vergelijking van het armoedebeleid tussen Tilburg en Haarlem

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "vergelijking van het armoedebeleid tussen Tilburg en Haarlem"

Transcriptie

1 Onderzoek in opdracht van: Platform Minima Organisaties Haarlem Bezoekadres: Volhardingstraat SX Haarlem Postadres: Postbus AK Haarlem Telefoon: minimaal@wxs.nl vergelijking van het armoedebeleid tussen Tilburg en Haarlem Een onderzoek door: Ernst Nuus Student Sociologie Universiteit van Amsterdam. Januari 2009

2 Voorwoord. Als derdejaars student Sociologie aan de Universiteit van Amsterdam, heb ik de mogelijkheid gehad om in de periode september tot en met januari stage te lopen bij het Platform Minima Organisaties Haarlem. In opdacht van Platform Minima Organisaties Haarlem heb ik onderzoek gedaan naar het armoedebeleid van Haarlem en Tilburg om deze vervolgens met elkaar te vergelijken. Dankzij deze stage heb ik een nuttige inkijk gehad op de gemeentelijke beleidswereld en de problematiek rondom de minima. Deze periode heb ik dan ook als leerzaam ervaren. Mijn dank gaat uit voor iedereen die mij heeft geholpen met het voltooien van dit onderzoek. In het bijzondere gaat mijn dank uit naar het Platform Minima Organisaties Haarlem en mij stagebegeleiders Piet de Vries en Paul de Beer. 2

3 Inhoudsopgave. 1. Inleiding 4 2. Methode 6 3. Landelijk beleid versus gemeentelijk sociaal beleid 7 4. Gemeentelijk beleid Haarlem Karakteristieken van de Gemeente Visie op het armoedevraagstuk Visie op de oplossing Doelstellingen Focus van het beleid Vormgeving van het beleid Organisatie van het beleid Financiën Waarom juist dit beleid? Effect van het beleid Gemeentelijk beleid Tilburg Karakteristieken van de Gemeente Visie op het armoedevraagstuk Visie op de oplossing Doelstellingen Focus van het beleid Vormgeving van het beleid Organisatie van het beleid Financiën Waarom juist dit beleid? Effect van het beleid Vergelijking tussen Haarlem en Tilburg Conclusie Aanbevelingen Bibliografie 74 3

4 Hoofdstuk 1 Inleiding. In 2006 verscheen vanuit de gemeente Tilburg het rapport De Cirkel doorbreken. In dit rapport kwam een nieuwe visie naar voren hoe de problematiek rondom armoede moest worden aangepakt. Het meest opvallende wat naar voren kwam is dat de gemeente in plaats van wantrouwen uit ging van vertrouwen van de burger. Daarbij had het rapport een aantal aanbevelingen richting de gemeente Tilburg en andere gemeenten om het armoedebeleid in te richten. Deze nieuwe visie is onder de ogen gekomen van het Platform Minima Organisaties Haarlem waarbij men zich afvroeg hoe het armoedebeleid van Tilburg is vormgegeven en in hoe verre dit verschilt met het beleid van Haarlem. Als student Sociologie aan de Universiteit kreeg ik de opdracht om dit te gaan onderzoeken. Om goed te onderzoeken hoe het beleid van Tilburg en Haarlem verschillen met elkaar heb ik me niet gericht op alleen het minimabeleid. Ik heb een brede definitie van armoedebeleid gehanteerd en ook gekeken naar de schuldhulpverlening en het re-integratiebeleid. Dit omdat in beide gemeenten werk als basis van de oplossing voor armoede werd gezien. Als opzet voor het onderzoek heb ik als eerste gekozen om te kijken hoe het kan dat gemeentelijk beleid onderling kan verschillen en wat de landelijke regelgeving is op het gebeid van het armoedebeleid en in hoe verre gemeenten beleidsvrijheid hebben op het gebied van minimabeleid, schuldhulpverlening en re-integratie. Hierna heb ik me gericht op de analyse van het gemeentelijke beleid van Haarlem en Tilburg. De opzet van de analyse ziet er als volgt uit. Allereerst ben ik begonnen met de karakteristieken van beide gemeenten, dit op de punten die van invloed zijn voor het gevoerde beleid. Dit doe ik aan de hand van statistieken, hier komt aanbod: het bevolkingsaantal, de bevolkingsopbouw, het aantal minimahuishoudens en het aantal mensen in de bijstand. Deze gegevens bekijk ik vanaf 2005 omdat er in 2006 in beide gemeenten een nieuwe coalitie is gekomen en een nieuw beleid is gevormd op basis van deze gegevens omtrent de WWB. In Tilburg is er in de tussentijd nog een nieuw college gekomen, maar deze heeft het armoedebeleid van het college daarvoor overgenomen. In deze paragraaf analyseer ik ook aan de hand van de statistieken welke mensen in de bijstand zitten. Hierbij komt de onderverdeling in leeftijd van mensen in de bijstand aan bod, de typehuishoudens en uitkeringsduur. Deze eerste paragraaf is van groot belang voor de vergelijking. Dit omdat bijvoorbeeld een gemeente met relatief veel ouderen en ook veel ouderen in de bijstand waarschijnlijk een ander type beleid zal voeren dan een gemeente met weinig ouderen en veel jongeren in de bijstand. De statistische gegevens in deze paragraf hebben invloed gehad voor het gekozen beleid. Als tweede analyseer ik de visie op het armoedevraagstuk en de visie op de oplossing van dit vraagstuk Als vierde komen de beoogde doelstellingen aanbod, wat de willen de gemeenten bereiken met hun gevoerde beleid. Als vijfde zal worden bekeken waar de focus van het beleid op ligt, op welke doelgroepen richten de beide gemeenten zich. Deze punten zijn ook weer van belang voor de vergelijking omdat deze ook de richting aangeven van het 4

5 gevoerde beleid. Daarbij kan aan de hand van deze punten goed worden gezien welke politieke keuzen de gemeente maakt omtrent het armoedevraagstuk. Als zesde komt het daadwerkelijk gevoerde beleid aanbod. Eerst zal ik het beleid omtrent de WWB weergeven. Welke minimaregelingen hebben beide gemeenten, wat doen de gemeenten aan re-integratie, wat is het beleid van de schuldhulpverlening en als laatste wat is het beleid omtrent fraude bestrijding. In de zevende paragraaf komt de organisatie van de WWB aanbod, hoe heeft de gemeente zich georganiseerd met de verschillende organisaties op dit gebied, om zo tot een doeltreffend beleid te komen. Daarna zal in de achtste paragraaf de financiën worden weergeven, hoeveel geven de gemeenten uit aan de minimaregelingen, re-integratie en schuldhulpverlening. In de negende paragraaf zal ik analyseren waarom de gemeente dit beleid voert, met de karakteristieken en de visie in acht nemend. Daarbij zal worden geanalyseerd hoe dit zich vertaalt in de het daadwerkelijk gevoerde beleid. Om te kunnen vergelijken welke gemeente nu succesvoller zijn dan de andere zal worden geanalyseerd wat het effect is van het gevoerde beleid en hoe beide gemeente vergeleken met landelijke gemiddelden het doen, op het gebied van uitstroom, re-integratie en terugval. Dit zal weer gebeuren aan de hand van statistieken. Na de analyse van het gemeentelijk beleid heb ik gekeken wat de verschillen nu precies waren tussen de beide gemeenten en hoe verre Haarlem iets kan leren van het beleid van Tilburg. 5

6 Hoofdstuk 2 Methode. Als aanpak om tot de antwoorden te komen voor mijn onderzoek heb ik volgende aanpak gehanteerd. Om te onderzoek wat precies het landelijke beleid rondom de armoede, heb ik vooral een literatuurstudie gehanteerd. Hier heb ik bronnen van de overheid omtrent de Wet Werk en Bijstand gebruikt, maar ook secundaire bronnen van advies organisaties richting gemeenten. Voor de analyse van het gemeentelijke beleid heb ik gebruik gemaakt van alle recentelijk verschenen nota s, verordeningen, coalitie programma s en begrotingen op het gebied van minimabeleid, schuldhulpverlening en re-integratie. Daarnaast heb ik nog gesproken met de beleidsmakers van Haarlem en Tilburg op het gebied van Sociale Zaken. Voor statistische informatie rondom de gemeenten en het beleid van de WWB heb ik gegevens van het CBS, de gemeenten zelf en de kernkaart WWB van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gebruikt. 6

7 Hoofdstuk 3 Landelijk beleid versus gemeentelijk beleid. De per 1 januari 2004 ingevoerde Wet Werk en bijstand heeft belangrijke consequenties gehad voor het gemeentelijke beleid op armoedebestrijding. De gemeentelijk invulling van beleid was immers altijd afhankelijk van de landelijke wetgeving, gemeenten moeten binnen dit kader hun beleid vorm geven. De beleidsvrijheid van gemeenten is daarom altijd afhankelijk van de landelijke eisen. Om deze reden begin ik dit hoofdstuk met een uiteenzetting van het landelijk beleid op de armoede bestrijding. In dit hoofdstuk volgt allereerst een korte weergave van de ontwikkeling naar het huidige landelijke beleid. Daarnaast geef ik een uitzetting weer van de huidige Wet Werk en Bijstand, dit alleen op hoofdlijnen en bespreek, de voor mijn onderzoek, belangrijkste kenmerken van dit beleid. Hierbij ga ik niet al te diep op de details van de wetgeving. Mede zal ik weergeven in hoe verre gemeenten beleidsvrijheid hebben op het gebied van de WWB en het minimabeleid. En als laatste geef ik kort antwoord op de vraag hoe het kan dat het beleid onderling gemeente verschilt. De nieuwe WWB verving hoofdzakelijk de nieuwe bijstandswet, maar ook de wet financiering Abw, IOAW en IOAZ, de wet Inschakeling werkzoekende en het Besluit doorstroombanen (Memorie van toelichting: docs.minszw.nl/ 2008: 1). De filosofie van deze nieuwe wet is werk boven inkomen, waarbij men de nadruk legt op het voorkomen van de afhankelijkheid op uitkeringen en op de re-integratie van bijstandsgerechtigden (Bosselaar et. al. 2007: 19). Dit is echter niet een op zich zelfstaande plotselinge ontwikkeling. Met de invoering van de nieuwe Algemene Bijstandswet in 1996, kwam de nadruk al te liggen op de activering van de bijstandsgerechtigden. Daarbij maakte het rijk de gemeenten meer verantwoordelijk voor het te voeren beleid. Dit kwam nog des te meer tot uiting in de nieuwe wet over de Structuur van de Uitvoeringsorganisaties Werk en Inkomen (SUWI) in Het doel van deze wet was de samenwerking te verplichten tussen gemeenten en het Centrum van Werk en Inkomen (CWI) (Bosselaar et. al. 2007: 19). Op de gedachte van de nieuwe ABW en de SUWI bouwt de Wet Werk en Bijstand op voort. Deze op een januari 2004 ingevoerde wet beoogde een verder gaande en verbeterde activering van de bijstandsgerechtigden, met daarbij een verder gaande verantwoordelijkheid en beleidsruimte voor de gemeenten. De kern van de nieuwe wet is dat iedere burger wordt geacht zelfstandig in zijn bestaan te kunnen voorzien door middel van arbeid. Als dit niet mogelijk is en er geen andere voorzieningen beschikbaar zijn, is het de taak van de overheid hem te helpen met het zoeken naar werk, en zolang met werk nog geen zelfstandig bestaan mogelijk is, met 7

8 inkomensondersteuning. Met dit in acht nemende heeft de WWB een drietal doelstellingen: (Konterink et. al. 2003: 4) 1. De doelstelling van de WWB is, zoals in het bovenstaande al naar voren kwam: werk boven inkomen. Daarbij staat activering en preventie centraal. Dit wil men mogelijk maken door de instroom van de bijstand zoveel mogelijk tegen te gaan en de uitstroom zoveel mogelijk te bevorderen. Wel moet hier rekening worden gehouden met de inkomenswaarborg van de burger. (Bosselaar 2007: 26) 2. Het rijk wil met de invoering van de WWB zorgen voor een evenwichtig reïntegratiebeleid, zodat alle groepen met specifieke kenmerken worden betrokken in de nieuwe wetgeving. (Toet en van de Vrie 2008:11) 3. Het beleid en de uitvoering van de WWB moet transparant zijn. Het moet duidelijk zijn voor de burgers die er recht op hebben, aan welke verplichtingen zij moeten voldoen. (Toet en van de Vrie 2007: 12) Om deze doelstellingen te bereiken en te zorgen voor een actief uitstroombeleid hebben er drie belangrijke processen plaats gevonden, namelijk decentralisatie, deregulering en derapportage. Deze drie maken het belangrijkste verschil met de Abw en daarom zal ik deze hieronder verder toelichten. Met decentralisatie worden gemeenten financieel zelf verantwoordelijk gemaakt. Hierbij krijgen de gemeenten twee budgetten van het rijk. Allereerst het Inkomen-deel, oftewel het I-deel. Met dit deel moeten gemeenten de uitkeringen financieren. Dit deel wordt berekend volgens een objectief verdeelmodel (Wet Werk en Bijstand: de feiten op een rij. docs.minszw.nl/ 2008: 11 ) (Bosselaar et. al. 2007: 31) (Konterink 2003: 5). Gemeenten moeten binnen dit budget blijven; als zij dit budget overschrijden zullen ze dit zelf moeten aanvullen, tenzij de gemeente voldoet aan de uitzonderingsregel, waarbij ze aanvulling vanuit het rijk krijgen. Daar staat tegenover dat wanneer gemeenten geld overhouden van dit budget, dit beschikbaar blijft voor de gemeente. Hierdoor krijgen gemeenten een financiële prikkel om de uitstroom uit de bijstand te bevorderen (Toet en van de Vrie 2008:11). Naast het I-deel krijgen gemeenten het zogenaamde W-deel oftewel het Werkdeel. Dit wordt ook via een model verdeeld. Met het W-deel kunnen gemeenten re-integratietrajecten financieren. Als gemeenten een deel van dit budget overhoudt wordt dit teruggevorderd door de staat, dit in tegenstelling tot het I-deel. (Wet Werk en Bijstand: de feiten op een rij. docs.minszw.nl/ 2008: 11 ) (Toet en van de Vrie 2008:11). Deregulering houdt in, dat gemeenten meer beleidsvrijheid krijgen om hun eigen beleid te voeren op minimabeleid en re-integratie. Voor dit beleid zijn het I- en W-deel in principe vrij beschikbaar voor gemeenten. Echter dit is niet onbeperkt er zijn een aantal beperkingen vastgelegd. Allereerst moet er aandacht zijn voor een evenwichtige aanpak, dit betekent dat er 8

9 rekening moet worden gehouden met bijstandsgerechtigden, niet-bijstandsgerechtigden, ontvangers van de Algemene Nabestaandewet en de omgang met zorgtaken. Ook dient men de verschillende doelgroepen in acht te nemen, zoals etnische minderheden, arbeidsgehandicapten, jongeren en mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (Bosselaar et. al. 2007: 33). Tevens is met de invoering van de WWB categoriale bijstandsverlening en arbeidsontheffing afgeschaft. Hierbij mogen gemeenten geen bijstand of arbeidsontheffingen aan bepaalde groepen vestrekken binnen de samenleving. Met de WWB dient nu altijd naar het individu te worden gekeken en moet er getoetst worden of hij of zij recht heeft op bijvoorbeeld een arbeidsontheffing of een bijzondere bijstand. Dit verplicht samen met de evenwichtige aanpak gemeenten tot maatwerk (Bosselaar et. al. 2007: 33). Met de derapportage beoogt het rijk minder verplichtingen op het gebied van rapportage voor gemeenten te vereenvoudigen en te verminderen (Bosselaar et. al. 2007: 37). Dit met de gedachte dat gemeenten meer tijd hebben en aandacht kunnen besteden aan de invulling van het beleid. In hoofdlijnen heb ik nu weer gegeven wat de WWB inhoudt en vooral wat de doelstellingen van deze wet zijn en hoe de wetgever dit wil bereiken. Maar de nieuwe bijstandswet heeft nog al een aantal implicaties. De belangrijkste voor mijn onderzoek relevante punten van de nieuwe wet licht ik er uit. De WWB veronderstelt een aantal plichten van de burger zowel als van de gemeenten die onder de oude bijstandswet nog niet golden. Als eerste heeft ieder die een bijstandsuitkering aanvraagt en toegekend krijgt, de plicht algemeen geaccepteerd werk te aanvaarden en te participeren in de voorzieningen die hem of haar geschikt maken voor de arbeidsmarkt. Gemeenten daarentegen kennen ook de zogenaamde zorgplicht, dit betekent dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor het ondersteunen van de burgers die niet op eigen kracht aan de slag komen. De gemeenten hebben daarbij dan ook de plicht om de voorzieningen op het gebied van de WWB aan te bieden aan de burger (Konterink et. al. 2003: 5) (Toet en van de Vrie 2007: 10). Op het gebied van re-integratie heeft de gemeente veel beleidsvrijheid. Wat centraal staat is dat het maatwerk moet zijn. Gemeenten kunnen op allerlei mogelijke manieren het reintegratie beleid vorm geven. Daarbij kan er gedacht worden aan project gericht op scholing en training. Maar ook kunnen gemeenten bijvoorbeeld werk projecten aanbieden, om zo mensen arbeidservaring op te laten doen. Op het gebeid van de invulling van het re-integratiebeleid is er een landelijke trend dat gemeente het work first principe hanteren. De opzet van het work first principe komt origineel uit het Amerikaanse Wisconsin. Bij work first staat centraal dat mensen zo snel mogelijk naar werk moeten worden geleid, welk werk dan ook. Work first heeft over het algemeen in Nederland de invulling gekregen dat als een arbeidsgeschikte een uitkering aanvraagt, in plaats van een 9

10 uitkering een baan krijgt aangeboden, deze moet vaak geaccepteerd worden voor het behoud van de bijstandsuitkering. Per gemeente zijn hier natuurlijk wel variaties op, zeker als het gaat om scholing en begeleiding tijdens een work first traject (Els Sol et. al. 2007: 17). Om burgers te verplichten om deel te nemen aan bijvoorbeeld work first, maar ook andere projecten voor participatie en re-integratie, hebben gemeenten, binnen de WWB, de mogelijkheid om de bijstand of de bijzondere bijstand naar hun eigen inzichten te verlagen. Dit kan bijvoorbeeld naar aanleiding van het niet nakomen van verplichtingen (Konterink et al. 2003: 10). Voor de hoogte van de bijstandsuitkeringen heeft de invoering van de WWB consequenties. Landelijk is er nu een minimum norm vastgesteld voor de hoogte van de uitkeringen. Voor gehuwden komt dit neer op 100 procent van het wettelijk minimum loon, dit is tevens de gehuwdennorm. Alleenstaande ouders krijgen 70 procent van de gehuwdennorm. En alleenstaande krijgen 50 procent van de gehuwdennorm (Wet Werk en Bijstand: de feiten op een rij. docs.minszw.nl/ 2008: 11 ). Gemeenten mogen de bijstand verhogen door middel van een toeslag die boven op de vastgestelde norm komt, ook kunnen de gemeente deze bijstandsnorm verlagen. De reden en de hoogte van de verlaging of verhoging mag door de gemeente zelf ingevuld worden. Om een voorbeeld te geven kan er voor een verhoging gekozen worden als iemand zijn noodzakelijke bestaanskosten niet met iemand kan delen. Er kan voor een verlaging gekozen worden als bijvoorbeeld de bestaanskosten wel met iemand anders gedeeld kunnen worden (Wet Werk en Bijstand: de feiten op een rij. docs.minszw.nl/ 2008: 11 ). Op het gebied van de armoede bestrijding is er ook het een en ander veranderd door de WWB. Zoals ook hierboven naar voren kwam kunnen ten eerste gemeenten geen categoriaal beleid meer voeren en is maatwerk verplicht. Alle regelingen, die niet onder bijzondere bijstand vallen, zoals schuldhulpverlening of kwijtschelding van gemeentelijk belastingen en heffingen mogen niet categoriaal worden verschaft, maar moet er individueel worden getoetst of zij hier recht op hebben (Konterink et al. 2003: 18-21).Er zijn wel enkele uitzonderingen zo mogen er aan ouderen, chronisch zieken gehandicapten wel categoriaal beleid worden gevoerd. De gemeente mag zelf bepalen geven hoe het beleid op armoedebestrijding wordt vorm gegeven. Zo mogen gemeenten zelf de vaststellen welke mensen recht op bepaalde regelingen hebben. Zo is er te zien dat in sommige gemeenten regelingen voor armoedebestrijding voor alleen mensen met een bijstandsuitkering zijn, maar gemeenten kunnen er ook voor kiezen om boven de bijstandsnorm te zitten, zodat werkende mensen met een laag inkomen ook recht hebben op bepaalde inkomensondersteunende regelingen. Voor dat ik in ga op de mogelijke gemeentelijke regelingen zijn er een paar regelingen die helemaal binnen de WWB vallen (Dodeweerd 2005: 18). De bijzondere bijstand is een vorm van bijstand die de gemeente mag verstrekken aan mensen met een minimuminkomen voor bepaalde noodzakelijke kosten. Dit kan zowel in de vorm van een gift als een lening. 10

11 Een andere regeling binnen de WWB is de langdurigheidtoeslag. Dit is een toeslag voor mensen die een lange tijd van een bijstandsuitkering afhankelijk zijn. Wel moet dit uiteraard plaats vinden door toetsing en mag niet categoriaal verstrekt worden (Konterink et al. 2003: 21). Gemeente kunnen zelf invullen wanneer mensen recht hebben op een langdurigheidtoeslag. Dit kan bijvoorbeeld al naar drie jaar, maar in de regel wordt dit verstrekt naar vijf jaar (Dodeweerd 2005: 19) De derde regeling is dat gemeenten binnen de WWB categoriale bijstand kunnen verlenen aan ouderen, gehandicapten en chronisch zieken. Een gemeente kan zonder beperking categoriale bijstand toekennen (Dodeweerd 2005: 18). Naast deze drie inkomensondersteunende regelingen kan de gemeenten nog een heel scala aan regelingen gebruiken voor de invulling van het minimabeleid. Dit minimabeleid mag door de invoering van de WWB niet categoriale worden verleend. Een uitzondering hierop is dat de gemeente vanaf 1 januari 2009 niet individueel hoeft te toetsen op voorzieningen voor gezinnen met kinderen gericht op participatie (Schut 20087) (Konterink et al. 2003: 18-21). Voor de invulling van het minimabeleid kan er gedacht worden aan regelingen gericht op participatie, zodat de minima niet sociaal wordt geïsoleerd. Dit kunnen bijvoorbeeld sportfondsen zijn zodat de minima goedkoop of gratis sporten of stadspassen voor korting op cultuur of een gratis bibliotheek abonnement voor de minima (Dodeweerd 2005: 15-16) (Schut 2008: 18-49). Ook kunnen gemeente via regelingen de druk op het inkomen van minima verlichten. Regelingen die dit bijvoorbeeld doen zijn kwijtschelding op gemeentelijke belastingen en heffingen, collectieve ziektekosten verzekering of een schoolkosten tegemoetkoming (Schut 2008: 18-49). Naast inkomensondersteunende en participatie regelingen kunnen gemeenten ook kiezen voor voorzieningen die helpen als mensen in de minima in financiële nood verkeren. Een belangrijke voorziening is de schuldhulpverlening. Maar ook kunnen gemeenten bijvoorbeeld een noodfonds hebben als de minima snel een lening nodig hebben voor bepaalde kosten. Of gemeenten kunnen tijdelijk tegemoet komen in de woonkosten als mensen deze niet meer kunnen betalen (Schut 2008: 18-49). Naast de gemeentelijke invulling van het armoedebeleid, kent Nederland een aantal landelijke inkomensondersteunende regelingen, die de minimumhuishoudens verlichten van hun dagelijkse kosten. Zo kunnen mensen met een minimum inkomen recht hebben op huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag, kindertoeslag en heffingskortingen. Door de invoering van de WWB en de toenemende beleidsvrijheid van gemeenten is het gevolg dat er geen overkoepelend beleid meer is, maar dat de 467 gemeenten, ook 467 verschillende plannen uitvoeren ten opzichte van het armoede vraagstuk. Dit maakt vervolgens het landelijk beleid voor de minima ondoorzichtig en wordt het moeilijk om beleid te sturen vanuit het rijk. 11

12 Daarbij is het een mogelijkheid dat door dat gemeenten beleidsvrijheid hebben, er ongelijkheid ontstaat tussen de gemeenten. Waarbij de ene gemeente sneller bepaalde voorzieningen verleent dan de ander (Dodeweerd 2005: 12-13). De WWB zorgt er vervolgens voor dat gemeenten meer maatwerk kunnen leveren. Dit doordat de gemeenten vergeleken met het rijk dichter bij de burger staat en hier hun beleid op kunnen aanpassen. Ook zorgt de WWB er voor dat lokale groepen meer invloed hebben op het beleid van de gemeenten. Dit omdat de gemeente verplicht is het eigenbeleid in samenspraak met de burgers te formuleren. Dit kan gaan in de vorm van een cliëntenraad of belangengroepen (Dodeweerd 2005: 13-14). Concluderend kunnen we stellen dat gemeenten binnen de WWB meer beleidsruimte hebben gekregen waardoor het mogelijk is dat het minimabeleid en re-integratiebeleid van gemeenten onderling kunnen verschillen. Hierbij kunnen er bijvoorbeeld verschillen ontstaan op het gebied van minima voorzieningen, re-integratie projecten maar ook in de procedures voor uitkeringsgerechtigden. Hierdoor ontstaan er ook verschillen op de uitwerking van het gevoerde beleid. Gemeenten worden wel enigszins beperkt om enorme verschillen tegen te gaan, zij moeten immers handelen binnen de in de WWB gestelde eisen. Wat niet uit het oog mag worden verloren is dat de tweede kern taak van de WWB het verlenen is van financiële bijstand. 12

13 Hoofdstuk 4 gemeentelijk beleid Haarlem. Zoals in het voorafgaande hoofdstuk naar voren kwam, hebben gemeenten door de WWB meer beleidsvrijheid gekregen. Om deze reden kan de invulling van de WWB van gemeenten onderling verschillen. In dit hoofdstuk zal een analyse gemaakt worden van het gevoerde beleid van de gemeente Haarlem. Om vervolgens aan de hand van de analyse een vergelijking te kunnen maken tussen Haarlem en Tilburg. 4.1 Karakteristieken Haarlem. Haarlem heeft in inwoners, waarvan man en vrouw zijn (CBS 2008). Als we kijken naar de bevolkingsopbouw zien we van 2005 tot 2008 de volgende samenstelling. Tabel 4.1 Bevolkingsopbouw Haarlem over periode 1995 tot en met 2008 Jonger dan 5 5 tot 10 jaar 10 tot 15 jaar 15 tot 20 jaar 20 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 tot 80 jaar 80 jaar of jaar ouder Periode Aantal / % Aantal / % Aantal / % Aantal / % Aantal / % Aantal / % Aantal / % Aantal / % Aantal / % Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen Onderzoek en Statistiek Haarlem geeft de volgende gegevens weer omtrent de opbouw van de gemeente Haarlem in Tabel 4.2 Bevolkingsopbouw Haarlem Leeftijdscategorie Aantal Percentage 0-19: ,7% 20-44: ,8% 45-64: ,2% 65>: ,2% Bron: Onderzoek en Statistiek Haarlem Als eerste valt het in de tabel van het CBS op, dat de bevolkingsopbouw relatief constant blijft vanaf Daarnaast valt het in beide tabellen op dat de beroepsbevolking het grootste aandeel heeft in de stad Haarlem. Het aandeel ouderen is relatief laag, vergeleken met het aandeel van de beroepsbevolking. Om een voorbeeld te gegeven, aan de hand van de tabel van het CBS, hebben de groepen 25 tot 45 jaar en 45 tot 65 jaar het grootste aandeel van de bevolkingssamenstelling, immers 31% en 26,2% in Als we kijken naar de groep 5 tot 25 jaar is dit 21,5% En de groep 65 en 80 jaar of ouder is dit 15,2%. Als we vervolgens kijken naar de sociaal economische situatie van Haarlem heeft het ministerie van sociale zaken de volgende gegevens over Haarlem beschikbaar. 13

14 Tabel 4.3 Algemene gegevens Haarlem Haarlem inwoners Aantal inwoners Beroepsbevolking Aantal lage inkomens Gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden Aantal werkzoekenden zonder baan Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Hierin wordt de sociaal economische situatie van Haarlem geschetst en vervolgens vergeleken met het landelijke gemiddelde van gemeenten met dezelfde omvang. Hier valt op dat Haarlem een relatief hoog aandeel heeft aan lage inkomens, vergeleken met de landelijke cijfers. Namelijk tegenover Op de andere gebieden komt Haarlem redelijk overeen met het gemiddelde. Zoals hierboven al naar voren komt heeft Haarlem een groot deel lage inkomens. Maar deze lage inkomens vallen niet perse onder de minima. Volgens gegevens van de gemeente zelf kent Haarlem 9500 huishoudens met een minimum inkomen (Nota evaluatie minimabeleid : 1). Volgens het CBS hadden in 2004 minimahuishoudens in Haarlem een aandeel van 9 procent. In deze tabel hieronder is ook te zien dat 13 procent van de eenpersoonshuishoudens een minimuminkomen heeft en dat 19 procent van de eenoudergezinnen een minimum inkomen heeft. Vier procent van de paren zonder kinderen in Haarlem heeft een minimum inkomen en 7 procent van de paren met kinderen heeft een minimum inkomen. Tabel 4.4 Particuliere huishoudens in Haarlem met laag inkomen / rond sociaal minimum, Onderwerpen Aantal Aant. huish.behorende Aant. huish. met Aant. huish. huishoudens* tot doelpopulatie* een laag inkomen* onder of rond soc. min.* Regio's Samenstelling van het x % huishouden Haarlem Totaal particulier huishouden 66,9 64,2 9 9 Eenpersoonshuishouden 27,4 26, Paar zonder kinderen 17,7 17,2 4 4 Paar met kinderen 15,5 14,9 7 5 Eenoudergezin 4,2 4, Omdat veel mensen met een minimum inkomen in de bijstand zitten richt ik me verder in deze paragraaf op de karakteristieken van de mensen met een bijstandsuitkering. 14

15 Met betrekking tot het aantal mensen in de bijstand zijn de volgende gegevens beschikbaar van het Onderzoek en Statistiek Haarlem, het CBS en het ministerie van Sociale Zaken. Tabel 4.5 Personen met een bijstandsuitkering in Haarlem, Tot 65 jaar 65 jaar en ouder totaal Bron: Onderzoek en Statistiek Haarlem Tabel 4.6 Aantal ABW en WWB uitkeringen in Haarlem over de periode 2005 tot en met 2007 ABW/WWBuitkeringen ABW/WWBuitkeringen ABW/WWBuitkeringen ABW/WWBuitkeringen ABW/WWBuitkeringen totaal totaal, relatief totaal 15 tot 65 jr mannen 15 tot 65 jr vrouwen 15 tot 65 jr Periode aantal per aantal aantal aantal huishoudens Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen Tabel 4.7 Bijstandsuitkeringen Haarlem Bijstandsuitkeringen Jaar Totaal Aantal Percentage % % % Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de hand van de bovenstaande tabellen vallen er een aantal zaken op. Allereerst valt het op dat de cijfers tussen het CBS, O en S Haarlem en het ministerie van Sociale Zaken onderling verschillen. Deze verschillen zijn niet enorm groot, en alle drie geven wel hetzelfde beeld weer, maar het is toch opvallend dat deze cijfers niet met elkaar overeen komen. Wat nog meer opvalt is dat het aantal mensen in de bijstand vanaf 2005 enorm is gedaald, in tabel 4.5 zijn er in mensen met een bijstandsuitkering, in 2007 is dit vervolgens gedaald naar mensen met een bijstandsuitkering. Dit gegeven komt in paragraaf 9 verder aanbod, waar het effect van het beleid aanbod komt. Zoals in het bovenstaande te zien is, kent Haarlem in mensen in de bijstand, volgens het Onderzoek en Statistiek van Haarlem. Het CBS geeft in 2007 een totaal weer van 2690 en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2685 mensen in de bijstand. Relatief gezien heeft Haarlem een laag aandeel mensen in de bijstand. Als we de cijfers van het CBS aanhouden zijn dit 2690 mensen in de bijstand, tegenover inwoners. Ook het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering tegen over het totale aantal huishoudens is niet hoog, dit geeft een percentage van vier procent weer, dit is te zien in tabel 4.6. en 4.7. Overigens valt het op, dat in tabel 4.7, procentueel het aantal bijstandsuitkeringen van 2005 naar 2007, maar 1% is gedaald. 15

16 Het aantal mensen onder 65 jaar met een bijstandsuitkering heeft ver uit het grootste aandeel van het totaal aantal mensen met een bijstandsuitkering. Zo geeft het CBS in tabel 4.6 weer dat het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, met een bijstandsuitkering 2430 is, tegen over een totaal van Ook in tabel 4.5 is duidelijk te zien dat ver uit de meeste mensen met een bijstandsuitkering onder 65 jaar zijn. Dit is ook terug te vinden bij het strategisch bedrijfsplan van de SoZaWe waarin zij beweren dan dat 60% van de mensen in de WWB tussen de 20 en 50 jaar zijn (Strategisch bedrijfsplan SoZaWe 5). Om een verdere analyse te maken van Haarlem en welke groepen mensen in de bijstand zitten, staan hieronder twee tabellen die de onderverdeling in leeftijd weergeven van mensen met een bijstandsuitkering. Tabel 4.8 Bijstandsontvangers (WWB) in Haarlem naar leeftijd en geslacht, leeftijd Mannen vrouwen Totaal T/m 24 jaar jaar en ouder Bron: Onderzoek en Statistiek Haarlem Tabel 4.9 Bijstandsuitkeringen Haarlem, onderverdeeld in Leeftijdscategorieën < 23 jaar 23 < 65 jaar 65 jaar < Jaar Aantal Percentage Aantal Percentage Aantal Percentage % % 250 7% % % 245 8% % % 255 9% Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid In tabel 4.8 komt duidelijk naar voren dat de groep 40 tot 44 jaar de grootste groep is, met 449 mensen. Ook de groep 35 tot 39 met 401 mensen heeft een groot aandeel. Daarnaast valt op dat het aantal jongeren relatief laag is met 166 jongeren in de bijstand. Ook het aandeel ouderen in de bijstand is relatief laag met 245 ouderen die een bijstandsuitkering hebben. Overigens kan wellicht verwacht worden dat dit aandeel groter kan worden in de toekomst, omdat de groep 60 tot 64 jaar 324 personen met een bijstandsuitkering kent en de groep 55 tot personen. In tabel 4.9 komt hetzelfde beeld naar voren. Waarbij in 2007 een percentage weer wordt gegeven van 2 procent voor het aandeel jongeren tot 23 jaar. Waarbij 89 procent van mensen in de bijstand in de groep 23 tot 65 jaar zit. Ook hier wordt een laag percentage weergeven voor het aantal ouderen in de bijstand, namelijk 9 procent. 16

17 Vervolgens valt het in tabel 4.8 op dat in 2007 het verschil tussen mannen en vrouwen niet erg groot is. Waarvan er meer vrouwen in de bijstand zitten dan mannen. In tabel 4.6 komt dit naar voren. Waarvan in 2007, 1050 mannen tot 65 een bijstandsuitkering hadden en 1390 vrouwen tot 65 jaar een bijstandsuitkering hadden. Het WWB beleid van Haarlem is natuurlijk niet alleen gericht op leeftijdscategorieën, Huishoudens en gezinnen spelen een belangrijke rol. Hieronder staan de gegevens op dit gebied. Tabel 4.10 Bijstandsuitkeringen Haarlem, onderverdeling type huishouden Alleenstaanden Eén-oudergezinnen Echtparen Anders/Onbekend Jaar Aantal Perc. Aantal Perc. Aantal Perc. Aantal Perc % % % 5 0% % % % 5 0% % % % 10 0% Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid In deze bovenstaande tabel is het duidelijk te zien dat de alleenstaanden het grootste aandeel hebben, namelijk 57 procent van de bijstandsuitkeringen behoort aan de alleenstaanden. Daarnaast hebben eenoudergezinnen ook een hoog percentage, namelijk 26 procent. Als laatste om een beeld te vormen van Haarlem en mensen met een bijstandsuitkering geef ik hieronder de gegevens weer hoe lang mensen in de bijstand verkeren. Tabel 4.11 Uitkeringsduur Haarlem 2006 Uitkeringsduur Mannen Vrouwen Totaal Tot ½ jaar ½ -1 jaar jaar jaar jaar jaar jaar en langer Bron: Onderzoek en Statistiek Haarlem Tabel 4.12 Uitkeringsduur Haarlem Korter dan 12 maanden 12 maanden en langer Jaar Aantal Percentage Aantal Percentage % % % % % % Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid In tabel 4.11 valt gelijk op dat ver uit de grootste groep langer dan 10 jaar in de bijstand blijft zitten, namelijk 809, dit is bijna twee keer zo hoog als de groep 5 tot 10 jaar in de bijstand. 17

18 Daarnaast is het opmerkelijk dat er maar 283 mensen 2 tot 3 jaar in de bijstand zitten en 324 mensen ½ tot 1 jaar de bijstand. De rest ligt ongeveer ronde de 400 honderd mensen. Ook in tabel 4.12 komt duidelijk naar voren dat de minderheid namelijk 15 procent in 2007 kort een uitkering hebben. Veruit de meerderheid, 85 procent, heeft een uitkeringsduur van twaalf maanden en langer. Het strategisch bedrijfsplan geeft weer dat 50 procent van de mensen in de WWB tot 3 jaar een uitkering hebben en dat 50 procent langer dan 3 jaar een bijstandsuitkering heeft. 4.2 Visie op het armoedevraagstuk. Na het analyseren van de visie op armoede en het minimabeleid in het coalitie akkoord en verschillende nota s en verordeningen op het gebeid van de WWB komt de onderstaande visie op het armoedevraag stuk naar voren. Haarlem stelt, in zijn nota minimabeleid , dat armoede meer is dan een tekort aan geld hebben, waardoor men niet kan rondkomen. Armoede wordt gezien als een breed vraagstuk, zo staat in de nota: Armoede is niet op een volwaardige manier kunnen participeren in de samenleving op welk terrein dan ook, waardoor isolement dreigt. (Nota minimabeleid : 3). Dit gezegd te hebben hangt armoede volgens Haarlem samen met opleidingsniveau, gezondheid, economische zelfredzaamheid, wonen en leefomgeving (Nota minimabeleid : 4). Het minimabeleid wordt gezien als een belangrijk beleid, maar kan niet op zichzelf staan. Om deze reden is het armoede beleid aanvullend en ondersteunend aan andere beleidsterreinen, zoals het re-integratiebeleid en de schuldhulpverlening. Daarbij is de gemeente van mening dat niemand aan de kant hoeft te blijven staan vanwege welke reden ook (Nota minimabeleid : 4). Het valt op dat de gemeente in eerste instantie uit gaat van de zelfbeschikking van de burger, de gemeente stelt dat deze zelf verantwoordelijk is voor zijn gemaakte keuzes en een eigen netwerk heeft om op terug te vallen. Hierbij hanteert de gemeente hetzelfde uitgangspunt als het rijk bij de WWB. Het minimabeleid is er vervolgens voor burgers die er zelf niet meer uit komen (Nota minimabeleid : 3). Haarlem heeft daarnaast een visie op de klant van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, daarbij zien zij vier belangrijke aspecten van de klant. Allereerst zijn alle klanten uiteindelijk op zoek naar betaald werk. Alle klanten hebben kwaliteiten die in de maatschappij van pas komen. De dienstverlening moet duurzaam iets toevoegen aan het potentieel van de klant. En als laatste en vierde punt, gaat Haarlem uit van de goede trouw van de klanten van de SoZaWe (Strategischbedrijfsplan : 6). Het college wil het recht op bijstand nadrukkelijk koppelen aan de plicht om waar mogelijk mee te werken aan re-integratie naar werk (Collegeprogramma ) (De WWB hoogwaardig handhaven in Haarlem : 4) 18

19 4.3 Visie op de oplossing. Zoals we zien in het voorafgaande wordt armoede gezien als een breed vraagstuk, de oplossingen op dit vraagstuk worden dan ook niet alleen gezien in minimabeleid maar ook in schuldhulpverlening en re-integratie In de nota minimabeleid wordt geformuleerd dat het minimabeleid ten eerste moet bestaan uit voorzieningen en het verschaffen van inkomensondersteuning. Maar de oplossing wordt niet gezien in alleen het verstrekken van voorzieningen en gelden. De gemeente wil proberen om met hun armoede beleid mensen uit hun permanente afhankelijkheidsposities te halen. Men wil zelfstandigheid creëren onder de uitkeringsgerechtigden en zorgen dat zij hun maatschappelijke achterstanden kunnen wegwerken. Kort gezegd willen zij de economische zelfredzaamheid van de inwoners zoveel mogelijk bevorderen (Nota minimabeleid : 3-4). Haarlem deelt de visie van de WWB waarbij werk als een belangrijke oplossing wordt gezien. Hierdoor ligt de oplossing van het armoedevraagstuk vooral in de re-integratie. Werk wordt als de basis van de oplossing gezien. (Nota minimabeleid : 3-4) (Strategisch bedrijfsplan : 6). Daarbij heeft de gemeente de visie dat alle klanten van de SoZaWe op weg zijn naar betaald werk. Hier ziet de gemeente dat er een groot verschil is tussen klanten, sommige hebben na een maand al werk terwijl de ander jaren lange begeleiding nodig heeft. Het uitgangspunt van de gemeente blijft altijd uitstroom naar (on)betaald werk, ook al is de afstand tot de arbeidsmarkt van burgers enorm (Strategisch bedrijfsplan SoZaWe 8). Wel stelt de gemeente dat re-integratie zich moet richten op duurzaamheid, zodat klanten van de SoZaWe hun competenties kunnen verbeteren en ontwikkelen. Omdat armoede een breed vraagstuk is, heeft het minimabeleid te maken met andere beleidsterreinen, zoals we in het bovenstaande al zien wordt re-integratie als oplossing gezien voor het armoedevraagstuk, dit is ook duidelijk terug te zien bij de visie van de WWB. Maar schuldhulpverlening speelt ook een belangrijke rol om armoede terug te dringen. De gemeente en het rijk willen meer inzetten op de preventie van schulden. Daarbij moet er worden gezorgd dat de schuldenproblematiek niet verder toeneemt. (nota schuldhulpverlening 3) Dit samenvattende heeft de gemeente een missie geformuleerd in zijn strategisch bedrijfsplan van de SoZaWe. Deze missie bevat vijf elementen. - Werk: waarbij de gemeente wil zorgen dat klanten voor hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien en daarbij deelnemen in de samenleving. - Inkomen: de klanten van een financieel bestaansminimum voorzien en armoede bestrijden door Haarlemmers met een langdurig laag inkomen van bijzondere bijstand te voorzien. - Fraude: misbruik te voorkomen en te bestrijden. 19

20 - Schuldhulpverlening: als eerste staat hier preventie centraal, dit door een vroege signalering. En als tweede wil de gemeente belemmering van maatschappelijk functioneren als gevolg van schulden verminderen door perspectief te bieden en zelfstandig beheer van de eigen huishouding te bevorderen. - Zorg en inburgering: ook al vindt de gemeente dit geen primaire taak, is er wel vaak een verband tussen verminderde economische zelfredzaamheid en bijvoorbeeld psychische zorgbehoefte of taalachterstand. Waar nodig zet de gemeente zijn klanten op het juiste spoor richting hulp op het gebied van zorg en inburgering. (Strategisch bedrijfsplan : 7) 4.4 Doelstellingen. Gemeente Haarlem heeft het bevorderen of bewerkstelligen van volwaardige participatie door burgers aan de samenleving, als doelstelling. Daarbij zijn zij van mening dat ze ervoor moeten zorgen dat ze elke burger blijven stimuleren mee te doen, ook de burgers die niet of tijdelijk niet aan het werk kunnen of niet meer hoeven te werken. Voor het minimabeleid stelt de gemeente als doelstelling dat de participatie voor voorzieningen omhoog moet. Hiervoor stelt de gemeente niet een bepaald percentage voor deelname aan inkomensondersteunende voorzieningen als doelstelling. Naast deze algemene doelstellingen stelt de gemeente Haarlem in het strategisch bedrijfsplan voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de volgende doelstellingen: - Alle klanten voor wie dat mogelijk is in een activering- of re-integratietraject. - Volledige benutting van het werkdeel WWB vanaf Een vaste klantmanager van het werkdeel WWB vanaf Uitstroom naar werk 150 extra per jaar vanaf klanten aan het werk in de openbare ruimte in tranches te realiseren klanten aan het werk in Work First vanaf Verbetering van de preventiequote aan de poort: daling van de instroom met 150 per jaar vanaf Daling van het bestand tot 2600 eind Daling van het aantal huisuitzettingen als gevolg van schulden van circa 80 per jaar tot 50 per jaar - Geen toename van het aantal gegronde bezwaarschriften (Strategisch bedrijfsplan : 13) De doelstellingen van re-integratie: In 2007 en 2008 wil de gemeente 1200 personen een re-integratietraject bieden. Daarnaast wordt er jaarlijks aan tussen de 400 en 500 personen een Work First traject aangeboden. En als laatste wil de gemeente aan 400 personen een traject bieden gericht op zorg, maatschappelijke participatie, sociale activering of vrijwilligerswerk (re-integratie nota 8). 20

21 Dit moet zorgen voor een toename van de uitstroom naar 2800 mensen in de bijstand. Speerpunten van het coalitieakkoord is het volgende: - Creëren van 100 stageplaatsen voor uitkeringsgerechtigden binnen de gemeenten - Verlenen van voorrang aan nieuwe bedrijven met veel werkgelegenheid - Beiden van tijdelijke (additionele) werkgelegenheid (onderhoudswerkzaamheden) - Een traject op maat voor elke uitkeringsgerechtigde - Bij de gunning van opdrachten wordt nagegaan of voorwaarden kunnen worden gesteld aan opdrachtnemers over het in dienst nemen van werkloze Haarlemmers 40% van het bestand moet een re-integratietraject volgen, daarnaast moeten zo n 400 personen deel nemen aan Work First (niemand aan de kant 5). 4.5 Focus van het beleid. Allereerst is de doelgroep voor het minimabeleid huishoudens met een minimuminkomen. Het minimuminkomen is vastgesteld op 115 procent van de bijstandsnorm. Daarnaast wil Haarlem de prioriteit geven aan ouderen met een minimuminkomen, chronisch zieken, gehandicapten en (alleenstaande ouders met schoolgaande kinderen. Hierbij geven zij als verklaring dat ten eerste de ouderen die een volledige of onvolledige AOW of met een klein aanvullend pensioen hebben, er geen uitzicht is op een verbetering van de financiële situatie, zij zijn immers al met pensioen. Bij de chronisch zieken en gehandicapten ten tweede kunnen de directe en indirecte kosten die een ziekte of handicap met zich meebrengt een groot deel van het huishoudbudget in slokken. Ook bij deze groep is er vaak geen uitzicht op een financiële verbetering. Als derde de (Alleenstaande) ouders met kinderen. Hierbij kan armoede een belemmering zijn voor kinderen om mee te kunnen doen in de samenleving. Haarlem wil met prioriteit te geven aan deze doelgroep, kinderen de kans bieden om te kunnen participeren in de samenleving om in hun eigen toekomst te kunnen investeren. Wat opvalt in de nota minimabeleid en het strategisch bedrijfsplan SoZaWe 2007, is dat men zich ook enorm focust op het misbruik. Zij willen fraude tegen gegaan en streng controleren en handelen. Hierbij wil de gemeenten vooral aan de poort goed controleren (De WWB hoogwaardig handhaven : 1-16). De focus van het beleid op re-integratie is gericht op een viertal groepen namelijk: - de zogenaamde bijzondere groepen, dit zijn de dak- en thuislozen, mensen met verslavingsproblemen en personen met een (ex)psychiatrische achtergrond. - Jongeren - Alleenstaande ouders - Inburgeringsplichtige uitkeringsgerechtigden Voor dak- en thuislozen, richt men zich vooral op zorg en hulp. Jongeren zullen voor het grote deel worden geplaatst in een work first traject. Voor alleenstaande ouders zal men met het oog 21

22 op zorg, voor deeltijd werk willen zorgen. Inburgeringsplichtige zullen over het algemeen een traject aangeboden krijgen met werk en cursussen, bijvoorbeeld een taal cursus (Niemand aan de kant: 5). Op het gebied van schuilhulpverlening ligt allereerst de focus op preventie, daarnaast wordt dit vooral toegespitst op twee doelgroepen namelijk allereerst de jongeren. Veel jongeren hebben in de gemeente financiële problemen, maar zij behoren ook tot risicogroep, omdat er weinig financieel bewust zijn is. Als tweede richt het beleid zich op de ouderen. De problematiek heeft hier te maken met een scala aan oorzaken bijvoorbeeld financieel misbruik van familie, beginnende dementie en verslavingsproblematiek (Preventie schuldenproblematiek 2008: 3-6). 4.6 Vormgeving van het beleid. In deze paragraaf begin ik allereerst met een weergave van de hoogte van de bijstandsuitkeringen. Door de WWB kunnen gemeenten toeslagen boven op het normale niveau vestrekken. Als tweede geef ik een weergave van de regelingen voor de minima. Daarna geef ik weer wat het reïntegratie beleid inhoudt. En als derde geef ik weer wat de gemeente doet aan de schuldhulpverlening. De bijstandsuitkeringen. Landelijk zijn de volgende drie normen voor personen van 21 jaar tot 65 jaar vast gelegd (artikel 21 WWB). a. gehuwden: 100 % van het wettelijk minimumloon (= gehuwdennorm) b. alleenstaande ouders: 70 % van de gehuwdennorm c. alleenstaanden: 50 % van de gehuwdennorm De gemeente kan deze norm verhogen of verlagen doormiddel van een toeslag. De norm kan verhoogd worden tot maximaal 20 procent van de gehuwdennorm, die hierboven is gegeven. Haarlem hanteert als volgt toeslagen van 10, 15 en 20 procent, na gelang de situatie. Toeslagen kunnen alleen verstrekt worden aan een alleenstaande of alleenstaande ouder. Deze toeslag wordt verstrekt als men de algemeen noodzakelijke bestaanskosten niet of niet geheel kan delen met iemand anders. Als alleenstaanden een toeslag krijgen kunnen zij maximaal een bijstandsuitkering krijgen die 70% van de gehuwdennorm is. Alleenstaande ouders kunnen met toeslag een uitkering krijgen van maximaal 90% van de gehuwdennorm. De gemeente heeft ook de mogelijkheid de bijstandsuitkering te verlagen. Dit mag men doen door in de WWB bepaalde redenen tot verlaging. In Haarlem kiest men voor een verlaging van de bijstandsuitkering als gehuwden geheel of gedeeltelijk noodzakelijke kosten kunnen delen met een ander. En als men door de woonsituatie minder of geen noodzakelijke kosten meer maakt. 22

23 Bij gehuwden kan dit een verlaging van 10 of 20 procent betekenen. Bij personen waarbij de woonsituatie de reden tot verlaging is, kan de uitkering met 10 procent worden verlaagd. Naast de verhoging of verlaging kan men doormiddelde van het sanctiebeleid ook de bijstandsuitkering verlagen. Dit komt aanbod bij het fraudebeleid van de gemeente Tilburg. De Minimaregelingen. Voor de meeste minimaregelingen geldt dat ze toegankelijk zijn voor mensen met een minimum inkomen, dit is een inkomen tot 115 procent van het bijstandsniveau. Dat betekend dat dus niet alleen mensen met een bijstandsuitkering recht hebben op de regelingen, maar ook mensen met inkomsten uit arbeid of mensen met een AOW en een klein pensioen. De langdurigheidtoeslag, deze zal hieronder worden weergegeven is een uitzondering, deze is alleen toegankelijk voor mensen die vijf jaar of langer een bijstandsinkomen hebben. De elftal regelingen zullen hieronder volgen: 1. Schoolkostenregeling. Dit is een tegemoetkoming voor onvermijdelijke schoolkosten voor kinderen van vier tot en met 17 jaar. Per kind kan er een eenmalige bijdrage worden ontvangen voor maximaal 100 euro voor een kind op het basisonderwijs en 200 per kind op het voortgezet onderwijs. Noodzakelijke schoolkosten zijn in dit geval: boekenkosten, kosten voor excursies en andere activiteiten, de ouderbijdrage en de kosten voor overige benodigdheden (Rondkomen in Haarlem 2008: 14) (Minimabeleid : 5). 2. Sportregeling voor kinderen. Dit houdt een 80 procent korting in op het lidmaatschap van een sportvereniging en 50 euro korting op sportkleding. Deze regeling is bedoelt voor kinderen vanaf vijf tot en met zeventien jaar, de ouders moeten wel in het bezit zijn van een Haarlempas. Deze regeling is er voor om het sporten onder kinderen te stimuleren (Rondkomen in Haarlem 2008: 17) (Minimabeleid : 6). 3. Haarlempas. Deze pas biedt kortingen op muzieklessen peuterspeelzalen, bij de stadsbibliotheek musea en de Haarlemse zwembaden. Deze pas is bestemd voor personen of gezinnen die een inkomen hebben onder het minimumniveau, ook is deze bestemd voor personen die een schuldsaneringtraject volgen (Rondkomen in Haarlem 2008: 16) (Minimabeleid : 7). 4. Collectieve zorgverzekering. Dit houdt een premiekorting voor een aanvullende verzekering, voor de minima. Bepaalde kosten die onder bijzondere bijstand vallen, kunnen gedeclareerd worden onder de aanvullende 23

Minimabeleid Beek, september 2014 Danielle Marting

Minimabeleid Beek, september 2014 Danielle Marting Minimabeleid 2015 Beek, september 2014 Danielle Marting - 2-1. Inleiding In de afgelopen jaren heeft de gemeente Beek een stevig armoedebeleid opgebouwd. Sinds 2006 is Beek actief in het voorkomen en bestrijden

Nadere informatie

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Inleiding Uit onze gemeentelijke armoedemonitor 1 blijkt dat Leeuwarden een stad is met een relatief groot armoedeprobleem. Een probleem dat nog steeds

Nadere informatie

Nota van B&W. Samenvatting

Nota van B&W. Samenvatting Nota van B&W Onderwerp Minimabeleid in de gemeente Haarlemmermeer Portefeuillehouder dr T.C.M. Horn I 8 QLkb 10 &L- 2 Inlichtingen R.J. Kouwenhoven (023 567 66 15) Collegevergadering Regirtrabenummar z00

Nadere informatie

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag Agendanr. : Doc.nr : B2003 14372 Afdeling: : Sociale Zaken en Werkgelegenheid B&W-VOORSTEL Onderwerp : Langdurigheidstoeslag 2003 Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag Algemeen:

Nadere informatie

Evaluatie. Minimabeleid. gemeente De Marne

Evaluatie. Minimabeleid. gemeente De Marne Evaluatie Minimabeleid 2006 gemeente De Marne Inleiding De gemeente De Marne heeft haar minimabeleid in april 2006 geëvalueerd en besloten aanvullend op het reeds bestaande beleid een aantal regelingen

Nadere informatie

Deelplan Minimabeleid Beleidsplan sociaal domein 2015-2018

Deelplan Minimabeleid Beleidsplan sociaal domein 2015-2018 Deelplan Minimabeleid Beleidsplan sociaal domein 2015-2018 Gemeente Noordoostpolder 19 augustus 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 2. Doelen en doelgroep... 4 2.1. Doelen... 4 2.1.1.

Nadere informatie

BELEIDSREGELS MINIMABELEID GEMEENTE HOOGEVEEN

BELEIDSREGELS MINIMABELEID GEMEENTE HOOGEVEEN BELEIDSREGELS MINIMABELEID GEMEENTE HOOGEVEEN Het college van de gemeente Hoogeveen, gelet op artikel 35, Wet Werk en Bijstand, besluit vast te stellen de volgende beleidsregels: beleidsregels minimabeleid

Nadere informatie

Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014

Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014 Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014 Twee onderdelen Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende regelingen

Nadere informatie

Beleidsplan minimabeleid 2014-2017

Beleidsplan minimabeleid 2014-2017 Beleidsplan minimabeleid 2014-2017 Pagina 1 Inleiding: Armoede is een complex fenomeen waarin de dimensies van inkomen, gezondheid, opleiding, zelfredzaamheid en mogelijkheden tot participatie een belangrijke

Nadere informatie

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 gemeente Haarlemmermeer De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Organisatieonderdeel

Nadere informatie

Effectiever minimabeleid in Amersfoort

Effectiever minimabeleid in Amersfoort Effectiever minimabeleid in Amersfoort Trudi Nederland Marieke Wentink Marian van der Klein M.m.v. Marie-Christine van Dongen en Monique Stavenuiter Oktober 2007 Verwey- Jonker Instituut Samenvatting

Nadere informatie

PARTICIPATIEWET. Maar nu.wat verandert er allemaal??

PARTICIPATIEWET. Maar nu.wat verandert er allemaal?? PARTICIPATIEWET Inleiding Iedereen die kan werken, maar het op de arbeidsmarkt zonder steuntje in de rug niet redt, valt vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet. De Participatiewet is er namelijk

Nadere informatie

Overzicht huidige minimaregelingen

Overzicht huidige minimaregelingen Datum 10 juni 2014 1 (7) Overzicht huidige minimaregelingen Auteur Eveline Bal, Beleidsadviseur Werk & Inkomen Het huidige minimabeleid van de gemeente Nieuwegein kent verschillende instrumenten ter bestrijding

Nadere informatie

Nieuwsbrief Minimabeleid 2010 Gemeente Schagen

Nieuwsbrief Minimabeleid 2010 Gemeente Schagen Nieuwsbrief Minimabeleid 2010 Gemeente Schagen JANUARI, 2010 In deze nieuwsbrief wordt u geïnformeerd over de volgende onderwerpen: de individuele bijzondere bijstand; de categoriale bijzondere bijstand;

Nadere informatie

Toelichting op de Verordening Individuele Minima Toeslag Brielle Toelichting algemeen

Toelichting op de Verordening Individuele Minima Toeslag Brielle Toelichting algemeen Toelichting op de Verordening Individuele Minima Toeslag Brielle 2015. Toelichting algemeen Achtergrond Individuele Minima Toeslag Deze verordening is in eerste instantie tot stand gekomen als gevolg van

Nadere informatie

GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE NOTULEN / VOLGNR.: ONDERWERP : Minimabeleid Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015 Voorgesteld besluit: 1. Met ingang van 1 januari 2015 de Beleidsregels minimabeleid

Nadere informatie

De eerste nieuwsbrief in het nieuwe jaar willen we graag beginnen door u alle geluk en gezondheid toe te wensen!

De eerste nieuwsbrief in het nieuwe jaar willen we graag beginnen door u alle geluk en gezondheid toe te wensen! NIEUWSBRIEF SOCIALE ZEKERHEID JANUARI 2007 De eerste nieuwsbrief in het nieuwe jaar willen we graag beginnen door u alle geluk en gezondheid toe te wensen! In deze nieuwsbrief leest u eerst over de nieuwe

Nadere informatie

Evaluatie armoederegelingen 2017 Ridderkerk

Evaluatie armoederegelingen 2017 Ridderkerk Evaluatie armoederegelingen 2017 Ridderkerk Inhoudsopgave Inleiding... 2 Opvallende cijfers... 2 Nader inzoomen op de minimaonderdelen... 3 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen... 3 Bijzondere bijstand

Nadere informatie

Veranderingen in de Wet werk en bijstand in 2015

Veranderingen in de Wet werk en bijstand in 2015 Veranderingen in de Wet werk en bijstand in 2015 1. Gevolgen voor de alleenstaande ouder Alleenstaande ouderkop Vanaf 1 januari 2015 ontvangen de meeste alleenstaande bijstandsouders een lagere uitkering.

Nadere informatie

Wmo-raad gemeente Oss - Postbus 5-5340 BA Oss - telefoon 06-25274240 - email: wmoraad@oss.nl

Wmo-raad gemeente Oss - Postbus 5-5340 BA Oss - telefoon 06-25274240 - email: wmoraad@oss.nl Wmo-raad gemeente Oss - Postbus 5-5340 BA Oss - telefoon 06-25274240 - email: wmoraad@oss.nl Datum 23 november 2014 Kenmerk WMOR14016 /AvO/DvL/BN/JG Aan het college van B en W van de Gemeente Oss Betreft

Nadere informatie

Aanleiding en probleemstelling

Aanleiding en probleemstelling No.: Portefeuillehouder: Wethouder Harmsen Afdeling: Welzijn en Onderwijs Behandelaar: C.H.A.M. Weterings De raad van de gemeente Tholen Tholen, 16 juni 2015 Onderwerp: voorstel om in te stemmen met de

Nadere informatie

Notitie categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten

Notitie categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten Notitie categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Categoriale bijzondere bijstand 3. Doelgroep 4. Meerkosten chronisch zieken en gehandicapten

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Voortgangsrapportage Sociale Zaken Voortgangsrapportage Sociale Zaken 2e e half 2013 gemeente Landsmeer [Geef tekst op] [Geef tekst op] [Geef tekst op] Afdeling Zorg en Welzijn April 2014 1. Inleiding Voor u ligt de voortgangsrapportage

Nadere informatie

Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens

Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens April 2018 Uitgave 2018/01 info@leidenincijfers.nl Inleiding en aanleiding De gemeente Leiden en het CBS hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten om

Nadere informatie

Verordening persoonlijk participatiebudget Roerdalen 2014.

Verordening persoonlijk participatiebudget Roerdalen 2014. Verordening persoonlijk participatiebudget Roerdalen 2014. Artikel 1 Begripsbepalingen 1. In deze verordening wordt verstaan onder : a. wet: Wet werk en bijstand; b. bijstandsnorm: de bijstandsnorm bedoeld

Nadere informatie

VERORDENING PARTICIPATIE SCHOOLGAANDE KINDEREN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE BORSELE 2012

VERORDENING PARTICIPATIE SCHOOLGAANDE KINDEREN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE BORSELE 2012 VERORDENING PARTICIPATIE SCHOOLGAANDE KINDEREN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE BORSELE 2012 De raad van de gemeente Borsele; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Borsele d.d. 21 mei 2012;

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014 Inkomens Effect Rapportage gemeente Waalwijk 2014 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens in de

Nadere informatie

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan Aan de gemeenteraad 26 juni 2007 Onderwerp: Ontheffingen arbeidsverplichting WWB 1. Voorstel 1. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan alleenstaande ouders met

Nadere informatie

Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u?

Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u? Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u? Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u? Vanaf 2015 is er veel veranderd rondom werk en inkomen. Zo is de Participatiewet ingevoerd, zijn

Nadere informatie

TOELICHTING VERORDENINGEN WERK EN INKOMEN GEMEENTE HATTEM Bijlage bij raadsvoorstel

TOELICHTING VERORDENINGEN WERK EN INKOMEN GEMEENTE HATTEM Bijlage bij raadsvoorstel TOELICHTING VERORDENINGEN WERK EN INKOMEN GEMEENTE HATTEM Bijlage bij raadsvoorstel OVERZICHT VERORDENINGEN Huidig Toeslagenverordening WWB 2010; 1. Toeslagenverordening WWB 2012; Maatregelenverordening

Nadere informatie

Samenleving 1 13. SAM

Samenleving 1 13. SAM Samenleving 1 13. SAM 13.01. Sociale zaken: Sociale Zekerheid Eindterm 13.01. De kandidaat kan het stelsel van de Sociale Zekerheid in Nederland omschrijven. 13.01.01. Kan de Werknemersverzekeringen, de

Nadere informatie

Toelichting bij de verordening. Algemeen

Toelichting bij de verordening. Algemeen Toelichting bij de verordening Algemeen Het Rijk heeft per 1 januari jl. de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ) samengevoegd tot een nieuwe Wet werk en bijstand. Net zoals

Nadere informatie

AMSTERDAMMERS AAN HET WERK. Gemeentelijk werk voor tenminste het minimumloon

AMSTERDAMMERS AAN HET WERK. Gemeentelijk werk voor tenminste het minimumloon AMSTERDAMMERS AAN HET WERK Gemeentelijk werk voor tenminste het minimumloon 1 Samenvatting De weg uit armoede is werk. De vraag hoe mensen weer aan het werk geholpen kunnen worden is actueel. De flinke

Nadere informatie

TOELICHTING op de Bijstandsverordening / Toeslagenverordening gemeente Oegstgeest 2004

TOELICHTING op de Bijstandsverordening / Toeslagenverordening gemeente Oegstgeest 2004 TOELICHTING op de Bijstandsverordening / Toeslagenverordening gemeente Oegstgeest 2004 Algemene toelichting Tot 1 januari 1996 gold voor de bijstandsverlening een uiterst gedifferentieerde normensystematiek.

Nadere informatie

B E R A A D S G R O E P

B E R A A D S G R O E P Deze Beraadsgroep kent 31 deelnemers. Sjaak Rijk is kwaliteitsadviseur bij Sociale Zaken Almere. Hij zal de deelnemers aan deze Beraadsgroep informeren over de wijzigingen in de Wet werk en bijstand sinds

Nadere informatie

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Ruim zeven op de tien Leidenaren

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM Inkomens Effect Rapportage gemeente Hattem Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage

Nadere informatie

Armoedebeleid en (voorgenomen) maatregelen Rijk. Presentatie Cie. MC 28 januari 2014

Armoedebeleid en (voorgenomen) maatregelen Rijk. Presentatie Cie. MC 28 januari 2014 Armoedebeleid en (voorgenomen) maatregelen Rijk Presentatie Cie. MC 28 januari 2014 Programma Cijfers, regelingen en maatregelen Eindhoven Landelijk kader en wetsvoorstellen Voorgenomen maatregelen Overige

Nadere informatie

Afdeling Sociale Zaken

Afdeling Sociale Zaken Afdeling Sociale Zaken Doelstelling en Visie Onze doelstelling is dat we op klantgerichte en kostenbewuste wijze onze inwoners ondersteunen, zodat deze zolang mogelijk zelfstandig kan blijven functioneren.

Nadere informatie

Nieuwe regels voor de bijstandsuitkering. De regels rond de bijstandsuitkering veranderen. Dat is een

Nieuwe regels voor de bijstandsuitkering. De regels rond de bijstandsuitkering veranderen. Dat is een De regels rond de bijstandsuitkering veranderen. Dat is een direct gevolg van de Participatiewet, die vanaf 1 januari 2015 van kracht is. Deze wet vervangt (onder meer) de Wet werk en bijstand. Het doel

Nadere informatie

Behandelend ambtenaar F. Tinselboer, 0595-750304 gemeente@winsum.nl (t.a.v. F. Tinselboer)

Behandelend ambtenaar F. Tinselboer, 0595-750304 gemeente@winsum.nl (t.a.v. F. Tinselboer) Vergadering : 16 mei 2006 Agendanummer: 7 Status: hamerstuk Behandelend ambtenaar F. Tinselboer, 0595-750304 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. F. Tinselboer) Aan de gemeenteraad, Onderwerp: Aanvullend

Nadere informatie

Raadsbesluit. De gemeenteraad van gemeente Leudal. Agendapunt 8. Gezien het voorstel van het college d.d. 11 november 2014 nummer.

Raadsbesluit. De gemeenteraad van gemeente Leudal. Agendapunt 8. Gezien het voorstel van het college d.d. 11 november 2014 nummer. Raadsbesluit De gemeenteraad van gemeente Leudal Agendapunt 8 Gezien het voorstel van het college d.d. 11 november 2014 nummer. gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b en artikel 36 van de Participatiewet;

Nadere informatie

Minimabeleid 't Hoogeland

Minimabeleid 't Hoogeland Beleidskader BMWE- gemeenten Minimabeleid 't Hoogeland 3 september 2013 Inhoudsopgave Inhoud 1. Inleiding...3 1.1 Doelstelling...4 1.2 Het algemeen landelijk kader...5 1.3 Huidig kader Wet werk en bijstand

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 augustus 2012;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 augustus 2012; Verordening activiteitenbijdrage 2013-A kenmerk 106100 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 augustus 2012; gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel g,

Nadere informatie

Beleidsregels minimabeleid 2015

Beleidsregels minimabeleid 2015 Gemeente Gilze en Rijen Beleidsregels minimabeleid 2015 Iedereen doet mee en iedereen doet ertoe" sybver 1/1/2015 Inhoudsopgave Voorwoord 1. Voor wie? 2. Individuele aanvragen bijzondere bijstand 3. Individuele

Nadere informatie

Beleid minimaregelingen Datum indiening vragen: 10 maart Vragen:

Beleid minimaregelingen Datum indiening vragen: 10 maart Vragen: Fractie: PvdA-GL Naam: K. Gerritsen Onderwerp: Beleid minimaregelingen Datum indiening vragen: 10 maart 2016 Vragen: De fractie van de PvdA-GL heeft hierover de volgende vragen: NB. Toelichting op vragen

Nadere informatie

mooi meegenomen De gemeentelijke extraatjes voor mensen met een laag inkomen

mooi meegenomen De gemeentelijke extraatjes voor mensen met een laag inkomen > mooi meegenomen De gemeentelijke extraatjes voor mensen met een laag inkomen Inleiding De gemeente Vught doet veel voor inwoners met een laag inkomen. Toch blijkt uit onderzoek dat veel mensen geld mislopen,

Nadere informatie

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Iedere Nederlander moet zelf in zijn levensonderhoud voorzien. Lukt u dat niet én zijn er geen andere voorzieningen, dan helpt

Nadere informatie

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013 Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013 Algemene toelichting De gemeenteraad dient op grond van artikel 8 eerste lid onder c juncto artikel 30 van de Wet werk en bijstand (WWB)

Nadere informatie

Overzicht inkomensondersteunende voorzieningen van Optimisd en van andere overheidsinstanties

Overzicht inkomensondersteunende voorzieningen van Optimisd en van andere overheidsinstanties Overzicht inkomensondersteunende voorzieningen van Optimisd en van andere overheidsinstanties In dit overzicht (matrix) van inkomensondersteunende voorzieningen van Optimisd en van andere overheidsinstanties

Nadere informatie

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 Inkomens Effect Rapportage gemeente Noordwijk 2015 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens

Nadere informatie

Beleidsplan 2006 Sociale Zaken en Werkgelegenheid. gemeente Papendrecht

Beleidsplan 2006 Sociale Zaken en Werkgelegenheid. gemeente Papendrecht Beleidsplan 2006 Sociale Zaken en Werkgelegenheid gemeente Papendrecht INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 2 DOELSTELLING 1 WERK HOOFDDOELSTELLING... 3 DOELSTELLING 2 WERK GESUBSIDIEERDE ARBEID... 4 DOELSTELLING

Nadere informatie

Armoede in Schildersbuurt

Armoede in Schildersbuurt Armoede in Schildersbuurt De wijk Schildersbuurt ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft 31.639 inwoners (1 januari 2015). 1 Financiële positie huishoudens Financiële positie huishoudens In de Stadsenquête

Nadere informatie

EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE

EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroep voor het minimabeleid en het gebruik van minimaregelingen in de gemeente Olst-Wijhe. Colofon Opdrachtgever

Nadere informatie

Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR2749_2 22 mei 2018 Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk (geconsolideerde versie, geldig vanaf 1 januari 2006) De raad van

Nadere informatie

Datum vergadering: Nota openbaar: Ja

Datum vergadering: Nota openbaar: Ja Nota Voor burgemeester en wethouders Nummer: 14INT01753 Datum vergadering: Nota openbaar: Ja 2? MEI 20Í4 Onderwerp: Planning aanpassing minimabeleid Advies:» Kennisnemen van deze nota» Instemmen met de

Nadere informatie

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2013

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2013 Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2013 Datum De raad van de gemeente Someren; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Someren d.d. gezien het advies

Nadere informatie

w gemeenu, ( ) o s t e r h o u t

w gemeenu, ( ) o s t e r h o u t WW w gemeenu, ( ) o s t e r h o u t NOTA VOOR DE RAAD Datum: 26 februari 2016 Onderwerp: Minimabeleid 2016 en verder Nummer raadsnota: Bl.0150661 Portefeuillehouder: Bijlagen: Ter inzage: Vissers 1. Minimabeleid

Nadere informatie

Waar heeft u recht op?

Waar heeft u recht op? KLIËNTËN RAAD ALMËLO Waar heeft u recht op? Minimawijzer 2015 01-01-2015 Kliënten Raad Almelo Grotestraat Zuid 174 7607 CZ Almelo www. klientenraadalmelo.nl Inhoudsopgave Korte inleiding p.3 Bijzondere

Nadere informatie

Bijlagen: 1. Verordening. Voorstel: 1. Besluiten de Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Gemeente Oosterhout 2009 vast te stellen.

Bijlagen: 1. Verordening. Voorstel: 1. Besluiten de Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Gemeente Oosterhout 2009 vast te stellen. NOTA VOOR DE RAAD Datum: 23 januari 2009 Nummer raadsnota: Onderwerp: Verordening langdurigheidstoeslag Portefeuillehouder: Bode Bijlagen: 1. Verordening Ter inzage: 1. Voorstel: 1. Besluiten de Verordening

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland) Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Ede Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede, gelet op artikel 36 van de Participatiewet en de Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 27 mei 2003; gehoord de Commissie Burgerzaken van 18 juni 2003;

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 27 mei 2003; gehoord de Commissie Burgerzaken van 18 juni 2003; De Raad van de gemeente Sint Anthonis; gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 27 mei 2003; gehoord de Commissie Burgerzaken van 18 juni 2003; gelet op het bepaalde in artikel

Nadere informatie

Ter advisering aan de gemeenteraad voor de. commissievergadering van 14 juni 2017

Ter advisering aan de gemeenteraad voor de. commissievergadering van 14 juni 2017 Nummer Directie Dienst BD2017-007547 directie sb rve participatie Raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie 3d, Economie, voor de commissievergadering van 14 juni 2017 Portefeuille

Nadere informatie

Wet Werk en Bijstand de belangrijkste punten op een rij. Letterlijke teksten uit het wetsvoorstel

Wet Werk en Bijstand de belangrijkste punten op een rij. Letterlijke teksten uit het wetsvoorstel Wet Werk en Bijstand de belangrijkste punten op een rij. Letterlijke teksten uit het wetsvoorstel 1. inleiding Het wetsvoorstel omvat een aantal maatregelen die de vangnetfunctie van de WWB en van de Wet

Nadere informatie

Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer

Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer Een onderzoek naar de doelgroep, het beleid en de risicogroepen voor armoede in de gemeente Zoetermeer Maart 2014 Colofon Uitgave Deze publicatie is een uitgave

Nadere informatie

Wat gaat er veranderen in de Wet werk en bijstand?

Wat gaat er veranderen in de Wet werk en bijstand? Wat gaat er veranderen in de Wet werk en bijstand? Per 1 januari 2012 is de Wet werk en bijstand (WWB) veranderd. Er gelden nieuwe regels voor mensen die een bijstandsuitkering aanvragen én voor mensen

Nadere informatie

Oplegvel Collegebesluit

Oplegvel Collegebesluit Onderwerp Beleidsregels Haarlempas Oplegvel Collegebesluit Portefeuille H. van der Molen Auteur Dhr. F. Hermans Telefoon 5114046 E-mail: fhermans@haarlem.nl SZW/BB Reg.nr. 2009/23366 Te kopiëren: A B &

Nadere informatie

Nota no claimcompensatie en eenmalige tegemoetkoming in de schoolkosten van 12 tot en met 17-jarigen, Minimabeleid, gemeente Helmond, 2007

Nota no claimcompensatie en eenmalige tegemoetkoming in de schoolkosten van 12 tot en met 17-jarigen, Minimabeleid, gemeente Helmond, 2007 Nota no claimcompensatie en eenmalige tegemoetkoming in de schoolkosten van 12 tot en met 17-jarigen, Minimabeleid, gemeente Helmond, 2007 1. Inleiding..... 2 2. Aanleiding..... 2 3. De juridische basis...

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013 De raad van de gemeente Leusden; Gelezen het voorstel van het college van 26 februari 2013 nr 200516 overwegende dat het gewenst is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden

Nadere informatie

Interne Memo nr. commissie MO G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in

Interne Memo nr. commissie MO G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in Interne Memo nr. Aan: commissie MO Van: G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in Inleiding Per 1 januari 2015 wijzigen een aantal zaken binnen

Nadere informatie

Toelichting. Algemeen

Toelichting. Algemeen Toelichting Algemeen Op 1 januari 2013 zijn de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in werking getreden. Hierdoor wijzigt o.a. de

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Verkenning probleemstelling. armoedebeleid Heerenveen. Rekenkamercommissie Heerenveen

Verkenning probleemstelling. armoedebeleid Heerenveen. Rekenkamercommissie Heerenveen Verkenning probleemstelling armoedebeleid Heerenveen Rekenkamercommissie Heerenveen April 2011 Inhoud. INLEIDING..2 ARMOEDEBELEID IN HEERENVEEN 3 AFBAKENING PROBLEEMSTELLING...4 3.1 AFBAKENING 4 3.2 OVERZICHT

Nadere informatie

In uw brief zijn onderstaande vragen gesteld.

In uw brief zijn onderstaande vragen gesteld. Gemeente Haarlem Retouradres Participatieraad Haarlem Datum Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer E-mail Onderwerp 11 november 2014 2014/411388 Eric Dorscheidt 0235114010 edorscheidt@haarlem.nl Ongevraagd

Nadere informatie

Met ingang 2015 zijn er op het gebied van de bijzondere bijstand een aantal zaken veranderd.

Met ingang 2015 zijn er op het gebied van de bijzondere bijstand een aantal zaken veranderd. Bijzondere bijstand U kunt onverwacht voor noodzakelijke uitgaven komen te staan als gevolg van bijzondere individuele omstandigheden. Als u daarbij een laag inkomen heeft en geen of weinig vermogen dan

Nadere informatie

Verordening Declaratieregeling maatschappelijke. participatie voor minima 2015 GR FW

Verordening Declaratieregeling maatschappelijke. participatie voor minima 2015 GR FW Verordening Declaratieregeling maatschappelijke participatie voor minima 2015 GR Ferm Werk Het algemeen bestuur van Ferm Werk, - gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 11 december 2014; - gelet

Nadere informatie

Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie

Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie Henk Kool Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Aan de voorzitter van de Commissie Sociale zaken, Werkgelegenheid, Economie

Nadere informatie

Heeft u een laag inkomen? Dan hebben wij een aantal regelingen waar u gebruik van kunt maken.

Heeft u een laag inkomen? Dan hebben wij een aantal regelingen waar u gebruik van kunt maken. FOLDER: Minimabeleid inwoners gemeente Ooststellingwerf 2009 Heeft u een laag inkomen? Dan hebben wij een aantal regelingen waar u gebruik van kunt maken. Extra inkomen U krijgt een bijdrage van de gemeente

Nadere informatie

het college van Burgemeester en Wethouders van Winsum. Drie scenario s voor het invoeren van een eigen bijdrage in de Wmo

het college van Burgemeester en Wethouders van Winsum. Drie scenario s voor het invoeren van een eigen bijdrage in de Wmo Aan: Namens: Onderwerp: Wmo adviesraad het college van Burgemeester en Wethouders van Winsum. Drie scenario s voor het invoeren van een eigen bijdrage in de Wmo Geachte Leden van de Wmo Adviesraad, De

Nadere informatie

KLIËNTEN RAAD ALMELO 01-07-2014. Kliënten Raad Almelo Grotestraat Zuid 176 7607 CZ Almelo www.klientenraadalmelo.nl

KLIËNTEN RAAD ALMELO 01-07-2014. Kliënten Raad Almelo Grotestraat Zuid 176 7607 CZ Almelo www.klientenraadalmelo.nl KLIËNTEN RAAD ALMELO 01-07-2014 Kliënten Raad Almelo Grotestraat Zuid 176 7607 CZ Almelo www.klientenraadalmelo.nl Inhoudsopgave Korte inleiding p.3 Bijzondere bijstand p.4 Langdurigheidstoeslag p.5 Minimaregeling/Almelo

Nadere informatie

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept Sinds 1 januari 2012 beschikken gemeenten op basis van art.9, lid 1 sub c van de WWB over de mogelijkheid om een Tegenprestatie

Nadere informatie

In Beek doet iedereen mee. Regelingen voor mensen met een laag inkomen

In Beek doet iedereen mee. Regelingen voor mensen met een laag inkomen In Beek doet iedereen mee Regelingen voor mensen met een laag inkomen De gemeente Beek heeft een aantal regelingen om mensen met een laag inkomen te ondersteunen. Dit doen wij omdat wij het belangrijk

Nadere informatie

Minimaregelingen van Optimisd voor ouders met schoolgaande kinderen

Minimaregelingen van Optimisd voor ouders met schoolgaande kinderen Minimaregelingen van Optimisd voor ouders met schoolgaande kinderen Onze Sociale Dienst Optimisd voert een aantal regelingen uit die van belang zijn voor ouders van schoolgaande kinderen, die over een

Nadere informatie

Iedereen kan meedoen. Financieel steuntje in de rug voor inwoners met een minimaal inkomen

Iedereen kan meedoen. Financieel steuntje in de rug voor inwoners met een minimaal inkomen Iedereen kan meedoen Financieel steuntje in de rug voor inwoners met een minimaal inkomen Voor mensen met een laag inkomen en weinig vermogen is het niet altijd gemakkelijk om rond te komen. Een keer een

Nadere informatie

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE;

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE; DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE; GEZIEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS D.D. 8 SEPTEMBER 2009, NR. 70/2009; GELET OP ARTIKEL 149 VAN DE GEMEENTEWET; Besluit Vast te stellen de VERORDENING

Nadere informatie

INKOMENSEFFECTEN LANDELIJKE EN GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN

INKOMENSEFFECTEN LANDELIJKE EN GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN INKOMENSEFFECTEN LANDELIJKE EN GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN Versie 1.2 15 maart 2015 Inkomenseffecten landelijke en gemeentelijke minimaregelingen Onderzoek naar de effecten van de landelijke en gemeentelijke

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011; De raad van de gemeente Schiermonnikoog; overwegende, dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden jonger dan 65 jaar bij verordening

Nadere informatie

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015 VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015 Wetstechnische informatie 1. Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Officiële naam regeling Verordening tegenprestatie participatiewet

Nadere informatie

Bijlage nr. : 79-2007 AAN. Onderwerp : Armoedebeleid de gemeenteraad;

Bijlage nr. : 79-2007 AAN. Onderwerp : Armoedebeleid de gemeenteraad; Bijlage nr. : 79-2007 AAN Onderwerp : Armoedebeleid de gemeenteraad; 1. Inleiding Sinds eind 2006 wordt in onze gemeente gewerkt aan de voorbereiding van een nieuw armoedebeleid. De bedoeling is om het

Nadere informatie

Begrotingstekort bij gemeenten ruim 350 miljoen

Begrotingstekort bij gemeenten ruim 350 miljoen Publicatiedatum CBS-website: 8 augustus 2007 Begrotingstekort bij gemeenten ruim 350 miljoen Drs. W. Jonkers Dit is een herziene versie. Het oorspronkelijke artikel verscheen op 11-04-2007 Centraal Bureau

Nadere informatie

De verlagingen zijn uitgewerkt in de artikelen 4 tot en met 7 van de verordening.

De verlagingen zijn uitgewerkt in de artikelen 4 tot en met 7 van de verordening. Toelichting op de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 Algemeen Op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) dient de gemeenteraad een verordening vast te stellen met betrekking tot het verhogen

Nadere informatie

Hoofdlijnen van het wetsvoorstel aanscherping WWB 2012

Hoofdlijnen van het wetsvoorstel aanscherping WWB 2012 Bijlage bij raadsvoorstel nr. 11-102 A. Inleiding Hoofdlijnen van het wetsvoorstel aanscherping WWB 2012 De regering vindt dat er meer mensen aan het werk moeten. Werk is de basis voor zelfstandigheid,

Nadere informatie

Meer vóór mensen met minder

Meer vóór mensen met minder Meer vóór mensen met minder Iedereen zit wel eens krap bij kas. Maar wie al jarenlang een laag inkomen heeft, zit altijd krap. Door de steeds maar stijgende lasten, onverwachte uitgaven of bijzondere kosten

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015 Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015 Ons kenmerk: 14RB000110 Nr. 8f De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2014

Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2014 Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2014 Ons kenmerk: 13RB000157 Nr. 14a De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

EEffecten minimabeleid. Nibud Corinne van Gaalen

EEffecten minimabeleid. Nibud Corinne van Gaalen EEffecten minimabeleid Nibud Corinne van Gaalen Wat is het Nibud? Voorlichting Consumenten Professionals Onderzoek Opleiding Consumenten Professionals Nibud en onderzoek Minimum voorbeeldbegrotingen Onderzoek

Nadere informatie

Aandacht voor Rijswijkers met minder geld

Aandacht voor Rijswijkers met minder geld Special Gemeente Rijswijk Sociale Zaken Extra nummer, maart 2009 2008 is voor Sociale Zaken een mooi jaar om op terug te kijken. De uitgangspunten voor 2008 van Sociale Zaken waren: meer zelf doen, meer

Nadere informatie

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Inhoudsopgave Wanneer hebt u recht op bijstand? 3 Hoe vraagt u een bijstandsuitkering aan? 4 Hoe hoog is uw bijstandsuitkering?

Nadere informatie

110% bijstandsnorm 120% bijstandsnorm

110% bijstandsnorm 120% bijstandsnorm Toelichting aanvraagformulier minimabeleid Waarom dit formulier? Als u inwoner bent van Wijdemeren en weinig inkomen heeft, kunt u extra geld krijgen. Bijvoorbeeld voor een computer voor schoolgaande kinderen

Nadere informatie