Conceptexamenprogramma vmbo Versie ten. behoeve van 2 e tranche pilot. Profiel Zorg en Welzijn vmbo

Transcriptie

1 Conceptexamenprogramma vmbo Versie ten behoeve van 2 e tranche pilot Profiel Zorg en Welzijn vmbo Juli

2 Examenprogramma vmbo Het beroepsgerichte examenprogramma van een vmbo-leerling bestaat uit een kern, een profiel en keuzedelen. Voor een BB- en een KB-leerling betreft dit tenminste vier keuzedelen. Voor een GL-leerling betreft dit tenminste twee keuzedelen. De kern bestaat uit 'algemene kennis en vaardigheden', 'professionele kennis en vaardigheden' en 'loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling. Voor BB en KB bestaat ieder profiel uit vier profieldelen. Voor GL bestaat ieder profiel uit twee profieldelen. Bij ieder profiel zijn keuzedelen vastgesteld. Binnen het aanbod van zijn school kiest een leerling een profiel en keuzedelen. Door de keuze voor een profiel ligt de kern van het examenprogramma van de leerling automatisch vast. Binnen het aanbod van zijn school kan een leerling, behalve uit de keuzedelen bij het door hem gekozen profiel, ook kiezen uit profieldelen uit een ander profiel en uit keuzedelen bij een ander profiel. Keuzedelen kunnen dus zijn: keuzedelen bij het eigen profiel; profieldelen uit een ander profiel; keuzedelen bij een ander profiel. De kennis en vaardigheden van de kern worden geëxamineerd in het profiel en de keuzedelen. In het examen worden (voorwaardelijke) kennis, vaardigheden en houdingen getoetst. Het examen bestaat uit een centraal examen (CE) en een schoolexamen (SE). Het profiel wordt geëxamineerd in het CE en de keuzedelen in het SE. Dit document beschrijft de kern en het profiel voor Mobiliteit en Transport en de keuzedelen bij dit profiel. Profiel: Zorg en welzijn Inhoud: De kern a. Algemene kennis en vaardigheden b. Professionele kennis en vaardigheden c. Loopbaanoriëntatie en ontwikkeling De vier profieldelen 1. Mens en gezondheid (voor BB en KB) 2. Mens en omgeving (alleen voor BB en KB) 3. Mens en activiteiten (voor BB, KB en GL) 4. Mens en zorg (alleen voor BB, KB en GL) 2

3 De keuzedelen 1. Uiterlijke verzorging breed 2. Haarverzorging 3. Huidverzorging 4. Hand- en voetverzorging 5. Wonen, welzijn en zorg 6. Wonen en huishouden 7. Verzorging 8. Dagbesteding 9. Facilitaire dienstverlening zorg en welzijn 10. Beveiliging/veiligheid 11. Gebouwenbeheer 12. Sport en beweging 13. Voorkomen van ongevallen en EHBO (Jeugd Eerste Hulp B) 14. Communicatie 15. alleen voor GL *): mens en gezondheid 16. alleen voor GL *): Mens en omgeving *) Dit keuzedeel geldt alleen voor GL omdat het identiek is aan een van de profieldelen voor KB. 3

4 Kern Een kandidaat kan gebruik maken van de in de kern genoemde kennis en vaardigheden in een (gesimuleerde) uitvoerende beroepssituatie of een daarop voorbereidende scholing. De kennis en vaardigheden zijn gerangschikt in algemene kennis en vaardigheden en professionele vaardigheden. Kennis en vaardigheden worden samen met de persoonlijke eigenschappen ook wel aangeduid als beroepscompetenties. De kern omvat ook kennis en vaardigheden rond loopbaanoriëntatie en ontwikkeling. a. Algemene kennis en vaardigheden. a.1. de Nederlandse taal in opleidings- en beroepssituaties gebruiken; a.2. informatie op allerlei manieren overzichtelijk en efficiënt verzamelen, ordenen en weergeven; a.3. voor opleiding en beroep relevante berekeningen uitvoeren; a.4. plannen en organiseren in een beroeps(opleiding) gerelateerde situatie; a.5. op systematische en doelgerichte wijze werkzaamheden uitvoeren op basis van een planning met de inzet van vakdeskundigheid en met aandacht voor een zo hoog mogelijke kwaliteit; a.6. mondeling en schriftelijk rapporteren over uitgevoerde werkzaamheden; onder meer over de planning, voorbereiding, uitvoering proces en product; a.7. reflecteren op de eigen werkwijze en op de kwaliteit van het eigen werk; a.8. samenwerken en overleggen bij het uitvoeren van werkzaamheden; a.9. werkzaamheden volgens de voorschriften en op een veilige wijze uitvoeren; a.10. economisch bewust en duurzaam omgaan met materialen en middelen; a.11. professionele hulpmiddelen gebruiken en hun werking uitleggen; a.12. hygiënisch werken; a.13. milieubewust handelen; a.14. zich aan- en inpassen in een bedrijfscultuur; a.15. voldoen aan de algemene gedrags- en houdingseisen die gesteld worden aan werknemers in de branche; a.16. in een (gesimuleerde) beroepssituatie en stage in een bedrijf omgaan met verschillen op basis van culturele gebondenheid en geslacht. b. Professionele kennis en vaardigheden De kern van de vmbo sector Zorg en Welzijn bestaat uit drie te onderscheiden maar niet te scheiden aspecten. - persoonlijk functioneren - werken met en voor de ander - werken in de beroepsomgeving Met de 'de ander' wordt bedoeld: de cliënt, klant, gebruiker, zorgvrager, hulpvrager. Persoonlijk functioneren b.1. het begrip puberteit omschrijven en de kenmerken benoemen: fysiek, psychisch en sociaal; b.2. het eigen gedragspatroon in relatie tot de ander herkennen [zelfbeeld]; b.3. eigen mogelijkheden en beperkingen weergeven en aangeven hoe en waarin hij zich wil ontwikkelen [zelfontplooiing]; b.4. representatief handelen; b.5. het begrip levensstijl omschrijven en kenmerken benoemen die horen bij een gezonde en ongezonde levensstijl in relatie tot de beroepspraktijk en gekoppeld aan verschillende leeftijdsfasen. 4

5 Werken met en voor de ander b.6. globaal de kenmerken van verschillend levensfasen herkennen en beschrijven bij fysieke, psychische en sociale aspecten; b.7. communiceren met de ander; b.8. een contact aangaan en onderhouden met de ander; b.9. benoemen en omgaan wanneer interculturaliteit een rol speelt in situaties [diversiteit]; b.10. werken volgens beroepsethiek; b.11. voedingswaarde en voedingstoffen inventariseren voor een gezond voedingspatroon en deze kennis toepassen bij het bereiden van een eenvoudige maaltijd voor de ander; b.12. eerste hulp verlenen in relatie tot de beroepspraktijk; b.13. kent verschillende ontspanningsactiviteiten en kan deze organiseren en de ander hierin begeleiden en activeren; b.14. de ander fysiek ondersteunen. Werken in de beroepsomgeving b.15. heeft zicht op de ontwikkelingen in de werkvelden Gezondheidszorg, Welzijn, Facilitaire Dienstverlening, Sport & Bewegen en Uiterlijke Verzorging; b.16. ontwikkelingen op het gebied van ondernemerschap in de sector herkennen en benoemen [ondernemerschap]; b.17. nieuwe technologische ontwikkelingen in de sector herkennen en benoemen [technologische ontwikkelingen]. c. Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling De kandidaat is in staat zijn eigen loopbaanontwikkeling vorm te geven. Hij doet dat met een oriëntatie op een toekomstige opleiding en (loop)baan door middel van reflectie op het eigen handelen en reflectie op ervaringen. c.1. De kandidaat heeft de vaardigheid de eigen loopbaan vorm te geven door op systematische wijze om te gaan met loopbaancompetenties : 1. Wat kan ik het best en hoe weet ik dat? [Kwaliteitenreflectie] 2. Waar ga en sta ik voor en waarom dan? [Motievenreflectie] 3. Waar ben ik het meest op mijn plek en waarom daar? [Werkexploratie] 4. Hoe bereik ik mijn doel en waarom zo? [Loopbaansturing] 5. Wie kan mij helpen mijn doel te bereiken en waarom die mensen? [Netwerken] c.2. De kandidaat maakt zijn eigen loopbaanontwikkeling inzichtelijk voor zichzelf en voor anderen doormiddel van een loopbaandossier. In een loopbaandossier is opgenomen welke activiteiten zijn uitgevoerd die hebben bijgedragen tot het ontwikkelen van de loopbaancompetenties. In het loopbaandossier wordt beschreven bij een aantal uitgevoerde activiteiten: I. de beoogde doelen II. de resultaten III. de evaluatie en een conclusie IV. welke vervolgactiviteiten gepland zijn op basis van de opgedane ervaringen en de daarbij horende conclusies 5

6 Profieldelen Kenmerkend voor de beroepen in Zorg en Welzijn (Z&W) is het werken met en voor mensen gericht op fysiek, psychisch en sociaal welbevinden waarbij de beroepsbeoefenaar zelf het belangrijkste instrument is. Deze elementen karakteriseren de werkzaamheden in de sector en zijn verwoord in het kernprogramma. Het kernprogramma is daarmee een wezenlijk onderdeel van elk profieldeel. 1. : Mens en gezondheid Ondersteunen bij activiteiten op het gebied van gezonde leefstijl. P/ZW/1.1. een gezonde maaltijd samenstellen 1. informatie zoeken en geven over gezonde voeding x x 2. informatie zoeken en geven over voedingsgewoonten x 3. voedingsgewoonten herkennen x 4. een gezonde maaltijd samenstellen x x P/ZW/1.2 een maaltijd bereiden en opdienen. 1. recepten lezen en omrekenen naar aantal personen x x 2. een werkvolgorde en planning maken voor het correct uitvoeren van werkzaamheden x x 3. tijdens werkzaamheden rekening houden met hygiëne en besmetting x x 4. basisvaardigheden toepassen die noodzakelijk zijn voor de bereiding van een maaltijd x x 5. materiaal en apparatuur hanteren bij de bereiding van gerechten in de privéhuishouding x x 6. gerechten presenteren x x 7. schoonmaken en opruimen van de gebruikte materialen x x P/ZW/1.3 informatie geven over een gezonde leefstijl. 1. uitleggen welke aspecten van invloed zijn op gezondheid (fysiek, psychisch en x x sociaal) 2. een relatie leggen tussen leefstijl (voedingspatroon, hygiëne en bewegen) en x gezondheid 3. informatie geven over de invloed van leefstijl (voedingspatroon, x bewegingspatroon en hygiëne op gezondheid) 4. informatie geven over genotmiddelen x x 5. de invloed van media op leefstijl beschrijven en herkennen x x Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de onderliggende voorwaardelijke kennis en vaardigheden. x x 6

7 2 : Mens en omgeving representatief optreden en helpen een verzorgde, schone en veilige leef- en werkomgeving creëren. P/ZW/2.1 kan schoonmaken en onderhoudswerkzaamheden uitvoeren. 1. een werkvolgorde en planning maken voor de uit te voeren werkzaamheden. x 2. voorschriften op het terrein van onderhoud en schoonmaak lezen en uitleggen x x 3. schoonmaakmiddelen, -apparatuur en -materialen kiezen, gebruiken en onderhouden x x 4. werkzaamheden uitvoeren volgens plan x x 5. gebruikte materialen schoonmaken, onderhouden en opruimen x x P/ZW/2.2 textiel verzorgen. 1. etiketten lezen en interpreteren x x 2. was sorteren x x 3. een wasbehandeling uitvoeren x x 4. de was strijken, vouwen en opbergen x x P/ZW/2.3 baliewerkzaamheden verrichten. 1. zich representatief opstellen x x 2. de ander ontvangen en begroeten x x 3. een informatief en zakelijk gesprek voeren x x 4. taalgebruik afstemmen op de ander met name woordkeuze, wijze van spreken en stemgebruik. x x 5. een telefoonnotitie aannemen en doorgeven x x 6. een telefonische afspraak maken x x 7. schriftelijk rapporteren x x 8. afscheid nemen x x 7

8 P/ZW/2.4 informatie geven over aanpassingen en hulpmiddelen in en rondom het gebouw die toegankelijkheid en veiligheid bevorderen. 1. informatie geven over veelvoorkomende aanpassingen en hulpmiddelen in en x x rondom gebouw 2. systemen van ICT en (zorg)technologie herkennen en leert ermee omgaan x P/ZW/2.5 voorstellen doen voor het aankleden en inrichten van een fysieke ruimte waarbij het welbevinden van de ander voorop staat. 1. wensen van de ander(en) inventariseren x x 2. een schets maken voor de aankleding en de inrichting van een ruimte x x Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de onderliggende voorwaardelijke kennis en vaardigheden x x 8

9 3. Mens en activiteit activiteiten organiseren en begeleiden met als doel de ander te activeren. P/ZW/3.1 een eenvoudige activiteit voor een individu en groep voorbereiden. 1. wensen en behoeften achterhalen 2. activiteiten kiezen die passen bij het doel en de doelgroep 3. informatie zoeken en geven over (re)creatieve activiteiten 4. een draaiboek maken voor een activiteit x x P/ZW/3.2 een eenvoudige activiteit met een individu en groep uitvoeren 1. motiveren tot deelname aan een activiteit 2. stimuleren tot zelf doen of meedoen 3. op gestructureerde en consequente wijze iets voordoen en uitleggen 4. aanwijzingen geven P/ZW/3.3 een eenvoudige activiteit met een individu en groep afsluiten. 1. een activiteit afronden 2. materialen en hulpmiddelen opruimen 3. een activiteit met deelnemers en medewerkers evalueren Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de onderliggende voorwaardelijke kennis en vaardigheden. 9

10 4 Mens en zorg ondersteunen bij het zorg verlenen aan de ander. P/ZW/4.1 ondersteunen bij de persoonlijke verzorging. 1. de hulpbehoefte achterhalen x x 2. begrip tonen voor gevoelens en wensen van de ander 3. verzorgende activiteiten uitvoeren en daarbij rekening houden met de privacy van de ander 4. stimuleren tot zelfredzaamheid P/ZW/4.2 ondersteunen bij het bewegen. 1. de hulpbehoefte achterhalen x x 2. begrip tonen voor gevoelens en wensen van de zorgvrager 3. ondersteunen bij til- en verplaatsingstechnieken P/ZW/4.3 eenvoudige EHBO technieken toepassen. 1. een inschatting maken van de ernst van de verwonding en het eigen handelen daar op aanpassen met name zelf handelen of hulp zoeken 2. handelen bij lichte verwondingen, letsel aan het bewegingsapparaat, verslikken en stikken, bloedneus, splinter Trefwoorden: lichte verbranding, snijwond, schaafwond P/ZW/4.4 ondersteunen bij vaak voorkomende ziekteverschijnselen. 1. een inschatting maken van de ernst van de ziekte en het eigen handelen daar op aanpassen 2. toezien op medicijngebruik 3. handelingen uitvoeren volgens voorschrift arts en recept Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de onderliggende voorwaardelijke kennis en vaardigheden. 10

11 Keuzedelen Keuzedeel 1 Uiterlijke verzorging breed eenvoudige haar- en gezichtsbehandelingen uitvoeren bij een klant in een (gesimuleerde) kapsalon of schoonheidssalon. K/ZW/1.1 behandelingen bij een klant voorbereiden en afronden. 1. klanten te woord staan aan de receptie of telefoon 2. afspraken maken met de klant en vastleggen in de agenda 3. klanten begroeten en begeleiden naar de behandelplaats 4. koffie en thee zetten en deze aanbieden 5. betalingen afhandelen 6. afscheid nemen van klanten 7. de werkplek en materialen schoonmaken 8. handdoeken wassen, drogen en opbergen K/ZW/1.2 een eenvoudige haar- en hoofdhuidbehandeling uitvoeren. 1. haren wassen en een verzorgend product aanbrengen 2. haren drogen en in model brengen K/ZW/1.3 een eenvoudige gezichtsbehandeling uitvoeren. 1. oppervlakte reiniging uitvoeren en dagcrème aanbrengen 2. dag make-up aanbrengen K/ZW/1.4 een eenvoudige hand- en voetbehandeling uitvoeren. 1. nagels vijlen en knippen 2. nagelriemen verzorgen Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis en vaardigheden. 11

12 Keuzedeel 2 Haarverzorging De kandidaat is toelaatbaar tot het keuzedeel Haarverzorging wanneer het keuzedeel Uiterlijke verzorging breed met goed gevolg is afgesloten. haarbehandelingen uitvoeren bij een klant in een (gesimuleerde) kapsalon. K/ZW/2.1 haarbehandelingen voorbereiden en afronden. 1. klanten te woord staan aan de receptie of telefoon 2. klanten begroeten en begeleiden naar de behandelplaats 3. afscheid nemen van de klant 4. de werkplek en de gebruikte materialen schoonmaken K/ZW/2.2 een haar- en hoofdhuidbehandeling uitvoeren op basis van een haardiagnose. 1. informatie verzamelen over de hoofdhuid en het haar 2. een haardiagnose formuleren op een haardiagnoseformulier en communiceren naar de klant 3. informeren naar de wensen van de klant met betrekking tot het wassen van het haar 4. een wasbehandeling uitvoeren; afgestemd op de haardiagnose en de wensen van de klant 5. verzorgend product aanbrengen 6. een wasmassage uitvoeren, zoals kneed-, klop- en wrijfmassage K/ZW/2.3 haar omvormen. 1. volume in het haar föhnen met behulp van borstels 2. krullen maken met een krultang 3. stylen met een stijltang 4. rollers indraaien 5. vlechten 6. afdelen van de negen-vakken ter voorbereiding op permanenten K/ZW/2.4 producten en diensten met betrekking tot haarverzorging verkopen en adviseren. 1. een verkoopgesprek voeren 2. producten inpakken 3. een kassa en een klantensysteem beheren 4. betalingen afhandelen 5. productpresentaties maken 12

13 Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis en vaardigheden. 13

14 Keuzedeel 3 Huidverzorging De kandidaat is toelaatbaar tot het keuzedeel Huidverzorging wanneer het keuzedeel Uiterlijke verzorging breed met goed gevolg is afgesloten. gezichts- en lichaamsbehandeling uitvoeren bij een klant in een (gesimuleerde) schoonheidssalon. K/ZW/3.1 gezichtsbehandeling voorbereiden en afronden. 1. klanten te woord staan aan de receptie of telefoon 2. klanten begroeten en begeleiden naar de behandelplaats 3. afscheid nemen van de klant 4. materialen vooraf klaarzetten 5. de werkplek en materialen schoonmaken K/ZW/3.2 gezichtsbehandeling uitvoeren op basis van een huiddiagnose. 1. informatie verzamelen over de huid 2. een huiddiagnose formuleren op een huiddiagnose formulier 3. oppervlakte reiniging uitvoeren en dagcrème aanbrengen 4. een verzorgend masker passend bij de huidsoort aanbrengen en verwijderen 5. informatie verstrekken over veel voorkomende verzorgingsproducten K/ZW/3.3 lichaamsbehandeling uitvoeren rekening houdend met de privacy van de klant. 1. de rug reinigen met een reinigingsproduct en scrub 2. de rug verzorgen met een verzorgingsproduct 3. informatie verstrekken over veel voorkomende verzorgingsproducten Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis en vaardigheden. 14

15 Keuzedeel 4 Hand- en voetverzorging De kandidaat is toelaatbaar tot het keuzedeel Hand- en voetverzorging wanneer het keuzedeel Uiterlijke verzorging breed met goed gevolg is afgesloten. hand- en voetbehandelingen uitvoeren bij een klant in een (gesimuleerde) salon. K/ZW/4.1 hand- en voetbehandelingen voorbereiden en afronden. 1. klanten te woord staan aan de receptie of telefoon 2. klanten begroeten en begeleiden naar de behandelplaats 3. afscheid nemen van de klant 4. de werkplek en materialen schoonmaken K/ZW/4.2 handbehandeling uitvoeren. 1. een behandelplan opstellen inclusief observatie nagelafwijkingen 2. handnagels vijlen en polijsten 3. nagelriemen verzorgen 4. handen scrubben en masker aanbrengen in paraffine bad 5. handen masseren door strijkbewegingen en ronddraaiende bewegingen 6. handnagels lakken 7. nailart toepassen K/ZW/4.3 voetbehandeling uitvoeren. 1. behandelplan opstellen inclusief voetobservatie 2. voetnagels knippen 3. nagelriemen verzorgen 4. voeten masseren door strijkbewegingen en ronddraaiende bewegingen 5. wisselbaden toepassen voor de voeten 6. voetnagels lakken 7. nailart toepassen Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis en vaardigheden. 15

16 Keuzedeel 5 Wonen, welzijn en zorg assisteren bij dagelijkse activiteiten op het gebied van wonen, welzijn en zorg in een (gesimuleerde) praktijksituatie. K/ZW/5.1 assisteren bij drinken of een broodmaaltijd en algemene dagelijkse levensverrichtingen op basis van een werkplanning. 1. een drank of broodmaaltijd bereiden en serveren 2. de vaat afwassen en opruimen 3. de haren verzorgen 4. helpen bij het uit- of aantrekken van jas, vest, hoofdbedekking, handschoenen, schoenen, pantoffels 5. helpen met opstaan en gaan zitten 6. assisteren bij voortbewegen met hulpmiddelen zoals rollator en buggy 7. schriftelijk of mondeling rapporteren aan een collega K/ZW/5.2 inspelen op de wensen van de klant. 1. vragen naar de wensen van de zorgvrager 2. actief luisteren 3. de zorgvrager stimuleren tot zelfredzaamheid 4. nagaan of de ander tevreden is K/ZW/5.3 assisteren bij een (re)creatieve activiteit voor een individu of een groepje. 1. een activiteit bedenken en organiseren 2. hulpmiddelen en materialen klaarzetten 3. de ander stimuleren tot (re)creatieve activiteit 4. instructie of aanwijzingen geven bij de uitvoering van een activiteit 5. een activiteit afronden en opruimen 6. nagaan of de ander tevreden is K/ZW/5.4 op basis van een aangegeven werkplanning een woon-, verblijfsruimte opruimen en schoonhouden. 1. de afwas doen en het aanrecht opruimen, de ruimte stoffen en stofzuigen, een bed rechttrekken 2. voorwerpen op de juiste plaats opbergen 3. de ruimte verzorgen zodat deze schoon, sfeervol, functioneel en veilig is 4. nagaan of de ander tevreden is Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis en vaardigheden. 16

17 Keuzedeel 6 Wonen en huishouden assisteren bij dagelijkse activiteiten op het gebied van huishouden en wonen in een (gesimuleerde) praktijksituatie. K/ZW/6.1 volgens richtlijnen en werkafspraken interieur, sanitair, vloeren en ramen schoonhouden en onderhouden. 1. voorgeschreven materialen en middelen klaarzetten 2. nat en droog stof afnemen, ramen zemen, vloeren en sanitair reinigen 3. apparaten onderhouden zoals koffiezetapparaat ontkalken, magnetron en koelkast schoonmaken, wasmachine en droger ontpluizen, toetsenbord pc reinigen 4. de schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden controleren en rapporteren K/ZW/6.2 textiel en eenvoudige onderhoudswerkzaamheden verzorgen volgens werkplanning. 1. textiel sorteren 2. textiel reinigen door gebruik van een wasmachine dan wel een kleine handwas 3. schoon textiel strijken en vouwen 4. schoon textiel controleren en opbergen 5. lampen verwisselen 6. wanddecoratie ophangen 7. een fietsband plakken K/ZW/6.3 voor en indien mogelijk met de ander boodschappen doen. 1. met de ander een boodschappenlijstje opstellen met aandacht voor het budget 2. zorgdragen voor een aparte portemonnee en boodschappentas 3. boodschappen doen volgens afspraak 4. bij terugkomst de boodschappen opruimen 5. uitleg geven over de uitgaven K/ZW/6.4 een warme maaltijd voor twee personen bereiden en serveren volgens een werkplanning. 1. een verantwoorde, warme maaltijd bedenken 2. verschillende gerechten bereiden 3. een tafel dekken en de maaltijd serveren 4. de vaat opruimen en de ruimte netjes achterlaten 17

18 K/ZW/6.5 op vriendelijke wijze contact onderhouden met de ander. 1. vragen stellen aan de zorgvrager over zijn of haar situatie, gevoelens en over algemene onderwerpen 2. interesse tonen en luisteren naar de zorgvrager 3. onderwerpen ter sprake brengen Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis en vaardigheden. 18

19 Keuzedeel 7 Verzorging assisteren bij verzorgende handelingen in een (gesimuleerde) praktijksituatie. K/ZW/7.1 assisteren bij 'het gebruik' van hulpmiddelen en domotica. 1. assisteren bij het gebruiken van een hulpmiddel zoals rollator, bril, buggy, kinderwagen, aangepast bestek 2. ondersteunen bij het reinigen van het hulpmiddel 3. assisteren en uitleg geven bij het gebruiken van automatisering binnen een gebouw zoals domotica K/ZW/7.2 gegevens verzamelen over gezondheid. 1. informatie geven over bloedsuiker prikken, lengte, gewicht en buikomvang meten, BMI berekenen en temperatuur opnemen 2. de handelingen uitvoeren volgens de opgestelde richtlijnen 3. uitleg geven over pijnstillers, de informatie van de bijsluiter lezen en geven 4. de verzamelde gegevens rapporteren en de gebruikte materialen opruimen K/ZW/7.3 kan ondersteunen bij eenvoudige lichamelijke verzorging. 1. uitleggen wat er gaat gebeuren 2. stimuleren en overnemen van de verzorging: gezicht en handen wassen, haarverzorging, handen verzorgen, luier verschonen, aankleden 3. controleren of de ander tevreden is K/ZW/7.4 instructie geven over goede mondverzorging. 1. het belang uitleggen van goede mondverzorging 2. een demonstratie geven van tandenpoetsen, flossen, gebruik tandenstokers en plaquetabletjes 3. toezien bij de uitvoering van een handeling door de ander: aanwijzingen geven en corrigeren 4. nagaan of alles duidelijk is 19

20 K/ZW/7.5 op vriendelijke wijze contact onderhouden met de zorgvrager. 1. de zorgvrager op zijn of haar gemak stellen door een gesprekje toevoeren over algemene 2. vragen stellen aan de zorgvrager over zijn of haar situatie, gevoelens en zorgvraag 3. interesse tonen en luisteren naar de zorgvrager 4. onderwerpen ter sprake brengen die voor de situatie van de zorgvrager belangrijk zijn Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis en vaardigheden. 20

21 Keuzedeel 8 Dagbesteding assisteren bij (re)creatieve activiteiten in een (gesimuleerde) praktijksituatie. K/ZW/8.1 assisteren bij uitvoering van een creatieve activiteiten voor zowel individu als groep op het gebied van muziek, drama en beeldende vorming. 1. eigen ontwikkelde creatieve vaardigheden inzetten 2. informeren naar interesses en hobby s bij de ander 3. hulpmiddelen en materialen klaarzetten 4. de ander stimuleren tot een creatieve activiteit 5. aanwijzingen geven en helpen bij de uitvoering van een activiteit 6. de aandacht verdelen over de mensen 7. thema's als seizoenen en feestdagen toepassen K/ZW/8.2 assisteren bij uitvoering van een recreatieve activiteit (binnen of buiten) voor zowel individu als groep. 1. informeren naar interesses en hobby s bij de ander 2. de ander stimuleren tot deelname aan een (re)creatieve activiteit 3. assisteren bij de uitvoering van de activiteit 4. de activiteit afronden en de tevredenheid van de ander checken K/ZW/8.3 informatie geven over (re)creatieve mogelijkheden in de buurt, dorp of stad. 1. (re)creatieve mogelijkheden in de buurt verzamelen 2. deze informatie verwerken 3. de informatie presenteren K/ZW/8.4 op vriendelijke wijze contact onderhouden met de zorgvrager. 1. de zorgvrager op zijn of haar gemak stellen door een gesprekje te voeren over algemene onderwerpen 2. vragen stellen aan de zorgvrager over zijn of haar situatie, gevoelens en zorgvraag 3. interesse tonen en luisteren naar de zorgvrager 4. onderwerpen ter spraken brengen die voor de situatie van de zorgvrager belangrijk zijn Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis en vaardigheden. 21

22 Keuzedeel 9 Facilitaire dienstverlening zorg en welzijn kan in eenvoudige (gesimuleerde) praktijksituaties dienstverlenende activiteiten verrichten op het gebied van veiligheid, sport en het onderhoud van een gebouw. K/ZW/9.1 een ruimte verzorgd en functioneel inrichten op basis van een vergaderschema. 1. de juiste hulpmiddelen, materialen en meubilair klaarzetten in gewenste opstelling 2. audiovisuele apparatuur bedienen 3. aandacht besteden aan raamdecoratie, temperatuur, verlichting, veiligheid, netheid 4. ontwerp maken voor een inrichting van een ruimte K/ZW/9.2 kan eenvoudige cateringwerkzaamheden verrichten. 1. een bestelling opnemen 2. dranken en eenvoudige gerechten zoals soep en snack bereiden 3. dranken en gerechten distribueren en serveren 4. een buffet klaar zetten 5. afruimen en afwasapparatuur bedienen K/ZW/9.3 zich klantgericht en dienstverlenend opstellen. 1. op vriendelijke wijze contact leggen met de klant 2. gericht vragen stellen naar wensen en behoeften van de klant 3. onderwerpen ter sprake brengen die voor de situatie van de klant belangrijk zijn 4. inschatten wat de verwachtingen van de klant zijn 5. zich houden aan afspraken 6. regels opvolgen voor de ontvangst van gasten K/ZW/9.4 eenvoudige administratief werk verrichten. 1. eenvoudige kassawerkzaamheden verrichten met name een rekening maken, afrekenen en geld tellen 2. gegevens invoeren in een beheerssysteem zoals checklists, inschrijvingen, aanwezigen en bestellingen 3. brieven en pakketten verzorgen en frankeren 4. printen, scannen, kopiëren en ordenen van documenten 5. formele notities en mailberichten maken 22

23 K/ZW/9.5 met behulp van vastgestelde richtlijnen assisteren bij schoonmaken. 1. professionele keukenapparatuur bedienen 2. aanrecht en keukenmeubilair schoonmaken 3. keukenapparaten schoonmaken zoals koffieapparaat, koelkast, oven en keukenmachine 4. een keukenvloer, wanden en deuren reinigen 5. het protocol opvolgen hoe een apparaat schoon te maken Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis en vaardigheden. 23

24 Keuzedeel 10 Beveiliging en veiligheid activiteiten uitvoeren ten behoeve van veiligheid in (gesimuleerde) praktijksituaties. K/ZW/10.1 assisteren bij een ontruimingsoefening. 1. een plattegrond lezen van een (school)gebouw met daarop vluchtroutes en blusapparatuur 2. brandblusapparatuur bedienen 3. vluchtroutes herkennen en deze gebruiken 4. instructies opvolgen 5. aan derden de werkwijze van een ontruimingsoefening uitleggen K/ZW/10.2 aangeven hoe om te gaan met driftig gedrag. 1. huisregels opstellen voor bezoekers en scholieren 2. richtlijnen aangeven hoe om te gaan met agressieve bezoekers en scholieren 3. iemand aanspreken op zijn gedrag in een (gesimuleerde) praktijksituatie 4. iemand geruststellen een (gesimuleerde) praktijksituatie K/ZW/10.3 assisteren bij toezicht op verkeer en voetgangers bij een evenement. 1. een routing uitzetten volgens instructie met gebruik making van juiste materialen en hulpmiddelen 2. in een uniform surveilleren en toezicht houden binnen de gebouwen 3. een parkeerplaats toewijzen en voetgangers de weg wijzen K/ZW/10.4 assisteren bij het surveilleren en controleren op onveilige situaties in en rondom het gebouw. 1. een gebouw controleren op veiligheid aan de hand van eenvoudig gegeven criteria 2. surveilleren in kantine en fietsenstalling 3. voorgestructureerde formulieren invullen over ongeregeldheden zoals diefstal, gevonden voorwerpen en vermissing 4. ruimtes en gebouwen controleren, ramen en deuren sluiten en de verlichting uit doen 5. aan derden brandoorzaken en blustechnieken uitleggen 6. adequaat reageren bij het zien van verdachte personen, een inbraak, verdachte voorwerpen en onder meer de verantwoordelijke waarschuwen, 112 bellen of lokale alarmnummers gebruiken 7. een alarm herkennen en adequaat handelen 8. een kleine brand blussen 24

25 Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis en vaardigheden. 25

26 Keuzedeel 11 Gebouwenbeheer eenvoudige werkzaamheden verrichten in en rondom een gebouw in (gesimuleerde) praktijksituaties. K/ZW/11.1 eenvoudige balie- en receptievaardigheden toepassen. 1. gasten ontvangen, gastheerschap tonen en zich dienstverlenend opstellen 2. hulp en service aanbieden, door de weg te wijzen, te helpen bij het bereiken van een doel 3. zichzelf presenteren met name te zorgen voor een representatief uiterlijk, correct taalgebruik en omgangsvormen in acht nemen 4. een telefoongesprek voeren, een boodschap aannemen, doorverbinden en gespreksnotities maken 5. (beveiligings-) apparatuur bedienen 6. de technologische ontwikkelingen volgen en toepassen K/ZW/11.2 eenvoudige schoonmaakwerkzaamheden verrichten in en om een gebouw. 1. een plein, binnenplaats en balkon vegen 2. afval verwijderen en scheiden 3. stofzuigen en een vloer van trappen, gangen en ruimtes zowel droog als nat reinigen 4. ramen zemen 5. een schoonmaakplan met dagelijkse en periodieke werkzaamheden lezen en opvolgen K/ZW/11.3 eenvoudige werkzaamheden uitvoeren in en rondom gebouw, volgens geldende procedures. 1. van een kopieermachine papier en toner bijvullen 2. toiletpapier bijvullen 3. lampen verwisselen 4. decoratie ophangen met behulp van een boormachine 5. storingen mondeling of schriftelijk rapporteren 6. post sorteren en rondbrengen 7. vuilcontainers legen 8. een onderhoudsplan volgen 9. ramen en deuren van ruimtes, lokalen en het gebouw afsluiten, de lampen uitdoen en alle elektrische apparaten uitschakelen Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis en vaardigheden. 26

27 Keuzedeel 12 Sport en bewegen eenvoudige activiteiten verrichten ten behoeve van het ondersteunen bij sport en bewegen. K/ZW/12.1 informatie verstrekken over mogelijkheden van Sport en Bewegen in de eigen regio. 1. voor een doelgroep een aanpak kiezen en presenteren 2. informatie verzamelen over mogelijkheden in de regio 3. de informatie presenteren 4. vragen of alles duidelijk is K/ZW/12.2 een eenvoudige sport- en bewegingsactiviteit organiseren en uitvoeren voor een groep. 1. een bij de doelgroep passende activiteit kiezen 2. een plan opstellen voor het organiseren van de activiteit 3. deelnemers werven 4. deelnemers informeren 5. de activiteit uitvoeren K/ZW/12.3 uitleg, instructie geven over een sportspel en voordoen aan een groep. 1. de eigen sportvaardigheid inzetten 2. instructie geven over een spel 3. een spel uitbreiden met extra spelregels 4. deelnemers voor een spel stimuleren en enthousiasmeren 5. flexibel omgaan met verschillen tussen deelnemers K/ZW/12.4 assisteren bij het voorkomen van blessures. 1. letten op de veiligheid van de sportaccommodatie zoals materialen, toestellen en apparatuur 2. in bewegingssituaties eenvoudige regels en afspraken maken die blessures helpen voorkomen bij sportief spel 3. assisteren bij een warming up en cooling down 4. bij advies en informatie geven over passende sport- en bewegingsactiviteiten, opbouwen van sporten, sportkeuring, sportmedische onderzoeken, sportzorg ondersteuner 5. informatie geven over gezonde leefstijl en passende sportuitrusting 27

28 K/ZW/12.5 assisteren bij een training- of oefenprogramma. 1. ondersteunen bij bewegingssituaties door een beweging te herkennen en te beoordelen 2. eenvoudige sportmetingen uitvoeren 3. de fitness meting aflezen en deze vergelijken met gestandaardiseerde prestatieschalen Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis en vaardigheden. 28

29 Keuzedeel 13 Voorkomen van ongevallen en EHBO (Jeugd Eerste Hulp B) een bijdrage leveren aan veiligheid en preventie van ongelukken en eerste hulp verlenen bij ongelukken. K/ZW/13.1 assisteren bij activiteiten op het gebied van veiligheid en risicopreventie. 1. mogelijkheden en beperkingen van de cliënt signaleren met de daarbij horende risico s en gevaren 2. handelingen uitvoeren volgens veiligheidsrichtlijnen 3. uitleggen hoe verwondingen, verbrandingen en vergiftigingen voorkomen kunnen worden 4. onveilige situaties op de werkvloer bespreekbaar maken 5. hulp in roepen en bereikbaar blijven K/ZW/13.2 in acute situaties handelen volgens het 5 stappenplan. 1. op gevaar letten 2. nagaan wat er is gebeurd en nagaan wat het slachtoffer mankeert 3. het slachtoffer geruststellen en zorg dragen voor beschutting 4. zorgen voor professionele hulp 5. het slachtoffer helpen op de plaats waar hij ligt of zit K/ZW/13.3 stoornissen in de vitale functies signaleren en direct professionele hulp inschakelen. 1. stoornissen in het bewustzijn signaleren en hulp inschakelen 2. stoornissen in de ademhaling signaleren en hulp inschakelen 3. actieve bloedingen stoppen en en hulp inschakelen 4. shock signaleren en hulp inschakelen 29

30 K/ZW/13.4 aan de hand van de ongevalssituatie en de verschijnselen letsels herkennen en de noodzakelijke basis handelingen uitvoeren ( Eerste Hulp B). 1. bewusteloosheid herkennen en een bewusteloze op de rug draaien 2. een (dreigende) flauwte herkennen en eerste hulp verlenen bij een (dreigende) flauwte 3. ademhalingsstoornissen herkennen zoals bij een bewusteloos slachtoffer de luchtweg vrijhouden (stabiele zijligging), bij verslikking de luchtweg vrijmaken door enkele (vijf) stevige stoten tussen de schouderbladen te geven en als dit niet helpt de handgreep van Heimlich toepassen 4. een uitwendige (open) wond herkennen en bepalen of het verantwoord is als eerstehulpverlener zelf de definitieve hulp te verlenen dan wel een wond af te dekken 5. een (ernstige) uitwendige bloeding herkennen en een bloeding stoppen door druk op de wond uit te oefenen door wonddrukverband 6. brandwonden koelen met zacht stromend lauw water en tweede-en derdegraads brandwonden losjes steriel afdekken 7. een (open) botbreuk, ontwrichting herkennen en uitleggen waarom een gebroken en een ontwricht lichaamsdeel onbeweeglijk moeten worden gehouden 8. een kneuzing, verstuiking herkennen en verzorgen 9. oogletsel zoals vuiltje in het oog, verbrand oog, bijtende stof in het oog herkennen en aangeven waarom je heel zuinig moet zijn op je ogen en waardoor een oog makkelijk kan worden beschadigd 10. een neusbloeding stoppen 11. een splinter uit de huid verwijderen 12. aangeven wat er minimaal in een verbanddoos moet zitten. Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis en vaardigheden. N.B. Momenteel, mei 2013, wordt door het Oranje Kruis gewerkt aan een nieuwe opzet EHBO. Alle EHBO activiteiten worden uitgewerkt in een aantal eenheden en modules, geschreven naar leeftijd van de cursisten. Als iemand alle modules behaald heeft, wordt het EHBO-diploma uitgereikt. Het diploma eerste Hulp Junior, Eerste Hulp A en Eerste Hulp B vervallen dan. Wanneer het nieuwe systeem van toepassing is, wordt nader bekeken welke eenheden en modules opgenomen worden binnen het keuzedeel Voorkomen van ongelukken en EHBO jeugd B. 30

31 Keuzedeel 14 Communicatie communiceren en respectvol omgaan met de ander. K/ZW/14.1 respectvol omgaan met de ander. 1. zich empatisch opstellen 2. het effect van de eigen wijze van communiceren zoals verbaal en non-verbaal op de ander aangeven 3. begrip tonen voor, onder andere emoties van de ander 4. op juiste wijze een mening geven en correct taalgebruik hanteren 5. met open houding iemand tegemoet treden 6. rekening houden met behoeften aan privacy 7. de ander respecteren ongeacht de sociale of economische status, de opleiding, het ras, religie, cultuur of seksuele geaardheid K/ZW/14.2 op vriendelijke, belangstellende wijze contact aangaan en onderhouden. 1. initiatief nemen tot het leggen van contact 2. iemand op zijn gemak stellen en zich dienstverlenend opstellen 3. interesse tonen door het stellen van vragen over de situatie, gevoelens van de ander, algemene onderwerpen 4. onderwerpen ter sprake brengen van onderwerpen die voor de ander belangrijk zijn, daarbij rekening houdend met de achtergronden K/ZW/14.3 een vraaggesprek voeren om behoeften en wensen duidelijk te krijgen. 1. het gesprek voorbereiden 2. veilige sfeer creëren 3. vragen stellen en doorvragen gericht op wensen en behoeften van klanten, rekening houdend met individuele normen, waarden en gewoontes 4. verwachtingen van klanten inschatten en vragen hierop afstemmen 5. actief luisteren 6. het gesprek samenvatten en afsluiten 31

32 K/ZW/14.4 een motiverend gesprek voeren om de ander te stimuleren. 1. het gesprek voorbereiden 2. open vragen stellen 3. nagaan wat de ander belangrijk vindt in zijn leven 4. luisteren en teruggeven wat gehoord wordt 5. de ander bevestigen en ondersteunen 6. met de ander terug- en vooruitkijken 7. het gesprek samenvatten en de ander motiveren K/ZW/14.5 een eenvoudig informatief gesprek voeren. 1. kort uitleggen hoe iets werkt en wat de bedoeling is 2. de uitleg met eigen woorden laten herhalen 3. de werkwijze of een handeling op gestructureerde en consequente wijze voordoen 4. toezien of een handeling op de juiste wijze wordt nagedaan en aanwijzingen geven en indien nodig corrigeren 5. checken of er nog vragen zijn en nagaan of de klant tevreden is door het vragen van feedback K/ZW/14.6 omgaan met eenvoudige conflictsituaties zoals meningsverschil, ruzie en conflict. 1. op de hoogte zijn van afspraken binnen de organisatie 2. een tegenstelling, emotie herkennen 3. manieren inzetten om af te koelen 4. eigen beleving en gevoelens weergeven via de ik-boodschap 5. duidelijk krijgen wat er speelt 6. oplossingen bedenken en afspraken maken K/ZW/14.7 een bericht schriftelijk, digitaal en mondeling sturen of doorgeven. 1. richtlijnen en protocol van desbetreffende organisatie toepassen 2. bondig, zakelijk, neutraal en in correct Nederlands een bericht schrijven zoals een 3. een bericht opbouwen onder meer door aanhef, boodschap, afsluiting en verwijzing bijlage(n) 4. doelgericht en leesbaar schrijven 5. de privacy waarborgen 6. een telefoongesprek voeren met name een boodschap aannemen, doorgeven, doorverbinden en gespreksnotities maken 7. de juiste informatie doorgeven aan derden 32

33 Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de voorwaardelijke kennis en vaardigheden. 33