Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa. Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa. Nederland"

Transcriptie

1 mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting op korte termijn tot dergelijke wijzigingen zullen leiden. Europa Verordening inzake energie-infrastructuur Nadat de Europese Commissie op 16 juli 2009 een voorstel had gepubliceerd voor een Verordening van de Raad inzake mededeling aan de Commissie van investeringsprojecten met betrekking tot energie-infrastructuur binnen de Europese Gemeenschap en tot intrekking van Verordening (EG) nr.736/96 (COM(2009) 361 def.) (zie NTE 2009, nr. 3/4), heeft de Raad van de Europese Unie op 12 maart 2010 over dit voorstel een politiek akkoord bereikt (PRES/10/55). De Minister van Economische Zaken (hierna: de Minister) heeft de Tweede Kamer bij brief van 26 maart 2010 (Kamerstukken II 2009/10, , nr. 267) over dit politieke akkoord bericht. Voor een beschrijving van de inhoud van dit voorstel wordt verwezen naar NTE 2009, nr. 3/4. Energie-efficiëntiepakket Op 13 november 2008 heeft de Europese Commissie, in nauwe samenhang met de Tweede strategische toetsing van het energiebeleid (Second Strategic Energy Review), een pakket maatregelen gepresenteerd op het gebied van energie-efficiënte (zie hierover NTE 2008, nr. 6, NTE 2009, nr. 2, NTE 2009, nr. 3/4 en NTE2009, nr. 6). Dit pakket omvat onder meer: (i) een voorstel voor een herschikking van Richtlijn 2002/91/EG betreffende de energieprestaties van gebouwen (COM(2008) 780 def.); en (ii) een voorstel voor richtlijn betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-productinformatie van energiegerelateerde producten (COM(2008) 778 def.). De Raad van de Europese Unie heeft op 14 april 2010 in eerste lezing een gemeenschappelijk standpunt geformuleerd over deze voorstellen (PRES/10/83 en PRES/10/84). Nederland Wetgeving Wijziging van de Mijnbouwwet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van richtlijn 85/337EEG van de Raad, de richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en 2008/1/EG en verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PbEG, L 140/114) en van Ospar Decision 2007/2 on storage of carbon dioxide streams in geological formations (Kamerstukken II 2009/10, ) De Minister van Economische Zaken (hierna: de Minister) heeft bovengenoemd wetsvoorstel op 17 maart 2010 aan de Tweede Kamer gezonden. Door middel van dit wetsvoorstel worden een richtlijn en een besluit in de Mijnbouwwet geïmplementeerd, te weten: (i) de Richtlijn nr. 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van Richtlijn 85/337EEG van de Raad, de Richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en 2008/1/EG en Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2009, L 140/114) (hierna: de richtlijn geologische opslag) en (ii) de Ospar Decision 2007/2 on storage of carbon dioxide streams in geological formations (hierna: Ospar Decision 2007/2) (te vinden op De richtlijn geologische opslag stelt onder meer regels op het gebied van afvang, transport en opslag van CO 2 en maakt onderdeel uit van het klimaat- en energiepakket van de Europese Commissie (zie NTE 2009, nr. 3/4). De richtlijn geologische opslag moet uiterlijk op 25 juni 2011 in nationale wetgeving zijn geïmplementeerd. Met betrekking tot de afvang van CO 2 bevat de richtlijn geologische opslag de verplichting dat nieuwe stookinstallaties van 300 MW of meer geschikt zijn om CO 2 af te vangen, i.e. capture-ready zijn. Ten aanzien van het transport van CO 2 bevat de richtlijn geologische opslag onder meer voorschriften met betrekking tot toegang tot het transportnetwerk voor CO 2. Ten aanzien van de opslag van CO 2 stelt de richtlijn geologische opslag eisen aan de daarvoor vereiste opslagvergunning. Ospar Decision 2007/2 is in 2007 aangenomen door de Ospar Committee. Met Ospar Decision 2007/2 geeft deze commissie uitvoering aan het Verdrag inzake de bescherming van het maritieme milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (Trb.1993, 16 en 141), de Ospar Convention, waar ook Nederland partij bij is. Het doel van Ospar Decision 2007/2 is dat de opslag van CO 2 niet zal leiden tot negatieve gevolgen voor, onder meer, het maritieme milieu in de Noordzee. In dit verband bevat Ospar Decision 2007/2 bindende regels voor de permanente opslag van CO 2 in de ondergrond. Meer in het bijzonder verbiedt Ospar Decision 2007/2 de opslag van CO 2 zonder voorafgaande vergunning die voldoet aan specifieke richtsnoeren van de Ospar Committee. Ospar Decision 2007/2 bevat geen regels over afvang en transport van CO 2 naar het opslagvoorkomen. Bij de implementatie van de richtlijn geologische opslag en Ospar Decision 2007/2 in de Mijnbouwwet wordt zo veel mogelijk aangeknoopt bij de bestaande (vergunnings)systematiek. Op grond van de Mijnbouwwet bestaat voor de opslag van CO 2 reeds een vergunningsplicht. Echter, voor de opsporingsactiviteiten die noodzakelijk zijn om de geschiktheid van potentiële opslagvoorkomens vast te stellen, bestaat nog geen vergunningsplicht. Die vergunningsplicht wordt op grond van bovengenoemd wetsvoorstel aan de Mijnbouwwet toegevoegd. Daarenboven worden, onder * Jan Erik Janssen en Martha Brinkman zijn advocaat bij Stek te Amsterdam. 44 Tijdschrift voor Energierecht Nr. 1 mei 2010

2 Wet- en regelgeving meer: (i) de bestaande eisen voor de reguliere opslagvergunning uitgebreid; en (ii) specifieke voorschriften met betrekking tot permanente opslag toegevoegd. de Vaste Commissie voor Economische Zaken heeft op 26 april 2010 het verslag met betrekking tot dit wetsvoorstel vastgesteld (nr. 5). Wetsvoorstel van het lid Vendrik tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met het beperken van de emissies van broeikasgassen door kolengestookte elektriciteitscentrales (beperking emissies kolencentrales) (Kamerstukken II 2009/10, ) Dit initatiefwetsvoorstel, dat reeds op 27 februari 2008 was ingediend door het kamerlid Duyvendak van GroenLinks (zie NTE 2008, nr. 1) en waarvan de behandeling in september 2008 is overgenomen door kamerlid Vendrik (zie NTE 2008, nr. 4/5), beoogt broeikasgasemissies door bestaande en nieuwe kolengestookte centrales te verminderen via een fiscale maatregel. De behandeling van dit initiatiefwetsvoorstel heeft bijna twee jaar stilgelegen. Op 20 april 2010 heeft Vendrik echter de vragen van de leden van de Vaste Commissie voor Financiën, die zij op 11 juli 2008 in het verslag (nr. 7) hadden gesteld (zie NTE 2008, nr. 4/5), beantwoord in de nota naar aanleiding van het verslag (nr. 9). Daarbij heeft Vendrik toegelicht dat de vertraging in de beantwoording van de vragen deels is gelegen in de Europese besluitvorming omtrent het klimaat- en energiepakket van de Europese Commissie en de verdere uitwerking daarvan. Vendrik is, ondanks de vertraging, nog steeds van mening dat dit initiatiefwetsvoorstel op de oorspronkelijk gekozen datum van 1 januari 2013 in werking kan treden. Voor een beschrijving van de inhoud van dit initiatiefwetsvoorstel wordt verwezen naar NTE 2008, nr. 1. Stimulering duurzame energieproductie (Kamerstukken II 2009/10, ) Op 19 maart 2010 heeft de Minister de Regeling vaststelling definitieve correcties duurzame energieproductie 2009 vastgesteld en op 29 maart 2010 in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt 2010, nr. 4674). Met deze regeling wordt uitvoering gegeven aan art. 14, vijfde lid, en art. 31, vierde lid, van het Besluit Stimulering duurzame energieproductie (Stb. 2007, 410) (hierna: het Besluit SDE). In de Regeling vaststelling definitieve correcties duurzame energieproductie 2009 staan voor de verschillende categorieën productie-installaties voor hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbaar gas waaraan subsidie is toegekend de definitieve correctiebedragen ten behoeve van de berekening van de subsidiebedragen voor het jaar De Regeling vaststelling definitieve correcties duurzame energieproductie 2009 is op 30 maart 2010 in werking getreden. Op 21 april 2010 heeft de Minister de Regeling houdende wijziging van de Regeling aanwijzing categorieën duurzame elektriciteitsproductie 2010 (digitale voor-indiening fotovoltaïsche zonnepanelen groot) vastgesteld en op 29 april 2010 in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt. 2010, nr. 6575). Met deze regeling wordt de wijze van verdeling van de beschikbare subsidie voor productie van duurzame elektriciteit door middel van fotovoltaïsche zonnepanelen in de Regeling aanwijzing categorieën duurzame elektriciteitsproductie 2010 (Stcrt.2010, nr. 962) (zie NTE 2009, nr. 6) gewijzigd. Deze wijzigingsregeling is op 30 april 2010 in werking getreden. Voor een verdere inhoudelijke behandeling van de ontwikkelingen onder bovengenoemd kamerstuknummer wordt verwezen naar de rubriek Actualiteiten en signaleringen in dit tijdschrift. Regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet) (Stb. 2010, 135) en Wijziging van artikel 5.10, eerste lid, van de Crisis- en herstelwet (Stb. 2010, 136) Nadat het wetsvoorstel voor de Crisis- en herstelwet op 16 maart 2010 door de Eerste Kamer is aangenomen (zie NTE 2009, nr. 6) is de Crisis- en herstelwet op 18 maart 2010 in het Staatsblad geplaatst (Stb. 2010, 135). Op grond van een Koninklijk Besluit van 24 maart 2010 (Stb. 2010, 137) is de Crisis- en herstelwet met ingang van 31 maart 2010 in werking getreden, met uitzondering van de art. 3.6 en 3.25 Crisis- en herstelwet, welke artikelen met terugwerkende kracht vanaf respectievelijk 1 juli 2008 en 5 juni 2009 in werking zijn getreden. Voor een beschrijving van de inhoud van het wetsvoorstel voor de Crisis- en herstelwet wordt verwezen naar NTE 2009, nr. 3/4. Bij brief van 20 april 2010 (Kamerstukken II 2009/10, , nr. 142) heeft de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (hierna: VROM) het concept voor het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet tot 21 mei 2010 voorgehangen bij de Eerste en Tweede Kamer. In deze regeling worden een aantal zaken uitgewerkt die samenhangen met de inwerkingtreding per 31 maart 2010 van de Crisis- en herstelwet. Het wetsvoorstel voor de Wijziging van art. 5.10, eerste lid, van de Crisis- en herstelwet, dat de inwerkingtreding van de Crisis- en herstelwet regelt, is op 18 maart 2010 in het Staatsblad geplaatst (Stb. 2010, 136) en op 24 maart 2010, tegelijk met de Crisis- en herstelwet, in werking getreden (Stb. 2010, 137). Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998 tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten (Kamerstukken I 2009/10, ) Nadat bovengenoemde wet op 9 februari 2010 door de Tweede Kamer is aangenomen en de Minister het gewijzigd voorstel van wet (nr. A) aan de Eerste Kamer heeft gezonden (zie NTE 2009, nr. 6), heeft de Vaste Commissie voor Economische Zaken van de Eerste Kamer op 2 maart 2010 dit wetsvoorstel besproken. Naar aanleiding daarvan heeft de vaste commissie bij brief van 3 maart 2010 de Minister verzocht om dit wetsvoorstel (alsnog) door middel van een zogenoemde novelle te splitsen in een wetsvoorstel ter realisering van voorrang voor duurzame elektriciteit en een wetsvoorstel ter realisering van de overige maatregelen (zie in dit verband tevens NTE 2009, nr. 2 en NTE 2009, nr. 3/4). Bij brief van 5 maart 2010 heeft de Minister daarop geantwoord dat zij bovengenoemd wetsvoorstel niet wenst te splitsen. Indien de behandeling van het wetsvoorstel daartoe aanleiding zou geven zou volgens de Minister eventueel kunnen worden voorzien in een gefaseerde inwerkingtreding van de verschillende onderdelen van het wetsvoorstel. Nr. 1 mei 2010 Tijdschrift voor Energierecht 45

3 De hiervoor genoemde brieven van 3 en 5 maart 2010 zijn opgenomen in het verslag van een schriftelijk overleg van 5 maart 2010 (nr. B). Vervolgens heeft op 20 april 2010 het voorbereidend onderzoek door de Vaste Commissie voor Economische Zaken van de Eerste Kamer plaatsgevonden. Dit onderzoek heeft aanleiding gegeven tot het stellen van vragen die zijn opgenomen in het voorlopig verslag van 27 april 2010 (nr. C). De Vaste Commissie heeft de memorie van antwoord van de Minister (nr. D) op 21 mei 2010 ontvangen. Wijziging van de Wet houdende wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Kamerstukken II 2009/10, ) De Minister heeft bovengenoemd wetsvoorstel op 26 april 2010 aan de Tweede Kamer gezonden. Dit wetsvoorstel strekt tot wijziging van het zogenoemde Wetsvoorstel marktmodel kleinverbruikers (Kamerstukken I 2008/09, ), dat onder meer in samenhang met het wetsvoorstel voor de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie (Kamerstukken I 2008/09, ) voorziet in de uitrol van slimme elektriciteits- en gasmeters bij kleinverbruikers en de invoering van daarmee samenhangende wijzigingen in taken en verantwoordelijkheden van bij deze meters betrokken partijen. Tijdens de behandeling in de Eerste Kamer op 7 april 2009 van het Wetsvoorstel marktmodel kleinverbruikers en het wetsvoorstel voor de Wet implementatie EGrichtlijnen energie-efficiëntie heeft de Eerste Kamer bezwaren geuit tegen het verplichte karakter van de slimme meters (zie NTE 2009, nr. 1). De Minister heeft daarom een novelle toegezegd op basis waarvan de uitrol van slimme meters op basis van vrijwilligheid zal geschieden doordat de sanctiebepalingen uit de betreffende wetsvoorstellen worden geschrapt (zie NTE 2009, nr. 2). Bovengenoemd wetsvoorstel strekt daartoe. In dit verband introduceert het wetsvoorstel een keuzevrijheid voor kleinverbruikers ten aanzien van de slimme meters. Deze keuzevrijheid wordt bewerkstelligd doordat de verplichting om mee te werken aan de plaatsing van een slimme meter wordt geschrapt en de sanctie op het niet meewerken van de afnemer bij het plaatsen van een slimme meter vervalt. Om het vrijwillige karakter van de uitrol van de slimme meter vast te leggen wordt de medewerkingsplicht vervangen door een weigeringsrecht. Indien de afnemer een slimme meter weigert krijgt hij de beschikking over een andere, niet op afstand uitleesbare, meter. De Minister maakt voorts van de gelegenheid gebruik om een wijziging aan te brengen in de zogenoemde overnamevergoeding, te weten de vergoeding die de netbeheerder aan een derde moet betalen indien niet de netbeheerder maar een derde een meter plaatst bij de afnemer. In het Wetsvoorstel marktmodel kleinverbruikers was uitsluitend voorzien in een overnamevergoeding in het geval dat een derde een andere meter plaatst dan een meter afkomstig van de netbeheerder. Thans wordt voorzien in een algemene vergoeding die netbeheerder verschuldigd is indien een derde een meter plaatst. Verder expliciteert het wetsvoorstel de voorwaarden waaronder persoonsgegevens van kleinverbruikers door middel van slimme meters kunnen worden verzameld en verwerkt. In dit verband introduceert het wetsvoorstel een verplichting voor netbeheerders en leveranciers om in hun jaarverslag te rapporteren over de naleving van de voorwaarden die in de Informatiecode Elektriciteit en Gas zullen worden gesteld aan de verzameling en verwerking van persoonsgegevens. Voorts wordt in het wetsvoorstel een grondslag gecreëerd voor het stellen bij ministeriële regeling van nadere regels met betrekking tot de beperking van levering van energie. De slimme meter voorziet namelijk in de mogelijkheid om op afstand de energievoorziening aan- en af te schakelen of te beperken. Thans bevatten art. 95b Elektriciteitswet 1998 (hierna: de E-wet) en art. 44b Gaswet uitsluitend een grondslag voor het stellen van nadere regels ten aanzien van (algehele) afsluiting. Deze mogelijkheid wordt uitgebreid met de mogelijkheid om regels te stellen ten aanzien van beperking van de energievoorziening. Ten slotte bevat het wetsvoorstel een aantal bepalingen dat noodzakelijk is in verband met de afstemming op het wetsvoorstel tot wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998 tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten (Kamerstukken I 2009/10, ) (zie hiervoor) omdat vooralsnog niet duidelijk is welk wetsvoorstel als eerst in werking zal treden. Wijziging van de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie (Kamerstukken II 2009/10, ) De Minister heeft bovengenoemd wetsvoorstel op 26 april 2010, tegelijk met het hiervoor omschreven wetsvoorstel tot wijziging van de Wet houdende wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt, aan de Tweede Kamer gezonden. Bovengenoemd wetsvoorstel strekt tot wijziging van het wetsvoorstel voor de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie. De aanleiding hiervoor is dat ook het wetsvoorstel voor de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie bepalingen bevat met betrekking tot de uitrol van slimme elektriciteits- en gasmeters bij kleinverbruikers en in het bijzonder ook voorziet in een medewerkingsplicht en een sanctie op het weigeren van het verlenen van medewerking. Door middel van bovengenoemd wetsvoorstel worden deze bepalingen in het wetsvoorstel voor de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie geschrapt. In bovengenoemd wetsvoorstel wordt tevens voorgesteld om het wetsvoorstel voor de Wet implementatie EGrichtlijnen energie-efficiëntie blijvend te laten gelden voor grootverbruikers van elektriciteit en gas. Oorspronkelijk was er in voorzien dat het wetsvoorstel voor de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie na de inwerkingtreding van het Wetsvoorstel marktmodel kleinverbruikers niet langer zou gelden voor afnemers van elektriciteit en gas, maar uitsluitend voor afnemers van warmte en koude. Op grond van voortschrijdend inzicht van de Minister blijkt de grootverbruikersmarkt voor elektriciteit en gas reeds aan de EGrichtlijnen energie-efficiëntie te voldoen, zodat een uitgebreidere regulering dan is opgenomen in het wetsvoorstel voor de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie niet nodig is. Het wetsvoorstel voor de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie zal daarom, ook na de inwerkingtreding van het Wetsvoorstel marktmodel kleinverbruikers, van toepassing blijven voor grootverbruikers van elektriciteit en gas. In de praktijk zal dit voor de betreffende grootverbruikers geen verschil uitmaken. Ten slotte bevat bovengenoemd wetsvoorstel wijzigingen in verband met de aanpassing van het wetsvoorstel voor de Wet imple- 46 Tijdschrift voor Energierecht Nr. 1 mei 2010

4 Wet- en regelgeving mentatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht. Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband met de uitbetaling van een tegemoetkoming over 2009 en 2010 voor invoering van het capaciteitsafhankelijk transporttarief (Stb. 2009, 541) Nadat bovengenoemde wet op 3 december 2009 in het Staatsblad is geplaatst (Stb. 2009, 541) (zie NTE 2009, nr. 6) is art. I van deze wet op grond van een Koninklijk Besluit van 17 maart 2010 (Stb. 2010, 129) per 15 april 2010 in werking getreden. Voor een beschrijving van de inhoud van het wetsvoorstel voor deze wet wordt verwezen naar NTE 2009, nr. 3/4. Op 10 maart 2010 heeft de Minister de Uitvoeringsregeling tegemoetkoming capaciteitstarief vastgesteld en op 19 maart 2010 in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt. 2010, nr. 4193). Deze regeling strekt tot uitvoering van het op grond van bovengenoemde wet nieuw aan de E-wet toegevoegde art. 16b. Op grond van dit art. 16b E-wet hebben netbeheerders in hun gebied (tijdelijk) de taak om voor het jaar 2009 en 2010 een forfaitair bedrag uit te betalen aan afnemers die op 1 januari 2009 respectievelijk op 1 januari 2010 beschikten over een aansluiting met een doorlaatwaarde van meer dan 3*25 Ampère en ten hoogste 3*80 Ampère als gedeeltelijke tegemoetkoming voor de invoering van het capaciteitstarief. Dit forfaitaire bedrag is gebaseerd op de doorlaatwaarde van de aansluiting in combinatie met het standaardjaarverbruik van de afnemer (zie hierover tevens NTE 2009, nr. 3/4). De Uitvoeringsregeling tegemoetkoming capaciteitstarief geeft nadere regels over de hoogte en uitbetaling van de tegemoetkoming. De Uitvoeringsregeling tegemoetkoming capaciteitstarief is op 15 april 2010 in werking getreden. Wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet op de economische delicten en de Electriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn nr. 2009/28/EG, richtlijn nr. 2009/30/EG en richtlijn nr. 2009/33/EG (implementie van de EG-richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen, de EG-richtlijn brandstofkwaliteit en de EG-richtlijn schone en energiezuinige wegvoertuigen) (Kamerstukken II 2009/10, ) De Minister van VROM heeft bovengenoemd wetsvoorstel op 1 april 2010 aan de Tweede Kamer gezonden. Dit wetsvoorstel strekt tot implementatie in de Wet milieubeheer, de Wet op de economische delicten en de E-wet van delen van bovengenoemde richtlijnen, die net als de richtlijn geologische opslag (zie hiervoor) onderdeel uitmaken van het klimaat- en energiepakket van de Europese Commissie. Richtlijn 2009/28/EG (hierna: de richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen) bevat bindende doelstellingen voor lidstaten voor het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen in 2020 en geeft aan volgens welke principes lidstaten ervoor moeten zorgen dat het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen in de EU in 2020 ten minste 20 procent bedraagt. Daarnaast worden in deze richtlijn bindende nationale doelstellingen per lidstaat gegeven. Voor Nederland bedraagt de doelstelling voor het aandeel van energie uit hernieuwbare bronnen 14 procent in Lidstaten moeten in beginsel zelf de inzet van het beleid over de sectoren bepalen om hun eigen doelstelling te bereiken. De richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen bevat tevens enkele bepalingen op het gebied van duurzame elektriciteit, waaronder art. 16 waarin wordt bepaald dat uit hernieuwbare bronnen opgewekte elektriciteit in geval van congestie voorrang moet krijgen op het net. In de implementatie van deze bepaling is voorzien in het wetsvoorstel tot wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998 tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten (Kamerstukken I 2009/10, ) (zie hiervoor). Ter implementatie van de richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen zijn echter nog twee aanvullende beperkte wijzigingen van de E-wet nodig. Daar wordt in bovengenoemd wetsvoorstel in voorzien. Het betreft: (i) de aanpassing in art. 1 E-wet van de definities van biomassa en van hernieuwbare energiebronnen ; en (ii) de toevoeging aan art. 24, tweede lid, E-wet van een meldingsplicht voor netbeheerders aan de Raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) in het geval dat de netbeheerder, ondanks toepassing van congestiemanagement, genoodzaakt is het transport van duurzame elektriciteit te weigeren. De richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen moet uiterlijk op 5 december 2010 in nationale wetgeving zijn geïmplementeerd. De Vaste Commissie voor VROM heeft het verslag met betrekking tot dit wetsvoorstel (nr. 5) op 18 mei 2010 vastgesteld. Regels over de informatie-uitwisseling betreffende ondergrondse netten (Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten) (Stb. 2008, 120) Bovengenoemde wet (hierna: de WION) is reeds op 7 februari 2008 in het Staatsblad geplaatst (Stb. 2008, 120) (zie NTE 2008, nr. 2). Daarbij is voorzien dat deze wet in drie fasen in werking treedt (Stb. 2008, 232). Het eerste deel van de WION is op 1 juli 2008 in werking getreden. Op deze datum zijn de bepalingen in werking getreden die erop zijn gericht dat de netbeheerders de globale ligging van hun netten laten registreren. Op 1 oktober 2008 zijn de bepalingen in werking getreden die verplichtingen inhouden met betrekking tot informatie-uitwisseling. Daarbij is echter niet het elektronische informatie-uitwisselingssysteem operationeel geworden dat op grond van deze wet wordt ingericht. Bijgevolg was sprake van een overgangsfase waarin de informatie-uitwisselingsprocedure, zoals beschreven in hoofdstuk 3 WION, grotendeels per (papieren) post is verlopen (zie hierover NTE 2008, nr. 3). Thans is bij Koninklijk Besluit van 2 maart 2010 (Stb. 2010, 113) voorzien in de inwerkingtreding per 1 juli 2010 (de derde fase) van de bepalingen die direct verband houden met de elektronische informatie-uitwisseling. Per die datum zal het overgangsregime dat sinds 1 oktober 2008 van kracht was eindigen. Op 22 maart 2010 heeft de Minister de Regeling informatie-uitwisseling ondergrondse netten in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt. 2010, nr. 4615). Deze regeling strekt ertoe een aantal onderwerpen uit de WION en uit het Besluit informatie-uitwisseling ondergrondse netten (Stb. 2008, 233) (zie NTE 2008, nr. 3) nader uit te werken en vervangt de Tijdelijke regeling informatie-uitwisseling ondergrondse netten (Stcrt. 2008, nr. 122). In de Regeling informatieuitwisseling ondergrondse netten worden onder meer de volgende onderwerpen geregeld: (i) toegang tot en deelname aan het elektronische informatie-uitwisselingssysteem; (ii) Nr. 1 mei 2010 Tijdschrift voor Energierecht 47

5 een vrijstelling voor netten die in eigen, niet-openbare grond liggen; en (iii) specificaties ten aanzien van de informatieverstrekking en schademeldingen. De Regeling informatieuitwisseling ondergrondse netten treedt per 1 juli 2010 in werking. Wijziging van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek en de Kadasterwet in verband met de inschrijving in de openbare registers van netwerken (Kamerstukken I 2009/10, ) Dit wetsvoorstel wijzigt de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek en de Kadasterwet teneinde mogelijk te maken dat de eigendom kan worden vastgesteld van netwerken waarvan tot op heden niet mogelijk was om met toepassing van de zogenoemde doorknipregeling uit art. 5:20 Burgerlijk Wetboek vast te stellen wie de bevoegde aanlegger is en bijgevolg wie de eigendom van het betreffende netwerk heeft. Op grond van bovengenoemd wetsvoorstel kan degene die zich op 1 januari 2007 als de eigenaar van het betreffende netwerk gedroeg overgaan tot de inschrijving in de openbare registers van de aanleg daarvan en kan hij het netwerk overdragen en bezwaren. De inschrijver wordt daardoor gelijk gesteld met een eigenaar. De notaris zal moeten beoordelen of degene die inschrijving verlangt zich als eigenaar heeft gedragen. In ieder geval wordt geacht zich als eigenaar van een net te hebben gedragen degene die op grond van art. 10 E-wet of art. 2 Gaswet voor het beheer van het betreffende net een netbeheerder heeft aangewezen. Daarbij moet de aanwijzing op 1 februari 2007 van kracht zijn geweest. Bovengenoemd wetsvoorstel is op 13 april 2010 met algemene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen. Eveneens op 13 april 2010 heeft de Minister van Justitie het gewijzigd voorstel van wet (nr. A) aan de Eerste Kamer gezonden. De Vaste Commissies voor Justitie en voor Economische Zaken van de Eerste Kamer hebben op 27 april 2010 het blanco eindverslag (nr. B) uitgebracht. Dit wetsvoorstel is op 11 mei 2010 door de Eerste Kamer als hamerstuk afgedaan. Regelgeving Elektriciteit: terinzagelegging ontwerp-methodebesluit vijfde reguleringsperiode regionale netbeheerders elektriciteit De Raad heeft op 12 maart 2010 het ontwerp-methodebesluit (besluit met kenmerk _1/101) als bedoeld in art. 41, eerste lid, E-wet voor de vijfde reguleringsperiode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2013 voor de regionale netbeheerders elektriciteit vastgesteld en ter inzage gelegd (Stcrt. 2010, nr. 3885). Het ontwerp-methodebesluit bevat de methode tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering (x-factor), de methode tot vaststelling van de kwaliteitsterm (q-factor) en van het rekenvolume van elke tariefdrager waarvoor een tarief wordt vastgesteld. In dit ontwerp-methodebesluit bouwt de Raad voort op het eerdere methodebesluit van 29 augustus 2008 (besluit met kenmerk _1/27) (zie NTE 2008, nr. 4/5) voor de huidige reguleringsperiode (2008 tot en met 2010), waarbij de Raad het huidige methodebesluit op een aantal punten actualiseert. Onder meer presenteert de Raad een aanscherping van de kwaliteitsregulering. De Raad verwacht daarmee beter het economisch optimale kwaliteitsniveau te kunnen bereiken. Op 15 april 2010 heeft over het ontwerpmethodebesluit een hoorzitting plaatsgevonden. Belanghebbenden konden tot en met 23 april 2010 hun zienswijze met betrekking tot het ontwerp-methodebesluit naar voren brengen. Het ontwerp-methodebesluit is tevens in te zien op Elektriciteit: terinzagelegging ontwerp-methodebesluiten vijfde reguleringsperiode TenneT De Raad heeft op 12 maart 2010 het ontwerp-methodebesluit (besluit met kenmerk _1/141) als bedoeld in art. 41, eerste en tweede lid, E-wet voor de vijfde reguleringsperiode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2013 voor TenneT vastgesteld en ter inzage gelegd (Stcrt.2010, nr. 3928). Dit ontwerp-methodebesluit bevat de methode tot vaststelling x-factor, de q-factor en het rekenvolume van elke tariefdrager waarvoor een tarief wordt vastgesteld voor TenneT. In dit ontwerp-methodebesluit bouwt de Raad voort op het huidige methodebesluit van 31 december 2010 (besluit met kenmerk /122) (zie NTE 2008, nr. 4/5), met inachtneming van een aantal wijzigingen en toevoegingen, onder meer in verband met de efficiëntie van de hoogspanningsnetten en extra hoogspanningsnetten. Eveneens op 12 maart 2010 heeft de Raad voor dezelfde reguleringsperiode het ontwerp-methodebesluit (besluit met kenmerk _1/74) als bedoeld in art. 41e, eerste en tweede lid, E-wet tot vaststelling van de methode van regulering van de systeemtaken van TenneT als bedoeld in art. 16, tweede lid, E-wet vastgesteld en ter inzage gelegd (Stcrt. 2010, nr. 3929). Het is voor het eerst dat de Raad de methode van regulering van de systeemtaken van TenneT in een apart methodebesluit vastlegt. Deze methode leidt onder meer tot een jaarlijkse in plaats van driejaarlijkse bepaling van het budget voor TenneT voor de uitvoering van de systeemtaken. Op 13 april 2010 heeft over deze ontwerp-methodebesluiten een hoorzitting plaatsgevonden. Belanghebbenden konden hun schriftelijke zienswijzen met betrekking tot de ontwerp-methodebesluiten tot en met 23 april 2010 naar voren brengen. De ontwerp-methodebesluiten zijn tevens in te zien op Gas: terinzagelegging codevoorstel inhoudende invoedvoorwaarden en codewijzigingsvoorstellen inzake kwaliteitsspecificaties op exitpunten (invoering Invoedvoorwaarden Gas-LNB en wijziging Aansluitvoorwaarden Gas-LNB, Netkoppelingsvoorwaarden Gas-LNB en Begrippenlijst Gas) De Raad heeft op 11 maart 2010 mededeling gedaan in de Staatscourant van de terinzagelegging van de voorstellen van de gezamenlijke netbeheerders voor nieuwe Invoedvoorwaarden Gas-LNB, alsmede tot wijziging van de Aansluitvoorwaarden Gas-LNB, de Netkoppelingsvoorwaarden Gas-LNB en de Begrippenlijst Gas (Stcrt. 2010, nr. 3796). De aanleiding voor deze voorstellen is de beslissing op bezwaar die de Raad op 9 september 2008 heeft genomen naar aanleiding van de bezwaren tegen het besluit van de Raad van 21 november 2006 tot vaststelling van het tweede deel van de gasvoorwaarden ex art. 12b Gaswet (de Aansluitvoorwaarden Gas-LNB, de Netkoppelingsvoorwaarden Gas-LNB, de Meetvoorwaarden Gas-RNB en de Meetvoorwaarden Gas-LNB) (zie hierover NTE 2008, nr. 4/5) (hierna: de BoB2). Naar aanleiding van de BoB2 heeft de Raad de gezamenlijke netbeheerders, onder meer, opdracht gegeven tot: (i) het opstellen van technische voorwaarden voor zogenoemde invoeders ; (ii) het opstellen van en kwali- 48 Tijdschrift voor Energierecht Nr. 1 mei 2010

6 Wet- en regelgeving teitsspecificaties voor entrypunten; en (iii) en het wijzigen van kwaliteitsspecificaties voor exitpunten. Ter uitvoering van de eerste twee genoemde opdrachten hebben de gezamenlijke netbeheerders een voorstel ingediend voor een geheel nieuw onderdeel van de gasvoorwaarden, te weten de Invoedvoorwaarden Gas-LNB. Deze Invoedvoorwaarden Gas-LNB bevatten de voorwaarden met betrekking tot de wijze waarop de invoedingsinstallatiebeheerderen de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de invoedingsinstallatie en het landelijk gastransportnet technisch en operationeel compatibel laten zijn en blijven, zodanig dat de invoedingsinstallatie en het landelijk gastransportnet veilig aan elkaar verbonden zijn en blijven, en het gas kan worden gemeten en op gecontroleerde wijze in het landelijk gastransportnet kan worden ingevoed (art ). De gezamenlijke netbeheerders lichten toe dat de Invoedvoorwaarden Gas-LNB inhoudelijk geen wijzigingen bevatten ten opzichte van de huidige praktijk. Gelet op de indeling en opzet van de overige gasvoorwaarden was het echter niet mogelijk om de bepalingen in de bestaande gasvoorwaarden te incorporeren. Daarom is gekozen voor separate gasvoorwaarden. In verband met de invoering van deze Invoedvoorwaarden Gas-LNB en de hiervoor genoemde derde opdracht, te weten het wijzigen van kwaliteitsspecificaties voor exitpunten, zijn ook voorstellen ingediend tot wijziging van de Aansluitvoorwaarden Gas-LNB, de Netkoppelingsvoorwaarden Gas-LNB en de Begrippenlijst Gas. In de toelichting op de hiervoor genoemde voorstellen is door de gezamenlijke netbeheerders opgemerkt dat de netbeheerder van het landelijk gastransportnet (hierna: GTS) beroep heeft aangetekend tegen de BoB2. Mocht dit beroep gegrond worden verklaard dan dienen de hiervoor genoemde voorstellen als niet aan de Raad verzonden te worden beschouwd. Tevens stellen de gezamenlijke netbeheerders voor om de behandeling van de voorstellen voorlopig uit te stellen. Mondelinge of schriftelijke zienswijzen met betrekking tot de voorstellen konden tot en met 22 april 2010 naar voren worden gebracht. Op 28 april heeft over de voorstellen een hoorzitting plaatsgevonden. De voorstellen zijn tevens in te zien op Gas: terinzagelegging codewijzigingsvoorstel inzake uur- en maandgegevens gas (wijziging Meetvoorwaarden Gas-RNB) De Raad heeft op 11 maart 2010 mededeling gedaan in de Staatscourant van de terinzagelegging van een voorstel van de gezamenlijke netbeheerders tot wijziging van de Meetvoorwaarden Gas-RNB (Stcrt. 2010, nr. 3795). Op grond van dit wijzigingsvoorstel wordt na art Meetvoorwaarden Gas-RNB een nieuw art a toegevoegd, waarin een regeling is opgenomen voor het geval dat de door de netbeheerder van de meetverantwoordelijke ontvangen over een maand gesommeerde uurmeetwaarden niet overeenkomen met de ontvangen maandmeetwaarden. Op grond van de voorgestelde wijziging worden in een dergelijke situatie de uurmeetwaarden leidend geacht. In de praktijk wordt deze methode al door netbeheerders toegepast. Mondelinge of schriftelijke zienswijzen met betrekking tot het wijzigingsvoorstel konden tot en met 22 april 2010 naar voren worden gebracht. Het wijzigingsvoorstel is tevens in te zien op Gas: terinzagelegging codewijziging inzake technische capaciteit van de gasgrootverbruikersaansluiting (wijziging Informatiecode Elektriciteit en Gas en Begrippenlijst Gas) De Raad heeft op 26 maart 2010 mededeling gedaan in de Staatscourant van de terinzagelegging van een voorstel van de gezamenlijke netbeheerders tot wijziging van de Informatiecode Elektriciteit en Gas en de Begrippenlijst Gas (Stcrt. 2010, nr. 4758). Het voorstel voorziet in de toevoeging aan de Begrippenlijst Gas van de definities van de begrippen technische aansluitcapaciteit en maximum meetvermogen alsmede de toevoeging aan de InformatieCode Elektriciteit en Gas van de verplichting dat de technische aansluitcapaciteit van zogenoemde gasgrootverbruikersaansluitingen wordt opgenomen in het aansluitingenregister. De aanleiding voor dit wijzigingsvoorstel is de beslissing op bezwaar die de Raad op 15 oktober 2008 heeft genomen op de bezwaren tegen het besluit van 19 november 2007 (besluit met kenmerk ) tot wijziging van de TarievenCode Gas, de Begrippenlijst Gas, de Transportvoorwaarden Gas-LNB, de Wettelijke taken LNB van algemeen belang en de Informatiecode Elektriciteit en Gas in verband met de contractering van capaciteit op de exitpunten tussen het landelijk gastransportnet en de regionale gasdistributienetten, de zogenoemde OV-exitpunten (besluiten met kenmerk _1/20; _2/18; _3/19 en _4/19) (zie NTE 2008, nr. 6). Het besluit van 19 november 2007 strekte tot wijziging van de procedures rond de toewijzing van transportcapaciteit op het landelijk gastransportnet ten behoeve van afnemers die zijn aangesloten op een regionaal net (zie NTE 2008, nr. 1). Uit de bezwaren tegen het besluit van 19 november 2007 bleek dat het systeem van contractering het risico met zich mee bracht van ondercontractering van capaciteit door grootverbruikers die achter de OV-exitpunten zijn aangesloten op het regionale net. De Raad heeft daarom bij de beslissing op bezwaar van 15 oktober 2008 art b Transportvoorwaarden Gas-LNB gewijzigd zodat grootverbruikers op het regionale net voor wat betreft de exit-tarieven worden afgerekend op grond van de technische capaciteit van hun aansluiting. De beslissing op bezwaar van 15 oktober 2008 is thans geschorst door het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Voor het geval aan deze beslissing op bezwaar toch uitvoering zal worden gegeven hebben de gezamenlijke netbeheerders het onderhavige wijzigingsvoorstel ingediend. In de toelichting daarbij hebben zij er op gewezen dat de Raad weliswaar heeft bepaald dat grootverbruikers op het regionale net voor wat betreft de exit-tarieven moeten worden afgerekend op basis van hun technische aansluitcapaciteit, maar dat onduidelijk is wat onder de technische aansluitcapaciteit moet worden verstaan. Bovendien is deze technische aansluitcapaciteit thans niet opgenomen in het aansluitingenregister. De voorgestelde wijzigingen strekken ertoe om deze problemen te verhelpen. Gas: terinzagelegging codewijziging betreffende de gasaansluitdienst (wijziging TarievenCode Gas) De Raad heeft op 2 april 2010 mededeling gedaan in de Staatscourant van de terinzagelegging van een ontwerpbesluit (besluit met kenmerk _2/237) tot wijziging van de TarievenCode Gas (Stcrt. 2010, nr. 5148). De aanleiding voor dit ontwerpbesluit is de BoB2. In de BoB2 heeft Nr. 1 mei 2010 Tijdschrift voor Energierecht 49

7 de Raad onder meer geoordeeld dat de aanleg, het onderhoud en het beheer van een gasaansluiting, indien zij worden verricht door de netbeheerder, kwalificeren als transportondersteunende dienst in de zin van art. 12a, aanhef en onder a, Gaswet. Ook heeft de Raad geoordeeld dat deze transportondersteunende dienst onlosmakelijk verbonden is met de wettelijke taak van de netbeheerder om het gastransportnet in werking te hebben. Daarom meent de Raad dat gasaansluitingen gereguleerd moeten worden. Hiertoe is de Raad het project Regulering Gasaansluiting gestart, met als doel om met ingang van de nieuwe vierde reguleringsperiode voor de regionale netbeheerders gas per 1 januari 2011 de gasaansluiting te betrekken in de regulering (zie NTE 2009, nr. 2 en NTE 2009, nr. 3/4). Het onderhavige ontwerpbesluit vormt de basis voor deze regulering. Verdere invulling aan de regulering van de gasaansluiting zal worden gegeven in het nog definitief vast te stellen methodebesluit voor de vierde reguleringsperiode voor de regionale netbeheerders gas en de daaropvolgende uitvoeringsbesluiten. Voor een beschrijving van de inhoud van het ontwerp voor het methodebesluit van 5 februari 2010 voor de vierde reguleringsperiode voor de regionale netbeheerders gas wordt verwezen naar NTE 2009, nr. 6. In het ontwerpbesluit geeft de Raad invulling aan de regulering van de tarieven voor de gasaansluitdienst, waaronder de Raad de aanleg, het beheer en het onderhoud van de gasaansluiting verstaat. Daartoe wordt in de TarievenCode Gas de paragraaf 2.5 getiteld tarieven voor transportondersteunende diensten, vervangen door een nieuwe paragraaf 2.5 getiteld tariefstructuur voor de aansluitdienst. De oude paragraaf 2.5 wordt vernummerd tot paragraaf 2.6 getiteld tarieven voor overige transportondersteunende diensten. Bij de invulling van de tariefstructuur voor de aansluitdienst beoogt de Raad nauw aan te knopen bij de huidige praktijk en tevens bij de huidige tariefsystematiek voor de aansluitdienst bij elektriciteit. Met inachtneming van deze uitgangspunten maakt de Raad in het ontwerpbesluit onderscheid tussen zogenoemde lichte gasaansluitingen (met een capaciteit tot en met 40 m 3 (n) gas per uur) en zogenoemde zware gasaansluitingen (met een capaciteit van meer dan 40 m 3 (n) gas per uur). De Raad constateert dat bij lichte gasaansluitingen veelal sprake is van standaardaansluitingen. De Raad schrijft voor lichte gasaansluitingen daarom standaard aansluitcategorieën voor met een bijbehorend standaardtarief, bestaande uit een staandaard eenmalige aansluitvergoeding, een standaard periodieke aansluitvergoeding en een standaard meerlengtevergoeding. Voor zware gasaansluitingen constateert de Raad dat veelal sprake is van maatwerk waarbij op projectbasis wordt gewerkt, behalve voor wat betreft de aanleg van het zogenoemde aansluitpunt als onderdeel van de gasaansluiting. De Raad schrijft daarom voor zware gasaansluitingen uitsluitend een standaardtarief voor met betrekking tot het aansluitpunt. Dit standaardtarief omvat een standaard eenmalige aansluitvergoeding en een standaard periodieke aansluitvergoeding. Samengevat regelt de Raad met het onderhavige besluit de tariefstructuren voor de gasaansluitdienst als transportondersteunende dienst voor zover deze betrekking hebben op lichte gasaansluitingen alsmede op het aansluitpunt van de zware gasaansluitingen. In dit verband wordt opgemerkt dat uit het ontwerpbesluit niet duidelijk wordt hoe het zich verhoudt tot het wetsvoorstel tot wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998 tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten (Kamerstukken I 2009/10, ) (zie hiervoor). In dit wetsvoorstel wordt de aanleg van een gasaansluiting niet gekwalificeerd als transportondersteunende dienst, maar wordt de aanleg van een gasaansluiting met een capaciteit kleiner dan 40 m3 (n) gas per uur, alsmede de aanleg van een aansluitpunt van een aansluiting een capaciteit groter dan 40 m3 (n) gas per uur expliciet als taak van de netbeheerder toegevoegd in art. 10, zesde lid, Gaswet. Bovendien wijzigt dit wetsvoorstel art. 12a Gaswet in dier voege dat op grond van het nieuw geformuleerde art. 12a, aanhef en onder c, Gaswet de Raad onder meer een tarief moet vaststellen voor het verzorgen van de aansluiting door de netbeheerder. Dit is een andere benadering dan de Raad naar aanleiding van de BoB2 lijkt te willen hanteren, waarbij de Raad voor de regulering van de gasaansluiting aanknoopt bij art. 12a, aanhef en onder a, Gaswet, op grond van welk artikel een tarief wordt vastgesteld voor transportondersteunende diensten. Zie hierover tevens J.E. Janssen, De aansluiting revisited, NTE 2009, nr. 3/4. Belanghebbenden konden tot en met 14 mei 2010 hun zienswijze met betrekking tot het ontwerpbesluit naar voren brengen. Op 20 mei 2010 heeft een hoorzitting over het ontwerpbesluit plaatsgevonden. Het ontwerpbesluit is tevens in te zien op Gas: Besluit uitoefening taken ex artikel 52a van de Gaswet De Minister heeft op 16 april 2010 een besluit genomen (besluit met kenmerk ETM/ ) strekkende tot vervanging en intrekking van het besluit van de Minister van 11 december 2008 (besluit met kenmerk ET/EM/814913) waarbij de Minister GTS heeft belast met de uitoefening van de taak als bedoeld in art. 52a Gaswet, te weten de taak om inlichtingen en gegevens te verzamelen, te analyseren en systematisch te bewerken met betrekking tot de leverings- en voorzieningszekerheid van gas, deze jaarlijks te publiceren en een verslag daarvan te zenden aan de Europese Commissie (zie hierover NTE 2008, nr. 6). In de toelichting op het besluit van 16 april 2010 verduidelijkt de Minister dat art. 52a Gaswet uit meerdere leden bestaat en dat, ter vermijding van misverstanden, in het besluit van 16 april 2010 de aan GTS opgedragen taken worden beperkt tot de taken als bedoeld in art. 52, eerste lid, Gaswet, alsmede tot de taken die GTS feitelijk kan uitvoeren. De overige taken op grond van art. 52a Gaswet zullen door de Minister zelf worden uitgevoerd. Het besluit van 16 april 2010 is op 27 april 2010 in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt 2010, nr. 6400) en op 28 april 2010 in werking getreden. 50 Tijdschrift voor Energierecht Nr. 1 mei 2010

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting op korte

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Nederland. Europa

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Nederland. Europa mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting op korte

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.L. Pigmans en mr. M.E. Brinkman * Europa. Nederland

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.L. Pigmans en mr. M.E. Brinkman * Europa. Nederland mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.L. Pigmans en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * Europa

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * Europa mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa. Nederland

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa. Nederland Wet- en regelgeving mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet. Nummer 102365_2/8 Betreft zaak:

Nadere informatie

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader Ons kenmerk: ACM/DE/2013/205565 Zaaknummer: 13.0483.52 van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 12f, eerste lid van de Gaswet inhoudende de tariefstructuren als bedoeld in artikel 12a

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer : 102500_1/51; 102500_2/54; 102500_3/23; 102500_9/14 Betreft zaak: Gastransportvoorwaarden deel 2 Beslissing tot wijziging van het besluit van 9 september

Nadere informatie

Dienst uitvoering en toezicht Energie

Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_5-12 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * Europa. Richtlijn tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG betreffende

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * Europa. Richtlijn tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG betreffende mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 16b, zesde en zevende lid, van de Elektriciteitswet 1998;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 16b, zesde en zevende lid, van de Elektriciteitswet 1998; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4193 19 maart 2010 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 10 maart 2010, nr. WJZ/9224688, houdende uitvoeringsregels

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 362 Voorstel van wet van het lid Duyvendak tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met het beperken van de emissies

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_9-5 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid van

Nadere informatie

1 Inleiding Leeswijzer Wettelijke basis van dit besluit Context van dit besluit Inhoudelijke context

1 Inleiding Leeswijzer Wettelijke basis van dit besluit Context van dit besluit Inhoudelijke context 1 Inleiding... 3 2 Leeswijzer... 3 3 Wettelijke basis van dit besluit... 3 4 Context van dit besluit...4 4.1 Inhoudelijke context...4 4.2 Wettelijke context...6 5 Procedure... 8 6 Beoordeling voorstel...9

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 463 Regels omtrent het transport en de levering van gas (Gaswet) Nr. 95 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 4 april 2000 Het voorstel van wet

Nadere informatie

4. Dit document heeft slechts betrekking op regionale netbeheerders.

4. Dit document heeft slechts betrekking op regionale netbeheerders. Aanpassing Tarievencode Gas m.b.t. gasaansluiting Project 103133 Regulering gasaansluiting Energiekamer, 7 oktober 2009 CONCEPT Inleiding 1. Op 9 september 2008 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting op korte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 904 Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 82, eerste lid, jo. artikel 82, vierde lid, van de Gaswet. Nummer

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. Tijdschrift voor ENERGIERECHT. Nr. 3/4 - oktober 2009

Wet- en regelgeving. Tijdschrift voor ENERGIERECHT. Nr. 3/4 - oktober 2009 mr.drs. J.E. Janssen, mr. M.L. Pigmans en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar

Nadere informatie

In artikel 8 vervallen, onder vervanging van de komma aan het slot van onderdeel b in een punt, de onderdelen c en d.

In artikel 8 vervallen, onder vervanging van de komma aan het slot van onderdeel b in een punt, de onderdelen c en d. Regeling van de Minister van Economische Zaken van 8 februari 2013, nr. WJZ/ 12357329, tot wijziging van enkele regelingen in verband met uitvoering van het marktmodel De Minister van Economische Zaken;

Nadere informatie

Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011)

Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt: A Artikel I,

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102612_11 / 12 Betreft zaak: Besluit tot wijziging van het besluit tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, de

Nadere informatie

BESLUIT. Autoriteit Consument & Markt. Besluit. Zaaknummer:

BESLUIT. Autoriteit Consument & Markt. Besluit. Zaaknummer: to Ons kenmerk: Zaaknummer: 14.1257.52 ACM/DE/2014/207172 BESLUIT van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 12f, eerste lid, van de Gaswet. Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Procedure van totstandkoming

Nadere informatie

Pagina 1/5. Besluit vertrouwelijk. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. 3 Juridisch kader

Pagina 1/5. Besluit vertrouwelijk. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. 3 Juridisch kader vertrouwelijk Ons kenmerk: 104412_1/39; 104412_2/28; 104413_1/40 Zaaknummer: 104412_1, 104412_2 en 104413_1 Datum: Wijziging van het besluit van de Autoriteit Consument en Markt op de bezwaren van TenneT

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 723 Wijziging van de Warmtewet (wijzigingen naar aanleiding van de evaluatie van de Warmtewet) Nr. 5 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 28 juni 2017

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * Europa

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * Europa mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting

Nadere informatie

33 493 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011)

33 493 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2012-2013 33 493 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader Ons kenmerk: ACM/DE/2013/206524 Zaaknummer: 13.0550.52 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 12f, eerste lid, van de Gaswet inhoudende de vaststelling van de voorwaarden als

Nadere informatie

Regeling van de Minister van Economische Zaken tot wijziging van enkele regelingen in verband met uitvoering van het marktmodel

Regeling van de Minister van Economische Zaken tot wijziging van enkele regelingen in verband met uitvoering van het marktmodel ssv Regeling van de Minister van Economische Zaken tot wijziging van enkele regelingen in verband met uitvoering van het marktmodel Datum 8 november 2012 Status Concept 'Concept I Regeling van de Minister

Nadere informatie

Inleiding. Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Inleiding. Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 41c, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998. Nummer: 102370_11/8

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * Europa

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * Europa mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 103078_4/20 Betreft zaak: Beslissing op bezwaar tegen het besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van 29 augustus 2008,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 42535 24 juli 2017 Besluit van de Minister van Economische Zaken tot toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve

Nadere informatie

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7 Ons kenmerk: ACM/DE/2013/204374 Zaaknummer: 13.0793.52 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, de kwaliteitsterm

Nadere informatie

Pagina 1/7. Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer:

Pagina 1/7. Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2013/204374 Zaaknummer: 13.0794.52 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, de kwaliteitsterm

Nadere informatie

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7 Ons kenmerk: ACM/DE/2013/204383 Zaaknummer: 13.0801.52 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, de kwaliteitsterm

Nadere informatie

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7 Ons kenmerk: ACM/DE/2013/204368 Zaaknummer: 13.0795.52 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, de kwaliteitsterm

Nadere informatie

Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt)

Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt) Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt: A In artikel 1 vervalt

Nadere informatie

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7 Ons kenmerk: ACM/DE/2013/204379 Zaaknummer: 13.0799.52 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, de kwaliteitsterm

Nadere informatie

De Minister van Economische Zaken. Advies over de novelle behorende bij het wetvoorstel 31374

De Minister van Economische Zaken. Advies over de novelle behorende bij het wetvoorstel 31374 POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Economische Zaken

Nadere informatie

Pagina BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer:

Pagina BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2015/405554 Zaaknummer: 15.0731.52 BESLUIT Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998, betreffende de verkorting van de sluitingstijd

Nadere informatie

Het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur wordt als volgt gewijzigd:

Het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur wordt als volgt gewijzigd: Besluit van tot wijziging van het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur (implementatie richtlijn 2011/65/EU betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 161 Besluit van 31 maart 2016, houdende regels inzake voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de

Nadere informatie

Dat hiertoe onder andere het operationeel windvermogen op zee wordt opgeschaald naar 4.450 MW in 2023;

Dat hiertoe onder andere het operationeel windvermogen op zee wordt opgeschaald naar 4.450 MW in 2023; De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende, Dat op grond van richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr.drs. J.E. Janssen, mr. M.L. Pigmans en mr. M.E. Brinkman * Europa

Wet- en regelgeving. mr.drs. J.E. Janssen, mr. M.L. Pigmans en mr. M.E. Brinkman * Europa mr.drs. J.E. Janssen, mr. M.L. Pigmans en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar

Nadere informatie

Ontwerpregeling subsidiebedragen WKK 2006

Ontwerpregeling subsidiebedragen WKK 2006 Handelend na overleg met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op artikel 72p, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998; Besluit:

Nadere informatie

Pagina ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

Pagina ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2014/205129 Zaaknummer: 14.0676.52 ONTWERPBESLUIT Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998 Pagina 1/16 Muzenstraat 41 2511

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102612_16 / 8 Betreft zaak: Besluit tot wijziging van het besluit tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 235 Besluit van 14 juni 2019 tot wijziging van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector, het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27392 31 mei 2016 Advies Raad van State betreffende het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur, houdende regels

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * Europa

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * Europa Wet- en regelgeving mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68073 7 december 2018 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 5 december 2018, nr. WJZ/18280633,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 621 Regels met betrekking tot de productie, het transport en de levering van elektriciteit (Elektriciteitswet...) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36159 18 december 2014 Toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve van het project transmissiesysteem op zee

Nadere informatie

De Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

De Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN: Concept Besluit van... houdende wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (zeer laag radioactief afval) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 19 van de Gaswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 19 van de Gaswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT. Nummer 103628/32 Betreft zaak: geschil Nuon Power Generation B.V. vs. Gas Transport Services B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende,

De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende, Besluit van de Minister van Economische Zaken van 4 december 2014, nr. DGETM-ED/14172990, tot toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve van project transmissiesysteem op zee Borssele De Minister

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa. Nederland

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * Europa. Nederland mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting op korte

Nadere informatie

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 100595/12 Betreft: Besluit tot (voorlopige) vaststelling van de gereguleerde vastrechtcomponent van de transporttarieven gas voor het jaar 2002 zoals

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader

BESLUIT. I. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101698-12 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 573 Wet van 18 december 2013 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 109 17 juni 2009 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 juni 2009,

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Wettelijk kader BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Inleiding. 2 Wettelijk kader BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: Betreft zaak: 102141_9/3 Besluit tot vaststelling van de kwaliteitsterm ingevolge artikel 41a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 voor de periode

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 103259_1/14 Betreft zaak: 103259_1 (102770) Codewijzigingsvoorstel kwaliteit dienstverlening Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * Europa. Richtlijn houdende maatregelen om een hoog

Wet- en regelgeving. mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * Europa. Richtlijn houdende maatregelen om een hoog mr. drs. J.E. Janssen, mr. M.E. Brinkman en mr. W. Wolbers * In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 808 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 197 Besluit van 22 juni 2018, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 inzake de aansluiting op het distributienet voor gas 0 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102220_3/27 Betreft zaak: zaak 102220 Pawex Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar van de Vereniging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 575 Wet van 18 december 2013 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (volumecorrectie nettarieven voor de energie-intensieve industrie) 0

Nadere informatie

Besluit. Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee. Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/ ACM/17/022706

Besluit. Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee. Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/ ACM/17/022706 Besluit Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/346633 ACM/17/022706 Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 42e, eerste lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

Pagina 1/5. Besluit. 1 Procedure

Pagina 1/5. Besluit. 1 Procedure Ons kenmerk: ACM/DE/2013/206077 Zaaknummer: 13.0906.53 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt bedoeld in artikel 12f, eerste lid van de Gaswet inhoudende de vaststelling van de tariefstructuren bedoeld

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 335 Besluit van 12 juli 2012, houdende regels ten uitvoering van de implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van... houdende aanpassing van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria en enkele andere besluiten terzake van een aantal onderwerpen van diverse aard (Verzamelbesluit rechtsbijstand 2009)

Nadere informatie

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2014/203910 Zaaknummer: 14.0708.52 BESLUIT Pagina 1/11 van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 12f, eerste lid, van de Gaswet en artikel 36, eerste lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: 102491_1/12 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7.1, eerste en tweede lid, van de Wet luchtvaart;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7.1, eerste en tweede lid, van de Wet luchtvaart; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35918 11 juli 2019 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 27 juni 2019, nr. IENW/BSK-2019/104331,

Nadere informatie

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Pagina

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Pagina Pagina 1/10 Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info @acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Ons kenmerk: ACM/DE/2016/205166 Zaaknummer: 16.0427.52

Nadere informatie

Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen

Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen Regeling van de Minister van Financiën van kenmerk: nr. FM 2013/507 M, tot wijziging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 163 Wet van 24 maart 2011 tot wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet op de economische delicten en de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_13-4 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_19-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998. Nummer 103176_2/5 Betreft

Nadere informatie

Pagina. Besluit. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DJZ/2014/206976

Pagina. Besluit. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DJZ/2014/206976 Ons kenmerk: Zaaknummer: 14.0759.12 ACM/DJZ/2014/206976 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Gaswet inhoudende de beslissing op de geschilaanvraag

Nadere informatie

ONTWERP-METHODEBESLUIT

ONTWERP-METHODEBESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie ONTWERP-METHODEBESLUIT Nummer: 100947- Betreft: Besluit tot vaststelling van de methode tot vaststelling van de kwaliteitsterm ingevolge artikel 41, eerste lid, van

Nadere informatie

Pagina. Besluit tot vaststelling van de toegestane inkomsten voor TenneT TSO B.V. als netbeheerder van het net op zee voor het jaar 2017

Pagina. Besluit tot vaststelling van de toegestane inkomsten voor TenneT TSO B.V. als netbeheerder van het net op zee voor het jaar 2017 Ons kenmerk: ACM/DE/2016/207067_OV Zaaknummer: 16.1175.52 Besluit tot vaststelling van de toegestane inkomsten voor TenneT TSO B.V. als netbeheerder van het net op zee voor het jaar 2017 Pagina 1/14 Muzenstraat

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na artikel worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na artikel worden twee artikelen ingevoegd, luidende: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9421 17 februari 2017 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 16 februari 2017, kenmerk ACM/DE/2017/200909, tot

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101689-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 650 Besluit van 7 december 2005, houdende wijziging van het Besluit aanbestedingen speciale sectoren en het Besluit aanbestedingsregels voor

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Minute Besluit Nederlandse Mededingingsautoriteit Auteur Interne termijn Externe termijn Medeparaaf en datum Youri van der Drift Datum Informatiekopie aan Prismanummer 2-1-2012 103976 Nummer 103976 / Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101855-11 Betreft: Besluit op de aanvragen van Elsta B.V. & Co en Delta Netwerk bedrijf B.V. om een bindende aanwijzing te geven als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 503 Besluit van 12 november 1999, houdende aanwijzing van andere taken van het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen (Besluit andere

Nadere informatie

33 777 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (volumecorrectie nettarieven voor de energie-intensieve industrie)

33 777 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (volumecorrectie nettarieven voor de energie-intensieve industrie) 33 777 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (volumecorrectie nettarieven voor de energie-intensieve industrie) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101758_10-11 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

Wijziging van de Wet houdende wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt

Wijziging van de Wet houdende wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt Wijziging van de Wet houdende wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Pagina 1/8. «Besluit»

Pagina 1/8. «Besluit» Ontwerpbesluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 12f van de Gaswet inhoudende wijziging van de Tarievencode Gas, de Allocatievoorwaarden Gas en de Meetvoorwaarden Gas. Zaaknummer:

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_11-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding Bij de plenaire behandeling in de Eerste Kamer van de Implementatiewet richtlijn consumentenrechten (hierna: de implementatiewet) 1 heb ik toegezegd op korte

Nadere informatie