afgenomen, de een wat meer dan de ander. In enkele wijken is geen verandering geconstateerd en in enkele een toename. Op de wijkkaart ziet dat er als volgt uit, voor zakelijk respectievelijk particulier verbruik. Zakelijk verbruik gas en elektra, grootverbruik en trend Hoog wijktotaal elektraverbruik Trend Afname Toename Hoog wijktotaal gasverbruik Trend

33 Particulier verbruik gas en elektra, grootverbruik en trend Hoog wijktotaal elektraverbruik Trend Afname Toename Hoog wijktotaal gasverbruik Trend Afname Toename We zien dat de zakelijke wijken al gasbesparingen realiseren. Daarmee komt de opgave om een energietransitie in gang te zetten vooral te liggen bij het particuliere gasverbruik te weten de warmtevoorziening. Nijmegen energie aan zet: 1. Zet in op een duurzame warmtevoorziening (uitfasering gas): Houdt rekening met de woningen die een bovengemiddeld gebruik kennen Maak een afweging welke warmtevoorziening voor welke wijk kosteneffectief is Betrek bij de realisatie ook wijkinitiatieven, aanpak openbare ruimte, aanpak gasnet 2. Beschouw de energietransitie voor de grootverbruikers Goffert en Heijendaal vanuit een wijktotaalaanpak. Deze zakelijke wijken kennen een grote opgave! 3. Vergroot de opwek van duurzame energie. Breng hiertoe de potentie in kaart voor de maximalisatie van onder andere restwarmte, wind en zon. 4. Monitoring jaarlijks verloop energieverbruik en duurzame opwek 29

34 Technisch deel Nijmegen: Energie aan zet! Analyse energieverbruik 2016 en periode van de gebouwde omgeving Besparen Duurzame opwek Gemeente Nijmegen Mei 2017

35 Colofon Gemeente Nijmegen Mei 2017 Opgesteld door: Paul Erades & Simone Ploumen Bureau Leefomgevingskwaliteit In opdracht van Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling

36 Inhoudsopgave 1 Inleiding Bronnen en gegevens Energie in beeld, verbruik en opwek van gas en elektra BAG en WOZ, fysieke kenmerken gebouwen Energielabel.nl, Energielabels NUON, warmtenet CBS, CBS cijfers energieverbruik Milieuatlas Nijmegen, WKO Nijmegen, Ontwikkelingslocaties Overige websites, grote diversiteit aan energiegegevens Gebruikte bronnen in de rapportage Fysieke kenmerken woningen en bedrijven De buurten/wijken in Nijmegen Aantal en oppervlakte van bedrijven en woningen in Aantal en oppervlakte per functie bedrijf in Aantal en oppervlakte per woningtype in Energielabel verdeling (woningen) in Ouderdom van panden in Sloop en bouw van panden in de periode Sloop en bouw van panden ná Blokverwarming Verbruik gas, elektra en warmte in Elektra: totaal verbruik Gas: totaal verbruik Verdeling gas en elektra tussen particulier en bedrijven Totaal verbruik warmte Totaal energie verbruik Definitie van energie besparen, verbruik en opwek Elektra Elektra: particulier verbruik Elektra particulier: besparing binnen bestaande huishoudens Elektra particulier: toename door nieuwe woningen Elektra: zakelijk verbruik Elektra: zakelijk verbruik in zestal bedrijfs-/industriewijken

37 5.3 Elektra: Totaal (particulier + zakelijk) verbruik Samenvatting besparing elektra verbruik Gas Gas: particulier verbruik Gas: besparing binnen bestaande huishoudens Gas: toename door nieuwe woningen Gas: zakelijk verbruik Gas: Totaal (particulier + zakelijk) verbruik Samenvatting besparing gas verbruik Warmte Energie opwek Zonnepanelen Zonneboilers WKO open en gesloten systemen Warmtepomp (lucht-water) Wind Warmtenet Groene elektriciteit-opwekking ARN Biomassa ARN Overig bio-massa Sewage plant biogas Samenvatting energie opwek Energiedoelstellingen en monitoring Energiedoelstellingen Nijmegen Vergelijking besparings- en opwekpercentages met energiedoelstellingen Behaalde opwekpercentages Behaalde besparingspercentages Nadere detaillering van besparingspercentages op basis van PJoule Nadere detaillering van besparingspercentages op basis van CO Aanvullende kentallen t.b.v. energietransitie Besparing woningen naar label B (aardgas) Besparing woningen elektra Opwek: zonnepalen Opwek WKO Opwek: Wind Opwek: warmte

38 10.7 Autonome groei Aanvullende statistiek op verbruik elektra en gas Elektra particulier: Gemiddeld verbruik Elektra particulier: Verbruik per m Elektra particulier: Verbruik per m 2 per wijk Gas particulier: Gemiddeld verbruik Gas particulier: Verbruik per m Gas: Particulier, Verbruik per m 2 per wijk Gas en elektra: Bedrijven, Verbruik per m Bijlage 1: Overzicht gegevens in de bronnen BAG en WOZ Bijlage 2: Correcties database energie in beeld Bijlage 3: Relatie tussen besparing op basis van Peta Joule en C Bijlage 4: Deel (milieu) jaarverslag ARN Bijlage 5: Samenvatting cijfers uit Routekaart

39 1 Inleiding Voor het opstellen van deze rapportage is een grote verscheidenheid aan bronnen bij elkaar te gebracht om daarmee op wijkniveau een goed inzicht te verkrijgen over het energieverbruik en de energie opwek in de gebouwde omgeving van Nijmegen. Door nu niet op gemeentelijk niveau maar op wijkniveau deze data te analyseren is meer begrip verkregen over de mate en reden van energiebesparing daar de jaren heen ( ). Maar met de data en kentallen kunnen we nu ook berekeningen voor de toekomst maken die helpen bij het uitstippelen van het pad voor de energietransitie in Nijmegen. De rapportage vormt ook een goede basis om tot een Nijmeegse energieatlas te komen. Doelstellingen Een gestructureerd overzicht verkrijgen van openbare bronnen en gegevens die kunnen worden gebruikt voor de energietransitie in Nijmegen. Inzicht krijgen in en kentallen opstellen voor de gebouwde omgeving. Inzicht krijgen in het energieverbruik (gas, elektra en warmte) op wijkniveau. Inzicht krijgen in de energie opwek op wijkniveau. Inzicht krijgen in de mate van besparing en opwek tussen 2008 en 2016 op wijkniveau. Energiekentallen opstellen die kunnen worden gebruikt voor de energietransitie in Nijmegen. Een basis vormen voor het uit te werken energieplan Nijmegen. Leeswijzer Allereest wordt in hoofdstuk 2 besproken welke bronnen en gegevens er voor de rapportage zijn gebruikt. In hoofdstuk 3 worden de kentallen e.d. van de fysieke kenmerken van de woningen en bedrijven gegeven. Pas in hoofdstukken 4 tot en met 8 wordt ingegaan op de energiedata. Hoofdstuk 4 geeft een eerste analyse van de elektra, gas en warmte verbruik voor het jaar In hoofdstuk 5, 6 en 7 wordt dat verloop van dat verbruik voor de periode van 2008 tot en met 2016 inzichtelijk gemaakt voor respectievelijk elektra, gas en warmte. Voor de diverse opwek van energie is dat in hoofdstuk 8 besproken. Dat inzicht in het verloop van het energieverbruik en de energie opwek tussen wordt in hoofdstuk 9 met verschillende energiedoelstellingen vergeleken. In hoofdstuk 10 worden enkele berekeningen gegeven die kunnen worden gebruikt hoe tot een energieneutrale stad te komen. Ter afsluiting worden in hoofdstuk 11 nog enkele statische data over het energieverbruik gegeven. 4

40 2 Bronnen en gegevens Voor deze rapportage is informatie gebruikt uit verschillende bronnen. Ze worden hieronder kort benoemd. Door de informatie van de verschillende bronnen te koppelen is een krachtige database opgebouwd waarmee berekeningen, vergelijkingen en analyses zijn uitgevoerd. De bronnen zijn gescreend op juistheid en compleetheid en indien nodig aangepast. 2.1 Energie in beeld, verbruik en opwek van gas en elektra Via de landelijke website zijn gegevens op te vragen van het verbruik en opwek van elektra en gas. De energiedata is gebruikt zoals die in mei 2017 vanaf de website beschikbaar was (dit is met de definitieve cijfers van het jaar 2016). De gegevens zijn te verkrijgen voor de periode Als voorbeeld een afbeelding van de website: In de database van energie in beeld is een onderscheid gemaakt tussen particuliere en zakelijke verbruikers en tussen verbruik en opwek. De data kan worden opgevraagd op postcode 6 niveau, postcode 5 niveau of per wijk, waarbij alleen data worden weergegeven indien er minimaal 6 gebruikers aanwezig zijn. Er zijn vanwege de privacy geen gegevens op individueel adres mogelijk. De volgende gegevens zijn beschikbaar: Aantal aansluitingen Totaal verbruik in kwh per jaar (elektra) / m 3 per jaar(gas) Gemiddeld verbruik in kwh per jaar (elektra) / m 3 per jaar (gas) Totaal CO 2 uitstoot (kg) per jaar voor gas en elektra samen Gemiddelde CO 2 uitstoot (kg) per jaar voor gas en elektra samen Opwek (kwh per jaar) van zonnepanelen (PV) en Overig 5

41 2.2 BAG en WOZ, fysieke kenmerken gebouwen De informatie over de fysieke eigenschappen van een gebouw zijn ontleend uit de verschillende BAG bestanden (de Basis Administratie Gebouwen) en de WOZ-database (Wet Onroerend Zaakbelasting). In de bijlage is te vinden op welke wijze deze tabellen aan elkaar gekoppeld zijn. Op basis van de BAG en WOZ is een (geografische ) database samengesteld met verblijfsobjecten en panden. Voor deze rapportage is vooral de onderstaande informatie gebruikt (zie verder de bijlage voor totale overzicht): Straatnaam met huisnummer Bouwjaar Gebruik 1: Onderverdeling in woonfunctie en industriefunctie Gebruik 2: Onderverdeling in 8 verschillende functies zoals woon, kantoor en onderwijs. Soort gebouw: bijvoorbeeld flat, bovenwoning en winkel Oppervlakte van een verblijfsobject of pand Een voorbeeld kaart waarop panden met één van de 8 gebruiksfuncties is te zien: 2.3 Energielabel.nl, Energielabels Van alle verblijfsobjecten met de functie wonen is de energielabel bekend, concept of definitie, zoals te zien in bij De energielabel voor woningen geeft aan hoe energiezuinig een huis is, in vergelijking met andere huizen van hetzelfde type. Er zijn verschillende klassen: energielabel A (zeer energiezuinig) tot en met G (zeer onzuinig). Een lager energieverbruik zorgt voor minder CO 2 -uitstoot en spaart het milieu. De gemeente Nijmegen heeft de database met energielabels in 2014 gekocht. Deze gegevens worden gebruikt voor de rapportage. 6

42 Een voorbeeld kaart van de energielabelatlas: 2.4 NUON, warmtenet Een deel van de woningen in de Waalsprong wordt vanuit het warmtenet voorzien van warmte. Op de website van de NUON ( wordt jaarlijks een overzicht gegeven van de warmte voorziening woningen voor Nijmegen: aantal woningen, geleverde warmte en de vermeden CO 2 uitsloot. Op onderstaande kaart is het leveringsgebied van de NUON te zien: 7

43 Ook is bekend welke panden op het warmtenet zijn gesloten. Een voorbeeld daarvan is te zien op onderstaande kaart voor het jaar 2015: 2.5 CBS, CBS cijfers energieverbruik Via de site van de CBS is informatie beschikbaar over het jaarlijks gas en elektra verbruik van huishoudens in de periode De informatie is beschikbaar voor heel Nijmegen als geheel maar is ook onderverdeeld naar woningtype en regio: Energieverbruik particuliere woningen; woningtype en regio's ( ): Kerncijfers wijken en buurten : 8

44 Voorbeeld uitsnede website CBS: Het gasverbruik zoals dat door CBS wordt gegeven is het daadwerkelijk verbruik in dat jaar. Deze verbruiken worden sterk beïnvloedt door de buitentemperatuur: een koude winter betekent een hoger verbruik. Je kunt op die manier niet een besparingstrend herleiden. Om het gasverbruik tussen de jaren zuiver te kunnen vergelijken is het nodig te corrigeren voor de jaarlijkse verschillen in buitentemperatuur. Dit wordt gedaan door gebruik te maken door zogenaamde graaddagen. Op verschillende website is te lezen hoe dat precies wordt berekend. In het kort op neer dat het daadwerkelijk verbruik wordt vermenigvuldigd met een bepaalde factor: Het werkelijk verbruik * een graaddagenfactor = het standaard jaarverbruik (SJV) of Het standaard jaarverbruik = het werkelijk verbruik / een graaddagenfactor Op de website van de CBS is te vinden welke factoren ze hebben gebruikt. 81B4129EEB65/0/ssbenergieverbruiktabmicrodata.pdf) Hieronder staat een uitsnede van dat betreffende document met de graaddagenfactoren: De omrekenfactor voor het jaar 2015 is geschat op 0,

45 2.6 Milieuatlas Nijmegen, WKO Energie kan ook uit bodemenergie verkregen worden middels een Koude Warmte Opslag systeem (een open systeem). Hieronder is de werking daarvan schematisch weergegeven: Een overzicht van in Nijmegen aanwezige open WKO systemen is afkomstig uit de gemeentelijke milieuatlas ( In deze atlas worden alle WKO systemen getoond. In het systeem staan alle gemelde en vergunde systemen. Systemen welke nooit in gebruik zijn genomen zijn eruit gefilterd. Via de website zijn alle gemelde gesloten WKO-systemen geregistreerd. Systemen die vóór 1 juli 2013 zijn geplaatst, ontbreken in het systeem omdat ze voorheen niet meldingsplichtig waren. Hieronder is een voorbeeldkaart met daarop de ligging van de open WKO systemen: 10

46 2.7 Nijmegen, Ontwikkelingslocaties Jaarlijks wordt een overzicht gegevens van ontwikkelingslocaties voor de komende 5 jaar. Die kaarten zijn via de gemeentelijke interne kaarten Atlaz beschikbaar. Een voorbeeldkaart van ontwikkelingen is hieronder te vinden: 2.8 Overige websites, grote diversiteit aan energiegegevens Op internet zijn diverse websites te vinden met waardevolle informatie over energiethema s. Hieronder worden nog eens drie voorbeelden daarvan gegeven, maar waarvan de gegevens niet in voorliggende rapportage zijn gebruikt. Ze kunnen wel bij latere analyses een waardevolle bron van informatie zijn. Voorbeeld uitsnede website 11

47 Voorbeeld uitsnede website Een andere belangrijke bron met informatie over het energieverbruik is de website van de netwerkbeheer Liander. Daar zijn verbruik gegevens van gas en elektra van kleinverbruikers op postcode 6 niveau gegeven voor de periode 2008 ten en met Bovendien is op postcode 6 niveau te bekijken hoeveel adressen een PV installatie en hoeveel adressen een slimme meter hebben. Voorbeeld uitsnede website 12

48 In de databank van de klimaatmonitor is een grote verscheidenheid aan energie gerelateerde data te vinden. Voorbeeld uitsnede website Gebruikte bronnen in de rapportage De volgende datasets zijn gebruikt: energieinbeeld.nl, BAG, WOZ, Energielabel, warmtenet Nuon, CBS, wkotool.nl en ontwikkelingslocaties. 13

49 3 Fysieke kenmerken woningen en bedrijven In dit hoofdstuk worden de fysieke kenmerken van woningen en bedrijven in Nijmegen besproken. Het gaat daarbij bijvoorbeeld over aantallen, oppervlaktes, ouderdom, gebouwtypes en functies. Hierbij zijn onder andere de vragen gesteld: Hoeveel bedrijven en huizen heeft Nijmegen Hoe is de verdeling hiervan over de buurten Hoe is de ouderdomsverdeling van panden over Nijmegen Wat voor andere pandfuncties komen in Nijmegen in welke grootte en getale voor 3.1 De buurten/wijken in Nijmegen Als basis wordt de wijkindeling van Nijmegen aangehouden. Met die gebiedsindeling in 44 wijken kunnen de kentallen nog op een overzichtelijke wijze worden gepresenteerd en besproken. Daarbij blijft er voldoende detail over om overeenkomsten en verschillen tussen gebieden te achterhalen. Deze wijkindeling sluit ook aan bij de energiedata zoals die via verkrijgbaar is. In Tabel 1 zijn de 44 wijken alfabetisch opgesomd en in Figuur 1 is de ligging daarvan te vinden. Tabel 1: Overzicht 44 wijken in Nijmegen (alfabetisch) Wijk Aldenhof Hees Ressen Altrade Heijendaal St, Anna Benedenstad Hengstdal Staddijk Biezen Heseveld Stadscentrum Bijsterhuizen Hunnerberg 't Acker Bottendaal Kerkenbos 't Broek Brakkenstein Kwakkenberg Tolhuis De Kamp Lankforst Vogelzang Galgenveld Lent Weezenhof Goffert Malvert Westkanaaldijk Groenewoud Meijhorst Wolfskuil Grootstal Neerbosch-Oost Zwanenveld Hatert Neerbosch-West Hatertse Hei Nije Veld Haven- en industrieterrein Oosterhout Hazenkamp Ooyse Schependom 14

50 Figuur 1: Gebiedsindeling Nijmegen in 44 wijken 3.2 Aantal en oppervlakte van bedrijven en woningen in 2015 Nijmegen bezit in totaal ruim verblijfsobjecten. Een verblijfsobject is een woning (bijvoorbeeld rijtjeswoning, vrijstaande woning, flatwoning in een flat, een studentenkamer) of een bedrijf (fabriekshal of een bedrijf in een bedrijfsverzamelgebouw). Een pand kan bestaan uit één verblijfsobject (een woning) of uit meerdere verblijfsobjecten (bv een flatgebouw, boven- /benedenwoning, bedrijfsverzamelgebouw). Het overgrote deel, 94 %, van de ruim verblijfsobjecten zijn woonobjecten. Er is ook gekeken naar het totale oppervlak van de verblijfsobjecten in Nijmegen en hiermee komen we uit op een totaal oppervlakte van bijna 14 miljoen vierkante meter. Gemiddeld 15

51 genomen is een woonobject 111 m 2 en een bedrijf 817 m 2 groot. Een bedrijf is gemiddeld genomen 8 keer groter dan een woning. De precieze aantallen en verdelingen zijn in Tabel 2 opgenomen. Tabel 2: Aantal en oppervlakte van bedrijven en woningen (in 2015). Functie verblijfsobjecten Aantal verblijfsobjecten % oppervlakte verblijfsobject Totaal (m 2 ) Oppervlakte verblijfsobject totaal % Gem. opp. per verblijfsobject (m 2 ) Wonen Bedrijf Totaal Totaal dak opp. (m 2 ) (uitgaande van plat dak) In de tabel staat ook een totaal dakoppervlakte van alle panden in Nijmegen. Deze is berekend aan de hand van het oppervlakte van de grond waar het pand op staat en uit te gaan van platte daken. Een verdere onderverdeling in dakoppervlakte (lees pandoppervlakte) tussen woningen en bedrijven is niet te geven omdat er in één pand zowel bedrijven als woningen aanwezig kunnen zijn. Om deze reden wordt het totale dakoppervlakte niet opgesplitst in wonen en bedrijven. 3.3 Aantal en oppervlakte per functie bedrijf in 2015 De bedrijfsverblijfsobjecten kunnen opgedeeld worden in 9 functies. Deze functies komen uit de gegevens van het BAG en WOZ. Uit de koppeling van de verschillende BAG-tabellen en de WOZ tabel is het mogelijk om per functie het vloeroppervlak aan te geven, zoals in Tabel 3 getoond. Tabel 3: Verblijfsobjecten bedrijfsfunctie: aantal en (gemiddeld en procentueel) oppervlak (in 2015) Functie Aantal Vloeroppervlak te totaal (m 2 ) Vloeroppervlakte totaal ( %) Vloeroppervlakte Gemiddeld (m 2 ) Bijeenkomst ,7 556 Gezondheidszorg , Industrie , Kantoor ,8 770 Logies ,9 641 Onderwijs , Overig gebruik ,8 397 Sport ,6 856 Winkel ,3 325 Totaal Het blijkt dat het grootse deel van het vloeroppervlak van bedrijven een industriefunctie heeft. Kijken we per pand per functie, dan heeft de onderwijsfunctie gemiddeld genomen de grootste panden. 16

52 3.4 Aantal en oppervlakte per woningtype in 2015 Ook de bijna woon-verblijfsobjecten kunnen opgedeeld worden in 10 woningtypes. Kort gezegd bestaat ruim de helft uit grondgebonden woningen, een kwart uit wooneenheden in een flat. Het aantal en oppervlakte bij deze woningtypes zijn in Tabel 4 getoond. Tabel 4: Aantal en (gemiddeld en procentueel) vloeroppervlakte per woningtype (in 2015). Woningtype Aantal Totaal vloeroppervlakte (m 2 ) Gemiddeld vloeroppervlakte (m 2 ) Totaal vloeroppervlakte (%) Grondgebonden woningen Vrijstaande woning ,6 Twee-onder-een-kap ,3 woning Rijtjeswoning en ,1 hoekwoning Woning in aanbouw ,6 Bouwgrond woning ,8 Niet-grond gebonden of gedeelde woningen Appartement ,6 Benedenwoning ,5 Bovenwoning ,7 Flat ,3 Maisonnette ,5 Totaal Energielabel verdeling (woningen) in 2014 Woningen hebben een energielabel vastgesteld gekregen. Voor bedrijfspanden zijn hierover geen gegevens beschikbaar. Voor ieder huis is op basis van ouderdom een concept label vastgesteld, maar door een onderzoek van de woning kan een definitieve label verkregen worden. In Tabel 5 is per label het aantal, het oppervlakte en het procentueel aandeel van het totale oppervlakte weergegeven (stand in het jaar 2014). Omdat het grootste deel (80%) alleen op basis van de ouderdom van een pand is bepaald is de betrouwbaarheid van de labelverdeling gering. Heel veel label G woningen zullen inmiddels wel bijvoorbeeld dubbelglas hebben of een andere energiebesparende maatregel hebben getroffen. Een label G woning zal dan in werkelijkheid bijvoorbeeld een label D of C woning kunnen zijn. Maar zolang dat niet met een officieel rapport is vastgesteld blijft deze als Label G in de landelijke database geregistreerd. De woningen in bezit van corporaties hebben wel alle een definitief label. 17

53 Tabel 5: Per energielabel het aantal en oppervlakte van woningen en het percentage van het totale oppervlakte (in 2014). Label aantal Percentage (%) Van totaal aantal Totaal vloeroppervlakte(m 2 ) Percentage (%) Van totaal vloeroppervlakte A A B C D E F G Totaal Uit Tabel 5 kan het volgende worden opgemaakt: Van alle woningen is 9 % een label B woning. Van label A is dat 14,6 %. Van label A++ zijn de minste woningen (0,02 %). Woningen met een label C komen het meeste voor. 53 % van al het woonoppervlakte valt binnen een label D tot en met G. 3.6 Ouderdom van panden in 2015 De woningen en bedrijven hebben verschillende bouwouderdommen. Over het algemeen geldt dat hoe ouder de bouw, hoe minder isolerende maatregelen. Daarom is het goed om inzicht te hebben in de verdeling van de bebouwing in Nijmegen ten opzichte van de bouwperiode. In Tabel 6 is voor bepaalde periodes het aantal en vloeroppervlakte van woningen en bedrijven gegeven. In Tabel 7 is per periode het totale vloeroppervlakte aangegeven. Deze periodes komen overeen zoals die worden gebruikt bij de voorlopige indeling bij het bepalen van de energielabel (A t/m G). Tabel 6: Ouderdom van bedrijfsobjecten (in 2015) Ouderdom periode Aantal Aandeel in totaal aantal (%) Totaal vloeroppervlakte(m 2 ) Aandeel in totaal vloeroppervlakte (%) < , , , , , , , , , , , ,0 > , ,8 Totaal

54 Tabel 7: Ouderdom van woon-verblijfsobjecten (in 2015) Ouderdom periode Aantal Aandeel in totale aantal (%) Totaal vloeroppervlakte(m 2 ) Aandeel in totaal vloeroppervlakte (%) < , , , , , , , , , , , ,0 > , ,6 Totaal , ,00 Figuur 2: Vloeroppervlakte (m 2 ) van bedrijven en woningen per periode (in 2015) < >2000 Bedrijven Wonen Uit de Tabellen en Figuren kan o.a. het volgende worden opgemaakt: Het grootste deel van alle woningen en bedrijven in Nijmegen stamt voor Bijna 25 % van het vloeroppervlakte aan bedrijven en woningen stamt van vóór

55 3.7 Sloop en bouw van panden in de periode De sloop en nieuwbouw van gebouwen heeft een grote invloed op de energiebesparingspercentages. Als er bijvoorbeeld een pand wordt gesloopt dan komt dat in de cijfers terug als een energiebesparing, terwijl nieuwbouw juist een toename laat zien. Inzicht in het verloop in sloop en nieuwbouw is nuttig omdat het verklaart waarom in bepaalde wijken, in bepaalde jaren een besparing of juist verbruikstoename is te zien. Voor de panden die gesloopt zijn, is niet precies te achterhalen in welk jaar ze zijn gesloopt. In de basisregistratie staan wel panden met de status gesloopt die sinds 2009 zijn gesloopt. Dat jaartal valt bijna samen met het beginjaar 2008 van de energiemonitoring. Voor de panden die zijn gebouwd staat in de basis registratie het bouwjaar van het pand. Het is dus mogelijk om vanaf 2008 de toename in de verblijfsoppervlakte per jaar te bepalen. Het inzicht in de afname (sloop) en toename (bouw) van verblijfsoppervlakten is in Figuur 3 per functie (wonen en bedrijven) en per wijk weergegeven. Figuur 3: Per wijk het oppervlakte (m 2 ) bouw en sloop voor woningen en bedrijven gedurende de periode Nieuwbouw Sloop Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld Bouw_bedrijf Bouw_woning Sloop_bedrijf Sloop_woning 20

56 Uit Figuur 3 kan het volgende worden opgemaakt: In de wijken Biezen, Goffert, Hatert, Havengebied, Lent en Neij veld is de meeste sloop geweest. (staafdiagrammen onder de horizontale as) In de wijken Biezen, Hatert, Lent en Stadscentum is de meeste bouw geweest. (staafdiagrammen boven de horizontale as) In de wijken Aldenhof, Bijsterhuizen, Hatertse hei, Lankforst, Malvert Meijhorst, Ooyse Schependom, t Broek, Tolhuis, Vogelenzang en Weezenhof hebben nauwelijks ontwikkelingen plaatsgevonden. 3.8 Sloop en bouw van panden ná 2015 De kaart welke beschikbaar is met informatie over ontwikkelingslocaties is gedateerd (2014), maar momenteel wordt gewerkt aan de actualisering daarvan. Er is gebruik gemaakt van een overzichtskaart die gemaakt is door de afdeling kwaliteitsbeheer. Op die kaart is informatie van diverse bronnen over ontwikkelingsgebieden e.d. verwerkt. De kaart leent zich niet goed voor presentatie in deze rapportage, maar de kaart is wel in een goed digitaal formaat beschikbaar. Een impressie van de kaart is hieronder gegeven: De informatie op deze kaart kan bijvoorbeeld worden gebruikt bij het plannen van het warmtenettracé. Het kan ook helpen om een prognose te maken in de stijging van het energieverbruik door nieuwbouw (zonder sloop vooraf). Maar ook herontwikkelingslocaties kunnen het toekomstige verbruik doen veranderen omdat daar vaak energiezuiniger woning worden gebouwd. 21

57 De grootste veranderingen vinden plaats in de Waalsprong en Waalfront. Daar worden in de periode tot 2025 nog circa woningen gebouwd. Hieronder is een planning uit 2012: Waar de sloop en bouw van gebouwen in de rest van Nijmegen is, moet nog verder worden onderzocht. Met deze dynamiek in de stad kunnen we het toekomstig energieverbruik en de besparingsmaatregelen beter inschatten. 3.9 Blokverwarming Een aantal grote woongebouwen hebben een zogenaamde blokverwarming. Dat betekent dat de woning geen eigen CV ketel heeft maar dat de warmte voor het gehele gebouw via één centrale verwarmingsketel wordt geleverd. Een blokverwarming zit vaak in de wat grotere flatgebouwen. Op onderstaande voorbeeldkaart kan je de verspreiding van deze panden met blokverwarming in Nijmegen zien: De informatie over blokverwarming is o.a. nodig om de energiegegevens in energie in beeld beter te kunnen interpreteren. Bijvoorbeeld: het gasverbruik van een blokverwarming wordt in de cijfers van energie in beeld toegekend aan zakelijke verbruikers en niet aan particuliere verbruikers. Daardoor is er een onderschatting van het totale particuliere gasverbruik. 22

58 Informatie over locaties met blokverwarmingen is ook handig bij de aanleg van een warmtenet. Het aansluiten van een pand met één centrale ketel is eenvoudiger en goedkoper dan een gebouw met allemaal aparte Cv-ketels in de woningen. 23

59 4 Verbruik gas, elektra en warmte in 2016 Voordat dieper wordt ingaan op het verbruik van gas en elektra in de periode 2008 tot en met 2016, wordt eerst ingegaan op het totale verbruik van Nijmegen in Het gaat erom een eerste indruk te krijgen over de verbruikte hoeveelheden kwh-elektra en m 3 -aardgas en de verspreiding daarvan binnen Nijmegen. We kijken daarbij ook naar de verbruiksverdeling tussen bedrijven en woningen. Pas in het volgende hoofdstuk wordt de data en het verloop diepgaander besproken en geanalyseerd. De energiegegevens zijn afkomstig van de website In deze landelijke database van de netwerkbeheerders wordt het verbruik geregistreerd als een standaard jaarverbruik (SJV). Het werkelijk gasverbruik is dan gecorrigeerd voor de buitentemperatuur (via graaddagen). Bij een warme winter is het standaard jaarverbruik hoger dan het werkelijk verbruik. Weersinvloeden hebben zo geen effect op verbruiksverschillen tussen de jaren. Het elektraverbruik wordt niet gecorrigeerd voor graaddagen omdat die (bijna) niet wordt beïnvloed door het weer. In de toekomst, als meer woningen elektrisch verwarmd kunnen worden, kan daarvoor wel noodzaak zijn. Verder geldt dat als een woning niet het gehele jaar is aangesloten dan wordt het verbruik naar ratio omgerekend voor een geheel jaar. 4.1 Elektra: totaal verbruik Het totale verbruik aan elektra voor de hele stad Nijmegen bedraagt in 2016: kwh (zonder NXP) = 2,72 PJ kwh (met NXP) = 3,20 PJ In Figuur 4 is hiervan een onderverdeling per wijk gegeven. Uit deze Figuur kan het volgende worden opgemaakt: Het totale verbruik elektra is in absolute zin in de wijken Biezen, Goffert, Havengebied, Heijendaal, Stadscentrum en Westkanaaldijk (dit zijn voornamelijk bedrijfsterreinen) hoog in vergelijking met andere wijken. Het totale zakelijk elektra verbruik is veel hoger dan het particuliere verbruik. Figuur 4: Totale elektra verbruik (kwh/jaar) per wijk (voor het jaar 2016) onderverdeeld naar woningen (particulier) en bedrijven (zakelijk) elektra_part elektra_zak 0 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang 24 Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld

60 4.2 Gas: totaal verbruik Het totale verbruik aan aardgas in 2016 bedraagt: m 3 = 6,01 PJ In Figuur 5 is hiervan een onderverdeling per wijk gegeven. Figuur 5: Totaal gas verbruik (m 3 /jaar) per wijk (voor het jaar 2016) onderverdeeld naar wonen en bedrijven gas_part gas_zak Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld Uit de Figuur kan het volgende worden opgemaakt: Het totale verbruik gas is in absolute zin in de wijken Goffert, Havengebied, Heijendaal en Stadscentrum erg hoog in vergelijking met andere wijken. Het totale verbruik van particulieren is relatief hoog in Galgenveld, Hatert en Hengstdal. In sommige wijken is het gasverbruik van bedrijven hoog terwijl dat in weer andere wijken voor particulieren geldt, wat goed verklaarbaar is door het verschil in het aantal bewoners tussen wijken en het aantal en soort bedrijven tussen wijken. 25

61 4.3 Verdeling gas en elektra tussen particulier en bedrijven De verdeling van gas en elektra tussen particulieren en bedrijven is, als we naar heel Nijmegen kijken, getoond in Figuur 6. Let op dat deze data niet de directe gegevens energie in beeld aangeven, maar op de gecorrigeerde gegevens. De noodzaak en methode van de uitgevoerde correctie is toegelicht in de bijlage. Figuur 6: Verdeling totaal verbruik particulier en zakelijk (procent), gas en elektra in 2016 Elektra Gas 78% 22% particulier bedrijven 48% 52% particulier bedrijven Totaal jaarlijks verbruik Elektra (kwh) particulier bedrijf Totaal jaarlijks verbruik Gas (m 3 ) particulier bedrijf Uit deze twee Figuren en tabellen kan het volgende worden opgemaakt: Particulieren verbruiken ongeveer even veel gas als bedrijven (50 % : 50 %) Bedrijven verbruiken veel meer elektra dan particulieren (80 % : 20 %) In de vorige paragraaf was uit de Figuren al op te maken dat de verdeling van het elektra en gas verbruik tussen particulieren en bedrijven per wijk erg kan verschillen. Om dat beter inzichtelijk te maken zijn Figuur 7 en Figuur 8 gemaakt. Je kan per wijk zien welk percentage particulieren en welk percentage bedrijven in het verbruik voor hun rekeningen nemen. Uit figuur 7 kan het volgende worden opgemaakt: het percentage zakelijk gasverbruik is in de wijken Bijsterhuizen, Goffert, Groenewoud, Havengebied, Heijendaal, Kerkenbos, Ressen, Westkanaaldijk en Vogelzang relatief het grootst. Dit zijn de grote industriegebieden/bedrijfsterreinen in Nijmegen. Uit figuur 8 kan het volgende worden opgemaakt: het percentage zakelijk elektraverbruik is in de wijken Bijsterhuizen, Goffert, Groenewoud, Havengebied, Kerkenbos, Ressen, Westkanaaldijk en Vogelzang het grootst. Ook dit keer zijn dit de grote industriegebieden/bedrijfsterreinen in Nijmegen 26

62 Figuur 7: Verdeling gasverbruik tussen particulier en zakelijk binnen een wijk (in 2015) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld Nijmegen Gas particulier Gas zakelijk Figuur 8: Verdeling elektraverbruik tussen particulier en zakelijk binnen een wijk (2015) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld Nijmegen Elektra particulier Elektra zakelijk 27

63 4.4 Totaal verbruik warmte Het totale verbruik aan warmte via het warmtenet bedraagt in 2016: 0,13 PJ Warmte wordt middels het Nijmeegse warmtenet geleverd vanaf de afvalverbrander ARN en via een leidingennet afgeleverd bij de huizen en bedrijven in de Waalsprong en het Waalfront. In Figuur 10 is een kaart opgenomen om een indruk te krijgen welke gebieden op het warmtenet zijn aangesloten. Per 1 januari 2017 zijn er woningen en 251 woningequivalenten (weq) bedrijven op het warmtenet aangesloten (zie Figuur 9). Dat komt in totaal overeen met woningequivalenten. Figuur 9: Aantal woningequivalenten (weq) op warmtenet Aantal weq-bedrijven Aantal weq-woningen De totale geleverde warmte bij de woningen en bedrijven bedraagt GJ (per ). Omdat we het aantal woningen kennen kan het verbruik per woning worden berekend: circa 27,4 GJ per jaar. Dat is vergelijkbaar met ongeveer 783 m 3 gas per jaar (bij 35 MJ per m 3 en zonder correctiefactor energie efficiëntie cv-ketel) Het totale verbruik gemeten bij de ARN bedraagt GJ (per ). Dat betekent dat de ARN meer opwekt dan afgenomen wordt, veroorzaakt door leidingverliezen e.d. (circa 33%). Het totaal aan afgeleverde warmte is omgerekend naar een vergelijkbare hoeveelheid aardgasverbruik m 3 aardgas per jaar (=0,13 PJ en 1,8 % van het totale gasverbruik). Figuur 10: Panden aangesloten op het warmtenet (in 2015) 28

64 4.5 Totaal energie verbruik Het totale energieverbruik in de gebouwde omgeving is in 2016 uitgedrukt in Peta Joule (PJ): 9,35 PJ totaal energieverbruik, waarvan: 3,21 PJ (34%) elektra, waarvan: 0,71 PJ (8%) particulier 2,50 PJ (28%) bedrijven 6,01 PJ (64%) aardgas, waarvan: 3,13 PJ (33%) particulier 2,88 PJ (31%) bedrijven 0,13 PJ (1,4%) warmte, waarvan: 0,13 PJ (1,3%) particulier 0,006 PJ (0,07%) bedrijven warmte particulier; 0,13 warmte zakelijk; 0,006 elektra particulier; 0,71 gas zakelijk; 2,88 elektra zakelijk; 2,5 gas particulier; 3,13 Verdeling energieverbruik in PJ in 2016 Totaal: 9,35 PJ 29

65 4.6 Definitie van energie besparen, verbruik en opwek Besparen betekent dat je van iets minder verbruikt of juist het verbruik achterwege laat. Een synoniem is bezuinigen. Zo kan je een energiezuinige koelkast aanschaffen waardoor je op elektra bespaart, je verbruikt minder voor hetzelfde soort apparaat. Een ander voorbeeld is dat je een wasdroger hebt, maar niet gebruikt door de was buiten te laten drogen. Het apparaat is hetzelfde maar je laat wat achterwege waardoor je minder elektra verbruikt en dus bespaard. Je kunt dus op verschillende manieren iets besparen: bestaande apparaten energiezuiniger maken met gelijkblijvend gedrag of je kan je gedrag veranderen door apparaten niet te gebruiken. De tegenhanger van besparen is meer verbruik. Dat kan komen door de aanschaf van een energetisch slechter apparaat (grotere tv) of extra apparatuur ( computer, modem, extra tv s). Maar ook bijvoorbeeld door de toename van het aantal personen in een huishouden kan het verbruik toenemen bijvoorbeeld omdat er meer personen douchen. En wat als er industriepanden worden gesloopt. Is dat een besparing? Op het totaal gezien wel. Er wordt minder verbruikt waardoor het slopen van panden in de energiecijfers terugkomt als een besparing op elektra en gas. En wat als er nieuwe woningen in Nijmegen worden gebouwd? Wordt er daardoor dan meer verbruikt? Inderdaad, als je naar geheel Nijmegen kijkt, wordt er meer elektra verbruikt. En wat als een bedrijf zijn productieproces verhoogd? Gaat dat de besparing tegen? Ja, en het kan zelfs zo zijn dat een bedrijf investeert in machines om het elektra verbruik per producteenheid te verlagen, maar als het bedrijf meer gaat produceren dan kan, ondanks die besparing van elektra per producteenheid, er toch meer elektra worden verbruikt. Hoe zit het dan met een nul op de meter woning? Een woning heeft dan bijvoorbeeld veel zonnepanelen die elektra opwekken (PV-opwek) dat evenveel is als het verbruik. Er is dan verbruik én duurzame opwek, waar in de Nijmeegse energiemonitoring onderscheid in wordt gemaakt. Het verbruik en opwek wordt apart gemonitord. We gaan bij de zonnepanelen er vanuit dat de huizen een slimme meter hebben (de opwek wordt dan apart geregistreerd) zodat de opwek niet zit verwerkt in de verbruikscijfers van energie in beeld. In de praktijk zal (nog) niet iedereen een slimme meter in huis hebben. Als een huis geen slimme meter heeft komt dat in de cijfers van energie in beeld naar voren in een lager totaal verbruik. Hiervoor wordt in de rapportage gecorrigeerd. En hoe zit het met panden die zijn aangesloten op het warmtenet of WKO? Daar moeten we bedenken dat we het totale warmteverbruik moeten optellen bij het totale overige energieverbruik: alle duurzame opwek van het warmtenet en van de WKO-systemen mogen worden opgevoerd als duurzame opwek mits dezelfde hoeveelheid energie bij het verbruik wordt opgeteld. Dat geldt zowel bij bestaande bouw als bij nieuwbouw. Gesimplificeerd voorbeeld: Stel dat het dorp huizen heeft die alle tezamen m 3 gas verbruiken, dat is gelijk aan 0,035 PJ. Het dorp gaat eens goed uitbreiden met woningen, die worden aangesloten op het warmtenet. Dat warmtenet levert aan die extra woningen 0,035 PJ aan duurzame energie. De duurzame opwek in het dorp bedraagt dan 0,035 PJ. Als we deze hoeveelheid energie niet bij het totale verbruik van energie van het dorp optellen dan zou het dorp nu energieneutraal zijn: er is een verbruik van m 3 gas (0,035 PJ) en een duurzame opwek van 0,035 PJ, maar ook de verbruikte warmte moet als energieverbruik worden gezien. Wat er moet gebeuren is dat bij het gasverbruik van 0,035 PJ het warmteverbruik van 0,035 PJ wordt opgeteld. Het totale verbruik aan energie is dan 0,070 PJ en de duurzame opwek is 0,035 PJ. 30

66 5 Elektra Dit hoofdstuk is als volgt ingedeeld: Energievorm Elektra para Onderwerp graaf 5.1 Particulier totaal verbruik besparing binnen bestaande huishoudens toename door nieuwe woningen 5.2 Zakelijk totaal verbruik zakelijk verbruik in zestal bedrijfs-/industriewijken 5.3 Particulier + zakelijk verbruik 5.4 Samenvatting 5.1 Elektra: particulier verbruik In Figuur 11 is te zien hoe het totale particuliere elektra verbruik zich in periode ontwikkelt. De curve geeft dus inzicht in de totale netto besparing per jaar door particulieren. Alle besparingseffecten zoals besparing door zuiniger apparaten, besparing door gedragsverandering en de toename door nieuwbouwwoningen zijn in deze curve verwerkt. In de figuur staan twee lijnen: één waarbij de besparing t.o.v. alleen het totale particuliere elektraverbruik is gegeven en de ander t.o.v. het totale particulier + zakelijke elektraverbruik. De curven hieronder geeft voor ieder jaar het procentueel verschil ten opzichte van het jaar 2008, bijvoorbeeld in 2012 is de toename van het verbruik t.o.v. van ,4 %. Er is een belangrijk correctie doorgevoerd op de database. Het SJV in energie in beeld is afkomstig van Liander die zijn SJV als gesaldeerd jaarverbruik doorgeven. Daarom wordt het besparingspercentage uit energie in beeld gecorrigeerd met het percentage opwek door zonnepanelen. Er wordt vanuit gegaan dat 80 % van de zonnepanelen op woningen ligt. De datacorrectie voor zonnepanelen komt in 2016 uiteindelijk uit op circa 3,5 %. Figuur 11: Elektra particulier verbruik, cumulatieve verschil (%) t.o.v ,0 6,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,6 2,0 2,1 2,2 1,6 1,0 1,0-0,1 0,4 0,0 0 1,0 0,0 0,3 0,2 0,3 0,4-1,0 0,1-0,6 0,4 % t.o.v. totaal particulier+zakelijk elektraverbruik % t.o.v. totaal particulier elektraverbruik Uit Figuur 11 kan het volgende worden opgemaakt: Het particulier verbruik is vanaf 2008 met 1,0 % gestegen als dat wordt afgezet tegen het totale elektraverbruik in Nijmegen. 31

67 Het particulier elektra verbruik is vanaf 2008 met 6,0 % gestegen ten opzicht van het totale particulier elektraverbruik. Het particulier elektraverbruik is t.o.v jaarlijks gestegen met gemiddeld 0,7 % per jaar. In Figuur 12 is voor het jaar 2016 af te lezen welk aandeel een wijk heeft in de vermeerdering of vermindering van het totale verschil van 6,0 %. Voorbeeld: een wijk als Lent laat het totale verschil met 2,9 % stijgen en een wijk als Wolfskuil laat het totale verschil met -0,6 % dalen. Als de percentages van alle wijken bij elkaar worden opgeteld, kom je uit op de + 6,0 %. Figuur 12: Elektra particulier verbruik: besparingspercentage (%) van een wijk in de periode t.o.v. het totaal particulier verbruik 3,5 3,0 2,5 2,0 % Meer verbruik 1,5 1, Minder verbruik 0,5 0,0-0,5-1,0 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld Uit Figuur 12 kan het volgende worden opgemaakt: De wijken Biezen, Lent, Oosterhout, Ressen en Stadscentrum hebben de grootste vermeerdering. In deze wijken is in de laatste jaren veel nieuwbouw geweest. De overige wijken hebben een bijdrage aan de totale vermindering tussen de -0,6 % en +0,2 %. Overigens is er een correctie uitgevoerd op de data uit energie in beeld voor de wijken Biezen, Heijendaal en Kerkenbos. Deze kennen een afname die buitenproportioneel is en wel om de volgende redenen: In de wijk Biezen zou een besparingspercentage van 6% zijn door particulieren. Dit komt doordat in de wijk Biezen grote bedrijven ten onrechte als particulier zijn aangemerkt. In deze wijk is in 2008 een postcode 6 gebied met een buitenproportioneel hoog gemiddeld particulier verbruik ( kwh). In de latere jaren is dit niet meer het geval, dat kan komen door 1) het betreffende bedrijf is gesloopt of 2) het bedrijf is later toch als bedrijf aangemerkt. De wijk Heijendaal (1,14 %) en Kerkenbos (0,82%) zouden ook een groot aandeel in de totale vermindering hebben. In de wijk Kerkenbos zijn er volgens het BAG maar 4 woningen. In deze wijk zal net zoals bij de wijk Biezen een of meerdere bedrijven onterecht als particulier zijn aangezien. Omdat in Kerkenbos nauwelijks is gesloopt zal deze verlaging komen doordat deze bedrijven na 2008 toch als bedrijf zijn aangemerkt. Mogelijk dat in de wijk Heijendaal dit effect ook optreedt. 32

68 De netto besparing van het particulier elektraverbruik is het resultaat van twee onderdelen: 1) de besparing binnen bestaande huishoudens en 2) de toename door extra nieuwe woningen. Ze worden in de twee volgende paragraven besproken. Ze zijn alvast hieronder samengevat. Netto besparing elektra particulier in de periode : +6,0 % t.o.v. totaal particulier elektraverbruik waarvan: -7,2 % besparing binnen bestaande huishoudens +13,2 % toename door nieuwe woningen +1,0 % t.o.v. totaal particulier + zakelijk elektraverbruik waarvan: -1,2 % besparing binnen bestaande huishoudens +2,2 % toename door nieuwe woningen Elektra particulier: besparing binnen bestaande huishoudens In Figuur 13 is te zien hoe het gemiddeld elektra verbruik van particulierhuishoudens zich in periode ontwikkelt. De curve geeft voor ieder jaar het procentueel verschil ten opzichte van het jaar 2008, bijvoorbeeld in 2012 is de elektra besparing bij particulieren ten opzichte van ,0%. Om bepaalde database fouten eruit te filteren zijn alleen de échte woonwijken (minder dan 20 % bedrijven, en exclusief Bottendaal) geselecteerd en gebruikt. In de figuur staan twee lijnen: één waarbij de besparing t.o.v. het totale particuliere elektraverbruik is gegeven en de ander t.o.v. het totale particulier + zakelijke elektraverbruik. In deze curve is er net zoals in voorgaande Figuur gecorrigeerd voor het effect van salderen door PV opwek zonder slimme meter. De correctie voor zonnepanelen loopt in 2016 op tot 3,5 %. Figuur 13: Besparing elektra binnen bestaande huishoudens, cumulatief verschil (%) t.o.v. 2008; ,0 0,0 0,1 0,0 0,2 0,0-0,1-0,1-0,6-0,5-0,8-0,6-1,0-1,2-1,2-1,2-2,0-3,0-3,0-4,0-3,8-5,0-6,0-7,0-7,3-7,1-7,2-8,0 % t.o.v. totaal particulier + zakelijk elektraverbruik % t.o.v. totaal particulier elektraverbruik Uit de Figuur kan het volgende worden opgemaakt: De elektrabesparing binnen een Nijmeegs huishouden bedraagt -1,2 % t.o.v. het totale elektra verbruik in Nijmegen. 33

69 De elektrabesparing binnen een Nijmeegs huishouden bedraagt -7,2 % t.o.v. het totale particuliere elektraverbruik. Met andere woorden, een huishouden heeft circa 7 % aan elektra bespaard. Dat is een daling van circa 1,0 % per jaar. In Figuur 14 is voor het jaar 2016 binnen de wijk de gemiddelde particuliere besparing van elektra te vinden. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: in de wijk Aldenhof besparen particulieren 10,6 % aan elektra t.o.v (hierbij is rekening gehouden met de databasecorrectie voor zonnepanelen). Figuur 14: Elektra, besparing binnen een particulier huishouden per wijk, % verschil tussen 2008 en ,0-2,0-4,0-6,0-8,0-10,0-12,0 Aldenhof Altrade -10,6-3,2 Brakkenstein De Kamp -4,7 Grootstal Hatert Hatertse Hei -8,1-9,7-4,1 Hees Heseveld Hunnerberg -6,9-4,1 Lankforst Lent -7,3 Meijhorst -5,1 St, Anna -1,7 't Acker 't Broek Weezenhof Wolfskuil Zwanenveld -9,2-9,0-3,2-14,0-16,0-15,0-15,0-13,7-14,7 Uit de Figuur kunnen we het volgende opmaken: In de wijken is de besparing tussen de 0 % en -15 %. Er is een grote spreiding tussen de wijken. Een deel van deze spreiding kan komen door onzekerheden (onderscheid tussen particulier en zakelijk) in de database, een ander deel zijn echte verschillen in besparing tussen te wijken. Hoeveel de onzekerheid in de database doorwerkt in de percentages is niet vast te stellen. Maar als we kijken naar woonwijken waar bv alleen een winkelcentrum aanwezig is en verdere geen andere bedrijven, zien we bijvoorbeeld in een wijk als Weezenhof ook al een besparing van -9,2 %. Het effect van de onzekerheid in de database zal daarom in de orde van grootte van enkele procenten liggen. Vergelijking met CBS cijfers In de CBS database zijn cijfers beschikbaar van het gemiddeld particulier elektraverbruik (Tabel 8). Daarmee is de landelijke trend in besparing op elektra berekend. Omdat er alleen CBS cijfers van beschikbaar zijn, kan alleen voor die periode de vergelijking worden gedaan. Tabel 8: CBS cijfers: gemiddeld elektraverbruik in de periode Jaar Werkelijk verbruik (kwh) Besparing t.o.v (%) , , , , , ,7 Uit de tabel kan het volgende worden opgemaakt: 34

70 De landelijke besparing op elektra bedraagt (van 2010 tot 2015) -9,7%. In Nijmegen ligt die rond de -9,2 % (6,5 % besparing + 2,8 % terug levering zonnepanelen). Dit ligt in lijn met het landelijk besparingspercentage. [In deze rapportage is het elektra verbruik uit energie in beeld vermeerderd met de hoeveelheid opwek door zonnepanelen. In de landelijk database wordt die correctie niet uitgevoerd.] Omdat de verdeling van het verbruik tussen particulier en zakelijk een heikel punt in de database is, is er geen nauwkeurig besparingspercentage van particulieren te geven. Grofweg kan men stellen dat een particulier huishouden circa 7 % heeft bespaard. Per wijk kan dit percentage enige procenten naar boven of beneden liggen. Besparing binnen bestaande huishoudens in de periode : -7,2 % t.o.v. totaal particulier elektraverbruik -1,2 % t.o.v. totaal particulier + zakelijk elektraverbruik Elektra particulier: toename door nieuwe woningen. Sinds 2008 zijn er in Nijmegen veel nieuwe woningen bijgebouwd. Omdat die woningen er in 2008 niet stonden veroorzaken deze nieuwe woningen een toename in het totale Nijmeegse elektra verbruik. De toename van extra woningen werkt zogezegd de besparing op elektra tegen. De toename van het elektraverbruik door de extra woningen wordt als volgt ingeschat. Uit de aantallen elektra aansluitingen in energie in beeld blijkt een toename van aansluitingen. Uitgaande van een gemiddeld gebruik per aansluiting van kwh/jaar veroorzaken die extra woningen een toename van circa kwh/jaar. Er is een hoger verbruik per woning aangehouden dan het Nijmeegs gemiddelde omdat in de meeste nieuwe woningen een hoger energieverbruik is vanwege het koken op elektra en de inzet van warmtepompen. In totaal is er een toename van circa 13,2 % t.o.v. het particulier verbruik. Toename elektra door nieuwe woningen in periode : + 13,2 % t.o.v. totaal particulier elektraverbruik + 2,2 % t.o.v. totaal particulier + zakelijk elektraverbruik 5.2 Elektra: zakelijk verbruik In Figuur 15 is te zien hoe het totale elektra verbruik van bedrijven zich in periode ontwikkelt. De curve geeft voor ieder jaar het procentueel verschil in het verbruik ten opzichte van het jaar 2008, bijvoorbeeld in 2012 is de vermindering van het verbruik t.o.v. van ,5 %. In de figuur staan twee lijnen: één waarbij de besparing t.o.v. het totale zakelijke elektraverbruik is gegeven en de ander t.o.v. het totale particulier + zakelijke elektraverbruik. 35

71 Figuur 15: Elektra zakelijk verbruik, cumulatieve verschil (%) t.o.v ,0 0,0-1,0-2,0 0,0-4,3-3,5-3,0-4,0-5,0-6,3-6,5-6,0-4,0-7,1-7,0-5,0-8,0-9,8-9,0-7,3-7,5-10,0-8,2-11,0-11,7-12,0-11,9-13,0-11,3-14,0-15,0-13,5-13,8 % t.o.v. totaal zakelijk elektraverbruik % t.o.v. totaal particulier + zakelijk elektraverbruik Uit Figuur 15 kan het volgende worden opgemaakt: Het zakelijk verbruik is vanaf 2008 met -11,9 % gedaald t.o.v. het totale elektraverbruik in Nijmegen Het zakelijk verbruik is vanaf 2008 met -13,8 % gedaald t.o.v. het zakelijke verbruik. De lijn heeft een redelijk lineaire verloop maar als we de besparingen per wijk bekijken zijn er grote verschillen tussen de wijken. In paragraaf wordt hier verder op ingegaan. In Figuur 16 is voor het jaar 2016 af te lezen welk aandeel een wijk heeft in de vermeerdering of vermindering van het totale verschil van -13,8 %. Voorbeeld: een wijk als Heijendaal laat het totale verschil met 2,0 % stijgen en een wijk Havengebied laat het totale verschil met -3,5 % dalen. Als de percentage van alle wijken bij elkaar worden opgeteld, kom je uit op de 13,8 %. Figuur 16: Elektra zakelijk verbruik: besparingspercentage (%) van een wijk in de periode 2008 en 2016 t.o.v. het totaal zakelijk verbruik % Meer verbruik % Minder verbruik 4,00 2,00 0,00-2,00-4,00-6,00 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld -8,00-10,00 De percentages van bovenstaande staafdiagram zijn ook op kaart weergegeven om duidelijker te krijgen waar precies in een wijk de grote besparingen/toenames aanwezig zijn. De kaart is gemaakt voor de postcode 5 gebieden met daarin de grootste vermindering of toename in procenten van het elektraverbruik tussen 2008 en (De percentages op de kaart komen niet geheel overeen de grafiek maar het gaat om de nadere plaatsbepaling van de toe-afname binnen een wijk). 36

72 -8,46 Uit Figuur 16 en de kaart kan het volgende worden opgemaakt: De wijken Biezen, Havengebied en Stadscentrum hebben een relatief groot aandeel in de vermindering. o In de Biezen zijn in het Waalfront gebied veel bedrijfsgebouwen gesloopt en is er een aantal bedrijfsbeëindiging geweest zonder sloop van het gebouw. o In het Havengebied zijn bedrijven in het Mercuriuspark gesloopt waarbij het park nog niet volledig is herbouwd met bedrijven. Daarnaast is in het Havengebied een grote besparing geconcentreerd in één postcode 5 gebied, die verklaard kan worden door de stopzetting van de papierfabriek aan de Ambachtsweg 2. De papierfabriek had een warmte/kracht centrale en zette gas om in elektriciteit voor eigen verbruik. Omdat niet de gehele elektra behoefte werd gedekt moesten ze per jaar rond de kwh inkopen. Omdat de papierfabriek recentelijk is gestopt zou dit de verlaging de verlaging van kwh in dit postcodegebied kunnen verklaren. De wijken Heijendaal, Lent en Westkanaaldijk hebben een vermeerdering in het verbruik. o In Lent zijn er veel woningen bijgebouwd. Omdat veel nieuwe woningen, waar ZZPers wonen, als zakelijke verbruikers worden aangezien, is er in deze wijk logischerwijs een verhoging te zien. Zo blijkt uit het BAG dat er 107 bedrijven aanwezig terwijl energie in beeld 826 zakelijk verbruikers kent. o In Westkanaaldijk is er één postcodegebied die eruit springt met een procentuele elektra vermeerdering van 0,77 procent. In dit gebied is er geen grote nieuwbouw geweest. Zeer waarschijnlijk zijn er één of meerdere bedrijven aanwezig met een verhoogde productie. o In Heijendaal zijn er twee postcode 5 gebieden waar een hoger elektra verbruik is tussen 2008 en In het gebied met een verhoging van 1,36 % is de sprong ontstaan tussen 2012 en 2013 en in het gebied met een verhoging van 1,22 % in de periode De toename in het elektraverbruik kan meerdere reden hebben. Zo blijkt uit de BAG dat er meerdere panden in de periode nieuw zijn gebouwd. Een andere verklaring kan zijn dat er in bepaalde jaren een WKO systeem in gebruik is genomen, waardoor het elektra verbruik hoger is geworden. Maar mogelijk zijn er ook andere oorzaken aan te dragen. 37

73 De overige wijken hebben een bijdrage aan de totale vermindering tussen de -0,6 % en +0,3 % met een totale vermeerdering van 0,2 %. De bedrijven in de overige wijken dragen dus nauwelijks bij aan de totale zakelijke energiebesparing. In de meeste wijken is er nauwelijks sprake van een verschil van het zakelijke elektra verbruik, namelijk 0,2 %. De grootste verschillen zijn te vinden in met name de bedrijfs-/industriegebieden. De elektra besparing bij bedrijven is voor bijna 9 % te danken aan de sluiting van 3 van de 4 productielijnen bij NXP. De overige 3 procent is vooral te danken aan de sloop en beëindiging van industrie-/bedrijfspanden in de wijken Biezen en Havengebied. Omdat die industriegebieden zo n groot effect hebben op de besparing door bedrijven is deze besparing per wijk in de volgende paragraaf nader uitgewerkt. Besparing elektra zakelijk in de periode : -13,8 % t.o.v. totaal zakelijk elektraverbruik waarvan: -3,2 % in de Biezen door sloop bedrijven -8,7 % in Goffert (NXP productieverlaging/efficiëntie) -3,5 % in Havengebied +2,0 in Heijendaal (WKO campusterrein en magnetenlab?) +0,9 in Lent -0,5 in Stadscentrum +0,5 in Westkanaal -1,2 in overige wijken -11,9 % t.o.v. totaal particulier+zakelijk elektraverbruik waarvan: -2,8 % in de Biezen door sloop bedrijven -7,5 % in Goffert (NXP productieverlaging/efficiëntie) -3,0 % in Havengebied +1,7 in Heijendaal (WKO campusterrein en magnetenlab?) +0,8 in Lent -0,4 in Stadscentrum +0,4 in Westkanaal -1,0 in overige wijken Elektra: zakelijk verbruik in zestal bedrijfs-/industriewijken. Voor het zakelijke verbruik van elektra is het verloop van de elektrabesparing binnen zes bedrijfsindustriegebieden in periode bekeken, zoals in Figuur 17 is te zien. 38

74 Figuur 17: Elektra zakelijk verbruik, cumulatieve verschil (%) t.o.v. 2008, voor 6 bedrijfswijken % Meer verbruik % Minder verbruik Biezen Heijendaal Haven- en industrieterrein Stadscentrum Westkanaaldijk Goffert Uit Figuur 17 kan het volgende worden opgemaakt: Er is een sterke daling in 2009 van het zakelijk verbruik in de wijken Biezen, Goffert en Havengebied; in de jaren daarna laten sommige wijken een grote daling en andere een verhoging zien. De wijk Biezen heeft in 2009 een zeer sterke daling en blijft daarna ongeveer hetzelfde niveau. De wijk Havengebied heeft in 2009 eerst een sterke daling, om in 2010 weer sterk te stijgen om dan weer relatief lineaire te dalen. De wijk Stadscentrum schommelt rond de 0 % en laat een lichte daling zien. De wijk Westkanaaldijk kent een gestage vermeerdering en vlakt daarna af. De wijk Heijendaal kent een gestage vermeerdering en vlakt daarna af. De wijk Goffert kent een zeer grote daling van het elektra verbruik. Deze is geheel toe te schrijven aan NXP. 5.3 Elektra: Totaal (particulier + zakelijk) verbruik In Figuur 18 is te zien hoe het totale elektra verbruik (particulier + zakelijk) zich in periode ontwikkelt. De curve geeft voor ieder jaar het procentueel verschil ten opzichte van het jaar 2008, bijvoorbeeld in 2012 is de vermindering van het verbruik t.o.v. van ,2 %. Figuur 18: Elektra totaal verbruik: cumulatief verschil (%) t.o.v ,0 0,0-1,0 0,0-2,0-3,0-4,0-5,0-6,0-3,9-3,2-7,0-8,0-5,8-6,2-6,6-9,0-10,0-11,0-9,7-12,0-11,2-10,9 39

75 Uit de Figuur kan het volgende worden opgemaakt: Het totale elektra verbruik in Nijmegen is vanaf 2008 met -10,9 % gedaald. Gemiddeld genomen is er een afname van circa -1,4 % per jaar. In Figuur 19 is af te lezen welk aandeel een wijk heeft in de vermeerdering of vermindering van het totale verschil van -10,9 %. Voorbeeld: een wijk als Lent laat het totaal verschil met 1,1 % stijgen en een wijk als Biezen laat het totaal verschil met -2,5 % dalen. Als de percentages van alle wijken bij elkaar worden opgeteld, kom je uit op de 10,9 %. Figuur 19: Elektra totaal (particulier en zakelijk) verbruik: procentueel aandeel van een wijk in het totale procentuele verschil tussen 2008 en 2016 % Meer verbruik % Minder verbruik 3,00 2,00 1,00 0,00-1,00-2,00-3,00-4,00-5,00-6,00-7,00-8,00 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld Uit Figuur 19 kan het volgende worden opgemaakt: De wijken Biezen, Goffert en Havengebied kennen een zeer grote vermindering. De wijken Heijendaal, Lent en Westkanaaldijk kennen een grote vermeerdering. De overige wijken hebben een bijdrage aan de totale besparing tussen de -0,3 % en +0,2 % en bedraagt in totaal -0,5 %. Dat betekent dat deze overige wijken nauwelijks bijdragen aan de totale vermindering. Anders gezegd: de vermindering van het totale elektra verbruik (-10,9 %) wordt nagenoeg geheel bepaald door bovengenoemde drie wijken. In het algemeen zijn de volgende redenen te geven voor toename van het elektraverbruik: nieuwbouw van woningen en bedrijfspanden. verhoging van de bedrijfsproductie. bouw WKO systemen. En de volgende redenen voor een afname: het gebruik van energiezuiniger apparaten. gedragsverandering waardoor simpelweg minder wordt verbruikt. sloop van woningen en bedrijfspanden. bedrijfsbeëindiging (met of zonder sloop). Verbeteringen in de energie efficiency van het productieproces. Verminderen van de productieomvang. Besparing totaal elektra verbruik (particulier + zakelijk) in de periode : -10,9 % t.o.v. totaal particulier + zakelijk elektraverbruik 40

76 5.4 Samenvatting besparing elektra verbruik Onderstaande tabel geeft een samenvatting van alle genoemde percentages in de voorgaande paragraven over het elektra verbruik (procentueel verschil tussen 2008 en 2016). T.o.v. totaal particulier verbruik T.o.v. totaal zakelijk verbruik T.o.v. totaal particulier + zakelijk verbruik Besparing door particulieren bedrijven particulier + bedrijven +6,0 % Waarvan: -7,2 % door bestaande woningen +13,2 % door nieuwe woningen -13,8 % Waarvan: -3,2 % in de Biezen door sloop bedrijven -8,7 % in Goffert (NXP productieverlaging/efficiëntie) -3,5 % in Havengebied +2,0 % in Heijendaal (WKO campusterrein en magneten lab?) +0,9 % in Lent -0,5 % in Stadscentrum +0,5 % in Westkanaal -1,2 % in overige wijken +1,0 % % -10,9 % Waarvan: Waarvan o.a.: -1,2 % bij bestaande woningen -2,8 % in de Biezen door sloop +2,2 % door nieuwe woningen bedrijven -7,5 % in Goffert (NXP productieverlaging/efficiëntie) -3,0 % in Havengebied +1,7 % in Heijendaal (WKO campusterrein en magneten lab?) +0,8 % in Lent -0,4 % in Stadscentrum +0,4 % in Westkanaal -1,0 % in overige wijken 41

77 6 Gas Dit hoofdstuk is als volgt ingedeeld: Gas 6.1 Particulier totaal verbruik besparing binnen bestaande huishoudens toename door nieuwe woningen 6.2 Zakelijk totaal verbruik 6.3 Particulier + zakelijk verbruik 6.4 Samenvatting 6.1 Gas: particulier verbruik In Figuur 20 is te zien hoe het totale gas verbruik van particulieren zich in periode ontwikkelt. De curve geeft dus inzicht in de totale netto besparing per jaar door particulieren. Alle besparingseffecten zoals besparing door zuiniger apparaten, besparing door gedragsverandering en de toename door nieuwbouwwoningen zijn in deze curve verwerkt. In de figuur staan twee lijnen: één waarbij de besparing t.o.v. alleen het totale particuliere gasverbruik is gegeven en de ander t.o.v. het totale particulier + zakelijke gasverbruik. De curve geeft voor ieder jaar het procentueel verschil van het verbruik ten opzichte van het jaar 2008, bijvoorbeeld in 2012 is de vermindering van het verbruik t.o.v. van ,6 %. Figuur 20: Gas particulier verbruik, cumulatieve verschil (%) t.o.v ,4-1,1 0,0-1,9-3,7-4,0 0,0-0,7-5,8-5,8-6,1-5,0-2,1-3,9-10,0-7,6-8,2-15,0-11,9-11,9-12,5 % tov totaal particulier verbruik % tov totaal verbruik Uit de Figuur is het volgende op te maken: Het particulier gas verbruik is vanaf 2008 met -6,1 % gedaald t.o.v. het totale gasverbruik in Nijmegen. Het particulier gas verbruik is vanaf 2008 met -12,5 % gedaald t.o.v. het totale particulier gasverbruik. Er is een daling van gemiddeld -1,6 % per jaar. De daling is redelijk lineair maar in 2013 en 2015/16 loopt de lijn vlakker. In Figuur 22 is voor het jaar 2016 (t.o.v. 2008) af te lezen welk aandeel een wijk heeft in de vermeerdering of vermindering van het totale verschil van -12,5%. Voorbeeld: een wijk als Stadscentrum laat het totaal verschil met 0,5 % stijgen en een wijk als Grootstal laat het totale verschil met -0,8 % dalen. Als het percentage van alle wijken bij elkaar worden opgeteld, kom je uit op de - 12,5 %. 42

78 Figuur 21: Gas particulier verbruik: Besparingspercentage (%) van een wijk in de periode 2008 en 2016 t.o.v. het totale particulier gasverbruik 0,60 % Meer verbruik 0,40 0,20 0, ,20 % Minder -0,40 verbruik -0,60-0,80 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld -1,00-1,20 Uit de Figuur is het volgende op te maken: De wijken Bottendaal, Neerbosch West, Oosterhout, Ressen en Stadscentrum hebben een vermeerdering van het verbruik, met een totale toename van +1,2 % De overige wijken hebben een bijdrage aan de totale vermindering tussen de -0,8 % en +0,2 %, met een totale vermindering van -13,7 % Deze netto gasbesparing door particulieren is het resultaat van twee onderdelen: 1) de besparing binnen bestaande huishoudens en 2) de toename door extra nieuwe woningen. Ze worden in de twee volgende paragraven besproken. Ze zijn alvast hieronder samengevat. Netto besparing gas particulier in de periode : -12,5 % t.o.v. totaal particulier gasverbruik waarvan: -14,9 % besparing binnen bestaande huishoudens +2,4 % toename door nieuwe woningen -6,2 % t.o.v. totaal particulier + zakelijk gasverbruik waarvan: -7,3 % besparing binnen bestaande huishoudens +1,1 % toename door nieuwe woningen Gas: besparing binnen bestaande huishoudens De besparing van gas in woningen kan aan de hand van het gemiddelde particuliere verbruik in energie in beeld worden berekend. In Figuur 22 is te zien hoe het gemiddeld gas verbruik van particulieren zich in periode ontwikkelt. De curve geeft voor ieder jaar het procentueel verschil ten opzichte van het jaar 2008, bijvoorbeeld in 2012 is de gas besparing bij particulieren ten opzichte van ,4 %. Om bepaalde onzekerheden in de database eruit te filteren zijn alleen de échte woonwijken (minder dan 20 % bedrijven) geselecteerd en gebruikt. 43

79 In de figuur staan twee lijnen: één waarbij de besparing t.o.v. alleen het totale particuliere gasverbruik is gegeven en de ander t.o.v. het totale particulier + zakelijke gasverbruik. Figuur 22: Gas besparing binnen bestaande huishoudens, cumulatief verschil (%) t.o.v ,0-0,8-1,7-2,0 0,0-2,9-4,0-1,7-4,7-4,7-6,0-3,5-6,8-6,9-7,4-8,0-5,8-10,0-12,0-14,0-16,0-9,4-9,4-13,8-14,0 % tov totaal zakelijk gasverbruik % tov totaal gasverbruik In Figuur 23 is voor het jaar 2016 binnen de wijk de gemiddelde particuliere besparing van gas te vinden. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: in de wijk Aldenhof besparen particulieren 14,4 % aan gas t.o.v Figuur 23: Gas besparing (%) binnen bestaande huishoudens in een wijk t.o.v ,9 5,0 0,0 0,4 % afname verbruik -5,0-10,0-10,0-15,0-14,4-20,0 Aldenhof Altrade Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld -10,9-15,1-16,6 Grootstal Hatert Hatertse Hei -15,0-17,4 Hees Heseveld Hunnerberg -15,2-17,1 Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst -11,1-14,9-17,4-18,1 St, Anna 't Acker 't Broek -14,2-15,9-15,7 Weezenhof -12,5 Wolfskuil Zwanenveld -13,6-16,4-25,0-22,0-30,0-26,5 Uit de Figuren kan het volgende worden opgemaakt: Het gasverbruik van een huishouden in Nijmegen is vanaf 2008 met -7,4 % gedaald t.o.v. het totale gasverbruik in Nijmegen. Het gemiddeld gasverbruik van een particulier is vanaf 2008 met -14,9 % gedaald t.o.v. het particulier gasverbruik. Er is een daling van circa 1,9 % per jaar. De besparing varieert tussen wijken tussen de 0 en -26 %. De besparing in de meeste woonwijken ligt rond de -15 %. 44

80 Vergelijking met CBS cijfers In de CBS database zijn cijfers beschikbaar van het gemiddeld particulier gasverbruik (Tabel 9). Daarmee is de landelijke trend in besparing op gas berekend. Omdat er alleen CBS cijfers van beschikbaar zijn, kan alleen voor die periode de vergelijking worden gedaan. Tabel 9: CBS cijfers: gemiddeld gas verbruik in de periode Jaar Werkelijk verbruik (m 3 ) Graaddagen factor Verbruik (m 3 ) Omgerekend naar standaard jaarverbruik Besparing t.o.v (%) , , , , , , , , , , ,6 Uit de Figuur kan het volgende worden opgemaakt: De Nijmeegse besparing op gas bedraagt tussen 2010 en ,5 %. Op landelijk niveau ligt die op -16,6 %. Het is niet duidelijk wat de oorzaak is van het verschil tussen het Nijmeegse en landelijke besparingspercentage. Mogelijk is het een administratief oorzaak bijvoorbeeld als woningen aangesloten op het warmtenet worden aangezien als gasaansluiting. Dit probleem zie je bijvoorbeeld ook terug in de database van de nationale energie atlas waar woningen op het warmtenet als gasaansluiting worden meegerekend en op die manier het gemiddelde gasverbruik flink naar beneden duwen. Omdat de verdeling van het verbruik tussen particulier en zakelijk een heikel punt in de database is, is er geen nauwkeurig besparingspercentage van particulieren te geven. Grofweg kan men stellen dat een particulier huishouden circa 15 % heeft bespaard. Per wijk kan dit percentage enige procenten naar boven of beneden liggen. Besparing gas particulier binnen huishoudens in de periode : -14,9 % t.o.v. totaal particulier gasverbruik -7,3 % t.o.v. totaal particulier+zakelijk gasverbruik Gas: toename door nieuwe woningen Sinds 2008 zijn er in Nijmegen veel nieuwe woningen bijgebouwd. Omdat die woningen er in 2008 niet stonden veroorzaken deze nieuwe woningen een toename in het totale Nijmeegse gas verbruik. De toename van extra woningen werkt zogezegd de Nijmeegse gas besparing tegen. De toename van het gasverbruik door de extra woningen wordt als volgt ingeschat. Uit de aantallen gasaansluitingen in energie in beeld blijkt een toename van aansluitingen. Uitgaande van een gebruik van circa 650 m 3 /jaar per aansluiting is dat in totaal toename van circa m 3 /jaar. Het aardgasverbruik is veel lager ingeschat dan het gemiddelde jaarverbruik omdat 1) in nieuwe woningen met goede isolatie veel minder ruimteverwarming nodig is en 2) een deel van de woningen wordt verwarmt met een warmtepomp maar wel ook een gasaansluiting 45

81 hebben. In totaal is er 2,4 % meer gasverbruik t.o.v. het totaal particulier verbruik. Overigens, de nieuwbouw van woningen aangesloten op het warmtenet zijn hier niet bij meegenomen omdat die geen aardgas verbruiken. De toename van energieverbruik door het warmtenet komt later aan bod. Toename gas door nieuwe woningen in periode : + 2,4 % t.o.v. totaal particulier gasverbruik + 1,2 % t.o.v. totaal particulier+zakelijk gasverbruik 6.2 Gas: zakelijk verbruik In Figuur 24 is te zien hoe het totale gas verbruik van bedrijven zich in periode ontwikkelt. De curve geeft voor ieder jaar het procentueel verschil ten opzichte van het jaar 2008, bijvoorbeeld in 2012 is de vermindering van het verbruik t.o.v. van ,5 %. In de figuur staan twee lijnen: één waarbij de besparing t.o.v. het totale zakelijke gasverbruik is gegeven en de ander t.o.v. het totale particulier + zakelijke gasverbruik. Figuur 24: Gas zakelijk verbruik, cumulatieve verschil (%) t.o.v ,0 0,0 1,0-0,9 0,0-3,1 1,7-5,4-4,5-5,0 0,0-1,5-10,1-5,4-12,1-10,0-12,8-7,9-9,5-15,0-20,0-25,0-17,8 % tov totaal zakelijk verbruik % tov totaal verbruik -21,2-22,5 In de Figuur is voor het jaar 2016 af te lezen welk aandeel een wijk heeft in de vermeerdering of vermindering van het totale verschil van -22,5 %. Voorbeeld: een wijk als Havengebied laat het totale verschil met 3,2 % stijgen en een wijk Goffert laat het totale verschil met -3,5 % dalen. Als de percentage van alle wijken bij elkaar worden opgeteld, kom je uit op de 22,5 %. 46

82 4,0 Figuur 25: Gas zakelijk verbruik: aandeel (%) van een wijk van het totale verschil tussen 2008 en 2016 % Meer verbruik 2, ,0 % Minder verbruik -2,0-4,0-6,0 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld -8,0 De percentages van bovenstaande staafdiagram zijn ook op kaart weergegeven om duidelijker te krijgen waar precies in een wijk de grote besparingen/toenames aanwezig zijn. De kaart is gemaakt voor de postcode 5 gebieden met daarin de grootste vermindering of toename in procenten van het gasverbruik tussen 2008 en (De percentage op de kaart komen niet geheel overeen met de grafiek maar het gaat om de nadere plaatsbepaling van de toe-afname binnen een wijk). Uit de Figuren kan het volgende worden opgemaakt: Het totale zakelijk verbruik in Nijmegen is vanaf 2008 met -12,8 % gedaald t.o.v. het totale gasverbruik van Nijmegen. Het totale zakelijk verbruik in Nijmegen is vanaf 2008 met -22,5 % gedaald t.o.v. het zakelijke gasverbruik. Dat is een gemiddelde daling van 2,8 % per jaar 47

83 De curve loopt redelijk lineair met een kleine hobbel in 2010 en De wijken Biezen, Goffert, Heijendaal, Lent en Stadscentrum hebben een relatief groot aandeel in de vermindering. o In de Biezen zijn in het Waalfront gebied veel bedrijfsgebouwen gesloopt en is er een aantal bedrijfsbeëindiging geweest zonder sloop van het gebouw. o In Heijendaal is mogelijk de verlaging het gevolg van de toename van WKO installaties bij de Universiteit/Ziekenhuis (nieuwbouw voor oudbouw). o In Lent zijn de Tijdelijke hulp centrales van het warmtenet gesloten en overgenomen door het warmtenet vanuit de ARN. o In de Goffert is aan aantal bedrijfsgebouwen gesloopt, maar kan een wijziging in het productieproces ook een oorzaak hebben. De wijken Havengebied en Ressen hebben een vermeerdering in het verbruik. o In het Havengebied zijn bedrijven in het Mercuriuspark gesloopt waarbij het park nog niet volledig is herbouwd met bedrijven Dit veroorzaakt een verlaging in het gasverbruik en een besparing van -2,54 %. Maar daarnaast is in het havengebied een postcode 5 gebied met een uitzonderlijk hoge toename van 5,1 %. Waarschijnlijk is daar een nieuw bedrijf gevestigd dat veel gas nodig heeft (LNG uitgifte punt?). Overigens is door de sluiting van de papierfabriek geen vermindering in het gas te zien omdat de papierfabriek direct van de Gasuni het aardgas inkocht. In ieder geval is het gasverbruik van de papierfabriek niet in de cijfers van energie in beeld opgenomen. Het werkelijk gasverbruik van de papierfabriek bedroeg circa o m3 aardgas per jaar. De papierfabriek is in 2015 gestopt. Het is niet meteen duidelijk waardoor de vermeerdering in de wijk Ressen is ontstaan. De overige wijken hebben een bijdrage aan de totale vermindering tussen de -0,7 % en +0,2 % met een totaal van -10,5%. Besparing gas zakelijk in de periode : -22,5 % t.o.v. totaal zakelijk gasverbruik waarvan: -6,8 % in de Biezen door sloop bedrijven -3,5 % in Goffert (NXP productie verlaging/efficientie?) -0,7 % in Havengebied (deels sloop) +3,8% in Havengebied door LNG uitgiftepunt -2,6 % in Heijendaal (campus Radboud) -2,2 % in Lent door sluiting TWC van warmtenet -10,5 % overige wijken. -12,8 % t.o.v. totaal particulier + zakelijk gasverbruik waarvan: -3,9 % in de Biezen door sloop bedrijven -2,0 % in Goffert (NXP productie verlaging/efficientie?) -0,4 % in Havengebied (deels sloop) +2,2% in Havengebied door LNG uitgiftepunt -1,5 % in Heijendaal (campus Radboud) -1,3 % in Lent door sluiting TWC van warmtenet -6,0 % overige wijken. 6.3 Gas: Totaal (particulier + zakelijk) verbruik In Figuur 26 is te zien hoe het totale gas verbruik (particulier + zakelijk) zich in de periode ontwikkelt. De curve geeft voor ieder jaar het procentueel verschil ten opzichte van het jaar 2008, bijvoorbeeld in 2012 is de vermindering van het verbruik t.o.v. van ,0 %. 48

84 Figuur 26: Gas totaal verbruik (particulier en zakelijk): cumulatief verschil (%) t.o.v ,0 0,0 0,0-5,0-10,0-15,0-1,3 0,2-5,0-9,0-8,1-20,0-25,0-15,7-17,9-19,0 Uit de Figuur kan het volgende worden opgemaakt: Het totale gas verbruik in Nijmegen is vanaf 2008 met -19 % gedaald. De daling is niet geheel lineaire en kent in bepaalde jaren een sterke daling. Er is een daling van circa 2,4 % per jaar. In Figuur 27 is voor het jaar 2016 af te lezen welk aandeel een wijk heeft in de vermeerdering of vermindering van het totale verschil van -19 %. Voorbeeld: een wijk als Havengebied laat het totaal verschil met 2,0 % stijgen en een wijk als Lent laat het totale verschil met -1,5 % dalen. Als de percentages van alle wijken bij elkaar worden opgeteld, kom je uit op de 19 %. Figuur 27: Gas totaal verbruik: aandeel (%) van een wijk in het totale procentuele verschil tussen 2008 en ,0 2,0 1,0 0,0-1,0-2,0-3,0-4,0-5,0 Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld Uit de Figuur kan het volgende worden opgemaakt: De wijken Biezen, Goffert, Heijendaal en Lent kennen een zeer grote vermindering. De wijk Havengebied kent een grote vermeerdering van +2,0 % en de wijk Oosterhout een kleine vermeerdering van 0,1 %. De overige wijken hebben een bijdrage aan de vermindering tussen de -0,5 % en +0,1 % met een totaal van -11 %. 49

85 In het algemeen zijn de volgende redenen te geven voor de af- en toename van het gasverbruik: Er is een toename van het gas verbruik door bijvoorbeeld: o nieuwbouw van woningen en bedrijfspanden. o verhoging van de bedrijfsproductie. Er is een afname van het elektra verbruik door bijvoorbeeld: o het gebruik van energiezuiniger apparaten. o gedragsverandering waardoor simpelweg minder wordt verbruikt. o sloop van woningen en bedrijfspanden. o bedrijfsbeëindiging (zonder sloop). o sluiting van de Hulp Warmte Centrales en aansluiting op warmtenet vanuit de ARN. Besparing totaal gas verbruik (particulier + zakelijk) in de periode : -19 % t.o.v. totaal particulier + zakelijk gasverbruik 6.4 Samenvatting besparing gas verbruik Onderstaande tabel geeft een samenvatting van alle genoemde percentages in de voorgaande paragraven over het gas verbruik. T.o.v. totaal particulier verbruik T.o.v. totaal zakelijk verbruik T.o.v. totaal particulier + zakelijk verbruik Besparing door particulieren bedrijven particulier + bedrijven -12,5 % Waarvan: -14,9 % door bestaande woningen +2,4 % door nieuwe woningen -22,5 % Waarvan: -6,8 % in de Biezen door sloop bedrijven -3,5 % in Goffert (NXP productie verlaging/efficiëntie?) -0,7 % in Havengebied (deels sloop) +3,8% in Havengebied door LNG uitgiftepunt -2,6 % in Heijendaal (campus Radboud) -2,2 % in Lent door sluiting TWC van warmtenet -10,5 % overige wijken. -6,2 % -12,8 % -19,0 % Waarvan: Waarvan: -7,3% bij bestaande woningen -3,9 % in de Biezen door sloop bedrijven +1,1 % door nieuwe woningen -2,0 % in Goffert (NXP productie verlaging/efficiëntie?) -0,4 % in Havengebied (deels sloop) +2,2% in Havengebied door LNG uitgiftepunt -1,5 % in Heijendaal (campus Radboud) -1,3 % in Lent door sluiting TWC van warmtenet -6,0 % overige wijken. 50

86 7 Warmte De energie voor het verwarmen van de nieuwbouw in de Waalsprong en Waalfront is niet meegenomen in energie in beeld data opgenomen. Dat komt omdat energie in beeld alleen het verbruik van gas en elektriciteit opgeeft en niet die van warmte. Omdat de geleverde warmte als opwek duurzame energie wordt opgevoerd in de energiemonitoring, moet ook de warmte als energieverbruik worden vermeld. Immers de woningen worden verwarmd met energie. We moeten het energieverbruik van álle woningen die aan het warmtenet zijn aangesloten aan het totale energieverbruik toevoegen. Woningen van vóór 2008 De woningen die vóór 2008 aan het warmtenet zijn aangesloten werden verwarmd met aardgas via de tijdelijke warmte centrales TWC). Toen was er een verbruik van circa 1,8 miljoen m 3 gas (1.500 woningen). In 2016 blijkt uit de cijfers van energie in beeld dat het gasverbruik van die woningen 0 m 3. Deze woningen staan er nog wel maar worden nu verwarmd met warmte van de ARN. Dat is het eerste deel waarvoor we moeten corrigeren. Woningen van ná 2008 Voor de woningen die na 2008 zijn gebouwd, zie je in de cijfers van energie in beeld een verhoging van het zakelijk gasverbruik (TWC wordt gezien als bedrijf). In 2016 is het gasverbruik 0 m3 omdat toen de woningen op het warmte van de ARN werden aangesloten. Daarom moet we ook voor deze woningen die na 2008 zijn gebouwd het energieverbruik bij het totaal optellen. In totaal moet er voor de woningen (en bedrijven) aangesloten op het warmtenet een energiehoeveelheid van GJ bij het totale energieverbruik vanuit gas en elektra worden opgeteld. Dat is een toename van 1,2 % van het totale energieverbruik. De hoeveelheid warmte is vergelijkbaar aan m 3 aardgas en komt overeen met 1,8 % van het totale gasverbruik. De verdeling van totale warmteverbruik tussen ruimteverwarming en warm tapwater is %. De toename aan verbruik door woningen op het warmtenet is in de periode : +1,2 % t.o.v. totaal energieverbuik 51

87 8 Energie opwek 8.1 Zonnepanelen In Nijmegen zijn zonnepanelen geïnstalleerd door bedrijven, particulieren en corporaties. Indien er vanuit de zonnepanelen stroom aan het net wordt terug geleverd wordt dit geregistreerd. In totaal wordt in 2016 op adressen kwh (0,026 PJ) aan zonne-energie opgewekt met zonnepanelen. Dit is 0,71 % van het totale elektraverbruik. In Figuur 28 is het aantal geregistreerde zonnepanelen voor de periode gegeven. Figuur 28: Aantal zonnepanelen geheel Nijmegen (200 kwh per paneel) Aanal Wat betreft zonne-energie blijkt : In totaal liggen er op de Nijmeegse daken zonnepanelen (stand 2016). Pas vanaf 2011 is er een echte stijging in het aantal geïnstalleerde zonnepalen te zien. Er is een stijgende lijn in het aantal zonnepanelen per jaar vanaf 2012 met circa per jaar naar circa per jaar in het 2014 en De stijgende trend die we voor 2016 zien, zet niet door en valt terug naar circa per jaar. Als we kijken naar waar die circa zonnepanelen over de stad verdeeld zijn, zien we dat er wijken zijn met geen enkel paneel. De meeste zonnepanelen liggen in de wijken Lent en Oosterhout, gevolgd door de wijken Altrade, Galgenveld, Hatert, Hazenkamp en Hunnerberg. Figuur 29: Aantal zonnepanelen per wijk in 2016 (200 kwh per paneel) Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Vogelzang Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld Jaar 52

88 A 8.2 Zonneboilers In energie in beeld is er geen registratie van zonneboilers. Evenmin is er een landelijke of lokale database. Het is dus niet bekend hoeveel zonneboilers er bij particulieren op de daken liggen. Om toch een inschatting te maken van de opwek door zonneboilers stellen we voor het gemak dat er 18 keer meer adressen zijn met zonnepanelen dan met zonneboilers. Er zouden dan op 170 adressen zonneboilers op de daken liggen. Een zonneboiler wordt (nagenoeg) altijd gebruikt voor warm tapwater en voor warmwater voor de (vaat)wasmachine. De zonnecollectoren ten behoeve van de zonneboilers zijn dan aangesloten op een waterketel van 100 a 200 liter. In de regel ligt er grofweg 5 m 2 aan zonnecollectoren op een dak. Uitgaande dat per m 2 zonnecollector ongeveer 1,1 GJ per jaar aan warmte wordt geproduceerd is dat op jaarbasis circa 5,4 GJ. In m 3 gas uitgedrukt is dat circa 210 m 3 gas per jaar. Als er 170 adressen zijn met een zonneboiler is dat een gasbesparing van 170 * 210 = m 3 gas (=0,001 PJ). Dat is 0,02 % van het totale gasverbruik. 8.3 WKO open en gesloten systemen WKO open systemen In Nijmegen zijn er 13 WKO open systemen. In Tabel 10 is per locatie een overzicht gegeven van de kenmerken van de systemen met de berekende energiebesparing. Tabel 10: WKO locaties met kenmerken systeem Locatie WKO Adres Oppervlakte temp. contour (m 2 ) Aantal doublett en Vergunde capaciteit (m 3 /jaar) Gemiddelde capaciteit (m 3 /jaar) Berekende besparing m 3 gas Alliantie vo De Meeuwse Acker Mondial college B HAN Kapittelweg C Montesorie school Kwakkenbergweg D Nuon warmte regio Marienburgsestraat oost E Pluryn Industrieweg F Radboud universiteit Agricolaplaats G ROC Carolus Van Diemenbroeckstraat H Roc technovium Heijendaalseweg I Standvast wonen Rosa de Limastraat J UUM St Radboud kapittelweg K Citadel college Griftdijk noord Lent L Canisius College Berg en Dalseweg P Hotel van der Valk Hertog Eduardplein O Nuon energy sourcing, Visveld Oost Magnolialaan 1 Vervallen Totaal Uit de Tabel kan het volgende worden opgemaakt: In Nijmegen zijn 13 locaties waar een WKO systeem is geïnstalleerd. 53

89 Een WKO-systeem beïnvloedt de temperatuur in de ondergrond voor een bepaald grondoppervlak. In totaal wordt er m 2 aan grondoppervlakte gebruikt/beïnvloed voor WKO. Dat is circa 2 % van het totale Nijmeegse grondoppervlakte. Op jaarbasis wordt er circa 3,6 miljoen m 3 grondwater verpompt. Per seizoen is dat de helft. De energiehoeveelheid van een doublet (1 warmte en 1 koude bron) varieert tussen de 157 en 1040 MWh t per winter en zomer seizoen (niet apart vermeld in tabel). Op een WKO systeem met één doublet kunnen circa 60 woningen of een kantoor van m 2 worden aangesloten. [1kWh = 3,6 MJ; een woning = 30 GJ warmteverbruik; 125 m 2 kantoor = 30 GJ warmteverbruik] Per m 3 opgepompt water is een besparing van 6,7 MJ of 0,19 m 3 gas mogelijk. Per m 2 aardoppervlakte is een besparing van 21,4 MJ of 0,61 m 3 gas mogelijk. Alle WKO systemen samen leveren een besparing van gas op van m 3. Dat is 0,4 % van het totale gasverbruik. Dat is 0,026 PJ. Berekening besparingspotentieel WKO Uit Cijfers en tabellen 2007 van SenterNovem blijkt dat per m 3 verpompt grondwater er 6,7 MJ aan energiebesparing mogelijk is en 0,46 kg aan CO 2 reductie. Dit kental is gebruikt om de energiebesparing te berekenen. Daarnaast is gebruik gemaakt van het gemiddelde capaciteit van het onttrekkingsdebiet. Deze gemiddelde capaciteit is twee derde van de maximale capaciteit zoals in de onttrekking vergunning is aangevraagd. De duurzame opwek door WKO systemen worden in de cijfers van energie in beeld niet opgenomen. Je ziet het alleen terug in het verminderde gasverbruik. Dat betekent dat het vanuit de overheid niet mogelijk is precies inzicht te geven in de bereikte duurzame opwek door WKO. Figuur 30: WKO locaties en invloedgebieden (twee figuren) 54

90 Rood is invloed gebied warm water, blauw voor koud water. WKO gesloten systemen Een huis kan worden verwarmd met een warmtepomp waarbij de warmte en koude uit de bodem wordt opgeslagen/onttrokken. Deze koude en warmte wordt via bijvoorbeeld een vloerverwarming in de ruimte afgegeven. De warmtepomp verbruikt zelf elektriciteit om die energie uit de bodem te onttrekken. Tegenwoordig kan dat met een rendement van 500 %. Dat betekent dat als je er 1 deel elektriciteit verbruikt je er 5 voor terug krijgt. Er zijn 6 aangemelde en geregistreerde gesloten WKO installaties die energie uit de bodem onttrekken. Deze installaties staan bij particuliere vrijstaande woningen en één bij een school. In de Waalsprong zijn 50 tot 100 woningen met een gesloten bodem energie systeem die niet zijn geregistreerd. Een inventarisatie van de niet geregistreerde systemen moet worden uitgevoerd. 8.4 Warmtepomp (lucht-water) 8.5 Wind De in de vorige paragraaf genoemde WKO systeem kennen een seizoensopslag van energie in de bodem/grondwater. Maar er bestaan ook energiesystemen die via een warmtepomp energie uit de buitenlucht halen, zonder een seizoensopslag. Het is niet bekend hoeveel huizen in Nijmegen zijn aangesloten op een warmtepomp waarbij energie uit de lucht wordt gehaald. Hiervoor is nader onderzoek nodig. In Noord Nijmegen zijn 4 windturbines opgesteld, welke stroom voor huishoudens produceren. In een later stadium wordt mogelijk nog een vijfde windturbine bijgeplaatst en wordt voor circa huishoudens stroom geleverd ( De bouw van de windturbines is op 18 april 2016 gestart. In 2016 is er in de maanden november en 55

91 december productie gedraaid ter hoogte van MWh. Dit komt overeen met 0,010 PJ en 0,28 % van het totale elektraverbruik. Bron: Windpark app. 8.6 Warmtenet De totale geleverde warmte bij de woningen bedraagt GJ. Omdat we het aantal woningen kennen kan het verbruik per woning worden berekend: circa 27,4 GJ per jaar. Dat is vergelijkbaar met ongeveer 783 m 3 gas per jaar (bij 35 MJ per m 3 en zonder correctiefactor energie efficiëntie cv-ketel) De ARN heeft in 2016 het warmtenet gevoed met GJ aan warmte. Het totaal aan verbruikte warmte bij de woningen is omgerekend m 3 aardgas per jaar (=0,13 PJ). Dat is circa 4,6 % van het particuliere gasverbruik en 1,8 % van het totale gasverbruik. Het percentage duurzame opwek van de warmte bedraagt circa 70% en komt daarmee uit op een hoeveelheid van 0,09 PJ en 0,8 % van het totale energieverbruik. 8.7 Groene elektriciteit-opwekking ARN De Afvalcentrale Regio Nijmegen (ARN) produceerde in 2008 circa MWh/jaar aan elektriciteit. In de Nijmeegse Routekaart is er vanuit gegaan dat deze groene energie binnen de gemeentegrenzen van Nijmegen wordt verbruikt. Voor nu is dit uitgangspunt aangehouden maar dit kan nog eens nader tegen het licht worden gehouden. De jaarlijkse duurzame opwek bedraagt circa de helft, dus MWh (=0,29 PJ). De opwek was er ook al vóór In 2015 werd er MWh aan elektriciteit aan het openbare net geleverd. De verlaging ten opzicht van 2008 heeft verschillende redenen. Deze zijn in de bijlage in de Kerncijfers van de 56

92 ARN te lezen. In de kerncijfers staat ook de hoeveelheid geleverde warmte aan het warmtenet. In 2015 is dat 164 TJ (=0,164 PJ) geweest. In 2016 is dat 196 TJ (nog niet gerapporteerd in een jaarverslag) In 2015 is t.o.v MWh minder elektriciteit geleverd. Dat betekent een vermindering van MWh aan groene energie. Dat is een verlaging van 0,02 PJ (-0,2 % op basis van Joule). Vanaf 2015 heeft het warmtenet invloed op de hoeveelheid opgewekte elektriciteit door de ARN. Er wordt namelijk warmte uit de stoomturbines afgetapt om die vervolgens aan het warmtenet af te leveren. Dit veroorzaakt een elektriciteitsderving in de orde van grootte van 0,055 kwhe/mjth. De ARN heeft in TJ aan warmte geleverd en daarmee naar verwachting een elektraderving van MWh geleden. Deze elektraderving is niet direct uit te cijfers van de ARN te herleiden. De jaarverslagen 2014 en 2015 van de ARN zijn te vinden via: duurzaamheid/arn_jaarverslag_2014.pdf Het jaarverslag 2016 was op het moment van rapportage nog niet gepubliceerd. Het milieujaarverslag is te vinden via: duurzaamheid/milieujaarverslag_2013.pdf De electriciteitsderving zou ook een derving in de duurzame opwek kunnen betekenen. Echter deze duurzame elektraderving is al de kwaliteitsverklaring van de warmtelevering verwerkt. 8.8 Biomassa ARN In mei 2013 werd bij de ARN een vergistings- en composteringsinstallatie in gebruik genomen, Deze installatie verwerkt GFT afval en produceert biogas. In 2015 was de groengas productie m3. Dat is gelijk aan kwh (=0,08 PJ). Het biogas wordt opgewerkt tot aardgaskwaliteit en ingezet als groengas voor het openbaar vervoer in de Stadregio Arnhem-Nijmegen. In de bijlage is hierover meer te lezen in het milieujaarverslag van de ARN uit Het jaarverslag 2016 was op het moment van rapportage nog niet gepubliceerd. 8.9 Overig bio-massa Met Overig bio-massa wordt de houtstook bij huishoudens bedoeld. Op basis van gegevens uit de klimaatmonitor over het onderwerp houtstook is ingeschat dat er circa kwh aan biomassa wordt verstookt. Dat is circa 0,03 PJ. Deze hoeveelheid houtstook was ook in 2008 in Nijmegen aanwezig Sewage plant biogas Bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie Nijmegen wordt bij de zuivering van het rioolwater biogas geproduceerd. Dit biogas wordt bij de RIZA omgezet in elektriciteit. In 2008 werd er kwh aan elektriciteit opgewerkt. In 2015 was dat kwh. Dat is circa 0,14 PJ. Er is een verschil van 0,10 PJ tussen 2008 en De cijfers voor het jaar 2016 waren op het moment van rapportage nog niet gepubliceerd. 57

93 8.11 Samenvatting energie opwek In onderstaande tabel is de hoeveelheid opwek van duurzame energie samengevat. Bovendien zijn de percentages gegeven van deze hoeveelheden ten opzichte van het totale energieverbruik en is een onderscheid aangebracht van vóór en ná Opwek % toegevoegde opwek energie t.o.v (t.o.v. totaal energieverbruik) % energie in 2008 al aanwezig (t.o.v. totale energie verbruik ) Zonnepanelen kwh 0,026 PJ 0,2 % WKO m 3 0,03 PJ 0,2 % Wind kwh 0,010 PJ 0,1 % Zonneboilers m 3 0,001 PJ 0,01 % Warmte ARN 70% van m 3 0,09 PJ 0,9 % Warmtepomp Groene elektriciteitopwekking ARN Onbekend kwh* -0,02 PJ -0,2 % 0,29 PJ 2,62 % Biomassa ARN kwh* 0,09 PJ 0,8 % Sewage plant kwh* 0,10 PJ 0,9 % 0,04 PJ 0,36 % biogas Overige biomassa kwh* 0,03 PJ 0,27 % Totaal 0,32 PJ 2,8 % 0,36 PJ 3,3 % *Geen gegevens over het jaar 2016 bekend. Daarom de cijfers van 2015 aangehouden. 58

94 9 Energiedoelstellingen en monitoring In dit hoofdstuk worden drie verschillende energiedoelstelling van de gemeente Nijmegen besproken en vergeleken met de behaalde besparings- en opwekpercentages. 9.1 Energiedoelstellingen Nijmegen Doelstelling 1: (Routeplanner) T.o.v wordt in % op energie bespaard uitgedrukt in Joule. Dat is 1,4 % per jaar Doelstelling 2a: (College akkoord) T.o.v wordt in % duurzame energie opgewekt uitgedrukt in Joule. T.o.v wordt in % op energie bespaard uitgedrukt in Joule. Dat is 1,1 % per jaar Dat is 1,8 per jaar Doelstelling 2b (Convenant of Mayors) In 2019 wordt kwh duurzame energie opgewekt T.o.v.2008 wordt in % op energie bespaard uitgedrukt in CO 2. T.o.v.2008 wordt in % duurzame energie opgewekt uitgedrukt in CO 2. Dat is 1,25 % per jaar. Dat is 1,1 % per jaar Doelstelling 1 is de hoofddoelstelling die op de lange termijn (2045) moet worden gehaald. Doelstelling 2a en 2 b zijn tussenliggende doelstellingen, de periode tot 2019/2020. De doelstellingen 1 en 2a zijn uitgedrukt in Joule (een energie-eenheid) terwijl doelstelling 2b is uitgedrukt in CO 2 (een maat om de hoeveelheid gas en elektra uit te drukken). De doelstellingen worden hieronder in het kort besproken. Doelstelling 1: Routeplanner, lange termijn (tot 2045) Op 2 december 2013 is in een college besluit vastgesteld dat Nijmegen in 2045 een energieneutrale stad is. De leidraad daarvoor is beschreven in de Routekaart Power2Nijmegen op weg naar een energieneutrale stad. De energieneutrale stad wordt bereikt door 50 % besparen en 50 % duurzame opwek. Als we rekenen vanaf 2008 tot 2045 dan doen we daar 37 jaar over. Dat betekent een besparing in het verbruik van gemiddeld 1,4 % per jaar. De besparingscurve heeft een voornamelijk lineair verloop in de tijd (recht lijn). Voor de duurzame opwek is dat jaarlijkse percentage lager. Dat komt omdat in 2008 al een deel van de Nijmeegse energie duurzaam werd opgewekt namelijk 3,3%. In de periode moet er dus nog 46,7 % (50-3,3) duurzame energie opgewekt zijn; per jaar is dat 1,25 % uitgaande van een lineair verloop. Echter voor opwek is de curve niet lineair maar neemt het opwekpercentage met de jaren steeds sneller toe. Versimpeld kan met zeggen dat tot 2020 de opwek met circa 0,5 % toeneemt en daarna tot 2045 met 1,7 %. De energiebesparing is uitgedrukt in Joule (en niet in CO 2 ). 59

95 Doelstelling 2a: Coalitieakkoord, korte termijn (tot 2019) In het coalitieakkoord is de volgende doelstelling bepaald: Indicatoren Energiebesparing stad t.o.v (gebouwde omgeving) 2. Megawatt/h duurzame energieopwekking 12% 14,5% 17% 18,5% 20% Daarmee heeft het College/Raad t.o.v. de Routekaart op korte termijn een kleine versnelling aangebracht: 1,8 % i.p.v. 1,4 per jaar besparing. In 2019 moet er t.o.v een besparing zijn van 20 %. In 2020 is dat een besparing van circa 21,7 %. De energiebesparing is uitgedrukt in Joule (en niet in CO 2 ). De doelstelling van de duurzame opwek is vastgesteld als een absolute hoeveelheid namelijk van kwh in 2016 naar kwh in Dat is per jaar een toename van kwh per jaar. Doelstelling 2a: Convenant of Mayors, korte termijn (tot 2020) In het hetzelfde raadsbesluit van 2 december 2013 heeft de Raad besloten zich aan te sluiten bij de EU Convenant of Mayors. De energiedoelstelling die Nijmegen zich daarmee heeft geconformeerd is: In 2020 op stedelijk niveau een CO 2 - reductie te realiseren van 28% ten opzichte van Deze doelstelling is afgestemd op de prognose zoals opgenomen in de Routekaart Power2Nijmegen op weg naar een energie neutrale stad in Deze 28 % is opgebouwd uit een besparingsdeel van 15 % en een opwekdeel van 13 %. De energiebesparing is uitgedrukt in CO 2 (en niet in Joule). Per jaar gaat het om een reductie door gemiddeld 1,25 % besparing en 1,1 % opwek. 9.2 Vergelijking besparings- en opwekpercentages met energiedoelstellingen In deze paragraaf worden de besparings- en opwekpercentages zoals die in de vorige hoofdstukken staan, vergeleken met die zoals die in de verschillende energiedoelstellingen zijn geformuleerd. Doelstelling 1: (Routeplanner) Doelstelling 2a: (College akkoord) Doelstelling 2b (Convenant of Mayors) Behaald in 2016 t.o.v (%) Beoogde tussendoelstelling in 2016 (totaal 8 jaar) Tussendoelstelling berekend met % besparing/opwek per jaar Besparing 14,6 % 11,2 % 1,4 % Opwek 2,8 % 4,0 % 0,5 % (per jaar tot 2020) Besparing 14,6 % 14,4 % 1,8 % Opwek MWh MWh Besparing 12,9 % 10 % 1,25 % Opwek 4,0 % 8,8 % 1,1 % Aan de hand van de voorgaande hoofdstukken kunnen we deze percentages verder uiteen rafelen om inzicht te krijgen waaruit deze besparingspercentage zijn opgebouwd. Dat is in de volgende twee paragraven te lezen. 60

96 9.3 Behaalde opwekpercentages In onderstaande tabel is de opwek van duurzame energie samengevat. Bovendien zijn de percentages aan opwek voor beide doelstellingen op basis van Joule en CO 2 samengevat. Opwek % energiebesparing in Joule % CO 2 reductie In 2008 al aanwezige duurzame opwek op basis van Zonnepane len kwh 0,2 0,43 Joule (%) CO 2 (%) WKO m 3 0,2 0,14 Wind kwh Zonneboile m 3 0,011 0,007 rs Warmte ARN Warmtepo mp Groene elektriciteit - opwekking ARN Biomassa ARN Sewage plant biogas Overige biomassa 70% van m 3 Onbekend kwh kwh kwh kwh 0,9 0,7-0,2-0,42 2,62 4,84 0,8 1,48 0,9 1,69 0,36 0,66 0,27 0,5 Totaal kwh (1 m 3 = 9,77 kwh) 2,8 4,0 3,3 6,0 In de tabel staan de opwekpercentages die al vóór 2008 aanwezig waren en de percentages opwek die ná 2008 zijn behaald. Dit onderscheid is belangrijk voor het zuiver kunnen vergelijken van de energiedoelstellingen. Bij het item Groene elektriciteit opwekking ARN staan negatieve percentages. Dat komt omdat tussen 2008 en 2016 de ARN minder elektra aan het net heeft afgeleverd. De ARN levert dan minder duurzame elektriciteit t.o.v

97 9.4 Behaalde besparingspercentages Om het verschil tussen een energiebesparing op basis van Joule en op basis van CO 2 duidelijk te maken worden in Figuur 31 en Figuur 32 het verbruik van gas en elektra gepresenteerd. In de eerste Figuur is de hoeveelheid energie uitgedrukt in Joule en de tweede uitgedrukt in CO 2. Hierbij zijn de volgende omreken factoren gebruikt: 1 GJoule gas = 51,17 kg CO 2; 1 GJoule elektra = 161 kg CO 2. Figuur 31: Verbruik gas en elektra in Peta Joule Figuur 32: Verbruik gas en elektra in CO 2 equivalenten (kg) 12,00 10, , P Joule 6,00 4,00 kg Co , , gas elektra warmte gas elektra warmte Op basis van Joule heeft gas het grootste aandeel in het totaalverbruik en ligt voor Nijmegen de verbruiksverhouding gas : elektra op 2 : 1. Op basis van CO 2 heeft elektra het grootste aandeelverbruik en ligt de verbruiksverhouding gas : elektra op 1 : 2, dus precies andersom. Bewust te zijn van deze wetmatigheid is nodig omdat bij een zelfde besparing op gas of elektra bij de ene energiedoelstelling een hoger besparingspercentage is dan bij de ander. Voorbeeld: Als er 2 % minder gas wordt verbruik dan is de totale energiebesparing op basis van Joule 1,3 % [2 % * 2/3 ] = 1,3 % terwijl dat op basis van CO 2 0,66 % [2 % *1/3]. In de bijlage is hierover meer te lezen. In Figuur 33 en Figuur 34 is het besparingspercentage van elektra en gas te zien, uitgedrukt in respectievelijk Joule en CO 2, voor de periode 2008 tot en met

98 Figuur 33: Verschil verbruik op basis van Peta Joule t.o.v (%) 2,0 0,0-2,0-4,0-6,0-8,0-10,0-12,0-14,0-16, elektra 0,0-0,8-0,7-1,5-1,7-1,9-3,2-3,7-3,6 gas 0,0-0,6 0,7-2,8-5,7-5,4-10,6-11,7-12,1 warmte 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,0 1,2 totaal 0,0-1,4 0,0-4,4-7,4-7,3-13,9-14,4-14,6 elektra gas warmte totaal Figuur 34: Verschil verbruik op basis van CO 2 t.o.v (%) 2,0 0,0-2,0-4,0-6,0-8,0-10,0-12,0-14, elektra 0,0-1,5-1,4-2,8-3,2-3,5-6,0-6,9-6,7 gas 0,0-0,3 0,4-1,7-3,3-3,2-6,2-6,9-7,1 warmte 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,8 0,9 totaal 0,0-1,8-1,0-4,5-6,5-6,6-12,2-12,9-12,9 elektra gas warmte totaal 63

99 9.4.1 Nadere detaillering van besparingspercentages op basis van PJoule In onderstaande tabel is een verdere detaillering van het totale besparingspercentage te vinden. Deze percentages komen overeen met de percentages voor de doelstelling 1 en 2 a. Ze zijn namelijk gerelateerd aan het totaal energieverbruik uitgedrukt in PJoule. Let op dat dit percentage zijn ten opzicht van het totale energieverbruik en niet ten opzicht van alleen elektra of gas. Je kunt zien in hoeverre de besparing komt door gewijzigd elektra of gas verbruik en of het vooral particulieren of bedrijven zijn die besparen. Er is zelfs nog meer detail in de tabel opgenomen waardoor je inzicht krijgt in de daadwerkelijk oorzaken van de besparing of vermeerdering. Zo is het effect van sloop en nieuwbouw goed te zien en in hoeverre er sprake is van een echte besparing (minder verbruik bij hetzelfde doen). Besparingspercentage(%) (t.o.v. totale energieverbruik gerelateerd aan PJoule) Naar rechts toe een steeds verdere onderverdeling. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opmerking en mogelijk reden besparingspercentage: elektra/gas /warmte -14,6 Elektra -3,6 Elektra particulier +0,3 Besparing -0,4 Besparing in bestaande woningen. Groei +0,7 Toename door nieuwe woningen Elektra bedrijven -3,9 Biezen -0,9 Nagenoeg geheel te relateren aan de sloop bedrijven in Waalfront en in rest van de wijk Goffert -2,5 Nagenoeg geheel te relateren aan één bedrijf (NXP) Havengebied -1,0 Voor 60 % het gevolg van de sluiting één bedrijf (Papierfabriek) Heijendaal +0,6 Toename door nieuwbouw en aansluiting op KWO. Mogelijk toename door magneten lab Lent +0,3 Stadscentrum -0,1 Westkanaaldijk +0,3 Waarschijnlijk productieverhoging van één bedrijf Overige wijken -0,3 Gas -12,1 Gas particulier -3,6 Besparing -4,3 Isolerende maatregelen, betere CV ketels, en herbouw woningen zorgen voor een grote daling in gasverbruik Groei +0,7 Extra gasverbruik door nieuwbouw woningen Gas bedrijven -8,5 Biezen -2,6 Nagenoeg geheel te relateren aan de sloop bedrijven in Waalfront Goffert -1,3 Mogelijk door sloop van aantal panden maar mogelijk ook verlaging productieproces of enige vorm van besparingsmaatregelen NXP Havengebied -0,2 Sloop van bedrijfsgebouwen in o.a. Mercuriuspark Havengebied +1,4 CNG verkooppunt? Heijendaal -1,0 Renovatie en installatie KWO Lent -0,9 Sluiting WTC die op gas werd gestookt. Mogelijk ook deels door sluiting van een kassenbedrijf. Overige wijken -4,0 Warmte +1,2 Warmte woningen +1,2 Groei +1,2 Extra warmteverbruik door nieuwbouw woningen (Waalsprong/Waalfront) 64

100 9.4.2 Nadere detaillering van besparingspercentages op basis van CO 2. In onderstaande tabel is een verdere detaillering van het totale besparingspercentage te vinden. Deze percentages komen overeen met de percentages voor de doelstelling 2 b. Ze zijn namelijk gerelateerd aan het totaal energieverbruik uitgedrukt in CO 2. Let op dat dit percentage zijn ten opzicht van het totale energieverbruik en niet ten opzicht van alleen elektra of gas. Je kunt zien in hoeverre de besparing komt door gewijzigd elektra of gas verbruik en of het vooral particulieren of bedrijven zijn die besparen. Er is zelfs nog meer detail in de tabel opgenomen waardoor je inzicht krijgt in de daadwerkelijk oorzaken van de besparing of vermeerdering. Zo is het effect van sloop en nieuwbouw goed te zien en in hoeverre er sprake is van een echte besparing (minder verbruik bij hetzelfde doen). Besparingspercentage(%) (t.o.v. totale energieverbruik gerelateerd aan CO2) Naar rechts toe een steeds verdere onderverdeling. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opmerking en mogelijk reden besparingspercentage: elektra/gas /warmte -12,9 Elektra -6,7 Elektra particulier +0,6 Besparing -0,8 Besparing in bestaande woningen. Groei +1,4 Toename door nieuwe woningen Elektra bedrijven -7,3 Biezen -1,7 Nagenoeg geheel te relateren aan de sloop bedrijven in Waalfront en in rest van de wijk Goffert -4,6 Nagenoeg geheel te relateren aan één bedrijf (NXP) Havengebied -1,9 Voor 60 % het gevolg van de sluiting één bedrijf (Papierfabriek) Heijendaal +1,0 Toename door nieuwbouw en aansluiting op KWO. Mogelijk toename door magneten lab Lent +0,5 Stadscentrum -0,3 Westkanaaldijk +0,3 Waarschijnlijk productieverhoging van één bedrijf Overige wijken -0,6 Gas -7,1 Gas particulier -2,5 Besparing -2,5 Isolerende maatregelen, betere CV ketels, en herbouw woningen zorgen voor een grote daling in gasverbruik Groei +0,4 Extra gasverbruik door nieuwbouw woningen Gas bedrijven -5,0 Biezen -1,5 Nagenoeg geheel te relateren aan de sloop bedrijven in Waalfront Goffert -0,8 Mogelijk door sloop van aantal panden maar mogelijk ook verlaging productieproces of enige vorm van besparingsmaatregelen NXP Havengebied -0,1 Sloop van bedrijfsgebouwen in o.a. Mercuriuspark Havengebied +0,8 CNG verkooppunt? Heijendaal -0,6 Renovatie en installatie KWO Lent -0,5 Sluiting WTC die op gas werd gestookt. Mogelijk ook deels door sluiting van een kassenbedrijf. Overige wijken -2,3 Warmte +0,9 Warmte woningen +0,9 Groei +0,9 Extra warmteverbruik door nieuwbouw woningen (Waalsprong/Waalfront) 65

101 10 Aanvullende kentallen t.b.v. energietransitie In dit hoofdstuk wordt een aantal kentallen gegeven die kunnen worden gebruikt bij de toekomstige berekeningen van de energietransitie. Het geeft niet een volledig beeld, want die is al in de rapportage Power 2 Nijmegen Routekaart beschreven. In die rapportage is een inschatting gemaakt van het besparings- en opwekpotentie voor een drietal scenario s: 2020, 2045 en 2045max. In de bijlage is een cijfermatige samenvatting gegeven Besparing woningen naar label B (aardgas) Door isolatie in een gebouw wordt bespaard op ruimteverwarming. De mate van isolatie komt terug in het energielabel van een woning. Als een woning een energielabelsprong maakt van label F naar B dan is het huis zodanig geïsoleerd en/of heeft het zo veel duurzame energie opwek dat het energieverbruik niet meer bij een label F maar label B hoort. Als we er nu vanuit gaan dat een labelsprong geheel het gevolg is door isolatie maatregelen dan kunnen we berekenen hoeveel m 3 gas wordt bespaard als alle woningen naar een label B overgaan. Maar hoe bereken je dat? Daar hebben we een aantal gegevens voor nodig, namelijk het gasverbruik per energielabel en het totale vloeroppervlak per energielabel (Tabel 11) Berekening gasverbruik (m 3 /m 2 ) per energielabel Het gasverbruik (m 3 / m 2 ) per energielabel is berekend met de energie-labels en energiedata van de woning van woningcorporaties. Dit zijn woningen waarvan de energielabels definitief zijn vastgesteld. De berekening van het gasverbruik per label kan niet worden uitgevoerd met de energielabels en energiedata van álle woningen in Nijmegen omdat: De energielabels van de meeste woningen alleen op basis van ouderdom is bepaald, dus zonder gedegen onderzoek. Veel oudere woningen met een slecht label hebben in de tussenliggende jaren wel enige vorm van isolatie gekregen (bv dubbel glas), waardoor ze feitelijk in een betere energielabel moeten worden ingedeeld. De gasverbruiksdata is alleen op het niveau van postcode 6 beschikbaar. Binnen een dergelijk postcode 6 gebied zijn er woningen met verschillende energielabels aanwezig. Hierdoor is het gasverbruik van het postcode 6 niet aan een bepaald energielabel te relateren. Tabel 11: Per energielabel het aantal, oppervlakte en gasverbruik Studie in Amsterdam Voor Nijmegen Gebaseerd op: Gebaseerd op: Gas (m 3 /m 2 ) Aantal oppervlakte (m 2 ) Label (gas, m 3 / m 2 ) verblijfsobjecten A+ 8, A 10 9, B 13 10, C 14 12, D 15 13, E 15 14, F 17 14, G 16 15, Uit de Tabel kan het volgende worden opgemaakt: Het gasverbruik per m 2 varieert tussen de 8,81 m 3 / m 2 (A+) tot 15,20 m 3 / m 2 (G). Deze waarden liggen iets lager dan de waarden uit een studie in Amsterdam. 66

102 In Tabel 12 staat het resultaat: de maximale potentie gasbesparing als alle woningen naar minimaal label B overgang. Tabel 12: Potentie gasbesparing bij energielabelsprong naar label B Label Aantal Oppervlakte (m 2 ) Gas m 3 / m 2 Verschil naar label B (m 3 / m 2 ) Op basis van Nijmeegse kentallen m 3 gasbesparing A ,8 A ,8 B ,9 C ,4 1, D ,2 2, E ,7 3, F ,4 3, G ,2 4, som Uit de Tabel kan het volgende worden opgemaakt: De maximale besparing als alle woningen naar minimaal een label B worden geïsoleerd is m 3. Dat komt overeen met een besparing van 11% t.o.v. het totale gasverbruik besparing en 29 % ten opzicht van het totale particulier gasverbruik De totale besparing bij een labelsprong naar label B is 0,68 PJ Besparing woningen elektra Om een inschatting te maken van het maximale besparingspercentage bij particulieren is gebruik gemaakt van kentallen uit de Energie Altas (Bosatlas): Jaarverbruik in kwh/jaar Jaarverbruik (% van totaal) Percentage Verspilling (%) Besparingspotentiaal (kwh per jaar) (=jaarverbruik x verspilling) Besparingspotentiaal (% van totaal) Verlichting , ,3 Koelen , ,3 Verwarmen 297 8, ,1 Televisie 276 7, ,5 Warmwater 267 7, ,8 Audiovisueel 240 6, ,7 Vriezen 224 6, ,0 ICT 222 6, ,6 Koken 170 4, ,9 Ventilatie 148 4, ,3 Wasdroger 146 4, ,3 Vaatwasser 140 4, ,6 Wasmachine 138 3, ,6 Stofzuiger 83 2, ,2 Keuken 73 2, ,4 Verzorging 73 2, ,1 Vrijetijd 51 1, ,1 Overig 41 1, ,9 0 0,0 Totaal ,8 67

103 Uit deze kentallen blijkt dat het maximale besparingspercentage op 42 % ligt. Dat percentage wordt gehaald als van álle apparaten in het huishouden de méést zuinige wordt genomen. Of dat percentage haalbaar is ligt eraan of de particulieren deze apparaten ook daadwerkelijk gaan aanschaffen. Aan de ene kant leveren energiezuinige apparaten een besparing op maar ze kunnen ook het energieverbruik verhogen. Dat komt door het gedrag van mensen. Als apparaten energiezuiniger worden kunnen ze mogelijk ook meer worden gebruikt bv meer was drogen met de wasdroger. Aan ander gedragseffect is dat er extra mensen zijn die apparaten gaan kopen doordat ze energiezuinig zijn. Met andere woorden, het beschikbaar hebben van energiezuinige apparaten wil nog niet zeggen dat er ook daadwerkelijk sprake is van een besparing. Een besparingspercentage van 42 % lijkt voor een particulier huishouden aan de hoge kant. Vanaf 2008 tot nu is er binnen een huishouden een jaarlijkse besparing van 1,0 %. Als deze trend aanhoudt dan bedraagt de besparing 37 procent in De uiteindelijke besparing zal tussen de 30 en 40 % liggen wat neerkomt op een besparing van 0,23 PJ tot 0,28 PJ Opwek: zonnepalen Zonnepanelen op daken Duurzame energie kan middels zonnepanelen op daken opgewerkt worden. Wat is in Nijmegen het maximaal haalbaar hierin? Dat kan worden berekend met de volgende formule: 80 % van de daken * 20% van het totale oppervlakte pand [m 2 ] * 110 [kwh]/[ m 2 ] 80 % van de daken: het is niet de verwachting dat op álle huizen de zonnepanelen kunnen worden geplaatst. Dat kan zijn om bouwtechnische redenen of omdat het een monument is of omdat er te veel schaduw is door bijvoorbeeld bomen in de straat. 20% is een geschat percentage voor de oppervlakte van daken, dat geschikt is voor zonnepanelen. Voor schuine daken zijn de hellingshoek, schaduwkant en afgeschuinde kanten een belemmering. Voor platte daken zijn installaties, loopruimte en liftschachten een belemmerende factor. 110 kwh/m2 is een geschat kental op basis van 1) 125 kwh/m2 op schuine daken [panelen van 250 Wpiek met een oppervlakte 1 bij 1,6 meter en een 80 % omrekenfactor om naar kwh te komen] en 2) 60 kwh/m2 op platte daken. Met een totaal dakoppervlakte in Nijmegen van m 2 kan kwh/j worden opgewekt. Dat komt overeen met panelen (van 250 Wpiek) op de daken van woningen en bedrijven, 15 % van het totale elektra verbruik en circa 0,5 PJoule. Zonnepanelen in open veld (zonneweide) Zonnepanelen kunnen behalve op daken ook in een open veld geplaatst worden. Om een beetje een gevoel te krijgen voor de grootheden oppervlak en opbrengst van zonneweides is hieronder een fictief zonneveld uitgewerkt. Er wordt fictief een zonneweide in Nijmegen Noord aangelegd (Zie Figuur 35). Deze heeft een oppervlakte van m 2. Een zonneweide kan ongeveer 60 kwh per m 2 opleveren. Voor deze zonneweide betekent dat een opbrengst van kwh. Dat komt overeen met 1,5 % van de totale elektravraag van Nijmegen en 0,05 PJ. Uitgaande van een paneel van 1 bij 1,6 meter (250 Wpiek) zijn dat ongeveer zonnepanelen. 68

104 Figuur 35: Fictieve locatie zonneweide Berekening fictieve situaties Tot slot is een berekening gemaakt hoeveel zonnepalen er nodig zijn om het totale elektraverbruik en het totale energieverbruik in Nijmegen in 2045 op te wekken met zonnepanelen. Elektra: In 2008 was het totale elektraverbruik circa kwh. Uitgaande van een besparing van 40 % is dat in kwh. Met een zonnepaneel met het huidige rendement komt dat overeen met miljoen panelen. Gas: In 2008 was het totale gasverbruik m3 gas of kwh. Uitgaande van een besparing van 50 % in het jaar 2045 is dat kwh. Met een zonnepaneel met het huidige rendement en een warmtepomp met een COP van 3 komt dat overeen met panelen. Elektra+gas: In totaal zijn er zonnepalen nodig om de totale energiehoeveelheid te dekken met zonnepanelen. Daarvoor is een oppervlakte nodig van circa m2. Vergelijk dat eens met het totale oppervlakte van Nijmegen van miljoen m 2 (inclusief uiterwaarden e.d.) Opwek WKO Uit berekeningen in WKO rapportages blijkt dat een WKO systeem vooral een gasbesparing oplevert (zie Figuur 36 voor een rekenvoorbeeld uit een WKO-rapportage). Figuur 36: Voorbeeld berekening Energieverbruik en emissie van een WKO installatie 69

105 Dat komt omdat het opgepompte warme water via een warmtepomp op een hogere temperatuur moet worden gebracht. Daarvoor is veel elektriciteit nodig. In onderstaande berekeningen wordt er vanuit gegaan dat de besparing geheel ten goede komt aan de besparing op gas. Het is niet uit te sluiten dat er bij bepaalde systemen nog een besparing van bijvoorbeeld 20 % op elektriciteit mogelijk is maar dat wordt hier even buiten beschouwing gelaten. Momenteel beschikken we niet over het daadwerkelijk verbruik en opbrengst van de WKO systemen. Op basis van bovenstaande tabel kunnen we opmaken dat een KWO systeem 60 % CO 2 reductie bewerkstelligt. In de praktijk heeft WKO twee belangrijke beperkingen: 1) het is moeilijk toepasbaar in bestaande gebouwen en 2) het gebouw moet ook een koude vraag hebben. Om een realistische maximale opwek van WKO te bepalen is een inventarisatie nodig van panden met een koude vraag. Dit zullen vooral de nieuw te bouwen of te renoveren kantoorgebouwen, onderwijsinstellingen en verzorgingsgebouwen zijn. Functie Aantal Oppervlakte (m 2 ) Verbruik bij 15 m 3 / m 2 gezondheidszorg kantoor onderwijs Uitgaande van de oppervlakte van deze bedrijfsfuncties is de gasbesparing met WKO maximaal m 3. Dat is 18 % van het totale gasverbruik. De kantoren, onderwijs en gezondheidszorg liggen nogal vaak geclusterd bij elkaar zodat het oppervlakte de beperkende factor wordt van hoeveel WKO systemen daar mogelijk zijn. Bovendien is WKO alleen goed mogelijk na nieuwbouw of grote renovatie. Uitgaande dat 25 % van alle kantoren en ziekenhuizen en onderwijs nieuw wordt gebouwd/gerenoveerd dan komt dat neer op m 3, 4,4 % van het totaal gasverbruik, 0,29 PJ en 250 WKO systemen. Hoeveel grondoppervlakte is daarvoor nodig? Op basis van de rapportages van de huidige WKO systemen weten we dat per m 2 grondoppervlak tussen de 1,17 en circa 2,35 m 3 gas kan worden bespaard. Als we uitgaan van de wat kleinere systemen dan zou een besparing van rond de 1 m 3 gas per m 2 oppervlak mogelijk zijn. Bij een besparing van m 3 is het benodigd grondoppervlakte m 2. Vergelijk dat eens met het totale oppervlakte van Nijmegen van miljoen m 2 (inclusief uiterwaarden e.d.). Hoeveel gas wordt er per doublet 1 WKO bespaard? Uit de kentallen uit een eerder hoofdstuk blijkt dat er m 2 gas wordt bespaard met 22 WKO doubletten. Dat betekent dat per WKO systeem (doublet) circa m 3 aardgas of 0,0011 PJoule wordt bespaard Lucht-water warmtepomp Een bestaande woning heeft circa 35 GJ aan warmte nodig heeft. Dat is gelijk aan 1000 m 3 gas of kwh. Een warmtepomp heeft ongeveer een COP(rendement) van 4. Dat betekent dat de energie die nodig is voor de verwarming een vierde deel is namelijk kwh. De rest van de energie kwh haalt de warmtepomp uit de lucht, grond of water (afhankelijk welke warmtepomp wordt gebruikt). Een woning of weq met een warmtepomp bespaard 0, PJoule aan energieverbruik. In de praktijk zal je pas z n warmtepomp gebruiken als eerst de woning flink wordt geïsoleerd waarmee de warmtebehoefte sterk wordt verlaagd. 70

106 10.5 Opwek: Wind De prognose 2017 voor de vier windturbines in Nijmegen Noord er in totaal kwh/j. Bij een gemiddeld verbruik van kwh per huishouden wordt daarmee een equivalent van huishoudens geleverd. Vier windturbines wekken 0,091 PJ op; dat is 0,0182 PJ pér windturbine. In de routekaart wordt voor 6 windturbines 0,23 PJ aan elektra opgewekt, dus 0,038 PJ per windturbine. Er moet worden bekeken waar dit verschil aan kan liggen. Bron: Windpark app Opwek: warmte Geothermie Eén ultradiepe geothermie installatie heeft een vermogen van grofweg 30 Megawatt. Met zo n installatie kan MWh per jaar aan warmte worden geleverd. Dat is ongeveer gelijk aan m 3 gas en 0,95 PJ. Bij een gemiddeld verbruik van m 3 gas per woning, kunnen daarmee woningen met warmte worden voorzien. Bij een warmteverlies van 30 % in de leidingen zijn dat woningen. ARN Bij de ARN is op dit moment een vermogen van 43 Megawatt(thermisch) aan warmtelevering mogelijk. Dat komt overeen met circa 1,3 PJ en m 3 gas. Bij een gemiddeld verbruik van m 3 gas per woning, kunnen daarmee woningen met warmte worden voorzien. Bij een warmteverlies van 30 % in de leidingen zijn dat woningen. Als we ervanuit gaan dat de geleverde warmte voor 70 % duurzaam is dan is dat 1,3 *0,7 = 0,9 PJ aan duurzame warmte. Als er minder warmte in een woning wordt verbruikt bv 1000 m 3 gas per jaar, dan kunnen woningen op het warmtenet worden aangesloten (rekening houdend met warmteverlies in de leidingen). 71

107 Overigens, de ARN kan meer warmte leveren. Daarvoor moeten wel grote investeringen worden gedaan om ook de tweede warmtelijn/ketel in de ARN geschikt te maken voor levering aan het warmtenet. Het is dus mogelijk om in theorie het vermogen naar het warmtenet te verdubbelen. Het is belangrijk om te weten dat bij de levering van warmte door de ARN een elektriciteitsderving optreedt. De elektriciteitsderving bedraagt 0,055 kwhe/mjth. Als woningen met warmte worden voorzien dan kan de ARN kwh (0,24 PJ) minder elektriciteit opwekken. Als een warmtenet de totale hoeveelheid aan gasverbruik zou moeten verzorgen, is een totaal vermogen nodig van 200 MWatt (thermisch). Als in de toekomst het gasverbruik 40 % lager ligt door besparingsmaatregelen dan is een vermogen van 120 MWatt nodig Autonome groei In 2008 werd er 11,0 PJ aan energie verbruikt. Maar wat zou de netto groei in gas en elektra verbruik zijn als er verder geen energie besparende maatregelen worden genomen? Dat is niet heel eenvoudig te beantwoorden. In de Routekaart wordt een toename van 0,5 PJ tot het jaar 2020 berekend en blijft dan tot 2045 constant. Hieronder volgt een berekening om deze inschatting in orde van grootte te kunnen reproduceren. Toename woningen: Tot 2045 worden er voor de Waalsprong/Waalfront circa woningen gebouwd en in de bestaande stad nog eens extra woningen, tezamen circa woningen. Uitgaande van 700 m3 gas (equivalent) en kwh elektra per woning is dat in totaal aan energieverbruik 0,41 + 0,24 = 0,65 PJ. Toename bedrijven: Daarnaast zullen ook nieuwe bedrijfsterreinen bijkomen bijvoorbeeld in Waalsprong Noord. Uitgaande van circa 50 ha bedrijfsterrein, met een derde deel bouwoppervlakte, dan zijn dat gemiddeld genomen 150 bedrijven (1000 m2 per bedrijf). Uitgaande van een vergelijkbare huidige energiebehoefte van m3 gas en kwh elektra per bedrijf dan zijn is dat in totaal m3 gas en kwh elektra: gelijk aan 0,08 PJ+0,05 PJ = 0,13 PJ. Afname woningen: Er wordt geen afname van woningen verwacht. Afname bedrijven: In eerdere paragraven hebben we gezien dat de sloop van een aantal grote bedrijven in het Waalfront een grote daling in het verbruik laat zien, namelijk 0,3 PJ. Of er ook andere bedrijfsgebieden worden gesloopt is niet geïnventariseerd, maar waarschijnlijk niet meer op zo n grote schaal. Per saldo is een autonome groei van circa 0,78 PJ zoals in de Routeplanner is ingeschat een redelijke inschatting. Door de autonome groei wordt er in 2045 in totaal 11,8 PJ aan energie verbruikt door woningen en bedrijven. 72

108 11 Aanvullende statistiek op verbruik elektra en gas 11.1 Elektra particulier: Gemiddeld verbruik In Figuur 37 is de verdeling van het gemiddeld elektra verbruik van particulieren te zien (op postcode 6 niveau). Met zo n verdeling (histogram) kan je bekijken hoeveel het verbruik tussen huishoudens varieert: wat komt het meeste voor en hoeveel verschil is er. (In totaal zijn er postcode-6 gebieden). Figuur 37: Histogram van gemiddeld verbruik elektra (kwh) in postcode 6 gebieden Aantal Meer kwh per jaar Het gemiddeld verbruik ligt op kwh/jaar. 95 % van alle huishoudens hebben een verbruik dat ligt tussen de 907 en kwh/jaar Elektra particulier: Verbruik per m 2 Als we kijken naar de verdeling van het verbruik per m 2 vloeroppervlakte (op postcode 6 niveau) blijkt dat het gemiddeld verbruik per m 2 25,9 kwh is. 95 % van alle huishoudens hebben een verbruik dat ligt tussen de 11,2 en 38,5 kwh/m 2. De verdeling van het verbruik kent een grote spreiding. Figuur 38: verbruik (kwh) per m2 vloeroppervlakte Aantal Kwh per m2 73

109 Waarom is er zo n grote spreiding? Allereest komt dat omdat niet iedereen hetzelfde gedrag vertoond op energieverbruik: sommige mensen verbruiken simpelweg meer dan andere. Maar de spreiding komt voor een groot deel ook doordat er geen lineair verband is tussen de vloeroppervlakte en het verbruik. Kijk maar eens naar de histogrammen waarin het verbruik (kwh) per m 2 per woningtype is gegeven. Figuur 39: verbruik elektra (kwh) per m 2 per woningtype Aantal kwh/m2 appartement flat twee onder 1 kap woning bovenwoning totaal Er is een brede spreiding en verbruik/m 2 bij alle woningen bij elkaar (lijn totaal) De histogrammen van de verschillende woningtypen verschillen van elkaar: o Een vrijstaande woning heeft het minste verbruik per m 2. Dat is op zich logisch omdat de grote energieslurpers (wasmachine, wasdroger, vaatwasser etc.) eenmalig in een woning aanwezig zijn. Dit verbruik wordt over een groter oppervlakte verdeeld (gemiddelde vrijstaande woning 290 m 2 ). o Een flat verbruikt het meeste elektra per m 2. Een vloeroppervlakte van een woning is een flat is dan ook veel lager (gemiddeld 75 m 2 ) waardoor het verbruik van de grote energieslurpers over een kleiner oppervlakte worden verdeeld. Daarnaast kan bij flats de tapwaterverwarming via een elektrische boiler (vanwege blokverwarming) worden verwarmd. o Een woning, twee onder 1 kap, een bovenwoning zitten tussen het kwh/m 2 verbruik van een vrijstaande woning en flat, eveneens qua gemiddeld vloeroppervlakte. 74

110 11.3 Elektra particulier: Verbruik per m 2 per wijk Als we kijken naar de verschillen in elektra verbruik per m 2 tussen de wijken zien we dat er geen wijken zijn waar bijzonder meer of minder wordt verbruikt per m 2. De verschillen tussen de wijken zijn klein. De industriewijken moeten bij het vergelijk buiten beschouwing worden gelaten. Figuur 40: Elektra verbruik kwh per m 2 per wijk Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en industrieterrein Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld 11.4 Gas particulier: Gemiddeld verbruik Als we kijken naar het gemiddeld gasverbruik van particulieren (op postcode 6 niveau) zien we een grote spreiding in het verbruik Figuur 41: Histogram van gemiddeld verbruik gas (m 3 ) van postcode 6 gebieden Aantal m3 per jaar 75

111 Het gemiddeld verbruik is m 3 /jaar. Er is sprake van een scheve verdeling: meer grootverbruikers dan kleingebruikers. 50 % van de huishoudens verbruikt minder dan m 3 /jaar, 50% meer. 95 % van alle huishoudens een verbruik hebben die ligt tussen de tussen de 429 en m 3 /jaar 11.5 Gas particulier: Verbruik per m 2 Als we kijken naar de verdeling van het verbruik per m 2 vloeroppervlakte (op postcode 6 niveau) kan het volgende worden opgemaakt: Gemiddeld genomen wordt er 12,1 m 3 / per m 2 vloeroppervlakte verbruikt. Ook hier zien we een scheve verdeling: meer grootverbruik dan kleinverbruik. 50 % van de huishoudens verbruikt minder dan 12,1 m 3 /m 2, 50% meer. 95 % van alle huishoudens een verbruik hebben die ligt tussen de 5,3 en 18,8 m 3. Figuur 42: Histogram aardgasverbruik m 3 per m 2 vloeroppervlakte Frequentie ,3 1,6 2,8 4,0 5,3 6,5 7,7 9,0 10,2 11,4 12,7 13,9 15,1 16,4 17,6 18,8 20,1 21,3 22,5 23,8 25,0 26,2 27,5 28,7 29,9 31,2 32,4 33,6 34,9 Meer 11.6 Gas: Particulier, Verbruik per m 2 per wijk m3/m2 Voor het gemiddeld gasverbruik per m 2 (van de particulieren) blijkt dat er (met uitzondering van de industriewijken) enig verschil tussen de wijken is, maar vanwege bepaalde effecten in de database is het niet eenduidig vast te stellen waardoor deze kleine verschillen bestaan. 76

112 Figuur 43: Gemiddeld gasverbruik per m 2 per wijk Aldenhof Altrade Benedenstad Biezen Bijsterhuizen Bottendaal Brakkenstein De Kamp Galgenveld Goffert Groenewoud Grootstal Hatert Hatertse Hei Haven- en Hazenkamp Hees Heijendaal Hengstdal Heseveld Hunnerberg Kerkenbos Kwakkenberg Lankforst Lent Malvert Meijhorst Neerbosch-Oost Neerbosch-West Nije Veld Oosterhout Ooyse Schependom Ressen St, Anna Staddijk Stadscentrum 't Acker 't Broek Tolhuis Weezenhof Westkanaaldijk Wolfskuil Zwanenveld 11.7 Gas en elektra: Bedrijven, Verbruik per m 2 Op basis van de gegevens energie in beeld zijn er geen goede kentallen te herleiden voor het gas- en elektraverbruik per m 2 vloeroppervlakte bij bedrijven. Aan de ene kant is het onderscheid in verbruik tussen particulier en zakelijk te onnauwkeurig. Aan de andere kant zijn de verschillen tussen bedrijven dermate groot dat een goede inschatting per pand niet mogelijk is. Gas, bedrijven Voor het gasverbruik t.b.v. ruimteverwarming + warm tapwater kunnen we wel bij benadering kentallen gegeven. Zo zijn er onderstaande gangbare kentallen per gebruiksfunctie voor het gasverbruik per m 2 vloeroppervlak. Functie Gasverbruik (m 3 /m 2 ) bijeenkomstfunctie 15 gezondheidszorgfunctie 24 industriefunctie 10 kantoorfunctie 15 logiesfunctie 22 onderwijsfunctie 15 overige gebruiksfunctie 16 sportfunctie 20 winkelfunctie 14 Voor een groot deel van de panden kunnen deze kentallen worden gebruikt om het gasverbruik van het pand te berekenen. Maar er zijn ook bedrijven die ook nog gas verbruiken voor het productieproces of klimaatbeheersing. De gashoeveelheden kunnen per bedrijf erg verschillen. Vaak is het zo dat zodra gas voor het productieproces wordt gebruik dit ook meteen in grote hoeveelheden is. Elektra, bedrijven Er zijn op dit moment geen kentallen bekend van het verbruik van elektra per m 2. Net zoals voor het gasverbruik moet een inventarisatie worden uitgevoerd wat de grootverbruikers van elektra in Nijmegen zijn en waarvoor deze elektra wordt gebruikt. 77

113 Bijlagen 78

114 Bijlage 1: Overzicht gegevens in de bronnen BAG en WOZ BAG Pand Pand id Nummer van het pand Verblijfsobject _id Volgnummer van verblijfsobject in het pand. Bouwjaar Bouwjaar van het pand Actcode V (vervallen) of A (actief) Status Bv. pand in gebruik, pand gesloopt, niet gerealiseerd pand Geografie Vlak van het pand BAG Verblijfsobject Verblijfsobject id Volgnummer van verblijfsobject Adres_ id Volgnummer van adres in het verblijfsobject Gebruik1 woonfunctie of industriefunctie Gebruik 2 Onderverdeling in 8 verschillende functies zoals kantoorfunctie of onderwijsfunctie. Oppervlakte: Oppervlakte van het verblijfsobject Vobjecttype bv parkeergarage of horecabedrijf met woning Bestemming bv woning met horecabedrijf of kantoor Bescherming en Gezicht: monumentale status Actcode en V (vervallen) of A (actief) Status: BV Verblijfsobject in gebruik, verblijfsobject ingetrokken Geografie: Vlak van het pand waarin het verblijfsobject aanwezig is BAG Adressen Adres_id Volgnummer van adres Straatnaam, huisnummer, huisletter, huisnummerto evoeging Postcode Wijkcode De wijkcode waarin het adres zich bevindt. Actcode V (vervallen) of A (actief) Geografie X en Y coördinaat WOZ database 1 Adres_id Volgnummer van adres Straatnaam, huisnummer, huisletter, huisnummert oevoeging Postcode Omschrijving Soort verblijfsobject bv flat, bovenwoning, winkel. 79

115 Bijlage 2: Correcties database energie in beeld. De opgave van het gas en elektraverbruik in energie in beeld is voldoende betrouwbaar als het gaat om het totale verbruik van gas of het totale verbruik aan elektra. Maar voor een verdere onderverdeling naar particulier en zakelijkverbruik is de data niet geheel betrouwbaar. Dat heeft verschillende redenen die in deze paragraaf worden uitgelegd. Zolang men weet welke tekortkomingen de database heeft en weet te herleiden waar deze zitten is er een zinnige en voldoende betrouwbare onderverdeling in het particulier en zakelijk verbruik te maken. In deze rapportage wordt geprobeerd te corrigeren voor deze databasefouten en ze te benoemen. De betrouwbaarheid van de onderverdeling is dan voldoende voor het doel van deze rapportage. De ZZP-er ZZP-ers die in een gewone woning zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel worden in de data van energie in beeld vaak als zakelijke verbruiker aangemerkt. Dat komt omdat de site dit onderscheid maakt vooral op basis van die kamer van koophandel gegevens. Om dit te verduidelijken is hieronder een voorbeeld gegevens aan de hand van het postcodegebied 6535 GK. De site Energie in beeld geeft voor het postcodegebied 6435 GK de volgende aantallen zakelijk (5) en particuliere verbruikers (12) weer: Aantal zakelijk verbruikers: 5 Aantal particuliere verbruikers: 12 Totaal aantal verbruikers: 17 Volgens energie in beeld zijn er dus 5 zakelijk verbruikers in dit postcode gebiedje. Welke bedrijven dat zijn is te achterhalen met de website Uit die website blijkt dat er inderdaad 5 bedrijven zijn ingeschreven bij de kamer van koophandel (één is er dubbel). Maar dit zijn geen echte bedrijven, in die zin: op die adressen is geen bedrijfsfunctie in de BAG geregistreerd, maar gewoon een woonfunctie. Dit blijkt als we de gebruiksfunctie in de BAG bekijken (rood zijn woonfuncties en oranje overig functies). 80

116 : Uit de BAG blijkt dat er op een adres een woonfunctie is en zeker geen zwembad aanwezig is. Het blijkt dat daar het kantoortje (administratie) van het zwembad aanwezig is, een activiteit uitgeoefend vanuit een woning. Voor de overige 4 bedrijven is een gelijksoortig verhaal te geven: het zijn personen die zich bij de kamer van koophandel hebben ingeschreven en vanuit hun woning hun beroep uitoefenen. Als je kijkt naar de totale wijk Weezenhof dan blijkt uit de BAG dat er 8 bedrijven aanwezig zijn (in het winkelcentrum). De website energie in beeld geeft 331 zakelijk aansluitingen! Als je kijkt naar heel Nijmegen dan blijkt uit de BAG dat er bedrijven zijn terwijl energie in beeld er meer kent namelijk Er is dus een grote overschatting van het aantal zakelijke verbruikers en een onderschatting van het aantal particuliere verbruikers. Als deze correctie wordt uitgevoerd dan is het particulier gebruik gestegen Elektra: kwh/jaar ( woningen) Gas: m 3 / jaar (8.000 woningen) Foutief bestempelen van een bedrijf als een particulier Naast het ZZP-effect (een bedrijfsactiviteit uitgeoefend vanuit een woning) komt het ook voor dat échte bedrijven als particulier worden aangemerkt. Dat kan je goed herkennen als het gemiddeld particulier verbruik in een postcode 6 gebiedje een zeer hoge waarde heeft. Maar helaas zal dat effect niet altijd goed te zien zijn (als het betreffende bedrijf een wat lager verbruik heeft). In een aantal gevallen is dit effect evident maar in andere gevallen dus minder te kwantificeren. Grote wijzigingen verdeling zakelijk-particulier in Energie in beeld verbetert en verfijnt de database telkens weer. Maar door deze correcties (en mogelijk ook andere administratieve oorzaken) treden in bepaald jaren sprongen op in het aantal zakelijk en particulier verbruikers (Figuur 44). 81

117 Figuur 44: Aantal aansluitingen in Energie in beeld Elektra particulier Elektra totaal Elektra zakelijk In 2013 is er een sprong die alleen om administratieve redenen kan zijn ontstaan. Het lijkt erop dat in 2013 iets bijzonders is gebeurd in de verdeling particulier- zakelijk. Het aantal particuliere verbruikers is met circa aansluitingen toegenomen en het aantal zakelijk verbruikers met hetzelfde aantal afgenomen. Het totaal aantal verbruikers blijft redelijk constant, buiten de normale groei van het aantal verbruikers door bouw van woningen en bedrijven. Dit heeft gevolgen voor het apart analyseren van het zakelijk en particulier verbruik door de jaren heen in de periode 2008 t/m Het particulier gas en elektraverbruik zal in 2013 een grote sprong naar boven maken en voor zakelijk verbruik een grote sprong naar beneden. In voorliggende rapportage is voor dit effect gecorrigeerd, anders is het onmogelijk om een goede analyse te maken van de energiebesparing bij zakelijke of particuliere verbruikers. Dit is gedaan door het totale verbruik van particulieren te verminderen met de uitkomst van de volgende rekensom: [verschil in aantal van de sprong] * [gemiddeld verbruik van particulieren]. Bij bedrijven is deze rekensom bij het totale verbruik opgeteld. Zo worden de jaren 2013, 2014, 2015 weer recht getrokken en is vergelijking tussen de jaren betrouwbaarder. Blokverwarming De woningen met blokverwarming worden verwarmd met een gezamenlijke centrale ketel. Het gasverbruik van deze centrale ketel wordt door energie in beeld als een zakelijke aansluiting aangemerkt, maar feitelijk gaat het om de verwarming van woningen. Er is daarom een overschatting van het zakelijk gasverbruik en een onderschatting van het particuliere gasverbruik. Er zijn naar schatting woningen met blokverwarming op een totaal van woningen. Deze woningen hebben een gasverbruik van m 3 /jaar. Groot zakelijke afnemers Het elektra verbruik van NXP is niet in de cijfers van energie in beeld opgenomen. NXP neemt de elektra direct van Tennet af. Het elektra verbruik van NXP is in kwh. Het is interessant om te bekijken of er nog meer bedrijven zijn waarvan elektra of gas direct van Tennet of Gasunie worden ingekocht. Denk bijvoorbeeld ook aan de voormalige papierfabriek Sappi met een gasverbruik rond de 50 miljoen m 3 per jaar! Dit zit niet in de cijfers van energie in beeld. 82

118 Doorberekening effect van database correcties op verhouding particulier en zakelijk verbruik De database uit energie in beeld kent een aantal beperkingen en onvolkomenheden die van wezenlijk belang zijn bij het bespreken en analyseren van de energiedata. Om een indruk te krijgen hoe groot de invloed is van bovenstaande effecten is, is voor een aantal van deze effecten de correctie uitgevoerd (Tabel 13). Tabel 13: Gas en elektra, verdeling tussen particulieren en bedrijven, absoluut en procentueel voor enkele correctiestappen op energie in beeld data (2016). Totaal jaarlijks verbruik Gas (m 3 ) Totaal jaarlijks verbruik Elektra (kwh) particulier bedrijf particulier bedrijf Kale Energie in beeld Na ZZP correctie Na blokverwarming correctie Na NXP correctie Totaal jaarlijks verbruik Gas (%) Totaal jaarlijks verbruik Elektra (%) particulier bedrijf particulier bedrijf Kale Energie in beeld Na ZZP correctie Na blokverwarming correctie Na NXP correctie Uit deze tabel kan het volgende worden opgemaakt: Er is circa 6 % meer gasverbruik door particulieren na een ZZP correctie Er is circa 3 % meer elektraverbruik door particulieren bij een ZZP correctie Er is circa 3 % meer gasverbruik door particulieren bij een blokverwarming correctie Er is circa 4 % meer elektra door bedrijven bij een NXP correctie Het gasverbruik van particulieren is circa 52 % van het totale gasverbruik (i.p.v. 43 %). Alle particulieren tezamen verbruiken meer dan alle bedrijven tezamen. Het elektraverbruik van bedrijven is circa 78 % van het totale elektra verbruik (en was 77 %). Alle bedrijven tezamen verbruiken dus veel meer dan alle particulieren tezamen. 83

119 Bijlage 3: Relatie tussen besparing op basis van Peta Joule en C02. In Nijmegen kan met het percentage aan besparing van gas en elektra een totale besparing uitgedrukt in Peta Joule en reductie uitgedrukt in CO 2 worden berekend. Dat wordt hieronder uitgelegd. Stap 1 (Indien nodig): Omrekenen van particulier of zakelijk verbruik naar totaalverbruik: Elektra Besparing % t.o.v. particulier elektra verbruik * 0,165 = % t.o.v. totaal elektraverbruik Besparing % t.o.v. zakelijk elektra verbruik * 0,835 = % t.o.v. totaal elektraverbruik Gas Besparing % t.o.v. particulier gasverbruik * 0,43 = % t.o.v. totaal gasverbruik Besparing % t.o.v. zakelijk gasverbruik * 0,57 = % t.o.v. totaal gasverbruik Stap 2: % energiebesparing (Joules) = 0,67 * [besparing % gas t.o.v. totaal gasverbruik] + 0,33 * [besparing % elektra t.o.v. totaal elektraverbruik] % energiebesparing (CO 2 )= 0,39 * [besparing % gas t.o.v. totaal gasverbruik] + 0,61 * [besparing % elektra t.o.v. totaal elektraverbruik] Voorbeeld: Als er 16 % minder m 3 gas wordt verbruikt en 6 % minder kwh elektra dan is % energiebesparing op basis van Joules = 12,7 % [0,67 * ,33 * 6] % CO 2 reductie op basis van CO 2 = 9,93 % [0,39 * ,61 * 6] Uit deze formules blijkt dat bij het behalen van de doelstelling het uitmaakt of op gas of op elektra wordt bespaard. Bij de besparing op basis van Joule weegt gas zwaarder mee in de totale besparing en bij de andere juist elektra. Door meer op gas te besparen worden de gemeentelijk doelstellingen sneller gehaald terwijl een besparing op elektra beter is om de doelstelling van de Convenant of Mayors (CO 2 ) te behalen. Dit voorbeeld zou je bv terug kunnen vinden als woningen overstappen om de ruimte te verwarmen door elektra i.p.v. warmte. Voor de energiebesparing (Joules) zal dit minder erg uitpakken. Maar voor de CO 2 doelstelling heeft dat wel meer effect Overigens ook goed om te weten is dat het percentage CO 2 -besparing ook nog afhankelijk is van het aantal kg CO 2 per GJoule elektra. In voorliggende rapportage is die op 1 GJoule elektra = 161 kg CO 2 gesteld. Naarmate er meer duurzame opwek in Nederland is, zal het aantal kg CO 2 per GJoule elektra steeds lager worden. De duurzame opwek in Nederland heeft daarmee direct effect op het behalen van bepaalde jaarlijkse Nijmeegse CO 2 doelstellingen. 84

120 Bijlage 4: Deel (milieu) jaarverslag ARN 85

121 86

Energie aan zet! Energiemonitoring Analyse energieverbruik 2017 en periode van de gebouwde omgeving

Energie aan zet! Energiemonitoring Analyse energieverbruik 2017 en periode van de gebouwde omgeving Energie aan zet! Energiemonitoring 2008-2017 Analyse energieverbruik 2017 en periode 2008-2017 van de gebouwde omgeving september 2018 Colofon Gemeente Nijmegen September 2018 Opgesteld door: Paul Erades

Nadere informatie

Aardgasloos wonen in wijk Bunders/Dotterveld, kan dat.

Aardgasloos wonen in wijk Bunders/Dotterveld, kan dat. Informatie avond: Aardgasloos wonen in wijk Bunders/Dotterveld, kan dat. Door: Buurteam Bunders-West Programma Opening Wat is onze opgave bij aardgasloos wonen? De toepassing en werking van de technische

Nadere informatie

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug CONCEPT Omgevingsdienst regio Utrecht Mei 2015 opgesteld door Erwin Mikkers Duurzame energie per Kern in gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Monitor gebruik voorschoolse voorzieningen door 0-4 jarigen

Monitor gebruik voorschoolse voorzieningen door 0-4 jarigen Monitor gebruik voorschoolse voorzieningen door 0-4 jarigen Monitor gebruik voorschoolse voorzieningen door 0-4 jarigen Datum: maart 2016 Colofon Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek contactpersoon:

Nadere informatie

Nulmeting. update 1.0. Energieverbruikscijfers Wijnjewoude (plus verwachting 2015)

Nulmeting. update 1.0. Energieverbruikscijfers Wijnjewoude (plus verwachting 2015) Nulmeting update 1.0 Energieverbruikscijfers Wijnjewoude 2008 2014 (plus verwachting 2015) Henk Janssen/april 2016 Nulmeting update 1.0 Wijnjewoude in 10 jaar energieneutraal. Dat is de doelstelling van

Nadere informatie

Nulmeting. Energieverbruikscijfers Wijnjewoude 2008 2013 (plus verwachting 2014)

Nulmeting. Energieverbruikscijfers Wijnjewoude 2008 2013 (plus verwachting 2014) Nulmeting Energieverbruikscijfers Wijnjewoude 2008 2013 (plus verwachting 2014) Henk Janssen/februari 2015 Nulmeting Wijnjewoude in 10 jaar energieneutraal. Dat is de doelstelling van WEN. Om de komende

Nadere informatie

WELKOM BIJ. Samen optrekken naar een aardgasvrij Bottendaal. Bewonersavond 27 november 2018

WELKOM BIJ. Samen optrekken naar een aardgasvrij Bottendaal. Bewonersavond 27 november 2018 WELKOM BIJ Samen optrekken naar een aardgasvrij Bottendaal Bewonersavond 27 november 2018 Programma 20.00 20..05 Welkom en doel van de avond 20.10-20.30 Deel 1: Stand van zaken energietransitie in Nijmegen

Nadere informatie

Energiebesparing Gemeente Huizen

Energiebesparing Gemeente Huizen Energiebesparing Gemeente Huizen Programma presentatie Duurzaam Bouwloket De aanpak en landelijke ontwikkelingen Stapsgewijs naar aardgasvrij Subsidies en regelingen Duurzaam Bouwloket Voor onafhankelijke

Nadere informatie

Winst en comfort uit duurzaamheid. Bouw op onze kennis

Winst en comfort uit duurzaamheid. Bouw op onze kennis Winst en comfort uit duurzaamheid Bouw op onze kennis Even voorstellen "Het verschil tussen gewoon en uitzonderlijk is vaak dat kleine beetje extra, waarin samenwerking en krachtenbundeling mijn drijfveer

Nadere informatie

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5 Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5 Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 2/5 Toelichting bij scenario-analyse energiebeleid Beesel Venlo Venray Deze toelichting beschrijft wat

Nadere informatie

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Willemien Veele Cor Kamminga 08-04-16 www.rijksmonumenten.nl Achtergrond en aanleiding Ambitie om in 2020 16% van de energie duurzaam op te wekken in Fryslân

Nadere informatie

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk Warmte in Nederland Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk Warmte kost veel energie Warmtevoorziening is verantwoordelijk voor bijna 40% van het energiegebruik in Nederland.

Nadere informatie

Begrippenlijst Naar groen is goed te doen

Begrippenlijst Naar groen is goed te doen Begrippenlijst Naar groen is goed te doen Begrip Trias Energetica Toelichting De drie stappen van de Trias Energetica zijn basisvuistregels bij het duurzaam ontwerpen en verbouwen van gebouwen, ontworpen

Nadere informatie

Totale uitstoot in 2010: 14.000 kiloton CO 2

Totale uitstoot in 2010: 14.000 kiloton CO 2 Totale uitstoot in 2010: 14.000 kiloton CO 2 Industrie Welke keuzes en wat levert het op? Huidig beleid 1% besparing op gas en elektra per jaar. Totaal is dat 8 % besparing in 2020. Opbrengst: 100 kiloton.

Nadere informatie

PROJECTPLAN METERS MAKEN IN DE ESHOF

PROJECTPLAN METERS MAKEN IN DE ESHOF PROJECTPLAN METERS MAKEN IN DE ESHOF De Eshof op weg naar energie neutraal! = woningen Eshof naar nul op de meter = Inhoud 1. Ambitie: naar meest duurzame wijk van Elst? 2. Meten is weten: per wijk per

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2014, Vito, januari 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2014 bedraagt 5,7 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

De 10 meest gestelde vragen over aardgasvrij wonen

De 10 meest gestelde vragen over aardgasvrij wonen De 10 meest gestelde vragen over aardgasvrij wonen 1. Waarom gaan we van het aardgas af? 2 2. Wanneer moet mijn woning aardgasvrij zijn? 2 3. Wat is de rol van de gemeente? 3 4. Hoe kan ik mijn woning

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Samenvatting en conclusies. 2. Bebouwde Omgeving. 3. Bedrijven & Industrie (inclusief Utiliteitsbouw) 4.

Inhoudsopgave. 1. Samenvatting en conclusies. 2. Bebouwde Omgeving. 3. Bedrijven & Industrie (inclusief Utiliteitsbouw) 4. CO 2 -monitor Haarlem 2013 De CO 2 -monitor heeft sinds 2012 heeft een andere opzet dan voorgaande jaren. Er is nu een management samenvatting waarin de grote lijnen en hoofdconclusies worden weergegeven

Nadere informatie

Edwin Waelput Tempas Bouwmanagement bv Breda DuurSaam cooperatie ua

Edwin Waelput Tempas Bouwmanagement bv Breda DuurSaam cooperatie ua Edwin Waelput Tempas Bouwmanagement bv Breda DuurSaam cooperatie ua Het hoofddoel is: het omlaag brengen van uw energierekening door gedragsinvloeden & techniek én het produceren van duurzame energie;

Nadere informatie

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland Samenvatting De totale investeringsomvang om de woningen en utiliteitsgebouwen in de provincie Noord-Holland in 2050 klimaatneutraal

Nadere informatie

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk Nationaal Expertisecentrum Warmte maakt duurzame warmte en koude mogelijk Warmte in Nederland Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk In opdracht van 1 Warmte kost veel energie

Nadere informatie

De Energie Revolutie. Proof, not promises. Maximale CO2 reductie. Maximaal Rendement

De Energie Revolutie. Proof, not promises. Maximale CO2 reductie. Maximaal Rendement De Energie Revolutie Proof, not promises Maximaal Rendement Maximale CO2 reductie Dit is HONE Wat is HONE? Het kosteloos energie opwekken met duurzame stroom kan al jaren. Nu kan het ook bij de opwekking

Nadere informatie

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam Woningmarktrapport 4e kwartaal 215 Gemeente Amsterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 3 Aantal verkocht 25 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 1e kwartaal

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam Woningmarktrapport 3e kwartaal 215 Gemeente Rotterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 9 Aantal verkocht 8 7 6 5 4 3 2 1 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e kwartaal

Nadere informatie

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving Warmte en koude Kennis, advies, instrumenten en financiële steun EfficiEncy Duurzaam GebouwDe omgeving energie financiering KEnnis industrie instrumenten EnErgiEbEsparing De Nederlandse overheid streeft

Nadere informatie

Energietransitie. Bouw op onze kennis

Energietransitie. Bouw op onze kennis Energietransitie Bouw op onze kennis Programma Introductie Energieverbruik van een woning Energieverbruik in de praktijk Energieneutraal + Opslag van energie Bewoner centraal Wat doen wij? Een greep uit

Nadere informatie

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl Aardgasloze toekomst, waarom? Stroomversnelling Energy Up 2018 Casper Tigchelaar Inhoud presentatie 2 belangrijkste redenen voor aardgasvrije gebouwde omgeving Hoe heeft het energiegebruik in huishoudens

Nadere informatie

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen 31 mei 2012 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Totale resultaten... 4 1.1 Elektriciteitsverbruik... 4 1.2 Gasverbruik... 4 1.3 Warmteverbruik... 4 1.4 Totaalverbruik

Nadere informatie

Warmte Nieuwegein Raads Informatie Avond

Warmte Nieuwegein Raads Informatie Avond Warmte Nieuwegein Raads Informatie Avond Frank Kersloot & Alex Kaat 21 april 2016 Inhoud presentatie 1. Stadswarmte in Nieuwegein 2. Het equivalent opwek rendement (EOR) 3. Tarieven voor klanten 4. Afsluitkosten

Nadere informatie

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert

Nadere informatie

de slimme weg energietransitie 12 december 2017 Pieter van der Ploeg Alliander Strategie

de slimme weg energietransitie 12 december 2017 Pieter van der Ploeg Alliander Strategie de slimme weg energietransitie 12 december 2017 Pieter van der Ploeg Alliander Strategie 1 Alliander is van jou Wij staan voor een energievoorziening die iedereen onder gelijke condities toegang geeft

Nadere informatie

EEN DUURZAME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN

EEN DUURZAME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN A SUSTAINABLE ENERGY SUPPLY FOR EVERYONE A SUSTAINABLE ENERGY SUPPLY FOR EVERYONE o o o o Portaal (6x) Bo-Ex Stanleylaan Bo-Ex Livingstonelaan Isolatie Geen Wel Wel Glas enkel Dubbel Dubbel

Nadere informatie

Bereik peuterspeelzalen

Bereik peuterspeelzalen afdeling Onderzoek en Statistiek Gemeente Nijmegen 4 maart 2003 Inhoudsopgave 1 Vraagstelling, onderzoeksopzet en uitvoering 3 1.1 Vraagstelling 3 1.2 Uitwerking van de probleemstelling 3 1.3 Onderzoeksopzetten

Nadere informatie

Memo Energiekosten Leidsche Rijn

Memo Energiekosten Leidsche Rijn Memo Energiekosten Leidsche Rijn Project 9165 Kostenvergelijking Stadsverwarming en Gas in Utrecht Leidse Rijn Aan Gemeente Utrecht Van Pieter Nuiten, Helmer den Dekker, Geurt Donze (W/E adviseurs) Datum

Nadere informatie

Stand van zaken Stadswarmte in Utrecht

Stand van zaken Stadswarmte in Utrecht Stand van zaken Stadswarmte in Utrecht Stan de Ranitz Jaarbijeenkomst Warmtenetwerk 12 mei 2016 Inhoud presentatie 1. Stadswarmte Utrecht 2. Het equivalent opwek rendement (EOR) in Utrecht 3. Verdere verduurzaming

Nadere informatie

FACTCHECKER OVER MORGEN

FACTCHECKER OVER MORGEN FACTCHECKER OVER MORGEN De druk op onze leefomgeving neemt toe. Met dezelfde ruimte willen we steeds meer doen. De hoogste tijd om in beweging te komen. Werk te maken van de leefbare stad, van elektrisch

Nadere informatie

Berkum Energieneutraal Welkom!

Berkum Energieneutraal Welkom! Berkum Energieneutraal 2025 Welkom! 30 oktober 2018 Doelstelling voor vanavond U informeren over: Waar staan we met ons project? Wat is er de afgelopen periode gebeurd? Hoe gaan we verder? We gaan in op

Nadere informatie

Rapportage energiebesparingsmonitor SHAERE 2013

Rapportage energiebesparingsmonitor SHAERE 2013 27 maart 2014 Rapportage energiebesparingsmonitor SHAERE 2013 Aedes vereniging van woningcorporaties Publicaties Postbus 29121, 2509 AC Den Haag 088 233 37 00 E-mail publicaties@aedes.nl 2/14 Inhoud Inleiding

Nadere informatie

Ik kan de meeste energie besparen door de volgende maatregel(en) toe te passen: 1. 2. 3.

Ik kan de meeste energie besparen door de volgende maatregel(en) toe te passen: 1. 2. 3. Antwoordblad Opdracht 1 Noteer de startwaarden en scores Kijk bij het dashboard. Noteer de startwaarden en scores die je hier ziet staan in de tabel hieronder. CO₂ uitstoot (ton per jaar ) Investeringen

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2016, Vito, oktober 2017 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2016 bedraagt 6,4% Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

CARBON FOOTPRINT 2014

CARBON FOOTPRINT 2014 CARBON FOOTPRINT 2014 HOGESCHOOL UTRECHT 16 april 2015 078353524:A - Definitief C05013.000012.0500 Inhoud 1 Uitgangspunten... 3 1.1 Boundaries... 3 1.2 Scope definitie... 3 1.3 Gehanteerde uitgangspunten...

Nadere informatie

Benchmarkrapportage 2013

Benchmarkrapportage 2013 Benchmarkrapportage 2013 Hartelijk dank voor het deelnemen aan de monitoringronde 2013. Voor u liggen de resultaten voor uw corporatie ten opzichte van de totale groep deelnemende corporaties. Graag vernemen

Nadere informatie

Financieringslastpercentages voor verschillende soorten woningen. Verschillen naar woningtype en energielabel

Financieringslastpercentages voor verschillende soorten woningen. Verschillen naar woningtype en energielabel Financieringslastpercentages voor verschillende soorten woningen Verschillen naar woningtype en energielabel Financieringslastpercentages voor verschillende soorten woningen Verschillen naar woningtype

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente Alphen aan den Rijn

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente Alphen aan den Rijn Woningmarktrapport 3e kwartaal 217 Gemeente Alphen aan den Rijn Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 12 Aantal verkocht 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Duurzame elektriciteit in het EcoNexis huis

Duurzame elektriciteit in het EcoNexis huis Werkblad 1, mbo Duurzame elektriciteit in het EcoNexis huis Inleiding De wereldbevolking groeit al jaren vrij stevig. En de wereldwijde behoefte aan energie groeit mee: we kúnnen simpelweg niet meer zonder

Nadere informatie

Uitgevoerd door: Caubergh Huygen, Lowexnet

Uitgevoerd door: Caubergh Huygen, Lowexnet Uitgevoerd door: Caubergh Huygen, Lowexnet In opdracht van Platform energietransitie Gebouwde Omgeving, Innovatiewerkgroep, 2007 Inhoudsopgave 2 1. Inleiding 2. Het concept 3 - - - - - - 3. Contouren voor

Nadere informatie

Verduurzaming 39 woningen Seringenlaan

Verduurzaming 39 woningen Seringenlaan Verduurzaming 39 woningen Seringenlaan Duurzaamheid Voor huurders: Beperking van energie voor een aangenaam binnenklimaat. Betaalbare woonlasten. Maatschappelijk: Zorgen voor een leefbare en duurzame woonomgeving.

Nadere informatie

Helmonds Energieconvenant

Helmonds Energieconvenant Helmonds Energieconvenant Helmondse bedrijven slaan de handen ineen voor een duurzame en betrouwbare energievoorziening. Waarom een energieconvenant? Energie is de drijvende kracht Energie is de drijvende

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 1e kwartaal Gemeente Beverwijk

Woningmarktrapport - 1e kwartaal Gemeente Beverwijk Woningmarktrapport - 1e kwartaal 215 Gemeente Beverwijk Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 45 Aantal verkocht 4 35 3 25 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

De voortgangsrapportage van CO 2 reductie Visscher Oldebroek Jaar 2015

De voortgangsrapportage van CO 2 reductie Visscher Oldebroek Jaar 2015 Datum: 15-01-2016 Versie: 1 De voortgangsrapportage van CO 2 reductie Visscher Oldebroek Jaar 2015 1. Inleiding Halfjaarlijks communiceert Visscher Oldebroek (Visscher) over de voortgang van haar energiebeleid

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente 's-gravenhage

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente 's-gravenhage Woningmarktrapport 3e kwartaal 216 Gemeente 's-gravenhage Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 12 Aantal verkocht 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e kwartaal

Nadere informatie

Rijksoverheid. Veel besparingsmogelijkheden t/m t/m 100. Dubbel glas. Dubbel glas. Niet extra geïsoleerd. Niet van toepassing. Nee.

Rijksoverheid. Veel besparingsmogelijkheden t/m t/m 100. Dubbel glas. Dubbel glas. Niet extra geïsoleerd. Niet van toepassing. Nee. Rijksoverheid Energielabel woning Westvest 191 2611BZ Delft BAG-ID: 0503010000010395 Veel besparingsmogelijkheden Energielabel B Registratienummer 863374920 Datum van registratie 13-01-2016 Geldig tot

Nadere informatie

Monitoring energie-efficiency en toepassing duurzame energie in de. bloembollensector. Toelichting resultaten 2001

Monitoring energie-efficiency en toepassing duurzame energie in de. bloembollensector. Toelichting resultaten 2001 Monitoring -efficiency en toepassing duurzame in de bloembollensector Toelichting resultaten 2001 M. de Jong, E3T consult b.v., Woubrugge, 2002 1 Inhoud presentatie monitoring aanpassingen voorgaande jaren

Nadere informatie

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel Energie in de provincie Utrecht Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel Doel van Onderzoek Dit onderzoek dient om: 1. Een nieuw overzicht samen te stellen van het energiegebruik

Nadere informatie

Uw logo. Pieter van der Ploeg. Strategie. Alliander

Uw logo. Pieter van der Ploeg. Strategie. Alliander Pieter van der Ploeg Strategie Alliander Inhoud 1. Wat is Alliander 2. Van ambitie naar concrete vraag 3. Van nu en hier naar daar en straks en hoe kom ik daar 4. Wie doen mee 5. Voorbeeld van belang van

Nadere informatie

Energievisie Borne 22 september 2011. Michel Leermakers Linda Rutgers Twence. Co Kuip HVC. www.twence.nl

Energievisie Borne 22 september 2011. Michel Leermakers Linda Rutgers Twence. Co Kuip HVC. www.twence.nl Energievisie Borne 22 september 2011 Michel Leermakers Linda Rutgers Twence Co Kuip HVC Inhoud van vanochtend Gemeente Borne Visie Twence Werkwijze Energievisie Resultaten Huidige energieconsumptie Bronpotentieel

Nadere informatie

1 e Monitor Energie Besparen Gooi en Vecht Resultaten op 31 december 2013

1 e Monitor Energie Besparen Gooi en Vecht Resultaten op 31 december 2013 1 e Monitor Energie Besparen Gooi en Vecht Resultaten op 31 december 2013 Inleiding Het doel van het project Energie Besparen Gooi en Vecht is om in drie jaar tijd 4.000 woningen te verduurzamen. Onder

Nadere informatie

Trends in energetische maatregelen

Trends in energetische maatregelen Trends in energetische maatregelen Analyse van 2.000 EPC-berekeningen van aanvragen omgevingsvergunning vanaf 2012 tot en met 2015 Geschreven door Edward Prendergast, mobius consult edward@mobiusconsult.nl

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 4e kwartaal Gemeente s-hertogenbosch

Woningmarktrapport - 4e kwartaal Gemeente s-hertogenbosch Woningmarktrapport - 4e kwartaal 214 Gemeente s-hertogenbosch Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 2 Aantal verkocht 18 16 14 12 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Gebieden Energie Neutraal

Gebieden Energie Neutraal Gebieden Energie Neutraal Kennismaken met het programma GEN Liesbeth Schipper 27 september 2012 Inhoud Achtergrond Opzet GEN programma GEN Nieuwbouw Energieconcept Ontwikkel en businessmodel Omgeving GEN

Nadere informatie

CO 2 -uitstoot 2008-2014 gemeente Delft

CO 2 -uitstoot 2008-2014 gemeente Delft CO 2 -uitstoot 28-214 gemeente Delft Notitie Delft, april 215 Opgesteld door: L.M.L. (Lonneke) Wielders C. (Cor) Leguijt 2 April 215 3.F78 CO 2-uitstoot 28-214 1 Woord vooraf In dit rapport worden de tabellen

Nadere informatie

CARBON FOOTPRINT 2015 Hogeschool Utrecht 3 MAART 2016

CARBON FOOTPRINT 2015 Hogeschool Utrecht 3 MAART 2016 Hogeschool Utrecht 3 MAART 2016 Contactpersonen IR. B. (BAȘAK) KARABULUT Adviseur T +31 (0)88 4261 322 M +31 (0)6 312 02492 E basak.karabulut@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus 4205 3006 AE Rotterdam

Nadere informatie

Van ruwe data naar relevante cijfers voor de energietransitie

Van ruwe data naar relevante cijfers voor de energietransitie Van ruwe data naar relevante cijfers voor de energietransitie Jurrien Vroom Microdatadag 1 november 2018 2 Dank voor jullie aandacht! 3 Introductie Register Methodologie Resultaten 4 Klantenbestanden Data

Nadere informatie

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec)

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec) Kernenergie En dan is er nog de kernenergie! Kernenergie is energie opgewekt door kernreacties, de reacties waarbij atoomkernen zijn betrokken. In een kerncentrale splitst men uraniumkernen in kleinere

Nadere informatie

Energieverbruik Wijnjewoude update 3.0

Energieverbruik Wijnjewoude update 3.0 Energieverbruik Wijnjewoude 2010-2017 update 3.0 Eerder verschenen: april 2015: Nulmeting april 2016: Nulmeting update 1.0 april 2017: Nulmeting update 2.0 Energieverbruikscijfers Wijnjewoude 2010 2017

Nadere informatie

Energietransitie Utrecht: gebiedsgericht naar een aardgasvrije stad. Hier komt tekst Joop Oude Lohuis. Utrecht.nl

Energietransitie Utrecht: gebiedsgericht naar een aardgasvrije stad. Hier komt tekst Joop Oude Lohuis. Utrecht.nl Energietransitie Utrecht: gebiedsgericht naar een aardgasvrije stad Hier komt tekst Joop Oude Lohuis Hier 22 mei komt 2017 ook tekst Van Globaal Doel naar Lokaal aan de Slag Klimaatakkoord Parijs In 2050

Nadere informatie

Kentallen warmtevraag woningen

Kentallen warmtevraag woningen Kentallen warmtevraag woningen Colofon Dit rapport is opgesteld door Marijke Menkveld (ECN) Datum 26-01-2009 Status definitief Inhoudsopgave Inleiding...3 Ketels en andere verwarmingssystemen...3 Verschillen

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, september 2014 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,9% Figuur 1 bio-elektriciteit

Nadere informatie

Welkom Samen naar een klimaatneutraal Mariahoeve

Welkom Samen naar een klimaatneutraal Mariahoeve Welkom Samen naar een klimaatneutraal Mariahoeve 1 29 maart 2018 Deze presentatie Doel bijeenkomst: toelichten en dialoog Ambities gemeente Den Haag Waarom Mariahoeve als pilotwijk Wat willen we bereiken

Nadere informatie

Beschrijving monitoring en bepaling CO 2-uitstoot gemeente Utrecht. Versie 5.0 dd 19 februari 2015

Beschrijving monitoring en bepaling CO 2-uitstoot gemeente Utrecht. Versie 5.0 dd 19 februari 2015 Beschrijving monitoring en bepaling CO 2-uitstoot gemeente Utrecht Versie 5.0 dd 9 februari 205 Monitoring De laatste jaren is er een toenemende belangstelling naar inzicht in de energieverbruiken en de

Nadere informatie

Seminar Duurzame & Integrale Energievoorziening 29 november minut pitches

Seminar Duurzame & Integrale Energievoorziening 29 november minut pitches 2 minut pitches Alex Huibrechtse - Eneco Warmte en Koude Ontwikkelingen: reductie broeikasgassen (klimaatakkoord), energieneutrale gebouwen (2020), aardgasvrij in 2050. Op gasnet aangesloten bestaande

Nadere informatie

Samen naar een duurzaam verwarmde gebouwvoorraad zonder aardgas. Hans Schneider (Liander) programma

Samen naar een duurzaam verwarmde gebouwvoorraad zonder aardgas. Hans Schneider (Liander) programma Samen naar een duurzaam verwarmde gebouwvoorraad zonder aardgas Hans Schneider (Liander) programma Alliander en de warmtetransitie Verantwoord van het aardgas af, op naar een nieuwe (lokale) warmtevoorziening

Nadere informatie

Rapportage SHAERE 2012

Rapportage SHAERE 2012 Voor u ligt de benchmarkrapportage SHAERE 2012. Deze rapportage beschrijft de voortgang van de verbetering van de Energie Index (EI) van corporatiewoningen in 2012. Wat is SHAERE? SHAERE (Sociale Huursector

Nadere informatie

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Beleid dat warmte uitstraalt Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Doelen rijksoverheid voor 2020 Tempo energiebesparing 2 % per jaar Aandeel duurzaam in totale

Nadere informatie

RAPPORTAGE WELZIJNSBEZOEK 75-JARIGEN IN NIJMEGEN 2015 EN 2016

RAPPORTAGE WELZIJNSBEZOEK 75-JARIGEN IN NIJMEGEN 2015 EN 2016 RAPPORTAGE WELZIJNSBEZOEK 75-JARIGEN IN NIJMEGEN 2015 EN 2016 1. Inleiding Dit is het eerste jaar dat de bezoeken worden gedaan per gebied zoals de gemeente die hanteert en niet zoals voorheen de werkgebied

Nadere informatie

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in

Nadere informatie

Energierapportage MFC Atria Leusden. Asschatterweg JJ Leusden

Energierapportage MFC Atria Leusden. Asschatterweg JJ Leusden Energierapportage 2018 MFC Atria Leusden Asschatterweg 37 3831 JJ Leusden Introductie Voor u ligt de energierapportage 2018, waarin de energieverbruiken van de scholen wordt vergeleken met het maximale

Nadere informatie

De verbruiksdocumenten die als basis hebben gediend zijn te vinden in het (digitale) dossier CO2-prestatieladder.

De verbruiksdocumenten die als basis hebben gediend zijn te vinden in het (digitale) dossier CO2-prestatieladder. Energie beoordeling 1. Introductie Brienissen Groen heeft een inventarisatie uitgevoerd over alle energiestromen voortkomend uit haar bedrijfsvoering. Dit document geeft invulling aan 2.A.3 van de CO2-prestatieladder.

Nadere informatie

DUURZAAM WEERSELO WAAROM EN HOE

DUURZAAM WEERSELO WAAROM EN HOE WAAROM EN HOE Klimaat akkoord Parijs / Nederland Stimuleringsmaatregelen Accijns Energie besparing Inzet hernieuwbare bronnen Verminderen van fossiele brandstoffen 10-12-2018 1 KLIMAAT AKKOORD NL Nederlands

Nadere informatie

Contactpersonen: Mevr. M. (Maud) Wolf Eusebiusbuitensingel 53, 6828 HZ, Arnhem Telefoon: Datum: 17 juni 2017

Contactpersonen: Mevr. M. (Maud) Wolf Eusebiusbuitensingel 53, 6828 HZ, Arnhem Telefoon: Datum: 17 juni 2017 In opdracht van: Gemeente Arnhem Contactpersonen: Mevr. M. (Maud) Wolf Adres: Eusebiusbuitensingel 53, 6828 HZ, Arnhem Telefoon: 0900-1809 E-mail: maud.wolf@arnhem.nl Datum: 17 juni 2017 Projectnummer:

Nadere informatie

De snelste route naar aardgasvrije wijken

De snelste route naar aardgasvrije wijken De snelste route naar aardgasvrije wijken Smart Energy NL, 5 juni 2018 Marijke Kellner, Gasunie #2 Energieverbruik: gebouwde omgeving 32% Bron: NEV 2017. Aandeel van sectoren in het bruto eindverbruik

Nadere informatie

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017 1 edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017 2 Inleiding Voor u ligt het de evaluatie van het Duurzaamheidsuitvoeringsplan 2016: het edup

Nadere informatie

Feiten en Cijfers Energie Gemeente Berg en Dal

Feiten en Cijfers Energie Gemeente Berg en Dal Feiten en Cijfers Energie Gemeente Berg en Dal Raadsbijeenkomst Edward Pfeiffer, Claudia Algra 7 april 2016 Gemeente Berg en Dal Programma Tijd Onderwerp Verantwoordelijke 21:30 21:35 Opening Wethouder

Nadere informatie

Hybride warmtepompen Wat, wanneer en hoe?

Hybride warmtepompen Wat, wanneer en hoe? Hybride warmtepompen Wat, wanneer en hoe? Simon Tuitel, Product Manager Warmtepompen, Controls & connectivity Agenda Wat is een Hybride systeem Waarom Hybride en wat zijn de voordelen Voorbeeld berekening

Nadere informatie

Duurzaamheidsmonitor 2017 Voorbeeld

Duurzaamheidsmonitor 2017 Voorbeeld Duurzaamheidsmonitor 2017 Voorbeeld Duurzaamheidsmonitor 2017 De duurzaamheidsmonitor is vernieuwd. De hoeveelheid data is flink gecondenseerd en meer beeldend vormgegeven ten behoeve van de leesbaarheid.

Nadere informatie

Leerlingenstromen en de samenstelling van schoolpopulaties. tweede druk

Leerlingenstromen en de samenstelling van schoolpopulaties. tweede druk Leerlingenstromen en de samenstelling van schoolpopulaties tweede druk Gemeente Nijmegen Afdeling O&S 1 februari 2003 Inhoudsopgave 1 De onderzoeksvragen in het kort beantwoord 3 1.1 Zijn er leerlingenstromen,

Nadere informatie

Transitie naar een. CO -neutrale toekomst

Transitie naar een. CO -neutrale toekomst Transitie naar een CO -neutrale toekomst 2 CO 2 reductie van bron tot gebruiker Steeds méér duurzame energie, maar niet minder CO 2 -uitstoot KLIMAATVERDRAG VAN PARIJS In het verdrag van Parijs werd afgesproken

Nadere informatie

CO2-reductieplan Kuurman

CO2-reductieplan Kuurman CO2-reductieplan Kuurman Auteur: MRO, RVD Januari 2017 Inhoud CO2-reductieplan Kuurman... 1 Inhoud... 2 1 Inleiding... 3 1.1 Leeswijzer... 3 2 Energiebeoordeling... 4 2.1 Identificatie verbruikers... 4

Nadere informatie

WONEN IN EEN ENERGIEZUINIGE WONING: PRAKTISCHE INFORMATIE EN TIPS

WONEN IN EEN ENERGIEZUINIGE WONING: PRAKTISCHE INFORMATIE EN TIPS WONEN IN EEN ENERGIEZUINIGE WONING: PRAKTISCHE INFORMATIE EN TIPS Wonen Zuid vindt duurzaam en energiezuinig bouwen belangrijk. Dit is beter voor ons milieu en huurders kunnen hiermee besparen op hun energierekening.

Nadere informatie

s-gravenland van het gas af? Wat, waar, wanneer en hoe?

s-gravenland van het gas af? Wat, waar, wanneer en hoe? s-gravenland van het gas af? Wat, waar, wanneer en hoe? Waarom deze presentatie? Veel media aandacht voor energietransitie Tot 2019 weinig informatie van de gemeente Bewoners vragen zich af wat, waar,

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2015, Vito, september 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2015 bedraagt 6,0 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Nije enerzjy foar Fryslân. september 2013

Nije enerzjy foar Fryslân. september 2013 Nije enerzjy foar Fryslân september 2013 Inleiding Nije enerzjy foar Fryslân - 1 Nije enerzjy foar Fryslân Nije enerzjy foar Fryslân geeft een beeld van feiten en cijfers op het gebied van duurzame energie.

Nadere informatie

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt Notitie Contactpersoon Harry de Brauw Datum 14 juni 2017 Kenmerk N001-1246856HBA-rvb-V01-NL Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt De aanstaande rioolvervanging in de Benedenbuurt is aanleiding voor

Nadere informatie

De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen.

De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen. De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen. Inhoud De warmtemarkt Warmtevraag woningen Warmtemarkt voor woningen Gasdistributie en CV ketel Elektriciteitsdistributie

Nadere informatie

Rapport. Klimaatvoetafdruk 2010 van Van Vessem & Le Patichou. (openbare versie)

Rapport. Klimaatvoetafdruk 2010 van Van Vessem & Le Patichou. (openbare versie) Rapport Klimaatvoetafdruk 21 van Van Vessem & Le Patichou (openbare versie) Auteur: drs. Han van Kleef Datum: 4 april 211 Document: 2724RAPP1144 Rapport Klimaatvoetafdruk 21 Van Vessem & Le Patichou 1.

Nadere informatie