KNNV afdeling Nijmegen Goudenregenstraat XN BEEK UBBER- GEN secretaris@nijmegen.knnv.nl

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "KNNV afdeling Nijmegen Goudenregenstraat 5 6573 XN BEEK UBBER- GEN secretaris@nijmegen.knnv.nl www.knnv.nl/nijmegen."

Transcriptie

1 KNNV afdeling Nijmegen Goudenregenstraat XN BEEK UBBER- GEN secretaris@nijmegen.knnv.nl De Stippelberg Deelnemers [10]: Ben Verheyen, Francien en Ton Nabuurs, Willy Geerthuis, A van de Hork, Maaike Pikkemaat, Ton Ebben, Diana van Putten, Robert de Vos. Foto s : Maaike Pikkemaat en Ton Ebben. Excursieleider en verslag: Jan Nillesen. Weer: Prachtige winterdag 8 C uur

2 Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 2

3 Hoogtekaart, waarop de route met zwart is aangegeven. Op de kaart valt af te lezen dat de Stippelberg in het midden van de Peel ligt. Het werd oorspronkelijk ontwaterd door de Roesp. Dit beekje ontsprong in het Beestenveld en stroomde via de Mortel naar Gemert. De Rips is er naar genoemd. De rode streep is de Breuk van Milheeze.. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 3

4 Op de bijgaande kaart zijn de stippels van de Stippelberg te herkennen. Route excursie 21 febr De blauwe streep is de Breuk van Milheeze. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 4

5 Het 970 ha grote landgoed Stippelberg is sinds 1994 eigendom van Vereniging Natuurmonumenten en bestaat voornamelijk uit aangeplant naaldhout. Houtproductie was in het verleden hoofddoel van dit natuurgebied. Nu ligt dit anders. Natuurmonumenten maakt van het gebied een gevarieerd bos met aan de oostzijde heide. Ze is daar in het door ons bezochte gedeelte al grotendeels in geslaagd, gezien de prachtige gevarieerde opbouw van het bomen bestand. De ondergroei in de naaldhoutplantages is slecht ontwikkeld. We treffen veel opslag aan van Grove den, Douglas en op plaatsen waar het zonlicht de bosbodem bereikt: Japanse Larix. Op enkele plaatsen in dit jonge bos vonden we de Hulst. We deden een verrassende vondst van een prachtig exemplaar vol met vuurrode steenvruchten. De vruchten zijn besachtig, maar weinig sappig en voor mensen giftig. Bij de meeste vogels zijn ze niet erg in trek. Alleen appelvinken kunnen in een periode van overvloed toch een voorkeur voor hulstvruchten tonen. Lijsters eten ze pas aan het eind van de winter als ander fruit schaars is geworden. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 5

6 De Hulst hoort thuis in loofbossen op zure vochthoudende, matig voedselrijke, zand- en leem bodems. Het is toch bijzonder dat hij hier staat. De boom heeft een sterke voorkeur voor gerijpte bosbodem. De geschiedenis van zijn vestiging in Noordwest-Europa na de laatste ijstijd is slecht bekend; zeker is wel dat hij hier lang Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 6

7 vóór de Beuk arriveerde. De Hulst is de meest Atlantische van de groter Europese houtgewassen. Hij verdraagt veel schaduw en gedijt bij een goede luchtvochtigheid. De boom heeft een zinkwortelstelsel. De voornaamste wortels lopen grotendeels horizontaal en vormen dunne, loodrecht naar beneden groeiende zijwortels [zinkers]. In de bladeren mineerde de larve van de Hulstvlieg, een glanzend zwart vliegje van zo n vier millimeter lang. Als bewoner van een wintergroene plant is de Hulstvlieg de enige mineervlieg, die als larve overwintert. Hij vormt een grote blaasvormige mijn op de bovenzijde van het blad Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 7

8 Stippels in het landschap Op landgoed de Stippelberg lopen we door bossen, zandverstuivingen, heide en statige lanen. Langs het pad liggen oude stuifduinen als stippels in het landschap. Hieraan dankt de Stippelberg zijn naam. Eind negentiende eeuw overheerste de heide. Tussen 1893 en 1935 zette de Heidemaatschappij het gebied naar zijn hand. Douglasspar, Grove den, Zwarte den, Weymouth, Fijnspar en Japanse lariks verrezen, waar ooit dophei en brem groeiden. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 8

9 Voor de aanwezigheid van bomen, op deze zeer slechte gronden, is het vermogen tot het opnemen van voedingsstoffen als fosfaat afhankelijk van de aanwezigheid van de mycorrhizapartner. Krulzomen, Kastanjeboleet, Berkenboleet en Fopzwammen zorgen met hun mycelium voor de aanvoer. Amerikaanse eik Amerikaanse vogelkers Beuk Douglas Fijnspar Grove den Hulst Japanse larix Lijsterbes Ruwe berk Sporkenhout Vlier Weymouth Zachte berk Zomereik Zwarte den Corsicaanse den Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 9

10 De woudkoning van de Pacifische kust Prominent aanwezig op de Stippelberg is de woudkoning van de Pacifische kust de Douglasspar. De boom is hier 80 jaar geleden in grote aantallen geplant en zaait zich nu uitbundig uit. Voelt hij zich thuis op de Stippelberg? Niet helemaal. Het is hier niet vochtig genoeg. Met name de relatieve vochtigheid is een probleem. Op plekken waar de Douglas is vrij gezet vertoont hij stamgroei, hetgeen veroorzaakt wordt door de blootstelling aan droge lucht. De boom van de Pacifische kust vraagt een hoge graad van relatieve vochtigheid en neerslag van 200 ml per jaar hetgeen ons klimaat niet biedt. Ze wordt hier dan ook slechts 40 m hoog. Op onderstaande foto, genomen op de Stippelberg, is een vrij geplaatste Douglas met stamgroei afgebeeld. De uit zaad opgeschoten bomen die we overal aantreffen waaien zelden om. Dat ligt anders bij de geplante bomen. Daarvan is bij het verplanten de penwortel afgehakt zodat de beworteling van deze bomen tekort schiet. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 10

11 Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 11

12 Ook de Japanse lariks zaait zich op de Stippelberg volop uit. Het zijn vooral de open plekken waar voldoende licht valt die bezaaid zijn met jonge bomen. De Japanse lariks groeit van nature in de bergen in Japan. In het algemeen groeit de Japanse lariks het beste op bodems met een goede vochtvoorziening. De boom is bijzonder droogtegevoelig en heeft veel licht nodig. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 12

13 De opstanden van de Corsicaanse dennen gedijen goed op deze droge zandgronden Deze boom vraagt veel licht. Ze vormen een zware penwortel met weinig vertakkingen. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 13

14 De Corsicaan heeft een kandelaar vorm; de Oostenrijker horizontaal gestrekte takken en een veel donkerder kroon. Grove den domineert de bossen van de Stippelberg De Grove den heeft veel licht nodig en verdraagt zowel strenge vorst als grote hitte. Langdurige droogte overleeft de boom, maar ook hoge grondwaterstanden. Dat maakt de Grove den voor de Stippelberg uiterst geschikt. Hij gedijt het best in gebieden met een lange, koude winter. Een langdurige winterrust maakt een solide stam opbouw mogelijk. De wortels zijn in staat door een oerbank in de grond te dringen. De voedselbehoefte van de boom is zo gering dat de Grove den zonder bemesting op humusloos stuifzand kan groeien wat verder alleen de Zwarte den klaar speelt. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 14

15 Wondovergroeiing Op onze route komen we een interessant voorbeeld tegen van wondovergroeiing. Bomen sluiten wonden door nieuw weefsel over het wondoppervlak te vormen. Lange tijd is deze wondovergroeiing gezien als genezen van de boom. Alles wat de vorming van nieuw weefsel over de wond bevorderde, bevorderde dus de genezing. Dit is echter een verkeerd gebruik van het begrip genezen. Genezen is helen, herstellen. Bomen zijn niet in staat om beschadigde of geïnfecteerde weefsels te herstellen. Bomen vormen alleen nieuwe cellen op nieuwe plaatsen. Een eenmaal ontstane wond blijft dus altijd aanwezig, de boom kan er alleen [letterlijk] overheen groeien. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 15

16 De wondovergroeiing begint vanuit het levende cambium aan de wondrand met de vorming van callus. In dit geval treedt callusvorming op vanuit de kopse uiteinden van het houtstraalparenchym op het wondoppervlak. Het weefsel dat ontstaat wordt houtstraatcallus genoemd. Een houstraal bevat slechts een kleine voedselreserve. Door de vorming van callus is deze reserve snel uitgeput. Om in leven te blijven moet het houtstraalcallus daarom versmelten met het weefsel dat wordt gevormd door het cambium aan de wondrand, voordat de voedselreserves van de houtstraal zijn uitgeput. Callus bestaat uit niet-gedifferentieerde cellen. Het deelt zich snel en ontwikkelt zich [differentieert] tot een nieuw bast/cambium/houtsysteem. Zodra dit is gebeurd, is er geen sprake meer van callus, maar van wondovergroeiingsweefsel. Dit weefsel, en niet het callus, overgroeit de wond. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 16

17 Op de bomen treffen we vele epifyten aan die door het vochtige weer er fris bij staan. Omdat epifyten aan weer en wind zijn blootgesteld, hebben ze in de loop van hun evolutie verschillende aanpassingsmechanismen ontwikkeld die het hun mogelijk maakt ook op extreme standplaatsen te overleven. Zo zijn de meeste bewoners in sterke mate droogteresistent. Ze komen weer tot leven, zodra hun opnieuw voldoende vocht ter beschikking staat. Ook kunnen veel van hen hoge temperaturen zonder beschadiging verdragen. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 17

18 Luchtalgen Algen, speciaal de groenalg Apatococcus treffen we op veel plaatsen op de Stippelberg aan. Het zijn voornamelijk op een kogel of pakket lijkende celvormen die een hoge droogteresistentie bezitten. Als zogenaamde luchtalgen zijn ze in staat waterdamp uit de lucht op te nemen om zo hun assimilatie op gang te houden. Dienovereenkomstig komen ze voor onder omstandigheden, waar een hoge luchtvochtigheid heerst. Als aan deze voorwaarden wordt voldaan kunnen enkele soorten ook overleven Niet alle groenalgen zijn ook echt groen. Een voorbeeld daarvan is Trentepohlia umbrina, een roodbruine draadvormige algensoort, waarbij de groene kleurstof door een ijzerhoudend hematochrom overwoekerd wordt. Een hematochrom is een rood pigment, aanwezig in groene algen, in het bijzonder als ze zijn blootgesteld aan fel licht. Het bestaat uit een mengsel van carotenoïde pigmenten en hun derivaten Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 18

19 Trentepohlia umbrina Trentepohlia is een groene alg De opvallende oranjebruine kleur, die de kleur van het bladgroen ver bergt, wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van grote hoeveelheden aan caratenoïde pigmenten Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 19

20 De landduinen die we vandaag doorkruisten, komen voor in een gordel van west naar oost door het noordelijk deel van Europa. In Nederland en Duitsland is deze 150 km breed. In Polen 425 km. Het is de zone waarin tijdens de ijstijden de grens van het landijs heeft gelegen en de landstrook ten zuiden daarvan die direct onder invloed van de gletsjers heeft gestaan. Op het kaartje is zichtbaar hoever het landijs in de verschillende ijstijden gekomen is. De landduinen die we vandaag bezochten zijn ontstaan in het Weichselien [ ]. Om preciezer te zijn in de koudste periode het Pleniglaciaal [ ]. Er lag geen ijs in Nederland maar er heerste een toendraklimaat. Het was hier een poolwoestijn. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 20

21 Koude, droge winden joegen over de vlakte [blizzard]. Deze winden joegen de zandkorrels van een/tiende mm in heftige sneeuwstormen over de vlakte en deponeerden ze dan weer op andere plaatsen [dekzanden]. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 21

22 Op de natte plekken nabij de Milheezerbreuk waar het zand vochtig was door stagnerend grondwater, vormden zich Stippels. Op andere plekken ontstond een golvend landschap met oost/west gelegen dekzandruggen. Door egalisatie bij de ontginning en door bebossing is dit moeilijk in het gebied te herkennen. In totaal beslaan de Europese stuifzanden ongeveer km2, waarvan 950 km2 in Nederland. Daarvan bestaat minder dan 5% nog uit actief stuifzand, dus niet door de vegetatie vastgelegd. De stuifzanden hebben een totaal oppervlakte van 6000 ha waarvan het grootste deel, ruim 2000 ha, op de Veluwe Het stuifzand ter plaats is in de bovenste bodemlaag te arm aan voedingsstoffen voor een vegetatie om meer te kunnen bevatten dan Buntgras en Zandstruisgras. De ruimte er tussen wordt opgevuld door Gewoon kronkelsteeltje, Ruig haarmos en korstmossen die hun voedsel betrekken uit het regenwater. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 22

23 De aanplant van dennenplantages na 1930 op de Stippelberg heeft geleid tot de komst van de Zwarte specht. Hij liet zich in vlucht aan ons horen met zijn doordringend ritritrit. Toen hij tegen een stam zat klonk het melodieuse klia. We hoorden hem ook roffelen en schallend roepen. In de jonge naaldhoutopstanden fourageert de vogel op kolonies van houtmieren. Daarnaast worden ook poppen, larven en volwassen exemplaren van andere mierensoorten gegeten, alsmede de larven van in dood hout levende kevers. Ze broeden in dikke beuken met een weinig vertakte en gladde hoofdstam. In recente tijd is er sprake van een lichte afname van de stand door predatiedruk van de Havik. Ook het verdwijnen van kaalslagen uit het bosbouwsysteem speelt een rol. Ze fourageren immers in jong heringeplant bos, waar veel houtmieren voorkomen. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 23

24 In de vlucht valt op dat de vogel in een rechte lijn vliegt, terwijl de meeste andere spechten een golvende vlucht hebben. De zang is een lachend geluid dat erg lijkt op de zang van veel andere spechten. Havik jagend in de lanen In de dichte bossen van de Stippelberg achtervolgt de havik vogels in een pijlsnelle verrassingsaanval, tussen bomen door navigerend als een doelzoekend projectiel. In meer open gebieden overrompelt de havik konijnen en vogels, aanvallend vanuit een hinderlaag. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 24

25 De havik is een krachtige roofvogel, gespecialiseerd in het overrompelen van konijnen en vogels. Het zijn zeer honkvaste vogels; de Haviken van de Stippelberg verlaten hun territorium hun leven lang niet. De Haviken maken hier een groot nest van takken hoog in een boom. Zo'n bouwwerk gaat vele jaren mee en wordt vaak pas vervangen wanneer een boomtop onder de takkenlast in een storm bezwijkt. De home range, te omschrijven als het gebied waarin voedsel wordt gezocht, is honderden hectaren groot. Haviken komen dus niet in grote dichtheden voor. Jonge vogels zoeken in de omgeving waarin ze zijn opgegroeid naar een eigen territorium. Meestal vinden ze dat binnen een straal van 18 kilometer; voor een krachtige vlieger als de havik een zeer kleine afstand. De havik plukt zijn prooi. Bij gevogelte blijven de punten van de veerschachten intact. Op het borstbeen van gevogelte zijn vaak wigvormige happen te zien, deze zijn typerend voor de havik. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 25

26 Jonge onervaren haviken slaan hun prooi soms niet helemaal goed waardoor deze niet doodgeknepen wordt, in deze gevallen is het mogelijk dat je een kip/fazant bolzittend maar nog levend terugvindt, helaas is het dier evengoed ten dode opgeschreven aangezien de zachte delen (borstfilets) eruit gegeten zijn. Over het algemeen nemen haviken hun prooi mee naar een plukplaats. Bij gevogelte vind je het verenpak volledig uitgetrokken terug op de grond, bij zoogdieren zoals konijn ligt de vacht volledig geplukt op de plaats. Vaak verraadt de havik zichzelf door zogenaamde urinestrepen. Soms laten ze veertjes achter van zichzelf en kun je daaraan herkennen wie er geweest is. interne kringloop van voedingsstoffen Pijpenstrootje is een bijzonder gras. De stengel is nergens verdikt, er zijn geen knopen te zien, zoals bij een gewone grassoort. Die knopen zijn er wel, maar zitten helemaal onderaan de stengel. Daardoor is dit gras goed bruikbaar om pijpen door te steken en Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 26

27 als zodanig was het vroeger dan ook te koop in de tabakshandel. Vooral in de tijd van die lange, Goudse pijpen was het verzamelen van pijpenstrootjesgras een welkome bron van bijverdienste voor de arme luiden. Overigens werd het als stro ook veel gebruikt voor dakbedekking en strooisel voor de stallen, met name door boertjes die zich de luxe van echt stro (dus afkomstig van rogge) niet konden permitteren. Pijpenstrootjesgras vinden we op de Stippelberg op de plekken met wisselende waterstanden. Dit zijn in feite heel arme biotopen, met een groot gebrek aan opneembare voedingsstoffen. Het is daarom opmerkelijk dat het forse Pijpenstrootje zich hier kan handhaven. Het gras gaat heel zuinig om met zijn stikstof en fosfaat. Een gewone grassoort verliest deze voedingsstoffen in de herfst: hij raakt ze met het afsterven van zijn blad kwijt. Het Pijpenstrootje trekt deze stoffen terug en slaat ze op in zijn wortels, zodat ze het volgende jaar meteen weer beschikbaar zijn. Dat verklaart zijn forse afmetingen. Een gering aantal vaatplanten op de Stippelberg. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 27

28 Deze pleistocene zandgronden zijn carbonaatarm en zuur. In de sterk zure bodem is stikstof overwegend in de ammonium ionen aanwezig. Enkele vaatplanten kunnen stikstof in de vorm van ammonium-ionen opnemen, maar een overvloed aan ammoniumionen leidt tot verdringing van onontbeerlijke metaalionen [met name kalium]. Daardoor kunnen veel planten op ammonium rijke grond niet groeien; zij gebruiken hoofdzakelijk nitraat als stikstofbron. Vrije ammoniak is voor veel planten een vergif. Enkele zoals Rankende helmbloem, Bochtige smele en Brede stekelvaren blijken juist aan een ammoniakrijk milieu gebonden. Struikhei gaf mede vorm aan de Stippelberg Struikhei is een veranderlijke, winterharde plant. Nu ziet hij er bruinig uit, maar toch bevat het veel groene takken. Een grazend schaap moet ongeveer drie kilogram struikhei eten om evenveel voedingsstoffen binnen te hebben als bij één kilogram gras. Maar struikhei heeft een groot voordeel: hij blijft heel het jaar door groen en behoudt zijn voedingswaarde. Waar struikhei groeit Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 28

29 hebben de dieren voedsel. In het vochtige en milde klimaat langs de westkust van Europa heeft struikhei het naar zijn zin. De bodem is arm aan stikstof een milieu waarin een asceet als struikhei bevoordeeld is in vergelijking met andere planten Struikhei wint Struikhei verzuurt de bodem. De dode blaadjes vergaan daardoor uiterst langzaam en beperken zo het vrijkomen van nutriënten. De kleine hoeveelheden die toch vrij komen worden snel opgenomen door de haarwortels van de struikhei. Weinig gaat op die manier verloren. Zo blijft struikhei domineren, ondanks de arme omgeving. Bijna alles wat deze plant nodig heeft, krijgt hij van het zonlicht, de lucht en de regen. Struikhei heeft kleine blaadjes die dicht tegen elkaar aanliggen. Aan de buitenzijde zijn ze bedekt met een waslaagje. Dat gaat het verlies van water tegen tijdens droog en warm weer. Struikhei Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 29

30 heeft veel licht nodig. De plant vormt een dicht dek van takken, blaadjes en bloemen. Daarmee profiteert hij zelf van het volle licht, maar zet concurrenten in de schaduw. Als de heidebegroeiing erg gesloten is dringt er maar twee procent van het licht tot op de bodem door. Maar ook op een andere manier verandert struikhei het microklimaat. Onder de dichte struiken wordt de temperatuur verlaagd en in het zomerseizoen kan het er extra droog zijn. We vinden er alleen Heideklauwtjesmos in uitgestrekte matten. Dit alles maakt dat het voor andere planten zeer moeilijk wordt om tussen struikhei te groeien. Door ericoïde mycorrhiza houdt struikhei het wel vol op de uitgeloogde dekzandgronden. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 30

31 Tussen de struikhei groeit Heideklauwtjesmos. Het groeit in matjes met een glanzend bleke kleur. Heideklauwtjesmos is aangepast aan het voedselarme zure milieu. Het groeit op zuur strooisel. Het mos is tweehuizig en vormt zelden sporenkapsels. Het wordt weleens zomersneeuw genoemd i.v.m. de witte puntjes. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 31

32 Een met de fiets reizende Rus. Langs de paden treffen we een afwijkend milieu aan. Het is er vochtig, kalkloos en matig voedselrijk. De bodem bestaat uit humusarme zandgrond. Door betreding en tijdelijke stagnatie van water is de bodem sterk verdicht. Dit leidt tot anaërobe condities. De Tengere rus speelt hier een prominente rol. Juncus tenuis is van Noord-Amerikaanse afkomst en werd in 1821 voor het eerst op het Europese vasteland waargenomen. Het is de tredplant voor zandige bodems. Onder vochtige omstandigheden wordt de wand van zijn zaden slijmerig, zodat ze aan schoenzolen of [fiets]banden blijven plakken en soms ver van de ouderplant weer worden afgestreken. Associatie van Engels raaigras en Grote weegbree. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 32

33 Subassociatie Tengere Rus. [Plantagini-Lolietum Perennes juncetosum tenuis] Overal langs het pad treffen we de associatie van Engels raaigras en Grote weegbree aan. Het is op de Stippelberg een tredgemeenschap met Grote weegbree en Tengere rus. Vandaar dat hier sprake is van de subassociatie met Tengere rus. Plaatselijk wordt de associatie vergezeld door Gewoon struisgras, Engels raaigras, Straatgras, Varkensgras, Paardenbloemen en Witte klaver. Op plekken met ruwe humus en meer licht inval bepaalt Gewoon struisgras het aspect van deze associatie. Het vormt massa vegetaties op bodems die door trage strooiselafbraak een zeker gehalte aan ruwe humus bezitten. Het vormt er een dichte zode. De plant kan dit door zijn korte bovengrondse uitlopers en lange ondergrondse uitlopers. De gladde stengels kunnen aan de onderste knopen wortels vormen. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 33

34 Uitgestrekte mostapijten bedekken de bosbodem. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 34

35 Fraai haarmos. Levensstrategie: Blijver. Investering in voortplanting laag. Het Fraai haarmos op de Stippelberg sporuleerde volop. Op de foto zijn de sporofyten te zien. Ze zijn ontsproten op de top van de gametofyt en bestaan uit een lange steel [seta] met aan de top een sporogoon of sporenkapsel. Deze sporofyten zijn al op leeftijd. Jonge sporofyten worden beschermd door een behaard kapje [calyptra] of huikje. De sporen ontstaan door meiose in het weefsel binnen het sporenkapsel. Haarmossen zijn topkapselmossen die dankzij hun sterk gedifferentieerde stengel, met een primitieve vorm van xyleem en floëem, voor een mos zeer groot kunnen worden. Fraai haarmos is aangepast aan de periodes van droogte op de Stippelberg Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 35

36 Bij de meeste mossen bestaat de epidermis van de bladschijf uit een enkele cellaag. Bij de haarmossen is dat anders. Het blad van de haarmossen is aan de bovenzijde bedekt met longitudinale, parallel lopende en elkaar overlappende lamellen, waarin de fotosynthese plaats vindt. Deze parallel lopende lamellen op de bovenzijde van de blaadjes zijn een voorbeeld van xeromorfe adaptatie. Deze aanpassing aan de droge dekzand gronden is hier van vitale betekenis. Vocht wordt vastgehouden tussen de lamellen, daarbij geholpen door de verdikte topcellen. Relatief weinig cellen staan in contact met de omgeving, terwijl er via de zijkant van de lamellen toch voldoende gassen worden uitgewisseld met de buitenwereld om fotosynthese mogelijk te maken. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 36

37 Fraai haarmos profiteert van hoge luchtvochtigheid In het bos profiteert Fraai haarmos van de hoge luchtvochtigheid. Op de heide en het stuifzand kunnen vaatplanten het moeilijk bolwerken vanwege een gebrek aan voedingsstoffen en/of vocht. Dat maakt de weg vrij voor een klein maar select groepje blad- en korstmossen. De groeiplaats is behalve door voedselarmoede gekenmerkt door een zandige bodem met een [langdurig] gebrek aan bodemvocht. Kenmerkend overal aanwezig Heideklauwtjesmos. Ze verkeert in het gezelschap van Gewoon gaffeltandmos en Bronsmos. Stuifzandbewoners moeten goed zijn aangepast aan extreme omstandigheden: zand wordt s zomers bloedheet. Glasharen aan de bladtoppen stellen Ruig haarmos en Grijs kronkelsteeltje in staat om zonlicht te reflecteren en zo de kans op uitdroging te minimaliseren. Ruig haarmos vormde uitgestrekte zoden. Buntgras geleidt de waterdruppels naar de pol. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 37

38 Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 38

39 Antheridiën van het Zandhaarmos. Ze functioneren als spatbekers. Polytrichum juniperinum Juniperus= op jeneverbes gelijkend. Grijs Kronkelsteeltje alom tegenwoordig Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 39

40 Grijs kronkelsteeltje is op heide en stuifzand voor ons een bekende verschijning. Nu vonden we C. introflexus ook volop in het bos in een wat andere verschijningsvorm. Donkere matten. De glashaar vormt een goed kenmerk. Aan jonge planten waren deze glasharen echter nog niet duidelijk te zien. In de buurt van jonge planten stonden meestal volwassen exemplaren, zodat herkenning toch mogelijk was. Verwarring met Boskronkelsteeltje is mogelijk. Boskronkelsteeltje verdraagt echter veel schaduw en vermijdt geëxponeerde groeiplaatsen. Het heeft roodbruin stengelvilt en bladoortjes. Vegetatieve voorplanting komt bij Boskronkelsteeltje veel voor. Er vormen zich dan bundels bebladerde broedtakjes aan de stengeltop. Die breken gemakkelijk af en kunnen daarna uitgroeien tot een nieuwe plant. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 40

41 Campylopus introflexus is in Nederland voor het eerst in 1961 gevonden. Deze van het zuidelijk halfrond afkomstige soort heeft zich sindsdien razendsnel verspreid. Momenteel is Grijs kronkelsteeltje op de Stippelberg zeer algemeen, vooral op open zandgronden in de landduinen en op de heide. De soort komt hier op Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 41

42 de min of meer zure bodems massaal voor. Stikstofdepositie heeft het voorkomen wellicht bevorderd. Grijs kronkelsteeltje, ook wel Cactusmos of Tankmos genoemd, is behalve op de grond ook af en toe op bijv. hout te vinden. De zeer dichte zoden maken de groei van andere soorten vaak onmogelijk, vandaar de bijnaam Tankmos.. De bijnaam Cactusmos heeft Campylopus introflexus te danken aan de onmiskenbare, vaak naar buiten afstaande glasharen. Oplettendheid is geboden bij jonge planten die soms nog geen duidelijke glasharen bezitten Stengeltoppen en broedtakjes Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 42

43 Verrassend was de verschillende habitus van Grijs Kronkelsteeltje in de open landduinen versus het bos. Op de foto is te zien dat de stengeltoppen gemakkelijk afbreken. Het is belangrijk deze stengeltoppen niet te verwarren met de broedtakjes van Boskronkelsteeltje Grijs kronkelsteeltje Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 43

44 Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 44

45 Boskronkelsteeltje heeft bebladerde broedtakjes Groeit op de grond, op boomvoeten of op molmend hout. Vormt dichte kussens of zoden. Heeft zelden sporenkapsels. Plant zich voornamelijk vegetatief voort met bundels bebladerde broedtakjes aan de stengeltop. Deze breken gemakkelijk af en groeien uit tot een nieuwe plant. Campylopus flexuosus is in principe goed herkenbaar aan de bebladerde broedtakjes maar gezien de variabiliteit van de soort is oplettendheid geboden. In combinatie met het stengelvilt, de brede nerf en de gekleurde bladoortjes hoeven echter ook bij slecht ontwikkelde planten nooit fouten in de determinatie gemaakt te worden. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 45

46 Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 46

47 De bladen buigen in een richting Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 47

48 Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 48

49 Campylopus pyriformis. Breekblaadje, ook wel Gewoon kronkelsteeltje genoemd, is eenvoudig herkenbaar aan de kenmerkende broedblaadjes. Deze broedblaadjes vormen een efficiënt verspreidingsmechanisme maar de soort vormt ook vrij regelmatig kapsels. De aanwezigheid van de bootvormige broedblaadjes onderscheidt Campylopus pyriformis ook van de eveneens algemene en er soms oppervlakkig op gelijkende Campylopus flexuosus. Ook de kleur van C. pyriformis, meestal geelgroen, verschilt in het veld van het donkergroen van C. flexuosus. Sikkelsterretje Dicranoweisia cirrata groeide als epifyt op Eik. De soort groeit in dichte kussentjes en kapselde. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 49

50 Op boomvoeten Geelsteeltje. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 50

51 Geelsteeltje groeide aan de voet van bomen en voelde enigszins vettig aan. Het is per ongeluk met een tropische lading hout Europa binnen gekomen en is sindsdien gestaag in opmars Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 51

52 Gewoon pluisjesmos terrestrisch Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 52

53 Bronsmos houdt van zure grond. Het beschutte en relatief vochtige bosmilieu leidt tot uitgestrekte mostapijten. Fraai haarmos domineerde. Strooiselbewonend slaapmos, zoals Bronsmos maakte plaatselijk de dienst uit onder naaldbomen. Op de open plekken op zure vochtige en droge humus de bleekgroene glanzende matten van Heideklauwtjesmos [Hypnum jutlandicum]. Levensstrategie: Blijver, tweehuizig. We vonden geen sporenkapsels. Heideklauwtjesmos heeft een glanzend bleekgroene kleur met witte toppen Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 53

54 Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 54

55 In de Stippelberg groeit het op bomen met basenarme schors, vooral eik. Bosklauwtjesmos Bosklauwtjesmos is een tweehuizige plant, de mannelijke (antheridia) en vrouwelijke (archegonia) voortplantingsorganen ontstaan op verschillende planten. Het Bosklauwtjesmos vormt echter zelden zelden sporofyten. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 55

56 Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 56

57 Mnium hornum komt op de Stipplberg minder vaak voor als op de Stuwwallen. Het is hier te zuur. Op steilkanten, bijv. van greppels, vormt de soort uitgestrekte tapijten. Mnium hornum is onmiskenbaar, o.a. door de scherpe en in paren bijeenstaande tanden aan de bladrand, al is het voor beginners soms even wennen dat de soort er droog zo geheel anders uit kan zien dan in natte toestand, en jonge scheuten veel lichter zijn dan oude. Mnium hornum kapselt veel hoewel de soort tweehuizig is. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 57

58 Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 58

59 Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 59

60 Kussentjesmos houdt van zuur Leucobryum glaucum groeit vooral in loofbossen op voedselarm humeus zand, zowel op het Pleistoceen als in de kalkarme duinen. Het onmiskenbare Kussentjesmos groeit ook in de Bunthorst, Brestbos en Bruuk. Leucobryum glaucum vormt stevige grijsgroene kussens die slechts langzaam groeien en zeer oud kunnen worden. Er zijn aanwijzingen dat de kussens veel minder groot worden dan vroeger. Het zeldzame voorkomen van sporenkapsels is behalve met tweehuizigheid ook in verband gebracht met klimaatsfactoren. Kapselvorming lijkt vooral voor te komen op beschutte plaatsen in gebieden met een hogere neerslag (op en rond de Veluwe) of hoge luchtvochtigheid (Wassenaar). Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 60

61 Op een boomstam: Bruin heide staartje [Cladonia glauca] Korstmossen zijn taaie organismen welke op de meest onwaarschijnlijke plaatsen kunnen overleven, waar de planten het niet meer redden. Bijvoorbeeld in de woestijn, op de Zuidpool, in hooggebergten en op de Stippelberg op een boomstronk. Bruin heidestaartje is een staafvormige soort die bijna geheel fijn bebladerd is Het is een echte liefhebber van zuur strooisel en humus op minerale bodem. We vonden Cladoinia glauca ook op stronken. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 61

62 Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 62

63 Terrestrische korstmossen in een bed van Ruig haarmos Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 63

64 De korstmossen Heidelucifer en Open rendiermos koloniseren samen met het bladmos Ruig haarmos open stuifzand Korstmossen zijn een samenwerking tussen schimmels en algen. De schimmel is op de alg aangewezen, de algen komen ook zonder de schimmel voor. Door deze samenwerking kunnen beide organismen overleven. De korstmossen kunnen leven van wat er in de lucht voorkomt. Ze hebben wel wortels maar deze dienen voor de aanhechting niet voor de opname van stoffen. Omdat korstmossen van de lucht afhankelijk zijn, zijn ze erg gevoelig voor luchtverontreiniging Grijs Kronkelsteeltje Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 64

65 Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 65

66 De Stippelberg nu een droog zandlandschap Het zandlandschap heeft in de Peel en het Land van Cuijk gedurende een millennium letterlijk de achtergrond gevormd van het maatschappelijk leven. Zo heeft de beleving ervan overal sporen achtergelaten, bijvoorbeeld in de vorm van veldnamen, Stippelberg, Beestenveld, Nederheide, Klotterpeel en gezegden zoals een dag op de hei gaan zitten, werken als een heimaaier. In fysieke vorm zijn tal van cultuurhistorische en aardkundige elementen zoals peelkronkelpaden, schapendriften, stippels en dekzandruggen, nog aanwezig. Deze natuurlijke' restanten van het droge zandlandschap vormen een boeiend aspect van de Stippelberg, vanwege de esthetische, cultuurhistorischinformatieve aspecten. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 66

67 Dit landschapstype dat we hier aanduiden met droog zandlandschap' omvat het overgrote van de natuurgebieden op de hogere zandgronden in de Peel. Daar horen aangeplante bossen van dennen en sparren bij, eiken- en beukenbossen met weinig of geen ondergroei en soortenarme droge heiden. In zulke natuurterreinen van het droge zandlandschap zijn de natuurwaarden op dit moment niet bijzonder hoog. Toch hebben deze terreinen alleen al door hun voor Nederland grote afmetingen een grote betekenis als leefgebied voor bijvoorbeeld Ree, Das, Havik en Zwarte specht. De schaars begroeide onderdelen van dit droge zandlandschap met een aandeel van kale, zandige bodem warmen net als in het open rivierduinen aan de oostzijde van de Maas gemakkelijk op in de zon. Hier voelen zich warmteminnende dieren thuis, zoals, zandhagedis, rode bosmier, zandbij en blauwe sprinkhaan. Op de open geplagde plekken groeit een bijzondere vegetatie. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 67

68 Stippelberg: Leverancier van schoon grondwater Een bijzondere landschapsecologische betekenis van dit droge zandlandschap is, dat het fungeert als inzijg gebied voor de Milheezer breuk en de aangrenzende lagere gronden. Vanuit de Stippelberg, het hooggelegen droge zandlandschap stroomt schoon grondwater naar lager gelegen gebieden de beekdalen en de Milheezer breuk. Vooral de natuurtypen zandverstuiving' en droge heide' leveren in dit opzicht een grote bijdrage: open natuur méér dan bossen. Bossen vangen namelijk een groot deel van de neerslag op, waarna de neerslag verdampt en dus niet in de grond kan wegzakken. Bossen vangen overigens ook veel stikstof uit de lucht in', dat soms ook uitlekt naar het grondwater. Vanuit de landbouwgebieden op de hoge zandgronden stroomt hoofdzakelijk met stikstof en vaak ook sulfaat verontreinigd water naar de kwelgebieden. Dit is momenteel het grootste probleem voor de zuiverheid van Loobeek een Oploose molenbeek. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 68

69 Historisch perspectief Een groot deel van dit droge zandlandschap ziet er ongeveer net zo uit als bij het einde van de laatste ijstijd als je de begroeiing wegdenkt. Echter, de vers afgezette dekzanden waren veel minder zuur dan nu het geval is. De hogere dekzanden die hier ruggen genoemd worden zijn geleidelijk aan begroeid geraakt met Eiken- Berken bos. In de lagere gedeelten, de dellen vond hoogveenvorming plaats. Het oerbos op de hogere droge gronden had een veel minder schraal en zuur karakter dan de bossen die er nu groeien. In de loop van het Holoceen verarmden en verzuurden de pleistocene zandgronden door een samenstel van factoren. De komst van Eik en Beuk, menselijke exploitatie en het ontstaan van de Noordzee, waardoor ons land in sterkere mate een zeeklimaat kreeg [gekenmerkt door een neerslagoverschot, sleutelfactor in het podzoleringsproces]. In het Atlanticum vond in het stagnerend Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 69

70 regenwater op grote schaal hoogveenvorming plaats. Omdat de mens de bossen al vroeg zeer intensief ging gebruiken, waren ze al tussen de vroege bronstijd en de middeleeuwen verdwenen. Met het bos ging ook de humuslaag verloren waarin de meeste bufferen voedingsstoffen van de bodem lagen opgeslagen. Op de armste bodems werd het bos vervangen door heide en stuifzand. Rijkere gronden werden meestal ontgonnen en omgezet in landbouwgrond. In de 19 e en 20 e eeuw werd het overgebleven deel van de heiden alsnog omgezet in landbouwgrond en werden de stuifzanden van Ullingen, Boshuizen, Overloon en Wanroy beplant met dennen. Nu krijgt deze dennenaanplant een functie als natuurgebied en multifunctioneel bos. De natuur van dit droge zandlandschap bestaat in zijn geheel uit droge en zure bodem. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 70

71 Natuurtypen in het droge zandlandschap van de Stippelberg Droog zandlandschap bestaat hier uit de onderdelen droge heide, zandverstuiving, heischraal grasland en zuur droog bos. Ruimtelijk vormen deze begroeiingstypen complexen. Vooral voor diersoorten is het belangrijk dat de ruimtelijke overgangen geleidelijk van aard zijn en dat de natuurtypen elkaar kleinschalig afwisselen. In de praktijk komen hier veel overgangen naar het cultuurlandschap voor. Bij die grenssituaties gaat het op de meeste plaatsen om scherpe grenzen. Anders dan de geleidelijke overgangen zijn zulke grenzen niet bijzonder soortenrijk. Daar liggen wellicht nog wel mogelijkheden om de natuurwaarden te verbeteren. Op enkele plaatsen is sprake van een vage grens [limes divergens] of spreidingsgrens naar het cultuurlandschap. Hier speelt dispersie een belangrijke rol en is er geen neiging tot ophoping. De milieuveranderlijkheid is gering, de soortenrijkdom groot. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 71

72 In het droge zandlandschap vormen zure droge Eiken-Berken bossen het eindstadium van de natuurlijke opeenvolging van begroeiingen, de zogenoemde successie. Het hier aanwezige verbond der naaldbossen [Dicrano-pinion] is een vervangingsstadium dat alleen in stand kan blijven door het ingrijpen van de mens. Die activiteiten van de mens hoeven niet per definitie op vaste locaties te gebeuren. De mens kan zandverstuivingen en op termijn droge heiden ook opnieuw laten ontstaan vanuit bossen op arme zandgronden of vanuit uit productie genomen landbouwgronden. In de voedselarme bossen zoals die nu zijn ontstaan vanuit heide of zandverstuivingen, vindt een voorzetting van de natuurlijke successie plaats, waarbij onder meer de vervanging van naaldhout door loofhout hoort. Het is mogelijk dat daarbij, zoals dat in het verleden gebeurde, de omstandigheden minder voedselarm worden en in het droge zandlandschap bostypen terugkeren die nu zeldzaam zijn in Nederland. Binnen dit droge zandlandschap zijn enkele vochtige elementen (o.a. de Klotterpeel, rabattenbos en natte hei) aanwezig. Aan de buitenkant' grenst het droge zandlandschap aan het beekdallandschap van de Loobeek en de Oploose molenbeek, AA en Dommel. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 72

73 Zure bodems In deze zandbodems die buiten het bereik van het grondwater liggen, spoelen tijdens perioden met een neerslagoverschot alle oplosbare verbindingen geleidelijk uit naar de ondergrond. Gemakkelijk oplosbare verbindingen, zoals natrium, kalium en chloride, spoelen snel uit. Maar ook minder goed oplosbare verbindingen, zoals calciumverbindingen, spoelen op den duur uit, waardoor de buffercapaciteit tegen verzuring afneemt. In dit droge zandlandschap zijn grofweg twee typen bodems te onderscheiden op grond van de buffercapaciteit. De sterk uitgeloogde bodems bevatten nauwelijks meer uitwisselbaar calcium en magnesium. Soortenarm naaldbos op uitgeloogde zandbodem. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 73

74 De dominante stikstofvorm is ammonium en vaak begint aluminium in oplossing te gaan. Op deze zure bodems groeien soortenarme heide- en stuifzandvegetaties en soortenarme naald- en loofbossen.. Minder uitgeloogde bodems worden enigszins gebufferd door calcium en magnesium. Aluminium gaat hierdoor niet in oplossing en ammonium kan in de bodem worden omgezet in nitraat Buffering en uitloging Met name op de overgangen naar het beekdallandschap, is sprake van een wat hogere voedselrijkdom en/of basenverzadiging. De iets gebufferde plekken in het droge zandlandschap zijn echter schaars omdat ze gevoelig zijn voor verzuring, zowel door natuurlijke uitloging van de bodem als door zure depositie. In tegenstelling tot bijvoorbeeld kwelsituaties, zijn er in droge situaties nauwelijks processen werkzaam die de zuur buffering van de bodem in stand houden. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 74

75 Een zwakke buffering is vooral in stand gebleven in fijnzandige bodems met een zeker leemgehalte. Hoe kleiner de bodemdeeltjes, hoe hoger de capaciteit om kationen vast te houden en daarmee een buffer tegen verzuring te vormen. Verstuiving is een natuurlijk proces dat voor enige buffering kan zorgen. Door verstuiving kunnen minder zure bodems bloot komen te liggen en mogelijk draagt de verstuiving ook bij aan een snellere verwering en dus het vrijkomen van kationen. In bossen dragen bepaalde boomsoorten bij aan de instandhouding van de buffering door veel kationen uit de diepere bodem op te nemen, die vervolgens met het gevallen blad in de humuslaag terecht komen. Dit geldt bijvoorbeeld voor Hazelaar (Corylus avellana), Haagbeuk (Carpinus betulus) en Linde (Tilia sp). Soorten die je op de Stippelberg met een loep moet zoeken. Veel traditionele menselijke activiteiten hadden ook invloed op de mate van buffering. Door lichte bemesting en bekalking werd heischraal grasland gevormd of in stand gehouden. Allerlei kleinschalige graafactiviteiten zorgden ervoor dat maagdelijke' grond Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 75

76 aan de oppervlakte kwam, die nog zwak gebufferd was. Een soortgelijk effect trad op door incidentele toevoer van bufferstoffen op tijdelijke akkertjes of door concentraties van vee. Een tijdelijke buffering treedt ook op direct na branden van de vegetatie; veel kationen blijven in de as achter. Het effect van branden op de lange termijn is overigens onbekend. Echter, alleen een deel van de menselijke activiteiten bevorderden de buffering. Aan de andere kant leidde het verwijderen van humus, bijvoorbeeld door plaggen in heide en strooiselroof in bossen, tot een versnelde uitloging van de bodem. De Stippelberg beho o rt to t het zuidelijk dekzan d- landschap Het zandgebied in de Peel is een relatief vlak gebied. Zoals de naam al doet vermoeden wordt het gebied gekenmerkt door het voorkomen van dekzand. Dit zand is kalkloos, fijnkorrelig en arm aan grind. Het is een eolische afzetting wat betekent dat het door Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 76

77 de wind is afgezet. Dit is tijdens het Weichselien, de laatste ijstijd, gebeurd. Omstreeks jaar geleden begon de laatste ijstijd, het Weichselien. Aan het begin en aan het eind hiervan wisselden koude en warmere perioden elkaar af. Tijdens het Pleniglaciaal, de koudste periode van het Weichselien, heerste er in West-Europa een toendraklimaat, waarbij de gemiddelde zomertemperatuur niet boven 6 C uitkwam. Vegetatie ontbrak vrijwel geheel, met uitzondering van mossen, kleine heesters en kruiden. Het gebied werd verder bevolkt door mammoeten, wolharige neushoorns, rendieren, oerossen en poolvossen. Ook kwamen er toen reeds mensen in onze streken voor. Tijdens de zomerperioden bleef de bodem permanent bevroren. Slechts een dunne bovenlaag ontdooide. De rivieren moesten 's zomers grote hoeveelheden smeltwater afvoeren, bestaande uit gesmolten sneeuw, vermengd met materiaal van de ontdooide bovenlaag. Doordat de rivieren grote hoeveelheden verweringsmateriaal transporteerden, raakten de beddingen voortdurend verstopt, waardoor steeds nieuwe beddingen werden gevormd. Men spreekt daarom wel van vlechtende of verwilderde rivieren. Vanwege de nagenoeg permanent bevroren bodem konden de rivieren zich niet diep insnijden, maar vormden ze brede, ondiepe dalen, die 's winters droogvielen. Op onderstaand plaatje is zo'n vlechtende rivier te zien. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 77

78 Tijdens het Pleniglaciaal verplaatsten de overwegend noordwestelijke winden veel zand, afkomstig van de drooggevallen Noordzeebodem en van de 's winters drooggevallen rivierbeddingen. Daardoor werden grote delen van Nederland, België en het noorden van Duitsland overdekt met een 'deken' van zand, dekzand geheten. Overigens speelde niet alleen de wind maar ook de sneeuw een rol bij het verplaatsen van dit zand. Dit dekzand bevat in het algemeen een kleine hoeveelheid leem, dat in dunne lagen voorkomt. Het tijdens het Pleniglaciaal gevormde dekzand noemt men het oude dekzand. Aan het eind van het Weichselien, zo n jaar geleden trad er een klimaatsverbetering op, waardoor er weer wat meer begroeiing kwam. Hierdoor had de wind minder vat op het zand, zodat er alleen nog maar plaatselijk dekzand kon worden gevormd, het jonge of lokale dekzand. Dit jonge dekzand is in feite niets anders dan opgewaaid en weer neergelegd oud dekzand. Het is wat grover dan het oude dekzand, en het bevat wat minder leem. Dit komt doordat de aller fijnste deeltjes door de wind verder zijn meegevoerd en elders weer neergelegd. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 78

79 Door de vorming van lokale dekzanden kreeg het oppervlak ook wat meer reliëf. Hier en daar werden dekzandruggen Na verloop van tijd raakte het gebied steeds meer begroeid. Deze dekzandgronden vormden het uitgangspunt voor de Stippelberg. Duinvaaggronden, Stippelberg Oranje aderzwam De oranjeaderzwam heeft soms schreeuwende signaalkleuren, maar komt ook met minder fel gekleurde vormen voor. De sporulerende laag bestaat uit het onregelmatige bobbels en radiair of gewonden plooien. Phlebia radiata is saprotroof en veroorzaakt witrot. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 79

80 Berkenzwam Fopelfenbankje Gele aardappelbovist Het Fopelfenbankje parasiteert op het Elfenbankje. De onderzijde is witachtig, labyrint- of lamelachtig. Ruig elfenbankje Dennenbloedzwam Gewoon elfenbankje Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 80

81 Gele korstzwam veroorzaakt corrosie. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 81

82 De Gele korstzwam leeft van dood loofhout. Het mycelium dringt door in de moeilijk verteerbare houtmassa en tast die met specifieke enzymen aan. Daarbij volgen verschillende mycelia van verschillende soorten elkaar op, voordat het hout volledig is afgebroken. De stoffen in het hout, zoals cellulose en lignine dienen als voedsel voor de zwamvlokken en als bouwstoffen voor de vruchtlichamen. De Gele korstzwam veroorzaakt witrot. Ze bleken het hout, tengevolge van de afbraak van zowel lignine als cellulose. Deze vertering van het hout noemt men ook wel corrosie Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 82

83 Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 83

84 Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 84

85 Heide en dekzand op de Stippels In heide en stuifzand kunnen vaatplanten het moeilijk bolwerken vanwege een gebrek aan voedingsstoffen en/of vocht. Dat maakt de weg vrij voor een klein maar select groepje blad- en korstmossen. De groeiplaats is behalve door voedselarmoede gekenmerkt door een zandige bodem met een [langdurig] gebrek aan bodemvocht. Kenmerkend overal aanwezig Heideklauwtjesmos, Ruig haarmos en Grijs kronkelsteeltje. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 85

86 Stuifzandbewoners moeten goed zijn aangepast aan extreme omstandigheden: zand wordt s zomers bloedheet. Glasharen aan de bladtoppen stellen Ruig haarmos en Grijs kronkelsteeltje in staat om zonlicht te reflecteren en zo de kans op uitdroging te verminderen. Er stond nog een Heideknotszwammetje. Pioniergemeenschap op Laat glaciaal dekzand Stippelberg Terrestrische korstmossen waren aspectbepalend op de schrale stuifzandbodems. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 86

87 Tussen het Buntgras en Schapengras hadden zich Gevorkt heidestaartje, Dove heide lucifer, Open rendiermos, Bruin bekermos, Rode heidelucifer en Rood bekermos gevestigd. We rekenen ze tot de humicole groep. Het zijn soorten die behalve op kaal zand ook graag op een organische ondergrond groeien, in tegenstelling tot echte stuifzandsoorten. Rode Heidelucifer [Cladonia floerkeana]. Rafelig bekermos Gebogen rendiermos Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 87

88 Rafelig bekermos Gebogen rendiermos Dove heidelucifer Bruin bekermos Open rendiermos Gevorkt heidestaartje, op een vergrast gedeelte Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 88

89 Greppelblaadje Cladononia caespiticia Greppelblaadje groeide onder aan een boomstam. Het heeft geen sorediën. Apotheciën zijn zeldzaam. Hoewel deze lichenen op een plant lijken bestaan ze uit een innige mutualistische symbiose van twee verschillende typen van organismen: een schimmel en een als (groenwier). De korstmos als geheel wordt thallus genoemd. Bij rendiermos bestaat het struikje uit bundels vertakkende, bandvormige lappen die aan één kant op de grond met schimmeldraden zijn vastgehecht. De eencellige Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 89

90 groenwieren worden beschermd door een taaie korst, die bestaat uit een vlechtwerk van schimmeldraden. De groenwieren maken het voor de schimmel mogelijk om onder zeer voedselarme omstandigheden te kunnen leven. De algen halen hun energie uit de fotosynthese en de schimmel is in staat om de benodigde mineralen aan de ondergrond te onttrekken. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 90

91 De Stippelberg van natte Peel naar een droog zandlandschap. Het zandlandschap heeft in meer dan de helft van Nederland gedurende een millennium letterlijk de achtergrond gevormd van het maatschappelijk leven. Zo heeft de beleving ervan overal sporen achtergelaten, bijvoorbeeld in de vorm van veldnamen, Stippelberg, Beestenveld, Nederheide, Klotterpeel en gezegden zoals een dag op de hei gaan zitten'. In fysieke vorm zijn tal van cultuurhistorische en aardkundige elementen zoals peelwegen, stippels, dekzandruggen, enz. nog aanwezig. Deze natuurlijke' restanten van het zandlandschap vormen een boeiend aspect van de Stippelberg, vanwege de esthetische, cultuurhistorisch-informatieve aspecten. De Blekken immer, een cultuurhistorisch informatief aspect. Historische seinpaal. Stippelberg 21 februari 2012, KNNV afd Nijmegen. 91

Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense duinen

Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense duinen Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense d Werkstuk door een scholier 1890 woorden 30 oktober 2004 7 79 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde De Loonse en Drunense D A. Tot welk landschapstype behoort het

Nadere informatie

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Bodem en grond 9 1.1 Grond, bodem en grondsoorten 9 1.2 Eigenschappen van grond 20 1.3 Problemen met de grond 23 1.4 Verbeteren van landbouwgronden 30 1.5 Transport van

Nadere informatie

GPS Wandeling Kootwijkerzand

GPS Wandeling Kootwijkerzand In deze folder vindt u de beschrijving van een gps route door het Kootwijkerzand, een prachtig stuifzandgebied in Kootwijk. Deze route is ontwikkeld door het IVN, een vereniging die zich inzet voor natuur-

Nadere informatie

Maatregelen voor bosherstel

Maatregelen voor bosherstel Veldwerkplaats Voedselkwaliteit en biodiversiteit in bossen Maatregelen voor bosherstel Gert-Jan van Duinen Arnold van den Burg Conclusie OBN-onderzoek bossen Te hoge atmosferische stikstofdepositie Antropogene

Nadere informatie

Onderzoeksopdracht. Bodem en grondstaal

Onderzoeksopdracht. Bodem en grondstaal Onderzoeksopdracht Bodem en grondstaal Gebruik grondboor 1. Duw en draai gelijktijdig, in wijzerzin, de schroefachtige punt (het boorlichaam) in de bodem. Deze schroef verzamelt en houdt de grond vast.

Nadere informatie

Loof-en naaldbomen. Naam :

Loof-en naaldbomen. Naam : Loof-en naaldbomen Naam : Veel bomen maken een bos In een boomgaard staan soms honderden bomen, en toch is een boomgaard geen bos. Ook in een park kun je veel bomen zien, maar een park is beslist geen

Nadere informatie

Klimaten Verschillende klimaten - Tropisch klimaat - Droog klimaat - Gematigd klimaat - Landklimaat - Poolklimaat - Mediterraan klimaat - Subtropisch klimaat https://schooltv.nl/video/klimaatzones-van-de-wereld-waarom-zijn-er-verschillende-klimaatzones/

Nadere informatie

KNNV afdeling Nijmegen Goudenregenstraat XN BEEK UBBER- GEN

KNNV afdeling Nijmegen Goudenregenstraat XN BEEK UBBER- GEN KNNV afdeling Nijmegen Goudenregenstraat 5 6573 XN BEEK UBBER- GEN secretaris@nijmegen.knnv.nl www.knnv.nl/nijmegen De Stippelberg Deelnemers [5]: Piets Smeets, Piet Schoenmakers, Gertjan van Mill, Gerard

Nadere informatie

1. Geheimen. 2. Zwammen

1. Geheimen. 2. Zwammen 1. Geheimen 'Geen plant en geen dier' Een paddestoel is zeker geen dier, maar een plant is het ook niet. Ze hebben geen groene bladeren om zonlicht op te vangen. Bovendien groeien paddestoelen in het donker.

Nadere informatie

LANDGOED BEERZE. ROUTE 4,2 km

LANDGOED BEERZE. ROUTE 4,2 km LANDGOED BEERZE ROUTE 4,2 km Een heerlijke wandeling voor de hele familie door de bossen bij Beerze, vlak bij Ommen. Lekker lopen langs heide, stuifduinen en ook via het oude huis Beerze. Route gemaakt

Nadere informatie

30 maart 2013 Boshuizerbergen; KNNV afd Nijmegen; deel 4 1

30 maart 2013 Boshuizerbergen; KNNV afd Nijmegen; deel 4 1 KNNV afdeling Nijmegen Goudenregenstraat 5 6573 XN BEEK UBBERGEN secretaris@nijmegen.knnv.nl www5.knnv.nl/afdeling- Nijmegen Boshuizerbergen en Op den Buus. Rokend zand [deel 4] 30 maart 2013 Boshuizerbergen;

Nadere informatie

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen Project Planten ABC Week 1ABC: Algemeen Info: Planten Planten eten, ademen en groeien. Sommige planten houden van natte grond. Anderen van droge grond. Sommige planten houden van veel zon en warmte. Anderen

Nadere informatie

Drie aardkundige monumenten

Drie aardkundige monumenten 10 Drie aardkundige monumenten Aardkundige monumenten geven iets weer van de ontstaansgeschiedenis van ons landschap. Een geschiedenis die ons honderden, duizenden of zelfs miljoenen jaren terugvoert in

Nadere informatie

Roestig land. De Wijstgronden

Roestig land. De Wijstgronden Roestig land De Wijstgronden Verslag van de lezing en excursie van Professor R. T. van Balen en Nico Ettema voor de Werkgroep Geologie en Landschap. Bedafse Bergen, Uden. 10.00-1600 uur. Een mooie herfstdag.

Nadere informatie

Informatie reader. Over bomen

Informatie reader. Over bomen Informatie reader Over bomen Bron: een selectie uit folders van de bomenstichting Hoe groeit een boom? blz. 1 t/m 4 Bomen en mensen blz. 5 t/m 7 Bomen en feesten blz. 8 t/m 10 Bomen en medicijnen blz.

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006 Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 26 tijdvak 1 BIOLOGIE CSE GL EN TL COMPEX Deze bijlage bevat informatie. 613-1-589b DUINEN INFORMATIE 1 DUINGEBIEDEN Het grootste deel van de Nederlandse kust bestaat uit duingebieden.

Nadere informatie

Herfstwerkboekje van

Herfstwerkboekje van Herfstwerkboekje van Herfst werkboekje groep 5 1 De bladeren aan de bomen worden bruin en rood en vallen naar beneden, het is weer herfst! September wordt herfstmaand genoemd, dit omdat op 22 september

Nadere informatie

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen. Samenvatting door een scholier 1790 woorden 1 juni 2016 7,9 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 2: KLIMATEN 2.1 Klimaten Waardoor is het niet

Nadere informatie

Wandelroute Zwarte Berg, vlak bij Drunen

Wandelroute Zwarte Berg, vlak bij Drunen Wandelroute Zwarte Berg, vlak bij Drunen 4.3 km wandelen Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen is een uniek stuifzandgebied in West-Europa. Op deze route zie je niet alleen zandheuvels, maar ook

Nadere informatie

Praktische informatie

Praktische informatie Wandelen Boswandeling landgoed De Slotplaats in Bakkeveen (Friesland) 5.84 km De Slotplaats is een natuurgebied met een grote variatie, wat het een aantrekkelijk wandelgebied maakt. Je maakt hier kennis

Nadere informatie

verwerking : wat is een bos?

verwerking : wat is een bos? verwerking : wat is een bos? Leven vestigt zich op plaatsen waar het goed is om te leven. Er zijn verschillende factoren die de leefomgeving vorm geven : levende factoren, niet-levende factoren en menselijke

Nadere informatie

Trosbosbes Effecten op het ecosysteem en mogelijkheden voor bestrijding

Trosbosbes Effecten op het ecosysteem en mogelijkheden voor bestrijding Trosbosbes Trosbosbes Effecten op het ecosysteem en mogelijkheden voor bestrijding GertJan van Duinen Vraagstelling Hoe beïnvloedt Trosbosbes ecosysteem? Peelvenen: veenontwikkeling, biodiversiteit Factoren

Nadere informatie

Het is winter. op Landgoed Schothorst

Het is winter. op Landgoed Schothorst Het is winter op Landgoed Schothorst In de winter is er genoeg te zien en te beleven in de natuur. Tijdens deze wandeling kun je dat ervaren. 6 Enkeerdpad 1 Winterbloeiers Zelfs in de winter kun je soms

Nadere informatie

6+ 10 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? 3+ 8 + Opdracht EDUKIT 3

6+ 10 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? 3+ 8 + Opdracht EDUKIT 3 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? 6+ 10 + Wanneer is een bos een bos? Een paar bomen samen vormen pas een bos als ze een oppervlakte van 1/2 hectare beslaan. Je zou dit kunnen vergelijken met een voetbalvel

Nadere informatie

De Noordzee HET ONTSTAAN

De Noordzee HET ONTSTAAN De Noordzee De Noordzee is de zee tussen Noorwegen, Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Denemarken. De Noordzee is een ondiepe (30-200 m) randzee van de Atlantische oceaan met

Nadere informatie

Kwaliteit van de natuur. Hoe spoor je aantastingen op?

Kwaliteit van de natuur. Hoe spoor je aantastingen op? Kwaliteit van de natuur Hoe spoor je aantastingen op? Ecosystemen en levensgemeenschappen Zoek vergelijkende gebieden (oerbossen, intacte riviersystemen, ongerepte berggebieden, hoogveenmoerassen, etc)

Nadere informatie

LANDSCHAPSANALYSE. 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland. Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii. 27 september 2013 Academie van Bouwkunst

LANDSCHAPSANALYSE. 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland. Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii. 27 september 2013 Academie van Bouwkunst LANDSCHAPSANALYSE 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland 27 september 2013 Academie van Bouwkunst Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii Onderwerpen 1. Rivierenlandschap 2. Zandlandschap 3. Krijt-

Nadere informatie

Het begin van de winter

Het begin van de winter WINTER 21 december WINTER 2 Het begin van de winter Vanaf 21 juni worden de dagen weer langzaam korter. De zomer duurt tot 22 of 23 september. Dan zijn de dag en de nacht overal even lang. Met andere woorden:

Nadere informatie

Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden

Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden Anjo de Jong, Wim de Vries, Hans Kros and Joop Spijker Inhoud Achtergrond: zorg over verarming van de bodem door oogst tak- en

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie.

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie. Bijlage VMBO-KB 2013 tijdvak 2 biologie CSE KB Deze bijlage bevat informatie. KB-0191-a-13-2-b Tropische regenwouden Lees eerst informatie 1 tot en met 3 en beantwoord dan vraag 42 tot en met 50. Bij het

Nadere informatie

BOSSEN. Dwaal door onze groene wereld. Christiane Dorion

BOSSEN. Dwaal door onze groene wereld. Christiane Dorion DE BOSSEN IN Dwaal door onze groene wereld Christiane Dorion LEMNISCAAT ROTTERDAM Inhoud Wereldbossen 4 Groene reuzen 34 Van zaadje tot boom 6 Herken naaldbomen 36 Bladeren, stammen en wortels 8 Tropische

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2013 tijdvak 2 biologie CSE GL en TL Deze bijlage bevat informatie. GT-0191-a-13-2-b Tropische regenwouden Lees eerst informatie 1 tot en met 3 en beantwoord dan vraag 41 tot en met

Nadere informatie

LEMELERBERG: TOPNATUUR

LEMELERBERG: TOPNATUUR LEMELERBERG: TOPNATUUR ROUTE 4,0 km Mooie, stille route langs zandvlaktes, jeneverbessen, eenzame dennen en met mooie vergezichten. Stuifzand en droge heide zijn schaars in Europa, daarom is de Lemelerberg

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

Bos & milieu. Bomen 2013/12

Bos & milieu. Bomen 2013/12 2013/12 Bos & milieu Bomen In een boom speelt zich een aantal levensprocessen af die zorgen voor de groei. Dit verschijnsel heet fysiologie en komt bij alle levende organismen voor. De belangrijkste levensprocessen

Nadere informatie

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8. De oude eik inhoud De oude eik 3 1. In het park 4 2. De delen van de eik 5 3. Herfst 6 4. Dieren helpen de eik. 7 5. Winter 8 6. Lente 9 7. Rupsen 10 8. De galwesp 11 9. De boomklever 12 10. Filmjes 13

Nadere informatie

Lesbrief BIJZONDERE SCHATTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

Lesbrief BIJZONDERE SCHATTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VMBO BIJZONDERE SCHATTEN De haven van Rotterdam wordt te klein. Voor de in- en uitvoer van goederen is meer ruimte nodig in de haven. Daarom komt er een uitbreiding

Nadere informatie

Geschiedenis van de duinen

Geschiedenis van de duinen Geschiedenis van de duinen Bijna de hele Nederlandse kust bestaat uit duinen. We weten hier niet beter, dan dat dat heel normaal is. Toch is dat niet zo. De kust van Frankrijk, Spanje en Portugal bijvoorbeeld

Nadere informatie

Vegetatie-ontwikkeling in bossen op rijke bodem. Patrick Hommel en Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR

Vegetatie-ontwikkeling in bossen op rijke bodem. Patrick Hommel en Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR Vegetatie-ontwikkeling in bossen op rijke bodem Patrick Hommel en Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR Onderwerpen voordracht bostypen in Nederland verschillen tussen rijke bossen en arme bossen de rol

Nadere informatie

In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen.

In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen. Samenvatting Thema 3: Ecologie Basisstof 1 In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen. Waarom leeft het ene dier hier en het andere dier daar? Alle organismen

Nadere informatie

natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN

natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN indeling inleiding: voorstelling a geschiedenis van het natuurbeheer b - biotopen en soorten en hun beheer pauze c - beheer richt zich op de omgeving d - natuurbeheer

Nadere informatie

BOETELERVELD. ROUTE 4,3 km

BOETELERVELD. ROUTE 4,3 km BOETELERVELD ROUTE 4,3 km 20 17 Weten hoe een groot deel van Salland er tot eind 19e eeuw uitzag? Wandel dan eens door het Boetelerveld bij Raalte. Ervaar rust, ruimte en openheid in dit enig overgebleven

Nadere informatie

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven)

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven) 4.5 Landduinen Landschapskenmerken Reliëfvorm Mozaïek van hogere zandduinen meestal bebost en lager en vlakker gelegen vennen en schrale graslanden Water Lage grondwaterstanden Bodem Zandgronden Wegenpatroon

Nadere informatie

Vroeger, toen hier ijs lag...

Vroeger, toen hier ijs lag... Vroeger, toen hier ijs lag... Opdrachtenboekje bij het geologisch leerpad Datum Naam Boekje Geo-pad 1 Inleiding Vroeger, toen hier ijs lag De titel van dit opdrachtenboekje is niet voor niets gekozen.

Nadere informatie

WORD EEN ECHTE bomenkenner!

WORD EEN ECHTE bomenkenner! WORD EEN ECHTE bomenkenner! In dit boek kun je bladeren van loofbomen plakken die je vindt tijdens je wandelingen in het bos of het park. Maar voor je een echte bomenkenner kunt worden, moet je nog een

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1.1 1.2 en 4.1 4.2 Samenvatting door een scholier 1402 woorden 5 december 2017 7 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Humboldt Aardrijkskunde toetsweek 1

Nadere informatie

WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS?

WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? 10 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? Wanneer is een bos een bos? Een paar bomen samen vormen pas een bos als ze een oppervlakte van 1/2 hectare beslaan. Dat is gelijk aan 5000 m² en ongeveer even groot als

Nadere informatie

Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.

Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen. Samenvatting door Annique 1350 woorden 16 mei 2015 7,3 333 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Klimaten Paragraaf 2.2 Weer en klimaat Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het

Nadere informatie

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar 17-1- Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar BODEM De Bodem Van Groot naar Klein tot zeer klein 2 1 17-1- Bodemprofiel Opbouw van de bodem Onaangeroerd = C Kleinste delen = 0 en A Poriënvolume

Nadere informatie

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN 1. INLEIDING De heer G. Holthuis en Mevrouw E. Wynia willen een nieuw landgoed aanleggen aan de Markeweg in Steenbergen. Onderdeel daarvan is de aanleg van 5 ha

Nadere informatie

Biotoop heide. Cursus natuurmanagement, 2019

Biotoop heide. Cursus natuurmanagement, 2019 Biotoop heide Cursus natuurmanagement, 2019 Natura 2000 Wat doen we vandaag? Heide Heide in Vlaanderen Begin 19 de eeuw Grootste uitbreiding heidelandschap (woeste grond) De mens vecht om er te overleven.

Nadere informatie

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van LESPAKKET ECOLOGIE HAVO / VWO Naam Docent Klas LEKKER BEESTEN TUSSEN DE DIEREN Dierenrijk is onderdeel van WELKOM IN DIERENRIJK ELAND Om ervoor te zorgen dat je een leuke en leerzame excursie hebt, volgen

Nadere informatie

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van LESPAKKET ECOLOGIE VMBO Naam Docent Klas LEKKER BEESTEN TUSSEN DE DIEREN Dierenrijk is onderdeel van WELKOM IN DIERENRIJK SPOREN Om ervoor te zorgen dat je een leuke en leerzame excursie hebt, volgen hier

Nadere informatie

TOP NATUUUR IN BEERZE

TOP NATUUUR IN BEERZE TOP NATUUUR IN BEERZE ROUTE 4,3 km 20 17 We zijn trots dat we acht gebieden beheren die zijn aangewezen als Natura2000. Gebieden die bij de top van de Europese natuur horen. Op deze route ontdek je Beerze.

Nadere informatie

Vegetatie van Nederland

Vegetatie van Nederland Vegetatie van Nederland Vegetatie van Nederland Met Bosanemoon: Zomereik Gewone es Klimop Eenbes Daslook Bosvergeet-mij-nietje Slanke sleutelbloem Met scherpe boterbloem Grote vossenstaart Gestreepte witbol

Nadere informatie

(FRUIT-)BOMEN SCHRIJVEN GESCHIEDENIS

(FRUIT-)BOMEN SCHRIJVEN GESCHIEDENIS (FRUIT-)BOMEN SCHRIJVEN GESCHIEDENIS MENSEN, DIEREN EN PLANTEN GROEIEN EEN BEPAALDE PERIODE VAN HUN LEVEN TOT ZE HUN UITEINDELIJKE GROOTTE HEBBEN BEREIKT. BIJ MENSEN EN DIEREN IS MEESTAL WEL TE ZIEN OF

Nadere informatie

LUTTENBERG BELEVINGSROUTE

LUTTENBERG BELEVINGSROUTE LUTTENBERG BELEVINGSROUTE ROUTE 2,8 km 20 18 Leuke familieroute door bos en heide in natuurgebied de Luttenberg. Met onderweg speeltoestellen, zoals een touwbrug en klauterkeien, en informatie over planten

Nadere informatie

Heide als landschap: historie, bodem en ontwikkeling. Rienk-Jan Bijlsma & Rein de Waal

Heide als landschap: historie, bodem en ontwikkeling. Rienk-Jan Bijlsma & Rein de Waal Heide als landschap: historie, bodem en ontwikkeling Rienk-Jan Bijlsma & Rein de Waal 1953 Nieuwe functies vragen om nieuwe beheermethoden Evenwicht tussen hei en gras wanneer ontwikkeling ongestoord verloopt

Nadere informatie

2 Landschapszones op aarde SO 1

2 Landschapszones op aarde SO 1 Aardrijkskunde 1 havo/vwo 2 Landschapszones op aarde SO 1 Deze toets bestaat uit tien vragen: open vragen en meerkeuzevragen. Ook zijn er vragen waarbij de atlas (Grote Bosatlas, editie 54) nodig is. Bij

Nadere informatie

Struinen door De Stille Kern

Struinen door De Stille Kern 58 Horsterwold Struinen door De Stille Kern Een 900 hectare groot natuurgebied waar natuurlijke processen volop de ruimte krijgen. Het gebied wordt begraasd door een kudde konikpaarden, die zorgen voor

Nadere informatie

Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel. Dwarse doorsnede van een boomstam

Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel. Dwarse doorsnede van een boomstam Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel Dwarse doorsnede van een boomstam Spinthout (licht) en kernhout (donker) Spinthout is het niet-verkernde hout van een boom: het bevindt zich tussen het kernhout

Nadere informatie

Grondwater profiteert van droogteminnende mossen

Grondwater profiteert van droogteminnende mossen Grondwater profiteert van droogteminnende mossen Flip Witte & Bernard Voortman 1 2 Mijn vakgebied: relaties grondwater-vegetatie Ecohydrologische gradiënten in zandlandschap 3 Mijn geschiedenis met (korst)mossen

Nadere informatie

Wandelroute De Diepen, Sint-Jansberg

Wandelroute De Diepen, Sint-Jansberg Wandelroute De Diepen, Sint-Jansberg 4 km wandelen Deze stevige wandeling gaat grotendeels door het bos. Beklim de steile berg en kijk uit over drie provincies en het Duitse Reichswald op deze mooie wandelroute

Nadere informatie

RATELSLANGEN PEKARI S

RATELSLANGEN PEKARI S groep 8 DESERT Deze DESERT-speurtocht bevat open en meerkeuze vragen. Bij de meerkeuze vragen is steeds maar één antwoord goed (tenzij anders vermeld). Denk er ook aan dat je de paden niet mag verlaten

Nadere informatie

Planten. over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen

Planten. over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen Planten over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen Deze bijeenkomst Planten versus dieren Indeling van het plantenrijk Voortplanting Ecosystemen Indeling van het leven op aarde Er zijn 4 rijken: Bacteriën

Nadere informatie

LESBRIEF. Vraag 1. Het landschap van de Hoge Veluwe is afwisselend (omcirkel het juiste antwoord):

LESBRIEF. Vraag 1. Het landschap van de Hoge Veluwe is afwisselend (omcirkel het juiste antwoord): LESBRIEF Knapzakroute; beleef het Landschappenpad! Binnenkort ga je met je groep naar het Nationale Park de Hoge Veluwe om de avontuurlijke knapzakroute te lopen. Om straks in jouw veldles nog beter te

Nadere informatie

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten Herfst inhoud Herfst 3 1. Het weer 4 2. Overal blad 5 3. Zaden 6 4. Paddenstoelen 7 5. De eekhoorn 8 6. De egel 9 7. Insecten 10 8. Vogels op reis 11 9. Filmpje 12 Pluskaarten 13 Bronnen en foto s 15 Colofon

Nadere informatie

Natuurpad De Mient. Wandelen. In het Nationaal Park Duinen van Texel

Natuurpad De Mient. Wandelen. In het Nationaal Park Duinen van Texel Staatsbosbeheer Duinen van Texel Ruijslaan 92, 1796 AZ De Koog T 0222-312228 www.staatsbosbeheer.nl Wandelen Natuurpad De Mient In het Nationaal Park Duinen van Texel Natuurpad De Mient De Mient was een

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB 2006 BIOLOGIE CSE KB. tijdvak 1. Deze bijlage bevat informatie. 600013-1-663b

Bijlage VMBO-KB 2006 BIOLOGIE CSE KB. tijdvak 1. Deze bijlage bevat informatie. 600013-1-663b Bijlage VMBO-KB 2006 tijdvak 1 BIOLOGIE CSE KB Deze bijlage bevat informatie. 600013-1-663b DUINEN INFORMATIE 1 DUINGEBIEDEN Het grootste deel van de Nederlandse kust bestaat uit duingebieden. De duinen

Nadere informatie

Beschrijving plangebied bron: Koopman & Ingberg (2009)

Beschrijving plangebied bron: Koopman & Ingberg (2009) NOTITIE Aan : Ministerie van Defensie, Dienst Vastgoed Defensie T.a.v. : De heer S. van der Meulen Van : Drs. R. Felix Datum : 19 september 2012 Ons kenmerk : 12-125 Uw kenmerk : 3001528 Onderwerp : QS

Nadere informatie

Boombiologie. Basiskennis 1. Boomanatomie (1) Boomanatomie (3) Boomanatomie (2) Het samenstel van deze organen vormen samen een organisme: de boom

Boombiologie. Basiskennis 1. Boomanatomie (1) Boomanatomie (3) Boomanatomie (2) Het samenstel van deze organen vormen samen een organisme: de boom Boomanatomie (1) Boombiologie Alle levende organismen hebben dezelfde opbouw: Basis is cellen, weefsels en organen Cellen zijn bouwstenen van structuur Gespecialiseerde structuren heten meristeemweefsel

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

Aardvlooien. Plagen in de tuin

Aardvlooien. Plagen in de tuin Aardvlooien Zeer kleine kevers (2.5mm). Donkere, glanzende, staalblauwe kleur. Maakt grote sprongen. Legt eitjes in de grond. Larven vreten aan de plantenwortels en eten van de blaadjes tot ze groot genoeg

Nadere informatie

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen 3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen In dit bedrijfsnatuurplan wordt een hoofdzonering aangebracht tussen 'natuurlijk groen' en 'functioneel groen'. In het natuurlijke groen is de natuurwaarde

Nadere informatie

P Parkeerplaats. Natuurwandelpad Halfmijl. Halfmijl. Wandelroute. Bebouwing. Informatiebord. Bos. Verharde weg. Weiland. Onverharde weg.

P Parkeerplaats. Natuurwandelpad Halfmijl. Halfmijl. Wandelroute. Bebouwing. Informatiebord. Bos. Verharde weg. Weiland. Onverharde weg. prijs ƒ 2,50 e 1,25 VESSEMSEDIJK Wintelre Oerle Groote Vliet KLEINE VLIET Papegaaiencentrum KLEIN E Kleine Vliet VLIET Hoogeloon-Vessem Vessem Halfmijl Postelsche Weijer WEIJERSEWEG VESSEMSE DIJK HOOGELOONSE

Nadere informatie

Braziliaanse regenwoud. Jesse Klever. Groep 7

Braziliaanse regenwoud. Jesse Klever. Groep 7 Braziliaanse regenwoud Jesse Klever Groep 7 Voorwoord Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik dit een heel interessant onderwerp vind. We hebben er al op school over gesproken en het leek mij wel een leuk

Nadere informatie

Woordenschat - memory Taal Actief groep 4 Thema 3 Les 1

Woordenschat - memory Taal Actief groep 4 Thema 3 Les 1 Woordenschat - memory Taal Actief groep 4 Thema 3 Les 1 de berg Is een hoog stuk land. Soms ligt er sneeuw bovenop. de top Het hoogste stukje van de berg. Hoger kun je niet klimmen. de beek Dit is een

Nadere informatie

Verslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld

Verslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld Verslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld Jan Katsman, januari 2018 Libellenmonitoring 2017 in het Leersumse Veld. Het gebied Hert Leersumse Veld is eigendom van en wordt beheerd door Staatsbosbeheer.

Nadere informatie

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet?

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet? 1 Kun je aan planten zien wat je aan moet? Hoofdstuk 1 Les 1 Zoek het op Bij de evenaar staat de zon hoog. Het is er warm en daardoor verdampt het water. Die warme damp stijgt op en koelt af: dan gaat

Nadere informatie

Raadsel 1: Wat is het verschil tussen de westkant en de oostkant van de Grote Vlasroot?

Raadsel 1: Wat is het verschil tussen de westkant en de oostkant van de Grote Vlasroot? Raadsel 1: Wat is het verschil tussen de westkant en de oostkant van de Grote Vlasroot? Loop een rondje om het ven; ga over het dammetje. Let ook op hoogteverschillen. Materialen: Neem het kompas. Raadsel

Nadere informatie

INHOUD. 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam Beuk Eik 06

INHOUD. 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam Beuk Eik 06 Biotoop: het bos BOSPLANTEN INHOUD 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam 04 2. Beuk 05 3. Eik 06 Wereldoriëntatie: natuur: bosplanten VCS-M: L-6 JP: 2003-11-25-1

Nadere informatie

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN 3 8 6 10 ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN Een boom is...... een vaste plant met een houten stam en een kruin, alleen noemen de onderdelen anders dan bij een plant. Delen van de boom Laat de kinderen

Nadere informatie

Heidebeheer in de 21 e eeuw

Heidebeheer in de 21 e eeuw Heidebeheer in de 21 e eeuw Henk Siebel Met OBN-faunaonderzoek van Joost Vogels, Arnold van den Burg, Eva Remke, Henk Siepel Stichting Bargerveen, Radboud Universiteit Nijmegen Herstel en beheer van droge

Nadere informatie

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar. Samenvatting door S. 1016 woorden 28 februari 2016 6,2 47 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Aardrijkskunde samenvatting H2: Nadeel tropische klimaten: het vocht, en de insecten/ziektes.

Nadere informatie

Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien.

Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien. Ooibossen Definitie Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien. Ooi is een oud woord voor nat terrein nabij een rivier Deze bossen worden voortdurend blootgesteld

Nadere informatie

Het is nog niet bedwelmend, maar de bloemetjes van de meloenboom beginnen te geuren.

Het is nog niet bedwelmend, maar de bloemetjes van de meloenboom beginnen te geuren. De Wiershoeck-Kinderwerktuin, maandag 23 november 2015 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was dinsdag zoals verwacht: koud, veel wind en regen. Het was gewoon een onaangename dag, een dag waarop je maar

Nadere informatie

Paddenstoelen, waarzeggers van het bos. Informatie over: Functies van paddenstoelen:

Paddenstoelen, waarzeggers van het bos. Informatie over: Functies van paddenstoelen: Paddenstoelen, Informatie over: waarzeggers van het bos Functioneren van het bos Bodemeigenschappen Verzuring en vermesting Samenstelling boomlaag Ouderdom bos en bomen Mycologische betekenis Wenselijk

Nadere informatie

TOP NATUUR IN BEERZE. ROUTE 4,3 km

TOP NATUUR IN BEERZE. ROUTE 4,3 km TOP NATUUR IN BEERZE ROUTE 4,3 km 20 18 We zijn trots dat we acht gebieden beheren die zijn aangewezen als Natura2000. Gebieden die bij de top van de Europese natuur horen. Op deze route ontdek je Beerze.

Nadere informatie

Houtaantasting onder water -stopt het ooit-

Houtaantasting onder water -stopt het ooit- Houtaantasting onder water - stopt het ooit - René Klaassen 17 januari 2012 7 de nationale houten heipalendag Inleiding-1, tekst Beste mensen, Op de nationale houten heipalendag is houtaantasting natuurlijk

Nadere informatie

Spanningen en ecologische problemen binnen regio s 11

Spanningen en ecologische problemen binnen regio s 11 Geogenie p. 76-83 Atlas p.... Spanningen en ecologische problemen binnen regio s 5.. Amazoniië,, van werelldwiijjd bellang 1. De ecologie van het regenwoud Noteer met behulp van je atlas de jaarlijkse

Nadere informatie

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Grasland en Heide Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Planning Grasland Voedselweb opdracht Heide Voedselweb opdracht Grasland Grasland is een gebied van enige omvang met een vegetatie die gedomineerd wordt door grassen

Nadere informatie

Natuurburen. In samenwerking met Stichting Welzijn Zorgcentra Basisscholen NME Centrum. Doel Saamhorigheid in de wijk versterken Elkaar leren kennen

Natuurburen. In samenwerking met Stichting Welzijn Zorgcentra Basisscholen NME Centrum. Doel Saamhorigheid in de wijk versterken Elkaar leren kennen Natuurburen In samenwerking met Stichting Welzijn Zorgcentra Basisscholen NME Centrum Doel Saamhorigheid in de wijk versterken Elkaar leren kennen Projectbeschrijving Ouderen en jongeren voeren samen activiteiten

Nadere informatie

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)

Nadere informatie

Opdracht 1 en 2. Voorbeeld: Deze toets is dat wel moeilijk; maar het toen is erg belangrijk dat je laat hondje zien wat je kunt.

Opdracht 1 en 2. Voorbeeld: Deze toets is dat wel moeilijk; maar het toen is erg belangrijk dat je laat hondje zien wat je kunt. leestoets Opdracht 1 en 2 In de volgende teksten staan heel wat woorden te veel. Dat komt doordat er iets fout is gelopen bij het printen van de teksten: er zat een virus op de computer en daardoor zijn

Nadere informatie

De Dennen. Wandelen. Paardrijden. Fietsen. Onderedeel van Nationaal Park Duinen van Texel

De Dennen. Wandelen. Paardrijden. Fietsen. Onderedeel van Nationaal Park Duinen van Texel Staatsbosbeheer Nationaal Park Duinen van Texel Ruijslaan 92, 1796 AZ De Koog T 0222-317741 www.staatsbosbeheer.nl Wandelen Fietsen Paardrijden De Dennen Onderedeel van Nationaal Park Duinen van Texel

Nadere informatie

Mineraalgift als maatregel tegen verzuring. Leon van den Berg (Bosgroep Zuid Nederland) Maaike Weijters (onderzoekcentrum B-WARE)

Mineraalgift als maatregel tegen verzuring. Leon van den Berg (Bosgroep Zuid Nederland) Maaike Weijters (onderzoekcentrum B-WARE) Mineraalgift als maatregel tegen verzuring Leon van den Berg (Bosgroep Zuid Nederland) Maaike Weijters (onderzoekcentrum B-WARE) Inleiding Mineralen Verzuring Wat is er bekend? Onderzoek Resultaten Wat

Nadere informatie

Wandelroute Kolkven in de Oisterwijkse bossen

Wandelroute Kolkven in de Oisterwijkse bossen Wandelroute Kolkven in de Oisterwijkse bossen 3.5 km wandelen Maak een leuke korte wandeling door het Oisterwijkse bos langs enkele vennen, waaronder het Kolkven. Luister naar het geroffel van de spechten

Nadere informatie

Gierzwaluw. Boomleeuwerik. Witte kwikstaart. Nachtzwaluw

Gierzwaluw. Boomleeuwerik. Witte kwikstaart. Nachtzwaluw Boomleeuwerik Leeft in droge, schrale heidevelden met losse boompjes en boomgroepen. Broedt ook in jonge aanplant van naaldbos (spar of den). Gierzwaluw Broedt onder daken van oudere gebouwen in Roermond.

Nadere informatie