4 Hydraulische sturing

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "4 Hydraulische sturing"

Transcriptie

1 4 Hydraulische sturing 4. Hydraulische vloeistof 4.. Waarom hydraulica i.p.v. pneumatica Het voordeel van pneumatica is dat men geen olie nodig heeft, en dat kan essentieel zijn omwille van de hygiëne. Het grote nadeel is wel dat lucht heel goed samendrukbaar is en dus niet geschikt voor het overbrengen van grote krachten. In het geval van grote krachten opteert men voor hydraulica omdat dit werkt met vloeistoffen die bijna niet samendrukbaar zijn. Hieronder een voorbeeld waar het verschil heel goed te zien is: Voorbeeld: Als we een afgesloten cilinder belasten met een kracht van 000N, dan hebben we een (over)druk nodig van 8 bar. Als we de kracht nu dubbel zo groot maken, dan moet de (over)druk ook dubbel zo groot worden. Bij lucht zal de cilinder bijna voor de helft inschuiven. Bij hydraulica zal de verschuiving niet vast te stellen zijn, dit zie je op onderstaande figuren. (de bovenste figuur is met lucht, de onderste met olie) Figuur 4- Kleine belasting 44

2 Figuur 4- Grote belasting 45

3 4.. Algemeen Olie is een zeer belangrijk onderdeel van een hydraulische sturing. Door de verplaatsing van olie van de ene cilinder naar de andere wordt de oplegger gestuurd. In de meeste toepassingen van hydraulische vloeistoffen wordt, net als in een hydraulische sturing, gewerkt met minerale olie. Het is enkel in uitzonderlijke toestanden, bv. bij brandgevaar, dat men ook werkt met moeilijker ontvlambare hydraulische vloeistoffen zoals waterachtige vloeistoffen met als hoofdbestanddeel water. Hydraulische vloeistoffen kunnen gebruikt worden voor verschillende toepassingen: Energietransport en -overdracht Smering Bescherming tegen corrosie Afvoer van warmte Afvoer van vuil (neerslag, slijtagedeeltjes,...) In de sturing heeft de olie de functie van energietransport en overdracht, en ook smering van de cilinders. 4.. Keuze van de hydraulische olie Bij het kiezen van een juiste olie houdt men rekening met verschillende zaken. In de eerste plaats is de viscositeit en de temperatuursafhankelijkheid daarvan belangrijk. Verder zijn er ook nog enkele andere maar niet onbelangrijke kenmerken waarmee men rekening houdt Viscositeit Viscositeit is eigenlijk gewoon de inwendige wrijving van de vloeistof. Aangezien we wel degelijk werken met een niet-ideaal fluïdum is er inderdaad inwendige wrijving. Want de definitie van een niet-ideaal fluïdum is juist dat er wrijving is tussen de verschillende vloeistofdeeltjes (cohesie) en ook tussen de vloeistofdeeltjes en de wand (adhesie). Bij een niet-ideaal fluïdum is er sprake van een laminaire stroming. Dat is een stroming waarbij het fluïdum (in dit geval de olie) eigenlijk in laagjes over elkaar glijdt, omdat de adhesiekracht groter is dan de cohesiekracht. Hierdoor zal de vloeistof niet overal in een bepaalde doorsnede dezelfde snelheid hebben waardoor de vloeistof dus eigenlijk als laagjes over elkaar schuift. 46

4 Dit verschijnsel is duidelijk op onderstaande snelheidsparaboloïde. Figuur 4- Snelheidsparaboloïde De inwendige wrijving verschilt nu van stof tot stof, men geeft dit weer onder de grootheid viscositeit. De viscositeit is duidelijk waarneembaar wanneer men vlakken beschouwt waartussen men een vloeistof bevindt. Het onderste vlak staat stil en het bovenste trekt men met een uitwendige kracht vooruit (zie onderstaande figuur). De kracht (F) die daarvoor nodig is hangt naast viscositeit ook af van enkele andere factoren: v F = η A F = de kracht in N d η = de dynamische viscositeit in Ns/m² v = de snelheid in m/s d = de spleetdikte in m A = de oppervlakte in m² Figuur 4-4 Viscositeitswaarneming 47

5 4... Bepaling van de viscositeit 4... Bepaling van de dynamische viscositeit via kogelproef. De proef bestaat erin dat men een kogel door een cilinder laat zakken waarin een bepaalde vloeistof aanwezig is. Deze cilinder moet groot genoeg zijn zodat de kogel zeker ver genoeg van de wand van de cilinder blijft. Anders zou het resultaat van deze proef niet correct zijn. Op de cilinder zijn maatstrepen aangebracht. Fwr Fs Fz Figuur 4-5 De kogelproef Er werken nu krachten op de kogel: - de zwaartekracht: F = m g = ρ V g z kogel - de opwaartse stuwkracht: F = ρ V g ( wet van Arhimedes) s vloeistof - de wrijvingskracht: = 6 π r η v F wr ( formule van Stokes: enkel bij bolvormige voorwerpen) Door de aardversnelling (g = 9.8 m/s²) zal de snelheid van de kogel toenemen naarmate de duur van de val. Volgens de formule van Stokes zal de wrijvingskracht ook toenemen naarmate de snelheid toeneemt. Doordat de zwaartekracht en de opwaartse stuwkracht 48

6 constant blijven zal er nu een moment komen dat de krachten elkaar compenseren, dit wil zeggen dat: F + F = F () wr s z De snelheid zal nu constant blijven. Die snelheid kan bepaald worden door de tijd te bepalen die de kogel nodig heeft om de afstand tussen de twee maatstrepen af te leggen. Als dit gedeeld wordt door de afstand tussen de twee maatstrepen, bekom je de snelheid. Uit formule () kunnen we nu een formule afleiden voor de viscositeit. F F wr z + F F ρ V k k s s = F F z z = 0 g ρ g V vl π d π d = Vbol ρ k g 6 6 g d ( ρ k ρ vl ) η = 8 v ρ = massadichtheid V k k = Volume d = diameter k kogel 6 π r η v = 0 ( m ) m g = aardversnelling = 9.8 s ρ = massadichtheid vl kogel ( m) Ns η = dynamische vis cositeit m m v = snelheid s π d ρ vl g 6 kg kogel m vloeistof kg m π d η v = 0 We onderscheiden twee soorten viscositeit, namelijk dynamische (η ) en kinematische viscositeit (ν ). Deze laatste is de weerstand tegen stroming onder werking van de zwaartekracht. Met de proef hierboven bekom je de dynamische viscositeit. Om de kinematische viscositeit te meten bestaat er een andere manier. 49

7 4... Bepalen van de kinematische viscositeit. Er bestaat ook een proef voor het bepalen van de kinematische viscositeit. Voorwaarden meting Bij deze metingen beschouwt men de stromingen stationair. Een stroming is stationair als het beeld van de stroomlijnen onveranderd blijft in de tijd. Stationair wil dus zeker niet zeggen dat er geen beweging aanwezig is, het betekent gewoon dat de stroming op een wel bepaalde plaats niet verandert in de tijd. Een stroming zal stationair zijn als: - de snelheid niet te groot is - er geen hindernissen, vernauwingen, aftakkingen en ombuigingen zijn die plotse snelheidswijzigingen veroorzaken. Als dit nu toch het geval is dan treden er gesloten stroomlijnen of wervelingen op: Bij grote snelheden Bij hindernissen, vernauwingen,.. Figuur 4-6 Turbulentie Bepalen kinematische viscositeit Tegenwoordig gebruikt men de moderne eenheden Poise (en Stokes), maar oudere viscositeitsaanduidingen komen nog veel voor. Het principe is bij alle metingen eigenlijk hetzelfde: men meet de tijd die nodig is om een bepaalde hoeveelheid vloeistof te laten stromen bij een bepaalde temperatuur. 50

8 Figuur 4-7 Meting van doorlooptijd Bij de moderne bepaling van de viscositeit maakt men gebruik van de viscositeitsmeter van Ubellohde (zie fig). Deze meter is voorzien van een capillaire buis, waarin de stroomsnelheid zo laag is, dat er geen turbulente stroming optreedt. De meting verloopt als volgt: Men hangt de viscositeitsmeter in een waterbad, waarvan de temperatuur nauwkeurig constant gehouden wordt. In buis wordt een voldoende hoeveelheid vloeistof gegoten, die in reservoir 5 stroomt. Als de vloeistof de temperatuur van het waterbad heeft aangenomen, sluit men buis af en zuigt men de vloeistof op in buis tot boven de merkstreep A van reservoir 4. Daarna sluit men ook buis af. Als buis geopend wordt, zal de vloeistof beneden het capillaire gedeelte in reservoir 5 terugstromen. Laat men dan de opening van buis weer vrij, zal de vloeistof van reservoir 4 via de capillaire buis naar reservoir 5 stromen (fig. d). Men meet nu de tijd, waarin het vloeistofniveau van merkstreep A naar merkstreep B daalt. Men kan nu de viscositeit berekenen door de uitstroomtijd (t) te vermenigvuldigen met de meterconstante (C). De verkregen viscositeit is de kinematische viscositeit (v), v= C*t Bij het uitstromen verandert het drukverschil over het capillair, omdat het niveau van de vloeistof daalt. Omdat echter de verhouding van de uitstroomtijden (van de te onderzoeken olie en de ijkolie) uitsluitend afhangt van de verhouding van de kinematische viscositeiten (van de te onderzoeken olie en de ijkolie), wordt de bepaling van de kinematische viscositeit hierdoor niet beïnvloed. Deze meting kan bij atmosferische druk worden uitgevoerd, omdat eventuele drukverschillen te gering zijn om enige invloed uit te oefenen op de viscositeit. 5

9 Voor het bepalen van de viscositeit bestaan verschillende viscositeitsmeters met bedere of smallere capillairen, voor het onderzoeken van dunnere of dikkere vloeistoffen Omzetten viscositeit Meestal wordt de viscositeit weergegeven in de kinematische viscositeit. Deze wordt gevonden door middel van de doorlooptijd, welke de meest gebruikte methode is voor het opmeten van de viscositeit. Als men de viscositeit meet met de kogelproef meet men de dynamische viscositeit, maar aangezien de viscositeit meestal weergegeven wordt met de kinematische viscositeit bestaat er een formule waarmee je de ene vorm kan omzetten naar de andere vorm. η ν = ρ η = dynamische Ns vis cositeit m m υ = kinematische vis cositeit s kg ρ = massadichtheid m Dit verband is correct want als men dit nu controleert met de eenheden klopt de formule: Ns m Ns m = m kg kg kg m s m = N s kg m = s m = kg s 4... Temperatuurafhankelijkheid van viscositeit Zeer belangrijk bij de viscositeit is de temperatuurafhankelijkheid ervan. Als de olie warmer wordt, wordt deze logischer wijs ook dunner. Ook zal als de temperatuur stijgt zal de massadichtheid (door uitzetting) dalen, bijgevolg zal dus de olie dunner zijn waardoor ook de viscositeit daalt. Dit zie je ook nog eens bewezen in de grafiek hieronder. 5

10 Figuur 4-8 Viscositeit in functie van temperatuur Een veel gebruikte hydraulische olie is de 4 cst bij 50 C. Dit wil zeggen dat deze olie een viscositeit heeft van 4x0-4 m²/s bij een temperatuur van 50 C. De hydraulische olie in onze installatie moet minimum een viscositeit hebben van,4 mm²/s bij een temperatuur van 40 C. Dit zal dus waarschijnlijk een cst/40 C zijn De viscositeitsindex Om nu een maat te kunnen plakken op de temperatuurafhankelijkheid van een hydraulische vloeistof heeft men de viscositeitsindex ingelast. De richtlijn bij deze index is dat deze groot is als de variatie van de viscositeit klein is bij temperatuursverandering. Dit wil dus zeggen dat hoe platter de grafiek hierboven is hoe groter de viscositeitsindex zal zijn. Deze moet zeker groter zijn dan 00 anders is de viscositeit van de olie te hoog bij het starten en te laag bij bedrijfstemperatuur om slijtage te voorkomen. De olie gebruikt in de hydraulische sturing heeft een viscositeitsindex van 5 wat zeer goed is Viscositeitsklassen Om verschillende oliën van verschillende leveranciers beter te kunnen vergelijken met elkaar heeft men viscositeitsklassen ingevoerd. Om deze klassen te bepalen heeft men 5

11 het totale gebied van lage en hoge viscositeiten gemeten bij 40 C ingedeeld in achttien klassen. De naamgeving van deze klassen werkt als volgt: ISO (dus op Eigenheden gebaseerd) VG (viscosity grade) 50 (vb van kinematische viscositeit gemeten van een olie bij 40 C). Als je dan kijkt in onderstaande tabel zie je dat onze olie die een gemiddelde kinematische viscositeit van.4 mm²/s heeft bij 40 C, een ISO VG is. Tabel 4- ISO VG Viscositeitsklassen De SAE-klassen Voor deze ISO-klassen gebruikte men bijna overal de SAE-klassen. Hier en daar kan je deze ook nu nog tegenkomen. De SAE-indeling voor transmissie-oliën bestaat uit twee klassen. De eerste klasse is de winterklasse waarbij men zich baseert op de dynamische viscositeit bij lage temperatuur. De klassen worden aangeduid door een getal, gevolgd door de letter "W", 70W, 75W, 80W, 85W. De tweede klasse is de zomerklasse en wordt gerangschikt volgens de kinematische viscositeit bij 00 C. De klassen worden uitgedrukt door de getallen 90, 40 en 50. Elke klasse stemt overeen met een interval waarbinnen de viscositeit moet liggen bij 00 C. Elke klasse of elk getal stemt overeen met een interval waarbinnen de kinematische viscositeit van de olie moet liggen bij 00 C. Hoe hoger het getal, hoe hoger de viscositeit. In de tabel hieronder kan je uitzoeken in welke klasse een bepaalde viscositeit bij een bepaalde temperatuur dan thuis hoort. Ook in de tabel hieronder kun je 54

12 dit opzoeken. En aangezien we weten dat we werken met een kinematische viscositeit van.4mm²/s bij 40 C en één van 4.9mm²/s bij 00 C bekomen we een SAE 5W. Figuur 4-9 SAE-klassen Tabel 4- SAE klasse MAXIMALE SAE DYNAMISCHE KLASSE VISCOSITEIT VERKOOPBAARHEID, MAXIMALE TEMPERATUUR KINEMATISCHE VISCOSITEIT BIJ 00oC oc MIN MAX Winter 0W W W W W W Zomer

13 4... Andere eigenschappen 4... Dichtheid De dichtheid van een stof is zijn massa m per eenheid van de inhoud of de verhouding tussen zijn massa m en het volume V. Deze dichtheid wordt meestal opgemeten bij 0 C en een druk van bar. De olie gebruikt in de sturing heeft een dichtheid van kg kg = dm m 4... Samendrukbaarheid Onder de samendrukbaarheid van een vloeistof verstaat men de vermindering van zijn volume bij drukstijging. Als men olie onder druk zet zal als logisch gevolg het volume verkleinen ten gevolge van de samendrukbaarheid. De ene vloeistof is beter samendrukbaar dan de andere. Maar aangezien de samendrukbaarheid bij vloeistoffen minimaal is (zie 4..) is deze factor enkel van groot belang bij grote volumes, bijvoorbeeld bij hydraulische persen. In ons systeem werkt men niet met echt grote volumes waardoor deze factor dus van minder belang is Volumeverandering bij temperatuursverandering Hiervan is de kubieke uitzettingscoëfficiënt de belangrijkste factor. Deze bedraagt voor olie tussen de 0, en 0,7.0 - %/ C, wat dus wil zeggen dat bij een temperatuurstijging van C het volume tot 0.070% stijgt. V = γ V0 γ = kubieke T V = volumeverschil ( m ) uitzettingscoëficient T = temperatuurverschil ( C) Voortplantingssnelheid De voortplantingssnelheid van drukgolven in de hydraulische vloeistof van een hydrauliek is een belangrijke grootheid. Ze beïnvloedt de schakeltijd, en dus ook de schakelvertraging, deze bedraagt in olie normaal ongeveer 400 m/s. Ze mag niet veel 56

14 trager zijn anders zou bijvoorbeeld in onze sturing de wielen toch nog wringen in de bochten omdat ze te laat insturen Stolpunt Het stolpunt van de olie is de laagste temperatuur waarbij een vloeistof nog vloeit onder de werking van de zwaartekracht en wordt ook wel eens het vloeipunt genoemd. Het stolpunt is wel niet het enige kenmerk van olie waarmee men de geschiktheid bij koude temperaturen bepaalt. Minerale olie kan bijvoorbeeld in een temperatuurgebied boven het stolpunt al korrelig worden. Daarom legt men de lat wat hoger en neemt men een olie met een stolpunt die zeker laag genoeg ligt, ongeveer 0 C lager dan de laagst voorkomende temperatuur. Voor machines die in de winter buiten draaien gebruikt men koubestendige olie met een stolpunt tussen de -40 C en de 50 C. En aangezien een vrachtwagen ook in de winter tijdens de vrieskou moet kunnen rijden is het stolpunt van de gebruikte olie ook laag, namelijk -48 C Ontvlambaarheid Vlampunt Het vlampunt is de laagste temperatuur waarbij een mengsel van oliedamp en lucht ontsteekt bij aanwezigheid van een vlam. Het is dus niet de temperatuur waarbij er zoveel dampen komen dat het oliedamp-luchtmengsel bij ontsteking ontvlamt. Bij normale hydraulische olie ligt het vlampunt ongeveer tussen 50 C en 00 C, onze olie bijvoorbeeld heeft een vlampunt van 84 C Brandpunt Het brandpunt is die temperatuur waarbij het olieoppervlak in de nabijheid van een vlam ontbrandt en vanzelf verder brandt. Deze temperatuur ligt in het algemeen ongeveer 40 C boven het vlampunt Zelfontbrandingstemperatuur Aangezien in hydraulische installaties de bedrijfstemperatuur normaal niet boven de 50 C komt bestaat er nauwelijks kans dat de olie ontbrandt. Bij reëel brandgevaar echter is het wel essentieel om moeilijk ontvlambare of onbrandbare vloeistoffen te gebruiken. Deze moeten dan natuurlijk wel even goede smerende eigenschappen en een overeenkomstige viscositeit met minerale olie hebben Chemisch neutraal 57

15 De olie komt in aanraking met allerlei materialen van de hydraulische installatie, o.a. ook met afdichtingen. Vandaar dat de olie zeker geen chemische reactie mag aangaan met eender welke stof, en deze stoffen ook niet mag beschadigen Soortelijke warmte De soortelijke warmte van olie is de hoeveelheid warmte die aan kg olie moet worden toegevoegd om deze K te verwarmen. De soortelijke warmte van de olie is afhankelijk van de temperatuur en de dichtheid van de olie. Om de hoeveelheid warmte die in een hydraulische installatie kan ontstaan, te kunnen verwerken, is een grote soortelijke warmte nodig. De hydraulische olie kan namelijk in sommige gebruikersgevallen in contact komen met onderdelen die hoge temperaturen hebben. De soortelijke warmte van een stof kan je meten met een caloriemeter. Dit is een goed geïsoleerde beker die een eerste oliesoort moet bevatten waarvan je de soortelijke warmte al kent. Deze moet je opwarmen tot een bepaalde temperatuur en daar moet dan de tweede oliesoort (met een bepaalde temperatuur) aan toegevoegd worden. Daarna meet je de eindtemperatuur. En via volgende vergelijking kan je dan c bepalen: Q Q c olie m c T + c Q Q m m c c op T T = Q + C T = Q af olie calmeter m c T + c = m T = massa = soortelijke c = soortelijke op af = massa = T T = T = soortelijke T T calmeter = warmtehoeveelheid calmeter = warmtehoeveelheid opgewarmde afgekoelde warmte warmte = m T warmte stof stof c ( kg) ( kg) afgekoelde T afgekoelde opgewarmde opgewarmde stof stof stof caloriemeter stof ( kj ) ( kj ) kj kg kj kg K K kj kg K ( K ) mett = oorspronkelijke temperatuur stof ( K ) mett = eindtemperatuur ( K ) ( K ) mett = oorspronkelijke temperatuur stof ( K ) 58

16 Voor olie bedraagt de soortelijke warmte ongeveer kj. kg K Schuimvorming - De oorzaken van schuimvorming bij olie zijn nog niet volledig duidelijk. Uit ervaring weet men dat volgende oorzaken een rol kunnen spelen: - De heterogeniteit of ongelijksoortigheid en de onderlinge ongelijke kwaliteit van de verschillende componenten in het oliemengsel. - De viscositeit van de olie. Olie met een lage viscositeit vertoont minder neiging tot schuimvorming. - De aanwezigheid van verontreiniging en water in de olie of een verkeerde menging van verschillende oliesoorten. - Een slechte werking van de hydraulische installatie. Bij goed geconstrueerde installaties die volledig in orde zijn kan zich nauwelijks schuim vormen. Wanneer er dus bij verse zuivere minerale olie wel schuimvorming optreedt ligt dit meestal aan de hydraulische installatie zelf. Volgende afwijkingen aan de installatie kunnen schuimvorming tot gevolg hebben: - Het oliereservoir is te klein of is onvoldoende gevuld waardoor er lucht wordt opgenomen met schuimvorming tot gevolg. - De pomp zuigt lucht aan door een lekke zuigleiding of zuigzijde van de pomp. - De retourleiding van de olie eindigt niet onder het olieniveau waardoor de teruggevoerde olie gewoon op het olieoppervlak plonst wat schuimvorming tot gevolg heeft. - Onvoldoende ontluchting van de installatie na olieverversing. Daardoor blijven er luchtbellen in de leidingen zitten die schuimvorming als gevolg hebben. Schuimvorming heeft volgende negatieve gevolgen: - Een ongunstige invloed op de veroudering van de olie, vroegtijdige oxidatie van de olie tengevolge van de menging met lucht. - Een grotere samendrukbaarheid van de olie door de aanwezigheid van niet. opgeloste lucht waardoor een onregelmatige werking kan optreden. - Onnauwkeurigheden bij de besturing. - Sterk geruis in de hydraulische installatie Emulgeerbaarheid 59

17 Als er water in het oliecircuit terecht komt door bijvoorbeeld condensatie of lekken in het koelsysteem mag dit in geen geval mengen met de olie. Hydraulische oliën zijn hiertegen in bepaalde mate bestand. Het toch aanwezige water kan afgevoerd worden in de filter of in het reservoir. Als er toch water zou vermengen met de olie, moet dit gemakkelijk kunnen bezinken Smerende eigenschappen De smerende eigenschappen worden in de praktijk ook wel eens aangeduid met begrippen zoals de sterkte van de oliefilm, weerstand tegen verbreking van de oliefilm, vettigheid en oilliness. Deze zijn afhankelijk van: - het hechtend vermogen van de olie aan een oppervlak (adhesie) - de cohesiekracht van de afzonderlijke moleculen onderling de viscositeit van de olie Naast krachtoverbrenging blijft een van de grote taken van olie ook het beperken van slijtage door het verminderen van de mechanische wrijving bij de bewegende delen. Het is ook belangrijk dat, als de temperatuur stijgt, de olie zijn smerende eigenschappen zo goed mogelijk behoudt. Dit heeft terug te maken met de temperatuursafhankelijkheid van de viscositeit van de olie die al besproken werd onder het hoofdstuk viscositeit Bescherming tegen corrosie en oxidatie Corrosie is een chemische en elektrochemische aantasting van metalen. Corrosievorming kan optreden door: - wrijvingsoxidatie: bijvoorbeeld passingsroest bij stalen onderdelen = roest dat ontstaat door microbewegingen van de as in de boring. Deze microbewegingen veroorzaken passingsroest. Kenmerkend voor passingsroest is dat de as en het gat bijna niet van elkaar te scheiden zijn. - vocht bijvoorbeeld water in olie of ook door eventuele condensatie wat dan met de olie vervoerd wordt naar plaatsen in de installatie die corrosiegevoelig zijn. Waterbevattende minerale olie veroorzaakt in het algemeen zelf corrosie. Ongelegeerde hydraulische olie daarentegen of goed geraffineerde zuivere minerale olie bieden een goede bescherming tegen corrosie, ze zijn met andere woorden corrosiewerend. Het is dan ook vanzelfsprekend dat er normaal geen toevoegingen nodig zijn om deze eigenschap te verbeteren, maar door dat men in moderne installaties tot

18 bedrijfsuren van de olie verwacht, voegt men toch soms oxidatie- en corrosie-inhibitoren toe Schadelijkheid voor de gezondheid Bij de montage of bediening van hydraulische installaties of bij het proefdraaien wordt meestal nat gewerkt, waardoor oliehanden en vette kleren niet te vermijden zijn. Het is dus zeer belangrijk dat het inademen van olielucht of aanraken van de olie de gezondheid niet mag belemmeren of schaden. Het is vooral belangrijk dat men bij minerale olie met addities en inhibitoren en bij gelegeerde hydraulische olie hiermee rekening houdt Kwaliteit van olie Om een goede hydraulische olie te bekomen, moeten er toevoegingen aanwezig zijn in de olie. Het CETOP (Europees comité voor oliehydraulische transmissies en pneumatica) deelt deze in 4 groepen op: - HH: ongedoopte minerale oliën - HL : minerale oliën met antiroest en antioxidatie additieven - HM : HL-oliën met antischuim en antislijtage additieven - HV : H M-oliën met viscositeitsindex verbeteraars Deze laatste soort wordt het meest van allemaal gebruikt Samengevat Met de volgende eigenschappen moet dus rekening moeten gehouden worden: Viscositeit en viscositeitsindex Dichtheid Samendrukbaarheid Volumeverandering bij temperatuursverandering Voortplantingssnelheid Stolpunt Ontvlambaarheid Chemische neutraliteit Soortelijke warmte Schuimvorming Emulgeerbaarheid Smerende eigenschappen 6

19 Bescherming tegen corrosie en oxidatie Eventuele schadelijkheid voor de gezondheid Kwaliteitsklasse 6

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald Hieronder wordt uitgelegd wat massadichtheid betekent. De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald volume. De massadichtheid is dus bijvoorbeeld

Nadere informatie

De olie uit opgave 1 komt terecht in een tank met een inhoud van 10 000 liter. Hoe lang duurt het voordat de tank volledig met olie is gevuld?

De olie uit opgave 1 komt terecht in een tank met een inhoud van 10 000 liter. Hoe lang duurt het voordat de tank volledig met olie is gevuld? 5. Stromingsleer De belangrijkste vergelijking in de stromingsleer is de continuïteitsvergelijking. Deze is de vertaling van de wet van behoud van massa: wat er aan massa een leiding instroomt moet er

Nadere informatie

VISCOSITEIT VAN VLOEISTOFFEN

VISCOSITEIT VAN VLOEISTOFFEN VISCOSITEIT VAN VLOEISTOFFEN 1) Inleiding Viscositeit is een eigenschap van vloeistoffen (en gassen) die belang heeft voor de stromingseigenschappen van de vloeistof. Dit speelt een rol in allerlei domeinen.

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

Olie verversen antwoorden

Olie verversen antwoorden Olie verversen antwoorden Doel Je kunt olie verversen. Oriëntatie Het is belangrijk dat er voldoende olie in bijvoorbeeld de motor of een tandwieloverbrenging zit. Dat heb je natuurlijk al vaak gehoord.

Nadere informatie

schematische doorsnede van de wand van een oven Filmlaagjes zijn dunne (laminaire) laagjes lucht voor, direct tegen de wand

schematische doorsnede van de wand van een oven Filmlaagjes zijn dunne (laminaire) laagjes lucht voor, direct tegen de wand schematische doorsnede van de wand van een oven Filmlaagjes zijn dunne (laminaire) laagjes lucht voor, direct tegen de wand schematische doorsnede van de wand van een oven Filmlaagjes zijn dunne (laminaire)

Nadere informatie

Thermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven

Thermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Thermodynamica Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Academiejaar 2009-2010 Inhoudsopgave Eerste hoofdwet - deel 1 3 Oefening 1.1......................................

Nadere informatie

Fysica. Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm.

Fysica. Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm. Vraag 1 Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm. Hulptekening: f f Het beeld van het voorwerp gevormd door

Nadere informatie

( ) -grafiek. blijkt dat de richtingscoëfficiënt: θ 1

( ) -grafiek. blijkt dat de richtingscoëfficiënt: θ 1 QUARK_4-Thema-07/8-warmte, warmtecapaciteit Blz. 2 THEMA 8: warmtecapaciteit 1 Warmtecapaciteit van een voorwerp Definitie van warmtecapaciteit De grootte van de temperatuursverandering θis recht evenredig

Nadere informatie

Viscositeit. par. 1 Inleiding

Viscositeit. par. 1 Inleiding Viscositeit par. 1 Inleiding Viscositeit is een eigenschap van vloeistoffen (en van gassen) die aangeeft hoe ondoordringbaar de vloeistof is voor een vast voorwerp. Anders gezegd met de grootheid viscositeit

Nadere informatie

Vallen Wat houdt je tegen?

Vallen Wat houdt je tegen? Wat houdt je tegen? Inleiding Stroming speelt een grote rol in vele processen. Of we het nu hebben over vliegtuigbouw, de stroming van bloed door onze aderen, formule 1 racing, het zwemmen van vissen of

Nadere informatie

Massa Volume en Dichtheid. Over Betuwe College 2011 Pagina 1

Massa Volume en Dichtheid. Over Betuwe College 2011 Pagina 1 Massa Volume en Dichtheid Over Betuwe College 2011 Pagina 1 Inhoudsopgave 1 Het volume... 3 1.1 Het volume berekenen.... 3 1.2 Volume 2... 5 1.3 Symbolen en omrekenen... 5 2 Massa... 6 3 Dichtheid... 7

Nadere informatie

Viscositeit. par. 1 Inleiding

Viscositeit. par. 1 Inleiding Viscositeit par. 1 Inleiding Viscositeit is een eigenschap van vloeistoffen (en van gassen) die aangeeft hoe ondoordringbaar de vloeistof is voor een vast voorwerp. Anders gezegd met de grootheid viscositeit

Nadere informatie

Exact periode 2.1. Q-test. Dichtheid vaste stoffen Dichtheid vloeistoffen; interpoleren

Exact periode 2.1. Q-test. Dichtheid vaste stoffen Dichtheid vloeistoffen; interpoleren Exact periode 2.1 Q-test Dichtheid vaste stoffen Dichtheid vloeistoffen; interpoleren 1 Q-test Eenzelfde bepaling is meerdere malen gedaan. Zit er een uitschieter (ook wel genoemd uitbijter) tussen de

Nadere informatie

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser Opgave 1 Afdaling Een skiër daalt een 1500 m lange helling af, het hoogteverschil is 300 m. De massa van de skiër, inclusief de uitrusting, is 86 kg. De wrijvingskracht met de sneeuw is gemiddeld 4,5%

Nadere informatie

koper hout water Als de bovenkant van het blokje hout zich net aan het wateroppervlak bevindt, is de massa van het blokje koper gelijk aan:

koper hout water Als de bovenkant van het blokje hout zich net aan het wateroppervlak bevindt, is de massa van het blokje koper gelijk aan: Fysica Vraag 1 Een blokje koper ligt bovenop een blokje hout (massa mhout = 0,60 kg ; dichtheid ρhout = 0,60 10³ kg.m -3 ). Het blokje hout drijft in water. koper hout water Als de bovenkant van het blokje

Nadere informatie

WERKING VAN KOELSYSTEMEN PON-CAT.COM/KENNISCENTRUM

WERKING VAN KOELSYSTEMEN PON-CAT.COM/KENNISCENTRUM WERKING VAN KOELSYSTEMEN Het belang van een goed werkend koelsysteem WAT DOET EEN KOELSYSTEEM? Het koelsysteem zorgt ervoor dat thermische energie uit de motor afgevoerd wordt waardoor de temperatuur in

Nadere informatie

I. Oefenvragen met het omrekenen van drukken. 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één decimaal).

I. Oefenvragen met het omrekenen van drukken. 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één decimaal). Oefenmateriaal I. Oefenvragen met het omrekenen van drukken 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één a) 101.000 Pa = kpa f) 8.999 Pa = kpa b) 103.500 Pa = kpa g) 5.750 Pa = kpa c) 99.850 Pa = kpa

Nadere informatie

OilSense On - site Olieanalyse

OilSense On - site Olieanalyse OilSense On - site Olieanalyse Afhankelijk van het labo en de gekozen analyseparameters betaalt u per oliestaal al gauw 50 voor een eenvoudige olieanalyse. Heeft u een uitgebreid machinepark en analyseert

Nadere informatie

Exact periode 2: Dichtheid

Exact periode 2: Dichtheid Exact periode 2: Dichtheid 1. Definitie Met dichtheid wordt bedoeld: de massa per volume-eenheid. Formule: m V : (spreek uit: ro) de dichtheid ( in kg.m -3 ) m: massa (in kg) V: volume (in m 3 ) Volume

Nadere informatie

Het verdient aanbeveling de concentratie FRIOGEL te controleren ter gelegenheid van onderhoudswerken (minstens elke 2 jaar).

Het verdient aanbeveling de concentratie FRIOGEL te controleren ter gelegenheid van onderhoudswerken (minstens elke 2 jaar). I DEFINITIE FRIOGEL is een antivries op basis van monopropyleen glycol en corrosie-inhibitoren, speciaal ontworpen voor centrale verwarmingscircuits met watercirculatie en voor klimatisatie. Na oplossing

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur

Nadere informatie

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Vraag 1 Een hoeveelheid ideaal gas is opgesloten in een vat van 1 liter bij 10 C en bij een druk van 3 bar. We vergroten het volume tot 10 liter bij 100 C. De einddruk van het gas is dan gelijk aan: a.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: HYDROSTATICA

Hoofdstuk 2: HYDROSTATICA ysica hoofdstuk : Hydrostatica e jaar e graad (uur) - 95 - Hoofdstuk : HYDROSTTIC. Inleiding: Bouw van een stof.. ggregatietoestanden De zuivere stoffen die we kennen kunnen in drie verschijningsvormen

Nadere informatie

Provinciaal Technisch Instituut EEKLO. Automatiseringstechnieken. Hydraulica toepassingen

Provinciaal Technisch Instituut EEKLO. Automatiseringstechnieken. Hydraulica toepassingen Provinciaal Technisch Instituut EEKLO Automatiseringstechnieken Hydraulica toepassingen Moerman P. 7S TSO CMP/Regeltechniek 2 1. Verband tussen debiet en druk. Aan de hand van de proefopstelling gaan we

Nadere informatie

Exact periode 2: Dichtheid

Exact periode 2: Dichtheid Exact periode 2: Dichtheid 1 Definitie Met dichtheid wordt bedoeld: de massa per volume-eenheid. Formule: m V : (spreek uit: ro) de dichtheid ( in kg.m -3 ) m: massa (in kg) V: volume (in m 3 ) Volume

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur 1 RONDDRAAIENDE MASSA 5pt Een massa zit aan een uiteinde van een touw. De massa ligt op een wrijvingloos oppervlak waar het

Nadere informatie

Het drie-reservoirs probleem

Het drie-reservoirs probleem Modelleren A WH01 Het drie-reservoirs probleem Michiel Schipperen (0751733) Stephan van den Berkmortel (077098) Begeleider: Arris Tijsseling juni 01 Inhoudsopgave 1 Samenvatting Inleiding.1 De probleemstelling.................................

Nadere informatie

Intermoleculaire krachten. Waterdruppels kleven aan de kraan of aan een bloemblad. Kwik vormt gemakkelijk grote druppels die niet aan het glas kleven.

Intermoleculaire krachten. Waterdruppels kleven aan de kraan of aan een bloemblad. Kwik vormt gemakkelijk grote druppels die niet aan het glas kleven. Thema 17 Cohesie en adhesie 1 Intermoleculaire krachten Waterdruppels kleven aan de kraan of aan een bloemblad. Kwik vormt gemakkelijk grote druppels die niet aan het glas kleven. waterdruppels kleven

Nadere informatie

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1 Eerste ronde - 3ste Vlaamse Fysica Olympiade 3ste Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde. De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen met vier mogelijke antwoorden. Er is telkens

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke

Nadere informatie

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt. Domein D: Warmteleer Subdomein: Gas en vloeistof 1 niet expliciet genoemd in eindtermen, moet er een groep vragen gemaakt worden waarin die algemene zaken zijn vervat? zie ook mededelingen voor eindexamendocenten.

Nadere informatie

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 28 juni 2011, u

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 28 juni 2011, u Dit tentamen bestaat uit twee delen: deel I bestaat uit 7 meerkeuzevragen en deel II bestaat uit twee open vragen. Deel I staat voor 40% van uw eindcijfer. Deel I invullen op het bijgeleverde formulier.

Nadere informatie

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009 MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU HEREXAMEN END MULO tevens e ZTTNG STAATSEXAMEN END MULO 2009 VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRJDAG 07 AUGUSTUS 2009 TJD : 7.30 9.30 UUR DEZE TAAK BESTAAT

Nadere informatie

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering.

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering. 1 Warmteleer. 1 De soortelijke warmte is de warmte die je moet toevoeren om 1 kg van een stof 1 0 C op te warmen. Deze warmte moet je ook weer afvoeren om 1 kg van die stof 1 0 C af te koelen. 2 Om 2 kg

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur kan worden

Nadere informatie

Fluïdummechanica. Dr ir Koenraad Thooft Algemene info. Oefeningenbundel

Fluïdummechanica. Dr ir Koenraad Thooft Algemene info. Oefeningenbundel Fluïdummechanica Dr ir Koenraad Thooft 2015-2016 1 Algemene info Koenraad.thooft@bwk.kuleuven.be Lokaal B009 Cursus: bij Acco Oefeningenbundel wordt via Toledo beschikbaar gesteld Slides (Toledo) 2 Fluïdummechanica

Nadere informatie

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 2017-2018

Nadere informatie

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg.

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg. ste ronde van de 9de Vlaamse Fysica Olympiade Formules ste onde Vlaamse Fysica Olympiade 7 9de Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen

Nadere informatie

In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm.

In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm. Fysica Vraag 1 In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 1 cm en h3 = 15 cm. De dichtheid ρ3 wordt gegeven door:

Nadere informatie

PETRONAS HYDRAULIC HV SERIE

PETRONAS HYDRAULIC HV SERIE PETRONAS Hydraulic HV Serie is een gamma van hydrauliekoliën met zeer hoge prestaties en bescherming tegen slijtage, die speciaal ontwikkeld zijn voor een breed scala aan moderne mobiele en industriële

Nadere informatie

Phydrostatisch = gh (6)

Phydrostatisch = gh (6) Proefopstellingen: Bernoulli-opstelling De Bernoulli-vergelijking (2) kan goed worden bestudeerd met een opstelling zoals in figuur 4. In de figuur staat de luchtdruk aangegeven met P0. Uiterst links staat

Nadere informatie

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 12 april 2011, u

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 12 april 2011, u Dit tentamen bestaat uit twee delen: deel I bestaat uit 7 meerkeuzevragen en deel II bestaat uit twee open vragen. Deel I staat voor 40% van uw eindcijfer. Deel I invullen op het bijgeleverde formulier.

Nadere informatie

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Materiaal Dichtheid g/cm 3 Soortelijke warmte J/g C Smelttemperatuur C Smeltwarmte J/g Kooktemperatuur C Lineaire uitzettingscoëfficiënt mm/m C alcohol 0,8 2,5 114 78 aluminium

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materi Samenvatting door een scholier 1210 woorden 6 april 2015 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 3: Materi Eigenschappen van moleculen: -Ze verschillen

Nadere informatie

Brandstof, Remvloeistof, Smeer- en Koelmiddelen (8)

Brandstof, Remvloeistof, Smeer- en Koelmiddelen (8) Brandstof, Remvloeistof, Smeer- en Koelmiddelen (8) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-07-9) 1 Remvloeistoffen 1.1 Inleiding, eisen remvloeistof Een remvloeistof is een hydraulische vloeistof welke de druk

Nadere informatie

Brandstof, Remvloeistof, Smeer- en Koelmiddelen (7)

Brandstof, Remvloeistof, Smeer- en Koelmiddelen (7) Brandstof, Remvloeistof, Smeer- en Koelmiddelen (7) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-07-9) 1 Vaste smeermiddelen 1.1 Werking Grafiet en molybdeen-disulfide (MoS 2 ) zijn de belangrijkste stoffen die worden

Nadere informatie

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen.

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen. Samenvatting door een scholier 873 woorden 2 maart 2016 7,6 37 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova Hoofdstuk 3 1. fasen en fase-overgangen Water komt voor als: - vaste stof (ijs) - vloeistof (vloeibaar

Nadere informatie

Gemaakt door: Gijs Willemsen Klas: 20M2A1A Vakdocent: Dhr. te Spenke Datum: 1 oktober 2008 Gijs Willemsen 1

Gemaakt door: Gijs Willemsen Klas: 20M2A1A Vakdocent: Dhr. te Spenke Datum: 1 oktober 2008 Gijs Willemsen 1 1 Gemaakt door: Klas: 20M2A1A Vakdocent: Dhr. te Spenke Datum: 1 oktober 2008 Inhoudsopgave. Pag. Nr. Voorpagina 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Innovatie in olie Single, - en multi-grade 4 Dopes 4 Low-saps

Nadere informatie

1 Hydraulische systemen 9 1.1 Hydraulische overbrengingen 10 1.2 Kracht, snelheid en vermogen 15 1.3 Afsluiting 18

1 Hydraulische systemen 9 1.1 Hydraulische overbrengingen 10 1.2 Kracht, snelheid en vermogen 15 1.3 Afsluiting 18 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Hydraulische systemen 9 1.1 Hydraulische overbrengingen 10 1.2 Kracht, snelheid en vermogen 15 1.3 Afsluiting 18 2 Hydraulische onderdelen 19 2.1 Oliereservoir 19 2.2 Pompen

Nadere informatie

Basics flowmetingen. De basis informatie over: Thermal Mass / Positive Displacement / Turbine / Verschildruk en VA Flowmeters

Basics flowmetingen. De basis informatie over: Thermal Mass / Positive Displacement / Turbine / Verschildruk en VA Flowmeters Basics flowmetingen De basis informatie over: Thermal Mass / Positive Displacement / Turbine / Verschildruk en VA Flowmeters Thermische Flowmeters (in-line & by-pass principe) Thermische massa flowmeter

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (3)

Klimaatbeheersing (3) Klimaatbeheersing (3) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Het airco-koelproces als kringloopproces 1.1 Het ph-diagram Het koelproces zoals in de auto-airco plaatsvindt maakt gebruik van de toestandsverandering

Nadere informatie

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Reader Periode 3 Leerjaar 3. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Reader Periode 3 Leerjaar 3. J. Kuiper. Transfer Database Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Reader Periode Leerjaar J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs

Nadere informatie

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F2/MNW2. Vrijdag 23 december 2005

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F2/MNW2. Vrijdag 23 december 2005 TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F/MNW Vrijdag 3 december 005 Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een GR. Mogelijk nodige constantes: Gasconstante R = 8.31447 Jmol 1 K 1 = 8.0574 10 L

Nadere informatie

Deel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a -

Deel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a - - a - Deel 1 : Mechanica Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoodstuk 3: Hoodstuk 4: Inleiding grootheden en eenheden Gebruik voorvoegsels... Wetenschappelijke notatie... Lengtematen, oppervlaktematen en inhoudsmaten...

Nadere informatie

Flowlabpracticum - Lynn Verkroost, Nick Van Bossche en Michiel Haegeman

Flowlabpracticum - Lynn Verkroost, Nick Van Bossche en Michiel Haegeman Vleugelprofiel Drukcoëfficiënt α=4 Voorbij het stuwpunt neemt de druk eerst af, om daarna weer toe te nemen. (Drukzijde: aan tip / zuigzijde: bovenoppervlak - waar er onderdruk is - ) α=12 Bij deze aanvalshoek

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 1 Beweging in beeld Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 1.4/1.5 Significantie en wiskundige vaardigheden Omrekenen van grootheden moet je kunnen. Onderstaande schema moet je

Nadere informatie

Als olie een lange tijd in de motor gebruikt wordt loopt de kwaliteit sterk achteruit. De staat van de motor, de bedrijfsomstandigheden en

Als olie een lange tijd in de motor gebruikt wordt loopt de kwaliteit sterk achteruit. De staat van de motor, de bedrijfsomstandigheden en Smeerolie Tijdens de, door de sectie Vlaardingen georganiseerde, praatavond is door Jaap de Visser een lezing gehouden over smeerolie. In het bijzonder smeerolie in relatie tot klassieke motoren. Voor

Nadere informatie

Wet van Bernoulli. 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen 2 Druk in stromende vloeistoffen en gassen 3 Wet van Bernoulli

Wet van Bernoulli. 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen 2 Druk in stromende vloeistoffen en gassen 3 Wet van Bernoulli Wet van Bernoulli 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen 2 Druk in stromende vloeistoffen en gassen 3 Wet van Bernoulli 1 Druk in stilstaande vloeistoffen en gassen Druk in een vloeistof In de figuur

Nadere informatie

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf.

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf. Toolbox: Brand en Explosie Het doel van een toolboxmeeting is om de aandacht en motivatie voor veiligheid en gezondheid binnen het bedrijf te verbeteren. Wat is brand? Brand is een chemische reactie van

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 13. 1 energie 19

Inhoud. 1 Inleiding 13. 1 energie 19 Inhoud 1 Inleiding 13 1 onderzoeken van de natuur 13 Natuurwetenschappen 13 Onderzoeken 13 Ontwerpen 15 2 grootheden en eenheden 15 SI-stelsel 15 Voorvoegsels 15 3 meten 16 Meetinstrumenten 16 Nauwkeurigheid

Nadere informatie

Opgave 2. Voor vloeibaar water bij 298.15K en 1 atm zijn de volgende gegevens beschikbaar:

Opgave 2. Voor vloeibaar water bij 298.15K en 1 atm zijn de volgende gegevens beschikbaar: Oefenopgaven Thermodynamica 2 (29-9-2010) Opgave 1. Een stuk ijs van -20 C en 1 atm wordt langzaam opgewarmd tot 110 C. De druk blijft hierbij constant. Schets hiervoor in een grafiek het verloop van de

Nadere informatie

jaar: 1989 nummer: 25

jaar: 1989 nummer: 25 jaar: 1989 nummer: 25 Op een hoogte h 1 = 3 m heeft een verticaal vallend voorwerp, met een massa m = 0,200 kg, een snelheid v = 12 m/s. Dit voorwerp botst op een horizontale vloer en bereikt daarna een

Nadere informatie

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn? Dichtheid Als je van een stalen tentharing en een aluminium tentharing wilt weten welke de grootte massa heeft heb je een balans nodig. Vaak kun je het antwoord ook te weten komen door te voelen welk voorwerp

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS 1 24 APRIL 2013 11:00 12:45 uur MECHANICA 1 Blok en veer. (5 punten) Een blok van 3,0 kg glijdt over een wrijvingsloos tafelblad met een snelheid van 8,0 m/s

Nadere informatie

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. LGEMEEN 1 De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. 5 Van een bi-metaal maakt men een thermometer door het aan de ene kant vast te klemmen en aan de

Nadere informatie

Bionica en Zwemmen. Weerstand in water. J.J. Videler Brakel 28 maart 2009

Bionica en Zwemmen. Weerstand in water. J.J. Videler Brakel 28 maart 2009 Bionica en Zwemmen Weerstand in water J.J. Videler Brakel 28 maart 2009 1 Krachtenspel op een zwemmer Onder water! Archimedes kracht Stuwkracht Opdrijfpunt Zwaartepunt Weerstand (Orde van grootte 100 N)

Nadere informatie

5 Bediening van een koppeling

5 Bediening van een koppeling 5. Mechanische bedieningssystemen 5 Bediening van een koppeling 5. Mechanische bedieningssystemen 5.. Werking In voertuigen met een voetbediende droge enkelvoudige platenkoppeling is een mechanisme noodzakelijk

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend. Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave SPECT-CT-scan B maximumscore 3 antwoord: 99 99 Mo Tc + 0 e + ( γ) of 99 99 Mo Tc + e + ( γ ) 4 43 het elektron

Nadere informatie

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden: Uitwerking examen Natuurkunde1 HAVO 00 (1 e tijdvak) Opgave 1 Itaipu 1. De verbruikte elektrische energie kan worden omgerekend in oules: 17 = 9,3 kwh( = 9,3 3, ) = 3,3 De centrale draait (met de gegevens)

Nadere informatie

Opgave 2 Het volume van een voorwerp geeft aan hoeveel ruimte dit voorwerp inneemt.

Opgave 2 Het volume van een voorwerp geeft aan hoeveel ruimte dit voorwerp inneemt. Uitwerkingen 1 Opgave 1 De massa van een voorwerp geeft aan hoe zwaar dit voorwerp is. Opgave 2 Het volume van een voorwerp geeft aan hoeveel ruimte dit voorwerp inneemt. Opgave De dichtheid van een stof

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting door L. 1264 woorden 2 juli 2014 3,9 15 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school. Om iets te verwarmen heb je

Nadere informatie

2.1. Enkelwerkend gereedschap Dubbelwerkend gereedschap Dubbelwerkend gereedschap

2.1. Enkelwerkend gereedschap Dubbelwerkend gereedschap Dubbelwerkend gereedschap Hoofdstuk 5 Hydraulisch reddingsgereedschap Cursus Korporaal reddingstechnieken 2. Soorten hydraulisch reddingsgereedschap Industrie vs brandweer Bij de brandweer: Hydraulische gereedschapsset, enkelwerkend

Nadere informatie

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),

Nadere informatie

www. Fysica 1997-1 Vraag 1 Een herdershond moet een kudde schapen, die over haar totale lengte steeds 50 meter lang blijft, naar een 800 meter verderop gelegen schuur brengen. Door steeds van de kop van

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Mulo III kandidaten maken item 1 t/m 30 Mulo IV kandidaten maken item 1 t/m 36 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Eventuele naam of uitleg

Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Eventuele naam of uitleg Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Formule Eventuele naam of uitleg m # = m%# Machten van eenheden: regel m # m ( = m #)( Machten van eenheden: regel 2 m # m ( =

Nadere informatie

Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO

Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO Bij deze toets hoort een blad met enige gegevens van stoffen. OPGAVE 1 Twee Maagdenburger halve bollen zijn tegen elkaar gezet en de lucht tussen de

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Kracht

Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting door een scholier 1634 woorden 16 oktober 2003 5,7 135 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Practicum 48 Kracht: Heeft een grootte en een richting.

Nadere informatie

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Naam: Klas: Practicum soortelijke warmte van water Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Doel van de proef Het bepalen van de soortelijke warmte van water

Nadere informatie

Wat gaan we doen? Koken van water: wat gebeurt er ( temperatuur, energie, druk) Leren opzoeken in stoomtabellen. Diagrammen van water en stoom

Wat gaan we doen? Koken van water: wat gebeurt er ( temperatuur, energie, druk) Leren opzoeken in stoomtabellen. Diagrammen van water en stoom Si klas 1 Pagina 1 Wat gaan we doen? dinsdag 30 januari 2018 12:43 Koken van water: wat gebeurt er ( temperatuur, energie, druk) Leren opzoeken in stoomtabellen Diagrammen van water en stoom Een stoominstallatie

Nadere informatie

WATERWERKBLAD. BEREKENINGSGRONDSLAGEN en tabellen voor het bepalen van drukverliezen in buizen

WATERWERKBLAD. BEREKENINGSGRONDSLAGEN en tabellen voor het bepalen van drukverliezen in buizen WATERWERKBLAD BEREKENINGSGRONDSLAGEN en tabellen voor het bepalen van drukverliezen in buizen WB 2.1 G DATUM: OKT 2011 Auteursrechten voorbehouden In dit werkblad wordt aangegeven op welke wijze drukverliezen

Nadere informatie

p V T Een ruimte van 24 ºC heeft een dauwpuntstemperatuur van 19 ºC. Bereken de absolute vochtigheid.

p V T Een ruimte van 24 ºC heeft een dauwpuntstemperatuur van 19 ºC. Bereken de absolute vochtigheid. 8. Luchtvochtigheid relatieve vochtigheid p e 100 % p absolute vochtigheid = dichtheid van waterdamp dauwpuntstemperatuur T d = de temperatuur waarbij de heersende waterdampdruk de maximale dampdruk is.

Nadere informatie

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas.

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas. Practicum water verwarmen Schenk koud leidingwater in een bekerglas (voor 70% vullen). Verhit het water met een teclubrander. Houd de temperatuur van het water in de gaten met een thermometer. Noteer alle

Nadere informatie

Si-1. Programma van dit semester. 1e deel stoomtabellen 2e stoomketels. Wat is koken? een verschijnsel

Si-1. Programma van dit semester. 1e deel stoomtabellen 2e stoomketels. Wat is koken? een verschijnsel pvb2si Pagina 1 Si1 dinsdag 31 januari 2017 8:46 Programma van dit semester. 1e deel stoomtabellen 2e stoomketels Wat is koken? een verschijnsel dan gaat de vloeistof veranderen in damp Voorstelling: moleculen

Nadere informatie

natuurkunde havo 2015-II

natuurkunde havo 2015-II natuurkunde havo 05-II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Vleugel maimumscore antwoord: vier knopen en drie buiken, afwisselend afstand KB = afstand BK B maimumscore,70

Nadere informatie

STAD-R. Inregelafsluiters DN met kleine Kv

STAD-R. Inregelafsluiters DN met kleine Kv STAD-R Inregelafsluiters DN 15-25 met kleine Kv IMI TA / Inregelafsluiters / STAD-R STAD-R STAD-R inregelafsluiters voor uw renovatie oplossing. Ideaal voor gebruik aan primaire en secundaire zijde van

Nadere informatie

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

THERMODYNAMICA 2 (WB1224) THERMODYNAMICA 2 (WB1224) dinsdag 21 januari 2003 14.00-17.00 u. AANWIJZINGEN Het tentamen bestaat uit twee open vragen en 15 meerkeuzevragen. Voor de beantwoording van de meerkeuzevragen is een formulier

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2000-II

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2000-II Eindexamen natuurkunde havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave Slijtage bovenleiding uitkomst: m =,87 0 6 kg Het afgesleten volume is: V = (98,8 78,7) 0-6 5200 0 3 2 = 2,090 0 2 m 3. Hieruit volgt dat m =

Nadere informatie

Meten is Weten. 1 Inhoud... 1

Meten is Weten. 1 Inhoud... 1 1 Inhoud 1 Inhoud... 1 2 Meten is weten... 2 2.1 Inleiding... 2 2.2 Debieten... 2 2.2.1 Elektromagnetische debietmeters... 4 2.2.2 Coriolis... 4 2.2.3 Vortex... 4 2.2.4 Ultrasoon... 4 2.2.5 Thermische

Nadere informatie

Een glas water uit de ijskast en met ijsklontjes wordt op tafel gezet. De buitenkant wordt nat. Waarom?

Een glas water uit de ijskast en met ijsklontjes wordt op tafel gezet. De buitenkant wordt nat. Waarom? Docentversie (24/05/2012) Natte Glazen Benodigdheden -glazen -ijsklontjes -koud water in kan of thermos of plastic flessen -maatbeker -weegschaal Een glas water uit de ijskast en met ijsklontjes wordt

Nadere informatie

Door een krachtafnemer aangedreven hydraulische systemen

Door een krachtafnemer aangedreven hydraulische systemen Algemene informatie Algemene informatie Dit document beschrijft aan welke vereisten moet worden voldaan tijdens de installatie van en andere werkzaamheden aan een hydraulisch systeem dat wordt aangedreven

Nadere informatie

3 niet expliciet genoemd in eindtermen Verklaar het verschijnsel diffusie met de moleculaire theorie.

3 niet expliciet genoemd in eindtermen Verklaar het verschijnsel diffusie met de moleculaire theorie. Domein D: Warmteleer Subdomein: Gas en vloeistof 1 niet expliciet genoemd in eindtermen, moet er een groep vragen gemaakt worden waarin die algemene zaken zijn vervat? zie ook mededelingen voor eindexamendocenten.

Nadere informatie

Woensdag 30 augustus, uur

Woensdag 30 augustus, uur EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1978 Woensdag 30 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

Tentamen x 3

Tentamen x 3 Tentamen 28.06.2011 Gebruik de meegeleverde vellen papier voor het schrijven van de oplossingen van de opgaven. Schrijf je naam, studentnummer en studierichting op de eerste pagina. Nummer alle volgende

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45 TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS 1 17 APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45 Enige constanten en dergelijke MECHANICA 1 Twee prisma`s. (4 punten) Twee gelijkvormige prisma s met een hoek α van 30 hebben

Nadere informatie

Exact periode Youdenplot Krachten Druk

Exact periode Youdenplot Krachten Druk Exact periode 10.2 Youdenplot Krachten Druk Youdenplot. De Youdenplot wordt uitgelegd aan de hand van een presentatie. Exact Periode 10.2 2 Krachten. Een kracht kan een voorwerp versnellen of vervormen.

Nadere informatie

Examen theorie Warmte- en Verbrandingstechniek

Examen theorie Warmte- en Verbrandingstechniek Examen theorie Warmte- en Verbrandingstechniek 3 juli 2015 Examen van 21 januari 2015 - voormiddag W6.2 7 punten) Schets de verschillende stromingsregimes bij filmcondensatie op een gekoeld verticaal oppervlak.

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.

Nadere informatie

Droogijs. IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be

Droogijs. IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be De 3D pen laat kinderen veilig 3D objecten tekenen Door middel van LED dioden aan het uiteinde van de pen zal de inkt direct stollen,

Nadere informatie