VOGELS RINGEN IN NEDERLAND

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VOGELS RINGEN IN NEDERLAND"

Transcriptie

1 Doelstellingen Vogeltrekstation verzamelt en beheert gegevens van in Nederland geringde vogels ten behoeve van wetenschap, beleid en bescherming. De doelstellingen van vogeltrekstation kunnen als volgt geformuleerd worden: Vogeltrekstation wil het gebruik van ringgegevens voor wetenschappelijk onderzoek, beleid en bescherming doen toenemen, en werkt hiertoe actief samen met andere onderzoeksgroepen en voert grootschalige analyses uit op basis van de door haar verzamelde gegevens. De bruikbaarheid van ringgegevens voor onderzoek neemt toe wanneer de gegevens op gestandaardiseerde wijze worden verzameld. Vogeltrekstation streeft meer standaardisatie na door het aanbieden van grootschalige, centraal gecoordineerde ringprojecten en door deelname aan deze projecten te bevorderen. Tegeljkertijd streeft Vogeltrekstation naar het verbeteren van haar dienstverlening naar (vrijwillige) ringers en naar een toename van het aantal actieve ringers in Nederland. Vogeltrekstation legt in haar werk de nadruk op het vergaren van demografische gegevens van vogels, en streeft ernaar een expertise centrum te worden op het gebied van demografie en populatie dynamica van vogels. Vogeltrekstation erkent dat nieuwe technieken waarmee vogels intensief kunnen worden gevolgd, zoals GPS- en satelliettracking, en het grootschalig gebruik van kleurmerken, een belangrijke aanvulling vormen op het gebruik van conventionele metalen vogelringen, en streeft ernaar om ook deze technieken binnen haar projecten veelvuldig te gebruiken. Vogeltrekstation streeft er bovendien naar een centrale coordinerende en beherende rol te spelen bij het gebruik van kleurmerken. Projecten Vogeltrekstation organiseert gestandaardiseerde projecten met als doel het vergaren van kennis over trek, aantallen, overleving en reproductie van verschillende vogelgroepen. Deze projecten staan open voor deelname voor iedereen die in het bezit is van een geldige ringvergunning. Bent u nog niet in het bezit van een ringvergunning dan kunt u deze aanvragen. Geef daarbij aan dat u mee wilt doen aan een van onderstaande projecten. Alvorens u uw eigen ringvergunning krijgt loopt u eerst stage en doet u vervolgens een examen. Meedoen aan een van onze projecten is leuk en leerzaam. U wordt deel van een collectief en verzamelt gegevens die gebruikt worden voor wetenschap, beleid en bescherming. Maak een keuze uit onderstaande lijst om meer te weten te komen over onze projecten: 1. Boerenzwaluw 2. CES 3. Lichtproject 4. Pullen 5. RAS 6. Ring-MUS

2 Boerenzwaluw Het project Boerenzwaluw probeert meer inhoud te geven aan het ringwerk aan deze soort en meer gegevens te verkrijgen over belangrijke zaken betreffende toe- of afname. Foto : Bennie van den Brink Boerenzwaluwen zijn de boodschappers van de lente en zijn met hun sierlijke vluchten prachtig om te zien. Bovendien zijn ze altijd in de buurt van mensen te vinden. Helaas gaat het niet goed met de boerenzwaluw. De Boerenzwaluw staat als 'gevoellig' op de Rode Lijst door een afname van 50-75% in de afgelopen 40 jaar. Hoe dat precies komt en welke maatregelen effectief zijn is nog niet bekend. Vogelbescherming Nederland en SOVON Vogelonderzoek hebben daarom 2011 uitgeroepen tot het jaar van de Boerenzwaluw. Het aantal Boerenzwaluwen vertoont de late decennia een geleidelijke, doch gestage afname. De oorzaken moeten wellicht gezocht worden in de veranderingen op agrarisch gebied, waarbij kleinschaligheid en diversiteit verandert in grootschaligheid en bio-industrie. Kleine boerenbedrijven met veel schuren maken plaats voor grote boerderijen met enkele enorme gebouwen. Natte polders, met een grote verscheidenheid aan planten en insekten, veranderen in goed bemalen groene woestijnen waarin de grasproductie voorop staat. Een insekteneter als de Boerenzwaluw ondervindt daarvan direct de nadelige gevolgen. Dit project is opgezet om te ontdekken waar zich in Nederland de goede en minder goede broedgebieden bevinden en hoe daar de overleving, reproduktie en bestandstoe- of afname verloopt. De belangrijkste vragen waarop getracht wordt een antwoord te vinden zijn: - is er verschil in reproductie in de diverse regio's en habitats. - is er verschil in overleving in de diverse regio's en habitats. - hoe groot is de jaarlijkse toe- of afname van het aantal broedparen in de diverse regio's. - waar bevinden zich gezonde, waar afnemende populaties. - hoe is de dispersie van de jonge vogels. - hoe groot is de plaatstrouw in de diverse regio's. Tot en met het jaar 2003 is er binnen het budget van het Vogeltrekstation nog steeds een plekje gevonden om een deel van de aangelegde ringen binnen dit project te vergoeden. Dat wil beslist niet zeggen dat daar voor de volgende jaren ook ruimte voor is. We bezien dat elk jaar opnieuw. - Alle ringen van op slaapplaatsen gevangen Boerenzwaluwen waarvan de volledige biometrie volgens het ESP formulier is genomen worden volledig vergoed. - De ringen van de overige op slaapplaatsen geringde boerenzwaluwen worden 50% vergoed. Het Boerenzwaluw-project is door onze onze Europese collega's dusdanig belangrijk gevonden dat 'EURING breed' de Boerenzwaluw als studieobject is overgenomen. Dat heet het EURING Swallow Project. Voor meer informatie: Coördinator veldwerk: dhr. B. van den Brink, Postbus 50, 6700 AB Wageningen. Overzicht Ringen.doc

3 Het "Constant Effort Site" project VOGELS RINGEN IN NEDERLAND Het doel van het Constant Effort Site (CES) project is het verzamelen van informatie die bijdraagt tot het verklaren van veranderingen in vogelpopulaties. Deze informatie wordt in een speciaal meerjarig vogelringproject met behulp van vaste mistnetopstellingen tijdens het broedseizoen verzameld. De speerpunten van het CES project zijn monitoring, reproductie en overleving. Informatie over de hoeveelheden uitgevlogen jongen wordt verkregen uit de verhouding van de gevangen volwassen en jonge vogels in de loop van het zomerseizoen. Hervangsten van geringde vogels in opeenvolgende onderzoeksjaren geven informatie over de jaarlijkse overleving. De CES-lokaties liggen voornamelijk in rietvelden, struwelen en bosgebieden. Door de vangsten in de verschillende gebieden te vergelijken kan ook een relatie tussen biotoop en populatie worden verkregen. Het CES-project verschaft aanvullende informatie op verschillende nationale en Europese vogelonderzoeksprojecten zoals broedvogelinventarisaties, nestkaartproject en ringonderzoek aan trekvogels. In 1981 werd in Groot-Brittannië een proefproject opgezet door de British Trust for Ornithology (BTO) om de mogelijkheden voor een Brits CES-project te testen. Het CES-project werd in 1986 door de BTO officieel aanvaard. Aanvankelijk lag de nadruk op het produceren van een 'Ring index' van de veranderingen in de adulte populatie, maar tegenwoordig krijgt de verhouding juveniel-adult en de overleving de meeste aandacht. In 2009 waren in Engeland 115 CES-vangplaatsen operationeel. De laatste jaren zijn er meer dan 40 CES-vangplaatsen in Nederland. Ook in Noord-Amerika en Canada is men, uit bezorgdheid over de recente achteruitgang van zangvogels, onlangs begonnen met het opzetten van CES-vangplaatsen naar Engels model. Daar wil men vooral inzicht krijgen op de onderliggende processen van deze achteruitgang. Het Nederlandse CES-project wordt ondersteund door de Gegevens-autoriteit Natuur (i.o.). Voor vragen over het CES-project kunt u altijd terecht op het Vogeltrekstation. Tabel 1. CES vangperiodes periode begin eind 1 13 april 23 april 2 22 april 3 mei 3 2 mei 13 mei 4 12 mei 23 mei 5 22 mei 2 juni 6 31 mei 12 juni 7 11 juni 22 juni 8 20 juni 2 juli 9 1 juli 12 juli juli 23 juli juli 2 aug 12 1 aug 13 aug Tabel met CES tijden Overzicht CES project Europa Overzicht van het CES project in Europa tot juni Daarnaast is zijn er details gegeven over het gemiddeld aantal plaasten waar gevangen wordt elk jaar, het aantal gemaakte bezoeken per locatie en de netten die ze daar gebruiken, samen met een vermelding of ze actief zijn over het hele broedseizoen. Overzicht Ringen.doc

4 Year started Number of sites Number of visits Number of nets Breeding season monitored? UK Yes Finland Yes France Early part only Spain (SYLVIA) Yes The Netherlands Yes Spain (PASSER) Yes Sweden Yes Germany (Hiddensee) Yes Poland Yes Germany Yes Belgium 2002 N.A. N.A. N.A. N.A. Italy N.A. N.A. N.A. Portugal N.A. N.A. N.A. Czech Republic N.A. N.A. Algemeen gevangen soorten Een overzicht van de algemeen gevangen soorten tijdens het CES-project in Europa. Onderverdeeld in de verschillende soorten vogels gevangen per land. Britain & Ireland schoenobaenus Phylloscopus trochilus Spain France Finland Poland Sweden Cettia cetti Luscinia megarhynchos communis borin caeruleus Hirundo rustica Hippolais polyglotta Troglodytes troglodytes Prunella modularis Serinus serinus Luscinia megarhynchos Passer domesticus Fringilla coelebs Carduelis chloris merula Pyrrhula pyrrhula Carduelis carduelis merula Phylloscopus collybita merula Erithacus rubecula major schoenobaenus communis palustris borin Phylloscopus trochilus Ficedula hypoleuca schoenobaenus Phylloscopus trochilus Erithacus rubecula communis Fringilla coelebs curruca major borin caeruleus Phylloscopus trochilus Emberiza schoeniclus iliacus major merula The Netherlands schoenobaenus Phylloscopus trochilus merula Troglodytes troglodytes communis Fringilla coelebs major borin Emberiza schoeniclus merula Emberiza schoeniclus caeruleus major Licht project Er zijn weinig plaatsen in Nederland waar het 's nachts nog echt donker is. Er is altijd wel ergens kunstlicht aanwezig, zoals bijv. straatlantaarns, lichtreclame, verkeer en vervoer, etc. Er zijn genoeg meningen en gedachten over de eventuele negatieve gevolgen van kunstlicht op de flora en fauna, maar echt duidelijkheid over de eventuele negatieve oorzaken zijn nog onbekend. Om meer te weten te komen over Overzicht Ringen.doc

5 de effecten van kunstlicht op de planten, dieren en vogels in Nederland is er in 2011 begonnen met het project "Effecten van kunstlicht op flora en fauna in Nederland." Het project is gefinancierd door de Technologie Stichting STW en wordt wetenschappelijk geleid door het NIOO-KNAW en de Wageningen Universiteit (WUR). Daarnaast is vanuit het bedrijfsleven Philips en de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) betrokken. Lichtvervuiling in Europa (Raeymaekers 2000). Methode Het project is gestart in maart 2011 en zal vier jaar duren. Om het effect van de nachtelijke verlichting te kunnen meten wordt er op acht locaties in Nederland onderzoek gedaan. In het eerste jaar zullen alle locaties donker blijven. Elke locatie heeft 4 meetpunten en zal gedurende de volgende drie jaar aan verschillende kleuren licht worden blootgesteld, terwijl het vierde punt als referentie steeds donker zal blijven. De verschillende typen licht die getest zullen worden zijn: - licht met een groenig spectrum - licht met een roodachtig spectrum - wit licht. Monitoring Flora en Fauna Er zal gericht onderzoek worden gedaan aan verschillende dier- en plantensoorten door verschillende organisaties. De Vlinderstichting zal onderzoek doen naar vlinders en andere insecten. SOVON zal onderzoek doen naar broedvogels. Vogeltrekstation zal zich bezig houden met vogelonderzoek door het ringen en terugvangen van vogels om te kijken naar overleving en broedsucces. RAVON kijkt naar de reptielen en amfibiën. FLORON gaat kijken naar de plantgemeenschappen en fenologie en de Zoogdiervereniging gaat zich richten op muizen en vleermuizen. Pullen Het ringen van nestjongen In Nederland worden jaarlijks zo n vogels van een ring voorzien. Ongeveer een kwart daarvan betreft nestjongen en niet-vliegvlugge kuikens, zogenaamde pullen. Het doel van ringwerk in algemene zin is het vergroten van onze kennis over verplaatsingen, sterfte en geboorte van vogels, en veranderingen daarin. Vogels ringen beantwoordt wetenschappelijke vragen maar heeft ook maatschappelijk nut, bijvoorbeeld om gericht beschermingsmaatregelen te kunnen nemen voor afnemende soorten, of om natuur- en milieubeleid te ondersteunen. Vanuit die maatschappelijke optiek gaat de belangstelling met name uit naar die vogels waarvoor Nederland een belangrijke rol vervult in de jaarcyclus, als overwinteringsgebied maar ook en vooral als broedgebied. Het ringen van Nederlandse broedvogels is daarom van bijzonder nut. Belangrijke populatiesturende factoren ontwikkelen zich in ons land immers niet altijd hetzelfde als elders, en voor sommige vragen is het nodig te weten welke specifieke trek- en Overzicht Ringen.doc

6 overwinterings gebieden de Nederlandse broedpopulaties aandoen. Het ringen van jonge vogels levert daarbij informatie op over hun lotgevallen in het eerste levensjaar, die door het ringen van volwassen vogels niet kan worden verkregen. Denk aan sterfte in de kwetsbare periode kort na het uitvliegen en in de eerste winter, verschillen tussen leeftijdsgroepen in trekroute en overwinterings gebied, en dispersie van geboorteplek naar de plaats van vestiging als broedvogel. Voor sommige van deze vragen is informatie over de precieze geboorteplaats vereist, en die is voorhanden wanneer vogels als nestjong (of niet-vliegvlug kuiken) zijn geringd. Daarnaast geeft alleen het ringen van nestjongen informatie over hun geboortedatum, die bijvoorbeeld valt te gebruiken om lange-termijnveranderingen in de broedfenologie te beschrijven. Zo beschreef Beintema (Ardea 73: 83-89, 1985) aan de hand van ringdatums dat de legdatum van weidevogels tussen 1910 en 1975 met twee weken vervroegd is. Iets dergelijk is ook mogelijk met de ringgegevens van jonge koolmezen, bonte vliegenvangers en andere soorten, om verder terug te zoeken in de tijd naar vingerafdrukken van klimaatverandering. Maar ook voor meer direct beleidsgerichte vragen kan informatie over geboortedatums van belang zijn. Hebben bijvoorbeeld de (later in het seizoen geboren) kuikens uit vervolglegsels van kieviten een kleinere of juist een grotere overlevingskans Foto: V. Eggenhuizen dan jongen uit eerste legsels die niet werden geraapt? De aantallen nestjongen die jaarlijks in Nederland worden geringd variëren enorm tussen vogelsoorten. Ze zijn groot voor roofvogels en uilen (bijna per jaar in de afgelopen 10 jaar, vooral dankzij WRN, STONE en de Kerkuilen Werkgroep Nederland), en meeuwen en sterns (ca ), maar uiterst klein (= 50) voor futen, eenden, hoenders en rallen. De vogelgroep waarvan de grootste aantallen nestjongen worden geringd zijn de zangvogels, met zo n per jaar. Het overgrote deel hiervan betreft echter slechts vier soorten die onderwerp zijn (geweest) van grootschalige onderzoeks projecten: kool- en pimpelmees (ca per jaar), bonte vliegenvanger (6.500) en boerenzwaluw (4.000). Van de overige jaarlijks geringde nestjonge zangvogels behoren de meeste tot slechts een handjevol soorten die in nestkasten broeden en/of waaraan speciale onderzoeksprojecten zijn gewijd (zwarte mees, boomklever, glanskop, gekraagde roodstaart, ringmus, spreeuw, grauwe klauwier). Van veel algemene zangvogelsoorten worden in ons land nauwelijks of geen nestjongen (meer) geringd. Daaronder zeven van de 10 meest talrijke broedvogels van Nederland (winterkoning jaarlijks gemiddeld 66 nestjongen geringd in de afgelopen 10 jaar; roodborst 64, tjiftjaf 50, vink 43, huismus 23, fitis 16, houtduif 7), maar ook soorten die op de Rode Lijst staan omdat ze sterk in aantal afnemen (veldleeuwerik 62, kneu 37, graspieper 31, spotvogel 30, matkop 17, gele kwikstaart 5). Juist ook voor zulke soorten kunnen ringgegevens waardevolle informatie verschaffen over de oorzaken van de afname. De situatie is niet altijd zo geweest. Na een dieptepunt in ringactiviteiten tijdens de tweede wereldoorlog groeide het aantal geringde nestjonge zangvogels in de daarop volgende decennia sterk. Terwijl die groei bij de mezen en bonte vliegenvangers tot in recente jaren is doorgegaan, zijn van de overige soorten de geringde aantallen na het midden van de jaren 60 weer sterk gedaald (figuur 1). Veel ringers gingen toen mistnetten gebruiken, waarmee veel meer vogels konden worden gevangen (die echter veelal een onbekende herkomst hebben). Het aantal jaarlijks geringde nestjongen van deze soorten is tegenwoordig zelfs minder dan de helft van dat in de jaren 30 van de vorige eeuw. Bovendien nam het ook in de afgelopen 10 jaar nog steeds af. Voor sommige soorten wordt dit gedeeltelijk opgevangen doordat tegenwoordig jaarlijks ca (volgroeide) jonge zangvogels worden geringd in het Constant Effort Site project. CES is echter geen volwaardige vervanger van het ringen van nestjongen, omdat (1) daarmee slechts een beperkte selectie van soorten en biotopen wordt gevolgd, (2) de uitvlieg- of geboortedatum meestal niet bepaald kan worden, en (3) veelal onbekend of onzeker is waar de vogels zijn geboren. Overzicht Ringen.doc

7 Figuur 1. Aantal in Nederland geringde nestjongen van zangvogels per jaar. Boven: mezen en Bonte Vliegenvanger. Onder: overige zangvogels Om deze ontwikkeling om te buigen wil het Vogeltrekstation het ringen van nestjonge vogels stimuleren. Dat doen we omdat op die manier niet alleen gegevens over de plaats en het aantal jongen, maar ook alle andere relevante details van het broedgeval in kwestie, voor zover bekend, kunnen worden vastgelegd: het oorspronkelijke aantal eieren, de uiteindelijke uitkomst, nestbiotoop, biometrie van de jongen etcetera. Omdat het bezoeken van nesten ook risico s met zich meebrengt, is het vang belang om van de bezochte nesten zo veel mogelijk informatie te verzamelen. Dit betekent dat geïnteresseerden die bereid zijn hierin serieus (liefst gedurende meerdere jaren) tijd te investeren, vanaf 2008 een vergunning kunnen aanvragen om nestjongen of niet-vliegvlugge kuikens te ringen. Uiteraard kan een ringvergunning alleen worden verstrekt als de waarnemer de vereiste kennis en vaardigheden bezit. Dat betekent in de regel een periode van training door een ervaren ringer, en een evaluatie door een door het VT aan te wijzen ringvergunninghouder. De hoeveelheid training en instructie die nodig is varieert met de soort(groep)en die men wil gaan ringen. Ook dienen nestringers te voldoen aan de normale voorwaarden aangaande toestemming van terreineigenaren, het digitaal aanleveren van ringgegevens en het volgen van certificeringsbijeenkomsten (zie In principe willen we informatie verzamelen over alle soorten Nederlandse broedvogels, maar sommige soorten zijn zo kwetsbaar of schaars dat hun nestjongen beter niet of alleen onder strikte voorwaarden geringd kunnen worden. We zullen daarmee rekening houden bij het beoordelen van vergunningaanvragen. Aan de andere kan zijn er ook soorten waarvan nu al grote aantallen nestjongen worden geringd. Voor zulke soorten zullen we alleen nieuwe vergunningen verstrekken als al bestaande activiteiten van ringers wegvallen of als er sprake is van een onderzoeksproject met een specifieke vraagstelling. Dat geldt voor roofvogels en uilen, meeuwen en sterns, bonte vliegenvanger en kool- en pimpelmees. Overzicht Ringen.doc

8 Het "Retrapping Adults for Survival" (RAS) project Het Retrapping Adults for Survival (RAS)-project is een ringproject van het Vogeltrekstation dat zich specifiek richt op het meten van de overleving van Nederlandse broedvogels. Het project is gestart in 1998, maar gaandeweg zijn ook oudere gegevens met terugwerkende kracht aan het RAS-programma toegevoegd. Het doel van het project is om zoveel mogelijk terugvangsten of waarnemingen van één vogelsoort binnen een vastomlijnd gebied te verzamelen, die het mogelijk maken om de overlevingskansen van een reeks van vogels te volgen. Het ringwerk voor het RAS project vindt met name plaats gedurende het broedseizoen, en richt zich in de eerste plaats op de volwassen broedvogels. Daarnaast worden dikwijl ook de jonge vogels (in het nest) geringd, omdat een deel van deze vogels later als broedvogel terug kan keren naar hetzelfde gebied. De terugvangsten of waarnemingen van vogels, die in vorige jaren zijn geringd, kunnen worden gebruikt om de overlevingskansen te berekenen. Een hoge graad van plaatstrouw bij broedende adulte vogels maakt het vergaren van ring- en terugvangstgegevens tot een efficiënt middel om de overlevingskansen van adulte vogels te meten en te volgen. Het project is zo eenvoudig en flexibel mogelijk ontworpen zodat het kan worden aangepast aan de specifieke kenmerken van de soort die wordt gevolgd. Een RAS-databank voor bescherming. Ofschoon de terugmeldingen van geringde vogels al goede inlichtingen verschaffen over de overleving van een groot aantal vogelsoorten zijn er nog altijd belangrijke soorten en gebieden waar het Vogeltrekstation niet voldoende gegevens van heeft. Het RAS-project is in het leven geroepen om deze gaten op te vullen. Kennis van de overlevingskansen van vogels is van essentieel belang voor doeltreffende beschermingsmaatregelen. Het gebruik van kleurringen, zoals bij deze Grutto, kan een goed hulmiddel zijn om terugmeldingen van broedvogels te vergaren zonder de vogels te hoeven terugvangen Ring-MUS 16 % van het Nederlandse grondoppervlak is stedelijk gebied, en dat aandeel neemt hard toe. Over 50 jaar zal driekwart van Nederland bebouwd zijn! Voor veel vogelsoorten vormt het stedelijk gebied een belangrijk habitat waar grote aantallen broedvogels en overwinterende vogels voorkomen. Een aantal vogelsoorten komt zelfs vrijwel uitsluitend voor in het stedelijk gebied. De recent door Vogelbescherming Nederland uitgebrachte stadsvogelbalans laat zien dat de vogels van het stedelijk gebied er niet altijd even goed voorstaan. Zeven van de ruim 50 stadsvogels staan op de landelijke rode lijst. Bijna een kwart van alle stadvogelsoorten vertoont een matige of sterke afnemende trend tussen 1999 en Voor- en achteruitgang Door speciale aandacht voor de vogels van het stedelijk gebied weten we intussen vrij goed hoe het met de aantallen gesteld is. Over de oorzaken van voor- en achteruitgang weten we minder. Demografische gegevens (gegevens over sterfte, reproductie, immigratie en emigratie) kunnen helpen bij het opsporen van de oorzaken en het inschatten van risico s. Demografische gegevens van vogels worden in Nederland verzameld door Vogeltrekstation middels speciaal daarvoor in het leven geroepen projecten: CES en RAS. Net als eerder al geconstateerd werd bij de monitoring van aantallen (door SOVON), vallen de vogels van het stedelijk gebied in de gangbare projecten buiten de boot. Het stedelijk milieu leent zich niet voor de geavanceerde monitoringprojecten, en vogelaars zijn nu eenmaal liever actief in de natuur dan in de stad. Toch is dat niet helemaal terecht, de stad biedt veel voordelen en zeker ook veel verrassingen op ornithologisch foto: T. Eggenhuizen gebied. Vogels tellen of vangen in stad of dorp is eenvoudig, je doet het bij wijze van spreken vanuit je eigen woonkamer. Ook in de stad kunnen we leuke, interessante of zeldzame vogels tegenkomen. Overzicht Ringen.doc

9 De gezamenlijke trend van negen algemeen voorkomende vogels in de stad daalt ligt. (bron: De huismus gaat door diverse oorzaken achteruit in het stedelijke gebied. (bron: Het geavanceerde en veeleisende CES (Constant Effort Sites) project leent zich niet voor het stedelijk milieu. Er is veel ruimte voor nodig, en bovendien is het vangen en ringen van vogels een activiteit die moeilijk uit te voeren is wanneer er veel publiek is. Vogeltrekstation heeft daarom gezocht naar een eenvoudiger en laagdrempelig project om de demografie van vogels van het stedelijk gebied te gaan meten: ring-mus. Het Ring-MUS project wordt mede gefinancierd door Vogelbescherming Nederland. Alle soorten doen mee Ring-MUS sluit aan bij het Meetnet Urbane Soorten (MUS) van SOVON, en is daarvan de variant voor ringers. Vandaar de naam ring-mus. Maar ring-mus richt zich op alle soorten die we in het stedelijke milieu tegenkomen, en dus niet alleen op huismussen of ring-mussen! De term 'stedelijk gebied' wordt breed opgevat. We rekenen daartoe steden, dorpen, gehuchten, villawijken, bedrijven- en industrieterreinen, havens, parken, begraafplaatsen, volkstuinen en sporttereinen. Geïsoleerde boerderijen en erven in het agrarisch gebied vallen erbuiten. Het meetnet richt zich op alle vogelsoorten die in het stedelijk gebied voorkomen. Omdat het project jaarrond wordt uitgevoerd richt het zich zowel op broedvogels als overwinteraars in het stedelijk gebied. Daarnaast is binnen het ring-mus project de mogelijkheid om Huismussen te ringen met kleurringen. Er is hiervoor gekozen omdat Huismussen wanneer deze gevangen zijn niet gemakkelijk terug te vangen zijn. Maar met behulp van de kleurringen is het toch mogelijk om individuele Huismussen te herkennen met bijvoorbeeld een verrekijker. Doel project Ring-MUS heeft twee belangrijke doelstellingen: het verzamelen van gegevens over reproductie, overleving en conditie van vogels van het stedelijk milieu middels het vangen en ringen van vogels; het opleiden van nieuwe ringers. Overzicht Ringen.doc

10 Overzicht locaties van ring-mus Verspreid over Nederland zijn er op dit moment (november 2011) 49 ring-mus locaties. Een overzicht van alle ring-mus locaties is te zien in de figuur hiernaast. Verantwoording Dit document is door mij samengesteld voor leden van VWG De Peel in het kader van een discussie met als titel 100 Jaar vogels ringen, moeten we daar mee doorgaan?, dit mede naar aanleiding van een artikel uit de Volkskrant over dit onderwerp. Alle bovenstaande informatie is overgenomen van de website van het Vogeltrekstation ( ) Jo van Zanten, jo.van.zanten@chello.nl Overzicht Ringen.doc

Vogeltrekstation. wetenschappelijke vragen maar heeft ook maatschappelijk nut, jaarcyclus, als overwinterings-gebied

Vogeltrekstation. wetenschappelijke vragen maar heeft ook maatschappelijk nut, jaarcyclus, als overwinterings-gebied Op het Vinkentouwnr. 111 november2007- Nieuw project: Pullen Ringen. Vogeltrekstation In Nederland worden jaarlijks zo n 235 000 vogels van een ring voorzien. Ongeveer een kwart daarvan betreft nestjongen

Nadere informatie

Op Europees niveau is de soort in de periode 1980-2011 met 52% afgenomen, en ten opzichte van 1990 met 6%.

Op Europees niveau is de soort in de periode 1980-2011 met 52% afgenomen, en ten opzichte van 1990 met 6%. 1 De spreeuwenstand gaat vanaf eind jaren zeventig achteruit. Over de periode 1984-2012 is de broedpopulatie in Nederland zelfs met gemiddeld 4% per jaar afgenomen. Daardoor resteert momenteel minder dan

Nadere informatie

CES & RAS - Nieuws. CES & RAS-Nieuws nummer 5, juni 2012

CES & RAS - Nieuws. CES & RAS-Nieuws nummer 5, juni 2012 CES & RAS-Nieuws nummer 5, juni 212 CES & RAS - Nieuws Nummer 5, juni 212 Redactie: Henk van der Jeugd & Frank Majoor e-mail: h.vanderjeugd@nioo.knaw.nl Postbus 5, 67 AB Wageningen De laatste CES-nieuwsbrief

Nadere informatie

Handleiding ring-mus

Handleiding ring-mus Handleiding ring-mus COLOFON Vogeltrekstation 2011 Tekst: Henk van der Jeugd & Jan Staal Foto s voorzijde: J.Louwe Kooijmans, V. Eggenhuizen Wijze van citeren: van der Jeugd H.P. & Staal J.D.M. 2011. Handleiding

Nadere informatie

Projecten - Nieuws. Projecten-Nieuws nummer 6, maart 2014

Projecten - Nieuws. Projecten-Nieuws nummer 6, maart 2014 Projecten - Nieuws Nummer 6, maart 2014 Redactie: Henk van der Jeugd, Symen Deuzeman & Eva Sterk e-mail: h.vanderjeugd@nioo.knaw.nl Postbus 50, 6700 AB Wageningen Dit is de zesde nieuwsbrief met informatie

Nadere informatie

DE OVERLEVING VAN VISDIEFJES STERNA HIRUNDO: TUSSENTIJDSE RESULTATEN VAN EEN GRONINGS KLEURRINGPROGRAMMA

DE OVERLEVING VAN VISDIEFJES STERNA HIRUNDO: TUSSENTIJDSE RESULTATEN VAN EEN GRONINGS KLEURRINGPROGRAMMA 66 JAARLIJKSE OVERLEVING VAN VISDIEFJES Sula 21(2) DE OVERLEVING VAN VISDIEFJES STERNA HIRUNDO: TUSSENTIJDSE RESULTATEN VAN EEN GRONINGS KLEURRINGPROGRAMMA ANNUAL SURVIVAL OF COMMON TERNS: PRELIMINARY

Nadere informatie

In het hieronder staande overzicht worden de resultaten weergegeven, van 2013 en 2014. Jongen uitgevlogen totaal

In het hieronder staande overzicht worden de resultaten weergegeven, van 2013 en 2014. Jongen uitgevlogen totaal NESTKASTENVERSLAG 2014 NATUUR- EN VOGELWERKGROEP DE GRUTTO Inleiding: Ook dit broedseizoen werden op verschillende locaties weer talrijke en op hun inhoud gecontroleerd. Door een combinatie van factoren

Nadere informatie

DEEL 1 het ecologisch onderzoek van Altenburg & Wymenga

DEEL 1 het ecologisch onderzoek van Altenburg & Wymenga Secretariaat Vondelstraat 58 4819 HE Breda secretaris@westbrabantsevwg.nl www.westbrabantsevwg.nl KvK 40281606 ING 1063712 Inleiding Het helofytenfilter ten behoeve van de zuivering van het water van de

Nadere informatie

Ransuilen zijn ook vogelliefhebbers

Ransuilen zijn ook vogelliefhebbers Ransuilen zijn ook vogelliefhebbers Edwin Witter De vondst van een vogelringetje in een braakbal van een uil of roofvogel mag normaal gesproken beschouwd worden als een "krent in de pap". Maar wat als

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Quickscan. Onderzoek naar bestaande en toekomstige natuurwaarden. Achterstraat 2 te Neerijnen

Quickscan. Onderzoek naar bestaande en toekomstige natuurwaarden. Achterstraat 2 te Neerijnen Quickscan Onderzoek naar bestaande en toekomstige natuurwaarden Achterstraat 2 te Neerijnen Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Natuurtoets projectgebied 2 3. Conclusie 3 4. Het Project 3 1. Inleiding Achterstraat

Nadere informatie

VOGELRINGSTATION KLARENBEEK JAARVERSLAG 2015

VOGELRINGSTATION KLARENBEEK JAARVERSLAG 2015 VOGELRINGSTATION KLARENBEEK JAARVERSLAG 2015 1 Inleiding Dit verslag rapporteert over de vangsten op het Vogelringstation (VRS) Klarenbeek in 2015, het resultaat van veel uren ringen. Het is het 4 e jaarverslag.

Nadere informatie

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO Vogelringstation Schiermonnikoog Verslag activitei 2014 voor CCWO Verslag veldwerk 2014 Inleiding In 2014 zijn de activitei van het Vogelringstation Schiermonnikoog in de onderzoeksopzet voortgezet: 1.

Nadere informatie

NVWK geeft de erven vleugels. Module 3 vogels tellen

NVWK geeft de erven vleugels. Module 3 vogels tellen NVWK geeft de erven vleugels Module 3 vogels tellen 1 Indeling van de avond Even voorstellen Erfvogels tellen met tuintelling.nl pauze Je erf toevoegen Geluidenquiz 2 Even voorstellen. Werkzaam bij Sovon

Nadere informatie

Aantal gevonden legsels in 2008

Aantal gevonden legsels in 2008 10 1 Broedpaaraantallen 2. Reproductie Na terugkomst van weidevogels in hun broedgebied vormen zich paren en kiezen de vogels een plek om te gaan broeden: de vestiging. Daarna komen twee belangrijke reproductiefasen:

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Historische Boerenzwaluwgegevens ondergebracht in het Meetnet Nestkaarten

Historische Boerenzwaluwgegevens ondergebracht in het Meetnet Nestkaarten 1 Historische Boerenzwaluwgegevens ondergebracht in het Meetnet Nestkaarten Chris van Turnhout, SOVON, dec 09 In de jaren 90 is in het kader van het internationale European Swallow Project, en nationale

Nadere informatie

WETENSCHAPPELIJK VERSLAG 2018

WETENSCHAPPELIJK VERSLAG 2018 WETENSCHAPPELIJK VERSLAG 2018 OPERATIONELE DIRECTIE NATUURLIJK MILIEU KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN XPERIBIRD.BE WETENSCHAPPELIJK VERSLAG 2018 OPERATIONELE DIRECTIE NATUURLIJK

Nadere informatie

Vogelsringen op de Maatheide Een samenwerking tussen K.B.I.N. (Karel Van Endert en Andy Van Endert), Sibelco en Natuurpunt Noord-limburg:

Vogelsringen op de Maatheide Een samenwerking tussen K.B.I.N. (Karel Van Endert en Andy Van Endert), Sibelco en Natuurpunt Noord-limburg: Vogelsringen op de Maatheide 2011 Een samenwerking tussen K.B.I.N. (Karel Van Endert en Andy Van Endert), Sibelco en Natuurpunt Noord-limburg: 1 Inhoudstafel 1. Waarom het ringwerk? 2. Waarom ringen op

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Struweelbroedende soorten. Braamsluiper Sylvia curruca

Struweelbroedende soorten. Braamsluiper Sylvia curruca Groen: Werkzaamheden mogelijk. Oranje: Werkzaamheden mogelijk: ja, mits na overleg met ecoloog en eventuele mitigerende maatregelen. Rood: Werkzaamheden mogelijk: nee, tenzij toestemming van de ecoloog

Nadere informatie

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Bescherming Weidevogels Zuid-Holland 2018 Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Dit jaarverslag is tot stand gekomen in samenwerking met 17 actieve weidevogelgroepen

Nadere informatie

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2013 voor CCWO

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2013 voor CCWO Vogelringstation Schiermonnikoog Verslag activitei 2013 voor CCWO Verslag veldwerk 2013 Inleiding In 2013 zijn de activitei van het Vogelringstation Schiermonnikoog in de onderzoeksopzet voortgezet: 1.

Nadere informatie

NIEUWS uit het net. Resultaten van de ringactiviteiten binnen het gebied van de vogelwerkgroep. Gerard Boere

NIEUWS uit het net. Resultaten van de ringactiviteiten binnen het gebied van de vogelwerkgroep. Gerard Boere NIEUWS uit het net Resultaten van de ringactiviteiten binnen het gebied van de vogelwerkgroep Gerard Boere 2012 Dit is een uitgave van VWG De IJsselstreek Veel mezen op 14 november bij Gerard Bogaert in

Nadere informatie

2013 wordt het jaar van de Patrijs.

2013 wordt het jaar van de Patrijs. 2013 wordt het jaar van de Patrijs. 1 Waarom? De soort kwam vroeger in grote aantallen voor in NL; er werd zelfs op gejaagd (en in sommige landen nog steeds) Bijna iedereen heeft de vogel wel eens gezien

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015 Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015 Martin Heinen Vogelwerkgroep Oost-Veluwe, Apeldoorn 1 1. Inleiding De gemeente Apeldoorn heeft Vogelwerkgroep Oost-Veluwe gevraagd een inventarisatie

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Reproductie en broedbiologie

Reproductie en broedbiologie Reproductie en broedbiologie legselstart in april, soms 2 e helft maart gem. 17 april om de dag een ei : interval ca. 50 uur legselgrootte gem. 4 eieren (3,85) 1 tot 8 eieren ei 34 x 29 mm 15-16 gram vers

Nadere informatie

Tien jaar CES in tuin Labadiskebosk te Broeksterwoude.

Tien jaar CES in tuin Labadiskebosk te Broeksterwoude. Tien jaar CES in tuin Labadiskebosk te Broeksterwoude. Na 1 jaar CES-onderzoek op ons erf in Broeksterwoude, kan een voorlopige analyse worden gemaakt en enkele opvallende aspecten worden toegelicht. Een

Nadere informatie

Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber

Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber Sovon-rapport 2013/74 Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank

Nadere informatie

NESTKASTENVERSLAG 2016 NATUUR- EN VOGELWERKGROEP DE GRUTTO

NESTKASTENVERSLAG 2016 NATUUR- EN VOGELWERKGROEP DE GRUTTO NESTKASTENVERSLAG 2016 NATUUR- EN VOGELWERKGROEP DE GRUTTO Inleiding: Ook dit broedseizoen werden op verschillende locaties weer talrijke en op hun inhoud gecontroleerd. Binnen ons werkgebied hangen zeer

Nadere informatie

Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen

Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen 2011-2015 Frank Majoor & Berend Voslamber Sinds 2011 worden op verschillende plekken in Nederland in opdracht van het Faunafonds Nijlganzen

Nadere informatie

HET VOGELTREKSTATION INFORMATIE VOOR EEN SPREEKBEURT OF WERKSTUK

HET VOGELTREKSTATION INFORMATIE VOOR EEN SPREEKBEURT OF WERKSTUK HET VOGELTREKSTATION INFORMATIE VOOR EEN SPREEKBEURT OF WERKSTUK Vogels zijn er in alle soorten en maten, zoals bijvoorbeeld de zeearend, die wel 90 centimeter groot kan worden. Of de Kleine Karekiet die

Nadere informatie

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen Alle bij de NGF aangesloten clubs worden jaarlijks uitgenodigd deel te nemen aan een vogelteldag. De bedoeling is op dezelfde dag eind april

Nadere informatie

De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra

De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra Atlasproject 2013-2015 aanleiding en ambities Opkomende wintervogel Hoe gaat het met? Veranderingen in de

Nadere informatie

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet natuurbescherming hoofdstuk 3, ontheffing soorten Datum besluit : 10 april 2018 Onderwerp : Wet natuurbescherming - 2017-013691

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold Tellers: D.Schoppers, A. Vanderspoel, J. de Vries, W. Woudman, M. Werkman, J. De Bruin, M.Wijnhold Inhoud: 1. Samenvatting 2. Methode: territoria

Nadere informatie

uit het net Resultaten van de ringactiviteiten binnen het gebied van de vogelwerkgroep Dit is een uitgave van VWG De IJsselstreek Gerard Boere

uit het net Resultaten van de ringactiviteiten binnen het gebied van de vogelwerkgroep Dit is een uitgave van VWG De IJsselstreek Gerard Boere uit het net Resultaten van de ringactiviteiten binnen het gebied van de vogelwerkgroep Gerard Boere 011 Dit is een uitgave van VWG De IJsselstreek Augustus 011: Jeroen Kuipers en Gerard Bogaert druk aan

Nadere informatie

Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie

Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie 19 juni 2017 Theo Verstrael Sovon Vogelonderzoek Nederland Inhoud Vrijwilligers & natuurmonitoring Achtergronden & motivaties Wat

Nadere informatie

Leven in een steeds lichtere wereld

Leven in een steeds lichtere wereld Leven in een steeds lichtere wereld Effecten van nachtelijk kunstlicht op de Nederlandse natuur Maaike de Jong VOGELWERKGROEP WAGENINGEN 8 oktober 2015 (1) Introductie nachtelijk kunstlicht (2) Het Licht

Nadere informatie

Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen.

Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen. Handleiding tellingen Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen. Als er onduidelijkheden zijn over

Nadere informatie

!!!!"### " $% + " $% -""!. /"0%. + %"" 1 "" 3 '$ + * + + * +1 5*!! 1"! '!' 5%!.* " " "!.%%"!%%!-8! " $% *8! %! 9: $% !$!!

!!!!###  $% +  $% -!. /0%. + % 1  3 '$ + * + + * +1 5*!! 1! '!' 5%!.*   !.%%!%%!-8!  $% *8! %! 9: $% !$!! 1 !!!!"### #$% $% &'() " $% %""*$ +, " $% %""* -""!. /"0%.!*% + %"" 1 "" 2 3 '$ + * + " $% + + * ++ 4""% +1 5*!! +2 4""*! 1"! '!' '() $""" '()6 "%##!& 4&*!7 5%!.* " " "!.%%"!%%!-8!!'() 8%!!""" %"" $% *8!

Nadere informatie

Basiskwaliteit. meten? kwaliteit? benchmarken? relatieve trends en absolute referenten? Robert Kwak / 25 jan 2016

Basiskwaliteit. meten? kwaliteit? benchmarken? relatieve trends en absolute referenten? Robert Kwak / 25 jan 2016 Basiskwaliteit relatieve trends en absolute referenten? meten? kwaliteit? benchmarken? Robert Kwak / 25 jan 2016 meten trends Trends broedvogels 200 180 160 140 populatie-index 120 100 80 60 40 20 0 agrarisch

Nadere informatie

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011 Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011 Bureau Meervelt, Ecologisch onderzoek en advies Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard (2.1) 2011 Status: definitief In opdracht van: Molenparc bv Contactpersoon:

Nadere informatie

Kokmeeuwen ringen in Zoetermeer tijdens broedseizoen 2009 Auteur: Benny Middendorp

Kokmeeuwen ringen in Zoetermeer tijdens broedseizoen 2009 Auteur: Benny Middendorp Kokmeeuwen ringen in Zoetermeer tijdens broedseizoen 2009 Auteur: Benny Middendorp Inleiding Aangezien de meeste mij nog niet kennen, wil ik van deze gelegenheid gebruik maken mij eerst even voor te stellen.

Nadere informatie

TOTAAL SOORTEN TOTAAL EXEMPLAREN

TOTAAL SOORTEN TOTAAL EXEMPLAREN RINGRESULTATEN 2010 Geringde vogels SOORT 2009 2010 SOORT 2009 2010 Havik 2 0 Gekraagde Roodstaart 67 48 Buizerd 8 2 Merel 14 45 Torenvalk 78 76 Kramsvogel 0 7 Kleine Plevier 8 14 Kleine Karekiet 416 432

Nadere informatie

Inbreng Revisie Soortenstandaard Huismus

Inbreng Revisie Soortenstandaard Huismus Inbreng Revisie Soortenstandaard Huismus Stichting Witte Mus, Huismusbescherming Wie is Stichting Witte Mus Stichting Witte Mus huismusbescherming is een goede doelen organisatie, gevestigd te Andijk,

Nadere informatie

VOGELRINGSTATION KLARENBEEK JAARVERSLAG 2014

VOGELRINGSTATION KLARENBEEK JAARVERSLAG 2014 VOGELRINGSTATION KLARENBEEK JAARVERSLAG 2014 1 Inleiding Dit verslag rapporteert over de vangsten op het vogelringstation Klarenbeek in 2014, het resultaat van veel uren ringen. Dit is het 3 e jaarverslag,

Nadere informatie

NESTKASTENVERSLAG NVWG De GRUTTO 2017

NESTKASTENVERSLAG NVWG De GRUTTO 2017 NESTKASTENVERSLAG NVWG De GRUTTO 2017 Inleiding: Ook dit broedseizoen werden op verschillende locaties weer talrijke nestkasten op hun inhoud gecontroleerd. Binnen ons werkgebied hangen zeer veel nestkasten,

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Vogelsringen op de Maatheide 2010

Vogelsringen op de Maatheide 2010 Vogelsringen op de Maatheide 2010 Een samenwerking tussen K.B.I.N. (Karel Van Endert en Andy Van Endert), Sibelco en Natuurpunt Noord-limburg: [Verslag: Vogelsringen op de Maatheide 2010 ] Pagina 1 Inhoudstafel

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Actuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland

Actuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland Actuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland Chris van Turnhout (Sovon) Ronald van Harxen, Pascal Stroeken en Theo Boudewijn (STONE) foto: Pete Whieldon Inleiding - Effectieve

Nadere informatie

Routekaart 2011. Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011. Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer

Routekaart 2011. Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011. Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011 Routekaart 2011 Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer Welkom op het Frysk Fûgelpaad 2011 Deze vogelspotwandeling wordt gehouden in Nationaal

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF 2018 HET HEXEL. Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject

NIEUWSBRIEF 2018 HET HEXEL. Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject NIEUWSBRIEF 2018 HET HEXEL Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject Nieuwsbrief no.20 van het nestkastenproject HET HEXEL Contactadres nestkastenproject: Dini Weijers, tel. 0546-576538 Samenstelling

Nadere informatie

Broedvogels van Sportcentrum Papendal in 2007

Broedvogels van Sportcentrum Papendal in 2007 Broedvogels van Sportcentrum Papendal in 2007 Jan Schoppers Inleiding In 2007 is in opdracht van Sportcentrum Papendal en NOC*NSF een broedvogelinventarisatie uitgevoerd op het terrein. Dit is een nieuwe

Nadere informatie

Vogels ringen op de Maatheide 2013

Vogels ringen op de Maatheide 2013 Vogels ringen op de Maatheide 2013 Een samenwerking tussen K.B.I.N. (Karel Van Endert en Andy Van Endert), Sibelco en Natuurpunt Noord-limburg: 1 Inhoudstafel 1. Waarom het ringwerk? 2. Waarom ringen op

Nadere informatie

VOGELRINGSTATION OUD NAARDEN 4 e KWARTAAL OVERZICHT 2012

VOGELRINGSTATION OUD NAARDEN 4 e KWARTAAL OVERZICHT 2012 VOGELRINGSTATION OUD NAARDEN 4 e KWARTAAL OVERZICHT 2012 Rudy Schippers Het afgelopen kwartaal werd gekenmerkt door veel regen en ook veel harde wind waardoor er minder geringd kon worden dan gebruikelijk.

Nadere informatie

BMP rapport Gat van Pinte 2013

BMP rapport Gat van Pinte 2013 BMP rapport Gat van Pinte 2013 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut November 2013 1 van 9 BMP Gat van Pinte 2013 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 4. De looproute... 5

Nadere informatie

Van ei tot vogel. Rekenen met eieren. Vogels in de klas. groep 5-6. Leerkracht. Lesduur: Inhoud in het kort. Leerdoelen: Lesdoelen: Materiaal

Van ei tot vogel. Rekenen met eieren. Vogels in de klas. groep 5-6. Leerkracht. Lesduur: Inhoud in het kort. Leerdoelen: Lesdoelen: Materiaal Van ei tot vogel Rekenen met eieren Inhoud in het kort Leerlingen gebruiken een tabel met gegevens over de broedperiode van vogels (broedduur, verzorging van jongen, enz.). Ze maken zelf een tabel en berekenen

Nadere informatie

DE GEHEIMEN VAN HET VOGELS RINGEN

DE GEHEIMEN VAN HET VOGELS RINGEN DE GEHEIMEN VAN HET VOGELS RINGEN H.J. & H.S. Lichtenbeld Laten we eerlijk zijn, ieder mens heeft wel iets van een jachtinstinct in zich. Dat zie je ook bij vogelaars terug. De één jaagt met verrekijker

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010 Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2010 Marc de Bont Nijmegen, september 2010 Inleiding Methode In maart 2010 heb ik besloten om in de omgeving van het complex Berkenoord de broedvogels

Nadere informatie

Broedvogelonderzoek op Twickel 2009

Broedvogelonderzoek op Twickel 2009 Broedvogelonderzoek op Twickel 2009 Inleiding In 2009 zijn alle 3 Twickelse bedrijven gekarteerd op broedvogels. Het veldwerk is uitgevoerd door de volgende leden van de Twentse Vogelwerkgroep: Tim Asbreuk

Nadere informatie

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval. 9.05 : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval. 9.05 : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex. Kleiputten 't Hoge 1983 2013 (2014) In deze kolom krijgen sommige soorten een andere kleur en dus een andere Broedende of waarschijnlijk broedende soorten broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval.

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

WNb 3.1 Beschermingsregime soorten vogelrichtlijn A B C D E F Coccothraustes coccothraustes ssp. Coccothraustes Parnurus biarmicus ssp.

WNb 3.1 Beschermingsregime soorten vogelrichtlijn A B C D E F Coccothraustes coccothraustes ssp. Coccothraustes Parnurus biarmicus ssp. BESCHERMDE SOORTEN IN LELYSTAD (Wet Natuurbescherming) versie 04, oktober 2018 10-okt-18 Wijkgroen Gebouw Berm / extensief grasland Vaart / watergang > dan 2 meter / plas / rietland Bos/struweel Grote

Nadere informatie

Verslag Nestkasten 2010 Fûgel en Natoerbeskermingswacht Eastermar

Verslag Nestkasten 2010 Fûgel en Natoerbeskermingswacht Eastermar Verslag Nestkasten 2010 Fûgel en Natoerbeskermingswacht Eastermar Foto: Gekraagde roodstaart. ( broedend ) Algemeen. De Fugel en Natoerbeskermingwacht Eastermar begon in 1982 met het ophangen en controleren

Nadere informatie

Het jaar 2013, Verslag van de Fûgelringgroep Eastermar (Frl.). Werkgroep van de. Fûgel- en Natoerbeskermingswacht Eastermar.

Het jaar 2013, Verslag van de Fûgelringgroep Eastermar (Frl.). Werkgroep van de. Fûgel- en Natoerbeskermingswacht Eastermar. Het jaar 2013, Verslag van de Fûgelringgroep Eastermar (Frl.). Mannetje buidelmees bij nestmateriaal Werkgroep van de Fûgel- en Natoerbeskermingswacht Eastermar. contact adres: Achterwei 4, 9261 VX Eastermar,

Nadere informatie

Woord vooraf. Hoe hun seizoen verliep, kunt u lezen in dit jaarverslag.

Woord vooraf. Hoe hun seizoen verliep, kunt u lezen in dit jaarverslag. 1 xxxx 2 3 - - - xxxx Woord vooraf Op de cover van dit jaarverslag staat een grutto, een mannetje. De kans is groot dat het legsel van zijn vrouwtje is beschermd door vrijwillige weidevogelbeschermers.

Nadere informatie

Vogels ringen op de Maatheide 2012

Vogels ringen op de Maatheide 2012 Vogels ringen op de Maatheide 2012 Een samenwerking tussen K.B.I.N. (Karel Van Endert en Andy Van Endert), Sibelco en Natuurpunt Noord-limburg: 1 Inhoudstafel 1. Waarom het ringwerk? 2. Waarom ringen op

Nadere informatie

Tuinvogels. Een interactieve lezing door Vogelwerkgroep Vught

Tuinvogels. Een interactieve lezing door Vogelwerkgroep Vught Tuinvogels Een interactieve lezing door Vogelwerkgroep Vught Gildes: indeling naar omgeving Stadsvogels worden ingedeeld naar gildes: Huizenbroeders (Half)holenbroeders Struikvogels Boomvogels Park- &

Nadere informatie

Excursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans

Excursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans Datum van de excursie: 4 mei 2016 Team: Flevo Birdwatching, Rien Jans Bezochte gebied: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek Vroege ochtend: Het Langeveen op landgoed Den Treek. En late ochtend/middag:

Nadere informatie

2012 Rebo International b.v. deze uitgave 2012 Rebo Productions b.v., Lisse www.rebo-publishers.com info@rebo-publishers.com

2012 Rebo International b.v. deze uitgave 2012 Rebo Productions b.v., Lisse www.rebo-publishers.com info@rebo-publishers.com Colofon Inhoud 2012 Rebo International b.v. deze uitgave 2012 Rebo Productions b.v., Lisse www.rebo-publishers.com info@rebo-publishers.com coverfoto s (Roodborst) Michel Geven (voorzijde) Nico van Kappel

Nadere informatie

Broedvogels van de Hemrikkerscharren

Broedvogels van de Hemrikkerscharren Broedvogels van de Hemrikkerscharren Broedvogelkartering 2013 Wender Bil 2 Broedvogels van de Hemrikkerscharren, Broedvogelkartering2013 Broedvogels van de Hemrikkerscharren Broedvogelkartering 2013 W.

Nadere informatie

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2015 voor CCWO

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2015 voor CCWO Vogelringstation Schiermonnikoog Verslag activitei 2015 voor CCWO Verslag veldwerk 2015 Inleiding In 2015zijn de activitei van het Vogelringstation Schiermonnikoog in de onderzoeksopzet voortgezet: 1.

Nadere informatie

Boerenzwaluw Project Nederland

Boerenzwaluw Project Nederland Boerenzwaluw Project Nederland Regioverslag Noord-Veluwe Boerenzwaluw op slaapplaats in het riet bij Elburg. B. v.d. Brink. 2013 Samenstelling: B. van den Brink. BOERENZWALUW PROJECT. Regioverslag Noord-Veluwe

Nadere informatie

De roofvogels en uilen in het bosgebied Buikheide - Halve Mijl in 2001

De roofvogels en uilen in het bosgebied Buikheide - Halve Mijl in 2001 -1- De roofvogels en uilen in het bosgebied Buikheide - Halve Mijl in 2001 JACQUES V AN KESSEL, J AN KOLSTERS & WIM DEEBEN Vanaf 1995 is het bosgebied Buikheide-Halve Mijl (Vessem-Veldhoven) jaarlijks

Nadere informatie

Van ei tot vogel. Rekenen met eieren. Vogels in de klas. groep 7-8. Leerkracht. Lesduur: Inhoud in het kort. Leerdoelen: Lesdoelen: Materiaal

Van ei tot vogel. Rekenen met eieren. Vogels in de klas. groep 7-8. Leerkracht. Lesduur: Inhoud in het kort. Leerdoelen: Lesdoelen: Materiaal Van ei tot vogel Rekenen met eieren Inhoud in het kort Leerlingen gebruiken een tabel met gegevens over de broedperiode van vogels (broedduur, verzorging van jongen, enz.). Ze maken zelf een diagram, berekenen

Nadere informatie

Broedvogels van Park Rosendael 1981-2012

Broedvogels van Park Rosendael 1981-2012 Broedvogels van Park Rosendael 1981-2012 Inleiding Park Rosendael (38,9 ha) is het langstlopende BMP-proefvlak van de vogelwerkgroep geteld in 1981 en 1984-2012. Dertig jaar telhistorie waaraan veel gevierde

Nadere informatie

Leven in een steeds lichtere wereld

Leven in een steeds lichtere wereld Leven in een steeds lichtere wereld Effecten van nachtelijk kunstlicht op de Nederlandse natuur Maaike de Jong 9 mei 2016 (1) Introductie nachtelijk kunstlicht (2) Het Licht op Natuur project (3) Resultaten

Nadere informatie

JAARVERSLAG VRS CONINGS 2010

JAARVERSLAG VRS CONINGS 2010 JAARVERSLAG VRS CONINGS 2010 Rapportage van de ringactiviteiten van de Ringgroep Conings Ringgroep Conings 1 De Ringgroep Conings zit in de lift met het aantal vogels dat elk jaar geringd wordt en met

Nadere informatie

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag

Nadere informatie

Nationale Tuinvogeltelling 2011 enkele cijfers en getallen op een rij

Nationale Tuinvogeltelling 2011 enkele cijfers en getallen op een rij Nationale Tuinvogeltelling 2011 enkele cijfers en getallen op een rij In totaal werden 28374 tellingen doorgegeven verdeeld over meer dan 900.000 verschillende individuen. Er werden 125.550 huismussen

Nadere informatie

Lage Veldweg 5 en 10. Verkenning flora- en fauna. In het kader van voorgenomen sloopwerkzaamheden

Lage Veldweg 5 en 10. Verkenning flora- en fauna. In het kader van voorgenomen sloopwerkzaamheden Verkenning flora- en fauna Lage Veldweg 5 en 10 In het kader van voorgenomen sloopwerkzaamheden Uitvoering Opdr.gvr. Locatie Ruimte voor Advies - J. Mossink Deventerstraat 179, 8171 NS Vaassen Lowijk advies

Nadere informatie

Motivatie waarnemers. Waarom tellen waarnemers? Waarneme. Aantallen waarnemers. Nederland is land met hoogste dichtheid aan waarnemers

Motivatie waarnemers. Waarom tellen waarnemers? Waarneme. Aantallen waarnemers. Nederland is land met hoogste dichtheid aan waarnemers 99 99 99 99 99 995 996 997 998 999 5 6 7 8 9 5 Citizen science in het boerenland en lichtpuntjes Citizen Science (burgerwetenschap) Onderzoek uitgevoerd door burgers, vaak in samenwerking met of onder

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk 4 e jaargang 2014 Editie steenuil Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk Inhoud: * Verslag broedseizoen 2014 * Broedresultaten steenuil 2014 * Terugmeldingen geringde vogels * Oorkonde vijf jaar broeden

Nadere informatie

Mezen op trek door de stad Groningen: Een vergelijking tussen 2002 en 2003

Mezen op trek door de stad Groningen: Een vergelijking tussen 2002 en 2003 Mezen op trek door de stad Groningen: Een vergelijking tussen 2002 en 2003 René Oosterhuis Oplettende mensen kan het niet zijn ontgaan dat er in de herfst van 2003 veel mezen in Noord-Nederland waren.

Nadere informatie

Broednieuws 23. Weer een nieuwe versie van de Digitale Nestkaart! Belangrijke informatie voor ringers. Awie de Zwart

Broednieuws 23. Weer een nieuwe versie van de Digitale Nestkaart! Belangrijke informatie voor ringers. Awie de Zwart Broednieuws 23 Rondschrijven Nestkaartenproject maart 2010 Het Meetnet Nestkaarten is onderdeel van het Meetnet Broedvogels, dat wordt georganiseerd in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring

Nadere informatie

10 jaar MUS Meetnet Urbane Soorten. Vogeltelling ook geschikt voor meten kwaliteit van je leefomgeving?

10 jaar MUS Meetnet Urbane Soorten. Vogeltelling ook geschikt voor meten kwaliteit van je leefomgeving? 10 jaar MUS Meetnet Urbane Soorten. Vogeltelling ook geschikt voor meten kwaliteit van je leefomgeving? Jan Schoppers Meetnetcoördinator MUS Netwerk Ecologische Monitoring Inhoud MUS Resultaten landelijk

Nadere informatie

Algemene Broedvogels Vlaanderen (ABV)

Algemene Broedvogels Vlaanderen (ABV) Algemene Broedvogels Vlaanderen (ABV) Trends na de eerste cyclus in een Europees perspectief Gaai - Glenn Vermeersch Sinds de start van het ABV-project in 2007 zijn 5 telseizoenen verstreken. Nadat we

Nadere informatie

De Nationale Week van de Nestkast 2006

De Nationale Week van de Nestkast 2006 De Nationale Week van de Nestkast 06 De resultaten De Nationale Week van de Nestkast is een groot succes! Veel mensen hebben één of meerdere nestkasten aangemeld en ook de broedresultaten aan ons doorgegeven.

Nadere informatie

Overzicht ringactiviteiten 2014 voor Oud Valkeveen en het Raboes

Overzicht ringactiviteiten 2014 voor Oud Valkeveen en het Raboes Overzicht ringactiviteiten 2014 voor Oud Valkeveen en het Raboes Rudy Schippers In 2014 is er in hoofdzaak gevangen op Oud Valkeveen, terwijl er enkele weken in de herfst eveneens is geringd bij Jachthaven

Nadere informatie

RINGRESULTATEN 2012. A. Geringde vogels

RINGRESULTATEN 2012. A. Geringde vogels RINGRESULTATEN 2012 A. Geringde vogels SOORT 2011 2012 SOORT 2011 2012 1. Ooievaar 4 9 26. Merel 29 45 2. Wespendief* - 1 27. Zanglijster 7 8 3. Sperwer 1-28. Kleine Karekiet 412 421 4. Torenvalk 88 73

Nadere informatie

De volgende grafiek laat zien hoe het totaal van alle aangemelde nestkasten is verdeeld over de verschillende gebieden. 36%

De volgende grafiek laat zien hoe het totaal van alle aangemelde nestkasten is verdeeld over de verschillende gebieden. 36% Nationale Week van de Nestkast 2010 de resultaten! Veel mensen hebben weer één of meerdere nestkasten aangemeld en de broedresultaten aan ons doorgegeven. Aan de hand van deze informatie kunnen wij volgende

Nadere informatie

Eerste uitkomsten Licht op Natuur

Eerste uitkomsten Licht op Natuur Eerste uitkomsten Licht op Natuur Voorjaar 2014 Roy van Grunsven en Kamiel Spoelstra Muizen In het lab (kleine knaagdieren): onderdrukking activiteit (masking, veel references voor huismuis) immuun systeem

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

BMP rapport Gat van Pinte 2012

BMP rapport Gat van Pinte 2012 BMP rapport Gat van Pinte 2012 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Juli 2012 1 van 9 BMP Gat van Pinte 2012 Inhoud: Pagina 1. Inleiding 3 2. Gebiedsbeschrijving 3 3. Telrondes 3 4. De looproute 4 5.

Nadere informatie

Bezoekeffecten en nestbescherming bij weidevogels. Paul Goedhart Wolf Teunissen Hans Schekkerman Maja Roodbergen

Bezoekeffecten en nestbescherming bij weidevogels. Paul Goedhart Wolf Teunissen Hans Schekkerman Maja Roodbergen Bezoekeffecten en nestbescherming bij weidevogels Paul Goedhart Wolf Teunissen Hans Schekkerman Maja Roodbergen Aantalveranderingen 200 180 160 140 Index 120 100 80 60 40 20 1960 1970 1980 1990 2000 2010

Nadere informatie