Els, de associatieve browser voor het Referentiekader Taal en Rekenen. Whitepaper (concept 2)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Els, de associatieve browser voor het Referentiekader Taal en Rekenen. Whitepaper (concept 2)"

Transcriptie

1 Els, de associatieve browser voor het Referentiekader Taal en Rekenen Whitepaper (concept 2) 1 Inleiding Dit whitepaper bevat een beschrijving van het project Ontwikkeling prototype associatieve browser Taal en Rekenen 1, een project dat is uitgevoerd in de periode januari tot september De doelstelling van dit project was om te demonstreren dat het voor leerkrachten en docenten mogelijk is om het in 2010 van kracht geworden Referentiekader Taal en Rekenen samen met vigerende vakdidactische inzichten in ontwikkeling én onderhoud van taal- en rekenvaardigheden bij kinderen/jongeren, in de praktijk in te zetten bij het oplossen van dagelijkse onderwijsproblemen in de klas (op het gebied van rekenen en taal). Dit project is uitgevoerd in het kader van het Plan van Aanpak ondersteuning eindgebruikers in doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen van het Ministerie van OCW. Het project is uitgevoerd in nauwe afstemming met het onderzoeksprogramma Educational LinkedScape van Kennisnet en SURF. Het project heeft tevens aansluiting gevonden bij het programma Educatieve Contentketen 2 (ECK2), een initiatief van SLO, GEU en Kennisnet, waarvan het programmamanagement is belegd bij Stichting Kennisnet. Het in dit project ontwikkelde prototype fungeert als demonstrator (show case) van een nieuwe, rijkere vorm van semantisch metadateren, zoals die binnen het programma ECK2 wordt nagestreefd. Op het moment van het schrijven van dit whitepaper wordt overwogen een vervolgexperiment vorm te geven binnen ECK2. 1 In de wandelgangen en in de rest van dit whitepaper ook wel Els genoemd, naar Educational LinkedScape.

2 - 2 - Aan de uitvoering van het project werkten mee: Expertisecentrum Nederlands (invulling onderdeel Taal) Freudenthal Instituut (invulling onderdeel Rekenen) Kennisnet (ontwikkeling RDF-schema) SLO (review informatiemodel en functioneel ontwerp van het prototype, onderzoek prototype). Het projectteam bestond uit: *= extern Monica Wijers, Freudenthal Instituut Vincent Jonker, Freudenthal Instituut Heleen Strating, Expertisecentrum Nederlands Marian Bruggink, Expertisecentrum Nederlands Jeroen Hamers, Kennisnet Cor Nagtegaal, OCW* Jacob Molenaar, OCW*. Het project is uitgevoerd in opdracht van de directie Leraren van het Ministerie van OCW. Als operationeel opdrachtgever trad op Hugo Hopstaken. 2 Aanleiding en vraagstelling Het Referentiekader Taal en Rekenen uit 2010 bevat een beschrijving van het gewenste vaardigheidsniveau van leerlingen op het gebied van Taal en Rekenen aan het einde van het primair onderwijs (niveau 1F/1S), het vmbo (niveau 2F/2S), het havo (niveau 3F/3S) en het vwo (niveau 4F/3S). Het Referentiekader beschrijft de gewenste vaardigheden en kleedt deze aan met allerlei extra informatie, zoals voorbeelden, toelichtingen, enzovoort. Het Referentiekader Taal en Rekenen is met andere woorden een informatiesysteem. Het informatiesysteem van het Referentiekader Taal en Rekenen is bedoeld om te worden toegepast. Er worden toetsen op gebaseerd, methodeontwikkelaars kunnen het Referentiekader gebruiken om hun methodes mee te ontwerpen en docenten kunnen het Referentiekader raadplegen om een indruk te krijgen van de vaardigheden die hun leerlingen moeten verwerven. Het Referentiekader Taal en Rekenen is een document van 42 pagina s met een enorme informatiedichtheid. De tabellen waarin het Referentiekader is uitgedrukt zijn complex en omvangrijk. Het Referentiekader wordt onderbouwd met een aantal andere documenten waarin de ratio ervan wordt uiteengezet. Deze documenten zijn eveneens omvangrijk. Een goed begrip van het Referentiekader veronderstelt een grondige vakkennis van de vakgebieden Taal en Rekenen: de beschrijvingen van de vaardigheden en de additionele informatie daaromheen staan bol van de vaktermen. Omdat het Referentiekader Taal en Rekenen uit verschillende niveaus bestaat en leerlingen deze niveaus in hun schoolcarrière achtereenvolgens doorlopen (in het meest extreme geval volgt een leerling eerst het primair onderwijs, gaat dan naar het vmbo en besluit daarna achtereenvolgens de

3 - 3 - havo en het vwo te doorlopen), bevat het ook nog eens een serie doorlopende leerlijnen. In elk domein of subdomein kun je volgen hoe de vaardigheden van een leerlingen zich idealiter zouden moeten ontwikkelen. De doorlopende leerlijnen van het Referentiekader Taal en Rekenen zijn zeer globaal en kennen een grote granulariteit. Instituten zoals de SLO, het Freudenthal Instituut en het Expertisecentrum Nederlands hebben gedetailleerder leerlijnen ontworpen. Zie bijvoorbeeld van SLO. Maar verreweg de meest uitgewerkte leerlijnen worden ontwikkeld door de educatieve uitgeverijen, in de vorm van methodes. Deze bevatten immers niet alleen de leerlijnen maar ook nog eens alle op doelgroep, beschikbare tijd en onderwijsvorm afgestemde (achtergrond)informatie, opdrachten en hulpmiddelen voor leerlingen en docenten. De omvang, dichtheid en complexiteit van de informatie die het Referentiekader Taal en Rekenen en zijn aanpalende informatiedomeinen bevat, zijn overweldigend. Het Ministerie van OCW is zich er terdege bewust van dat een complex wettelijk instrument als het Referentiekader Taal en Rekenen een zorgvuldige implementatie behoeft. Implementatieinstrumenten en maatregelen zijn daarom ondergebracht in het hierboven al genoemde speciale Plan van Aanpak ondersteuning eindgebruikers in doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen. Een van de onderwerpen die in dit Plan aan de orde komen is de vraag of het mogelijk is om het Referentiekader Taal en Rekenen en aanpalende informatiebronnen te ontsluiten en te presenteren op een manier waarop een gewone gebruiker in het onderwijs er de weg in kan vinden. Deze vraag klemt misschien wel het meest wanneer men daarbij niet een onderwijskundige of een andere specialist voor ogen neemt, maar een docent uit de praktijk die geconfronteerd wordt met een didactisch probleem. Hoe kan deze man of vrouw het snelst de informatie vinden die hij nodig heeft? We moeten ons daarbij bedenken dat het Referentiekader Taal en Rekenen voor hem alleen een hulpmiddel is. De docent is niet op zoek naar kennis van het Referentiekader maar naar inzichten die hij kan toepassen, naar hulpmiddelen en leerobjecten die hij in zijn onderwijspraktijk kan inzetten. Een gewone gebruiker van het Referentiekader Taal en Rekenen zal in veel gevallen dus op zoek zijn naar leerobjecten die hij wil gaan ontwikkelen, aanpassen of gebruiken. In Nederland is hiervoor een infrastructuur voorhanden van databases (o.a. Wikiwijs) en metadateringsafspraken (vocabulaires vastgelegd in EduStandaard). De zoekende docent of leermiddelenontwikkelaar moet dus ook in dit informatiesysteem zijn weg weten te vinden. Een gebruiker van het Referentiekader Taal en Rekenen wordt met andere worden geconfronteerd met een informatiekundige uitdaging: hij moet informatie uit verschillende domeinen kunnen combineren om tot een antwoord op zijn didactische vraag te komen. Daarbij geldt dat hij niet in alle gevallen over de gespecialiseerde (vak)kennis beschikt die nodig is goede zoekvragen te formuleren. Een leerkracht in het basisonderwijs is een allrounder die niet in alle vakken even sterk is. Een docent in het voortgezet onderwijs kan deficiënties bij zijn leerlingen ontdekken die niet op zijn eigen vakgebied liggen maar die wel blokkerend zijn voor zijn lespraktijk. Denk aan een economiedocent die geconfronteerd wordt met een rekenprobleem bij zijn leerlingen. In dit project hebben we het effectief en efficiënt navigeren in het Referentiekader Taal en Rekenen en gelieerde informatiedomeinen associatief browsen genoemd. Door informatie browsen is meer dan informatie opzoeken. Het is een proces waarin de zoektocht zelf een vorm van kennisproductie is. Dit gebeurt door het met elkaar in verband brengen van verschillende informatie-eenheden.

4 - 4 - Vandaar de term associatief in associatief browsen. Als een docent of leermiddelenontwikkelaar goed door het Referentiekader Taal en Rekenen kan browsen, doet hij kennis op van de referentieniveaus en de toepassing ervan. Hij kan de problemen van zijn leerlingen beter plaatsen, hij snapt welke hulpmiddelen hij nodig heeft en hij kan effectiever zoeken naar leerobjecten. 2.1 Ketenpartijen Bij de ontwikkeling, publicatie en implementatie van de verschillende relevante informatiebronnen rondom het Referentiekader Taal en Rekenen zijn diverse partijen betrokken. Denk aan het Ministerie van OCW, SLO, College voor Examens, de diverse expertisecentra, de HBO-raad, Kennisnet en de educatieve uitgeverijen. Deze partijen zijn gewend om hun informatie stand alone te publiceren, ieder op heel verschillende wijze. De eindgebruiker wil alle informatie rondom het Referentiekader Taal en Rekenen echter integraal kunnen doorzoeken - en dat op een toegankelijke en gebruiksvriendelijke manier. Een integrale zoekinfrastructuur daarvoor is in Nederland niet voorhanden. In dit project is een poging gedaan de contouren van een dergelijke infrastructuur te schetsen. Zou het mogelijk zijn om deze heterogene informatiebronnen op één lijn te brengen en onderling te verbinden zónder dat ze aangetast zouden worden in hun specifieke karakter en kwaliteit? Hoe ontwerp en realiseer je een dergelijk landschap van linkable informatie? 2.2 Vraagstelling / proof of concept Dit is de ultieme vraagstelling van dit project: Kunnen we het Referentiekader Taal en Rekenen en alle bijbehorende informatiedomeinen zoals vakkennis, leerlijnen en leerobjecten, zo ontsluiten dat een gewone gebruiker uit het onderwijs er een zinvolle zoektocht in kan maken die leidt tot verhoging van zijn deskundigheid en die hem helpt die deskundigheid toe te passen in zijn onderwijspraktijk? Deze in gebruikerstermen gedefinieerde vraagstelling hebben we in het project geoperationaliseerd in een aantal op de aanbieders van de informatie gerichte vervolgvragen die we vervolgens middels een proof of concept hebben willen beantwoorden: 1. Inhoudelijk: welke informatiedomeinen moeten worden ontsloten om aan de vraagstelling te kunnen voldoen? 2. Informatiekundig en technologisch: op welke manier kunnen deze informatiedomeinen worden ontsloten en onderling verbonden? Welke informatiekundige modellen moeten we toepassen? Welke technologie is hiervoor voorhanden? 3. User interface: met welke user interface op deze verschillende informatiedomeinen kunnen we de verschillende eindgebruikers het beste bedienen? Vooral ook: wat vindt de eindgebruiker hier zelf van? 4. Organisatorisch, beleidsmatig: wat heeft deze nieuwe manier van ontsluiten en aanbieden van informatie voor consequenties voor de (keten)partijen die deze informatie aanbieden?

5 Use Cases In het project hebben we de eindgebruiker centraal willen stellen. Vandaar dat we zijn gaan redeneren en werken vanuit een aantal use cases waarin deze eindgebruiker centraal staat: Use Case 1 Een docent Geschiedenis in klas 2 van het voortgezet onderwijs wordt geconfronteerd met het feit dat zijn leerlingen niet in staat zijn om historische bronteksten weer te geven in eigen woorden. Ze kunnen ze alleen maar letterlijk overnemen. Hierdoor kan de docent niet vaststellen of zijn leerlingen de teksten hebben begrepen. Hij gaat op zoek naar een hulpmiddel om zijn leerlingen hiermee te helpen. Use Case 2 Een docent Economie in klas 2 van het voortgezet onderwijs wordt geconfronteerd met het feit dat zijn leerlingen niet goed in staat zijn om kortingspercentages te berekenen. Zijn lespraktijk raakt gefrustreerd omdat hij teveel tijd moet besteden aan het corrigeren van deze fouten. Hij gaat op zoek naar oefeningen om zijn leerlingen te geven voor het berekenen van percentages. Use Case 3 Een taal- of rekencoördinator van een school in het voortgezet onderwijs vraagt zich af op welke manier de docenten van de verschillende vakken in de onderbouw het onderhoud op de vaardigheden van het Referentiekader Taal en Rekenen moeten organiseren: waaraan moet in welk vak extra aandacht wordt besteed? In het project hebben we uiteindelijk vanwege de beperkte tijd en middelen de derde use case niet kunnen uitwerken. 3 Uitgangspunten Drie uitgangspunten hebben in het project centraal gestaan: 1. Het onderzoek moest een praktische invulling krijgen. Vandaar dat we een werkend prototype wilden bouwen, een demonstrator, die op daadwerkelijke eindgebruikers losgelaten moest kunnen worden. Deze demonstrator heeft in het project de werktitel Els gekregen, naar de afkorting van Educational LinkedScape 2. Een tweede belangrijk uitgangspunt was de keuze om de technologie van het semantisch web centraal te stellen: Linkable Data. Deze technologie is immers volledig gericht op het ontsluiten en onderling verbinden van gestructureerde en ongestructureerde informatiedomeinen. In het bijzonder hebben we in het project gebruik gemaakt van RDFtechnologie (Resource Description Framework. Zie Deze technologie bestaat uit een modelleringstaal voor informatie (RDF zelf) en een bijbehorende query-taal om operaties op de in RDF gemodelleerde informatie te kunnen uitvoeren (SPARQL). 3. We zijn in het project uitgegaan van bestaande informatie, van OCW, SLO, de Kennisbases en de expertisecentra. Er is geen nieuwe content voor de demonstrator ontwikkeld. We

6 - 6 - hebben tevens gesteld dat we deze informatie zoveel mogelijk as is wilden modelleren en ontsluiten. 3.1 Het semantisch web: Linkable Data op basis van RDF De basisgedachte van het concept van het semantisch web met Linkable Data op basis van RDF is dat je informatie opdeelt in kleine eenheden (entiteiten) en dat je die eenheden vervolgens onderling relateert met verbindingen (associaties). Twee informatie-entiteiten worden dus verbonden middels één associatie. Gedrieën noemen we deze daarom de triple : Afbeelding 1.: Basis-triple RDF Als Entiteit A bijvoorbeeld de 19 e -eeuwse politiek filosoof Alexis de Tocqueville is en Entiteit B zijn meesterwerk De La Démocratie En Amérique, dan bestaat er een associatie tussen die twee entiteiten die je in de ene richting kunt definiëren als is de schrijver van en in de andere richting als is geschreven door. In Wikipedia, dat in de basisversie niet op RDF is gebaseerd 2, bevat het lemma over Alexis de Tocqueville een hyperlink naar het lemma over De La Démocratie En Amérique. Omdat wij als mensen de zin bij de hyperlink kunnen lezen, begrijpen wij dat De La Démocratie En Amérique een boek is en dat het is geschreven door Alexis de Tocqueville en dat het niet diens favoriete hond of paard is. Een computer kan die gevolgtrekking op basis van de gegeven HTML niet maken. In RDF kun je daarom met een computer sterker redeneren dan in HTML, bijvoorbeeld door triples met elkaar te verbinden. Als de computer weet dat Alexis de Tocqueville in de 19 e eeuw leefde (triple 1) en dat hij een meesterwerk schreef dat De La Démocratie En Amérique heet (triple 2), dan weet de computer óók dat De La Démocratie En Amérique een 19 e -eeuws meesterwerk is. Dat klinkt triviaal, maar een computer kan deze redenering zoals gezegd op basis van enkel HTML-hyperlinks niet opzetten. Belangrijk voordeel van het concept van Linkable Data is dus deze mogelijkheid van het genereren van nieuwe informatie uit bestaande informatie door triple-redeneren. In de informatiekundige wereld van het beschrijven van informatie met metadata (bijvoorbeeld Edurep) hebben we het hier over een bijzondere, niet-hiërarchische vorm van overerving van metadata. Als een verzameling leerobjecten door een uitgever is gekoppeld aan de leerdoel/inhoud-specificaties van SLO en heel iemand anders op een heel andere tijd en plaats koppelt deze SLO-specificaties aan het Referentiekader Taal en Rekenen, dan zijn de genoemde leerobjecten automatisch óók gekoppeld aan het Referentiekader. Opnieuw metadateren van de leerobjecten is niet noodzakelijk. De keuze voor RDF als modelleringstaal in dit project was bepaald niet zonder precedent. In Nederland werken overheidsprojecten op het gebied van cultureel erfgoed (DEN), archeologie (RNAproject) en de bibliotheekwereld ook met deze technologie. Op Europees niveau is het Europeanaprogramma (cultureel erfgoed) een in het oogspringend voorbeeld. En in de VS tenslotte zijn de 2 Er bestaat overigens een RDF-variant van Wikipedia. Zie

7 - 7 - formele onderwijscurricula van de 51 staten ondergebracht en onderling gerelateerd in een RDFdatabase (Achievement Standards Network). In ASN is een sterk staaltje van triple-redeneren gerealiseerd: scholen en uitgeverijen kunnen moeiteloos uitzoeken welke leerdoelen/eindtermen van de ene staat worden gedekt door de leerdoelen/eindtermen van de andere staat. Ook de Amerikaanse Bètacanon, de Standards For Science Literacy van de gezaghebbende American Association for The Advancement Of Sciences, is door ASN aan deze curricula gekoppeld, zodat het bijvoorbeeld plotseling mogelijk is geworden om op basis van de leerdoelen/eindtermen van elke Amerikaanse staat te zoeken in de omvangrijke online contentbronnen van National Geographic. 4 Scope We hebben ons in het project twee belangrijke beperkingen opgelegd: 1. We hebben ons beperkt tot de eerste twee van de drie geformuleerde use cases 2. We hebben ons beperkt tot vier informatiedomeinen: formele kaders (en daarbinnen het Referentiekader Taal en Rekenen en de Kerndoelen. De Tussendoelen van SLO hebben we voorlopig buiten beschouwing gelaten), referentieleerlijnen, vakkennis en lesmateriaal. Het informatiedomein toetsen heel belangrijk voor de implementatie van het Referentiekader Taal en Rekenen - hebben we buiten beschouwing moeten laten, omdat dit op het moment van uitvoering van het project onvoldoende uitgekristalliseerd was. 5 Projectaanpak We hebben in het project het prototype van Els in vier stappen ontwikkeld: Stap 1: Modelleren van de vier domeinen van het semantisch netwerk van Els: Formele kaders, Referentieleerlijnen, Vakkennis en Lesmateriaal. Een belangrijke randvoorwaarde die we hebben gesteld aan het informatiemodel van Els is dat het generiek moest zijn. Het moest na, aanpassingen op basis van de praktijktest, bruikbaar zijn om breed te worden toegepast in de onderwijspraktijk in Nederland. In deze projectfase is in een aantal intensieve, meerdaagse ontwerpworkshops van experts de modellering van de vier domeinen vastgesteld. Deze modellering is vervolgens formeel vastgelegd in een RDF-schema. Het informatiemodel is vervolgens gereviewed door experts van SLO. Daarna volgde: Stap 2: Ontwikkelen van de logica waarmee de eindgebruiker kan zoeken en navigeren binnen het semantisch netwerk van Els. Dat gebeurt hieronder in de hoofdstuk Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.. Ook deze logica moest net als het te ontwikkelen informatiemodel een generiek karakter hebben. In dezelfde ontwerpworkshops is door de experts nagedacht over de manier waarop de associaties tussen de verschillende informatiedomeinen zouden moeten lopen en welke redeneringen het systeem zou moeten kunnen maken. Deze redeneringen zijn in de volgende fase van het project vastgelegd in SPARQL-query s.

8 - 8 - Gevolgd door: Stap 3: Ontwerpen en bouwen van een online applicatie die het hierboven genoemde informatiemodel en de logica demonstreert en die als een proof of concept fungeert. Voor het prototype is een tweetal subdomeinen van het Referentiekader Taal en Rekenen, een voor Taal en een voor Rekenen, uitgewerkt in Referentieleerlijnen, Vakkennis en Lesmateriaal. Na afloop van het project, bij een geslaagde proof of concept,kunnen deze domeinen makkelijk worden uitgebreid tot het volledige Referentiekader Taal en Rekenen. De beide triple stores (databases met onderling gerelateerde informatie-entiteiten op basis van RDF) van het prototype van Els zijn ontwikkeld door het Freudenthal Instituut en het Expertisecentrum Nederlands. [hier kwantitatieve informatie over de geleverde inspanning] Er zijn op basis van deze triple stores een prototype van Els en een demonstratiemodel van een grafische user interface ontwikkeld door respectievelijk de firma s Daidalos en Blikstroom. En tenslotte volgde: Stap 4: Reviewen en testen van het prototype en verslaglegging. Het reviewen van het prototype door experts en de praktijktest met acht potentiële eindgebruikers is uitgevoerd door SLO. 6 Het informatiemodel van Els In stap 1 van het project hebben we een informatiemodel voor Els ontwikkeld. Dit semantisch universum hebben we uitgedrukt in RDF. In Els beschrijven we vier informatiedomeinen middels RDF-triples en koppelen we die domeinen vervolgens met een set aanvullende associaties aan elkaar. De vier domeinen zijn: 1. Formele kaders Hiervoor gebruiken we het Referentiekader Taal en Rekenen en daarnaast de Kerndoelen voor het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Samen vormen zij het formele kader van het onderwijs, ze bevatten de doelen van het onderwijs, uitgedrukt in vaardigheden. 2. Referentieleerlijnen Hiervoor gebruiken we referentieleerlijnen die zijn ontwikkeld door het Freudenthal Instituut (Rekenen) en het Expertisecentrum Nederlands (Taal). De referentieleerlijnen beschrijven een onderwijskundige route waarlangs een leerling een bepaalde vaardigheid uit het Referentiekader Taal en Rekenen zou kunnen verwerven

9 Vakkennis De Vakkennis is de body of knowledge van de vakgebieden Taal en Rekenen. De Vakkennis omvat relevante vaktermen en concepten, maar ook didactische inzichten, hulpmiddelen en voorbeelden. Voor de invulling van de Vakkennis gebruiken we de zogenoemde Kennisbases Taal en Rekenen (voor de PABO. Zie 4. Lesmateriaal Hiervoor gebruiken we leerobjecten zoals ze voorkomen in de Nederlandse referatory voor leerobjecten Edurep. De meeste docenten benaderen deze verzameling van leerobjecten via Wikiwijs. De aanpak van het semantisch web, de analyse van een bepaald informatiedomein, bestaat uit drie stappen: 1. Atomiseren 2. Beschrijven 3. Relateren. Atomiseren betekent dat je de informatie opdeelt in zo klein mogelijke eenheden. Daarna beschrijf je deze eenheden zo goed mogelijk met een aantal attributen (kernmerken). Tenslotte relateer je de eenheden aan elkaar. Wanneer we deze werkwijze toepassen op de hierboven genoemde vier informatiedomeinen ontstaat het volgende, sterk vereenvoudigde beeld: Afbeelding 2.: De vier informatiedomeinen van Els In het domein Formele kaders zijn de Vaardigheden van het Referentiekader Taal en Rekenen en de Kerndoelen de dominante entiteiten (Kerndoelen niet weergegeven in het plaatje). In het domein Referentieleerlijnen is dat de Referentieleerlijn. Het domein Vakkennis bestaat uit Concepten (en uit

10 nog enkele andere entiteiten, maar die zijn hier omwille van de overzichtelijkheid weggelaten). Het domein Lesmateriaal tenslotte is opgebouwd uit Leerobjecten. In het schema is ook aangegeven hoe deze vier dominante informatie-entiteiten onderling zijn verbonden. Dit zijn steeds specifieke functionele relaties zoals wordt geleerd met of leidt tot en niet vage associaties als heeft te maken met. Een grafische, een slag verder uitgewerkte weergave van het informatiemodel van Els is opgenomen als bijlage bij deze whitepaper. Een voorbeeld van de uitwerking van deze vier domeinen voor Rekenen ziet er als volgt uit: Afbeelding 3.: Voorbeeld van enkele domeinoverstijgende associaties binnen Els In dit voorbeeld is sprake van de toepassing van een vaardigheid in een bepaalde context: het berekenen van een bepaalde korting op basis van een percentage voor het vak Economie. Een leerling is in staat om deze toepassing uit te voeren als hij een bepaalde leerlijn heeft doorlopen, namelijk die van het leren Rekenen met procenten. Deze leerlijn leidt op tot een bepaald niveau en domein van het Referentiekader Taal en Rekenen. In het geval van procenten gaat het om de Vaardigheid Berekeningen uitvoeren met verhoudingen. Bij deze vaardigheid worden didactische hulpmiddelen gebruikt. Een goed voorbeeld daarvan is de zogenoemde Strook. Er kunnen tenslotte Opgaven bestaan, oefeningen waarin rekenen met procenten wordt geleerd met behulp van de strook. Belangrijk is dat alle aangegeven entiteiten met elkaar verbonden zijn door middel van associaties. Deze associaties maken triple-redeneren mogelijk. Als we van een bepaald leerobject bijvoorbeeld weten dat het wordt toegepast in de referentieleerlijn Rekenen met procenten, dan weten we meteen met welke vaardigheid van het Referentiekader Taal en Rekenen dit leerobject is verbonden en ook welke concepten uit de Vakkennis een rol spelen bij het werken met dat leerobject. We hebben zelfs een notie van de groepen/klassen waarbinnen het leerobject toegepast zou kunnen worden.

11 Het semantisch universum van Els stelt je dus in staat meer te weten te komen over bepaalde informatie-entiteiten dan in stap 2 (Beschrijven, zie vorige pagina) handmatig over die entiteit is aangegeven. Met andere woorden: op basis van RDF kun je bestaande metadatering van leerobjecten en andere informatie-entiteiten automatisch verrijken. De ontwikkeling van het informatiemodel van Els was in projectmatige termen gesproken een tijdrovend proces. Kijken we nu echter terug op de modellering van alle informatie in Els, dan zien we dat alle gedefinieerde kernconcepten worden opgebouwd uit slechts zeven hoofdentiteiten. Het is dus in wezen een simpel model: Formele kaders Referentieleerlijnen Vakkennis Lesmateriaal 1. Leerdoel X X X 2. Concept X 3. Hulpmiddel X 4. Didactische aanwijzing X 5. Leerlingwerkwijze X 6. Voorbeeld X X X 7. Leerobject. X Uiteraard zijn er nog een heleboel andere entiteiten, zoals bijvoorbeeld Titel, Groep/klas, Beschrijving, etc., maar dat zijn allemaal attributen (kernmerken) van deze hoofdentiteiten. Het informatiemodel van Els is dus in hoofdlijnen heel eenvoudig. Het Leerdoel/vaardigheid is de meest multifunctionele entiteit. Hiermee beschrijven we het Referentiekader Taal en Rekenen, de Kerndoelen en de Referentieleerlijnen (einddoel en tussendoelen). Formele kaders Formele kaders zoals het Referentiekader Taal en Rekenen en de Kerndoelen beschrijven we met Leerdoelen. Die Leerdoelen categoriseren we op een aantal manieren, bijvoorbeeld met Domeinen en met Aspecten. Referentieleerlijnen Referentieleerlijnen beschrijven we met Leerdoelen die de functie van einddoel of tussendoel kunnen hebben. We beschrijven de Referentieleerlijnen ook met Voorbeelden van vaardigheden die leerlingen moeten verwerven. Deze hebben bijvoorbeeld het karakter van een Kernopgave. Vakkennis De Vakkennis beschrijven we met vier entiteiten: Concepten, Hulpmiddelen, Didactische aanwijzingen en Leerlingwerkwijzen. Aan al deze entiteiten kunnen ook weer Voorbeelden worden gekoppeld. Lesmateriaal Het domein van het lesmateriaal wordt beschreven met de enkele identiteit Leerobject.

12 In schema: Afbeelding 4.: Gebruikte hoofdentiteiten in informatiemodel Els 6.1 Referentieleerlijnen Bijzondere aandacht in het informatiemodel verdient het concept van de Referentieleerlijn dat we hebben gehanteerd binnen dit project. Voor het modelleren van het concept Referentieleerlijn is voor Els uitgegaan van de definitie van Allard Strijker van SLO ( Een leerlijn is een beredeneerde opbouw van tussendoelen en inhouden, leidend naar een einddoel. Een leerlijn verschilt van een methode of een arrangement. Het verschil is in onderstaande afbeelding aangegeven:

13 Afbeelding 5.: Leerlijnmodel van Allard Strijker, SLO Binnen Els gebruiken we het concept van de leerlijn heel neutraal. Vandaar ook dat we spreken van een Referentieleerlijn. De redenering ( beredeneerde opbouw ) van een Referentieleerlijn in Els is gebaseerd op de uiteenrafeling van een bepaalde vaardigheid die een leerling in het onderwijs verwerft, in zijn constituerende elementen. Dat kunnen bijvoorbeeld deelvaardigheden zijn of voorwaardelijke vaardigheden. In Els worden deze constituerende elementen heel neutraal Referentieleerlijnonderdelen genoemd. Dus: In Els wordt een Referentieleerlijn gedefinieerd door zijn Einddoel - en dat Einddoel beschrijven we met een Vaardigheid Een Referentieleerlijn bestaat uit constituerende onderdelen die worden gedefinieerd door Tussendoelen - en die Tussendoelen beschrijven we met een Vaardigheid. Referentieleerlijnonderdelen kunnen voorkomen in verschillende Referentieleerlijnen. Ze kunnen a.h.w. worden hergebruikt. De Referentieleerlijnen van Els hebben een temporeel aspect: ze zijn geordend binnen de tijd en hebben een begin en een eind. Begin en eind van een Referentieleerlijn worden aangegeven met groepen (basisonderwijs) en klassen (voortgezet onderwijs). Dit temporele aspect van de Referentieleerlijnen van Els is descriptief bedoeld en niet normatief: het zijn de momenten waarop leerlingen in het Nederlandse onderwijs typisch beginnen respectievelijk eindigen met het verwerven van de betrokken vaardigheid. Normatief is wel de associatie van Referentieleerlijnen met het Referentiekader Taal en Rekenen. Dit kader beschrijft immers gewenste niveaus van beheersing op een bepaald moment in de onderwijscarrière van een leerling (eind primair onderwijs, eind vmbo, etc.). Omdat er verschillend gedacht kan worden over Referentieleerlijnen geeft Els steeds nadrukkelijk de naam van de ontwikkelaar van een bepaalde Referentieleerlijn aan. Dit kunnen expertisecentra zijn, de SLO, uitgeverijen of willekeurig welke andere persoon of instantie. 6.2 Vakkennis Het Referentiekader Taal en Rekenen een forse hoeveelheid van wat we in dit project Vakkennis zijn gaan noemen. In sommige contexten wordt dit ook wel de body of knowledge genoemd. In het

14 Nederlandse onderwijs wordt deze Vakkennis beschreven in een aantal min of meer formele documenten die de Kennisbasis wordt genoemd. Deze zijn bedoeld voor de lerarenopleiding. Er zijn verschillende van deze Kennisbases, o.a. een voor Rekenen en een voor Taal. Wanneer je deze Kennisbases aan een nadere analyse onderwerpt zie je dat er verschillende soorten informatie in voorkomen. De Kennisbasis bevat meer dan alleen een opsomming en definitie van vaktermen, zoals Percentage of Samenvatting. De Kennisbasis beschrijft ook onderwijskundige didactische aspecten van het vak (dus achterliggende onderwijskundige ideeën en concepten en beschrijvingen van wat de docent didactisch doet of zou moeten doen) en besteedt eveneens aandacht aan de activiteiten van de leerling. In schema: Afbeelding 6.: Domeinen van de Vakkennis 7 De logica van Els Het concept van Els is gebaseerd op de hypothese dat een docent gebaat is bij het kunnen browsen door het hierboven geschetste semantisch universum met behulp van de aangegeven associatiehyperlinks. Wanneer hij een zoekterm intikt als percentages krijgt hij een resultaatpagina te zien waarop hij niet alleen een definitie van het concept ziet maar waarop hij ook ziet in welke referentieleerlijn dit concept thuishoort, voor welke vaardigheden dit concept nodig is en welke leerobjecten hij kan gebruiken om zijn leerlingen dit concept te laten doorgronden en/of te laten toepassen. Met een enkele druk op de knop kan hij bovendien zien in welke referentieleerlijn(en) het concept thuishoort en vanuit de referentieleerlijn die hij kiest, krijgt hij met een enkele muisklik toegang tot een voorselectie van passende leerobjecten. De kerngedachte van Els is dat een gebruiker zijn zoektocht begint met nauwelijks notie van waar hij naar op zoek is en dat elk achtereenvolgend scherm hem informatie biedt waarmee hij zijn zoekvraag beter kan begrijpen/expliciteren waardoor hij in staat is steeds beter geïnformeerde vervolgkeuzes te maken.

15 Els maakt hiertoe gebruik van twee opeenvolgende zoekstrategieën: 1. Full-text Search 2. Redeneren volgens RDF-triples + menselijke reacties. Stap 1: Full-text De gebruiker voert een bepaalde zoekterm in Els in, bijvoorbeeld samenvatting. Els gaat nu in de volledige triple store (RDF-database) op zoek naar matches op deze zoekterm. Dat kunnen er heel wat zijn en ze kunnen in allerlei entiteiten zitten: leerdoelen, voorbeelden, beschrijvingen van referentieniveaus, enzovoort. Els legt een lijst aan van al deze entiteiten. Het kan zijn dat deze lijst een echte definitie van het concept samenvatting uit de Vakkennis bevat, maar de kans is net zo groot en misschien nog wel groter dat dit niet het geval is. In een normale zoekmachine zou deze lijst van hits vervolgens op basis van een bepaalde relevantiescore worden getoond aan de gebruiker. Dat is niet wat Els doet. Els gaat redeneren op basis van RDF-triples. Stap 2: RDF-redeneringen plus menselijke keuzes Els stelt zich de vraag met welke Referentieleerlijn(en) de entiteiten die de zoekterm samenvatting bevatten, het meest worden geassocieerd. Deze Referentieleerlijn wordt vervolgens gebruikt als organiserend principe van de informatie die aan de gebruiker wordt getoond. Daarin komen de vier informatiedomeinen van Els terug. Centraal staat de zoekterm samenvatting en bij die term krijgt de gebruiker vier lijsten van suggesties uit de triple store van Els te zien: 1. Wilt u weten hoe goed uw leerlingen dit moeten beheersen? Referentieniveau(s) 2. Wilt u weten welke vakkennis hier allemaal bij hoort? Vakkennis 3. Wilt u weten hoe u uw leerlingen deze kennis/vaardigheid verwerven? Referentieleerlijnen 4. Wilt u opgaven en hulpmiddelen zien die hiermee te maken hebben? Lesmateriaal Els presenteert nu zoveel geordende tekstuele informatie uit de vier domeinen van de triple store dat de gebruiker makkelijker een vervolgkeuze kan maken. Als de gebruiker een keuze maakt, bijvoorbeeld voor een bepaald Referentieniveau, dan wordt hem vervolgens informatie over dat Referentieniveau aangeboden (tekst uit het Referentiekader) plus de relevante context: de geassocieerde Referentieleerlijnen, Vakkennis en Leerobjecten. Zet de gebruiker een stap die hem niet verder helpt, dan kan hij of terug of een keuze maken uit de in de context aangeboden entiteiten.

16 Afbeelding 7.: Onderwerpen en contexten binnen Els Els gaat uit van de gedachte dat de gebruiker, geholpen door de contextuele informatie op basis van triple-redeneringen, in twee of drie stappen zal uitkomen bij wat hij zoekt (bijvoorbeeld een stappenplan om samenvattingen te maken of een goede oefening in het maken van samenvattingen) makkelijker en sneller dan wanneer hij zijn weg moet zoeken in tientallen of honderden hits in Google of op Wikiwijs. 8 Ontwikkeling en test prototype Van Els zijn in het project uiteindelijk twee prototypes gebouwd: 1. Een werkend prototype met een tekstgeoriënteerde user interface die diende als proof of concept van het informatiemodel en de logica 2. Een demonstratiemodel van een meer grafische user interface.

17 Het prototype, gebouwd door de firma Daidalos, is als volgt opgebouwd: Afbeelding 8.: Opbouw van het prototype van Els Tussen de verschillende schermen bestaan voor de gebruiker d.m.v. hyperlinks volgbare relaties. Die zien er als volgt uit: Afbeelding 9.: Navigatiepatronen binnen het prototype van Els Dit prototype is online te raadplegen op: Het demonstratiemodel, gebouwd door de firma Blikstroom, van de grafische user interface is te vinden op:

18 Onderstaand screenshot van het demonstratiemodel toont de representatie van de referentieleerlijn Informatieverwerving: 8.1 Praktijktest De praktijktest van het prototype en het demonstratiemodel is uitgevoerd door de SLO in de zomermaanden van Om het prototype te toetsen aan de wensen en verwachtingen van potentiele gebruikers zijn vier docenten geschiedenis en vier docenten economie gedurende circa 1,5 uur bevraagd volgens een vast protocol. Het semigestructureerde interview kende 4 fasen: Een korte introductie van het project, de doelstelling en het referentiekader taal en rekenen Een walk through aan de hand van de userstory Vragen per scherm over de user interface van het prototype Vragen over het geheel: o Het concept van het onderling relateren en geïntegreerd presenteren van verschillende informatiegebieden o De opzet van het informatiemodel o De use cases. De uitkomsten van het gebruikersonderzoek laten een wisselend beeld zien. Om te beginnen valt het op dat alle respondenten de doelstelling van Els herkennen en dat zij de geformuleerde use cases als

19 zeer realistisch beschouwen. Met de applicatie hebben ze echter grote moeite. Die moeite zit op twee aspecten: De respondenten begrijpen de associatieve relaties tussen de vier kennisdomeinen niet, ook niet nadat hen deze is uitgelegd. De user interface bevat te weinig steun/informatie om deze relaties herkenbaar te maken De respondenten geven aan dat Els teveel informatie bevat. Ze zijn geïnteresseerd in praktische oplossingen voor de use cases en de informatie over het referentiekader en de kerndoelen e.d. ervaren ze als minder relevant. De grafische user interface werd als toegankelijker ervaren, maar de hier genoemde problemen werden er niet 100% door weggenomen. Conclusie is dat het huidige prototype Els zowel teveel als te weinig informatie bevat: teveel inhoudelijke informatie en te weinig informatie over de associatiepatronen. De user interface van Els zal met andere woorden nog ingrijpend moeten worden verbeterd. SLO is op basis van het gebruikersonderzoek met diverse verbetervoorstellen en suggesties gekomen. De belangrijkste hiervan zijn: Probeer niet alle informatie tegelijkertijd te tonen. Aanvullende informatie moet oproepbaar zijn als een gebruiker hier actief om vraagt Besteed aandacht aan de teksten (titels, toelichtingen, etc.). Deze moeten meer gericht zijn op de eindgebruiker dan nu het geval is 3. 3 In dit verband moet worden opgemerkt dat is getest met de voorlaatste versie van de triple store. In de zomer van 2011 hebben de expertisecentra nog een ingrijpende redactieslag over de teksten uitgevoerd.

20 Uitkomsten en conclusie Om de uitkomsten van het project in kaart te brengen halen we de operationalisatie van de centrale vraagstelling van het project nog eens naar voren: 1. Inhoudelijk: welke informatiedomeinen moeten worden ontsloten om aan de vraagstelling te kunnen voldoen? 2. Informatiekundig en technologisch: op welke manier kunnen deze informatiedomeinen worden ontsloten en onderling verbonden? Welke informatiekundige modellen moeten we toepassen? Welke technologie is hiervoor voorhanden? 3. User interface: met welke user interface op deze verschillende informatiedomeinen kunnen we de verschillende eindgebruikers het beste bedienen? Vooral ook: wat vindt de eindgebruiker hier zelf van? 4. Organisatorisch, beleidsmatig: wat heeft deze nieuwe manier van ontsluiten en aanbieden van informatie voor consequenties voor de (keten)partijen die deze informatie aanbieden? 9.1 Inhoudelijk informatiedomeinen In het informatiemodel van Els hebben we vier domeinen opgenomen: formele kaders (Referentiekader Taal en Rekenen en kerndoelen), referentieleerlijnen, vakkennis en lesmateriaal. Deze keuze lijkt op zich juist te zijn geweest, maar zowel voor de experts als voor de eindgebruikers misten er nog twee andere onderdelen: De door SLO geformuleerde tussendoelen bij de wettelijke kerndoelen en eindtermen Toetsen (diagnostische toetsen van de referentieniveaus Taal en Rekenen). Het toevoegen van toetsen zou een nieuw, vijfde informatiedomein voor Els betekenen. De tussendoelen van SLO zouden kunnen worden geïntegreerd in het huidige informatiemodel van els door gebruik te maken van de tussendoelenstructuur in de referentieleerlijnen. Nog een ander informatiedomein dat niet in dit project is opgenomen is dat van de user generated data. Die zou op twee manieren kunnen ontstaan: Doordat eindgebruikers zelf entiteiten aan het semantisch netwerk kunnen toevoegen. Dat kunnen annotaties zijn maar ook eigen referentieleerlijnen, definities van vaktermen, etc. Door het volgen en analyseren van browsegedrag in het semantisch netwerk. Als bijvoorbeeld bepaalde associatiepaden in het netwerk vaker door gebruikers worden gevolgd dan andere, dan kan dit leiden tot het geven van een hogere relevantie aan dat associatiepad. Dit helpt overige gebruikers bij het vinden van hun weg in het netwerk. 9.2 Informatiekundig en technologisch: informatiemodellering en ontsluiting In het project is veel aandacht besteed aan de modellering van de vier informatiedomeinen met behulp van RDF. Deze proof of concept mag geslaagd worden genoemd: het bleek voor het Freudenthal Instituut en het Expertisecentrum Nederlands goed mogelijk om de vier domeinen te structureren in losse entiteiten en onderlinge associaties. Ook het onderling integreren van de vier domeinen bleek goed uitvoerbaar te zijn. Het meest lastig was overigens het interpreteren en tot triple store transformeren van de Kennisbases. Hiervoor waren veel ingrepen in de basisteksten noodzakelijk (opdelen in kleinere eenheden).

21 Kwetsbaar punt in het project bleek het invoeren van de triple store. Hiervoor zijn in het project door de expertisecentra Excel-sheets gebruikt en dat bleek arbeidsintensief en foutgevoelig te zijn. De standaard RDF-editing tools die momenteel voorhanden zijn, zijn echter te gebruiksonvriendelijk om door de gemiddelde onderwijskundige expert gebruikt te kunnen worden. Wil het introduceren van RDF-technologie in het Nederlandse onderwijs slagen, dan is het dus noodzakelijk dat er een eenvoudige, gebruiksvriendelijke RDF-invoertool ter beschikking komt. In het project is gewerkt met één lokale database waarin de vier informatiedomeinen van de triple store zijn ondergebracht. In werkelijkheid zal er waarschijnlijk een gedistribueerde vorm van publicatie van de verschillende informatiedomeinen ontstaan, waarin de verschillende partijen (OCW, SLO, expertisecentra, uitgeverijen) elk hun eigen informatiedomein publiceren op hun eigen webserver. Dit is eenvoudiger in beheer en garandeert de inhoudelijke autonomie van de partijen. Wil de data op die verschillende servers echter linkable zijn, dan zullen onderlinge afspraken gemaakt moeten worden en standaarden gehanteerd. Deze onderwijstechnologische infrastructuur, vergelijkbaar met die voor het uitwisselen van metadata, moet zorgvuldig en beheersbaar worden opgebouwd. Het opbouwen van een RDF-database lijkt in veel opzichten op het ontwikkelen van metadatavocabulaires voor leerobjecten zoals dat nu gebeurt in het kader van Edurep, Wikiwijs en ECK2. Heeft dit project Els nu uitgewezen dat het modelleren van onderwijskundige informatie met behulp van RDF beter werkt dan klassiek metadateren? Die conclusie lijkt op basis van één R&D-project wellicht al te kort door de bocht, maar we kunnen naar aanleiding van Els wel een aantal zaken vaststellen: Het is technisch, inhoudelijk en praktisch haalbaar om RDF-modelleringen te maken van onderwijskundige informatiedomeinen RDF-modellering stelt ons i.t.t. klassiek metadateren in staat om verschillende informatiedomeinen semantisch met elkaar te verbinden Eenmaal ontwikkeld leidt een RDF-informatiemodel tot grote efficiency-verbeteringen in het ontsluiten van nieuwe informatiedomeinen of het onderhouden van bestaande domeinen. Het voor Els ontwikkelde RDF-informatiemodel is behoorlijk complex geworden. In het kader van het project was er geen ruimte het model nog eens flink op te schonen en te vereenvoudigen. Het is wenselijk en haalbaar om in een eventueel vervolg op het project nog enkele belangrijke vereenvoudigingen van het model door te voeren. Een in Els nog volledig niet onderzocht aspect van het informatiemodel is de relatie tussen het semantische netwerk en een grote, klassieke repository van informatie-objecten zoals bijvoorbeeld Edurep. In Els zijn de associaties tussen het semantisch netwerk van Referentiekader, referentieleerlijnen en vakkennis (drie domeinen) met de leerobjecten (vierde domein) handmatig gelegd. Het zou echter mogelijk moeten zijn om op basis van associaties in de triple store query s op Edurep te formuleren die tot een beter zoekresultaat leiden dan nu het geval is met gefacetteerd zoeken. 9.3 User interface De praktijktest van het prototype van els en het demonstratiemodel van de grafische user interface wijzen uit dat er nog veel moet gebeuren aan de gebruiksvriendelijkheid van de user interface van de

22 RDF-browseomgeving. Hierbij moet zo blijkt uit het gebruikersonderzoek in het bijzonder aandacht worden besteed aan de associaties. Deze blijken voor eindgebruikers moeilijk te doorzien te zijn. Helaas zijn er in de wereld nog geen bewezen en robuuste gebruiksvriendelijke user interfaces voor RDF-informatie voorhanden. Het lijkt er dus op dat eigen R&D-inspanning noodzakelijk is. Ook het feit dat Els bepaalde beslissingen neemt op basis van de associaties in de triple store (een bepaalde zoekterm wordt bijvoorbeeld herleid tot een bepaalde referentieleerlijn) die niet meteen zichtbaar zijn voor de eindgebruiker, leidt tot desoriëntatie bij die gebruiker. Els toont een bepaalde ziekresultatenlijst, maar waarop zijn die resultaten gebaseerd? Idealiter zou de user interface die redeneerlogica beter zichtbaar moeten maken dan nu het geval is. 9.4 Organisatorisch en beleidsmatig Uit de proof of concept blijkt dat het concept van Linkable Data op basis van RDF baten heeft voor diverse stakeholders: Voor de eindgebruiker Uit het gebruikersonderzoek blijkt dat eindgebruikers het aanbod van geïntegreerde informatie waarderen dat een zoekmachine op basis van Linkable Data biedt. Ze kunnen deze informatie gebruiken in hun dagelijkse onderwijspraktijk. Voor de wetgever Voor een wetgevende instantie zoals het Ministerie van OCW biedt het publiceren van wettelijke kaders zoals het Referentiekader Taal en Rekenen als Linkable Data duidelijke voordelen. Het wettelijk kader kan sneller geïntegreerd worden in bestaande informatiecorpora, waardoor het de eindgebruiker sneller bereikt en makkelijker geïmplementeerd kan worden. Wet- en regelgeving is niet statisch. Elke nieuwe versie van een wet of een stuk regelgeving vraagt om aanzienlijke implementatieinspanningen. In het beroepsonderwijs bijvoorbeeld volgen verschillende versies van kwalificatiedossiers binnen de kwalificatiestructuur elkaar regelmatig op. Dit levert de gebruikers van die dossiers veel onderhoudswerk op. Het concept van Linkable Data stelt beheerders van de kwalificatiedossiers in staat de verschillende versies aan elkaar te koppelen. Zijn leerobjecten in Edurep bijvoorbeeld gemetadateerd volgens versie 1 van een bepaald kwalificatiedossier en verschijnt versie 2, dan hoeven die leerobjecten niet opnieuw gemetadateerd te worden. De workload van het onderhouden van de metadata van leerobjecten zou hierdoor aanzienlijk worden gereduceerd. Voor de onderwijsverzorgingsstructuur Partijen die wettelijke taken uitvoeren voor het onderwijs of die het onderwijs adviseren en ondersteunen hebben baat bij het concept van Linkable Data, omdat ze de informatie en instrumenten die ze ontwikkelen makkelijker kunnen koppelen aan de wettelijke kaders of aan informatiebronnen en instrumenten van anderen. Belangrijk voordeel voor deze partijen is voorts de automatische overerving van metadata die ontstaat in een landschap van Linkable Data. Eigen informatie wordt verrijkt met metadata die door

23 anderen aan het landschap wordt toegevoegd en dat zonder dat hiervoor extra inspanning noodzakelijk is. Voor ontwikkelaars van lesmateriaal Voor ontwikkelaars van lesmateriaal is het metadateren van hun leerobjecten zoals gezegd een flinke inspanning. Ze moeten op het terrein van Taal en Rekenen hun objecten niet alleen metadateren naar de leerdoel/stof-specificaties van SLO, maar ook nog eens naar het Referentiekader Taal en Rekenen. En daarnaast verwacht de eindgebruiker in een zoekmachine ook nog eens een serie duidelijke vakinhoudelijke trefwoorden en definities. Het concept van Linkable Data op basis van RDF kan hierin door het mechanisme van overerving van metadata een belangrijke efficiencyverbetering brengen. Bijkomend voordeel voor aanbieders van lesmateriaal is het gedistribueerde karakter van het semantisch web. Uitgeverijen bijvoorbeeld kunnen de RDF-metadatering van hun leerobjecten in hun eigen omgeving opzetten en publiceren. Dat geeft meer control dan wanneer dit in een centrale voorziening moet gebeuren terwijl andere partijen toch net zo gemakkelijk van de door de uitgever ontwikkelde RDF-metadatering gebruik kunnen maken. 9.5 Conclusie en vooruitblik De conclusie die uit de uitkomsten van dit onderzoekproject getrokken kan worden, kan in grote lijnen als volgt worden geformuleerd: Ja, de proof of concept is geslaagd: het is in principe mogelijk om een intelligente browseomgeving voor het Referentiekader Taal en Rekenen te maken op basis van semantische webtechnologie met toegevoegde waarde voor de eindgebruiker (docenten) en overige stakeholders in het onderwijsveld (zoals het ministerie, SLO, uitgeverijen en de expertisecentra), maar: a) Output-kant: er moet nog flink gewerkt worden aan de user interface van een dergelijke omgeving b) Input-kant: er moet een robuuste infrastructuur worden ontwikkeld voor het modelleren, invoeren en publiceren van de verschillende betrokken informatiedomeinen. Het moge duidelijk zijn dat de hierboven beschreven baten en lasten niet alleen van toepassing zijn op het Referentiekader Taal en Rekenen. Ook de praktische toepasbaarheid van de andere informatiedomeinen of dat nu kerndoelen/eindtermen, tussendoelen, kennisbases, toetsen of leerobjecten zijn zal toenemen door hun semantische verbondenheid met de andere domeinen. Het beeld dat zo ontstaat is dat van een landschap van Linkable Data. Verschillende partijen vullen provincies van dit landschap en door de onderling gemaakt afspraken over semantische interoperabiliteit kunnen alle partijen over de provinciegrenzen heen van elkaars informatie gebruik maken, door er zinvolle associaties mee te leggen. De uiteindelijke begunstigde van deze situatie is de eindgebruiker, de docent voor de klas. Hij kan zijn/haar vakmanschap verstevigen en verder uitbouwen doordat hem/haar kennis en expertise op een goed toegankelijke manier wordt aangeboden.

24 De baten van het concept van Linkable Data mogen duidelijk zijn, maar er zijn ook duidelijk lasten of liever gezegd randvoorwaarden voor het slagen van een dergelijke aanpak. In het project hebben vijf zeer uiteenlopende partijen constructief en succesvol met elkaar samengewerkt: OCW, twee inhoudelijk zeer verschillende expertisecentra Freudenthal Instituut en Expertisecentrum Nederlands, Kennisnet en in de reviewrol ook SLO. Deze situatie lijkt een conditio sine qua non te zijn voor het op grotere schaal ontwikkelen en publiceren van triple stores in het Nederlandse onderwijs en deze in onderlinge samenhang ontsluiten. De consequenties voor partijen die gezamenlijk een landschap van linkable informatie willen opzetten, zijn groot: AFSPRAKEN INFORMATIE PUBLICATIE Partijen moeten samenwerken om tot overkoepelende afspraken te komen over het modelleren van de eigen informatie. Als de ene partij met RDF werkt en de andere met Topic Maps en de derde een relationele database met een SQL-interface, dan zullen er nooit overkoepelende browse-omgevingen gemaakt kunnen worden Partijen moeten hun eigen informatie modelleren op een manier die deze toegankelijk en (machine-)begrijpelijk maakt voor andere partijen. De informatie moet van een acceptabele granulariteit zijn, ze moet rijk worden gecodeerd, uniek identificeerbaar zijn en versiebeheer moet in orde zijn De op die manier ontwikkelde informatie moet gepubliceerd op een plek en wijze die haar toegankelijk maakt voor derden. Rechtenbeheer en autorisatie moeten in orde zijn, etc. Is aan deze randvoorwaarden niet voldaan, dan zal een landschap van Linkable Data niet of slechts onvolledig ontstaan. Partijen moeten bereid zijn om samen te werken en de vereiste inspanningen te leveren. In de praktijk zal het landschap van Linkable Data in het Nederlands onderwijs bestaan uit een ICTinfrastructuur waarin: Partijen hun informatie publiceren: o Volgens een onderling afgesproken informatiestandaard (bijvoorbeeldrdf) o Op voor andere partijen goed toegankelijke webservers o Voorzien van unieke, persistente identifiers Dezelfde of andere partijen instrumenten bouwen waarmee ze al deze verschillende informatiebronnen aan elkaar knopen en gebruiksvriendelijk presenteren aan de eindgebruiker.

25 Bijlage: Informatiemodel van Els

Els: de associatieve leerlijnenbrowser Taal en Rekenen

Els: de associatieve leerlijnenbrowser Taal en Rekenen Els: de associatieve leerlijnenbrowser Taal en Rekenen Dit is het prototype van Els. Els is een informatieomgeving voor onderwijsprofessionals, zoals docenten, taal- en rekencoördinatoren, leermiddelenontwikkelaars,

Nadere informatie

Els, de associatieve leerlijnenbrowser Taal en Rekenen

Els, de associatieve leerlijnenbrowser Taal en Rekenen Els, de associatieve leerlijnenbrowser Taal en Rekenen Uitgangspunten, informatiemodel en functionele specificaties Versie 5.0 26 juni 2011 Versiegeschiedenis Versie Datum Auteur Functie 1.0 7-4-2011 Jacob

Nadere informatie

Voorbij het wat en hoe

Voorbij het wat en hoe Voorbij het wat en hoe Naar een semantisch netwerk taal en rekenen Samenvatting De wet "Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen" is op 1 augustus 2010 in werking getreden. De wet strekt zich uit

Nadere informatie

Wikiwijs. Hoe metadateer je materiaal in Wikiwijs om hun plaats in een leerlijn vast te leggen? Ruud de Moor Centrum

Wikiwijs. Hoe metadateer je materiaal in Wikiwijs om hun plaats in een leerlijn vast te leggen? Ruud de Moor Centrum Wikiwijs Hoe metadateer je materiaal in Wikiwijs om hun plaats in een leerlijn vast te leggen? Ruud de Moor Centrum Inleiding De in 2006 ingevoerde eindtermen en kerndoelen voor het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO 21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs Maaike Rodenboog, SLO m.rodenboog@slo.nl SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Onafhankelijke, niet-commerciële positie als

Nadere informatie

Eindrapportage Interactieve Leerlijnen. www.dnsleerroutes.net. Auteur(s) : Annemarieke Schepers Versienummer : januari 2010. Kennisnet.

Eindrapportage Interactieve Leerlijnen. www.dnsleerroutes.net. Auteur(s) : Annemarieke Schepers Versienummer : januari 2010. Kennisnet. Eindrapportage Interactieve Leerlijnen versie datum 1 / 7 Eindrapportage Interactieve Leerlijnen www.dnsleerroutes.net Auteur(s) : Annemarieke Schepers Versienummer : januari 2010 Kennisnet.nl www.dnsleerroutes.net

Nadere informatie

Vraag Ondersteuning door Virtuele Experts

Vraag Ondersteuning door Virtuele Experts Vraag Ondersteuning door Virtuele Experts Ondersteunen van de opdrachtgever in de Bouw gedurende de initiatieffase 1 Introductie Deze dissertatie beschrijft een onderzoek naar de toepassing van ICT om

Nadere informatie

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s Bert Slof, Gijsbert Erkens & Paul A. Kirschner Als docenten zien wij graag dat leerlingen zich niet alleen de

Nadere informatie

Digitale geletterdheid en de lerarenopleidingen, een ontwikkelplan

Digitale geletterdheid en de lerarenopleidingen, een ontwikkelplan Digitale geletterdheid en de lerarenopleidingen, een ontwikkelplan SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling VELON conferentie Brussel, 4 februari 2016 Petra Fisser, Monique van der Hoeven, Sigrid

Nadere informatie

DATAMODELLERING BEGRIPPENBOOM

DATAMODELLERING BEGRIPPENBOOM DATAMODELLERING BEGRIPPENBOOM Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm begrippenboom inclusief de begrippenlijst beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen.

Nadere informatie

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen? Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

Stappenplan Linked (Open) Data voor Archieven

Stappenplan Linked (Open) Data voor Archieven Stappenplan Linked (Open) Data voor Archieven Contents Inleiding... 2 De stappen... 2 STAP 1: ORIENTATIE... 2 STAP 2: BEPAAL SCOPE... 2 STAP 3: ZOEK PARTNERS... 2 STAP 4: MAAK LINKED DATA... 2 STAP 5:

Nadere informatie

Toelichting bij de concretiseringen wiskunde in de vorm van tussendoelen voor 3 havo/vwo ctwo en SLO oktober 2010

Toelichting bij de concretiseringen wiskunde in de vorm van tussendoelen voor 3 havo/vwo ctwo en SLO oktober 2010 Toelichting bij de concretiseringen wiskunde in de vorm van tussendoelen voor 3 havo/vwo ctwo en SLO oktober 2010 Achtergrond De globale kerndoelen voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs bieden

Nadere informatie

Leerscenario Kata-App (werktitel) Raymond Stoops Hogeschool Utrecht. Analyse. Inleiding. Doelstellingen

Leerscenario Kata-App (werktitel) Raymond Stoops Hogeschool Utrecht. Analyse. Inleiding. Doelstellingen Leerscenario Kata-App (werktitel) Raymond Stoops Hogeschool Utrecht Analyse Inleiding Bij het beoefenen van karate zijn er meerdere trainingsvormen. Een individuele trainingsvorm is de kata, waar een vast

Nadere informatie

Choral + Spraaktechnologie: ingezet voor de ontsluiting van audiovisuele

Choral + Spraaktechnologie: ingezet voor de ontsluiting van audiovisuele Choral + Spraaktechnologie: ingezet voor de ontsluiting van audiovisuele archieven De benadering Doel van het NWO CATCH project CHoral (2006-2011): onderzoek en ontwikkel geautomatiseerde annotatieen zoek

Nadere informatie

21 e eeuwse vaardigheden in het onderwijs. stand van zaken en toekomstige mogelijkheden. Petra Fisser VELON-studiedag Breda, 13 november 2015

21 e eeuwse vaardigheden in het onderwijs. stand van zaken en toekomstige mogelijkheden. Petra Fisser VELON-studiedag Breda, 13 november 2015 21 e eeuwse vaardigheden in het onderwijs stand van zaken en toekomstige mogelijkheden SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Petra Fisser VELON-studiedag Breda, 13 november 2015 SLO, nationaal

Nadere informatie

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen Referentieniveaus uitgelegd De beschrijvingen zijn gebaseerd op het Referentiekader taal en rekenen'. In 'Referentieniveaus uitgelegd' zijn de niveaus voor de verschillende sectoren goed zichtbaar. Door

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET NIEUWE EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO 2019

TOELICHTING OP HET NIEUWE EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO 2019 TOELICHTING OP HET NIEUWE EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO 2019 pagina 3 van 12 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Opbouw van de syllabus 6 3 Het examen 8 4 De vraagstelling 9 5 Toepassing van het correctievoorschrift

Nadere informatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Competentieprofiel Instituut voor Interactieve Media Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Aangepast in maart 2009 Inleiding De opleiding Interactieve Media

Nadere informatie

SURFACE BESCHRIJVING. Wat is het? Voor wie is het? Hoe werkt het? De Surface in het onderwijs

SURFACE BESCHRIJVING. Wat is het? Voor wie is het? Hoe werkt het? De Surface in het onderwijs BESCHRIJVING SURFACE Wat is het? De Surface is een liggend 30 inch beeldscherm op een tafel waaraan meerdere kinderen tegelijk kunnen werken. Zij bedienen de Surface met hun handen. Het apparaat kan 52

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

DATAMODELLERING DATA MAPPING MODEL

DATAMODELLERING DATA MAPPING MODEL DATAMODELLERING DATA MAPPING MODEL Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm data mapping model beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen. Wil

Nadere informatie

Rekenen en gecijferdheid in het MBO

Rekenen en gecijferdheid in het MBO Rekenen en gecijferdheid in het MBO Waarom, wat en hoe? Landelijke bijeenkomst Clusters Zorg & AG, Welzijn, Cultuur en Onderwijs Beelden van rekenen Trends Taal en Rekenen Eind 20 e eeuw Verbreding onderwijsprogramma

Nadere informatie

Naar een referentieniveau Nederlandse taal voor het primair onderwijs

Naar een referentieniveau Nederlandse taal voor het primair onderwijs Ronde 2 Harry Paus & Anita Oosterloo SLO, Enschede Contact: H.Paus@slo.nl A.Oosterloo@slo.nl Naar een referentieniveau Nederlandse taal voor het primair onderwijs 1. Inleiding De commissie Meijerink heeft

Nadere informatie

CEL. Bouwstenen voor een elektronische leeromgeving

CEL. Bouwstenen voor een elektronische leeromgeving CEL Bouwstenen voor een elektronische leeromgeving FACTSHEET CEL VERSIE 1.0 DECEMBER 2001 CEL - Bouwstenen voor een elektronische leeromgeving Inhoudsopgave Wat is CEL? 1 Uitgangspunten 1 De eindgebruiker

Nadere informatie

Een gebruiksvriendelijk dashboard voor leerlingen en docenten

Een gebruiksvriendelijk dashboard voor leerlingen en docenten UXkids case study: Een gebruiksvriendelijk dashboard voor leerlingen en docenten Keywords: Muiswerk, Oefensoftware, User tests, Focusgroepen, Usability, UX, Leerlingen 13-15 jaar, Docenten. Het onderwijslandschap

Nadere informatie

Canonieke Data Modellering op basis van ArchiMate. Canonieke Data Modellering op basis van Archimate Bert Dingemans

Canonieke Data Modellering op basis van ArchiMate. Canonieke Data Modellering op basis van Archimate Bert Dingemans Canonieke Data Modellering op basis van ArchiMate Canonieke Data Modellering op basis van Archimate Bert Dingemans Abstract Modelleren op basis van de open standard ArchiMate is een goed uitgangspunt voor

Nadere informatie

DATAMODELLERING BASIS UML KLASSEMODEL

DATAMODELLERING BASIS UML KLASSEMODEL DATAMODELLERING BASIS UML KLASSEMODEL Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm basis UML klassemodel beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen.

Nadere informatie

Analyse rekenalgebraïsche. vaardigheden in de onderbouw van het havo/vwo. ReAL Leerlijnen van rekenen naar algebra

Analyse rekenalgebraïsche. vaardigheden in de onderbouw van het havo/vwo. ReAL Leerlijnen van rekenen naar algebra Analyse rekenalgebraïsche vaardigheden in de onderbouw van het havo/vwo. ReAL Leerlijnen van rekenen naar algebra SLO nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling Wiskunde in de onderbouw van het

Nadere informatie

Het overkoepelend dashboard. Hoe krijgen leraren meer inzicht in voortgang?

Het overkoepelend dashboard. Hoe krijgen leraren meer inzicht in voortgang? Het overkoepelend dashboard Hoe krijgen leraren meer inzicht in voortgang? Inhoudsopgave Sectie 1 Introductie van het overkoepelend dashboard Sectie 2 De behoeftes vanuit de verschillende onderwijsprofessionals

Nadere informatie

EEN LEAR N I NG ANALYTICS S ER VI CE JOHAN JEUR ING

EEN LEAR N I NG ANALYTICS S ER VI CE JOHAN JEUR ING EEN LEAR N I NG ANALYTICS S ER VI CE JOHAN JEUR ING INTRODUCTIE De opdrachtgever voor dit project is Johan Jeuring, van het departement Informatica van de Universiteit Utrecht, namens het projectteam van

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Software Test Plan. Yannick Verschueren

Software Test Plan. Yannick Verschueren Software Test Plan Yannick Verschueren November 2014 Document geschiedenis Versie Datum Auteur/co-auteur Beschrijving 1 November 2014 Yannick Verschueren Eerste versie 1 Inhoudstafel 1 Introductie 3 1.1

Nadere informatie

Van concept naar een klikbaar prototype

Van concept naar een klikbaar prototype UXkids case study: Van concept naar een klikbaar prototype Keywords: Koninklijke Bibliotheek, Website, Prototype, User tests, Usability, UX, Kinderen 9-12 jaar. Als onderdeel van het netwerk van openbare

Nadere informatie

Methodiek. Versie: 16/05/2012 13:42:35

Methodiek. Versie: 16/05/2012 13:42:35 Methodiek Versie: 16/05/2012 13:42:35 Inhoudsopgave Methodiek... 2 Onze visie op het functioneel ontwerp... 2 Stappen in het ontwerpproces... 3 Methodiek Inleiding In dit deel van de encyclopedie wordt

Nadere informatie

Netwerk Digitaal Erfgoed / Werkgroep Monitoring Vragenlijst aan NDE-projecten 2013/2014

Netwerk Digitaal Erfgoed / Werkgroep Monitoring Vragenlijst aan NDE-projecten 2013/2014 Netwerk Digitaal Erfgoed / Werkgroep Monitoring Vragenlijst aan NDE-projecten 2013/2014 Deze vragenlijst dient om een totaalbeeld te krijgen van de resultaten van de projecten die in 2013/2014 gefinancierd

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT 1 VOORSTEL NIEUW DOMEIN A VAARDIGHEDEN 1.1 Doel en inhoud Dit domein omvat algemene en vakspecifieke vaardigheden die verkaveld zijn in de subdomeinen A1

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6 Referentiekaders Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2 Station en de referentiekaders 6 1 Doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen (Commissie Meijerink) Een beknopte samenvatting/ de belangrijkste

Nadere informatie

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

MBO Conferentie Het 2F-, 2ER- en 2A-examen: welke student laat ik wanneer opgaan voor welk examen?

MBO Conferentie Het 2F-, 2ER- en 2A-examen: welke student laat ik wanneer opgaan voor welk examen? Freark? MBO Conferentie Het 2F-, 2ER- en 2A-examen: welke student laat ik wanneer opgaan voor welk examen? 15-11-2017 Ronde 2: 13:45 15:15 Freark van der Kooi Ik wil mijn leerlingen nog beter begeleiden

Nadere informatie

DATAMODELLERING ARCHIMATE DATA- & APPLICATIEMODELLERING

DATAMODELLERING ARCHIMATE DATA- & APPLICATIEMODELLERING DATAMODELLERING ARCHIMATE DATA- & APPLICATIEMODELLERING Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm ArchiMate data- & applicatiemodellering beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding

Nadere informatie

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent Onthouden Kunnen ophalen van specifieke informatie, variërend van feiten tot complete theorieën Opslaan en ophalen van informatie (herkennen) Kennis van data, gebeurtenissen, plaatsen Kennis van belangrijkste

Nadere informatie

vanuit de technische en organisatorische omgeving, werk-verdeling, budget, planning, en hergebruik van componenten. Het documenteren van SA dient

vanuit de technische en organisatorische omgeving, werk-verdeling, budget, planning, en hergebruik van componenten. Het documenteren van SA dient 9 Samenvatting Software heeft vooruitgang in veel vakgebieden mogelijk gemaakt en heeft een toenemend invloed op ons leven en de samenleving in zijn geheel. Software wordt gebruikt in computers, communicatienetwerken,

Nadere informatie

Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten

Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten Wanneer je werkt vanuit leerlijnen, is de methode slechts een van de bronnen waarmee leerlingen zich de leerstof eigen maken. Ilse Gmelig 8 februari 2018 Leerdoelen

Nadere informatie

Werkopdracht vierde ontwikkelsessie

Werkopdracht vierde ontwikkelsessie Werkopdracht vierde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

User Centered Design. Ontwerpbeslissingen

User Centered Design. Ontwerpbeslissingen User Centered Design Ontwerpbeslissingen Ontwerpbeslissingen: Wat wij willen doen voor jou is Met betrekking tot lessen voorbereiden: Overzichten, schema s en lesplannen moeten ook door leerlingen begrepen

Nadere informatie

studie waarmee we de principes van de analyse willen demonstreren. Een volledig beschrijving van de algoritmen en de resultaten zijn te vinden in

studie waarmee we de principes van de analyse willen demonstreren. Een volledig beschrijving van de algoritmen en de resultaten zijn te vinden in Bio-informatica kan omschreven worden als het toepassen van algoritmen om meerwaarde te verkrijgen uit data afkomstig van biomedisch en/of biologisch onderzoek. In bio-informatica wordt onderzoek gedaan

Nadere informatie

Werken met Leerdoelen: zelf vormgeven van het Curriculum. Even voorstellen. 2/13/18. Wat is leerdoeldenken? Leerdoelen van deze workshop:

Werken met Leerdoelen: zelf vormgeven van het Curriculum. Even voorstellen. 2/13/18. Wat is leerdoeldenken? Leerdoelen van deze workshop: Leerdoelen van deze workshop: - Ik kan uitleggen wat Leerdoeldenken is Werken met Leerdoelen: zelf vormgeven van het Curriculum Herman Rigter 8 februari 2018 - Ik kan het proces beschrijven om te komen

Nadere informatie

Van ontwikkelingsperspectief naar groepsplan

Van ontwikkelingsperspectief naar groepsplan Van ontwikkelingsperspectief naar groepsplan In het speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs Hoe vertaal je het ontwikkelingsperspectief van leerlingen naar het groepsplan? Hoe kun je

Nadere informatie

Curriculum in beweging

Curriculum in beweging Curriculum in beweging SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Strategische Agenda SLO 2017-2020 Curriculum in beweging De afgelopen twee jaar is een breed, landelijk debat gevoerd over een

Nadere informatie

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal.

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal. Taal: vakspecifieke toelichting en tips Taalverwerving en -onderwijs verlopen als het ware in cirkels: het gaat vaak om dezelfde inhouden, maar de complexiteit en de mate van beheersing nemen toe. Anders

Nadere informatie

Inleiding. Projectonderwijs.slo.nl 1/5

Inleiding. Projectonderwijs.slo.nl 1/5 Inleiding Deze handleiding informeert lerarenopleiders en onderwijsondersteuners over de cursus waarmee zij docenten kunnen professionaliseren in het ontwikkelen van projectonderwijs. Na een korte verantwoording

Nadere informatie

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Getallen 1 Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 1 Getallen 1 is geschikt voor groep 7 en 8 van de basisschool

Nadere informatie

Haza-21 Handleiding Thesaurus

Haza-21 Handleiding Thesaurus Haza-21 Handleiding Thesaurus versie 3.3 2 april 2012 Copyright 2011-2012 J.A.Diebrink te Burdaard. Alle rechten voorbehouden. Inhoudsopgave blz. 2 Inleiding... 3 Algemeen... 3 Toepassingen in Haza-21...

Nadere informatie

Product Informatie Blad - Rekentoets

Product Informatie Blad - Rekentoets Product Informatie Blad - Rekentoets PIB240-2010-Rekentoets Context In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de commissie Meijerink onderzoek gedaan naar wat leerlingen

Nadere informatie

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Rijke Lessen zetten je aan het denken Minka Dumont 2009 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Onthouden Kunnen ophalen

Nadere informatie

CORA 1.0 Bedrijfs- en ICT-referentiearchitectuur voor woningcorporaties

CORA 1.0 Bedrijfs- en ICT-referentiearchitectuur voor woningcorporaties CORA 1.0 Bedrijfs- en ICT-referentiearchitectuur voor woningcorporaties Hoe zorgen we ervoor dat we nieuwe diensten en producten soepel in onze bedrijfsvoering op kunnen nemen? Hoe geven we betere invulling

Nadere informatie

In Vlaanderen bestaat er nog geen leerlijn programmeren! Hierdoor baseren wij ons op de leerlijn die men in Nederland toepast voor basisscholen.

In Vlaanderen bestaat er nog geen leerlijn programmeren! Hierdoor baseren wij ons op de leerlijn die men in Nederland toepast voor basisscholen. Leerlijn programmeren In Vlaanderen bestaat er nog geen leerlijn programmeren! Hierdoor baseren wij ons op de leerlijn die men in Nederland toepast voor basisscholen. Deze leerlijn is opgebouwd aan de

Nadere informatie

filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/)

filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/) SLO oktober 2009 filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/) Achtergrond Nederland heeft een goed onderwijssysteem. Maar, er is maatschappelijke zorg over de kwaliteit van het reken- en taalonderwijs.

Nadere informatie

BIJGESTELDE VISIE REKENEN & WISKUNDE

BIJGESTELDE VISIE REKENEN & WISKUNDE BIJGESTELDE VISIE REKENEN & WISKUNDE Het project Curriculum.nu Doelstelling van het project Curriculum.nu is ontwikkeling van de curricula in negen leergebieden (uit: werkopdracht aan de ontwikkelteams):

Nadere informatie

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden Theoretisch kader: Zoals ik in mijn probleemanalyse beschrijf ga ik de vaardigheid creativiteit, van de 21st century skills onderzoeken, omdat ik wil weten op welke manier de school invloed kan uitoefenen

Nadere informatie

Centrum Blended Learning

Centrum Blended Learning Centrum Blended Learning http://www.kuleuven-kulak.be/cbl Workshop: 4C/ID-model Jeroen van Merriënboer vaardighedenhiërarchie Taakklasse 1: Taakklasse 2: Taakklasse 3: Studenten krijgen een situatie waarin

Nadere informatie

Hoe werkt u met Getal & Ruimte 12 e editie vmbo

Hoe werkt u met Getal & Ruimte 12 e editie vmbo Hoe werkt u met Getal & Ruimte 12 e editie vmbo Inhoud 1 In vogelvlucht p. 2 2 Hoe wilt u werken? p. 6 3 Meer dan lesstof in het boek p. 8 4 Leerroutes p. 13 5 Oefentoets met studieadvies op maat p. 17

Nadere informatie

DATAMODELLERING ARCHIMATE DATAMODELLERING

DATAMODELLERING ARCHIMATE DATAMODELLERING DATAMODELLERING ARCHIMATE DATAMODELLERING Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm ArchiMate datamodellering beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen.

Nadere informatie

Werken aan onderwijskwaliteit. Referentieniveaus Taal. Mienke Droop, Heleen Strating, EN Gert Gelderblom, PO-Raad

Werken aan onderwijskwaliteit. Referentieniveaus Taal. Mienke Droop, Heleen Strating, EN Gert Gelderblom, PO-Raad Werken aan onderwijskwaliteit met de Referentieniveaus Taal Mienke Droop, Heleen Strating, EN Gert Gelderblom, PO-Raad Taal Invoeren van referentieniveaus leidt tot verlaging van het niveau, omdat men

Nadere informatie

Automated Engineering White Paper Bouw & Infra

Automated Engineering White Paper Bouw & Infra Automated Engineering White Paper Bouw & Infra Inhoudsopgave 1. Introductie 2 2. Wat is automated engineering? 3 3. Wanneer is Automated Engineering zinvol? 3 4. Wat zijn de stappen om een ontwerpproces

Nadere informatie

Protocol PDG en educatieve minor

Protocol PDG en educatieve minor Protocol PDG en educatieve minor 28 april 2014 Inhoud Protocol voor beoordelingen door de NVAO van de kwaliteit van de afstudeerrichtingen algemeen vormend onderwijs en beroepsgericht onderwijs, het traject

Nadere informatie

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk Bloom Taxonomie van in de praktijk De taxonomie van Bloom kan worden toegepast als praktisch hulpmiddel bij het differentiëren in denken en doen. Het helpt je om in je vraagstelling een plaats te geven

Nadere informatie

Tools voor canonieke datamodellering Bert Dingemans

Tools voor canonieke datamodellering Bert Dingemans Tools voor canonieke datamodellering Tools voor canonieke datamodellering Bert Dingemans Abstract Canonieke modellen worden al snel omvangrijk en complex te beheren. Dit whitepaper beschrijft een werkwijze

Nadere informatie

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee.

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee. Onderwijsvernieuwing We doen er allemaal aan mee. Maar. Welke kant willen we op? Wat speelt er in mijn team? Wil iedereen mee? Waar liggen de interesses? Waar zit de expertise? WAARIN GA IK INVESTEREN?

Nadere informatie

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016 Werken met leeruitkomsten 7 november 2016 Wat zijn leeruitkomsten? Een leeruitkomst is een meetbaar resultaat van een leerervaring op basis waarvan vastgesteld kan worden in welke mate, tot op welk niveau

Nadere informatie

Examenbespreking havo maatschappijwetenschappen Donderdag 23 mei 2019

Examenbespreking havo maatschappijwetenschappen Donderdag 23 mei 2019 Examenbespreking havo maatschappijwetenschappen Donderdag 23 mei 2019 Het correctievoorschrift van het CvTE is bindend. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Dit verslag

Nadere informatie

DATAMODELLERING CRUD MATRIX

DATAMODELLERING CRUD MATRIX DATAMODELLERING CRUD MATRIX Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm CRUD Matrix beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen. Wil je een beeld

Nadere informatie

Regelgeving referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen versie 1.2

Regelgeving referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen versie 1.2 Regelgeving referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen versie 1.2 Op 29 april 2010 is de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen vastgesteld. De wet legt het kader vast voor de lagere, meer

Nadere informatie

Informatievaardigheden in het basisonderwijs. Hoe leer je kinderen zoeken op internet

Informatievaardigheden in het basisonderwijs. Hoe leer je kinderen zoeken op internet Informatievaardigheden in het basisonderwijs Hoe leer je kinderen zoeken op internet Voorstellen Doelen Heeft u inzicht in wat informatievaardigheden zijn. Weet u het belang van informatievaardigheden.

Nadere informatie

Delen en vinden van digitaal leermateriaal

Delen en vinden van digitaal leermateriaal Delen en vinden van digitaal leermateriaal Edurep in de content keten Nico Verbeij Claudia van der Togt www.kennisnet.nl www.ictopschool.net Trends en knelpunten in onderwijs Trends: Flexibel leren Aansluiten

Nadere informatie

Research & development

Research & development Research & development Publishing on demand Workflow ondersteuning Typesetting Documentproductie Gespecialiseerd document ontwerp Web ontwerp en onderhoud Conversie Database publishing Advies Organisatie

Nadere informatie

Handout PrOfijt. - Versie 1.1 - Versie: 1.1 Datum: 09-04-2014 Mike Nikkels / Olav van Doorn

Handout PrOfijt. - Versie 1.1 - Versie: 1.1 Datum: 09-04-2014 Mike Nikkels / Olav van Doorn Handout PrOfijt - Versie 1.1 - Versie: 1.1 Datum: 09-04-2014 Auteur(s): Mike Nikkels / Olav van Doorn 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave... 2 2 Inleiding... 3 3 Algemeen... 3 4 Visie op PrOfijt... 4 5 Techniek...

Nadere informatie

Hoe werkt u met Chemie 7e editie hv onderbouw

Hoe werkt u met Chemie 7e editie hv onderbouw Hoe werkt u met Chemie 7e editie hv onderbouw Inhoud 1 In vogelvlucht p. 2 2 Hoe wilt u werken? p. 3 3 Meer dan lesstof in het boek p. 5 4 Leerroutes p. 9 5 Oefentoets met studieadvies op maat p. 10 7

Nadere informatie

Van Wikipedia naar Onderwijs, de kracht van het open domein. sambo-ict conferentie 27 januari 2017

Van Wikipedia naar Onderwijs, de kracht van het open domein. sambo-ict conferentie 27 januari 2017 Van Wikipedia naar Onderwijs, de kracht van het open domein sambo-ict conferentie 27 januari 2017 Even Voorstellen Jan-Bart de Vreede Domeinmanager Leermiddelen & Metadata, Stichting Kennisnet 9 jaar lang

Nadere informatie

Educatieve Contentcatalogus (ECC)

Educatieve Contentcatalogus (ECC) Educatieve Contentcatalogus (ECC) Handleiding vmbo Versie: 3.0 Handleiding ECC VMBO - update 4 oktober 2010 Pagina 1 van 11 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 ECC en inloggen 4 3 Zoeken in de ECC 5 4 Functionaliteiten

Nadere informatie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Inhoud. Introductie tot de cursus Inhoud Introductie tot de cursus 1 De functie van de cursus 7 2 De inhoud van de cursus 7 2.1 Voorkennis 7 2.2 Leerdoelen van de cursus 8 2.3 Opbouw van de cursus 8 3 Leermiddelen en wijze van studeren

Nadere informatie

OpenIMS 4.2 Portaal Server

OpenIMS 4.2 Portaal Server OpenIMS 4.2 Portaal Server Inhoudsopgave 1 WAT IS EEN ENTERPRISE INFORMATIE PORTAAL?...3 1.1 BESPARINGEN...3 1.2 GERICHT OP EEN SPECIFIEKE DOELGROEP...3 2 OPENIMS PORTAAL SERVER (PS)...4 2.1 CENTRAAL BEHEER...4

Nadere informatie

Metadata, informatiestromen

Metadata, informatiestromen Metadata, informatiestromen Wat doet informatie- en archiefmanagement? Vastleggen/verwerven Opslaan Ordenen Beschrijven Selecteren Verwijderen Bewaren Beschikbaarstellen van informatie. Gedocumenteerd,

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Flipped classroom: hoger onderwijs op zijn kop?

Flipped classroom: hoger onderwijs op zijn kop? Flipped classroom: hoger onderwijs op zijn kop? Wilfred Rubens http://www.wilfredrubens.com LEARNING LAB 1 Sessieleider: Wilfred Rubens 14.15 17.15 uur / zaal E-1.20 http://www.slideshare.net/wrubens http://www.wilfredrubens.com

Nadere informatie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Inhoud. Introductie tot de cursus Inhoud Introductie tot de cursus 1 Inleiding 7 2 Voorkennis 7 3 Het cursusmateriaal 7 4 Structuur, symbolen en taalgebruik 8 5 De cursus bestuderen 9 6 Studiebegeleiding 10 7 Huiswerkopgaven 10 8 Het tentamen

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving. Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving

Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving. Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving Datum: 22 maart 2019 Versie: definitief, 2.0, vastgesteld door PMT (07-03-2019) Toelichting/context: Waterschappen gaan uit van de

Nadere informatie

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept Dit document beschrijft het model dat binnen het netwerk ontwikkeld wordt om: Aan de ene kant te dienen als een leidraad om

Nadere informatie

WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw

WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw Nectar 5e editie onderbouw is een heldere, motiverende methode biologie die opvalt door de gestructureerde behandeling van

Nadere informatie

Uw data op het Web van Data

Uw data op het Web van Data Uw data op het Web van Data Een beknopt plan van aanpak voor erfgoedinstellingen Ivo Zandhuis In opdracht van het Provinciaal Historisch Centrum 8 maart 2011 2 Over het Provinciaal Historisch Centrum Het

Nadere informatie

Omzeil het gebruik van mappen en bestanden over Wiki s en het werken in de 21 e eeuw

Omzeil het gebruik van mappen en bestanden over Wiki s en het werken in de 21 e eeuw Omzeil het gebruik van mappen en bestanden over Wiki s en het werken in de 21 e eeuw In de whitepaper waarom u eigen documenten niet langer nodig heeft schreven we dat het rondmailen van documenten geen

Nadere informatie