Klimaatbeheersing (2)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Klimaatbeheersing (2)"

Transcriptie

1 Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN ) 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur kan worden overgedragen. De hoeveelheid warmte wordt uitgedrukt in Joules (J). Warmte is een energievorm welke zich op verschillende manieren kan uiten. Het is belangrijk om warmte () en temperatuur (t) los van elkaar te zien. Wel zal in veel gevallen een relatie tussen deze twee grootheden bestaan. De variatie in temperatuur geeft aan de hoeveelheid warmte die is afgestaan (of opgenomen) terwijl zich in de stof geen toestandsverandering (verdampen of condenseren) heeft voorgedaan. We drukken de temperatuur uit in Kelvin (K), in graden Celsius ( o C) of in graden Fahrenheit ( o F). Dit laatste vindt voornamelijk in Engeland en Amerika plaats. Kelvin gaat uit van het absolute nulpunt. Dit ligt op -273 o C. De relatie tussen en (K)elvin en (C)elsius is dan: K = C De relatie tussen Celsius en Fahrenheid kan worden voorgesteld door de volgende formule: Voorbeeld 1 20 o C komt overeen met: Voorbeeld o F komt overeen met: C : F = 5y : (9y + 32) 20 = 5 y y = 20/5 = 4 F = 9 x = 68 o F 100 = 9 y + 32 y = 68/9 C= 5 x (68/9) = 37,7 o C (de lichaamstemperatuur) 1

2 1.2 Overdracht van warmte Warmte-overdracht (nodig om een ruimte te verwarmen of te koelen) vindt plaats in de vorm van een warmtestroom van warm naar koud en kan geschieden via: Geleiding of conductie Warmtetransport geschiedt door trillende moleculen in een kristalrooster. Voorbeelden: het warm worden van stalen pijpen, het motorblok etc. Straling of radiatie Stralingswarmte bevindt zich in het infrarode gebied. Straling heeft geen medium nodig. Alle voorwerpen boven het absolute nulpunt stralen warmte uit. Voorbeelden: de straling van de zon en de warmte van een straalkachel. Stroming of convectie Warmtetransport m.b.v. warme of koude lucht. Lucht die opwarmt wordt lichter en stijgt. Dit is een natuurlijke vorm van warmtetransport. Ventilatoren verplaatsen lucht op geforceerde wijze. Voorbeelden: de warme lucht van een haardroger en de warme of koele lucht van een luchtverwarmings- of ventilatiesysteem. 1.3 De soortelijke warmte (s.w.) Elke stof van gelijk gewicht zal een verschillende hoeveelheid warmte nodig hebben om 1 o C of 1 K in temperatuur omhoog te gaan. We spreken van soortelijke warmte. Officiëel: de soortelijke warmte is de hoeveelheid warmte die nodig is om een bepaalde stof met het standaard gewicht 1 K in temperatuur te doen stijgen. De s.w. wordt uitgedrukt in J/kg.K. We geven als voorbeeld de soortelijke warmte van enige stoffen. Opvallend is dat de s.w. van een stof in vloeistof- of in dampvorm verschillend is. water: 4200 J/kg.K; staal: 460 J/kg.K; alcohol: 2430 J/kg.K; koudemiddel R134a (vloeistof): 1431 J/kg.K; koudemiddel R134a (damp): 852 J/kg.K; CO 2 gas: 830 J/kg.K. Met de formule: = m. c. t kan de hoeveelheid warmte worden berekend die nodig om een voorwerp in temperatuur te doen stijgen. = warmte in Joules; m = massa in kg; c = s.w. in J/kg.K; t = temperatuurverschil in K. 2

3 Materialen kunnen dezelfde temperatuur bezitten maar bij aanraking kouder of warmer aanvoelen. Dit wordt veroorzaakt door de hoeveelheid warmte die aan het voorwerp wordt onttrokken. Materialen die warmte gemakkelijk transporteren zullen kouder aanvoelen. 1.4 De aggregatietoestanden Water Stoffen kennen een vaste, vloeibare en gasvormige toestand. Deze verschillende toestanden noemen we de aggregatietoestanden of fasen van een stof. Om van de ene toestand naar de andere te gaan moet warmte worden toegevoerd of worden onttrokken. De temperatuur verandert daarbij niet. Als voorbeeld nemen we water. Water is de meest bekende stof en we zijn vertrouwd met de eigenschappen. Water in vloeibare toestand kan bevriezen (overgaan in een vaste stof) of koken (overgaan in een gasvormige toestand). De temperaturen waarbij dat gebeurt zijn 0 resp. 100 o C bij een op zeeniveau (gesteld op 1 bar, 1000 mb of 100 kpa). Fig. 1 laat de omzetting naar de verschillende aggregatietoestanden van water grafisch zien. In de beginsituatie bedraagt de temperatuur van het ijs -10 o C. Door het toevoeren van warmte stijgt de temperatuur van het ijs naar 0 o C. Het begint te smelten. Wanneer we warmte blijven toevoeren dan smelt het ijs, maar de temperatuur blijft 0 o C tot het ijs volledig in water is overgegaan. Verdere toevoer van warmte doet het water in temperatuur stijgen. Bij 100 o C begint het te koken. Door het blijven toevoeren van warmte gaat het water volledig over in damp. De temperatuur blijft 100 o C. Vervolgens ontstaat oververhitting omdat de temperatuur verder omhoog gaat. We spreken van verdampen wanneer we overgaan van vloeistof naar gas en van condenseren wanneer we overgaan van gas naar vloeistof Het koudemiddel R134a Voor het koudemiddel R134a kennen we ook in een vaste, vloeibare en gasvormige toestand. De temperaturen liggen echter wel wat anders: het bevriest bij -101 o C; het gaat in damp over bij -26,1 o C (); het is vloeistof tussen de -101 en -26 o C. Fig. 2 geeft dit grafisch weer. 1.5 Verdamping van water bij In de situatie van van fig. 3a is de watertemperatuur gelijk aan de omgevingstemperatuur en bedraagt 20 o C. De zuiger boven in de cilinder is gewichtloos en vrij beweegbaar en geeft alleen aan dat we met een afgesloten ruimte te maken hebben. In fig. 3b wordt het water verwarmd tot 100 o C. Door het toevoegen 3

4 oververhitting 100 ijs smelten water verdampen temperatuur in graden C tijd waarin warmte wordt toegevoerd Figuur 1: Grafische weergave van het overgaan naar de verschillende aggregatie-toestanden van water bij gelijkblijvende atmosferische druk. temperatuur in graden C ijs smelten vloeistof verdampen oververhitting 100 tijd waarin warmte wordt toegevoerd Figuur 2: De vaste, vloeistof- en gasfase van R134a grafisch voorgesteld bij gelijkblijvende atmosferische druk. 4

5 van warmte () stijgt de temperatuur. Er gebeurt verder niets. Door warmte te blijven toevoeren stijgt de temperatuur naar 100 o en wordt de kooktemperatuur bereikt. In dit traject van 20 tot 100 o C zouden we de vloeistof onderkoeld kunnen noemen. Wanneer we doorgaan met het toevoeren van warmte bij 100 o C dan wordt de warmte gebruikt om het water (de vloeistof) om te zetten in (gas). De temperatuur blijft constant, het water wordt minder en de damp meer (fig. 3c en d). De temperatuur, zowel van de vloeistof als de damp, blijft 100 o C. Ook de (damp)druk blijft 1 bar omdat de zuiger vrij verplaatsbaar is. Dus wel warmte toevoeren maar geen temperatuurverhoging! Voor het verdampen van 1 kg water bij 100 o C is 2260 kj warmte nodig. De verdampingswarmte. In fig. 3e is het water geheel omgezet in damp. Wanneer we door blijven gaan met het toevoeren van warmte dan zal de damptemperatuur stijgen. Wanneer de damptemperatuur boven de 100 o C komt (bij een druk van 1 bar) dan spreekt men van oververhitting. water 20 graden water 100 graden damp 100 o o water graden water 100 o 120 graden a b c d e Figuur 3: Fig. a en b: Tot 100 o C is het water onderkoeld. Fig. c en d: Ondanks de warmtetoevoer tijdens het koken blijft de temperatuur gelijk. Fig. e: Waterdamp (gas) met een hogere temperatuur dan de kooktemperatuur noemt men oververhit. 1.6 Verdamping van water bij een vaste hogere druk Wanneer we de druk op de zuiger groter gaan maken dan de dan zal de zuiger minder gemakkelijk omhoog komen en zal de dampdruk toenemen als we warmte blijven toevoeren. In fig. 4a zien we dat op de zuiger een gewicht is geplaatst. Het gewicht zorgt er nu (als voorbeeld) voor dat het water bij 120 o C gaat koken en dat de dampdruk kan opgelopen tot 2 bar. Zouden we warmte blijven toevoeren dan gaat de zuiger met gewicht omhoog omdat er meer water verdampt. De druk blijft gelijk omdat er steeds sprake is van een verzadigde damp. Fig. 4b. Op een gegeven moment is al het water in dampvorm overgegaan en ontstaat er weer oververhitting. De druk blijft 2 bar terwijl de -temperatuur bijv. 130 o C wordt. De damp is nu niet meer verzadigd. Dit is te zien fig 4c. 1.7 Verdamping van water in een gesloten vat Wanneer we de zuiger zouden vastzetten bij het bereiken van de kooktemperatuur bij dan zal bij het blijven toevoeren van warmte de druk 5

6 gewicht gewicht gewicht a 120 graden C 120 graden C 2 bar 2 bar water 120 water 120 b c 130 graden C 2 bar Figuur 4: Wanneer we de (kunstmatig) verhogen zal ook de kooktemperatuur veranderen. en de temperatuur blijven oplopen. Zolang er water aanwezig is zal de kooktemperatuur van het water oplopen met de druk. Er is steeds sprake van een verzadigde dampspanning. In fig. 5 is dat voor 2 nieuwe situaties getekend. We zien dat bij 2 bar de kooktemperatuur 120 o C bedraagt en bij 4,7 bar 150 o C. In 100 graden C 1 bar water graden C 2 bar water graden C 4,7 bar water 150 a b c Figuur 5: De kooktemperatuur van water in relatie tot de dampdruk fig. 6 is de relatie tussen de kooktemperatuur van water en druk in een grafiek weergegeven. We zien dat tussen deze twee grootheden geen lineair verband bestaat. We hebben een onevenredig grotere druk nodig om de kooktemperatuur omhoog te brengen. Om bijv. van 150 o C naar 180 o C te gaan moet de druk worden verdubbeld. 1.8 Verdamping van het koudemiddel R134a in een gesloten vat Stel nu hetzelfde voor met het koudemiddel R134a. Het koudemiddel is vloeibaar bij -26 o C (fig. 7a). Stel: bij deze temperatuur gieten we het koudemiddel in een vat en sluiten het vat af. Het oplopen van de buitentemperatuur doet warmte toevoeren en de druk boven het koudemiddel loopt op afhankelijk van de temperatuur. Zolang er koudemiddel als vloeistof aanwezig blijft het koudemiddel zijn kookpunt behouden. Bij 0 o C is de druk opgelopen tot ongeveer 3 bar en bij 20 o C is de druk ongeveer 5,5 bar (fig. 7b en c). We spreken ook hier 6

7 Figuur 6: Tussen de kooktemperatuur van water en de dampdruk bestaat geen lineaire relatie. over de verzadigde dampspanning. De genoemde temperaturen zijn de kooktemperaturen bij de genoemde druk. Dit is de situatie bij een niet werkende voldoende gevulde aircoinstallatie. Zou echter bij verder oplopen van de temperatuur al het vloeibare koudemiddel overgegaan zijn in damp dan neemt de temperatuur van het gas wel toe maar de druk niet meer. De damp is dan niet meer verzadigd. Dit is de voorbeeldsituatie getekend in fig. 7d. Bij 40 o C zouden we een druk verwachten van ongeveer 10 bar. Omdat al het koudemiddel verdampt is komen we niet verder dan 6 bar. Deze situatie kan zich voordoen wanneer de airco niet draait en er onvoldoende koudemiddel aanwezig is. Er is dan geen vaste relatie meer tussen de druk en de buitentemperatuur. 26 graden 0 graden 20 graden 40 graden a 1 bar damp R134a b 3 bar damp R134a c 5,5 bar damp R134a d 6 bar damp R134a Figuur 7: De kooktemperatuur van het koudemiddel R134a in relatie tot de dampdruk. Voor een overzicht kunnen we in een grafiek de druk t.o.v. kooktemperatuur voor het koudemiddel R134a uitzetten. Zie fig. 8. Denk erom dat het de absolute druk betreft. We onthouden: wanneer er sprake is van vloeistof en damp dan is deze damp verzadigd; wanneer er geen vloeistof meer aanwezig is dan kan de damp oververhit 7

8 Figuur 8: Grafiek van de kooktemperatuur van het koudemiddel R134a in relatie tot de dampdruk (tek. Diavia). zijn; oververhit wil zeggen dat de damp een hogere temperatuur heeft dan de kooktemperatuur van de stof bij de gegeven druk; kooktemperatuur is gelijk aan de condensatie-temperatuur en hangt af van de druk; vloeistof kouder dan de kook- (condensatie-) temperatuur is onderkoeld. Ook hier: Tijdens het condenseren zal de damp overgaan in vloeistof. Hierbij moet warmte aan de damp worden onttrokken. Tijdens dit proces zal de damptemperatuur en de vloeistoftemperatuur gelijk zijn. Wanneer de vloeistoftemperatuur lager wordt dan de condensatie-temperatuur noemt men de vloeistof onderkoeld. 2 Druk (p) In de warmte- en koudetechniek hebben we te maken met gas- en vloeistofdrukken. Officiëel wordt de eenheid van druk uitgedrukt in N/m 2 of Pascal. De bedraagt dan (ongeveer) N/m 2 of Pa, meestal weergegeven door 100 kpa. Ook gebruikelijk is om de druk te benoemen in bar. De wordt dan gesteld op 1 bar of 1000 mb. Dit betreft de absolute druk. Men gaat bij de absolute druk uit van de laagst mogelijke druk nl. 0 bar of 0 N/m 2. De laagst mogelijk druk wordt ook wel het absolute vacuum genoemd. In de techniek wil men nog wel eens van overdruk spreken. 8

9 Men stelt dan de op 0 bar. De relatie tussen de absolute druk en overdruk is dan: overdruk = absolute druk - 1 Vanuit het verleden werd ook gewerkt met kwikdruk. De buitenlucht is namelijk in staat op 760 mm kwik omhoog te houden. In de aircotechniek wordt deze eenheid indirect nog wel gebruikt micron is gelijk aan 760 mm kwik. Verder kennen we ook nog het begrip vacuum. Het hoogst mogelijke vacuum wordt gesteld op 1000 mbar. De zal in dat geval 0 mbar zijn. Uiteraard kunnen we voor het weergeven van vacuum ook de andere genoemde eenheden gebruiken. Fig. 9 geeft de relatie tussen de verschillende drukeenheden weer. absolute druk overdruk 1 bar 1 bar 1000 bar vacuum 0 mbar 0 bar Pa 760 mm kwik micron absoluut vacuum 0 bar 1 bar 0 mbar 1000 mbar Pa 270 Pa 2000 micron Figuur 9: De relatie tussen de verschillende drukeenheden. Een druk van 270 Pa of 2000 micron, is de druk die tijdens het vacumeren van een airco-installatie moet worden verkregen. 3 Wet van Boyle Guy-Lussac De wet van Boyle Guy-Lussac geeft de samenhang weer tussen temperatuur, druk en volume van ideale gassen. Een ideaal gas is een gas dat oneindig ver van zijn verzadigingspunt is verwijderd. In formule: p x V = C x T waarin p de druk is in Pascal, V het volume is in m 3, T de temperatuur in K en C de gasconstante is. Bekijken we deze formule voor 1 kg gas dan wordt de C de specifieke gasconstante R. De formule gaat dan over in: p x V = m x R x T waarin m de massa van het gas voorstelt in kg. In het koelproces moeten deze formules met de nodige voorzichtigheid worden gebruikt omdat de gassen dicht bij het verzadigingspunt zitten. 9

10 4 Vragen en opgaven 1. Met welke letter wordt warmte weergegeven en welke eenheid wordt gebruikt? 2. Bereken de temperatuur in graden Fahrenheid wanneer de temperatuur 25 o C bedraagt. 3. Bereken de temperatuur in graden Celsius wanneer de temperatuur 100 o F bedraagt. 4. Met hoeveel graden Celsius komt 273 Kelvin overeen? 5. Op welke 3 manieren kan warmteoverdracht plaatsvinden? 6. Op welke manier(en) gebeurt de warmteoverdracht in een auto bij verwarmen of koelen? 7. Welke van de genoemde stoffen kan de meeste warmte transporteren? 8. We willen 2 kg koudemiddel in dampvorm afkoelen van 90 o C naar 70 o C. De s.w. van het koudemiddel is 850 J/kg.K. Bereken hoeveel Joule aan warmte vrijkomt. 9. Wat zijn de 3 genoemde aggregatietoestanden? 10. Onder welke omstandigheden wordt wel warmte toegevoerd maar verandert de temperatuur niet? 11. Onder welke omstandigheden wordt wel warmte afgevoerd maar verandert de temperatuur niet? 12. Op grond van welk natuurkundig verschijnsel zoeken mensen op een warme dag verkoeling bij een fontein? 13. Wat verstaat men we onder een oververhitte damp? 14. Kan het koudemiddel R134a ook bevriezen? 15. Wat verstaat men onder een onderkoelde vloeistof? 16. Wat is het verschil tussen de kooktemperatuur en de condensatietemperatuur? 17. Wat verstaat men onder een verzadigde damp? 18. Wat verstaat men onder het kookpunt van een stof? 19. Van welke twee factoren hangt het kookpunt af? 20. Hoeveel druk wordt in het koelsysteem van de motor opgebouwd wanneer we het kookpunt van water tot 120 o C willen verhogen? 21. Hoeveel bar absolute druk zal de druk in een goed gevulde (niet werkende) airco worden wanneer de buitentemperatuur resp. 0, 10, 20 en 30 o C zal bedragen? Maak gebruik van de grafiek van fig Bestudeer de drukgrafiek van fig. 9 en vul in: 3 bar absoluut is gelijk aan...bar overdruk de is gelijk aan...bar overdruk 2 bar overdruk is gelijk aan...bar absolute druk een onderdruk (vacuum) van 300 mbar is gelijk aan...mbar absoluut 10

11 23. Wanneer de airco-installatie niet geactiveerd is dan wijst de gemonteerde drukmeter 4,5 bar aan. De meter geeft overdruk weer. Het betreft een correct gevuld systeem. Gevraagd wordt: Meten we hier een vloeistofdruk of dampdruk? Hoe noemen we de gemeten dampdruk? Verzadigd of niet verzadigd? Kunnen we met behulp van deze druk ook de omgevingstemperatuur bepalen? Wat zal de meter aanwijzen (airco draait niet) wanneer de buitenluchttemperatuur 25 o C bedraagt? 24. Bij het vacumeren van een airco-installatie wordt wel over diep vacuum gesproken. Kunt u deze term verklaren wanneer u de tabel van fig. 9 bestudeerd? 25. De formule p x V = C x T mag eigenlijk niet in de koudetechniek worden gebruikt. Waarom niet? 11

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (3)

Klimaatbeheersing (3) Klimaatbeheersing (3) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Het airco-koelproces als kringloopproces 1.1 Het ph-diagram Het koelproces zoals in de auto-airco plaatsvindt maakt gebruik van de toestandsverandering

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT. Figuur 4.1: Smelten zuivere stof

Hoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT. Figuur 4.1: Smelten zuivere stof Hoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN 4.1.1 SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT Wanneer we een zuivere vaste stof (figuur 4.1) verwarmen zal de temperatuur ervan stijgen. Na enige tijd wordt de vaste stof

Nadere informatie

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden.

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Uitwerkingen Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Opmerking: in een ideaal gas hebben de moleculen wel een massa. Alleen

Nadere informatie

Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO

Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO Bij deze toets hoort een blad met enige gegevens van stoffen. OPGAVE 1 Twee Maagdenburger halve bollen zijn tegen elkaar gezet en de lucht tussen de

Nadere informatie

Thema 2 Materiaal uit de natuur

Thema 2 Materiaal uit de natuur Naut samenvatting groep 6 Mijn Malmberg Thema 2 Materiaal uit de natuur Samenvatting Drie maal water Water kan veranderen van ijs in waterdamp. En waterdamp en ijs kunnen weer veranderen in water. Water

Nadere informatie

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald Hieronder wordt uitgelegd wat massadichtheid betekent. De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald volume. De massadichtheid is dus bijvoorbeeld

Nadere informatie

Exact periode Youdenplot Krachten Druk

Exact periode Youdenplot Krachten Druk Exact periode 10.2 Youdenplot Krachten Druk Youdenplot. De Youdenplot wordt uitgelegd aan de hand van een presentatie. Exact Periode 10.2 2 Krachten. Een kracht kan een voorwerp versnellen of vervormen.

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton)

Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton) Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton) Samenvatting door een scholier 1404 woorden 25 augustus 2003 5,4 75 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Verwarmen en isoleren Warmte en energie 2.1 Energievraag

Nadere informatie

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering.

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering. 1 Warmteleer. 1 De soortelijke warmte is de warmte die je moet toevoeren om 1 kg van een stof 1 0 C op te warmen. Deze warmte moet je ook weer afvoeren om 1 kg van die stof 1 0 C af te koelen. 2 Om 2 kg

Nadere informatie

14/12/2015. Wegwijs in de koeltechniek voor de niet koeltechnieker. Auteur: Rudy Beulens

14/12/2015. Wegwijs in de koeltechniek voor de niet koeltechnieker. Auteur: Rudy Beulens Wegwijs in de koeltechniek voor de niet koeltechnieker Auteur: Rudy Beulens E-mail: rudy.beulens@sbmopleidingen.be 1 Wat is koeltechniek Is een verzameling van technische oplossingen Bedoeld om ruimten,

Nadere informatie

Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar.

Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar. 7. Gaswetten Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (1)

Klimaatbeheersing (1) Klimaatbeheersing (1) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 Introductie klimaatbeheersing Verwarming en koeling als klimaatbeheersing zijn zaken die te maken hebben met het behaaglijkeidsgevoel

Nadere informatie

LEERWERKBOEK IMPULS 2. L. De Valck J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters. Plantyn

LEERWERKBOEK IMPULS 2. L. De Valck J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters. Plantyn LEERWERKBOEK IMPULS 2 L. De Valck J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters 1u Plantyn Ten geleide Impuls 2 leerwerkboek 1 u is bedoeld voor het tweede jaar van de tweede graad ASO met 1 wekelijkse lestijd. Het

Nadere informatie

Naam: Klas: REPETITIE STOFFEN EN MOLECULEN VWO (versie A)

Naam: Klas: REPETITIE STOFFEN EN MOLECULEN VWO (versie A) Naam: Klas: REPETITIE STOFFEN EN MOLECULEN VWO (versie A) OPGAVE 1 In de figuur hiernaast zijn de zes faseovergangen genummerd. Geef de namen van deze faseovergangen. 1: 2: 3: 4: 5: 6: OPGAVE 2 Geef de

Nadere informatie

I. Oefenvragen met het omrekenen van drukken. 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één decimaal).

I. Oefenvragen met het omrekenen van drukken. 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één decimaal). Oefenmateriaal I. Oefenvragen met het omrekenen van drukken 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één a) 101.000 Pa = kpa f) 8.999 Pa = kpa b) 103.500 Pa = kpa g) 5.750 Pa = kpa c) 99.850 Pa = kpa

Nadere informatie

Theorie: Temperatuur meten (Herhaling klas 2)

Theorie: Temperatuur meten (Herhaling klas 2) heorie: emperatuur meten (Herhaling klas 2) Objectief meten Bij het meten van een grootheid mag je meting niet afhangen van toevallige omstandigheden. De temperatuur die je ervaart als je een ruimte binnenkomt,

Nadere informatie

LEERWERKBOEK IMPULS 2. L. De Valck J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters. Plantyn

LEERWERKBOEK IMPULS 2. L. De Valck J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters. Plantyn LEERWERKBOEK IMPULS 2 L. De Valck J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters 2u Plantyn Ten geleide Impuls 2 leerwerkboek 2 u is bedoeld voor het tweede jaar van de tweede graad ASO met 2 wekelijkse lestijden.

Nadere informatie

Deel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a -

Deel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a - - a - Deel 1 : Mechanica Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoodstuk 3: Hoodstuk 4: Inleiding grootheden en eenheden Gebruik voorvoegsels... Wetenschappelijke notatie... Lengtematen, oppervlaktematen en inhoudsmaten...

Nadere informatie

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen.

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen. Samenvatting door een scholier 873 woorden 2 maart 2016 7,6 37 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova Hoofdstuk 3 1. fasen en fase-overgangen Water komt voor als: - vaste stof (ijs) - vloeistof (vloeibaar

Nadere informatie

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt. Domein D: Warmteleer Subdomein: Gas en vloeistof 1 niet expliciet genoemd in eindtermen, moet er een groep vragen gemaakt worden waarin die algemene zaken zijn vervat? zie ook mededelingen voor eindexamendocenten.

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (4) Vragen zie boek

Klimaatbeheersing (4) Vragen zie boek Klimaatbeheersing (4) Vragen zie boek E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 De mobiele R134a airconditioning 1.1 Werking en indeling Een airconditioning is samengesteld uit een groep componenten

Nadere informatie

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009 MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU HEREXAMEN END MULO tevens e ZTTNG STAATSEXAMEN END MULO 2009 VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRJDAG 07 AUGUSTUS 2009 TJD : 7.30 9.30 UUR DEZE TAAK BESTAAT

Nadere informatie

i-q s m Ze geeft de warmtehoeveelheid aan die nodig is om de eenheidsmassa van de stofte doen smelten.

i-q s m Ze geeft de warmtehoeveelheid aan die nodig is om de eenheidsmassa van de stofte doen smelten. De meeste stoffen kunnen in de drie volgende fasen voorkomen: vaste fase, vloeibare fase en gasvormige fase. Deze drie fasen noemt men de aggregatietoestanden van de stof. Of een bepaalde stof vast, vloeibaar

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte Samenvatting door E. 1500 woorden 6 maart 2014 5,7 16 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Energie en warmte 3.1 warmte

Nadere informatie

ONDERKOELING-OVERVERHITTING. Rudy Beulens

ONDERKOELING-OVERVERHITTING. Rudy Beulens ONDERKOELING-OVERVERHITTING Rudy Beulens UNIE DER BELGISCHE FRIGORISTEN AIR CONDITIONING ASSOCIATION Water bij 1 bar absoluut of 0 bar relatief IJsblok van -20 C smelten tot 0 C : latente warmte Opwarmen

Nadere informatie

Indien er bij 2 objecten sprake is van een temperatuurverschil, is er sprake van warmteoverdracht.

Indien er bij 2 objecten sprake is van een temperatuurverschil, is er sprake van warmteoverdracht. Indien er bij 2 objecten sprake is van een temperatuurverschil, is er sprake van warmteoverdracht. Indien er bij 2 objecten sprake is van een temperatuurverschil, is er sprake van warmteoverdracht. Warmteoverdracht

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.2 Warmte T (K) Absolute temperatuur en warmte +273,15 273,15 T = K T Kelvin = T Celcius + 273,15 t ( C) WBE: E voor

Nadere informatie

p V T Een ruimte van 24 ºC heeft een dauwpuntstemperatuur van 19 ºC. Bereken de absolute vochtigheid.

p V T Een ruimte van 24 ºC heeft een dauwpuntstemperatuur van 19 ºC. Bereken de absolute vochtigheid. 8. Luchtvochtigheid relatieve vochtigheid p e 100 % p absolute vochtigheid = dichtheid van waterdamp dauwpuntstemperatuur T d = de temperatuur waarbij de heersende waterdampdruk de maximale dampdruk is.

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materi Samenvatting door een scholier 1210 woorden 6 april 2015 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 3: Materi Eigenschappen van moleculen: -Ze verschillen

Nadere informatie

De stoominstallatie met: ketel, turbine, condensor en voedingspomp. Eigenlijk wordt maar weinig energie nuttig gebruikt in een installatie:

De stoominstallatie met: ketel, turbine, condensor en voedingspomp. Eigenlijk wordt maar weinig energie nuttig gebruikt in een installatie: dinsdag 29 januari 2019 14:43 De stoominstallatie met: ketel, turbine, condensor en voedingspomp. Eigenlijk wordt maar weinig energie nuttig gebruikt in een installatie: Een simpele installatie heeft een

Nadere informatie

Droogijs. IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be

Droogijs. IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be De 3D pen laat kinderen veilig 3D objecten tekenen Door middel van LED dioden aan het uiteinde van de pen zal de inkt direct stollen,

Nadere informatie

Wat gaan we doen? Koken van water: wat gebeurt er ( temperatuur, energie, druk) Leren opzoeken in stoomtabellen. Diagrammen van water en stoom

Wat gaan we doen? Koken van water: wat gebeurt er ( temperatuur, energie, druk) Leren opzoeken in stoomtabellen. Diagrammen van water en stoom Si klas 1 Pagina 1 Wat gaan we doen? dinsdag 30 januari 2018 12:43 Koken van water: wat gebeurt er ( temperatuur, energie, druk) Leren opzoeken in stoomtabellen Diagrammen van water en stoom Een stoominstallatie

Nadere informatie

In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw.

In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw. De basis van isolatie en hoe INSULd8eco werkt in uw gebouw In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw. Om de werking van onze isolatie oplossing goed te begrijpen,

Nadere informatie

3 niet expliciet genoemd in eindtermen Verklaar het verschijnsel diffusie met de moleculaire theorie.

3 niet expliciet genoemd in eindtermen Verklaar het verschijnsel diffusie met de moleculaire theorie. Domein D: Warmteleer Subdomein: Gas en vloeistof 1 niet expliciet genoemd in eindtermen, moet er een groep vragen gemaakt worden waarin die algemene zaken zijn vervat? zie ook mededelingen voor eindexamendocenten.

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Warmteleer en gaswetten. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Warmteleer en gaswetten. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Warmteleer en gaswetten 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

weergegeven met het symbool hfg.

weergegeven met het symbool hfg. TECHNISCHE INFORMATIE Magneetafsluiters en pneumatisch bediende afsluiters voor heet en stoomtoepassingen 9/05 TECHNISCHE INFORMATIE OVER HEET WATER EN STOOM ASCO/JOUCOMATIC biedt een breed programma magneetafsluiters

Nadere informatie

ADN-VRAGENCATALOGUS 2011 Gas

ADN-VRAGENCATALOGUS 2011 Gas CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART CCNR-ZKR/ADN/WG/CQ/2011/12 definitief 27 januari 2012 Or. DUITS ADN-VRAGENCATALOGUS 2011 Gas De ADN-vragencatalogus 2011 is op 27-01-2012 in de onderhavige versie aangenomen

Nadere informatie

Exact periode Gepaarde t-test. Krachten. Druk

Exact periode Gepaarde t-test. Krachten. Druk Exact periode 10.2 Gepaarde t-test Krachten Druk 1 Exact periode 6. De gepaarde t-test De gepaarde t-test gebruik je als er door twee analisten ( of met twee methodes) aan een serie verschillende monsters

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (4)

Klimaatbeheersing (4) Klimaatbeheersing (4) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 De mobiele R134a airconditioning 1.1 Werking en indeling Een airconditioning is samengesteld uit een groep componenten welke een gesloten circuit

Nadere informatie

Van der Waals en Wilson. N.G. Schultheiss

Van der Waals en Wilson. N.G. Schultheiss 1 Van der Waals en Wilson N.G. Schultheiss 1 Inleiding Deze module bespreekt de werking van nevel- en bellenkamers. Dat zijn detectoren waarmee kleine deeltjes, zoals stof of kosmische straling, kunnen

Nadere informatie

Elementaire meettechniek (7)

Elementaire meettechniek (7) Elementaire meettechniek (7) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-5-6) 1 Temperatuurmetingen In de motorvoertuigentechniek kunnen we de temperatuurmetingen onderscheiden in 1 : Temperatuurmetingen door het systeem

Nadere informatie

FYSICA DM THEORIE SAMENVATTING

FYSICA DM THEORIE SAMENVATTING FYSICA DM THEORIE SAMENVATTING Elementen - Elementen kunnen op 3 manieren voorkomen: - Vast - Vloeibaar - Gasvormig Water & Warmte - Warmte overdracht op 3 manieren - Geleiding direct contact / toepassing

Nadere informatie

Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4. Vraag 1: Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en 1 bara, 1,5 kg/m 3 bedraagt.

Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4. Vraag 1: Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en 1 bara, 1,5 kg/m 3 bedraagt. Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4 Vraag : Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en bara,,5 kg/m bedraagt. Bereken: (0) a. De specifieke gasconstante R s. (0) b. De druk die

Nadere informatie

E1 module stoomtechniek 1

E1 module stoomtechniek 1 E1 module stoomtechniek 1 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres My Tec 06 march 2019 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/68842 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg.

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg. ste ronde van de 9de Vlaamse Fysica Olympiade Formules ste onde Vlaamse Fysica Olympiade 7 9de Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen

Nadere informatie

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00 TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb 4100 24 juni 2011 9:00-12:00 Linksboven op elk blad vermelden: naam, studienummer en studierichting. Puntentelling: het tentamen bestaat uit 14 meerkeuzevragen en twee open

Nadere informatie

Jaarplan. Quark 4.2. 4 Quark 4.2 Handleiding. TSO-BTW/VT TSO-TeWe. ASO-Wet

Jaarplan. Quark 4.2. 4 Quark 4.2 Handleiding. TSO-BTW/VT TSO-TeWe. ASO-Wet Jaarplan TSO-BTW/VT TSO-TeWe ASO-Wet Fysica TWEEDE GRAAD ASO VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 4de jaar, 2u/week JAARPLAN Vul de donkergrijze kolommen in en je hebt een jaarplan; vul de andere ook in en je

Nadere informatie

Samenvatting NaSk H3 water en lucht + H4 warmte

Samenvatting NaSk H3 water en lucht + H4 warmte Samenvatting NaSk H3 war en lucht + H4 warm Samenvatting door een scholier 1059 woorden 30 mei 2017 9,6 2 keer beoordeeld Vak NaSk H3 war en lucht + H4 warm H3 1. Fasen en faseovergangen De faseovergangen

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1 Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1 Opgave 1.1 Opgave 1.2 Opgave 1.3 Opgave 1.4 Stofeigenschappen en zintuigen Noem 4 stofeigenschappen die je met je zintuigen kunt waarnemen? Fysische constanten a. Methaan

Nadere informatie

H4 weer totaal.notebook. December 13, 2013. dec 4 20:10. dec 12 10:50. dec 12 11:03. dec 15 15:01. Luchtdruk. Het Weer (hoofdstuk 4)

H4 weer totaal.notebook. December 13, 2013. dec 4 20:10. dec 12 10:50. dec 12 11:03. dec 15 15:01. Luchtdruk. Het Weer (hoofdstuk 4) Het Weer (hoofdstuk 4) Luchtdruk Om te begrijpen wat voor weer het is en ook wat voor weer er komt zijn een paar dingen belangrijk Luchtdruk windsnelheid en windrichting temperatuur luchtvochtigheid dec

Nadere informatie

Het klimaat is het gemiddelde weer in een bepaald gebied over een langere tijdsperiode. Meestal wordt hiervoor 30 jaar gebruikt.

Het klimaat is het gemiddelde weer in een bepaald gebied over een langere tijdsperiode. Meestal wordt hiervoor 30 jaar gebruikt. Werken met klimaatgegevens Introductie Weer en klimaatgegevens worden gemeten. Om deze meetgegevens snel te kunnen beoordelen worden ze vaak gepresenteerd in de vorm van grafieken of kaarten. Over de hele

Nadere informatie

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas.

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas. Practicum water verwarmen Schenk koud leidingwater in een bekerglas (voor 70% vullen). Verhit het water met een teclubrander. Houd de temperatuur van het water in de gaten met een thermometer. Noteer alle

Nadere informatie

6. Luchtvochtigheid. rol bij het A g g r e g a t i e t o e s t a n d e n v a n w a t e r. 6.1 inleiding. 6.2 Aggregatietoestanden

6. Luchtvochtigheid. rol bij het A g g r e g a t i e t o e s t a n d e n v a n w a t e r. 6.1 inleiding. 6.2 Aggregatietoestanden 6. Luchtvochtigheid 6.1 inleiding Vocht heeft een grote invloed op het weer zoals wij dat ervaren. Zaken als zicht, luchtvochtigheid, bewolking en neerslag worden er direct door bepaald. Afkoeling kan

Nadere informatie

Tabel 1 Aanbevolen procedure voor vacumeren

Tabel 1 Aanbevolen procedure voor vacumeren Wijbenga info sheet 12: Vacumeren Inleiding Deze keer geen luchtig onderwerp. Na de bouw van een koelinstallatie zal deze in bedrijf genomen moeten worden. Deze inbedrijfstelling bestaat uit een aantal

Nadere informatie

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. reader periode 2 leerjaar 1. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. reader periode 2 leerjaar 1. J. Kuiper. Transfer Database Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader reader periode 2 leerjaar 1 J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs,

Nadere informatie

Toelatingsexamen Fysica leerstof uit de 2de graad SO

Toelatingsexamen Fysica leerstof uit de 2de graad SO Toelatingsexamen Fysica leerstof uit de 2de graad SO 1. Hydrostatica 1.1. Hydrostatische druk Begrip druk (algemeen) De druk p op een oppervlak is de verhouding van de grootte F van de kracht tot de grootte

Nadere informatie

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas.

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas. Practicum water verwarmen Schenk koud leidingwater in een bekerglas (voor 70% vullen). Verhit het water met een teclubrander. Houd de temperatuur van het water in de gaten met een thermometer. Noteer alle

Nadere informatie

- 1 - WERKEN MET STOOM. Werken met stoom

- 1 - WERKEN MET STOOM. Werken met stoom - 1 - WERKEN MET STOOM - 2 - VOORWOORD. Deze lesstof is bedoeld om de belangrijkste thermodynamische beginselen die bij het proces van energieopwekking een rol spelen, kort te behandelen. Vele begrippen

Nadere informatie

Thermodynamische analyse van het gebruik van een warmtepomp voor residentiële verwarming

Thermodynamische analyse van het gebruik van een warmtepomp voor residentiële verwarming H01N2a: Energieconversiemachines- en systemen Academiejaar 2010-2011 Thermodynamische analyse van het gebruik van een warmtepomp voor residentiële verwarming Professor: Martine Baelmans Assistent: Clara

Nadere informatie

MAV04. NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Woensdag 30 augustus,

MAV04. NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Woensdag 30 augustus, \_, EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1978 MAV04 Woensdag 30 augustus, 9.30-11.30 uur NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie

Nadere informatie

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275 Open Inhoud Universiteit Appendix B Wiskunde voor milieuwetenschappen Werken met eenheden Introductie 275 Leerkern 275 1 Grootheden en eenheden 275 2 SI-eenhedenstelsel 275 3 Tekenen en grafieken 276 4

Nadere informatie

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. LGEMEEN 1 De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. 5 Van een bi-metaal maakt men een thermometer door het aan de ene kant vast te klemmen en aan de

Nadere informatie

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009 MINISTERIE N ONDERWIJS EN OLKSONTWIKKELING EXMENBUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN WO/HO/NTIN 2009 K : NTUURKUNDE DTUM : MNDG 06 JULI 2009 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten) 09.45

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 13. 1 energie 19

Inhoud. 1 Inleiding 13. 1 energie 19 Inhoud 1 Inleiding 13 1 onderzoeken van de natuur 13 Natuurwetenschappen 13 Onderzoeken 13 Ontwerpen 15 2 grootheden en eenheden 15 SI-stelsel 15 Voorvoegsels 15 3 meten 16 Meetinstrumenten 16 Nauwkeurigheid

Nadere informatie

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Naam: Klas: Practicum soortelijke warmte van water Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Doel van de proef Het bepalen van de soortelijke warmte van water

Nadere informatie

Luchtvochtigheid. maximale luchtvochtigheid; relatieve luchtvochtigheid; vochtdeficit. Absolute luchtvochtigheid (AV)

Luchtvochtigheid. maximale luchtvochtigheid; relatieve luchtvochtigheid; vochtdeficit. Absolute luchtvochtigheid (AV) Luchtvochtigheid Luchtvochtigheid is belangrijk voor de groei. Een te hoge luchtvochtigheid betekent geringe verdampingsmogelijkheden voor de plant. De plant neemt dan niet zoveel water op en dus ook minder

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Mulo III kandidaten maken item 1 t/m 30 Mulo IV kandidaten maken item 1 t/m 36 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.

Nadere informatie

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Vraag 1 Een hoeveelheid ideaal gas is opgesloten in een vat van 1 liter bij 10 C en bij een druk van 3 bar. We vergroten het volume tot 10 liter bij 100 C. De einddruk van het gas is dan gelijk aan: a.

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting door Jel 1075 woorden 17 maart 2018 8 3 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015 MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015 VAK : NATUURKUNDE DATUM : DINSDAG 23 JUNI 2015 TIJD : 07.45 10.45 Aantal opgaven: 5 Aantal pagina s: 6 Controleer zorgvuldig of

Nadere informatie

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

THERMODYNAMICA 2 (WB1224) THERMODYNAMICA 2 (WB1224) dinsdag 21 januari 2003 14.00-17.00 u. AANWIJZINGEN Het tentamen bestaat uit twee open vragen en 15 meerkeuzevragen. Voor de beantwoording van de meerkeuzevragen is een formulier

Nadere informatie

Bereken de verhouding massa van het water van het mengsel bij t = 0 s. massa van het ijs

Bereken de verhouding massa van het water van het mengsel bij t = 0 s. massa van het ijs jaar: 1989 nummer: 30 Een geïsoleerd vat bevat een water -ijs mengsel bij 0 C (273 K). Dit mengsel wordt langzaam verwarmd door een ondergedompelde weerstand die vanaf t = 0 s zorgt voor een constante

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting door L. 1264 woorden 2 juli 2014 3,9 15 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school. Om iets te verwarmen heb je

Nadere informatie

Doel is: Verdieping m.b.v. 2 REWIC Readers en koppeling aan de natuurkunde-les. periode 3 Rendementsverbetering door aftapvoorwarming en herverhitting

Doel is: Verdieping m.b.v. 2 REWIC Readers en koppeling aan de natuurkunde-les. periode 3 Rendementsverbetering door aftapvoorwarming en herverhitting 3 C=meng, E, en B=maint Pagina 1 programma 3e jaar woensdag 27 januari 2016 12:31 Doel is: Verdieping m.b.v. 2 REWIC Readers en koppeling aan de natuurkundeles periode 3 Rendementsverbetering door aftapvoorwarming

Nadere informatie

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb april :00-12:00

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb april :00-12:00 TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb 4100 13 april 2011 9:00-12:00 Linksboven op elk blad vermelden: naam, studienummer en studierichting. Puntentelling: het tentamen bestaat uit 14 meerkeuzevragen en twee open

Nadere informatie

Opgave 2. Voor vloeibaar water bij 298.15K en 1 atm zijn de volgende gegevens beschikbaar:

Opgave 2. Voor vloeibaar water bij 298.15K en 1 atm zijn de volgende gegevens beschikbaar: Oefenopgaven Thermodynamica 2 (29-9-2010) Opgave 1. Een stuk ijs van -20 C en 1 atm wordt langzaam opgewarmd tot 110 C. De druk blijft hierbij constant. Schets hiervoor in een grafiek het verloop van de

Nadere informatie

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F2/MNW2. Vrijdag 23 december 2005

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F2/MNW2. Vrijdag 23 december 2005 TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F/MNW Vrijdag 3 december 005 Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een GR. Mogelijk nodige constantes: Gasconstante R = 8.31447 Jmol 1 K 1 = 8.0574 10 L

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Mol Samenvatting door een scholier 1296 woorden 9 november 2017 7,6 34 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur/scheikunde overal Paragraaf 6.1: stoffen herkennen

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Warmte

Samenvatting Natuurkunde Warmte Samenvatting Natuurkunde Warmte Samenvatting door een scholier 2231 woorden 16 oktober 2003 6 196 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting warmte 1 Effecten van verwarmen: - temperatuurverhoging -

Nadere informatie

aluminium 2,7 0,9 660 400 2450 0,024 ijzer 7,9 0,45 1540 270 0,012

aluminium 2,7 0,9 660 400 2450 0,024 ijzer 7,9 0,45 1540 270 0,012 MINISTERIE VN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN VWO/HVO/NTIN 011 VK : NTUURKUNDE DTUM : WOENSDG 06 JULI 011 TIJD : 09.45 11.5 UUR (Mulo III kandidaten)

Nadere informatie

GASSEN EN DAMPEN. 1 Ideale gassen 2 Onverzadigde en verzadigde damp 3 Verzadigingsdruk 4 Kokende vloeistoffen 5 Kritische temperatuur van een stof

GASSEN EN DAMPEN. 1 Ideale gassen 2 Onverzadigde en verzadigde damp 3 Verzadigingsdruk 4 Kokende vloeistoffen 5 Kritische temperatuur van een stof GASSEN EN DAMPEN 1 Ideale gassen 2 Onverzadigde en verzadigde damp 3 Verzadigingsdruk 4 Kokende vloeistoffen 5 Kritische temperatuur van een stof 1 Ideale gassen Verschil tussen een gas en een damp Zuurstof

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting door een scholier 1712 woorden 7 februari 2012 5,3 38 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova 1 Kristalstructuur is een vorm die een vaste stof heft zoals:

Nadere informatie

Over gewicht Bepaling van de dichtheid van het menselijk lichaam.

Over gewicht Bepaling van de dichtheid van het menselijk lichaam. Over gewicht Bepaling van de dichtheid van het menselijk lichaam. Inleiding. In het project Over gewicht worden gewichtige zaken op allerlei manieren belicht. In de wiskundeles heb je aandacht besteed

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door C. 2009 woorden 16 januari 2014 7,2 6 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 1 Elektriciteit 1.1 Er bestaan twee soorten elektrische lading

Nadere informatie

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Materiaal Dichtheid g/cm 3 Soortelijke warmte J/g C Smelttemperatuur C Smeltwarmte J/g Kooktemperatuur C Lineaire uitzettingscoëfficiënt mm/m C alcohol 0,8 2,5 114 78 aluminium

Nadere informatie

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 en 7 Tijdsduur: Versie: 90 minuten A Vragen: 20 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let

Nadere informatie

NIVEAU 3 STOOMTECHNIEK AFVALVERBRANDING BE

NIVEAU 3 STOOMTECHNIEK AFVALVERBRANDING BE NIVEAU 3 STOOMTECHNIEK AFVALVERBRANDING BE TIJD 2 UUR TOEGESTANE HULPMIDDELEN, REKENMACHINE, STOOMTABEL EN H-S DIAGRAM 1. Noem de drie fasen waarin water kan verkeren. 2. Wat wordt verstaan onder verzadigde

Nadere informatie

Een glas water uit de ijskast en met ijsklontjes wordt op tafel gezet. De buitenkant wordt nat. Waarom?

Een glas water uit de ijskast en met ijsklontjes wordt op tafel gezet. De buitenkant wordt nat. Waarom? Docentversie (24/05/2012) Natte Glazen Benodigdheden -glazen -ijsklontjes -koud water in kan of thermos of plastic flessen -maatbeker -weegschaal Een glas water uit de ijskast en met ijsklontjes wordt

Nadere informatie

De diverse somsoorten bij Fysica

De diverse somsoorten bij Fysica De diverse somsoorten bij Fysica 1 liter zout water weegt 1,03 kilo 1 liter zoet water weegt 1,00 kilo 1 meter zout water levert 0,1 bar druk op 1 meter zoet water levert 0,097 bar druk op Belangrijk:

Nadere informatie

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

THERMODYNAMICA 2 (WB1224) THERMODYNAMICA 2 (WB1224) donderdag 2 februari 2006 14.00-17.00 u. AANWIJZINGEN Het tentamen bestaat uit twee of drie open vragen en 15 meerkeuzevragen. Voor de beantwoording van de meerkeuzevragen is

Nadere informatie

Naam (plus beschrijving) Symbool Eenheid Formules. Druk = kracht per eenheid van oppervlakte p (N/m² = ) Pa

Naam (plus beschrijving) Symbool Eenheid Formules. Druk = kracht per eenheid van oppervlakte p (N/m² = ) Pa Naam (lus beschrijving) Symbool enheid ormules MHANIA in het derde jaar Dichtheid massa er eenheid van volume ρ kg /m³ m ρ V Druk kracht er eenheid van oervlakte (N/m² ) a A Hydrostatische druk in een

Nadere informatie

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1 Eerste ronde - 3ste Vlaamse Fysica Olympiade 3ste Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde. De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen met vier mogelijke antwoorden. Er is telkens

Nadere informatie

Welke van de drie onderstaande. figuren stellen een isobare toestandsverandering van een ideaal gas voor?

Welke van de drie onderstaande. figuren stellen een isobare toestandsverandering van een ideaal gas voor? jaar: 1989 nummer: 01 Welke van de drie onderstaande. figuren stellen een isobare toestandsverandering van een ideaal gas voor? o a. 1 o b. 1 en 2 o c. 1 en 3 o d. 1, 2 en 3 jaar: 1989 nummer: 02 De volumeuitzetting

Nadere informatie

De diverse somsoorten bij Fysica

De diverse somsoorten bij Fysica De diverse somsoorten bij Fysica 1 liter zout water weegt 1,03 kilo 1 liter zoet water weegt 1,00 kilo 1 meter zout water levert 0,1 bar druk op 1 meter zoet water levert 0,097 bar druk op Belangrijk:

Nadere informatie

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 Tijdsduur: Versie: A Vragen: 24 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je alle

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Gaswetten

Hoofdstuk 5: Gaswetten Hoofdstuk 5: Gaswetten 5.1 Toestandsfactoren van een gas Vloeistoffen en vaste stoffen zijn weinig samendrukbaar: hun volume verandert weinig bij veranderende druk of temperatuur. Gassen zijn goed samendrukbaar:

Nadere informatie