Wet- en regelgeving. mr.drs. J.E. Janssen, mr. M.L. Pigmans en mr. M.E. Brinkman * Europa

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wet- en regelgeving. mr.drs. J.E. Janssen, mr. M.L. Pigmans en mr. M.E. Brinkman * Europa"

Transcriptie

1 mr.drs. J.E. Janssen, mr. M.L. Pigmans en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting op korte termijn tot dergelijke wijzigingen zullen leiden. Europa Verdrag van Lissabon Op 3 november 2009 heeft Tsjechië als laatste lidstaat van de Europese Unie het Verdrag van Lissabon (hierna: het Verdrag) geratificeerd. Het Verdrag is op 1 december 2009 in werking getreden. Het Verdrag dient er hoofdzakelijk toe de slagvaardigheid van de Europese Unie te versterken. Daartoe amendeert het Verdrag zowel het Verdrag betreffende de Europese Unie (hierna: het EU-Verdrag) als het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna: het EG-Verdrag). Laatstgenoemd verdrag wordt sinds 1 december 2009 het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemd. Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag bevat het EU-Verdrag onder meer een verwijzing naar het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: het EVRM), dat daarmee bindende status krijgt voor de Europese Unie. Het EU-Verdrag, het EG-Verdrag en het EVRM krijgen hierdoor dezelfde juridische status en vormen samen de juridische basis van de Europese Unie. Verder verkrijgt de Europese Unie op grond van het Verdrag voor het eerst rechtspersoonlijkheid. In dit verband wordt opgemerkt dat Polen, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk een voorbehoud hebben bedongen ten aanzien van de juridische verbindendheid van het EVRM ten aanzien van de Europese Unie als rechtspersoon. Ook wijzigt het Verdrag de wijze van besluitvorming in de Raad van Ministers die voorheen plaatsvond op basis van unanimiteit in dier voege dat op bijna ieder beleidsterrein besluitvorming op basis van gekwalificeerde meerderheid wordt geïntroduceerd. Van een gekwalificeerde meerderheid is sprake wanneer ten minste 55% van alle lidstaten een voorstel steunt en deze lidstaten samen minimaal 65% van de inwoners van de Europese Unie vertegenwoordigen. Indien de Raad over een voorstel stemt dat geen initiatief is van de Europese Commissie dient 72% van de lidstaten het voorstel te steunen. Het minimaal vereiste percentage van vertegenwoordigde inwoners van de Europese Unie is ook dan 55%. Er zijn ten minste vier lidstaten nodig om een voorstel te blokkeren. Het stemgewicht van de lidstaten wordt bepaald door het aantal inwoners. Verder krijgt het Europees Parlement op grond van het Verdrag meer invloed op de totstandkoming van Europese weten regelgeving doordat de zogenoemde codecisie -procedure de standaard wetgevingsprocedure wordt. Nationale parlemen- * Jan Erik Janssen, Mabel Pigmans en Martha Brinkman zijn advocaat bij Stek te Amsterdam. De auteurs danken Marc van der Ham, eveneens advocaat bij Stek, voor zijn bijdrage aan de totstandkoming van deze rubriek. ten krijgen daarnaast een gezamenlijke bevoegdheid om de Europese Commissie te verplichten om een wetsvoorstel te herzien, in te trekken of nader te motiveren. Daarvoor is instemming van een derde van alle nationale parlementen vereist. Voorts krijgt de Europese Raad (van regeringsleiders) op grond van het Verdrag een vaste voorzitter voor een periode van twee en een half jaar, naast het roulerende voorzitterschap voor een periode van 18 maanden dat door drie lidstaten samen wordt bekleed. Ook krijgt de Europese Unie als geheel een hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid welke ook vice-voorzitter is van de Europese Commissie. Deze hoge vertegenwoordiger wordt bij de vervulling van zijn ambt bijgestaan door een Europese dienst voor extern optreden. Ten slotte worden op grond van het Verdrag de bepalingen in het EG-Verdrag vernummerd. Zo worden bijvoorbeeld het huidige art. 81 (inhoudende kort gezegd een verbod op mededingingsbeperkende afspraken) en art. 82 EG-Verdrag (inhoudende een verbod op misbuik van machtspositie) vernummerd tot respectievelijk art. 101 en art. 102 EG- Verdrag. De volledige tekst van het Verdrag, alsmede geconsolideerde versies van het EU-Verdrag en het EG-Verdrag waarin de wijzigingen op grond van het Verdrag zijn verwerkt zijn in te zien op Deze geconsolideerde versies van het aangepaste EU-Verdrag en het EG-Verdrag zijn tevens op 9 mei 2008 in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd (PbEU 2008, C 115/1). Tweede strategische toetsing van het energiebeleid: een EU-actieplan inzake energiezekerheid en solidariteit Op 13 november 2008 heeft de Europese Commissie de Tweede strategische toetsing van het energiebeleid (Second Strategic Energy Review, hierna: de SER2) aangekondigd en in het kader daarvan een uitgebreid pakket maatregelen voorgesteld dat een nieuwe impuls moet geven aan de energiezekerheid in Europa (zie hierover NTE 2008, nr. 6, NTE 2009, nr. 1 en NTE 2009, nr. 3/4). Van dit pakket maatregelen maakt onder meer het voorstel voor een Richtlijn van de Raad houdende de verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden (COM(2008) 775. def) (Richtlijn 2009/119/EG) deel uit. Nadat de Europese Raad op 12 juni 2009 overeenstemming had bereikt over dit voorstel en de Europese Raad dit voorstel op 14 september 2009 definitief had aangenomen (PRES/09/260) (zie hierover NTE 2009, nr. 3/4) is Richtlijn 2009/119/EG op 9 oktober 2009 in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd (PbEU 2009, L 265). Richtlijn 2009/119/EG is op 29 oktober 2009 in werking getreden. Lidstaten moeten deze richtlijn uiterlijk op 31 december 2012 hebben geïmplementeerd. Voor een beschrijving van de inhoud van deze richtlijn wordt verwezen naar NTE 2009, nr. 3/4. 268

2 Nederland Wetgeving Regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet) (Kamerstukken II 2009/10, ) Nadat de Minister-President, tevens Minister van Algemene Zaken, de Minister van Justitie, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (hierna: VROM) en de Minister van Verkeer en Waterstaat gezamenlijk bovengenoemd wetsvoorstel op 15 september 2009 aan de Tweede Kamer hadden gezonden (zie hierover NTE 2009, nr. 3/4) heeft de Minister van Algemene Zaken op 5 oktober 2009 een nota van wijziging van bovengenoemd wetsvoorstel aan de Tweede Kamer gezonden (nr. 5). Deze nota van wijziging voorziet op een aantal punten aanvullingen op het oorspronkelijke wetsvoorstel. Daarnaast zijn enkele wetstechnische en redactionele verbeteringen aangebracht. Uit de toelichting bij deze nota van wijziging blijkt dat bij het opstellen daarvan is overwogen om de wijziging op grond van bovengenoemd wetsvoorstel van art. 9b, tweede lid, E-wet uit te breiden. De wijziging van art. 9b E-wet op grond van bovengenoemd wetsvoorstel houdt in dat de rijkscoördinatieregeling expliciet van toepassing wordt verklaard op niet-duurzame productieinstallaties met een capaciteit van ten minste 500 MW. De Minister van Algemene Zaken heeft de Raad van State om advies gevraagd over de noodzaak om in art. 9b, tweede lid, E-wet expliciet op te nemen dat de toepasselijkheid van de rijkscoördinatieregeling geen gevolgen heeft voor de bevoegdheidsverdeling met betrekking tot het verlenen van vergunningen op grond van de Kernenergiewet. De Raad van State heeft echter geadviseerd dat een dergelijke verduidelijking niet noodzakelijk is omdat uit het voorgestelde art. 9b E-wet volgens de Raad van State voldoende duidelijk is af te leiden dat het artikel geen invloed heeft op de bevoegdheidsverdeling voor vergunningen op grond van de Kernenergiewet. Omdat de Regering het advies van de Raad van State volgt zal de voorgestelde wijziging van art. 9b, tweede lid, E-wet in bovengenoemd wetsvoorstel niet worden uitgebreid. Het advies van de Raad van State over dit onderwerp is als bijlage bij de nota van wijziging gevoegd. Op 6 en 7 oktober 2009 hebben de Vaste Commissies voor Verkeer en Waterstaat, voor VROM, voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor Justitie, voor Economische Zaken en voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, alsmede de Algemene Commissie voor Wonen, Wijken en Integratie rondetafelgesprekken gevoerd over bovengenoemd wetsvoorstel en over de hiervoor genoemde nota van wijziging van bovengenoemd wetsvoorstel. Het verslag van deze rondetafelgesprekken is vastgesteld op 29 oktober 2009 (nr. 9). Op 16 oktober 2009 heeft de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat het verslag (nr. 6) met betrekking tot bovengenoemd wetsvoorstel vastgesteld. Op 28 oktober 2009 heeft de Minister van Algemene Zaken de nota naar aanleiding van het verslag (nr. 7) aan de Tweede Kamer gezonden. In deze nota naar aanleiding van het verslag heeft de Minister van Algemene Zaken de vragen van de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat uit het verslag beantwoord. Eveneens op 28 oktober 2009 heeft de Minister van Algemene Zaken een tweede nota van wijziging van bovengenoemd wetsvoorstel aan de Tweede Kamer gezonden (nr. 8). Ook deze nota van wijziging voorziet op een aantal punten in een aanvulling op het oorspronkelijke wetsvoorstel. Verder bevat de nota van wijziging enkele wetstechnische en redactionele verbeteringen. Tussen 4 en 18 november 2009 is een zeer groot aantal moties en amendementen met betrekking tot bovengenoemd wetsvoorstel ingediend (nrs. 10 tot en met 34, 36 tot en met 83, 85 tot en met 119, 121 tot en met 132, 134, 135, 136 en 137). Bovengenoemd wetsvoorstel is op 18 november 2009 aangenomen door de Tweede Kamer. Eveneens op 18 november 2009 is het gewijzigd voorstel van wet (nr. A) aan de Eerste Kamer gezonden. Voor een beschrijving van de inhoud van bovengenoemd wetsvoorstel wordt verwezen naar NTE 2009, nr. 3/4. Voorzienings- en leveringszekerheid energie (Kamerstukken II 2009/10, ) Nadat de Minister van Economische Zaken (hierna: de Minister) op 23 oktober 2008 aan de Vaste Commissie voor Economische Zaken had toegezegd een samenhangende voortgangsrapportage over de strategie van het kabinet met betrekking tot het onderwerp Nederland als Gasrotonde aan te bieden (Handelingen II 2008/09, nr. 15, p. 1093), heeft de Minister op 23 oktober 2009 een brief aan de Tweede Kamer gezonden (nr. 73) inhoudende een voortgangsrapportage over de strategie die het kabinet volgt om Nederland als zogenoemde gasrotonde te positioneren op de Noordwest-Europese gasmarkt. Daarmee komt de Minister tegemoet aan de wens van de Tweede Kamer om meer duidelijkheid te krijgen over nieuwe maatregelen en acties ter bevordering van de realisering van voornoemde gasrotonde. De brief van 23 oktober 2009 is een vervolg op het Energierapport 2008 van 20 juni 2008 (Kamerstukken II 2007/08, ) (zie NTE 2008, nr. 3) waarin de Minister het potentieel van de gasrotonde uiteen heeft gezet en waarin de Minister verschillende acties heeft aangekondigd om de gasrotonde verder te ontwikkelen. Met de brief van 23 oktober 2009 geeft de Minister tevens uitvoering aan de motie van kamerlid Ten Hoopen c.s. die op 28 oktober 2008 door de Tweede Kamer was aangenomen (Kamerstukken II 2008/09, XIII, nr. 44). In deze motie is de regering, kort gezegd, verzocht om de werking van de gasmarkt opnieuw te analyseren. In de brief van 23 oktober 2009 geeft de Minister een beschrijving van het beleid met betrekking tot de positionering van Nederland als gasrotonde in Noordwest-Europees perspectief en gaat de Minister in op de initiatieven, maatregelen en acties die tot op heden in dit kader zijn ondernomen. In de brief identificeert de Minister drie uitdagingen die moeten worden aangegaan om de gasrotonde te realiseren. Ten eerste zullen ten behoeve van de tijdige beschikbaarheid van voldoende transportcapaciteit in de komende jaren forse investeringen nodig zijn ter uitbreiding van het gastransportnet en de gastransportcapaciteit. Ten tweede is er behoefte aan meer flexibiliteit in het aanbod van gas en zal hierin moeten worden voorzien. Ten derde dient er gestreefd te worden naar een grotere diversiteit van gasaanvoer, -leveranciers en -bronnen teneinde de gasvoorziening veilig te stellen. In verband met de aanpak van voornoemde tweede uitdaging - een grotere flexibiliteit - wijst de Minister er op dat reeds een aantal maatregelen in ontwikkeling is, onder meer om investeringen 269

3 in gasopslag te bevorderen. Voorbeelden van dergelijke maatregelen die de Minister neemt zijn: (i) een voorstel in overleg met Gas Transport Services (hierna: GTS) voor een apart transporttarief (per 2011) voor het transport van gas naar een gasopslag; (ii) een wijziging van de Mijnbouwwet om een actief gebruik van niet langer benutte gasvelden te stimuleren (het Wetsvoorstel tot wijziging van de Mijnbouwwet in verband met het stimuleren van een actief gebruik van vergunningen voor opsporing, winning en opslag (Kamerstukken II 2008/09, )); en (iii) voorstellen die aan de Tweede Kamer zullen worden gezonden voor uniforme aan opslagvergunningen te verbinden regels met betrekking tot financiële afdrachten over gasopslag. Ten slotte bericht de Minister in de brief van 23 oktober 2009 dat zij om de twee jaar een voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer zal sturen om de Tweede Kamer te informeren over de voortgang van de realisatie van de positionering van Nederland als gasrotonde in Europa. Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten (Kamerstukken II 2009/10, ) Nadat de Minister op 17 september 2009 een nota van wijziging van bovengenoemd wetsvoorstel (nr. 8) aan de Tweede Kamer had gezonden (zie NTE 2009, 3/4) heeft de Minister op 19 oktober 2009 een brief aan de Tweede Kamer gezonden (nr. 9). In deze brief geeft de Minister aan dat zij in november een beleidsbrief aan de Tweede Kamer zal sturen waarin zij zal ingaan op de inhoud van de aangekondigde Algemene Maatregel van Bestuur (hierna: AMvB) die invulling zal geven aan bovengenoemd wetsvoorstel en in het bijzonder helderheid zal geven over een aantal belangrijke keuzes voor de vormgeving van het systeem van voorrang voor aansluitingen van duurzame productiecapaciteit op het net en het daarmee samenhangende systeem van congestiemanagement voor het transport van elektriciteit. De Minister is in overleg met TenneT en de NMa over de inhoud van deze AMvB. In haar brief geeft de Minister aan dat zij de wens van de Tweede Kamer deelt om bovengenoemd wetsvoorstel op korte termijn plenair te behandelen en om alle maatregelen op grond van bovengenoemd wetsvoorstel zo spoedig mogelijk in werking te laten treden. In dit verband bericht de Minister in haar brief van 19 oktober 2009 dat de voorstellen in de aangekondigde beleidsbrief ook ter consultatie zullen worden voorgelegd aan de sector. De resultaten van deze consultatie zullen vervolgens worden meegenomen in de toelichting op de hiervoor genoemde AMvB die naar verwachting begin 2010 aan de Tweede Kamer zal worden gezonden. De Minister heeft op 16 november 2009 de hiervoor omschreven beleidsbrief aan de Tweede Kamer gezonden (nr. 10). Voor een beschrijving van de inhoud van bovengenoemd wetsvoorstel wordt verwezen naar NTE 2009, nr. 1. Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband met de uitbetaling van een tegemoetkoming over 2009 en 2010 voor invoering van het capaciteitsafhankelijk transporttarief (Kamerstukken II 2009/10, ) Nadat de Minister bovengenoemd wetsvoorstel op 20 augustus 2009 aan de Tweede Kamer heeft gezonden heeft de Vaste Commissie voor Economische Zaken op 1 oktober 2009 het verslag (nr. 5) met betrekking tot bovengenoemd wetsvoorstel vastgesteld. Vervolgens heeft de Minister op 27 oktober 2009 de nota naar aanleiding van het verslag aan de Tweede Kamer gezonden (nr. 6). In deze nota naar aanleiding van het verslag heeft de Minister vragen van de Vaste Commissie uit het verslag beantwoord. Daarbij is de Minister onder meer ingegaan op het aantal afnemers dat naar verwachting substantieel nadeel zal ondervinden als gevolg van de invoering van het zogenoemde capaciteitsafhankelijke transporttarief, alsmede op de wijze waarop afnemers over de mogelijkheid van een tegemoetkoming voor dit nadeel op grond van bovengenoemd wetsvoorstel zullen worden geïnformeerd. Bovengenoemd wetsvoorstel is op 12 november 2009 zonder stemming en zonder beraadslaging door de Tweede Kamer aangenomen. De Vaste Commissie voor Economische Zaken van de Eerste Kamer heeft op 24 november 2009 het blanco eindverslag (nr. A) uitgebracht. De afhandeling van dit wetsvoorstel als hamerstuk in de Eerste Kamer is voorzien voor 1 december Voor een beschrijving van de inhoud van bovengenoemd wetsvoorstel wordt verwezen naar NTE 2009, nr. 3/4. Regelgeving Elektriciteit: warmtekrachtkoppeling (WKK) Nadat op 5 maart 2009 in de Tweede Kamer een motie was aangenomen (Kamerstukken II 2008/09, , nr. 44) waarin het Presidium van de Tweede Kamer werd verzocht een onderzoek te laten verrichten in de vorm van een second opinion met betrekking tot de conclusie van de minister, op basis van een rapport van ECN, dat (vrijwel) alle categorieën WKK-installaties rendabel geëxploiteerd kunnen worden (zie hierover NTE 2009, nr. 2), heeft de Voorzitter van de Vaste Commissie voor Economische Zaken op 15 oktober 2009 het Rapport Rentabiliteit van WKK: Second opinion op conclusies modelberekeningen ECN en Ministerie EZ aan de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II 2009/10, , nr. 73). Dit rapport is in opdracht van de Tweede Kamer door CE Delft opgesteld. Vervolgens heeft de Minister op 16 oktober 2009 een brief aan de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II 2009/10, , nr. 74) waarin zij, onder meer, haar reactie geeft op het onderzoek van CE Delft. De Minister stelt dat het onderzoek van CE Delft de bevindingen van ECN en de bruikbaarheid daarvan bevestigen. Met de brief van 16 oktober 2009 geeft de Minister tevens opvolging aan haar toezegging tijdens het algemeen overleg van 3 maart 2009 (Kamerstukken II 2008/09, , nr. 52) om een vangnetregeling te creëren voor grote industriële WKK-installaties. Het gaat daarbij om aardgasgestookte installaties met een minimaal vermogen van 150 MW. Op grond van de vangnetregeling die de Minister voorstelt zal subsidie aan dit type WKK-installaties worden verleend bij verslechterende marktomstandigheden, maar niet bij de hui- 270

4 dige verwachte marktomstandigheden. De Minister is voornemens om deze vangnetregeling vast te leggen in de nog vast te stellen Regeling aanwijzing categorieën productie-installaties duurzame energieproductie 2010, waarmee voor het jaar 2010 invulling zal worden gegeven aan de mogelijkheid subsidie aan te vragen voor de productie van duurzame elektriciteit op grond van het Besluit stimulering duurzame elektriciteitsproductie. De Minister is voornemens in deze ministeriële regeling grote industriële WKK-installaties aan te wijzen als één van de categorieën productie-installaties die in 2010 in aanmerking komen voor subsidie. Het is de bedoeling van de Minister om de Regeling aanwijzing categorieën productie-installaties duurzame energieproductie 2010 in de tweede helft van december 2009 te publiceren en om de vangnetregeling in januari 2010 open te stellen. Over de bijzonderheden van de categorieën productie-installaties die in 2010 in aanmerking komen voor subsidie zal de Minister de Tweede Kamer nog in een aparte brief informeren. In de brief van 16 oktober 2009 gaat de Minister echter alvast nader in op de wijze waarop zij de vangnetregeling voor grote industriële WKK-installaties wil vormgeven. De Minister baseert zich daarbij op het rapport van ECN Technische ondersteuning subsidieberekeningen SDE WKK 2010, welk rapport als bijlage aan de brief van 16 oktober 2009 is gehecht. Elektriciteit: codewijziging betreffende de veiling van jaar- en maandcapaciteit (wijziging Netcode Elektriciteit) Nadat de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) op 22 december 2008 het codewijzigingsvoorstel daartoe van de gezamenlijke netbeheerders had ontvangen en ter inzage had gelegd (zie NTE 2008, nr. 6) heeft de Raad op 21 september 2009 een besluit vastgesteld tot wijziging van de Netcode Elektriciteit met betrekking tot de veiling van de jaar- en maandcapaciteit op de landsgrensoverschrijdende verbindingen (besluit met kenmerk /41). Van de vaststelling van dit besluit is op 24 september 2009 mededeling gedaan in de Staatscourant (Stcrt. 2009, nr ). Het besluit omvat wijzigingen van de artikelen in paragraaf 5.6. Netcode Elektriciteit met als doel een juridische basis te creëren voor de invoering van nieuwe gemeenschappelijke veilingregels, zoals deze zijn opgesteld en overeengekomen tussen de beheerders van de landelijke hoogspanningsnetten (Transmission System Operators, of TSO s) van Frankrijk, België, Duitsland en Nederland. Deze TSO s werken samen aan de integratie van de nationale groothandelsmarkten voor elektriciteit tot één regionale groothandelsmarkt. Eén van de gezamenlijke projecten die bijdragen aan dat doel betreft de verbetering, integratie en harmonisatie van de veiling van landsoverschrijdende transportcapaciteit op de lange en middellange termijn (jaar- en maandveilingen). Daartoe wordt gewerkt aan onder andere een gemeenschappelijk veilingsbureau, één gemeenschappelijk veilingsinstrument, en gezamenlijke veilingsregels. Het bovengenoemde besluit ziet op laatstgenoemd aspect en dient ertoe de Netcode Elektriciteit in overeenstemming te brengen met de door de TSO s vastgestelde veilingregels waarvan op 9 september 2009 door de Raad een definitieve versie is ontvangen van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet. De belangrijkste wijziging van de Netcode Elektriciteit is dat niet langer het use-it-or-lose-it principe zal worden gehanteerd zoals dat eerst gold bij de nominatie van transportcapaciteit en dat was vastgelegd in art Netcode Elektriciteit. In plaats daarvan wordt het nieuwe use-it-or-sell-it principe van toepassing verklaard op de nominatie van transportcapaciteit. Dit heeft tot gevolg dat voortaan een vergoeding wordt ontvangen indien toegewezen jaar- of maandcapaciteit die niet wordt genomineerd beschikbaar komt voor spottransporten (met een looptijd van ten minste één klokuur en maximaal één kalenderdag). Het wijzigingsbesluit is grotendeels op 24 september 2009 in werking getreden. De wijzigingen in art , art , onderdeel c en art Netcode Elektriciteit zijn op 31 oktober 2009 in werking getreden. Het besluit is tevens in te zien op Elektriciteit: wijziging inzake tariefdrager bij ontbreken gecontracteerd vermogen (wijziging Tarieven- Code Elektriciteit) Bij brief van 15 oktober 2009 heeft de Raad de partijen die een zienswijze hebben ingediend op het ontwerpbesluit van 14 april 2009 tot wijziging van de TarievenCode Elektriciteit (met kenmerk /1) (Stcrt. 2009, 70) (zie NTE 2009, nr. 1) geïnformeerd dat de procedure tot wijziging van de TarievenCode Elektriciteit in verband met invoering van een tariefdrager bij het ontbreken van gecontracteerd transportvermogen door de Raad is afgebroken. Het ontwerpbesluit betrof het vaststellen van een tariefstructuur voor afnemers aangesloten op de netvlakken EHS (extra hoogspanning) en HS (hoogspanning) die geen transportvermogen hebben gecontracteerd. De aanleiding voor dit ontwerpbesluit vormden de beslissing op bezwaar tegen het besluit van de Raad van 31 januari 2007 tot onder meer vaststelling van de maximumtarieven voor TenneT voor het jaar 2007 voor het transport op het extra hoogspanningsnetwerk (220/380 kv) (besluit van de Raad van 6 november 2008 met kenmerk _1/37) en de beslissing op bezwaar tegen het besluit van de Raad van 21 december 2007 tot vaststelling van de maximumnettarieven elektriciteit voor het jaar 2008 voor aangeslotenen op de HS-netten (besluit van de Raad van 16 december 2008 met kenmerken _1/25, _2/24, _3/17, _4/7, _5/16 en _6/9). In deze beslissingen op bezwaar over de tarieven voor de jaren 2007 en 2008 heeft de Raad geoordeeld dat regionale netbeheerders met een net dat is aangesloten op een ander net op een ander spanningsniveau te kwalificeren zijn als aangeslotene en afnemer. Daarnaast heeft de Raad in deze beslissingen op bezwaar geoordeeld dat voor een onderscheid in transporttarieven tussen enerzijds aangesloten verbruikers (niet zijnde netbeheerders) en anderzijds aangesloten netbeheerders geen grondslag bestaat in de E-wet. In het tarievenbesluit voor TenneT van 31 december 2008 (besluit met kenmerk ) voor 2009 heeft de Raad dan ook geoordeeld dat de tariefdrager kw max per jaar geen wettelijke grondslag heeft en dat voor aangesloten verbruikers en netbeheerders dezelfde tariefdragers moeten gelden. Met het ontwerpbesluit van 14 april 2009 tot wijziging van de TarievenCode Elektriciteit heeft de Raad zijn voornemen kenbaar gemaakt voor een pragmatische oplossing voor een uitvoeringsprobleem van TenneT in de jaren 2007 en Nu immers is gebleken dat de tariefdrager kw max per jaar geen wettelijke grondslag heeft, dienen de tariefdragers die werden gehanteerd voor aangesloten verbruikers (niet zijnde netbeheerders) voor alle afnemers toegepast te worden. De tariefdragers kw gecontracteerd per jaar en kw max per maand/week gelden dus voor 271

5 zowel aangesloten verbruikers als aangesloten netbeheerders. In deze jaren hebben aangesloten netbeheerders echter geen transportvermogen gecontracteerd (ten behoeve van de tariefdrager kw gecontracteerd per jaar ) omdat zij destijds in de veronderstelling waren te worden afgerekend op basis van de tariefdrager kw max per jaar. Als oplossing voor dit probleem voorzag het ontwerpbesluit tot wijziging van de TarievenCode Elektriciteit alsnog in een tariefdrager kw max per jaar. Op het ontwerpbesluit hebben verschillende belanghebbende partijen zienswijzen gegeven. Alle partijen hebben aangegeven het niet eens te zijn met de oplossing van de Raad in het ontwerpbesluit. Als belangrijk argument daarbij hebben partijen aangevoerd dat ze het belangrijk vinden dat voor aangesloten verbruikers (niet zijnde netbeheerders) en aangesloten netbeheerders dezelfde tariefdragers en tarieven gelden. Bovendien is door deze partijen een werkbaar alternatief aangedragen. Dit alternatief houdt in dat aangesloten netbeheerders net als aangesloten verbruikers moeten worden afgerekend op basis van de tariefdragers kw gecontracteerd per jaar en kw max per maand/week. Indien een gecontracteerd transportvermogen ontbreekt, dient er van uitgegaan te worden dat de hoogte van het gecontracteerd transportvermogen gelijk is aan de werkelijk voorgekomen maximale belasting in het betreffende kalenderjaar (de kw max per jaar ). Dit is het gevolg van de toepassing van art TarievenCode Elektriciteit indien er vanuit wordt gegaan dat bij een afnemer zonder gecontracteerd transportvermogen per definitie sprake is van een overschrijding van het gecontracteerd vermogen. Het niet contracteren van een transportvermogen moet dan gezien worden als een gecontracteerd transportvermogen van nul. In zijn brief van 15 oktober 2009 heeft de Raad aangegeven zich te kunnen vinden in deze door partijen aangedragen oplossing omdat die tegemoet komt aan het doel dat de Raad voor ogen had bij het opstellen van het ontwerpbesluit, namelijk uitvoerbare tarifering voor de jaren 2007 en Bovendien past deze oplossing volgens de Raad goed bij het standpunt van de Raad dat voor aangesloten verbruikers (niet zijnde netbeheerders) en aangesloten netbeheerders dezelfde tariefdragers moeten gelden. De Raad heeft dit ook verwoord in het tariefbesluit voor TenneT voor het jaar Gelet op het voorgaande heeft de Raad besloten de procedure tot wijziging van de TarievenCode Elektriciteit te beëindigen. De Raad is voornemens om op korte termijn gewijzigde beslissingen op bezwaar voor TenneT voor de jaren 2007 en 2008 vast te stellen. De brief van de Raad van 15 oktober 2009, alsmede daaraan ten grondslag liggende stukken zijn in te zien op Elektriciteit: terinzagelegging voorstellen gereguleerde maximum tarieven TenneT 2010 Op 22 oktober 2009 heeft de Raad mededeling gedaan van de terinzagelegging van het voorstel van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet met betrekking tot de gereguleerde maximumtarieven voor het jaar 2010 (Stcrt. 2009, nr ). Dit voorstel heeft betrekking op de tarieven voor het transport op het extra hoogspanningsnet (met een spanningsniveau van 220/380 kv), op het transport op het hoogspanningsnet (met een spanningsniveau van 110/150 kv) en voor het verrichten van systeemdiensten. Belanghebbenden konden tot en met 4 november 2009 hun zienswijze op het voorstel schriftelijk of mondeling naar voren te brengen. Het tarievenvoorstel is in te zien op Gas: terinzagelegging codewijzigingsvoorstellen inzake beveiliging gasaansluitingen op regionale gastransportnetten en inzake aansluitvoorwaarden voor aansluitingen op regionale hogedruk gastransportnetten (wijziging Aansluit- en transportvoorwaarden Gas-RNB) De Raad heeft op 24 september 2009 mededeling gedaan in de Staatscourant van de terinzagelegging van voorstellen van de gezamenlijke netbeheerders tot wijziging van de Aansluiten transportvoorwaarden Gas-RNB (Stcrt. 2009, nr ). De aanleiding voor deze wijzigingsvoorstellen is de beslissing op bezwaar die de Raad op 9 september 2008 heeft genomen naar aanleiding van de bezwaren tegen het besluit van de Raad van 21 november 2006 tot vaststelling van het tweede deel van de gasvoorwaarden ex art. 12b Gaswet (de Aansluiten transportvoorwaarden Gas-RNB, de Aansluitvoorwaarden Gas-LNB, de Netkoppelingsvoorwaarden Gas-LNB, de Meetvoorwaarden Gas-RNB en de Meetvoorwaarden Gas- LNB) (zie hierover NTE 2008, nr. 4/5) (hierna: de BoB2). In de BoB2 heeft de Raad onder meer geoordeeld dat in de Aansluit- en transportvoorwaarden Gas-RNB bepalingen ontbreken met betrekking tot de beveiliging van de gasaansluiting. Daarom wordt op grond van het codewijzigingsvoorstel betreffende beveiliging van gasaansluitingen op regionale netten in de Aansluit- en transportvoorwaarden Gas-RNB een bepaling toegevoegd waarin wordt verwezen naar (al bestaande) NEN-veiligheidsnormen. Verder heeft de Raad in de BoB2 geoordeeld dat in de Aansluit- en transportvoorwaarden Gas-RNB bepalingen ontbreken met betrekking tot de voorwaarden voor aansluiting op een regionaal extra hogedruk gastransportnet. Met het codewijzigingsvoorstel inzake aansluitvoorwaarden voor aansluitingen op regionale hogedruk gastransportnetten worden aan de Aansluit- en transportvoorwaarden Gas-RNB bepalingen toegevoegd die hier betrekking op hebben. Deze bepalingen zien zowel op de situatie waarin aansluitingen op regionale hogedruk gastransportnetten niet direct of indirect verbonden zijn met het landelijk gastransportnet, als op de situatie waarin aansluitingen wél direct of indirect in verbinding staan met het landelijk gastransportnet. Op 22 oktober 2009 heeft over de wijzigingsvoorstellen een hoorzitting plaatsgevonden. De wijzigingsvoorstellen zijn tevens in te zien op Gas: nieuwe beslissing op bezwaar inzake wijziging Transportvoorwaarden Gas-LNB en TarievenCode Gas De Raad heeft op 29 september 2009 opnieuw beslist (besluit met kenmerk _1/40) op de bezwaren van GTS tegen het besluit van 20 februari 2008 (besluit met kenmerk /31.B1010) (zie NTE 2008, nr. 1). Het besluit van 20 februari 2008 is eerder bij besluit van 26 juni 2008 tot wijziging van de Transportvoorwaarden Gas-LNB en de TarievenCode Gas gewijzigd (besluit met kenmerk /43.B1064) (zie NTE 2008, nr. 3). Van de vaststelling van de nieuwe beslissing op bezwaar van 29 september 2009 is op 30 september 2009 mededeling gedaan in de Staatscourant (Stcrt. 2009, nr ). In de nieuwe beslissing op bezwaar herroept de Raad het besluit van 20 februari 2008 gedeeltelijk en ziet de Raad aanleiding art , art en art Transportvoorwaarden Gas-LNB aan te passen, art Transportvoorwaarden Gas-LNB te laten vervallen en art , art , art , art , art

6 en art TarievenCode Gas aan te passen. Voor het overige laat de Raad het besluit van 20 februari 2008 in stand. De wijzigingen van de Transportvoorwaarden Gas-LNB en TarievenCode Gas op grond van de nieuwe beslissing op bezwaar zijn op 1 oktober 2009 in werking getreden. Alle voornoemde besluiten zijn in te zien op Gas: consultatie inzake de aanbieding van ongebruikte transportcapaciteit (wijziging Transportvoorwaarden Gas-LNB) Nadat de Raad op 12 juni 2009 mededeling had gedaan van de terinzagelegging van het consultatiedocument inzake de aanbieding op de markt van ongebruikte transportcapaciteit en het daarbij geldende zogenoemde use-it-or-lose-it principe (hierna: het UIOLI-principe) (Stcrt. 2009, nr. 106) (zie hierover NTE 2009, nr. 2), heeft de Raad op 10 oktober 2009 een samenvatting van de antwoorden op het consultatiedocument op zijn website ( gepubliceerd. Uit de antwoorden op het consultatiedocument blijkt ten eerste dat marktpartijen groot belang hechten aan verbetering van de beschikbaarheid van capaciteit. Tevens is duidelijk geworden uit de antwoorden dat het UIOLI-principe past in het bredere kader van congestiemanagement en ook niet los kan worden gezien van capaciteitsallocatie. Gezien de uitkomsten van de consultatie en gezien de huidige ontwikkelingen in Europa met betrekking tot congestiemanagement zal de Raad het onderwerp van aanbieding van ongebruikte transportcapaciteit verder behandelen in het bredere kader van congestiemanagement. De Raad zal de door haar ontvangen antwoorden en opmerkingen in het kader van de consultatie verder analyseren met als doel te komen tot een plan voor verbetering van de beschikbaarheid van capaciteit op importen exportpunten waar (contractuele) congestie zich voordoet. De Raad heeft de intentie een klankbordgroep in te stellen om met marktpartijen te kunnen discussiëren over mogelijke acties die volgen uit dit plan. Gas: ontwerpbesluit in verband met de hoogte van de dagmarge 2010 (wijziging Transportvoorwaarden Gas-LNB) Op 27 oktober 2009 heeft de Raad mededeling gedaan in de Staatscourant van de terinzagelegging van het ontwerpbesluit strekkende tot wijziging van de Transportvoorwaarden Gas- LNB in verband met de afbouw van de dagmarge bedoeld in art Transportvoorwaarden Gas-LNB (besluit met kenmerk _3/1) (Stcrt. 2009, nr ). Het ontwerpbesluit heeft betrekking op het voornemen van de Raad om de dagmarge, waaronder wordt verstaan de toegestane afwijking van het cumulatieve uurverschil aan het eind van een gasdag, per 1 januari 2010 niet af te bouwen naar 2% maar te handhaven op 10% (zie tevens NTE 2008, nr. 4/5). Aanleiding voor dit ontwerpbesluit vormt een brief van brancheverenigingen Energiened en VME van 29 mei 2009 die heeft geleid tot een onderzoek naar de kwaliteit van het stuursignaal gas. Uit de resultaten van dit onderzoek maakt de Raad op dat de dagelijkse afwijking tussen het stuursignaal en de maandelijkse allocatie doorgaans groter is dan de maximum dagmarge van 2%, zoals de bedoeling was dat deze vanaf 1 januari 2010 nog zou zijn toegestaan. De betrouwbaarheid van het stuursignaal is hierdoor onvoldoende voor shippers om binnen een dagmarge van 2% te blijven. De Raad heeft de verwachting dat ook op 1 januari 2010, het moment waarop de dagmarge zou moeten worden verlaagd naar 2%, de betrouwbaarheid van het stuursignaal nog onvoldoende is. Daarom concludeert de Raad dat het nog te vroeg is om de dagmarge daadwerkelijk te verlagen. In het ontwerpbesluit stelt de Raad een termijn van 9 maanden vast waarbinnen het stuursignaal zo betrouwbaar gemaakt dient te worden dat de kwaliteit voldoende is om de dagmarge te verlagen naar 2%. In het laatste kwartaal van 2010 zal de Raad een onderzoek laten uitvoeren naar de betrouwbaarheid van het stuursignaal. Dit onderzoek zal de basis vormen voor de beslissing of de dagmarge per 1 juli 2011 zal worden verlaagd naar 2%. Op 9 november 2009 heeft een hoorzitting plaatsgevonden over het ontwerpbesluit. Belanghebbenden kunnen tot 8 december 2009 hun zienswijze op het ontwerpbesluit naar voren brengen. Het ontwerpbesluit is tevens in te zien op Gas: consultatie over de vaststelling van voorwaarden met betrekking tot flexibiliteitsdiensten (wijziging Transportvoorwaarden Gas-LNB) Op 5 november 2009 heeft de Raad een brief aan de gezamenlijke netbeheerders en de representatieve organisaties gezonden waarin de Raad aan hen vragen heeft voorgelegd in verband met de vaststelling van voorwaarden waaronder GTS aan netgebruikers flexibiliteitsdiensten moet aanbieden. De aanleiding voor deze brief is de uitspraak van 9 oktober 2009 van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (het CBb) (LJN BK1195) waarin het CBb het besluit van 16 juni 2008 van de Raad (besluit met kenmerk ) heeft vernietigd waarbij de Raad had beslist op de bezwaren van GTS tegen het besluit van 8 november 2007 (besluit met kenmerk /25) tot wijziging van onder meer de Transportvoorwaarden Gas-LNB (zie NTE 2007, nr. 5/6 en NTE 2008, nr. 2). De bezwaren van GTS zagen met name op de voorwaarden waaronder GTS flexibiliteitsdiensten moet aanbieden aan netgebruikers. Omdat het CBb de beslissing op bezwaar van 16 juni 2008 heeft vernietigd moet de Raad nu een nieuwe beslissing op bezwaar nemen. In het kader van de zorgvuldige voorbereiding daarvan heeft de Raad de brief van 5 november 2009 aan de gezamenlijke netbeheerders en de representatieve organisaties gezonden. Deze konden tot 18 november 2009 hun reactie aan de Raad zenden. Voor een samenvatting van de uitspraak van het CBb van 9 oktober 2009 wordt verwezen naar de rubriek Jurisprudentie energierecht in dit tijdschrift. De brief van de Raad van 5 november 2009 is in te zien op Elektriciteit en Gas: terinzagelegging voorstellen gereguleerde maximum tarieven regionale netbeheerders elektriciteit en gas 2010 Op 5 oktober 2009 heeft de Raad mededeling gedaan in de Staatscourant van de terinzagelegging van de voorstellen van de regionale netbeheerders elektriciteit en gas met betrekking tot de gereguleerde maximum aansluit- en transporttarieven voor het jaar 2010 (Stcrt. 2009, nr ). Belanghebbenden konden tot 20 oktober 2009 hun zienswijze op de voorstellen naar voren brengen. De tarievenvoorstellen zijn in te zien op 273

7 Elektriciteit en Gas: consultatie over innovatie en netbeheer De Raad heeft op 19 oktober 2009 een consultatiedocument inzake de relatie tussen de methode van regulering van netbeheerders en de innovatie bij en door netbeheerders aan representatieve organisaties gestuurd en op zijn website geplaatst ( Aanleiding voor de consultatie is de voorbereiding door de Raad van de methodebesluiten voor volgende reguleringsperioden voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en de regionale netbeheerders gas en elektriciteit (zie hierover NTE 2009, nr. 2 en NTE 2009, nr. 3/4). Als onderdeel van deze voorbereiding heeft de Raad het consultatiedocument opgesteld. Daarmee beoogt de Raad zo goed als mogelijk bij te dragen aan de innovatiekracht van TenneT en de regionale netbeheerders. Volgens de Raad zullen in de (nabije) toekomst een aantal ontwikkelingen plaatsvinden (zoals de ontwikkeling van elektrische auto s) die betrekking hebben op de bedrijfsvoering van de netbeheerders en op de netten die zij beheren. Vanuit dit perspectief bekijkt de Raad of zijn reguleringsmethodes de concurrentie in de juiste mate nabootsen, en daarmee de innovatiekracht van de netbeheerders stimuleren. Concreet vraagt de Raad zich af of in de reguleringsmethoden een aanvullende expliciete prikkel voor innovatie nodig is. De Raad ziet het als een mogelijke belemmering voor innovatie als netbeheerders uiteindelijk niet in staat zijn om de kosten voor maatschappelijk wenselijke innovatie terug te verdienen. Partijen die door de Raad zijn benaderd konden tot en met 13 november 2009 hun reactie naar voren brengen. Naar aanleiding van de uitkomsten van de consultatie zal de Raad in de definitieve methodebesluiten zijn standpunt innemen met betrekking tot eventuele (aanvullende) stimulering van innovatie. Elektriciteit en Gas: Regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers Bij brief van 28 oktober 2009 (Kamerstukken II 2009/10, , nr. 74) heeft de Minister de Tweede Kamer bericht over de wijze waarop zij heeft voldaan aan haar toezegging tijdens het vragenuur in de Tweede Kamer op 13 januari 2009 (Handelingen II 2008/09, nr. 40, p ) om met de energiesector in overleg te treden over de uitvoering van de ministeriële Regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers (Stcrt. 2006, nr. 235, p. 8) bij afsluiting van kleinverbruikers tijdens perioden van vorst. De Regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers bepaalt, onder meer, dat netbeheerders en leveranciers een kleinverbruiker in de periode van 1 oktober tot 1 april van enig jaar niet mogen afsluiten tenzij sprake is van de in de regeling genoemde uitzonderingsgevallen, bijvoorbeeld fraude. Ook mag op grond van de Regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers niet worden afgesloten in de betreffende periode wegens wanbetaling, indien sprake is van de in de ministeriële regeling genoemde omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer de kleinverbruiker bewijs heeft overgelegd dat hij heeft verzocht om schuldbemiddeling op grond van de wet op het consumentenkrediet of om toepassing van schuldhulpsanering op grond van de Faillissementswet. In haar brief benadrukt de Minister dat energiebedrijven bij eventuele afsluiting van kleinverbruikers van elektriciteit of gas zich in de eerste plaats dienen te houden aan de ministeriële regeling. De Minister heeft de sector echter verzocht om in aanvulling daarop een gezamenlijke vorstregeling op te stellen. Een dergelijke vorstregeling bestond ook al vóór de vaststelling van de Regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers. Dit heeft ertoe geleid dat de netbeheerders en leveranciers, verenigd in brancheverenigingen Netbeheer Nederland, EnergieNed en VME, de oorspronkelijke vorstregeling hebben afgestemd op de Regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers en op basis daarvan een nieuwe vorstregeling hebben opgesteld. Deze vorstregeling, die als bijlage bij de brief van de Minister van 28 oktober 2009 is gevoegd, houdt in dat een kleinverbruiker niet wordt afgesloten in geval van strenge vorst. Er is sprake van strenge vorst wanneer het KNMI twee dagen achtereen een gemiddelde etmaaltemperatuur onder nul graden Celsius heeft gemeten. Indien op de dag van de geplande afsluiting sprake is van strenge vorst, wordt er niet afgesloten. De uitzonderingen uit de Regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers blijven echter van toepassing. Het blijft dus mogelijk om bijvoorbeeld in geval van fraude ook af te sluiten bij strenge vorst. Alleen in geval van afsluiting wegens wanbetaling gelden de uitzonderingen uit de Regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers niet. In geval van wanbetaling mag bij strenge vorst niet worden afgesloten. Eerst wanneer de temperatuur is gestegen en de financiële situatie nog ongewijzigd is kan worden afgesloten. De vorstregeling voorziet derhalve in een uitstelregeling voor afsluiting. De nieuwe vorstregeling is in werking getreden op 1 oktober 2009 en is daardoor van toepassing op kleinverbruikers die op grond van de Regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers zouden mogen worden afgesloten in de periode van 1 oktober 2009 tot 1 april De vorstregeling is een afspraak tussen de energiebedrijven zelf en kwalificeert daardoor als zelfregulering. Dit betekent dat de bedrijven zelf toezien op de naleving daarvan. De NMa zal de komende winterperiode echter in de gaten houden of er klachten binnenkomen dat de vorstregeling niet wordt nageleefd. Mocht de NMa vaststellen dat de vorstregeling inderdaad niet wordt nageleefd dan zal de Minister de Regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers alsnog wijzigen in dier voege dat de vorstregeling daarin wordt opgenomen. Beleidsregel NMa redelijke prijs Warmtewet De Raad heeft op 23 september 2009 het concept voor de Beleidsregel NMa redelijke prijs Warmtewet, alsmede een begeleidend consultatiedocument ter inzage gelegd ten kantore van de NMa (Stcrt. 2009, nr ). Deze beleidsregel is gebaseerd op de Warmtewet, waarvoor het wetsvoorstel op 10 februari 2009 is aangenomen door de Eerste Kamer (zie NTE 2008, nr. 6) en die in werking zal treden met ingang van de vierde kalendermaand nadat de Warmtewet zal worden gepubliceerd in het Staatsblad. De Raad is op grond van art. 15 Warmtewet belast met de uitvoering van de Warmtewet en met het toezicht op de naleving daarvan. In dit kader is de Raad begonnen met de voorbereiding van de invoering van de Warmtewet (zie In het bijzonder moet de Raad op grond van de Warmtewet beleidsregels vaststellen met betrekking tot de elementen en de wijze van berekening van de redelijke prijs voor de levering van warmte. De Raad is van plan om deze beleidsregels vast te stellen na een uitgebreide consultatie van de sector en om daarbij zowel warmteleveranciers als andere 274

8 belanghebbende organisaties te raadplegen. Deze consultatie bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste heeft de Raad een klankbordgroep ingesteld waarmee de Raad een aantal keer zal overleggen over de inhoud van de beleidsregels. Ten tweede heeft de Raad het hiervoor genoemde concept voor de Beleidsregel NMa redelijke prijs Warmtewet en het bijbehorende consultatiedocument opgesteld dat thans ter inzage is gelegd. Op basis van de Warmtewet moet een warmteleverancier zelf een redelijke prijs voor warmte vaststellen. In de conceptbeleidsregel bepaalt de Raad onder meer welke kosten bepalend mogen zijn voor de vaststelling van deze redelijke prijs en hoe deze prijs moet worden berekend. De redelijke prijs moet volgens de Raad een vergoeding zijn voor de werkelijke kosten van de leverancier per warmtenet. Per warmtenet kan dus een verschillende prijs tot stand komen. Verder bestaat de redelijke prijs op grond van de conceptbeleidsregel uit een leveringsafhankelijk en een leveringsonafhankelijk deel. In het begeleidende consultatiedocument omschrijft de Raad zijn visie op de conceptbeleidsregel en de concrete keuzes die de Raad daarin heeft gemaakt. Een ieder kan - doordat de Raad de termijn heeft verlengd - tot met 31 december 2009 schriftelijk en/of mondeling zienswijzen op de conceptbeleidsregel naar voren brengen. Op 5 november 2009 heeft tevens een hoorzitting over de conceptbeleidsregel plaatsgevonden. Naar verwachting zal de Beleidsregel NMa redelijke prijs Warmtewet begin 2010 definitief worden vastgesteld. Deze beleidsregel zal vervolgens tegelijk met de Warmtewet in werking treden. De conceptbeleidsregel en het consultatiedocument zijn tevens in te zien op 275

BESLUIT. Met deze beslissing op bezwaar heeft de Raad zijn primaire besluit van 21 december 2007, met kenmerk 102876/1, herroepen.

BESLUIT. Met deze beslissing op bezwaar heeft de Raad zijn primaire besluit van 21 december 2007, met kenmerk 102876/1, herroepen. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102913_1/32; 102913_2/31; 102913_3/32; 102913_4/12; 102913_5/34; 102913_6/14 Betreft zaak: Besluit maximum tarieven 2008 Besluit van de Raad van Bestuur

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * Europa

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * Europa mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting op korte

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet. Nummer 102365_2/8 Betreft zaak:

Nadere informatie

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader Ons kenmerk: ACM/DE/2013/206524 Zaaknummer: 13.0550.52 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 12f, eerste lid, van de Gaswet inhoudende de vaststelling van de voorwaarden als

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer : 102500_1/51; 102500_2/54; 102500_3/23; 102500_9/14 Betreft zaak: Gastransportvoorwaarden deel 2 Beslissing tot wijziging van het besluit van 9 september

Nadere informatie

1 Inleiding Leeswijzer Wettelijke basis van dit besluit Context van dit besluit Inhoudelijke context

1 Inleiding Leeswijzer Wettelijke basis van dit besluit Context van dit besluit Inhoudelijke context 1 Inleiding... 3 2 Leeswijzer... 3 3 Wettelijke basis van dit besluit... 3 4 Context van dit besluit...4 4.1 Inhoudelijke context...4 4.2 Wettelijke context...6 5 Procedure... 8 6 Beoordeling voorstel...9

Nadere informatie

In artikel 8 vervallen, onder vervanging van de komma aan het slot van onderdeel b in een punt, de onderdelen c en d.

In artikel 8 vervallen, onder vervanging van de komma aan het slot van onderdeel b in een punt, de onderdelen c en d. Regeling van de Minister van Economische Zaken van 8 februari 2013, nr. WJZ/ 12357329, tot wijziging van enkele regelingen in verband met uitvoering van het marktmodel De Minister van Economische Zaken;

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 904 Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * Europa. Richtlijn tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG betreffende

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * Europa. Richtlijn tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG betreffende mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.L. Pigmans en mr. M.E. Brinkman * Europa. Nederland

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.L. Pigmans en mr. M.E. Brinkman * Europa. Nederland mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.L. Pigmans en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar

Nadere informatie

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader Ons kenmerk: ACM/DE/2013/205565 Zaaknummer: 13.0483.52 van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 12f, eerste lid van de Gaswet inhoudende de tariefstructuren als bedoeld in artikel 12a

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Nederland. Europa

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Nederland. Europa mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting op korte

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 82, eerste lid, jo. artikel 82, vierde lid, van de Gaswet. Nummer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 723 Wijziging van de Warmtewet (wijzigingen naar aanleiding van de evaluatie van de Warmtewet) Nr. 5 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 28 juni 2017

Nadere informatie

Inleiding ADVIES. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Inleiding ADVIES. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit ADVIES Advies van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, als bedoeld in artikel 20e, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998. Zaaknummer: 104152/15

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Minute Besluit Nederlandse Mededingingsautoriteit Auteur Interne termijn Externe termijn Medeparaaf en datum Youri van der Drift Datum Informatiekopie aan Prismanummer 2-1-2012 103976 Nummer 103976 / Betreft

Nadere informatie

Dienst uitvoering en toezicht Energie

Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_5-12 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid

Nadere informatie

ONTWERP-METHODEBESLUIT

ONTWERP-METHODEBESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie ONTWERP-METHODEBESLUIT Nummer: 100947- Betreft: Besluit tot vaststelling van de methode tot vaststelling van de kwaliteitsterm ingevolge artikel 41, eerste lid, van

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_13-4 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

Pagina 1/5. Besluit vertrouwelijk. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. 3 Juridisch kader

Pagina 1/5. Besluit vertrouwelijk. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. 3 Juridisch kader vertrouwelijk Ons kenmerk: 104412_1/39; 104412_2/28; 104413_1/40 Zaaknummer: 104412_1, 104412_2 en 104413_1 Datum: Wijziging van het besluit van de Autoriteit Consument en Markt op de bezwaren van TenneT

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Wettelijk kader BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Inleiding. 2 Wettelijk kader BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: Betreft zaak: 102141_9/3 Besluit tot vaststelling van de kwaliteitsterm ingevolge artikel 41a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 voor de periode

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. Tijdschrift voor ENERGIERECHT. Nr. 3/4 - oktober 2009

Wet- en regelgeving. Tijdschrift voor ENERGIERECHT. Nr. 3/4 - oktober 2009 mr.drs. J.E. Janssen, mr. M.L. Pigmans en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar

Nadere informatie

Directie Toezicht Energie (DTe)

Directie Toezicht Energie (DTe) Directie Toezicht Energie (DTe) Aan EnergieNed, sectie Netbeheerders T.a.v. de heer ir. drs. J.J. Damsté Postbus 9042 6800 GD ARNHEM per post per fax Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 2006-2854 102346/5.B829

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 463 Regels omtrent het transport en de levering van gas (Gaswet) Nr. 95 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 4 april 2000 Het voorstel van wet

Nadere informatie

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 100595/12 Betreft: Besluit tot (voorlopige) vaststelling van de gereguleerde vastrechtcomponent van de transporttarieven gas voor het jaar 2002 zoals

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader

BESLUIT. I. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101698-12 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011)

Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt: A Artikel I,

Nadere informatie

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord.

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet. Zaaknummer 741/Overeenkomst

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 197 Besluit van 22 juni 2018, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 inzake de aansluiting op het distributienet voor gas 0 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Pagina 1/10 ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer:

Pagina 1/10 ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2015/205669 Zaaknummer: 14.0980.52 ONTWERPBESLUIT Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998. Pagina 1/10 Muzenstraat 41 2511

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting op korte

Nadere informatie

doelstellingen en termijnen worden uiteengezet zodat belanghebbenden uit de ICT-sector en lidstaten sneller vooruitgang boeken.

doelstellingen en termijnen worden uiteengezet zodat belanghebbenden uit de ICT-sector en lidstaten sneller vooruitgang boeken. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.L. Pigmans en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa. Nederland

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa. Nederland Wet- en regelgeving mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar

Nadere informatie

Pagina BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer:

Pagina BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2015/405554 Zaaknummer: 15.0731.52 BESLUIT Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998, betreffende de verkorting van de sluitingstijd

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_9-5 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid van

Nadere informatie

Ontwerpregeling subsidiebedragen WKK 2006

Ontwerpregeling subsidiebedragen WKK 2006 Handelend na overleg met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op artikel 72p, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998; Besluit:

Nadere informatie

Pagina ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

Pagina ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2014/205129 Zaaknummer: 14.0676.52 ONTWERPBESLUIT Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998 Pagina 1/16 Muzenstraat 41 2511

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101689-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101758_10-11 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102612_16 / 8 Betreft zaak: Besluit tot wijziging van het besluit tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, de

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa. Nederland

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa. Nederland mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting op korte

Nadere informatie

Besluit. Geschilbesluit Crown Van Gelder

Besluit. Geschilbesluit Crown Van Gelder Besluit Geschilbesluit Crown Van Gelder Ons kenmerk Zaaknummer : ACM/UIT/493003 : ACM/17/024896 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 51, tweede lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.12.2003 COM(2003) 825 definitief 2003/0317 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG ter verlenging van de

Nadere informatie

Regeling van de Minister van Economische Zaken tot wijziging van enkele regelingen in verband met uitvoering van het marktmodel

Regeling van de Minister van Economische Zaken tot wijziging van enkele regelingen in verband met uitvoering van het marktmodel ssv Regeling van de Minister van Economische Zaken tot wijziging van enkele regelingen in verband met uitvoering van het marktmodel Datum 8 november 2012 Status Concept 'Concept I Regeling van de Minister

Nadere informatie

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7 Ons kenmerk: ACM/DE/2013/204383 Zaaknummer: 13.0801.52 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, de kwaliteitsterm

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 42535 24 juli 2017 Besluit van de Minister van Economische Zaken tot toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 103078_4/20 Betreft zaak: Beslissing op bezwaar tegen het besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van 29 augustus 2008,

Nadere informatie

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7 Ons kenmerk: ACM/DE/2013/204374 Zaaknummer: 13.0793.52 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, de kwaliteitsterm

Nadere informatie

33 493 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011)

33 493 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2012-2013 33 493 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7 Ons kenmerk: ACM/DE/2013/204368 Zaaknummer: 13.0795.52 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, de kwaliteitsterm

Nadere informatie

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101855-11 Betreft: Besluit op de aanvragen van Elsta B.V. & Co en Delta Netwerk bedrijf B.V. om een bindende aanwijzing te geven als bedoeld in artikel

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998. Nummer 103176_2/5 Betreft

Nadere informatie

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7 Ons kenmerk: ACM/DE/2013/204379 Zaaknummer: 13.0799.52 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, de kwaliteitsterm

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36159 18 december 2014 Toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve van het project transmissiesysteem op zee

Nadere informatie

Inleiding. Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Inleiding. Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 41c, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998. Nummer: 102370_11/8

Nadere informatie

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_12-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 19 van de Gaswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 19 van de Gaswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT. Nummer 103628/32 Betreft zaak: geschil Nuon Power Generation B.V. vs. Gas Transport Services B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_11-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_8-7 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Stand van zaken splitsing energiebedrijven het groepsverbod nader beschouwd

Stand van zaken splitsing energiebedrijven het groepsverbod nader beschouwd schap eming Stand van zaken splitsing energiebedrijven het groepsverbod nader beschouwd Inleiding Op 21 november 2006 is het wetsvoorstel tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (de E-wet) en van de

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa. Nederland

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa. Nederland mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting op korte

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 39157 4 november 2015 Overeenkomst Staat NEN en NEC Partijen: 1. De Staat der Nederlanden, waarvan de zetel is gevestigd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 978 Aanpassing van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector in verband met de verlaging van het wettelijke

Nadere informatie

De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende,

De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende, Besluit van de Minister van Economische Zaken van 4 december 2014, nr. DGETM-ED/14172990, tot toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve van project transmissiesysteem op zee Borssele De Minister

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101759_10-6 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidsregel NMa beoordeling doelmatige kosten van bijzondere investeringen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidsregel NMa beoordeling doelmatige kosten van bijzondere investeringen STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24039 30 december 2011 Beleidsregel NMa beoordeling doelmatige kosten van bijzondere investeringen Zaaknummer: 103425

Nadere informatie

Pagina 1/8. «Besluit»

Pagina 1/8. «Besluit» Ontwerpbesluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 12f van de Gaswet inhoudende wijziging van de Tarievencode Gas, de Allocatievoorwaarden Gas en de Meetvoorwaarden Gas. Zaaknummer:

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Tegen dit besluit is door de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (hierna: VEMW) proforma bezwaar gemaakt d.d. 22 januari 2009.

BESLUIT. 2. Tegen dit besluit is door de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (hierna: VEMW) proforma bezwaar gemaakt d.d. 22 januari 2009. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 103145_12/8 Betreft zaak: Bezwaar vaststelling maximum nettarieven elektriciteit 2009 Beslissing op bezwaar van de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 36, lid 1 van de Elektriciteitswet 1998 per 1 januari 2009 Nummer

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Ons kenmerk WJZ / 12017648 Bijlage 1 Datum 14 februari 2012 Betreft

Nadere informatie

tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (aanwijzing bovengrondse elektriciteitsleiding als vergunningvrij bouwwerk)

tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (aanwijzing bovengrondse elektriciteitsleiding als vergunningvrij bouwwerk) Besluit van tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (aanwijzing bovengrondse elektriciteitsleiding als vergunningvrij bouwwerk) Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van,

Nadere informatie

De Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

De Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN: Concept Besluit van... houdende wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (zeer laag radioactief afval) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Gelet op artikel 95na, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 52ca,tweede lid, van de Gaswet;

Gelet op artikel 95na, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 52ca,tweede lid, van de Gaswet; CONCEPT Besluit Modelcontract Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van (datum), houdende vaststelling van het modelcontract als bedoeld in artikel 95na, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998

Nadere informatie

Pagina. Besluit tot vaststelling van de toegestane inkomsten voor TenneT TSO B.V. als netbeheerder van het net op zee voor het jaar 2017

Pagina. Besluit tot vaststelling van de toegestane inkomsten voor TenneT TSO B.V. als netbeheerder van het net op zee voor het jaar 2017 Ons kenmerk: ACM/DE/2016/207067_OV Zaaknummer: 16.1175.52 Besluit tot vaststelling van de toegestane inkomsten voor TenneT TSO B.V. als netbeheerder van het net op zee voor het jaar 2017 Pagina 1/14 Muzenstraat

Nadere informatie

Ontwerpregeling mep-subsidiebedragen voor afvalverbrandingsinstallaties

Ontwerpregeling mep-subsidiebedragen voor afvalverbrandingsinstallaties Regeling van de Minister van Economische Zaken van., nr..., houdende wijziging van de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2006 (periode 1 juli tot en met 31 december) en de

Nadere informatie

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 36, lid 1 van de Elektriciteitswet 1998.

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 36, lid 1 van de Elektriciteitswet 1998. Nederlandse Mededingingsautoriteit ONTWERPBESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 36, lid 1 van de Elektriciteitswet 1998. Nummer 102490

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102612_11 / 12 Betreft zaak: Besluit tot wijziging van het besluit tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, de

Nadere informatie

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2014/203910 Zaaknummer: 14.0708.52 BESLUIT Pagina 1/11 van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 12f, eerste lid, van de Gaswet en artikel 36, eerste lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

Actieplan naar aanleiding van de ideeën voor het verbeteren van het functioneren van het GEN, resulterend uit de workshop d.d.

Actieplan naar aanleiding van de ideeën voor het verbeteren van het functioneren van het GEN, resulterend uit de workshop d.d. E10046-TB10.16 GEN 2010-005 Actieplan naar aanleiding van de ideeën voor het verbeteren van het functioneren van het GEN, resulterend uit de workshop d.d. 4 december 2010 1 Inleiding Op 4 december 2009

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 573 Wet van 18 december 2013 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 92 Besluit van 20 februari 2015, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 10 juli 2013 tot wijziging van de

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_19-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

CONCEPT (versie 5 juni 2012) WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN

CONCEPT (versie 5 juni 2012) WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN (deze geconsolideerde versie is bedoeld als handreiking ten behoeve van de internetconsultatie; er kunnen op geen enkele wijze rechten aan

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 103259_1/14 Betreft zaak: 103259_1 (102770) Codewijzigingsvoorstel kwaliteit dienstverlening Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 19 mei 2005 heeft Essent Netwerk B.V. (hierna: Essent) het reactieformulier ingestuurd.

BESLUIT. 2. Bij brief van 19 mei 2005 heeft Essent Netwerk B.V. (hierna: Essent) het reactieformulier ingestuurd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 102019/14 Betreft: Besluit tot geschilbeslechting ingevolge artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998 inzake de aanvraag tot geschilbeslechting door MI

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_5-8 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Bij schrijven van 4 juni 2009 heeft Enexis een ingevuld reactieformulier ingediend.

BESLUIT. 3. Bij schrijven van 4 juni 2009 heeft Enexis een ingevuld reactieformulier ingediend. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 103253/27 Betreft zaak: Geschil Sapa Aluminium B.V. vs. Enexis B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna ook:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 416 Wet van 25 september 2008 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Mijnbouwwet en de Gaswet in verband met toepassing van de rijkscoördinatieregeling

Nadere informatie

Auteur Interne termijn Externe termijn Medeparaaf en datum. Mariska Verseveld

Auteur Interne termijn Externe termijn Medeparaaf en datum. Mariska Verseveld Minute Besluit Nederlandse Mededingingsautoriteit Auteur Interne termijn Externe termijn Medeparaaf en datum Mariska Verseveld Datum Informatiekopie aan Prismanummer 19-12-2012 MV, FK 104226 Nummer 104226

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: 102467_2-3 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid, van de Gaswet

Nadere informatie

Pagina 1/7. Netbeheer Nederland T.a.v. de heer L. Knegt Postbus LP S-GRAVENHAGE. Den Haag, 18 september 2013

Pagina 1/7. Netbeheer Nederland T.a.v. de heer L. Knegt Postbus LP S-GRAVENHAGE. Den Haag, 18 september 2013 Netbeheer Nederland T.a.v. de heer L. Knegt Postbus 90608 2509 LP S-GRAVENHAGE Den Haag, 18 september 2013 Aantal bijlage(n): 1 Uw kenmerk: BR-13-861 Ons kenmerk: 104417/9 Contactpersoon: R. de Rooij raymond.de.rooij@acm.nl

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102497/24 Betreft zaak: Besluit tot geschilbeslechting inzake CLD (van Wijnen) vs. Continuon Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt. Den Haag, 6 januari 2003

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt. Den Haag, 6 januari 2003 Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 6 januari 2003 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Economische Zaken OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer

Nadere informatie

Besluit. Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee. Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/ ACM/17/022706

Besluit. Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee. Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/ ACM/17/022706 Besluit Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/346633 ACM/17/022706 Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 42e, eerste lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie