Woordenschat en ICT in het basisonderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Woordenschat en ICT in het basisonderwijs"

Transcriptie

1 Woordenschat en ICT in het basisonderwijs Vocabulary education and ICT in primaryschool Ellis Regts Studentnummer In opdracht van o.b.s. de Zandloper Alkmaar, 7 juli 2012 Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Hogeschool Inholland Domein Onderwijs, Leren en Levensbeschouwing Bachelor Thesis Rapportage van een afstudeeronderzoek, uitgevoerd in het kader van het behalen van de titel Bachelor of Education

2 Woordenschat en ICT in het basisonderwijs Vocabulary education and ICT in primaryschool Basisgegevens student Titel Naam Woordenschat en ICT in het basisonderwijs Vocabulary education and ICT in primaryschool Ellis Regts Studentnummer Afstudeerdatum 7 juli 2012 Naam opleiding en variant Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Hogeschool Inholland Domein Onderwijs, Leren en Levensbeschouwing Locatie Alkmaar Februari Deeltijd 5 Bachelor Thesis Rapportage van een afstudeeronderzoek, uitgevoerd in het kader van het behalen van de titel Bachelor of Education Docent onderzoeksatelier Rob Bartels Begeleider afstudeeronderzoek Wytzke van der Leij Basisgegevens opdrachtgever Naam o.b.s. de Zandloper Adres Schoolstraat 15 Postcode en plaats 1831 CC Koedijk Telefoonnummer Naam contactpersoon Stéphanie Snijders Woordenschat en ICT in het basisonderwijs

3 Inhoud Voorwoord 2 Samenvatting 3 1 Inleiding Aanleiding Opdrachtgever Vooronderzoek en afbakening Probleemstelling 7 2 Onderzoek Onderzoekstype Onderzoeksmethode Dataverzameling 10 3 Het woordenschatonderwijs Inleiding Kerndoelen Leerlijnen Tussendoelen Woordenschat in het onderwijs Risicogroep Woordenschat op de basisschool Woordenschat in de bovenbouw Woordenschatonderwijs en de leerkracht Mijn visie 25 4 Woordenschatmethode Inleiding De leeromgeving, de leeractiviteiten en de docentrollen Taal actief Woordenschat - Uitgeverij Malmberg 32 5 Woordenschatonderwijs op de onderzoekslocatie Openbare basisschool De Zandloper Visie van obs De Zandloper op taal- en woordenschatonderwijs Visie van obs De Zandloper op ICT 36 6 Praktijkonderzoek Observatie en vragenlijst ten aanzien van het woordenschatonderwijs Samenvatting 38 7 ICT, route en routines Inleiding Het aanbieden van woordenschatonderwijs Handleiding Woordenschat en ICT 43 8 Reflectie Discussie Evaluatie op het onderzoek 51 Bronnen 53 Bijlagen 56 Woordenschat en ICT in het basisonderwijs

4 Voorwoord Gedurende mijn stages kreeg ik steeds meer het idee dat er in het onderwijs nog veel te winnen valt op het gebied van ICT gebruik. Mijn interesse in ICT is groot en digitaal creëren vind ik erg leuk. Tegenwoordig vinden steeds meer sociale contacten plaats via sociale media. Niet alleen volwassenen bewegen zich via het sociale netwerk, ook steeds meer kinderen maken gebruik van nieuwe communicatiemiddelen. Omdat taal hierbij een belangrijke rol vervult, tenslotte is taal een belangrijke manier om te kunnen communiceren, is het van groot belang je als leerkracht te richten op de juiste en meest efficiënte manier om taal aan te bieden én daarbij mee te gaan met de tijd. Door mijn onderzoek te richten op het woordenschatonderwijs op basisschool De Zandloper te Koedijk en het gebruik van ICT daarbij kon ik zodoende een interessant onderzoek opzetten. Woord van dank Graag wil ik als eerste groep 6 van obs de Zandloper bedanken. Zonder hun eerlijkheid, enthousiasme en inzet zou dit rapport niet tot stand gekomen zijn. Verder bedank ik mijn collega s en met name Stéphanie Snijders en Piet de Ruiter van obs de Zandloper voor de mogelijkheid die zij mij boden om mijn afstudeeronderzoek op hun school uit te voeren. Speciaal wil ik graag Wytzke van der Leij en Rob Bartels van Hogeschool InHolland bedanken. Wytzke vanwege haar enthousiasme en begeleiding van bij het schrijven van dit rapport en Rob vanwege zijn vertrouwen en aanmoediging tijdens het laatste gedeelte van mijn studie. Mede dankzij hen voelde ik dat het me zou gaan lukken. Als laatste wil ik mijn gezin bedanken voor hun steun en geduld. Gedurende mijn studie kon ik hen op bepaalde momenten weinig aandacht geven. Gelukkig bleven zij mij altijd steunen en gaven zij mij de kans, tijd en ruimte deze studie af te ronden. Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 2

5 Samenvatting Dit rapport bevat een onderzoek naar een antwoord op de vraag: Hoe kunnen op basisschool de Zandloper de digitale leermiddelen zo worden ingezet dat het onderwijs op het gebied van woordenschat in de midden- en bovenbouw op een doeltreffender manier kan worden aangeboden? Dit onderzoek gaat in op een aantal deelvragen, die aan de hand van literatuur- en praktijkonderzoek worden beantwoord. Het antwoord wordt uiteindelijk geformuleerd in de vorm van een handleiding en een handelingsprotocol. Het onderzoek is een kwalitatief onderzoek, kleinschalig en vormgegeven aan de hand van geschreven teksten. Het rapport is een uiteenzetting van het Woordenschatonderwijs. Waarbij allereerst onderzocht is hoe de kerndoelen, leerlijnen en tussendoelen het woordenschatonderwijs op de basisschool worden vormgegeven. Daarnaast is onderzocht en weergegeven waaraan goed woordenschatonderwijs moet voldoen. Welke onderdelen belangrijk zijn om tot het goed aanbieden van nieuwe woorden en begrippen te komen. Door mijn specialisatie voor het oudere kind heeft mijn onderzoek zich gericht op de bovenbouw. De specificaties voor het woordenschatonderwijs in de bovenbouw worden dan ook apart genoemd. Hierna wordt antwoord gegeven op de vraag, waarom het van belang is om op de onderzoekslocatie het woordenschatonderwijs te verbeteren. Hieruit komt naar voren dat er een risicogroep aanwezig is op De Zandloper. Deze groep heeft een relatief kleine woordenschat. Aan de hand van het curriculaire spinnenweb van SLO (Akker, Boer, Kuiper, Letschert, & Thijs, 2009) worden de drie hoofdpunten waaraan het woordenschatonderwijs op de onderzoekslocatie aandacht zal moeten gaan besteden extra uitgelicht. Te weten de leeromgeving, de leeractiviteiten en de docentrollen. Omdat het spinnenweb uit balans zal raken zodra er aan die drie punten wordt getrokken, is ook het punt tijd onderzocht. Deze drie hoofdpunten gaven een duidelijk uitgangspunt voor het praktijkonderzoek. Met dit onderzoek wil ik aantonen dat met het inzetten van ICT het woordenschatonderwijs doeltreffender kan worden aangeboden. Daarvoor zijn de kerndoelen, leerlijnen en tussendoelen van ICT onderzocht. Die zijn niet aanwezig, in zoverre dat ICT geen doel op zich is, maar een middel om tot beter onderwijs te kunnen komen. Een uiteenzetting van wenselijke digitale middelen in de klas is daarom wel vermeld. In het praktijkonderzoek wordt op de onderzoekslocatie, obs De Zandloper te Koedijk, gekeken hoe het woordenschatonderwijs op dit ogenblik wordt vormgegeven. Welke methode wordt gebruikt en hoe wordt die ingezet. Door middel van observaties van het woordenschatonderwijs in de drie bovenbouwgroepen op de onderzoeklocatie en de verwerking van de vragenlijsten van de desbetreffende leerkrachten wordt een samenvatting gegeven van de knelpunten in het woordenschatonderwijs op De Zandloper, met de nadruk op de drie hoofdpunten: de leeromgeving, de leeractiviteiten en de docentrollen. Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 3

6 Aan de hand van mijn visie op ICT en woordenschatonderwijs heb ik een handleiding en een handelingsprotocol kunnen opstellen waarmee de leerkrachten op De Zandloper hun woordenschatonderwijs doeltreffender kunnen aanbieden. Teneinde de woordenschat van de leerlingen te verbeteren en te verdiepen en een diepere woordkennis te creëren. Het handelingsprotocol kort uiteengezet, bevat de volgende aanbevelingen: Woordselectie Kies voor elk lesmoment vier of vijf woorden uit de lijst van de taalmethode. Kies alleen woorden die kinderen nog niet kennen en wel moeten leren en met de gedachte aan netwerkopbouw. Kies uit op: nut, frequentie, spreiding en relevante context. Zoek hierbij relevante filmpjes of afbeeldingen uit een (online) beeldbank. Voorbewerken Een (korte) introductie van het thema. Maak hierbij gebruik van de taalmethode. Semantiseren Het gaat om een korte, krachtige, heldere, betekenisuitleg waarin de drie uitjes (uitbeelden, uitleggen en uitbreiden) samenvallen. Ondersteund met afbeeldingen, filmpjes en plaatjes. Zet nu ook verschillende woordspelletjes (routines) in. Consolideren Verwerking van de oefeningen uit het werkboek woordenschat, twee keer per week. Zet routines in. Controleren De toetsen van de methode voldoen om de kennis van de leerlingen voldoende te controleren. En kunnen nu ook ingezet worden. Het handelingsprotocol is een digitaal document waarmee de leerkrachten direct aan het werk kunnen. Er staan handige links in naar beeldbanken, filmpjes, routines en andere grafische modellen welke goed zijn in te zetten bij het vormgeven van de lessen en het aanbieden van nieuwe woorden en begrippen. Eindconclusie Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat het woordenschatonderwijs op obs De Zandloper doeltreffender kan worden aangeboden met behulp van het inzetten van digitale middelen. Aan de hand van een handelingsprotocol kunnen de leerkrachten nieuwe woorden en begrippen aanbieden en zullen deze woorden en begrippen diepere betekenis- en hiërarchische relaties aangaan omdat een kind een woord nu eenmaal beter onthoudt als het wordt aangeboden met een afbeelding of filmpje. Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 4

7 Voor vervolgonderzoek wordt aanbevolen te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om op obs De Zandloper een nieuwe woordenschatmethode binnen de huidige taalmethode aan te schaffen, waarbij het digitale aanbod is geïntegreerd. Of te kijken welke geheel nieuwe taalmethode met woordenschat beter aansluit bij de wensen van de leerkrachten en de behoeften van de leerlingen. Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 5

8 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Tegenwoordig vinden de sociale contacten van veel volwassenen plaats via sociale media. Maar niet alleen volwassenen bewegen zich via het sociale netwerk, ook steeds meer kinderen maken gebruik van nieuwe communicatiemiddelen. Wij als leerkracht hebben de taak de leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op hun toekomst. Er mag dan ook van ons worden verwacht dat wij ons zo goed mogelijk in kunnen leven in die toekomst van onze leerlingen. We zullen met de tijd mee moeten gaan en zo ook met de ontwikkelingen die daarbij horen. Zelf kom ik uit de grafische industrie en heb veel ervaring met computers en verschillende softwareprogramma s. Ik vind het elke keer weer een uitdaging nieuwe software, nieuwe middelen en nieuwe methoden te onderzoeken en uit te proberen. Een spannende speurtocht naar mogelijkheden en vernieuwingen die het werk verbeteren, uitbreiden en vergemakkelijken. Zo zie ik dat ook met nieuwe media op scholen. Alleen door het te proberen en toe te passen kun je vooruitgang boeken. Naar aanleiding van mijn stageperiode, bij één van de twee ICT-coördinatoren op openbare basisschool De Zandloper te Koedijk, ontstond er tijdens het volgen van de minor ICT een idee voor mijn afstudeeronderzoek. Mijn mentor gaf aan dat ze het fijn zou vinden als ik onderzoek zou doen naar de inzetbaarheid van ICT binnen de school. Samen hebben we daarna de onderzoeksvraag geformuleerd. Ik ben qua ICT-gebruik in het onderwijs verder dan de meeste leerkrachten. Omdat ik tijdens deze periode in verschillende groepen ICT-opdrachten heb uitgevoerd, werden mijn collega s nieuwsgierig naar de verschillende toepassingen van het digibord en de inzet van overige digitale middelen in de klas. Hun nieuwsgierigheid werd nog groter nadat ik mijn digitale etalage * tijdens een eindpresentatie aan de leerkrachten liet zien. Door mijn werk als grafisch vormgever heb ik veel met computers te maken en ben ik niet bang verschillende mogelijkheden uit te proberen. Ik ontwerp en geef vorm aan een diversiteit van producten en werk dagelijks met verschillende programma s. Mijn interesse in ICT is groot en creëren/ontwerpen is elke keer weer mijn drijfveer. Om te kunnen communiceren is taal is een belangrijk middel. Daarom is het van groot belang met de tijd mee te gaan en je als leerkracht te richten op de juiste en meest efficiënte manier om taal aan te bieden. Omdat woordenschat een centrale rol inneemt in het taalonderwijs is het van groot belang hier voldoende aandacht aan te besteden binnen het onderwijs. * Mijn digitale etalage is een digitale uitstalling van de opdrachten die ik voor mijn minor ICT heb uitgevoerd met de leerlingen van basisschool de Zandloper. Tevens staan er opdrachten op die ik samen met mijn medestudenten heb volbracht tijdens deze ICT-minor. Zie Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 6

9 1.2 Opdrachtgever Openbare basisschool De Zandloper is van origine een dorpsschool. Nog steeds is de sfeer van een dorpsschool duidelijk merkbaar. De Zandloper is echter ook een moderne school, met in alle groepen een digitaal schoolbord en ze maken gebruik van de modernste lesmethodes. De didactische werkwijze op de Zandloper streeft er naar kinderen zelfstandig te laten werken en zich verantwoordelijk te laten voelen voor hun eigen werk. Zelfstandig werken (GIP-model) is een vast onderdeel in het weekprogramma. Kleuters leren op de Zandloper al doende tijdens hun spel. De school speelt daarop in door ervoor te zorgen dat er veel materiaal aanwezig is waarvan kleuters kunnen leren. Door met de kinderen te praten over allerlei onderwerpen, leren ze veel nieuwe woorden en leren ze deze goed uit te spreken. Dat is belangrijk als voorbereiding voor het lees- en taalonderwijs. De school probeert zoveel mogelijk rond thema s te werken die de leerlingen aanspreken. Het voorbereidend lezen en schrijven is hierin een kernactiviteit. Om de onderwijsontwikkelingen te kunnen blijven volgen, zullen methodes continu ververst worden. De rol van de leerkracht is daarbij veranderd van docerend naar steeds meer begeleidend. (schoolgids obs de Zandloper, 2011) 1.3 Vooronderzoek en afbakening Om taalvaardig te zijn is het belangrijk om voldoende beheersing van woorden te hebben. Men heeft tenslotte woorden nodig om te kunnen communiceren. Het is fijn om gedachten en ideeën over te kunnen brengen. Ook kennis over de betekenis van woorden en hoe je woorden moet gebruiken is van groot belang. Als je woorden niet op hun juiste waarde kunt schatten en er niet de juiste betekenis aan kunt geven, kunnen er vreemde zinnen ontstaan en bestaat de kans niet (goed) begrepen te worden, om dus geschreven en gesproken taal te begrijpen is woordenschat ontzettend belangrijk: woordenschat is een belangrijk onderdeel van tekstbegrip. Gebleken is dat één van de belangrijkste oorzaken van taalachterstand bij kinderen een te beperkte Nederlandse woordenschat is. Dit zijn over het algemeen allochtone kinderen, dialect sprekende kinderen, kinderen uit een taalarm thuismilieu of kinderen met een vertraagde taalontwikkeling. (Huizinga, 2005) 1.4 Probleemstelling De leerkrachten van de bovenbouw op mijn onderzoekslocatie ondervinden over het algemeen een kleine woordenschat bij hun leerlingen en vragen zich af of het woordenschatonderwijs wel voldoende aandacht krijgt. Het woordenschatonderwijs wordt twee keer per week aangeboden. Er zijn op school geen woordklappers aanwezig die elk thema ondersteunen. Er wordt alleen gebruik gemaakt van de werkboekjes van de methode, waarbij de leerkrachten zelf de woorden moeten uitleggen. Deze lessen sluiten overigens wel aan bij de taalmethode. De leerlingen ondervinden de woordenschatles als taalles en lijken weinig beleving te hebben bij de nieuw aan te leren woorden. De oefeningen worden netjes gemaakt, maar bieden op de manier waarop ze worden aangeboden weinig uitdaging. Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 7

10 Ik onderzoek welke mogelijkheden er gecreëerd kunnen worden om het woordenschatonderwijs op openbare basisschool de Zandloper zo aan te bieden, dat er zowel bij de leerkrachten als bij de leerlingen meer betrokkenheid bij het woordenschatonderwijs ontstaat, teneinde het woordenschatonderwijs doeltreffender te kunnen aanbieden. 1.5 Vraagstelling Naar aanleiding van de probleemstelling is er een onderzoeksvraag geformuleerd. De deelvragen zullen de weg aangeven die gevolgd zal worden naar het antwoord op de geformuleerde probleemstelling Hoofdvraag Hoe kunnen op basisschool de Zandloper de digitale leermiddelen zo worden ingezet dat het onderwijs op het gebied van woordenschat in de midden- en bovenbouw op een doeltreffender manier kan worden aangeboden? Deelvragen Om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag, worden de volgende deelvragen onderzocht: Deelvragen: theorie 1) Wat is woordenschatonderwijs? a. Hoe zijn de kerndoelen en tussendoelen van woordenschatonderwijs geformuleerd? b. Wat is de rol van het woordenschatonderwijs in het totale taalonderwijs? c. Wat houdt woordenschatonderwijs precies in specifiek voor de bovenbouw? d. Welke handelingsadviezen worden beschreven bij het aanleren van nieuwe woorden? e. Zijn er goed aansluitende digitale programma s bij woordenschatmethodes? Deelvragen: praktijk 2) Welke woordenschatmethode hanteert obs de Zandloper? a. Hoe wordt die methode nageleefd en wat kan worden veranderd? b. Wat schrijft de handleiding van de desbetreffende methode voor over het aanbod van woordenschatonderwijs? c. Welke positie neemt het woordenschatonderwijs in het weekprogramma in? d. Hoe wordt het woordenschatonderwijs onderwezen? 3) Hoe kan een digitale werkomgeving de leerlingen zo motiveren, dat ze bewust kiezen om tot woordleerstrategieën over te gaan? a. Welke vaardigheden moeten de leerkrachten van de Zandloper worden aangeleerd om nieuwe media te kunnen inzetten? b. Hoe kunnen de leerkrachten op de Zandloper met ICT als ondersteuning het woordenschatonderwijs zodanig aan gaan bieden, dat het woordenschatonderwijs naar een hoger niveau wordt gebracht? Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 8

11 c. Welke vaardigheden moeten de leerlingen van de Zandloper worden aangeleerd om het woordenschatonderwijs met de nieuwe aangeboden ICT-mogelijkheden te kunnen gebruiken? Om tot een conclusie en aanbeveling te kunnen komen naar aanleiding van de hoofdvraag, worden er deelvragen opgesteld en onderzocht. In dit rapport is te lezen hoe de deelvragen zijn onderzocht. Het rapport bestaat uit 8 hoofdstukken. Leeswijzer Hoofdstuk 1) In dit hoofdstuk wordt het vooronderzoek en afbakening van de probleemstelling weergegeven. De probleemstelling wordt uiteengezet en samen met de deelvragen vermeld. Tevens volgt er een kort beschrijving van de onderzoekslocatie. Hoofdstuk 2) De opbouw en aanpak van het onderzoek worden hier beschreven. Er wordt ingegaan op de onderzoeksmethode en de manier van dataverzameling. Hoofdstuk 3) Handelt over het woordenschatonderwijs in het algemeen en zet de kerndoelen, tussendoelen en leerlijnen uiteen. Vanuit een helikopterview wordt het woordenschatonderwijs onder de loep genomen en van algemeen woordenschatonderwijs naar woordenschatonderwijs op de basisschool uiteengezet. Daarnaast wordt telkens de brug van woordenschatonderwijs naar ICT gemaakt. Als laatste is mijn visie hierop uitgeschreven. Hoofdstuk 4) Bespreekt de woordenschatmethode van de onderzoekslocatie. Aangegeven wordt welke hoofdpunten van curriculaire spinnenweb van SLO worden uitgelicht en waarom juist deze hoofdpunten. Hoofdstuk 5) De onderzoekslocatie: Een beschrijving van obs De Zandloper waarbij tevens hun visie op taalonderwijs en ICT worden geschetst. Hoofdstuk 6) Zet het praktijkonderzoek uiteen. Gegevens van observaties en vragenlijsten worden weergegeven, waarna een samenvatting volgt van de bevindingen van het literatuur- en het praktijkonderzoek. Hoofdstuk 7) Naar aanleiding van de bevindingen uit hoofdstuk 6 wordt er een handelingsadvies opgesteld en een protocol gemaakt. Deze zijn te vinden in dit hoofdstuk. Hoofdstuk 8) Handelt over de vraag of het protocol voldoet aan de criteria van het onderzoek en wordt afgesloten met een evaluatie op het onderzoeksproces. Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 9

12 2 Onderzoek 2.1 Onderzoekstype Dit onderzoek valt onder het onderzoekstype: kwalitatief onderzoek. Het onderzoek is kleinschalig en wordt weergegeven in de vorm van geschreven teksten. Het bevat geen cijfermatig verzamelde gegevens. Het kwalitatief gedeelte van dit onderzoek bestaat uit literatuuronderzoek en het houden van een praktijkonderzoek (observaties en vragenlijst). 2.2 Onderzoeksmethode Om tot het beantwoorden van de hoofdvraag te komen, worden de verschillende deelvragen onderzocht. Tijdens het onderzoek worden de volgende stappen genomen: 1. De kerndoelen, de tussendoelen en de rol van het woordenschatonderwijs in het primair onderwijs wordt middels literatuuronderzoek onderzocht en in eigen bewoordingen wordt samenvattend weergegeven wat de belangrijkste bevindingen op dit gebied zijn. 2. Er wordt via literatuuronderzoek onderzocht op welke verschillende didactische wijzen woordenschatonderwijs kan worden aangeboden. Hierbij wordt vooral de wijze van het inzetten van ICT bestudeerd. Hiervan wordt in eigen woorden en samenvattend een uiteenzetting gegeven. 3. De methode woordenschatonderwijs op de onderzoekslocatie wordt geïnventariseerd en relevante informatie verder uitgediept. 4. De gebruikte woordenschatmethode op de onderzoekslocatie wordt vergeleken met de theorie die eerder is onderzocht en de verschillen zullen nader worden bekeken en uitvergroot, teneinde een handelingsprotocol op te kunnen stellen waardoor het woordenschatonderwijs doeltreffender kan worden aangeboden. Hierbij zullen de kerndoelen en tussendoelen als leidraad dienen. Het digitale aanbod van het woordenschatonderwijs wordt daarbij als speerpunt ingezet. 5. Naar aanleiding van alle beschikbare gegevens wordt er een handelingsaanbeveling geschreven die ervoor zal zorgen dat het woordenschatonderwijs op de onderzoekslocatie door het inzetten van ICT tijdens de voorbewerkings-, semantiserings- en consolidatiefase doeltreffender wordt aangeboden. 2.3 Dataverzameling In dit rapport zal ik de kwaliteit van het woordenschatonderwijs op basisschool De Zandloper uiteenzetten en zoeken naar verbetering of uitbreiding. Om dat te bereiken zal ik onderzoeken of het digitaal ondersteunen van de woordenschatlessen zal helpen bij het aanleren van nieuwe woorden. Bij ieder onderzoek zijn verschillende manieren en instrumenten om onderzoeksgegevens te verzamelen. Tijdens het uitvoeren van dit kwalitatieve onderzoek zullen de volgende middelen ingezet worden: literatuuronderzoek, vragenlijsten en observaties. Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 10

13 2.3.1 Literatuuronderzoek Door middel van literatuuronderzoek wordt vastgelegd wat de kerndoelen en tussendoelen van het woordenschatonderwijs is. Tevens wordt achterhaald wat er bekend is over de didactiek van het woordenschatonderwijs en de verschillende methoden. Welke toepassingen er zijn en hoe ze kunnen worden ingezet. Als laatste wordt door middel van het samenvatten van de verzamelde literatuur een theoretisch kader geschetst wat gebruikt is voor het praktijkonderzoek Vragenlijsten Vragenlijsten kunnen gebruikt worden om kennis, opvattingen en meningen naar voren te krijgen. (Kallenberg, e.a., 2007). De bovenbouwleerkrachten van obs De Zandloper vullen een vragenlijst in zodat ik informatie zal krijgen over hun visie omtrent woordenschatonderwijs. Deze vorm van onderzoek wordt ook wel survey genoemd. Een survey-onderzoek levert snel informatie op over de kennis of gedachten van mensen over een bepaalde kwestie of onderwerp. Kenmerkend bij dit onderzoek is dat gewerkt wordt met uniforme vragenlijsten met een beperkt aantal vragen. (Kallenberg, et al, 2007) Observatie Observeren is een methode die vaak gebruikt wordt om informatie te verzamelen over het gedrag van bijvoorbeeld leerlingen en leerkrachten. (Kallenberg, e.a., 2007). Tijdens mijn stage observeer ik drie leerkrachten in de bovenbouw van mijn onderzoekslocatie. Tevens observeer ik een aantal leerlingen uit verschillende groepen tijdens het woordenschatonderwijs. Dit is een nietparticiperende observatie. Van te voren heb ik observatiepunten genoteerd, zodat ik gericht kan waarnemen. De registratie van de observatie vindt plaats in de vorm van een beschrijvend verslag. De observaties kunnen als ongestructureerd worden omschreven. Vooraf zijn er geen uniforme en strenge regels opgesteld. (van Eijkeren, 2005). Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 11

14 3 Het woordenschatonderwijs 3.1 Inleiding De doelen van het woordenschatonderwijs worden in dit hoofdstuk uiteen gezet. Ik wil weten welke uitgangspunten er voor het woordenschatonderwijs bestaan zodat ik goed onderzoek kan doen en genoeg kennis van zaken kan opbouwen. Zonder gedegen kennis van de literatuur kan ik geen verantwoorde aanbeveling doen over het woordenschatonderwijs en kan ik geen verantwoord woordenschatonderwijs ontwerpen en vormgeven. Allereerst vind ik het noodzakelijk de kerndoelen en de tussendoelen te bestuderen en te beschrijven. Zo ontstaat er voor mij een duidelijk beeld van waaruit ik mijn onderzoek kan starten. Belangrijk is het om juist deze doelen als handleiding te gebruiken bij het ontwerpen van mijn onderwijs. Handig is het om deze doelen aan te houden bij het vormgeven van mijn onderwijs. 3.2 Kerndoelen Kerndoelen zijn eisen, opgesteld en opgelegd door de overheid waaraan het primaire onderwijs moet voldoen. Ze geven een duidelijk beeld waar het in het onderwijs over gaat. In de kerndoelen wordt een globale beschrijving gegeven van de belangrijkste onderwijsinhouden. Ze geven een breed onderwijsaanbod aan. Dit aanbod behoort aan alle leerlingen te worden aangeboden, gedurende de tijd die ze in het primair onderwijs doorbrengen. Kerndoelen zijn streefdoelen en bieden leerkrachten een duidelijk houvast bij het vormgeven van hun onderwijs waaraan ze zelf hun didactische invulling mogen geven. Leerkrachten dienen hun leerstofaanbod zodanig in te richten en vorm te geven, dat de einddoelen aan het eind van het primair onderwijs zijn behaald. De kerndoelen stellen dus eisen aan leerkrachten en niet aan leerlingen. Deze doorgaande lijn in de kerndoelen wordt aangehouden omdat kinderen gebaat zijn bij een doorgaande lijn in hun ontwikkeling. Zo geven deze een ontwikkelingslijn aan in het primair onderwijs zelf en een doorgaande lijn tussen primair en voortgezet onderwijs. Dankzij de kerndoelen worden de kansen van de leerlingen duidelijker en kan daar beter en sneller op worden geanticipeerd. (tule.slo.nl, 2011). Het woordenschatonderwijs wordt specifiek uitgeschreven in kerndoel 12; De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder 'woordenschat' vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. ( Niet alleen kerndoel 12 handelt over woordenschatonderwijs. Het woordenschatonderwijs zit in veel verschillende kerndoelen verweven. Als we alleen al kijken naar het leergebied Nederlands, zien we dat er bijna in elk kerndoel al een beroep gedaan wordt op de woordenschat. Zonder de beschikking over de juiste informatie over een specifiek woord kan dat woord niet op de goede manier worden Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 12

15 ingezet. Zonder een goed ontwikkelde woordenschat (behorend bij de leeftijd) kan een leerling geen informatie verwerven zonder deze ook te begrijpen. Om de informatie vervolgens ook weer te gebruiken in de juiste context, vraagt ook om een goed begrip van het woord. Hij zal niet alleen het woord moeten kunnen gebruiken, maar ook in de juiste zinsbouw moeten kunnen plaatsen. Hieronder zet ik de drie hoofdgroepen van het kerndoel Nederlands uiteen waaruit blijkt hoe belangrijk een gedegen woordenschat is Kerndoelen Nederlands mondeling taalonderwijs en woordenschat Ondanks dat de ontwikkeling van schriftelijke taalvaardigheid van groot belang is, is de ontwikkeling van mondelinge taalvaardigheid zeker ook zeer belangrijk. Uitbreiding van de woordenschat, aandacht voor taal en denken, toepassen van luisterstrategieën, voorlezen en vertellen: allemaal activiteiten die de mondelinge taalvaardigheid verder ontwikkelen. Daarnaast zijn zij weer voorwaarden voor het schriftelijke domein. Leerlingen leren informatie uit gesproken taal te verwerven. Ze leren deze informatie in zich op te nemen, te verwerken en er op te reflecteren. Ze kunnen hierna de informatie weer gebruiken bij hun eigen gesproken of geschreven taal. Als leerlingen de gesproken taal niet begrijpen omdat ze de woorden niet snappen of omdat ze de woorden niet in de goede context kunnen plaatsen kunnen ze niet deelnemen aan de verwerking van de informatiestroom. Als er te weinig verbindingen gelegd kunnen worden met andere woorden uit de verschillende woordconcepten, zal het woord moeilijk beklijven en uiteindelijk niet geconsolideerd worden. Het kan ook voorkomen dat een woord niet goed wordt uitgesproken, omdat het niet goed is begrepen door degene die het gebruikt. Dan kan dat woord dus ook niet goed worden begrepen door degene voor wie het woord bestemd is. Zo kan er miscommunicatie ontstaan. Als gevolg kan het voorkomen dat als een kind niet wordt begrepen, er een gevoel van onmacht ontstaat wat het zelfvertrouwen van het kind weer kan aantasten. Ook is het van belang dat kinderen de juiste woorden leren gebruiken bij discussies en het overbrengen van informatie, hierdoor wordt een kind begrepen en kan het deelnemen aan (vervolg)gesprekken op (het eigen) niveau. Het is van belang, maar zeker ook heel erg leuk om met kinderen in gesprek te gaan. Door op die manier met taal om te gaan, leren kinderen impliciet hoe ze met woorden kunnen omgaan, hoe ze woorden kunnen gebruiken of inzetten. Daarbij heeft de leerkracht een voorbeeldfunctie. Wanneer leren impliciet plaatsvindt is de kans dat de kennis beklijft groot. Expliciet leren is een minder vanzelfsprekend proces; dat komt doordat de druk van buitenaf komt. Leren praten is een voorbeeld van het impliciet leren van taalregels. Impliciet leren gebeurt gemakkelijker, is leuker omdat het op een ongedwongen manier gebeurt, en met een sterkere motivatie dan expliciet leren. ( Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 13

16 3.2.2 Kerndoelen Nederlands schriftelijk taalonderwijs en woordenschat Het begrip geletterdheid komt regelmatig voor in de literatuur. Om een duidelijk beeld te krijgen van de betekenis volgt hieronder een uiteenzetting. Geletterdheid: Abstract: Kunnen lezen en schrijven Tekst: In het onderwijs wordt het begrip `geletterdheid` op vele manieren gehanteerd. Er wordt gesproken van functionele geletterdheid om aan te geven dat iemand zich voor wat betreft lezen en schrijven op een mimimaal niveau kan redden in de maatschappij. Bij ontluikende geletterdheid staat de ontwikkeling van de geletterdheid vanaf het moment dat geschreven taal een rol gaat spelen, centraal. Beginnende geletterdheid duidt op geletterdheid in de drie laagste groepen van het basisonderwijs, gevorderde geletterdheid op groep 4 tot en met 8. ( lokaal/10364&page=1) Geletterdheid stelt veel meer voor dan alleen maar lezen en schrijven. De ontwikkeling ervan begint eigenlijk al thuis, voor de basisschooltijd. Denk daarbij aan voorlezen en vertellen in de gezinssituatie. Schriftelijke taalvaardigheid neemt vanaf de laagste groepen in het onderwijs dus al een belangrijke plaats in. De leerlingen leren informatie te achterhalen uit informatieve en instructieve teksten. Als ze geen idee hebben waar de informatie over gaat, of ze herkennen de verschillende teksten niet als zodanig, kunnen ze de informatie niet goed begrijpen en op de juiste manier verwerken. De inhoud kan op die manier niet op zijn waarde geschat worden. Dit probleem treedt op als de woordkennis van de leerling niet voldoende is en er zal geleidelijk aan een achterstand optreden. Hieruit blijkt dat het van belang is dat de leerlingen een gedegen basiskennis moeten bezitten, willen ze mee kunnen met de lessen. Als de woordenschat van leerlingen goed is, is de kans ook groot dat ze meer plezier in het lezen en schrijven zullen krijgen. Plezier in taal zal leiden tot het makkelijker en gemotiveerder opnemen en verwerken, maar ook gebruiken van informatie. De algemene kennis van de leerling zal zich steeds meer uitbreiden waardoor de leerling meer kansen zal kunnen creëren in de maatschappij. De leerling zal zich veilig genoeg om zich te uiten. Door een goede woordenschat zullen de leerlingen leren relevante informatie en meningen te ordenen. Er worden verbindingen gemaakt met allerlei andere woorden en zo ontstaat er een nieuw woordconcept. Tevens leren de leerlingen relevante informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Hoe groter de kennis van woorden, hoe duidelijker de overdracht van informatie zal zijn. Daarbij moet de leerling ook aandacht besteden aan zinsbouw en een correcte spelling. ( Kerndoelen Nederlands taalbeschouwing en woordenschat Beschouwing van taal en taalgebruik geeft kinderen gereedschappen die ze gebruiken om over taal te praten en na te denken, en taal zodanig te gebruiken, dat er een goed ontwikkelde spreektaal ontstaat. Het biedt ze inzicht in eigen en andermans taalgebruikstrategieën, zodat ze deze bewuster en doelgerichter in leren te zetten. Ze leren strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen. Dat houdt in dat de leerlingen leren hoe te leren. De leerlingen Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 14

17 verwerven in het primair onderwijs een gepaste woordenschat. Ze leren verschillende strategieën aan, voor het begrijpelijk maken van voor hen onbekende woorden. ( Kerndoelen ICT Voor ICT bestaat er geen apart kerndoel. Voorop staat dat de toepassing van ICT wordt ingebed in de didactiek en de werkwijze van de school. Educatietechnologie is geen doel op zich, maar een middel om beter, doelgericht, anders leren te realiseren. (Loon, 2010) 3.3 Leerlijnen Er zijn referentiekaders geschapen om houvast te bieden. De leerkracht kan de ontwikkeling van een leerling veel beter volgen met de leerlijnen en tussendoelen als leidraad. De leerlijnen en tussendoelen dienen als hulpmiddel om de kerndoelen te halen. De kerndoelen zijn te algemeen geformuleerd en de leerlijnen en tussendoelen zijn duidelijker te gebruiken met minder grote stappen. Deze geven leiding aan de ontwikkeling van de leerlingen op de verschillende momenten. De tussendoelen en leerlijnen zijn ontwikkeld door Het Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (SLO) in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Om scholen in het primair onderwijs te helpen bij het vertalen van de kerndoelen naar het daadwerkelijke onderwijs zijn leerlijnen en tussendoelen ontwikkeld. Een leerlijn geeft voor een leergebied aan hoe een leerling van beginniveau tot kerndoel komt. Bij het ontwikkelen van mijn woordenschatprogramma zal ik ook deze leerlijnen en tussendoelen in ogenschouw houden. Zoals hiervoor beschreven, is de rol van taal duidelijk geworden bij het kunnen verwerken van de leerstof voor alle vakgebieden, wat duidelijk te zien is in bijvoorbeeld de leerteksten van de zaakvakken en in rekentaal, denk hierbij aan de zogenaamde verhaaltjessommen. Taal is onlosmakelijk verbonden met het begrijpen van leerinhouden en zo dus voor het succes dat leerlingen ondervinden in het onderwijs en voor de plaats die ze later in de maatschappij zullen innemen. Volgens de informatie van het nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling loopt de taalverwerving en het taalonderwijs als het ware in cirkels. De leerinhouden hebben per leerjaar over het algemeen steeds dezelfde leerstof, maar omdat de complexiteit en de mate van beheersing steeds toeneemt worden de leerlingen zo steeds competentere taalgebruikers. Zodra leerlingen hun woordenschat niet op het gewenste niveau (kunnen) krijgen, zullen ze de steeds complexere leerstof niet voldoende kunnen verwerken. (SLO, 2009). 3.4 Tussendoelen Het Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (SLO) heeft de tussendoelen en leerlijnen ontwikkeld in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Met de leerlijnen en tussendoelen kan een docent de ontwikkeling van een leerling beter volgen. Het zijn ook hulpmiddelen om de kerndoelen te halen. De kerndoelen zijn ingevoerd om meer eenheid in het onderwijs te creëren, beter en doelgerichter basisonderwijs aan te kunnen bieden en om een verbetering van de aansluiting met het voortgezet onderwijs te kunnen waarborgen. Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 15

18 De Inspectie van het Onderwijs (IvhO) houdt toezicht op de naleving van de kerndoelen. ( Tussendoelen zijn momenten in de leerlijn. Een leerlijn geeft voor een bepaald leergebied aan hoe kinderen van een bepaald beginniveau tot de kerndoelen komen. Belangrijke momenten op de leerlijn worden aangegeven als tussendoelen. Aan de hand van leerlijnen en tussendoelen kunnen leraren de ontwikkeling van hun leerlingen veel beter volgen en hebben zij een leidraad om de kerndoelen te behalen. ( onderwijs/termen/term/348/). 3.5 Woordenschat in het onderwijs Het woordenschatonderwijs is een onmisbaar onderdeel van het gehele (taal)onderwijs, zowel in mondelinge als in schriftelijke vaardigheden. Zonder begrip van en inzicht in betekenissen van woorden kunnen we niet tot informatieoverdracht en communicatie komen. Het is belangrijk woorden te leren die er toe doen, die je informatie geven en waarmee je jezelf kunt uitdrukken. Een uitgebreide woordenschat is een belangrijke basis voor het schoolsucces: nieuwe kennis kan op de juiste manier worden gekoppeld aan al bestaande kennis. Daarnaast heeft taal ook een sociale functie, leerlingen dienen hun taalvaardigheid te ontwikkelen om op gelijk niveau te kunnen communiceren. Hiervoor is het belangrijk om een goede taalvaardigheid en woordkennis te bezitten. Voor op school, maar ook voor straks in de maatschappij. Als leerkracht zijn beide disciplines natuurlijk dagelijkse bezigheden. Zonder goede kennis van woorden, inzicht in woorden en begrip van woorden, kunnen we geen onderwijs op niveau aanbieden. Het onderwerp van het woordenschatonderwijs is echter breder dan alleen het aanleren van nieuwe woorden. We leren kinderen: - nieuwe woorden (zelfstandige naamwoorden met het bijbehorende lidwoord en werkwoord met vervoeging); - veelvoorkomende combinaties van woorden (bijvoorbeeld: de telefoon opnemen); - uitdrukkingen (bijvoorbeeld: in de lappenmand zitten); - vaste zinnetjes (bijvoorbeeld: graag gedaan); - spreekwoorden (bijvoorbeeld: hoge bomen vangen veel wind). (Huizenga en Robbe, 2005) Het gebruik van woorden is in een digitale omgeving ook onmiskenbaar belangrijk. Steeds vaker maken ook jongeren gebruik van nieuwe media. De Nederlandse taal wordt via sms en chat vaak verbasterd. De site van het taaluniversum zegt hierover: met sms, chat en is in rap tempo de korte schrijftaal ontstaan. Deze nieuwe schrijftaal is voor een leek soms nauwelijks te begrijpen. Klinkers vallen weg en hoe korter, hoe beter. Veel jongeren communiceren via short message services, kortweg sms. Met soms waanzinnige snelheid tikken ze berichtjes in op hun mobiele telefoon. Nu rijst de vraag: in hoeverre heeft het veelvuldig gebruik van de sms-taal zijn weerslag op de Nederlandse taal? Er is nog geen onderzoek gedaan naar de invloed van sms-taal op Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 16

19 de schrijfwijze van het Nederlands onder jongeren. Toch merken sommige leerkrachten die het vak Nederlands verzorgen wel dat er enigszins sprake is van taalverloedering. (Lodik, taalunieversum.org/nieuws/1641). Het is dus voor ons leerkrachten op de basisschool, van belang de basis goed aan te leren. De woordenschat van de leerlingen zo groot mogelijk te maken. Vooral ook omdat de leerlingen steeds jonger en steeds vaker gebruik gaan maken van nieuwe media. Hoe leuker en interessanter je het woordenschatonderwijs op school maakt, hoe gemotiveerder de leerlingen zullen worden. Tegenwoordig is er ook op digitaal gebied veel aanbod van educatieve (oefen)programma s voor het woordenschatonderwijs. Zowel voor het digibord als voor de computers in de klas. In veel van die programma s krijgen de leerlingen op een speelse wijze nieuwe woorden, strategieën en oefeningen voor het uitbreiden van hun woordenschat aangeboden. Bewezen is het positieve gebruik van ICT bij taal in het onderwijs. Bij peuters al, neemt het verhaalbegrip, de woordenschat en de grammaticale kennis toe door het gebruik van pratende prentenboeken. (Verhallen, 2003). Het lezen van interactieve prentenboeken kan leerlingen uit de onderbouw helpen om hun woordenschat te vergroten en een beter inzicht te krijgen in verhaalstructuren. En heel belangrijk: Leerlingen onthouden een nieuw woord beter als ze het tegelijk met plaatjes krijgen aangeboden. Heel makkelijk hierbij is het inzetten van ICT. Het gebruik van deze nieuwe manier van informatie- en communicatiemiddelen roept voor taalonderwijs de noodzaak op tot nog betere woordenschat, schriftelijk en mondelinge communicatie, spelling, begrijpen en analyseren van teksten. (Bronkhorst, 2007). Goed doordachte woordenschatsoftware en andere digitale toepassingen bieden kansen die er nog nooit geweest zijn. Het is nu tijd om ze te benutten. (Cöp, 2009). Het gebruik bijvoorbeeld van mindmapsoftware voor het digibord is een handige tool. Zie voor goede mindmapsoftware de links op de site van Een belangrijke manier om woorden te leren is om ervoor te zorgen dat kinderen voldoende onbekende, maar wel functionele, woorden tegenkomen. Dat wil zeggen, woorden die in een redelijke frequentie gebruikt worden en qua vertrouwdheid niet te makkelijk en ook niet te moeilijk zijn. In een schoolse omgeving wordt het in contact komen met deze woorden veelal gelijkgeschakeld met het zorgen dat kinderen de juiste boeken en teksten lezen. Deze redenering klopt ten dele. Natuurlijk is het zo dat boeken en schriftelijke teksten altijd een belangrijke plaats hebben ingenomen om nieuwe woorden en begrippen tegen te komen. Maar met betrekking tot het mediagebruik weten we dat jongeren steeds minder tekst tegenkomen op papier en steeds meer taal van schermen lezen en beluisteren. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (Breedveld et al, 2006) naar de tijdsbesteding per mediavorm, blijkt dat het lezen in gedrukte media afneemt. Daar staat tegenover dat er een duidelijke opgaande lijn te zien is in het gebruik van de computer, de televisie, internet en audio. Dit betekent dus dat kinderen steeds vaker nieuwe woorden tegenkomen op beeldschermen en in geluidsbestanden in plaats van op papier. Dit heeft zeker betekenis voor het woordenschatonderwijs, want het is belangrijker dat kinderen Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 17

20 veelvuldig met nieuwe woorden in aanraking komen dan dat dit per se op papier zou moeten gebeuren. Schermen zijn niet meer weg te denken in de leefomgeving van jongeren. Sterker nog, voor veel van hen is het een van de plaatsen waar ze intensief talig bezig zijn. Waarom dus niet ook in de woordenschatles. (Cöp, 2009). Een ruime woordenschat is belangrijk voor alle taalvaardigheden. Een woord moet voor leerlingen een steeds diepere woordkennis krijgen. Dat betekent dat er een steeds groter beroep gedaan moet kunnen worden op een abstracte, hiërarchische organisatie van de verbanden tussen verschillende woordconcepten. Leerlingen moeten een woord niet als een product op zich te zien, maar onbewust al diverse verbindingen maken met andere woorden. Bijvoorbeeld: een mug is een insect en valt onder de groep dieren. Zogenoemde hiërarchische structuren. (Verhallen, 2005). Leerlingen leren teksten gemakkelijker te interpreteren als ze verbanden kunnen leggen. Teksten kunnen op die manier beter worden begrepen. Ze leren teksten in specifieke contexten te plaatsen, een manier om structuren aan te leggen in de informatiestroom op school. 3.6 Risicogroep Om zinvol woordenschatonderwijs te kunnen verzorgen, moet je als leerkracht weten hoe de beginsituatie van de leerlingen is. Welke kinderen hebben een beperkte woordenschat, welke kinderen hebben moeite met lastige woorden zoals verwijswoorden en woorden met een abstracte betekenis? Er zijn bepaalde groepen kinderen van wie bekend is dat ze uit een taalarmer milieu komen, zij zullen met een (veel) kleinere woordenschat op school komen. Het deelgebied waarin de school staat is zo n taalarm gebied. Een aantal leerlingen komt op school met een relatief kleine woordenschat. Hun woordenschat in het Standaardnederlands is vaak ontoereikend om het onderwijs goed te kunnen volgen. Drie mogelijkheden om in te spelen op de verschillen in de beginsituatie: pre-teaching; werken met niveaugroepen; inzet van computerprogramma s Pre-teaching houdt in dat je zwakke leerlingen voorbereidt op de leerstof. Je kunt pre-teaching alleen goed doen als je daar binnen het programma tijd voor vrij kunt maken. Ook het werken met niveaugroepen vergt extra tijd. Je zult een apart programma moeten inzetten voor de groep zwakke leerlingen. Sommige methoden hebben hiervoor speciale lessen ontwikkeld. Computerprogramma s zijn tegenwoordig een handig middel om de leerlingen individueel extra oefeningen te laten doen. Op die manier kunnen ze zelfstandig een deel van hun achterstand inhalen. (Huizinga, 2005). 3.7 Woordenschat op de basisschool Woordenschatonderwijs op de basisschool is niet alleen het aanleren van nieuwe woorden. Ook het leren gebruiken en toepassen van die nieuwe woorden is belangrijk. Daarvoor moeten de leerlingen Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 18

21 weten wanneer ze bepaalde woorden kunnen inzetten. Welke context er bij de woorden hoort en of het gebruik van die woorden zodoende ook duidelijk is voor degene voor wie de woorden bedoeld zijn. In de midden- en bovenbouw blijft het aanleren van nieuwe woorden belangrijk. In de literatuur wordt regelmatig aangegeven dat een woordenschat van zo n woorden aan het eind van de basisschool een mooi streven is. In de kerndoelen worden geen aantallen genoemd. Het wordt in de midden- en bovenbouw steeds belangrijker voor de leerlingen om de diepe woordkennis te stimuleren. Leerlingen moeten steeds vaker toe met een abstractere, hiërarchische organisatie van verbanden tussen woordconcepten. Leerlingen zullen over verschillende gradaties van woordkennis moeten gaan beschikken. Belangrijk hierbij is dan natuurlijk dat ze de juiste waarde aan het woord kunnen geven. Ze zullen steeds meer verbanden gaan leggen tussen de betekenissen van woorden en zodoende hun kennis kunnen verbreden. Dit is nodig om de steeds moeilijkere en uitgebreidere teksten, uit bijvoorbeeld de lesstof van de zaakvakken te kunnen begrijpen. (Verhoeven & Vermeer, 1996) 3.8 Woordenschat in de bovenbouw In de midden- en bovenbouw wordt steeds vaker een beroep gedaan op de woordleerstrategieën die de leerlingen zich eigen moeten maken. Woordleerstrategieën zijn strategieën die de leerlingen kunnen gebruiken bij het vinden van de betekenis van de voor hen nog onbekende woorden uit de verschillende teksten. Zodra zij zich deze strategieën eigen hebben gemaakt, zullen zij minder afhankelijk zijn van de onderwijssituaties om zich nieuwe woorden eigen te maken. Om effectief gebruik te kunnen maken van deze strategieën dient de leerling over een adequate woordkennis te bezitten van zo n woorden en moet daarbij een bepaald ontwikkelingsniveau hebben bereikt. (Kienstra, 2003) Taal speelt in alle vakken op de basisschool een cruciale rol. Het verwerven van kennis en vaardigheden in andere vakken is afhankelijk van het begrijpen van de leerstof. Teksten die bijvoorbeeld bij zaakvakken worden aangeboden bevatten een steeds ingewikkelder woordenschat. De teksten worden moeilijker en volgen een duidelijke opbouw in hun aanbod. Om de juiste woorden te kunnen aanbieden is het nodig om te onderzoeken welke woorden in aanmerking komen. Drie belangrijke aandachtspunten voor woordselectie zijn: De betekenis van een woord is onbekend voor tenminste een deel van de leerlingen in de groep. Het woord is functioneel, dat wil zeggen dat de leerlingen het woord daadwerkelijk ook zullen inzetten, in de context van een situatie, in de communicatie met anderen, of in een volgende les (frequentie, spreiding en nut). Het woord past in de context van een verhaal of thema. Of in een spontaan ontstane situatie naar aanleiding van bijvoorbeeld een gebeurtenis of actualiteit (pregnante context). (Verhallen, 2005). Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 19

22 3.9 Woordenschatonderwijs en de leerkracht Om goed woordenschatonderwijs te kunnen geven moeten leerkrachten over verschillende vaardigheden beschikken. Die woordenschatroutines zijn in alle vakken en door alle groepen heen toepasbaar: woordenschatuitbreiding kan dan in alle onderwijsleeractiviteiten plaatsvinden en loopt als een rode draad door het hele onderwijs. Eén van die basisvaardigheid is clusteren. Woordclusters zijn verbanden van verschillende woorden rond een thema. Door in plaats van één woord, tegelijk drie of vier nieuwe woorden die onderling nauw verbonden zijn te kiezen en aan te bieden, wordt woordenschat gekoppeld aan systematische opbouw van kennis en kan er zelfs een versnelling in de woordenschatuitbreiding worden bereikt. Dat levert zowel kwantitatief als kwalitatief winst op. (Verhallen, 2005) Om leerlingen betrokken te houden is het belangrijk dat de leerkracht samen met de leerlingen de woorden ordent op een woordmuur (categoriseren). Tevens zullen er doelwoorden worden geselecteerd (naar nut, frequentie, spreiding en relevante context). Daarna worden de begrippen en hun betekenissen volgens de viertakt aangeleerd. (Van den Nulft & Verhallen, 2009) Zie paragraaf Voorbewerken Semantiseren (uitleg van betekenis) Consolideren (inoefenen) Controleren. De leerkracht zal, behalve uit de woordenschatmethode, ook nieuwe woorden uit hedendaagse, betekenisvolle, contextrijke situaties moeten halen. Voorbeelden zijn: de media, actualiteiten in de klas en situaties uit het leven van de leerlingen, zoals sporten en hobby s. De leerkracht biedt door het geven van gerichte instructie de leerlingen gelegenheid om verschillende strategieën in te zetten voor het afleiden en onthouden van woordbetekenissen. Tevens worden de leerlingen gestimuleerd strategieën te gebruiken om de betekenis van nieuwe woorden af te leiden. De doelwoorden worden uitgezocht en in betekenisvolle contexten aangeboden. Verscheidene verwerkingen, zoals taaloefeningen, woordspelletjes, presentaties en dergelijke worden erbij gezocht en de leerlingen kunnen aan het werk. Het is belangrijk dat de leerlingen: Een ruime receptieve en productieve woordkennis verwerven. Strategieën verwerven om de betekenis van woorden af te leiden uit de context. Strategieën verwerven om de betekenis van woorden te onthouden. Reflecteren op hun eigen woordenschatontwikkeling. Wanneer een leerkracht de leerlijnen als leidraad gebruikt voor zijn onderwijs, zal hij zodra het woordenschatonderwijs betreft de volgende onderdelen ter hand moeten nemen. Er zal een rijke Woordenschat en ICT in het basisonderwijs 20

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal.

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal. Taal: vakspecifieke toelichting en tips Taalverwerving en -onderwijs verlopen als het ware in cirkels: het gaat vaak om dezelfde inhouden, maar de complexiteit en de mate van beheersing nemen toe. Anders

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

De Viertakt van Verhallen

De Viertakt van Verhallen De Viertakt van Verhallen Waarom werken met de Viertakt van Verhallen? Vooral in groep 3 leren de kinderen veel nieuwe woorden. Niet alleen tijdens het lezen, maar ook gewoon tijdens de lessen. Het is

Nadere informatie

Woordenschatonderwijs

Woordenschatonderwijs Woordenschatonderwijs 1 Inleiding: Aanleiding om op de Mauritsschool woordenschatonderwijs speerpunt van verbetering te maken: -we hebben te maken met tegenvallende resultaten bij dit vakgebied -kijkend

Nadere informatie

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 1 Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 Mondeling onderwijs Kerndoel 1 Kerndoel 2 Kerndoel 3 Schriftelijk onderwijs Kerndoel 4 Bijlage kerndoel 4 leestechniek Kerndoel 5 Kerndoel

Nadere informatie

DATplus. Kerndoelanalyse SLO

DATplus. Kerndoelanalyse SLO DATplus Kerndoelanalyse SLO September 2014 Verantwoording 2014SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming

Nadere informatie

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Oktober 2015 Verantwoording 2015 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het

Nadere informatie

Taal in beeld Spelling in beeld

Taal in beeld Spelling in beeld Taal in beeld/ / Spelling in beeld Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld

Nadere informatie

Zin in taal/ Zin in spelling tweede editie

Zin in taal/ Zin in spelling tweede editie Zin in taal/ Zin in spelling tweede editiee Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt

Nadere informatie

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Amber Van Geit Opleiding:

Nadere informatie

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Taalfontein Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om

Nadere informatie

Staal. Kerndoelanalyse SLO

Staal. Kerndoelanalyse SLO Staal Kerndoelanalyse SLO oktober 2014 Verantwoording 2014SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming van

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

Taalconferentie Hoera! Lezen. In gesprek met de inspectie. Programma. Uw beeld. Marja de Boer

Taalconferentie Hoera! Lezen. In gesprek met de inspectie. Programma. Uw beeld. Marja de Boer Taalconferentie Hoera! Lezen Kansen en uitdagingen voor begrijpend lezen In gesprek met de inspectie Marja de Boer Programma Hoe beoordeelt de inspectie kwaliteit onderwijs BL? Uw beeld Een aantal misvattingen

Nadere informatie

Visie op de rol als uitvoerder van onderwijs

Visie op de rol als uitvoerder van onderwijs Visie op de rol als uitvoerder van onderwijs Proeve van bekwaamheid als uitvoerder van onderwijs door Priscilla, student bij pabo InHolland Alkmaar Bij Pabo Alkmaar voeren 4 e jaarsstudenten een ondernemende

Nadere informatie

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + +

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + + Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands? - + + De gebruikte methoden stellen duidelijke (toetsbare) doelen en leerlijnen voor begrijpend lezen. Zwakke lezers krijgen een aanvullend

Nadere informatie

1. Ik zorg voor een inspirerende leeromgeving waarin de leerlingen zelfstandig leren

1. Ik zorg voor een inspirerende leeromgeving waarin de leerlingen zelfstandig leren Stellingen visie 1. Ik zorg voor een inspirerende leeromgeving waarin de leerlingen zelfstandig leren 2. Ik heb voldoende vertrouwen in mijn leerlingen om ze op afstand te coachen en begeleiden 3. Ik houd

Nadere informatie

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO 21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs Maaike Rodenboog, SLO m.rodenboog@slo.nl SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Onafhankelijke, niet-commerciële positie als

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Netwerkbijeenkomsten Taal voor Havo en Vwo april Lydia van Deelen Meeng, managing consultant CPS

Netwerkbijeenkomsten Taal voor Havo en Vwo april Lydia van Deelen Meeng, managing consultant CPS Netwerkbijeenkomsten Taal voor Havo en Vwo april 2012 Lydia van Deelen Meeng, managing consultant CPS l.vandeelen@cps.nl M:06-55898565 Inhoud van deze bijeenkomst Bewust en Belang: Theoretische achtergrond

Nadere informatie

De competenties. A Vertellen en voorlezen. A 1.2 Competenties. Competenties

De competenties. A Vertellen en voorlezen. A 1.2 Competenties. Competenties De competenties A Vertellen en voorlezen A 1.2 A1 A2 A3 A4 Je kunt verhalen om voor te lezen of te vertellen kiezen voor iedere leeftijdsgroep van de basisschool. Je kunt het voorlezen of vertellen van

Nadere informatie

Taal Integraal Op Een Weekschaal

Taal Integraal Op Een Weekschaal GEREEDSCHAP Taal Integraal Op Een Weekschaal Taalonderwijs is vaak: zappen van het oefenen van de ene vaardigheid naar de andere, van het ene onderwerp naar het andere, van de ene tekst naar de andere.

Nadere informatie

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Programma Kennismaken Presentatie Jong geleerd Warming-up Pauze Praktische oefening Afsluiting Jong geleerd over het belang van actieve stimulering van ontluikende

Nadere informatie

Blauwe stenen leer je zo

Blauwe stenen leer je zo Handleiding groep 3-8 Blauwe stenen leer je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een steen van Jeelo leert. Voor groep 3-4 wijzer 2009 Zo leer je blauwe stenen

Nadere informatie

Oranje stappers maak je zo

Oranje stappers maak je zo Handleiding groep 3-8 Oranje stappers maak je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een oranje stapper van Jeelo maakt. Voor groep 3-4 wijzer 2008 Zo maak je oranje

Nadere informatie

Gemaakt door: Tessa Vos Marije van Weenen Lenneke Flikweert Melanie de Lange 3j5

Gemaakt door: Tessa Vos Marije van Weenen Lenneke Flikweert Melanie de Lange 3j5 Gemaakt door: Tessa Vos Marije van Weenen Lenneke Flikweert Melanie de Lange 3j5 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Onderzoeksvraag... 2 Hoe pas je woordenschatdidactiek toe in de praktijk?... 2 Beantwoording

Nadere informatie

WOORDENSCHAT De 4-Takt KWALITEITSKAART. ALGEMENE De 4-Takt. Didactisch

WOORDENSCHAT De 4-Takt KWALITEITSKAART. ALGEMENE De 4-Takt. Didactisch WOORDENSCHAT De 4-Takt Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteitskaart zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer bevat

Nadere informatie

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde van

Nadere informatie

Dossieropdracht 3. Analyse 1 - Didactiek

Dossieropdracht 3. Analyse 1 - Didactiek Dossieropdracht 3 Analyse 1 - Didactiek Naam: Thomas Sluyter Nummer: 1018808 Jaar / Klas: 1e jaar Docent Wiskunde, deeltijd Datum: 22 november, 2007 Samenvatting Het realistische wiskundeonderwijs heeft

Nadere informatie

Handleiding leerkrachten. Eigen strip maken. Kerndoelen: Taal en ict 1x per week 4 tot 5 weken

Handleiding leerkrachten. Eigen strip maken. Kerndoelen: Taal en ict 1x per week 4 tot 5 weken Handleiding leerkrachten Eigen strip maken Doelgroep: Vak: Duur: Midden/bovenbouw Taal en ict 1x per week 4 tot 5 weken Inhoud: Het project wordt uitgevoerd tijdens de taallessen die ingeroosterd zijn.

Nadere informatie

Uitwerking kerndoel 12 Nederlandse taal

Uitwerking kerndoel 12 Nederlandse taal Uitwerking kerndoel 12 Nederlandse taal Tussendoelen en leerlijnen Nederlandse taal Primair onderwijs In samenwerking met het expertisecentrum Nederlands Enschede, 1 juni 2006 Nederlands kerndoel 12 Stichting

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

ENGELS als Tweede Taal

ENGELS als Tweede Taal ENGELS als Tweede Taal o.b.s. De Drift de Pol 4a 9444 XE Grolloo 0592-501480 drift@primah.org Inhoudsopgave Inhoud: 1. Inleiding 2. Keuze voor de Engelse taal (Why English?) 3. Vroeg vreemde talenonderwijs

Nadere informatie

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Helmond, 16 juni 2016 Puck Lamers Master Onderwijswetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen drs. Monique van der Heijden dr. Jeannette Geldens Kempelonderzoekscentrum

Nadere informatie

CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN

CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN Binnen de Taallijn staat de deskundigheidsbevordering van (toekomstige) leidsters centraal. De nadruk in de scholing ligt dan ook

Nadere informatie

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,

Nadere informatie

Methodeanalyse Talent

Methodeanalyse Talent Methodeanalyse Talent Wij hebben gekozen voor de methode Talent. Voornamelijk omdat Tessa en Wouter er veel mee hebben gewerkt. Wouter en Tessa hebben wel hele verschillende ervaringen met de methode.

Nadere informatie

Serious gaming in het basisonderwijs Adviesnota

Serious gaming in het basisonderwijs Adviesnota 2012 Serious gaming in het basisonderwijs Adviesnota Carolien Popken SAB Schoolvereniging Aerdenhout- Bentveld 14-6-2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Onderzoek... 4 Voorwoord... 4 Antwoord op de deelvragen

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89 Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op

Nadere informatie

Voorwoord. Graag bedanken we iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan dit document:

Voorwoord. Graag bedanken we iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan dit document: leerlijnen Voorwoord Mondomijn is een innovatieve samenwerking tussen Qliq primair onderwijs en Korein Kinderplein. Samen bieden we een eigentijdse vorm van onderwijs en kinderopvang. Ons uitgangspunt?

Nadere informatie

2.BESCHRIJVING VAN HET TAALONDERWIJS VAN DE SCHOOL

2.BESCHRIJVING VAN HET TAALONDERWIJS VAN DE SCHOOL Taalbeleid 1.ALGEMEEN 1.1 Woord vooraf 1.2 Visie van de school 1.3 Omschrijving taalbeleid 1.4 Motivering van het belang van taalbeleid onze school 1.5 De populatie van de school 2.BESCHRIJVING VAN HET

Nadere informatie

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Overal tekst Kerndoelanalyse SLO juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen WWW.CPS.NL Wat ben ik? Wat staat bovenaan m n verlanglijst? Het programma: van pingpongen

Nadere informatie

Onze Klas Mijn Wereld: Woordenschat: basis van het leren

Onze Klas Mijn Wereld: Woordenschat: basis van het leren Onze Klas Mijn Wereld: Woordenschat: basis van het leren Woordenschat is het taaldomein waarin het verwerven van woordbetekenissen en woordvormen centraal staat. Een uitgebreide woordenschat is belangrijk

Nadere informatie

Vakgebieden Methoden Omschrijving Taal Groep 1-2. Schatkist

Vakgebieden Methoden Omschrijving Taal Groep 1-2. Schatkist Nederlandse taal Kinderen ontwikkelen mondelinge en schriftelijke vaardigheden waarmee ze de Nederlandse taal leren gebruiken in situaties die zich in het dagelijkse leven voordoen. Tevens verwerven ze

Nadere informatie

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING In gesprek met elkaar. Uitwerking van de stellingen. De onderstaande stellingen hebben we deze avond besproken onder elke stelling staan een aantal opmerkingen die

Nadere informatie

Woordenschat Een vak apart?

Woordenschat Een vak apart? Woordenschat Een vak apart? Learning words Inside & out Tessa de With Enschede Woensdag 28 oktober 2009 3 Het voorbeeld van de muis Een model van het leren lezen Begrijpend luisteren Woordenschat Technisch

Nadere informatie

Audit WoordenSchatuitbreiding.

Audit WoordenSchatuitbreiding. Naam: Groep: Audit WoordenSchatuitbreiding. Invoeringsfase: Opmerkingen (knelpunten afspraken): Datum: Tijd: 1. Doelen: a. b. c. 2. Discussie en/of reflectie: 3. Klassenbezoek / feedback: Werkwijze: Observatiepunten

Nadere informatie

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Persoonlijk leerdoel: Groep: Aantal leerlingen: Tijdens de les zorg ik dat er aanzet gemaakt

Nadere informatie

Obs De Bouwsteen maart 2014. Notitie huiswerkbeleid OBS DE BOUWSTEEN

Obs De Bouwsteen maart 2014. Notitie huiswerkbeleid OBS DE BOUWSTEEN Notitie huiswerkbeleid OBS DE BOUWSTEEN Huiswerkbeleid OBS de Bouwsteen Waarom geven we huiswerk? Welk huiswerk geven we? Welke rol hebben ouders? Welke rol heeft school? Inleiding Na een discussie in

Nadere informatie

Een geslaagde activiteit

Een geslaagde activiteit Een geslaagde activiteit Toelichting: Een geslaagde activiteit Voor Quest 4 heb ik een handleiding gemaakt met daarbij de bijpassend schema. Om het voor de leerkrachten overzichtelijk te maken heb ik gebruik

Nadere informatie

POP Martin van der Kevie

POP Martin van der Kevie Naam student: Martin van der Kevie Studentnr.: s1030766 Studiefase: leerjaar 1 Datum: 18 okt 2009 Interpersoonlijk competent Overzicht wat leerlingen bezig houdt dit kun je gebruiken tijdens de les. Verder

Nadere informatie

DOE040 VOORTGEZET ONDERWIJS

DOE040 VOORTGEZET ONDERWIJS BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK DOE040 VOORTGEZET ONDERWIJS TE EINDHOVEN INHOUD Uitkomst onderzoek DOE040 VO te Eindhoven 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage

Nadere informatie

Schrijflessen en zaakvakken verrijken met didactische richtlijnen

Schrijflessen en zaakvakken verrijken met didactische richtlijnen Liz Huisman Schrijflessen en zaakvakken verrijken met didactische richtlijnen Modern, activerend en geïntegreerd schrijfonderwijs Het schrijfonderwijs is didactische en inhoudelijk op veel basisscholen

Nadere informatie

Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken?

Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken? Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken? Vorm groepjes en verdeel de volgende rollen: groepsleider, verslaggever en tijdbewaker. 1. Eindtermen Nederlands: een verkenning

Nadere informatie

PrOmotie, Hét leermiddelenpakket voor het praktijkonderwijs

PrOmotie, Hét leermiddelenpakket voor het praktijkonderwijs Hét leermiddelenpakket voor het praktijkonderwijs hét leermiddelenpakket voor het praktijkonderwijs De leeromgeving biedt het praktijkonderwijs, zijn leerlingen en docenten een volwaardig en betaalbaar

Nadere informatie

Digitale geletterdheid en de lerarenopleidingen, een ontwikkelplan

Digitale geletterdheid en de lerarenopleidingen, een ontwikkelplan Digitale geletterdheid en de lerarenopleidingen, een ontwikkelplan SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling VELON conferentie Brussel, 4 februari 2016 Petra Fisser, Monique van der Hoeven, Sigrid

Nadere informatie

2. Waar staat de school voor?

2. Waar staat de school voor? 2. Waar staat de school voor? Missie en Visie Het Rondeel gaat uit van de Wet op het Basisonderwijs. Het onderwijs omvat de kerndoelen en vakgebieden die daarin zijn voorgeschreven. Daarnaast zijn ook

Nadere informatie

Voorwoord. Wij wensen u veel plezier en inzicht in het gebruik van de leerlijnen! Team Mondomijn. Bedankt!

Voorwoord. Wij wensen u veel plezier en inzicht in het gebruik van de leerlijnen! Team Mondomijn. Bedankt! leerlijnen Engels Voorwoord Mondomijn is een innovatieve, integrale samenwerking tussen Qliq primair onderwijs en Korein Kinderplein. Samen bieden we een eigentijdse vorm van onderwijs en kinderopvang.

Nadere informatie

Naam: School: basisschool voortgezet onderwijs Plaats: Leeftijd: Aantal jaar onderwijservaring:

Naam: School: basisschool voortgezet onderwijs Plaats: Leeftijd: Aantal jaar onderwijservaring: Docentenvragenlijst op het gebied van ict-gebruik en natuur- en techniekonderwijs, voormeting Naam: School: basisschool voortgezet onderwijs Plaats: Leeftijd: Aantal jaar onderwijservaring: Ik ben een:

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Taal en taalonderwijs. 2 Taalverwerving

Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Taal en taalonderwijs. 2 Taalverwerving Inhoudsopgave Inleiding 1 Taal en taalonderwijs 1.1 Achtergrondkennis: wat is taal? 1.1.1 Functies van taal 1.1.2 Betekenis van taal 1.1.3 Systeem van taal 1.1.4 Componenten van de kennis over taal 1.2

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 OBS REMBRANDT School: openbare basisschool Rembrandt Plaats: Akersloot BRIN-nummer: 04GB Onderzoeksnummer: 103497 Datum uitvoering

Nadere informatie

Didactische verantwoording. Allemaal taal. Taal en communicatie voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang en op de peuterspeelzaal

Didactische verantwoording. Allemaal taal. Taal en communicatie voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang en op de peuterspeelzaal Didactische verantwoording Allemaal taal Taal en communicatie voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang en op de peuterspeelzaal Jenny van der Ende Taalondersteuning bij kinderen Naast behoefte aan

Nadere informatie

Woordenschatonderwijs. Ideeën, modellen en (werk)vormen die de leerkrachten kunnen inzetten in de klas om het woordenschatonderwijs

Woordenschatonderwijs. Ideeën, modellen en (werk)vormen die de leerkrachten kunnen inzetten in de klas om het woordenschatonderwijs Schooljaar 2011-2012 Woordenschatonderwijs Ideeën, modellen en (werk)vormen die de leerkrachten kunnen inzetten in de klas om het woordenschatonderwijs te verbeteren opbrengsten Schooljaar 2012-2013 Woordleerstrategieën

Nadere informatie

Projectdefinitie. Plan van aanpak

Projectdefinitie. Plan van aanpak Projectplan DOT2 Projectdefinitie ICT is niet meer weg te denken uit ons onderwijs (Hasselt, 2014). Als (toekomstige) leerkracht is het belangrijk dat je daar op inspeelt en kennis hebt van de laatste

Nadere informatie

Leerjaar 2: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

Leerjaar 2: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A Leerjaar 2: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A Thema 11: Mijn vrije tijd besteden c: Kiezen van een vrijetijdsbesteding Thema 1 Introles De leerling benoemt clubs, verenigingen

Nadere informatie

Agenda onderwijsavond bovenbouw

Agenda onderwijsavond bovenbouw Agenda onderwijsavond bovenbouw Kerndoelen PO Referentieniveaus Onderwijsinhoud op de Bron Wat komt er aan bod in groep 6-7-8 Leren in de echte wereld Kerndoelen PO: Wat moeten kinderen kennen en kunnen

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

ABCDE Twee. Kerndoelanalyse SLO

ABCDE Twee. Kerndoelanalyse SLO ABCDE Twee Kerndoelanalyse SLO januari 2014 Verantwoording 2014 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming

Nadere informatie

Werkplan vakverdieping kunstvakken

Werkplan vakverdieping kunstvakken Werkplan vakverdieping kunstvakken 2012-2013 algemene gegevens Naam: Klas: Nanda ten Have VR3C Gekozen vakverdieping: Beeldend onderwijs Persoonlijke leerdoel gekoppeld aan de vakcompetenties of gericht

Nadere informatie

Lezen met begrip: de sleutel tot schoolsucces

Lezen met begrip: de sleutel tot schoolsucces Lezen met begrip: de sleutel tot schoolsucces Mariët Förrer is Senior consultant CPS onderwijsontwikkeling en advies te Amersfoort. E-mail: m.förrer@cps.nl Dit artikel verkent, vanuit het perspectief van

Nadere informatie

Samenwerking. Betrokkenheid

Samenwerking. Betrokkenheid De Missie Het Spectrum is een openbare school met een onderwijsaanbod van hoge kwaliteit. We bieden het kind betekenisvol onderwijs in een veilige omgeving. In een samenwerking tussen kind, ouders en school

Nadere informatie

Juf, wat gaan we eigenlijk leren? Jouw vakkennis - hun basis

Juf, wat gaan we eigenlijk leren? Jouw vakkennis - hun basis Juf, wat gaan we eigenlijk leren? Jouw vakkennis - hun basis Inleiding: Al eerder schreef ik het ebook `het kan zonder groepsplan`. In veel scholen ervaren leerkrachten het maken van groepsplannen als

Nadere informatie

Op weg naar een inspirerende woordenschatcultuur

Op weg naar een inspirerende woordenschatcultuur Op weg naar een inspirerende woordenschatcultuur 5 november 2015 Leeuwarden ECNO conferentie Piers van der Sluis 2 Wat levert deze workshop je wel en niet op Niet: Hogere Cito scores in januari Allemaal

Nadere informatie

Ontkavelen van taalonderwijs Presentatie titel

Ontkavelen van taalonderwijs Presentatie titel Ontkavelen van taalonderwijs Presentatie titel Amos van Gelderen Lectoraat Taalverwerving en Taalontwikkeling, Kenniscentrum Talentontwikkeling, Hogeschool Rotterdam Kohnstamm Instituut, Universiteit van

Nadere informatie

Grip op lezen Externe analyses. Externe analyses Grip op Lezen. Dat is duidelijk! Malmberg, s-hertogenbosch blz. 1 van 10

Grip op lezen Externe analyses. Externe analyses Grip op Lezen. Dat is duidelijk! Malmberg, s-hertogenbosch blz. 1 van 10 Grip op lezen Externe analyses Externe analyses Grip op Lezen Dat is duidelijk! Malmberg, s-hertogenbosch blz. 1 van 10 Grip op lezen Externe analyses JSW Malmberg, s-hertogenbosch blz. 2 van 10 Grip op

Nadere informatie

Begrijpend lezen met de Roode kikker. Kerndoelanalyse SLO

Begrijpend lezen met de Roode kikker. Kerndoelanalyse SLO Begrijpend lezen met de Roode kikker Kerndoelanalyse SLO juli 2012 Verantwoording 2012 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD School : basisschool Pater van der Geld Plaats : Waalwijk BRIN-nummer : 13NB Onderzoeksnummer : 111245 Datum

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE DE RANK. BRIN-nummer : 11LX Onderzoeksnummer : 94542

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE DE RANK. BRIN-nummer : 11LX Onderzoeksnummer : 94542 RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE DE RANK School : De Rank Plaats : Schoonhoven BRIN-nummer : 11LX Onderzoeksnummer : 94542 Datum schoolbezoek : 4 en 5 juni 2007 Datum vaststelling : 14 september 2007

Nadere informatie

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Nena Vandersmissen

Nadere informatie

ABCDE ik begrijp het! Kerndoelanalyse SLO

ABCDE ik begrijp het! Kerndoelanalyse SLO ABCDE ik begrijp het! Kerndoelanalyse SLO juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan

Nadere informatie

Leerkracht en logopedist: gebundelde kracht Van samen werken naar samenwerken: Een samenwerkingsmodel voor leerkracht en logopedist

Leerkracht en logopedist: gebundelde kracht Van samen werken naar samenwerken: Een samenwerkingsmodel voor leerkracht en logopedist Leerkracht en logopedist: gebundelde kracht Van samen werken naar samenwerken: Een samenwerkingsmodel voor leerkracht en logopedist Margot Willemsen, m.willemsen@kentalis.nl logopedist ~ We komen misschien

Nadere informatie

Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen.

Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen. Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen. In dit document lees je wat het beroepsproduct Technisch gesproken reken ik daarop inhoudt. De vakken rekenen-wiskunde,

Nadere informatie

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Masterclass Waarom, waarvoor, hoe? Verdieping m.b.t. taalontwikkeling en werken met groepsplannen

Nadere informatie

Onderwijs in een combinatiegroep

Onderwijs in een combinatiegroep KWALITEITSKAART Organisatie Onderwijs in een combinatiegroep PO Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs en opbrengstgericht werken zoals deze kwaliteitskaart zijn te vinden op www.schoolaanzet.nl.

Nadere informatie

In het thema In elke hoek een boek! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen:

In het thema In elke hoek een boek! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen: Kansen grijpen en kansen creëren In het thema In elke hoek een boek! wordt gewerkt aan doelen rondom taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Om zo goed mogelijk te werken aan de

Nadere informatie

N a t u u r e n t a a l

N a t u u r e n t a a l N a t u u r e n t a a l Thema / onderwerp Deze les staat in het teken van mondeling taalonderwijs: het uitbrengen van een verslag. Het onderwerp is voedsel van dieren. De groepjes bestaan uit 3 a 4 leerlingen.

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken in de onderbouw = benutten van talenten in de onderbouw

Opbrengstgericht werken in de onderbouw = benutten van talenten in de onderbouw Opbrengstgericht werken in de onderbouw = benutten van talenten in de onderbouw SLO doelen: taal, rekenen en sociaal-emotioneel PO Conferentie,Zwolle Donderdag 3 november 2011 Gäby van der Linde Wat komt

Nadere informatie

Tekst: Berber Groenenberg

Tekst: Berber Groenenberg Een goede woordenschatontwikkeling is voor peuters en kleuters van cruciaal belang om de basisschool succesvol te doorlopen. LOGO 3000 is lesmateriaal voor leidsters en leerkrachten om de woordenschat

Nadere informatie

VOORWOORD. De opbouw van de leereenheden

VOORWOORD. De opbouw van de leereenheden VOORWOORD Angerenstein SB (Sport en Bewegen) is een complete serie leermiddelen voor het kwalificatiedossier Sport en Bewegen. Angerenstein SB bestaat uit boeken met theorie en opdrachten, online verdiepingsstof

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD' RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD' School : basisschool 'Pater van der Geld' Plaats : Waalwijk BRIN-nummer : 13NB Onderzoeksnummer : 94513 Datum schoolbezoek : 12 juni

Nadere informatie

Meedoen met de Monitor

Meedoen met de Monitor Meedoen met de Monitor met de Bibliotheek Een school die deelneemt aan de Monitor de Bibliotheek op school (Monitor dbos) wil doelgericht samenwerken met de Bibliotheek om de taalontwikkeling en de informatievaardigheden

Nadere informatie