vrind Vlaamse regionale indicatoren
|
|
- Antoon de Meyer
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1
2 vrind Vlaamse 212 regionale indicatoren
3 VRIND is een uitgave van de Studiedienst van de Vlaamse Regering. De Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) is een agentschap binnen het domein Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid van de Vlaamse overheid. Hij verricht op wetenschappelijk onderbouwde en onafhankelijke wijze studies over demografische, sociaal-maatschappelijke en macro-economische thema s, vertrekkende vanuit een beleidsrelevante vraagstelling. De Studiedienst heeft tevens een coördinerende rol op het gebied van de monitoring van de algemene omgeving voor het Vlaamse beleid. Hij heeft een ondersteunende rol ten aanzien van andere beleidsdiensten die vragen hebben over statistiek, survey, monitoring, beleidsevaluatieonderzoek en toekomstverkenningen als techniek en bij praktische vraagstukken. De Studiedienst is tevens de draaischijf voor vraag en aanbod van openbare statistieken over Vlaanderen. VRIND is ook te raadplegen via de website ( U kunt daar eveneens andere publicaties van de Studiedienst van de Vlaamse Regering downloaden. De reeksen uit deze publicatie en de metadata zijn daar terug te vinden via de rubriek Cijfers. STUDIEDIENST VAN DE VLAAMSE REGERING Boudewijnlaan 3 bus 23, 1 Brussel Tel Fax svr@dar.vlaanderen.be Bestellingen Telefonisch via gratis nummer 17 (elke werkdag van 9 tot 19 uur). Depotnummer: D/212/3241/225 ISBN-NUMMER: VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Josée Lemaître, administrateur-generaal GRAFISCHE VORMGEVING EN OPMAAK Prepress Drukkerij Bosmans, Lommel DRUK EN AFWERKING Drukkerij Hendrix, Peer Dit rapport is gedrukt op chloorvrij milieuvriendelijk papier. 2 vrind 212
4 woord vooraf 2 jaar VRIND In het najaar 1992 kreeg de Algemene Planningsdienst, één van de voorgangers van de Studiedienst van de Vlaamse Regering, de opdracht samen met alle diensten van de Vlaamse overheid voor alle Vlaamse bevoegdheden een reeks indicatoren op te stellen die zowel een beeld geven van de veranderingen in de externe omgeving waarin de Vlaamse overheid werkt als van de middelen die deze overheid inzet op de onderscheiden domeinen waarop ze actief is, de diensten die ze levert aan de gemeenschap en waar mogelijk de effecten die bekomen worden. In september 1993 resulteerde dit in een eerste publicatie van de Vlaamse Regionale Indicatoren, kortweg VRIND. Om het strategisch en toekomstgericht karakter te benadrukken, werd de eerste editie gestructureerd volgens het toenmalige project Vlaanderen-Europa 22. De indicatorenset werd uitdrukkelijk gekaderd in een grotere openheid en communicatie vanuit de overheid naar de bevolking. Vandaag 2 jaar later wordt nog jaarlijks een uitgebreide set van indicatoren gedocumenteerd waarin zowel de ontwikkelingen in de Vlaamse samenleving als aanzetten tot effectmeting van het Vlaamse overheidsbeleid aan bod komen. Nog meer dan in de beginperiode gebeurt de selectie van de indicatoren in overleg met de betrokken diensten en instellingen. Het zijn de beleidsraden van de 13 ministeries die de keuze van de indicatoren bepalen. Over de jaren is ook de koppeling aan lange termijnprojecten behouden: van Vlaanderen-Europa 22 over Kleurrijk Vlaanderen tot Vlaanderen in Actie. De aard van de indicatoren is gewijzigd mede omdat de overheid steeds meer resultaatgericht beleid voert. De Vlaamse overheid geeft steeds duidelijker aan welke maatschappelijke veranderingen ze met haar beleid (mee) wil bewerkstelligen en koppelt haar beleidsintenties aan meetbare streefdoelen. De stap naar indicatoren om deze op te volgen, ligt daarbij voor de hand. De opvolging van het Pact 22 en het Europese hervormingsprogramma Europa 22 zijn hiervan recente beleidsdomeinoverschrijdende voorbeelden. Deze ontwikkeling heeft er mee voor gezorgd dat in de VRIND-publicaties steeds meer aandacht gaat naar wat er is gerealiseerd (effect, impact) dan naar de inspanningen die door de overheid worden geleverd (input, proces). Dergelijke basisinformatie is soms nog wel noodzakelijk om de impact van de Vlaamse overheid goed in te kunnen schatten. Voor sommige beleidsvelden of domeinen wordt deze informatie ook nog opgenomen bij gebrek aan gevalideerde effectindicatoren. Wie de eerste VRIND-edities vergelijkt met de huidige, zal merken dat de aangeboden informatie exponentieel is toegenomen, van circa 25 indicatoren in de beginfase naar meer dan 7 de voorbije jaren. De ontwikkeling van beleidsondersteunende cellen in de departementen en de agentschappen hebben er voor gezorgd dat de aandacht voor statistieken op basis van correcte administratieve registraties en metingen en van kwaliteitsvolle enquêtes fors is toegenomen. Dit neemt niet weg dat data niet beschikbaar zijn of slechts met vertraging kunnen worden aangeboden. We botsen voor een goed geïnformeerd beleid ook vandaag nog tegen de grenzen die gelegd worden door de beschikbaarheid van goed statistisch materiaal. Bij de start van VRIND werd reeds aangedrongen op interregionaal overleg en een gezamenlijk actieplan en werd opgeroepen tot herwaardering van het woord vooraf 3
5 statistisch ambt. Vandaag voorziet de zesde staatshervorming in een interfederalisering van de statistiek die moet zorgen voor betere afspraken en snellere doorstroming van data tussen de federale overheid en de regionale overheden. Voor verschillende beleidssectoren zijn ondertussen uitgebreide en goed gedocumenteerde (monitoring)rapporten beschikbaar. Bij de invulling van de VRIND-indicatoren wordt hier dankbaar gebruik van gemaakt. De meerwaarde van VRIND zit in het samenbrengen van informatie over alle domeinen waarvoor de Vlaamse overheid bevoegd is. Daarnaast proberen we om dwarsverbindingen zowel binnen als tussen beleidsdomeinen aan te geven. We bundelen indicatoren rond transversale thema s zoals duurzaamheid, gelijke kansen, armoede, stedelijkheid waarbij het fenomeen vanuit meerdere invalshoeken wordt benaderd. We proberen trends en complexe ontwikkelingen samen te vatten in samengestelde indexen zoals we in deze editie doen rond de leefsituatie van de bevolking. VRIND blijft een monitor, die ontwikkelingen in de samenleving en het beleid beschrijft en de aandacht vestigt op sterkten en zwakten.. De verklaring, de oorzaken en gevolgen hiervan bestuderen is een opdracht voor onderzoekers. De Vlaamse overheid kan hiervoor beroep doen op haar studiediensten, wetenschappelijke instellingen en steunpunten beleidsgericht onderzoek. Jaarlijks zijn een 2-tal personen actief bij de realisatie van VRIND betrokken. Zonder hun medewerking en inzet, geen nieuwe editie van de Vlaamse Regionale INDicatoren! De gretigheid waarmee jaarlijks zowel de gedrukte als digitale versies door veel en verschillende groepen worden opgevraagd en gedownload, maken duidelijk dat er nog vraag is naar een geïntegreerd overzicht van beleidsrelevante ontwikkelingen in Vlaanderen. Op naar de volgende editie! Luk Bral 4 vrind 212
6 medewerkers Medewerkers Studiedienst van de Vlaamse Regering Projectcoördinatie Eindredactie dwarsdoorsnede vrind 212 Algemeen referentiekader Sociaal-culturele context Macro-economische context Demografische context Talent, werk, ondernemen en innovatie De lerende Vlaming Werk en sociale economie De open ondernemer Innovatiecentrum Vlaanderen Inzetten op een warme samenleving Cultuur Sport Toerisme Media Gezondheid Zorg Diversiteit, inburgering en integratie Inkomen, armoede en sociale uitsluiting groen en dynamisch stedengewest Ruimtelijke ontwikkelingen Wonen Stad en platteland Milieu en natuur Energie Landbouw Slimme draaischijf van Europa slagkrachtige overheid Vlaamse overheid Lokale en provinciale besturen Internationaal Vlaanderen Technische en administratieve ondersteuning Cartografie Luk Bral Luk Bral, Myriam Vanweddingen, Karolien Weekers Veerle Beyst, Luk Bral, Peter De Smedt, Jo Noppe, Hilde Schelfaut, Karolien Weekers Luk Bral Kim Creminger Edwin Pelfrene, Martine Corijn Isabelle Erauw (O&V), Dirk Festraets Myriam Vanweddingen, Jo Noppe Thierry Vergeynst Peter Viaene (EWI), Michaël Goethals Guy Pauwels Guy Pauwels Pieter De Maesschalck Marie-Anne Moreas Dirk Smets Dirk Moons Jo Noppe Jo Noppe Greta Sienap Greta Sienap Hilde Schelfaut, Luk Bral, Annelies Jacques (ABB) Veerle Beyst Dirk Smets Dirk Smets Veerle Beyst, Pieter De Maesschalck Dirk Festraets, Dirk Moons, Pieter De Maesschalck Dirk Festraets, Dirk Moons Myriam Vanweddingen Guy De Smet, Nancy Jadoul, Naomi Plevoets, charly Potloot, Erik Roebben, Georneth Santos, caroline Temmerman, Lieven Van der Elst, karina Van De Velde, Tina Vander Molen Greta Sienap medewerkers 5
7 Medewerkers uit de Vlaamse overheids- en andere instellingen Algemeen referentiekader ADSEI: Kim Derwae, Jean-Pierre Hermia, Andonirina Rakotonarivo, Michel Willems Talent, werk, ondernemen en innovatie De lerende Vlaming Departementale coördinator: Isabelle Erauw ADSEI: Essin Fehmieva, Anja Termote AgODI: Peter Bex, Goedele De Cock, Ann Lips, Patrick Poelmans, Joachim Valckiers, Marc Van de Meirssche, Lise Van Proeyen AHOVOS: Aron De Hondt, Caroline Domogala, Katelijne Janssens, Tessa Mouha, Karin Van de Voorde AKOV: Willy Parent, Lieve Verbruggen, Ann Webers EPOS vzw: Jan Ceulemans, Ronny Masset ETNIC: Violaine Defourny, Philippe Dieu, Catherine Lefèvre KULeuven: Karolien Declercq, Katrijn Denies, Rianne Janssen O&V: Veronique Adriaens, Jeroen Backs, Anton Derks, Chris Dockx, Isabelle Erauw, Liës Feyen, Hilde Goeman, Franky Lava, Dries Moorkens, Daniël Samyn, Miekatrien Sterck, Guy Stoffelen, Leen Vandeputte, Raymond Van de Sijpe, Ann Van Driessche, Johan Vermeiren, Geert Vermeulen, Karl Wauters Steunpunt SSL: Jan Van Damme, Georges Van Landeghem Syntra Vlaanderen: Gert Franssen, Raf Raymaekers, An Van de Ven VGC: Johan Geets VLIR: Koen Hostyn VSAWSE: Kim De Paepe, Anja Wagemans Werk en sociale economie Departementale coördinator: Faiza Djait SERV-STV Innovatie & Arbeid: Stephan Vanderhaeghe Steunpunt WSE: Stijn Braes, Wim Herremans, Boie Neefs, Luc Sels, Gert Theunissen, Wouter Vanderbiesen WSE, afdeling Werkgelegenheidsbeleid: Willem De Klerck, Lieve De Lathouwer, Faiza Djait, Ryfka Heyman, Erik Samoy, Patricia Vroman VDAB: Stefaan Gekiere, Paul Poels, Steven Schietecatte, Bart Van Schel, Willem Vansina De open ondernemer Departementale coördinatoren: Pascale Dengis, Koen Jongbloet EWI: Peter Viaene FIT: Christophe Verhaeghe IV: Wannes Carlier Innovatiecentrum Vlaanderen Departementale coördinator: Pascale Dengis EWI: Pascale Dengis, Koen Waeyaert, Peter Viaene ECOOM: Koen De Backere Inzetten op een warme samenleving Cultuur Departementale coördinator: Justine Sys ADSEI: Philippe Dewint, Vincent Coutton CJSM: Justine Sys, Wim Bogaert, Andy Vandervoort, Christine Van de Steene, Maarten Vandekerckhove, Bart Dierick, Marina Laureys, Trees De Bruycker, Kristof Vanden Bulcke, Tony Verstraete Cultuurnet: Carlo Dieltjens, Charlotte Tournicourt 6 vrind 212
8 Sport Departementale coördinator: Justine Sys Bloso: Paul Eliaerts, Hervé Van der Aerschot CJSM: Nancy Barette, Christine De Brouwer, Karolien De Sadeleer, Astrid Vervaet KULeuven: Jeroen Scheerder Toerisme Departementale coördinator: Koen Jongbloet IV: Koen Jongbloet, Christel Leys Toerisme Vlaanderen: Vincent Nijs, Steven Valcke Media Departementale coördinator: Justine Sys ADSEI: Patrick Lusyne, Peter Boonants Belgacom: Jan Margot CIM: Rikkert Van Loo CJSM: Johan Bouciqué, Justine Sys, Tony Verstraete Fonds Pascal Decroos: Ides Debruyne IAB Belgium: Patrick Marck MediaXim: Tatiana de Borrekens, Marie-Anne Stevens National Newspublishers Survey: Jan Drijvers Raad voor de Journalistiek: Flip Voets Steunpunt Media: Julie De Smedt Telenet: Luc Vanfleteren UGent: Erik Dejonghe Var: Stefan Delaeter Vlaamse Regulator voor de Media: Ingrid Kools, Dirk Peereman en Marthe Van Gorp VMMa: Ben Appel, Anita Coremans VRT: Philippe Cieters, Sven Lardon, Frank Neuckens, Wouter Quartier Gezondheid Departementale coördinator: Joost Bronselaer Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid: Heidi Cloots, Herwin De Kind Zorg Departementale coördinator: Joost Bronselaer WVG, Kenniscentrum: Joost Bronselaer WVG, Team Eerstelijn en Thuiszorg: Ilse Goossens Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid: Herwin De Kind Agentschap Jongerenwelzijn: Johan Peeters Kind en Gezin: Diederik Vancoppenolle VIPA: Christophe Cousaert Steunpunt Algemeen Welzijnswerk: Koen Mendonck Federatie Tele-Onthaaldiensten in Vlaanderen: Valerie Marichael Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap: Thomas Heynderickx Diversiteit, inburgering en integratie Departementale coördinator: Anne Delarue Agentschap voor Binnenlands Bestuur: Team Inburgering: Joke Vispoel; Team Integratie: Kobe Debosscher Inkomen, armoede en sociale uitsluiting ADSEI: Patrick Lusyne WVG, afdeling Welzijn en Samenleving: Frank Van den Branden, Tom D Olieslager medewerkers 7
9 Groen en dynamisch stedengewest Ruimtelijke ontwikkelingen Departementale coördinatoren: Els Hofkens, Stijn Vanacker Agentschap Ondernemen: Idris Peiren Monumentenwacht: Anouk Stulens RWO, Team ICT: Jean-Paul Beys RWO, Ruimtelijke Planning: Isabelle Loris, Peter Willems RWO, afdeling Beleidsgericht Onderzoek: Els Hofkens, Hans Mestdagh Wonen Departementale coördinator: Veerle Geurts RWO, afdeling Wonen: Gunther Gysemans RWO, afdeling Financiële Instrumenten: Stijn Schockaert RWO, Inspectie: Hubert Bloemen, Tom Vandromme RWO, Woonbeleid: Eva Debusschere, Lize Haagdorens, Veerle Geurts VEA: Nadine Dufait Vlaams Overleg Bewonersbelangen vzw: Swa Silkens Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen: Peter Van Den Bosch Stad en platteland Departementale coördinator: Anne Delarue ABB: Stefaan Tubex Milieu en natuur Departementale coördinator: Ludo Vanongeval ANB: Gudrun Van Langenhove, Jeroen Nachtergaele INBO: Heidi Demolder LNE, afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid: Ludo Vanongeval, Els Martens, Elke Van den Broeke, Kris Rongé LNE, afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen: Renate Schoofs OVAM: Evi Rossi, Els Gommeren, Maarten De Groof, Kristien Huygh VLM: Els Lesage, Koen Desimpelaere VMM, IRCEL: Frans Fierens VMM, MIRA: Johan Brouwers, Bob Peeters, Stijn Overloop, Marleen Van Steertegem, Erika Vander Putten, Line Vancraeynest Energie Departementale coördinator: Ludo Vanongeval LNE, afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid: Ludo Vanongeval, Kris Rongé VITO: Kristien Aernouts, Kaat Jespers VMM, MIRA-team: Johan Brouwers VREG: Sarah Van Kerckhoven Landbouw Departementale coördinator: Jonathan Platteau LV, afdeling Monitoring en Studie: Els Demuynck, Jonathan Platteau, Tom Van Bogaert, Dirk Van Gijseghem LV, afdeling Landbouw- en Visserijbeleid: Eddy Tessens 8 vrind 212
10 Slimme draaischijf van Europa Departementale coördinator: Bart Van Herbruggen ADSEI: Rudy Sprengers MOW: Jan Pelckmans MOW, Vlaams Verkeerscentrum: Stefaan Hoornaert MOW, werkgroep Dataroom: Bart Van Herbruggen (MOW), Annick Seghers (Agentschap Wegen en Verkeer), Bernadette Naets (Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust), Katrien Weytjens (De Lijn), Guy Palmans (nv De Scheepvaart), Kevin De Coen (Waterwegen en Zeekanaal nv) VMM-MIRA: Caroline De Geest FOD MV: Marc Kwanten SERV: Dirk Neyts LNE: Kris Rongé, Tania Van Mierlo Slagkrachtige overheid Vlaamse overheid Departementale coördinatoren: Lucas Huybrechts, Anne Delarue, Ivo Van den Bossche BZ: Gijs Martens, Saar Verhoogen DAR, afdeling Communicatie: Marijke Vrijders Dienst Wetsmatiging: Marijn Straetemans FB: Henk Goossens, Lucas Huybrechts Vlaamse Infolijn: Stefan Kerremans Vlaamse Ombudsdienst: Johan Nootens Lokale en provinciale besturen Departementale coördinator: Anne Delarue ABB: Petra Desmedt, Katie Heyse, Ann De Saedeleer, Stefaan Swaels, Hilde Vanmechelen Agentschap Vlaamse Belastingdienst: Kenny Van Cauter Belfius: Anne-Leen Erauw Internationaal Vlaanderen Departementale coördinator: Koen Jongbloet IV: Simon Calcoen, Koen Jongbloet, Werner Mareels, Karoline Van den Brande medewerkers 9
11 1 vrind 212
12 inhoudsopgave DWARSDOORSNEDE VRIND Duurzaamheid 16 Gelijke kansen 18 Leefsituatie-index 22 Opvolging Vlaams regeerakkoord in vogelvlucht 26 Algemeen referentiekader Sociaal-culturele context 25 Tevredenheid 27 Zorgen 28 Sociale samenhang 29 Burgers en overheid Macro-economische context 39 Welvaart 39 Economische ontwikkelingen 41 Bedrijfstakken 44 Ranking Demografische context 49 Stand van de bevolking 49 Loop van de bevolking 52 Huwelijken of verklaringen van wettelijke samenwoning en hun ontbinding 56 cluster Talent, werk, ondernemen en innovatie De lerende Vlaming 61 Kerncijfers 61 Kansen geven aan talent 68 Naar een goede start op het werk 78 Internationalisering 79 Investeren in onderwijs Werk en sociale economie 87 Situatie Vlaamse arbeidsmarkt 87 Activerend arbeidsmarktbeleid De open ondernemer 18 Ondernemen 18 Internationaal ondernemen Innovatiecentrum Vlaanderen 123 O&O intensiteit 123 O&O overheidskredieten 125 Menselijk potentieel 127 Output 129 inhoudsopgave 11
13 cluster Inzetten op een warme samenleving Cultuur 137 Globale participatie en aanbod 137 Sociaal-cultureel werk 139 Kunsten en Erfgoed 15 Economische cijfers Sport 164 Sportparticipatie 164 Kwaliteitsvol aanbod en begeleiding 168 Topsport 172 Gezond sporten 175 Economische aspecten Toerisme 179 Vlaanderen als bestemming 179 De Vlaming op vakantie Media 19 Onafhankelijkheid, pluriformiteit en kwaliteit 19 Mediaparticipatie Gezondheid 213 Gezondheidsdoelstellingen 213 Mortaliteit en morbiditeit 221 Zwangerschap en geboorte 225 Gezondheidsvoorzieningen Zorg 229 Algemeen welzijnswerk 229 Kinderen en gezinnen 23 Jeugdzorg 234 Personen met een handicap 236 Ouderen 239 Zorgverzekering 24 Investeringen Diversiteit, integratie en inburgering 243 Aanwezigheid en instroom 243 Samenleven in diversiteit 248 Inburgering als opstap naar integratie 25 Woonwagenbewoners Inkomen, armoede en sociale uitsluiting 255 Welvaartsverdeling en armoede 255 Sociale uitsluiting vrind 212
14 cluster Groen en dynamisch stedengewest Ruimtelijke ontwikkelingen 275 Ruimtegebruik 275 Ruimtelijke planning 277 Onroerend erfgoed Wonen 287 Nieuwbouw en vastgoedmarkt 287 Betaalbaarheid van het wonen 291 Ondersteuning eigendomsverwerving 291 Ondersteuning huurmarkt 294 Woningkwaliteit 297 Lokaal woonbeleid Stad en platteland 33 Demografische ontwikkelingen 34 Ruimtelijke ontwikkelingen 38 Wonen 31 Economie en tewerkstelling 315 Mobiliteit 319 Sociale aspecten 31 Cultuur en vrije tijd 323 Stedelijkheid en overheid Milieu en natuur 327 Water 327 Bodem 329 Lucht 33 Klimaatverandering 331 Biodiversiteit 332 Afval- en materialenbeleid 335 Vermesting 338 Gezondheid Energie 344 Efficiënt energieverbruik 344 Energieopwekking 346 Energiearmoede 349 Elektriciteits- en gasmarkt 35 Elektriciteits- en gasnetwerk Landbouw 353 Landbouwstructuur 353 Economische aspecten 355 Sociale aspecten van de landbouw 358 Landbouw en milieu 36 Landbouw- en plattelandsontwikkelingsbeleid 361 Visserij 365 inhoudsopgave 13
15 cluster Slimme draaischijf van Europa 367 Personenvervoer 369 Logistiek 374 Vlot verkeer 381 Veilig verkeer 383 Milieuvriendelijke mobiliteit 386 cluster Een slagkrachtige overheid Vlaamse overheid 375 Minder bestuurlijke drukte en vereenvoudiging 395 Meer doen met minder 396 Verbetering dienstverlening 45 Vertrouwen en tevredenheid Lokale en provinciale besturen 414 Financiën 414 Personeel Internationaal Vlaanderen 432 Buitenlands beleid 432 Internationale samenwerking 436 AFKORTINGEN 441 LIJST VAN FIGUREN vrind 212
16 dwarsdoorsnede vrind 212 Deze VRIND-editie is het derde rapport in de lopende legislatuur van de huidige Vlaamse Regering. De structuur is net zoals in de vorige edities grotendeels gebaseerd op de indeling van het Vlaamse regeerakkoord en de doorbraken van Vlaanderen in Actie. De beleidsdomeinen zijn in 5 clusters gegroepeerd voorafgegaan door een inleidend hoofdstuk waarin globale sociaal-culturele, macro-economische en demografische ontwikkelingen geschetst worden. In de eerste cluster komen onderwijs, arbeidsmarkt, ondernemen, wetenschap en innovatie aan bod met verwijzing naar de ViA-doorbraken De lerende Vlaming, De open ondernemer en Innovatiecentrum Vlaanderen. Een tweede cluster rond de doorbraak Inzetten op een warme samenleving beschrijft de ontwikkelingen op het vlak van cultuur en jeugd, sport, toerisme, media, gezondheid, zorg, diversiteit, inburgering en integratie, inkomen, armoede en sociale uitsluiting. De derde cluster Groen en dynamisch stedengewest spitst zich toe op de ruimtelijke en ecologische aspecten met hoofdstukken over ruimtelijke ontwikkelingen, wonen, milieu en natuur, endergie en landbouw. In deze cluster is een hoofdstuk over stad en platteland toegevoegd dat ruimer is opgevat dan de ruimtelijke en fysieke aspecten. Mobiliteit en logistiek vormen een afzonderlijke cluster rond de ViA doorbraak Slimme draaischijf van Europa. Een laatste cluster belicht Een slagkrachtige overheid en dit zowel op Vlaams als lokaal niveau. In deze cluster is er ook aandacht voor internationale aspecten. De selectie van de indicatorenset gebeurde zoals voorheen in nauw overleg met de verschillende departementen en werd door de beleidsraden goedgekeurd. Het regeerakkoord, de beleidsnota s van de Vlaamse ministers en het Pact 22 vormden het refenetiekader voor de selectie. Zoals de voorbije jaren zorgt dit er voor dat circa 7 indicatoren gedocumenteerd en beschreven worden. Transversale thema s zoals gelijke kansen en duurzaamheid worden doorheen de verschillende clusters behandeld en niet in een afzonderlijk hoofdstuk. Beide invalshoeken worden bij wijze van synthese hieronder in overzichtstabellen kort toegelicht met verwijzingen naar de diverse hoofdstukken. Naast deze transversale thema s wordt ook een aanzet gegeven om in één cijfer de leefsituatie van de Vlamingen in beeld te brengen. Het gaat om een index die de resultaten van een set van indicatoren over de verschillende aspecten van de leefsituatie op een geïntegreerde manier weergeeft. Het is de bedoeling deze leefsituatie-index jaarlijks op te nemen zodat de ontwikkelingen op de voet kunnen opgevolgd worden. In de huidige editie komt de evolutie nog niet aan bod maar kan wel de leefsituatie van verschillende bevolkingsgroepen met elkaar vergeleken worden. Het Vlaamse regeerakkoord stelt dat een slagkrachtig, coherent en geïntegreerd Vlaams beleid voor Brussel noodzakelijk is. Voor de gemeenschapsmateries zijn daarom ook cijfers over het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest opgenomen en worden deze vergeleken met het Vlaamse Gewest (zie cluster Inzetten op een warme samenleving ). Ook in hoofdstuk 4.3 Stad en platteland waar het effect van stedelijkheid aan bod komt, worden waar mogelijk en zinvol - vergelijkende cijfers voor Brussel opgenomen en wordt ook de Vlaamse Rand rond Brussel (Vlaams strategisch gebied rond Brussel volgens RSV-afbakening) vergeleken met andere gebieden. Ten slotte worden de doelstellingen uit het Vlaamse regeerakkoord nog eens op een rijtje gezet en geïllustreerd met verwijzing naar VRIND indicatoren doorheen de publicatie. Om de ontwikkelingen goed te kunnen interpreteren, helpt een zicht op enkele belangrijke gebeurtenissen uit de betrokken periode. Vandaar dat ook een selectie van opmerkelijke gebeurtenissen op een tijdlijn worden weergegeven. dwarsdoorsnede vrind
17 Duurzaamheid In het Vlaamse regeerakkoord en het Pact 22 staat duurzaamheid centraal en in alle beleidsdomeinen zijn hiervoor hefbomen voorzien. Daarnaast keurde de Vlaamse Regering op 29 april 211 de hernieuwde strategienota duurzame ontwikkeling goed. Vanuit 6 transities, dit zijn grote maatschappelijke veranderingsprocessen, kijkt deze Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling (VSDO) hoe een duurzame maatschappij op lange termijn vorm kan krijgen. De grote uitdagingen waarrond specifiek zal worden ingezet zijn: energie, mobiliteit, wonen en bouwen, voedsel, materialen en gezondheidszorg. Zoals in de twee voorgaande edities, zijn ook in deze editie heel wat indicatoren terug te vinden, die kunnen gekoppeld worden aan de hernieuwde strategie. De onderstaande selectie is geïnspireerd op een voorstel van omgevingsindicatoren voor de hernieuwde VSDO van het Steunpunt Duurzame Ontwikkeling (Bruyninckx e.a. 211), gekoppeld aan 6 transities. Als er geen recente cijfers voor een indicator beschikbaar zijn, wordt een alternatieve indicator voorgesteld (*). Sommige indicatoren zijn onderdeel van een index zoals de broeikasgasemissies bij eco-efficiëntie van het personen- en goederenvervoer (figuren 5.47 en 5.48). De inschatting geeft aan in welke richting de indicator evolueert en of een vooropgestelde doelstelling al dan niet haalbaar is. De doelstelling kan betrekking hebben op het regeerakkoord, het Pact 22 of voorkomen in domeinspecifieke planningsdocumenten. Voor een aantal indicatoren van onderstaande selectie kent Vlaanderen een ontwikkeling in de goede richting of heeft het een gunstige positie in Europa. Zo haalt Vlaan- Omgevingsindicatoren duurzame ontwikkeling Hoofddimensie / Transitie Indicator Figuur Inschatting Sociaal Inkomensongelijkheid (gini-coëfficiënt) 3.26 Economisch Beschikbaar inkomen per inwoner Ecologisch Broedvogelindex* 4.17 Energietransitie Bruto binnenlands energieverbruik Energie-intensiteit van de economie Broeikasgasemissies 4.16 Aandeel hernieuwbare energie Energiearmoede 3.269, Mobiliteitstransitie Modale verdeling personenvervoer 5.8 Modale verdeling goederenvervoer 5.25 Broeikasgasemissie van personenvervoer over de weg 5.47 Broeikasgasemissie van goederenvervoer over de weg 5.48 Transitie wonen en bouwen Energieprestatiepeil 4.38 Problematische woonsituatie 4.37, 4.71 Woonquote 4.28, 4.7 Voedseltransitie Energiegebruik in de landbouw 4.13 Eco-efficiëntie in de landbouw* Consumptie groenten en fruit* Areaal biologische landbouw* Materialentransitie Aanbod huishoudelijk afval* Transitie gezondheidszorg Verloren potentiële jaren* Ziekenhuisbedden/artsen* Fysieke activiteit* 3.176, * alternatieve indicator bij gebrek aan recente data. Bron: Bryninckx, H., M. Bussels & Bachus, K. (211). Omgevingsmonitor DO 211. Onderzoeksnota in het kader van een Kortetermijnopdracht van het Steunpunt Duurzame Ontwikkeling. Leuven: KU Leuven/HIVA. Legende Doelstelling gerealiseerd of haalbaar Goede richting of gunstige positie Weinig verandering of middenpositie Eerder in tegengestelde richting of doel moeilijk haalbaar 16 vrind 212
18 Duurzaamheidsindex Indexen van duurzaamheid, van 1999 tot 211, index 1999= * Duurzaamheidsindex Milieu-index Economische index Sociale index * Voorlopig cijfer op basis van schattingen voor een aantal indicatoren. Bron:?? deren inzake beschikbaar inkomen de top 3 van de best presterende EU-landen (figuur 3.248). Vlaanderen telt eveneens een relatief laag aandeel huishoudens met betaalbaarheidsproblemen vergeleken met andere Europese landen. Binnen Vlaanderen valt evenwel de groeiende kloof tussen huurders en eigenaars inzake betaalbaarheid op (figuur 4.28). De doelstelling voor het aanbod huishoudelijk afval 215 uit het MINA-plan 4 is gehaald (figuur 4.114). Daarnaast duiden sommige indicatoren op een kritische situatie zoals voor energie en klimaat (figuren 4.16 broeikasgasemissies, aandeel hernieuwbare energie en en energiearmoede) en mobiliteit (figuur 5.48 broeikasgasemissie van goederenvervoer). Ook de ecologische dimensie (figuur 4.17 broedvogelindex) blijft een belangrijk aandachtspunt. Naast 3 indices voor de duurzaamheidsprincipes werd ook een globale duurzaamheidsindex berekend op basis van de 8 voormelde indicatoren samen. De duurzaamheid is volgens deze index toegenomen tussen 2 en 28, gevolgd door een kleine terugval in 29. Door de financieel-economische crisis kenden de economische indicatoren een achteruitgang tussen 28 en 29. In 21 en 211 trad een herstel op. De sociale indicatoren blijven het goed doen al is de sociale index wat gedaald in 21. De milieu-indicatoren wijzen eerder op een stagnatie dan op een vooruitgang. De broeikasgasemissies zijn na het crisisjaar 29 terug toegenomen en ook de elektriciteitsconsumptie van de huishoudens blijft toenemen. Om de evolutie op het gebied van duurzaamheid over een langere periode na te gaan, is een meer geintegreerde index interessant. Het bbp per inwoner en de arbeidsproductiviteit zijn opgenomen voor de economische index; de levensverwachting voor vrouwen bij geboorte, de verkeersdoden en de vroegtijdige schoolverlaters voor de sociale index en het opgehaald huishoudelijk afval, de elektriciteitsconsumptie van huishoudens en de broeikasgassen voor de milieu-index. Voor de 8 indicatoren wordt telkens de evolutie bekeken ten opzichte van 2. dwarsdoorsnede vrind
19 Gelijke kansen Het Vlaamse gelijkekansenbeleid richt zich op het bestrijden van achterstellings- en uitsluitingsmechanismen die ervoor zorgen dat mensen of groepen van mensen nog steeds ongelijk behandeld worden en niet de kansen krijgen die nodig zijn om volwaardig te participeren aan het maatschappelijke leven. Bedoeling is om deze mechanismen zichtbaar en bespreekbaar te maken, ze te bestrijden en de totstandkoming ervan te voorkomen. De belangrijkste thema s waar het Vlaamse gelijkekansenbeleid zich op richt zijn gender, seksuele oriëntatie, ontoegankelijkheid en handicap. In wat volgt wordt aangegeven op welke plaatsen in deze editie van VRIND de thema s gender en handicap aan bod komen. Wat betreft seksuele oriëntatie volgt de Studiedienst van de Vlaamse Regering via de SCV-survey periodiek de houding op van de Vlaamse bevolking tegenover holebi s en holebiseksualiteit. De meest recente resultaten hiervan worden besproken in hoofdstuk 1.1 Sociaal-culturele context. De Vlaamse Overheid is uiteraard ook bekommerd om andere kansengroepen. Zo voert ze onder meer ook een inburgerings- en integratiebeleid en een armoedebeleid maar dat zijn strikt genomen geen onderdelen van het gelijkekansenbeleid. Het Vlaamse Inburgerings- en Integratiebeleid behoort tot de bevoegdheid van de minister van Inburgering en Integratie. Voor een bundeling van de gegevens over de evolutie van de vreemde bevolking en de maatschappelijke positie van vreemdelingen verwijzen we naar hoofdstuk 3.7. Het Vlaamse Armoedebeleid behoort dan weer tot de bevoegdheid van de minister van Armoedebestrijding. In hoofdstuk 3.8 van deze VRIND-editie vindt u een overzicht van de belangrijkste gegevens over armoede en sociale uitsluiting in Vlaanderen. In het overzicht over wat er over gender in deze VRIND te vinden is, wordt telkens een korte beschrijving gegeven van de bestaande situatie aangevuld met een aanduiding of de situatie het meest positief is voor mannen of voor vrouwen. Dat kan uiteraard enkel bij die indicatoren waarvan duidelijk is dat ze op een positieve of negatieve manier bijdragen tot iemands leefsituatie. Ondanks een duidelijke vooruitgang van vrouwen op tal van domeinen in de voorbije decennia, blijft hun sociaaleconomische positie overwegend minder goed dan die van mannen. Dit ondanks het feit dat vrouwen inzake opleiding en vorming sinds enige tijd een voorsprong hebben opgebouwd tegenover mannen. Vrouwen zijn minder aan het werk, werken meer deeltijds en tijdelijk, in minder kwaliteitsvolle en minder leidinggevende jobs. Zij stappen veel meer dan mannen (tijdelijk) uit de arbeidsmarkt om zich met de zorg om de kinderen bezig te houden. Ook hun inkomenssituatie is minder goed dan die van mannen. Mogelijk zorgt dit er voor dat de algemene levenstevredenheid bij vrouwen iets lager ligt en dat vrouwen zich meer zorgen maken. Op vlak van gezondheid scoren vrouwen dan weer beter. Hun levensstijl is op verschillende vlakken een pak gezonder dan die van mannen, al vormt lichaamsbeweging en sportparticipatie in het algemeen hierop een uitzondering. Dat vertaalt zich nog steeds in een duidelijk hogere levensverwachting bij vrouwen, al neemt de voorsprong tegenover mannen wel enigszins af. Wat sociale participatie betreft, is het beeld eerder diffuus. Mannen zijn vaker actief lid van verenigingen al verkleint het verschil als geen rekening gehouden wordt met sportclubs, maar vrouwen doen vaker zelf aan cultuur en zijn vaker actief in het sociaal vrijwilligerswerk. Genderverschillen Indicator Situatie Figuur Situatie meest positief voor Sociaal-culturele context Levenstevredenheid algemene tevredenheid ligt bij vrouwen iets lager; vrouwen iets minder 1.1 M tevreden over hun gezondheidssituatie, inkomen en beschikbare vrije tijd Zorgen maken vrouwen maken zich meer zorgen, behalve over de politiek 1.3 M Informele zorg vrouwen staan vaker in voor medische en verpleegkundige hulp en voor 1.8 persoonlijke verzorging Onveiligheidsgevoel bij vrouwen duidelijk hoger dan bij mannen p. 33 M Houding tegenover holebi's vrouwen staan positiever tegenover holebiseksualiteit p. 33 V Politieke machteloosheid bij vrouwen duidelijk hoger 1.24 M Demografische context Leeftijdspiramide overwicht van vrouwen bij de oudere leeftijdsgroepen 1.47 V Levensverwachting bij geboorte ligt nog steeds duidelijk hoger bij vrouwen, al neemt het verschil af 1.58 V Zuigelingsterfte ligt bij meisjes iets lager 1.59 V Huwelijk tussen personen van zelfde sinds 23 nagenoeg eveneel mannelijke als vrouwelijke paren gehuwd; p. 57 = geslacht aantal echtscheidingen ligt bij vrouwelijke paren iets hoger Hertrouwkans hertrouwkans na beëindiging van eerdere huwelijk ligt bij vrouwen iets lager 1.62 M 18 vrind 212
20 Genderverschillen (vervolg) De lerende Vlaming Deelname basis- en secundair onderwijs in het gewoon onderwijs geen verschil, in het buitengewoon onderwijs 2.1 V jongens duidelijk in de meerderheid Keuze onderwijsvorm secundair onderwijs meisjes duidelijk in de meerderheid in ASO en KSO, jongens in de meerderheid in TSO; verschillen in ASO en TSO nemen af Hoger beroepsonderwijs zeer grote meerderheid van studenten in HBO5 verpleegkunde zijn vrouwen, 2.14 ook iets meer vrouwen in hoger beroepsonderwijs van het volwas- senenonderwijs Hoger onderwijs aan hogescholen en universiteiten meer vrouwen dan mannen, maar meer V mannen in economische, technische en wetenschappelijke richtingen Onderwijspersoneel naarmate het opleidingsniveau stijgt, daalt het aandeel vrouwen, HBO5 p.67 M verpleegkunde uitgezonderd Scholingsgraad meer hooggeschoolde vrouwen dan mannen, vrouwen hebben vaker een 2.19 V diploma niet-universitair hoger onderwijs en mannen vaker een universitair diploma Schoolse vertraging vooral in secundair onderwijs hebben meisjes minder vertraging, 2.27, 2.28 V verschil neemt af Problematische afwezigheden in het voltijds onderwijs is er weinig verschil, in het deeltijds onderwijs zijn 2.29 M meisjes vaker afwezig Vroegtijdige schoolverlaters ligt bij meisjes aanzienlijk lager 2.3 V 2-34 jarigen met diploma hoger onderwijs vrouwen scoren beduidend beter 2.33, 2.34 V Diploma hoger onderwijs naar opleidingsniveau moeder bij vrouwen is er groter positief effect dan bij mannen van de opleiding van de moeder 2.35 M Participatie levenslang leren ongeveer gelijk 2.36 = Participatie volwassenenonderwijs ligt veel hoger bij vrouwen 2.37 V Opleiding in ondernemingen iets hogere deelname bij vrouwen p. 77 V Deeltijds onderwijs veel meer jongens dan meisjes 2.43, 2.44 Ondernemersopleiding iets hogere deelname van mannen 2.45 M Werk en sociale economie Werkzaamheidsgraad ligt veel lager bij vrouwen, verschil neemt wel af M Uittredeleeftijd vrouwen treden vroeger uit p. 9 M Deeltijdarbeid ligt veel hoger bij vrouwen 2.72 M Tijdelijke arbeid ligt hoger bij vrouwen, maar verschil verkleint 2.73 M Atypische arbeid vrouwen doen meer weekendwerk; mannen meer nacht-, avond- en 2.74 ploegenarbeid Werkbaarheidgraad ligt lager bij vrouwen 2.75 M ILO-werkloosheidsgraad geen verschil, hogere werkloosheidsgraad van vrouwen verdwenen 2.77, 2.78 = VDAB-werkloosheidsgraad nog weinig verschil, hogere werkloosheidsgraad van vrouwen bijna verdwenen 2.81 = Niet-werkende werkzoekenden iets minder vrouwen dan mannen 2.83 V Werkzaamheidsgraad naar hoe meer kinderen, hoe minder vaak vrouwen actief zijn op de 2.86 M gezinssamenstelling arbeidsmarkt, bij mannen geen verschil naar aantal kinderen Deeltijdarbeid naar gezinssamenstelling hoe meer kinderen, hoe vaker vrouwen deeltijds werken, bij mannen 2.87 M geen verschil naar aantal kinderen Tewerkstellingspremie 5-plus veel minder vrouwen dan mannen p. 11 M Opleidingscheques worden meer aangevraagd door vrouwen p. 12 V Loopbaanonderbreking en tijdskrediet ligt veel hoger bij vrouwen 2.96 M Sociale economie groot overwicht van vrouwen in de invoegbedrijven (dienstencheques), 2.99 ondervertegenwoordiging in de andere werkvormen De open ondernemer Ondernemerschap ligt lager bij vrouwen 2.13 M Cultuur Cultuurparticipatie algemeen weinig verschil p. 138 = Deelname verenigingsleven mannen zijn meer actief lid dan vrouwen, verschil verkleint als geen M rekening wordt gehouden met sportverenigingen Deelname amateurkunsten geen verschil op vlak van lidmaatschap van een amateurkunstenvereniging, p. 14 V vrouwen vaker zelf creatief of kunstzinnig bezig Participatie podiumkunsten mannen wonen vaker muziekconcerten bij, vrouwen vaker musicals, ballet p. 151 en dansvoorstellingen Bioscoopbezoek geen verschil p. 152 = Bibliotheekbezoek ligt hoger bij vrouwen p. 142 V Leesgedrag vrouwen lezen meer en vaker een boek p. 153 V dwarsdoorsnede vrind
21 Genderverschillen (vervolg) Sport Sportparticipatie ligt lager bij vrouwen; mannen en vrouwen die sporten doen dat wel 3.66 M evenveel Lidmaatschap sportclub ligt lager bij vrouwen; bij vrijwilligers en bestuursfuncties is verschil nog 3.74 M veel groter Passief sporten ligt lager bij vrouwen p. 166 M Topsportscholen en topsportstatuten ligt veel lager bij vrouwen 3.9 M Media Management VRT streefcijfer van 33% vrouwen bereikt p. 2 M Personeel VRT streefcijfer 4% vrouwen tegen eind 214 p. 2 M Aanwezigheid op populairste tv-zenders vrouwen komen minder op tv, aandeel vrouwen minder hoog bij VRT dan p. 2 M bij private omroepen Gebruik digitale media vrouwen gebruiken minder vaak een pc, internet of spelconsole p. 26 M Breedte gebruikte onlinetoepassingen vrouwen gebruiken gsm en internetaansluiting voor minder onlinetoepassingen p. 27 M Opvolgen actualiteit meer mannen dan vrouwen volgen de actualiteit via de radio, de krant en p. 28 M het internet Gezondheid Roken vrouwen roken minder vaak V Alcoholgebruik overconsumptie minder vaak bij vrouwen V Gebruik cannabis ligt lager bij vrouwen V Ongevallensterfte ligt veel lager bij vrouwen V Lichaamsbeweging aandeel met dagelijks minimaal 3 minuten lichaamsbeweging ligt veel M lager bij vrouwen Gezonde voeding vrouwen eten vaker fruit, bij groenten geen verschil V Overgewicht ligt veel lager bij vrouwen V Zelfdoding ligt veel lager bij vrouwen V Depressie ligt hoger bij vrouwen M Doodsoorzaken verschillen in voornaamste doodsoorzaken vooral in leeftijdsgroep van tot 69 jaar: bij vrouwen borstkanker, bij mannen zelfdoding en longkanker Vermijdbare sterfte ligt iets hoger bij vrouwen M Verloren potentiële levensjaren ligt lager bij vrouwen V HIV aantal nieuwe gevallen ligt veel lager bij vrouwen p. 224 V SOA ligt lager bij vrouwen p. 225 V Zorg Tele-Onthaal meer vrouwen dan mannen nemen contact M CAW bij ambulante hulp en bij slachtofferhulp meer vrouwen, bij andere 3.2 hulpvormen meer mannen Bijzondere jeugdbijstand iets minder meisjes dan jongens V Diversiteit, inburgering en integratie Houding tegenover vreemdelingen geen verschil = Werkzaamheidsgraad vreemdelingen ligt veel lager bij vrouwelijke dan bij mannelijke vreemdelingen p. 249 M Nieuwkomers iets minder vrouwen dan mannen Inkomen, armoede en sociale uitsluiting Armoederisicopercentage weinig verschil = Subjectieve armoede iets hoger bij vrouwen M Ernstige materiële deprivatie geen verschil = Achterstallen weinig verschil = Landbouw Tewerkstelling veel meer mannen dan vrouwen M Slagkrachtige overheid Topfuncties Vlaamse overheid streefcijfer van 33% vrouwen, laatste jaren stagnatie 6.2 M Middenkader Vlaamse overheid streefcijfer van 33% vrouwen, laatste jaren stagnatie 6.2 M Deelname aan vorming, training of iets hoger bij vrouwen 6.18 V opleiding Personeel lokale besturen iets meer vrouwen dan mannen maar groot verschil naar soort overheid: veel meer vrouwen bij OCMW, veel minder bij politiezones en autonome gemeentebedrijven; vrouwen vaker contractueel en deeltijds 6.6, 6.62 M 2 vrind 212
22 Ook over de situatie van personen met een handicap zijn in de verschillende hoofdstukken van deze VRIND gegevens opgenomen. Een beschrijving van de voorzieningen voor en de vraag naar zorg van personen met een handicap is opgenomen in hoofdstuk 3.6. De afbakening van de doelgroep is niet zo eenvoudig. 1 op de 5 volwassen Vlamingen geeft aan hinder te ondervinden in de dagelijkse activiteiten door een langdurige ziekte, aandoening of handicap. Het is echter zo dat niet al deze personen ook effectief als personen met een handicap geregistreerd staan in de administratieve overheidsdatabanken. Uit de overzichtstabel blijkt duidelijk dat er nog steeds een grote sociaaleconomische achterstand bestaat van personen met een handicap. Zo ligt hun werkzaamheids- en werkbaarheidsgraad een pak lager dan het algemene gemiddelde en scoren ze minder goed op vlak van sport- en vakantieparticipatie. Tegelijk toont de tabel dat er gewerkt wordt aan de verbetering van hun positie. Het aantal kinderen met een handicap dat school loopt in het gewoon onderwijs, neemt jaarlijks toe. Personen met een handicap zijn oververtegenwoordigd in de trajectwerking van de VDAB. Het aantal ondertitelde TV-programma s stijgt. En ook het aantal toegekende materiële hulpmiddelen, het aantal begunstigden van het persoonlijk assistentiebudget en de zorgvoorzieningen voor personen met een handicap zijn duidelijk toegenomen tijdens het jongst decennium. Personen met een handicap Indicator Situatie Figuur De lerende Vlaming Buitengewoon onderwijs aantal leerlingen en aandeel per onderwijsniveau (kleuter, lager en secundair 2.6 onderwijs) neemt toe Geïntegreerd onderwijs (GON) aantal GON-leerlingen neemt jaarlijks toe 2.7 Werk en sociale economie Werkzaamheidsgraad ligt veel lager dan de algemene werkzaamheidsgraad 2.67 Werkbaarheidsgraad ligt veel lager dan de algemene werkbaarheidsgraad 2.75 Niet werkende werkzoekenden 14% van het totaal aantal NWWZ heeft arbeidshandicap 2.83 VDAB-trajectwerking oververtegenwoordiging van personen met een handicap in vergelijking met hun 2.9 aandeel in NWWZ Opleidingscheques werknemers arbeidsgehandicapten kennen de grootste afname sinds de gewijzigde regelgeving p. 12 midden 21 Sociale economie oververtegenwoordiging van pmah in alle werkvormen 2.99 Toerisme Vakantieparticipatie vakantie-armoede van zieken en invaliden ligt veel hoger dan algemene vakantie-armoede Media Aanwezigheid op populairste tv-zenders personen met functiebeperking ondervertegenwoordigd in tv-programma's p. 2 Ondertiteling Nederlandstalige programma's sterke toename sinds 23 bij VRT en in 29 voor vtm 3.16 Gesproken ondertiteling aangeboden door VRT, vtm en 2BE p. 29 Toegankelijkheid websites 92% van de Belgische websites haalt niet drempelwaarde voor een behoorlijke p. 29 toegankelijkheid Zorg Grootte van de doelgroep 1 op de 5 volwassen Vlamingen ondervindt hinder door ernstige aandoening of ziekte Toegekende materiële hulpmiddelen afname na jaren van stabiliteit, wel nog veel hoger dan begin jaren Voorzieningen voor personen met handicap laatste jaren vrij stabiel maar toegenomen tegenover de periode daarvoor 3.22 Dringende zorgvragen sterke toename jongste jaren Persoonlijk assistentiebudget toename van budgethouders, maar nog sterkere toename van aantal kandidaten Inkomen, armoede en sociale uitsluiting Inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) laatste jaren opvallende toename en integratietegemoetkoming (IT) Slimme draaischijf Verplaatsingsgedrag een kwart van de niet-verplaatsers doet dat omwille van ziekte of handicap 5.13 Slagkrachtige overheid Vlaams overheidspersoneel toename maar streefcijfer van 4,5% personen met handicap nog ver af 6.2 dwarsdoorsnede vrind
23 Leefsituatie-index Heel wat VRIND-indicatoren hebben te maken met de leefsituatie van de bevolking. Op basis van deze indicatoren kan een leefsituatie-index berekend worden voor de Vlamingen van 18 jaar en ouder. Het gaat om een index die de resultaten van een set van indicatoren over de verschillende aspecten van de leefsituatie op een geïntegreerde manier dit wil zeggen in slechts één cijfer weergeeft. Hoe hoger dit cijfer, hoe beter de leefsituatie van het individu. Op die manier wordt het mogelijk de leefsituatie van verschillende individuen of groepen van individuen onderling te vergelijken. De leefsituatie van een individu heeft betrekking op de concrete leefomstandigheden waarin de persoon in kwestie zich bevindt. Bij de opbouw van de leefsituatieindex worden door de Studiedienst van de Vlaamse Regering de volgende levensdomeinen meegenomen: wonen en woonomgeving, gezondheid, vrije tijd en ontspanning, sociale participatie, veiligheid en mobiliteit. Voor elk van deze domeinen worden indicatoren gezocht waarvan duidelijk is of ze positief of negatief bijdragen aan iemands leefsituatie. Er bestaan verschillende methoden om vervolgens deze tientallen verschillende indicatoren samen te brengen in één samengestelde index. In navolging van het Nederlandse Sociaal en Cultureel Planbureau ( wordt hier gebruik gemaakt van een multivariate statistische methode, met name niet-lineaire canonische correlatie-analyse. Deze techniek gaat om het gewicht van elke indicator in de globale index te berekenen op zoek naar de samenhang tussen de indicator en een latente dimensie (de leefsituatie) waarvan wordt verondersteld dat die achter de scores van de verschillende indicatoren verborgen zit. Een indicator die beter samenhangt met deze latente dimensie krijgt een groter gewicht in de uiteindelijke index. De resultaten van deze methode werden herrekend naar een leefsituatie-index met een gemiddelde 1 en een standaarddeviatie van 15. Indicatorenset leefsituatie-index Levensdomein Subdimensie Indicator Figuur Wonen Betaalbaarheid Woonquote 4.28, 4.7 Geen problemen met rekeningen nutsvoorzieningen 3.269, Kwaliteit van de woning Aanwezigheid van basisvoorzieningen 3.268, 4.37, 4.71 Geen gebreken aan de woning 4.36, 4.71 Geen gebrek aan ruimte Behoorlijke woonomgeving Tevredenheid buurt, mooie gebouwen, straten en 4.62 voldoende groen in de buurt Geen overlast in de buurt 4.63 Woonzekerheid Bewonerstitel Gezondheid Geen hinder door langdurige ziekte, Mate van hinder in dagelijkse bezigheden door langdurige aandoening of handicap ziekte, aandoening of handicap Toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg Geen problemen met betalingen voor gezondheidszorg 3.27 Voldoende huisartsen in de buurt 4.8 Voldoende lichaamsbeweging Sportfrequentie , Vrije tijd en ontspanning Voldoende tijd voor vrije tijd en ontspanning Aantal uren vrije tijd in de week en het weekend 1.1 Cultuurparticipatie Cultuurparticipatie , 3.271, 4.91 Sociale participatie Formele participatie Actief lidmaatschap van verenigingen , 3.271, 4.86 Informele participatie Intensiteit van de sociale contacten 3.271, 4.86 Kwaliteit van de sociale contacten 1.9, 1.1, 4.88 Veiligheid Afwezigheid van bedreiging van de fysieke Geen slachtofferschap van bedreiging, inbraken, diefstal 1.17, 1.18 veiligheid Onveiligheidsgevoel en het mijden van plaatsen 1.16 Mobiliteit Zich op een vlotte en veilige manier kunnen Beoordeling van de mobiliteitsmogelijkheden in de buurt 4.64 verplaatsen Beschikbare vervoersmiddelen vrind 212
24 De opmaak van een dergelijke samengestelde index heeft voor- en nadelen. Het belangrijkste voordeel is dat de vaak uiteenlopende scores van de verschillende opgenomen indicatoren worden gesynthetiseerd en zo op een bevattelijke en eenvoudige manier kunnen worden gecommuniceerd. Maar dat synthetiseren is tegelijk ook het grootste nadeel van een dergelijke index. Het gevaar bestaat dat de werkelijkheid op een overdreven manier Leefsituatie-index Scores op de leefsituatie-index van de volwassen Vlamingen naar geslacht, leeftijd, huishoudtype, socio-economische positie, opleiding, inkomensniveau van het huishouden, bewonerstitel en woonplaats, in 211 (gemiddelde=1). Totaal Man Vrouw jaar jaar jaar jaar jaar jaar 75-plus Woont bij ouders Woont alleen Alleenstaande ouder Woont met partner Woont met partner en kinderen Werkend Werkloos Op pensioen Anders niet-actief Laaggeschoold Middengeschoold Hooggeschoold Laagste kwintiel 2de kwintiel 3de kwintiel 4de kwintiel Hoogste kwintiel Eigenaar Huurder wordt gesimplificeerd. Het ligt daarom voor de hand dat een dergelijke index nooit de plaats kan innemen van de uitgebreide set van afzonderlijke indicatoren waarop hij gebaseerd is. De leefsituatie-index geeft enkel een globaal beeld van de leefsituatie en sluit het gebruik van de samenstellende indicatoren niet uit, wel integendeel. Daarom wordt hier bij de presentatie van de resultaten van de leefsituatie-index telkens verwezen naar de plaatsen in deze VRIND waar de verschillende samenstellende indicatoren meer in detail worden besproken. De analyse van al deze afzonderlijke indicatoren vormt een noodzakelijke voorwaarde voor een correcte interpretatie van de in deze inleiding gepresenteerde globale resultaten van de leefsituatie-index. Een verkennende oefening om te komen tot een globale leefsituatie-index werd door de Studiedienst van de Vlaamse Regering eerder al gemaakt op basis van de data van de survey Stadsmonitor 28 (Noppe & Schelfaut, 21). Maar de indicatorenset die toen werd opgenomen in de berekening van de index vertoonde een aantal belangrijke blinde vlekken - over bepaalde aspecten van de leefsituatie was toen geen informatie beschikbaar - en verschilt daardoor vrij sterk van de meer uitgebreide set van indicatoren die op basis van de SCV-survey van 211 kan worden gebruikt. De resultaten van de hier gepresenteerde oefening zijn dan ook niet vergelijkbaar met de resultaten van de oefening op basis van de survey Stadsmonitor 28. De resultaten van de leefsituatie-index bevestigen grotendeels de resultaten van eerder onderzoek. Groepen waarvan geweten is dat zij op verschillende domeinen een maatschappelijk mindere positie innemen, halen ook een lagere score op de leefsituatie-index. Zo scoren vrouwen iets lager dan mannen. De leefsituatie-index neemt ook af bij de oudste leeftijdsgroepen (vanaf 65 jaar). De jongste leeftijdsgroep scoort opvallend goed wat samenhangt met het feit dat een groot deel van hen nog inwoont bij de ouders. Dat wordt bevestigd door de resultaten naar huishoudsamenstelling. Wie nog inwoont bij de ouders haalt de hoogste score. Vooral de mindere score van alleenstaanden en alleenstaande ouders valt op. Personen die werken scoren het best, werklozen en gepensioneerden halen de laagste scores. De indexscore neemt ook af naarmate de persoon in kwestie lager opgeleid is en het huishoudinkomen lager ligt. Huurders scoren beduidend minder goed dan eigenaars. Grootstad Centrumstad Stedelijke rand Kleinere stad Overgangsgemeente Plattelandsgemeente Bron: SCV Ten slotte verschilt de indexscore ook naar woonplaats. Wie in een grootstad woont, scoort het laagst. Plattelandsbewoners scoren het hoogst. Om het unieke effect van deze verschillende variabelen op de leefsituatie-index na te gaan, werden ze samen in een multivariaat model gestopt. Daaruit blijkt dat enkel het effect van geslacht wegvalt onder controle van de andere kenmerken. Alle andere variabelen hebben dus elk apart een effect op de leefsituatie. dwarsdoorsnede vrind
4 oktober Studiedienst van de Vlaamse Regering
4 oktober 2012 Ruim 700 indicatoren voor opvolging doorbraken Vlaanderen in Actie en Vlaams regeerakkoord 200 medewerkers binnen en buiten de Vlaamse overheid Wat meten we? Welke ontwikkelingen in externe
Nadere informatieVLAAMSE REGIONALE INDICATOREN
VLAAMSE REGIONALE INDICATOREN VRIND is een uitgave van de Studiedienst van de Vlaamse Regering. De Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) is een agentschap binnen het domein Diensten voor het Algemeen
Nadere informatieWaar staat Vlaanderen op de weg naar de doelstellingen voor 2020? Luk Bral. Studiedienst Vlaamse Regering
Waar staat Vlaanderen op de weg naar de doelstellingen voor 2020? Luk Bral Studiedienst Vlaamse Regering Indicatoren Pact 2020 Pact 2020: 20 doelstellingen voor Meer welvaart en welzijn Een competitieve
Nadere informatieOVERZICHTSTABEL GEREGISTREERDE AANVRAGEN OPENBAARHEID VAN BESTUUR
BIJLAGE OVERZICHTSTABEL GEREGISTREERDE AANVRAGEN OPENBAARHEID VAN BESTUUR PERIODE: 1 JULI 2015 TOT 30 JUNI 2016 1) Vlaamse overheid: 12 beleidsdomeinen A) Kanselarij en Bestuur Departement Kanselarij en
Nadere informatieVRIND VLAAMSE REGIONALE INDICATOREN
VRIND 214 VLAAMSE REGIONALE INDICATOREN VRIND IS EEN UITGAVE VAN DE STUDIEDIENST VAN DE VLAAMSE REGERING. De Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) is een agentschap binnen het domein Diensten voor
Nadere informatieOVERZICHTSTABEL GEREGISTREERDE AANVRAGEN OPENBAARHEID VAN BESTUUR
VR 2018 2601 MED.0016/3BIS BIJLAGE OVERZICHTSTABEL GEREGISTREERDE AANVRAGEN OPENBAARHEID VAN BESTUUR PERIODE: 1 JULI 2016 TOT 30 JUNI 2017 1) Vlaamse overheid: 12 beleidsdomeinen A) Kanselarij en Bestuur
Nadere informatieVlaamse Regionale indicatoren VRind 2011
Vlaamse Regionale Indicatoren vrind 211 VRIND is een uitgave van de Studiedienst van de Vlaamse Regering. De Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) is een agentschap binnen het domein Diensten voor
Nadere informatieMOBILITEIT Wagenpark (bron: ADSEI) personenwagens andere Verkeersongevallen met gewonden MILIEU EN ENERGIE. Studiedienst van de Vlaamse Regering
licht ernstig De (SVR) is een Hij heeft een ondersteunende rol ten aanzien van beleidsdiensten die vragen hebben over statistiek, survey, monitoring, beleidsevaluatieonderzoek en toekomstverkenningen als
Nadere informatieVR MED.0495/3
VR 2016 1612 MED.0495/3 BIJLAGE B: VLAAMSE TOPAMBTENAREN PLANNING 2017 Opmerking 1: De koppeling die in deze excel werd gemaakt, is gebaseerd op: - de bevoegdheidsverdeling, zoals deze werd vastgelegd
Nadere informatieAlgemene indicator domein overschrijdende kinderarmoede Nulmeting 2008 (cijfers 2006)
Bijlage : Overzicht tabellen Armoedes Algemene indicator domein overschrijdende kinderarmoede ) ) ) ) ) Het aandeel kinderen geboren in een kansarm gezin - - - 8.2% 8.6% 9.7% 10.5% Kind en Gezin, Het kind
Nadere informatieOVERZICHTSTABEL GEREGISTREERDE AANVRAGEN OPENBAARHEID VAN BESTUUR
VR 2019 2501 MED.0026/3BIS BIJLAGE OVERZICHTSTABEL GEREGISTREERDE AANVRAGEN OPENBAARHEID VAN BESTUUR PERIODE: 1 JULI 2017 TOT 30 JUNI 2018 1) Vlaamse overheid: 11 beleidsdomeinen A) Kanselarij en Bestuur
Nadere informatieVR MED.0495/2
VR 2016 1612 MED.0495/2 BIJLAGE A: VLAAMSE TOPAMBTENAREN EVALUATIE 2016 Opmerking 1: De koppeling die in deze excel werd gemaakt, is gebaseerd op: - de bevoegdheidsverdeling, zoals deze werd vastgelegd
Nadere informatieVRIND VLAAMSE REGIONALE INDICATOREN
VRIND 214 VLAAMSE REGIONALE INDICATOREN VRIND IS EEN UITGAVE VAN DE STUDIEDIENST VAN DE VLAAMSE REGERING. De Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) is een agentschap binnen het domein Diensten voor
Nadere informatieLijst van entiteiten en financiële systemen die in staat zijn e-facturen te ontvangen via het Mercuriusplatform
Lijst van entiteiten en financiële systemen die in staat zijn e-facturen te ontvangen via het Mercuriusplatform versie 20160623 Entiteit Financieel systeem KBO-nummer / GLN-nummer Startdatum elektronisch
Nadere informatieVlaamse overheid VRIND. Vlaamse Regionale Indicatoren STUDIEDIENST VLAAMSE REGERING
Vlaamse overheid VRIND 2017 Vlaamse Regionale Indicatoren STUDIEDIENST VLAAMSE REGERING VRIND IS EEN UITGAVE VAN DE STUDIEDIENST VLAAMSE REGERING. De Studiedienst Vlaamse Regering (SVR) maakt deel uit
Nadere informatieV l a a m s e R e g i o n a l e I n d i c a t o r e n
V l a a m s e R e g i o n a l e I n d i c a t o r e n vrind 21 VRIND is een uitgave van de Studiedienst van de Vlaamse Regering. De Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) is een agentschap binnen het
Nadere informatieOnderwijs en vorming. 1 73.609 leerlingen. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse
Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Onderwijs en vorming Samenvatting 73.609 leerlingen (2012) 16.981 kleuters 26.537 kinderen in het lager
Nadere informatieVlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-469- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN GEERT BOURGEOIS VLAAMS MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BUITENLANDS BELEID, MEDIA EN TOERISME Vraag nr. 70
Nadere informatieVRIND Vlaamse Regionale Indicatoren
VRIND Vlaamse Regionale Indicatoren Woensdag 18 februari 2009 Inhoud Situering en korte historiek Concept Procedure Documentatie indicatoren VRIND 2008 Gebruik Webenquête Vaststellingen Situering en korte
Nadere informatieBijlage 1 :Tabellen Armoedebarometers
Bijlage 1 :Tabellen Armoedebarometers Kinderarmoede Nulmeting 2008 Barometer 2009 Barometer 2010 Barometer 2011 Barometer 2012 Barometer 2013 Barometer 2014 Barometer 2015 Bron Het aandeel kinderen geboren
Nadere informatieIn Het Algemeen Belang. Filip De Rynck
In Het Algemeen Belang Filip De Rynck Context gemeenschappelijk Discussie over de rol van de overheid: gemeenschappelijk belang Besparingen: gemeenschappelijke druk; kan samenwerking deel van het antwoord
Nadere informatieSteunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting
Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Hebben laaggeschoolden een hoger risico om in armoede te belanden? Ja. Laagopgeleiden hebben het vaak
Nadere informatieVR DOC.0988/2
VR 2019 0207 DOC.0988/2 VR 2019 0207 DOC.0988/2 Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juli 2014 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van
Nadere informatieHinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen
Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Een beeld vanuit de EAK Tijdens het tweede kwartaal van 2007 werd in de Enquête naar de Arbeidskrachten gevraagd of de respondenten in hun dagelijkse
Nadere informatieVerenigingen en vrijwilligerswerk: hardnekkige fenomenen
Verenigingen en vrijwilligerswerk: hardnekkige fenomenen Luk Bral en Guy Pauwels Studiedag 20 jaar peilen in Vlaanderen Leuven, 31 januari 2017 Inhoud Context Opzet Evolutie informele contacten, lidmaatschap
Nadere informatie2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt
2.2 Uitdagingen op het vlak van werkgelegenheid 2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt Het wordt steeds belangrijker om met voldoende kwalificaties naar de arbeidsmarkt te kunnen gaan. In Europees
Nadere informatie«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES
«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES Brussel wordt gekenmerkt door een grote concentratie van armoede in de dichtbevolkte buurten van de arme sikkel in het centrum van de stad, met name
Nadere informatieWaar staat Vlaanderen op de weg naar de doelstellingen voor 2020? Luk Bral. Studiedienst Vlaamse Regering
Waar staat Vlaanderen op de weg naar de doelstellingen voor 22? Luk Bral Studiedienst Vlaamse Regering Indicatoren Pact 22 Pact 22: 2 doelstellingen voor Meer welvaart en welzijn Een competitieve en duurzame
Nadere informatieArmoedebarometer 2012
Armoedebarometer 2012 Jill Coene An Van Haarlem Danielle Dierckx In opdracht van Decenniumdoelen 2017 Armoede in cijfers Kinderen geboren in een kansarm gezin verdubbeld tot 8,6% op tien jaar tijd - Kwalijke
Nadere informatieBrussels Observatorium voor de Werkgelegenheid
Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen
Nadere informatieRAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE
RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE Bij het openen van het rapport worden de meest recente gegevens uit de databank gehaald. Inleiding In dit document worden de kansarmoede-indicatoren weergegeven
Nadere informatieLancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017
PERSBERICHT - 8 mei 2018 Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017 Het Agentschap Binnenlands Bestuur en Statistiek Vlaanderen publiceren vandaag de
Nadere informatie1. Welke doelgroepen waren afgelopen vijf jaren afnemers van de dienstencheques? Graag cijfers per doelgroep en jaar.
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 325 van PETER VAN ROMPUY datum: 5 februari 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Dienstencheques - Doelgroepenbeleid Door de zesde staatshervorming
Nadere informatie5 (2009) Nr juli 2009 (2009) stuk ingediend op. Vlaamse Regering. Samenstelling. verzendcode: PAR
stuk ingediend op 5 (2009) Nr. 1 13 juli 2009 (2009) Vlaamse Regering Samenstelling verzendcode: PAR 2 Stuk 5 (2009) Nr. 1 Vlaams Parlement 1011 Brussel 02/552.11.11 www.vlaamsparlement.be Stuk 5 (2009)
Nadere informatie0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.
0. KENGETALLEN Brugge Midden- West-Vlaanderen Oostende Westhoek Zuid- West-Vlaanderen West- Vlaanderen Vlaams Gewest Totale bevolking (01/01/2008) 275.599 233.200 149.287 213.729 278.672 1.150.487 6.161.600
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 20 december 2013
PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal
Nadere informatieDEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kansengroepen op de arbeidsmarkt Faiza Djait
DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE Kansengroepen op de arbeidsmarkt Faiza Djait Voor drie kansengroepen: ouderen, allochtonen en personen met een arbeidshandicap 1. Overzicht van de belangrijkste arbeidsmarktindicatoren
Nadere informatieVlaanderen in Cijfers. Studiedienst van de Vlaamse Regering
Vlaanderen in Cijfers 2012 Studiedienst van de Vlaamse Regering BEVOLKING Bevolking, 1 januari totaal x 1.000 5.940 6.252 6.307 mannen x 1.000 2.930 3.085 3.113 vrouwen x 1.000 3.011 3.167 3.193 Belgen
Nadere informatie5 ( ) Nr. 1 1 oktober 2010 ( ) stuk ingediend op. Vlaamse Regering. Samenstelling. verzendcode: PAR
stuk ingediend op 5 (2010-2011) Nr. 1 1 oktober 2010 (2010-2011) Vlaamse Regering Samenstelling verzendcode: PAR 2 Stuk 5 (2010-2011) Nr. 1 V l a a m s Pa r l e m e n t 1011 B r u s s e l 0 2 / 5 5 2.
Nadere informatieGEZONDHEID BEVOLKING HUISVESTING TOERISME
BEVOLKING Bevolking, 1 januari (bron: ADSEI) totaal x 1.000 5.940 6.117 6.162 mannen x 1.000 2.930 3.017 3.040 vrouwen x 1.000 3.011 3.100 3.122 Belgen x 1.000 5.647 5.786 5.807 vreemdelingen x 1.000 294
Nadere informatieOVERZICHT OVERLEGSTRUCTUREN IN HET HOOG OVERLEGCOMITÉ VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST
BIJLAGE 3 OMZENDBRIEF OVERZICHT OVERLEGSTRUCTUREN IN HET HOOG OVERLEGCOMITÉ VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST I ENTITEITEN BBB STRUCTUUR 1.1. Tussenoverlegcomités (= beleidsdomeinoverlegcomité BDOC),
Nadere informatieWelzijnsbarometer 2015
OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL "Cultuur aan de macht" de sociale rol van cultuur en kunst 26 november 2015 Welzijnsbarometer 2015 Marion
Nadere informatieKinderarmoede in het Brussels Gewest
OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL Senaat hoorzitting 11 mei 2015 Kinderarmoede in het Brussels Gewest www.observatbru.be DIMENSIES VAN ARMOEDE
Nadere informatieFOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers
FOCUS OP TALENT BAROMETER Kansengroepen in cijfers 217-218 Inhoudsopgave 1. Verklarende woordenlijst... 2. Samenvatting... 4. PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP... 7 4. PERSONEN GEBOREN BUITEN EU28... 12
Nadere informatieSECTORFOTO Verhuissector 2008 DEpaRTEmEnT WERk En SOCialE ECOnOmiE
SECTORFOTO Verhuissector 2008 Departement Werk en Sociale Economie Colofon Samenstelling: Vlaamse overheid Beleidsdomein Werk en Sociale Economie Departement Werk en Sociale Economie Koning Albert II-laan
Nadere informatieVR MED.0405/5BIS
VR 2018 2610 MED.0405/5BIS Samenvatting evolutie : 2015-2016 : 78 gemeten data: 77 geen of onvolledige data : ParticipatieMaatschappij Vlaanren gem. personenwagens stijging: 34 gem. personenwagens daling:
Nadere informatie5 ( ) Nr. 2 5 januari 2012 ( ) stuk ingediend op. Vlaamse Regering. Samenstelling. verzendcode: PAR
stuk ingediend op 5 (2011-2012) Nr. 2 5 januari 2012 (2011-2012) Vlaamse Regering Samenstelling verzendcode: PAR 2 Stuk 5 (2011-2012) Nr. 2 V l a a m s Pa r l e m e n t 1011 B r u s s e l 0 2 / 5 5 2.
Nadere informatie5 ( ) Nr. 3 1 april 2014 ( ) stuk ingediend op. Vlaamse Regering. Samenstelling. verzendcode: PAR
stuk ingediend op 5 (2013-2014) Nr. 3 1 april 2014 (2013-2014) Vlaamse Regering Samenstelling verzendcode: PAR 2 Stuk 5 (2013-2014) Nr. 3 V l a a m s Pa r l e m e n t 1011 B r u s s e l 0 2 / 5 5 2. 11.
Nadere informatieCentrumsteden en vergrijzing vergeleken per provincie. Socio-demografisch profiel (SDP) Anne-Leen Erauw Belfius Research. 21 maart 2017 Berchem
Centrumsteden en vergrijzing vergeleken per provincie Socio-demografisch profiel (SDP) Anne-Leen Erauw Belfius Research 21 maart 2017 Berchem 1 Belfius studies Expertise van Belfius in de lokale sector
Nadere informatie5 ( ) Nr. 2 2 januari 2014 ( ) stuk ingediend op. Vlaamse Regering. Samenstelling. verzendcode: PAR
stuk ingediend op 5 (2013-2014) Nr. 2 2 januari 2014 (2013-2014) Vlaamse Regering Samenstelling verzendcode: PAR 2 Stuk 5 (2013-2014) Nr. 2 V l a a m s Pa r l e m e n t 1011 B r u s s e l 0 2 / 5 5 2.
Nadere informatieBRUSSELS ARMOEDERAPPORT 2015 Welzijnsbarometer: samenvatting
BRUSSELS ARMOEDERAPPORT 2015 Welzijnsbarometer: samenvatting De Welzijnsbarometer verzamelt jaarlijks een reeks indicatoren die verschillende aspecten van armoede in het Brussels Gewest belichten. De sociaaleconomische
Nadere informatieArbeidsmarktbarometer Onderwijs
R A P P O RT Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs december 2009 Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan
Nadere informatieACTIVEREN, COMPETENTIES MOBILISEREN Epiloog
ACTIVEREN, COMPETENTIES MOBILISEREN Epiloog Wim Herremans Gevoed door een groeiende economie herpakte de Vlaamse arbeidsmarkt zich in 2004/2005. De werkzaamheidsgraad steeg opnieuw na drie jaar van stabilisatie,
Nadere informatieFiguur 1: logo Vrouwenraad ALLEENSTAANDE OUDERS PARTICIPATIE
Figuur 1: logo Vrouwenraad ALLEENSTAANDE OUDERS PARTICIPATIE 2016 INHOUDSTAFEL Inhoud INLEIDING... 3 Overzicht recentste participatie-indicatoren... 3 SCV-Survey... 3 Deelname aan sociale contacten...
Nadere informatieHOOFDSTUK 2. Onze opdracht.
HOOFDSTUK 2. Onze opdracht. 26 onze opdracht Jaarverslag 2016» Enkele kerncijfers VDAB bemiddelt tussen werkzoekenden en werkgevers. Dat is een van onze basisopdrachten. We doen dit met een realistische
Nadere informatieVLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4
VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 Seppe Van Gils In vergelijking met Europa (EU-15) wordt Vlaanderen gekenmerkt door een gemiddeld aandeel werkenden (63,4%). Ten opzichte van het gemiddelde
Nadere informatieWelzijnsbarometer 2014 Samenvatting en besluit
Welzijnsbarometer 2014 Samenvatting en besluit De Welzijnsbarometer verzamelt jaarlijks een reeks indicatoren die verschillende aspecten van armoede in het Brussels Gewest belichten. De sociaaleconomische
Nadere informatieDe evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen
De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België 2018 Samenvatting en kernboodschappen September 2018 ANNEX 6 : NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING EN KERNBOODSCHAPPEN VAN DE ANALYSE
Nadere informatieRESULTATEN VAN 2 JAAR VOP GEKOPPELD AAN DE WERKLOOSHEIDSCIJFERS VAN PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP
RESULTATEN VAN 2 JAAR VOP GEKOPPELD AAN DE WERKLOOSHEIDSCIJFERS VAN PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP BRONNEN Cijfers VDAB-studiedienst juli 2010: Kansengroepen in Kaart, arbeidsgehandicapten op de Vlaamse
Nadere informatieTewerkstelling van personen van buitenlandse herkomst bij lokale besturen. Jo Noppe Statistiek Vlaanderen
Tewerkstelling van personen van buitenlandse herkomst bij lokale besturen Jo Noppe Statistiek Vlaanderen Inhoud presentatie 1. Gemeente- en Stadsmonitor 2018 2. Methode 3. Definitie herkomst 4. Resultaten
Nadere informatieArbeidsmarkt vijftigplussers
Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt vijftigplussers Samenvatting 2012) 50.216 werkende 50+ ers (2011) aantal werkende vijftigplussers
Nadere informatieGezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.
Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van
Nadere informatieVRIND 2016 PERSVOORSTELLING 21 oktober 2016
VRIND 2016 PERSVOORSTELLING 21 oktober 2016 VRIND 2016 in een notendop 820 gevalideerde indicatoren en circa 900 tabellen, grafieken en kaarten 200 medewerkers van binnen en buiten de Vlaamse overheid
Nadere informatieDe Vlaamse arbeidsmarkt Een terugblik
De Vlaamse arbeidsmarkt Een terugblik Luc Sels Promotor Steunpunt WSE Luc.Sels@kuleuven.be @LucSels 1 Jobs en kwalificaties: de grote transformatie Index 1986 = 100 Trendindex binnenlandse werkgelegenheid
Nadere informatie5 ( ) Nr september 2016 ( ) ingediend op. Vlaamse Regering. Samenstelling. verzendcode: PAR
ingediend op 5 (2016-2017) Nr. 1 26 september 2016 (2016-2017) Vlaamse Regering Samenstelling verzendcode: PAR 2 5 (2016-2017) Nr. 1 Samenstelling minister-president Geert BOURGEOIS viceminister-presidenten
Nadere informatieSocio-economische blik op de Kempen
Socio-economische blik op de Kempen AAN : CC : AUTEUR : Streekplatform Kempen Kim Nevelsteen, Dominique Van Dijck DATUM : 6 maart 2017 BETREFT : Socio-economische analyse van de Kempen 517.884 inwoners
Nadere informatieGemeente- en stadsmonitor in preview
Gemeente- en stadsmonitor in preview Katie Heyse, Agentschap Binnenlands Bestuur Hilde Schelfaut, Statistiek Vlaanderen #TIV2017-30 november 2017 www.vlaanderen.be/informatievlaanderen Overzicht > Aanleiding
Nadere informatie5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens
5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze
Nadere informatie67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.
Nadere informatieOnderwijs SAMENVATTING
Onderwijs SAMENVATTING 88.343 leerlingen basis- en secundair onderwijs schooljaar 2016-2017 In verhouding meer leerlingen TSO (bijna 1 op 4 van de lln. SO) en BSO (1 op 5) dan Vlaanderen 17.820 studenten
Nadere informatieDEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013
DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013 1 De arbeidsmarkt wordt krapper: alle talent is nodig Evolutie van de vervangingsgraad (verhouding 15-24-jarigen
Nadere informatieVLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen
Stuk 1025 (1997-1998) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1997-1998 29 april 1998 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen
Nadere informatieBAROMETER JUNI Kansengroepen blijven een structureel knelpunt 1
JUNI 2015 BAROMETER Kansengroepen blijven een structureel knelpunt 1 Uit een nieuwe arbeidsmarktanalyse van het Steunpunt WSE blijkt dat Vlaanderen slechts matig scoort in vergelijking met de EU-regio
Nadere informatieSocio-economische blik op de Kempen
Socio-economische blik op de Kempen AAN : CC : AUTEUR : Streekplatform Kempen Kim Nevelsteen, Dominique Van Dijck DATUM : 6 maart 2017 BETREFT : Socio-economische analyse van de Kempen 517.884 inwoners
Nadere informatieRegionale economische vooruitzichten 2014-2019
2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten
Nadere informatiearmoedebarometer De interfederale Sociale Zekerheid Federale Overheidsdienst DE STAATSSECRETARIS VOOR MAATSCHAPPELIJKE
DE STAATSSECRETARIS VOOR MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE EN ARMOEDEBESTRIJDING LE SECRETAIRE D ÉTAT À L INTÉGRATION SOCIALE ET À LA LUTTE CONTRE LA PAUVRETÉ Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid ALGEMENE
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013
PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 Meer 55-plussers aan het werk Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2013 66,7% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage daalt licht in vergelijking met
Nadere informatieHoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen?
Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen? Cascade van beleidsniveaus en beleidsteksten Beleid EU Strategie Europa 2020 Europees werkgelegenheidsbeleid Richtsnoeren
Nadere informatiePERSBERICHT STADSMONITOR 2017 VERTROUWEN TERUGWINNEN GAAT LANGZAAM
PERSBERICHT STADSMONITOR 2017 VERTROUWEN TERUGWINNEN GAAT LANGZAAM Het Turnhoutse stadsbestuur erkent dat de nieuwe resultaten van de Stadsmonitor voor verschillende thema s vaak niet goed zijn. Uit de
Nadere informatieTabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996
Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met
Nadere informatieDE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014
DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014 Inleiding De situatie op de Vlaamse arbeidsmarkt in 2014 lijkt te zijn gestabiliseerd ten opzichte van het jaar voordien: de werkzaamheidsgraad is licht gestegen, maar
Nadere informatieWORKLESS HOUSEHOLDS IN VLAANDEREN Hoofdstuk 21
WORKLESS HOUSEHOLDS IN VLAANDEREN Hoofdstuk 21 Seppe Van Gils De manier waarop individuele arbeidsmarktposities (werkzaam, werkloos of niet-beroepsactief) op gezinsniveau worden gecombineerd, kan belangrijke
Nadere informatieVLAANDEREN. Studiedienst Vlaamse Regering. Vlaamse overheid
2014 VLAANDEREN in cijfers 14 Studiedienst Vlaamse Regering Vlaamse overheid De Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) is een agentschap binnen het domein Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid
Nadere informatieHoeveel werkzoekenden telt uw gemeente?
Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente? Tanja Termote Sociaaleconomisch beleid, WES Van de 25.500 werkzoekenden in West-Vlaanderen wonen er 306 in en 166 in Moorslede. Maar hoe zit dat precies in uw gemeente?
Nadere informatieVDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT MEI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen
VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT MEI 2017 Kerncijfers werkloosheid mei 2017 jaarverschil aandeel NWWZ 201.762-5,3% Categorie WZUA 140.164-8,3% 69,5% BIT 10.091-8,8% 5,0% Vrij ingeschreven 29.063-1,8% 14,4% Andere
Nadere informatieVlaanderen binnen Europa
Vlaanderen binnen Europa Een gekleurde blik op de arbeidsmarkt Voorjaar 2016 steunpuntwerk.be/vlaanderen-binnen-europa werk.be/vlaanderen-binnen-europa europa.vdab.be Steunpunt Werk Naamsestraat 61, 3000
Nadere informatieSociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen
Groningen, 1 maart 2011 Persbericht nr. 34 Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen SPECIALE AANDACHT VOOR KRIMPGEBIEDEN EN VOOR JEUGD De Groninger bevolking groeit nog door tot 2020, en
Nadere informatieRegionale economische vooruitzichten
2015/2 Regionale economische vooruitzichten 2015-2020 Dirk Hoorelbeke D/2015/3241/213 Samenvatting Dit webartikel geeft een bondig overzicht van de nieuwe regionale economische vooruitzichten tot 2020.
Nadere informatieDuurzame inzetbaarheid Op de arbeidsmarkt van morgen. Luc Sels Decaan Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen
Duurzame inzetbaarheid Op de arbeidsmarkt van morgen Luc Sels Decaan Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Talenten paraat Procentuele jaargroei arbeidsvolume en werknemers 03 (Vlaams Gewest; 2008-I
Nadere informatieStadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering
Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Situering Opdracht: minister, bevoegd voor het Stedenbeleid De stadsmonitor is een
Nadere informatieverbeelding werkt Stadsmonitor 2014 Kerncijfers steden
verbeelding werkt Stadsmonitor 2014 Kerncijfers steden www.stadsmonitor.be ANTWERPEN WAARNEMINGEN OPPERVLAKTE Eenheid 2014 km 2 204,5 BEVOLKING Eenheid 1990 2000 2010 2014 Totaal aantal 470.349 446.525
Nadere informatie2012/9 D/2012/3241/382
2012/9 D/2012/3241/382 Dit webartikel is het eerste in een reeks SVR-webartikels over de participatie van kansengroepen op verschillende domeinen van het maatschappelijke leven. Deze reeks bouwt voort
Nadere informatieRAPPORT SOCIALE KERNCIJFERS
RAPPORT SOCIALE KERNCIJFERS (laatste actualisatie op 24 april 2013) Demografie Bevolking en loop van de bevolking Totale bevolking Private huishoudens Familiekernen Bevolkingsdichtheid Geboorten per 1.000
Nadere informatieNOVEMBER 2014 BAROMETER
NOVEMBER 2014 BAROMETER In deze nieuwe editie van de barometer staan we stil bij de Census 2011 die afgelopen maand werd gepubliceerd door Statistics Belgium, onderdeel van de FOD Economie. We vertalen
Nadere informatieCijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel. ChanceArt 10 december 2009
Cijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel ChanceArt 10 december 2009 Inhoud 1. De naakte cijfers 2. Decenniumdoelstellingen 3. Armoedebarometers 4. Armoede en cultuurparticipatie 5. Pleidooi
Nadere informatieFOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers
FOCUS OP TALENT BAROMETER Kansengroepen in cijfers Inleiding In de conceptnota Focus op talent en competenties als sleutel naar een hogere werkzaamheidsgraad in het kader van Evenredige Arbeidsdeelname,
Nadere informatieDoelgroepen aan het werk? Een blik op de arbeidsmarktpositie van de doelgroepen uit het Vlaams Doelgroepenbeleid
Doelgroepen aan het werk? Een blik op de arbeidsmarktpositie van de doelgroepen uit het Vlaams Doelgroepenbeleid Op 1 juli 2016 ging het nieuwe Vlaams Doelgroepenbeleid van start. Dit vernieuwde doelgroepenbeleid
Nadere informatieDe bruisende stad. Beleidskader
De bruisende stad Vlaams Regeerakkoord: Beleidskader» Werk maken van duurzame, creatieve steden» Stedelijke kernen uitbouwen tot aantrekkelijke woonkernen met een interessant cultureel, onderwijs-, verzorgings-,
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013
PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten Hoeveel personen verrichten betaalde arbeid? Hoeveel mensen zijn werkloos? Hoeveel inactieve
Nadere informatieCampagne Eenzaamheid Bond zonder Naam
Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een
Nadere informatie