Economische visie Hilversum 2009-2020 Uitwerkingsnota Zorg. Economische kansen voor de zorg



Vergelijkbare documenten
Demografische gegevens ouderen

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

Quickscan arbeidsmarkt Langdurige zorg

De markt in Beeld. Fysiotherapie in beeld

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Ontwikkelingen in zorg en welzijn

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Drenthe 2017

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Groningen 2017

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Friesland 2017

De regionale arbeidsmarkt 2016

Gezondheiden Zorg in Overijssel

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Amersfoort

Februari Brancheschets Zorg & Welzijn

Facts & Figures. Arbeidsmarktgegevens Regio Kennemerland, Amstelland & Meerlanden KENNEMERLAND, AMSTELLAND & MEERLANDEN AMSTERDAM & DIEMEN TEXEL

perspectief zorgverzekeraar Jeroen Crasborn Senior adviseur zorgstrategie Rvb & Directie Zilverenkruis Achmea

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen

Voorwoord. Inleiding. In dit tabellenboek worden de volgende 28 regio's onderscheiden: Zaanstreek en Waterland. Amstelland, Kennemerland, Meerlanden

Wijkscan Enschede Zuid-West. November 2013

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

P&O als strategische partner

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

De positie van de(thuis)zorg. Henri Plagge, arts M&G MCM voorzitter Raad van Bestuur de Zorgboog

Rapportage BPV-plaatsen RBB 2011/2012

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s

Programmalijnen. Stichting izovator:

Facts & Figures Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Kennemerland, Amstelland en Meerlanden KENNEMERLAND, AMSTELLAND & MEERLANDEN TEXEL

FACTSHEET ARBEIDSMARKT

Facts & Figures Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Noord-Holland Noord NOORD-HOLLAND NOORD AMSTERDAM & DIEMEN ZAANSTREEK-WATERLAND TEXEL DEN-HELDER

De Verpleging en verzorging in beweging; ontwikkelingen in wonen, welzijn en zorg

Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014

Lokaal gezondheidsbeleid Workshop 18 februari 2016

Zorg. Factsheet arbeidsmarkt. Werkgelegenheid: omvang en ontwikkeling. Werknemers naar branche 2015

Arbeidsmarktverkenning zorg en welzijn Editie Twente

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal

Het project in fasen. Waarom dit project? Gebiedsgerichte Zorg. Resultaten fase 1 en 2. Dit Zorgbelang Fryslân project wil:

Beroepsbevolking 2005

NOTITIE EERSTELIJNS GEZONDHEIDSZORG HOEKSCHE WAARD

SIGRA. Facts & Figures. Arbeidsmarktgegevens Regio Zaanstreek - Waterland ZAANSTREEK-WATERLAND NOORD-HOLLAND NOORD AMSTERDAM & DIEMEN TEXEL DEN-HELDER

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Rivierenwijk en Bergweide Deventer

Dordrecht in de Atlas 2013

Innovatie in de Zorg en in de farmacie

Voortgang SectorplanPlus

De Arbeidsmarkt in de provincie Utrecht

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >

resultaten Vacature-enquête

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

SIGRA. Facts & Figures. Arbeidsmarktgegevens Regio Amsterdam & Diemen AMSTERDAM & DIEMEN NOORD-HOLLAND NOORD ZAANSTREEK-WATERLAND TEXEL DEN-HELDER

Raadsvergadering, 29 januari Voorstel aan de Raad

Regionale arbeidsmarktprognose

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

De AWBZ en de VVT (verpleging, verzorging en thuiszorg) na de verkiezingen van september 2012.

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Toekomstverkenning voor de Thuiszorg

Aanzet tot ontwikkelen van een arbeidsmarktvisie. Zorg en Welzijn West Brabant. Januari 2012, versie 0.1

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Monitor Economie 2018

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gorinchem

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013

Inleiding. Zorgfoto Hilversum 2

Samenvatting Twente Index 2016

Toekomstverkenning voor de branche Verpleging en verzorging. Vraag en aanbod van verplegend en verzorgend personeel

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud

Ontgroening en vergrijzing Noord en Midden Limburg en Zuid Limburg

Ontwikkelingen in zorg en welzijn

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

ZorgService Centrum brengt Zorg op Maat én Goedkopere Gezondheidszorg dichterbij!

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio IJsselvechtstreek

Regio Zaanstreek & Waterland

Kernboodschappen Gezondheid Borne

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

De toekomst van de zorg in een vergrijzende samenleving

Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen

Samenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor. Metropoolregio Amsterdam. Oktober amsterdam economic board

Economische scenario s West-Friesland

Gezondheidszorg in 2020

FACTSHEET. Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Zeeuws-Vlaanderen. foto Xander Koppelmans voor DNA-beeldbank op

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand

SOCIAAL PERSPECTIEF. sociale structuurvisie Zaanstad

Kernboodschappen Gezondheid Hengelo

De arbeidsmarkt van morgen, wie hebben we nodig en wie biedt zich aan?

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014

Transities in de langdurende zorg. Lizette de Laat Rens de Haas

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen

Calibris Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie

Doetinchem, 28 juni 2017

Transcriptie:

Economische visie Hilversum 2009-2020 Uitwerkingsnota Zorg Economische kansen voor de zorg

2

Inhoud Voorwoord 4 1. Inleiding 5 2. Bedrijven en instellingen 6 2.1 Afbakening 6 2.2 Karakteristieken 6 2.3 Gooi en Vechtstreek in perspectief 8 3. Arbeidsmarkt en onderwijs 9 3.1 Beroepsbevolking 9 3.2 Werkgelegenheid 9 3.3 Arbeidsmarkt 11 3.4 Opleidingen 12 4. Trends en ontwikkelingen 14 5. Visie 20 6. Uitvoeringsprogramma 22 6.1 Profilering als proeftuin voor de zorg 23 6.2 Innovatie binnen de zorgeconomie 23 6.3 Arbeidsmarkt en onderwijs 25 6.4 Ruimte voor zorg 26 6.5 Meten is weten 27 Colofon 28 3

Voorwoord Zorg als economisch speerpunt roept bij sommigen de angstige associatie op van vercommercialiseerde zorg die meer aandacht heeft voor winstprognoses dan voor het welzijn van patiënten. Met het beleid dat in deze nota wordt voorgelegd, hopen we het tegendeel te bereiken. Zorg (cure en care) is een grote werkgelegenheidsfactor. De sector is in Hilversum en de rest van t Gooi samen met de media de belangrijkste banenmotor van schone werkgelegenheid op alle niveau s; van lager opgeleid tot zeer gespecialiseerd. Van oudsher heeft de groene omgeving van t Gooi aantrekkingskracht gehad op zorginstellingen. Waren het in de negentiende en begin twintigste eeuw nog sanatoria voor bijvoorbeeld astma-, tbc- of poliopatiënten (Heideheuvel, Zonnestraal, Trappenberg), nu zijn het naast de reguliere instellingen ook de particuliere klinieken en zorghotels die de aantrekkelijke natuur een pluspunt vinden als vestigingsgebied. Door ook andere, economische factoren aantrekkelijk te maken voor zorginstellingen, en door onder meer te bevorderen dat ontwikkelingen in de mediatechniek worden gekoppeld aan innovaties in de zorg, hebben Hilversum en t Gooi de potentie alle segmenten in de zorg dichtbij huis te halen. Een breed aanbod is niet alleen aantrekkelijk voor patiënten maar ook voor verzorgers. Net als in andere economische velden biedt clustering namelijk de voordelen van snelle kennisuitwisseling, innovatie, optimalisering van het product. Zo ontstaat een zelfversterkend effect waar Hilversummers als patiënt, als werknemer en als werkgever, als zorgbehoevende, als zorgverlener en als zorgaanbieder profijt van hebben. Het belangrijkste effect is nog wel dat zorg in alle facetten steeds toegankelijker wordt, ook voor minder draagkrachtigen. Snelle innovatie maakt exclusieve behandelmethoden immers minder exclusief en minder kostbaar. Zowel in cure en care. Operatieve ingrepen kunnen worden verricht door innovatieve, en daardoor slimmere maar toch goedkopere toepassingen. En zorgresorts en hotels zijn er niet langer voor welgestelden maar ook voor minder rijke gezinnen waarvan één lid (tijdelijk) extra zorg naast een huiselijke omgeving nodig heeft. Een goede basis voor de zorg als economische factor, biedt garanties voor een goed inhoudelijk zorgaanbod in de toekomst op blijvend menselijke maat. Jan Rensen Wethouder Economische Zaken en Media 4

1. Inleiding Aanleiding Zorg is een van de drie speerpunten in het economisch beleid van de gemeente Hilversum. In voorliggende nota wordt dit speerpunt nader uitgewerkt. In deze nota wordt zorg bekeken vanuit een economisch perspectief. Het is daarmee geen beleidsstuk dat gericht is op het ontwikkelen van beleid op het vlak van bijvoorbeeld gezondheidsbevordering, welzijn en zorg, maar heeft economische stimulering tot doel. Wel geldt dat de economische doelstelling bijdraagt aan het bereiken van maatschappelijke doelen, te weten het handhaven en optimaliseren van een goede zorginfrastructuur. Ook draagt de economische impuls van de zorgsector bij aan het imago van de zorg als werkgever. Voorliggende uitwerkingsnota put uit voorbereidend werk dat in dit kader verricht is door de Hogeschool Utrecht. Het stuk is tot stand gekomen na raadpleging van een groot aantal bestaande beleidsdocumenten en onderzoeksrapporten. Daarnaast zijn gesprekken gevoerd met partijen in en buiten Hilversum, zoals zorginstellingen, zorgverzekeraars, woningbouwcorporaties, Kamer van Koophandel, vertegenwoordigers van het Gewest en izovator, onderwijsinstellingen en diverse particuliere zorgondernemers in Hilversum. Opzet Deze uitwerkingsnota kent de volgende opzet: De kenmerken van de bedrijven en instellingen binnen de zorgeconomie in Hilversum worden in hoofdstuk 2 geschetst. Het thema arbeidsmarkt en onderwijs in relatie tot de zorg staat in hoofdstuk 3 centraal. Hoofdstuk 4 geeft inzicht in (andere) relevante ontwikkelingen. De visie op de zorgeconomie is geformuleerd in hoofdstuk 5. Tot slot omvat hoofdstuk 6 het uitvoeringsprogramma. 5

2. Bedrijven en instellingen 2.1 Afbakening Zorgeconomie is een breed begrip. In deze nota is de afbakening gehanteerd die ook in het rapport van Bureau Bartels is opgenomen. 1 Afbakening zorgeconomie (bedrijfsmatige) activiteiten die betrekking hebben op de gezondheid van en zorg voor mensen; gezondheidszorg vormt de kern van de zorgeconomie. Hier is sprake van een grote variatie aan zorgverlenende organisaties. Om dit verder te ordenen wordt gebruikelijke indeling in cure (genezing), care (verzorging) en preventie (voorkomen ziektes en gebreken) gehanteerd; rondom de gezondheidszorg bevindt zich een schil van (toe)leverende bedrijvigheid die aan zorgondernemingen of individuele zorgvragers zorggerelateerde producten en diensten levert. Deze bedrijven kunnen direct gerelateerd worden aan de zorgeconomie, zoals bijvoorbeeld medisch en farmacologisch speur- en ontwikkelingswerk, vervaardiging van medische apparatuur en tandtechnische bedrijven ; in aanvulling hierop zijn branches meegenomen waarvan een deel van hun activiteiten afgeleid is van vragen en behoeften binnen de zorg/van zorgconsumenten. Voorbeelden zijn elektrotechnische bouwinstallaties (woningaanpassingen voor ouderen), woningbouwcorporaties (levensbestendig wonen/ zorgwoningen), recreatiecentra en zwembaden (zorgtoerisme). 2.2 Karakteristieken In Hilversum zijn 571 bedrijven en instellingen gevestigd die tot de zorgeconomie gerekend kunnen worden, met in totaal 6.850 werkzame personen. De peildatum is 1 april 2008. Bedrijven en instellingen in de zorgeconomie Segment Categorie Vestigingen Werknemers Werknemers/ per vestiging Cure Ziekenhuizen 4 2.146 537 Revalidatie 2 18 9 Curatieve zorg zonder overnachting 7 63 9 Gezondheidsondersteunende diensten 10 173 17 Praktijken 267 941 4 Subtotaal 290 3.341 12 Care Verpleging en verzorging 14 1.583 113 Gehandicaptenzorg 7 101 14 GGZ 2 138 69 Thuiszorg 4 52 13 Subtotaal 27 1.874 69 Preventie Preventie 18 315 18 Subtotaal 18 315 18 Afgeleide/toeleverende diensten Verzekeraars 5 282 56 Bron: LISA, 2009. Onderzoek 8 17 2 Technologie 8 9 1 Handel 53 265 5 Wellness, sport en (zorg)toerisme 123 302 2 Advies/belangen 10 73 7 Afgeleid wonen en zorg 29 372 13 Subtotaal 236 1.320 6 Totaal 571 6.850 12 1 Bron: Bureau Bartels, Stimulering zorgeconomie in de regio Gooi en Eemland, december 2007, in opdracht van KvK. 6

Allereerst dient te worden geconstateerd dat de zorgeconomie zich in sommige gevallen slecht op gemeenteniveau laat afbakenen. Diverse zorginstellingen zijn regionaal georiënteerd en bedienen ook regionale zorgcliënten. Dit geldt bijvoorbeeld voor veel thuiszorgorganisaties, maar ook voor instellingen als Amerpoort en Sherpa, beide gevestigd in Baarn. Het segment cure is, zowel qua aantal vestigingen als werknemers, het grootst in Hilversum. De categorie ziekenhuizen neemt daarbinnen met Tergooiziekenhuizen, Stichting Dialysecentrum t Gooi, Stichting Astmacentrum Heideheuvel en het Esthetisch Medisch Centrum Zonnestraal een belangrijke plaats in. Opvallend is daarnaast het grote aantal praktijken, overigens kleinschalig qua personeelsbestand. Het gaat vooral om fysiotherapeuten, tandartsen, psychotherapeuten, psychologen en huisartsen. De verpleging en verzorging is met meer dan 1.500 werknemers ook een belangrijke werkgever. Grote instellingen zijn Verpleeghuis Zonnehoeve (HilverZorg), Woonzorgcentrum Zuiderheide en Verpleeghuis Gooizicht. De laatste twee instellingen behoren tot de Amaris Zorggroep. Grootste werkgevers Belangrijkste werkgever is Tergooiziekenhuizen. In de beide vestigingen (Hilversum en Blaricum) werken in totaal meer dan 3.400 mensen. Ook Astmacentrum Heideheuvel is één van de grotere werkgevers. Grootste werkgevers in de zorgeconomie Werkgevers Tergooiziekenhuizen (locatie Hilversum) Verpleeghuis Zonnehoeve Woonzorgcentrum Zuiderheide Verpleeghuis Gooizicht Astmacentrum Heideheuvel Woondienstencentrum Flat Kerkelanden Legal & General (Levensverzekeringen) GGD Gooi & Vechtstreek Symfora Groep (GGZ) Woondienstencentrum De Egelantier Woonzorgcentrum St. Carolus Bron: LISA, 2009. Starters Hilversum kent een groot aantal startende bedrijven. In 2008 schreven zich 1.286 nieuwe Hilversumse bedrijven in bij de Kamer van Koophandel. Hiervan worden er 122, verdeeld over diverse segmenten, gerekend tot de zorgeconomie. Een belangrijke aantekening hierbij is dat het handelsregister in 2008 is uitgebreid. Waar medische vrije beoefenaars zich voorheen niet hoefden in te schrijven, is dat vanaf juli 2008 verplicht. Daarbij wordt een overgangstermijn gehanteerd voor bestaande bedrijven (tot 31 december 2009). Het gaat dus niet in alle gevallen om nieuwe bedrijven. Rekening houdend met deze kanttekening kan worden gesteld dat starters met name te vinden zijn in de thuiszorg en onder schoonheidssalons. Geografische spreiding In Hilversum kunnen een aantal locaties worden onderscheiden waar veel bedrijven en instellingen in de zorg zijn geconcentreerd. De twee grootste clusters zijn gelegen rond Tergooiziekenhuizen locatie Monnikenberg en op Landgoed Zonnestraal. Op de eerste locatie betreft het naast het ziekenhuis, Astmacentrum Heideheuvel en een aantal praktijken (verbonden aan het ziekenhuis) en gezondheidsondersteunende diensten. Landgoed Zonnestraal is door eigenaar De Alliantie gepositioneerd als aantrekkelijke vestigingslocatie voor zorg en gezondheid. Op het landgoed zijn ongeveer 15 bedrijven en instellingen gevestigd. Naast verpleeghuis Zonnehoeve zijn er diverse privéklinieken gesitueerd (obesitas, cosmetische chirurgie), maar ook een aantal praktijken (ostheopatie, fysiotherapie, tandheelkunde), bloedbank, medisch fitness, een medisch adviesbureau en een organisatieadviesbureau voor zorg en zorgverzekeraars. Landgoed Zonnestraal beschikt verder over congresfaciliteiten en een grand café. 7

2.3 Gooi en Vechtstreek in perspectief De zorgeconomie kan op regionaal niveau (Gooi en Vechtstreek) worden afgezet tegen landelijke gegevens. Daaruit volgt een aantal conclusies. 2 Binnen de Gooi en Vechtstreek is de cure en care qua werkgelegenheid sterk vertegenwoordigd. In de cure geldt dit in het bijzonder voor de praktijken. Ook telt de regio relatief veel banen in de sector ziekenhuizen. Kenmerkend voor deze regio is ook de sterke oververtegenwoordiging van de care sectoren verpleging en verzorging en thuiszorg. De verklaring voor de relatief grote werkgelegenheid in de V&V en thuiszorg moet worden gezocht in de demografische samenstelling van de regio. De regio Gooi en Vechtstreek kent een sterk vergrijsde bevolking: het aandeel oudere inwoners (65 jaar en ouder) is hier veel groter dan gemiddeld. Doordat deze senioren een relatief groot beroep doen op zorgverlening is hier sprake van een grotere vraag naar zorg. Opvallend is de sterke ondervertegenwoordiging in de regio Gooi en Vechtstreek van de gehandicaptenzorg en de GGZ. De verklaring hiervoor is dat de (hoofd)locaties van grote organisaties als Altrecht en Symfora (GGZ), Abrona, Sherpa en Amerpoort (gehandicaptenzorg) in omliggende regio s zijn gevestigd. De regio Gooi en Vechtstreek wordt dus vooral vanuit de omgeving bediend. Binnen de afgeleide/toeleverende bedrijvigheid zien we in de regio Gooi en Vechtstreek een forse oververtegenwoordiging van de sector technologie, en dan met name de vervaardiging van farmaceutische producten. De werkgelegenheid in deze sector is geconcentreerd in Weesp, met name bij multinational Solvay Pharmaceuticals. Profiel zorgeconomie Gooi en Vechtstreek per segment Segment Cure Care Preventie Afgeleide bedrijvigheid Veel werkgelegenheid in ziekenhuizen en praktijken Veel werkgelegenheid in de verpleging, verzorging en thuiszorg Ondervertegenwoordigd, kleine sector Grote concentratie farmaceutische bedrijvigheid in Weesp, in Hilversum vooral afgeleide wonen/zorg, wellness en handel. Bron: Bureau Bartels, Stimulering zorgeconomie in de regio Gooi en Eemland, december 2007. 2 Bron: Bureau Bartels, Stimulering zorgeconomie in de regio Gooi en Eemland, december 2007. 8

3. Arbeidsmarkt en onderwijs 3.1 Beroepsbevolking Potentiële en werkelijke beroepsbevolking De potentiële beroepsbevolking van Hilversum (18 tot 65 jaar) omvat circa 51.700 personen. Hiervan behoren circa 42.300 personen tot de werkelijke beroepsbevolking. Het gaat om mensen die werkzaam zijn in dan wel buiten Hilversum of geregistreerd staan als werkzoekend. 3 Ontwikkelingen in beroepsbevolking De potentiële beroepsbevolking blijft naar de toekomst toe (tot 2020) in omvang vrijwel gelijk. Wel zullen zich verschuivingen voordoen binnen de beroepsbevolking. Met name in de leeftijdscategorie 30 tot 45 jaar zal sprake zijn van een forse afname (bijna 20%). Tegelijkertijd neemt de groei 50-ers met ongeveer 15% toe. De arbeidsparticipatie onder de oudere leeftijdsgroepen ligt, op dit moment, nog op een aanzienlijk lager niveau dan in andere leeftijdsgroepen. Dit betekent dat, zonder maatregelen, rekening gehouden moet worden met een daling van de werkelijke beroepsbevolking. De verwachte veranderingen in de bevolkingssamenstelling leggen druk op overheid, instanties en bedrijfsleven om ouderen nadrukkelijker betrokken te houden bij het arbeidsproces. Veel onbenut potentieel De participatiegraad (deel dat werkt) ligt in Hilversum net boven het landelijk gemiddelde. Toch is er nog sprake van een aanzienlijke reserve, oftewel nog onbenutte capaciteit. Het niet-werkend deel van de beroepsbevolking wordt geraamd op circa 11.400 inwoners. Het betreft huisvrouwen/-mannen, vutters/renteniers, arbeidsongeschikten en werklozen met uitkering. Naast de werklozen zit qua omvang met name potentie in de eerste twee groepen. De groep studenten/scholieren is buiten deze analyse gehouden. Zij komen pas op termijn beschikbaar voor de arbeidsmarkt. 3.2 Werkgelegenheid In- en uitgaande pendel Hilversum kent een relatief grote inkomende pendel (werknemers van buiten Hilversum die in Hilversum werken) en uitgaande pendel (Hilversummers die buiten Hilversum werkzaam zijn). Daarbij is de inkomende pendel wat groter dan de uitgaande pendel. Herkomst werknemers Op basis van de Omnibusenquête 2007 kan ingeschat worden hoeveel inwoners van Hilversum werkzaam zijn in de zorgeconomie. Het betreft ongeveer 18% van de werkzame beroepsbevolking, in absolute termen ongeveer 7.600 personen. Hiervan is naar schatting de helft, circa 3.800 mensen, werkzaam in Hilversum zelf, de rest buiten Hilversum, met name in omliggende gemeenten als Baarn, Blaricum, Bussum en Laren, maar ook in Almere, Amersfoort, Amsterdam en Utrecht. 4 In de zorgeconomie in Hilversum zijn circa 6.850 mensen werkzaam. Op basis van de veronderstelling dat circa 3.800 van de werknemers uit Hilversum zelf afkomstig is, komen de overige circa 3.050 van buiten. Het gaat om mensen uit omliggende gemeenten en uit Almere, Amersfoort, Amsterdam en Utrecht. Door ambities van vooral Almere (Almere Health City) en Amersfoort (Zorgeconomie) zijn aan het huidig profiel wel risico s verbonden. Veel vrouwen en parttimers De zorgeconomie is een sector waarin relatief veel parttime wordt gewerkt. Voor de hele werkgelegenheid in Hilversum geldt dat circa 9% van de werknemers parttime werkt, in de zorgeconomie is dat 15%. De verklaring ligt in het grote aantal vrouwen dat werkzaam is in de sector. Slechts 26% van de werknemers in de sector is mannelijk. Vooral in de thuiszorg en curatieve zorg zonder overnachting is het aandeel vrouwen heel fors (respectievelijk 92% en 87%). In de afgeleide/toeleverende diensten is de verhouding nagenoeg gelijk, waarbij in de technologie, bij verzekeraars en in de categorie afgeleiden wonen en zorg vrouwen zelfs (ver) in de minderheid zijn. 3 Voor uitgebreidere algemene analyses wordt verwezen naar de Uitwerkingsnota Arbeidsmarkt en Werkgelegenheid, december 2008. 4 Raming is gebaseerd op gegevens uit de Omnibusenquête 2007 en LISA 2009 (peildatum 1 april 2008). 9

Werknemersbestand Hilversum Segment Categorie Werknemers Fulltime Parttime Man Vrouw Cure Ziekenhuizen 2.146 1.827 319 370 1.776 Revalidatie 18 18 0 4 14 Curatieve zorg zonder overnachting 63 54 9 8 55 Gezondheidsondersteunende diensten 173 147 26 80 93 Praktijken 941 837 104 312 629 Subtotaal 3.341 2.883 458 774 2.567 Care Verpleging en verzorging 1.583 1.175 408 250 1.333 Gehandicaptenzorg 101 101 0 23 78 GGZ 138 132 6 49 89 Thuiszorg 52 29 23 4 48 Subtotaal 1.874 1.437 437 326 1.548 Preventie Preventie 315 287 28 71 244 Afgeleide/toeleverende diensten Bron: LISA, 2009. Subtotaal 315 287 28 71 244 Verzekeraars 282 282 0 173 109 Onderzoek 17 11 6 8 9 Technologie 9 9 0 9 0 Handel 265 235 30 133 132 Welness, sport en (zorg)toerisme 302 208 94 89 213 Advies/belangen 73 67 6 20 53 Afgeleid wonen en zorg 372 370 2 204 168 Subtotaal 1.320 1182 138 636 684 Totaal 6.850 5.789 1.061 1.807 5.043 Ontwikkelingen Door de jaren heen laat de werkgelegenheid binnen de verschillende sectoren een diverse ontwikkeling zien. Op regionaal niveau gaat het om de volgende zaken: cure: een toename van de werkgelegenheid in de ziekenhuizen en praktijken. care: een sterke toename van de werkgelegenheid in de verpleging en verzorging. Sinds 2002 is ook een sterke toename zichtbaar in de thuiszorg, tegelijkertijd een afname van de werkgelegenheid in de gehandicaptenzorg. afgeleide werkgelegenheid in de zorg: een lichte toename in wonen & zorg en wellness en zorgtoerisme. 10

3.3 Arbeidsmarkt In opdracht van het SSiG is onderzoek verricht naar de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de regio Gooi en Vechtstreek binnen de zorgsector (alleen Cure en Care). 5 Het rapport schetst een helder beeld van de sector, die kampt met een dubbele vergrijzingsproblematiek. Eerder is al gesteld dat de zorgvraag fors toeneemt. De beschikbaarheid van personeel neemt niet evenredig toe, maar daalt eerder omdat ook sprake is van een vergrijzing van het personeelsbestand. Het personeelsbestand van verpleegkundigen en verzorgenden in de regio Gooi en Vechtstreek is ouder dan in andere regio s. Was in 2000 16% van het personeel ouder dan 50, in 2008 was dat al rond de 25% (landelijk 21%) en in 2011 zal dit liggen op een niveau van 26%. Gevolg is een te verwachten mismatch op de arbeidsmarkt. Deze mismatch is zowel kwalitatief als kwantitatief. Functies in de zorg toegelicht Zorghulpen werken in de thuiszorg, in een verzorgingshuis of verpleeghuis, in het ziekenhuis of in een woonvorm voor lichamelijk of verstandelijk gehandicapten. Het betreft huishoudelijke taken. De opleiding duurt een half jaar (BBL) tot een jaar (BOL). Helpenden werken in een verzorgingshuis of verpleeghuis, in de thuiszorg of in een woonvorm voor lichamelijk of verstandelijk gehandicapten. Men helpt mensen bij de persoonlijke verzorgng en huishouding. De opleiding is afhankelijk van vrijstellingen en intensiteit van de opleiding en varieert van minimaal 7 maanden (BBL) tot 2 jaar (BOL). Verzorgenden kunnen onder meer aan het werk in een ziekenhuis, een verzorgings- of verpleeghuis, in de thuiszorg of in een instelling voor lichamelijke of verstandelijke gehandicapten. De werkzaamheden omvatten persoonlijke verzorging, medicijnen en het regelen van praktische zaken, zoals doktersbezoek. De opleiding duurt 3 jaar (zowel BBL als BOL). Verpleegkundigen niveau 4 kunnen in alle sectoren van de zorg terecht, en ook daarbuiten, bijvoorbeeld als bedrijfsverpleegkundige. Verpleegkundigen niveau 4 voeren zelfstandig verpleegkundigen handelingen uit, coördineren, organiseren de zorgverlening en weten om te gaan met verschillende categorieën patiënten, cliënten en andere zorgvragers. De opleiding duurt 3 jaar (zowel BOL als BBL). Verpleegkundigen niveau 5 kunnen zowel terecht in de intramurale zorg (ziekenhuizen, verpleeghuizen, revalidatiecentra, psychiatrische inrichtingen en woonvormen voor verstandelijke/lichamelijke gehandicapten) als in de extramurale zorg (maatschappelijke en sociaalpsychiatrische zorg). De verpleegkundigen niveau 5 voert zelfstandig handelingen uit, beheerst de verschillende aspecten van verplegen, coördineert en organiseert de zorgverlening. Daarnaast begeleidt de verpleegkundige niveau 5 patiënten en licht ze voor over hun ziekte en behandeling. Afhankelijk van vooropleiding en werkervaring duurt de opleiding 3 tot 5 jaar (deeltijd) en 4 jaar (voltijd). Bron: www.zorghart.nl Momenteel werken er ook zorghulpen zonder opleiding in de Thuiszorg. Wel moeten deze zorghulpen de nederlandse taal machtig zijn. Kwantitatief en kwalitatief tekort De zorg is een sterk groeiende sector. In de periode 1995-2005 nam het aantal banen landelijk met gemiddeld bijna 4% per jaar toe. In de regio Gooi en Vechtstreek lag dit aandeel met ruim 5% nog hoger. 6 Er zijn nauwelijks studies die ingaan op de vraag naar personeel op langere termijn. Wel wordt de vraag naar zorgdiensten in kaart gebracht. De meeste landelijke studies komen op meer of minder geavanceerde wijze tot een doortrekken van de trends uit de afgelopen jaren, dus een toename van ongeveer 3% per jaar. De zorgsector behoort daarmee (met multimedia en toerisme) tot de snelst groeiende sectoren in de regio. Dit heeft forse consequenties voor de vraag naar personeel. Tekorten aan personeel zijn met name te verwachten bij medewerkers op MBO-niveau. Het tekort aan personeel in verpleegkundige, verzorgende en sociaal-pedagogische functies in Gooi en Vechtstreek lag in 2008 al op circa 2,5%. Voor 2013 wordt in de regio een tekort van maar liefst 13% verwacht. Uitgedrukt in fte s (fulltime eenheden) gaat het op regionaal niveau om ruim 100 fte in 2008 en bijna 600 in 2013. Aangezien in de zorg veel parttime wordt gewerkt, betreft het een veel groter aantal personen, te weten circa 175 personen in 2008 en ruim 900 in 2013. Uitgesplitst naar kwalificatieniveau ontstaat het in navolgende figuur weergegeven beeld. 5 Bron: SSiG, Arbeidsmarktontwikkelingen, rapportage Zorgsector Gooi en Vechtstreek, februari 2008. De SSiG is een samenwerkingsverband van zorgorganisaties in de regio Gooi en Vechtstreek. Er zijn ruim 40 locaties aangesloten bij deze regionale brancheorganisatie. Alle zorgsectoren zijn vertegenwoordigd: algemene en categorale ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingshuizen, thuiszorgorganisaties en instellingen voor gehandicaptenzorg. 6 Bron: RegioMarge 2008, Prismant. Betreft banen verpleegkundigen, verzorgenden en sociaalagogen in de sector Zorg en WJK, september 2008. 11

Tekorten per kwalificatieniveau in Gooi en Vechtstreek Bron: SSiG, Arbeidsmarktontwikkelingen, Rapportage Zorgsector Gooi en Vechtstreek, februari 2008. De raming omvat uitsluitend verpleegkundige, verzorgende en sociaal-pedagogische functies in de ziekenhuizen, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg. De volgende conclusies zijn relevant. Ziekenhuizen krijgen vooral te maken met een tekort aan verpleegkundigen niveau 4. Tergooiziekenhuizen, een werkgever met veel verpleegkundigen op niveau 4 en 5, heeft momenteel (nog) geen last van tekorten. Het ziekenhuis blijkt een aantrekkelijke werkgever met interessant werk en een aantrekkelijke patiëntenpopulatie. 7 In de GGZ sector is er een fors tekort aan verzorgenden niveau 3 en SPH5. Bij de verpleeg- en verzorgingshuizen is het tekort aan verzorgenden naar verwachting in absolute aantallen het grootst. Procentueel gezien is ook de vraag naar verpleegkundigen niveau 4 en zorghulp hoog. De thuiszorg heeft in absoluut aantal met name behoefte aan verzorgenden. Procentueel gezien is de vraag naar verpleegkundigen 4 het grootst. Binnen de gehandicaptenzorg ontstaat vooral vraag naar SPW (niveau 4), verpleegkundigen (niveau 4) en verzorgenden (niveau 3). Door de economische crisis is het op dit moment iets makkelijker om vacatures te vervullen. De totale vraag is in de tweede helft van 2008 bij het UWV Werkbedrijf fors gedaald. Ook in de zorg is een daling zichtbaar. Desondanks is in de zorg ook anno 2009 sprake van een aanzienlijke krapte. 8 Daarbij zal het vervullen van vacatures wanneer de recessie voorbij is aanzienlijk ingewikkelder worden. Dit als gevolg van de toenemende zorgvraag en de vervangingsvraag die ontstaat door de vergrijzing. Naast verzorgend en verplegend personeel zijn ook in ondersteunende gebieden, zeker na de economische crisis, problemen te verwachten. Het gaat dan om bijvoorbeeld technische en ICT-beroepen. 3.4 Opleidingen In de regio Gooi en Vechtstreek volgen ruim 5.400 leerlingen onderwijs op MBO-niveau. Hiervan volgt ongeveer 25% (grofweg 1.500 leerlingen) een opleiding op het vlak van zorg en welzijn. Het betreft in tweederde van de gevallen de beroepsopleidende leerweg (BOL), de rest volgt de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). 9 Bij de BOL volgt het grootste deel van de leerlingen niveau 3 of 4. Bij de BBL betreft het vooral niveau 4 en in mindere mate de niveau s 2 en 3. 7 Bron: Handen uit de mouwen, Uitwerkingsnota Arbeidsmarkt & Werkgelegenheid, november 2008. 8 Bron: Arbeidsmarktanalyse Gooi en Vechtstreek, UWV Werkbedrijf, februari 2009 en Gewestelijke arbeidsmarktcijfers, april 2009. 9 Bron: Kansen en mogelijkheden voor een betere aansluiting van vraag en aanbod naar personeel, Gewest Gooi en Vechtstreek, juni 2008. 12

Opleidingen ROC Amsterdam - Gooi en Vechtstreek Assistent zorg en welzijn MBO-verpleegkundige Medewerker maatschappelijke zorg, gehandicaptenzorg, volwassenenwerk Verzorgende individuele gezondheidszorg Zorghulp Bron: ROC Amsterdam, 2008. Bedrijven en instellingen in de zorg in Hilversum betrekken hun werknemers zowel van het ROC Amsterdam gevestigd in Hilversum, als van ROC s uit de omgeving. ROC s in de omgeving zijn ROC ASA met vestigingen in Amsterdam, Almere, Utrecht en Amersfoort en ROC Midden Nederland met vestigingen in en rond Utrecht en Amersfoort en ROC Flevoland. In de regio is geen HBO-opleiding of academische opleiding in de zorg aanwezig. Op HBO niveau wordt met name samengewerkt met de Hogeschool Utrecht. Op academisch niveau gaat het om medici uit heel Nederland, onder meer vanuit Amsterdam en Utrecht. De samenwerking tussen bedrijfsleven c.q instellingen en opleidingen in de gezondheidszorg is nog beperkt. Een intensievere samenwerking tussen werkgevers in de zorg en HBO en MBO scholen kan zorgen voor een adequate instroom in de opleidingen, stageplaatsen en uitstroom van arbeidskrachten in de zorgsector in Hilversum en regio. Een recent voorbeeld is de Gooise Zorg Academie, die begin 2009 met 14 leerlingen van start is gegaan. Deze 2,5 jarige MBO-opleiding tot Verzorgende niveau 3 is opgezet door het ROC ASA Utrecht in nauwe samenwerking met zorginstellingen uit de regio Gooi en Vechtstreek (HilverZorg, Inovum en Amaris). Doel is om de opleiding duidelijker op de praktijk te laten aansluiten. Na een aantal weken fulltime les volgt dan ook een combinatie van werken en leren. Leerlingen krijgen een baangarantie. 13

4. Trends en ontwikkelingen Uit rapporten en onderzoeken volgt een groot aantal trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op vraag en aanbod in de zorg. De in het kader van deze uitwerkingsnota meest relevante zijn hierna weergegeven. Toename van de vraag naar zorg Diverse factoren zijn van invloed op de gezondheid van de bevolking en daarmee samenhangend de vraag naar zorg. Het gaat om demografie, lichamelijke eigenschappen, leefstijl, fysieke en sociale omgeving. 10 Door diverse ontwikkelingen neemt de vraag naar zorg (sterk) toe. Demografie Bevolkingsomvang, leeftijdsopbouw en ethniciteit zijn factoren die de vraag naar zorg sterk beïnvloeden. Hilversum telt circa 84.400 inwoners. Prognoses (PRIMOS) gaan uit van een beperkte toename van de bevolking tot 2020 naar circa 85.360 inwoners. De leeftijdsopbouw van Hilversum en omliggende regio loopt vooruit op landelijke ontwikkelingen. Hilversum telt een relatief groot aantal ouderen (65-plussers). Dit aandeel neemt tussen 2009 en 2020 nog verder toe. Ouderdomsziekten zullen als gevolg hiervan in de toekomst veel vaker voorkomen. Dit betekent een sterke toename van de behoefte aan en uitgaven voor (langdurige) zorg. Landelijke ramingen gaan uit van een toename van de zorgvraag van 50%. Voor de regio Gooi en Vechtstreek dient, gelet op de bovengemiddelde vergrijzing, rekening te worden gehouden met minimaal een dergelijke ontwikkeling. Ongeveer 20% van de Hilversumse bevolking bestaat uit allochtone inwoners. Dit aandeel is grofweg gelijk verdeeld over westerse en niet-westerse allochtonen. Het gaat in totaal om ca. 18.000 inwoners. Prognoses van het CBS gaan uit van een toename van de groep niet-westerse allochtonen in de komende jaren, met name Marokkanen en Turken. De vergrijzing binnen deze groep zorgt voor een duidelijke toename in de zorgvraag. Tegelijkertijd is de zorgvraag van deze groep ouderen vaak nauwelijks bekend bij zorgaanbieders. Veel allochtone senioren weten de weg naar de zorg in Nederland maar slecht te vinden. Lichamelijke eigenschappen Het aantal mensen met een chronische ziekte neemt fors toe (40% in de komende 20 jaar). Ook is steeds vaker sprake van een meervoudige c.q. complexe zorgvraag en groeien diabetes, overgewicht, bloeddruk en depressie nog meer dan nu uit tot belangrijke volksgezondheidsproblemen. In de regio Gooi en Vechtstreek is bij 41% van de inwoners van 20 jaar en ouder sprake van overgewicht. Ruim 8% heeft zelfs te kampen met ernstig overgewicht. Daarnaast heeft 9% van de inwoners last van een hoge bloeddruk. Op beide aspecten scoort de regio iets positiever dan het landelijk beeld. 11 Van een significant verschil is echter geen sprake. Leefstijl De leefstijl van een individueel persoon kan worden gekarakteriseerd door de mate van bewegen en sportbeoefening, gebruik van alcohol, roken en voeding. In Nederland behaalt slechts 54% van de bevolking van 12 jaar en ouder de norm voor gezond bewegen. De regio scoort vergelijkbaar. De norm gaat uit van vijf dagen per week 30 minuten matig intensieve lichaamsbeweging. 12 Overmatig drinken en roken doen regiobewoners vergelijkbaar met gebieden elders in Nederland. Van de bevolking van 12 jaar en ouder is 18% een overmatige of zware drinker en rookte in de periode 2004-2007 31%. Onder invloed van het anti-rookbeleid zal dit in 2009 iets lager liggen. De scholen in de regio scoren relatief goed op voeding. Zo heeft 43% een gezonde kantine (landelijk 22%) en beschikken scholen relatief vaak over beleid op het gebied van voeding (63%), beweging (63%) en overgewicht (11%). In algemene zin geldt over voeding dat Nederlanders teveel verzadigde vetten eten. Slechts 1 op de 10 Nederlanders scoort op dit onderdeel goed. Slechts 3 op de 10 Nederlanders consumeert voldoende fruit(sap) en 2 op de 10 voldoende groenten. Voor voedingsvezel geldt dat slechts 1 op de 6 Nederlanders de aanbevolen hoeveelheid binnen krijgt. 13 De vooruitzichten zijn daarbij niet positief. Gedrag op jongere leeftijd is een belangrijke indicator voor de leefstijl tijdens het volwassen leven. Veel jongeren roken en ook het drankgebruik onder jongeren neemt toe. Slechts een kwart van de jongeren voldoet aan de beweegnorm. 10 Bron: RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2009. 11 Bron: CBS, POLS, gezondheid en welzijn, 2004-2007. 12 Bron: CBS, Norm gezond bewegen, 2004-2007. 13 Bron: RIVM, Nationale Kompas Volksgezondheid, 2009. 14

Omgeving Onderscheid kan worden gemaakt tussen de fysieke en sociale omgeving. Bij fysieke omgeving gaat het om zaken als stedelijkheid (woningdichtheid), milieu (openbare speelruimte) en verkeersveiligheid. 14 De woningdichtheid is in een stedelijke gemeente als Hilversum natuurlijk hoger dan het landelijk gemiddelde (844 woningen per km² tegen 206 landelijk). Opvallend is (voor een stedelijke gemeente) wel een relatief fors aandeel openbare speelruimte (51 kinderen/hectare speelruimte). Daarnaast is sprake van een relatief beperkt aantal verkeersslachtoffers (regionaal 4,2 sterfgevallen per 1.000 inwoners, tegen 6,0 landelijk). Bij de sociale omgeving spelen aspecten als opleiding, inkomen, uitkeringen en buurtbeleving een rol. Op aspecten als opleiding, inkomen en uitkeringen steekt Hilversum en omliggende regio gunstig af bij het landelijk beeld. Voor buurtbeleving geldt een beeld dat vergelijkbaar is met andere stedelijke gebieden. 15 Het aandeel laagopgeleiden in de regio ligt met 29% lager dan landelijk (33%). Het aandeel hoogopgeleiden is regionaal daarentegen met 34% juist hoger dan landelijk (25%). Het besteedbaar inkomen per inwoner is in Hilversum met 14.500,- gemiddeld duidelijk hoger dan landelijk ( 12.700,-). Het aantal uitkeringen (aandeel bijstandsuitkeringen 18 plus) ligt regionaal met 2,1% ook lager dan landelijk (2,6%). Het aandeel inwoners dat zich thuisvoelt in de buurt is met 82% iets lager dan landelijk (88%). Het aandeel inwoners dat tevreden is met de woonomgeving ligt met 77% iets lager dan elders (84%). In de Wijkveiligheidsplannen is nog te lezen dat 95% van de Hilversummers zich veilig voelt. Dit is hoog. Bron is de Omnibusenquête 2008. Uitgaven aan zorg stijgen De uitgaven aan zorg laten een stijgende tendens zien. Sinds 2004 bedraagt de stijging van de zorguitgaven tussen de 3 en 6% per jaar. De stijging van de zorgkosten is toe te schrijven aan meer geleverde zorg, toegenomen loonkosten en hogere tarieven van vrije beroepsbeoefenaren. 16 De curatieve diagnose en behandeling geldt als de grootste kostenpost. Het betreft vooral psychische soortnissen en ziekten van het spijsverteringsseltsel, gevolgd door ziekten van het bewegingsstelsel, bindweefsel, hartvaatstelsel, zenuwstelsel en zintuigen. Inhoudelijke veranderingen in de vraag naar zorg Ook inhoudelijk verandert de vraag naar zorg. Enkele ontwikkelingen zijn hierna geschetst. Veranderende vraag naar zorg Patiënten zijn steeds beter geïnformeerd en kritischer. Via internet is al jaren professionele informatie te vonden over gezondheidsklachten. Ook is door patiënten steeds beter zicht te krijgen op variaties in wachttijden, kwaliteit en resultaten bij instellingen. Onder met name de groeiende groep chronisch zieken neemt de behoefte aan regie, ofwel zelfmanagement, toe. Zelfmanagement houdt in dat mensen actief meedenken en doen in de behandeling, zelf verantwoordelijkheid nemen in het bepalen van behandeldoelen en richting geven aan de besluitvorming. De patiënt kan en wil - heel veel zelf doen, mits daarvoor de juiste randvoorwaarden zijn geschapen. Zelfmanagement draagt tegelijkertijd bij aan het verkleinen van de vraag naar professionele hulp. Aan deze ontwikkeling kan de term care community worden gekoppeld Verder is sprake van een verregaande verschuiving van intra- naar extramurale zorg. De nieuwe generatie ouderen heeft hele andere wensen ten aanzien van wonen en zorg dan de huidige. Verpleeg- en verzorgingshuizen worden steeds minder gezien als een aantrekkelijke woonvorm. Met name de midden en hogere inkomens keren deze traditionele zorgvormen de rug toe. De nieuwe generatie verwacht vooral zorg in de eigen woning. Deze ontwikkeling wordt gesimuleerd door het overheidsbeleid waarin aangestuurd worden op het scheiden van wonen en zorg. Woondienstenzones, zoals die in Hilversum en levensloopbestedingen woningen zijn het gevolg. Preventie vormt steeds vaker een logisch onderdeel van het werken aan gezondheid. De focus verschuift van ziekte naar gezond leven. Met name binnen de in de regio sterk aanwezige groep mensen met een hoger opleidings- en bestedingsniveau is sprake van een hogere oriëntatie op preventie. 14 Bron: RIVM, Nationale Atlas Volksgezondheid, 2009, cijfers uit 2005, 2006 en 2007. 15 Bron: RIVM, Nationale Atlas Volksgezondheid, 2009, cijfers uit 2005, 2006 en 2007. 16 Bron: CBS, Gezondheid en zorg in cijfers, 2008. Het betreft uitgaven aan formele zorg inclusief welzijn, zoals die wordt geleverd binnen de context van de Nederlandse gezondheidszorg. 15

Meer aandacht voor preventie Preventie wordt door steeds meer zorgpartners ook ingezet als strategie om mensen zo lang mogelijk zelfstandig, onafhankelijk en gezond te houden. Naast het voorkomen, vroegtijdig signaleren of uitstellen van gezondheidsproblemen en ziekten kan ook verlies van kwaliteit van leven worden voorkomen en kan zelfredzaamheid worden vergroot. Bij preventie gericht op ouderen ligt de nadruk zowel landelijk, regionaal als lokaal op thema s als beweging, gezonde voeding, valpreventie, depressie en eenzaamheid. Door het bevorderen van de gezondheid van de bevolking, neemt de zorgvraag minder toe en daarmee ook de druk op de zorgsector, inclusief druk op arbeidscapaciteit. In Nederland zijn preventie en zorg nog vrij sterk gescheiden. Oorzaak is de financiering van de gezondheidszorg, die het karakter van een sociale verzekering heeft. Met het nieuwe zorgstelsel wordt de scheiding langzamerhand minder sterk en is het aantal initiatieven in diverse settings (school, wijk, werk, zorgsector) sterk toegenomen. Wel is veelal nog sprake van ad-hoc projecten, ontbreekt coördinatie, een duurzame organisatie en financiering en systematische evaluatie. Wellness als sterk groeiende sector Het woord wellness is een samenvoeging van well being en fitness. Het heeft te maken met het bereiken van een toestand van lichamelijk en geestelijk welbevinden door goed voor jezelf te zorgen. Het aanbod aan wellness diensten en producten is sterk groeiende en het label wellness wordt aan een diversiteit van producten en diensten gekoppeld. In alle gevallen gaat het om een sterke eigen wens van consument om gebruik te maken van de dienst of het product. Componenten zijn lichamelijke inspanning (fitness, aerobics, zwemmen), lichamelijke verzorging en ontspanning (sauna, spa, massage, beauty, voeding) en geestelijke verzorging (yoga, zen). 17 Er liggen duidelijke raakvlakken met de zorgsector, horeca, recreatie en toerisme. Trends op het gebied van wellness vraag naar (persoonlijke) aandacht en kwaliteit; een groeiende diversiteit van complete wellness arrangementen; een sterke schaalvergroting van wellnesscentra, als sauna- en spacomplexen (alles in 1); tegelijkertijd is er behoefte aan kleinschalige wellnessfaciliteiten; toename van het aantal bedrijven met ongeveer eenderde tussen 2001 en 2006 en een groei van de werkgelegenheid met 78% over dezelfde periode. 18 steeds meer specifieke wellness opleidingen, daarnaast is wellness steeds meer een onderdeel van bestaande opleidingen. de opkomst van medisch toerisme; groei van aantal behandelingen in de cosmetische chirurgie; ontstaan van urban wellness, waarbij met relatief weinig ruimte en tijd een gevoel van welbevinden wordt nagestreefd (snel onthaasten). de groei van wellness vakanties in een groene omgeving. Zorghotels spelen efficiënt in op de aanwezige kansen. De karakteristieken van de regio (gemiddeld hoog inkomensniveau, omvangrijke vergrijzing, centrale ligging, groene omgeving) maken de Gooi en Vechtstreek bij uitstek interessant voor de wellness sector. Daarbij is het aantrekkelijk dat deze wellness veelal door niet-reguliere zorgverleners wordt verleend, waardoor geen aanspraak wordt gemaakt op de beperkte arbeidscapaciteit in de zorgsector in Hilversum en omliggende regio. Technologische innovatie in de zorg Er is steeds meer aandacht voor technologische innovatie in de zorg. De afgelopen tien jaar zijn zeer veel ontwikkelingen gaande op het gebied van ICT en zorg. Los van de problematiek met betrekking tot registratie, beveiliging en privacy, is duidelijk geworden dat er potentieel veel ICT-toepassingen in de zorg mogelijk zijn. Deze toepassingen richten zich veelal op zorgondersteuning, kwaliteit van de zorg, efficiëntie van de zorg en vergroting van de mogelijkheden tot zelfstandigheid van de zorgvrager. 17 Bron: Nationaal Wellness Onderzoek 2008, Monitor Groep, september 2008. 18 Bron: Nationaal Wellness Onderzoek 2008, Monitor Groep, september 2008. 16

Soort technologische innovaties De Raad voor de Volkgezondheid onderscheid de volgende technologische innovaties: 19 Computergerelateerde technologieën, zoals elektronische patiëntendossiers, digitale opslag van CT- en MRI-scans, 3D-technieken voor diagnostische en therapeutische doeleinden en voor opleiding en training. Geneesmiddelen- en biotechnologieën. Te denken valt aan Gentherapie, tissue engineering (kweken van weefsel en organen), biologische signaalstoffen die vroegtijdige diagnose van bijvoorbeeld kanker mogelijk maken en DNA chips. Technologieën voor geneesmiddelen toediening, zoals prikpillen, implanteerbare insulinepompjes, biosensors (meten bloedwaarden) en coating op implantaten, waardoor het risico van afweerreacties en infecties afneemt. Minimaal invasieve technologieën, bijvoorbeeld kijkoperaties, benutten 3D-visuele technieken en robotica. Orgaan ondersteunings- en vervangingstechnologieën, via kunstorganen; producten die een klein deel van de functie van een orgaan kunnen overnemen, zoals dialyseapparaten. Thuis- en zelfzorgtechnologieën, via domotica, robotica en monitoring patiënten op afstand. Arbeidsomstandighedenverbeterende en arbeidsbesparende technologieën, met ICT kunnen bijvoorbeeld logistieke processen veel aan efficiëntie winnen. Ketenvorming in de zorg De toenemende vraag naar zorg en de veranderingen in die vraag stellen de sector voor een grote uitdaging. Meer en meer staat de gedachte centraal dat chronisch zieke mensen door een gezonde leefstijl en zorg op maat kunnen blijven meedoen in het sociaal en economisch verkeer. Als gevolg hiervan is er veel aandacht voor ketenvorming in de zorg, waarbij ketens patiënten en cliënten zich verzekerd weten van adequate zorg ondanks het feit dat hier uiteenlopende hulpverleners aan te pas komen. Het gaat in de eerste plaats om een geïntegreerde eerste lijn, maar ook om goede afstemming tussen eerste en tweede lijn en afstemming tussen professionele hulpverleners en mantelzorgers. Vanwege de WMO hebben gemeenten hierin een regierol te vervullen, samen met eerstelijnszorg, zorginstellingen en zorgverzekeraars. 19 Bron: Raad voor de Volksgezondheid & Zorg, Technologische innovatie in de zorgsector, 2001. 17

Specialisatie van zorginstellingen Van oudsher lijken zorginstellingen in Nederland erg op elkaar. Ze leveren een breed pakket aan producten en diensten aan een brede klantengroep. Dit is historisch gezien goed verklaarbaar gezien de regionale functie van instellingen, de centrale aansturing van het aanbod en de bijbehorende financiering. De veranderingen in de financiering van zorg (zoals de Wet Marktordening Gezondheidszorg) hebben ertoe geleid dat ziekenhuizen fuseren en specialiseren om bestand te zijn tegen de door marktwerking gedomineerde omgeving. Tergooiziekenhuizen is hiervan een voorbeeld. Instellingen moeten nadenken over de positionering ten opzichte van concurrenten, de producten en diensten die worden geleverd, klantengroepen, e.d. 20 Via allerlei ranglijsten ontstaat inzicht in de prestaties van met name ziekenhuizen, maar ook verzorgings- en verpleeghuizen. Vastgoed en zorg De Wet Toelating Zorginstellingen maakt zorginstellingen zelf verantwoordelijk voor hun huisvesting. Tot januari 2008 betaalde het Rijk de bouw, renovatie en exploitatie van zorginstellingen en was er nauwelijks een prikkel aanwezig om efficiënt om te gaan met budget en ruimte. Tegelijkertijd was het lastig en soms zelfs onmogelijk om van de vastgestelde kaders af te wijken. 21 In de ouderenzorg en gehandicaptenzorg is de laatste jaren al een trend waarneembaar, waarbij woningcorporaties eigenaar worden van het vastgoed en op voorheen gesloten instellingsterreinen reguliere woningbouw en commerciële activiteiten worden toegevoegd. Verschuivingen in de financiering hebben geleid tot een commerciële kijk op de ontwikkeling van ziekenhuizen en interesse van projectontwikkelaars. Ziekenhuizen trachten hiermee de huisvestingslasten te verlagen en richten zich meer dan voorheen op hun kernactiviteiten. Activiteiten die niet als kernactiviteit worden gezien, zoals poliklinieken, fysiotherapie, zorggerelateerde retail en bedrijvigheid worden in de (directe) omgeving gesitueerd. Deze bedrijven profiteren van de professionele ziekenhuisomgeving en de grote dagelijkse bezoekersstroom. Ook kan gebruik worden gemaakt van de medische en facilitaire ondersteuning van het ziekenhuis. De ziekenhuizen genereren hiermee extra middelen, via huuropbrengsten en het verrichten van additionele diensten. Daarnaast dragen de huurders bij aan de verbreding van het voorzieningenniveau van het ziekenhuis. 22 20 Bron: Zorg in Zicht, ABN AMRO, 4e kwartaal 2008. 21 Bron: Ziekenhuis & Zorg, Real Estate, 2007/51. 22 Bron: Ziekenhuis & Zorg, Real Estate, 2007/51. 18

Veranderende rol gemeente De rol van de gemeente op het vlak van zorg wordt in de basis gevormd door het aanwezige wettelijk kader, bestaande uit de WCPV en de WMO. Na een lange periode van centrale aansturing van de zorg middels wetgeving die landelijk uniforme regels stelde, wordt het zorgbeleid nu meer en meer decentraal vormgegeven. De WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) zal de komende jaren in toenemende mate een rol gaan spelen in het gezondheidsbeleid van gemeenten. De WMO geeft de gemeente immers de gelegenheid om veel meer naar eigen inzicht zorgbeleid vorm te geven. De WCPV (Wet op de Collectieve Preventie Volksgezondheid) Op grond van de WCPV legt de rijksoverheid vierjaarlijks in een nationale preventienota de belangrijkste doelstellingen vast op het terrein van de volksgezondheid. In aansluiting daarop schrijven gemeenten steeds een gemeentelijke Nota Gezondheidsbeleid, die nauw moet aansluiten op de nota van de rijksoverheid. De gemeenten hebben op basis van de WCPV een aantal concrete taken (epidemiologie, bewaken van gezondheidsaspecten, e.d.). De gemeente Hilversum heeft in aansluiting op de landelijke preventienota van de rijksoverheid concrete beleidsdoelstellingen geformuleerd. De belangrijkste doelstelling in verband met de ouder wordende bevolking zijn doelstellingen op het gebied van overgewicht en bewegen, depressie, diabetes en valpreventie. Een groot deel van bovengenoemde taken wordt uitgevoerd c.q. zijn gedelegeerd naar de GGD, die regionaal georganiseerd is. De WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) De WMO geeft gemeenten taken op een achttal gebieden, waarvan in het kader van de stimulering van de zorgeconomie in Hilversum de belangrijkste zijn: vevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten. geven van advies, informatie en cliënten- en maatschappelijke ondersteuning. ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. In gewestelijk verband is de WMO uitgebreid met taken op het gebied van Wonen. Deze taken zijn weergegeven in het uitvoeringsplan Wonen, Welzijn en Zorg (WWZ) van het Gewest. 23 Speerpunten met een langere doorlooptijd in het uitvoeringsplan zijn: kennisnetwerk: een centrale toegankelijke plek voor ordening en beschikbaar stellen van informatie en verbindingen naar andere kennisbanken, primair bedoeld voor beleidsmakers in het Gewest in de WWZ, maar ook open voor burgers, professionals en niet gemeentelijke organisaties, zoals woningcorporaties. WWZ atlas: digitale gegevensbank waarin kaartmateriaal en statische gegevens over de regio is opgenomen. De WWZ atlas wordt een onderdeel van het kennisnetwerk. vraagsturing: betrokkenheid van burgers/cliënten wordt van belang geacht bij het ontwikkelen van aanbod aan hulp, zorg en voorzieningen. 23 Bron: Uitvoeringsplan Wonen, Welzijn, Zorg, Gewest Gooi en Vechtstreek. 2008. 19

5. Visie Zorg als economisch speerpunt In de economische visie heeft de gemeente Hilversum zorg benoemd als één van de drie speerpunten van het economisch beleid. Naast multimedia en toerisme. De zorgsector is in Hilversum en omliggende regio reeds goed vertegenwoordigd. Het is gerekend in termen van werkgelegenheid, de tweede sector in Hilversum. Daarnaast kent de regio een aantal landelijk bekende instellingen, zoals Astmacentrum Heideheuvel, revalidatiecentrum De Trappenberg en Visio (slechtziende en blinde mensen). Door veranderingen in de zorgvraag heeft de sector een sterk economisch groeipotentieel. De zorgvraag in Hilversum en regio neemt vanwege de vergrijzing nog eens sterker toe dan elders in Nederland. Daarbij geldt dat de sector een duurzame groeimarkt is. Zelfs in tijden van economische neergang laat de zorg een positieve ontwikkeling zien. Ambitie biedt het hoofd aan uitdagingen in de zorg De belangrijkste uitdaging voor de zorg in de komende decennia is het op een effectieve en efficiënte wijze tegemoetkomen aan de groeiende en veranderende zorgvraag. Om zo de zorg toegankelijk en van goede kwaliteit te houden. De gemeente heeft een maatschappelijke verantwoordelijkheid om te zorgen voor een gezonde bevolking (WCPV en WMO). Deze verantwoordelijkheid kan zij gelet op alle ontwikkelingen alleen waarmaken door daar economisch mee om te gaan. Met de ambities op het vlak van zorgeconomie wordt mede het hoofd geboden aan de uitdagingen waarvoor de zorg zich gesteld ziet. Integrale aanpak Hilversum zet in op een integrale aanpak op het vlak van gezondheid. Investeren in gezondheid levert rendement op: langer leven en werken in goede gezondheid, gekoppeld aan een lagere zorgvraag en lagere zorgkosten. Een gezond Hilversum is een voorwaarde voor een welvarend Hilversum. Een integrale gezondheidsbenadering is daarbij van groot belang. Binnen de gemeente gebeurt veel op het vlak van gezondheid en zorg (wmo, voorlichting, sportbeoefening, fietsbeleid, natuur, milieu, voeding, e.d.). Activiteiten zijn echter verspreid over een groot aantal beleidsvelden, programma s en meerdere portefeuillehouders. Coördinatie en afstemming zal leiden tot meer synergie en als gevolg hiervan meer rendement. Een integrale benadering gaat versnippering tegen en doorbreekt schotten tussen sectoren. Dat maakt het mogelijk om (intern en met partners) gezamenlijk te werken aan de maatschappelijke opgaven waarvoor we staan. Groeikansen passen bij karakteristieken Hilversum Binnen de integrale benadering liggen economische groeimogelijkheden die uitstekend passen bij de karakteristieken van Hilversum en omgeving. Kansen liggen er vooral in: crossectorale verbindingen tussen zorg, media en toerisme. Hier ligt de kracht van Hilversum en omliggende regio en liggen grote kansen om te komen tot versterking van en innovatie in de zorgsector. preventie. Preventie laat een sterke groei zien, in het bijzonder bij consumenten met een relatief hoog opleidingsniveau en -inkomen. Deze groep is in Hilversum en de rest van de Gooi en Vechtstreek oververtegenwoordigd. Tegelijkertijd kan preventie de ontwikkeling van de zorgvraag beperken. zorggerelateerde zakelijke en financiële dienstverlening. Met locaties als het Arenapark beschikt Hilversum over een aantrekkelijke vestigingsklimaat voor een brede groep van bedrijven, organisaties en instellingen met een relatie met de zorgsector. Het gaat dan bijvoorbeeld om verzekeraars, patiëntenverenigingen, adviesbureaus, advocatenkantoren, ICT-bedrijven, banken en personeelsdiensten. Deels betreft het organisaties met een lokaal tot regionale uitstraling, deels stuwende bedrijvigheid. 24 24 Stuwende werkgelegenheid is werkgelegenheid die nieuwe werkgelegenheid oplevert. Het betreft dan werk voor leveranciers van voedingsmiddelen, wasserijen, schoonmaakbedrijven, tuinonderhoud, bewaking, e.d. 20