PRAKTIJKONDERZOEK. Toepasbaarheid van een meetmethode om de mate van dagelijkse beweging van kinderen met een verstandelijke beperking te bepalen
|
|
- Karel van de Velde
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Toepasbaarheid van een meetmethode om de mate van dagelijkse beweging van kinderen met een verstandelijke beperking te bepalen B. Brouns, R. Tap, A. Waninge en L.H.V. van der Woude 1 Introductie intensieve activiteit (Ooijendijk, Hildebrandt, Zoals veelvuldig benadrukt, zorgt voldoende dagelijkse beweging voor een verhoogd zelfvertrouwen en verlaagt het de kans op meerdere ziekten, onder meer hart- en vaatziekten (Hu, Tuomilehto, Borodulin, & Jousilahti, 2007). Dagelijkse beweging verhoogt de kwaliteit van leven, ook bij mensen met een verstandelijke beperking (Carmeli, Orbach, Zinger-Vaknin, Morad, & Merrick, 2008). Uit onderzoek naar de hoeveelheid dagelijkse beweging van volwassenen met een verstandelijke beperking blijkt dat bij mensen met een verstandelijke beperking gezondheidsrisico s dreigen, omdat zij veelal onvoldoende bewegen (Hilgenkamp, Reis, van Wijck, & Evenhuis, 2012a; Waninge et al., 2013). Aandoeningen als gevolg van bewegingsarmoede komen dan ook relatief vaker voor bij mensen met een verstandelijke beperking (Bhaumik, Watson, Thorp, Tyrer, & McGrother, 2008). De Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB) is een richtlijn die aangeeft wat voldoende dagelijkse beweging inhoudt (Kemper, Ooijendijk, & Stiggelbout, 2000). Voor volwassenen is de norm 30 minuten matig & Hopman-Rock, 2007). Matig intensief actief bewegen is bewegen met een METabolic equivalent-waarde (MET-waarde) tussen de 4 en de 8; dit zijn activiteiten als actief fietsen of lopen. Echter, naast matig intensieve activiteiten leiden licht intensieve activiteiten ook tot een bevordering van de gezondheid (Tudor- Locke, Pangrazi, & Corbin, 2004). Daarom is een richtlijn opgesteld in stappen per dag (Tudor-Locke, Hatano, Pangraz, & Kanka, 2008). Deze richtlijn gaat voor een actieve leefstijl uit van minimaal stappen per dag, bestaande uit gemiddeld 4000 stappen per dag gedurende matige intensieve activiteit en 6000 aanvullende stappen (Tudor-Locke, Hatano, Pangraz, & Kanka, 2008). Voor kinderen is een aparte norm opgenomen in de NNGB, die aangeeft dat kinderen twee keer zo lang matig intensief actief moeten zijn als volwassenen en dat matige intensieve activiteit is gedefinieerd als activiteiten met een MET-waarde tussen de 5 en de 8 (Ooijendijk et al., 2007). In de norm van stappen per dag is geen aparte richtlijn voor kinderen opgenomen, hoewel hier wel PRAKTIJKONDERZOEK NTZ
2 Toepasbaarheid van een meetmethode om de mate van dagelijkse beweging van kinderen met een verstandelijke beperking te bepalen. behoefte aan is (Tudor-Locke et al., 2008). Of de bovengenoemde normen behaald worden door Nederlandse kinderen met een verstandelijke beperking is onduidelijk. Naar de hoeveelheid dagelijkse beweging van kinderen met een verstandelijke beperking heeft tot dusver weinig onderzoek plaatsgevonden. In een review waarin negentien studies werden vergeleken, werden gemengde resultaten gevonden en kon zodoende geen uitsluitsel worden gegeven over de mate van fysieke activiteit van deze kinderen (Frey, Stanish, & Temple, 2008). Een eigen literatuurstudie liet ook gemengde resultaten zien, waarbij enkele onderzoeken aantoonden dat kinderen met een verstandelijke beperking voldoende bewegen (Pitetti, Beets, & Combs, 2009). Beeldvorming op basis van ervaring van professionals binnen de zorginstelling Talant naar de mate van fysieke activiteit van deze kinderen was niet eenduidig. De begeleiders en beweging- en fysiotherapeuten op de kinderdagcentra (KDC) gaven voorafgaande aan de metingen aan dat de kinderen voldoende beweging krijgen en dat meer beweging niet nodig is. Echter, uit observaties vaststellen of er sprake is van voldoende dagelijkse beweging lijkt evenwel onvoldoende betrouwbaar (Vanhees et al., 2005). Volgens de literatuur worden verschillende methodes gebruikt om de mate van dagelijkse beweging te meten bij deze kinderen. Hoewel er meerdere meetmethodes bekend zijn voor het meten van fysieke activiteit, is momenteel geen praktisch, bruikbare en objectieve methode bekend om dagelijkse beweging van grote groepen gezonde mensen te meten (Ooijendijk et al., 2007), laat staan voor kinderen met een verstandelijke beperking. In het review van Frey et al. (2008) werden methodologische beperkingen als reden aangedragen voor het gebrek aan eenduidige beeldvorming omtrent het beweeggedrag van kinderen met een verstandelijke beperking. In de onderzoeken die beschreven zijn in de review van Frey et al (2008) werd onder meer gebruik gemaakt van stappentellers, inschattingen van ouders, vragenlijsten over uren dagelijkse activiteit, semi-gestructureerde interviews, observaties, versnellingsmeters en hartslagmeters (Frey et al., 2008). Interviews, inschatting van ouders, vragenlijsten en observaties zijn ongeschikt om de exacte mate van de dagelijkse beweging in stappen per dag en minuten matig intensieve activiteit te meten en dienen alleen in combinatie met meer objectieve vormen van activiteitenmonitoring gebruikt te worden (Vanhees et al., 2005). Een hartslagmeter is minder geschikt voor het meten van licht intensieve lichamelijke beweging omdat hierbij slechts in geringe mate sprake is van een verhoogde hartslag (Haskell et al., 2007). De GT1M (ActiGraph, VS), hierna de actigraaf, is een versnellingsmeter die stappen en versnellingen meet in horizontale richting en het gemiddelde berekent over een ingestelde frequentie van één minuut. Dit meetinstrument is valide en betrouwbaar bevonden bij verschillende doelgroepen (Hansen et al., 2014). Met dit meetinstrument worden zowel stappen als activiteit uitgedrukt in MET-waarde. Daarnaast gaat het om een klein apparaat dat onder de kleren gedragen kan worden. De verwachting is dat kinderen dit sneller zullen 122 NTZ
3 B. Brouns, R. Tapa, A. Waninge, L.H.V. van der Woude accepteren. De toepasbaarheid van de actigraaf voor het meten van dagelijkse beweging van kinderen met een verstandelijke beperking is nog niet bekend. Het doel van dit onderzoek is het bepalen van de toepasbaarheid van GT1M (ActiGraph, VS), voor het meten van dagelijkse beweging van kinderen met een verstandelijke beperking. De vraagstelling van dit onderzoek luidt: Is de actigraaf toepasbaar voor het meten van dagelijkse beweging bij kinderen met een verstandelijke beperking wat betreft 1) het aantal succesvolle meetdagen gerelateerd aan het totaal aantal meetdagen; 2) het gebruiksgemak voor ouders en kinderen; en 3) overeenkomst van de meetbevindingen met het dagactiviteiten programma? 2 Methode 2.1 Participanten Voor dit onderzoek is gezocht naar kinderen in de leeftijd tussen de drie en achttien jaar, waarbij alleen kinderen die in staat waren tot lopen zijn geïncludeerd. Lopen is gedefinieerd als het zich stap voor stap vooruit bewegen met behulp van de benen. Hierbij wordt het lichaamsgewicht naar het voorste been verplaatst, waarbij sprake moet zijn van gecontroleerd vallen. Lopen aan de hand van een volwassenen valt wel onder de definitie, lopen met een hulpmiddel niet. 2.2 Procedure De kinderen en hun ouders of verwanten zijn benaderd via KDC s van Talant, een zorginstelling die zich richt op zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, van ernstig meervoudig beperkt tot licht beperkt. In verband met de tijdplanning en praktische haalbaarheid van het onderzoek zijn alleen ouders met kinderen benaderd waarbij werd ingeschat dat deze zouden toestemmen in het onderzoek. De betreffende kinderen waren volgens de begeleiders vergeleken met hun leeftijdsgenootjes op het KDC motorisch goed ontwikkeld. Ouders of verwanten werden door middel van een brief ingelicht over het onderzoek. De wettelijke vertegenwoordigers van het kind hebben schriftelijk toestemming gegeven om hun kind deel te laten nemen aan dit onderzoek. 2.3 Meetmethode Dit onderzoek maakte gebruik van de GT1M (ActiGraph, VS), de actigraaf. Dit meetinstrument is valide en betrouwbaar bevonden bij verschillende doelgroepen (Hansen et al., 2014). In de inleiding staan achtergrondgegevens over de actigraaf beschreven. Het gebruik van pedometers bij kinderen die in staat zijn tot lopen is beschreven door Clemes & Biddle (Clemes & Biddle, 2013). Daarnaast is een korte vragenlijst afgenomen bij de dagelijkse begeleiders van de kinderen, over algemene kenmerken als geslacht, leeftijd en ernst van de verstandelijke beperking Protocol Gedurende zeven aaneengesloten dagen werd de mate van dagelijkse beweging gemeten. Met deze meetmethode is het mogelijk om onderscheid te maken tussen dagen die thuis worden doorgebracht en dagen op het KDC. Ook konden op deze wijze activiteitpieken NTZ
4 Toepasbaarheid van een meetmethode om de mate van dagelijkse beweging van kinderen met een verstandelijke beperking te bepalen. per dag inzichtelijk worden en dagelijkse beweging buiten de dagbesteding mee genomen worden in het onderzoek. Uit eerder onderzoek naar de mate van dagelijkse beweging bij ouderen met een verstandelijke beperking is gebleken dat een meting van vier dagen een betrouwbaar beeld geeft van het gemiddeld aantal stappen dat per dag gezet wordt (T. Hilgenkamp et al., 2012b). De ouders werden via een brief geïnstrueerd om s ochtend het meetapparaat om te doen en voor het slapen gaan, douchen of andere activiteiten in het water de actigraaf weer af te doen. Ook begeleiding op het KDC werd geïnstrueerd om bij te houden of de kinderen de actigraaf op de goede manier droegen. Op de eerste dag van het onderzoek werd de actigraaf door de onderzoeker met een elastieken band op de heup bevestigd. Het kind nam de actigraaf al dragende mee naar huis, waar de ouders of verwanten gedurende een week de instructies uitvoerden. De kinderen werd verteld dat er gedurende een week werd gemeten en dat ze hun gebruikelijke dagelijkse activiteiten konden uitvoeren. 2.5 Dataverwerking De ruwe data bestond uit het aantal stappen en counts per ingestelde tijdseenheid van één minuut. Counts zijn de optelling van de versnelling gedurende de ingestelde frequentie. Een door de leverancier opgestelde vergelijking werd gebruikt om de count-waardes om te zetten naar MET-waarde. Hiermee werd de mate van intensiviteit per minuut berekend en is het totale aantal minuten matige intensieve activiteit per dag berekend. De toepasbaarheid van de actigraaf bij kinderen werd op de volgende wijze bepaald: 1) Het aantal succesvolle meetdagen werd gerelateerd aan het totaal aantal meetdagen. Op deze wijze werd het succespercentage berekend. Een succespercentage van 80% wordt als voldoende toepasbaar beschouwd en een percentage van 90% als goed toepasbaar. Van dagen dat de actigraaf geen waarden had opgeslagen, werd aangenomen dat deze destijds niet gedragen is. Dit kan komen omdat ouders vergeten zijn de actigraaf om te doen of kinderen het apparaat niet accepteerden. Deze dagen werden als niet succesvol genoteerd. 2) Het gebruiksgemak voor ouders en kinderen, gebaseerd op bevindingen van ouders, begeleiders en kinderen. 3) Overeenkomst met het dagactiviteiten programma: de grafisch weergegeven gemiddelde meetbevindingen van de actigraaf werden vergeleken met het dagactiviteiten programma. De bevindingen van de metingen van de actigraaf worden in een figuur per casus weergegeven. Het gemiddelde aantal stappen en het gemiddelde aantal minuten matige intensieve activiteit per dag van de deelnemende kinderen worden met een gepaarde t-toets vergeleken met de normwaardes. Een p-waarde kleiner dan 0.05 werd beschouwd als statistisch significant. 124 NTZ
5 B. Brouns, R. Tapa, A. Waninge, L.H.V. van der Woude 3 Resultaten Participanten In totaal hebben acht kinderen met een verstandelijke beperking succesvol deel genomen aan het onderzoek, vier jongens en vier meisjes (zie tabel 1), met een gemiddelde leeftijd van 6 jaar. Vier van deze kinderen waren vier dagen per week aanwezig op het KDC, de rest was vijf dagen per week aanwezig en alle kinderen woonden thuis. Een jongen die in eerste instantie was toegelaten tot het onderzoek is uitgevallen: door miscommunicatie zijn er helemaal geen metingen uitgevoerd. De meetbevindingen van een meisje van zestien met het syndroom van Down met zeer grote mate van dagelijkse beweging (gemiddeld meer dan stappen; 300 minuten matig intensief bewegen per dag) zijn wel mee genomen voor het bepalen van het percentage succesvolle metingen, echter, omdat de bevindingen afweken van de andere bevindingen zijn deze bevindingen niet meegenomen in de analyse met de gepaarde t-toets. Toepasbaarheid Voor het bepalen van het aantal succesvolle meetdagen zijn de metingen van 9 kinderen meegenomen, omdat bij 1 kind in het geheel geen metingen zijn uitgevoerd. Bij deze 9 kinderen werd de actigraaf op drie van de in totaal 63 meetdagen niet gedragen, omdat ouders vergeten waren het apparaat s ochtend om te doen. Hiermee komt het succespercentage op 95%, wat maakt dat de actigraaf wat dit betreft goed toepasbaar is voor het meten van dagelijkse beweging bij deze doelgroep. Tabel 1: Gemiddelde activiteit in stappen per dag en minuten matig intensieve actieve activiteit per dag, uitgesplitst voor verschillende karakteristieken, in gemiddelde ± sd (minimum, maximum) Norm Totaal (n=8) KDC (n=40 dagen) Thuis (n=20 dagen) Jongens (n=4) Meisjes (n=4) Chromosoom aandoening (n=2) Down (n=1) Autisme (n=2) Niet-gediagnosticeerd (n=3) Stappen ± 1534 (min 196, max 8472) 5257 ± 2082 (min 2413, max 8472) 4355 ± 1911 (min 196, max 6879) 4149 ± 2146 (min 196, max 8472) 5643 ± 1668 (min 3410, max 8282) 4406 ± 1545 (min 3271, max 5833) 5798 ± 2303 (min 1547, max 8472) 5597 ± 1552 (min 3410, max 7820) 4455 ± 2412 (min 196, max 8282) Minuten matig intensief actief 60 19,6 ± 11,9 (min 0, max 56) 20,2 ± 14,6 (min, 0, max 52) 19,3 ± 16,0 (min 0, max 56) 15,4 ± 15,7 (min 0, max 52) 23,9 ± 14,0 (min 0, max 56) 25,3 ± 15,0 (min 0, max 56) 27,4 ± 15,4 (min 5, max 52) 12,8 ± 1403 (min 0, max 44) 17,8 ± 14,7 (min 0, max 47) NTZ
6 Toepasbaarheid van een meetmethode om de mate van dagelijkse beweging van kinderen met een verstandelijke beperking te bepalen. De bevindingen wat betreft het gebruiksgemak voor ouders, kinderen en begeleiders zijn: Alle kinderen accepteerden de actigraaf, enkelen na een korte gewenningsperiode. De actigraaf vormde geen belemmering tijdens de dagactiviteiten. Begeleiders gaven aan dat de grootte van het apparaatje heeft bijgedragen tot de bruikbaarheid daarvan. Hierdoor kon het onder de kleding worden gedragen, was de actigraaf niet zichtbaar en ondervond het kind er geen hinder van. Uit de vergelijking van de grafisch weergegeven gemiddelde meetbevindingen van de actigraaf met het dagactiviteiten programma blijkt dat er een duidelijk verschil in activiteitenpatroon per dag zichtbaar was tussen dagen op het KDC en dagen thuis. Dagen op het KDC hadden een duidelijk patroon, met tussen en uur en om uur en rond uur een piek in activiteit en relatief weinig activiteit rond 12.00, en uur (Figuur 1). Uit overleg met de begeleiders bleek dit patroon mogelijk te verklaren door Kinderdag-centra Thuis Figuur 1: Gemiddelde activiteitenpatroon per minuut voor alle proefpersonen samen, uitgesplitst in dagen besteed op het KDC (boven) en dagen thuis besteed (onder). Gemiddelde activiteit is nooit matig intensief (minimale count-waarde 6981) 126 NTZ
7 B. Brouns, R. Tapa, A. Waninge, L.H.V. van der Woude de vaste speelmomenten om uur en om uur. De lunch rond uur zorgt waarschijnlijk voor een dal in activiteiten. Gedurende de dagen die kinderen volledig in de thuissituatie doorbrengen is te zien dat kinderen gelijkmatiger actief zijn en gedurende de gehele dag lichte activiteit laten zien. Meetgegevens Er is een grote variatie tussen en binnen de proefpersonen (zie figuur 2). Het minst actieve kind zette gemiddeld 2300 stappen per dag en was 4 minuten matig intensief actief per dag (nr. 8 in figuur 2), tegenover gemiddeld bijna 6800 stappen en 31 minuten matig intensief actief per dag voor het actiefste kind (nr. 4 in figuur 2). Er bleken grote variaties per dag te zijn per kind wat betreft de mate van dagelijkse beweging. Gemiddeld voor alle kinderen werden bijna 5000 stappen berekend en er werd 19 minuten matig intensief bewogen, met een standaard deviatie van respectievelijk 1534 stappen per dag en 12 minuten matig intensief bewegen. Stappen Minuten Figuur 2: Dagelijkse activiteit in stappen (boven) en minuten matig intensieve activiteit (onder) per dag per participant (1-8) NTZ
8 Toepasbaarheid van een meetmethode om de mate van dagelijkse beweging van kinderen met een verstandelijke beperking te bepalen. Met een gemiddelde van 4896 (sd = 2048) stappen en 19,6 (sd = 15,3) minuten matige intensieve activiteit werd significant (p<0.05) afgeweken van de normwaardes (t(7)=2,84 p stappen = -7,04897, p minuten =-7,46853). De meeste kinderen waren niet of nauwelijks zwaar of zeer zwaar intensief actief (n = 7) en gemiddeld waren ze 16,5 uur per dag niet actief. Dagen besteed op het KDC waren gemiddeld actiever dan dagen thuis. 4 Discussie Dit onderzoek had ten doel het bepalen van de toepasbaarheid van de actigraaf voor het meten van dagelijkse beweging bij kinderen met een verstandelijke beperking. Hierbij werd de toepasbaarheid bepaald door het aantal succesvolle meetdagen gerelateerd aan het totaal aantal meetdagen, het gebruiksgemak voor ouders en kinderen en overeenkomst van de meetbevindingen met het dagactiviteiten programma. Het onderzoek toont aan dat de actigraaf goed toepasbaar is om dagelijkse beweging bij kinderen met een verstandelijke beperking te meten. De actigraaf werd in 95% van de meetdagen met succes gebruikt. Het gebruiksgemak gerapporteerd door ouders en begeleiders blijkt voldoende. Overeenkomst van de meetbevindingen met het dagactiviteiten programma is voldoende: pieken en dalen in de bewegingsactiviteit waren goed te verklaren met het ritme op de dagactiviteitengroep en het activiteitenpatroon in de thuissituatie wijkt af van het activiteitenpatroon in het KDC. Het gemiddelde aantal stappen wijkt significant af van de normwaardes, echter op basis van dit praktijkonderzoek kunnen nog geen conclusies getrokken worden over de mate van beweging van kinderen met een verstandelijke beperking. Daarvoor is de steekproef te klein. Van te voren hebben begeleiders twijfels geuit over de toepasbaarheid van meetinstrumenten op het lichaam bij deze doelgroep. Gevreesd werd dat de kinderen de actigraaf niet zouden accepteren of dat de ouders of verwanten s ochtends zouden vergeten de actigraaf weer om te doen. Deze verwachtingen zijn niet uitgekomen. Alle kinderen accepteerden de actigraaf, enkelen na een korte gewenningsperiode. Het percentage succesvolle meetdagen is goed gebleken. De actigraaf vormde geen belemmering tijdens de dagactiviteiten, sterker nog: het apparaatje kon gemakkelijk onder de kleding gedragen worden en werd gemakkelijk vergeten. Het bepalen van de mate van toepasbaarheid van een meetinstrument is in meerdere onderzoeken bepaald aan de hand van het percentage succesvolle metingen (Lemmink, 1996; Waninge et al. 2011). Subjectieve bevindingen van de gebruikers en een verklaring van de meetbevindingen zijn toegevoegd. Hiermee vormt dit onderzoek een eerste stap in het bepalen van de toepasbaarheid van de actigraaf voor het meten van dagelijkse beweging van kinderen met een verstandelijke beperking. Vanwege de exploratieve opzet is dit onderzoek gebonden aan een aantal beperkingen. Zo werd dit onderzoek uitgevoerd met een kleine steekproef. Daarom kunnen geen conclusies getrokken worden over de mate van 128 NTZ
9 B. Brouns, R. Tapa, A. Waninge, L.H.V. van der Woude beweging van kinderen met een verstandelijke beperking. Ook was het niet mogelijk groepen met elkaar te vergelijken, waardoor uitspraken over de populatie als geheel niet mogelijk zijn. Daarnaast is deze steekproef ook onderworpen aan selectie bias doordat het motorisch goed ontwikkelde kinderen betrof. Als referentie voor een gezonde mate van beweging is onder andere gebruik gemaakt van de NNGB. Voor zo ver bekend is de NNGB wel gevalideerd voor kinderen, maar niet voor volwassenen of kinderen met een verstandelijke beperking. Vanwege het ontbreken van een alternatief werd in dit onderzoek gekozen om deze norm te gebruiken, maar onderzoek naar de validiteit van deze norm voor kinderen met een verstandelijke beperking is nodig. Op basis van de bevindingen van dit onderzoek is het aan te bevelen de toepasbaarheid van de actigraaf verder te onderzoeken bij een grotere groep kinderen met een verstandelijke beperking met een grotere variatie wat betreft motorische mogelijkheden en mate van verstandelijke beperking. Met de meetgegevens van een grotere steekproef van kinderen met een verstandelijke beperking kunnen generaliseerbare gegevens verkregen worden over de mate van dagelijkse beweging bij kinderen met een verstandelijke beperking. Uit dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat de actigraaf goed toepasbaar is om dagelijkse beweging bij kinderen met een verstandelijke beperking te meten. Auteurs MSc. Berber Brouns, MSC Bewegingswetenschappen Groningen, UMCG, Rijksuniversiteit Groningen en werkzaam bij Talant. Dr. Aly Waninge is werkzaam als lector Participatie en gezondheid van mensen met een verstandelijke en visuele beperking bij de Hanzehogeschool Groningen. Lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing Drs. Ruud Tap is werkzaam als senior beleidsadviseur bij Zorggroep Alliade/Talant Prof. Lucas van der Woude is werkzaam aan de Rijksuniversiteit Groningen, Centrum voor Revalidatie en Centrum voor Bewegingswetenschappen, UMCG. Correspondentieadres: com Dankbetuiging Het onderzoek vond plaats in het kader van het leefstijl project Voel je Goed van Talant. Het onderzoek is tot stand gekomen met medewerking van cliënten, verwanten en medewerkers van kinderdagcentra It Kampke (Leeuwarden) en It Lytshûs (Damwoude). Het onderzoeksproject is binnen Talant begeleid door Bart Schoppers. We danken alle betrokkenen voor de plezierige samenwerking en hulp. NTZ
10 Toepasbaarheid van een meetmethode om de mate van dagelijkse beweging van kinderen met een verstandelijke beperking te bepalen. Literatuur Bhaumik, S., Watson, J. M., Thorp, C. F., Tyrer, F., & McGrother, C. W. (2008). Body mass index in adults with intellectual disability: Distribution, associations and service implications--a population-based prevalence study. Journal of Intellectual Disability Research, 52(4), Carmeli, E., Orbach, I., Zinger-Vaknin, T., Morad, M., & Merrick, J. (2008). Physical training and well-being in older adults with mild intellectual disability: A residential care study. Journal of Applied Research in Intellectual Disabilities, 21(5), Clemes, S. A., & Biddle, S. J. (2013). The use of pedometers for monitoring physical activity in children and adolescents: Measurement considerations. Journal of Physical Activity & Health, 10(2), Frey, G. C., Stanish, H. I., & Temple, V. A. (2008). Physical activity of youth with intellectual disability: Review and research agenda. Adapted Physical Activity Quarterly, 25(2), Hansen, H.B., Børtnes, I., Hildebrand, M., Holme, I., Kolle, E. & Anderssen, S.A. (2014) Validity of the ActiGraph GT1M during walking and cycling. Journal of Sports Sciences,32(6):510-6S. Haskell, W. L., Lee, I., Pate, R. R., Powell, K. E., Blair, S. N., Franklin, B. A., & Bauman, A. (2007). Physical activity and public health: Updated recommendation for adults from the american college of sports medicine and the american heart association. Circulation, 116(9), Hilgenkamp, T., Van Wijck, R., & Evenhuis, H. (2012b). Measuring physical activity with pedometers in older adults with intellectual disability: Reactivity and number of days. Intellectual Developmental Disability, 50(4), Hilgenkamp, T., Reis, D., van Wijck, R., & Evenhuis, H. (2012a). Physical activity levels in older adults with intellectual disabilities are extremely low. Research in Developmental Disabilities: A Multidisciplinary Journal, 33(2), Hu, G., Tuomilehto, J., Borodulin, K., & Jousilahti, P. (2007). The joint associations of occupational, commuting, and leisure-time physical activity, and the framingham risk score on the 10-year risk of coronary heart disease. European Heart Journal JID , (4), Kemper, H. G. C., Ooijendijk, W. T. M., & Stiggelbout, M. (2000). Consensus over de Nederlandse norm voor gezond bewegen. Tijdschrift Sociale Gezondheidszorg, 75(180), 183. Lemmink, K. A. P. M. De Groninger Fitheidstest voor Ouderen. Ontwikkeling van een meetinstrument. 1996, Dissertation, University of Groningen, Netherlands. Ooijendijk, W. T. M., Hildebrandt, V. H., & Hopman- Rock, M. (2007). Trendrapport bewegen en gezondheid 2004/2005. (). Hoofddorp/Leiden: TNO. Pitetti, K. H., Beets, M. W., & Combs, C. (2009). Physical activity levels of children with intellectual disabilities during school. Medicine and Science in Sports and Exercise, 41(8), doi: /mss.0b013e31819d4438; / MSS.0b013e31819d4438 Tudor-Locke, C., Pangrazi, R. P., & Corbin, C. B. (2004). BMI-referenced standards for recommended pedometer-determined steps/day in children.. Prevention Medicine, 38(6), Vanhees, L, Lefevre, J, Philippaerts, R, Martens, M, Huygens, W, Troosters, T, and Beunen, G.(2005). How to assess physical activity? How to assess physical fitness? Journal of Cardiovasculair Prevention Rehabilitation 12: Waninge, A., van Wijck, R., Steenbergen, B. & van der Schans, C.P. (2011). Feasibility and reliability of a modified Berg Balance Scale in persons with severe intellectual and sensory disabilities. Journal of Intellectual Disability Research ;55(3): Waninge, A., van der Putten, A. A., Stewart, R. E., Steenbergen, B., van Wijck, R., & van der Schans, C. P. (2013). Heart rate and physical activity patterns in persons with profound intellectual and multiple disabilities. Journal of Strength and Conditioning Research, 27(11), NTZ
11 B. Brouns, R. Tapa, A. Waninge, L.H.V. van der Woude Samenvatting Achtergrond: Recent onderzoek toont aan dat volwassenen met een verstandelijke beperking in Nederland onvoldoende bewegen, echter wetenschappelijke kennis over de mate waarin Nederlandse kinderen met een verstandelijke beperking dagelijks bewegen ontbreekt nog. Er is momenteel geen toepasbare methode bekend om dagelijkse beweging van kinderen met een verstandelijke beperking te meten. Doel: Het doel van dit onderzoek is het bepalen van de toepasbaarheid van GT1M (Acti- Graph, VS), hierna de actigraaf, voor het meten van dagelijkse beweging van kinderen met een verstandelijke beperking. Methode: De verschillende methodes om de mate van dagelijkse beweging te meten bij kinderen met een verstandelijke beperking zijn met literatuuronderzoek in kaart gebracht. Vervolgens is van acht kinderen zonder motorische beperkingen (4 jongens, 4 meisjes, gemiddeld 6 jaar, min 3 jaar, max 11 jaar) van kinderdagcentra van Talant, gedurende zeven aaneengesloten dagen de hoeveelheid beweging gemeten met een actigraaf. Tijdens de metingen werden stappen geteld en werd de intensiteit van de beweging gemeten. De toepasbaarheid van de actigraaf is bepaald met 1) het aantal succesvolle meetdagen, gerelateerd aan het totaal aantal meetdagen; 2) het gebruiksgemak voor ouders en kinderen; en 3) overeenkomst van de meetbevindingen met het dagactiviteiten programma. Het gemiddelde aantal stappen en het gemiddelde aantal minuten matige intensieve activiteit per dag van de deelnemende kinderen worden met een gepaarde t-toets vergeleken met de normwaardes, Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (p-waarde < 0.05). Resultaten: De actigraaf werd in 95% van de meetdagen met succes gebruikt. Het gebruiksgemak gerapporteerd door ouders en begeleiders blijkt voldoende. Overeenkomst van de meetbevindingen met het dagactiviteiten programma is voldoende: pieken en dalen in de bewegingsactiviteit waren goed te verklaren met het ritme op de dagactiviteitengroep en het activiteitenpatroon in de thuissituatie wijkt af van het activiteitenpatroon in het KDC. Conclusie: Uit dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat de actigraaf goed toepasbaar is om dagelijkse beweging bij kinderen met een verstandelijke beperking te meten. Aanbevelingen: Op basis van de bevindingen van dit onderzoek is het aan te bevelen de toepasbaarheid van de actigraaf verder te onderzoeken bij een grotere groep kinderen met een verstandelijke beperking en met een grotere variatie wat betreft motorische mogelijkheden en mate van verstandelijke beperking. NTZ
Healthy Ageing onderzoek naar leefstijl van mensen met een verstandelijke beperking
Healthy Ageing onderzoek naar leefstijl van mensen met een verstandelijke beperking Doorwerking in de beroepspraktijk Drs. Hanneke Vochteloo, de Zijlen Dr. Aly Waninge Lectoraat Healthy Ageing, Allied
Nadere informatieOnderzoek naar leefstijl en gezondheid van mensen met een verstandelijke beperking
Onderzoek naar leefstijl en gezondheid van mensen met een verstandelijke beperking Dr. Aly Waninge Fysiotherapeut en lector Participatie en gezondheid van mensen met een verstandelijke (en visuele) beperking
Nadere informatieOnderzoeksrapportage ReSpAct CVA en Chronische Pijn. Femke Hoekstra, Trynke Hoekstra Onderzoeksgroep ReSpAct Groningen, augustus 2016
Onderzoeksrapportage ReSpAct CVA en Chronische Pijn Femke Hoekstra, Trynke Hoekstra Onderzoeksgroep ReSpAct Groningen, augustus 2016 Colofon Deze rapportage beschrijft de eerste resultaten van het wetenschappelijk
Nadere informatieOnderzoekers: diverse onderzoekers, in binnen- en buitenland onder leiding van Prof. Dr. C. Vlaskamp, Dr. A. van der Putten & Drs. P.
Alle projecten richten zich op personen met (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen en staan onder leiding van Prof. Dr. C. Vlaskamp en/of Dr. A. van der Putten. Lopende projecten 1.
Nadere informatieSignaleren en monitoren van somatische gezondheidsproblemen. Who cares?
EMBToday O2-06-2016 Signaleren en monitoren van somatische gezondheidsproblemen. Who cares? Dinette van Timmeren Lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing, Hanzehogeschool Groningen Focus
Nadere informatieDinette van Timmeren Lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing
De noodzaak van evidence based signaleren van somatische gezondheidsproblemen bij mensen met ZEVMB! Reden voor vervolgonderzoek. Dinette van Timmeren Lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing
Nadere informatieWorkshop Kwalitatief en Kwantitatief Onderzoek
Workshop Kwalitatief en Kwantitatief Onderzoek Wim Krijnen Lector Analyse Technieken voor Praktijk Onderzoek Lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing Hanze University of Applied Sciences
Nadere informatieNieuwsbrief gezonde leefstijl - 3 e kwartaal 2018
Nieuwsbrief gezonde leefstijl - 3 e kwartaal 2018 Overzicht nieuws Agenda Kennismaking met nieuwe onderzoekers Marjolijn Wagenaar en Inge Meinen Onderzoek Rianne Steenbergen Leefstijlaanpak binnen zorgorganisaties
Nadere informatieFit For the Future. Workshop Beweeggedrag meten bij kinderen met een fysieke beperking. Dr. H.J.G. van den Berg-Emons. K.M. Lankhorst PT. MSc.
Fit For the Future Workshop Beweeggedrag meten bij kinderen met een fysieke beperking Dr. H.J.G. van den Berg-Emons Erasmus MC Revalidatiegeneeskunde K.M. Lankhorst PT. MSc. HU Lectoraat Leefstijl & Gezondheid
Nadere informatieFysieke fitheid meten bij kinderen met een verstandelijke beperking. Marieke Wouters, Aleid Laan, Laurine Croonen NVFVG congres - april 2015
Fysieke fitheid meten bij kinderen met een verstandelijke beperking Marieke Wouters, Aleid Laan, Laurine Croonen NVFVG congres - april 2015 Workshop?! LITERATUUR PILOT CROSS SECTIONELE ONDERZOEK DATAVERZAMELING
Nadere informatieBIJDRAGE VAN LICHAMELIJKE OPVOEDING EN ACTIEF TRANSPORT AAN HET ENERGIEVERBRUIK VAN ADOLESCENTEN
BIJDRAGE VAN LICHAMELIJKE OPVOEDING EN ACTIEF TRANSPORT AAN HET ENERGIEVERBRUIK VAN ADOLESCENTEN Menno Slingerland Lectoraat fysieke activiteit en gezondheid Fontys Sporthogeschool 1 Percentage Normactief
Nadere informatieHoe ziek word je van zitten?
Hoe ziek word je van zitten? Evi van Ekris EMGO + Instituut afd. Sociale Geneeskunde VU Medisch Centrum Er is altijd wat te doen Naast het stimuleren van sporten is het belangrijk bewegen meer te integreren
Nadere informatieImplementatie Gezonde Leefstijl bij mensen met een verstandelijke beperking
Implementatie Gezonde Leefstijl bij mensen met een verstandelijke beperking Aly Waninge Fysiotherapeute Koninklijke Visio De Brink Lector Participatie en gezondheid van mensen met een visuele en verstandelijke
Nadere informatieParticipation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult
Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participatie in vrijetijdsactiviteiten van kinderen en adolescenten met een lichamelijke beperking
Nadere informatieEvaluatiestudie naar de Beweegprogramma s in Gezondheidscentrum. Gein, Determinanten van Beweeggedrag. Evaluation Study on Exercise Programs in
Evaluatiestudie naar de Beweegprogramma s in Gezondheidscentrum Gein, Determinanten van Beweeggedrag Evaluation Study on Exercise Programs in Healthcare Centre Gein, Determinants of Physical Activity Melie
Nadere informatieCasus mevrouw Driebergen. 52 jaar, status na icva mei 2014. Thuiswonend. Goede cognitie. Lopen: FAC 4. Couch potato: overdag veelal inactief
Fysieke activiteiten; nieuwe inzichten en innovaties in de revalidatie. nothing to declare 52 jaar, status na icva mei 2014 Thuiswonend Goede cognitie Lopen: FAC 4 Couch potato: overdag veelal inactief
Nadere informatieSamenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.
155 Sport- en spelactiviteiten bevorderen over het algemeen de gezondheid. Deze fysieke activiteiten kunnen echter ook leiden tot blessures. Het proefschrift beschrijft de ontwikkeling en evaluatie van
Nadere informatieCOACH methode EEN EVIDENCE BASED METHODE OM MENSEN MET BEWEGINGSARMOEDE TE STIMULEREN OM MEER TE BEWEGEN
COACH methode EEN EVIDENCE BASED METHODE OM MENSEN MET BEWEGINGSARMOEDE TE STIMULEREN OM MEER TE BEWEGEN - wetenschappelijke eindrapportage SAMENVATTING Dr. M.H.G. de Greef Interfacultair Centrum Bewegingswetenschappen,
Nadere informatieBewegingsarmoede bij ouderen: implementatie van beweegprogramma s
Paramedisch Onderzoek Centrum POC Bewegingsarmoede bij ouderen: implementatie van beweegprogramma s Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Fysiotherapie werkt Veelgehoorde redenen om niet te bewegen Ik heb teveel
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatie1 G>=>KE:G=L> Dutch summary
1 Dutch summary * - nederlandse samenvatting Alhoewel cerebrale parese (CP) wordt gezien als een non-progressieve aandoening treden er wel degelijk secundaire complicaties op zoals afname van beweeglijkheid,
Nadere informatieAanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015
Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015 Vergelijking met de Gezondheidsenquête Auteurs: Christianne Hupkens (CBS) Marieke Hiemstra (RIVM) Ellen de Hollander (RIVM) De Gezondheidsenquête
Nadere informatieBetreffende: Gezondheidseffecten van sport voor kinderen en jongeren met een chronische ziekte of aandoening.
Utrecht 3-10-2014, Betreffende: Gezondheidseffecten van sport voor kinderen en jongeren met een chronische ziekte of aandoening. Geachte professional, Middels deze brief vragen wij graag uw hulp bij het
Nadere informatieHet meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Onderste extrimiteiten
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Emory Functional Ambulation Profile (E-FAP) 22 juni 2011 Review: 1) Britta Klingen Tanja Schmitz Julia Wagner 2) Sandra Joeris Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene
Nadere informatieKlinimetrie Implementatie van een Klinimetrische-CoreSet binnen de werksetting
Klinimetrie Implementatie van een Klinimetrische-CoreSet binnen de werksetting Ruud Reijmers Fysiotherapeut Jeroen Bosch Ziekenhuis Disclosure belangen spreker (Potentiële) Belangenverstrengeling: Geen
Nadere informatieONDERZOEKSPROJECT. Fatima Zorg in beweging. Naam: Job Hummelink s1018865 Maartje Klein Falckenborg s1018074
ONDERZOEKSPROJECT Fatima Zorg in beweging Naam: Job Hummelink s1018865 Maartje Klein Falckenborg s1018074 Gonny Elferink s1021650 Publicatie: juni 2011 Opleiding: Christelijke Hogeschool Windesheim, SPH
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients
Nadere informatieHet meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Maastricht Social Participation Profile (MSPP) Augustus 2013 Review: G.M.J. Mars Eveline van Engelen Invoer : Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens Het meetinstrument
Nadere informatieOnderzoek Communicatie: Assessment en interventie van perceptieve en productieve functiestoornissen bij volwassenen met een verstandelijke beperking
Onderzoek Communicatie: Assessment en interventie van perceptieve en productieve functiestoornissen bij volwassenen met een verstandelijke beperking Prof. Dr. Ir. Ad Snik, Klinisch Fysicus en Audioloog,
Nadere informatie- 172 - Prevention of cognitive decline
Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing
Nadere informatieUitgebreide toelichting van het meetinstrument. Bruce Test. 1 Algemene gegevens
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Bruce Test 11-08-2011 Review: EJCM Swinkels-Meewisse Invoer: E v Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën
Nadere informatieGewoon waar het kan bijzonder waar nodig. Algemene informatie over de zorg- en dienstverlening van De Brink
Gewoon waar het kan bijzonder waar nodig Algemene informatie over de zorg- en dienstverlening van De Brink Meetinstrumenten fysieke fitheid en participatie bij mensen met (zeer) ernstige verstandelijke
Nadere informatieKlinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie
Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie Kinderen en jongvolwassenen met een fysieke beperking, zoals cerebrale parese (CP), ervaren vaak loopproblemen in het dagelijks leven. Veelgehoorde
Nadere informatieLECTORAAT ZORG & INNOVATIE IN PSYCHIATRIE. Risicofactoren, leefstijl en de mondzorg bij jong volwassenen na vroege psychose
LECTORAAT ZORG & INNOVATIE IN PSYCHIATRIE Risicofactoren, leefstijl en de mondzorg bij jong volwassenen na vroege psychose Symposium onderzoeksresultaten 2017 Sonja Kuipers, MSc MSW RN PhD-Student Zonder
Nadere informatieWat vinden ouders ervan?
Wat vinden ouders ervan? Een samenvatting van het onderzoek naar de ervaringen van ouders/wettelijk vertegenwoordigers met betrekking tot de geboden zorg bij Nieuw Woelwijck. Jorien Luijkx, MSc. Annet
Nadere informatieBewegen op het werk Is dat wel gezond? Pieter Coenen Afdeling sociale geneeskunde Amsterdam UMC, locatie VUmc
Bewegen op het werk Is dat wel gezond? Pieter Coenen Afdeling sociale geneeskunde Amsterdam UMC, locatie VUmc 1 Sociaaleconomische gezondheidsverschillen Mensen van lagere SES: Leven 7 jaar korter En 7
Nadere informatiesa m e n v A t t i n G
sa m e n v A t t i n G In dit proefschrift staat de samenwerking tussen ouders, revalidatieprofessionals en onderwijsprofessionals in de zorg voor kinderen met een cerebrale parese (CP) centraal. Het belang
Nadere informatieMeasuring physical fitness in persons with severe or profound intellectual and multiple disabilities Waninge, Aly
Measuring physical fitness in persons with severe or profound intellectual and multiple disabilities Waninge, Aly IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if
Nadere informatieSamenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010
Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever
Nadere informatieFysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50
De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and
Nadere informatieDe causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie
Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal
Nadere informatieUniversity of Groningen. Family matters Luijkx, Jorien
University of Groningen Family matters Luijkx, Jorien IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version
Nadere informatieThe Disability Assessment Structured Interview
RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN The Disability Assessment Structured Interview Its reliability and validity in work disability assessment Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Medische Wetenschappen
Nadere informatieAanpak fysieke onderbelasting
Aanpak fysieke onderbelasting Aanbevelingen voldoende bewegen tijdens het werk Dianne Commissaris Marjolein Douwes, Michiel de Looze, Elsbeth de Korte, Noortje Schoenmaker, Vincent Hildebrandt TNO Kwaliteit
Nadere informatieBereikbaarheid van bestemmingen en beweging bij Vlaamse oudere volwassenen
Bereikbaarheid van bestemmingen en beweging bij Vlaamse oudere volwassenen VEERLE VAN HOLLE UNIVERSITEIT GENT VAKGROEP BEWEGINGS- EN SPORTWETENSCHAPPEN Kennisdag Bloso KICS 1 april 2015 BEWEGEN EN GEZONDHEID
Nadere informatieSamenvatting in Nederlands
* Samenvatting in Nederlands Samenvatting in Nederlands Dit proefschrift is gebaseerd op gegevens verkregen uit het FuPro-CVA onderzoek (Functionele Prognose bij een cerebrovasculair accident (of beroerte)).
Nadere informatieSamenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie
Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder
Nadere informatieHoofdstuk één is een inleidend hoofdstuk waarin de context van het onderzoek en de onderzoeksvragen worden beschreven.
Samenvatting In dit proefschrift wordt onderzoek beschreven dat tot doel heeft om in beeld te brengen op welke manier de informele sociale netwerken van mensen met (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige
Nadere informatieWelkom bij de workshop Aan de slag met de beweegrichtlijnen? Robert Gelinck 13 mei 2019
Welkom bij de workshop Aan de slag met de beweegrichtlijnen? Robert Gelinck 13 mei 2019 Vraag minister aan Gezondheidsraad Update Nederlandse Norm Gezond Bewegen, Fitnorm en Combinorm vanuit gezondheidsperspectief.
Nadere informatieDe Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata
De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik makend van GPS- en Versnellingsmeterdata The relationship Between the Physical Environment and Physical Activity in Children
Nadere informatieSymposium kindgericht bewegingsonderwijs en jeugdsport
Symposium kindgericht bewegingsonderwijs en jeugdsport 18 november 2014 Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap Lector: Remo Mombarg Bewegingsonderwijs & jeugdsport Lector: Johan de Jong Healthy lifestyle,
Nadere informatieMensen met COPD in beweging
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Mensen met COPD in beweging, D.Baan & M. Heijmans, NIVEL, mei 2012) worden gebruikt. U vindt deze factsheet en andere
Nadere informatieGezondheidsraad (1999). Dagbesteding voor mensen met een ernstige meervoudige handicap. Den Haag: Gezondheidsraad.
DAGBESTEDING Dagbesteding voor personen met ernstige meervoudige beperkingen is steeds meer en beter uitgewerkt. Dit is een positieve evolutie, gezien het deelnemen aan activiteiten op meerdere manieren
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatiehoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING DUTCH SUMMARY
NEDERLANDSE SAMENVATTING DUTCH SUMMARY Introductie De ziekte van Parkinson werd als eerste beschreven door James Parkinson in 1817. Inmiddels is er veel onderzoek gedaan naar de ziekte van Parkinson, maar
Nadere informatieInleiding. Bespreking pagina 1
6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van
Nadere informatieEVB+ in beeld! Wat hebben mensen met een EVB+ nodig? Hoe kunnen we (toekomstige) professionals scholen? Hoe doen we inclusief onderzoek?
Wat hebben mensen met een EVB+ nodig? Kunnen we biofeedback gebruiken? Hoe kunnen we (toekomstige) professionals scholen? EVB+ in beeld! Wat is de invloed van spanning? Hoe doen we inclusief onderzoek?
Nadere informatieSport en Bewegingsstimulering voor Gezonde Ouderen
Sport en Bewegingsstimulering voor Gezonde Ouderen Johan de Jong Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap Instituut voor sportstudies Hanzehogeschool Groningen Onderwerpen - Achtergrond - Groepsinterventie
Nadere informatieResultaten vragenlijst onderzoek: Cholesterolverlagers, beweging en spierklachten
Resultaten vragenlijst onderzoek: Cholesterolverlagers, beweging en spierklachten -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nadere informatieBewegen als medicijn. Dr. Hans Hobbelen, Lector healthy Lifestyle, Ageing and Health Care
Bewegen als medicijn Dr. Hans Hobbelen, Lector healthy Lifestyle, Ageing and Health Care Every man desires to live long, but no man would be old. Jonathan Swift, Thoughts on Various Subjects 1711 Het
Nadere informatieBevordering van de Lichaamsbeweging Clinical Assessment Protocol (CAP) = 1
Bevordering van de Lichaamsbeweging Clinical Assessment Protocol (CAP) = 1 De informatie over deze CAP-code wordt opgesplitst in drie delen: (I) Betekenis: De betekenis van code 1 bij de Bevordering van
Nadere informatieK I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R
VOEDING, BEWEGING EN GEWICHT K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 6 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD
Nadere informatieBEWEGEN IN NEDERLAND
BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2012 Sinds 2000 meet de TNO-Monitor Bewegen en Gezondheid trends in het beweeggedrag van de Nederlandse bevolking om het beleid van de overheid te evalueren. In 2012 bewoog 70
Nadere informatieDifferences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children
1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-
Nadere informatieI.J.J.C.M. Naalden, MSc. J.J.C. de Wolf, MMT.
I.J.J.C.M. Naalden, MSc. J.J.C. de Wolf, MMT. Introductie SMC Rijnland Jeugdsport in Nederland Epidemiologie van sportblessures Ontstaan van blessures Trainingsprogramma: INT-training Rol van de trainer/coach
Nadere informatieSamenvatting. Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese. Een 3-jarige follow-up studie
* Samenvatting Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese Een 3-jarige follow-up studie Samenvatting Tijdens de periode van groei en ontwikkeling tussen kindertijd en volwassenheid
Nadere informatieBeweegprogramma GOUD Tips en tricks voor effectieve uitvoering
Beweegprogramma GOUD Tips en tricks voor effectieve uitvoering Diet Tielbeek Marieke van Schijndel-Speet Consortium Gezond OUDer met een verstandelijke beperking Deze workshop Doel onderzoek Ontwikkeling
Nadere informatieVRIJHEIDSBEPERKING: STATE OF THE ART
VRIJHEIDSBEPERKING: STATE OF THE ART Mr.dr. Brenda Frederiks (VUmc) Mr.dr. Vivianne Dorenberg (VUmc) Dr. Jolanda Habraken (Tilburg University/Tranzo) Drs. Baukje Schippers (VU) Dr. Clasien de Schipper
Nadere informatieVallen bij ouderen. Vragen Vallen over bij valproblematiek. Laat ze niet vallen! Dode a.g.v val
Dr. Lotte Enkelaar Bewegingswetenschapper, fysiotherapeut Laat ze niet vallen! On one s own feet Falls, risk factors and falls prevention in persons with mild to moderate intellectual disabilities Vragen
Nadere informatieKopie van het rapport opgesteld door TNO kwaliteit van leven,
Kopie van het rapport opgesteld door TNO kwaliteit van leven, Leiden, februari 2007 Lichamelijke belastingintensiteit van Lasersquash Inleiding Het is inmiddels algemeen geaccepteerd dat voldoende lichaamsbeweging
Nadere informatieResultaten onderzoek Nationale Diabetes Challenge 2017
Resultaten onderzoek Nationale Diabetes Challenge 2017 De Nationale Diabetes Challenge De Bas van de Goor Foundation organiseerde voor het derde jaar op rij de Nationale Diabetes Challenge (NDC). De NDC
Nadere informatieSekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar
Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6
Nadere informatieWorkshop sociale kwetsbaarheid van ouderen. Symposium Geriatrie - Gezond ouder worden of ouder gezond worden 17 november 2015 Drs.
Workshop sociale kwetsbaarheid van ouderen Symposium Geriatrie - Gezond ouder worden of ouder gezond worden 17 november 2015 Drs. Steven Bunt Even voorstellen Steven Bunt Bachelor Fysiotherapie, Hanzehogeschool
Nadere informatieUniversity of Groningen. On physical functioning after pediatric burns Disseldorp, Laurien Maria
University of Groningen On physical functioning after pediatric burns Disseldorp, Laurien Maria IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite
Nadere informatieUniversity of Groningen
University of Groningen De ontwikkeling van prikkelverwerking bij mensen met een Autisme Spectrum Stoornis en de invloed van hulp en begeleiding gedurende het leven. Fortuin, Marret; Landsman-Dijkstra,
Nadere informatiebut no statistically significant differences
but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt
Nadere informatieResultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997
6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van
Nadere informatieKennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?!
Kennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?! Integrale aanpak vroegsignalering alcoholgebruik bij ouderen in de eerstelijn Drs. Myrna Keurhorst Dr. Miranda Laurant Dr. Rob Bovens
Nadere informatieGezond ouder met een verstandelijke beperking: specialistische zorg voor hoog-risicogroepen
Gezond ouder met een verstandelijke beperking: specialistische zorg voor hoog-risicogroepen Prof Dr Heleen Evenhuis Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten Afd Huisartsgeneeskunde Erasmus MC Rotterdam
Nadere informatieResultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997
6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van
Nadere informatieNoordelijk Expertisecentrum Sport & Handicap UMCG. Concept startdocument
Noordelijk Expertisecentrum Sport & Handicap UMCG Concept startdocument Historie & Introductie Het UMCG heeft sinds jaar en dag met het Interfacultair Centrum voor Bewegingswetenschappen en de afdeling
Nadere informatieDe Gezonde Basisschool van de Toekomst
De Gezonde Basisschool van de Toekomst Nina Bartelink, PhD Candidate Patricia van Assema, Maria Jansen, Hans Savelberg, Stef Kremers Department of Health Promotion Maastricht University n.bartelink@maastrichtuniversity.nl
Nadere informatieDe Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen
De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider
Nadere informatieGezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014
Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie
Nadere informatiePROMOTIEONDERZOEK ARBEIDSPARTICIPATIE VAN JONGVOLWASSENEN MET LICHAMELIJKE BEPERKINGEN. Joan Verhoef
PROMOTIEONDERZOEK ARBEIDSPARTICIPATIE VAN JONGVOLWASSENEN MET LICHAMELIJKE BEPERKINGEN Joan Verhoef PROMOTIEONDERZOEK Eigen promotieonderzoek: Verbeteren arbeidsparticipatie van jongvolwassenen met lichamelijke
Nadere informatiefaculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB
Datum 22-06-2015 1 Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB Opzet en eerste resultaten Linda Visser Annette van der Putten Gertruud Schalen Bieuwe van der Meulen
Nadere informatieBewegingsarmoede bij ouderen: implementatie van beweegprogramma s. Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp
Bewegingsarmoede bij ouderen: implementatie van beweegprogramma s Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp DOEL Inzicht verschaffen aan fysiotherapeuten in factoren die een succesvolle implementatie van beweegprogramma
Nadere informatieHelpt het hulpmiddel?
Helpt het hulpmiddel? Het belang van meten Zuyd, Lectoraat Autonomie en Participatie Faculteit Gezondheidszorg Dr. Ruth Dalemans, Prof. Sandra Beurskens 08-10-13 Doelstellingen van deze presentatie Inzicht
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke
Nadere informatieGezonde leefstijl van mensen met een verstandelijke beperking: onderzoek en praktijk
Congres NVFVG 9 april 2015 Gezonde leefstijl van mensen met een verstandelijke beperking: onderzoek en praktijk Dr. Aly Waninge, Lector Hanzehogeschool Groningen Fysiotherapeut Koninklijke Visio 1 Inhoud
Nadere informatiebehandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.
Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan
Nadere informatieGezond zonder werk? oudere werklozen & healthy ageing;
Gezond zonder werk? oudere werklozen & healthy ageing; Een onderzoek naar veranderingen in de waarde van werk en de invloed daarvan op gezondheid en werkhervatting. http://www.youtube.com/watch?v=g1nhjnfl45u
Nadere informatievragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen
Samenvatting Samenvatting De toenemende vraag naar totale heuparthroplastieken (THA) en totale kniearthroplastieken (TKA) leidt tot groeiende wachtlijsten. Om dit probleem het hoofd te bieden hebben veel
Nadere informatie(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom
(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom Instituut: Sportrevalidatie Hilversum Verwijzer: Alle verwijzers Periode: 1-1-2016 t/m 31-12-2017 Fysiotherapeut: Alle fysiotherapeuten Inleiding Dit rapport
Nadere informatieOverige (Overig, ongespecificeerd)
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Voice Related Quality of Life Measure (V-RQOL) 21 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. v Nes, N. v Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. Van Engelen 1 Algemene
Nadere informatiePhysical activity in a multi-ethnic population: measurement and associations with cardiovascular health and contextual factors de Munter, J.S.L.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Physical activity in a multi-ethnic population: measurement and associations with cardiovascular health and contextual factors de Munter, J.S.L. Link to publication
Nadere informatieKnelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch
Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress
Nadere informatieCerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.
* Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale
Nadere informatie