De opdrachten voor de werkgroepen Maastricht - Heuvelland

Transcriptie

1 De opdrachten voor de werkgroepen Maastricht - Heuvelland Hoewel er gekozen is voor gescheiden werkgroepen, is het van belang om de samenhang en de onderlinge afhankelijkheid van de diverse (sub)regionale werkgroepen in het oog te houden. De verantwoordelijkheid voor het bewaken en benutten van de samenhang ligt bij de projectleiders. In de beschrijving van de opdrachten kan vooraf geconstateerd worden dat de afhankelijkheid tussen 3 werkgroepen vanaf het begin moet leiden tot afstemming en samenwerking op subregionaal en regionaal niveau: De werkgroep 1 loket De werkgroep continuüm van zorg De werkgroep elke leerling in beeld In het overleg van de projectleiders is afgesproken dat de start in de subregio zal plaatsvinden en dat vervolgens op basis van inhoudelijke en strategische overwegingen een gezamenlijke werkgroep gevormd zal worden. De werkgroepen ouderbetrokkenheid en de kwaliteit van het onderwijs en de professionaliteit van leraren zullen vanaf de start op regionaal niveau opereren. 1

2 Werkgroep ontwikkeling één loket Opdracht Het belangrijkste doel van het realiseren van één loket is het verhogen van de toegankelijkheid (laagdrempeligheid), snelheid, duidelijkheid en transparantie voor de gebruikers. Door in één keer te indiceren voor meerdere mogelijke beschikkingen, inclusief goede overdracht van gegevens en het standaardiseren van de intake, zal de toegang tot extra zorg beter voor de klant (kind, ouders, leerkracht en hulpverlener) verlopen. Daarbij zal door inhoudelijke samenhang niet alleen de efficiëntie, maar vooral ook de effectiviteit van het plan dat volgt op de indicatie worden verhoogd. Binnen de bestaande wetgeving kunnen de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL), de Regionale Verwijzings Commissie (RVC) en de Commissies voor Indicatiestelling (CvI) van de verschillende REC s met elkaar verbonden worden. Binnen het Kader Integraal Indiceren werken Bureau Jeugdzorg, de REC s van cluster 3 en 4, MEE en het CIZ samen aan de concrete wijze waarop integrale indicatie voor hun doelgroepen kan plaatsvinden. Dit sluit naadloos aan bij de ontwikkelingen die wij voorstaan: door uitbreiding van het KII met de PCL-en, de RVC en de CVI van cluster 2 kan één loket versneld operationeel zijn. Nagegaan zal worden op welke wijze de één-loket-gedachte van ons veldinitiatief aan kan sluiten of onderdeel kan vormen van de één-loket-gedachte van de Centra voor Jeugd en Gezin die in de regio van start gaan. Binnen en achter het loket zal de verbinding gelegd worden tussen de organisaties voor onderwijs en die voor zorg, met name Jeugdzorg en GGZ-zorg. Het loket verzorgt de volgende functies: - informatie- en adviespunt voor ouders en scholen - beschikkingen voor speciaal basisonderwijs, Leerweg Ondersteunend Onderwijs en Praktijkonderwijs - indicatiestelling voor cluster 2, 3 en 4 - indicatiestelling voor jeugdzorg - indicatiestelling voor AWBZ/GGZ - handelingsgerichte diagnostiek - advisering en verwijzing naar een passend onderwijsaanbod (binnen regulier onderwijs of daarbuiten) inclusief crisisopvang en noodprocedures om te voorkomen dat er leerlingen thuis komen te zitten. Concreet betekent dit voor de werkgroep dat de volgende zaken uitgewerkt worden voor 15 maart (1 e fase): Een inventarisatie van de bestaande loketten, de samenstelling, de procedures, de functies, de kengetallen en de relatie van de loketten met de cliënten. Een plan van aanpak voor de volgende onderdelen: o Uitwisselen en afstemmen van de werkwijzen van de loketten. o Samenwerken/integreren van de pcl po, pcl vo en de RVC. o De integratie van het KII en de overige indicatietrajecten. o De samenwerking met de Cjg s. 2

3 o De invulling van de functie adviseren, voorlichten en verwijzen naar een passend onderwijsaanbod. Het plan van aanpak zal op Zuid-Limburgs niveau besproken worden waarna gezamenlijkheid dan wel apart ontwikkelen bepaald zal worden door de projectleiders. De verwachte tijdsduur voor de eerste fase is 2 of 3 bijeenkomsten. De rapportage kan medio maart in de expertgroep besproken en vastgesteld worden. De taakverdeling regionaal / subregionaal zal in het projectleideroverleg voor 1 april vastgesteld worden. De werkgroep één loket in de Westelijke Mijnstreek start een pilot met de RVC. In de tweede fase zullen de onderdelen uitgewerkt en na terugkoppeling naar de regiegroep geïmplementeerd worden. De opdracht voor deze tweede fase zal per 1 april geoperationaliseerd worden. Werkgroep ontwikkeling één loket Maastricht - Heuvelland: Koos Consten wsns Nelly van Eenige pcl-po Carla Sparnaaij swv-vo Léon Kik rec 3 Frans Thiessen rec 3 Chris Hesse rec 4 Martin Loozen rec 4 Berth Wijshoff ROC Giel Graven aanval op de uitval vo/mbo Josette Smeets leerplicht Suzan Maas CjG Maastricht Adje Syrier Steps Els landerloo MIK Ineke van der Laan CjG Heuvelland Eugene Wijnands Mondriaan Scarlett Bernard MEE Léon Vaessen Sophianum Zef Roebroek bureau jeugdzorg Ans Pennartz (vz) project PO 3

4 Werkgroep continuüm van zorg In de regio wordt gewerkt met een continuüm van zorg en er is een goede spreiding van gespecialiseerde voorzieningen voor onderwijs en zorg voor die leerlingen die daar behoefte aan hebben. Hierdoor garanderen wij, dat wij, samenwerkende organisaties voor onderwijs en zorg, door een breed en kwalitatief goed palet aan onderwijs- en zorgvoorzieningen, voor alle leerlingen binnen de regio een passend onderwijszorgaanbod bieden, en indien geïndiceerd een passend hulpverleningsaanbod. Daar waar een organisatie tijdelijk geen goede plek beschikbaar heeft, zorgen de samenwerkende organisaties ervoor dat er maatregelen ter overbrugging worden genomen om te voorkomen dat leerlingen thuis komen te zitten. Daarnaast wordt er zo mogelijk al een gedeelte uitgevoerd van eventueel benodigde extra ondersteuning. Indien om bijzondere redenen het niet mogelijk is om passend onderwijszorgaanbod in de eigen (sub)regio te realiseren, dan zorgen wij ervoor dat er in een andere (aanpalende) (sub)regio alsnog een passend onderwijsaanbod wordt gerealiseerd. Dit wordt in goed overleg tussen de (sub)regio s onderling geregeld. Gezamenlijk zorgen wij ervoor dat er geen kinderen tussen wal en schip vallen: geen thuiszitters, geen wachtlijsten, en waar nodig noodopvang. We spreken hier over de hele regio Zuid-Limburg. In de drie te onderscheiden subregio s (Westelijke Mijnstreek, Parkstad Limburg en Maastricht en Heuvelland) zijn veel speciale voorzieningen aanwezig, maar niet alle. Een aantal zeer gespecialiseerde voorzieningen werkt voor alle drie subregio s (en soms voor nog een groter gebied), en zal dit ook blijven doen. Binnen het Veldinitiatief sturen we niet op het realiseren van inclusief onderwijs, waarbij ieder kind ongeacht handicap of stoornis naar de school in de eigen buurt gaat. Uiteraard kunnen er scholen in de regio zijn die zich in deze richting ontwikkelen. Vanuit het veldinitiatief hebben we echter als beleidslijn gewoon als het kan, speciaal als het moet. Daarom willen we zorgen voor een goed en breed aanbod van speciale voorzieningen, uitgaande van de reeds bestaande, zodat voor ieder kind een goed passend onderwijsaanbod gedaan kan worden. Gezamenlijk werken we aan optimaliseren van het aanbod en het verder ontwikkelen waar het huidige aanbod niet (voldoende) toereikend is. (zie voor de volledige tekst de pg van het projectplan) De opdracht van de werkgroep voor de subregio is tweeledig: Hierbij gaat het in eerste instantie om de inventarisatie van het continuüm van zorg binnen de scholen en de passende en sluitende aanpak in Maastricht en Heuvelland. Het gaat om het honoreren en opplussen van bestaande initiatieven: de expertisecentra van het po, vo en rec, de bovenschoolse voorzieningen (OPDC St. Michael, Reboundvoorziening, Op de Rails, Herstart en Autiklassen) de bundeling van ambulante voorzieningen en de implementatie van het dyslexie protocol. In dit kader is het van belang dat bestaande netwerken van interne begeleiders en zorgcoördinatoren aan elkaar gekoppeld worden. Uitwisseling, afstemming en professionalisering kan gezamenlijk opgepakt worden. Voor deze inventariserende opdracht kan gebruik gemaakt worden van de matrix in het projectplan. 4

5 Na de inventarisatie zullen knelpunten en blinde vlekken in kaart gebracht worden. De werkgroep zal ook bouwstenen voor een gewenste ontwikkeling aandragen die er toe bijdragen dat passend onderwijs voor elke leerling, zo mogelijk onder handbereik, aanwezig is. De ontwikkelpunten zullen door de projectleiders uitgewisseld worden waarna een verdeling gemaakt wordt tussen subregionale en regionale ontwikkelingen. Medio april 2009 zullen de werkgroepen met de concrete uitwerking op (sub)regionaal niveau beginnen. De eerste fase zal met een kleine bezetting uitgevoerd worden. De tweede fase zal op basis van taakverdeling aangepakt worden. In de tweede fase speelt naast eigen ontwikkeling het gebruik maken van good practise een belangrijke rol. Werkgroep continuüm van zorg Maastricht - Heuvelland: Koos Consten (vz) wsns Marie-José Duijsings po Joop Vinck po Carla Sparnaaij swv vo Christiane Quaedvlieg wsns-pab Christien Janssen clz po Angéla Jansen schoolmaatschappelijk werk Harm Mulder rec 3 Léon Kik rec 3 Vacature Maasgouw Els Timmermans rec 4 Diana Paulussen rec 4 Jos Vanderwall sbo Marie-Ange Wolfs pcl-po 5

6 Werkgroep elke leerling in beeld De taakstelling zal nog nader ingevuld worden maar zal vooral gebaseerd zijn op het gebruik maken van proven technology en zal niet software ontwikkeling ter hand nemen. De doelstelling om elke leerling in beeld te hebben, is een belangrijke voorwaarde voor het goed functioneren van het loket en het realiseren van een regionaal sluitend aanbod passend onderwijs. Werkgroep elke leerling in beeld Zuid-Limburg Ans Pennartz voorzitter Joop Vinck po Wien Bergmans vo Josette Smeets leerplicht 6