Strategische analyse INTERREG V A-programma Duitsland-Nederland Concept 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Strategische analyse INTERREG V A-programma Duitsland-Nederland 2014-2020 Concept 2"

Transcriptie

1 Strategische analyse INTERREG V A-programma Duitsland-Nederland Concept 2 Uitgevoerd in opdracht van: Ministerium für Wirtschaft, Energie, Industrie, Mittelstand und Handwerk van de deelstaat Nordrhein-Westfalen Buck Consultants International/MCON Consulting Nijmegen/Oldenburg, 24 februari 2012

2 Inhoudsopgave Blz. Hoofdstuk 1 Inleiding Achtergrond Kaders 2 Hoofdstuk 2 Beschrijving programmagebied Inleiding Bevolking Economische en kennisstructuur Arbeidsmarkt Natuur- en milieusituatie Thematische doelen 14 Hoofdstuk 3 Ervaringen afgelopen jaren Resultaten voorgaande INTERREG-perioden Succesfactoren en verbeterpunten 17 Hoofdstuk 4 Doelen INTERREG-partners Samenvatting doelen partners Conclusies 23 Hoofdstuk 5 Perspectieven grensoverschrijdende thema s Inleiding Slimme groei Duurzame groei Inclusieve groei 35

3 Hoofdstuk 6 Aanbevelingen Keuze doelen en investeringsprioriteiten Aanbevelingen interventiestrategie 39 Bijlage 1 Gebruikte informatie 42

4 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Achtergrond Sinds 1991 zijn in de grensregio Duitsland-Nederland vier INTERREG A-programma s uitgevoerd. Hoewel de begrotingsonderhandelingen in de EU formeel nog niet zijn afgesloten en de juridische grondslagen voor de komende subsidieperiode nog niet zijn goedgekeurd, is al begonnen met de voorbereiding van de nieuwe programmadocumenten voor het INTERREG V A-programma voor de grensregio Duitsland-Nederland, zodat deze tijdig (voor 2014) door de Europese Commissie kunnen worden goedgekeurd. De opstelling van het nieuwe programma gebeurt onder verantwoordelijkheid van het Ministerie für Wirtschaft, Energie, Industrie, Mittelstand und Handwerk van de deelstaat Nordrhein-Westfalen, in nauw overleg met de betreffende ministeries in de deelstaat Niedersachsen en Nederland en met de regionale partners. Onderdeel van de voorbereiding is een strategische analyse van het programmagebied, een compacte analyse van de specifieke sociaaleconomische kenmerken, belangrijkste regionale ontwikkelingstrends en de resultaten van de tot dusver uitgevoerde INTERREG-programma s. Uit de strategische analyse dient helder te worden welke door de EU onderscheiden thematische doelstellingen het meest geschikt zijn voor het bereiken van de doelen voor het programmagebied en of er eventuele investeringsprioriteiten uit andere thematische doelstellingen moeten worden meegenomen. De analyse berust op deskanalyse van relevante statistieken en documenten en interviews met ruim 30 experts en vertegenwoordigers van INTERREG-partners en de INTERREGprogrammasecretariaten. Aangezien zogeheten majeure projecten een belangrijk nieuw onderdeel van het huidige INTERREG IV A-programma vormen, wordt in het kader van de strategische analyse een specifieke evaluatie van deze projecten uitgevoerd. Hierin staan de volgende vragen centraal: 1 Hebben majeure projecten als nieuwe invulling van het programma opgeleverd waarvoor het bedoeld is? (Meerwaarde ook buiten het programmagebied). 2 Sluiten majeure projecten als systeemonderdeel van het programma aan bij de doelstellingen van het programma? 3 Is de kosten-batenverhouding van de majeure projecten adequaat? De aanpak bestond uit deskanalyse van projectdocumenten en interviews met de lead partners van de 11 projecten. Ook tijdens de interviews met experts en INTERREG-partners is kort op de ervaringen met majeure projecten ingegaan. De resultaten van de evaluatie van majeure projecten zijn in een aparte rapportage opgenomen. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 1

5 1.2 Kaders In haar Europa2020 strategie zet de EU in op drie, elkaar wederzijds versterkende prioriteiten: Slimme groei: verhogen van concurrentiekracht op basis van kennis en innovatie. Duurzame groei: bevorderen van een meer hulpbron-efficiënte en groene economie. Inclusieve groei: stimuleren van een hoge werkgelegenheid en sociale en territoriale cohesie. Deze inzet op slimme, duurzame en inclusieve groei wordt vertaald in vijf kerndoelen op het vlak van werkgelegenheid, R&D, klimaat en energie, onderwijs en armoedebestrijding, met concrete streefwaarden voor 2020 die mede afhankelijk van de uitgangssituatie - per land nader worden geconcretiseerd. De Europa2020-strategie vormt de basis voor het toekomstig Cohesiebeleid. De besluitvorming hierover is nog niet volledig afgerond, maar in de concept-verordeningen voor de nieuwe Structuurfondsenperiode streeft de Europese Commissie naar meer integratie en synergie in programmering en inzet van instrumenten, onder andere door: Coördinatie en integratie tussen de Structuurfondsen onderling, alsmede met andere EU-programma s en instrumenten, inclusief bijbehorende mechanismen zoals Community-led local development en Integrated teritorial investments. Concentratie van middelen op de doelen van Europa2020 door de keuze van een beperkt 1 aantal doelen uit de volgende set van 11 thematische doelen: 1. Versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie 2. Vergroting van toegang tot en gebruik en kwaliteit van informatie- en communicatietechnologie 3. Vergroting van het concurrentievermogen van het MKB 4. Ondersteuning van de overgang naar koolstofarme economie in alle bedrijfstakken 5. Bevordering van klimaatadaptatie, risicopreventie en management 6. Bescherming van milieu en bevordering van efficiënt gebruik van hulpbronnen 7. Bevordering van duurzaam transport en oplossen van knelpunten in cruciale netwerkinfrastructuren 8. Stimulering van werkgelegenheid en ondersteuning van arbeidsmobiliteit 9. Stimulering van sociale inclusie en bestrijding van armoede 10. Investering in onderwijs, vaardigheden en levenlang leren 11. Verbetering van institutionele capaciteit en efficiënt bestuur Geïntegreerde programmering, onder andere via het combineren van EU-investeringen (multifondsen) en lokale ontwikkelingsstrategieën. Verhoogde toepassing van financiële instrumenten (naast subsidies ook belastingvoordelen, garanties, kredieten en participaties mogelijk). 1 Vooralsnog ziet het ernaar uit dat voor INTERREG gekozen wordt voor maximaal 4 doelen waarop minimaal 80% van de middelen moet worden ingezet Buck Consultants InternationalMCON Consulting 2

6 Vereenvoudiging door meer coherente planning en implementatie-arrangementen. Versterking van de resultaatgerichtheid. Verlaging van de administratieve lasten voor doelgroepen en managementautoriteiten. Onderdeel van de voorbereiding van de nieuw Operationeel programma s is de ontwikkeling van een Smart Specialisation Strategy, waarin de regio aangeeft op welke kennis- en innovatiethema s of sectoren/clusters ze sterk is en zich in de toekomst verder wil specialiseren. De regio s in het Duits-Nederlandse grensgebied zijn volop bezig met het uitwerken van zo n slimme specialisatiestrategie en daarop gebaseerde Operationele programma s. De Europese Commissie heeft in position papers voor elk land prioriteiten aangegeven bij de ontwikkeling van de Partnerschapsovereenkomst en Operationele programma s, waarin de afspraken over de inzet van Structuurfondsen tussen Commissie en het land en haar partners zijn vastgelegd. Voor Duitsland zijn de belangrijkste financieringsprioriteiten: 1 Vermindering van regionale ongelijkheden in concurrentiekracht rekening houdend met demografische veranderingen. 2 Verhoging van arbeidsmarktpotentieel, participatie en onderwijsresultaten. 3 Ondersteuning van de transformatie van het energiesysteem en meer duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen. De investeringsprioriteiten voor Nederland zijn: 1 Stimulering van een innovatievriendelijke bedrijfsomgeving. 2 Verhoging van de arbeidsmarktparticipatie door meer werkgelegenheid en participatie. 3 Bevordering van een milieuvriendelijke en hulpbron-efficiënte economie. Zowel voor Duitsland als Nederland dienen de Europese Territoriale Samenwerkings (ETS) doelen voor de programmaperiode gebaseerd te zijn op een meer strategische benadering uitgaande van de belangrijkste uitdagingen van de grensgebieden, een kritische reflectie op de ervaringen in de voorgaande programmaperiodes, een sterker bewustzijn van de samenhang in acties met die in nationale en andere EU-programma s, alsmede een sterke focus op partnerschap, met erkenning van de verschillende behoeften en prioriteiten langs de grenzen. Voor Nederland wordt bij de kritische reflectie op de ervaringen in de voorgaande periodes toegevoegd dat het ambitieniveau voor de samenwerking op een hoger niveau moet worden gebracht Jaarlijks geeft de Europese Commissie op basis van een analyse van de economische situatie ook landen-specifieke aanbevelingen. Voor Duitsland zijn de aanbevelingen voor 2012: 1. Continuering van het voorzichtige fiscaal beleid, o.a. om de zorg betaalbaar te houden en onderwijs en onderzoek te stimuleren. 2. Bestrijdt de overgebleven structurele zwakten in de financiele sector. 3. Verminder de belasting-wig, met name voor laagverdieners, en bevorder activering en participatie van langdurig werkzoekenden en achtergestelde groepen. 4. Beperkt de kosten van transformatie van het energiesysteem tot een minimum en stimuleer concurrentie in dienstensectoren en de sppormarkt. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 3

7 Voor Nederland zijn de landen-specifieke aanbevelingen voor 2012: 1. Zorg ervoor dat begrotingstekort en staatsschuld tijdig en blijvend afneemt, zonder dat dit ten koste gaat van uitgaven voor onderzoek, innovatie, onderwijs en training. 2. Verhoog de pensioenleeftijd aansluitend bij de toename in levensverwachting, gepaard gaande met arbeidsmaatregelen en het betaalbaar houden van pensioenen en zorg. 3. Bevorder de participatie op de arbeidsmarkt, vooral van ouderen, vrouwen, gehandicapten en migranten. 4. Stimuleer innovatie, private R&D-investeringen, nauwere relaties tussen wetenschap en bedrijfsleven en industriële vernieuwing, ook buiten de topsectoren, terwijl het fundamenteel onderzoek op peil wordt gehouden. 5. Neem maatregelen om de woningmarkt geleidelijk te hervormen. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 4

8 Hoofdstuk 2 Beschrijving programmagebied 2.1 Inleiding Vergeleken met de vorige periode is door de betrokken INTERREG-partners voorgesteld het programmagebied uit te breiden met de 20%-gebieden en met drie nieuwe regio s, te weten nieuwe gebieden in de regio Weser-Ems, de Stadt Düsseldorf en Zuidoost Noord- Brabant (zie figuur 2.1) Figuur 2.1 Kaart van het programmagebied Buck Consultants InternationalMCON Consulting 5

9 2.2 Bevolking De bevolking in het programmagebied bedroeg op 1 januari 2012 in totaal personen, ongeveer gelijk verdeeld over de Duitse en Nederlandse deelregio s. De grootste concentraties zijn te vinden in het zuidelijk deel van het programmagebied. De bevolking in het programmagebied is tussen 1 januari 2008 en 1 januari 2012 met 0,7% gegroeid. De groei heeft echter niet gelijkmatig over het gehele programma gebied plaatsgevonden. In onderstaande kaart is met blauw weergegeven welke regio s te maken hadden met een groeiende bevolking en met rood welke met een krimpende. Figuur 2.2 Bevolkingsontwikkeling programmagebied per NUTS3-regio resp. prognose Bron: CBS, LSKN-Online en Landesdatenbank NRW 2013 De sterkst groeiende regio s (NUTS3) waren Münster (+6,9%), Flevoland (+4,4%) en Overig Groningen (+3,0%). De sterkst krimpende regio s waren Wesermarsch (-2,9%), Delfzijl en omgeving (-2,8%) en Duisburg (-1,7%). Naar verwachting, groeit de bevolking van het programmagebied tussen 2012 en 2020 met 1% tot bijna 14,5 miljoen personen. Ook hierbij is sprake van sterke verschillen in groei tussen regio s, met een aantal regio s die nog (sterk) groeien, maar ook tal van regio s die hun bevolking zien afnemen. De sterkst groeiende regio s zijn Flevoland (+12,2%), Vechta (+8,7%) en Münster (+6,2%). Daar staat tegenover dat de regio s Wilhelmshaven (-7,6%), Friesland (Duitsland) (-6,3%) en Delfzijl en Omgeving (-5,8%) een sterke krimp te zien geven. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 6

10 Vergrijzing en ontgroening en op termijn krimp van de bevolking heeft sterke consequenties voor de regionale arbeidsmarkt (teruglopende verhouding actieven-inactieven), woningmarkt (andere en soms minder behoefte), de vraag naar zorg en het draagvlak voor voorzieningen (o.a. onderwijs, winkels en openbare voorzieningen). Overheden zoeken hier uiteenlopende oplossingen voor. 2.3 Economische en kennisstructuur Bedrijvigheid In het programmagebied zijn anno 2010 ruim bedrijven gevestigd, waarvan circa in het Duitse en in het Nederlandse deel. Meer dan 99% van de bedrijven heeft minder dan 250 werkzame personen en behoort in de EU-definitie tot het MKB. De aanwezige grote bedrijven nemen wel een aanzienlijk aandeel van de werkgelegenheid voor hun rekening en zijn belangrijk vanwege hun R&D, export en uitbesteding aan het regionale MKB. Werkgelegenheid De werkgelegenheid in het programmagebied bedroeg in december 2010 in totaal banen. In onderstaande figuur is deze werkgelegenheid verder uitgesplitst naar sector (in percentages) en vergeleken met Nederland en Duitsland als geheel. Figuur 2.3 Werkgelegenheid Programmagebied, Duitsland en Nederland naar sector in 2010 Landbouw, bosbouw en visserij Nijverheid (geen bouw) en energie Bouwnijverheid Handel, vervoer Horeca Informatie en communicatie Financiële dienstverlening Verhuur en handel van onroerend goed Zakelijke Dienstverlening Overheid en Zorg Cultuur, recreatie, overige diensten Programmagebied Duitsland Nederland 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% Bron: CBS, 2013; Statistische Ämter des Bundes und der Länder, Regionaldatenbank Deutschland, 2013 Buck Consultants InternationalMCON Consulting 7

11 De grootste sector in het programmagebied is Overheid en Zorg, met in totaal circa 1,5 miljoen banen (30%), gevolgd door Handel, Vervoer en Horeca met circa 1,4 miljoen banen (25%). Daarna volgen Nijverheid en Energie, exclusief bouw (16%) en Zakelijke dienstverlening (15%). Gezamenlijk zijn deze vier sectoren goed voor 83% van de werkgelegenheid in het programmagebied. In vergelijking met Nederland is er in het programmagebied een oververtegenwoordiging van Nijverheid & Energie (excl. bouw) en een ondervertegenwoordiging van de sectoren Overheid & Zorg en Zakelijke Dienstverlening. In vergelijking met Duitsland is er in het programmagebied sprake van een oververtegenwoordiging in Overheid & Zorg, Handel, Vervoer & Horeca en Zakelijke Dienstverlening. Er is echter sprake van ondervertegenwoordiging in Nijverheid en Energie (excl. bouw). Bruto Binnenlands Product In onderstaande figuur wordt het Bruto Binnenlands Product per inwoner in de verschillende NUTS-3 regio s binnen programmagebied met elkaar vergeleken. Hierbij wordt de score vergeleken met het EU27 gemiddelde. Figuur 2.4 BBP per inwoner per NUTS-3 regio als % van het EU27 gemiddelde in 2009 Bron: Eurostat Buck Consultants InternationalMCON Consulting 8

12 Met name de Nederlandse deelgebieden en de Duitse steden van het programmagebied scoren vrij goed in vergelijking met het EU gemiddelde. Een fors aantal Duitse regio s en een viertal Nederlandse scoren onder het EU27-gemiddelde, waarvan enkele regio s in het Noorden (m.n. Oost-Groningen en de Landkreisen Aurich en Oldenburg) fors. Kennisinfrastructuur Het programmagebied beschikt over een uitgebreid aanbod van kennisinstellingen, zoals universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstituten. Een (waarschijnlijk niet compleet) overzicht hiervan is opgenomen in onderstaand figuur. Figuur 2.5 Overzicht kennisinstellingen in programmagebied Bron: BCI/MCON Buck Consultants InternationalMCON Consulting 9

13 Innovatie De Regional Innovation Scoreboard van de Europese Commissie meet de innovativiteit van (NUTS 1 in Duitsland en NUTS 2 in Nederland) gebieden aan de hand van twaalf indicatoren, die betrekking op innovatie enablers, bedrijfsactiviteiten en outputs. Op basis van de resultaten worden de gebieden ingedeeld in vier categorieën. Uit figuur 2.6 blijkt dat het Duitse deel van het programmagebied wordt aangemerkt als innovation leader, het grootste stuk van het Nederlandse deel als innovation follower en Drenthe en Fryslân als moderate innovator. Hierbij moet worden opgemerkt dat aan Duitse kant de cijfers op geheel Niedersachsen en Noordrijn-Westfalen betrekking hebben en de cijfers voor het grensgebied lager liggen. Figuur 2.6 Regional Innovation Scoreboard 2012 Bron: European Commission, Regional Innovation Scoreboard 2012 Uit diverse studies (o.a. van EIM voor Noord-Nederland) blijkt dat vooral bij kleinere bedrijven het innovatievermogen beperkt is, onder andere door een beperkte groeiambitie, onvoldoende aansluiting op kennisbronnen en gebrek aan benodigde menskracht en middelen. Stimuleringsmaatregelen van de overheden hebben slechts een beperkt bereik, terwijl de mogelijkheden van het MKB om in innovatie te investeren door de economische crisis en kredietbeperkingen van banken teruglopen. Buitenlandse studenten Het aantal Duitse studenten op Nederlandse universiteiten en hogescholen in het programmagebied bedraagt circa , ofwel 60% van het totaal van Duitse studenten in Nederland (bron: Nuffic). Het aantal Nederlandse studenten aan Duitse universiteiten en hogescholen is ongeveer 2.250, waarvan circa 50 in Weser-Ems en een onbekend aantal in Nordrhein-Westfalen. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 10

14 2.4 Arbeidsmarkt Beroepsbevolking en werkloosheid De totale beroepsbevolking in het programmagebied omvat personen, ongeveer gelijk verdeeld over de Duitse en Nederlandse deelgebieden. De participatiegraad van de beroepsbevolking varieert van 67-73% in het Duitse deel van het programmagebied en in Groningen, Drenthe en Limburg tot meer dan 73% in Overijssel, Gelderland, Flevoland en Noord-Brabant. Figuur 2.7 Werkzame personen als aandeel van totale aantal jarigen in 2011 (NUTS 2) Bron: Eurostat Als indicatie van het opleidingsniveau van de beroepsbevolking is gekeken naar het percentage jarigen dat hoger onderwijs heeft genoten (figuur 2.8). Dit percentage is het hoogst in Groningen en Gelderland (30-35%) en ligt in de rest van het programmagebied tussen 20 en 30%. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 11

15 Figuur 2.8 Percentage jarigen met hoger onderwijs in 2010 (NUTS 2) Bron: Eurostat In onderstaande figuur wordt de werkloosheid als percentage van de beroepsbevolking naar NUTS-3 regio in het programmagebied in 2010 weergegeven. Figuur 2.9 Werkloosheid per NUTS-3 regio als percentage van de beroepsbevolking in 2010 Bron: Eurostat Buck Consultants InternationalMCON Consulting 12

16 De werkloosheid ligt in 2010 in het grootste deel van het programmagebied onder de 5%. In het zuidoosten en het noorden van het programmagebied is er echter sprake van iets hogere werkloosheidpercentages, met uitschieters in Wilhelmshaven en Duisburg. Sinds 2010 is de werkloosheid, ook in het grensgebied, door de economische crisis aanzienlijk toegenomen. Grenspendel Het aantal werknemers dat in het Duitse deel van het programmagebied woont en in Nederland werkt, bedraagt anno 2009 (laatste gegevens CBS) circa Ruim eenderde deel hiervan zijn Nederlanders die in Duitsland zijn gaan wonen. Het aantal pendelaars dat vanuit het buitenland het Duitse deel van het programmagebied inkomt, bedraagt medio 2010 ruim Hoeveel daarvan uit het Nederlandse deel van het programmagebied komen, is niet bekend. 2.5 Natuur- en milieusituatie De kwaliteit van de leefomgeving is sinds 1990 verbeterd: lucht, water en bodem zijn dankzij gericht overheidsbeleid over het algemeen schoner geworden. Wel heeft de regio te maken met enkele grote en hardnekkig opgaven, die de komende jaren aandacht vergen, namelijk het tegengaan van de klimaatverandering, het behoud van biodiversiteit en regionale knelpunten op het gebied van uitstoot van schadelijke stoffen (o.a. fijnstof), geluidhinder en waterkwaliteit. De overheid zet dan ook sterk in op verdere vermindering van de uitstoot van broeikasgassen (waaronder CO 2 ), verhoging van het aandeel energie opgewekt uit hernieuwbare bronnen (biomassa, wind en zon), behoud van biodiversiteit en stimulering van een koolstofarme economie. In het programmagebied bevindt zich een groot aantal ecologisch waardevolle gebieden, met zowel in het Duitse als Nederlandse deel meer dan 100 NATURA 2000 gebieden met een totale oppervlakte van meer dan hectare. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 13

17 Figuur 2.10 Natura 2000-gebieden in programmagebied (PM betere kaart volgt) 2.6 Thematische doelen Voor de verschillende grensgebieden heeft ESPON de score op de 11 thematische doelen in beeld gebracht (ESPON, november 2012). Per thematisch doel (met uitzondering van 7 en 11) is een indicator geselecteerd en in beeld gebracht hoe het programmagebied in vergelijking met Duitsland en Nederland scoort. In onderstaande tabellen zijn de scores van Duitsland, Nederland en het programmagebied op de betreffende indicator opgenomen, waarna met een smiley is aangegeven of het programmagebied hoger, gemiddeld of lager scoort. Uiteraard kunnen de scores binnen het programmagebied verschillen en in de laatste kolom is aangegeven of deze verschillen laag, medium of hoog zijn. Thematisch doel Slimme groei 1 Versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie. Total intramural R&D Expenditure (Percentage of the GDP (2009) 2 Verbetering van de toegang tot en het gebruik en de kwaliteit van informatie- en communicatie technologie. Percentage of individuals regularly using internet (2011) 3 Vergroting van de concurrentiekracht van kleine en middelgrote ondernemingen, alsmede van de landbouwsector en van de visserij- en aquacultuursector Employment in knowledge-intensive services as percentages of total employment (2010) Duitsland Nederland Programmagebied Programma gebied t.o.v. NL & Dui Verschillen binnen Programmagebied 1,9 1,8 1,7 Hoog 77,0 90,5 87,0 Laag 38,6 45,2 41,5 Laag Buck Consultants InternationalMCON Consulting 14

18 Programma gebied t.o.v. NL & Dui Verschillen binnen Programmagebied Thematisch doel Duitsland Nederland Programmagebied Duurzame groei 4 Ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme economie in alle bedrijfstakken Hoog Wind energy potential 5 Bevordering van de aanpassing aan de klimaatverandering, risicopreventie en beheer. Potential vulnerability to climate change 6 Bescherming van het milieu en bevordering van efficiënt gebruik van hulpbronnen. Ozone concentration 7 Bevordering van duurzaam vervoer en opheffing van knelpunten in centrale netwerkinfrastructuren. PM Inclusieve groei 8 Bevordering van werkgelegenheid en ondersteuning van arbeidsmobiliteit. Long-term unemployment rate (12 months and more) Bevordering van sociale inclusie en bestrijding van armoede. At-risk-of-poverty rate Investeringen in onderwijs, vaardigheden en een leven lang leren door het ontwikkelen van infrastructuur voor onderwijs en opleiding. Persons aged and with upper secondary or tertiary education attainment (%) Verbetering van de institutionele capaciteit en een efficiënt openbaar bestuur. PM 0,05 0,22 0,12 Hoog 7,6 6,7 11,8 Hoog 2,5 1,4 1,7 Hoog 14,7 10,4 11,0 Medium 85,7 71,6 71,9 Laag De waarden vertegenwoordigen de mediane waarde per gebied Verschillen binnen het programmagebied zijn gebaseerd op de variatiecoëfficiënt: laag < 15%, medium 15-30%, hoog > 30% Regionaal niveau van analyse: NUTS2 met uitzondering van Ozone and Potential Vulnerability is NUTS Uit dit overzicht blijkt dat het programmagebied bij de doelen 1 en 6 lager scoort dan Duitsland en Nederland als geheel, terwijl het bij de andere doelen een tussenpositie inneemt. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 15

19 Hoofdstuk 3 Ervaringen afgelopen jaren 3.1 Resultaten voorgaande INTERREG-perioden Al sinds de jaren vijftig is sprake van grensoverschrijdende samenwerking tussen Duitsland en Nederland. In 1958 wordt deze voor het eerst geïnstitutionaliseerd in de EUREGIO. Oorspronkelijk werden de initiatieven gefinancierd uit lokale bronnen, maar vanaf 1991 stelt de Europese Unie INTERREG-middelen beschikbaar om de ontwikkeling en integratie van het grensgebied te stimuleren. Langs de Duits-Nederlandse grens gaat het om vier programmagebieden. In de eerste fase ( ) richten de programma s zich met name op het samenbrengen van mensen, bedrijven en organisaties aan weerszijden van de grens en op het verbeteren van de grensoverschrijdende infrastructuur. In de tweede fase ( ) wordt de samenwerking verder verankerd via uitbouw van netwerken en gemeenschappelijke uitvoering van projecten. In INTERREG IIIA ( ) worden nog slechts twee programmagebieden (EDR en EUREGIO/Rijn-Waal/Rijn-Maas Noord) onderscheiden en worden de projecten omvangrijker en innovatiever. De lopende periode ( ) is langs de grens van Noordzee tot Midden-Limburg sprake van één programma, gericht op de prioriteiten (1) economie, technologie en innovatie, (2) duurzame regionale ontwikkeling en (3) maatschappelijke integratie. Voor dit programma wordt vanuit INTERREG bijna 139 miljoen beschikbaar gesteld, waarvan ruim 80 miljoen (58%) voor prioriteit 1 en twee keer 25 miljoen (18%) voor prioriteit 2 respectievelijk 3 (de overige 6% voor Technische bijstand). Van het totale bedrag kan 65% worden besteed aan regionale projecten en wordt 35% geserveerd voor majeure projecten in een groot deel van het grensgebied. De resultaten van het lopende programma tot eind 2011 kunnen op basis van het Jaarverslag 2011 als volgt worden samengevat: In totaal zijn 101 projecten goedgekeurd, waarmee ruim 89% van het beschikbare budget is vastgelegd. Hiervan hebben 41 projecten, waaronder 8 majeure, betrekking op prioriteit 1. Een aantal doelwaarden, waaronder het aantal betrokken MKB, grensoverschrijdende netwerken en clusters, innovaties in MKB en aantal bijscholingsinitiatieven door bedrijven, is al (ruimschoots) gehaald en verwacht wordt dat de meeste andere doelwaarden aan het eind van de projectperiode zullen zijn bereikt. Binnen prioriteit 2 zijn 26 projecten goedgekeurd, waarvan 1 majeur project. Op de drie deelterreinen bevordering van hernieuwbare energie en energiebesparende technologie, grensoverschrijdende infrastructuur en natuur- en milieubescherming zijn eind 2011 de doelwaarden qua aantal projecten grotendeels (en soms ruim) gehaald, maar blijft het aantal deelnemers/gebruikers nog enigszins achter. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 16

20 Binnen prioriteit 3 zijn in totaal 28 projecten goedgekeurd, waaronder 2 majeure. Op de deelterreinen gezondheidszorg en consumentenbescherming en onderwijs en cultuur zijn de doelwaarden (ruim) behaald, maar op het terrein van arbeidsmarkt/grenspendel blijft het bereik nog achter bij de planning. Bij geen van de prioriteiten hebben zich bij de uitvoering belangrijke problemen voorgedaan. Uitzondering was de ontwikkeling van majeure projecten, die in het begin stroef verliep. Door meer intensieve begeleiding is in 2011 een grote inhaalslag gemaakt, waardoor eind van dat jaar toch het gehele beschikbare budget is gecommitteerd aan 11 projecten. Andere belangrijke aandachtspunten waren het behalen van de n+2 regel en klachten over de hoge administratieve lasten bij de uitvoering van projecten. Beide onderwerpen zijn opgepakt via een interne on-going evaluatie, waarin voorstellen voor verbetering zijn geformuleerd. De klachten hebben onder meer betrekking op het berekenen en afrekenen van personeelskosten, aanbestedingsregels, onderbouwing van alle uitgaven met originele betalingsbewijzen, 100% controle en bevoorschotting. Bepaalde verbeteringen zijn reeds doorgevoerd en momenteel is een werkgroep bezig met het uitwerken van verdere verbeteringsvoorstellen. 3.2 Succesfactoren en verbeterpunten Uit de interviews met vertegenwoordigers van INTERREG-partners, programmamanagement en externe experts komen de volgende succesfactoren van het INTERREGprogramma in de afgelopen jaren naar voren: Uitgangssituatie De gemeenschappelijke kenmerken, wortels en complementariteit in het grensgebied. Overeenkomstige belangen van partijen aan weerszijden van de grens: overheden: tal van raakvlakken en overlappende beleidsthema s, zoals veiligheid, natuur en milieu, toerisme, arbeidsmarkt, etc.; burgers: overlappend verzorgingsgebied, arbeidsmarkt, recreatie, etc.; bedrijven: relevante contacten, kennis en marktentree; kennisinstellingen: extra studenten en valorisatiemogelijkheden. Natuur, milieu, e.d. houden niet op bij grens. Strategie De focus van INTERREG op ontwikkeling én integratie van de grensregio, waarbij contacten dienen als smeerolie en basis voor de opstart van projecten en netwerken, zodat arbeidsmarkt, onderwijs, zorg, etc. steeds meer grensoverschrijdend worden. Selectie van goede projectpartners. Netwerkvorming van partijen rond clusters/thema s, waarbij rechtstreekse betrokkenheid van het bedrijfsleven, met name MKB, van groot belang is. Bundeling van uiteenlopende kennis en benaderingen aan beide zijden van de grens, waardoor nieuwe oplossingen voor vraagstukken ontstaan. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 17

21 Omzetting van kennis in vernieuwende toepassingen, gebruik makend van elkaars sterkten (bijvoorbeeld Duitse technologie en gedegenheid en Nederlandse creativiteit en handelsgeest). Niet alleen focus op het voortraject van projecten (consortiumvorming, ideeontwikkeling), maar ook op concrete business development, verdienmodellen en het naar de markt brengen van innovatie (voortraject via subsidie, maar laatste deel eventueel gefinancierd via lening of garantie). Verdere verdieping van relaties via praktische samenwerkingsprojecten. Verlagen van drempels voor grensoverschrijdende arbeid, MKB, studenten, etc. ( clash van systemen ). Opschaling door majeure projecten, waardoor ze inhoudelijk sterker worden, een grotere impact mogelijk is en ze meer uitstraling (o.a. richting EU en landen) krijgen. Hoger innovatieniveau bereikt en waarschijnlijk meer innovaties ontwikkeld dan met INTERREG III. Kwaliteitsstijging wat betreft voorbrenging en integratie van regionale excellentie. Met het instrument majeure projecten is een geschikt format gevonden om beter in te kunnen spelen op mondiale uitdagingen en ambitieuze onderwerpen. Via INTERREG lukt het steeds beter de verbinding tussen Onderzoeks- en Ontwikkelings- en Structurele doelstellingen te maken. Organisatie Mobilisatie van expertise en langjarige ervaring vanuit hele grensregio. Recrutering van professionele ontwikkelkracht, die behoeften/knelpunten weet te articuleren, partijen kan mobiliseren en deze aan kan zetten tot gezamenlijke acties. Samenwerking tussen aanjaagorganisaties in verschillende gebieden. Zoveel mogelijk ontzorging van het MKB, door een faciliterende rol van een coördinator of lead partner. In projecten te hanteren tarieven zijn voor bepaalde aanjaagorganisaties c.q. projectpartners te laag. Als verbeterpunten voor de komende periode zijn uit de interviews naar voren gekomen: Context/analyse Het verschaffen van een helder beeld van de belangrijkste behoeften en knelpunten in de grensregio, op basis waarvan concrete doelen en strategie kunnen worden geformuleerd. Verheldering van de kwaliteitseisen aan projecten, omdat verschillende partijen daarvoor uiteenlopende criteria hanteren. De definitie van innovatie niet beperken tot high tech/doorbraaktechnieken, maar ook richten op uitrol van bestaande technologieën en nieuwe toepassingen/combinaties van bestaande kennis. Op sommige terreinen vindt weinig grensoverschrijdende samenwerking plaats door onvergelijkbare structuren en partijen, zodat eerst hierin moet worden geïnvesteerd. Nationaal beleid is niet 1-op-1 door te trekken naar een grensoverschrijdende aanpak. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 18

22 Strategie Doordachte werving van projectpartners (via professionele screening, tender, peer review, o.i.d.). Reductie van de eisen ( red tape ) in de voorbereiding van een project. Idem bij de uitvoering (verantwoording, controles, voorfinanciering, etc.). Zoveel mogelijk open en flexibele programma s in verband met de korte tijdshorizon van het MKB. Innovatie impliceert risico s, dus falen mag, mits ervan wordt geleerd. Niet alleen naar een project sec kijken, maar deze gebruiken voor het stimuleren van een sterke basis (netwerk) en uitstraling in de regio. Cofinanciering van projecten zoveel mogelijk vooraf regelen. Aan de technische beoordeling en waardering van de resultaten, met name voor innovatie georiënteerde projecten, wordt vaak te weinig aandacht besteed. Een kosten-batenanalyse van afgeronde projecten is vaak lastig vanwege het gebrek aan informatie. Dit zou vooral bij de grotere projecten moeten worden geoptimaliseerd. Organisatie Op het programmaniveau de professionele beoordeling en monitoring van projecten uitbreiden en de administratieve controle en toezicht verminderen. Bepaalde grote en innovatie georiënteerde projecten met vele partners en subprojecten vereisen een hoge vakkundigheid van het projectmanagement en het INTERREGprogramma. Vanwege deze hoge eisen kan meer support voor de leadpartner via de Euregio s zinvol zijn. Zoveel mogelijk versimpelen van de organisatieopzet en optimaliseren van de taakverdeling tussen het GIS en de Projectmanagementorganisaties Onderzoek naar de mogelijkheden voor een gezamenlijk Duits-Nederlands investeringsfonds. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 19

23 Hoofdstuk 4 Doelen INTERREG-partners 4.1 Samenvatting doelen partners Bondsrepubliek Duitsland In het Nationale Hervormingsprogramma 2012 wordt ingezet op handhaving van de stringente begrotingsdiscipline, extra ondersteuning van R&D, financiële stabiliteit (o.a. gericht op een aantal systeemrelevante Landesbanken), stimulering van arbeidsparticipatie en versterking van het ondernemersklimaat. Daartoe wordt een groot aantal maatregelen voorgesteld, waarbij onder andere gekeken wordt naar financiering vanuit EU-middelen. Nordrhein-Westfalen In Nordrhein-Westfalen geeft de overheid prioriteit aan de volgende clusters: Machine- en apparatenbouw en productietechniek Nieuwe materialen Mobiliteit en logistiek Informatie- en communicatietechnologie Energie- en milieutechnologie Media en creatieve industrie Gezondheidseconomie en Life Sciences Niedersachsen De overheid van Niedersachsen heeft recent een nieuw innovatieconcept uitgebracht, waarin de nadruk wordt gelegd op vijf toekomstthema s: Energie (duurzame, besparing en efficiëntie) Mobiliteit Landbouw en voedingsmiddelenindustrie Gezondheid, inclusief biotechnologie Kusten en zeeën, inclusief offshore windenergie en scheepsbouw Buck Consultants InternationalMCON Consulting 20

24 Om innovatie op deze terreinen te stimuleren, zet de overheid in op onderzoek en ontwikkeling, doorsnijdende technologieën (nieuwe materialen, creatieve industrie), advisering, netwerkvorming, innovatieprojecten, opleiding en kwalificatie van personeel en innovatief inkopen. Nederland In het Nationaal Hervormingsprogramma 2012 wordt sterk ingezet op houdbaarheid van de overheidsfinanciën, financiële stabiliteit, verhoging van de arbeidsparticipatie (o.a. door geleidelijke verhoging van de pensioenleeftijd, activering van diverse doelgroepen en betere aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt), stimulering van onderzoek en innovatie (zie onder), CO 2 -reductie (o.a. via Green Deals) en stimulering van duurzame energie (o.a. via SDE+). In het nieuwe bedrijvenbeleid (februari 2011) zet de Rijksoverheid enerzijds in op generieke maatregelen om ondernemen te stimuleren, onder meer via minder en eenvoudiger regels, kennisvalorisatie, fiscale maatregelen, financiering van innovatie en benutting van internationale kansen. Daarnaast wordt ingezet op een sectorale aanpak met meer vraagsturing vanuit het bedrijfsleven en samenwerking tussen kennisinstellingen, bedrijven en overheden op het vlak van R&D/innovatie, duurzaamheid, human capital, internationalisering, fysieke randvoorwaarden en het wegnemen van belemmerende regelgeving in negen topsectoren, te weten: AgriFood Tuinbouw & uitgangsmaterialen Chemie High Tech Systemen & Materialen Life Sciences & Health Logistiek Water Creatieve industrie Energie Alsmede op twee sectordoorsnijdende thema s, namelijk: Biobased economy ICT Regionale strategieën Op regionaal niveau zijn de speerpunten van Noordwest Niedersachsen (Weser-Ems) Agribusiness Energie Maritieme sector Buck Consultants InternationalMCON Consulting 21

25 Deze drie speerpunten dienen zoveel mogelijk te worden verbonden met andere regionaal sterke bedrijfstakken en sleuteltechnologieën. In Noord-Nederland is gekozen voor de volgende vijf economische speerpunten: Energie Watertechnologie Sensortechnologie Agribusiness/Biobased Economy Healthy Ageing/Life Sciences Al deze speerpunten komen terug in de kansen die de Eems-Dollard Regio voor de komende periode signaleert, aangevuld met: Kunststoffen, metaalconstructie en machinebouw, en logistiek. Maatschappelijke en culturele integratie. Binnen Oost-Nederland wordt prioriteit gegeven aan de economische clusters: High Tech Systemen & Materialen, inclusief ICT Food Health Energie- en Milieutechnologie De EUREGIO kiest niet zozeer voor sectorale speerpunten, maar - vanuit het streven (visie) naar één verzorgingsgebied in een sterke regio - voor een gelijkwaardige inzet op vergroting van de economische kracht en kwaliteit van het leven enerzijds en bevordering van de integratie van het gebied anderzijds. Daarbij wordt ingezet op de volgende speerpunten: Duurzame ruimtelijke ontwikkeling, met name ruimtelijke ontwikkeling, infrastructuur en verkeer, alsmede energie. Economie, met name innovatie in het MKB, arbeidsmarkt en kwalificatie, en toerisme. Maatschappelijke ontwikkeling, met name onderwijs, sociaal-culturele ontmoetingen, gezondheidszorg en openbare veiligheid. De Euregio Rijn-Waal is bezig met een herijking van haar huidige strategie. Naast blijvende aandacht voor grensoverschrijdende integratie werkt men op economisch terrein aan een actieplan Kennisalliantie Rijn-Waal Hierbij worden de volgende thema s vanuit zowel economisch als kennisperspectief als kansrijk gezien: Life Sciences, medische techniek en biotechnologie Energie- en milieutechnologie Logistiek Nano- en microtechnologie, grondstoffen en high tech materialen Agribusiness en food Creatieve sector Buck Consultants InternationalMCON Consulting 22

26 Doel is de in de regio aanwezige kennis voor het bedrijfsleven aan beide zijden van de grens toegankelijk te maken en aldus de innovatiekracht te vergroten. Omdat deze kennisintensieve ontwikkelingen niet los kunnen worden gezien van andere belangrijke maatschappelijke thema s, is er ook aandacht voor flankerende onderwerpen als demografie, cultuur en toerisme. Binnen Zuid-Nederland wordt voor Oost-Brabant en Noord- en Midden-Limburg prioriteit gegeven aan de clusters: High Tech Systemen & Materialen, inclusief automotive en energie Food & Technology Life Sciences & Health De euregio rijn-maas noord richt zich in de huidige regiovisie (die momenteel wordt herzien) op de speerpunten: Economie, technologie en innovatie, met name in de maakindustrie, logistiek, agribusiness en toerisme & recreatie. Duurzame regionale ontwikkeling, met name milieu en klimaat en verkeer en infrastructuur. Kennisontwikkeling en onderwijs. Maatschappelijke integratie, met name leven en cultuur. 4.2 Conclusies Vanuit de uiteenlopende nationale en regionale strategieën is er veel draagvlak voor het stimuleren van onderzoek, ontwikkeling en innovatie in specifieke sectoren/clusters die grensoverschrijdend van belang zijn. Het betreft onder andere: Agribusiness en food, inclusief tuinbouw High Tech Systemen & Materialen/Maakindustrie, inclusief sensortechnologie en ICT Energietransitie Logistiek Health en Life Sciences Vanuit deelregio s wordt ook aandacht gevraagd voor de sectoren: Maritieme sector Toerisme en recreatie Daarnaast wordt reeds onderdeel van eerdere grensoverschrijdende programma s, maar extra gestimuleerd door de Europa2020-strategie - samenwerking gezocht op het terrein van: Buck Consultants InternationalMCON Consulting 23

27 Efficiënter gebruik van natuurlijke hulpbronnen en terugdringing van milieu- en klimaatproblemen via besparing en inzet van duurzame alternatieven. Integratie van arbeidsmarkten en institutionele afstemming op het gebied van onderwijs, gezondheid, veiligheid en ruimtelijke ontwikkeling. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 24

28 Hoofdstuk 5 Perspectieven grensoverschrijdende thema s 5.1 Inleiding In de voorgaande hoofdstukken zijn de belangrijkste grensoverschrijdende thema s en sectoren geïdentificeerd. In dit hoofdstuk staan de perspectieven van deze sectoren en thema s centraal. Daarbij wordt voor de overkoepelende EU-prioriteiten slimme, duurzame respectievelijk inclusieve groei achtereenvolgens ingegaan op de belangrijkste behoeften en uitdagingen in de grensregio en de mogelijke oplossingsrichtingen. Vervolgens worden per sector/cluster of thema beknopt de uitgangsituatie, belangrijkste sterkten en zwakten en kansen en bedreigingen, alsmede aanknopingspunten voor INTERREG V aangegeven. 5.2 Slimme groei Analyse behoeften/uitdagingen grensregio Achterblijvend innovatievermogen in MKB door relatief beperkte aansluiting tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven, lage groeiambitie en beperkte competenties binnen veel kleine en middelgrote bedrijven. Beperkte internationalisering van het MKB. Beperkingen in human capital, mede door krimp en matige aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, waardoor enerzijds tekorten en anderzijds werkloosheid en braindrain van hoger opgeleiden Tal van praktische belemmeringen voor grensoverschrijdend werken en studeren Oplossingsrichtingen Generieke maatregelen ter stimulering van innovatievermogen en internationalisering van het MKB door: o Bewustwording en gerichte advisering. o Stimulering van ondernemerschap. o Bevordering van kennis- en technologietransfer en open innovatie. o Vergroting van de toegang tot investerings- en risicokapitaal. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 25

29 Ontwikkeling en uitbouw van grensoverschrijdende clusters/netwerken, waarin aandacht voor: o R&D/kennis- en technologietransfer. o Human capital/onderwijs en arbeidsmarkt. o Bevordering van internationalisering, waarbij grensoverschrijdend samenwerken toegang geeft tot nieuwe kennis/technologie en eenvoudiger marktentree. o Eventueel specifieke eisen aan het vestigingsklimaat, inclusief specifieke R&Dfaciliteiten, pilots, etc. Innovatiekansen in crossovers met andere sectoren en sleuteltechnologieën Uitwerking kansrijke sectoren/clusters grensregio Duitsland- Nederland Agribusiness/food Situatie programmagebied Hoewel de land- en tuinbouw nog slechts enkele procenten van de totale werkgelegenheid inneemt, vormt deze sector en de daaraan gerelateerde bedrijvigheid (toeleverende en verwerkende industrie, logistiek en dienstverlening) in delen van het programmagebied nog steeds een belangrijke basis van de regionale economie. In het noordelijken middendeel van het gebied betreft het vooral grondgebonden landbouw (o.a. teelt van graan, aardappelen, suikerbiet, e.d.) en veeteelt (m.n. melkvee). In het zuidelijk deel (m.n. rond Venlo en het aansluitende deel van NRW) gaat het vooral om tuinbouw, hetgeen tijdens de Floriade 2012 volop in de kijker heeft gestaan. In het programmagebied zijn tal van kennisinstellingen en hoogwaardige bedrijven aanwezig die R&D verrichten op het vlak van onder andere primaire productiesystemen (bodem- en gewasverbetering, veehouderijsystemen, agrarische machines en installaties, etc.), verwerking en houdbaarheid van voedingsproducten, gebruik van reststromen, agrologistiek en alternatief gebruik van agrarische grondstoffen. Het gaat onder meer om Wageningen Universiteit en Research (WUR), Deutsches Institüt für Lebensmitteltechnik e.v. (DIL), Carbonhydrate Competence Centre (CCC), Dairy Campus, Food Procssing initiatieven, 3N-Kompetenzzentrum Nachwachsende Rohstoffe Niedersachsen en bedrijven als Royal Friesland Campina, Aveba, Cosun, Big Dutchman en Wernsing Feinkost. In de lopende programmaperiode zijn drie majeure projecten op het gebied van agrobusiness gestart, namelijk Food Future (innovatie binnen de voedingsbranche), Gezonde Kas (innovatie binnen de glastuinbouw) en Safe Guard (voorkomen van dierziekten en kwaliteit van dierlijke producten). Daarnaast hebben enkele projecten sterke raakvlakken met dit cluster, o.a. SmartBot (toepassing van sensoren o.a. in landbouw) en Groen Gas (o.a. via vergisting van agrarische reststromen). Buck Consultants InternationalMCON Consulting 26

30 Uitdagingen en kansen grensregio Sterkten Groot deel van de waardeketen in de regio aanwezig Aanzienlijke kennisbasis en sterke verbinding onderzoek-praktijk Gunstige ligging ten opzichte van afzetgebieden en sterke agrologistiek Kansen Precisielandbouw m.b.v. sensoren en robots Creatie van hogere toegevoegde waarde uit productcomponenten Nieuwe groeimarkten zoals special foods en productie-/verwerkingssystemen Efficiëntere inzet van hulpbronnen (meer met minder) Vervanging van fossiele grondstoffen door hernieuwbare, biobased alternatieven Paradigmawisseling naar biologische landbouw, meer transparantie en diergezondheid Zwakten Vooral aan Duitse kant veel MKB Door lage marges hebben bedrijven in aantal deelsectoren weinig kapitaal of leencapaciteit voor innovatieve investeringen Bedreigingen/risico s Afbouw EU-productietoeslagen zodat agrarische ondernemers meer vraag- ipv aanbodgericht moeten werken Toenemende concurrentie uit andere productielanden (o.a. Oost-Europa) Hogere consumenteneisen aan smaak, gezondheid, milieu-effecten en dierenwelzijn Grote economische gevolgen door crises zoals voedingsmiddelenschandalen en dierziekten Toenemende acceptatieproblemen bij de bevolking Beschikbaarheid van adequaat personeel (o.a. imago) en bedrijfsopvolgers Belangrijkste aanknopingspunten INTERREG V Precies produceren door toepassing van hoogwaardige technologieën. Stimulering van resource-efficiency in de hele keten via o.a. energie-, water- en grondstofbesparing, droogtetechnieken, vervanging door hernieuwbare alternatieven, etc. Betere benutting van alle componenten van agrarische producten (zgn. cascadering, waarbij steeds laagwaardiger stoffen uit product worden gehaald). Ontwikkeling van hoogwaardiger producten voor nieuwe doelgroepen, bijvoorbeeld gezonde voeding, geneesmiddelen uit agrarische producten, natuurlijke bestrijdingsmiddelen, etc. Ontwikkeling van alternatieve toepassingen van agrarische producten, bijvoorbeeld als geavanceerde materialen, chemische hulpmiddelen, biopolymeren, etc. Optimalisatie van hoogwaardiger en duurzamer agrologistieke concepten, zodat een groter afzetgebied sneller en meer duurzaam kan worden bediend. Ontwikkeling van nieuwe grensoverschrijdende oplossingen in samenhang met consumentencommunicatie, diergezondheid, antibiotica-inzet en voedselproblematiek. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 27

31 Maakindustrie/High Tech Systems & Materials (HTSM) Situatie programmagebied De in Nederland als High Tech aangemerkte topsector omvat een aantal nauw met elkaar verweven maakindustrieën, zoals machine- en systeemindustrie, automotive, maritieme economie, lucht- en ruimtevaart en materialen. Deze industrie is kapitaalsintensief, investeert fors in R&D en opereert vaak op een wereldwijde markt. Belangrijke zwaartepunten van deze sector zijn te vinden in Düsseldorf/Niederrhein, Zuidoost- Brabant en Twente/Achterhoek. Hier bevinden zich bedrijven die wereldleider zijn in het ontwerpen, ontwikkelen en maken van hightech equipment en micro/nano componenten, met als karakteristieke eigenschappen dat ze zeer intelligent (embedded systemen, software, sensors), nauwkeurig (nanoelectronica, high precision manufacturing) en efficiënt (mechatronica) zijn. Hierbij speelt ook kennis op het gebied van geavanceerde materialen, fotonica/optica en ICT een rol. De sector is daarmee een belangrijke enabler voor andere toepassingsgebieden, zoals energie, food, life sciences en chemie. Voor de concurrentiekracht van de sector is een goed functionerend netwerk ( ecosysteem ) van gespecialiseerde bedrijven (zowel grote multinationals als kleinere toeleveranciers) en kennisinstellingen cruciaal. In het programmagebied zijn tal van hoogwaardige bedrijven (waaronder Philips, NXP, Océ, Fokker, Nedap, Demcon, ThyssenKrupp, Henkel, CEWE Color, Premium Aerotec, etc.) en kennisinstellingen (waaronder MESA+, CeNTech, Fraunhofer-instituten, Ma Planck-instituten, CTIT, ASTRON, SRON, Novay, RUG, UT, Radboud Universiteit, TUe, OFFIS) aanwezig, alsmede instellingen die technologie-overdracht stimuleren. In de lopende programmaperiode zijn diverse majeure projecten voor de maakindustrie ontwikkeld, waaronder Mechatronica voor MKB (kennisintensieve ontwikkelingstrajecten m.b.v. mechatronica), SmartBot (toepassing van sensoren in o.a. industrie), het Duit- Nederlandse Technologie Competentie Centrum voor Functionele Oppervlakten, en MariTIM (innovatieve scheepsaandrijvingssystemen). Uitdagingen en kansen grensregio Sterkten Hoogwaardige R&D-infrastructuur bij bedrijven en onderzoeksinstellingen Sterke organisatiegraad in specifieke niches Merknaam van Duitse maakindustrie en Brainport High Tech Zwakten Concurrentiepositie van bepaalde niches (o.a. automotive) onder druk Moeilijke toegang voor MKB/nieuwe toetreders door kapitaalsintensieve karakter Kansen Bedreigingen/risico s Cross-sectorale toepassingsmogelijkheden, o.a. in energie- en milieutechnologie, Thuismarkt in Europa groeit slechts beperkzorg, maritieme sector, gezondheids- etc. Verplaatsing van R&D richting emerging markets Grote maatschappelijke uitdagingen Tekorten in technisch personeel (NL) vergen deels technologische oplossin- Weinig R&D van MKB in landelijke ge- Buck Consultants InternationalMCON Consulting 28

32 gen die de industrie kan leveren Verschillende structuren en culturen aan beide zijden van de grens kunnen leiden tot vernieuwende toepassingen en oplossingen Toenemende investeringen in kennisintensieve sectoren Betere R&D-benutting door samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen gestimuleerd door cluster- en netwerkopbouw in de afgelopen jaren bieden Belangrijkste aanknopingspunten INTERREG V Stimulering van crossovers tussen technologische clusters aan beide zijden van de grens via een mix van technologie, creatieve industrie en toepassingsgebieden. Gezamenlijke initiatieven gericht op het voorzien in het benodigde human capital ( de arbeidsmarkt van de toekomst op technisch gebied ). Verdere uitbouw en grensoverschrijdende benutting van R&D-infrastructuur Energie Situatie programmagebied Na de vondst van olie en vooral gas is in Noord-Nederland een omvangrijke fossiele energieproductie op gang gekomen. Deze is later aangevuld met importen uit Noord- en Oost-Europa, waarmee de regio zich heeft ontwikkeld tot een zgn. Gasrotonde. Mede op basis van gas en andere fossiele brandstoffen is tevens een omvangrijke elektriciteitsproductie ontstaan. In grote delen van het programmagebied is het afgelopen decennium daarnaast een aanzienlijke productie van hernieuwbare energie, met name wind-, bio- en zonne-energie, op gang gekomen. De regio onderscheidt zich hierbij vanwege haar systeemkennis. Op deze vlakken is de nodige kennis ontwikkeld, zowel bij onderzoeksinstituten als RUG, UT, ForWind, Next Energy, DEWI, MEET der WWU Münster) als energieconcerns als Gasunie, RWE, EWE, Enercon, Aleo Solar, E.ON en Vattenfal/NUON. Daarenboven kent de regio ook tal van innovatieve MKB-bedrijven op het vlak van duurzame energie. Kennisinstellingen en bedrijven in Noord-Nederland willen hun onderzoek bundelen in de Energy Academy op Zernike Campus in Groningen. Aanjaagorganisaties als Energy Valley (Noord-Nederland), CCN en OLEC (Weser-Ems) en KiEMT (Oost-Nederland) werken aan technologietransfer en gezamenlijke projecten. De Energiewende in Duitsland stimuleert de verder ontwikkeling van hernieuwbare energie en netwerkverbindingen. In de lopende programmaperiode is het majeure project Groen Gas ontwikkeld om gezamenlijke R&D- en kennistransfer op dit terrein te ontwikkelen. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 29

33 Uitdagingen en kansen grensregio Sterkten Lange traditie en veel competenties Initiatieven op tal van vlakken Aanjaagcapaciteit bij clusterorganisaties en ontwikkelingsmaatschappijen Merknaam/branding van programmagebied als energieregio Hoge R&D-competenties met internationale verbindingen Grote systeemcompetenties Kansen Decentrale energieopwekking Vergroening van gas via hubs Grootschalige offshore windparken Overheidsbeleid gericht op hoger aandeel duurzame energie en besparing (CO 2 -reductie) Kennisuitwisseling/lessen uit verschillende aanpakken aan beide zijden van de grens Energiewende in Duitsland Verdere verknoping met sleuteltechnologieën Zwakten Versnippering van netwerken Wisselend overheidsbeleid in NL met sterke focus op fossiele energie Verschillende systemen in Duitsland en Nederland Bedreigingen/risico s Weerstand van gevestigde partijen, zowel energieconcerns als bevolking tegen bijvoorbeeld decentrale opwekking, grootschalige windenergie en biomassa Belemmerende regelgeving op het vlak van RO, inzet van biomassa en balancering van vraag en aanbod Lange termijn betrouwbaarheid van energiebeleid, bijvoorbeeld onzekerheid rond offshore wind Tekort aan vakkrachten Belangrijkste aanknopingspunten INTERREG V Uitwisseling van kennis en best practices over verduurzaming van energiesystemen. Stimulering van energiebesparende technologieën in uiteenlopende bedrijfstakken en toepassingsgebieden (woningbouw, infrastructuur, etc.). Gezamenlijke projecten ontwikkelen gericht op nieuwe businessmodellen en uitrol van decentrale vormen van energieopwekking. Sterke verknoping van competenties en netwerken aan weerszijden van de grens. Logistiek Situatie programmagebied Het programmagebied ligt centraal in Noordwest-Europa, midden tussen belangrijke aanvoerhavens (Rotterdam, Amsterdam, Antwerpen en Noord-Duitse havens) en afzetgebieden (Ruhrgebied en verder). In het gebied hebben zich dan ook tal van logistieke dienstverleners gevestigd en overslagpunten ontwikkeld. Zo is Duisburg de grootste binnenhaven van Europa, Venlo een belangrijk agrologistiek knooppunt en zijn op di- Buck Consultants InternationalMCON Consulting 30

34 verse plaatsen in het gebied multimodale terminals (weg-water en/of spoor) ontstaan. Via de Ems Achse wordt het grensgebied ontsloten tot de Noordzee. De kwaliteit van de grensoverschrijdende weg- en spoorverbindingen zijn het afgelopen decennium verbeterd, onder meer via de opwaardering van bepaalde wegen en de opening van de Betuwelijn. Desondanks zijn er nog bepaalde hiaten in verbindingen en is het grensoverschrijdend openbaar vervoer niet altijd optimaal. Uitdagingen en kansen grensregio Sterkten Gunstige ligging als toegangspoort tot Noordwest Europa Toegang tot Noordzee via havens Uitgebreide infrastructuurnetwerken Aanwezigheid tal van overslagpunten en logistieke dienstverleners Kansen Doorvoer naar verder weg gelegen markten in Oost- en Zuid-Europa vice versa Toepassing van nieuwe logistieke (o.a. multimodale) concepten, mede op basis van ICT Stimulering van meer milieuvriendelijk transport Zwakten Aantal hiaten in grensoverschrijdende verbindingen Suboptimale aansluiting van grensoverschrijdend spoorverkeer Beperkingen in grensoverschrijdend OV, mede door gering draagvlak Bedreigingen/risico s Beperkte groei van lading binnen het programmagebied a.g.v. economische crisis Concurrentie van goedkope aanbieders uit andere landen Congestie op bepaalde verbindingen (tijdelijk minder o.i.v. economische crisis) Lage marges beperken de mogelijkheden van bedrijven om te investeren in vernieuwingen Veiligheid en uitbouw van waterwegen Belangrijkste aanknopingspunten INTERREG V Meer waarde halen uit goederenstromen door aanvullende dienstverlening en faciliteiten ( value added logistics ). Stimulering van milieu-efficiënt transport door multimodale concepten. Lobby voor aanpak van belangrijke resterende hiaten in grensoverschrijdende verbindingen. Ontwikkeling van transportcorridors en gateway-achterland strategieën. Health & Life Sciences Situatie programmagebied Hoewel de gezondheidszorg in Duitsland en Nederland wordt gefinancierd uit een combinatie van sociale en particuliere verzekeringen, zijn de zorgstelsels fundamenteel an- Buck Consultants InternationalMCON Consulting 31

35 ders vormgegeven. In Duitsland overheersen particuliere aanbieders, terwijl de zorg in Nederland voornamelijk semi-publiek is. Wel is hier de laatste jaren een verschuiving naar meer marktwerking gaande, met een grotere rol van zorgverzekeraars in het bepalen van het aanbod. De zorg is kennis- en arbeidsintensief en de werkgelegenheid in de sector is het afgelopen decennium sterk gegroeid. Mensen worden ouder en stellen hogere eisen (bijvoorbeeld om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen), de technologische mogelijkheden nemen toe en er zijn weinig prikkels in het systeem die de zorgvraag beperken. De uitdagingen waar het stelsel voor staat, zijn de zorg toegankelijk en van hoge kwaliteit te houden en tegelijkertijd de kosten te beheersen. In het programmagebied is veel relevante kennis aanwezig, onder andere bij de Universiteiten en hun medische centra, bij tal van zorgpartijen en bij medisch-technologische, life sciences, ICT- en andere bedrijven. Belangrijke gezondheids- en life sciences clusters van bedrijven en zorg- en kennisinstellingen zijn te vinden in Noord-Nederland (rond Groningen, met focus op gezond ouder worden), op de as Twente-Nijmegen- Eindhoven (Health Valley) en de as Oost-Brabant-Maastricht (Lifetec Zone), alsmede rond Düsseldorf. In de lopende programmaperiode zijn enkele majeure projecten op dit vlak ontwikkeld, met name EurSafety Health-net (gericht op patiëntveiligheid en bescherming tegen infecties) en Telemedicine and Personalized Care (gericht op ontwikkeling van concrete toepassingen op het gebied van revalidatie, ehealth en technologieplatforms). Uitdagingen en kansen grensregio Sterkten Uitgebreide gezondheidsinfrastructuur van goede kwaliteit Omvangrijke kennisbasis bij zorginstellingen, bedrijven en onderzoeksinstituten Diverse netwerken om zorginnovaties aan te jagen Ervaringen met grensoverschrijdend samenwerken Kansen Sterk toegenomen levensverwachting en toenemende vergrijzing Extramuralisering van de zorg (langer thuis wonen) vergt nieuwe service concepten Mondige burgers shoppen meer voor zorg, o.a. aan andere zijde van de grens Tal van nieuwe technologieën bieden toepassingen in zorg Toenemende aandacht voor infectieziekten, o.a. van patiënt op patiënt en van dier op mens Zwakten Beperkte aansluiting tussen zorgsystemen aan beide zijden van de grens, o.a. qua financiering Beperkte aanwezigheid van grote farmaen medtech bedrijven Bedreigingen/risico s Krimp van de bevolking in delen van het programmagebied, waardoor het draagvlak voor zorgvoorzieningen terugloopt Noodzaak tot kostenbeheersing en bezuinigingen in de zorg Beperkte mogelijkheden voor groei in arbeidsproductiviteit van zorgpersoneel, waardoor op termijn tekorten dreigen Buck Consultants InternationalMCON Consulting 32

36 Belangrijkste aanknopingspunten INTERREG V Ontwikkeling en uitwisseling van best practices en kennis van nieuwe zorgconcepten binnen en tussen regionale clusters. Stimulering van nieuwe technologische toepassingen in de zorg, gebaseerd op bijvoorbeeld nano- en microtechnologie, biotechnologie en ICT. Gezamenlijke initiatieven om te voorzien in voldoende en adequaat human capital op langere termijn. 5.3 Duurzame groei Analyse behoeften/uitdagingen grensregio Efficiënter gebruik van natuurlijke hulpbronnen (via biobased en koolstofarme economie). Deel van de milieuproblemen (m.n. lucht- en waterverontreiniging) speelt op bovenregionaal niveau en houdt niet op bij grens. Behoud van biodiversiteit vergt grote, aaneengesloten gebieden en grensoverschrijdende natuurontwikkeling. Oplossingsrichtingen Stimulering van koolstofarme/biobased economy, inclusief duurzame energie (zie onder). In grensoverschrijdend overleg tussen beide landen krijgen milieuproblemen als luchten waterverontreiniging en overstromingsgevaar al volop aandacht en het is de vraag wat grensoverschrijdend milieubeleid binnen INTEREG A hier nog aan kan toevoegen. Grensoverschrijdende natuurontwikkeling blijft wenselijk, maar wordt belemmerd door forse bezuinigingen van de (Nederlandse) nationale overheid, die onvoldoende door lagere overheden kunnen worden gecompenseerd. Ook hierbij is het de vraag wat de toegevoegde waarde zou zijn van initiatieven binnen INTERREG A. Koolstofarme/biobased economy Situatie programmagebied De laatste jaren is binnen Europa, Nederland, Duitsland en delen van het programmagebied toenemende aandacht ontstaan voor de zogenaamde bio-economy (in Nederland biobased economy genoemd). Dit uit zich in tal van beleidsplannen, roadmaps, pilot-projecten, e.d., waarbij biomassa wordt benut voor tal van toepassingen waar voorheen niet-hernieuwbare grondstoffen voor werden gebruikt. Dit biedt perspectieven voor Buck Consultants InternationalMCON Consulting 33

37 nieuwe toepassingen van agrarische producten, maar ook voor hernieuwd gebruik van reststromen en bijproducten. Bij de zoektocht naar toepassingen wordt gekeken naar de zgn. waardepiramide, waarbij eerst wordt gezocht naar hoogwaardige mogelijkheden (bijvoorbeeld in de farmacie en food), gevolgd door fijnchemie en geavanceerde materialen (bijvoorbeeld biopolymeren), bulkchemie en uiteindelijk bio-energie. In het programmagebied zijn tal van bedrijven en onderzoeksinstellingen aanwezig die kennis ontwikkelen over toepassingen in de verschillende domeinen, zoals de universiteiten van Wageningen en Twente, grote agrarische bedrijven als Avebe en Agrave en chemische bedrijven als Teijin en Henkel. Daarnaast vergt de bio-economy nieuwe logistieke concepten om biomassa van de gewenste kwaliteit efficiënt en duurzaam te verzamelen en naar de verwerkers te brengen. Uitdagingen en kansen grensregio Sterkten Omvangrijke basis aan agrarische en chemische bedrijven Partijen en netwerken die met bioeconomy aan de slag willen Toevoermogelijkheden bijvoorbeeld via de Noordelijke havens van biomassa uit Noord- en Oost-Europa Kansen Nieuwe verdienmodellen voor agrarische sector en kostenbesparing voor chemie Opbouwen van hele keten van toelevering t/m afzet Stimulerend beleid van EU en nationale overheden Zwakten Domein bevindt zich nog in pioniersfase met weinig focus en veel versnippering Netwerken van partijen zijn nog in opbouw Veel initiatieven nog in een pilot-fase, met nauwelijks succesvolle verdienmodellen R&D moet nog worden uitgebouwd Bedreigingen/risico s Aanbod en vraag van verschillende typen biomassa sluiten niet op elkaar aan Versnippering en concurrentie tussen initiatieven Wet- en regelgeving soms nog beperkend voor inzet biomaterialen Negatieve milieuconsequenties van aanvoer van biomassa over grote afstand Grondgebruiksconflicten in situaties van schaarse grond Belangrijkste aanknopingspunten INTERREG V Opbouwen van grensoverschrijdende waardeketens en clusters van bedrijven en kennisinstellingen. Ontwikkelen van experimenteerruimte en opschaling van pilots. Stimulering van cross-overs met andere sectoren/clusters. Nieuwe oplossingen voor toekomstgerichte grondgebruiksmogelijkheden Buck Consultants InternationalMCON Consulting 34

38 5.4 Inclusieve groei Analyse behoeften/uitdagingen grensregio Ook in het programmagebied is sprake van armoede, ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en discriminatie van kwetsbare groepen. Met uitzondering van specifieke gebieden is de omvang ervan niet uitzonderlijk hoog. Bovendien is bestrijding ervan niet primair een grensoverschrijdende zaak. De basis voor grensoverschrijdende samenwerking en integratie is elkaar leren kennen, dus uitwisselingen en gezamenlijke activiteiten (o.a. gericht op jongeren, ondernemers, etc.) blijven nodig. In het verleden zijn uitwisselingen op het vlak van cultuur, sport, e.d. vaak belangrijke deur openers geweest voor grensoverschrijdende samenwerking. Om te voorzien in voldoende gekwalificeerd personeel (zowel in groei- als krimpregio s) en de arbeidsmogelijkheden van werkzoekenden te vergroten, is verdere integratie van de arbeidsmarkt in de grensregio wenselijk, maar voor grensoverschrijdende mobiliteit van werkenden bestaan nog steeds diverse beperkingen. Een tekort aan arbeidskrachten (o.a. van technische personeel) vormt aan beide zijden van de grens een toenemend probleem. Het is belangrijk om jongeren op een grensoverschrijdende arbeidsmarkt voor te bereiden. Daarbij speelt het verhogen van de interesse voor technische beroepen een bijzondere rol. Grensoverschrijdende mobiliteit van studenten vindt volop plaats, maar betreft vooral eenrichtingsverkeer van Duitsland naar Nederland en wordt belemmerd door knelpunten in aansluiting, erkenning van certificaten, e.d. Aangezien veiligheidsvraagstukken (rampen, criminaliteit, infectieziekten, e.d.) niet bij de grens ophouden, is grensoverschrijdende samenwerking tussen politie, brandweer e.d. nodig, maar korpsen hebben hier vaak weinig of geen budget voor. Ondanks langjarige inspanningen ontwikkelt de grensoverschrijdende talenkennis zich niet in de gewenste richting en blijft het een opgave voor de toekomst. Oplossingsrichtingen/aanknopingspunten INTERREG V Grensoverschrijdende contacten tussen burgers en ondernemers blijven nodig. Dit kan niet louter via economische of duurzaamheidsprojecten, maar vergt ook sociale, culturele, sport- en andere uitwisselingsmogelijkheden. Het is de vraag of deze via een beperkt budget uit INTERREG V A (investeringsprioriteit 11b) moeten worden gefaciliteerd zoals de Euregio s, Landkreisen en Niedersachsen willen, dan wel uit eigen Euregionale middelen. Voor grensoverschrijdende mobiliteit van studenten, werknemers, ondernemers, e.d. is het leren kennen van elkaars taal en cultuur belangrijk. Het is de vraag of dit soort opleidingsprogramma s uit INTERREG-middelen (investeringsprioriteit 10b) moeten worden gefaciliteerd, dan wel een eigen verantwoordelijkheid zijn van de betrokken bedrijven en instellingen. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 35

39 Om mede met het oog op de ingrijpende demografische veranderingen in het programmagebied vraag en aanbod van arbeidskrachten zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen, is het ontwikkelen van (algemene en/of sectorale) human capital agenda s te overwegen (als onderdeel van investeringsprioriteit 8d). Praktische voorlichting aan grenspendelaars lijkt in een behoefte te voorzien, hetgeen kan worden gefaciliteerd via investeringsprioriteit 8c. Grensoverschrijdende mobiliteit van studenten kan door gezamenlijke opleidingen, semesters, stages, e.d. van opleidingsinstellingen in het programmagebied worden gefaciliteerd (met behulp van investeringsprioriteit 10b), maar de continuïteit van dergelijke initiatieven (o.a. financiering), wederzijdse accreditatie, e.d. vergen besluiten op hoger niveau. Grensoverschrijdende uitwisseling en gezamenlijke oefeningen van politie, brandweer, reddingsdiensten, inspectiediensten, e.d. vergen middelen, die in principe binnen nationale budgetten zouden moeten worden vrijgemaakt, maar vanuit INTERREG (investeringsprioriteit 11b) kunnen worden gecofinancierd. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 36

40 Hoofdstuk 6 Aanbevelingen 6.1 Keuze doelen en investeringsprioriteiten Belangrijkste behoeften programmagebied Uit de deskanalyse en interviews in het kader van deze Strategische analyse komen als belangrijkste behoeften en uitdagingen van het programmagebied naar voren: Verhoging van het innovatiepotentieel en de concurrentiekracht van het bedrijfsleven, met name van het MKB, mede door uitbouw en verdichting van bestaande grensoverschrijdende netwerken tussen bedrijven en kennisinstellingen. Efficiënter gebruik van natuurlijke hulpbronnen, vanuit het perspectief van zowel geringer milieubeslag, voorzieningszekerheid en als motor voor innovatie. Voortzetting van grensoverschrijdende contacten en samenwerking, gericht op verdere integratie van regionale arbeidsmarkten, ondernemersnetwerken, onderwijsmogelijkheden en verzorgingsstructuren. Uitgangspunten bij selectie doelen en prioriteiten Bij het opstellen van het advies over de keuze van thematische doelen en investeringsprioriteiten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Tussen Europese Commissie (100% concentratie van fondsen op 4 thematische doelen), Raad (minimaal 80% concentratie op maximaal 4 thematische doelen) en Parlement (100% concentratie op 5 thematische doelen) zijn nog onderhandelingen gaande, die naar verwachting in maart/april worden afgerond. Voor de besteding en verantwoording van middelen blijft de prioriteitsas standaard. Elke prioriteitsas bevat slechts één thematisch doel 2 en kan één of meer investeringsprioriteiten bevatten. De keuze voor investeringsprioriteiten is bindend, d.w.z. dat er geen geld kan worden geïnvesteerd in niet gekozen prioriteiten en dat voor de wél gekozen prioriteiten specifieke doelen, resultaatindicatoren en mijlpalen moeten worden geformuleerd. Uit de interviews blijkt dat hogere overheden voorkeur hebben voor zoveel mogelijk focus, terwijl vertegenwoordigers van de regio s in verband met regionaal draagvlak en 2 Bij wijze van uitzondering kan mits goed onderbouwd een prioriteitsas ook uit investeringsprioriteiten vanuit verschillende thematische doelen bestaan, maar de uitwerking en verantwoording is zeer complex. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 37

41 herkenbaarheid liever kiezen voor spreiding, inclusief maatschappelijke integratie (nooit af) en duurzame ontwikkeling. Sommige thema s lenen zich meer voor een aanpak op lokaal niveau (bijvoorbeeld stimulering van ondernemerschap) en andere op nationaal niveau (bijvoorbeeld klimaatadaptatie), terwijl bij INTERREG V A vooral thema s die op regionaal, grensoverschrijdend niveau kunnen worden aangepakt centraal staan. Uit de analyse (desk research en interviews) blijkt dat er slechts beperkte aanknopingspunten bestaan voor de volgende thematische doelen: 2 ICT-infrastructuur en -benutting: vraagtekens bij de rol van de overheid (m.u.v. e Government) en de hoge omvang van de benodigde investeringen in met name landelijk gebied. 5 Klimaatadaptatie: vergt een aanpak op hoger schaalniveau en veelal hoge investeringen. 7 Verkeersinfrastructuur: vergt veelal zeer hoge investeringen, dus vanuit INTER- REG hooguit een bijdrage aan voorstudies voor ontbrekende schakels. Belangrijke criteria voor de selectie van de thematische doelen en investeringsprioriteiten zijn onder andere: Bijdragend aan zowel slimme, duurzame als inclusieve groei. Gebaseerd op onderscheidende sterkten van het programmagebied. Duidelijke aanknopingspunten voor een aanpak aan beide zijden van de grens. Reële verhouding tussen benodigde investeringen en beoogde resultaten, m.a.w. geen onevenredig groot beslag op het INTERREG-budget. Beschikbaarheid van cofinancering uit regionale en nationale middelen. Draagvlak en herkenbaarheid binnen de betrokken regio s. Voorstel keuze thematische doelen/investeringsprioriteiten Op basis van de genoemde uitgangspunten en criteria stellen we de volgende keuze voor: 1 Versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie a Uitbouw onderzoeksinfrastructuur: beperkt, maar moet mogelijk blijven voor prioritaire thema s en technologieën b Technologietransfer, netwerkvorming, clusterontwikkeling, open innovatie, etc.: prioriteit c Toegepast onderzoek, pilots, etc.: prioriteit 3 Verbetering concurrentievermogen MKB a Bevordering van ondernemerschap: beperkt b Ontwikkeling en toepassing van nieuwe bedrijfsmodellen, met name voor internationalisering: prioriteit Aangezien de inspanningen binnen thematisch doel 1 voor een groot deel betrekking hebben op het MKB, is het raadzaam beide doelen te combineren. 4 Terugdringing van CO 2 -emissies/low carbon economy a Veel gesprekspartners kunnen zich hier weinig bij voorstellen en combineren dit doel vaak met thematisch doel 6 (milieubescherming en duurzaam gebruik hulpbronnen), maar staan wel achter stimulering van duurzame hulpbronnen (energie, Buck Consultants InternationalMCON Consulting 38

42 materialen, e.d.) en een meer efficiënte inzet van energie, water, grondstoffen, etc. in bedrijfstakken en infrastructuren. 8 Stimulering van grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit, met name investeringsprioriteit 8d en eventueel 8c. 10 Stimulering van grensoverschrijdend human capital (opleidingen, competenties), met name investeringsprioriteit 10b. Daarnaast is het vanuit de INTERREG-gedachte om grenzen te overwinnen sterk te overwegen (beperkte) middelen voor investeringsprioriteit 11b beschikbaar te stellen. Bij thematisch doel 1 en 3 is het van belang niet louter sectoraal te kijken, maar ook naar crossovers tussen sectoren en kerntechnologieën ( key enabling technologies ), omdat op dergelijke kruispunten belangrijke kansen voor innovatie en MKB-deelname liggen. Verbetering van de grensoverschrijdende infrastructuur kan een belangrijke bijdrage leveren aan economische groei. Hoewel de maatregelen zelf uit andere fondsen (o.a. in het kader van TEN en/of Connecting Europe) moeten worden gefinancierd, zouden voorbereidende maatregelen als haalbaarheidsstudies wel uit INTERREG V A kunnen worden bekostigd. 6.2 Aanbevelingen interventiestrategie Uit de interviews en aanvullende deskanalyse komen ook een aantal lessen ten aanzien van de interventiestrategie van INTERREG V A naar voren, die als volgt kunnen worden samengevat 3 : De noodzaak van afstemming van INTERREG- op andere Cohesieprogramma s (EFRO, ESF, Plattelandsontwikkeling) en EU-programma s wordt reeds jaren onderkend en voor de komende periode door de Europese Commissie opnieuw beklemtoond. Het is zaak om daar bij het opstellen van de betreffende OP s ook daadwerkelijk vorm en inhoud aan te geven, zowel op programma- als op projectniveau. Daarbij dient expliciet te worden gekeken naar de cofinanciering van de uiteenlopende initiatieven vanuit regionale, nationale en Europese middelen (complementariteit versus concurrentie). De meeste gesprekspartners kunnen zich nog weinig voorstellen bij de inzet van nieuwe instrumenten: Men erkent dat niet alle typen projecten een subsidie vragen en dat soms een lening of garantie meer passend is, maar zet vraagtekens bij hoe de benodigde fondsvorming grensoverschrijdend kan worden georganiseerd. Voorkomen moet worden dat een instrument ontstaat dat door complexiteit nauwelijks voor de beoogde doelgroep toegankelijk is. Wellicht is het beter dergelijke fondsen nationaal (bijvoorbeeld met behulp van EFRO-middelen) op te zetten, maar toegankelijk te maken voor grensoverschrijdende consortia. 3 Aanbevelingen over de toekomst van de majeure projecten worden in de aparte rapportage van de evaluatie opgenomen. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 39

43 Instrumenten als Community-Led Local Development en Geïntegreerde Duurzame Stedelijke Ontwikkeling zijn vooral op lokaal schaalniveau van belang en minder van toepassing voor grensoverschrijdende initiatieven. De mogelijkheid die sinds 2006 voor lokale en regionale partners bestaat tot het oprichten van een Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking (EGTS) lijkt op papier aantrekkelijk, maar is in de praktijk te complex om binnen het programmagebied toe te passen. Ten aanzien van de strategie zijn diverse spanningsvelden te constateren, die bij de uitwerking van het OP aandacht vergen: Vanuit de achterban in de Euregio s wordt sterk gehecht aan de dubbele doelstelling van Europese Territoriale Samenwerking van integratie én ontwikkeling ( doel van het cohesiebeleid is dat nationale, regionale en lokale partijen uit verschillende lidstaten ervaringen kunnen uitwisselen en gezamenlijke activiteiten kunnen opzetten om tot gemeenschappelijke oplossingen voor gedeelde problemen te komen ), terwijl vanuit nationaal perspectief de laatste jaren vooral wordt ingezet op economische ontwikkeling en innovatie. Voorkomen moet worden dat het wiel telkens weer opnieuw wordt uitgevonden, dus in het nieuwe programma moet zoveel mogelijk worden voortgebouwd op bestaande netwerken en samenwerkingsverbanden, waarbij focus moet liggen op opschaling van goedlopende initiatieven en uitbouw en verdichting van netwerken. Voorlopers binnen het bedrijfsleven weten de weg naar subsidie vaak wel te vinden, maar de kunst is een bredere groep van MKB te betrekken, via voorlichting, laagdrempelige toegang, inspelen op hun concrete behoeften (niet altijd R&D, export, e.d.) en ontzorging. Daarbij is het belang te leren van projecten uit INTERREG IVA met een grote deelname van het MKB, enerzijds om lessen te trekken uit de werving van het MKB en opzet van het project en anderzijds om hen handvatten te bieden voor de toekomst en aldus vertrouwen terug te winnen (tal van MKB ers zeggen onder de huidige condities in de toekomst niet meer mee te doen). Innovatieprojecten kennen vanuit hun aard vaak een dynamisch verloop en inhoudelijke, organisatorische en financiële afwijkingen ten opzichte van de planning (bijvoorbeeld bij mislukking van een actie) zouden makkelijker mogelijk moeten zijn. Bovendien is het wenselijk de beoordeling van innovatieprojecten te verbeteren, omdat het voor de verantwoordelijke personen moeilijk in te schatten is of de voorgestelde innovatie technisch en commercieel zinvol is en daadwerkelijk de gewenste regionaal-economische effecten oplevert. Het is belangrijk bij innovatiestimulering via clusters de rol van INTERREG af te bakenen. Steun van INTERREG is vooral nodig in de beginfase van de innovatiecurve. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 40

44 Figuur 6.1 Innovatiecurve In de beginfase is met name steun nodig ten behoeve van: o de cluster-/aanjaagorganisatie; o meerjarige R&D-programma s van bedrijven en kennisinstellingen; o initiatieven om innovatieve ideeën uit te werken tot businesscases, die vanuit de markt gefinancierd kunnen worden; o ontwikkeling van het benodigde human capital. Tussen partijen bestaan uiteenlopende inzichten over de kwaliteitseisen die aan projecten worden gesteld, dus is het wenselijk deze nader te concretiseren. Ingrediënten zijn onder meer de werving en kwaliteit van projecttrekkers, de sterkte van het samenwerkingsverband, de toegangsmogelijkheden van nieuwe partijen, de consistentie van de strategie, de eigen inbreng van projectpartners, en het perspectief van project c.q. netwerk na afloop van de subsidieperiode. Ten aanzien van de organisatie zijn de volgende aandachtspunten relevant: Om te voorkomen dat de uitvoering van het programma vooral een zaak wordt van de usual suspects (aanjaagorganisaties, consultants, e.d.) zal expliciet gezocht moeten worden naar nieuwe projectpartners via alternatieve manieren van werving. Veel geld en energie van projectpartners en INTERREG-structuren gaat zitten in administratieve lasten en het is zaak deze zoveel mogelijk te reduceren. Voor grotere projecten kan het zinvol zijn aan lead partners een training in programmaeisen en indien nodig verdere projectmanagementvaardigheden aan te bieden (zoals bij INTERREG C verplicht is). Afhankelijk van de verhouding tussen programmagebied-brede ( strategische ) en Euregionale initiatieven zal ook de capaciteit van het Gemeenschappelijk secretariaat respectievelijk de Euregionale administraties moeten worden bezien. Buck Consultants InternationalMCON Consulting 41

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 EUROPESE COMMISSIE Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 Algemene informatie De partnerschapsovereenkomst (PO) van Nederland is het overkoepelende strategische document

Nadere informatie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren als een regio

Nadere informatie

INTERREG V Deutschland Nederland. 2 oktober 2014 Peter Paul Knol Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat

INTERREG V Deutschland Nederland. 2 oktober 2014 Peter Paul Knol Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat INTERREG V Deutschland Nederland 2 oktober 2014 Peter Paul Knol Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat Kader Europa 2020 Strategie Slimme groei Duurzame groei Inclusieve groei Europese Verordeningen Structuurfondsen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 21 501-08 Milieuraad Nr. 525 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) stimuleert Europa de regionale

Nadere informatie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) stimuleert Europa de regionale

Nadere informatie

Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland 2014 2020. SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt

Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland 2014 2020. SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland 2014 2020 SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt Noordelijke specialisatie in beeld Samengestelde behoeften Samengestelde oplossingen Achtertuin als proeftuin/

Nadere informatie

INTERREG V A 2014 2020

INTERREG V A 2014 2020 INTERREG V A 2014 2020 Doelen en subsidieinstrumenten van de EU Slimme groei Duurzame groei Inclusieve groei Structuurfondsen Doelstelling 1 Convergentie (Regio s met BBP/inw. < 75% van het Europese gemiddelde)

Nadere informatie

Inhoud presentatie Cohesiebeleid 2014-2020 Situatie 2007-2013 Uitdaging 2014-2020 EU2020

Inhoud presentatie Cohesiebeleid 2014-2020 Situatie 2007-2013 Uitdaging 2014-2020 EU2020 OP EFRO OOST-NEDERLAND 2014-2020PRESENTATIE KENNISPARK, 23 APRIL 2014 JOLANDA VROLIJK, PROGRAMMAMANAGER EFRO OP EFRO Oost-Nederland 2014-2020 Inhoud presentatie 1. Inleiding Europese Fondsen: cohesie beleid

Nadere informatie

Topsectoren. Hoe & Waarom

Topsectoren. Hoe & Waarom Topsectoren Hoe & Waarom 1 Index Waarom de topsectorenaanpak? 3 Wat is het internationale belang? 4 Hoe werken de topsectoren samen? 5 Wat is de rol voor het MKB in de topsectoren? 6 Wat is de rol van

Nadere informatie

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers AgriFood Capital Monitor 2018 Belangrijkste feiten en cijfers Inleiding AgriFood Capital Monitor In dit boekje presenteren wij de feiten en cijfers van de AgriFood Capital Monitor 2018*. De Monitor geeft

Nadere informatie

Naar meer scherpte in de Rijk-Regio agenda voor innovatiestimulering. Berry Roelofs Principal Consultant

Naar meer scherpte in de Rijk-Regio agenda voor innovatiestimulering. Berry Roelofs Principal Consultant Naar meer scherpte in de Rijk-Regio agenda voor innovatiestimulering Berry Roelofs Principal Consultant Utrecht, 17 december 2015 Goede uitgangssituatie, maar Nederland doet het goed 16 e economie van

Nadere informatie

www.deutschland-nederland.eu Operationeel Programma 2014-2020

www.deutschland-nederland.eu Operationeel Programma 2014-2020 www.deutschland-nederland.eu Operationeel Programma 2014-2020 INTERREG V A Deutschland-Nederland Concept 30-01-2014 CCI-nummer n.n. Titel Operationeel programma INTERREG V A Deutschland-Nederland Versie

Nadere informatie

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Twente Index 2016 Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil

Nadere informatie

Europese subsidie voor MKB-ers met slimme en duurzame ideeën. Tom Verhoef

Europese subsidie voor MKB-ers met slimme en duurzame ideeën. Tom Verhoef Europese subsidie voor MKB-ers met slimme en duurzame ideeën Tom Verhoef www.op-oost.eu slimme, duurzame & inclusieve groei slimme groei: R&D-investeringen naar 3% BBP groene groei uitstoot broeikasgassen

Nadere informatie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Inzet op innovatie en een koolstofarme economie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Inzet op innovatie en een koolstofarme economie Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie oktober 2014 In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren

Nadere informatie

Operationeel Programma 2014-2020

Operationeel Programma 2014-2020 CONCEPT www.deutschland-nederland.eu Operationeel Programma 2014-2020 INTERREG V A Deutschland-Nederland Versie voor indiening 28-03-2014 CCI 2014TC16RFCB023 Titel Operationeel programma INTERREG V A Deutschland-Nederland

Nadere informatie

Operationeel programma "Nederland-Duitsland" 2007-2013

Operationeel programma Nederland-Duitsland 2007-2013 MEMO/08/318 Brussel, 20 mei 2008 Operationeel programma "Nederland-Duitsland" 2007-2013 1. "Operationeel programma voor grensoverschrijdende samenwerking Nederland-Duitsland" programma in het kader van

Nadere informatie

Mogelijkheden MKB in EFRO en INTERREG

Mogelijkheden MKB in EFRO en INTERREG Mogelijkheden MKB in EFRO en INTERREG www.food-future.eu Innovatie steun voor MKB in food sector in D en NL Yvette Lammers EZ Coördinatieteam Structuurfondsen EFRO EFRO: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

Nadere informatie

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland MEMO/08/76 Brussel, 7 februari 2008 Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland 1. Operationeel programma voor

Nadere informatie

Europese Structuurfondsen Betty De Wachter

Europese Structuurfondsen Betty De Wachter Europese Structuurfondsen Betty De Wachter Politieke Academie 2013 Europese cohesiebeleid Doel: economische, sociale en territoriale samenhang of cohesie in de Europese Unie Principes: ontwikkeling herverdeling

Nadere informatie

PROVINCSÄLE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PS/ADIW/Ä^S. Dat. ontv.: 2 0. MRT 2014. Routing

PROVINCSÄLE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PS/ADIW/Ä^S. Dat. ontv.: 2 0. MRT 2014. Routing Provinciale Staten van Overijssel PROVINCSÄLE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PS/ADIW/Ä^S Dat. 20 MRT 2014 ontv.: Routing Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425

Nadere informatie

Europese subsidies voor de Sociale Economie

Europese subsidies voor de Sociale Economie Europese subsidies voor de Sociale Economie Kader en functioneren van Europese subsidies Hoe werken EU subsidies? 1 EU BELEIDSKADER BEPALEND VOOR DE INHOUD SUBSIDIEPROGRAMMA S (1) Europa 2020 doelstellingen

Nadere informatie

Interreg Vlaanderen-Nederland. Projectmogelijkheden onder Interreg V

Interreg Vlaanderen-Nederland. Projectmogelijkheden onder Interreg V Interreg Vlaanderen-Nederland Projectmogelijkheden onder Interreg V 2014-2020 EU 2020-strategie De EU 2020-strategie: Inhoudelijke richting voor de Europese fondsen 2014 2020 Meer inhoudelijke focus in

Nadere informatie

Navigatie topsectoren

Navigatie topsectoren Navigatie topsectoren Beleidsthema s en - doelen Beleid in cijfers Beleidsinstrumentarium 1 Versie oktober 215 Beleidsthema s en doelen topsectoren Specifiek beleid, ondersteunend aan doelen Bedrijvenbeleid:

Nadere informatie

Grensoverschrijdende samenwerking

Grensoverschrijdende samenwerking Grensoverschrijdende samenwerking Woensdag 19 september 2012 Groningen, 13 mei 2011 Eems Dollard Regio (EDR) Op 28 februari 1977 opgericht en vanaf 1997 openbaar lichaam. 100 leden (gemeenten, Landkreise,

Nadere informatie

De EUREGIO Meerwaarde voor de aangesloten gemeente.

De EUREGIO Meerwaarde voor de aangesloten gemeente. De EUREGIO Meerwaarde voor de aangesloten gemeente www.euregio.eu 129 aangesloten gemeenten Foto vom Rat in Enschede Foto von der Maut Sociaal-culturele samenwerking Grensoverschrijdende arbeidsmarkt 2014

Nadere informatie

EFRO 2014 2020. Ed Meijerink

EFRO 2014 2020. Ed Meijerink EFRO 2014 2020 Ed Meijerink EFRO 2014-2020: waar staan we? OP EFRO RIS3 Noord-Nederland (4 maatschappelijke opgaven, living lab, geïntegreerde projecten) Focus op inzet MKB Innovatie Koolstofarm Beschikbare

Nadere informatie

Europa wil slim, duurzaam en inclusief

Europa wil slim, duurzaam en inclusief Europa wil slim, duurzaam en inclusief Noord-Nederland bereidt zich intensief voor op de Europese programma s in de periode 2014 2020. Het SNN biedt u met dit bericht inzicht in voortgang en verwachtingen.

Nadere informatie

Subsidies in de regio

Subsidies in de regio Subsidies in de regio Noord Nederland Subsidies in de regio -- Noord-Nederland Om bepaalde regio s binnen Nederland direct of indirect te versterken zijn er verschillende regionale, nationale en Europese

Nadere informatie

High Tech Systems & Materials

High Tech Systems & Materials Strategisch Initiatief High Tech Systems & Materials Europäische Union Europese Unie Partners in het INTERREG-programma Deutschland-Nederland: Niedersächsische Staatskanzlei Uitgegeven door: Gemeenschappelijk

Nadere informatie

ScaleUp Dashboard 2015

ScaleUp Dashboard 2015 Rapportage ScaleUp Dashboard 2015 ScaleUp Dashboard 2015 Prof. dr. Justin Jansen Lotte de Vos Rotterdam School of Management Erasmus Centre for Entrepreneurship Conclusies Nederland staat aan de Europese

Nadere informatie

Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief

Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief Samen. vanzelfsprekend. zonder grenzen Strategisch initiatief High tech systems & Materials INTERREG Partners Niedersächsische Staatskanzlei Uitgegeven door: Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat c/o

Nadere informatie

innovatiebevordering RIS3 MKB OPZuid Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland overheden living labs koolstofarme economie cross-overs design

innovatiebevordering RIS3 MKB OPZuid Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland overheden living labs koolstofarme economie cross-overs design OPZuid Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland BIObased logistiek maintenance hightech systems agrofood overheden RIS3 innovatiebevordering duurzaamheid schone energie welzijn samenwerking gezondheid

Nadere informatie

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland en de Provincie Gelderland 22 maart 2016 Overwegende dat: De provincie Gelderland veel waarde hecht aan de aanwezigheid van onderwijs/kennisinstellingen in haar Provincie. Uiteraard in hun functie van

Nadere informatie

Interreg A Euregio Maas-Rijn

Interreg A Euregio Maas-Rijn Interreg A Euregio Maas-Rijn Growing Together EU 2020 strategie limburg.be EU 2020 strategie limburg.be Inhoud van het Interregprogramma As 1 As 2 As 3 As 4 Innovatie 2020 Economie 2020 Sociale inclusie

Nadere informatie

Toekomst Europese programma s. Ivka Orbon Commissie Europa 13 oktober 2006

Toekomst Europese programma s. Ivka Orbon Commissie Europa 13 oktober 2006 Toekomst Europese programma s Ivka Orbon Commissie Europa 13 oktober 2006 Inhoud - Operationeel Programma Zuid (doelstelling 2, EFRO) - Stand van zaken andere Europese programma s: - Doelstelling 3, grensoverschrijdende

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Subsidie voor innovatieve projecten. Informatie over het Innovatief Actieprogramma Groningen. provincie groningen

Subsidie voor innovatieve projecten. Informatie over het Innovatief Actieprogramma Groningen. provincie groningen Subsidie voor innovatieve projecten Informatie over het Innovatief Actieprogramma Groningen provincie groningen Subsidie voor innovatieve projecten INFORMATIE OVER HET INNOVATIEF ACTIEPROGRAMMA GRONINGEN

Nadere informatie

Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB

Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB High Tech Systems & Materials Life Sciences & Health Agro-Food Logistiek BEDRIJVEN Water Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB Creatieve Industrie Energie Meer geld en betere dienstverlening

Nadere informatie

Regiobericht 1.0 Noord

Regiobericht 1.0 Noord Economie, innovatie, werk en inkomen 1 Kenmerken van het landsdeel Het landsdeel Noord bestaat uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. De provincies werken samen in het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie oktober 2014 In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren

Nadere informatie

GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING

GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING Groningen, 13 mei 2011 Huis De Beurs, Groningen Donderdag 27 juni 2013 Eems Dollard Regio (EDR) Op 28 februari 1977 opgericht en vanaf 1997 openbaar lichaam. 100 leden

Nadere informatie

VEEL CROSS-SECTORALE INNOVATIES IN DE REGIO GRONINGEN ASSEN

VEEL CROSS-SECTORALE INNOVATIES IN DE REGIO GRONINGEN ASSEN VEEL CROSS-SECTORALE INNOVATIES IN DE REGIO GRONINGEN ASSEN De meeste innovaties ontstaan buiten de traditionele sectoren. Dat is de opvallendste uitkomst van de Regioanalyse die in opdracht van de Regio

Nadere informatie

Europese Territoriale Samenwerking: INTERREG-programma s 2014-2020

Europese Territoriale Samenwerking: INTERREG-programma s 2014-2020 Europese Territoriale Samenwerking: INTERREG-programma s 2014-2020 1 INTERREG Wat is INTERREG? INTERREG-programma s zijn subsidieprogramma s die sinds 1990 de samenwerking stimuleren tussen regio s uit

Nadere informatie

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST NOORD-NEDERLAND: PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST PROEFTUIN ENERGIE- TRANSITIE REGIONALE PARTNER IN DE EUROPESE ENERGIE UNIE Noord-Nederland is een grensoverschrijdende proeftuin

Nadere informatie

SWOT. Intern vertrouwelijk 1

SWOT. Intern vertrouwelijk 1 SWOT 1 Bijlage 1: uitkomsten SWOT-analyse Voor het opstellen van deze investeringsagenda is een SWOTanalyse uitgevierd. De SWOT analyse is een hulpmiddel om de huidige positie, de te nemen koers en de

Nadere informatie

Communicatiehandleiding INTERREG V A project MariGreen

Communicatiehandleiding INTERREG V A project MariGreen Communicatiehandleiding INTERREG V A project MariGreen Handleiding voor externe communicatie in het project Datum: 14.12.2017 Inhoud 1. Algemeen a. Algemene projectinformatie b. Partners 2. Logo / Gebruik

Nadere informatie

Factsheet innovatiebeleid

Factsheet innovatiebeleid Deze factsheet presenteert een aantal basisgegevens over kernthema s in het innovatiebeleid. We gaan eerst in op de ambities van het Nederlandse innovatiebeleid en de voortgang op de gestelde doelen. Vervolgens

Nadere informatie

Economische scenario s West-Friesland

Economische scenario s West-Friesland Economische scenario s West-Friesland 24 april 2014 Opzet presentatie 1. Economische ontwikkeling West-Friesland 2. SWOT economie 3. Trends en ontwikkelingen 4. Prognose economische ontwikkeling 5. Scenario

Nadere informatie

hoe wij het best op die uitdagingen kunnen inspelen, wat daarvoor nodig is en hoe wij daar samen aan kunnen werken.

hoe wij het best op die uitdagingen kunnen inspelen, wat daarvoor nodig is en hoe wij daar samen aan kunnen werken. Toespraak van SNN-voorzitter Max van den Berg, bijeenkomst EFMI Business School (Academisch kennisinstituut voor de foodsector), Groningen op 18 november 2010 [Inleiding] Sommige mensen verdienen hun geld

Nadere informatie

Innovatie in samenwerking. Jasper Wesseling Plaatsvervangend directeur-generaal Bedrijfsleven & Innovatie Ministerie van Economische Zaken

Innovatie in samenwerking. Jasper Wesseling Plaatsvervangend directeur-generaal Bedrijfsleven & Innovatie Ministerie van Economische Zaken InnoTeP 2013 Innovatie in samenwerking Jasper Wesseling Plaatsvervangend directeur-generaal Bedrijfsleven & Innovatie Ministerie van Economische Zaken Stimuleren en maximeren van technologische vernieuwing

Nadere informatie

Hoe financier ik de vernieuwing. Subsidies landschap & regelingen TCNN Dennis Carton

Hoe financier ik de vernieuwing. Subsidies landschap & regelingen TCNN Dennis Carton Hoe financier ik de vernieuwing Subsidies landschap & regelingen TCNN Dennis Carton TCNN Innovatie-expert voor MKB in N-NL Begeleiding tot daadwerkelijke vernieuwde of nieuwe producten, diensten en processen

Nadere informatie

AGRO FOOD MONI TOR Ede Wageningen 2017

AGRO FOOD MONI TOR Ede Wageningen 2017 AGRO FOOD MONI TOR HIGHLIGHTS 2017 Voorwoord Het gebied tussen en vormt het kennishart van Regio Foodvalley, de internationale topregio voor kennis en innovatie op het gebied van voedselproductie. Food

Nadere informatie

Amsterdamse haven en innovatie

Amsterdamse haven en innovatie Amsterdamse haven en innovatie 26 september 2011, Hoge School van Amsterdam Haven Amsterdam is een bedrijf van de gemeente Amsterdam Oostelijke handelskade (huidige situatie) Oostelijke handelskade (oude

Nadere informatie

Toespraak commissaris van de koningin Max van den Berg, Statenexcursie 17/18 november 2011 naar Hannover

Toespraak commissaris van de koningin Max van den Berg, Statenexcursie 17/18 november 2011 naar Hannover Toespraak commissaris van de koningin Max van den Berg, Statenexcursie 17/18 november 2011 naar Hannover Geachte aanwezigen, Noord-Nederland zet stevig in op sterke economische clusters rond agrofood,

Nadere informatie

Interreg V 2 zeeën Vlaanderen Nederland Grensoverschrijdend samenwerken voor groei

Interreg V 2 zeeën Vlaanderen Nederland Grensoverschrijdend samenwerken voor groei Interreg V 2 zeeën Vlaanderen Nederland 2014 2020 Grensoverschrijdend samenwerken voor groei Algemene informatie - Officiële lancering: 20 en 21 november in Rijsel; - 256 miljoen euro EFRO steun; - Samenwerkingsprojecten

Nadere informatie

Wat hebben stad en land met en aan Europa?

Wat hebben stad en land met en aan Europa? Wat hebben stad en land met en aan Europa? 1 1,9 Mrd EU-subsidies 2007-2013 Nieuwe periode 2014-2020 Ø Cohesiebeleid: 1,4 miljard, waarvan: q q 1 miljard EFRO en ESF (> 507 miljoen) 389,7 miljoen voor

Nadere informatie

Welkom bij break-out sessie MariGreen: Innovatiekansen in de maritieme industrie

Welkom bij break-out sessie MariGreen: Innovatiekansen in de maritieme industrie Welkom bij break-out sessie MariGreen: Innovatiekansen in de maritieme industrie MariGreen: innovatiekansen in de maritieme industrie Mijn gasten zijn: * Katja Baumann van MARIKO * Bram Kruyt van Wärtsilä

Nadere informatie

Beleidscommissie Strategische raadsagenda. Visie op positionering Harderwijk 9 februari 2017

Beleidscommissie Strategische raadsagenda. Visie op positionering Harderwijk 9 februari 2017 Beleidscommissie Strategische raadsagenda Visie op positionering Harderwijk 9 februari 2017 Opdracht strategische raadsagenda Wat willen we bereiken: Visie op de positionering van Harderwijk in de context

Nadere informatie

EU subsidies voor KRW opgaven

EU subsidies voor KRW opgaven EU subsidies voor KRW opgaven Themabijeenkomst op 26 november 2015 Govert Kamperman en Wimjan van der Heijden Waar staan we bij stil Kerndoelstellingen Europa Europa 2020-strategie EU subsidies, waar begint

Nadere informatie

Topsectoren. Bouwstenen van Bedrijvenbeleid. Hoofdstuk: In opdracht van DG Bedrijfsleven & Innovatie van het ministerie van Economische Zaken

Topsectoren. Bouwstenen van Bedrijvenbeleid. Hoofdstuk: In opdracht van DG Bedrijfsleven & Innovatie van het ministerie van Economische Zaken Bouwstenen van Bedrijvenbeleid Hoofdstuk: Topsectoren In opdracht van DG Bedrijfsleven & Innovatie van het ministerie van Economische Zaken Klik hier voor de handleiding van deze presentatie Versie maart

Nadere informatie

Infosessie Zorg 29 april 2014 Europese subsidieprogramma s 2014-2020

Infosessie Zorg 29 april 2014 Europese subsidieprogramma s 2014-2020 Infosessie Zorg 29 april 2014 Europese subsidieprogramma s 2014-2020 Europa 2020 SLIMME GROEI DUURZAME GROEI INCLUSIEVE GROEI De uitdagingen Groei en banen scheppen Klimaatverandering en Energieafhankelijkheid

Nadere informatie

Topsectoren aanpak en de Nederlandse Defensie & Veiligheid gerelateerde industrie. Samen naar de top!

Topsectoren aanpak en de Nederlandse Defensie & Veiligheid gerelateerde industrie. Samen naar de top! Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie Topsectoren aanpak en de Nederlandse Defensie & Veiligheid gerelateerde industrie Samen naar de top! Drs. G.M. Landheer Directeur Topsectoren en Industriebeleid

Nadere informatie

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland SMART WATER INLEIDING In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland - nieuw te ontwikkelen) projecten en activiteiten aan worden verbonden en worden KRIMP voor de welvaart

Nadere informatie

Het creëren van een innovatieklimaat

Het creëren van een innovatieklimaat Het creëren van een innovatieklimaat Bertholt Leeftink Directeur- Generaal Bedrijfsleven & Innovatie Inhoud 1. Waarom bedrijven- en topsectorenbeleid? 2. Verdienvermogen en oplossingen voor maatschappelijke

Nadere informatie

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie Productiviteit, concurrentiekracht en economische ontwikkeling Concurrentiekracht wordt vaak beschouwd als een indicatie voor succes of mislukking van economisch beleid. Letterlijk verwijst het begrip

Nadere informatie

Nederlands-Duitse grensstreek Sociaal-economische foto

Nederlands-Duitse grensstreek Sociaal-economische foto Nederlands-Duitse grensstreek Sociaal-economische foto 1 Rabobank Groep Duits-Nederlandse grensstreek Inhoudsopgave Demografie Dynamiek, groen-grijs, beroepsbevolking, inkomen, migratie Werkgelegenheid

Nadere informatie

Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven

Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven 2008-2012 Ester Hilhorst Economic Board Utrecht April 2014 Samenvatting Vinger aan de pols Innovatie is sterk verbonden met vooruitgang, vernieuwing en

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

De EUREGIO. Meerwaarde voor de aangesloten gemeente

De EUREGIO. Meerwaarde voor de aangesloten gemeente De EUREGIO Meerwaarde voor de aangesloten gemeente Dr. Elisabeth Schwenzow www.euregio.eu 129 aangesloten gemeenten Foto vom Rat in Enschede Foto von der Maut EUREGIO Sociaal-culturele ontmoetingen Sociaal-culturele

Nadere informatie

Holland High Tech High Tech Solutions for Global Challenges Topsector High Tech Systemen en Materialen

Holland High Tech High Tech Solutions for Global Challenges Topsector High Tech Systemen en Materialen Holland High Tech High Tech Solutions for Global Challenges Topsector High Tech Systemen en Materialen Amandus Lundqvist Voorzitter Topteam HTSM 21 maart 2014 Topteam HTSM advies toename private én publieke

Nadere informatie

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant' 'Maak werk van Vrije tijd in Brabant' OPROEP VANUIT DE VRIJETIJDSSECTOR Opgesteld door: Vrijetijdshuis Brabant, TOP Brabant, Erfgoed Brabant, Leisure Boulevard, NHTV, MKB, BKKC, Stichting Samenwerkende

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Eindverslag EFRO-programma GO 2007-2013 Portefeuillehouder: M. Scheffer Kerntaak/plandoel: Economie Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale

Nadere informatie

M201218. Meer snelgroeiende bedrijven en meer krimpende bedrijven in Nederland

M201218. Meer snelgroeiende bedrijven en meer krimpende bedrijven in Nederland M201218 Meer snelgroeiende bedrijven en meer krimpende bedrijven in Nederland drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, november 2012 Relatief veel snelgroeiende bedrijven in Nederland In deze rapportage

Nadere informatie

Economie en arbeidsmarkt in Noord-Nederland

Economie en arbeidsmarkt in Noord-Nederland Economie en arbeidsmarkt in Noord-Nederland Jan Dirk Gardenier 17 april 2015 Lokale verschillen in leefbaarheid veel gesloten platteland Economie is afhankelijk van ruimtelijke gebiedsontwikkeling en de

Nadere informatie

Transformatie naar een slimme, datagedreven tuinbouw

Transformatie naar een slimme, datagedreven tuinbouw Transformatie naar een slimme, datagedreven tuinbouw de rol van onderzoek 19 oktober 2017, prof.dr.ir. Jack van der Vorst, lid concernraad Wageningen University & Research Wereldwijde uitdagingen land-

Nadere informatie

Internationaliseringsdesk regio Zwolle

Internationaliseringsdesk regio Zwolle Internationaliseringsdesk regio Zwolle Rapportage over de mogelijke behoefte aan een internationaliseringsdesk/duitslanddesk voor de regio Zwolle Lectoraat International Business Kenniscentrum Strategisch

Nadere informatie

Noord-Nederland en OP EFRO

Noord-Nederland en OP EFRO N o o r d - N e d e r l a n d Noord-Nederland en OP EFRO versterking van de noordelijke economie O P E F R O De afgelopen jaren heeft Noord-Nederland hard gewerkt aan de versterking van haar sociaal economische

Nadere informatie

AGRO FOOD MONI TOR EDE

AGRO FOOD MONI TOR EDE AGRO FOOD MONI TOR EDE HIGHLIGHTS 2016 Voorwoord Ede ligt in het hart van FoodValley, de internationale topregio voor kennis en innovatie op het gebied van voedselproductie. Food omvat veel schakels in

Nadere informatie

Inleiding RIS3 en OPZuid

Inleiding RIS3 en OPZuid Inleiding RIS3 en OPZuid Inhoud RIS3 OPZuid 2014-2020 Toekomst structuurfondsen Call Systeemversterking Human Capital (1B3) Regionale Innovatie Strategie voor Slimme Specialisatie (RIS3) OPZuid 2014-2020

Nadere informatie

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020. Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020. Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020 Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding Wil Zuidoost-Nederland als top innovatie regio in de wereld meetellen, dan zal er voldoende en goed

Nadere informatie

OP Zuid. Programmaperiode 2014-2020

OP Zuid. Programmaperiode 2014-2020 OP Zuid Programmaperiode 2014-2020 1 Europees kader Europees Programma 2014-2020 Cohesiebeleid EFRO OP -zuid 2 Programmagebied 3 Vertrekpunten voor het nieuwe programma Houtskoolschets OP-Zuid Schatgraven

Nadere informatie

Europese Fondsen. Conferentie Europabewustzijn 30 november 2017

Europese Fondsen. Conferentie Europabewustzijn 30 november 2017 Europese Fondsen Conferentie Europabewustzijn 30 november 2017 Nina Knol Provincie Groningen Beleidsmedewerker Europa en Internationalisering n.v.knol@provinciegroningen.nl Waarom Europees samenwerken

Nadere informatie

Titel. Evaluatie Economisch Actieplan 8/12. Subtitel

Titel. Evaluatie Economisch Actieplan 8/12. Subtitel Titel Evaluatie Economisch Actieplan 8/12 Subtitel Doel van het Economisch Actieplan behouden en stimuleren van de bedrijvigheid; verbeteren van het (gemeentelijk)ondernemersklimaat; onderhouden van goede

Nadere informatie

Factsheet arbeidsmarkt Overijssel (bijlage bij Investeringsvoorstel Iedereen in Overijssel doet mee )

Factsheet arbeidsmarkt Overijssel (bijlage bij Investeringsvoorstel Iedereen in Overijssel doet mee ) Factsheet arbeidsmarkt Overijssel (bijlage bij Investeringsvoorstel Iedereen in Overijssel doet mee 2016-2019 ) Economische kerngetallen uit de begroting (kerntaak 5: Regionale Economie) Er zijn 3 kerngetallen

Nadere informatie

Samenvatting. economy.

Samenvatting. economy. Samenvatting 6 SAMENVATTING Samenvatting Door toenemende technologische kennis en innovatie is het steeds beter mogelijk om de verschillende bestanddelen van planten, bomen, gewassen en dierlijke reststromen

Nadere informatie

MKB investeert in kennis, juist nu!

MKB investeert in kennis, juist nu! M201016 MKB investeert in kennis, juist nu! drs. B. van der Linden drs. P. Gibcus Zoetermeer, september 2010 MKB investeert in kennis, juist nu! MKB-ondernemers blijven investeren in bedrijfsopleidingen,

Nadere informatie

R&D-barometer Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven. November 2018

R&D-barometer Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven. November 2018 R&D-barometer 2018 Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven November 2018 Inhoud 1. Achtergronden onderzoek 2. Kerncijfers R&D-barometer 2018 3. De trends in R&D; samenwerking blijft

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Köln. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Köln. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio Köln Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

Horizon 2020 Kansen voor Hogescholen

Horizon 2020 Kansen voor Hogescholen Horizon 2020 Kansen voor Hogescholen DG Onderzoek en Innovatie mei 2013 Inhoud presentatie Opzet toekomstig Europees R&I beleid Hoofdlijnen Horizon 2020 Waar staan we nu? Kansen voor hogescholen in Horizon

Nadere informatie

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds Nieuwe verdeelmodel provinciefonds vertaling ijkpunten naar inclusief actualisering Eindrapport Cebeon, 24 mei 2011 I Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Bestuur... 4 3 Verkeer en vervoer... 6 4 Water en

Nadere informatie

Conclusies rapporten organiserend vermogen en snel groeiende bedrijven in Gelderland

Conclusies rapporten organiserend vermogen en snel groeiende bedrijven in Gelderland Conclusies rapporten organiserend vermogen en snel groeiende bedrijven in Gelderland Presentatie 8 februari 2017 Provincie Gelderland Provinciale Staten Commissie Economie, Energie en Milieu Linze Rijswijk,

Nadere informatie

DOC en EZ-innovatiebeleid: dat moet (kunnen) passen. Luuk Klomp Plv directeur Innovatie en Kennis. 19 oktober 2016

DOC en EZ-innovatiebeleid: dat moet (kunnen) passen. Luuk Klomp Plv directeur Innovatie en Kennis. 19 oktober 2016 DOC en EZ-innovatiebeleid: dat moet (kunnen) passen Luuk Klomp Plv directeur Innovatie en Kennis 19 oktober 2016 Beleidsthema s en doelen innovatie 1 Generiek spoor: ruimte voor ondernemers Doelen: NL

Nadere informatie

Risicomanagement in de industrie Ben Dankbaar

Risicomanagement in de industrie Ben Dankbaar Risicomanagement in de industrie Ben Dankbaar BiZ-Dag 29 juni 2017 Overzicht 1. Een paar cijfers 2. Wat is industrie? 3. Personeel 4. Risico s 3 1. Een paar cijfers 29 juni 2017 3 Balans: omzetontwikkeling

Nadere informatie

Economische visie. Gemeente Cranendonck

Economische visie. Gemeente Cranendonck Economische visie Gemeente Cranendonck Economische visie voor en door ondernemers Om in de toekomst de kansen en mogelijkheden op economisch gebied optimaal kunnen benutten, is een gezamenlijke koers en

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5

Nadere informatie

Duurzaamheid in Amersfoort: kansen en inspiratie Het Amersfoorts Afwegingskader Duurzaamheid

Duurzaamheid in Amersfoort: kansen en inspiratie Het Amersfoorts Afwegingskader Duurzaamheid Duurzaamheid in : kansen en inspiratie Het s Afwegingskader Duurzaamheid s Afwegingskader Duurzaamheid s Afwegingskader Duurzaamheid Leefomgeving Dit project draagt bij aan een gezond woon- en werkklimaat

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Brabant. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Brabant. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Noord-Brabant Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Overijssel. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Overijssel. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Overijssel Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie