Bloedglucosesysteem. Handleiding. Gebruiksinstructies

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bloedglucosesysteem. Handleiding. Gebruiksinstructies"

Transcriptie

1 Bloedglucosesysteem Handleiding Gebruiksinstructies

2 Bloedglucosesysteem Handleiding 1

3 Wij stellen het op prijs dat u OneTouch hebt gekozen! Het OneTouch Select Plus bloedglucosesysteem is een van de nieuwste productinnovaties van OneTouch. Elke OneTouch -meter is ontworpen om het testen van uw bloedglucose gemakkelijk voor u te maken en u te helpen uw diabetes te reguleren. Deze handleiding biedt een volledige uitleg over het gebruik van uw nieuwe meter en testtoebehoren. Hierin wordt beschreven wat u wel en niet moet doen bij het testen van uw bloedglucosewaarde. Bewaar deze handleiding op een veilige plek; u kunt deze in de toekomst nog nodig hebben. Wij hopen dat u de producten en diensten van OneTouch lang met plezier zult gebruiken. 2

4 Metersymbolen en -iconen Hoog Binnen bereik Laag Batterij bijna leeg Batterij leeg Boven bereik Opmerking (bloedglucoseresultaat) Binnen bereik Opmerking (bloedglucoseresultaat) Onder bereik Opmerking (bloedglucoseresultaat) Markering Vóór Maaltijd Markering Na Maaltijd Resultaat controlevloeistof Bloedglucoseresultaat boven 33,3 mmol/l Bloedglucoseresultaat onder 1,1 mmol/l Stroom meter aan/uit en batterij meter Batterij van de schermverlichting 3

5 Andere symbolen en iconen Aandachtspunten en waarschuwingen: Raadpleeg de handleiding en de bijsluiters die met het systeem zijn meegeleverd voor informatie over veiligheid. Gelijkstroom Raadpleeg de gebruiksaanwijzing Fabrikant Lotnummer Serienummer Temperatuurlimieten voor bewaring Medisch hulpmiddel voor in-vitrodiagnostiek Niet hergebruiken Gesteriliseerd door middel van straling Geen normaal afval Uiterste gebruiksdatum Bevat voldoende voor n tests 4

6 Deze pagina is opzettelijk blanco gelaten. 5

7 Inhoudsopgave 1 Uw systeem leren kennen Het OneTouch Select Plus bloedglucosesysteem...12 De functie Bereiksindicatie Het systeem instellen Uw meter inschakelen De schermverlichting gebruiken om het lezen van de resultaten te vergemakkelijken Vóór het eerste gebruik De meter uitschakelen na het instellen Een test uitvoeren Uw bloedglucose testen Testen met controlevloeistof Eerdere resultaten en gemiddelden bekijken Uw eerdere resultaten bekijken Uw gemiddelden bekijken Resultaten downloaden naar een computer De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname Tijd en datum instellen...81 Bereikswaarden instellen

8 Maaltijdmarkering in-/uitschakelen Het serienummer, de softwareversie en de laatste foutmelding van de meter controleren Onderhoud Het systeem bewaren Reinigen en desinfecteren Batterijen De batterijen vervangen Problemen oplossen Gedetailleerde informatie over het systeem Meterresultaten met laboratoriumresultaten vergelijken Richtlijnen om een nauwkeurige vergelijking te verkrijgen tussen meterresultaten en laboratoriumresultaten Technische specificaties Nauwkeurigheid van het systeem Gebruikersnauwkeurigheid Garantie Elektriciteits- en veiligheidsnormen Index

9 Voordat u begint Lees deze Gebruikershandleiding en de bijsluiters van de OneTouch Select Plus teststrips en de OneTouch Select Plus controlevloeistof zorgvuldig door voordat u dit product gebruikt om uw bloedglucose te testen. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE: Deze meter en prikpen zijn uitsluitend voor gebruik bij één patiënt. Deel deze met niemand anders, ook niet met familieleden. Niet gebruiken bij meerdere patiënten! Na gebruik en blootstelling aan bloed dienen alle onderdelen van dit pakket te worden beschouwd als klein chemisch afval. Gebruikte pakketten dragen mogelijkerwijs besmettelijke ziektes met zich mee, zelfs nadat u de pakketten gereinigd en gedesinfecteerd hebt. 8

10 Beoogd gebruik Het OneTouch Select Plus bloedglucosesysteem is bedoeld om te worden gebruikt voor de kwantitatieve meting van glucose (suiker) in verse, capillaire volbloedmonsters die uit de vingertoppen gehaald worden. Het systeem is bedoeld voor gebruik bij slechts één patiënt en mag niet gedeeld worden. Het OneTouch Select Plus bloedglucosesysteem is bedoeld voor zelftests buiten het lichaam (in vitro diagnostisch gebruik) door mensen met diabetes thuis en om in een klinische omgeving te worden gebruikt door artsen/ diabetesverpleegkundigen als hulpmiddel bij het controleren of de diabetes effectief onder controle wordt gehouden. Het OneTouch Select Plus bloedglucosesysteem mag niet gebruikt worden voor de diagnose of opsporing van diabetes en bij pasgeborenen. Het systeem is bedoeld voor gebruik bij slechts één patiënt en mag niet gedeeld worden. 9

11 Testprincipe De glucose in de bloeddruppel wordt vermengd met het enzym GDH-FAD (zie ook pagina 130) in de teststrip, waarbij een zwakke elektrische stroom wordt geproduceerd. De sterkte van deze stroom is afhankelijk van de hoeveelheid glucose in het bloedmonster. De meter meet de stroom, berekent uw bloedglucosewaarde, geeft het resultaat weer en slaat het resultaat op in het geheugen. Gebruik alleen OneTouch Select Plus controlevloeistof en teststrips met uw OneTouch Select Plus meter. 10

12 Deze pagina is opzettelijk blanco gelaten. 11

13 1 Uw systeem leren kennen Het OneTouch Select Plus bloedglucosesysteem De verpakking bevat: OneTouch Select Plus meter (met 2 CR2032-batterijen) OneTouch Delica prikpen OneTouch Delica steriele lancetten OneTouch Select Plus teststrips 12

14 Uw systeem leren kennen 1 Het systeem wordt geleverd met een etui. OPMERKING: De OneTouch Delica prikpen kan UITSLUITEND worden gebruikt met OneTouch Delica lancetten. Als een ander type prikpen is meegeleverd, raadpleegt u de instructies die bij die prikpen horen. 13

15 1 Uw systeem leren kennen Afzonderlijk verkrijgbaar: De items die hieronder zijn afgebeeld, hebt u wel nodig, maar worden mogelijkerwijs niet meegeleverd in uw pakket: Deze zijn afzonderlijk te koop. Raadpleeg de verpakking van uw meter om te zien wat er allemaal in de verpakking zit. OneTouch Select Plus Mid Control Solution* OneTouch Select Plus teststrips* *De OneTouch Select Plus controlevloeistof en teststrips zijn apart verkrijgbaar. Raadpleeg voor informatie over het aanschaffen van teststrips en controlevloeistof onze klantenservice of uw arts/diabetesverpleegkundige. 14

16 Uw systeem leren kennen 1 WAARSCHUWING: Bewaar de meter en de testtoebehoren buiten het bereik van jonge kinderen. Kleine onderdelen zoals het batterijklepje, de batterijen, de teststrips, de lancetten, de beschermdopjes van de lancetten en de dop van het flesje controlevloeistof kunnen verstikkingsgevaar opleveren. Deze onderdelen niet innemen of inslikken. 15

17 1 Uw systeem leren kennen Uw OneTouch Select Plus bloedglucosesysteem leren kennen Meter 16

18 Uw systeem leren kennen 1 Teststrip 17

19 1 Uw systeem leren kennen De functie Bereiksindicatie De OneTouch Select Plus meter laat u automatisch weten of het resultaat van uw huidige glucosetest binnen, onder of boven uw bereik uitkomt. Hij doet dit door een Opmerking bereiksindicatie weer te geven met uw huidige glucoseresultaat. De opmerking wijst ook naar een kleurenbalk voor bereiksindicatie onder het meterscherm. De Opmerking bereiksindicatie en de kleurenbalk helpen u de betekenis van uw glucoseresultaten te begrijpen. 18

20 Uw systeem leren kennen 1 3 mogelijke opmerkingen voor bereiksindicatie Voorbeeld Resultaat onder bereik Voorbeeld Resultaat binnen bereik Voorbeeld Resultaat boven bereik Er wordt na elke test bij uw resultaat een Opmerking bereiksindicatie weergegeven, afhankelijk van uw instelling van de "algemene" hoge en lage bereikswaarden op de meter. De meter gebruikt deze algemene instellingen om te bepalen welke Opmerking bereiksindicatie (Laag, Binnen bereik of Hoog) bij uw resultaat wordt weergegeven. OPMERKING: Deze Algemene opmerkingen voor bereiksindicatie gelden voor al uw ongemarkeerde testen. 19

21 1 Uw systeem leren kennen De meter heeft ook een functie voor maaltijdmarkering die aangeeft of de test vóór of na de maaltijd is gedaan. Als u de maaltijdmarkering aan zet, wordt u gevraagd om tevens lage en hoge bereikswaarden voor de "Maaltijd" in te stellen. De meter gebruikt deze maaltijdinstellingen om te bepalen welke Opmerking bereiksindicatie (Laag, Binnen bereik of Hoog) bij uw resultaat wordt weergegeven. OPMERKING: Deze Maaltijd opmerkingen voor bereiksindicatie gelden voor al uw testen met maaltijdmarkering. 20

22 Uw systeem leren kennen 1 Wat u moet weten voordat u de functie Bereiksindicatie gebruikt: De meter weet of de bereikswaarden voor "Algemeen" (zonder markering) of voor "Maaltijd" (met maaltijdmarkering) moeten worden gebruikt. Uw meter is standaard ingesteld met de maaltijdmarkering uitgeschakeld. U moet de functie Maaltijdmarkering inschakelen om resultaten van een maaltijdmarkering te kunnen voorzien of speciale "Maaltijd" bereikswaarden voor die gemarkeerde resultaten te gebruiken. Als Maaltijdmarkering is ingeschakeld en Geen markering is geselecteerd, worden de laagste grens vóór de maaltijd en de hoogste grens na de maaltijd gebruikt als uw bereik voor de Opmerking bereiksindicatie. Op de meter zijn al bereikswaarden voor "Algemeen" en voor "Maaltijd" ingesteld. U kunt deze bereikswaarden naar wens aanpassen. Als u besluit om de bereikswaarden voor "Algemeen" of "Maaltijd" te wijzigen, heeft dat geen invloed op de voorgaande opmerkingen voor bereiksindicatie in het resultatenlogboek. Maar voor nieuwe testen worden nu de opmerkingen voor bereiksindicatie volgens de nieuwe instellingen weergegeven. 21

23 2 Het systeem instellen Uw meter inschakelen Houd ingedrukt totdat het opstartscherm verschijnt. Als het opstartscherm verschijnt, laat dan los. De meter gaat ook aan als u een teststrip plaatst. OPMERKING: Als u lichte plekken ziet in het zwarte opstartscherm, is er mogelijk een probleem met de meter. Neem contact op met de gratis OneTouch -lijn via (Nederland) of bezoek onze website De schermverlichting gebruiken om het lezen van de resultaten te vergemakkelijken De schermverlichting springt automatisch aan wanneer de meter wordt ingeschakeld. Als er circa 20 seconden geen activiteit is, wordt de schermverlichting gedimd. Als u een knop indrukt of teststrip in de meter steekt, wordt de schermverlichting weer ingeschakeld. 22

24 Het systeem instellen 2 Vóór het eerste gebruik Voordat u de meter voor het eerst gebruikt, moet u controleren of de standaardinstelling voor taal, tijd en datum en de algemene bereikwaarden op de meter juist zijn. Hiermee bent u ervan verzekerd dat de correcte datum, tijd en opmerking bereiksindicatie aan ieder testresultaat worden verbonden. Door op te drukken nadat u uw keuze hebt gemaakt, wordt elke instelling bevestigd en wordt u naar het volgende scherm geleid. Bij het instellen van uw meter kunt u op drukken om naar het vorige scherm terug te keren om een instelling aan te passen. OPMERKING: U kunt geen bloedglucosetests uitvoeren als de eerste instelling niet voltooid is. Taal instellen De eerste keer dat u de meter inschakelt, verschijnt het scherm Taal instellen. Druk in het scherm Taal instellen op of om de gewenste taal te markeren en druk op. Taal inst. English Nederlands Deutsch Welkom 23

25 2 Het systeem instellen OPMERKING: De notatie voor tijd en datum is vooraf ingesteld. Deze instellingen kunnen niet worden gewijzigd. Tijd, datum en algemene bereiksgrenzen instellen 1. De tijd instellen Het scherm Tijd instellen wordt weergegeven. Als de tijd juist is, drukt u op om op te slaan en gaat u naar Stap 2 om de datum in te stellen. Druk om de tijd aan te passen op of om Aanpassen te markeren, en druk op. Tijd inst. 15:45 Opslaan Aanpassen Stap 1 van 3 Druk op of om het uur in te stellen en druk op. Herhaal deze stap om de minuten in te stellen. Tijd inst. 16 : 45 Stap 1 van 3 24

26 Het systeem instellen 2 Als de tijd correct is, druk dan op om deze op te slaan. Als u nog een aanpassing moet maken, druk dan op of om Aanpassen te selecteren en druk op. Herhaal vervolgens Stap 1. Het scherm Opgeslagen verschijnt om te bevestigen dat de weergegeven tijd is opgeslagen in de meter. OK? 16:45 Opslaan Aanpassen Stap 1 van 3 2. De datum instellen Het scherm Datum instellen wordt weergegeven. Als de datum juist is, drukt u op om op te slaan en gaat u naar Stap 3 om de algemene bereikswaarden in te stellen. Druk om de datum aan te passen op of om Aanpassen te markeren, en druk op. Datum inst. 30 apr 2014 Opslaan Aanpassen Stap 2 van 3 25

27 2 Het systeem instellen Druk op of voor de instelling van dag, en druk dan op. Herhaal deze stap voor de instelling van maand en jaar. Datum inst. 30 apr 2014 Stap 2 van 3 Als de datum correct is, druk dan op om deze op te slaan. Als u nog een aanpassing moet maken, druk dan op of om Aanpassen te selecteren en druk op. Herhaal vervolgens Stap 2. Het scherm Opgeslagen verschijnt om te bevestigen dat de weergegeven datum is opgeslagen in de meter. OK? 30 mei 2014 Opslaan Aanpassen Stap 2 van 3 26

28 Het systeem instellen 2 3. De algemene bereiksgrenzen instellen De meter gebruikt de laagste en hoogste grenzen die op de meter zijn ingesteld om u te laten weten of een testresultaat binnen, onder of boven de bereiksgrenzen uitkomt. De algemene bereikswaarden die u bij de aanvankelijke instelling hebt ingesteld, worden gebruikt voor alle ongemarkeerde glucoseresultaten, tenzij de functie Maaltijdmarkering Aan is gezet. VOORZICHTIG: Raadpleeg uw arts/diabetesverpleegkundige over de onder- en bovengrenzen die op u van toepassing zijn. Wanneer u uw grenzen kiest of wijzigt, dient u daarbij factoren als uw leefgewoontes en diabetesbehandeling in acht te nemen. Breng nooit belangrijke wijzigingen in uw diabetescontroleplan aan zonder uw arts/ diabetesverpleegkundige om advies te vragen. 27

29 2 Het systeem instellen De algemene bereikswaarden zijn al op de meter ingesteld, met een laagste grens van 3,9 mmol/l en een hoogste grens van 10,0 mmol/l. Als de onder- en bovengrenzen correct zijn, druk dan op om deze op te slaan. Het scherm Opgeslagen verschijnt. Ga door naar Instellingen voltooid. Als u de standaardinstellingen van de grenzen naar uw eigen behoeften wilt aanpassen, druk dan op of om Aanpassen te selecteren en druk op. Druk op of om de voorinstelling Laagste grens te veranderen in de gewenste waarde tussen 3,3 mmol/l en 6,1 mmol/l, en druk dan op. Stel de hoogste/ laagste grenzen in voor uw bereik. Ingesteld bereik laagste grens mmol/l mmol/l Opslaan Aanpassen Stap 3 van 3 Stap 3 van 3 28

30 Het systeem instellen 2 Druk op of om de voorinstelling Hoogste grens te veranderen in de gewenste waarde tussen 5,0 mmol/l en 16,7 mmol/l, en druk dan op. Ingesteld bereik hoogste grens mmol/l Stap 3 van 3 Als de onder- en bovengrenzen correct zijn, drukt u op om ze op te slaan. Als u nog een aanpassing moet maken, druk dan op of om Aanpassen te selecteren en druk op. Herhaal vervolgens Stap 3. OK? mmol/l Opslaan Aanpassen Stap 3 van 3 29

31 2 Het systeem instellen Het scherm Opgeslagen verschijnt om te bevestigen dat de weergegeven onder- en bovengrenzen zijn opgeslagen in de meter. Opgeslagen mmol/l Stap 3 van 3 Instellingen voltooid Instellingen voltooid. verschijnt op het beeldscherm. Uw meter is nu klaar voor gebruik. Druk op om terug te keren naar het hoofdmenu. Zie pagina 62. Instellingen voltooid. OK OPMERKING: Als de meter ingeschakeld is door het inbrengen van een teststrip, verschijnt het scherm Bloed opbrengen in plaats van het hoofdmenu. 30

32 Het systeem instellen 2 De meter uitschakelen na het instellen Er zijn drie manieren om de meter uit te schakelen: Houd de knop enkele seconden ingedrukt totdat de meter wordt uitgeschakeld. Verwijder de teststrip na een test. Of, De meter wordt vanzelf uitgeschakeld als deze gedurende twee minuten niet wordt gebruikt. 31

33 3 Een test uitvoeren Uw bloedglucose testen OPMERKING: Veel mensen vinden het nuttig om de testprocedure eerst te oefenen met controlevloeistof in plaats van met bloed. Zie pagina 59. Een test voorbereiden Leg dit klaar als u gaat testen: OneTouch Select Plus meter OneTouch Select Plus teststrips Prikpen Steriele lancetten 32

34 Een test uitvoeren 3 OPMERKING: Gebruik alleen OneTouch Select Plus teststrips. In tegenstelling tot sommige andere bloedglucosemeters is er geen aparte stap nodig om uw OneTouch Select Plus systeem te coderen. Zorg ervoor dat de meter en de teststrips ongeveer dezelfde temperatuur hebben voordat u begint met de test. Niet testen als er zich condens (water) op uw meter bevindt. Breng uw meter en strips naar een koele, droge plaats en wacht tot het oppervlak van de meter opgedroogd is voordat u gaat testen. Bewaar het buisje teststrips op een koele, droge plaats tussen 5 C en 30 C. Maak het buisje teststrips niet open voordat u klaar bent om een teststrip uit het buisje te halen en een test uit te voeren. Gebruik de teststrip onmiddellijk nadat u deze uit het buisje hebt genomen, vooral ook als de luchtvochtigheid hoog is. 33

35 3 Een test uitvoeren Draai de dop van het buisje onmiddellijk na gebruik weer stevig vast om besmetting of beschadiging te voorkomen. Bewaar de ongebruikte teststrips uitsluitend in het oorspronkelijke buisje. Plaats de teststrip na het uitvoeren van een test niet terug in het buisje. Gebruik een teststrip waarop bloed of controlevloeistof is aangebracht niet opnieuw. De teststrips zijn uitsluitend bedoeld voor eenmalig gebruik. Test niet met een teststrip die verbogen of beschadigd is. Als uw handen schoon en droog zijn, kunt u de teststrip overal aanraken. De teststrips mogen op geen enkele wijze worden gebogen, doorgesneden of gewijzigd. 34

36 Een test uitvoeren 3 BELANGRIJK: Als u door een andere persoon wordt geholpen bij het testen, dan moeten de meter, de prikpen en de dop altijd gereinigd en gedesinfecteerd worden vóór het gebruik door die andere persoon. Zie pagina 102. OPMERKING: Het wordt niet aangeraden om de met deze meter verkregen bloedglucoseresultaten te vergelijken met die van een andere meter. De resultaten van de meters kunnen verschillen, en kunnen niet worden gebruikt om de werking van uw eigen meter te controleren. Vergelijk de resultaten van uw meter af en toe met laboratoriumwaarden om te controleren of uw meter nauwkeurig is. Zie pagina 126 voor meer informatie. 35

37 3 Een test uitvoeren VOORZICHTIG: Gebruik het OneTouch Select Plus systeem niet als u weet of vermoedt dat het volbloedmonster van de patiënt PAM (pralidoxime) bevat, omdat dit onnauwkeurige meetwaarden kan opleveren. Gebruik geen teststrips uit een buisje dat beschadigd is of open heeft gestaan. Dit kan leiden tot foutmeldingen of onbetrouwbare resultaten. Neem onmiddellijk contact op met de klantenservice als het buisje teststrips beschadigd is. Neem contact op met de gratis OneTouch -lijn via (Nederland) of bezoek Als u geen test kunt uitvoeren vanwege een probleem met uw testtoebehoren, neem dan contact op met uw arts/diabetesverpleegkundige. Als u geen tests uitvoert, kan dit beslissingen omtrent behandeling vertragen en leiden tot een ernstige medische conditie. Het buisje teststrips bevat droogmiddelen die schadelijk zijn bij inademen of inslikken en die irritatie van de huid of de ogen kunnen veroorzaken. De teststrips niet na de vervaldatum op het buisje gebruiken. 36

38 Een test uitvoeren 3 OneTouch Delica prikpen OPMERKING: De OneTouch Delica prikpen kan UITSLUITEND worden gebruikt met OneTouch Delica lancetten. Raadpleeg de instructies voor gebruik van de betreffende prikpen als de hier afgebeelde prikpen niet het apparaat is dat in uw pakket is meegeleverd. 37

39 3 Een test uitvoeren OPMERKING: Het OneTouch Select Plus bloedglucosesysteem is nog niet beoordeeld voor testen op andere plaatsen (AST). Gebruik alleen de vingertoppen bij het testen van het systeem. De OneTouch Delica prikpen wordt niet geleverd met de benodigde materialen voor testen op andere plaatsen (AST). De OneTouch Delica prikpen mag niet gebruikt worden op de onderarm of handpalm met het OneTouch Select Plus bloedglucosesysteem. 38

40 Een test uitvoeren 3 VOORZICHTIG: Maatregelen om de kans op infecties en via het bloed overdraagbare ziekten te verkleinen: Was de prikplaats met warm water en zeep en spoel deze af en droog deze, voordat u een bloeddruppel gaat afnemen. De prikpen is bedoeld voor gebruik door één persoon. Deel nooit een lancet of een prikpen met iemand anders. Gebruik voor elke test altijd een nieuw, steriel lancet. Houd uw meter en prikpen altijd schoon (zie pagina 102). De meter en de prikpen zijn uitsluitend voor gebruik bij één patiënt. Deel deze niet met anderen, dus ook niet met familieleden! Niet gebruiken bij meerdere patiënten! Na gebruik en blootstelling aan bloed dienen alle onderdelen van dit pakket te worden beschouwd als klein chemisch afval. Gebruikte pakketten kunnen besmettelijke ziektes overdragen, zelfs nadat u de pakketten gereinigd en gedesinfecteerd hebt. 39

41 3 Een test uitvoeren Een bloeddruppel uit de vingertop afnemen Kies voor elke test een andere prikplaats uit. Herhaald prikken op dezelfde plaats kan pijnlijk zijn of littekenweefsel veroorzaken. Was uw handen grondig met warm water en zeep voordat u een test uitvoert. Spoel en droog goed af. 1. Verwijder de dop van de prikpen Verwijder de dop door deze tegen de klok in te draaien en deze vervolgens recht van de pen af te trekken. 40

42 Een test uitvoeren 3 2. Plaats een steriel lancet in de prikpen Breng het lancet in een rechte lijn aan, zoals hier afgebeeld, zodat het lancet in de lancethouder past. Druk het lancet in de pen totdat het op zijn plaats klikt en stevig in de houder is geplaatst. Draai de beschermdop een keer helemaal rond totdat deze loskomt van het lancet. Bewaar de beschermdop; deze hebt u nog nodig om het lancet te verwijderen en weg te gooien. Zie pagina

43 3 Een test uitvoeren 3. Plaats de dop terug op de prikpen Plaats de dop terug op de pen en draai deze met de klok mee om de dop vast te draaien. Niet té vast draaien. 42

44 Een test uitvoeren 3 4. Stel de diepte in De prikpen heeft zeven instellingen voor de prikdiepte, genummerd van 1 tot en met 7. Kleinere getallen zijn voor ondiepere prikken en grotere getallen voor diepere prikken. Bij kinderen en de meeste volwassenen volstaan ondiepere prikken. Bij mensen met een dikke huid of eeltplekken zijn diepere prikken nodig. Draai aan het dieptewieltje om de instelling te kiezen. OPMERKING: Een ondiepere prik in de vingertop is mogelijk minder pijnlijk. Probeer eerst een ondiepere instelling en vergroot de diepte tot u een instelling vindt waarbij u een druppel bloed van de juiste omvang kunt afnemen. 5. Span de prikpen Schuif het spanmechanisme naar achteren tot u een klik hoort. Als er geen klik hoorbaar is, kan het zijn dat de prikpen reeds was gespannen toen het lancet werd geplaatst. 43

45 3 Een test uitvoeren 6. Plaats een teststrip om de meter in te schakelen Schuif een teststrip in de teststrippoort zoals op de afbeelding, met de contactstaafjes naar u toe gericht. Er is geen aparte stap nodig om de meter te coderen. Als het scherm Bloed opbrengen verschijnt, mag u de bloeddruppel op de teststrip opbrengen. 44

46 Een test uitvoeren 3 7. Prik in uw vinger Houd de prikpen stevig tegen de zijkant van uw vinger. Druk op de ontspanknop. Haal de prikpen van uw vinger. 8. Neem een ronde druppel bloed af Knijp voorzichtig in uw vingertop en/of masseer deze een beetje totdat zich een ronde druppel bloed op de vingertop heeft gevormd. Gebruik de druppel niet als het bloed uit- of wegloopt. Droog de plek af en knijp voorzichtig tot er nog een druppel bloed wordt gevormd of prik op een andere plaats. 45

47 3 Een test uitvoeren Bloed opbrengen en resultaten aflezen 1. Bereid u voor op het aanbrengen van de bloeddruppel Breng de meter en teststrip naar de druppel bloed en houd daarbij uw vinger recht en stil. Breng geen bloed aan bovenop de teststrip. Houd de meter en de teststrip niet onder de bloeddruppel. Hierdoor kan er bloed in de teststrippoort lopen en kan de meter beschadigd raken. Laat geen bloed in de gegevenspoort komen. 46

48 Een test uitvoeren 3 2. Breng de druppel op Houd de teststrip zodanig dat het smalle kanaaltje aan de rand van de teststrip bijna de rand van de bloeddruppel raakt. 47

49 3 Een test uitvoeren Raak met het kanaaltje voorzichtig de rand van de bloeddruppel aan. Druk de teststrip niet te stevig tegen de prikplaats, want dan wordt het kanaaltje mogelijk niet volledig gevuld doordat het geblokkeerd wordt. Smeer de bloeddruppel niet uit en schraap deze niet af met de teststrip. Breng niet nog meer bloed op de teststrip op nadat u de bloeddruppel met de teststrip hebt opgezogen. Beweeg de teststrip niet in de meter tijdens een test, anders krijgt u mogelijk een foutmelding of wordt de meter uitgeschakeld. Verwijder de teststrip niet voordat het resultaat wordt weergegeven, anders wordt de meter uitgeschakeld. 48

50 Een test uitvoeren 3 VOORZICHTIG: Als het bevestigingsvenster niet volledig met bloed is gevuld, wordt mogelijk het bericht FOUT 5 weergegeven. Zie pagina 119. Werp de teststrip weg en voer de testprocedure opnieuw uit. 3. Wacht tot het bevestigingsvenster volledig is gevuld De bloeddruppel wordt in het smalle kanaaltje gezogen en het bevestigingsvenster moet zich volledig vullen. 49

51 3 Een test uitvoeren Wanneer het bevestigingsvenster helemaal vol is, betekent dit dat u voldoende bloed hebt aangebracht. Het aftelscherm verschijnt. Nu kunt u de teststrip van de bloeddruppel verwijderen en wachten tot de meter aftelt (ong. 5 seconden). Aftelscherm VOORZICHTIG: Neem geen directe besluiten over behandeling op basis van de opmerkingen voor bereiksindicatie die bij de testresultaten worden weergeven. Besluiten over de behandeling moeten worden genomen op basis van de numerieke resultaten en aanbevelingen van de arts/ diabetesverpleegkundige, niet alleen op basis van de opmerkingen voor bereiksindicatie. 50

52 Een test uitvoeren 3 Kom er zelf achter of het resultaat van uw huidige glucosetest binnen, onder of boven uw algemene bereikswaarden uitkomt Als uw glucoseresultaat na een test samen met de datum en tijd wordt weergegeven, verschijnt op de meter tevens een Opmerking bereiksindicatie. De Opmerking laat u weten of het resultaat binnen, onder of boven de algemene bereiksgrenzen uitkomt die in de meter zijn ingesteld (zie pagina 85). De Opmerking bereiksindicatie wijst ook naar een kleurenbalk voor bereiksindicatie onder het meterscherm. Als mmol/l niet wordt weergegeven met het bloedglucoseresultaat, neem dan contact op met de klantenservice. Neem contact op met de gratis OneTouch -lijn via (Nederland) of bezoek 51

53 3 Een test uitvoeren Na het bloedglucoseresultaat Zodra u het bloedglucoseresultaat hebt, kunt u het volgende doen: Houd de knop ingedrukt om terug te keren naar het hoofdmenu. Houd de knop enkele seconden ingedrukt totdat de meter wordt uitgeschakeld. De meter wordt vanzelf uitgeschakeld als deze gedurende twee minuten niet wordt gebruikt. Of, Verwijder de teststrip, dan wordt de meter uitgeschakeld. Het gebruikte lancet verwijderen OPMERKING: Deze prikpen heeft een uitwerpfunctie, zodat u het gebruikte lancet er niet uit hoeft te trekken. 1. De prikpendop verwijderen Verwijder de dop door deze tegen de klok in te draaien en deze vervolgens recht van de pen af te trekken. 52

54 Een test uitvoeren 3 2. De punt van het lancet afdekken Voordat u het lancet verwijdert: plaats het beschermdopje van het lancet op een hard oppervlak en duw de punt van het lancet in het dopje. 3. Werp het lancet uit Schuif de uitwerpknop naar voren totdat het lancet uit de prikpen springt. Schuif de uitwerpknop terug naar zijn oorspronkelijke positie. Als het lancet niet correct wordt uitgeworpen, span de pen dan nogmaals en schuif de uitwerpknop naar voren tot het lancet naar buiten komt. 53

55 3 Een test uitvoeren 4. Plaats de dop terug op de prikpen Plaats de dop terug op de pen en draai deze met de klok mee om de dop vast te draaien. Niet té vast draaien. Het is van belang dat u, iedere keer dat u een bloeddruppel afneemt, een nieuw lancet gebruikt. Hiermee voorkomt u infecties en pijn aan uw vingertoppen. 54

56 Een test uitvoeren 3 Het gebruikte lancet en de gebruikte teststrip wegwerpen Wees na ieder gebruik voorzichtig bij het weggooien van het gebruikte lancet om te voorkomen dat u zich per ongeluk aan de naald prikt. Gebruikte lancetten en teststrips worden in bepaalde gebieden gezien als kleinchemisch afval. Neem voor het weggooien hiervan de aanwijzingen van uw arts/diabetesverpleegkundige of de plaatselijke voorschriften in acht. Was uw handen grondig met water en zeep nadat u de meter, de teststrips, de prikpen en het dopje hebt gebruikt. 55

57 3 Een test uitvoeren Onverwachte testresultaten interpreteren Raadpleeg de volgende aandachtspunten als uw testresultaten voor bloedglucose hoger of lager zijn dan verwacht. VOORZICHTIG: Lage bloedglucoseresultaten Als uw bloedglucoseresultaat lager is dan 3,9 mmol/l of wordt weergegeven als EXTREEM LAGE GLUCOSE, (wat betekent dat het resultaat lager is dan 1,1 mmol/l), kan dit duiden op lage bloedglucose (hypoglycemie). Dit kan een onmiddellijke behandeling vereisen volgens de aanwijzingen van uw arts/diabetesverpleegkundige. Hoewel dit resultaat het gevolg kan zijn van een testfout, is het veiliger eerst te behandelen en vervolgens opnieuw te testen. VOORZICHTIG: Dehydratatie en lage bloedglucoseresultaten Het is mogelijk dat u onjuiste lage bloedglucoseresultaten krijgt als u ernstig bent uitgedroogd. Neem onmiddellijk contact op met een arts/diabetesverpleegkundige als u denkt dat u aan ernstige dehydratatie lijdt. 56 LET OP EXTREEM LAGE GLUCOSE (onder 1.1 mmol/l) Behandel laag

58 Een test uitvoeren 3 VOORZICHTIG: Hoge bloedglucoseresultaten Als uw testresultaat hoger is dan 10,0 mmol/l, kan dit duiden op hyperglycemie (hoge bloedglucose) en moet u overwegen een nieuwe test uit te voeren. Raadpleeg uw arts/diabetesverpleegkundige als u zich zorgen maakt over hyperglycemie. EXTREEM HOGE GLUCOSE wordt weergegeven als uw bloedglucoseresultaat hoger is dan 33,3 mmol/l. U kunt ernstige hyperglycemie (zeer hoge bloedglucose) hebben. Test uw bloedglucosewaarde opnieuw. Als het resultaat opnieuw EXTREEM HOGE GLUCOSE is, duidt dit op een ernstig probleem met de controle van uw bloedglucose. Neem onmiddellijk contact op met uw arts/diabetesverpleegkundige en volg zijn/haar instructies op. LET OP EXTREEM HOGE GLUCOSE (boven 33.3 mmol/l) 57

59 3 Een test uitvoeren VOORZICHTIG: Herhaaldelijk onverwachte bloedglucoseresultaten Als u voortdurend onverwachte resultaten krijgt, moet u het systeem met controlevloeistof controleren. Zie pagina 59. Als u symptomen hebt die niet in overeenstemming zijn met de resultaten van de bloedglucosemeting en u alle in deze gebruikershandleiding beschreven aanwijzingen hebt opgevolgd, dient u contact op te nemen met uw arts/ diabetesverpleegkundige. Negeer nooit symptomen en breng nooit belangrijke wijzigingen in uw diabetesbehandelplan aan zonder eerst uw arts/diabetesverpleegkundige om advies te vragen. VOORZICHTIG: Ongewoon gehalte rode bloedcellen Een hematocrietpercentage (percentage van het bloed dat uit rode bloedcellen bestaat) dat zeer hoog (hoger dan 55%) of zeer laag (lager dan 30%) is, kan een onjuist resultaat veroorzaken. 58

60 Een test uitvoeren 3 Testen met controlevloeistof De OneTouch Select Plus controlevloeistof wordt gebruikt om na te gaan of de meter en teststrips goed als een systeem samenwerken en of u de test correct uitvoert. (Controlevloeistof is afzonderlijk verkrijgbaar.) OPMERKING: Als u een nieuw flesje met controlevloeistof opent, noteer dan de uiterste gebruiksdatum op het etiket van het flesje. Zie de bijsluiter van de controlevloeistof of het etiket van het flesje voor instructies met betrekking tot het bepalen van de uiterste gebruiksdatum. Draai de dop van het flesje met controlevloeistof onmiddellijk na gebruik stevig vast om besmetting of beschadiging te voorkomen. 59

61 3 Een test uitvoeren Maak het buisje teststrips niet open voordat u klaar bent om een teststrip uit het buisje te halen en een test uit te voeren. Gebruik de teststrip onmiddellijk nadat u deze uit het buisje hebt genomen, vooral ook als de luchtvochtigheid hoog is. Tests met controlevloeistof moeten worden uitgevoerd bij kamertemperatuur (20-25 C). Zorg dat de meter, de teststrips en de controlevloeistoffen op kamertemperatuur zijn voordat u de test uitvoert. VOORZICHTIG: Controlevloeistof niet inslikken of innemen. Breng de controlevloeistof niet aan op de huid of de ogen; dit kan irritatie veroorzaken. Gebruik de controlevloeistof niet na de vervaldatum die op het etiket van het flesje staat afgedrukt of na de uiterste gebruiksdatum (welke ook het eerst is), aangezien dat kan leiden tot onnauwkeurige resultaten. 60

62 Een test uitvoeren 3 Voer een test met controlevloeistof uit Wanneer u een nieuw buisje teststrips opent. Als u vermoedt dat de meter of de teststrips niet goed werken. Als u herhaaldelijk onverwachte bloedglucoseresultaten krijgt. Als u de meter hebt laten vallen of hebt beschadigd. 61

63 3 Een test uitvoeren Een test met controlevloeistof uitvoeren 1. Houd de knop ingedrukt om de meter aan te zetten en terug te keren naar het hoofdmenu 2. Markeer Instellingen in het hoofdmenu en druk op 30 apr 9:45 Res. logboek Gemiddelden Instellingen 3. Markeer Controletest en druk op Instellingen Tijd / Datum Taal Bereik Mltd.markering Controletest 62

64 Een test uitvoeren 3 Wacht tot Strip inbrengen op het scherm verschijnt. Strip inbrengen 4. Breng een teststrip in Zorg dat de contactstaafjes naar u toe gericht zijn. 63

65 3 Een test uitvoeren Wacht tot Cont. vloeistof opbrengen op het scherm verschijnt. Cont.vloeistof opbrengen 5. Bereid de controlevloeistof voor Schud het flesje voorzichtig voordat u de dop verwijdert. Verwijder de dop van het flesje en plaats deze op een plat oppervlak met de bovenkant van de dop naar boven gericht. Knijp in het flesje om het eerste druppeltje te verwijderen. 64

66 Een test uitvoeren 3 Veeg zowel de opening van het buisje controlevloeistof als de bovenkant van de dop af met een schone, vochtige tissue of doek. Knijp vervolgens een druppel in de kleine opening bovenop de dop of op een schoon, nietabsorberend oppervlak. 65

67 3 Een test uitvoeren 6. Cont. vloeistof opbrengen Houd de meter zo dat het nauwe kanaaltje bij de bovenrand van de teststrip een kleine hoek vormt met de druppel controlevloeistof. Houd het kanaaltje op de bovenrand van de teststrip tegen de controlevloeistof. Wacht tot het kanaaltje volledig is gevuld. 66

68 Een test uitvoeren 3 7. Lees uw resultaat af De meter begint af te tellen en het resultaat wordt op het scherm weergegeven, samen met de datum, de tijd, de maateenheid en Controlevloeistof. Omdat u Controletest hebt geselecteerd, markeert de meter het resultaat automatisch als een test met controlevloeistof. VOORZICHTIG: Vergeet niet om Controletest te selecteren op het scherm Instellingen voordat u begint met het testen met controlevloeistof. Het scherm met Fout 6 kan verschijnen als u de controlevloeistof op de teststrip hebt aangebracht zonder de stappen vanaf pagina 62 te volgen. Zie pagina 121 voor meer informatie. 67

69 3 Een test uitvoeren 8. Controleer of het resultaat in het juiste bereik valt Op ieder buisje teststrips staat het bereik van de OneTouch Select Plus Mid Control Solution op het etiket gedrukt. Vergelijk het op de meter weergegeven resultaat met het bereik op het buisje teststrips. Voorbeeld bereik OneTouch Select Plus Mid Control Solution Controlebereik 5,7-7,7 mmol/l 68

70 Een test uitvoeren 3 Resultaten die buiten het bereik vallen, kunnen het gevolg zijn van: De instructies die beginnen op pagina 62 zijn niet opgevolgd. De controlevloeistof is verontreinigd of de vervaldatum of uiterste gebruiksdatum is verlopen. De teststrip of het buisje teststrips is beschadigd of over de verval- of uiterste gebruiksdatum heen. De meter, teststrips en/of controlevloeistof waren niet op dezelfde temperatuur toen de test met de controlevloeistof werd uitgevoerd. De controlevloeistof was niet op kamertemperatuur (20-25 C). Een probleem met de meter. Vuil in of besmetting van de kleine opening aan de bovenkant van de dop van de controlevloeistof (zie stap 5). Resultaten van de tests met controlevloeistof kunnen worden bekeken bij de eerdere resultaten, maar worden niet opgenomen in de resultaatgemiddelden. 69

71 3 Een test uitvoeren VOORZICHTIG: Als de resultaten van tests met de controlevloeistof buiten het bereik blijven vallen dat op het buisje met teststrips wordt vermeld, mag u de meter, de teststrips en de controlevloeistof niet gebruiken. Neem contact op met de klantenservice. Neem contact op met de gratis OneTouch -lijn via (Nederland) of bezoek De bereiken voor de controlevloeistof die op het flesje met teststrips staan gedrukt, gelden alleen voor testen met controlevloeistof en zijn geen aanbevolen bereiken voor uw bloedglucosewaarden. 9. Reiniging Reinig de bovenzijde van de dop van de controlevloeistof met een schone, vochtige tissue of doek. 70

72 Een test uitvoeren 3 Deze pagina is opzettelijk blanco gelaten. 71

73 4 Eerdere resultaten en gemiddelden bekijken Uw eerdere resultaten bekijken Uw meter slaat uw 500 meest recente resultaten van bloedglucose- en controlevloeistoftests op en geeft deze op verschillende manieren weer. 1. Ga naar het scherm Res. logboek Druk vanuit het hoofdmenu op of om Res. logboek te selecteren. Druk vervolgens op. 30 apr 9:45 Res. logboek Gemiddelden Instellingen Er worden maximaal vier resultaten weergegeven op het scherm, te beginnen met het meest recente resultaat. OPMERKING: De symbolen voor maaltijdmarkering die in het voorbeeldscherm rechts worden weergegeven, verschijnen alleen naast uw resultaat als Maaltijdmarkering is ingeschakeld en u met het markeren van uw resultaten begint. 72 Res. logboek Di, 30 apr 15:45 Ma, 29 apr 18:45 Zo, 28 apr mmol/l

74 Eerdere resultaten en gemiddelden bekijken 4 2. Scroll door uw resultaten Druk op om achteruit te bladeren en op om vooruit te bladeren door uw resultaten. Door of ingedrukt te houden, kunt u sneller bladeren. Druk om de details van een resultaat weer te geven op terwijl het resultaat gemarkeerd is. Res. detail 30 apr 15:45 mmol/l Vóór Mltd. Binnen bereik 73

75 4 Eerdere resultaten en gemiddelden bekijken De volgende symbolen kunnen tegelijkertijd met het resultaat worden weergegeven. Sommige van deze symbolen verschijnen alleen bij weergave van resultaten in het Res. logboek Hoog Binnen bereik Laag Druk op logboek als het bloedglucoseresultaat hoger is dan 33,3 mmol/l als het bloedglucoseresultaat lager is dan 1,1 mmol/l als het resultaat van een test met controlevloeistof is (zie pagina 59) als het glucoseresultaat hoger is dan de hoogste grens als het glucoseresultaat binnen het bereik is als het glucoseresultaat lager is dan de laagste grens als het glucoseresultaat is gemarkeerd als Vóór Maaltijd als het glucoseresultaat is gemarkeerd als Na Maaltijd om terug te keren naar het scherm Res. 74

76 Eerdere resultaten en gemiddelden bekijken 4 Uw gemiddelden bekijken Ga naar het scherm Gemiddelden Druk vanuit het hoofdmenu op of om Gemiddelden te selecteren. Druk vervolgens op. 30 apr 9:45 Res. logboek Gemiddelden Instellingen Voor elke 7-, 14-, 30- en 90-daagse periode die voorafgaat aan de huidige datum, worden de gemiddelden van die resultaten weergegeven. Deze gemiddelden omvatten ALLE resultaten, dus zowel resultaten met als zonder maaltijdmarkering. Gemiddelden 7 dagen 6.4 mmol/l 14 dag. 6.8 mmol/l 30 dag. 6.7 mmol/l 90 dag. 6.1 mmol/l Pagina 1 van 3 75

77 4 Eerdere resultaten en gemiddelden bekijken Als Maaltijdmarkering Aan is, kunt u ook de gemiddelden voor Vóór Maaltijd en Na Maaltijd voor dezelfde perioden zien. Druk op of om de gemiddelden voor Vóór Maaltijd en Na Maaltijd weer te geven. Alleen de resultaten met de markering Vóór Maaltijd en Na Maaltijd worden voor deze gemiddelden meegerekend. Druk op om terug te keren naar het scherm Hoofdmenu. Gem. Vóór Mltd. 7 dagen 14 dag. 30 dag. 6.4 mmol/l 6.2 mmol/l 6.2 mmol/l 90 dag. mmol/l Pagina 2 van 3 Gem. Na Mltd. 7 dagen 14 dag. 30 dag. 90 dag. Pagina 3 van mmol/l 10.0 mmol/l 11.1 mmol/l 10.3 mmol/l 76

78 Eerdere resultaten en gemiddelden bekijken 4 OPMERKING: De gemiddelden worden alleen berekend als er tenminste 2 glucoseresultaten voor de periode bestaan waaruit het gemiddelde wordt berekend. Het resultaat EXTREEM HOGE GLUCOSE wordt altijd meegeteld als 33,3 mmol/l en het resultaat EXTREEM LAGE GLUCOSE wordt altijd meegeteld als 1,1 mmol/l. De meter berekent gemiddelden op basis van de 7-, 14-, 30- en 90-daagse perioden die de huidige datum net voorafgaan. Als u de datuminstelling wijzigt, veranderen de gemiddelden mogelijk ook. 77

79 4 Eerdere resultaten en gemiddelden bekijken Resultaatgemiddelden bieden informatie over eerdere resultaten. Gebruik de resultaatgemiddelden niet voor directe behandelingsbesluiten. Neem altijd contact op met uw arts/diabetesverpleegkundige voor u grote veranderingen in uw diabeteszorgplan doorvoert. VOORZICHTIG: Laat anderen uw meter niet gebruiken, aangezien dit uw gemiddelden kan beïnvloeden. Resultaten downloaden naar een computer OneTouch Diabetes Management Software kan al uw gegevens opslaan, zodat u patronen kunt herkennen voor het plannen van maaltijden, fysieke inspanning, insulinetoediening en medicatie. Voor meer informatie over OneTouch Diabetes Management Software en voor het bestellen van de software gaat u naar of kunt u contact opnemen met de klantenservice. Neem contact op met de gratis OneTouch -lijn via (Nederland) of bezoek Alleen verbinden met computers die UL gecertificeerd zijn. 78

80 Eerdere resultaten en gemiddelden bekijken 4 Volg voor het overzetten van gegevens van de meter de instructies op die zijn meegeleverd met de OneTouch Diabetes Management Software om de resultaten van de meter te downloaden. U hebt een micro-usbverbindingskabel nodig om een OneTouch Select Plus meter met een computer te verbinden om de resultaten te downloaden (niet meegeleverd). Nadat u de opdracht voor het downloaden van de computer naar de meter hebt verzonden, wordt PC Verbonden weergegeven op de meter om aan te geven dat de meter in de communicatiemodus staat. Geen teststrip in de meter plaatsen als deze is aangesloten op een computer. PC Verbonden Niet de batterijen verwijderen terwijl de meter is aangesloten op een computer. 79

81 5 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname U kunt de meterinstellingen op ieder moment aanpassen. Wanneer u de meter inschakelt, wordt het hoofdmenu weergegeven na het opstartscherm. De huidige selectie op het meterscherm wordt weergegeven met een donker balkje. Druk vanuit het hoofdmenu op of om Instellingen te selecteren. Druk vervolgens op. 30 apr 9:45 Res. logboek Gemiddelden Instellingen Selecteer de instelling die u wilt aanpassen en druk op. Instellingen Range Tijd / Datum Taal Bereik Mltd.markering Controletest 80

82 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname 5 Tijd en datum instellen 1. De tijd aanpassen Markeer Tijd/Datum op het scherm Instellingen en druk op. Selecteer vervolgens Tijd en druk op. Tijd / Datum Tijd: 16:45 Datum: 30 mei 2014 De momenteel in de meter ingestelde tijd wordt weergegeven. Druk op of om het uur in te stellen en druk vervolgens op. Herhaal deze stap om de minuten te wijzigen. Het scherm Opgeslagen verschijnt om te bevestigen dat de weergegeven tijd is opgeslagen in de meter. Tijd 16 : 45 81

83 5 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname 2. De datum aanpassen Markeer Datum op het scherm Tijd/Datum en druk op. Tijd / Datum Tijd: 15:45 Datum: 30 mei 2014 De momenteel in de meter ingestelde datum wordt weergegeven. Druk op of voor wijziging van de instelling van dag, en druk dan op. Herhaal deze stap voor wijziging van maand en jaar. Het scherm Opgeslagen verschijnt om te bevestigen dat de weergegeven datum is opgeslagen in de meter. Datum: 30 mei

84 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname 5 OPMERKING: Om er zeker van te zijn dat de datum en tijd in uw meter correct zijn ingesteld, verschijnt er iedere 6 maanden en telkens wanneer u de batterijen hebt vervangen een scherm waarin u wordt gevraagd om de in de meter ingestelde datum en tijd te bevestigen. Druk op als ze juist zijn. Zie pagina 108 voor informatie over het vervangen van de batterijen. A.u.b. bevestigen 09 jun 16:00 Is deze datum/tijd correct? Ja Aanpassen Als deze niet correct zijn, druk dan op of om Aanpassen te selecteren. Druk vervolgens op. Volg stap 1 en 2 om de tijd en datum te wijzigen. Nadat de datum en tijd eenmaal correct zijn ingesteld, drukt u op of om Gereed te selecteren. Druk vervolgens op. Na een paar seconden verschijnt het hoofdmenu op het scherm. Indien de meter ingeschakeld is door het inbrengen van een teststrip, wordt het scherm Bloed aanbrengen weergegeven. 83

85 5 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname Bereikswaarden instellen Het bereik wordt begrensd door een laagste en hoogste grens: u stelt het zelf op de meter in. De meter gebruikt de laagste en hoogste grenzen om u te laten weten of een testresultaat binnen, onder of boven de bereiksgrenzen uitkomt. Als u Bereik selecteert op het scherm Instellingen, kunt u de laagste en hoogste grens voor het "Algemeen" bereik instellen. VOORZICHTIG: Raadpleeg uw arts/diabetesverpleegkundige over de onder- en bovengrenzen die op u van toepassing zijn. Wanneer u uw grenzen kiest of wijzigt, dient u daarbij factoren als uw leefgewoontes en diabetesbehandeling in acht te nemen. Breng nooit belangrijke wijzigingen in uw diabetescontroleplan aan zonder uw arts/ diabetesverpleegkundige om advies te vragen. OPMERKING: Als u besluit om de bereikswaarden voor "Algemeen" te wijzigen, heeft dat geen invloed op de voorgaande opmerkingen voor bereiksindicatie in het resultatenlogboek. Maar voor nieuwe testen worden nu de opmerkingen voor bereiksindicatie volgens de nieuwe instellingen weergegeven. 84

86 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname 5 De algemene bereiksgrenzen aanpassen Markeer Bereik op het scherm Instellingen en druk op. Instellingen Tijd / Datum Taal Bereik Mltd.markering Controletest De momenteel in de meter ingestelde algemene bereiksgrenzen worden weergegeven. Druk op of om de Laagste grens in te stellen op de gewenste waarde, tussen 3,3 mmol/l en 6,1 mmol/l. Druk dan op. Bereik laagste grens mmol/l 85

87 5 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname Druk op of om de Hoogste grens in te stellen op de gewenste waarde, tussen 5,0 mmol/l en 16,7 mmol/l. Druk dan op. Bereik hoogste grens mmol/l Het scherm Opgeslagen verschijnt om te bevestigen dat de weergegeven onder- en bovengrenzen zijn opgeslagen in de meter. Opgeslagen mmol/l 86

88 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname 5 Maaltijdmarkering in-/uitschakelen Op de OneTouch Select Plus meter kunt u de markering Vóór Maaltijd of Na Maaltijd aan het huidige glucoseresultaat toevoegen. Om een markering toe te kunnen voegen, moet de functie maaltijdmarkering zijn ingeschakeld. Een bloedglucosetest vóór de maaltijd wordt vlak voor aanvang van een maaltijd uitgevoerd. Een bloedglucosetest na de maaltijd wordt gewoonlijk één tot twee uur na aanvang van een maaltijd uitgevoerd. Overleg met uw arts/diabetesverpleegkundige hoe u met maaltijdmarkeringen uw diabetes beter onder controle kunt houden. Wees zorgvuldig als u markeringen aan uw glucoseresultaten toevoegt. Als de markering niet goed wordt uitgevoerd, kunnen de weergegeven gemiddelde waarden onjuist zijn en/of verkeerd worden uitgelegd. 87

89 5 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname Markeer Maaltijdmarkering op het scherm Instellingen en druk op. Instellingen Tijd / Datum Taal Bereik Mltd.markering Controletest Er wordt met een vinkje aangegeven of de maaltijdmarkering Uit of Aan is. Mltd.markering Aan Uit Mltd.markering aan zetten om glucoseresultaten als Vóór of Na de Mltd. te markeren. 88

90 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname 5 Als u de maaltijdmarkering Aan zet, wordt u gevraagd de bereikwaarden voor Vóór Maaltijd en Na Maaltijd te controleren, die alleen worden gebruikt voor glucoseresultaten die zijn voorzien van de markering Vóór Maaltijd of Na Maaltijd. Druk op om door te gaan en eventueel de bereiksgrenzen voor Vóór Maaltijd en Na Maaltijd te veranderen. De vooringestelde bereikswaarden voor Vóór Maaltijd zijn 3,9 mmol/l en 7,2 mmol/l (laagste en hoogste grens), en de vooringestelde bereikswaarden voor Na Maaltijd zijn 6,7 mmol/l en 10,0 mmol/l (laagste en hoogste grens). Als de bereikswaarden voor Vóór Maaltijd correct zijn, druk dan op om deze op te slaan. Druk om de waarden te wijzigen op of om Aanpassen te markeren, en druk op. 89 Mltd.markering Noteren. On Bereik Vóór en Off Na Mltd. dient ingesteld te zijn Turn om de Meal Mltd.mark. Tagging te On gebruiken. to label glucose OKresults Before Annuleren Meal or After Meal. Bereik Vóór de Mltd.: stel laagste/hoogste grenzen in mmol/l Opslaan Aanpassen Stap 1 van 2

91 5 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname Druk op of om de Laagste grens in te stellen op de gewenste waarde, tussen 3,3 mmol/l en 6,1 mmol/l. Druk dan op. Bereik Vóór Mltd. laagste grens mmol/l Stap 1 van 2 Druk op of om de Hoogste grens in te stellen op de gewenste waarde, tussen 5,0 mmol/l en 12,0 mmol/l. Druk dan op. Bereik Vóór Mltd. hoogste grens mmol/l Stap 1 van 2 90

92 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname 5 Het scherm Opgeslagen verschijnt om te bevestigen dat de bereikswaarden voor Vóór Maaltijd zijn opgeslagen in de meter. Opgeslagen. Bereik Vóór Mltd mmol/l Stap 1 van 2 Als de bereikswaarden voor Na Maaltijd correct zijn, druk dan op om deze op te slaan. Druk om de waarden te wijzigen op of om Aanpassen te markeren, en druk op. Volg nu de vorige stappen hierboven om de bereikswaarden voor Na Maaltijd in te stellen en op te slaan. Bereik Na de Mltd.: stel laagste/hoogste grenzen in mmol/l Opslaan Aanpassen Stap 2 van 2 OPMERKING: De laagste grens Na Maaltijd kan worden ingesteld tussen 4,4 mmol/l en 6,7 mmol/l. De hoogste grens Na Maaltijd kan worden ingesteld tussen 6,6 mmol/l en 16,7 mmol/l. 91

93 5 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname Als u klaar bent met het instellen en opslaan van de bereikswaarden voor en na de maaltijd verschijnt het scherm Opgeslagen om aan te geven dat de maaltijdmarkering Aan is. Opgeslagen. Mltd. Mark. Aan OPMERKING: Als Maaltijdmarkering Aan is en u de functie Uit zet, wordt u gevraagd om de algemene bereikswaarden te bevestigen of aan te passen: deze worden dan gebruikt voor alle glucoseresultaten zonder markering. Volg de aanwijzingen op pagina 85 om de algemene bereikswaarden aan te passen. Mltd.markering Noteren. On Voor u Mltd. Off Mark. uitzet, bevestig hoogste of laagste grens To edit van your uw bereik. Before or After Meal OKRanges, select Annuleren Range from the Settings menu. 92

94 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname 5 De bereiksgrenzen voor maaltijd aanpassen De functie Maaltijdmarkering moet Aan staan om de bereiksgrenzen voor vóór en na de maaltijd aan te kunnen passen. Zie pagina 87. Markeer Bereik op het scherm Instellingen en druk op. Instellingen Tijd / Datum Taal Bereik Mltd.markering Controletest OPMERKING: Als u besluit om de bereikswaarden voor "Maaltijd" te wijzigen, heeft dat geen invloed op de voorgaande opmerkingen voor bereiksindicatie in het resultatenlogboek. Maar voor nieuwe testen worden nu de opmerkingen voor bereiksindicatie volgens de nieuwe instellingen weergegeven. 93

95 5 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname De bereiksgrenzen voor Vóór Maaltijd en Na Maaltijd aanpassen Markeer Vóór maaltijd op het scherm Bereik en druk op. De momenteel in de meter ingestelde bereiksgrenzen voor Vóór Maaltijd worden weergegeven. Bereik mmol/l Vóór Mltd.: Na Mltd.: Druk op of om de Laagste grens in te stellen op de gewenste waarde, tussen 3,3 mmol/l en 6,1 mmol/l. Druk dan op. Bereik Vóór Mltd. laagste grens mmol/l 94

96 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname 5 Druk op of om de Hoogste grens in te stellen op de gewenste waarde, tussen 5,0 mmol/l en 12,0 mmol/l. Druk dan op. Bereik Vóór Mltd. hoogste grens mmol/l Het scherm Opgeslagen verschijnt om te bevestigen dat de bereikswaarden voor Vóór Maaltijd zijn opgeslagen in de meter. Opgeslagen. Bereik Vóór Mltd mmol/l Stap 1 van 2 95

97 5 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname Markeer Bereik op het scherm Instellingen en druk op. Markeer nu Na maaltijd op het scherm Bereik en druk op. Volg de vorige stappen om de bereikswaarden voor Na Maaltijd aan te passen. Bereik mmol/l Vóór Mltd.: Na Mltd.: OPMERKING: De laagste grens Na Maaltijd kan worden ingesteld tussen 4,4 mmol/l en 6,7 mmol/l. De hoogste grens Na Maaltijd kan worden ingesteld tussen 6,6 mmol/l en 16,7 mmol/l. 96

98 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname 5 Markeringen aan uw glucoseresultaten toevoegen Als de functie Maaltijdmarkering Aan is, kunt u markeringen aan uw glucoseresultaten toevoegen. Wanneer het glucoseresultaat na een test op het scherm wordt weergegeven, verschijnen uw markeringsopties onder het resultaat (Vóór maaltijd, Na maaltijd of Geen markering). Druk op of om Vóór maaltijd ( ) of Na maaltijd ( ) te markeren, en druk op. Als u dit resultaat niet wilt markeren, selecteert u Geen markering en drukt u op, of drukt u op om terug te gaan naar het scherm Resultaten. 30 apr 14:45 mmol/l Vóór Mltd. Na Mltd. Geen Mark. 97

99 5 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname OPMERKING: U kunt de maaltijdmarkering onder het resultaat aanpassen zolang het resultaat wordt weergegeven (zie volgende pagina). Druk op om terug te gaan naar het scherm Maaltijdmarkering hierboven en herhaal de aanwijzingen voor het markeren van uw resultaat. U kunt een EXTREEM HOOG resultaat een markering geven; voor een EXTREEM LAAG resultaat is dat niet mogelijk. U kunt maaltijdmarkeringen niet aanpassen wanneer u het resultaat in het Res. logboek bekijkt. 98

100 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname 5 Het icoon voor uw selectie Vóór maaltijd ( ) of Na maaltijd ( ) wordt onder het resultaat weergegeven. De functie Bereiksindicatie op uw meter geeft automatisch de juiste Opmerking bereiksindicatie weer, en wijst naar de overeenkomstige Kleurenbalk bereiksindicatie. De meter gebruikt de bereikswaarden voor Vóór Maaltijd of Na Maaltijd voor het resultaat, afhankelijk van de door u aangebrachte maaltijdmarkering. 99

101 5 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname Het serienummer, de softwareversie en de laatste foutmelding van de meter controleren Het serienummer, de softwareversie en informatie over de laatste foutmelding op de meter zijn opgeslagen in uw meter. U kunt deze informatie op ieder tijdstip controleren en voor probleemoplossing gebruiken. 1. Druk op of om naar Meterinfo te scrollen en dit te markeren op het scherm Instellingen Instellingen Taal Bereik Mltd.markering Controletest Meterinfo 2. Druk op om de meterinformatie weer te geven 100 Meterinfo Serie #: BCXFF2HK Software: PUE_ Eenheden: mmol/l Laatste foutm.:

102 De meterinstellingen aanpassen na de eerste ingebruikname 5 Druk op om omlaag te scrollen voor weergave van de laatste foutmelding op de meter. Meterinfo Laatste foutm.: Foutmeld. X Datum foutm.: 21 apr 2014 Code subfoutm.: XXXX 101

103 6 Onderhoud Het systeem bewaren Bewaar de meter, de teststrips, de controlevloeistof en andere onderdelen in het etui. Bewaar dit op een koele, droge plaats tussen 5 C en 30 C. Niet in de koelkast bewaren. Bescherm alle onderdelen tegen direct zonlicht en hitte. Reinigen en desinfecteren Reinigen en desinfecteren zijn twee verschillende dingen, die beide uitgevoerd dienen te worden. Het reinigen is onderdeel van de gebruikelijke zorg en onderhoud en moet vóór desinfectie plaatsvinden, maar hiermee worden geen bacteriën gedood. Desinfectie is de enige manier waarop u blootstelling aan ziekten kunt verkleinen. Zie pagina 103 voor informatie over het reinigen en zie pagina 105 voor informatie over het desinfecteren. 102

104 Onderhoud 6 Reinigen van uw meter, prikpen en dop De meter, de prikpen en de dop dienen altijd te worden gereinigd als ze zichtbaar vies zijn en ook vóór desinfectie. Reinig uw meter minstens één keer per week. De meter en de prikpen dienen altijd te worden gereinigd als ze zichtbaar vies zijn. Voor het reinigen hebt u afwasmiddel van normale sterkte en een zachte doek nodig. Maak een milde schoonmaakoplossing door 2,5 ml afwasmiddel van normale sterkte in 250 ml op te lossen. Gebruik geen alcohol of een ander oplosmiddel. Laat geen vloeistof, vuil, stof, bloed of controlevloeistof in de teststrippoort of gegevenspoort komen. (Zie pagina 16.) Spuit geen reinigingsvloeistof op de meter en dompel de meter niet onder in vloeistof. 103

105 6 Onderhoud 1. Houd de meter met de teststrippoort naar beneden gericht en gebruik een zachte vochtige doek (water en mild schoonmaakmiddel) om de buitenkant van de meter en de prikpen af te drogen Zorg ervoor dat u het meeste vocht uit het doekje knijpt voordat u de meter reinigt. Veeg de buitenkant van de dop schoon. 2. Droog af met een schoon, zacht doekje 104

106 Onderhoud 6 Desinfecteren van uw meter, prikpen en dop De meter, prikpen en de dop dienen met enige regelmaat gedesinfecteerd te worden. Reinig eerst de meter, prikpen en dop voordat u ze desinfecteert. Voor de desinfectie hebt u normaal bleekmiddel nodig (met een minimum 5,5% natriumhypochloriet als het actieve bestanddeel)*. Meng een oplossing van 1 deel bleekmiddel op 9 delen water. *Volg de aanwijzingen van de fabrikant op voor het gebruiken en bewaren van bleekmiddel. 1. Houd de meter met de teststrippoort naar beneden gericht Gebruik een zachte doek die met deze oplossing bevochtigd is om de buitenkant van de meter en de prikpen af te vegen totdat het oppervlak vochtig is. Zorg ervoor dat u het meeste vocht uit het doekje knijpt voordat u de meter reinigt. 105

107 6 Onderhoud 2. Dek het te desinfecteren oppervlak na het afnemen 1 minuut af met een zachte doek die met de bleekmiddeloplossing is bevochtigd Was uw handen grondig met water en zeep nadat u de meter, de prikpen en het dopje hebt gebruikt. Als u tekenen van slijtage begint te zien, neem dan contact op met de klantenservice. Neem contact op met de gratis OneTouch -lijn via (Nederland) of bezoek 106

108 Onderhoud 6 Deze pagina is opzettelijk blanco gelaten. 107

109 7 Batterijen Uw OneTouch Select Plus meter gebruikt 2x CR2032 lithiumbatterijen. Eén batterij voorziet alleen de meter van stroom en de andere de achtergrondverlichting. Zie pagina 123 voor informatie over wanneer u de batterijen van de meter moet vervangen. Als de meter niet wordt ingeschakeld, controleer dan de batterijen. De batterijen niet vervangen terwijl de meter is aangesloten op een computer. BELANGRIJK: Gebruik uitsluitend CR2032 lithiumbatterijen in de meter. Gebruik geen oplaadbare batterijen. Het gebruik van ongeschikte typen batterijen of het vervangen van slechts één batterij kan ertoe leiden dat uw meter voor minder tests dan gebruikelijk kan worden gebruikt. WAARSCHUWING: Bepaalde soorten batterijen kunnen lekken, wat de meter kan beschadigen of ertoe kan leiden dat de batterijen sneller dan normaal uitgewerkt zijn. Lekkende batterijen direct vervangen. 108

110 Batterijen 7 De batterijen vervangen 1. Verwijder de oude batterijen Begin terwijl de meter uitgeschakeld is. Verwijder het deksel van het batterijvak door dit naar beneden te schuiven. Trek de plastic batterijlinten krachtig omhoog. Het plastic batterijlint met het symbool is voor de meterbatterij en het plastic batterijlint met het symbool is voor de schermverlichting. 109

111 7 Batterijen 2. Plaats de nieuwe batterijen Houd de kant met de "+" naar boven en naar u toe en plaats de batterijen in de batterijhouder zodat ze in de inzinking van het plastic batterijlint vallen. Duw de batterijen aan totdat ze in de batterijklem klikken. Plaats het deksel van het batterijvak terug door het op de meter omhoog te schuiven. Als de meter niet wordt ingeschakeld nadat u de batterij van de meter hebt vervangen, controleert u of de batterij correct is geplaatst met de "+" naar boven. Als de meter nog steeds niet wordt ingeschakeld, neem dan contact op met de klantenservice. Neem contact op met de gratis OneTouch -lijn via (Nederland) of bezoek 110

112 Batterijen 7 3. Controleer de instellingen van de meter Telkens nadat u de batterijen hebt vervangen wordt u gevraagd om de tijd en datum in te stellen. Zie pagina Gooi de batterijen weg Gooi de batterijen weg volgens de plaatselijke milieurichtlijnen. 111

113 8 Problemen oplossen De OneTouch Select Plus meter geeft een melding wanneer er problemen zijn met de teststrip, met de meter of wanneer uw glucosewaarden boven 33,3 mmol/l of onder 1,1 mmol/l liggen. Onjuist gebruik kan een onnauwkeurig resultaat opleveren zonder dat er een foutmelding wordt weergegeven. OPMERKING: Als de meter aanstaat maar niet werkt (vastloopt), neem dan contact op met de klantenservice. Neem contact op met de gratis OneTouch -lijn via (Nederland) of bezoek LET OP EXTREEM LAGE GLUCOSE (onder 1.1 mmol/l) Behandel laag Wat het betekent U hebt mogelijk een zeer lage bloedglucosewaarde (ernstige hypoglycemie), lager dan 1,1 mmol/l. Wat moet u doen Mogelijk is directe behandeling nodig. Hoewel deze melding het gevolg kan zijn van een testfout, is het veiliger eerst te behandelen en vervolgens opnieuw te testen. Behandel altijd volgens de aanwijzingen van uw arts/ diabetesverpleegkundige. 112

114 Problemen oplossen 8 LET OP EXTREEM HOGE GLUCOSE (boven 33.3 mmol/l) Wat het betekent U hebt mogelijk een zeer hoge bloedglucosewaarde (ernstige hyperglycemie), meer dan 33,3 mmol/l. Wat moet u doen Test uw bloedglucosewaarde opnieuw. Als het resultaat opnieuw EXTREEM HOGE GLUCOSE is, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts/diabetesverpleegkundige en volg zijn/haar aanwijzingen. 113

115 8 Problemen oplossen LET OP Temperatuur te hoog. Buiten werkingsbereik. Zie handleiding. Wat het betekent De meter is te warm (boven 44 C) voor een correcte werking. Wat moet u doen Breng de meter en teststrips naar een koelere ruimte. Plaats een nieuwe teststrip wanneer de meter en teststrips op gebruikstemperatuur (10-44 C) zijn gekomen. Als de melding Temperatuur te hoog niet meer verschijnt kunt u verder gaan met de test. 114

116 Problemen oplossen 8 LET OP Temperatuur te laag. Buiten werkingsbereik. Zie handleiding. Wat het betekent De meter is te koud (onder 10 C) voor een correcte werking. Wat moet u doen Breng de meter en teststrips naar een warmere ruimte. Plaats een nieuwe teststrip wanneer de meter en teststrips op gebruikstemperatuur (10-44 C) zijn gekomen. Als de melding Temperatuur te laag niet meer verschijnt kunt u verder gaan met de test. 115

117 8 Problemen oplossen Foutmeld. 1 Meterprobleem. Neem contact op met de klantenservice. Wat het betekent Er is een probleem met de meter. Wat moet u doen Gebruik de meter niet. Neem contact op met de klantenservice. Neem contact op met de gratis OneTouch -lijn via (Nederland) of bezoek Foutmeld. 2 Probleem met meter of strip. Test herhalen met nieuwe strip. Wat het betekent Deze foutmelding kan zijn veroorzaakt door een eerder gebruikte teststrip of door een probleem met de meter. Wat moet u doen Herhaal de test met een nieuwe teststrip; zie pagina 32 of pagina 59. Neem contact op met de klantenservice als deze melding opnieuw wordt weergegeven. Neem contact op met de gratis OneTouch -lijn via (Nederland) of bezoek 116

118 Problemen oplossen 8 Foutmeld. 3 Meter niet gereed. Test nogmaals met nieuwe strip. Wat het betekent De druppel is aangebracht voordat de meter klaar was. Wat moet u doen Herhaal de test met een nieuwe teststrip. Breng pas bloed of controlevloeistof aan als Bloed opbrengen of Cont. vloeistof opbrengen wordt weergegeven op het scherm. Neem contact op met de klantenservice als deze melding opnieuw wordt weergegeven. Neem contact op met de gratis OneTouch -lijn via (Nederland) of bezoek 117

119 8 Problemen oplossen Foutmeld. 4 Probleem met strip. Test herhalen met nieuwe strip. Wat het betekent De meter heeft een probleem met de teststrip waargenomen. Mogelijke oorzaak is beschadiging van de teststrip. Wat moet u doen Herhaal de test met een nieuwe teststrip; zie pagina 32 of pagina 59. Neem contact op met de klantenservice als deze foutmelding opnieuw wordt weergegeven. Neem contact op met de gratis OneTouch -lijn via (Nederland) of bezoek 118

120 Problemen oplossen 8 Foutmeld. 5 Vulprobleem strip. Test herhalen met nieuwe strip. Wat het betekent Een van de volgende situaties kan van toepassing zijn: Er is niet voldoende bloed of controlevloeistof aangebracht of er werd meer toegevoegd nadat de meter is begonnen met aftellen. De teststrip kan zijn beschadigd of bewogen tijdens het testen. De bloeddruppel is niet op de juiste wijze aangebracht. Mogelijk is er een probleem met de meter. Wat moet u doen Herhaal de test met een nieuwe teststrip; zie pagina 32 of pagina 59. Neem contact op met de klantenservice als deze foutmelding opnieuw wordt weergegeven. Neem contact op met de gratis OneTouch -lijn via (Nederland) of bezoek 119

121 8 Problemen oplossen Er zijn twee schermen met Foutmelding 6: Foutmeld. 6 Test met bloed nogmaals uitvoeren met nieuwe strip. Wat het betekent De meter heeft een probleem met de teststrip waargenomen. Dit kan komen doordat u geen bloeddruppel op de teststrip hebt aangebracht toen de meter hier om vroeg. Wat moet u doen Herhaal de test met een nieuwe teststrip; zie pagina 32. Neem contact op met de klantenservice als deze foutmelding opnieuw wordt weergegeven. Neem contact op met de gratis OneTouch -lijn via (Nederland) of bezoek 120

122 Problemen oplossen 8 Foutmeld. 6 Test met controlevloeistof nogmaals uitvoeren met nieuwe strip. Wat het betekent De meter heeft een probleem met de teststrip waargenomen. Dit kan komen doordat u geen controlevloeistof op de teststrip hebt aangebracht toen de meter hier om vroeg. Wat moet u doen Herhaal de test met een nieuwe teststrip; zie pagina 59. Neem contact op met de klantenservice als deze foutmelding opnieuw wordt weergegeven. Neem contact op met de gratis OneTouch -lijn via (Nederland) of bezoek 121

123 8 Problemen oplossen 15 apr 9:45 mmol/l Binnen bereik Wat het betekent De batterijen van de meter zijn bijna leeg, maar er is nog voldoende vermogen om een test uit te voeren. Wat moet u doen Zodra het icoon "Batterij bijna leeg" op de meter wordt weergegeven, blijft dit symbool verschijnen totdat u de batterijen vervangt. De testresultaten zijn nog nauwkeurig, maar vervang de batterijen zo snel mogelijk (zie pagina 108). 122

124 Problemen oplossen 8 Batt. bijna leeg Snel vervangen. (Type CR2032) OK Wat het betekent De batterijen van de meter zijn bijna leeg, maar er is nog voldoende vermogen om een test uit te voeren. Wat moet u doen Druk op om door te gaan, maar vervang de batterijen hierna zo snel mogelijk. LET OP Batterij leeg. Nu vervangen. (Type CR2032) Wat het betekent Er is onvoldoende batterijvermogen om een test uit te voeren. Wat moet u doen Vervang de batterij van de meter. 123

125 8 Problemen oplossen Res. logboek Geen resultaten Wat het betekent Geen resultaten in geheugen, zoals bij het eerste gebruik van de meter. Wat moet u doen Neem contact op met de klantenservice om dit te melden, tenzij u de meter voor de eerste maal gebruikt. Neem contact op met de gratis OneTouch -lijn via (Nederland) of bezoek U kunt nog steeds een bloedglucosetest uitvoeren en een nauwkeurig resultaat krijgen. 124

126 Problemen oplossen 8 Deze pagina is opzettelijk blanco gelaten. 125

127 9 Gedetailleerde informatie over het systeem Meterresultaten met laboratoriumresultaten vergelijken Resultaten van de OneTouch Select Plus meter en laboratoriumtestresultaten worden beide uitgedrukt in plasma-equivalente eenheden. De resultaten die u met de meter verkrijgt, kunnen echter verschillen van de laboratoriumresultaten wegens normale afwijkingen. Een resultaat van de OneTouch Select Plus meter wordt als correct beschouwd als het binnen 0,83 mmol/l ligt van de laboratoriumwaarde bij een glucoseconcentratie van minder dan 5,5 mmol/l en binnen 15% van een laboratoriumwaarde als de glucoseconcentratie 5,5 mmol/l of hoger is. De meterresultaten kunnen worden beïnvloed door factoren die niet op dezelfde manier van invloed zijn op laboratoriumresultaten. Specifieke factoren die ertoe kunnen leiden dat uw meterresultaat verschilt van het laboratoriumresultaat zijn: 126

128 Gedetailleerde informatie over het systeem 9 U hebt pas gegeten. Dit kan ertoe leiden dat het resultaat van het testen van een bloeddruppel uit een vingertop tot 3,9 mmol/l hoger is dan dat van een laboratoriumtest met bloed uit een ader. 1 Uw hematocrietwaarde ligt boven 55% of onder 30%. U bent sterk uitgedroogd. Raadpleeg voor verdere informatie de bijsluiter van de OneTouch Select Plus teststrips. Vergelijken van de resultaten van uw meter met resultaten van andere meters Het wordt niet aangeraden om de met deze meter verkregen bloedglucoseresultaten te vergelijken met die van een andere meter. De resultaten van de meters kunnen verschillen, en kunnen niet worden gebruikt om de werking van uw eigen meter te controleren. 1 Sacks, D.B.: "Carbohydrates." Burtis, C.A., and Ashwood E.R. (ed.), Tietz Textbook of Clinical Chemistry, Philadelphia: W.B. Saunders Company (1994),

129 9 Gedetailleerde informatie over het systeem Richtlijnen om een nauwkeurige vergelijking te verkrijgen tussen meterresultaten en laboratoriumresultaten Voordat u naar het laboratorium gaat: Voer een test met controlevloeistof uit om er zeker van te zijn dat de meter goed werkt. Eet niets gedurende ten minste 8 uur voordat u uw bloed test. Neem uw meter en testtoebehoren mee naar het laboratorium. 128

130 Gedetailleerde informatie over het systeem 9 Een test uitvoeren met uw OneTouch Select Plus meter in het laboratorium: Voer de test binnen 15 minuten na de laboratoriumtest uit. Gebruik alleen een verse, capillaire bloeddruppel uit een vingertop. Volg alle instructies uit deze Gebruikershandleiding voor het uitvoeren van een bloedglucosetest. 129

131 9 Gedetailleerde informatie over het systeem Technische specificaties Analysemethode Automatische uitschakeling Batterijspecificatie Glucose-oxidasebiosensor Twee minuten na de laatste handeling Twee 3,0 V gelijkstroom, (2x CR2032- batterijen), Type batterij 2 vervangbare 3,0 volt CR 2032 lithiumbatterijen (of vergelijkbaar product) Biologische bron Aspergillus Niger Kalibratie Plasma-equivalent Geheugen 500 testresultaten Gebruiksbereik C Relatieve vochtigheid: zonder condensatie 10-90% Hoogte: maximaal 3048 meter Hematocrietwaarde: 30-55% Gemeld 1,1-33,3 mmol/l gebruiksbereik Bloeddruppel Vers capillair volbloed Volume bloeddruppel 1,0 µl Afmetingen 43,0 (B) x 101,0 (L) x 15,6 (D) mm Testduur Gemiddelde testduur 5 seconden Maateenheid mmol/l Gewicht Circa 53 gram 130

132 Gedetailleerde informatie over het systeem 9 Nauwkeurigheid van het systeem Deskundigen op het gebied van diabetes hebben gesuggereerd dat glucosemeters niet meer dan 0,83 mmol/l mogen afwijken van een laboratoriummethode wanneer de glucoseconcentratie lager is dan 5,55 mmol/l en niet meer dan 15% van een laboratoriummethode wanneer de glucoseconcentratie 5,55 mmol/l of hoger is. Er is bloed van 100 patiënten getest met behulp van het OneTouch Select Plus systeem en het YSI 2300 Glucose Analyzer laboratoriuminstrument. Nauwkeurigheidsresultaten systeem voor glucoseconcentraties <5,55 mmol/l Percentage (en aantal) meterresultaten dat overeenkomt met de laboratoriumtest Binnen ±0,28 mmol/l 72,0% (121/168) Binnen ±0,56 mmol/l 94,6% (159/168) Binnen ±0,83 mmol/l 98,2% (165/168) 131

133 9 Gedetailleerde informatie over het systeem Nauwkeurigheidsresultaten systeem voor glucoseconcentraties 5,55 mmol/l Percentage (en aantal) meterresultaten dat overeenkomt met de laboratoriumtest Binnen ±5% Binnen ±10% Binnen ±15% 72,7% (314/432) 98,6% (426/432) 100,0% (432/432) Nauwkeurigheidsresultaten systeem voor glucoseconcentraties tussen 1,2 mmol/l en 25,9 mmol/l Binnen ±0,83 mmol/l of ±15% 99,5% (597/600) OPMERKING: Waarbij 1,2 mmol/l de laagste glucosereferentiewaarde en 25,9 mmol/l de hoogste glucosereferentiewaarde (YSI-waarde) weergeeft. 132

134 Gedetailleerde informatie over het systeem 9 Regressiestatistieken De bloeddruppels werden in tweevoud getest op elk van de drie partijen teststrips. De gegevens tonen aan dat het OneTouch Select Plus systeem de vergelijking met een laboratoriummethode goed doorstaat. Aantal tests Aantal proefpersonen Richtingscoëfficiënt Intercept (mmol/l) ,97 0,12 95% BI voor richtingscoëfficiënt 95% BI voor intercept (mmol/l) Stand. fout (S y.x ) (mmol/l) 0,97 tot 0,98 0,05 tot 0,19 0,45 0,99 R 2 133

135 9 Gedetailleerde informatie over het systeem Nauwkeurigheid Binnen een meetreeks (300 geteste bloeddruppels per glucosewaarde) Met de OneTouch Select Plus meter verkregen gegevens. Doelglucose (mmol/l) Gemiddelde glucose (mmol/l) Standaardafwijking (mmol/l) Variatiecoëfficiënt (%) 2,2 2,50 0,09 3,59 3,6 3,90 0,10 2,56 6,7 7,06 0,16 2,25 11,1 11,57 0,29 2,52 19,4 19,55 0,40 2,07 De resultaten tonen aan dat de grootste waargenomen variabiliteit tussen met bloed geteste teststrips 0,10 mmol/l SD (standaardafwijking) of minder is bij glucosewaarden van minder dan 5,55 mmol/l, of 2,52% CV (variatiecoëfficiënt) of minder is bij glucosewaarden van 5,55 mmol/l of hoger. 134

136 Gedetailleerde informatie over het systeem 9 Totale nauwkeurigheid (600 tests met controlevloeistof per glucosewaarde) Met de OneTouch Select Plus meter verkregen gegevens. Bereik glucosewaarde (mmol/l) Laag (1,67-2,78) Mid (5,33-7,99) Hoog (15,54-23,31) Gemiddelde glucose (mmol/l) Standaardafwijking (mmol/l) Variatiecoëfficiënt (%) 2,61 0,06 2,49 6,15 0,11 1,83 20,40 0,31 1,52 135

137 9 Gedetailleerde informatie over het systeem Gebruikersnauwkeurigheid Een onderzoek ter beoordeling van de glucosewaarden met bloeddruppels uit de vingertop die waren verkregen door 165 personen leverde de volgende resultaten op: 100% binnen ±0,83 mmol/l van de medische laboratoriumwaarden bij glucoseconcentraties onder 5,55 mmol/l, en 97,7% binnen ±15% van de medische laboratoriumwaarden bij glucoseconcentraties van of boven 5,55 mmol/l 98,2% van het totale aantal bloeddruppel viel binnen ±0,83 mmol/l of ±15% van de medische laboratoriumwaarden Garantie LifeScan biedt garantie op de OneTouch Select Plus meter gedurende drie jaar na de aankoopdatum (materiaal- en montagefouten). De garantie geldt uitsluitend voor de oorspronkelijke koper en is niet overdraagbaar. 136

138 Gedetailleerde informatie over het systeem 9 Elektriciteits- en veiligheidsnormen Deze meter voldoet aan CISPR 11: klasse B (alleen uitgestraald). De emissie van de gebruikte energie is zo laag dat het niet waarschijnlijk is dat deze storingen zal opleveren in elektronische apparatuur in de nabije omgeving. De meter is getest op immuniteit voor elektrostatische ontladingen zoals gespecificeerd in IEC Deze meter voldoet aan de immuniteitseisen voor radiofrequentiestoring zoals gespecificeerd in IEC of De meter voldoet aan de vereisten voor immuniteit tegen elektrische interferentie bij het frequentiebereik en het testniveau die zijn omschreven in de internationale ISO norm. Het gebruik van deze meter in de buurt van elektrische of elektronische apparaten die ook magnetische bronnen vormen, kan de correcte werking van deze meter negatief beïnvloeden. Het verdient aanbeveling om tests in de nabijheid van magnetische stralingsbronnen te vermijden. Algemeen bekende magnetische stralingsbronnen zijn bijv. mobiele telefoons, walkie-talkies en afstandsbedieningen van garagedeuren. Gebruik de apparaten niet in ruimtes waar spuitbussen onder druk worden gebruikt of waarin zuurstof wordt toegediend. 137

139 10 Index Algemeen, bereik instellen Algemene bereikswaarden...51 AST Batterij bijna leeg, icoon...3, 123 Batterijen vervangen Batterij is leeg, waarschuwing Batterij leeg, icoon... 3 Beoogd gebruik... 9 Bloedglucose, testen Controlevloeistof testen Controlevloeistof, uiterste gebruiksen vervaldata... 59, 60 Datum instellen...81 Dehydratatie...56, 127 Desinfecteren van uw meter, prikpen en dop EXTREEM HOGE GLUCOSE, melding... 57, 113 EXTREEM LAGE GLUCOSE, melding... 56, 112 Foutmeldingen Functie Bereiksindicatie... 16, 18, 51, 99 Garantie Gegevenspoort...16 Gemiddelden Het systeem bewaren Hoofdmenu, scherm... 62, 72, 75, 80 Hyperglycemie Hyperglykemie

140 Index 10 Hypoglycemie... 56, 112 Iconen... 3, 4, 74 Infectie, kans op, verkleinen Instellingen...23, 81 Kleurenbalk bereiksindicatie... 16, 18, 51, 99 Knoppen op meter...16 Maaltijd, bereik instellen Maaltijd, bereiksgrenzen Maaltijdmarkering instellen Maateenheid...16, 51, 130 Meter inschakelen...22, 44 Meterresultaten met laboratoriumresultaten vergelijken Meter uitschakelen mmol/l...16, 51, 130 Na Maaltijd, bereiksgrenzen...94 Onderdelen in het pakket...12 Onder- en bovengrenzen bereik instellen...24, 84 Ongewoon gehalte rode bloedcellen (hematocriet)... 58, 127, 130 Onverwachte bloedglucoseresultaten...56, 58 Opmerking bereiksindicatie... 16, 18, 51, 99 Opstartscherm Plasmakalibratie...126, 130 Prikpen...12, 37 Reinigen van uw meter, prikpen en dop

141 10 Index Resultaten downloaden naar een computer Resultaten, eerdere bekijken Schermverlichting Serienummer Software, OneTouch diabetesbeheer Symbolen... 3, 4, 74 Taal, instellen Technische specificaties Temperatuur... 32, 33, 60, 102, 114, 115, 130 Teststrip, bloeddruppel opbrengen...46 Teststrip, contactstaafjes... 18, 44, 63 Tijd instellen...24, 81 Vingertop, nemen van een bloeddruppel uit, procedure Vóór het eerste gebruik Vóór Maaltijd, bereiksgrenzen...94 Weggooien, lancetten en teststrips

142

143

144 Inhoud opgenomen in een of meerdere van de volgende VS-patenten: 5,708,247, 5,951,836, 6,241,862, 6,284,125, 7,112,265, 7,462,265, 7,807,031 en 8,398,664. Het gebruik van deze teststrips en bijbehorend systeem wordt beschermd door de volgende VS-patenten: 6,413,410, 6,733,655, 7,250,105, 7,468,125, 8,066,866 en 8,093,903. Aanschaf van het bijbehorende systeem geldt niet als gebruikerslicentie volgens deze patenten. Een dergelijke licentie wordt alleen verstrekt wanneer het bijbehorende systeem wordt gebruikt in combinatie met OneTouch Select Plus teststrips. Geen enkele teststripleverancier behalve LifeScan, Inc. is geautoriseerd om een dergelijke licentie te verstrekken. De accuraatheid van de resultaten die door LifeScan meters worden verkregen met gebruikmaking van teststrips die zijn gemaakt door anderen dan LifeScan, is niet door LifeScan geevalueerd. LifeScan bloedglucosecontroleapparaten voor zelftests conform de volgende EU-richtlijnen: IVDD (98/79/EC): Bloedglucosemeter, teststrips en controlevloeistof MDD (93/42/EEC): Prikpen Neem contact op met de gratis OneTouch -lijn via (Nederland) of bezoek onze website Gedistribueerd door: LifeScan Division of Johnson & Johnson Medical BV Computerweg AB Amersfoort AW C LifeScan, Inc. Rev.datum: 05/2016 LifeScan Europe Division of Cilag GmbH International Gubelstrasse Zug Switzerland

145 Blutzuckermesssystem AW C Gebrauchsanweisung

146 Blutzuckermesssystem Gebrauchsanweisung 1

147 Vielen Dank, dass Sie sich für OneTouch entschieden haben! Das OneTouch Select Plus Blutzuckermesssystem ist eine der jüngsten Produktinnovationen von OneTouch. OneTouch Messsysteme sollen Ihnen die Blutzuckermessungen erleichtern und Sie bei Ihrer Diabetestherapie unterstützen. Die Gebrauchsanweisung enthält eine vollständige Erklärung zur Benutzung Ihres neuen Messsystems und des Testzubehörs. Es erläutert die Schritte, die beim Messen des Blutzuckerspiegels zu beachten, und die Dinge, die zu vermeiden sind. Bitte bewahren Sie die Gebrauchsanweisung an einem sicheren Ort auf, da Sie später evtl. noch darin nachlesen möchten. Wir hoffen, dass unsere OneTouch Produkte und der zugehörige Service ein Teil Ihres Lebens bleiben werden. 2

148 Symbole Hoch Im Bereich Niedrig Batterie niedr. Batterie leer. Hinweis Oberhalb Bereich (Blutzuckermessergebnis) Hinweis Im Bereich (Blutzuckermessergebnis) Hinweis Unterhalb Bereich (Blutzuckermessergebnis) Markierung "Vor Mahlzeit" Markierung "Nach Mahlzeit" Ergebnis mit Kontrolllösung Blutzuckermessergebnis über 33,3 mmol/l Blutzuckermessergebnis über 1,1 mmol/l Messgerät ein/aus und Messgerätebatterie Batterie für Hintergrundbeleuchtung 3

149 Sonstige Symbole Vorsichtsmaßnahmen und Warnhinweise: Lesen Sie unbedingt die sicherheitsrelevanten Informationen in der Gebrauchsanweisung und den Beipackzetteln, die Ihrem System beiliegen. Gleichstrom Gebrauchsanweisung beachten Hersteller Chargennummer Seriennummer Lagertemperaturbegrenzungen In-vitro-Diagnostikum Nicht wiederverwenden Sterilisation durch Bestrahlung Nicht mit dem Hausmüll entsorgen Verfallsdatum Enthält genug Material für n Tests 4

150 Diese Seite wurde absichtlich leer gelassen. 5

151 Inhaltsverzeichnis 1 Machen Sie sich mit Ihrem System vertraut OneTouch Select Plus Blutzuckermesssystem...12 Funktion der Bereichsanzeige Einrichten des Systems Messsystem einschalten Display-Hintergrundbeleuchtung für bessere Lesbarkeit verwenden Erstmalige Einrichtung Messsystem nach der Einrichtung ausschalten Führen Sie einen Test durch Blutzuckerbestimmung Test mit Kontrolllösung Frühere Ergebnisse und Mittelwerte anzeigen.. 72 Anzeigen Ihrer letzten Ergebnisse Lesen Ihrer Mittelwerte Übertragen der Ergebnisse auf einen Computer Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung Uhrzeit und Datum einstellen...81 Bereichsgrenzwerte festlegen

152 Aktivieren/Deaktivieren der Mahlzeitenmarkierung Seriennummer des Geräts, Softwareversion und letzten Messgerätefehler prüfen Pflege und Wartung Aufbewahrung des Systems Reinigung und Desinfektion Batterien Batterien wechseln Fehlersuche und -beseitigung Ausführliche Informationen zu Ihrem System Vergleich von Messsystem- und Laborergebnissen Anleitung zum Erhalt eines genauen Vergleichs zwischen Messsystem- und Laborergebnissen Technische Daten Systemgenauigkeit Anwendergenauigkeit Gewährleistung Elektrische und Sicherheitsstandards Index

153 Bevor Sie beginnen Bevor Sie mit diesem Messsystem Ihre Blutzuckerwerte bestimmen, lesen Sie bitte sorgfältig diese Gebrauchsanweisung sowie die Beipackzettel für die OneTouch Select Plus Teststreifen und die OneTouch Select Plus Kontrolllösungen. WICHTIGE SICHERHEITSINFORMATIONEN: Das Blutzuckermesssystem und das Lanzettengerät sind für einen Einzelpatienten vorgesehen. Teilen Sie diese niemals mit einer anderen Person, auch nicht mit Familienangehörigen! Nicht bei mehreren Patienten verwenden! Nach Kontakt mit Blut sind alle Teile dieses Sets als biogefährdend zu betrachten. Selbst nachdem es gereinigt und desinfiziert wurde, kann ein gebrauchtes Set möglicherweise Infektionskrankheiten übertragen. 8

154 Verwendungszweck Das OneTouch Select Plus Blutzuckermesssystem ist für die quantitative Messung der Glukose (Zucker) in frischem Kapillarvollblut aus der Fingerbeere vorgesehen. Das System ist für einen Einzelpatienten vorgesehen und sollte nicht für Tests bei mehreren Patienten verwendet werden. Das OneTouch Select Plus Blutzuckermesssystem ist für den Selbsttest außerhalb des Körpers (zur In-vitro- Diagnose) durch Diabetiker zu Hause oder zusammen mit medizinischem Fachpersonal im klinischen Umfeld um die Überwachung der Wirksamkeit der Diabetestherapie zu unterstützen. Das OneTouch Select Plus Blutzuckermesssystem darf nicht zur Diabetesdiagnose oder zum Diabetes-Screening oder zum Test bei Neugeborenen eingesetzt werden. Das System ist für einen Einzelpatienten vorgesehen und sollte nicht für Tests bei mehreren Patienten verwendet werden. 9

155 Messprinzip Die Glukose in der Blutprobe reagiert mit der Glucose- Oxidase (siehe Seite 130) auf dem Teststreifen, wodurch ein schwacher elektrischer Strom erzeugt wird. Die Stärke dieses Stroms ändert sich entsprechend der in der Blutprobe vorhandenen Glukose. Ihr Messsystem misst die Stromstärke, berechnet Ihren Blutzuckerspiegel, zeigt das Blutzuckermessergebnis an und legt es im Speicher ab. Verwenden Sie mit Ihrem OneTouch Select Plus Messsystem ausschließlich OneTouch Select Plus Kontrolllösungen und Teststreifen. 10

156 Diese Seite wurde absichtlich leer gelassen. 11

157 1 Machen Sie sich mit Ihrem System vertraut OneTouch Select Plus Blutzuckermesssystem Ihr Set umfasst: OneTouch Select Plus Messsystem (inkl. 2 CR2032-Batterien) OneTouch Delica Lanzettengerät OneTouch Delica Sterile Lanzetten OneTouch Select Plus Teststreifen 12

158 Machen Sie sich mit Ihrem System vertraut 1 Das Set enthält ein Etui. HINWEIS: Mit dem OneTouch Delica Lanzettengerät können AUSSCHLIESSLICH OneTouch Delica Lanzetten verwendet werden. Falls eine andere Art von Lanzettengerät mitgeliefert wurde, lesen Sie bitte die Gebrauchsanweisung zu dem entsprechenden Lanzettengerät. 13

159 1 Machen Sie sich mit Ihrem System vertraut Separat erhältlich: Die unten abgebildeten Artikel sind erforderlich, aber nicht in Ihrem Set enthalten: Sie sind separat zu beziehen. Eine Auflistung des Lieferumfangs entnehmen Sie bitte der Messsystempackung. OneTouch Select Plus Kontrolllösung für mittleren Bereich* OneTouch Select Plus Teststreifen* *OneTouch Select Plus Kontrolllösungen und Teststreifen sind separat erhältlich. Informationen zur Lieferbarkeit der Teststreifen und Kontrolllösungen erhalten Sie beim Kundendienst, oder fragen Sie Ihren Arzt oder Apotheker. 14

160 Machen Sie sich mit Ihrem System vertraut 1 WARNHINWEIS: Messsystem und Testzubehör für Kinder unzugänglich aufbewahren. Beim Verschlucken von Kleinteilen wie z. B. Batteriefachabdeckung, Batterien, Teststreifen, Lanzetten, Schutzkappen für Lanzetten und Kappen der Kontrolllösungsfläschchen besteht Erstickungsgefahr. Keine Einzelteile einnehmen oder verschlucken. 15

161 1 Machen Sie sich mit Ihrem System vertraut Machen Sie sich mit Ihrem OneTouch Select Plus Blutzuckermesssystem vertraut Messsystem 16

162 Machen Sie sich mit Ihrem System vertraut 1 Teststreifen 17

163 1 Machen Sie sich mit Ihrem System vertraut Funktion der Bereichsanzeige Das OneTouch Select Plus Messsystem zeigt automatisch an, ob Ihr aktuelles Blutzuckermessergebnis innerhalb, unter oder über Ihrem Normbereich liegt. Hierzu wird zusammen mit Ihrem aktuellen Blutzuckermessergebnis ein Hinweis zur Bereichsanzeige angezeigt. Der Hinweis weist außerdem auf den entsprechenden Farbstreifen der Bereichsanzeige unterhalb des Displays. Der Hinweis zur Bereichsanzeige und der Farbstreifen der Bereichsanzeige unterstützen Sie bei der Bewertung Ihrer Blutzuckermessergebnisse. 18

164 Machen Sie sich mit Ihrem System vertraut 1 3 mögliche Hinweise zur Bereichsanzeige Beispiel Ergebnis unter dem Bereich Beispiel Ergebnis im Normbereich Beispiel Ergebnis über dem Bereich Der Hinweis zur Bereichsanzeige, der mit Ihrem Ergebnis nach jedem Test angezeigt wird, basiert auf den allgemeinen Einstellungen ("Allgemein") des unteren und oberen Bereichsgrenzwerts, die Sie im Messsystem festgelegt haben. Das Messsystem entscheidet anhand dieser allgemeinen Einstellungen, welcher Hinweis zur Bereichsanzeige (Niedrig, Im Bereich oder Hoch) zusammen mit Ihrem Ergebnis angezeigt wird. HINWEIS: Diese Hinweise zur allgemeinen Bereichsanzeige werden auf alle Ihre nicht markierten Messungen angewandt. 19

165 1 Machen Sie sich mit Ihrem System vertraut Das Messsystem bietet außerdem eine Funktion zur Mahlzeitenmarkierung, um Messungen vor und nach einer Mahlzeit einfacher ermitteln zu können. Wenn Sie die Mahlzeitenmarkierung aktivieren, werden Sie aufgefordert, zusätzliche untere und obere Bereichsgrenzwerte für Mahlzeiten einzustellen ("Mahlzeit"). Das Messsystem entscheidet anhand dieser Mahlzeiteneinstellungen, welcher Hinweis zur Bereichsanzeige (Niedrig, Im Bereich oder Hoch) zusammen mit Ihrem Ergebnis angezeigt wird. HINWEIS: Diese Hinweise zur Mahlzeiten-Bereichsanzeige werden auf alle Ihre markierten Tests angewandt. Beachten Sie Folgendes, bevor Sie die Funktion der Bereichsanzeige verwenden: Das Messsystem erkennt, ob es sich bei Ihrem aktuellen Ergebnis um ein Ergebnis ohne Markierung oder ein Ergebnis mit Markierung als Mahlzeit handelt und wendet automatisch die Bereichsgrenzwerte für "Allgemein" bzw. die Bereichsgrenzwerte für "Mahlzeit" an. 20

166 Machen Sie sich mit Ihrem System vertraut 1 Die Mahlzeitenmarkierung ist bei Lieferung des Messsystems standardmäßig deaktiviert. Sie müssen die Mahlzeitenmarkierung aktivieren, um Ergebnisse als Mahlzeitenwerte markieren bzw. bestimmte Bereichsgrenzwerte für Mahlzeiten anwenden zu können. Wenn die Mahlzeitenmarkierung aktiviert ist und Nicht markiert ausgewählt ist, werden der untere Grenzwert vor Mahlzeit und der obere Grenzwert nach Mahlzeit als Ihr Grenzwertbereich angewendet, um den entsprechenden Hinweis zur Bereichsanzeige anzuzeigen. Das Messsystem wird mit voreingestellten allgemeinen Bereichsgrenzwerten ("Allgemein") und voreingestellten Bereichsgrenzwerten für Messungen vor und nach Mahlzeiten ("Mahlzeit") geliefert. Sie können beide Grenzwertbereiche entsprechend Ihren Bedürfnissen ändern. Hinweise zur Bereichsanzeige, die im Messprotokoll gespeichert sind, werden nicht geändert, wenn Sie die Bereichsgrenzwerte "Allgemein" oder "Mahlzeit" ändern. Ihre Änderungen werden auf die Hinweise zur Bereichsanzeige für nachfolgende Tests angewendet. 21

167 2 Einrichten des Systems Messsystem einschalten drücken und gedrückt halten, bis der Startbildschirm erscheint. Wird der Startbildschirm angezeigt, loslassen. Das Messsystem schaltet sich auch ein, sobald Sie einen Teststreifen einführen. HINWEIS: Falls Sie auf dem Startbildschirm fehlende Pixel feststellen, kann es sein, dass Ihr Messsystem nicht in Ordnung ist. LifeScan Service: (Deutschland) Mo.-Fr. 08:00-17:00 Uhr oder unter Display-Hintergrundbeleuchtung für bessere Lesbarkeit verwenden Die Hintergrundbeleuchtung erscheint jedes Mal, wenn das Messsystem eingeschaltet wird. Nach 20 Sekunden ohne Aktivität verschwindet die Hintergrundbeleuchtung. Der Druck auf eine beliebige Taste oder das Einführen eines Teststreifens schalten die Hintergrundbeleuchtung wieder ein. 22

168 Einrichten des Systems 2 Erstmalige Einrichtung Bevor Sie das Messsystem das erste Mal verwenden, prüfen Sie, ob die Voreinstellungen für Sprache, Zeit und Datum und die allgemeinen Bereichsgrenzwerte im Gerät korrekt sind. So wird gewährleistet, dass allen Testergebnissen die korrekte Uhrzeit, das korrekte Datum und der richtige Hinweis zur Bereichsanzeige zugeordnet werden. Wenn Sie nach Ihrer Auswahl auf drücken, werden alle Einstellungen bestätigt und die nächste Anzeige erscheint. Wenn Sie Ihr Messsystem einrichten, können Sie auf drücken, um zur vorherigen Anzeige zurückzukehren und dort eine Einstellung zu korrigieren. HINWEIS: Sie können erst dann Blutzuckermessungen durchführen, wenn Sie die erstmalige Einrichtung abgeschlossen haben. Sprache einstellen Wenn Sie das Messystem das erste Mal einschalten, wird die Anzeige Sprache einstellen angezeigt. Drücken Sie in der Anzeige Sprache einstellen auf oder, um die gewünschte Sprache hervorzuheben, und drücken Sie auf. Sprache einstellen English Nederlands Deutsch Willkommen 23

169 2 Einrichten des Systems HINWEIS: Uhrzeit- und Datumsformate sind voreingestellt. Sie können nicht geändert werden. Uhrzeit, Datum und allgemeine Bereichsgrenzwerte einstellen 1. Die Uhrzeit einstellen Die Uhrzeit einstellen-anzeige erscheint als Nächste. Wenn die Uhrzeit korrekt ist, drücken Sie zum Speichern auf und fahren Sie mit Schritt 2 fort, um das Datum einzustellen. Falls Sie die Uhrzeit ändern müssen, drücken Sie auf oder, um Bearb. hervorzuheben, und dann auf. Uhrzeit einstellen 15:45 OK Bearb. Schritt 1 von 3 Drücken Sie auf oder, um die Stunde einzustellen, und dann auf. Wiederholen Sie diesen Schritt, um die Minuten einzustellen. Uhrzeit einstellen 16 : Schritt 1 von 3

170 Einrichten des Systems 2 Wenn die Uhrzeit korrekt ist, drücken Sie zum Speichern auf. Falls Sie Änderungen vornehmen müssen, drücken Sie auf oder, um Bearb. hervorzuheben, und dann auf. Wiederholen Sie anschließend Schritt 1. Die Anzeige Gespeichert erscheint zur Bestätigung, dass die angezeigte Uhrzeit jetzt im Messsystem gespeichert ist. 2. Das Datum einstellen Die Datum einstellen-anzeige erscheint als Nächste. Wenn das Datum korrekt ist, drücken Sie zum Speichern auf und fahren Sie mit Schritt 3 fort, um die allgemeinen Bereichsgrenzwerte einzustellen. Falls Sie das Datum ändern müssen, drücken Sie auf oder, um Bearb. hervorzuheben, und dann auf. OK? 16:45 OK Bearb. Schritt 1 von 3 Datum einstellen 30 Apr OK Bearb. Schritt 2 von 3 25

171 2 Einrichten des Systems Drücken Sie auf oder, um den Tag einzustellen, und dann auf. Wiederholen Sie diesen Schritt, um den Monat und das Jahr einzustellen. Datum einstellen 30 Apr Schritt 2 von 3 Wenn das Datum korrekt ist, drücken Sie zum Speichern auf. Falls Sie Änderungen vornehmen müssen, drücken Sie auf oder, um Bearb. hervorzuheben, und dann auf. Wiederholen Sie anschließend Schritt 2. Die Anzeige Gespeichert erscheint zur Bestätigung, dass das angezeigte Datum jetzt im Messsystem gespeichert ist. OK? 30 Mai 2014 OK Bearb. Schritt 2 von 3 26

172 Einrichten des Systems 2 3. Allgemeine Bereichsgrenzwerte einstellen Das Messsystem verwendet die im Messsystem festgelegten unteren und oberen Bereichsgrenzwerte, um Sie darüber zu informieren, ob ein Messergebnis innerhalb, unter oder über den Bereichsgrenzwerten liegt. Die allgemeinen Bereichsgrenzwerte, die Sie während der ersten Einrichtung festlegen, werden auf alle nicht markierten Blutzuckermessergebnisse angewendet, es sei denn, die Mahlzeitenmarkierung ist aktiviert. VORSICHT: Sprechen Sie unbedingt mit Ihrem behandelnden Arzt darüber, welche unteren und oberen Bereichsgrenzwerte für Sie passend sind. Wenn Sie Ihre Grenzwerte wählen oder ändern, sollten Sie Faktoren wie z. B. Ihren Lebensstil und die Diabetesbehandlung in Betracht ziehen. Nehmen Sie keine einschneidenden Änderungen an Ihrer Diabetestherapie vor, ohne vorher mit Ihrem Arzt darüber gesprochen zu haben. 27

173 2 Einrichten des Systems Im Messsystem sind allgemeine Bereichsgrenzwerte voreingestellt. Der untere Grenzwert ist auf 3,9 mmol/l und der obere Grenzwert auf 10,0 mmol/l voreingestellt. Wenn der untere und der oberen Bereichsgrenzwert korrekt sind, drücken Sie zur Speicherung auf. Es erscheint eine Gespeichert- Anzeige. Fahren Sie bis Einstellung vollständig. fort. Wenn Sie die voreingestellten Grenzwerte für Ihren besonderen Bedarf bearbeiten müssen, drücken Sie auf oder, um Bearb. hervorzuheben, und dann auf. Niedrig-/Hoch- Wert für Ihren Bereich einstellen mmol/l OK Bearb. Schritt 3 von 3 Drücken Sie auf oder, um den voreingestellten Niedrig auf den gewünschten Wert zwischen 3,3 mmol/l und 6,1 mmol/l festzulegen, und dann auf. Bereich einstellen Niedrig mmol/l Schritt 3 von 3 28

174 Einrichten des Systems 2 Drücken Sie auf oder, um den voreingestellten Hoch auf den gewünschten Wert zwischen 5,0 mmol/l und 16,7 mmol/l festzulegen, und dann auf. Bereich einstellen Hoch mmol/l Schritt 3 von 3 Wenn der untere und der oberen Bereichsgrenzwert korrekt sind, drücken Sie zum Speichern auf. Falls Sie Änderungen vornehmen müssen, drücken Sie auf oder, um Bearb. hervorzuheben, und dann auf. Wiederholen Sie anschließend Schritt 3. OK? mmol/l OK Bearb. Schritt 3 von 3 29

175 2 Einrichten des Systems Die Anzeige Gespeichert erscheint zur Bestätigung, dass der angezeigte untere und obere Grenzwert jetzt im Messsystem gespeichert ist. Gespeichert mmol/l Schritt 3 von 3 Einrichtung abgeschlossen In der Anzeige wird Einstellung vollständig. angezeigt. Jetzt ist Ihr Messsystem einsatzbereit. Drücken Sie auf, um zum Hauptmenü zurückzukehren. Siehe Seite 62. Einstellung vollständig. OK HINWEIS: Falls das Messsystem eingeschaltet wurde, indem ein Teststreifen eingeführt wurde, erscheint statt des Hauptmenüs die Anzeige Blut auftragen. 30

176 Einrichten des Systems 2 Messsystem nach der Einrichtung ausschalten Sie können das Messsystem auf drei Arten ausschalten: drücken Sie auf und halten Sie die Taste ein paar Sekunden lang gedrückt, bis sich das Messsystem ausschaltet, entfernen Sie den Teststreifen nach der Messung, oder Ihr Messsystem schaltet sich selbstständig aus, wenn es zwei Minuten lang nicht betätigt wird. 31

177 3 Führen Sie einen Test durch Blutzuckerbestimmung HINWEIS: Für viele Menschen ist es sinnvoll, wenn sie erst einmal mit Kontrolllösung üben, bevor sie die Messung zum ersten Mal mit Blut vornehmen. Siehe Seite 59. Vorbereitung auf einen Test Bereiten Sie die folgenden Gegenstände für die Messung vor: OneTouch Select Plus Messsystem OneTouch Select Plus Teststreifen Lanzettengerät Sterile Lanzetten 32

178 Führen Sie einen Test durch 3 HINWEIS: Nur OneTouch Select Plus Teststreifen verwenden. Anders als bei anderen Blutzuckermesssystemen ist beim OneTouch Select Plus System kein separater Codierungsschritt notwendig. Achten Sie darauf, dass Ihr Blutzuckermesssystem und die Teststreifen vor dem Test ungefähr die gleiche Temperatur aufweisen. Führen Sie keine Tests durch, wenn sich Kondensation (Kondenswasser) auf Ihrem Messsystem gebildet hat. Suchen Sie mit Ihrem Messsystem und den Teststreifen einen kühlen, trockenen Ort auf und warten Sie vor einem Test ab, bis die Oberfläche des Messsystems wieder trocken ist. Bewahren Sie die Teststreifen an einem kühlen, trockenen Ort zwischen 5 C und 30 C auf. Öffnen Sie das Teststreifenröhrchen erst dann, wenn Sie bereit sind, einen Teststreifen herauszunehmen und eine Messung durchzuführen. Teststreifen sofort nach der Entnahme aus dem Röhrchen verwenden. 33

179 3 Führen Sie einen Test durch Verschließen Sie das Teststreifenröhrchen sofort nach Entnahme wieder fest mit der Kappe, um Verunreinigungen oder Beschädigungen zu vermeiden. Bewahren Sie unbenutzte Teststreifen nur im Originalröhrchen auf. Den Teststreifen nach einer Messung nicht wieder in das Röhrchen legen. Verwenden Sie niemals einen Teststreifen, auf den schon einmal Blut oder Kontrolllösung aufgetragen wurde. Teststreifen sind nur einmal verwendbar. Nehmen Sie keine Messung vor, wenn der Teststreifen verbogen oder beschädigt ist. Teststreifen können mit trockenen, sauberen Händen überall angefasst werden. Die Teststreifen nicht biegen, zerschneiden oder auf andere Weise verändern. 34

180 Führen Sie einen Test durch 3 WICHTIG: Wenn Ihnen jemand bei den Tests hilft, sollten immer Messsystem, Lanzettengerät und Kappe gereinigt und desinfiziert werden, bevor diese von der anderen Person verwendet werden. Siehe Seite 102. HINWEIS: Ein Vergleich Ihrer mit diesem Messsystem ermittelten Blutzuckermessergebnisse mit den Ergebnissen auf einem anderen Messsystem wird nicht empfohlen. Die Ergebnisse können zwischen einzelnen Messsystemen differieren und sind kein hilfreiches Mittel, um festzustellen, ob Ihr Messsystem korrekt funktioniert. Zur Überprüfung der Genauigkeit Ihres Messsystems sollten Sie in regelmäßigen Abständen die Ergebnisse auf Ihrem Messsystem mit denen vergleichen, die in einem Labor bestimmt wurden. Weitere Informationen siehe Seite

181 3 Führen Sie einen Test durch VORSICHT: Benutzen Sie das OneTouch Select Plus System nicht, wenn die Vollblutprobe des Patienten PAM (Pralidoxim) enthält bzw. möglicherweise enthält, da dies zu ungenauen Ergebnissen führen kann. Teststreifen nicht verwenden, wenn das Röhrchen beschädigt ist oder offen gelassen wurde. Dies könnte zu Fehlermeldungen oder falschen Messergebnissen führen. Wenden Sie sich bitte sofort an LifeScan, wenn das Teststreifenröhrchen beschädigt ist: LifeScan Service: (Deutschland). Falls Sie Probleme mit Ihrem Testzubehör haben und aus diesem Grunde keine Messung durchführen können, wenden Sie sich bitte an Ihren Arzt. Beachten Sie, dass eine versäumte Messung Therapieentscheidungen verzögern und zu einem kritischen Gesundheitszustand führen kann. Das Teststreifenröhrchen enthält Trockenmittel, die bei Einatmen oder Verschlucken gesundheitsschädlich sind sowie Haut- und Augenreizungen verursachen können. Verwenden Sie die Teststreifen nicht nach dem auf dem Röhrchen aufgedruckten Verfallsdatum. 36

182 Führen Sie einen Test durch 3 OneTouch Delica Lanzettengerät HINWEIS: Mit dem OneTouch Delica Lanzettengerät können AUSSCHLIESSLICH OneTouch Delica Lanzetten verwendet werden. Wenn Ihr Set nicht das hier angezeigte Lanzettengerät enthält, lesen Sie bitte den Beipackzettel zu dem entsprechenden Lanzettengerät. 37

183 3 Führen Sie einen Test durch HINWEIS: Das OneTouch Select Plus Blutzuckermesssystem wurde nicht für die Blutprobenentnahme an alternativen Stellen (auch Alternate Site Testing, AST) ausgewertet. Bei Tests mit diesem System Blutproben nur aus der Fingerbeere entnehmen. Das OneTouch Delica Lanzettensystem enthält nicht die erforderlichen Materialien für Tests an alternativen Stellen (auch Alternate Site Testing, AST). Das OneTouch Delica Lanzettensystem sollte in Verbindung mit dem OneTouch Select Plus Blutzuckermesssystem nicht am Unterarm oder Handballen verwendet werden. 38

184 Führen Sie einen Test durch 3 VORSICHT: Zur Verringerung der Infektionsgefahr und der Übertragung von Krankheiten über das Blut: Denken Sie daran, die Entnahmestelle vor der Probenentnahme mit Seife und warmem Wasser zu waschen, zu spülen und abzutrocknen. Das Lanzettengerät ist nur für den einzelnen Verwender vorgesehen. Teilen Sie niemals eine Lanzette bzw. ein Lanzettengerät mit einer anderen Person. Verwenden Sie bei jeder Messung eine neue, sterile Lanzette. Halten Sie Ihr Messsystem und das Lanzettengerät stets sauber (siehe Seite 102). Das Blutzuckermesssystem und das Lanzettengerät sind für einen Einzelpatienten vorgesehen. Teilen Sie diese niemals mit einer anderen Person, auch nicht mit Familienangehörigen! Nicht bei mehreren Patienten verwenden! Nach Kontakt mit Blut sind alle Teile dieses Sets als biogefährdend zu betrachten. Selbst nachdem es gereinigt und desinfiziert wurde, kann ein gebrauchtes Set Infektionskrankheiten übertragen. 39

185 3 Führen Sie einen Test durch Eine Blutprobe aus der Fingerbeere nehmen Wählen Sie bei jeder Messung eine andere Stelle. Wiederholtes Stechen an derselben Stelle kann Wundsein und Verhärtung verursachen. Waschen Sie Ihre Hände vor der Messung gründlich mit warmem Wasser und Seife. Abspülen und gründlich abtrocknen. 1. Kappe des Lanzettengeräts entfernen Entfernen Sie die Kappe, indem Sie sie nach links drehen und dann gerade vom Gerät abziehen. 40

186 Führen Sie einen Test durch 3 2. Eine sterile Lanzette in das Lanzettengerät einsetzen Richten Sie die Lanzette, wie im Bild dargestellt, aus, so dass sie in den Lanzettenhalter passt. Drücken Sie die Lanzette in das Gerät, bis sie einrastet und fest im Halter sitzt. Drehen Sie die Lanzettenschutzkappe mit einer vollen Umdrehung ab, bis sie sich von der Lanzette löst. Bewahren Sie die Schutzkappe für die Entfernung und Entsorgung der Lanzette auf. Siehe Seite

187 3 Führen Sie einen Test durch 3. Kappe des Lanzettengeräts wieder aufsetzen Setzen Sie die Kappe wieder auf das Gerät; drehen Sie nach rechts, um die Kappe zu befestigen. Nicht überdrehen. 42

188 Führen Sie einen Test durch 3 4. Einstichtiefe einstellen Das Lanzettengerät verfügt über sieben Einstellungen für die Einstichtiefe, die von 1 bis 7 durchnummeriert sind. Kleinere Zahlen bedeuten eine geringere Punktionstiefe und größere Zahlen eine größere Einstichtiefe. Geringere Einstichtiefen sind für Kinder und die meisten Erwachsenen geeignet. Größere Einstichtiefen sollten von Menschen mit dicker oder schwieliger Haut verwendet werden. Drehen Sie das Tiefeneinstellrädchen auf den gewünschten Wert. HINWEIS: Ein nicht ganz so tiefer Stich in die Fingerbeere ist eventuell weniger schmerzhaft. Versuchen Sie es zuerst mit einer geringen Tiefe und erhöhen Sie sie dann, bis Sie eine Tiefe erreichen, mit der Sie eine Blutprobe der richtigen Größe erhalten. 5. Lanzettengerät spannen Schieben Sie die Spannvorrichtung bis zum Klicken zurück. Wenn es nicht klickt, war das Lanzettengerät eventuell beim Einlegen der Lanzette bereits gespannt. 43

189 3 Führen Sie einen Test durch 6. Teststreifen einlegen, um das Messsystem einzuschalten Führen Sie einen Teststreifen so in den Teststreifenhalter ein, dass die Kontaktstreifen zu Ihnen zeigen. Es ist kein separater Codierungsschritt für das Messsystem notwendig. Wenn im Display die Anzeige Blut auftragen erscheint, können Sie Ihre Blutprobe auf den Teststreifen auftragen. 44

190 Führen Sie einen Test durch 3 7. Finger punktieren Halten Sie das Lanzettengerät seitlich fest an den Finger. Drücken Sie dann den Auslöser. Nehmen Sie das Lanzettengerät von Ihrem Finger. 8. Einen runden Bluttropfen gewinnen Drücken und/oder massieren Sie Ihre Fingerbeere sanft, bis sich ein runder Bluttropfen auf Ihrer Fingerbeere gebildet hat. Falls das Blut verschmiert oder verläuft, sollten Sie diese Blutprobe nicht verwenden. Trocknen Sie den Bereich ab und drücken Sie sanft einen weiteren Tropfen hervor oder punktieren Sie eine andere Stelle. 45

191 3 Führen Sie einen Test durch Blut auftragen und Messergebnisse ablesen 1. Auftragen der Blutprobe vorbereiten Halten Sie Ihren ausgestreckten Finger still und bewegen Sie das Messsystem mit dem Teststreifen auf den Bluttropfen zu. Niemals Blut auf die Oberseite des Teststreifens auftragen. Niemals das Messsystem und den Teststreifen unter den Bluttropfen halten. Dadurch könnte Blut in den Teststreifenhalter fließen und das Messsystem beschädigen. Kein Blut in den Datenausgang gelangen lassen. 46

192 Führen Sie einen Test durch 3 2. Blutprobe auftragen Richten Sie den Teststreifen und den Bluttropfen so aus, dass der schmale Kanal an der Kante des Teststreifens den Rand des Bluttropfens fast berührt. 47

193 3 Führen Sie einen Test durch Bringen Sie den Kanal vorsichtig mit dem Rand des Bluttropfens in Berührung. Drücken Sie den Teststreifen nicht zu fest gegen die Einstichstelle, da sich der Kanal sonst nicht richtig füllen kann. Den Bluttropfen nicht mit dem Teststreifen verschmieren oder vom Finger abschaben. Kein zweites Mal Blut auftragen, nachdem Sie den Kontakt des Teststreifens zum Bluttropfen einmal unterbrochen haben. Bewegen Sie den Teststreifen im Messsystem nicht während des Messvorgangs, sonst schaltet sich das Gerät ab. Entfernen Sie den Teststreifen nicht, bevor das Ergebnis angezeigt wird, sonst schaltet sich das Gerät ab. 48

194 Führen Sie einen Test durch 3 VORSICHT: Wenn die Blutprobe das Bestätigungsfenster nicht vollständig ausfüllt, erhalten Sie eventuell die Meldung FEHLER 5 oder ein falsches Messergebnis. Siehe Seite 119. Entsorgen Sie den Teststreifen und beginnen Sie den Messvorgang von vorn. 3. Warten Sie, bis das Bestätigungsfenster vollständig gefüllt ist Der Bluttropfen wird in den schmalen Kanal eingesogen, das Bestätigungsfenster soll sich vollständig füllen. 49

195 3 Führen Sie einen Test durch Ist das Bestätigungsfenster gefüllt, bedeutet dies, dass Sie genug Blut aufgetragen haben. Die Anzeige "Countdown" wird angezeigt. Entfernen Sie den Teststreifen vom Bluttropfen und warten Sie, bis das Messsystem auf Null zurückgezählt hat (ca. 5 Sekunden). Anzeige "Countdown" VORSICHT: Niemals anhand von Hinweisen zur Bereichsanzeige, die zusammen mit Ihren Messergebnissen erscheinen, unmittelbare Änderungen an Ihrer Behandlung vornehmen. Therapieentscheidungen sollten anhand der Zahlenwerte der Ergebnisse und den Arztempfehlungen und nicht allein anhand der Hinweise zur Bereichsanzeige getroffen werden. 50

196 Führen Sie einen Test durch 3 So erkennen Sie, ob Ihr aktuelles Blutzuckermessergebnis innerhalb, unter oder über Ihrem Normbereich liegt. Wird Ihr Blutzuckermessergebnis zusammen mit Datum und Uhrzeit nach einem Test angezeigt, so erscheint im Display des Messsystems ein Hinweis zur Bereichsanzeige. Der Hinweis sagt Ihnen, ob Ihr Ergebnis innerhalb der im Messsystem eingestellten Bereichsgrenzwerte, unter dem unteren bzw. über dem oberen Grenzwert liegt (siehe Seite 85). Der Hinweis zur Bereichsanzeige weist auch als visuelle Erinnerung auf den entsprechenden Farbstreifen zur Bereichsanzeige auf dem Messsystem. Wenn nicht mmol/l zusammen mit dem Messergebnis angezeigt wird, wenden Sie sich an den LifeScan Service: (Deutschland). 51

197 3 Führen Sie einen Test durch Nach Erhalt eines Blutzuckermessergebnisses Sobald Sie Ihr Blutzuckermessergebnis erhalten haben, können Sie Folgendes tun: Halten Sie gedrückt, um zum Hauptmenü zurückzukehren, drücken Sie auf und halten Sie die Taste ein paar Sekunden lang gedrückt, bis sich das Messsystem ausschaltet, Das Messsystem schaltet sich auch automatisch aus, wenn es zwei Minuten lang nicht betätigt wird. oder Entfernen Sie den Teststreifen, um das Messsystem auszuschalten. Gebrauchte Lanzette entfernen HINWEIS: Dieses Lanzettengerät hat eine Auswurffunktion, so dass Sie die gebrauchte Lanzette nicht herausziehen müssen. 1. Kappe des Lanzettengeräts entfernen Entfernen Sie die Kappe, indem Sie sie nach links drehen und dann gerade vom Gerät abziehen. 52

198 Führen Sie einen Test durch 3 2. Abdecken der frei liegenden Lanzettenspitze Bevor Sie die Lanzette entfernen, legen Sie die Lanzettenschutzkappe auf eine harte Fläche und drücken Sie die Lanzette in die ausgewölbte Seite der Schutzkappe hinein. 3. Auswerfen der Lanzette Schieben Sie die Auswurfvorrichtung vor, bis sich die Lanzette aus dem Lanzettengerät herausschiebt. Bewegen Sie die Auswurfvorrichtung zurück zur vorherigen Position. Wenn die Lanzette nicht ordnungsgemäß herausfällt, spannen Sie das Lanzettengerät erneut und schieben Sie dann die Auswurfvorrichtung nach vorn, bis die Lanzette herauskommt. 53

199 3 Führen Sie einen Test durch 4. Kappe des Lanzettengeräts wieder aufsetzen Setzen Sie die Kappe wieder auf das Gerät; drehen Sie sie nach rechts, um die Kappe zu befestigen. Nicht überdrehen. Unbedingt jedes Mal, wenn Sie eine Blutprobe gewinnen, eine neue Lanzette verwenden. Damit können Infektionen und Wundsein der Fingerbeeren verhindert werden. 54

200 Führen Sie einen Test durch 3 Gebrauchte Lanzette und Teststreifen entsorgen Die gebrauchte Lanzette vorsichtig nach jeder Verwendung entsorgen, um versehentliche Stichverletzungen mit der Lanzette zu vermeiden. Gebrauchte Lanzetten und Teststreifen sollten als Abfall mit biologischem Gefährdungspotenzial betrachtet werden. Achten Sie darauf, dass Sie bei der Entsorgung die Empfehlungen Ihres Arztes oder die derzeit gültigen Vorschriften einhalten. Waschen Sie Ihre Hände nach dem Umgang mit Messsystem, Teststreifen, Lanzettengerät und Kappe gründlich mit Wasser und Seife. 55

201 3 Führen Sie einen Test durch Bewertung unerwarteter Messergebnisse Beachten Sie folgende Vorsichtsmaßnahmen, wenn Ihr Blutzuckermessergebnis höher oder niedriger als erwartet ausfällt. VORSICHT: Niedrige Blutzuckermessergebnisse Wenn Ihr Blutzuckermessergebnis unter 3,9 mmol/l oder als EXTREM NIEDR. BLUTZUCKER angezeigt wird (d. h., das Messergebnis liegt unter 1,1 mmol/l), kann dies bedeuten, dass Sie eine Hypoglykämie (niedrigen Blutzucker) haben. Dieser Zustand kann eine unverzügliche Behandlung entsprechend den Anweisungen Ihres Arztes erfordern. Obwohl dieses Ergebnis auf einem Testfehler beruhen kann, ist es besser, zuerst die notwendigen Maßnahmen zu ergreifen und dann eine erneute Messung durchzuführen. VORSICHT: Flüssigkeitsmangel und niedrige Blutzuckermessergebnisse Bei starker Dehydratation erhalten Sie eventuell falsche, zu niedrige Blutzuckermessergebnisse. Wenn Sie glauben, an schwerem Flüssigkeitsmangel zu leiden, ziehen Sie sofort einen Arzt zu Rate. 56 Warnhinweis EXTREM NIEDR. BLUTZUCKER (unter 1.1 mmol/l) Erg. behandeln

202 Führen Sie einen Test durch 3 VORSICHT: Hohe Blutzuckermessergebnisse Wenn Ihr Messergebnis über 10,0 mmol/l liegt, kann dies auf eine Hyperglykämie (hoher Blutzucker) hinweisen; eventuell sollten Sie dann einen neuen Test durchführen. Konsultieren Sie Ihren Arzt, wenn Sie hinsichtlich einer Hyperglykämie besorgt sind. EXTREM HOHER BLUTZUCKER wird angezeigt, wenn Ihr Blutzuckermessergebnis über 33,3 mmol/l liegt. Dies kann auf eine schwere Hyperglykämie (hohen Blutzucker) hinweisen. Messen Sie Ihren Blutzuckerspiegel erneut. Falls das Ergebnis erneut EXTREM HOHER BLUTZUCKER lautet, deutet das auf ein gravierendes Problem bei der Einstellung Ihres Diabetes hin. Holen Sie sofort den Rat Ihres Arztes ein und befolgen Sie seine Anweisungen. Warnhinweis EXTREM HOHER BLUTZUCKER (über 33.3 mmol/l) 57

203 3 Führen Sie einen Test durch VORSICHT: Wiederholte unerwartete Blutzuckermessergebnisse Falls Sie weiterhin unerwartete Ergebnisse erhalten, sollten Sie Ihr System mit Kontrolllösung überprüfen (siehe Seite 59). Wenn Sie Symptome haben, die nicht mit Ihren Blutzuckermessergebnissen im Einklang sind, und Sie alle in dieser Gebrauchsanweisung beschriebenen Anweisungen befolgt haben, wenden Sie sich an Ihren Arzt. Ignorieren Sie niemals Symptome und nehmen Sie keine einschneidenden Änderungen an Ihrer Diabetestherapie vor, ohne vorher mit Ihrem Arzt darüber gesprochen zu haben. VORSICHT: Ungewöhnliche Anzahl roter Blutkörperchen Ein stark erhöhter Hämatokritwert (Anteil der roten Blutkörperchen über 55%) oder ein sehr niedriger Hämatokritwert (unter 30%) können falsche Messergebnisse verursachen. 58

204 Führen Sie einen Test durch 3 Test mit Kontrolllösung OneTouch Select Plus Kontrolllösung dient der Überprüfung, ob das Blutzuckermesssystem und die Teststreifen zusammen ordnungsgemäß funktionieren und ob der Test korrekt durchgeführt worden ist. (Kontrolllösung ist separat erhältlich.) HINWEIS: Beim erstmaligen Öffnen des Kontrolllösungsfläschchens das Entsorgungsdatum auf dem Etikett vermerken. Weitere Informationen zur Bestimmung des Entsorgungsdatums finden Sie auf dem Beipackzettel der Kontrolllösung oder auf dem Fläschchenetikett. Verschließen Sie sofort nach Verwendung das Fläschchen mit der Kontrolllösung fest mit der Kappe, um Verunreinigungen oder Beschädigungen zu vermeiden. 59

205 3 Führen Sie einen Test durch Öffnen Sie das Teststreifenröhrchen erst dann, wenn Sie bereit sind, einen Teststreifen herauszunehmen und eine Messung durchzuführen. Teststreifen sofort nach der Entnahme aus dem Röhrchen verwenden. Kontrolllösungstests müssen bei Raumtemperatur (20 25 C) ausgeführt werden. Sorgen Sie vor dem Test dafür, dass Messsystem, Teststreifen und Kontrolllösungen Raumtemperatur haben. VORSICHT: Kontrolllösung nicht einnehmen oder verschlucken. Die Kontrolllösung nicht in Kontakt mit Augen oder Haut bringen, sie kann Reizungen hervorrufen. Verwenden Sie die Kontrolllösung nicht nach dem auf dem Fläschchenetikett aufgedruckten Verfallsdatum oder Entsorgungsdatum (je nachdem, welches zuerst erreicht ist), da Sie sonst falsche Messergebnisse erhalten könnten. 60

206 Führen Sie einen Test durch 3 Führen Sie einen Kontrolllösungstest durch nach Öffnen eines neuen Teststreifenröhrchens, wenn Sie vermuten, dass das Messsystem oder die Teststreifen nicht richtig funktionieren, wenn Sie wiederholt unerwartete Blutzuckermessergebnisse erhalten haben, wenn das Messsystem heruntergefallen oder beschädigt ist. 61

207 3 Führen Sie einen Test durch Test mit Kontrolllösung 1. Halten Sie gedrückt, um das Messsystem einzuschalten und das Hauptmenü anzuzeigen 2. Heben Sie im Hauptmenü Einstellungen hervor und drücken Sie auf 30 Apr. 9:45 Messprotokoll Mittelwerte Einstellungen 3. Heben Sie Kontrolltest hervor und drücken Sie auf Einstellungen Uhrzeit / Datum Sprache Bereich Markierung Kontrolltest 62

208 Führen Sie einen Test durch 3 Warten Sie, bis im Display die Anzeige Teststreifen einführen erscheint. Teststreifen einführen 4. Teststreifen einführen Achten Sie darauf, dass die Kontaktstreifen zu Ihnen zeigen. 63

209 3 Führen Sie einen Test durch Warten Sie, bis im Display die Anzeige Kontrolllösung erscheint. Kontrolllösung 5. Kontrolllösung vorbereiten Das Fläschchen vor dem Entfernen der Kappe leicht schütteln. Entfernen Sie die Kappe vom Fläschchen und legen Sie sie auf eine gerade Fläche mit der Spitze der Kappe nach oben. Drücken Sie auf das Fläschchen, um den ersten Tropfen zu verwerfen. 64

210 Führen Sie einen Test durch 3 Wischen Sie die Spitze des Kontrolllösungsfläschchens und die Spitze der Kappe mit einem sauberen feuchten Tuch ab. Anschließend drücken Sie einen Tropfen in die kleine Vertiefung in der Kappenspitze oder auf eine andere saubere, nicht saugfähige Fläche. 65

211 3 Führen Sie einen Test durch 6. Kontrolllösung auftragen Halten Sie das Messsystem so, dass sich der schmale Kanal an der oberen Kante des Teststreifens in einem leichten Winkel zum Tropfen der Kontrolllösung befindet. Berühren Sie die Kontrolllösung mit dem Kanal an der oberen Kante des Teststreifens. Warten Sie, bis der Kanal vollständig gefüllt ist. 66

212 Führen Sie einen Test durch 3 7. Messergebnis ablesen Das Messsystem beginnt zurückzuzählen und zeigt Ihr Ergebnis zusammen mit Datum, Uhrzeit, Maßeinheit und Kontrolllösung an. Da Kontrolltest ausgewählt ist, wird das Ergebnis als Kontrolllösungstest markiert. VORSICHT: Wählen Sie unbedingt Kontrolltest im Menü Einstellungen, bevor Sie mit dem Kontrolllösungstest beginnen. Es kann die Anzeige von Fehler 6 erscheinen, wenn Sie Kontrolllösung auf den Teststreifen aufgetragen haben, ohne die Schritte durchzuführen, die auf Seite 62 beginnen. Weitere Informationen finden Sie auf Seite

213 3 Führen Sie einen Test durch 8. Überprüfen, ob das Messergebnis im Bereich liegt Auf dem Etikett jedes Teststreifenröhrchens ist der Bereich der OneTouch Select Plus Kontrolllösung für mittleren Bereich aufgedruckt. Vergleichen Sie das auf dem Messsystem angezeigte Ergebnis mit dem auf dem Teststreifenröhrchen angegebenen Bereich. Beispielbereich OneTouch Select Plus Kontrolllösung für mittleren Bereich Kontrollbereich 5,7 7,7 mmol/l 68

214 Führen Sie einen Test durch 3 Gründe für Ergebnisse außerhalb des Bereichs: Nichtbefolgung der Anweisungen ab Seite Seite 62. Die Kontrolllösung ist verunreinigt oder abgelaufen bzw. das Entsorgungsdatum ist überschritten. Der Teststreifen oder das Teststreifenröhrchen sind beschädigt oder abgelaufen. Messsystem, Teststreifen und/oder Kontrolllösung hatten nicht die gleiche Temperatur, als der Kontrolllösungstest durchgeführt wurde. Kontrolllösung wurde nicht bei Raumtemperatur (20 25 C) gelagert. Es liegt ein Problem mit dem Messsystem vor. Schmutz oder Verunreinigung in der kleinen Vertiefung an der Spitze der Kontrolllösungskappe (siehe Schritt 5). Mit Kontrolllösung erzielte Ergebnisse können in der Liste der letzten Ergebnisse angezeigt werden; sie werden jedoch nicht in die Ergebnismittelwerte einbezogen. 69

215 3 Führen Sie einen Test durch VORSICHT: Wenn Ihre Ergebnisse mit der Kontrolllösung weiterhin außerhalb des auf dem Teststreifenröhrchen aufgedruckten Bereichs liegen, so sollten Sie das Messsystem, die Teststreifen oder die Kontrolllösung nicht mehr verwenden. Wenden Sie sich an den LifeScan Service: (Deutschland). Die auf dem Teststreifenröhrchen aufgedruckten Kontrolllösungsbereiche gelten nur für Kontrolllösungstests und sind kein empfohlener Bereich für Ihren Blutzuckerspiegel. 9. Reinigen Reinigen Sie die Spitze der Kontrolllösungskappe mit einem sauberen feuchten Tuch. 70

216 Führen Sie einen Test durch 3 Diese Seite wurde absichtlich leer gelassen. 71

217 4 Frühere Ergebnisse und Mittelwerte anzeigen Anzeigen Ihrer letzten Ergebnisse Ihr Messsystem speichert Ihre jüngsten 500 Blutzucker- und Kontrolllösungstestergebnisse und zeigt sie auf verschiedene Weise an. 1. Anzeige Messprotokoll aufrufen Drücken Sie im Hauptmenü auf oder, um Messprotokoll hervorzuheben, und dann auf. 30 Apr. 9:45 Messprotokoll Mittelwerte Einstellungen Es erscheinen bis zu vier Ergebnisse im Display, beginnend mit dem aktuellsten. HINWEIS: Die Symbole zur Markierung, die im Beispielbildschirm rechts erscheinen, werden erst neben Ihrem Messergebnis angezeigt, wenn Sie die Markierung für Mahlzeiten auf Ein gestellt haben und Sie mit der Markierung Ihrer Messergebnisse beginnen. Messprotokoll mmol/l Di, 30 Apr. 15: Mo, 29 Apr. 18: So, 28 Apr. 72

218 Frühere Ergebnisse und Mittelwerte anzeigen 4 2. Durch die Ergebnisse blättern Drücken Sie auf, um das vorherige, oder, um das nächste Ihrer Ergebnisse anzuzeigen. Wenn Sie bzw. gedrückt halten, können Sie schneller durch die Ergebnisse blättern. Um Details zu einem bestimmten Ergebnis anzuzeigen, heben Sie das Ergebnis hervor und drücken Sie auf. Ergebnisdetail 30 Apr. 15:45 mmol/l Vor Mahlzeit Im Bereich 73

219 4 Frühere Ergebnisse und Mittelwerte anzeigen Die folgenden Symbole werden möglicherweise zusammen mit Ihrem Ergebnis angezeigt. Manche dieser Symbole werden u. U. nur angezeigt, wenn die Ergebnisse in der Anzeige Messprotokoll aufgerufen werden. Hoch Im Bereich Niedrig Drücken Sie auf zurückzukehren. wenn das Blutzuckermessergebnis über 33,3 mmol/l liegt wenn das Blutzuckermessergebnis unter 1,1 mmol/l liegt wenn das Ergebnis von einem Test mit Kontrolllösung stammt (siehe Seite 59) wenn das Blutzuckermessergebnis über dem oberen Grenzwert liegt wenn das Blutzuckermessergebnis innerhalb des Bereichs liegt wenn das Blutzuckermessergebnis unter dem unteren Grenzwert liegt wenn das Blutzuckermessergebnis die Markierung "Vor Mahlzeit" aufweist wenn das Blutzuckermessergebnis die Markierung "Nach Mahlzeit" aufweist, um zur Anzeige Messprotokoll 74

220 Frühere Ergebnisse und Mittelwerte anzeigen 4 Lesen Ihrer Mittelwerte Anzeige Mittelwerte aufrufen Drücken Sie im Hauptmenü auf oder, um Mittelwerte hervorzuheben, und dann auf. 30 Apr. 9:45 Messprotokoll Mittelwerte Einstellungen Das Messsystem zeigt für jeden 7-, 14-, 30- und 90-Tage- Zeitraum bis zum aktuellen Tag den Mittelwert dieser Ergebnisse an. Diese Mittelwerte umfassen ALLE Ergebnisse, einschließlich der Ergebnisse mit Mahlzeit- Markierung und nicht markierte Ergebnisse. Mittelwerte 7 Tage 6.4 mmol/l 14 Tage 6.8 mmol/l 30 Tage 6.7 mmol/l 90 Tage 6.1 mmol/l Seite 1 von 3 75

221 4 Frühere Ergebnisse und Mittelwerte anzeigen Wenn die Mahlzeitenmarkierung aktiviert ist, können Sie für denselben Zeitraum auch die Mittelwerte für Ergebnisse mit der Markierung "Vor Mahlzeit" und "Nach Mahlzeit" anzeigen. Drücken Sie auf oder, um die Mittelwerte für "Vor Mahlzeit" und "Nach Mahlzeit" anzuzeigen. Diese Mittelwerte umfassen ausschließlich die Ergebnisse mit der Markierung "Vor Mahlzeit" und "Nach Mahlzeit". Drücken Sie auf, um zum Hauptmenü zurückzukehren. MW vor Mahlzeit 7 Tage 14 Tage 30 Tage 6.4 mmol/l 6.2 mmol/l 6.2 mmol/l 90 Tage mmol/l Seite 2 von 3 MW nach Mahlzeit 7 Tage 14 Tage 30 Tage 90 Tage Seite 3 von mmol/l 10.0 mmol/l 11.1 mmol/l 10.3 mmol/l 76

222 Frühere Ergebnisse und Mittelwerte anzeigen 4 HINWEIS: Mittelwerte werden nur dann berechnet, wenn für den entsprechenden Zeitraum mindestens 2 Blutzuckerbestimmungen vorliegen. Ein Ergebnis EXTREM HOHER BLUTZUCKER wird immer als 33,3 mmol/l gezählt und ein Ergebnis EXTREM NIEDRIGER BLUTZUCKER wird immer als 1,1 mmol/l gezählt. Das Messsystem berechnet Mittelwerte, basierend auf einem 7-, 14-, 30- und 90-Tage-Zeitraum, der mit dem aktuellen Datum endet. Wenn Sie die Datumseinstellung ändern, können sich dadurch auch Ihre Mittelwerte ändern. 77

223 4 Frühere Ergebnisse und Mittelwerte anzeigen Ergebnismittelwerte liefern Informationen zu früheren Ergebnissen. Niemals anhand von Mittelwerten unmittelbare Behandlungsentscheidungen treffen. Nehmen Sie keine einschneidenden Änderungen an Ihrer Diabetestherapie vor, ohne vorher mit Ihrem Arzt darüber gesprochen zu haben. VORSICHT: Erlauben Sie anderen Personen nicht die Benutzung Ihres Messsystems, da dies Ihre Mittelwerte beeinflussen kann. Übertragen der Ergebnisse auf einen Computer Die OneTouch Diabetes Management Software (DMS, Software zur Diabetesbehandlung) kann alle Ihre Daten speichern und Ihnen dabei helfen, Trends zur Planung von Mahlzeiten, körperlicher Bewegung, Insulindosis und Arzneimitteln zu nutzen. Um mehr über die OneTouch Diabetes Management Software (DMS) zu erfahren oder die Software zu bestellen, besuchen Sie oder wenden Sie sich an den LifeScan Service: (Deutschland). Stellen Sie nur mit einem Computer eine Verbindung her, der nach UL zertifiziert ist. 78

224 Frühere Ergebnisse und Mittelwerte anzeigen 4 Um Messsystemdaten zu übertragen, befolgen Sie die Anweisungen, die Sie mit der OneTouch Diabetes Management Software (DMS) erhalten haben, um die Ergebnisse vom Messsystem herunterzuladen. Sie benötigen ein Standard-Mikro-USB-Kabel, um Ihr OneTouch Select Plus Messsystem zum Herunterladen von Ergebnissen an einen Computer anzuschließen (nicht im Lieferumfang). Sobald das Messsystem an den Computer angeschlossen wurde, wird auf dem Display PC verbunden angezeigt, um anzugeben, dass sich das Messsystem im Kommunikationsmodus befindet. Niemals einen Teststreifen einführen, während das Messsystem mit einem Computer verbunden ist. PC verbunden Batterien nicht austauschen, während das Gerät mit einem Computer verbunden ist. 79

225 5 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung Sie können jederzeit die Geräteeinstellungen korrigieren. Beim Einschalten des Messsystems wird nach dem Startbildschirm das Hauptmenü angezeigt. Die aktuelle Auswahl im Display wird durch einen dunklen Balken hervorgehoben. Drücken Sie im Hauptmenü auf oder, um Einstellungen hervorzuheben, und dann auf. 30 Apr. 9:45 Messprotokoll Mittelwerte Einstellungen Wählen Sie die entsprechende Einstellung, die Sie ändern möchten, und drücken Sie auf. Einstellungen Range Uhrzeit / Datum Sprache Bereich Markierung Kontrolltest 80

226 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung 5 Uhrzeit und Datum einstellen 1. Uhrzeit bearbeiten Heben Sie in der Anzeige Einstellungen die Option Uhrzeit / Datum hervor drücken Sie auf. Heben Sie dann Uhrzeit hervor und drücken Sie auf. Uhrzeit / Datum Uhrzeit: 16:45 Datum: 30 Mai 2014 Es wird die aktuelle, im Messsystem eingestellte Uhrzeit angezeigt. Drücken Sie auf oder, um die Stunde zu ändern, und dann auf. Wiederholen Sie diesen Schritt, um die Minuten zu ändern. Die Anzeige Gespeichert erscheint zur Bestätigung, dass die angezeigte Uhrzeit jetzt im Messsystem gespeichert ist. Uhrzeit 16 : 45 81

227 5 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung 2. Datum bearbeiten Heben Sie in der Anzeige Uhrzeit / Datum die Option Datum hervor und drücken Sie auf. Uhrzeit / Datum Uhrzeit: 15:45 Datum: 30 Mai 2014 Es wird das aktuelle, im Messsystem eingestellte Datum angezeigt. Drücken Sie auf oder, um den Tag zu ändern, und dann auf. Wiederholen Sie diesen Schritt, um den Monat und das Jahr zu ändern. Die Anzeige Gespeichert erscheint zur Bestätigung, dass das angezeigte Datum jetzt im Messsystem gespeichert ist. Datum 30 Mai

228 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung 5 HINWEIS: Um sicherzugehen, dass die Uhrzeit und das Datum in Ihrem Messsystem korrekt eingestellt sind, fordert Sie alle 6 Monate und jedes Mal, wenn Sie die Batterien wechseln, eine Anzeige dazu auf, die im Messsystem eingestellte Uhrzeit und das Datum zu bestätigen. Wenn die Werte korrekt sind, drücken Sie auf. Informationen Bitte bestätigen 09 Jun. 16:00 Ist diese Uhrzeit bzw. dieses Datum korrekt? Ja Bearb. über das Wechseln der Batterien siehe Seite 108. Wenn sie nicht korrekt sind, drücken Sie auf oder, um Bearb. hervorzuheben, und dann auf. Führen Sie Schritt 1 und 2 durch, um Uhrzeit und Datum anzupassen. Sind Uhrzeit und Datum korrekt eingestellt, drücken Sie auf oder, um Fertig hervorzuheben, und dann auf. Nach einigen Sekunden erscheint das Hauptmenü im Display. Falls Sie das Messsystem eingeschaltet haben, indem ein Teststreifen eingeführt wurde, erscheint die Anzeige Blut auftragen. 83

229 5 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung Bereichsgrenzwerte festlegen Bereichsgrenzwerte sind durch einen unteren und oberen Grenzwert definiert, die Sie im Messsystem festlegen. Das Messsystem verwendet die von Ihnen festgelegten unteren und oberen Bereichsgrenzwerte, um Sie darüber zu informieren, ob ein Messergebnis innerhalb, unter oder über den Bereichsgrenzwerten liegt. Sie können Ihre allgemeinen Bereichsgrenzwerte bearbeiten, indem Sie in der Anzeige Einstellungen die Option Bereich auswählen. VORSICHT: Sprechen Sie unbedingt mit Ihrem behandelnden Arzt darüber, welche unteren und oberen Bereichsgrenzwerte für Sie passend sind. Wenn Sie Ihre Grenzwerte wählen oder ändern, sollten Sie Faktoren wie z. B. Ihren Lebensstil und die Diabetesbehandlung in Betracht ziehen. Nehmen Sie keine einschneidenden Änderungen an Ihrer Diabetestherapie vor, ohne vorher mit Ihrem Arzt darüber gesprochen zu haben. HINWEIS: Wenn Sie sich entscheiden, Ihre "allgemeinen" Bereichsgrenzwerte zu ändern, werden sich Ihre vorherigen Hinweise zur Bereichsanzeige im Messprotokoll nicht ändern. Aber bei jedem neuen Test werden Hinweise zur Bereichsanzeige angezeigt, die Ihre Änderungen widerspiegeln. 84

230 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung 5 Allgemeine Bereichsgrenzwerte bearbeiten Heben Sie in der Anzeige Einstellungen die Option Bereich hervor und drücken Sie auf. Einstellungen Uhrzeit / Datum Sprache Bereich Markierung Kontrolltest Es werden die aktuellen, im Messsystem eingestellten allgemeinen Bereichsgrenzwerte angezeigt. Drücken Sie auf oder, um für Niedrig den gewünschten Wert zwischen 3,3 mmol/l und 6,1 mmol/l festzulegen. Drücken Sie dann auf. Bereich Niedrig mmol/l 85

231 5 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung Drücken Sie auf oder, um für Hoch den gewünschten Wert zwischen 5,0 mmol/l und 16,7 mmol/l festzulegen. Drücken Sie dann auf. Bereich Hoch mmol/l Die Anzeige Gespeichert erscheint zur Bestätigung, dass der angezeigte untere und obere Bereichsgrenzwert jetzt im Messsystem gespeichert sind. Gespeichert mmol/l 86

232 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung 5 Aktivieren/Deaktivieren der Mahlzeitenmarkierung Ihr OneTouch Select Plus Messsystem ermöglicht Ihnen, das aktuelle Blutzuckermessergebnis als Wert vor einer Mahlzeit ("Vor Mahlzeit") oder als Wert nach einer Mahlzeit ("Nach Mahlzeit") zu markieren. Um Ergebnisse markieren zu können, muss die Mahlzeitenmarkierung aktiviert sein. Eine Blutzuckermessung vor einer Mahlzeit wird durchgeführt, kurz bevor Sie Ihre Mahlzeit einnehmen. Eine Blutzuckermessung nach einer Mahlzeit wird normalerweise ein bis zwei Stunden nach dem Beginn Ihrer Mahlzeit durchgeführt. Wir empfehlen, mit Ihrem Arzt zu besprechen, wie Sie mit Hilfe von Mahlzeitenmarkierungen Ihre Diabetestherapie unterstützen können. Gehen Sie sorgfältig vor, wenn Sie Ihre Blutzuckermessergebnisse markieren. Nicht korrektes Markieren kann dazu führen, dass die angezeigten Informationen zu den Mittelwerten ungenau sind und/ oder fehlgedeutet werden. 87

233 5 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung Heben Sie in der Anzeige Einstellungen die Option Markierung hervor und drücken Sie auf. Einstellungen Uhrzeit / Datum Sprache Bereich Markierung Kontrolltest Ein Häkchen zeigt an, ob die Mahlzeitenmarkierung derzeit deaktiviert bzw. aktiviert ist. Markierung Ein Aus Mahlz.markierung einschalten, um Ergebnisse Vor od. Nach Mahlzeit zu kennzeichnen. 88

234 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung 5 Wenn Sie die Markierung Mahlzeitenmarkierung aktivieren, Zu beachten: werden Sie aufgefordert, die Um Onzu Markieren Bereichsgrenzwerte für "Vor Off müssen Ihre Bereiche Vor u. Mahlzeit" und "Nach Mahlzeit" Turn Nach Meal Mahlzeit Tagging zu überprüfen. Diese Grenzwerte eingestellt On to label sein. werden ausschließlich auf glucose OKresults Messergebnisse mit der Before Abbr. Meal or Markierung "Vor Mahlzeit" bzw. After Meal. "Nach Mahlzeit" angewendet. Drücken Sie auf, um fortzufahren. Passen Sie die Grenzwerte für Messungen vor und nach Mahlzeiten ggf. an. Die voreingestellten Bereichsgrenzwerte für "Vor Mahlzeit" sind 3,9 mmol/l und 7,2 mmol/l (unterer und oberer Grenzwert). Die voreingestellten Bereichsgrenzwerte für "Nach Mahlzeit" sind 6,7 mmol/l und 10,0 mmol/l (unterer und oberer Grenzwert). Wenn die Bereichsgrenzwerte für "Vor Mahlzeit" korrekt sind, drücken Sie zur Speicherung auf. Falls Sie Änderungen vornehmen müssen, drücken Sie auf oder, um Bearb. hervorzuheben, und dann auf. 89 Bereich Vor Mahlzeit: Niedrig-/Hoch- Werte einstellen mmol/l OK Bearb. Schritt 1 von 2

235 5 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung Drücken Sie auf oder, um für Niedrig den gewünschten Wert zwischen 3,3 mmol/l und 6,1 mmol/l festzulegen. Drücken Sie dann auf. Bereich Vor Mahl. Niedrig mmol/l Schritt 1 von 2 Drücken Sie auf oder, um für Hoch den gewünschten Wert zwischen 5,0 mmol/l und 12,0 mmol/l festzulegen. Drücken Sie dann auf. Bereich Vor Mahl. Hoch mmol/l Schritt 1 von 2 90

236 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung 5 Die Anzeige Gespeichert erscheint, um zu bestätigen, dass Ihre Bereichsgrenzwerte für Messungen vor einer Mahlzeit im Messsystem gespeichert wurden. Gespeichert. Bereich Vor Mahlzeit mmol/l Schritt 1 von 2 Wenn die Bereichsgrenzwerte für "Nach Mahlzeit" korrekt sind, drücken Sie zur Speicherung auf. Falls Sie Änderungen vornehmen müssen, drücken Sie auf oder, um Bearb. hervorzuheben, und dann auf. Führen Sie anschließend die zuvor beschriebenen Schritte durch, um die Bereichsgrenzwerte für Messungen nach einer Mahlzeit festzulegen und zu speichern. HINWEIS: Der untere Grenzwert Nach Mahlzeit kann zwischen 4,4 mmol/l und 6,7 mmol/l eingestellt werden. Der obere Grenzwert Nach Mahlzeit kann zwischen 6,6 mmol/l und 16,7 mmol/l eingestellt werden. 91 Bereich Nach Mahlzeit: Niedrig-/Hoch- Werte einstellen mmol/l OK Bearb. Schritt 2 von 2

237 5 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung Wenn Sie Ihre Bereichsgrenzwerte für Mahlzeiten festgelegt und gespeichert haben, erscheint die Anzeige Gespeichert, um zu bestätigen, dass die Mahlzeitenmarkierung aktiviert ist. Gespeichert. Markierung Ein. HINWEIS: Wenn die Markierungsfunktion eingeschaltet ist und Sie diese ausschalten möchten, werden Sie aufgefordert, dies zu bestätigen oder Ihre allgemeinen Bereichsgrenzwerte zu bearbeiten. Diese werden dann auf alle unmarkierten Blutzuckermessergebnisse angewandt. Befolgen Sie die Anleitung auf Seite 85, um Ihre allgemeinen Bereichsgrenzwerte zu bearbeiten. Markierung Zu beachten: Vor OnAusschalten der OffMarkierung die Niedrig-/Hoch Werte Ihres Bereichs To edit your einstellen. Before or After Meal OKRanges, select Range Abbr. from the Settings menu. 92

238 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung 5 Bereichsgrenzwerte für Mahlzeiten bearbeiten Die Mahlzeitenmarkierung muss aktiviert sein, um die Bereichsgrenzwerte für Mahlzeiten bearbeiten zu können. Siehe Seite 87. Heben Sie in der Anzeige Einstellungen die Option Bereich hervor, und drücken Sie auf. Einstellungen Uhrzeit / Datum Sprache Bereich Markierung Kontrolltest HINWEIS: Wenn Sie sich entscheiden, Ihre "Mahlzeiten"- Bereichsgrenzwerte zu ändern, werden sich Ihre vorherigen Hinweise zur Bereichsanzeige im Messprotokoll nicht ändern. Aber bei jedem neuen Test werden Hinweise zur Bereichsanzeige angezeigt, die Ihre Änderungen widerspiegeln. 93

239 5 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung Bearbeiten Sie die Bereichsgrenzwerte "Vor Mahlzeit" und "Nach Mahlzeit" wie erforderlich Heben Sie in der Anzeige Bereich die Option Vor Mahlzeit hervor und drücken Sie auf. Die aktuellen, im Messsystem eingestellten Bereichsgrenzwerte für "Vor Mahlzeit" werden angezeigt. Bereich mmol/l Vor Mahlzeit Nach Mahlzeit Drücken Sie auf oder, um für Niedrig den gewünschten Wert zwischen 3,3 mmol/l und 6,1 mmol/l festzulegen. Drücken Sie dann auf. Bereich Vor Mahl. Niedrig mmol/l 94

240 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung 5 Drücken Sie auf oder, um für Hoch den gewünschten Wert zwischen 5,0 mmol/l und 12,0 mmol/l festzulegen. Drücken Sie dann auf. Bereich Vor Mahl. Hoch mmol/l Die Anzeige Gespeichert erscheint, um zu bestätigen, dass die angezeigten Bereichsgrenzwerte für Messungen vor einer Mahlzeit im Messsystem gespeichert wurden. Gespeichert. Bereich Vor Mahlzeit mmol/l Schritt 1 von 2 95

241 5 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung Heben Sie in der Anzeige Einstellungen die Option Bereich hervor und drücken Sie auf. Heben Sie dann in der Anzeige Bereich die Option Nach Mahlzeit hervor und drücken Sie auf. Führen Sie die zuvor beschriebenen Schritte durch, um die Bereichsgrenzwerte für "Nach Mahlzeit" zu ändern. Bereich mmol/l Vor Mahlzeit Nach Mahlzeit HINWEIS: Der untere Grenzwert Nach Mahlzeit kann zwischen 4,4 mmol/l und 6,7 mmol/l eingestellt werden. Der obere Grenzwert Nach Mahlzeit kann zwischen 6,6 mmol/l und 16,7 mmol/l eingestellt werden. 96

242 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung 5 Blutzuckermessergebnisse markieren Sie können Ihre Blutzuckermessergebnisse markieren, indem Sie die Mahlzeitenmarkierung aktivieren. Wenn das Blutzuckermessergebnis nach einer Messung auf dem Display angezeigt wird, werden unterhalb des Ergebnisses die Markierungsoptionen (Vor Mahlzeit, Nach Mahl. und Nicht mark.) angezeigt. Drücken Sie auf oder, um Vor Mahlzeit ( ) oder Nach Mahl. ( ) hervorzuheben, und drücken Sie auf. Wenn Sie das Ergebnis nicht markieren möchten, heben Sie die Option Nicht mark. hervor und drücken Sie auf, oder drücken Sie auf, um zur Anzeige Ergebnis zurückzukehren. 30 Apr. 14:45 mmol/l Vor Mahlzeit Nach Mahl. Nicht mark. 97

243 5 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung HINWEIS: Sie können die Markierung zu den Mahlzeiten, die unter Ihrem Ergebnis erscheint, bearbeiten, noch während Ihr Ergebnis angezeigt wird (siehe nächste Seite). Drücken Sie einfach auf, um zum Menü Markierung oben zurückzukehren, und führen Sie die Anweisungen zur Markierung Ihres Ergebnisse noch einmal aus. Sie können ein EXTREM HOHES, aber nicht ein EXTREM NIEDRIGES Ergebnis markieren. Während Sie das Ergebnis im Messprotokoll betrachten, können Sie eine Markierung zu den Mahlzeiten nicht bearbeiten. 98

244 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung 5 Das ausgewählte Symbol Vor Mahlzeit ( ) oder Nach Mahlzeit ( ) wird unter Ihrem Ergebnis angezeigt. Die Funktion der Bereichsanzeige auf Ihrem Messsystem zeigt automatisch den passenden Hinweis zur Bereichsanzeige und weist auf den entsprechenden Farbstreifen der Bereichsanzeige. Das Messsystem wendet entweder die Bereichsgrenzwerte für "Vor Mahlzeit" oder für "Nach Mahlzeit" auf Ihr Ergebnis an. Dies ist davon abhängig, ob Sie das Ergebnis mit "Vor Mahlzeit" oder "Nach Mahlzeit" markiert haben. 99

245 5 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung Seriennummer des Geräts, Softwareversion und letzten Messgerätefehler prüfen In Ihrem Messgerät sind die Seriennummer des Geräts, die Softwareversion und Informationen zum letzten Messgerätefehler gespeichert. Sie können diese Informationen jederzeit aufrufen und zur Fehlerbehebung verwenden. 1. Drücken Sie auf oder. Blättern Sie in der Anzeige Einstellungen bis zur Option Geräteinfo und heben Sie sie hervor Einstellungen Sprache Bereich Markierung Kontrolltest Geräteinfo 2. Drücken Sie auf, um Informationen zum Messgerät anzuzeigen 100 Geräteinfo Serien-Nr.: BCXFF2HK Software: PUE_ Einheiten: mmol/l Letzter Fehler:

246 Korrektur der Messsystemeinstellungen nach der ersten Einrichtung 5 Drücken Sie auf und blättern Sie nach unten, um Informationen zum letzten, im Messgerät aufgetretenen Fehler anzuzeigen. Geräteinfo Letzter Fehler: Fehler X Fehlerdatum: 21 Apr Unterfehlercode: XXXX 101

247 6 Pflege und Wartung Aufbewahrung des Systems Bewahren Sie Messsystem, Teststreifen, Kontrolllösung und anderes Zubehör in Ihrem Etui auf. An einem kühlen, trockenen Ort zwischen 5 C und 30 C aufbewahren. Nicht im Kühlschrank aufbewahren. Die Gegenstände nicht direkter Sonnenbestrahlung oder Hitze aussetzen. Reinigung und Desinfektion Reinigen und Desinfizieren unterscheiden sich und sollten beide erfolgen. Die Reinigung ist Teil der normalen Pflege und Wartung und sollte vor der Desinfektion erfolgen. Mit ihr werden aber keine Keime abgetötet. Die Desinfektion ist die einzige Methode, um das Erkrankungsrisiko für Sie zu reduzieren. Weitere Angaben zur Reinigung finden Sie auf Seite 103 und zur Desinfektion auf Seite

248 Pflege und Wartung 6 Reinigung von Messsystem, Lanzettengerät und Kappe Messsystem, Lanzettengerät und Kappe sind zu reinigen, wenn sie sichtbar verschmutzt sind, und vor der Desinfektion. Reinigen Sie das Messsystem mindestens einmal wöchentlich. Messsystem und Lanzettengerät sind zu reinigen, wenn sie sichtbar verschmutzt sind. Zur Reinigung nehmen Sie übliches flüssiges Geschirrspülmittel und ein weiches Tuch. Stellen Sie eine milde Reinigungslösung her, indem Sie 2,5 ml eines üblichen flüssigen Geschirrspülmittels mit 250 ml Wasser vermischen. Keinen Alkohol oder andere Lösungsmittel verwenden. Niemals Flüssigkeiten, Schmutz, Staub, Blut oder Kontrolllösung weder in den Teststreifenhalter noch in den Datenausgang gelangen lassen (siehe Seite 16). Niemals das Messsystem mit Reinigungslösung besprühen oder in Flüssigkeiten eintauchen. 103

249 6 Pflege und Wartung 1. Indem Sie das Messsystem mit dem Teststreifenhalter nach unten halten, wischen Sie das Äußere des Messsystems und des Lanzettengeräts mit einem weichen, mit Wasser und mildem Reinigungsmittel befeuchteten Tuch ab Achten Sie darauf, dass Sie überschüssige Flüssigkeit ausdrücken, bevor Sie das Messsystem abwischen. Wischen Sie das Äußere der Kappe ab. 2. Trocknen Sie mit einem sauberen, weichen Tuch ab 104

250 Pflege und Wartung 6 Desinfektion von Messsystem, Lanzettengerät und Kappe Messsystem, Lanzettengerät und Kappe sollten in regelmäßigen Abständen desinfiziert werden. Reinigen Sie Messsystem, Lanzettengerät und Kappe vor der Desinfektion. Desinfizieren Sie die Komponenten mit handelsüblicher alkoholfreier Desinfektionslösung (mit mindestens 5,5% Natriumhypochlorit als Wirkstoff).* Stellen Sie eine Lösung aus 1 Teil alkoholfreiem Desinfektionsmittel und 9 Teilen Wasser her. *Befolgen Sie die Anweisungen des Herstellers zum Umgang mit dem Desinfektionsmittel und seiner Aufbewahrung. 1. Halten Sie das Messsystem so, dass der Teststreifenhalter nach unten zeigt Wischen Sie das Äußere des Messsystems und des Lanzettengeräts mit einem weichen, mit dieser Lösung befeuchteten Tuch ab. Achten Sie darauf, dass Sie überschüssige Flüssigkeit ausdrücken, bevor Sie das Messsystem abwischen. 105

251 6 Pflege und Wartung 2. Decken Sie die zu desinfizierende Fläche nach dem Abwischen 1 Minute lang mit einem weichen Tuch ab, das mit Desinfektionslösung befeuchtet ist Waschen Sie Ihre Hände nach dem Umgang mit Messsystem, Lanzettengerät und Kappe gründlich mit Wasser und Seife. Falls Sie Hinweise auf Verschleiß finden, wenden Sie sich bitte an den LifeScan Service: (Deutschland). 106

252 Pflege und Wartung 6 Diese Seite wurde absichtlich leer gelassen. 107

253 7 Batterien Ihr OneTouch Select Plus Messsystem benötigt 2 CR2032 Lithium-Batterien. Eine Batterie dient der Stromversorgung des Messgeräts selbst, die andere versorgt die Hintergrundbeleuchtung mit Strom. Weitere Informationen darüber, wann die Batterien des Messgeräts auszutauschen sind, finden Sie unter Seite 123. Falls das Messsystem nicht eingeschaltet werden kann, überprüfen Sie die Batterien. Batterien nicht austauschen, während das Gerät mit einem Computer verbunden ist. WICHTIG: Verwenden Sie nur Lithiumbatterien CR2032 für Ihr Messsystem. Benutzen Sie keine Akkus (wiederaufladbare Batterien). Die Verwendung eines falschen Batterietyps oder der Austausch nur einer Batterie kann dazu führen, dass Ihr Messsystem weniger Tests als normal ausführt. WARNHINWEIS: Bestimmte Batterien können auslaufen, wodurch das Messsystem beschädigt wird oder die Batterien schneller als normal ihre Ladung verlieren. Ersetzen Sie auslaufende Batterien unverzüglich. 108

254 Batterien 7 Batterien wechseln 1. Alte Batterien herausnehmen Dazu muss das Messsystem ausgeschaltet sein. Entfernen Sie die Batteriefachabdeckung, indem Sie sie nach unten schieben. Ziehen Sie fest an den Kunststoff-Batteriebändern. Das Kunststoff-Batterieband mit dem Symbol ist für die Messgerätebatterie, der Kunststoffstreifen mit dem Symbol ist für die Batterie für die Hintergrundbeleuchtung. 109

255 7 Batterien 2. Neue Batterien einlegen Legen Sie die Batterien mit der "+"-Seite nach oben in das Batteriefach ein, sodass sie in der Falte des Kunststoffstreifens der Batterie liegen. Drücken Sie die Batterien herunter, bis sie in der Batterieklammer einrasten. Setzen Sie die Batteriefachabdeckung wieder ein, indem Sie sie nach oben auf das Messgerät schieben. Wenn sich das Messgerät nicht einschaltet, nachdem Sie die Messgerätebatterie ausgewechselt haben, überprüfen Sie, ob die Batterie richtig mit der "+"-Seite nach oben installiert wurde. Wenn sich das Messsystem immer noch nicht einschaltet, wenden Sie sich bitte an den LifeScan Service: (Deutschland). 110

Blutzuckermesssystem AW A. Gebrauchsanweisung

Blutzuckermesssystem AW A. Gebrauchsanweisung Blutzuckermesssystem AW 06937901A Gebrauchsanweisung Bloedglucosesysteem Handleiding 1 Wij stellen het op prijs dat u OneTouch hebt gekozen! Het OneTouch Select Plus bloedglucosesysteem is een van de nieuwste

Nadere informatie

Bloedglucosesysteem. Handleiding. Gebruiksinstructies

Bloedglucosesysteem. Handleiding. Gebruiksinstructies Bloedglucosesysteem Handleiding Gebruiksinstructies Bloedglucosesysteem Handleiding 1 Wij stellen het op prijs dat u OneTouch hebt gekozen! Het OneTouch Verio bloedglucosesysteem is een van de nieuwste

Nadere informatie

Bloedglucosesysteem. Gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing

Bloedglucosesysteem. Gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing Bloedglucosesysteem Gebruikershandleiding Gebruiksaanwijzing Verio Bloedglucosesysteem Gebruikershandleiding 1 Wij stellen het op prijs dat u voor OneTouch hebt gekozen! Het OneTouch Verio bloedglucosesysteem

Nadere informatie

Bloedglucosesysteem. Handleiding. Instructies voor gebruik

Bloedglucosesysteem. Handleiding. Instructies voor gebruik Bloedglucosesysteem Handleiding Instructies voor gebruik VerioIQ Bloedglucosesysteem Handleiding 1 Handleiding We stellen het op prijs dat u OneTouch gekozen hebt! Het OneTouch Verio IQ bloedglucosesysteem

Nadere informatie

Bloedglucosesysteem. Handleiding. Gebruiksaanwijzing.

Bloedglucosesysteem. Handleiding. Gebruiksaanwijzing. Bloedglucosesysteem Handleiding. Gebruiksaanwijzing. Bloedglucosesysteem Handleiding 1 Handleiding Wij stellen het op prijs dat u OneTouch gekozen hebt! Het OneTouch Verio Pro bloedglucosesysteem is een

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING Bloedglucosesysteem GEBRUIKERSHANDLEIDING Vervangt de vorige gebruikershandleiding AW 06647602A Datum herziening: 11/2010 Inhoud: Uw systeem leren kennen 1 Uw meter instellen 4 Uw bloedglucose testen 8

Nadere informatie

Bloedglucosesysteem. Handleiding. Gebruiksaanwijzing

Bloedglucosesysteem. Handleiding. Gebruiksaanwijzing Bloedglucosesysteem Handleiding Gebruiksaanwijzing Select Plus Flex Bloedglucosesysteem Handleiding 1 Wij stellen het op prijs dat u OneTouch hebt gekozen! Het OneTouch Select Plus Flex -bloedglucosesysteem

Nadere informatie

Bloedglucosesysteem. Gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing

Bloedglucosesysteem. Gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing Bloedglucosesysteem Gebruikershandleiding Gebruiksaanwijzing Bloedglucosesysteem Gebruikershandleiding 1 Wij stellen het op prijs dat u voor OneTouch hebt gekozen! Het OneTouch Ultra Plus Reflect bloedglucosesysteem

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING Bloedglucosesysteem GEBRUIKERSHANDLEIDING Vervangt eerdere gebruikershandleiding AW 06640802A Datum herziening: 09/2010 Inhoud: Het systeem instellen 1 Uw bloedglucose testen 5 Maaltijd- en nuchtermarkeringen

Nadere informatie

AW 06795201A AW 06795201A

AW 06795201A AW 06795201A C4 Als u vragen hebt over het gebruik van een OneTouch product, neem dan contact op met de OneTouch -lijn op 0800-022 24 45. Als u de OneTouch -lijn niet kunt bereiken, neem dan contact op met uw arts/

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. LIFESCAN VERIO 9-2009 http://nl.yourpdfguides.com/dref/3211413

Uw gebruiksaanwijzing. LIFESCAN VERIO 9-2009 http://nl.yourpdfguides.com/dref/3211413 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Bloedglucosesysteem GEBRUIKERSHANDLEIDING

Bloedglucosesysteem GEBRUIKERSHANDLEIDING Bloedglucosesysteem GEBRUIKERSHANDLEIDING AW 06498203A Revisiedatum: 10/2011 Inhoud: Het systeem instellen 1 Uw bloedglucose testen 5 Maaltijdmarkeringen of opmerkingen aan uw resultaten toevoegen 12 Eerdere

Nadere informatie

Bloedglucosesysteem GEBRUIKERS- HANDLEIDING

Bloedglucosesysteem GEBRUIKERS- HANDLEIDING Bloedglucosesysteem GEBRUIKERS- HANDLEIDING AW 06637401A Rev. date: 05/2009 Contents: Uw bloedglucosesysteem leren kennen 1 Datum en tijd instellen, en uw meter coderen 4 Uw bloedglucose testen 8 Eerdere

Nadere informatie

Handleiding Manuel d utilisation. Gebruiksaanwijzing Mode d emploi.

Handleiding Manuel d utilisation. Gebruiksaanwijzing Mode d emploi. Bloedglucosesysteem Système de surveillance de la glycémie Handleiding Manuel d utilisation. Gebruiksaanwijzing Mode d emploi. Verio IQ Bloedglucosesysteem Handleiding 1 Handleiding Bedankt dat u voor

Nadere informatie

Bloedglucosesysteem GEBRUIKERSHANDLEIDING

Bloedglucosesysteem GEBRUIKERSHANDLEIDING Bloedglucosesysteem GEBRUIKERSHANDLEIDING AW 06657502A Revisiedatum: 11/2010 Inhoud: Uw bloedglucosesysteem te leren kennen 1 Tijd en datum instellen en de meter coderen 4 Uw bloedglucose testen 8 Eerdere

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. LIFESCAN ONETOUCH VERIO http://nl.yourpdfguides.com/dref/3624667

Uw gebruiksaanwijzing. LIFESCAN ONETOUCH VERIO http://nl.yourpdfguides.com/dref/3624667 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. LIFESCAN ONETOUCH VERIO

Uw gebruiksaanwijzing. LIFESCAN ONETOUCH VERIO U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Draadloos Smart Glucosemeetsysteem Snelstarthandleiding

Draadloos Smart Glucosemeetsysteem Snelstarthandleiding EN Draadloos Smart Glucosemeetsysteem Snelstarthandleiding WELKOM Welkom bij uw ihealth Draadloos Smart Glucosemeetsysteem (het ihealth-systeem). Met dit systeem, dat is ontworpen voor gebruik in combinatie

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Geachte bezitter van een BM Diamond mini bloedglucosemeter Gefeliciteerd met uw BM Diamond Mini bloedglucosemeter. In deze handleiding staat belangrijke informatie die u helpt om

Nadere informatie

E-LEARNING. E-learning voor succesvol meten met de qlabs INR meter

E-LEARNING. E-learning voor succesvol meten met de qlabs INR meter E-LEARNING E-learning voor succesvol meten met de qlabs INR meter De qlabs INR meter De qlabs INR meter wordt standaard geleverd in een luxe stevige verpakking. De qlabs INR meter compact, compleet en

Nadere informatie

Accu-Chek Inform II SYSTEEM VOOR DE BEPALING VAN BLOEDGLUCOSE. Beknopte gebruiksaanwijzing

Accu-Chek Inform II SYSTEEM VOOR DE BEPALING VAN BLOEDGLUCOSE. Beknopte gebruiksaanwijzing Accu-Chek Inform II SYSTEEM VOOR DE BEPALING VAN BLOEDGLUCOSE Beknopte gebruiksaanwijzing Overzicht van herzieningen Beknopte gebruiksaanwijzing versie 1.0 2008-01 Nieuw document Beknopte gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Geachte bezitter van het BM Diamond VOICE-meetsysteem Dank u voor het aanschaffen van het BM Diamond Voice bloedglucosemeetsysteem. In deze handleiding staat belangrijke informatie

Nadere informatie

GEEN CODERING. Bloedglucosemeter

GEEN CODERING. Bloedglucosemeter GEEN CODERING Bloedglucosemeter BEOOGD GEBRUIK De Contour Next ONE-bloedglucosemeter is bedoeld om te worden gebruikt voor het meten van de bloedglucose bij zowel met insuline als niet met insuline behandelde

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Geachte bezitter van een BM Diamond PRIMA-meetsysteem Dank u voor het aanschaffen van het BM Diamond Prima bloedglucosemeetsysteem. In deze handleiding staat belangrijke informatie

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. LIFESCAN ONETOUCH ULTRASMART http://nl.yourpdfguides.com/dref/2702769

Uw gebruiksaanwijzing. LIFESCAN ONETOUCH ULTRASMART http://nl.yourpdfguides.com/dref/2702769 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor LIFESCAN ONETOUCH ULTRASMART. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie,

Nadere informatie

CALLA premium GEBRUIKS- AANWIJZING

CALLA premium GEBRUIKS- AANWIJZING CALLA premium GEBRUIKS- AANWIJZING Beste Wellion CALLA Premium gebruiker, Dank u voor het kiezen voor de Wellion CALLA Premium Bloedglucosemeter waarmee u zelf uw bloedglucosespiegel in de gaten kunt houden.

Nadere informatie

TD-GLUCO. Handleiding. Bloedglucose-controlesysteem. TD-4277 versie 1.0 2014/11 HT102014-01G

TD-GLUCO. Handleiding. Bloedglucose-controlesysteem. TD-4277 versie 1.0 2014/11 HT102014-01G TD-GLUCO Bloedglucose-controlesysteem Handleiding TD-4277 versie 1.0 2014/11 HT102014-01G HT One TD-GLUCO (TD-4277) Bedankt voor het aanschaffen van het TD-GLUCO bloedglucose-controlesysteem. Deze handleiding

Nadere informatie

TD-GLUCO. Handleiding. Bloedglucose-controlesysteem. TD-4277 versie 1.0 2014/11 HT102014-01G

TD-GLUCO. Handleiding. Bloedglucose-controlesysteem. TD-4277 versie 1.0 2014/11 HT102014-01G TD-GLUCO Bloedglucose-controlesysteem Handleiding TD-4277 versie 1.0 2014/11 HT102014-01G HT One TD-GLUCO (TD-4277) Bedankt voor het aanschaffen van het TD-GLUCO bloedglucose-controlesysteem. Deze handleiding

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING Bloedglucosemeter 13.10.12 12:24 Zie Opties 93 Voor Eten Gebruikt uitsluitend CONTOUR NEXT bloedglucoseteststrips GEBRUIKERSHANDLEIDING BEOOGD GEBRUIK: De Contour Next bloedglucosemeter (meter, teststrips

Nadere informatie

korte handleiding Codefree GL50 mg/dl Beurer GmbH Söflinger Straße Ulm, Germany

korte handleiding Codefree GL50 mg/dl Beurer GmbH Söflinger Straße Ulm, Germany EENVOUDIGE BEDIENING korte handleiding Codefree GL50 mg/dl NL Beurer GmbH Söflinger Straße 218 89077 Ulm, Germany www.beurer-medical.com 0483 Waarschuwingen en veiligheidsaanwijzingen 2 Voor het eerste

Nadere informatie

BLOEDGLUCOSEMEETSYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING

BLOEDGLUCOSEMEETSYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING BLOEDGLUCOSEMEETSYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING Bedankt dat u voor het Contour -bloedglucosemeetsysteem hebt gekozen. We zijn er trots op uw partner te mogen zijn bij het onder controle houden van uw diabetes.

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING GEACHTE BEZITTER VAN EEN BM DIAMOND MINI BLOEDGLUCOSEMETER Gefeliciteerd met uw BM Diamond Mini bloedglucosemeter. In deze handleiding staat belangrijke informatie die u helpt om

Nadere informatie

Diabetes mellitus en zelfcontrole. Diabetespoli

Diabetes mellitus en zelfcontrole. Diabetespoli 00 Diabetes mellitus en zelfcontrole Diabetespoli 1 Inleiding Diabetes mellitus is een chronische aandoening. Daarom is het voor u als mens met diabetes van belang een aantal zaken in de gaten te houden.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleiding

Hoofdstuk 1 Inleiding 2.2 Wat u nodig hebt voor elke test Gebruikershandleiding 83-04113 a. GLUCOCARD X-mini plus (meter) b. GLUCOCARD X premium Test Strips c. Lancetapparaat d. Lancet WAARSCHUWING Houd de meter, teststrips

Nadere informatie

introductie Nederlands

introductie Nederlands Introductie De Betachek G5 meter is ontwikkeld om jarenlang betrouwbare resultaten te geven zonder problemen. De snelheid en de unieke geheugenkaart besparen u tijd en moeite. Lees deze handleiding volledig

Nadere informatie

Gebruikershandleiding KwikPen ABASAGLAR 100 E/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen Insulin glargine

Gebruikershandleiding KwikPen ABASAGLAR 100 E/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen Insulin glargine Gebruikershandleiding KwikPen ABASAGLAR 100 E/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen Insulin glargine LEES DEZE HANDLEIDING VOORAFGAAND AAN HET GEBRUIK Lees de gebruikershandleiding door voordat

Nadere informatie

Handleiding. mmol/l meter

Handleiding. mmol/l meter Handleiding Dank u voor de aanschaf van het HT One Gmate -systeem. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u gaat testen om correct gebruik te garanderen. Houd deze handleiding bij de hand zodat

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Bloedglucosemeter

Gebruiksaanwijzing Bloedglucosemeter Gebruiksaanwijzing Bloedglucosemeter Inhoudsopgave Inleiding...3 Hoofdstuk 1: Uw nieuwe systeem...5 Hoofdstuk 2: Bloedglucosemetingen...13 Hoofdstuk 3: Functiecontrolemetingen...25 Hoofdstuk 4: Instellingen

Nadere informatie

Diabetes Mellitus Zelfcontrole

Diabetes Mellitus Zelfcontrole INTERNE GENEESKUNDE Diabetes Mellitus Zelfcontrole Inleiding Diabetes mellitus (D.M.) is een chronische ziekte. Het is voor u als mens met diabetes van belang een aantal zaken in de gaten te houden. U

Nadere informatie

GEBRUIKS- AANWIJZINGNG

GEBRUIKS- AANWIJZINGNG GEBRUIKS- AANWIJZINGNG Beste Wellion CALLA Mini gebruiker, Dank u voor het kiezen voor de Wellion CALLA Mini Bloedglucosemeter waarmee u zelf uw bloedglucosespiegel in de gaten kunt houden. Wij hebben

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Taltz 80mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen. Ixekizumab

Gebruikershandleiding. Taltz 80mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen. Ixekizumab Gebruikershandleiding Taltz 80mg oplossing voor injectie in voorgevulde pen Ixekizumab Voordat u uw voorgevulde pen gebruikt: Belangrijk om te weten Lees voordat u de Taltz voorgevulde pen gaat gebruiken

Nadere informatie

2015 NSE Products, Inc. Provo, Utah, USA ageloc Galvanic Body Spa

2015 NSE Products, Inc. Provo, Utah, USA  ageloc Galvanic Body Spa 205 NSE Products, Inc. Provo, Utah, 8460. USA www.nuskin.com ageloc Galvanic Body Spa Belangrijke waarschuwing Gelieve de volgende belangrijke waarschuwingen te lezen alvorens te beginnen:. Controleer

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING. Humuline NPH KwikPen 100 IE/ml LEES DEZE HANDLEIDING VOOR GEBRUIK

GEBRUIKERSHANDLEIDING. Humuline NPH KwikPen 100 IE/ml LEES DEZE HANDLEIDING VOOR GEBRUIK GEBRUIKERSHANDLEIDING Humuline NPH KwikPen 100 IE/ml LEES DEZE HANDLEIDING VOOR GEBRUIK Lees de gebruikershandleiding door voordat u Humuline gebruikt en elke keer als u een andere Humuline KwikPen 100

Nadere informatie

DIGITAL DOOR VIEWER GEBRUIKERSHANDLEIDING

DIGITAL DOOR VIEWER GEBRUIKERSHANDLEIDING DIGITAL DOOR VIEWER GEBRUIKERSHANDLEIDING Let op: 1. Lees voor gebruik eerst deze handleiding 2. Demonteer de camera of de hoofdunit niet. 3. Ga zorgvuldig te werk. 4. Wij raden u aan om regelmatig een

Nadere informatie

In elkaar zetten. Haal NovoPen 3 uit het etui door met uw vinger bovenaan op de pendop te drukken. Draai de pendop los en trek hem van de pen af.

In elkaar zetten. Haal NovoPen 3 uit het etui door met uw vinger bovenaan op de pendop te drukken. Draai de pendop los en trek hem van de pen af. Inhoud Pagina In elkaar zetten.................................... 2 NovoPen 3 gebruiksklaar maken..................... 5 Doseren.......................................... 6 Injecteren.........................................

Nadere informatie

VITAMINE. VITale AMsterdamse ouderen IN de stad. Tablet Handleiding

VITAMINE. VITale AMsterdamse ouderen IN de stad. Tablet Handleiding VITAMINE VITale AMsterdamse ouderen IN de stad Tablet Handleiding Onderdelen Gebruik tablet... 2 Welke functies gebruikt u op de tablet?... 2 MBvO oefeningen... 3 Tabbladen... 3 Vandaag... 4 Uitvoeren...

Nadere informatie

Lader rol reiniging FS 2000 / FS 3000 series

Lader rol reiniging FS 2000 / FS 3000 series Lader rol reiniging FS 2000 / FS 3000 series Inhoudsopgave Uw machine handmatig reinigen pagina 3 Storingen & oplossingen pagina 13 1. Schakel de machine uit. 2. Open beide kleppen aan de voorzijde. 3.

Nadere informatie

Steriele lancetten voor éénmalig gebruik

Steriele lancetten voor éénmalig gebruik Steriele lancetten voor éénmalig gebruik Universeel model, geschikt voor de meest voorkomende prikapparaten Universeel model, geschikt voor de meest voorkomende lancetten Eenvoudig te gebruiken prikapparaten

Nadere informatie

11 Oplossen van problemen

11 Oplossen van problemen 11 Oplossen van problemen De Accu-Chek Inform II-meter controleert de onderdelen van het systeem voortdurend op onverwachte en ongewenste problemen. Hieronder volgt een tabel met oplossingen van problemen,

Nadere informatie

NutropinAq Pen. instructies voor gebruik samen met NutropinAq

NutropinAq Pen. instructies voor gebruik samen met NutropinAq NutropinAq Pen instructies voor gebruik samen met NutropinAq INJECTEER HET GENEESMIDDEL UITSLUITEND NADAT U MET UW ARTS OF VERPLEEGKUNDIGE DE JUISTE TECHNIEK GOED HEEFT GEOEFEND. Let op: Lees de onderstaande

Nadere informatie

Register your product and get support at www.philips.com/welcome AJ110 NL Gebruiksaanwijzing Netherlands 1 Belangrijk Kennisgeving Eventuele wijzigingen of modificaties aan het apparaat die niet uitdrukkelijk

Nadere informatie

TD-4277B versie /03 HT102015B-01G

TD-4277B versie /03 HT102015B-01G TD-4277B versie 2.0 2016/03 HT102015B-01G 311-4277100-058 TD-GLUCO Bluetooth (TD-4277B) Bedankt voor het aanschaffen van het TD-GLUCO Bluetooth bloedglucosecontrolesysteem. Deze handleiding geeft belangrijke

Nadere informatie

Gezichtsreiniger set TB HANDLEIDING

Gezichtsreiniger set TB HANDLEIDING Gezichtsreiniger set TB-14838 HANDLEIDING TB-14838 WWW.PRIMO-ELEKTRO.BE Lees aandachtig alle instructies - bewaar deze handleiding voor latere raadpleging. 1. GARANTIE 3 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 4 3.

Nadere informatie

Instructie voor de uitvoering van de CRP sneltest met de Orion QuikRead Go

Instructie voor de uitvoering van de CRP sneltest met de Orion QuikRead Go Instructie voor de uitvoering van de CRP sneltest met de Orion QuikRead Go QuikRead go CRP sneltest Kwantitatieve CRP sneltest in volbloed Binnen enkele minuten uitslag Hulpmiddel bij de diagnostiek van

Nadere informatie

Handleiding mmol/l meter

Handleiding mmol/l meter Handleiding mmol/l meter Dank u voor de aanschaf van het HT One Gmate SMART-systeem. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u gaat testen om correct gebruik te garanderen. Houd deze handleiding

Nadere informatie

Bediening van de Memory Stick-speler

Bediening van de Memory Stick-speler Bediening Bediening van de Memory Stick-speler Over Memory Sticks Stel Memory Sticks niet bloot aan statische elektriciteit en elektrische bronnen. Dit om te voorkomen dat gegevens op de stick verloren

Nadere informatie

Digitale momentsleutel 6-30 Nm 1/4"D

Digitale momentsleutel 6-30 Nm 1/4D Onderdeelnr. 5167 Digitale momentsleutel 6-30 Nm 1/4"D www.lasertools.co.uk Referentieformulier Primaire schaal: 6-30 Nm Secundaire schaal: 11,5-59 Ft/Lbs Aandrijving: 1/4"D Functies: 5 instellingen: Kg-m

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Informatie voor de gebruiker: HD (High Definition) en HFR (High Frame Rate) video-opname apparaten, zijn een zware belasting voor geheugenkaarten. Afhankelijk van de gebruikersinstellingen,

Nadere informatie

MultiSport DV609 Nederlands

MultiSport DV609 Nederlands MultiSport DV609 Nederlands! Kennisgeving: High-definition video-opnameapparatuur met hoge beeldfrequentie vormt een zware belasting voor geheugenkaarten. Afhankelijk van uw instellingen wordt aanbevolen

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING Bloedglucosemeter 13.10.12 12:24 Zie Opties mg/dl 93 Voor Eten Gebruikt uitsluitend CONTOUR NEXT bloedglucoseteststrips van Bayer GEBRUIKERSHANDLEIDING 84169471_CntrNEXT_UG_NLbe_FpBp_v2.indd ofc1 FC: 21

Nadere informatie

Bedieningen Dutch - 1

Bedieningen Dutch - 1 Bedieningen 1. Functieschakelaar Cassette/ Radio/ CD 2. Golfband schakelaar 3. FM antenne 4. CD deur 5. Schakelaar om zender af te stemmen 6. Bass Boost toets 7. CD skip/ voorwaarts toets 8. CD skip/ achterwaarts

Nadere informatie

AR280P Clockradio handleiding

AR280P Clockradio handleiding AR280P Clockradio handleiding Index 1. Beoogd gebruik 2. Veiligheid o 2.1. Pictogrammen in deze handleiding o 2.2. Algemene veiligheidsvoorschriften 3. Voorbereidingen voor gebruik o 3.1. Uitpakken o 3.2.

Nadere informatie

Handleiding voor patiënt

Handleiding voor patiënt Handleiding voor patiënt Eigendom van: Icare HOME (model: TA022) HANDLEIDING VOOR PATIËNT TA022-035 NL-3.1 3 Inleiding In deze handleiding leest u hoe u de Icare HOME-tonometer moet gebruiken. Lees alle

Nadere informatie

Snelstartgids. Inhoud verpakking. De digitale pen

Snelstartgids. Inhoud verpakking. De digitale pen Snelstartgids Waarschuwing Deze Snelstartgids biedt algemene richtlijnen voor de installatie en het gebruik van IRISnotes. Gedetailleerde instructies over het complete functiebereik van IRISnotes vindt

Nadere informatie

GEBRUIKS- HANDLEIDING

GEBRUIKS- HANDLEIDING GEBRUIKS- HANDLEIDING Beste Wellion LUNA duo gebruiker, Dank dat u voor het Wellion LUNA duo Multi-Monitoring Systeem hebt gekozen. Wij hebben de Wellion LUNA duo bloed glucose en cholesterol meter zodanig

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING PCE-AC 4000

GEBRUIKSAANWIJZING PCE-AC 4000 PCE Brookhuis B.V. Institutenweg 15 7521 PH Enschede The Netherlands Telefoon: +31 (0)900 1200 003 Fax: +31 53 430 36 46 info@pcebenelux.nl www.pce-instruments.com/dutch Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

GEBRUIKS- HANDLEIDING

GEBRUIKS- HANDLEIDING GEBRUIKS- HANDLEIDING Beste Wellion LUNA duo gebruiker, Dank dat u voor het Wellion LUNA duo Multi-Monitoring Systeem hebt gekozen. Wij hebben de Wellion LUNA duo bloed glucose en cholesterol meter zodanig

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Geachte bezitter van een BM Diamond VOICE bloedglucosemeter Gefeliciteerd met uw BM Diamond Voice bloedglucosemeter. In deze handleiding staat belangrijke informatie die u helpt om

Nadere informatie

Ik gebruik deze perzikkleurige pen: ja. Suliqua. Informatiebrochure SANL.LALI

Ik gebruik deze perzikkleurige pen: ja. Suliqua. Informatiebrochure SANL.LALI Ik gebruik deze perzikkleurige 10-40 pen: ja nee Suliqua Informatiebrochure SANL.LALI.17.03.0170 3 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Wat is Suliqua 10-40 pen en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 5 3.

Nadere informatie

GEBRUIKSINSTRUCTIES. JuniorSTAR is een halve eenheden, navulbare insulinepen.

GEBRUIKSINSTRUCTIES. JuniorSTAR is een halve eenheden, navulbare insulinepen. JuniorSTAR GEBRUIKSINSTRUCTIES JuniorSTAR is een halve eenheden, navulbare insulinepen. verrijkt met Volg de instructies voor gebruik van je arts, diabetesverpleegkundige of apotheker. STAP 1 Plaats een

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING Toerentalmeter PCE-DT 66

GEBRUIKSAANWIJZING Toerentalmeter PCE-DT 66 PCE Brookhuis B.V. Institutenweg 15 7521 PH Enschede The Netherlands Telefoon: +31 (0) 900 1200 003 Fax: +31 53 430 36 46 info@pcebenelux.nl www.pce-instruments.com/dutch GEBRUIKSAANWIJZING Toerentalmeter

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Lees deze handleiding aandachtig voordat u gaat beginnen met testen

Gebruikershandleiding. Lees deze handleiding aandachtig voordat u gaat beginnen met testen Gebruikershandleiding Lees deze handleiding aandachtig voordat u gaat beginnen met testen MENARINI HELPLINE Menarini Helpline: 0800 022 54 22 Dit nummer is niet voor noodgevallen of medische informatie.

Nadere informatie

BYDUREON 2 mg poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie met verlengde afgifte

BYDUREON 2 mg poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie met verlengde afgifte INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER Uw stap voor stap handleiding BYDUREON 2 mg poeder en oplosmiddel voor suspensie voor injectie met verlengde afgifte Heeft u vragen over het gebruik van BYDUREON? Zie de veel

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Digitale Video Memo

Gebruikershandleiding. Digitale Video Memo Gebruikershandleiding Digitale Video Memo De gesprekskosten bedragen 0,18 /minuut 2 INHOUD 1. Functies 7 2. Inhoud van de verpakking 8 3. Hoe de Video Memo op te laden 8 4. Hoofdfuncties en werking 11

Nadere informatie

Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: Instructies voor gebruik en verwijdering

Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: Instructies voor gebruik en verwijdering Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: Instructies voor gebruik en verwijdering Lichtje Doseerknop Scherm met aantal toegediende doses IONSYS (fentanyl 40 microgram per dosis, systeem

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING Stralingsmeter PCE-EMF 823

GEBRUIKSAANWIJZING Stralingsmeter PCE-EMF 823 PCE Brookhuis Institutenweg 15 7521 PH Enschede The Netherlands Telefoon: +31 53 737 01 92 Fax: +31 53 430 36 46 info@pcebenelux.nl www.pcebrookhuis.nl GEBRUIKSAANWIJZING Stralingsmeter PCE-EMF 823 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Byzoo Sous Vide Hippo

Byzoo Sous Vide Hippo Byzoo Sous Vide Hippo handleiding 220-240V, 50Hz 800W BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LEES ALLE INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK EN BEWAAR VOOR TOEKOMSTIGE REFERENTIE 1 Lees alle instructies zorgvuldig voor

Nadere informatie

SoloStar. informatiebrochure

SoloStar. informatiebrochure SoloStar informatiebrochure 2 Inhoudsopgave Bewaren 4 Belangrijke informatie voor gebruik van de SoloStar 5 Leer uw SoloStar kennen 6 Stap 1. Controleer uw insuline 7 Stap 2. Bevestigen van de naald 7

Nadere informatie

Gebruikershandleiding KwikPen ABASAGLAR 100 E/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen Insulin glargine

Gebruikershandleiding KwikPen ABASAGLAR 100 E/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen Insulin glargine Gebruikershandleiding KwikPen ABASAGLAR 100 E/ml oplossing voor injectie in een voorgevulde pen Insulin glargine LEES DEZE HANDLEIDING VOORAFGAAND AAN HET GEBRUIK Lees de gebruikershandleiding door voordat

Nadere informatie

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE BEOOGD GEBRUIK De Contour Next LINK 2.4 draadloze bloedglucosemeter (meter, teststrips en controlevloeistof) is bestemd voor zelftesten door diabetici om de glucoseconcentraties in vers capillair volbloed

Nadere informatie

Hoe uw Precision Xceed diabetescontrolesysteem. 2 Uw Precision Xceed Sensor instellen 9. 3 Uw Precision Xceed Sensor ijken 22

Hoe uw Precision Xceed diabetescontrolesysteem. 2 Uw Precision Xceed Sensor instellen 9. 3 Uw Precision Xceed Sensor ijken 22 133-330 Manual,G3b,Dutch 5/12/05 9:49 AM Page 1 Inhoudsopgave Welkom 1 1 Belangrijke zaken die u moet weten over uw Precision Xceed diabetescontrolesysteem 3 Beoogd gebruik 3 Hoe uw Precision Xceed diabetescontrolesysteem

Nadere informatie

Draadloos bloedglucosemeetsysteem

Draadloos bloedglucosemeetsysteem Draadloos bloedglucosemeetsysteem Gebruiksaanwijzing Voor gebruik in combinatie met de CONTOUR LINK-bloedglucosemeter, Ascensia CONTOUR - teststrips en compatibele diabetesapparaten van Medtronic Bedankt

Nadere informatie

U kunt inkt toevoegen als de printer niet actief is of wanneer op het voorpaneel het bericht Inkt is bijna op of Inkt is op verschijnt.

U kunt inkt toevoegen als de printer niet actief is of wanneer op het voorpaneel het bericht Inkt is bijna op of Inkt is op verschijnt. Onderhoud In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Inkt toevoegen" op pagina 4-19 "De afvallade legen" op pagina 4-23 "De onderhoudskit vervangen" op pagina 4-25 "Het mes voor het losmaken van papier

Nadere informatie

Coeliakieantistoffen thuistest

Coeliakieantistoffen thuistest Coeliakieantistoffen thuistest Thuistest voor het bepalen van IgA anti tissuetransglutaminase uit een druppel bloed. Geschreven door S.L. Vriezinga op 28.03.2012, vrij vertaald naar de Engelse gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Zorg dat u alle items hebt die worden getoond in Afbeelding 1. (De etiketten in het pakket kunnen verschillend zijn.)

Zorg dat u alle items hebt die worden getoond in Afbeelding 1. (De etiketten in het pakket kunnen verschillend zijn.) Beknopte handleiding Zorg dat u alle items hebt die worden getoond in Afbeelding 1. (De etiketten in het pakket kunnen verschillend zijn.) Garantiekaart Beknopte handleiding Lithium-batterij D1 etikettencassette

Nadere informatie

Inhoudsopgave Waar is het Kernel MultiCheck GCUHb-monitoringsysteem voor bedoeld?

Inhoudsopgave Waar is het Kernel MultiCheck GCUHb-monitoringsysteem voor bedoeld? Inhoudsopgave Waar is het Kernel MultiCheck GCUHb-monitoringsysteem voor bedoeld? Belangrijke informatie Onderdelen in het pakket Onderdelen die apart moeten worden aangeschaft Hoe werkt het multifunctioneel

Nadere informatie

De inhoud van de verpakking controleren

De inhoud van de verpakking controleren De inhoud van de verpakking controleren papiersteun cd-rom met printersoftware & Gebruikershandleiding pakket met cartridges (bevat zowel zwart-wit- als kleurencartridges.) printer Gids voor snelle starters

Nadere informatie

Handleiding Medicijn automaat met carrousel en 6 alarmen

Handleiding Medicijn automaat met carrousel en 6 alarmen www.geheugenhulp.nl, Info@geheugenhulp.nl Spoorbaan 42, 5051EV Goirle, t: 013-2201115 KvK: 17285396 Handleiding Medicijn automaat met carrousel en 6 alarmen Bedankt dat u hebt gekozen voor een alarm van

Nadere informatie

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL Innovative Growing Solutions Datalogger DL-1 software-versie: 1.xx Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL DL-1 Datalogger gebruikershandleiding Bedankt voor het aanschaffen van de TechGrow

Nadere informatie

Handleiding Plextalk PTN1. Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1

Handleiding Plextalk PTN1. Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1 Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1 1 DAISYSPELER PLEXTALK PTN1 Korte inleiding: Wij hopen dat u plezier zult beleven aan het beluisteren van de digitale boeken. Dit document beschrijft de hoofdfuncties

Nadere informatie

Onderhoud. Onderhoud

Onderhoud. Onderhoud Onderhoud In deze sectie wordt het volgende besproken: Inkt toevoegen op pagina 7-32 De afvallade legen op pagina 7-36 De onderhoudskit vervangen op pagina 7-39 Het mes voor het losmaken van papier reinigen

Nadere informatie

OVERZICHT APPARAAT. Knop Type patiënt. Pacemaker. Sync. Knop Rapporten Knop Afdrukken. Navigatieknoppen. Therapiepoort. ECG-poort.

OVERZICHT APPARAAT. Knop Type patiënt. Pacemaker. Sync. Knop Rapporten Knop Afdrukken. Navigatieknoppen. Therapiepoort. ECG-poort. SCHERM DEFIBRILLATOR OVERZICHT APPARAAT Knop Type patiënt Indicator Klaar voor gebruik USB-poort Therapieknop Overzicht apparaat AED Off Uit Monitor Display Kies energie Laden-knop Pacemaker Knop Lead

Nadere informatie

DIGITAL DOOR VIEWER 2.0 GEBRUIKERSHANDLEIDING

DIGITAL DOOR VIEWER 2.0 GEBRUIKERSHANDLEIDING DIGITAL DOOR VIEWER 2.0 GEBRUIKERSHANDLEIDING Let op: 1. Lees voor gebruik eerst deze handleiding. 2. Demonteer de camera of de hoofdunit niet. 3. Ga zorgvuldig te werk. 4. Wij raden u aan om regelmatig

Nadere informatie

SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding

SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding NETVOEDING/BATTERIJEN De psense-ii gebruikt vier oplaadbare penlite (AA) batterijen. Om de batterijen te plaatsen of te vervangen moet je met een schroevendraaier

Nadere informatie

VOOR ZELFCONTROLE EN INJECTEREN. Richtlijnen

VOOR ZELFCONTROLE EN INJECTEREN. Richtlijnen VOOR ZELFCONTROLE EN INJECTEREN Richtlijnen Het belangrijkste is handen wassen! 2 Belang van handen wassen HET BELANGRIJKSTE VAN BLOEDGLUCOSEWAARDEN BEPALEN IS: HANDEN WASSEN! NIET OM HYGIËNISCHE REDENEN

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding NEDERLANDS 2. Onderdelen van het systeem 2.1 Meter VOORKANT TESTSTRIPOPENING Bloedglucose Controlesysteem ENTER ( ) TOETS OMHOOG/OMLAAG ( / ) TOETSEN TESTSTRIPOPENING Teststrip gaat hierin. ENTER ( ) TOETS

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EasyView K-type thermometer Model EA11A Inleiding Gefeliciteerd met uw aankoop van de Extech EasyView thermometer. Dit apparaat biedt een enkelvoudige K-type thermokoppelinvoer met

Nadere informatie

Bloedsuikermeter ACON Welkom en hartelijk dank dat u heeft gekozen voor de bloedsuikermeter On Call Extra

Bloedsuikermeter ACON Welkom en hartelijk dank dat u heeft gekozen voor de bloedsuikermeter On Call Extra Bloedsuikermeter Zelfmonitoring van de bloedsuikerwaarde is een integraal onderdeel van de diabeteszorg, maar de hoge kosten van het testen kan dat in de weg staan. ACON heeft als doel om hoogwaardige

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING FT-07

GEBRUIKSAANWIJZING FT-07 GEBRUIKSAANWIJZING FT-07 1 2 3 1: temperatuur sensor 2: display 3: aan/start/stop/geheugen/uit toets temperatuur weergave display temperatuur weergave geheugen lege batterij indicatie 2 INTRODUCTIE De

Nadere informatie

Hoe werkt het systeem?

Hoe werkt het systeem? Hoe werkt het systeem? De Clearblue Easy Vruchtbaarheidsmonitor De Clearblue Easy Vruchtbaarheidsmonitor bestaat uit Teststaafjes en een handzame Monitor. Samen registreren deze de veranderingen van hormonen

Nadere informatie