4. Verslag en besluitenlijst van de vergadering algemeen bestuur van 9 juli 2018

Transcriptie

1 Terneuzen, 7 september 2018 Onderwerp: uitnodiging en agenda vergadering 17 september 2018 Aan de leden van het algemeen bestuur RUD Zeeland, Namens de voorzitter van RUD Zeeland nodig ik u hierbij uit voor de vergadering van uw algemeen bestuur op maandag 17 september De vergadering vangt aan om uur in de burgerzaal van gemeente Terneuzen. De agenda voor dit overleg ziet er als volgt uit: 1. Opening en kennismaking 2. Ingekomen stukken en mededelingen: a. DB verslag van 18 juni 2018 b. ISO certificaat RUD Zeeland 9001: Vaststelling agenda 4. Verslag en besluitenlijst van de vergadering algemeen bestuur van 9 juli Implementatie VTH wetgeving 6. Vergaderschema DB / AB GS besluit over Brzo mandaat 8. Stand van zaken implementatie PxQ 9. Ontwikkelingen Omgevingswet 10. Rondvraag

2 11. Inhoudelijke toelichting vergunningenproces 12. Sluiting Na afloop worden foto s gemaakt van het bestuur voor publicatie op de website RUD Zeeland Met vriendelijke groet, Anton van Leeuwen MPA, directeur RUD Zeeland

3 Aan: dagelijks bestuur agendapunt: 4 Onderwerp: verslag vergadering 18 juni 2018 Aanwezig: de heer A.G. van der Maas (gemeente Noord-Beveland) de heer B.J. de Reu (provincie Zeeland) de heer H.J.C. de Smet (waterschap Scheldestromen) de heer B. van Assche (gemeente Terneuzen) mevrouw A. Smit (gemeente Schouwen-Duiveland) de heer A. van Leeuwen (directeur RUD Zeeland) mevrouw M. Zandijk (directiesecretaresse RUD Zeeland) 1. Opening en kennismaking De heer Van der Maas heet iedereen van harte welkom. In het bijzonder de nieuwe DB leden mevrouw Smit en de heer van Assche. Zij stellen zich kort voor. Mevrouw Smit vertegenwoordigt voorlopig de regio Walcheren / Schouwen- Duiveland. Als de collegevorming in Vlissingen en Veere is afgerond, overlegt de regio welke bestuurder definitief wordt afgevaardigd naar het DB. Zij heeft de nieuwsbrieven van RUD Zeeland gelezen en zij is ook gebriefd door de heer Rabelink en de ambtelijk ondersteuner. Ze is benieuwd of de RUD robuust genoeg is nu de Brzo taken onder verantwoordelijkheid van de DCMR worden uitgevoerd. De heer Van Leeuwen antwoordt dat de gekozen constructie bedoeld is om de RUD robuust te houden. Mens en taak blijft nu voor Zeeland behouden. Als DCMR eist dat ook de Brzo mensen overgaan naar Schiedam, dan wordt het anders. De overhead blijft nagenoeg gelijk, maar de huidige Brzo medewerkers zijn hoog opgeleid en werken ook voor de gemeentelijke deelnemers. Die kennis kan niet gemist worden. Onder de huidige omstandigheden kan de RUD blijven bestaan. In potentie is het een goede omgevingsdienst; één provincie, één systeem, eenhoofdige leiding en één kantoor. De start van RUD Zeeland is lastig geweest, maar er liggen voor de toekomst nog voldoende kansen te wachten. De heer Van Assche is door zijn voorganger en de ambtelijk ondersteuner ingelicht. De heer Van der Maas geeft aan dat hij trots is op de RUD. Hij vraagt aandacht voor de organisatie, er is te weinig capaciteit en er ligt veel werk. Hij merkt op dat met name de provincie stuurt op kwaliteit en de gemeenten juist op kwantiteit c.q. de financiën. Dat laatste baart hem zorgen. Hij hoopt dat alle bestuurders aan 1

4 dezelfde kant van de kar trekken en dat met elkaar een verantwoord financieel bestuur neergezet kan worden. De heer Van Leeuwen voegt hieraan toe dat de fte nauwkeurig is uitgerekend, tot op tienden. Er is geen ruimte meer in de organisatie en hij wil geen roofbouw plegen op de medewerkers. Het is of te weinig kwaliteit of te weinig kwantiteit. De heer De Reu wordt door het DB aangewezen als de plaatsvervangend voorzitter van RUD Zeeland. 2. Ingekomen stukken en mededelingen: a. Nieuwsbrief RUD Zeeland mei 2018 Voor kennisgeving aangenomen. b. Jaarverslag Zeeuwse Ombudsman Het AB krijgt alleen het gedeelte over RUD Zeeland toegezonden. c. Jaarverslag vertrouwenspersoon Voor kennisgeving aangenomen. d. Evaluatie vertrouwenspersoon integriteit Voor kennisgeving aangenomen. e. Bespreken nieuwe samenstelling AB RUD Zeeland Voor nieuwe bestuurders wordt een sessie georganiseerd om hen te informeren over wat RUD Zeeland tot nu toe aan ontwikkelingen heeft meegemaakt, welke besluiten er van belang zijn voor de langere termijn welke projecten onder handen zijn. Deze bijeenkomst wordt afgesloten met een gezamenlijke lunch. Kort daarna volgt een informatieve vergadering van het AB om de kansen van de RUD te bespreken. f. Ziekte verzuim Het ziekteverzuim is gedaald tot 1,36%. Ter illustratie, bij de start van de RUD was het ziekteverzuim 12%. g. ISO RUD Zeeland voldoet aan de eisen voor de ISO norm h. Arbeidsinspectie De arbeidsinspectie heeft een bezoek aan RUD Zeeland gebracht. Dit was geen officiële inspectie. Een rapport van het bezoek volgt nog. De RUD heeft 2 aanbevelingen gekregen voor het werken in besloten ruimten en op hoogte. i. Signaal over ongewenst gedrag in vorm van intimidatie. Het onderzoek loopt en op 20 juni wordt het rapport opgeleverd. j. Voorlichting aan raden De heer Van Leeuwen geeft aan dat het plannen van deze informatie avonden moeizaam verloopt. Op 27 juni is de RUD uitgenodigd in Hulst en op 6 september in Goes. De DB leden informeren in hun eigen organisatie naar de planning van deze avonden. Zij onderschrijven het belang van deze bijeenkomsten. Om de raadsleden een goed beeld te geven van de werkzaamheden van de RUD is minimaal 2 uur nodig. k. De heer De Reu geeft aan dat provincie grote zorgen heeft over de financiële gevolgen van de overdracht van Brzo taken aan DCMR. De commissie Ruimte & Milieu volgt de ontwikkelingen nauwlettend. De exacte bedragen zijn niet bekend, maar het gaat om een substantieel bedrag. De heer Van Leeuwen geeft aan dat RUD Zeeland compensatie vraagt vanwege de inzet van de afdelingshoofden VTH bij DCMR en het gelijk trekken van de lonen van de A inspecteurs. 3. Vaststelling agenda Het DB stelt de agenda ongewijzigd vast. 2

5 4. Verslag en besluitenlijst van de vergadering dagelijks bestuur van 26 maart en 17 mei 2018 Het verslag van 26 maart wordt bij punt 10 tekstueel aangepast. De besluitenlijst van 26 maart en het verslag van 17 mei 2018 stelt het DB ongewijzigd vast. 5. Voorstel advies machtigen IPO voor onderhandelingen cao Het DB stemt in met het voorstel om IPO te machtigen voor de cao onderhandelingen. 6. Uitvoering reguliere asbesttaken Op verzoek van de heer Van der Maas ontvangt het DB een overzicht per gemeente en wil hij de aanpak van deze taken bespreken in het DB. De heer Van Leeuwen geeft aan dat niet alle asbesttaken worden doorgegeven, omdat in het jaarplan daar een prijskaartje aan hangt. De heer De Reu attendeert erop dat ook de BRIKS taken hiermee te maken hebben. De provincie is verplicht deze over te dragen aan een omgevingsdienst, maar de uitvoering kan ook door de RUD gedaan worden. Op verzoek van mevrouw Smit wordt dit onderwerp uitgebreid toegelicht aan de raden. De heer Van Assche vraagt of voor het slopen van stallen en schuren subsidie beschikbaar is. De heer De Reu antwoordt dat er een subsidieregeling is voor woningen en daken. De heer Van der Maas zegt dat de regeling ruimte voor ruimte mogelijkheden kan bieden. Informatie daarover kan hij in een mail opvragen. Het DB constateert de planning ambitieus is en besluit het voorstel met een positief advies aan het AB voor te leggen. 7. Extern gebruik website RUD Zeeland Voor kennisgeving aangenomen. 8. Vaststellen DVO en jaarplan 2019 Het DB besluit de DVO 2019 met een positief advies aan het AB voor te stellen en stelt het jaarplan conform voorstel vast. 9. Weerstandsvermogen en risicomanagement RUD Zeeland De heer Van Leeuwen licht toe dat de uitwerking van dit voorstel binnen de huidige begroting past. Hiermee wordt voldaan aan wet- en regelgeving. De hoogte van het weerstandsvermogen is een discussiepunt. De RUD heeft geen eigen vermogen om tekorten op te vangen. Vanuit het oogpunt van een gezonde bedrijfsvoering en op advies van de toezichthouder wordt dit wel wenselijk geacht. Mevrouw Smit vraagt of het mogelijk is het advies van de begeleidingscommissie i.o. toe te voegen aan de AB stukken. De heer Van Leeuwen zegt toe het advies op te vragen. Het DB besluit het voorstel weerstandsvermogen en risicomanagement RUD Zeeland met een positief advies voor te leggen aan het AB. 3

6 10. Begroting RUD Zeeland 2019 incl. zienswijzen De heer Van Leeuwen licht toe dat de begroting 2019 gebaseerd is op de PxQ systematiek en rekening houdt met de inflatiecorrectie incl. de afwijking van de VZG norm. De enige technische wijziging is dat nu uitgegaan is van een actueel inrichtingenbestand. De heer De Reu vraagt de resultaten van de eerste PxQ evaluatie na het zomerreces gereed te hebben, zodat de financiën in de najaarsnota meegenomen kunnen worden. Om van de overschotten van RUD Zeeland een algemene reserve te vormen, wordt de financiële verordening nog aangepast. Het DB besluit de begroting RUD Zeeland 2019 met een positief advies aan het AB voor te leggen e deelnemersrapportage en 1 e bestuursrapportage 2018 RUD Zeeland Mevrouw Smit wil graag de vinger aan de pols houden als het gaat om het behalen van het resultaat c.q. de inzet van de medewerkers. Welke risico s zijn er als de RUD niet de juiste mensen vindt, maar wel goede kwaliteit wil leveren? De heer Van Leeuwen antwoordt dat na vaststelling van de PxQ systematiek geld beschikbaar is gesteld voor extra menskracht. Inmiddels zijn alle vacatures op 2 na ingevuld. Als er bijgestuurd moet worden, dan gaat dat in overleg met de deelnemer. Of de prioritering wordt bijgestuurd of er wordt gekozen voor politiek gevoelige zaken. Het DB stelt de 1 e deelnemersrapportages vast en besluit de 1 e bestuursrapportage met een positief advies voor te leggen aan het AB. 12. Crisisbeheersing De heer Van Leeuwen vertelt dat bij de start van de RUD deze taak niet is overgedragen aan de RUD. Op verzoek van de deelnemers zijn de wensen en verlangens van deelnemers geïnventariseerd. Het DB stemt in met het voorstel en brengt het voorstel ter kennisname in voor de AB vergadering. 13. Stand van zaken implementatie PxQ De heer Van Leeuwen deelt mee dat de implementatie van PxQ volgens planning verloopt. De pré audit wordt door de accountant uitgevoerd in samenwerking met de projectleider PxQ. Ook is gestart met de evaluatie van de kentallen. De kentallen zijn destijds vastgesteld door de deelnemers. Inmiddels is ervaring opgedaan en ook heeft men de productie verantwoord in de tijdregistratie. Dit wordt nu vergeleken met kentallen. Ook de zgn. ontplofte dossiers worden hierin meegenomen. Denk daarbij aan de scheepswerf Reimerswaal. Gedurende langere tijd heeft dit dossier extra inspanning gevraagd van de RUD. 14. Ontwikkelingen Omgevingswet De heer Van Leeuwen deelt mee dat binnenkort voor de medewerkers een werksessie Omgevingswet wordt georganiseerd. Voor de RUD en haar deelnemers is een visie ontwikkeld en de RUD heeft geparticipeerd in pilots. De ontwikkelingen gaan door en RUD Zeeland onderzoekt wat zij daarin kan betekenen voor de deelnemers. 15. Concept AB agenda 9 juli 2018 Het DB stelt de AB agenda voor 9 juli conform voorstel vast. 4

7 16. Rondvraag De heer De Smet merkt op dat veel burgers een palletkachel installeren. Hij vraagt zich af of daar wetgeving op van toepassing is, want overlast is er wel. De heer De Reu antwoordt dat burgers met instructie van de leverancier de palletkachel zelf kunnen installeren. Er zijn geen regels voor opgesteld. De heer Van Assche vraagt of hij toegang kan krijgen tot de deelsite rudzeeland.pleio.nl. Verder is hij benieuwd of ontwikkelingen bij bedrijven zoals de fijnstof overlast van Heros en de gedoogvergunning van Yara zaken zijn die in het DB worden besproken. De heer Van der Maas antwoordt dat dergelijke bedrijven onder directe verantwoording vallen van provincie en niet op de agenda staan van de bestuurlijke overleggen RUD Zeeland. De heer De Reu deelt mee dat de GenX kwestie de aandacht heeft van provincie, gemeenten, waterschap en RUD. Afgesproken is dat alle partijen dezelfde strategie hanteren en dezelfde boodschap uitdragen. 17. Sluiting De heer Van der Maas bedankt de aanwezigen voor hun constructieve inbreng en sluit om uur de vergadering. Actielijst: 1. De DB leden informeren in hun eigen organisatie naar de planning van de informatie avonden voor de raden. 2. De heer Van Assche toegang geven tot de deelsite pleio.nl. 3. De heer De Reu vraagt de eerste resultaten van de evaluatie PxQ na het zomerreces gereed te hebben, zodat de financiën meegenomen kunnen worden in de Najaarsnota. 4. Advies van de begeleidingscommissie over de nota weerstandsvermogen en risicomanagement toevoegen aan de AB voorstellen. 5. Op verzoek van de heer Van der Maas ontvangt het DB een overzicht Asbesttaken per gemeente en wil hij de aanpak van deze taken bespreken in het DB. 6. Op verzoek van mevrouw Smit wordt de asbesttaak ook toegelicht in de informatierondes raden. 5

8 Memo aan AB Samenvatting Sinds 17 juli 2017 is RUD Zeeland gecertificeerd volgens ISO9001:2008. Deze 2008-versie was toen al vervangen door een nieuwe versie: ISO 9001:2015. Om het ISO9001- certificaat te behouden hebben we een conversie naar de 2015-versie doorlopen. In de periode 4 tot 8 juni 2018 is het kwaliteitssysteem door een extern bureau getoetst op de 2015-versie van de norm. De conclusie was dat RUD Zeeland de conversie goed heeft doorlopen en voldoet aan de ISO 9001:2015 norm. Begin juli is het nieuwe certificaat ontvangen. ISO 9001 ISO 9001 is een keurmerk waarmee kan worden aangetoond dat een bedrijf afspraken nakomt. Wereldwijd zijn er certificaten uitgegeven, in Nederland zijn dit er ongeveer Een certificaat om trots op te zijn, niet veel organisaties zijn gecertificeerd. Wijzigingen 2015-versie De 2015 versie van de norm is op een aantal punten behoorlijk veranderd. De nieuwe norm vraagt meer aantoonbaar inzicht in de eigen organisatie en context, inzicht in behoeften en verwachtingen belanghebbenden en risico s en kansen van de eigen organisatie benoemen en oppakken. Externe audit Het kwaliteitssysteem is gedurende een aantal dagen in juni getoetst door een extern bureau. Hierbij is vooral gekeken naar de implementatie van de nieuwe eisen uit de norm. De conclusie van de audit was: De RUD Zeeland heeft haar strategische richting vastgelegd in het meerjarenplan van Het managementsysteem draagt effectief bij aan het realiseren van deze strategische doelen. Een sterk punt dat tijdens de audit is geconstateerd zijn de gehanteerde workflows waarmee processen duidelijk volgbaar zijn. Tijdens de audit zijn twee zwakheden aangetroffen in het managementsysteem. Dit heeft geleid tot twee niet kritieke afwijkingen. De niet kritieke afwijkingen zijn ondertussen opgepakt en nu in orde bevonden door het externe bureau. Het nieuwe certificaat is begin juli ontvangen.

9 Verslag n.a.v. de vergadering algemeen bestuur (AB) RUD Zeeland d.d. 9 juli 2018 in Terneuzen Aanwezig: de heer E. Damen (gemeente Kapelle), de heer F.J.A. Hommel (gemeente Tholen), de heer R.J. Reijnierse (gemeente Vlissingen), de heer B. van Assche (gemeente Terneuzen), de heer H. Klitsie (gemeente Goes), de heer A.G. van der Maas (gemeente Noord-Beveland), de heer P.P.M. Ploegaert (gemeente Sluis), de heer A.P.Witkam (gemeente Borsele), mevrouw A. Smit (gemeente Schouwen-Duiveland), de heer B.J. de Reu (provincie Zeeland), de heer D. Verburg (gemeente Reimerswaal), mevrouw I. Jansen (wnd. directeur RUD Zeeland) en mevrouw M. Zandijk (directiesecretaresse) Afwezig: de heren C. Dekker (gemeente Middelburg), G. Depauw (gemeente Hulst), H.C.L. de Smet (waterschap Scheldestromen), J.Y.W. Steketee (gemeente Veere) en A. van Leeuwen (directeur RUD Zeeland) Ambtelijke vertegenwoordiging: en de heren Ardon en Riemens (RUD Zeeland) en mevrouw R.J. Mulder (provincie Zeeland) 1. Opening en kennismaking De heer Van der Maas opent de vergadering en heet iedereen welkom. Dit is de eerste vergadering na de gemeenteraadsverkiezingen. RUD Zeeland mag 8 nieuwe bestuurders welkom heten. Alle bestuurders stellen zich vervolgens kort voor. Daarna vraagt de heer Van der Maas aandacht voor de raadsbezoeken. Tijdens zo n bijeenkomst worden (nieuwe) raadsleden geïnformeerd over de werkzaamheden die RUD Zeeland voor hen verricht. Raadsleden stellen dit zeer op prijs. 2. Ingekomen stukken en mededelingen: a. Nieuwsbrief RUD Zeeland mei 2018 De heer Hommel vraagt of RUD Zeeland een tussentijds bericht over de stand van zaken van o.a. veiligheid van de groene boa s aan de raden kan zenden. De heer Van der Maas vindt dit een goed voorstel en bespreekt dit met de provincie. b. Jaarverslag Zeeuwse Ombudsman Het AB neemt het jaarverslag voor kennisgeving aan. c. Jaarverslag vertrouwenspersoon Het AB neemt het jaarverslag voor kennisgeving aan. De heer Ploegaert vraagt of RUD Zeeland een eigen preventiemedewerker heeft of dat gebruik gemaakt wordt van de medewerker van Terneuzen. Mevrouw Jansen antwoordt dat RUD Zeeland een eigen preventiemedewerker heeft, die samenwerkt met de preventiemedewerker van de gemeente Terneuzen d. Evaluatie vertrouwenspersoon integriteit Het AB neemt hiervan kennis. 1

10 e. Bespreken nieuwe samenstelling AB RUD Zeeland De heer Van der Maas deelt mee dat de directeur van RUD Zeeland een kennismakingsbezoek laat inplannen met alle nieuwe bestuurders. Daarnaast wil hij een speciale bijeenkomst organiseren om hen te informeren over de ontwikkelingen van RUD Zeeland. Op verzoek van het AB wordt deze bijeenkomst in september 2018 gepland. f. Verslagen DB vergadering van 26 maart en 17 mei 2018 Het AB neemt hiervan kennis. g. Plan van eisen crisisbeheersing De heer Hommel informeert naar een mogelijk piketvergoeding. De heer Ardon antwoordt dat het plan van eisen alleen de functionele behoeften van de deelnemers weergeeft. Hoe het verder ingevuld wordt, volgt nog in een plan van implementatie. 3. Vaststelling agenda Het AB stelt de agenda ongewijzigd vast. 4. Verslag en besluitenlijst van de vergadering algemeen bestuur van 9 april 2018 Het AB stelt het verslag en de besluitenlijst van 9 april ongewijzigd vast. 5. Uitvoering reguliere asbesttaken Mevrouw Jansen deelt mee dat dit voorstel een goed voorbeeld is van collegiale samenwerking tussen deelnemers van RUD Zeeland en RUD Zeeland. Het voorstel is dat per 1 januari 2019 de RUD deze taak wil gaan uitvoeren. Voor de uitvoering is 3,7 fte nodig, waarvan minimaal 2 fte de volledige opleiding asbest afgerond moeten hebben. Deze mensen moeten nog geworven worden, dus de planning is wat dat betreft erg ambitieus. De heer Ploegaert brengt in dat de beoordeling van het asbestinventarisatierapport geen wettelijke taak is van de RUD. Sluis geeft er de voorkeur aan deze taak bij de gemeente te houden. Mevrouw Jansen antwoordt dat in het deelnemersoverleg dit verzoek is besproken. In de verdere uitwerking van het project wordt dit meegenomen. De heer De Reu deelt mee dat provincie de brikstaken moet overhevelen aan de omgevingsdiensten. Gelet op de fte s die daarvoor nodig zijn, wil hij dit integraal bekijken (fte asbest + fte brikstaken). Overigens vindt nog overleg met DCMR plaats over de overheveling van deze taken voor wat betreft de Brzo-bedrijven. Dit krijgt nog een vervolg. Het AB stemt in met de uitvoering van de reguliere asbesttaken conform het voorstel. 6. Vaststellen DVO 2019 en BRZO-mandaat De heer Ploegaert merkt op dat gemeente Sluis kritisch is over art. 16, 3 e lid. Hij vraagt zich af of dit noodzakelijk is. De heer Damen vraagt of een escalatiemodel opgenomen kan worden in de DVO. De heer Van der Maas antwoordt dat hij dit eerst wil bespreken met het DB. In het volgende AB komt hij hierop terug. De heer De Reu deelt mee dat de mandaatdiscussie over de Brzo taken gevolgen kan hebben voor de deelname aan de GR RUD Zeeland. De mogelijke keuzes worden nu onderzocht. Het is echter een feit dat deze wijziging de provincie structureel meer geld kost. Bij de behandeling van de najaarsnota van provincie wordt uiteindelijk een beslissing genomen. Dit kan vertragend werken op het opstellen van de DVO

11 De heer Van Assche is benieuwd welke keuzes de provincie voor ogen heeft. De heer De Reu antwoordt dat het wel of niet blijven deelnemen voor wat betreft de Brzo taken aan de GR RUD Zeeland een van de keuzes is. De heer Van der Maas merkt op dat bij de vorming van RUD Zeeland de provincie Zeeland sterke voorkeur had voor één omgevingsdienst. Het zou bijzonder pijnlijk zijn als de provincie nu terugtreedt, o.a. ook vanwege de werkgelegenheid in de provincie. Hij begrijpt dat de provincie alle opties wil onderzoeken, maar hij hoopt dat de provincie dan wel alle facetten betrekt in de overweging. De heer De Reu antwoordt dat terugtreding een optie is, maar het is niet gezegd dat de provincie dit doet. Het is een ingewikkeld en spannend proces dat gezamenlijk doorlopen wordt. De heer Damen vindt dat dit de essentie van de RUD raakt. Is bekend of het voortbestaan van RUD Zeeland hiermee in gevaar komt? Mevrouw Jansen antwoordt dat de consequenties van de verschillende scenario s in beeld gebracht worden. Niet in detail, want dit laatste scenario is nieuw voor de RUD. RUD Zeeland is een groeiende organisatie die voldoet aan de kwaliteitscriteria. Een ruwe conclusie is dat RUD Zeeland kan blijven voldoen aan de kwaliteitscriteria, maar wel op robuustheid moet inleveren. Door het aandienen van nieuwe taken, zoals bijvoorbeeld de asbesttaak, heeft de RUD ook weer groeipotentieel. Het AB stelt de DVO 2019 conform voorstel vast. 7. Weerstandsvermogen en risicomanagement RUD Zeeland De heer Van der Maas attendeert het AB op het advies van de begeleidingscommissie. De heer Ploegaert heeft er nota van genomen. Hij wacht het advies over de wijze van tot stand komen van het weerstandsvermogen af. De heer Hommel is benieuwd of RUD Zeeland nu voldoet aan alle voorwaarden en uitgangspunten van de commissie Lauret. De heer Riemens antwoordt dat voldaan wordt aan alle afspraken. De begeleidingscommissie moet nog verder vorm gegeven worden, want nu zijn alleen de 3 financiële vertegenwoordigers benoemd. In het nieuwe vergaderschema wordt rekening gehouden met de begeleidingscommissie, want dit vraagt wel extra tijd. Ook voldoet de RUD aan de rapportagerichtlijnen. De heer De Reu leest dat het organisatorische risico inhoudt dat mogelijk andere prioriteiten gesteld moeten worden. Wat betekent dit in de praktijk? Mevrouw Jansen antwoordt dat het gevolgen heeft voor de urenbesteding van de organisatie. Daarbij wordt geprobeerd zo min mogelijk capaciteit uit het primaire proces te betrekken. Het AB stelt het voorstel Weerstandsvermogen en risicomanagement RUD Zeeland conform voorstel vast. 8. Jaarrekening RUD Zeeland 2017 Het AB stelt de jaarrekening RUD Zeeland 2017 conform voorstel vast. 9. Begroting RUD Zeeland 2019 incl. zienswijzen De heer Ploegaert deelt mee dat gemeente Sluis niet instemt met de begroting De heer De Reu meldt dat de provincie geen zienswijze heeft ingediend. In de commissie is de begroting uitgebreid besproken. De kosten voor de RUD nemen toe, maar toch wordt er een bedrag teruggestort vanwege het niet invullen van de 3

12 vacatures. Hoewel dit los van elkaar staat, is het de vraag hoe hiermee omgegaan moet worden. De heer Van der Maas vindt dat de Statenleden meer naar de kwaliteit kijken en minder naar het geld. Gemeenten concentreren zich in het bijzonder op de financiën en minder op de kwaliteit. De werkdruk is echter hoog en de rek is eruit. De organisatie heeft meer nodig. Hij vraagt daar nadrukkelijk aandacht voor. Het AB stelt de begroting RUD Zeeland 2019 conform voorstel vast e bestuursrapportage 2018 RUD Zeeland De heer Klitsie merkt op dat de rapportage met name de kwantitatieve kant belicht. Bestuurlijk vindt hij het zeer gewenst om ook de kwaliteit in de rapportage op te nemen. Dit biedt meer mogelijkheden om in te gaan op de inhoud. Mevrouw Jansen antwoordt dat RUD Zeeland dit graag zou doen, maar het ontbreekt de organisatie aan capaciteit. Het AB stelt de 1 e bestuursrapportage 2018 RUD Zeeland conform voorstel vast. 11. Stand van zaken implementatie PxQ Mevrouw Jansen deelt mee dat Deloitte een pré audit uitvoert. De verbeterslagen die daaruit voortkomen, worden deze zomer nog opgepakt. De systemen zijn redelijk op orde. De analyse van de kentallen is echter een punt van zorg, o.a. het aantal productieve uren. In het deelnemersoverleg van september wordt dit besproken. Deloitte heeft aangegeven dat RUD Zeeland uniek is. In het land zijn geen organisaties te vinden die op deze manier werken. Dit houdt in dat een referentiekader niet beschikbaar is. De heer Ploegaert deelt de zorg van mevrouw Jansen en ziet dit als een vooraankondiging. Hij roept op om de kentallen niet op te hogen. 12. Ontwikkelingen Omgevingswet Mevrouw Jansen deelt mee dat de landelijke ontwikkelingen gevolgd worden. Deze zomer worden nieuwe ontwikkelingen verwacht en deze worden door de RUD bekeken en beoordeeld. De RUD krijgt te maken met een concretiseringsslag, want straks spreekt men niet meer over inrichtingen, maar over activiteiten. Deze wijziging heeft gevolgen voor de PxQ systematiek. Ook een aantal producten uit de PDC wijzigt. Voor RUD Zeeland ziet zij een rol als adviseur weggelegd. Daarnaast wordt met GGD en VRZ gezamenlijk een toolbox ontwikkeld, zodat adviezen, waar mogelijk, integraal gegeven kunnen worden. Al met al een behoorlijke opgave vindt de heer Van der Maas. Hij vraagt de deelnemers bij de ontwikkelingen Omgevingswet in eigen gemeente de RUD niet te vergeten. 13. Rondvraag De heer Van Assche vraagt of de heer De Reu het AB op de hoogte houdt van de Brzo ontwikkelingen. De heer De Reu zegt toe dat hij het DB op de hoogte houdt van de ontwikkelingen. De heer Hommel vindt de sfeer tijdens deze vergadering goed, maar hij maakt zich wel zorgen over de onderwerpen die besproken worden. Deze zijn vrijwel hetzelfde als 4 jaar geleden. Daar moet iets aan gebeuren, want de rek is er toch een keer uit. 4

13 De heer Van der Maas refereert aan de start van de RUD. Toen was er niets. Alles is vanaf de grond opgebouwd. Behalve een bezuiniging heeft de RUD ook te maken gekregen met de ontwikkeling van de PxQ systematiek, Omgevingswet, wet VTH enz. Voorlopig zijn er nog voldoende ontwikkelingen, maar hij waarschuwt wel voor verschraling van de organisatie. Hij is blij dat de heer Hommel daar oog voor heeft. De heer Ploegaert maakt zich zorgen over het proces pilot Kapelle. Wat hem betreft komt er meer aandacht voor de snelheid van dit traject. De heer Klitsie deelt mee dat per 12 september de nieuwe burgemeester van Goes geïnstalleerd wordt. Dit is dus zijn laatste vergadering. De heer Van der Maas bedankt hem voor zijn bijdrage, vooral gericht op de kwaliteit van de dienstverlening van RUD Zeeland. Hij waardeert dat zeer en wenst de heer Klitsie alle goeds toe. 14. Sluiting De heer Van der Maas bedankt de aanwezigen voor hun constructieve inbreng en sluit om uur de vergadering. Actielijst: 1. De heer Hommel vraagt of RUD Zeeland een tussentijds bericht over de stand van zaken van o.a. veiligheid van groene boa s aan de raden kan zenden. De heer Van der Maas vindt dit een goed voorstel en bespreekt dit met de provincie. 2. Op verzoek van het AB wordt de informatiebijeenkomst voor nieuwe bestuurders in september 2018 gepland. 3. Weerstandsvermogen en risicomanagement RUD Zeeland: het advies van de begeleidingscommissie over de wijze van tot stand komen met het weerstandsvermogen wordt afgewacht. 4. De heer Van Assche vraagt of de heer De Reu het AB op de hoogte houdt van de Brzo ontwikkelingen. De heer De Reu zegt toe dat hij het DB op de hoogte houdt van de ontwikkelingen. 5

14 Voorstel DB Agendapunt: 2A Terneuzen, 3 september 2018 IZISnummer: Opsteller: J.M. Boerma Portefeuillehouder MT: J.M. Boerma Aan het dagelijks bestuur van RUD Zeeland, 1. Gevraagde beslissing / besluit Tijdens het overleg van het AB op 9 juli is door AB lid Frank Hommel van gemeente Tholen gevraagd naar een stand van zaken rond het onderzoek naar het verbeteren van de veiligheid van de groene handhavers. Hij wil graag zijn raadsleden op de hoogte houden naar aanleiding van vragen vanuit de PVV. Daarop is toegezegd dat er een voortgangsbericht komt. 2. Inleiding Onderstaand bericht is opgesteld als een informerend bericht aan het AB. Het bericht geeft procesinformatie: het onderzoek is geweest, er zijn aanbevelingen gedaan en de implementatie ervan vindt plaats in de komende maanden. De kern van het bericht is dat met de nog te nemen en al genomen maatregelen, de veiligheid van de groene handhavers wordt geborgd en de zichtbaarheid van de groene handhavers in het buitengebied toeneemt. Voorgesteld bericht Geachte leden van het algemeen bestuur, Tijdens de vergadering van het algemeen bestuur op 9 juli 2018 is aan de directeur gevraagd een stand van zaken te geven over de maatregelen die genomen worden om de veiligheid van onze groene toezichthouders (boa s) en de zichtbaarheid in het buitengebied te verbeteren. Graag informeren wij u hierover. Onze groene boa s controleren of mensen zich houden aan de regels die gelden in de natuurgebieden. Hierbij werken zij soms ook in de avonduren. Zij gaven aan zich in sommige situaties niet veilig te voelen. Dit hebben wij serieus genomen. De veiligheid van onze medewerkers staat voorop. Als eerste zijn de werkinstructies aangepast. Vervolgens is onderzoek gedaan naar de veiligheid en werkwijze van de groene boa s. In het onderzoek is gekeken naar de taken van de toezichthouders, de risico s en de middelen die zij nodig hebben om hun werk goed en veilig te kunnen uitvoeren. Uit het onderzoek blijkt dat de veiligheid van de boa s wordt vergroot als zij over meer communicatiemiddelen beschikken (een portofoon), beter herkenbaar zijn (met een herkenbaar voertuig) en over veiligheidsmiddelen beschikken zoals een steekwerend vest en een bodycam.

15 Waar staan we nu? Inmiddels is uitgezocht welke beschermende- en ondersteunende middelen het best toepasbaar zijn bij de uitvoering van het werk van onze boa s. Voordat deze worden aangeschaft, wordt het voorstel besproken met de Ondernemingsraad van RUD Zeeland. Daarnaast wordt bekeken of aanvullend materieel budget nodig is om de maatregelen te implementeren. Als dit nodig is, wordt dit aangevraagd bij de Provincie Zeeland. Maatregelen en middelen waarvoor geen aanvullend budget en/of goedkeuring van de OR nodig is, worden in de komende maanden aangeschaft of ingepland. Wij zijn ervan overtuigd dat onze medewerkers met de voorgestelde maatregelen en middelen hun werk goed en veilig kunnen uitvoeren. Vanzelfsprekend houden wij de veiligheid van onze medewerkers zorgvuldig in de gaten.

16 Besluitenlijst algemeen bestuur 9 juli Opening 2. Ingekomen stukken en mededelingen: a. Nieuwsbrief RUD Zeeland b. Jaarverslag Zeeuwse Ombudsman c. Jaarverslag vertrouwenspersoon d. Evaluatie vertrouwenspersoon integriteit e. Bespreken nieuwe samensteling AB RUD Zeeland f. Verslagen DB vergadering van 26 maart en 17 mei 2018 g. Plan van eisen crisisbeheersing. Op verzoek van de heer Hommel wodt een tussenbericht over de groene handhaving aan de raden gestuurd. v.k.a. v.k.a. v.k.a. Op verzoek van AB wordt in september een informatieve bijeenkomst gepland. v.k.a. v.k.a. 3. Vaststelling agenda Ongewijzigd vastgesteld. 4. Verslag en besluitenlijst van de vergadering dagelijks bestuur van 19 maart 2018 Het AB stelt het verslag en de actielijst ongewijzigd vast. 5. Uitvoering reguliere asbesttaken Conform voorstel besloten 6. Vaststellen DVO 2019 Conform voorstel besloten 7. Weerstandsvermogen en risicomanagement RUD Zeeland Conform voorstel besloten. 8. Jaarrekening RUD Zeeland 2017 Conform voorstel besloten. 9. Begroting RUD Zeeland 2019 incl. zienswijzen e bestuursrapportage 2018 RUD Zeeland M.u.v. gemeente Sluis conform voorstel besloten. Conform voorstel besloten.

17 11. Stand van zaken implementatie PxQ v.k.a. 12. Ontwikkelingen Omgevingswet v.k.a. 13. Rondvraag Sluiting -- Aldus vastgesteld d.d. 17 september 2018 de voorzitter, de secretaris, A.G. van der Maas ing. A. van Leeuwen MPA

18 Voorstel AB, Project implementatie VTH-wetgeving Agendapunt: Terneuzen, 17 september 2018 IZISnummer: Opsteller: Stapels A.P.T. (Ton), projectgroep VTH Portefeuillehouder MT: afd. hfd. V, T&H In MT voorstel: OR kw estie: nee AB bestuur voorstel: Aan het algemeen bestuur van RUD Zeeland, 1. Gevraagde beslissing / besluit Op basis van het DB-besluit d.d. 3 september jl.: a. Kennis nemen van de oprichting van de interne projectgroep implementatie VTHwetgeving; b. Instemmen met het Plan van Aanpak en Actieprogramma VTH-wetgeving 2018 met inachtneming van het DB-besluit d.d. 3 september Inleiding De veel gebruikte term VTH-wetgeving (vergunningverlening en toezicht/handhaving op milieugebied, met als basis de Package-deal uit 2009), omvat het volgende: a. hoofdstuk 5 Wet algemene bepalingen milieuhygiëne (Wabo), in werking getreden op 14 april 2016; b. hoofdstuk 7 Besluit omgevingsrecht (Bor), in werking getreden op 1 juli 2017; c. hoofdstuk 10 Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor), in werking getreden op 1 juli Ad a Dit hoofdstuk (ook wel Wet VTH genoemd) behandelt achtereenvolgens: - de instelling van omgevingsdiensten m.b.t. de uitvoering van de VTH-taken; - de instelling van (zes) omgevingsdiensten, speciaal belast met de uitvoering t.a.v. de BRZO-bedrijven; - het vaststellen van VTH-verordeningen door gemeenten en provincies t.b.v. een goede kwaliteit en zo veel mogelijk uniforme uitvoering van de VTH-taken; - het vaststellen van regionaal afgestemd uitvoerings- en handhavingsbeleid m.b.t. de VTH-taken; - informatie-uitwisseling tussen de VTH-partners, inclusief de strafrechtelijke partners (Inspectieview Milieu).

19 Ad b Naast een nadere uitwerking van de onder sub a genoemde aspecten, bepaalt het Bor de omvang en inhoud van het basistakenpakket. Ad c De Mor gaat nog dieper in op een bepaald aspect, namelijk de kwaliteitseisen waaraan toezicht en handhaving moeten voldoen. Enkele onderdelen van deze wetgeving (bijvoorbeeld uitwerking van het basistakenpakket en de informatie-uitwisseling) zijn direct van toepassing op RUD Zeeland om intern op te pakken. Daarnaast dienen diverse andere onderdelen (VTH-verordeningen en het gezamenlijke uitvoerings- en handhavingsbeleid) uitgevoerd te worden door de betrokken bevoegde gezagen (gemeenten en provincie). Gelet op het regionale karakter ervan is het aan te bevelen dat RUD Zeeland hierbij een rol gaat spelen. Eerdere besluitvorming Het MT heeft op 19 juni 2017 kennis genomen van het voornemen tot het project Implementatie VTH-wetgeving. Daarbij heeft het MT geconstateerd dat niet alle onderdelen een even hoge prioriteit hebben. Voorts is onderhavig MT-voorstel een vervolg op het AB-besluit van 6 november 2017, waarbij het AB conform heeft kennis genomen van het advies van MT d.d. 9 oktober 2017 inzake het landelijke Rapport Evaluatie wet VTH juli Dat MT-advies omvat het voorstel om de aanbevelingen uit dat rapport op te nemen in het onderhavige projectvoorstel Implementatie VTH-wetgeving RUD Zeeland. 3. Beoogd effect Het realiseren van een projectmatige aanpak voor implementatie van de VTHwetgeving teneinde te komen tot: - enerzijds zelf uitvoering geven aan de hiervoor in aanmerking komende onderdelen uit de VTH-wetgeving (en hieraan dus voldoen); - anderzijds in overleg met de deelnemers betrokken raken bij de uitvoering van de meer regionale onderdelen uit de VTH-wetgeving. 4. Argumenten of Overwegingen Om de reeds in werking getreden VTH-wetgeving in RUD Zeeland te implementeren, wordt, naar voorbeeld van de projectgroep Implementatie Omgevingswet, voorgesteld de projectgroep Implementatie VTH-wetgeving op te richten. Ter ondersteuning daarvan zijn een Plan van Aanpak en Actieprogramma 2018 opgesteld (zie bijlagen). De belangrijkste aanbevelingen en adviezen uit het landelijke rapport Evaluatie wet VTH juli 2017 zijn conform voornoemd MT-besluit van 9 oktober 2017 als acties opgenomen in het Actieprogramma. Plan van Aanpak De VTH-wetgeving (met name hoofdstuk 5 Wabo en hoofdstuk 7 Bor) regelt onderwerpen als BRZO-omgevingsdiensten, basistakenpakket, kwaliteitscriteria, VTH-verordening en uniform regionaal VTH-beleid.

20 Het is daarom van belang dit zo helder mogelijk in beeld te brengen, als RUD Zeeland daarover een ambitie uit te spreken en vervolgens dit te vertalen in concrete acties. De eerste twee onderdelen zijn terug te vinden in het Plan van Aanpak, terwijl de activiteiten en planning zijn opgenomen in het Actieprogramma. Zoals gezegd is de VTH-wetgeving al in werking getreden. Daarom is in het Plan van Aanpak als doelstelling bepaald om als organisatie zo spoedig mogelijk maar uiterlijk per 1 juli 2019 de VTH-wetgeving geïmplementeerd te hebben en gereed te zijn voor het uitvoeren daarvan de VTH-wetgeving binnen (RUD) Zeeland. Voor een deel zijn wij hiervan afhankelijk van de samenwerking met de deelnemers. Ambitie In het Plan van Aanpak is, naast de interne doelstelling, de volgende ambitie opgenomen in het kader van samenwerking met de deelnemers: 1. gezamenlijke eenduidigheid over het basistakenpakket; 2. uniform kwaliteitsniveau met betrekking tot de basistaken (en zo mogelijk de overgedragen niet-basistaken) in de VTH-verordeningen van de deelnemers; 3. gezamenlijk zeeuwsbreed uitvoerings- en handhavingsbeleid, inclusief de samenwerking met de strafrechtpartners. Actieprogramma Hieronder wordt een toelichting gegeven op verschillende onderdelen uit het Actieprogramma, waar onder de belangrijkste acties (mijlpalen) en de geraamde ureninzet. Mogelijke interne onderzoeken Verschillende aspecten binnen de VTH-wetgeving verdienen nader onderzoek (zo nodig via een gap-analyse) om de inhoud en consequenties concreter in beeld te brengen: basistakenpakket, Inspectieview Milieu, toegevoegde waarde RUD Zeeland voor de deelnemers, ontwikkelingscurve, mate van stijging van kwaliteit bij de uitvoering, financiële robuustheid, uitwerking en implementatie van de landelijke handhavingsstrategie (LHS), efficiencywinst, voldoen aan de landelijke kwaliteitscriteria 2.1. Deze aspecten zijn in de vorm van acties opgenomen in het Actieprogramma. Ondermijning Tijdens het AB van 6 november 2017 bij behandeling van het landelijke rapport wet VTH vroeg gedeputeerde dhr. De Reu om speciale aandacht voor ondermijning en de bemensing bij de projectmatige aanpak van VTH-wetgeving binnen RUD Zeeland. Een algemeen geaccepteerde definitie van ondermijning is er niet, maar grofweg betekent het de vermenging van de onderwereld en de bovenwereld. Drie belangrijke aspecten van ondermijning, die met elkaar in verbinding staan, zijn: georganiseerde criminaliteit, maatschappelijke weerbaarheid en de weerbaarheid/integriteit van het lokaal bestuur en het ambtenarenapparaat. Wat betreft de relatie met RUD Zeeland kan gedacht worden aan betreffende situaties die worden aangetroffen bij controles van bepaalde inrichtingen. Omdat er nog veel onbekend is wordt voorgesteld om eerst de inhoud en omvang van mogelijke relaties tussen de VTH-taken en ondermijning uit te zoeken. Dit kan onder meer via benchmarking bij andere omgevingsdiensten en in overleg met het RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum). Dit voorstel is als actie (mijlpaal) in het Actieprogramma opgenomen onder nr. 7.3.

21 Mijlpalen Het MT heeft op 19 juni 2017 kennis genomen van het voornemen tot het project Implementatie VTH-wetgeving en daarbij tot een gefaseerde aanpak besloten. Om deze reden zijn de dertien belangrijkste acties uit het Actieprogramma 2018 als mijlpalen geprioriteerd (rood gemarkeerd). Onderstaande tabel geeft deze mijlpalen aan, inclusief onderbouwing. Tabel Mijlpalen 2018 Nr. Actie Onderbouwing 1 Evaluatie Plan van Aanpak en Uitvoering in 2019 voorbereiden Actieprogramma implementatie VTH 2018 en opstellen Plan van Aanpak en Actieprogramma Benchmarking Leren van andere omgevingsdiensten. 3 Toegevoegde waarde RUD Zeeland helder formuleren en in beeld brengen bij de Deze informatie kunnen de deelnemers gebruiken bij hun implementatie van de VTH-wetgeving deelnemers. 4 Inventariseren consequenties wet VTH Implementatie van de VTH-wetgeving inclusief Bor en Mor 5 Consequenties wijziging Basistakenpakket inventariseren. Op inrichtingenniveau, RUDbreed. 6 Opstellen IT strategie en actieplan t.a.v. wet VTH (indien nodig) 7 Betrokken zijn bij afstemming t.b.v. uniform uitvoerings- en handhavingsbeleid deelnemers 8 Inventarisatie van gemeentelijke VTHverordeningen en betrokken bij opstellen daarvan 9 In gezamenlijk overleg bepalen van indicatoren m.b.t. jaarlijkse evaluatie VTHverordeningen Een uniform, unaniem gedragen basistakenpakket vormt de basis van de DVO s IT moet geen belemmering vormen bij uitvoering VTH-beleid Parallel aan Zeeuwsbrede projectgroep VTH Zo uniform mogelijke VTH-verordeningen bij deelnemers en zo veel mogelijk voldoen aan de landelijke kwaliteitscriteria. Gereed zijn voor de jaarlijkse evaluatie 10 BRIKS-taken bij provinciale inrichtingen Praktijk zo spoedig mogelijk regelen 11 In gezamenlijk overleg meer verbinding leggen tussen beleids- en uitvoeringscyclus door RUD Zeeland om inbreng te vragen bij het formuleren van beleidsdoelen, uitwerken van beleid e.d. via pilots Afhankelijk van Zeeuwse pilots 12 Uitgezocht moet worden hoe de samenwerking met de strafrechtelijke ketenpartners zal lopen en wat deze inhoudt Eén van de kernpunten van de VTH-wetgeving 13 Ondermijning Onderzoek naar de inhoud en omvang van mogelijke relaties tussen de VTH-taken en ondermijning vanwege grote maatschappelijke invloed

22 DB-besluit d.d. 3 september 2018 Met betrekking tot bovenstaande Tabel Mijlpalen heeft het DB besloten om aan het AB te verzoeken erop aan te dringen de VTH-verordeningen met voorrang vast te stellen (mijlpaal 8). Dit vanwege het feit dat een deelnemer niet onder het vastgestelde niveau beleid mag vaststellen. De situatie in Zeeland is momenteel zo dat alleen de provincie beschikt over een vigerende VTH-verordening: Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Zeeland Ureninzet Vanwege het MT-besluit d.d. 19 juni 2017 (uitvoering gefaseerd op basis van prioritering) en de start in de loop van dit jaar beperkt de ureninzet t.b.v. het Actieprogramma 2018 zich tot geprioriteerde acties (mijlpalen, rood gemarkeerd) en de noodzakelijke organisatorische acties (geel gemarkeerd). Daarmee zijn van de in totaal 50 acties in het Actieprogramma er 29 ingepland (58 %). De overige, niet gemarkeerde, acties vormen de werkvoorraad voor 2018 en eventueel de input voor het Actieprogramma Tabel ureninzet Actieprogramma VTH 2018 Geraamd Totaal projectgroep RUD-medewerkers Mijlpalen (geprioriteerde acties) Organisatorische acties TOTAAL Projectgroep Om bovenstaande te kunnen realiseren is een interne projectgroep opgericht. De samenstelling is bewust breed, zodat de verschillende acties uit oogpunt van werkdruk makkelijker en gefaseerd verdeeld kunnen worden. Regionale ontwikkelingen Het Deelnemersoverleg d.d. 31 oktober 2017 heeft besloten tot oprichting van een Zeeuwsbrede projectgroep voor het afstemmen van het VTH-beleid voor de basistaken van de RUD. Het voorstel was om voor deze projectgroep 1 deelnemer per regio af te vaardigen en 1 vertegenwoordiger van de provincie alsmede 1 vertegenwoordiger vanuit RUD Zeeland. Vanwege uiteraard de nauwe raakvlakken met deze externe projectgroep is het de bedoeling dat RUD Zeeland vertegenwoordigd wordt vanuit voornoemde interne projectgroep. Inmiddels is deze projectgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van provincie Zeeland, gemeente Veere, gemeente Reimerswaal, gemeente Terneuzen en RUD Zeeland, een aantal keer bij elkaar geweest. In eerste instantie richt de projectgroep zich op het formuleren van een zo uniform mogelijk Zeeuws uitvoerings- en handhavingsbeleid met betrekking tot de basistaken (milieu) en de overige Wabotaken (bouwen, APV), waarbij couleur locale mogelijk blijft. Deelnemersoverleg 28 juni jl. In dit Deelnemersoverleg heeft de voorzitter van de Zeeuwsbrede projectgroep een presentatie gegeven over de aanpak. Het Deelnemersoverleg is hiermee akkoord gegaan. 5. Uitvoering en communicatie

23 a. Aanpak Direct na het MT-besluit dd. 11 april jl. is de projectgroep gestart conform het Plan van Aanpak en Actieprogramma b. Planning De planning van de uitvoering van dit project is opgenomen in het Actieprogramma c. Communicatie RUD-medewerkers informeren over het project (Plan van Aanpak en Actieprogramma 2018) via inloopcafé, nieuwsbrieven en Sharepoint (Wiki). Deelnemersoverleg periodiek informeren over stand van zaken en voortgang. 6. Risico s a. Financieel Er kunnen interpretatieverschillen bestaan over de precieze inhoud en daarmee omvang van het basistakenpakket. Dit kan financiële consequenties hebben voor RUD Zeeland. Het uitzoeken hiervan t.b.v. gezamenlijke besluitvorming over een uniform basistakenpakket is daarom als mijlpaal opgenomen in het Actieprogramma (zie tabel hierboven, nr. 5). De ureninzet van de leden van de projectgroep vallen binnen hun functies. Gelet op de gefaseerde aanpak van het project op basis van het Actieprogramma worden geen problemen in dit kader verwacht in de loop van Het specifiek tijd schrijven voor dit project wordt bijgehouden via TimeTell. b. Organisatorisch Geen. c. Juridisch De VTH-wetgeving wordt niet conform uitgevoerd. Naast het ontbreken van een regionaal uitvoerings- en handhavingsbeleid voor de VTH-basistaken en de VTHverordeningen van de deelnemers, is met name gezamenlijke overeenstemming over het basistakenpakket van groot belang. d. Overige consequenties Geen.

24 Plan van Aanpak implementatie Wet Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Aanleiding De algemene aanleiding voor dit project is de invoering van de VTH-wetgeving die uit drie onderdelen bestaat. Het eerste onderdeel betreft de zogenaamde Wet VTH die reeds in werking is getreden op 14 april 2016 (hoofdstuk 5 Wabo). In deze Wet VTH is de vernieuwing van het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving vastgelegd en legt de basis voor de 29 omgevingsdiensten. De Wet VTH is de verankering van de afspraken tussen rijksoverheid, provincies en gemeenten (Package deal 2009) om de Vergunningverlening, het Toezicht en de Handhaving van het omgevingsrecht beter te organiseren. De wet regelt dat een basistakenpakket omgevingsrecht voortaan door de omgevingsdiensten wordt uitgevoerd. Gemeenten en provincies blijven wel bevoegd gezag voor deze taken. De wet legt ook vast dat provincies en gemeenten hiervoor zowel uitvoerings- en handhavingsbeleid als verordeningen moeten opstellen. In die verordeningen moeten de voorschriften over de gewenste kwaliteit van de vergunningverlening en toezicht/handhaving van hun Wabo-taken worden opgenomen. Daarnaast regelt de wet de mandatering m.b.t. de taken voor BRZO/RIE-4 inrichtingen. Voorts zijn er in deze wet bepalingen opgenomen over informatie-uitwisseling en samenwerking tussen onder andere provincies, gemeenten, waterschappen, Openbaar Ministerie en de politie. Het tweede onderdeel van de VTH-wetgeving, Besluit omgevingsrecht (Bor), is gewijzigd ter nadere uitwerking van hoofdstuk 5 Wabo. Het gewijzigde Besluit (hoofdstuk 7) is op 1 juli 2017 in werking getreden. Het Bor geeft aanvullende regels over de instelling van omgevingsdiensten, het basistakenpakket, procescriteria (zoals regionaal afgestemd uitvoerings- en handhavingsbeleid, landelijke handhavingsstrategie), de kwaliteitscriteria en Inspectieview. Als sluitstuk van de VTH-wetgeving is als derde onderdeel op dezelfde datum als het Bor het betreffende hoofdstuk 7 van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) in werking getreden. Het gaat hierbij met name om de gegevens die bij de indiening van een aanvraag van een omgevingsvergunning moeten worden overgelegd. Naast inhoudelijke gevolgen zijn er naar verwachting ook gevolgen voor de betrokken overheden te noemen op het gebied van onder meer organisatie, samenwerking en cultuur. Bij al het bovenstaande is RUD Zeeland direct dan wel indirect betrokken, reden voor dit Plan van Aanpak. 2 Doelstelling Als organisatie zo spoedig mogelijk maar uiterlijk in 2019 gereed zijn om zo spoedig mogelijk maar uiterlijk per 1 juli 2019 de VTH-wetgeving geïmplementeerd te hebben en gereed te zijn voor het

25 uitvoeren daarvan de VTH-wetgeving binnen (RUD) Zeeland. Dit inclusief de inventarisatie van de consequenties van de VTH-wetgeving, waarbij vooraf afstemming plaatsvindt met de deelnemers vanuit hun doelstellingen, beleid en verordeningen. Deze doelstelling proberen via deze instrumenten te bereiken: 1. de mogelijke impact van de VTH-wetgeving helder krijgen voor RUD Zeeland als organisatie; 2. de consequenties van de implementatie van de VTH-wetgeving voor de afspraken met de deelnemers van RUD Zeeland helder krijgen; 3. opstellen van bijbehorend Actieprogramma m.b.t. de implementatie van de VTH-wetgeving; 4. taken en rollen provincie Zeeland helder krijgen (en daarmee de consequenties voor het vaststellen van de VTH-verordeningen en VTH-beleid door de gemeentelijke deelnemers); 5. met de deelnemers in gesprek gaan om de consequenties van de VTH-wetgeving (alsmede de mogelijke gevolgen daarvan op de PxQ-systematiek en de DVO s) te delen; 6. implementeren van de VTH-wetgeving conform het Actieprogramma. 3 Reikwijdte Conform de doelstelling richt dit project zich in eerste instantie op RUD Zeeland als organisatie. In dat kader bestaan er raakvlakken met het rapport PxQ en het Bedrijfsplan 2016, maar ook het opleidingsplan. Bij de uitvoering van dit project zal dan ook rekening worden gehouden met deze drie documenten. Daarnaast bestaan er in het kader van de uitvoering van de VTH-wetgeving raakvlakken met de deelnemers. Als gedeelde belangen kunnen genoemd worden: 1. gezamenlijke eenduidigheid over het basistakenpakket; 2. uniform kwaliteitsniveau met betrekking tot de basistaken (en qua zorgplicht zo mogelijk de overgedragen niet-basistaken) in de VTH-verordeningen van de deelnemers; 3. gezamenlijk zeeuwsbreed uitvoerings- en handhavingsbeleid, inclusief de samenwerking met de strafrechtpartners. Het is daarom belangrijk om relevante ontwikkelingen in dit kader goed te volgen en op elkaar af te stemmen. In het bijzonder gaat het om de volgende partijen: De 13 Zeeuwse gemeenten: belang bij een uitvoering van de VTH-taken conform hun uitvoerings- en handhavingsbeleid en verordening. Het basistakenpakket bepaalt de minimale omvang van taken die door RUD Zeeland moeten worden uitgevoerd, met bijbehorend budget. De provincie Zeeland: belang bij het uitvoeren van de VTH-taken conform hun uitvoeringsen handhavingsbeleid en verordening. Provincie coördineert actief het uitvoerings- en handhavingsbeleid en de VTH-verordeningen binnen de provincie Zeeland. Het waterschap Scheldestromen: belang bij het zo goed mogelijk uitvoeren van de VTH-taken en wettelijk adviseur. Het Openbaar Ministerie/Functioneel Parket: Inspectieview, informatie-uitwisseling. Dienst centraal milieubeheer Rijnmond (DCMR): draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de VTH-taken rondom inrichtingen die onder het BRZO en RIE-4 vallen. Rijkswaterstaat: adviseur en vergunningverlener voor rijkswateren.

26 Veiligheidsregio Zeeland (VRZ): adviseur vergunningverlening rampenbestrijding. I-SZW (Arbeidsinspectie): adviseur en toezichthouder op veiligheid op het werk (Arbowetgeving). Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT): adviseur vergunningverlening en tweedelijnstoezicht. 4 Projectresultaat Het project moet zo concreet mogelijk in beeld brengen wat RUD Zeeland moet organiseren om de VTH-wetgeving te kunnen implementeren en uit te uitvoeren. Het project moet eveneens inzicht geven in de geschatte tijdsbesteding en de benodigde middelen: het Actieprogramma Dit plan van aanpak en het actieprogramma betreffen verder groeidocumenten. Er zitten nog onbekende variabelen in. Te denken valt aan de consequenties van het gewijzigde Bor, de ontwikkelingen rondom de taken/mandaat m.b.t. BRZO/RIE4-inrichtingen en de omvang van het basistakenpakket. Het plan zal worden bijgewerkt als daar aanleiding toe is. 5 Projectactiviteiten De projectactiviteiten zijn aan de hand van de onderwerpen uit de VTH-wetgeving opgesteld en opgenomen in het bijbehorende Actieprogramma Opbouw en inhoud Actieprogramma Het eerste tabblad Actieprogramma geeft een overzicht welke acties per rubriek nodig zijn. De rubrieken zijn: 1. Aan de slag met de VTH Algemeen 2. Strategie en Beleid 3. Organisatie en Processen 4. Besturing, beheersing en financiën 5. Informatietechnologie/Digitalisering 6. Mensen en Cultuur 7. Samenwerking met omgeving 8. Ontwikkelingen wet VTH Vervolgens zijn in de daarop volgende tabbladen de diverse onderwerpen uit de VTH-wetgeving verdeeld, inclusief de bijbehorende acties. Dit zijn de onderwerpen: 1. Instellen omgevingsdiensten, waarvan 6 BRZO-OD s 2. Basistakenpakket naar de omgevingsdiensten 3. Gemeenten en provincie stellen op elkaar afgestemde VTH-verordeningen vast met kwaliteitseisen voor de basistaken 4. Het verbeteren van de kwaliteit van de uitvoering van de VTH-taken via wettelijke kwaliteitseisen 5. Gezamenlijk uitvoerings- en toezicht/handhavingsbeleid en strategie 6. Samenwerking tussen gemeenten/provincie en politie/om 7. Informatie uitwisseling via Inspectieview Milieu

27 De volgende paragrafen geven een beknopte toelichting op de hierboven genoemde 7 onderwerpen. De belangrijkste bijbehorende acties uit het Actieprogramma zijn daarin nader geduid. 5.1 Instellen omgevingsdiensten (artikel 5.3 Wabo) De omgevingsdiensten zijn ingesteld. Gedeputeerde Staten (GS) van Zeeland hebben in 2013 voor de taken met betrekking tot de BRZO-inrichtingen mandaat verleend aan de DCMR en de DCMR heeft dit mandaat 1 op 1 in ondermandaat aan de directeur van RUD Zeeland gegeven. Vanwege de gewijzigde wetgeving op dit gebied per 1 juli 2017 (wijziging Bor) is het ondermandaat DCMR-RUD Zeeland ingetrokken. Met het Rijk is afgesproken dat mensen en taken in dit kader bij RUD Zeeland blijven. Hoe dit wordt ingevuld is momenteel een actie die door betrokken partijen (het Rijk, provincie Zeeland, DCMR en RUD Zeeland) wordt uitgevoerd. Dit is een apart traject en daarom niet opgenomen in het Actieprogramma Basistakenpakket naar omgevingsdienst (artikel 5.3 Wabo) In de wet VTH staat dat bepaalde in een AMvB opgenomen taken verplicht door een omgevingsdienst moeten worden uitgevoerd. Deze AMvB is het per 1 juli 2017 gewijzigde Bor. Het in het gewijzigde Bor opgenomen pakket van basistaken is geen heldere lijst. De taken moeten eruit gedestilleerd worden. Op dit moment bestaat daarom geen helder overzicht van welke taken nu precies vallen onder het basistakenpakket en wat het verschil is met het vorige basistakenpakket en wat consequenties daarvan zijn. Het is van belang dat dit inzicht spoedig komt (actie 3.1.3). Een kleiner basistakenpakket kan bijvoorbeeld minder inkomsten voor RUD Zeeland inhouden. Uitgezocht moet worden wat de financiële gevolgen zijn van het gewijzigde pakket ( actie 4.3). Risico s Nieuw basistakenpakket is beperkter dan het vorige basistakenpakket (financiële consequenties); Interpretatieverschillen. 5.3 VTH-verordeningen (artikel 5.4 Wabo) Basistaken Artikel 5.4 lid 1 sub b Wabo bepaalt dat de gemeenteraad, gehoord gedeputeerde staten, bij verordening regels stelt over de uitvoering en handhaving van de basistaken, die in opdracht van burgemeester en wethouders worden uitgevoerd. Gedeputeerde staten en burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat de regels voor de taken, bedoeld in artikel 5.3, lid 4, eerste volzin Wabo niet zijnde taken als bedoeld in de tweede volzin (= de basistaken), uniform zijn op het niveau van de met die taken belaste omgevingsdienst (artikel 5.4 lid 2, tweede volzin Wabo). Daartoe draagt het derde lid gemeenten en provincie op om hun (ontwerp-) verordeningen met elkaar af te stemmen in het verband van de omgevingsdienst en op dat niveau een gelijk speelveld te bewerkstelligen (en om te voorkomen dat de omgevingsdienst te maken krijgt met tal van uiteenlopende eisen). Het IPO en de VNG hebben voor de kwaliteitscriteria een modelverordening opgesteld. Dit is een hulpmiddel voor provincies en gemeenten om uitvoering te geven aan de wettelijke opdracht uit de wet VTH om regels te stellen voor de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van het omgevingsrecht (basistakenpakket) en ook van overige taken. Daarbij is gebruik gemaakt van het document Kwaliteitscriteria 2.1 dat in 2012 door de VNG, he t IPO en het Rijk bestuurlijk is vastgesteld. In dit document worden eisen gesteld aan zowel het

28 organiseren van voldoende menskracht, voorzien van een adequaat opleidingsniveau, als aan procescriteria. Onderdeel bij toepassing van VTH-verordening is het beginsel comply or explain (pas toe of leg uit). Dit houdt in het voldoen aan de kwaliteitscriteria. Indien echter niet kan worden voldaan aan de kwaliteitscriteria dient, uitsluitend achteraf, aan de gemeenteraad/provinciale staten te worden uitgelegd waarom de kwaliteitscriteria niet konden worden toegepast en hoe wel voor de gestelde kwaliteit wordt gezorgd (bijvoorbeeld indien een organisatie een hoger kwaliteitsniveau wil bereiken, een eigen kwaliteitssysteem heeft of meer tijd nodig heeft om te voldoen aan het gewenste kwaliteitsniveau). Niet-basistaken Met betrekking tot alle andere taken dan de taken die behoren tot het basistakenpakket van de omgevingsdiensten dragen volgens artikel 5.5 Wabo gemeenten en provincies zorg voor een goede kwaliteit van de uitvoering en handhaving van (zorgplicht voor niet-basistaken). De wet geeft dus aan dat er sprake moet zijn van kwaliteit. Men kan niet kiezen voor een optie die geen kwaliteit garandeert. Dat de term kwaliteit op meerdere manieren in te vullen is, spreekt voor zich. Het betreft hier zowel de zogenaamde thuis- (bijvoorbeeld de gemeentelijke BRIKS-taken) als plustaken voor de omgevingsdienst (bepaalde activiteiten in het kader van geluid, bodem e.d.). Op welke wijze invulling aan deze zorgplicht wordt gegeven, bepalen gemeenten en provincies zelf. Zij kunnen, zo bepaalt de tweede volzin van artikel 5.5 Wabo, over deze taken regels stellen over de uitvoering en handhaving in opdracht van gedeputeerde staten, onderscheidenlijk van burgemeester en wethouders. Bijvoorbeeld het van toepassing verklaren van de kwaliteitscriteria 2.1. Er kan dan een aanpassing aan de model VTH-verordening gedaan worden. Situatie in Zeeland In Zeeland heeft de provincie haar VTH-verordening vastgesteld (PS-besluit d.d. 4 november 2016). Voor de overige, niet-basistaken, heeft de provincie Zeeland in haar VTH-verordening ook de kwaliteitscriteria 2.1 van toepassing verklaard. Als alle VTH-verordeningen zijn vastgesteld, is pas bekend aan welk kwaliteitsniveau RUD Zeeland moet voldoen. Dat zijn in ieder geval de kwaliteitscriteria 2.1. voor de basistaken. Om het Bor zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren moet RUD Zeeland zo spoedig mogelijk inzicht krijgen in de gemeentelijke verordeningen (proces en inhoud). Onderzocht moet worden hoe de verordeningen van de gemeenten zullen gaan luiden, inclusief de mogelijke consequenties voor RUD Zeeland en de mogelijke oplossing (actie 7.1.3). Risico s RUD Zeeland voldoet niet aan de kwaliteitscriteria; Verordeningen zijn niet uniform; Verordeningen worden niet conform het Bor op tijd vastgesteld door gemeenten. Verordeningen kunnen consequenties hebben voor het Zeeuwse kwaliteitsniveau zoals neergelegd in de PxQ-systematiek. LEO/Gerben

29 5.4 Kwaliteit (artikel 5.7 Wabo) De kwaliteitscriteria 2.1 hebben zowel betrekking op de kwaliteit van de organisatie als op de kwaliteit van de medewerkers. Voor de organisatie betekent dit dat er een sluitende beleidscyclus is en een inhoudelijke ondergrens en dat de taken belegd worden bij organisaties die continuïteit in de uitvoering kunnen garanderen. Op medewerkersniveau betekent dit dat voldoende deskundigheid en vlieguren (frequente uitvoering) gevraagd worden om de taken adequaat uit te kunnen voeren. Het is belangrijk dat de kwaliteit van de uitvoering van de VTH-taken goed is geregeld. Die kwaliteit wordt op twee manieren gewaarborgd. Voor zover die ziet op het organiseren van voldoende menskracht, wordt de kwaliteit geregeld in gemeentelijke en provinciale VTH-verordeningen (zie hierboven paragraaf 5.3). Financiering is opgenomen in artikel 7.5 Bor (borging van middelen). Artikel 5 van de model VTH-verordening verwijst naar kwaliteitscriteria 2.1. Het artikel bepaalt dat op de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid Bor, ook de kwaliteitscriteria op het gebied van deskundigheid en beschikbaarheid van toepassing zijn, ongeacht of deze worden uitgevoerd door een omgevingsdienst of door het bevoegd gezag zelf. Anderzijds voorziet het gewijzigde Bor in de procescriteria voor het vergroten van de kwaliteit van het uitvoerings- en handhavingsbeleid (zie hieronder paragraaf 5.5). De deelnemers dienen gezamenlijk zorg te dragen voor een uniform uitvoerings- en handhavingsbeleid (dus vergunningverlening, toezicht en handhaving). In totaal zijn er zeven procescriteria opgenomen in het wijzigingsbesluit Bor. Dit zijn: het uitvoerings- en handhavingsbeleid; het uitvoeringsprogramma; de uitvoeringsorganisatie; het borgen van de middelen; monitoring van de voortgang; rapportage over de inspanningen; de zogenaamde BIG-8. In dit wijzigingsbesluit zijn de procescriteria zowel van toepassing op toezicht/handhaving als op uitvoering. Onder dit laatste valt de vergunningverlening, maar ook taken die voortvloeien uit algemene regels zoals de afhandeling van meldingen en het nemen van maatwerkbeschikkingen en beschikkingen inzake gelijkwaardigheid. Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat de procescriteria niet zien op de activiteiten, bedoeld in artikel 2.2 Wabo (betreft activiteiten waarvoor op grond van een provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing nodig is). Onderzocht moet worden of RUD Zeeland voldoet aan de kwaliteitscriteria 2.1 (actie 3.1.5). 5.5 Uitvoerings- en Toezicht/Handhavingsbeleid- en strategie (artikel 5.7 Wabo) Het beleid en de strategie zelf per regio staan niet in de wet. Wel stelt het Bor regels over de strategische en programmatische uitvoering (= vergunningverlening) en toezicht/handhaving van de wet. Ook geeft het Bor regels over afgestemde uitoefening van de daarmee samenhangende werkzaamheden tussen de bij de handhaving betrokken bestuursorganen en de onder hun gezag werkzame toezichthouders. Het is noodzakelijk voor RUD Zeeland om betrokken te zijn bij het opstellen van dit beleid. RUD Zeeland moet dit immers gaan uitvoeren (actie 7.1.2). Ook bestaan er regels over de afstemming met de strafrechtelijke handhavingsinstanties. Bij het opstellen van dit beleid kan RUD Zeeland betrokken raken. Hoe dit exact zal gaan lopen is nog niet bekend. Uitgezocht moet worden hoe de samenwerking met de strafrechtelijke ketenpartners zal lopen en wat deze inhoudt (actie 7.3).

30 Een voorbeeld hiervan is de implementatie in RUD Zeeland van het begin 2017 gesloten landelijke Convenant gegevensuitwisseling Politie OM Omgevingsdiensten. RUD Zeeland draagt onder meer in opdracht van provincie Zeeland zorg voor de implementatie van de Landelijke HandhavingsStrategie (LHS) binnen RUD Zeeland, inclusief afstemming met de deelnemers (actie 7.1.7). 5.6 Samenwerking tussen gemeenten/provincie en politie/om (artikel 5.7 Wabo) Eén van de uitgangspunten van de wet VTH vereist een betere samenwerking tussen de diverse overheden. Zoals uit de eerdere punten is af te leiden moeten de verordeningen op elkaar afgestemd zijn en het uitvoerings- en toezicht/ handhavingsbeleid ook. Dit moet er voor zorgen dat niet alleen het kwaliteitsniveau zoveel mogelijk gelijk is, maar ook dat de betrokken overheden zo goed mogelijk hun werk kunnen doen ten behoeve van hun doelgroepen (bedrijven, burgers). Zo is een uniform uitvoerings- en toezicht/ handhavingsbeleid geen vanzelfsprekendheid. Iedere deelnemer heeft zijn eigen wensen, voorkeuren en budgetten. De afgelopen jaren is gebleken dat de deelnemers aan de eigen autonomie hechten. Op sommige vlakken conflicteren de belangen van RUD Zeeland en de deelnemers, bijvoorbeeld op het gebied van uniformiteit. RUD Zeeland wenst hierover in overleg te gaan met deelnemers via de bestaande gremia (Deelnemersoverleg, AB) en wellicht via nieuwe overlegvormen. Inmiddels is op initiatief van het Deelnemersoverleg de Zeeuwsbrede werkgroep VTH-beleid voor de basistaken van RUD Zeeland opgericht (actie 7.1.1). 5.7 Informatie uitwisseling Inspectieview Milieu (artikel 5.8 Wabo) In de nieuwe wet VTH is de verplichting opgenomen om informatie te delen met de ketenpartners. Op het moment dat een organisatie is aangesloten op Inspectieview Milieu, is aan deze voorwaarde voldaan. Inspectieview Milieu is een virtueel dossier waarin inspecteurs informatie over inspectieobjecten kunnen raadplegen. Deze informatie is voor toezichthouders en handhavers toegankelijk via een beveiligde website. De informatie, zoals de resultaten van inspecties, is afkomstig van de betrokken inspectiediensten die hun data hiervoor beschikbaar stellen. Sinds 2016 is RUD Zeeland aangesloten. Alle inspecteurs hebben een account of kunnen deze verkrijgen en kunnen hier inspectieverslagen van andere aangesloten overheden raadplegen. RUD Zeeland levert inspectieverslagen aan via een rechtstreekse koppeling tussen Squit en Inspectieview. Nagaan of en hoe huidige werking Inspectieview meerwaarde kan leveren bij toezichthoudende werkzaamheden uitgevoerd door RUD Zeeland (actie 5.1). 6 Projectorganisatie 6.1 Inleiding Het MT fungeert als opdrachtgever aan de projectgroep en is daarmee stuurgroep voor dit project. De projectgroep legt in eerste instantie via de afdelingshoofden Vergunningverlening en Toezicht/Handhaving verantwoording aan het MT af over de voortgang van de uitvoering. 6.2 Bestuurlijk (en deelnemers) In het kader van de inhoudelijke gevolgen van de wet VTH en de daarin opgelegde informatieuitwisseling is afstemming met de deelnemers zeer gewenst.

31 Omdat de gevolgen iedereen raken en er gezamenlijke taken zijn, is wederzijds draagvlak en begrip essentieel om de doelstelling te bereiken. Om die reden worden tenminste DB, AB en het Deelnemersoverleg regelmatig betrokken bij de uitvoering van dit project, zowel informerend, consulterend als besluitvormend. Het MT wijst zowel de voorzitter als de leden van de projectgroep Implementatie VTH-wetgeving aan. Van belang hierbij is dat de aspecten vergunningverlening, toezicht/handhaving en ICT hierin zijn vertegenwoordigd. Afhankelijk van de gewenste inbreng of uit te voeren actie kan iedere medewerker van RUD Zeeland in overleg met betrokken afdelingshoofd (tijdelijk) worden ingezet in dit project. 7 Planning en tijdsinzet Inhoudelijk De planning en tijdsinzet van de activiteiten zijn opgenomen in bijbehorend Actieprogramma De belangrijkste acties uit het Actieprogramma 2018 zijn als mijlpalen geprioriteerd (rood gemarkeerd). Onderstaande tabel geeft deze mijlpalen aan, inclusief onderbouwing. Tabel Mijlpalen 2018 Nr. Thema Actie Onderbouwing 1 Aan de slag met de VTH Algemeen Evaluatie Plan van Aanpak en Actieprogramma implementatie VTH Uitvoering in 2019 voorbereiden 2018 en opstellen idem Benchmarking Onderzoek bij andere Leren van andere omgevingsdiensten 3 Strategie en Beleid Toegevoegde waarde RUD Zeeland smart formuleren in beeld brengen bij de deelnemers. 4 Organisatie en Processen Inventariseren consequenties wet VTH inclusief Bor en Mor 5 Consequenties wijziging Basistakenpakket inventariseren. Op inrichtingenniveau, RUD-breed. 6 Informatietechnologie/ Opstellen IT strategie en actieplan t.a.v. Digitalisering wet VTH (indien nodig) 7 Samenwerking met omgeving Betrokken zijn bij afstemming t.b.v. uniform uitvoerings- en handhavingsbeleid deelnemers 8 Inventarisatie van gemeentelijke VTHverordeningen en betrokken bij opstellen daarvan 9 In gezamenlijk overleg bepalen van indicatoren m.b.t. jaarlijkse evaluatie VTH-verordeningen omgevingsdiensten Deze informatie kunnen de deelnemers gebruiken bij hun implementatie van de VTHwetgeving Implementatie van de VTHwetgeving Een uniform, unaniem gedragen basistakenpakket vormt de basis van de DVO s IT moet geen belemmering vormen bij uitvoering VTHbeleid Parallel aan Zeeuwsbrede projectgroep VTH Parallel aan Zeeuwsbrede projectgroep VTH Gereed zijn voor de jaarlijkse evaluatie

32 10 BRIKS-taken bij provinciale inrichtingen Praktijk zo spoedig mogelijk regelen 11 In gezamenlijk overleg meer verbinding Afhankelijk van Zeeuwse pilots leggen tussen beleids- en uitvoeringscyclus door RUD Zeeland om inbreng te vragen bij het formuleren van beleidsdoelen, uitwerken van beleid e.d. via pilots 12 Uitgezocht moet worden hoe de samenwerking met de strafrechtelijke Eén van de kernpunten van de VTH-wetgeving ketenpartners zal lopen en wat deze inhoudt 13 Ondermijning Onderzoek naar de inhoud en omvang van mogelijke relaties tussen de VTH-taken en ondermijning vanwege grote maatschappelijke invloed Urenraming Vanwege het MT-besluit d.d. 19 juni 2017 (uitvoering gefaseerd op basis van prioritering) en de start in de loop van dit jaar beperkt de ureninzet t.b.v. het Actieprogramma 2018 zich tot geprioriteerde acties (mijlpalen, rood gemarkeerd) en de noodzakelijke organisatorische acties (geel gemarkeerd). Daarmee zijn van de in totaal 50 acties in het Actieprogramma er 29 ingepland (58 %). De overige, niet gemarkeerde, acties vormen de werkvoorraad voor 2018 en eventueel de input voor het Actieprogramma Tabel ureninzet Actieprogramma VTH 2018 Geraamd Totaal projectgroep RUD-medewerkers Mijlpalen (geprioriteerde acties) Organisatorische acties TOTAAL Proces MT 11 april 2018: oprichting projectgroep Implementatie VTH-wetgeving (aanwijzing voorzitter en leden), inclusief vaststelling Plan van Aanpak en Actieprogramma 2018 DB 14 mei 2018: Plan van Aanpak en concept Actieprogramma 2018 ter kennisname AB 28 mei 2018: Plan van Aanpak en Actieprogramma 2018 ter kennisname Urenregistratie In TimeTell is de activiteit Implementatie VTH aangemaakt t.b.v. de werkzaamheden door de leden van de projectgroep. Deze activiteit is ook bedoeld voor de medewerkers ter uitvoering van dit project. Eventuele opleidingen worden geboekt onder het budget Scholing en opleiding.

33 8 Financiën Het huidige concept Actieprogramma bevat voorlopig één kostenpost: ureninzet. De ureninzet wordt bijgehouden via TimeTell en wordt geacht onder de generieke werkzaamheden te vallen van de projectgroepleden. Dit geldt tevens voor de ureninzet voor de medewerkers van RUD Zeeland in het kader van communicatie e.d. (bijwonen, inlezen). De omvang van deze ureninzet is niet van dien aard dat hiervoor vervanging moet worden geregeld. Eventuele andere kosten (uitgaven t.b.v. het volgen van cursussen e.d. om te voldoen aan de kwaliteitscriteria en informatievoorziening (bijv. dashboard) om stand van zaken organisatie t.o.v. kwaliteitscriteria aan te geven) kunnen volgen uit het Actieprogramma Deze kosten zijn op dit moment nog onvoorzien maar zullen tijdig, indien deze zich voordoen, aan het MT worden voorgelegd. 9 Risico's Het project kent een aantal mogelijke risico s. Afhankelijk van de kans en het effect moet een maatregel opgesteld worden die het risico zoveel mogelijk verminderd of zelfs wegneemt. Er is geen specifieke methodiek toegepast bij het bepalen van de kans en het effect. Deze zijn bepaald op basis van inschattingen op basis van ervaring. Gebeurtenis Kans Effect Beheersmaatregel Restrisico Aanwijzing toezichthouders BRZO voldoet niet Middelgroot Groot. Geen toezicht mogelijk Nieuwe aanwijzing 0 Het nieuwe basistakenpakket is beperkter dan het vorige Onbekend Groot, frictiekosten als gevolg van dalende begroting Interpretatieverschillen Groot Middelgroot, vertraging in vaststelling Dvo s RUD Zeeland voldoet niet aan de kwaliteitscriteria Verordeningen zijn niet uniform (onder andere als gevolg van comply or explain) Verordeningen zijn niet tijdig vastgesteld door gemeenten Groot Middelgroot Groot. RUD mag taken niet uitvoeren Middelgroot. Duurder werkproces, moeilijker werken, kans op fouten. 1. Contracteren met deelnemers; 2. flexibele schil niet verlengen Vooraf goed afspraken vastleggen hierover met deelnemers 1. personeel voldoet aan criteria; 2. Inhuur Provincie attenderen op coördinerende taak. Zeker Onbekend Gemeenten attenderen op wettelijke verplichting (Bor) en provincie attenderen op coördinerende taak. Onbekend Afhankelijk van beheersmaatregelen Beheersmaatregelen falen Kleine kans op verschillende verordeningen als gevolg comply or explain Onbekend

34 Onvoldoende betrokken worden bij ontwikkelingen deelnemers (bv. verordening VTH) Onvoldoende bestuurlijk draagvlak Onvoldoende budget voor opleidingen Onvoldoende capaciteit bij de medewerkers Onvoldoende prioriteit bij de organisatie Middelgroot Middelgroot Klein Middelgroot Middelgroot Groot. Geen betrokkenheid RUD Zeeland Groot. Geen betrokkenheid RUD Zeeland Middelgroot. Geen optimale adequate uitvoering mogelijk Middelgroot. Geen optimale implementatie VTHwetgeving en daardoor geen adequate uitvoering Middelgroot. Geen optimale implementatie VTHwetgeving en daardoor geen adequate uitvoering Provincie attenderen op coördinerende taak. Tijdige en periodieke communicatie (informeren, afstemmen, consulteren, besluiten) via Deelnemersoverleg, DB, AB. Apart ambtelijk Zeeuws overleg overwegen of aansluiten bij SpOZ. Tijdige en periodieke communicatie (informeren, afstemmen, consulteren, besluiten) via DB/AB De projectgroep verzoekt tijdig en voldoende onderbouwd aan MT om voldoende budget o.g.v. het Actieprogramma jaarlijks hiervoor vrij te maken Prioritering en fasering via Actieprogramma. De eerste verantwoordelijkheid ligt bij het MT en de afdelingshoofden. Instrumenten zijn de plannings- en voortgangsgesprekken en het waar van toepassing uitdragen van de tijdsbesteding hieraan. Daarnaast is het de taak van de projectgroep om activiteiten tijdig en periodiek te agenderen bij de teamoverleggen. Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend 10 Communicatie Om draagvlak bij de uitvoering van deze opdracht te verkrijgen is communicatie essentieel. In het kader van Piofac ondersteunt gemeente Terneuzen ons hierbij.

35 In het algemeen zijn de volgende doelgroepen zijn te onderscheiden: Interne organisatie (RUD Zeeland): medewerkers, TAH-overleg, OR, MT, DB. Externe organisatie (deelnemers): relatiebeheer, Deelnemersoverleg, AB. Externe partijen: OM/FP, I-SZW, Veiligheidsregio, DCMR, Rijkswaterstaat, en IL&T. De hieruit voortvloeiende acties zijn opgenomen in het Actieprogramma.

36 1 A B C D E F G H I J K L M N O P Actieprogramma RUD Zeeland voor Implementatie VTH V 3 4 NR. Stappen en deelactiviteiten Inzet Projectteam Verwachte einddatum Gewijzigde einddatum aandachtspunten stand van zaken 5 TS RdL ND EdS MK MR MA LR Ov UREN 6 7 LEGENDA 8 rood = mijlpaal 9 geel = organisatorisch Aan de slag met de VTH - Algemeen Tussentijds actualiseren PvA en Actieprogramma 2018, vaststelling door MT N.v.t. voor Monitoren van Actieprogramma TS 10 structureel 1.3 Evaluatie Plan van Aanpak en Actieprogramma implementatie VTH 2018 en opstellen Plan van Aanpak en Actieprogramma 2019 TS RdL ND EdS MK MR MA LR Projectgroep vergaderingen TS RdL ND EdS MK MR MA LR RV 60 maandelijks 1.5 Monitoren projecten met belang VTH structureel Beoordeling aanpassing zaaksysteem (link DCMR?) 1.6 Benchmarking Strategie en Beleid TS RdL ND MK MR 35 PDC, PxQ opleiding, unifome werkprocessen, Kwaliteitshandboek Aanpassen Mandaatbesluiten, wellicht andere systemen. Bij meer thema's mogelijk Raakvlakken project Ow onderzoeken en zo nodig op elkaar afstemmen van VV naar TH 2.2 Toegevoegde waarde RUD Zeeland smart formuleren in beeld brengen bij de deelnemers. 3. Organisatie en processen TS RdL ND MK MR Het is van belang om in beeld te brengen hoe de deelnemers (zowel bestuurlijk als ambtelijk) RUD Zeeland als uitvoeringssitiatie ervaren met criteria als verhoging leefomgeving, stijging kwaliteit producten en diensten en ook efficiency (Rapport Evaluatie wetgeving VTH, blz. 11) Inventariseren consequenties wet VTH inclusief Bor en Mor TS RdL ND EdS MK MR na nr. 25 gereed. Onderscheid BRZO en niet BRZO: relatie met provincie en DCMR Formulier ontwerpen voor uitzetten vraag bij teams Nieuwe onderwerpen in de VTH t.o.v. huidige wetgeving Consequenties wijziging Basistakenpakket inventariseren. Op inrichtingen niveau, RUD-breed. EdS MK MR LR unforme afwijking niet-basistaken. Eerst intern opstellen, daarna met deelnemers bespreken.

37 1 2 A B C D E F G H I J K L M N O P Actieprogramma RUD Zeeland voor Implementatie VTH 2018 V Check of RUD Zeeland voldoet aan de landelijke kwaliteitscriteria MA PB AV GV Is onderzocht en duidelijk dat RUD Zeeland een robuuste organisatie is die voldoet aan de criteria voor kritieke massa? Relatie met Opleidingsplan Dit onderwerp zweeft op dit moment. Vanuit de staf heeft kwaliteitsmedewerker hier een rol in. In samenspraak met hem en Ad Vos en Gerben Vonk wordt bekeken wie wat kan doen Eventuele consequenties van niet voldoen aan de landelijke kwaliteitscriteria voor de organisatie in beeld brengen 3.3 Nieuwe werkwijzen MA processen en systemen aanpassen MA kwaliteitshandboek aanpassen PB continu 3.4 Aanpassen RUD documenten: concrete voorstellen door pg VTH 3.5 Check of RUD Zeeland behoefte heeft aan onderzoek naar de vier ontwikkelingscurven 4. Besturing, beheersing en financiën WG-UW, WG- DVO, WG- PDC TS ND Voor zover inzichtelijk wat er daadwerkelijk in processen (UW) en systemen aangepast moet worden. In voorkomende gevallen pakt werkgroep UW dit op denk aan: PDC, DVO, bedrijfsplan, PxQ, GR, etc. Rapport Evaluatie wetgeving VTH, blz Stand van zaken deelnemers t.a.v. VTH TS 0 structureel via zeeuwsbrede projectgroep of DO overzicht maken verordening, beleid overzicht beheren 4.2 Onderzoek naar de mate van financiële robuustheid van RUD Zeeland LR Rapport Evaluatie wetgeving VTH, blz. 53. In relatie tot BRZO-discussie 4.3 Analyse beheerpunten financiën i.r.t. VTH LR Eventuele extra kosten in beeld brengen i.r.t. artikel 7.5 Bor 5. Informatietechnologie/Digitalisering 5.1 Voortgang monitoren Inspectieview Milieu MA 5.2 Interne informatisering MA opstellen IT strategie en actieplan t.a.v. wet VTH (indien nodig) MA 6. Mensen en Cultuur 6.1 Communicatie intern nieuwsflits, inloopcafé e.d. TS 15 periodiek 6.2 Implementeren aansluiting Ow (van VV naar HH) Samenwerking met de omgeving Deelnemers 7.1 MA 5 periodiek RUD Zeeland is reeds aangesloten op IM. Gebruik in de praktijk verder uitwerken (werkgroep UW) consequenties VTH-wetgeving checken op stand van zaken op IT Op orde brengen digitale toepassingen (eauthenticatie en autorisatie). Digimelding en digikoppeling waar nodig vindt afstemming plaats via deelnemersoverleg, waarbij voorkomen moet worden dat er dubbelingen plaatsvinden (zie 7.1.1)

38 1 A B C D E F G H I J K L M N O P Actieprogramma RUD Zeeland voor Implementatie VTH V afstemmingsoverleg t.b.v. Zeeuwse implementatie VTH-wetgeving TS 25 projectmatig TS vertegenwoordigt RUD Zeeland DO: 31 oktober 2017: oprichten Zeeuwsbrede werkgroep voor het afstemmen van het VTHbeleid voor de basistaken van de RUD, inclusief RUD Zeeland. Deze werkgroep is inmiddels opgericht en voor het eerst bij elkaar gekomen op 13 februari Betrokken zijn bij afstemming t.b.v. uniform uitvoerings- en handhavingsbeleid deelnemers TS ND MK MR Zie artikel 5.9 lid 1 Wabo en artikel 7.2 lid 1 Bor. De provincie heeft hierin een voortrekkersrol. RUD Zeeland kan hierbij een stimulerende rol hebben richting provincie Inventarisatie van gemeentelijke VTH-verordeningen en betrokken bij opstellen daarvan TS ND MK MR Mogelijke consequenties voor RUD Zeeland in beeld brengen en zo mogelijk oplossen In gezamenlijk overleg bepalen van indicatoren m.b.t. jaarlijkse evaluatie VTHverordeningen TS ND MK MR zie artikel 5 lid 3 VTH-verordeningen BRIKS-taken bij provinciale inrichtingen MA In gezamenlijk overleg meer verbinding leggen tussen beleids- en uitvoeringscyclus door RUD Zeeland om inbreng te vragen bij het formuleren van beleidsdoelen, uitwerken van beleid e.d. TS ND MK MR Het Bor bepaalt dat BRIKS-taken (bouw, reclame, inrit, kap en sloop) bij provinciale inrichtingen moeten worden ondergebracht bij een omgevingsdienst. De organisatie hiervan moet geregeld worden en moet RUD Zeeland hierover een standpunt innemen. Dit gezamenlijk oppakken met de deelnemers via bijv. pilots. Zie ook het Rapport Evaluatie wetgeving VTH, blz. 7 en Implementatie LHS Afstemming met deelnemers Samenwerkingsscan uitvoeren m.b.t. RUD Zeeland en deelnemers noodzaak en behoefte inventariseren (Rapport Evaluatie wetgeving VTH, blz. 45) Begin 2018 worden de resultaten van het stakeholdersonderzoek bekend, in hoeverre voldoet dit aan de wensen? Onderzoek naar de balans tussen standaardisatie enerzijds en maatwerk anderzijds 7.2 Uitgezocht moet worden hoe de samenwerking met de strafrechtelijke ketenpartners zal lopen en wat deze inhoudt MK MR jurist handhaving Is de huidige balans op basis van standaardisatie (Mandaatbesluiten, PDC, DVO deraps etc.) en maatwerk (relatiebeheer) voldoende of voor verbetering vatbaar? Ondermijning ND MK MR Jur. Medewerker TH Onderzoek naar de mogelijke relatie tussen de VTH-taken en ondermijning. Dit kan via benchmarking bij andere omgevingsdiensten en in overleg met het RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum) Communicatie extern

39 1 A B C D E F G H I J K L M N O P Actieprogramma RUD Zeeland voor Implementatie VTH V Ga na op welke wijze de raden/staten geïnformeerd willen worden over de uitvoering van het VTH-beleid Deelnemersoverleg, website, Nieuwsbrief TS 10 periodiek Deraps en buraps hierop afstemmen. Zie ook Rapport Evaluatie wetgeving VTH, blz. 7 en Informeren externe partijen over gevolgen VTH en invulling RUD VRZ, KvK, Rijkswaterstaat, BZW 7.5 Informeren en faciliteren bevoegdheidsoverdracht 8. Ontwikkelingen wet VTH 8.1 Informatie: inhoud, gevolgen organisatie, gevolgen ketenpartners websites checken op wetsvoorstel en wijzigingen TS RdL ND EdS MK MR 20 structureel TOTAAL UREN 665

40 U V W X AG AI AN AO AP AQ AR AS AT AU AV AW AX AY Voorbereiding UREN (44 3 1e kwrt 2e kwrt 3e kwrt 4e kwrt Opmerkingen KOSTEN Kosten uit ander budget nl: weken of uren coordinatie vanuit PG 26

41 U V W X AG AI AN AO AP AQ AR AS AT AU AV AW AX AY Voorbereiding UREN (44 3 1e kwrt 2e kwrt 3e kwrt 4e kwrt Opmerkingen KOSTEN Kosten uit ander budget nl: weken of

42 U V W X AG AI AN AO AP AQ AR AS AT AU AV AW AX AY Voorbereiding UREN (44 3 1e kwrt 2e kwrt 3e kwrt 4e kwrt Opmerkingen KOSTEN Kosten uit ander budget nl: weken of

43 U V W X AG AI AN AO AP AQ AR AS AT AU AV AW AX AY Voorbereiding UREN (44 3 1e kwrt 2e kwrt 3e kwrt 4e kwrt Opmerkingen KOSTEN Kosten uit ander budget nl: weken of

44 AZ BA

45 AZ BA

46 AZ BA

47 AZ BA

48 Voorstel AB Agendapunt: 6 Terneuzen, 22 augustus 2018 IZISnummer: Opsteller: Miranda Zandijk Portefeuillehouder MT: Anton van Leeuw en Bijlagen: concept vergaderschema 2019 Aan het dagelijks bestuur, 1. Gevraagde beslissing / besluit Instemmen met het vergaderrooster Inleiding In de gemeenschappelijke regeling van de RUD is vastgelegd dat het AB minstens 2 maal per jaar vergadert (artikel 9) en het DB zo vaak als de voorzitter nodig acht (artikel 23). 3. Argumenten of Overwegingen Het voorstel gaat ervan uit dat het DB vijf maal en het AB 4 maal vergadert. Hiermee wordt voldaan aan de wens van het bestuur om minder te vergaderen. In overleg met het DB wordt aan het begin van 2019 een informatieve bijeenkomst gepland. De vergaderdata zijn afgestemd op de Planning en Control cyclus van RUD Zeeland. Er is geen rekening gehouden met vergaderdata van andere GR-en. Deze zijn wel opgevraagd, maar zijn nog niet beschikbaar. Nieuw is de tussenstap begeleidingscommissie. De begeleidingscommissie komt voor het DB bij elkaar om een advies uit te brengen over de voorstellen die financiële of anderszins zwaarwegende consequenties (kunnen) hebben voor RUD Zeeland i.c. haar deelnemers. 4. Uitvoering en communicatie Na vaststelling van het vergaderschema wordt het gepubliceerd op SharePoint, onze website en wordt het toegezonden aan onze deelnemers.

49 Vergaderrooster DB en AB RUD Zeeland 2019 CONCEPT Te behandelen onderwerpen Begeleidings commissie MT voor financiële stukken na BC Aanleveren bij Miranda Verzending DB Vergaderdatum DB ( uur) Middelburg Verzending AB Vergaderdatum AB (09.00 tot uur) Terneuzen Concept begroting -zienswijze periode 13 februari tot en met 24 april Informatie ve bijeenkom st + Lustrum Jaarrekening ** Thema Begroting incl. zienwijzen 1 e derap / 2 e burap e derap / 2 e burap ** i.v.m. de meivakantie Vakanties Voorjaarsvakantie: 23 februari tot en met 3 maart 2019 Meivakantie: 27 april tot en met 12 mei 2019 Zomervakantie: 6 juli ot en met 18 augustus Herfstvakantie: 12 oktober tot en met 20 oktober Feestdagen Goede Vrijdag: 19 april 2019 Pasen: 21 en 22 april 2019 Koningsdag: 27 april 2019 Bevrijdingsdag: 5 mei 2019 Pinksteren: 9 en 10 juni 2019 Kerst: 25 en 26 december 2019

50

51