Projecten - Nieuws. Projecten-Nieuws nummer 6, maart 2014
|
|
- Carla de Groot
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Projecten - Nieuws Nummer 6, maart 2014 Redactie: Henk van der Jeugd, Symen Deuzeman & Eva Sterk h.vanderjeugd@nioo.knaw.nl Postbus 50, 6700 AB Wageningen Dit is de zesde nieuwsbrief met informatie over de demografische monitoring projecten CES, RAS en ring-mus. We hebben besloten om het ring-mus project, waarvoor in 2012 nog een eigen nieuwsbrief uitkwam, op te nemen in deze nieuwsbrief die voorheen alleen over CES en RAS ging. Vandaar ook de nieuwe naam: Projecten-Nieuws. Ook de traditionele CES-RAS dag in maart heet nu officieel Projecten-dag. In 2013 zal de Projectendag plaats vinden op zaterdag 22 maart op het NIOO te Wageningen. Meer informatie over deze dag vindt u in de kalender op Symen Deuzeman is inmiddels al weer een jaar aan het werk als coördinator van het CES project, dat samen met Sovon wordt georganiseerd. Velen van jullie zullen Symen inmiddels al tegengekomen zijn in deze nieuwe functie. Bij het verschijnen van deze nieuwsbrief waren van 42 CES projecten de lijsten met vanggegevens over 2013 binnen. De controle van de gegevens is inmiddels afgerond, en in deze nieuwsbrief kunnen we al een tipje van de sluier over de eerste resultaten oplichten. In 2013 hebben twee stagiars van Helicon te Velp bij Vogeltrekstation een boel werk verzet. Duane van Hogen heeft de broodnodige handleiding voor het RAS project gemaakt en Eline Waalders heeft zich gebogen over de habitatclassificatie van het CES project. Over beide projecten kunt u in deze nieuwsbrief een en ander lezen. Het ring-mus project ging in 2013 zijn derde jaar in, en we zetten wat resultaten over de eerste drie jaren voor u op een rijtje. De coördinatie van ring-mus wordt verzorgd door Eva Sterk, die het stokje heeft overgenomen van Pieter Coehoorn. Eva stelt zich in deze nieuwsbrief aan u voor. Veel leesplezier en succes in het veld, Henk van der Jeugd, Symen Deuzeman & Eva Sterk. Mede namens Murad Maas en Berber Zwaagstra Foto: Raymond Klaassen. CES project Dassenbos Wageningen
2 Even voorstellen Hallo, mijn naam is Eva Sterk en ik werk sinds half januari bij het Vogeltrekstation. Ik vervul hier de functie van Projectmedewerker, en houdt me onder andere bezig met het ring-mus project en met het project Jaar van de Spreeuw. Eind september 2013 ben ik afgestudeerd aan de Universiteit Utrecht aan de master gedragsecologie. Tijdens mijn master heb ik mij vooral gericht op dierenwelzijn en gezelschapsdieren (voornamelijk honden). In mijn nieuwe functie hoop ik natuurlijk een stuk meer kennis over vogels op te doen. Ik woon in Utrecht en in mijn vrije tijd speel ik graag een potje badminton. Ik zal aanwezig zijn op het Vogeltrekstation op de maandag, dinsdag en de vrijdag. Het RAS project in 2013 Ook in 2013 was het RAS project weer erg populair bij ringers: op dit moment zijn er bijna 200 actieve projecten aan 47 soorten! In het kader van diverse projecten in samenwerking met Sovon, Vogelbescherming en de Radboud Universiteit Nijmegen zijn de eerste berekeningen van de jaarlijkse overleving van een aantal vogelsoorten op basis van de RAS gegevens gemaakt. De gegevens worden vervolgens gebruikt in populatiemodellen waarmee het risico op uitsterven van soorten met bepaalde kenmerken in kaart wordt gebracht en aan de hand van demografische gegevens (gegevens over reproductie en sterfte) een early warning systeem wordt opgezet om negatieve ontwikkelingen vroegtijdig te kunnen signaleren. Eindelijk is ook de langverwachte handleiding voor het RAS project gereed. Binnenkort krijgen alle deelnemers de handleiding thuisgestuurd en zal deze ook als pdf op de website verschijnen. De handleiding is gemaakt door Duane van Hoogen, Pieter Coehoorn en Henk van der Jeugd. Duane liep in 2013 stage bij Vogeltrekstation en heeft naast het maken van de handleiding ook een start gemaakt met het verzamelen van basisgegevens over de RAS projecten omtrent ligging, duur, aantal deelnemers etc. Veel deelnemers hebben op de vragen van Duane gereageerd en we maken nu een overzicht van de resultaten. Figuur 2. Aantal RAS projecten (blauw) en gemiddelde duur per RAS project in jaren (rood). In 2013 zijn er 21 nieuwe RAS-projecten van start gegaan aan wilde eend (3), kievit (2), grutto (2), kerkuil (2), oeverzwaluw (2), kauw (2), huismus (2), havik (1), turkse tortel (1), nachtzwaluw (1), boerenzwaluw (1), merel (1) en geelgors (1). Lijstaanvoerder is nog altijd de huismus met maar liefst 23 RAS-projecten (exclusief ring-mus), gevolgd door steenuil (20), boerenzwaluw (20), oeverzwaluw (19) en scholekster (16). Voor deze soorten hebben we momenteel voldoende RAS projecten. Van de volgende soorten zouden we graag meer of nieuwe projecten verwelkomen: kievit, wulp, buizerd, havik (wellicht aan de hand van veren?), noordse stern, visdief, turkse tortel, boomleeuwerik, veldleeuwerik, paapje, roodborsttapuit, spreeuw, kauw, kneu en geelgors. Ongetwijfeld zijn er ook nog andere leuke soorten te bedenken, dus ziet u mogelijkheden om te werken aan een leuke soort aarzel dan niet om contact op te nemen! Figuur 1. Totaal aantal RAS projecten (rode bolletjes) en aantal nieuwe projecten per jaar (blauwe staven). Stand januari 2014.
3 Het CES project In het Constant Effort Sites project (CES), dat door het Vogeltrekstation in samenwerking met Sovon wordt uitgevoerd, worden sinds 1994 volgens een gestandaardiseerd protocol met behulp van mistnetten vogels geringd om overleving, broedsucces en timing van broeden van een groot aantal soorten beter te kunnen schatten. Deze gegevens kunnen dienen als een vroegtijdige indicatie voor de mogelijke achteruitgang van populaties of soorten. Ook kunnen ze worden ingezet om de oorzaken van gesignaleerde populatieveranderingen in beeld te brengen. Voor wat betreft de monitoring van reproductie vormt het CES een belangrijke aanvulling op het Meetnet Nestkaarten van Sovon/CBS, omdat het met name soorten beslaat die binnen het nestkaartenproject ondervertegenwoordigd zijn. Figuur 3. Aantal actieve CES-locaties per jaar. Na een aanvankelijk snelle toename is het aantal gestabiliseerd net boven de 40, met in actieve locaties. Het aantal CES plekken in Nederland is aanvankelijk snel gestegen en vervolgens gestabiliseerd op circa 40 (figuur 3). Maar vervolgens is het aantal de afgelopen jaren licht gedaald. Dit komt mede door concurrentie met ring-mus project waardoor enkele CES-plekken in tuinen naar dit project zijn overgestapt. Toch blijft het CES-project ook populair, want in de afgelopen twee jaren zijn er toch weer een aantal nieuwe plekken bijgekomen, dat ervoor zorgde dat er in CES-locaties actief waren. CES leent zich bij uitstek voor het monitoren van zangvogels van moerassen, struwelen en duinen. De Kleine Karekiet is de soort die binnen het CES het meest wordt gevangen. De ruimtelijke spreiding en de representatie van verschillende habitats in het CES dienen de komende jaren verbeterd te worden. Zo zijn er momenteel nog vrij weinig CES-plekken in het duingebied. Projecten-Nieuws nummer 6, maart 2014 Figuur 4. Totaal aantal gevangen vogels op alle CES locaties en het gemiddelde aantal per locatie per jaar. Na stabilisatie van het aantal actieve CES locaties volgen beide lijnen elkaar, maar valt op dat er grote verschillen bestaan tussen jaren. Met name de hoge aantallen vogels in 2010 en 2011 springen in het oog. Andere biotopen, zoals open veld en heide, agrarisch en stedelijk gebied, lenen zich minder voor de gebruikte vangmethode. Door het introduceren van nieuwe vangtechnieken, zoals het gebruik van hijsnetten, hopen we in de nabije toekomst meer CESplekken te creëren in bossen. In Op Het Vinkentouw Nummer 118, maart 2010 staan wat tips hoe deze te bouwen. Ook is het mogelijk het systeem in bomen te bevestigen. Wilt u dit met eigen ogen zien, dan kunt u langskomen op de CES-plek van Sovon op de Wylerberg in Beek-Ubbergen. 2013: Mager broedsucces standvogels, langeafstandstrekkers doen het beter Het jaar 2013 trapte af met twee koude wintermaanden, waarna de koudste lente in ruim 40 jaar volgde. Door deze koude begonnen standvogels laat met de eileg. De vraag of er ook effecten zichtbaar zijn van het koude weer in de overleving en reproductie kan beantwoord worden, door te kijken naar de cijfers die verzameld werden binnen het CESproject. Ook ringers merkten het in de vangsten, het duurde allemaal erg lang voordat er een beetje aantallen gevangen werden en op sommige plekken bleef dit zelfs helemaal uit en werden maar magere vangsten geregistreerd. De belangrijkste conclusies van 2013 was dat de standvogels en korte afstandtrekkers pas laat tot broeden kwamen; de gemiddelde vangdatum van de jonge vogels van deze twee soortgroepen in het CES was zelfs later dan ooit (figuur 5).
4 geprofiteerd. Met name de overleving van eerstejaars vogels was van 2012 op 2013 gemiddeld genomen goed, en behoort tot de topjaren in de reeks sinds 1995 (figuur 7). Figuur 5. Gemiddelde vangdatum van jonge vogels in het CES. Standvogels en korte afstandtrekkers beleefden het laatste broedseizoen ooit, lange- afstandtrekkers waren niet extreem laat. Met name bij de standvogels was het nodige aan de hand. De overleving van volwassen vogels was wat aan de lage kant, maar viel wel binnen de marge van de jaarlijkse fluctuaties sinds Voor eerstejaars vogels was van 2012 op 2013 wel sprake van een echte dip in overleving, of beter, in de kans dat een jonge vogel een broedseizoen later terugkeert naar de geboorteplek. Deze was sinds de start van het CES maar twee keer eerder zo laag geweest. Ook het broedsucces van standvogels was in 2013 erg mager. Een link met het koude voorjaars- en winterweer lijkt snel gelegd. Dat heeft vermoedelijk voor veel sterfte gezorgd, met name onder eerstejaars, en geresulteerd in een late start van de eileg (figuur 6). Figuur 6. Ontwikkeling van de reproductie-indexen (met 95%-betrouwbaarheidsinterval) van lange- afstandstrekkers, korte-afstandstrekkers en standvogels. De reproductie-index wordt behalve door het aantal uitgevlogen jongen per adult ook beïnvloed door de vangkansen van zowel jonge als volwassen vogels, en zijn dus tussen trekcategorieen dus niet zonder meer vergelijkbaar. Bij de lange-afstandtrekkers was van een laat broedseizoen echter weinig te merken. De Afrikagangers broeden sowieso pas later dan de andere vogels en hebben in de loop van het CES project amper een vervroeging van het broedseizoen laten zien. De meeste lange-afstandstrekkers lijken van gunstige winteromstandigheden in Afrika te hebben Figuur 7. Eerstejaars overleving van lange-afstandstrekkers, korte-afstandstrekkers en standvogels. In de Sahelzone viel in het najaar van 2012 relatief veel regen, en de regenval in de Sahel is voor een aantal lange-afstandstrekkers in het CES een factor die de jaarlijkse overleving positief beïnvloedt. Voor volwassen vogels is het beeld diffuser. Relatief goed was de overleving van Gekraagde Roodstaart, Rietzanger, Grasmus en Tuinfluiter. Een relatief lage overleving lieten Kleine Karekiet, Bosrietzanger en Braamsluiper zien. De reproductie-index laat voor alle lange-afstandstrekkers samen een gemiddeld broedseizoen zien. Maar ook hier zijn de verschillen tussen individuele soorten groot. Met name typische moerasvogels als Rietzanger en Kleine Karekiet deden het minder goed qua jongen productie, terwijl juist de ruigte- en struweelvogels het beter deden, zoals Fitis, Grasmus en Tuinfluiter. Het mooie van het CES-project is dat snel na afloop van het broedseizoen een eerste beeld verkregen wordt van de toestand van tenminste 28 zangvogelsoorten die het meest worden gevangen. Het gaat dan om zowel aantallen als broedsucces en overleving. Koppeling CES en BMP-gegevens op uw locatie Voor het verklaren van landelijke trends van vogelsoorten wordt gebruik gemaakt van demografische gegevens die verzameld worden met het Meetnet Nestkaarten en het CES-project. Er worden koppelingen gemaakt met de veranderingen binnen de jaarlijkse BMP-indexen van broedvogels. In de broedvogelrapporten van Sovon wordt hier jaarlijks aandacht aan besteed, door enkele soorten uit te lichten. Het is ook zeker zinvol om dit op een meer gedetailleerd niveau te doen, namelijk van uw eigen CES-locatie. Van enkele plekken is bekend dat er naast het ringwerk ook broedvogeltelwerk plaatsvindt, en sommige ringers beschrijven dit ook in een jaarlijkse rapportage. Een compleet overzicht
5 ontbrak echter bij ons en zodoende hebben we aan alle CES-ringers gevraagd of er inventarisaties plaatsvinden. Het resultaat was als volgt: van de in totaal 85 geregistreerde CES-locaties bleken 40 sites niet meer actief, op 16 sites wordt vrijwel jaarlijks een inventarisatie gedaan, op 4 soms (bijv. eens in de 10 jr.), op 17 nooit en van 8 sites kregen we geen bericht. De nu volgende uitdaging is om de gegevens van de CES te gaan koppelen aan die van het BMP. Hier zijn we nu mee bezig. Verder willen we iedereen vooral aanmoedigen te blijven tellen en vooral ook ringers die nu nog geen broedvogels tellen, stimuleren om dit vooral wel te gaan doen! Habitat classificering Het afgelopen voorjaar heeft Eline Waalders, student Eco & Wildlife op het Helicon in Velp, zich bezig gehouden met het maken van een habitatclassificatie van zoveel mogelijk CES-locaties waarvan niets bekend was. Ook heeft ze de exacte netcoördinaten opgenomen, waarbij het middelpunt van de netten is genomen. Als basis fungeerde de door de BTO ontwikkelde methode van de classificering voor habitats. Voor een bepaald habitat ontstaat dan een BTO-code, waarmee gemakkelijk berekeningen uitgevoerd kunnen worden. De Engelstalige formulieren zijn door Eline bewerkt en vertaald in het Nederlands, waardoor ze erg bruikbaar zijn geworden. Het is nu goed mogelijk om zelf als ringer een beschrijving te maken van uw CES-plek. Naast de BTO-code, wordt er ook een code opgenomen van de Ecotopen-indeling van Nederland, afkomstig van de Vlinderstichting. Het ring-mus project Het grootste gedeelte van de data van de ring-mus projecten van 2013 is verzameld en verwerkt. Het project loopt inmiddels al drie jaar en heeft in deze drie jaar al flink wat gegevens opgeleverd. In totaal zijn er nieuwe vogels geringd en zijn er vogels teruggevangen. Het gemiddelde terugvangstpercentage ligt op 31%. Er zijn op dit moment 62 actieve ring-mus locaties. Wanneer er alleen naar de huismussen gekeken wordt, dan zijn er de afgelopen drie jaar nieuwe huismussen geringd, teruggevangen en zijn er afgelezen. Als we naar het totaal aantal soorten kijken dan zijn er sinds de start van het project 96 verschillende soorten vogels gevangen. De koolmees staat op 1, gevolgd door de pimpelmees en de merel. Afgelopen jaar werden er 80 verschillende soorten gevangen. In 2013 werden er gemiddeld 200 vogels per locatie gevangen en 70 teruggevangen. Het jaar ervoor lag dit aantal op respectievelijk 275 en 95 (figuur 8). In totaal werden er in het afgelopen jaar vogels Projecten-Nieuws nummer 6, maart 2014 Figuur 8. Gemiddeld aantal gevangen en teruggevangen vogels per ring-mus locatie in 2011, 2012 en geringd en teruggevangen. Wat huismussen betreft werden er in 2013 gemiddeld per locatie 51 geringd, 11 teruggevangen en werden er 37 afgelezen. Het jaar ervoor lag het gemiddelde aantal per locatie op 40 nieuwe huismussen, 15 terug vangsten en 45 aflezingen. Het totaal van 2013 lag op nieuwe huismussen, 531 terugvangsten en aflezingen. Er zijn 3 nieuwe kleuren bijgekomen in het kleurringpalet voor de huismussen naast de zes al bestaande kleuren. Nieuw zijn de kleuren oranje, paars en roze. Dankzij het invoeren van deze nieuwe kleuren kunnen de bestaande basispakketten uitgebreid worden met 180 nieuwe combinaties met de al bestaande basiskleur. Met de nieuwe kleuren kunnen bij een nieuwe basiskleur in totaal 324 combinaties gemaakt worden (was 144). Verder, wat erg belangrijk is, is dat met het verwerken van de gegevens naar voren is gekomen dat er waarschijnlijk af en toe fouten gemaakt worden bij het invoeren van terugvangsten en aflezingen in GRIEL. Let er bij het invoeren op dat de juiste codering gebruikt wordt. Dit dient de volgende codering te zijn bij een aflezing: met welk middel is de vogel geïdentificeerd: kleurring(en) en/of vlag(gen) conditie: levend, verdere lot onbekend, bijvoorbeeld afgelezen met telescoop omstandigheden: vogel geïdentificeerd m.b.v. genummerde en/of gekleurde pootring(en) Tenminste één van deze coderingen dient gebruikt te worden! Waneer deze coderingen niet worden gebruikt zijn in de database van het Vogeltrekstation de aflezingen niet van de echte terugvangsten te onderscheiden, hetgeen analyses bemoeilijkt. Het aandeel terugvangsten wordt dan veel hoger dan in werkelijkheid het geval is (figuur 9). We constateren ook dat op een aantal ring-mus locaties het aantal terugvangsten in verhouding tot het aantal ringvangsten juist bijzonder laag is (figuur 9). Hier kunnen twee dingen aan de hand zijn:
6 1. Een (groot) deel van de terugvangsten zijn nog niet ingevoerd. Als dat het geval is zorgt u er dan voor dat deze terugvangsten zo spoedig mogelijk worden ingevoerd. 2. Door de aard van de locatie en/of de timing van uw vanginspanningen worden te weinig lokale vogels (broedvogels of overwinteraars) gevangen. De locatie is dan ongeschikt voor ring-mus. Het kan zijn dat uw ring-mus locatie op een plek ligt met een hoge turn-over aan vogels (bijvoorbeeld op een plek met gestuwde trek aan de kust), of dat u met name veel vangt in de trekperiode. In 2014 willen we meer te weten komen over het broedsucces en de verspreiding van de Spreeuw. Hiervoor is het van groot belang dat er spreeuwen worden geringd tijdens het broedseizoen. Verspreid over Nederland worden 100 speciale nestkasten opgehangen voorzien van een camera. Daarmee kunnen de lotgevallen van de broedsels op afstand gevolgd worden. De jonge spreeuwen in deze kasten worden allemaal gekleurringd. Hiervoor hebben zich veel ringers aangemeld, en op dit moment hebben we ringers voor alle camerakasten. Daarnaast wordt het ringen van nestjonge spreeuwen (en als het kan ook hun ouders!) in bijvoorbeeld uilenkasten gepromoot. De gebruikte ringen worden in het kader van het project vergoed. Ook hier worden voor een selectie van nesten kleurringen beschikbaar gesteld. Wilt u hier aan meedoen? Stuur dan een mailtje naar Eva Sterk die het werk in het kader van het Jaar van de Spreeuw vanuit Vogeltrekstation coördineert. Figuur 9. Aandeel terugvangsten op het totaal op alle ring- MUS locaties, gerangschikt van laagste naar hoogste (let op: nummers geven niet het nummer van de locatie weer!). Sommige deelnemers aan ring-mus klagen over de lage aantallen vogels. Hoewel we begrijpen dat het voor u als ringer minder bevredigend is als u weinig vangt, kan de waarde van dergelijke lokaties voor het ring-mus project toch groot zijn. Wanneer u er in slaagt een groot deel van de lokale vogels te vangen en te ringen en met enige regelmaat reeds geringde vogels terugvangt, is het project waardevol, ook als het totaal aantal vangsten de 100 in een jaar niet overstijgt. Immers, uw eigen ring-mus locatie is een radertje in het grote geheel, en samen met de andere locatie vormen uw vangsten een belangrijke bijdrage! Overig nieuws 2014 Jaar van de spreeuw De spreeuwenstand gaat vanaf eind jaren zeventig achteruit. Over de periode is de broedpopulatie in Nederland zelfs met gemiddeld 4% per jaar afgenomen. Daardoor resteert momenteel minder dan 40% van de populatie van medio jaren tachtig. In de laatste tien jaar is de negatieve trend wat afgezwakt, maar bedraagt nog steeds meer dan 2% per jaar. We weten nog maar weinig over de oorzaken die aan de achteruitgang ten grondslag liggen. Feit is wel dat het ook in omringende landen slecht gaat met de Spreeuw. Op Europees niveau is de soort in de periode met 52% afgenomen, en ten opzichte van 1990 met 6%. Vergoeding gebruikte ringen CES, RAS en ring-mus 2013 Rond het verschijnen van deze nieuwsbrief ontvangt u ook de vergoeding voor de gebruikte ringen binnen het CES, RAS en ring-mus over De vergoeding wordt net als vorige jaren uitgekeerd in de vorm van kortingscouponnen voor de webwinkel. Indien u verschillende couponnen binen één bestelling wilt combineren, neemt u dan even contact met ons op. Projectendag 2014 Op zaterdag 22 maart vindt de jaarlijkse projectendag plaats op het NIOO te Wageningen. Deze dag staat geheel in het teken van CES, RAS en ring-mus met nieuws, lezingen en gelegeheid voor vragen en het uitwisselen van informatie. Traditiegetrouw de aftrap van het veldseizoen die u niet mag missen! Kijk op de website van Vogeltrekstation en meldt u aan. Let op, er kunnen maximaal 70 mensen meedoen, en vol is vol.
CES & RAS - Nieuws. CES & RAS-Nieuws nummer 5, juni 2012
CES & RAS-Nieuws nummer 5, juni 212 CES & RAS - Nieuws Nummer 5, juni 212 Redactie: Henk van der Jeugd & Frank Majoor e-mail: h.vanderjeugd@nioo.knaw.nl Postbus 5, 67 AB Wageningen De laatste CES-nieuwsbrief
Nadere informatieOp Europees niveau is de soort in de periode 1980-2011 met 52% afgenomen, en ten opzichte van 1990 met 6%.
1 De spreeuwenstand gaat vanaf eind jaren zeventig achteruit. Over de periode 1984-2012 is de broedpopulatie in Nederland zelfs met gemiddeld 4% per jaar afgenomen. Daardoor resteert momenteel minder dan
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieVogeltrekstation. wetenschappelijke vragen maar heeft ook maatschappelijk nut, jaarcyclus, als overwinterings-gebied
Op het Vinkentouwnr. 111 november2007- Nieuw project: Pullen Ringen. Vogeltrekstation In Nederland worden jaarlijks zo n 235 000 vogels van een ring voorzien. Ongeveer een kwart daarvan betreft nestjongen
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieVogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO
Vogelringstation Schiermonnikoog Verslag activitei 2014 voor CCWO Verslag veldwerk 2014 Inleiding In 2014 zijn de activitei van het Vogelringstation Schiermonnikoog in de onderzoeksopzet voortgezet: 1.
Nadere informatieVogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2013 voor CCWO
Vogelringstation Schiermonnikoog Verslag activitei 2013 voor CCWO Verslag veldwerk 2013 Inleiding In 2013 zijn de activitei van het Vogelringstation Schiermonnikoog in de onderzoeksopzet voortgezet: 1.
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieBMP rapport. Gat van Pinte 2014. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014
BMP rapport Gat van Pinte 2014 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014 1 van 10 BMP Gat van Pinte 2014 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 3. De telronden...
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieVogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2015 voor CCWO
Vogelringstation Schiermonnikoog Verslag activitei 2015 voor CCWO Verslag veldwerk 2015 Inleiding In 2015zijn de activitei van het Vogelringstation Schiermonnikoog in de onderzoeksopzet voortgezet: 1.
Nadere informatieVOGELRINGSTATION KLARENBEEK JAARVERSLAG 2014
VOGELRINGSTATION KLARENBEEK JAARVERSLAG 2014 1 Inleiding Dit verslag rapporteert over de vangsten op het vogelringstation Klarenbeek in 2014, het resultaat van veel uren ringen. Dit is het 3 e jaarverslag,
Nadere informatieBMP rapport Gat van Pinte 2012
BMP rapport Gat van Pinte 2012 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Juli 2012 1 van 9 BMP Gat van Pinte 2012 Inhoud: Pagina 1. Inleiding 3 2. Gebiedsbeschrijving 3 3. Telrondes 3 4. De looproute 4 5.
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieEr zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen.
Handleiding tellingen Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen. Als er onduidelijkheden zijn over
Nadere informatieVoorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit
Nadere informatieDe nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra
De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra Atlasproject 2013-2015 aanleiding en ambities Opkomende wintervogel Hoe gaat het met? Veranderingen in de
Nadere informatieNieuwsbrief Roofvogelwerkgroep Fruitstreek. Februari 2014
Nieuwsbrief Roofvogelwerkgroep Fruitstreek Februari 2014 Het is begonnen. Misschien iets vroeger dan anders, maar de laatste zonnige dagen levert al baltsgedrag op van buizerds. Het is dan ook deze soort
Nadere informatieBirdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen
Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen Alle bij de NGF aangesloten clubs worden jaarlijks uitgenodigd deel te nemen aan een vogelteldag. De bedoeling is op dezelfde dag eind april
Nadere informatieBMP rapport Gat van Pinte 2013
BMP rapport Gat van Pinte 2013 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut November 2013 1 van 9 BMP Gat van Pinte 2013 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 4. De looproute... 5
Nadere informatieVOGELRINGSTATION KLARENBEEK JAARVERSLAG 2015
VOGELRINGSTATION KLARENBEEK JAARVERSLAG 2015 1 Inleiding Dit verslag rapporteert over de vangsten op het Vogelringstation (VRS) Klarenbeek in 2015, het resultaat van veel uren ringen. Het is het 4 e jaarverslag.
Nadere informatieAantal gevonden legsels in 2008
10 1 Broedpaaraantallen 2. Reproductie Na terugkomst van weidevogels in hun broedgebied vormen zich paren en kiezen de vogels een plek om te gaan broeden: de vestiging. Daarna komen twee belangrijke reproductiefasen:
Nadere informatieBMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011
BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Luchtfoto van het gebied... 3 Algemene Informatie.... 4 Gebiedsbeschrijving... 5 Gebiedsindeling... 6 Info over de telronden... 7 Territoria
Nadere informatieVogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2018 voor CCWO
Vogelringstation Schiermonnikoog Verslag activiteiten 2018 voor CCWO Verslag veldwerk 2018 Inleiding In 2018 zijn de activiteiten van het Vogelringstation Schiermonnikoog in de onderzoeksopzet voortgezet:
Nadere informatieBroedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold
Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold Tellers: D.Schoppers, A. Vanderspoel, J. de Vries, W. Woudman, M. Werkman, J. De Bruin, M.Wijnhold Inhoud: 1. Samenvatting 2. Methode: territoria
Nadere informatieVogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2017 voor CCWO
Vogelringstation Schiermonnikoog Verslag activiteiten 207 voor CCWO Verslag veldwerk 207 Inleiding In 207 zijn de activiteiten van het Vogelringstation Schiermonnikoog in de onderzoeksopzet voortgezet:.
Nadere informatieVogelwerkgroep Zuid-Kennemerland
Vervolgcursus 2015-2016 Biotopen / BMP Zangvogels duin+moeras 18 februari 2016 Johan Stuart en Eef van Huijssteeden Fitis Foto Joke Huijser-Spekken Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland Programma Terugblik
Nadere informatieGebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof
BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN 2006. door Henk Jan Hof In het voorjaar van 2006 heb ik woonwijk Het Laakse Veld op broedvogels geïnventariseerd. Deze kartering is uitgevoerd om aantallen
Nadere informatieBroedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010
Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2010 Marc de Bont Nijmegen, september 2010 Inleiding Methode In maart 2010 heb ik besloten om in de omgeving van het complex Berkenoord de broedvogels
Nadere informatieHandleiding invoeren vogels vogelasielen in Griel.
Handleiding invoeren vogels vogelasielen in Griel. In deze handleiding wordt uiteengezet hoe geringde vogels die binnen worden gebracht in een asiel kunnen worden ingevoerd in GRIEL (www.griel.nl). In
Nadere informatieRoutekaart 2011. Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011. Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer
Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011 Routekaart 2011 Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer Welkom op het Frysk Fûgelpaad 2011 Deze vogelspotwandeling wordt gehouden in Nationaal
Nadere informatieExcursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans
Datum van de excursie: 4 mei 2016 Team: Flevo Birdwatching, Rien Jans Bezochte gebied: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek Vroege ochtend: Het Langeveen op landgoed Den Treek. En late ochtend/middag:
Nadere informatieVerslag telling aalscholvers en blauwe reigers in het Kippenest in De Wieden op 9 mei 2009
Verslag telling aalscholvers en blauwe reigers in het Kippenest in De Wieden op 9 mei 2009 Ronnie Veldkamp Om 9.00 uur had ik afgesproken met mijn vriend Pieter van den Hooven om weer de jaarlijkse telling
Nadere informatieVogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2016 voor CCWO
Vogelringstation Schiermonnikoog Verslag activitei 206 voor CCWO Verslag veldwerk 206 Inleiding In 206 zijn de activitei van het Vogelringstation Schiermonnikoog in de onderzoeksopzet voortgezet:. Tussen
Nadere informatieRansuilen zijn ook vogelliefhebbers
Ransuilen zijn ook vogelliefhebbers Edwin Witter De vondst van een vogelringetje in een braakbal van een uil of roofvogel mag normaal gesproken beschouwd worden als een "krent in de pap". Maar wat als
Nadere informatiebroedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval. 9.05 : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.
Kleiputten 't Hoge 1983 2013 (2014) In deze kolom krijgen sommige soorten een andere kleur en dus een andere Broedende of waarschijnlijk broedende soorten broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval.
Nadere informatieHandleiding ring-mus
Handleiding ring-mus COLOFON Vogeltrekstation 2011 Tekst: Henk van der Jeugd & Jan Staal Foto s voorzijde: J.Louwe Kooijmans, V. Eggenhuizen Wijze van citeren: van der Jeugd H.P. & Staal J.D.M. 2011. Handleiding
Nadere informatieBroedvogel Monitoring Project. Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg. voorjaar 2012
Broedvogel Monitoring Project Alle soorten (BMP A) Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg voorjaar 2012 Vogelwerkgroep t Vuggelke, IVN Bakel-Milheeze-Rips Dit rapport is opgesteld op verzoek van
Nadere informatieJaarverslag steenuilen 2013. uitgebreide versie
Jaarverslag steenuilen 2013 uitgebreide versie Jaarverslag steenuilen 2013 uitgebreid Broedseizoen 2013 zit er weer op. Tijd om de balans op te maken en dit met jullie te delen. We hebben qua aantallen
Nadere informatieBMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag
BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2015 Hans Molenaar VWG De Steltkluut November 2015 Inhoudsopgave 1. Algemene Informatie... 4 Doelstelling SOVON broedvogelonderzoek.... 4 2. Gebiedsbeschrijving... 5 Luchtfoto
Nadere informatieBescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen
Bescherming Weidevogels Zuid-Holland 2018 Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Dit jaarverslag is tot stand gekomen in samenwerking met 17 actieve weidevogelgroepen
Nadere informatieIn het hieronder staande overzicht worden de resultaten weergegeven, van 2013 en 2014. Jongen uitgevlogen totaal
NESTKASTENVERSLAG 2014 NATUUR- EN VOGELWERKGROEP DE GRUTTO Inleiding: Ook dit broedseizoen werden op verschillende locaties weer talrijke en op hun inhoud gecontroleerd. Door een combinatie van factoren
Nadere informatieOverzicht ringactiviteiten 2014 voor Oud Valkeveen en het Raboes
Overzicht ringactiviteiten 2014 voor Oud Valkeveen en het Raboes Rudy Schippers In 2014 is er in hoofdzaak gevangen op Oud Valkeveen, terwijl er enkele weken in de herfst eveneens is geringd bij Jachthaven
Nadere informatieNVWK geeft de erven vleugels. Module 3 vogels tellen
NVWK geeft de erven vleugels Module 3 vogels tellen 1 Indeling van de avond Even voorstellen Erfvogels tellen met tuintelling.nl pauze Je erf toevoegen Geluidenquiz 2 Even voorstellen. Werkzaam bij Sovon
Nadere informatieDatum: 13 mei Excursie: Brabantse Biesbosch. Gids: Pim
Datum: 13 mei 2019 Excursie: Brabantse Biesbosch Gids: Pim Al rond 7.30 ontmoette ik Peter uit Zoetermeer langs de weg Steurgat buiten de bebouwde kom van Werkendam. Op de achtergrond hoorde we een kakofonie
Nadere informatieNIEUWS uit het net. Resultaten van de ringactiviteiten binnen het gebied van de vogelwerkgroep. Gerard Boere
NIEUWS uit het net Resultaten van de ringactiviteiten binnen het gebied van de vogelwerkgroep Gerard Boere 2012 Dit is een uitgave van VWG De IJsselstreek Veel mezen op 14 november bij Gerard Bogaert in
Nadere informatieAlgemene Broedvogels Vlaanderen (ABV)
Algemene Broedvogels Vlaanderen (ABV) Trends na de eerste cyclus in een Europees perspectief Gaai - Glenn Vermeersch Sinds de start van het ABV-project in 2007 zijn 5 telseizoenen verstreken. Nadat we
Nadere informatieNESTKASTENVERSLAG 2013 NATUUR- EN VOGELWERKGROEP DE GRUTTO
NESTKASTENVERSLAG 2013 NATUUR- EN VOGELWERKGROEP DE GRUTTO Inleiding: Ook dit broedseizoen werden op verschillende locaties weer talrijke nestkasten op hun inhoud gecontroleerd. Door een combinatie van
Nadere informatieNieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk
4 e jaargang 2014 Editie steenuil Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk Inhoud: * Verslag broedseizoen 2014 * Broedresultaten steenuil 2014 * Terugmeldingen geringde vogels * Oorkonde vijf jaar broeden
Nadere informatieBMP rapport. Gat van Pinte 2017
BMP rapport Gat van Pinte Foto: Zingende Tjiftjaf (BvB) Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 1 van 11 BMP Gat van Pinte Inhoud 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 3. De telronden... 4
Nadere informatieNIEUWSBRIEF 2015 VOGELWACHT HARLINGEN-KIMSWERD
NIEUWSBRIEF 2015 VOGELWACHT HARLINGEN-KIMSWERD Beste leden, Zoals gebruikelijk krijgt u hierbij weer de nieuwsbrief van onze vogelwacht. Wij zijn nog steeds op een goede manier actief in ons gebied. Toch
Nadere informatieJaarverslag Gegevens Stichting NestkastLIVE. Verslag van het bestuur
Jaarverslag 2015 Gegevens Stichting NestkastLIVE Stichting NestkastLIVE Als stichting opgericht op: 21 maart 2014 Preludeweg 504 2402HR Alphen aan den Rijn KvK-nummer: 60283610 IBAN: NL08 RABO 0180 7759
Nadere informatieVOGELS RINGEN IN NEDERLAND
Doelstellingen Vogeltrekstation verzamelt en beheert gegevens van in Nederland geringde vogels ten behoeve van wetenschap, beleid en bescherming. De doelstellingen van vogeltrekstation kunnen als volgt
Nadere informatieVogelwacht Akkerwoude e.o.
NESTKASTINVENTARISATIE FERMANJEBOSK 2010 Tijdens de gure sneeuwwinter waren er in dit bos twee grote zilverreigers aanwezig, welke bij de opengebleven plekken in de sloten (bij de duikers) hun dagelijkse
Nadere informatieBMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag
BMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag 2016 Hans Molenaar VWG De Steltkluut November 2016 Inhoudsopgave 1. Algemene Informatie... 3 Doelstelling SOVON broedvogelonderzoek.... 3 2. Gebiedsbeschrijving... 4 Luchtfoto
Nadere informatieuit het net Resultaten van de ringactiviteiten binnen het gebied van de vogelwerkgroep Dit is een uitgave van VWG De IJsselstreek Gerard Boere
uit het net Resultaten van de ringactiviteiten binnen het gebied van de vogelwerkgroep Gerard Boere 011 Dit is een uitgave van VWG De IJsselstreek Augustus 011: Jeroen Kuipers en Gerard Bogaert druk aan
Nadere informatieNESTKASTENVERSLAG 2016 NATUUR- EN VOGELWERKGROEP DE GRUTTO
NESTKASTENVERSLAG 2016 NATUUR- EN VOGELWERKGROEP DE GRUTTO Inleiding: Ook dit broedseizoen werden op verschillende locaties weer talrijke en op hun inhoud gecontroleerd. Binnen ons werkgebied hangen zeer
Nadere informatieWETENSCHAPPELIJK VERSLAG 2018
WETENSCHAPPELIJK VERSLAG 2018 OPERATIONELE DIRECTIE NATUURLIJK MILIEU KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN XPERIBIRD.BE WETENSCHAPPELIJK VERSLAG 2018 OPERATIONELE DIRECTIE NATUURLIJK
Nadere informatieTien jaar CES in tuin Labadiskebosk te Broeksterwoude.
Tien jaar CES in tuin Labadiskebosk te Broeksterwoude. Na 1 jaar CES-onderzoek op ons erf in Broeksterwoude, kan een voorlopige analyse worden gemaakt en enkele opvallende aspecten worden toegelicht. Een
Nadere informatieJaarverslag Gegevens Stichting NestkastLIVE. Verslag van het bestuur
Jaarverslag 2014 Gegevens Stichting NestkastLIVE Stichting NestkastLIVE Als stichting opgericht op: 21 maart 2014 Preludeweg 504 2402HR Alphen aan den Rijn KvK-nummer: 60283610 IBAN: NL08 RABO 0180 7759
Nadere informatieBMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag
BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2013 Hans Molenaar VWG De Steltkluut November 2013 Inhoudsopgave 1. Algemene Informatie... 4 Doelstelling SOVON broedvogelonderzoek.... 4 2. Gebiedsbeschrijving... 5 Luchtfoto
Nadere informatieBMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag
BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2014 Hans Molenaar VWG De Steltkluut November 2014 Inhoudsopgave 1. Algemene Informatie... 4 Doelstelling SOVON broedvogelonderzoek.... 4 2. Gebiedsbeschrijving... 5 Luchtfoto
Nadere informatieVrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie
Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie 19 juni 2017 Theo Verstrael Sovon Vogelonderzoek Nederland Inhoud Vrijwilligers & natuurmonitoring Achtergronden & motivaties Wat
Nadere informatieTuinvogels. Een interactieve lezing door Vogelwerkgroep Vught
Tuinvogels Een interactieve lezing door Vogelwerkgroep Vught Gildes: indeling naar omgeving Stadsvogels worden ingedeeld naar gildes: Huizenbroeders (Half)holenbroeders Struikvogels Boomvogels Park- &
Nadere informatieOp de afgesproken plek langs de Knardijk te Lelystad ontmoette ik Jacobien en Annelies omstreeks uur.
Avondexcursie Oostvaardersplassen, 23 mei 2017 Gids: Pim Op de afgesproken plek langs de Knardijk te Lelystad ontmoette ik Jacobien en Annelies omstreeks 18.00 uur. We maakten eerst een wandeling naar
Nadere informatieBroedvogelmonitoring Meijendel 2010. F.C. Hooijmans Vogelwerkgroep Meijendel Ametisthorst 235 2592 HJ Den Haag. Inleiding
Broedvogelmonitoring Meijendel F.C. Hooijmans Vogelwerkgroep Meijendel Ametisthorst 235 2592 HJ Den Haag Inleiding Dit verslag vat de resultaten samen van de broedvogelmonitoring in Meijendel in. Tevens
Nadere informatieVeenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013
Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag
Nadere informatie1 september Rohel Tjeukemeer SBB-terrein Marswâl. 18 e vangdag
1 september 2018. Rohel Tjeukemeer SBB-terrein Marswâl. 18 e vangdag Ringer: Jan de Jong, Joure. Aanwezig van 3:45 uur tot 11:15 uur (7 uur 30 minuten). Vangtijd; van 4:30 uur tot 09:45 uur (5 uur 15 minuten).
Nadere informatieActuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland
Actuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland Chris van Turnhout (Sovon) Ronald van Harxen, Pascal Stroeken en Theo Boudewijn (STONE) foto: Pete Whieldon Inleiding - Effectieve
Nadere informatieKort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen
Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen 2011-2015 Frank Majoor & Berend Voslamber Sinds 2011 worden op verschillende plekken in Nederland in opdracht van het Faunafonds Nijlganzen
Nadere informatieHet jaar 2013, Verslag van de Fûgelringgroep Eastermar (Frl.). Werkgroep van de. Fûgel- en Natoerbeskermingswacht Eastermar.
Het jaar 2013, Verslag van de Fûgelringgroep Eastermar (Frl.). Mannetje buidelmees bij nestmateriaal Werkgroep van de Fûgel- en Natoerbeskermingswacht Eastermar. contact adres: Achterwei 4, 9261 VX Eastermar,
Nadere informatieBroedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015
Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015 Martin Heinen Vogelwerkgroep Oost-Veluwe, Apeldoorn 1 1. Inleiding De gemeente Apeldoorn heeft Vogelwerkgroep Oost-Veluwe gevraagd een inventarisatie
Nadere informatieNationale Tuinvogeltelling 2012 enkele cijfers en getallen op een rij*
Nationale Tuinvogeltelling 2012 enkele cijfers en getallen op een rij* Er deden 40496 verschillende mensen mee in totaal werden 28232 tellingen doorgegeven verdeeld over meer dan 631800 verschillende individuen.
Nadere informatieNIEUWSBRIEF 2018 HET HEXEL. Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject
NIEUWSBRIEF 2018 HET HEXEL Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject Nieuwsbrief no.20 van het nestkastenproject HET HEXEL Contactadres nestkastenproject: Dini Weijers, tel. 0546-576538 Samenstelling
Nadere informatieHET VOGELTREKSTATION INFORMATIE VOOR EEN SPREEKBEURT OF WERKSTUK
HET VOGELTREKSTATION INFORMATIE VOOR EEN SPREEKBEURT OF WERKSTUK Vogels zijn er in alle soorten en maten, zoals bijvoorbeeld de zeearend, die wel 90 centimeter groot kan worden. Of de Kleine Karekiet die
Nadere informatieVogelsringen op de Maatheide 2010
Vogelsringen op de Maatheide 2010 Een samenwerking tussen K.B.I.N. (Karel Van Endert en Andy Van Endert), Sibelco en Natuurpunt Noord-limburg: [Verslag: Vogelsringen op de Maatheide 2010 ] Pagina 1 Inhoudstafel
Nadere informatieDe Nationale Week van de Nestkast 2006
De Nationale Week van de Nestkast 06 De resultaten De Nationale Week van de Nestkast is een groot succes! Veel mensen hebben één of meerdere nestkasten aangemeld en ook de broedresultaten aan ons doorgegeven.
Nadere informatieN.O.P. Papegaaienpark
(nestkastproject) M. Sloendregt N.O.P. Papegaaienpark 2 Nestkasten verslag Papegaaienpark Stichting N.O.P. 28 Wil de Veer INLEIDING Op verzoek van de eigenaar van het Nederlands Opvangcentrum voor Papegaaien,
Nadere informatieBROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN 2008-2010 André van Kleunen
BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN 2008-2010 André van Kleunen Sinds 2008 voer ik jaarlijks broedvogeltellingen uit in een telgebied op het Leersumse Veld en Ginkelduin volgens de richtlijnen
Nadere informatieDE OVERLEVING VAN VISDIEFJES STERNA HIRUNDO: TUSSENTIJDSE RESULTATEN VAN EEN GRONINGS KLEURRINGPROGRAMMA
66 JAARLIJKSE OVERLEVING VAN VISDIEFJES Sula 21(2) DE OVERLEVING VAN VISDIEFJES STERNA HIRUNDO: TUSSENTIJDSE RESULTATEN VAN EEN GRONINGS KLEURRINGPROGRAMMA ANNUAL SURVIVAL OF COMMON TERNS: PRELIMINARY
Nadere informatieBroedvogelonderzoek De Liede. De gemeente Haarlemmermeer
Broedvogelonderzoek De Liede De gemeente Haarlemmermeer Broedvogelonderzoek De Liede Opdrachtgever: Uitvoering: Samenstelling: Veldwerk: Status Gemeente Haarlemmermeer Adviesbureau E.C.O. Logisch ing.
Nadere informatieJAARVERSLAG VRS CONINGS 2010
JAARVERSLAG VRS CONINGS 2010 Rapportage van de ringactiviteiten van de Ringgroep Conings Ringgroep Conings 1 De Ringgroep Conings zit in de lift met het aantal vogels dat elk jaar geringd wordt en met
Nadere informatieHistorische Boerenzwaluwgegevens ondergebracht in het Meetnet Nestkaarten
1 Historische Boerenzwaluwgegevens ondergebracht in het Meetnet Nestkaarten Chris van Turnhout, SOVON, dec 09 In de jaren 90 is in het kader van het internationale European Swallow Project, en nationale
Nadere informatieDatum: Vrijdag 14 juni Excursie: Middagexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim
Datum: Vrijdag 14 juni 2019 Excursie: Middagexcursie Oostvaardersplassen Gids: Pim De regen trok rond het middaguur weg en het klaarde niet alleen op, het leek opeens een zomerse middag. Gids Pim mocht
Nadere informatieResultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber
Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber Sovon-rapport 2013/74 Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank
Nadere informatieVan ei tot vogel. Rekenen met eieren. Vogels in de klas. groep 5-6. Leerkracht. Lesduur: Inhoud in het kort. Leerdoelen: Lesdoelen: Materiaal
Van ei tot vogel Rekenen met eieren Inhoud in het kort Leerlingen gebruiken een tabel met gegevens over de broedperiode van vogels (broedduur, verzorging van jongen, enz.). Ze maken zelf een tabel en berekenen
Nadere informatieVan ei tot vogel. Rekenen met eieren. Vogels in de klas. groep 7-8. Leerkracht. Lesduur: Inhoud in het kort. Leerdoelen: Lesdoelen: Materiaal
Van ei tot vogel Rekenen met eieren Inhoud in het kort Leerlingen gebruiken een tabel met gegevens over de broedperiode van vogels (broedduur, verzorging van jongen, enz.). Ze maken zelf een diagram, berekenen
Nadere informatieEen schatting van de werkelijke broedvogelaantallen in Meijendel in 2004
Een schatting van de werkelijke broedvogellen in Meijendel in 2004 Frans Hooijmans Ametisthorst 235 2592 HJ Den Haag email: fchooijmans@cs.com Inleiding De broedvogelinventarisaties in Meijendel (zie het
Nadere informatieInhoud pagina. 1. Inleiding Gebied Werkwijze Resultaten: 5
Inhoud pagina 1. Inleiding 3 2. Gebied 3 3. Werkwijze 4 4. Resultaten: 5 4.1 Resultaten BMP 2006 5 4.2 Vergelijking vorige tellingen 6 4.3 Soortbespreking 8 4.4 Overige waarnemingen 9 4.5 Zoogdieren 9
Nadere informatieRing-MUS project 2012 in Didam
Ring-MUS project 2012 in Didam Inleiding Wie denkt dat de Merel die in de tuin zit altijd dezelfde is, kan na het lezen van dit artikel er wel eens anders over denken. In 2011 is onder auspiciën van het
Nadere informatieVinken, waar komen ze vandaan
Vinken, waar komen ze vandaan en waar gaan ze heen? Hans Vader Inleiding Vogeltrek is een intrigerend fenomeen. We weten dat ze langstrekken, maar waar komen ze eigenlijk vandaan en waar gaan ze heen?
Nadere informatiebroedvogelonderzoek Handleiding Sovon PDF 3: verschillen met vorige handleiding Centraal Bureau voor de Statistiek
Handleiding Sovon broedvogelonderzoek PDF 3: verschillen met vorige handleiding Centraal Bureau voor de Statistiek 1 BMP Handleidingen 2011 en 2016: wat is er veranderd? In dit document zetten we de verschillen
Nadere informatieHet Meetnet Agrarisch Soorten van start in de Provincies Drenthe, Flevoland en Groningen.
Het Meetnet Agrarisch Soorten van start in de Provincies Drenthe, Flevoland en Groningen. Beste mensen, Het MAS+ toegelicht en een oproep tot deelname! De Lente begint - al knipperend - te ontwaken. Het
Nadere informatieBIJLAGE 3: ZANG EN GELUIDEN
BIJLAGE 3: ZANG EN GELUIDEN Vogels zingen en maken talrijke andere geluiden zoals b.v. contactroepen of alarmkreten. Ze beschikken over een uitgebreid repertoire aan geluiden, want die spelen een belangrijke
Nadere informatieMonitoring steenuil in 2012
Monitoring steenuil in 2012 Woord vooraf: Dit jaar was het al weer het tiende jaar dat we ons bezig houden met het monitoren van de steenuil. Al vanaf 3 houden we door middel van inventarisatie en nestkastcontroles
Nadere informatie