3 niet expliciet genoemd in eindtermen Verklaar het verschijnsel diffusie met de moleculaire theorie.
|
|
- Matthias Dijkstra
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Domein D: Warmteleer Subdomein: Gas en vloeistof 1 niet expliciet genoemd in eindtermen, moet er een groep vragen gemaakt worden waarin die algemene zaken zijn vervat? zie ook mededelingen voor eindexamendocenten. De dichtheid van een kubus P is 10 keer zo groot als de dichtheid van een kubus Q. De ribbe van kubus Q is 10 keer zo groot als de ribbe van kubus P. Bepaal de verhouding van de massa's van beide kubussen. - m = ρ V (1) - inzicht V Q = 1000 V P ; ρ Q = 1/10 ρ P (1) - m Q = 1000/10 m P = 100 m P ; m Q /m P = 100 (1) 2 Van een cilindervormige, koperen pijp, met een lengte van 1,0 m, bedraagt de binnendiameter 12 mm en de buitendiameter 16 mm. Bereken de massa van deze pijp. - A 1 = πr 1 ²= π ( )² = 2, m² (1) - A 2 = πr 2 ² = π ( )² = 1, m² (1) - A 1 - A 2 = 2, , = 8, m² (1) - V = A l = 8, = 8, m³ (1) - m = ρ V = 8,96 10³ 8, = 0,79 kg (1) 3 niet expliciet genoemd in eindtermen Verklaar het verschijnsel diffusie met de moleculaire theorie. moleculen bewegen; tussen moleculen zit ruimte 4 Een kwikthermometer is geijkt door hem in smeltend ijs en inde damp van kokend water te houden en heeft een 10 cm lange schaal. Teken de schaal van de thermometer op ware grootte en schrijf bij de ijkpunten de absolute temperatuur evenals bij een punt op 3,0 cm van het smeltpunt van ijs vandaan. smeltend ijs: 0 C = 273 K damp van kokend water: 100 C = 373 K 3 cm 30 C = 303 K
2 5 Een hoeveelheid gas is afgesloten door een vrij beweegbare zuiger (oppervlakte 20,0 cm²). Op de zuiger, waarvan de massa wordt verwaarloosd, wordt een voorwerp geplaatst. De zwaartekracht op het voorwerp is 300 N. Het voorwerp rust met een oppervlakte van 5,0 cm² op de zuiger. Zie figuur. Het geheel is in rust. De barometerstand bedraagt 1, Pa. Bereken de druk van de afgesloten hoeveelheid gas. - inzicht A = 20,0 cm² en niet 5,0 cm² (1) - p voorwerp = F/A = 300/(20, ) = 1, Pa (1) - p gas = p buiten + p voorwerp = 1, , = 2, Pa (1) 6 Op een tafel ligt een aluminium kubus A met een ribbe van 1,0 dm en daarop ligt een aluminium kubus B met een ribbe van 0,5 dm. Bereken de druk die kubus A op de tafel uitoefent. - A: V = 1,0 dm³ m = V = 2,70 10³ 1, = 2,7 kg - B: V = (0,5)³ dm³ m =0,34 kg - Totale massa bedraagt 3,04 kg (1) F mg 3,04 9,81 - p 3,0 kpa (1) 2 A A 1, Een zeepbel kan slechts bij kleine drukverschillen bestaan. Beredeneer of in een zeepbel overdruk of onderdruk heerst. Als de druk buiten de zeepbel groter is dan erbinnen, wordt de zeepbel in elkaar gedrukt en kan niet blijven bestaan. De druk erbinnen moet groter zijn dan er buiten om het vlies gespannen te houden. Erbinnen heerst dus overdruk. 8 Een leerling staat voor het bord. Zijn hersenen bevinden zich 60 cm boven zijn hart. Bereken de druk van het bloed, ρ = 1,0 g/ cm³, in de hersenen t. o. v. de druk ter hoogte van het hart ten gevolge van dit hoogteverschil, in mm Hg. - voor een vloeistofkolom geldt Δp = hg = 1,0 10³ 0,60 9,81 = 5,88 kpa (1) - passen we deze berekening op kwik toe dan geldt: 5,88 10³ = 13,6 10³ h 9,81 h = 44 mm de druk in de hersenen is 44 mm Hg lager dan bij het hart (1)
3 9 De dichtheid van een hoeveelheid ideaal gas is bij 200 K en 1, Pa gelijk aan 6,0 kg/m³. Bepaal de dichtheid van dit gas bij 600 K en 2, Pa. - p V/T = constant V = (C T)/p (1) - T 3x zo groot en p 2x zo groot: V is 1,5 zo groot (1) - = m/v dus = 1,5 zo groot (1) - = ⅔ 6,0 = 4,0 kg/m³ (1) of berekening met p 1 V 1 /T 1 = p 2 V 2 /T 2 en = m/v 10 In een cilindervormig vat, afgesloten door een vrij beweegbare zuiger, bevindt zich een hoeveelheid ideaal gas. De buitenluchtdruk bedraagt 1, Pa. In de toestanden van figuur 1 en 2 bedraagt het volume van het gas respectievelijk 1,00 dm³ en 0,750 dm³. De temperatuur is in de toestanden van figuur 1, 2 en 3 even groot. Bereken het volume van het gas in toestand 3. - p 1 V 1 = p 2 V 2 1, ,00 = p 2 0,750 p 2 = 1, Pa (1) - p zuiger = 0, Pa (1) - p 3 = 1, , = 0, Pa (1) - p 1 V 1 = p 3 V 3 1, ,00 = 0, V 3 V 3 = 1,50 dm³ (1) 11 In twee ruimten I en II bevindt zich een gas. De ruimten zijn verbonden via een nauwe buis, waarvan het volume wordt verwaarloosd en waarin zich een kraan K bevindt. In de figuur staat voor beide ruimten aangegeven hoe groot de druk, het volume en de temperatuur zijn. Vervolgens wordt K geopend. De warmte-uitwisseling met de omgeving wordt verwaarloosd. De temperatuur in de nieuwe eindtoestand bedraagt in beide ruimten 450 K. Bereken de druk in de nieuwe eindtoestand in ruimte I. - p I V I /T I + p II V II /T II = p e V e /T e (1) - 2, / , /480 = p e 95/450 (1) - p e = 1, Pa (1)
4 12 Twee vaten zijn door middel van een buis, met daarin een kraan, met elkaar verbonden De kraan is gesloten. In beide vaten bevindt zich een ideaal gas waarvan het volume en de druk in de tekening is weergegeven. De temperatuur in beide vaten is even groot. De kraan wordt geopend. De temperatuur blijft ongewijzigd. Bereken de druk die in beide vaten ontstaat. - p 1 V 1 + p 2 V 2 = p e V e (1) - 6, ,0 + 3, ,0 = p e 3,0(1) - p eind = 5, Pa (1)
5 Subdomein: Thermische processen 13 Een metalen staaf heeft een massa van 2,0 kg. De soortelijke warmte van het metaal is 400 J kg -1 K -1 De staaf wordt verwarmd van - 10 C tot 90 C. Bereken de hoeveelheid warmte die hiervoor nodig is. - Δt = 100 C (1) - Q = c m Δt = 400 2,0 100 = 8, J (1) 14 De warmte die nodig is om 200 g kwik van 20 C op 40 C te brengen bedraagt a J. Hoeveel warmte is nodig om 100 g kwik van 10 C op 70 C te brengen? - Q 1 = c m Δt (1) - a = c 0,2 20 = 4c c = ¼ a (1) - Q 2 = c m Δt = ¼ a 0,1 60 = 1,5 a J (1) 15 Een bepaalde dompelaar is in staat om een met vloeistof gevulde joulemeter in 2 minuten 20 C in temperatuur te doen stijgen. De totale warmtecapaciteit van de joulemeter met vloeistof is 1200 J K -1. Bereken het vermogen van de dompelaar. - Q = C ΔT = 24 kj (1) - P = Q/t = 24000/120 = 200 W (1) 16 Men mengt 60 g water van 20 C met 40 g water van 30 C. Bereken de eindtemperatuur van het water na menging. - Q op = Q af c 1 m 1 Δt 1 = c 2 m 2 Δt 2 (1) - c 0,04 (30 - t e ) = c 0,06 (t e - 20) (1) - 1,2-0,04 t e = 0,06 t e - 1,2 t e = 24 C (1) 17 Aan een voorwerp K wordt 4 maal zoveel warmte toegevoerd als aan een voorwerp L. Er vinden geen fase-overgangen plaats. De massa van K is 3 maal zo groot als de massa van L, terwijl de soortelijke warmte van K 2 maal zo groot is als die van L. Bereken de verhouding van de temperatuurstijging van K en L. - Q = mcδt ΔT = Q/mc (1) - m K = 3m L ; c K = 2c L ; Q K = 4Q L ΔT K = 4/(3 x 2) ΔT L (1) - ΔT K : ΔT L = 2 : 3 (1).
6 18 Een voorwerp 1 en een voorwerp 2 zijn gemaakt van een verschillend metaal met soortelijke warmte respectievelijk c 1 en c 2. De massa van voorwerp 1 is 4 keer zo groot als de massa van voorwerp 2. De begintemperatuur van voorwerp 1 is 80 C en van voorwerp 2 20 C. De twee voorwerpen worden tegen elkaar geplaatst en wisselen uitsluitend met elkaar warmte uit. Na enige tijd bedraagt de temperatuur van beide voorwerpen 40 C. Bereken de verhouding van c 1 en c 2. - Q op = Q af dus m 1 c 1 ΔT 1 = m 2 c 2 ΔT 2 (1) - m 1 = 4m 2 en ΔT 1 = 2ΔT 2 4 c 1 (80-40) = 1 c 2 (40-20) (1) - c 1 /c 2 = 20/(4 40) = 1/8 (1) 19 Men mengt 2,0 kg vloeistof P van 80 C met 1,0 kg vloeistof Q van 20 C. De soortelijke warmte van P is 2,0 10³ J kg -1 K -1 en die van Q is 3,0 10³ J kg -1 K -1. De eindtemperatuur van het mengsel is 60 C. Bereken hoeveel warmte dit mengsel van de omgeving heeft opgenomen of daaraan afgestaan. - Q af = m P c P ΔT P = 2,0 2,0 10³ (80-60) = 80 kj (1) - Q op = m Q c Q ΔT Q = 1,0 3,0 10³ (60-20) = 120 kj (1) - ΔQ = ³ ³ = 40 10³ J (1) - opgenomen (1) 20 Een metalen blok X met massa m en begintemperatuur 0 C wordt in contact gebracht met een metalen blok Y met massa 2m en begintemperatuur 100 C. De soortelijke warmte van de metalen waaruit X en Y zijn gemaakt, bedraagt respectievelijk c X en c Y. Tussen X en Y vindt door geleiding warmte-overdracht plaats, waardoor hun eindtemperatuur 40 C wordt. De warmte-uitwisseling met de omgeving wordt verwaarloosd. Bereken de verhouding tussen c X en c Y. - Q op = Q af m X c X ΔT X = m Y c Y ΔT Y (1) - m c X (40-0) = 2m c Y (100-40) (1) - c X /c Y = (2 60)/40 = 3 (1)
7 21 In een joulemeter met te verwaarlozen warmtecapaciteit bevindt zich 1,0 kg van een vaste stof. Aan de joulemeter met inhoud wordt warmte toegevoerd zodanig dat de warmte steeds gelijk verdeeld wordt over de stof. In nevenstaand diagram geeft de grafiek de relatie weer tussen de temperatuur van de stof en de toegevoerde warmte. Bereken hoeveel energie er tijdens het smelten door de stof is opgenomen. - inzicht dat smelten gebeurt terwijl de temperatuur constant blijft (1) - aflezen: = 400 J (1) 22 In een bakje met water draait een schoepenrad rond. Door de wrijving wordt het water verwarmd. Elke seconde wordt door de wrijving 12 J energie omgezet in warmte. De totale warmtecapaciteit bedraagt 360 J K -1. De warmte-uitwisseling van het bakje met de omgeving wordt verwaarloosd. Bereken de temperatuurstijging van het geheel na 1,0 minuut. - Q = = 720 J (1) Δt = 720 Δt = 2,0 C (1) 23 In een joulemeter verwarmt men 1,0 kg vloeistof met een elektrische dompelaar van 100 W. We verwaarlozen de warmtecapaciteit van de joulemeter en de dompelaar. In het onderstaande diagram is de relatie tussen de temperatuur van de vloeistof en de verwarmingstijd weergegeven. Bereken de soortelijke warmte van de vloeistof. - Δt = = 14 C (1) - Q = = 2, Joule (1) - c = Q/(m Δt) = 1,5 10³ J kg -1 K -1 (1)
8 24 In een joulemeter verwarmt men 1 kg vloeistof met een elektrische dompelaar. We verwaarlozen de warmtecapaciteit van de joulemeter en de dompelaar. In het onderstaande diagram geeft de grafiek de relatie weer tussen de temperatuur van de vloeistof en de verwarmingstijd. Het kookpunt van de vloeistof ligt boven 100 C. Bereken de temperatuur van de vloeistof nadat men de vloeistof 300 seconden heeft verwarmd. - na 150 s is ΔT 10 C, dus na 300 s is ΔT 20 C (1) - dus T vloeistof = = 40 C (1) 25 bij dit subdomein staat computermodel niet expliciet vermeld! Met een modelprogramma beschrijft men het afkoelen van een vloeistof bij kamertemperatuur. Hiertoe heeft men het volgende model ontworpen. 'MODEL 'STARTWAARDEN TV=Tw-T0 'temperatuurverschil t=0 Qlek=K*TV*dt 'warmtelek dt=0,0015 'tijdstap K=900 'constante Tw=Tw+dTw 'nieuwe temperatuur Tw=90 'begintemp. water t=t+dt 'nieuwe tijd T0=20 'omgevingstemp. mw=0,1 'massa water cw=4,18*10^3 'soort. w. Eén regel in het model ontbreekt. Welke grootheid moet hier worden berekend en hoe luidt de formule waarmee deze berekening moet worden uitgevoerd? - de temperatuurdaling van het water t. g. v. Q lek moet worden berekend (1) - formule: dt w = -Q lek /(m w *c w ) (1)
9 26 bij dit subdomein staat computermodel niet expliciet vermeld! Een hoeveelheid water koelt af in een joulemeter. Voor dit afkoelen heeft men het volgende model gemaakt. 'MODEL 'STARTWAARDEN TV=Tw-T0 'temperatuurverschil t=0 Qlek=K*TV*dt 'warmtelek dt=0,0015 'tijdstap dtw=qlek/(mw*cw) 'temperatuurdaling K=900 'constante Tw=Tw+dTw 'nieuwe temperatuur Tw=90 'begintemp.water t=t+dt 'nieuwe tijd T0=20 'omgevingstemp mw=0,1 'massa water cw=4,18*10^3 'soort.w. Met dit model krijgen we de volgende grafiek. In de joulemeter bevindt zich een verwarmingselement met vermogen P. Het verwarmingselement wordt op een nader te kiezen tijdstip ingeschakeld. Om dit in rekening te brengen wordt het model aangepast. 'MODEL 'STARTWAARDEN TV=Tw-T0 'temperatuurverschil t=0 Qlek=K*TV*dt-P*dt 'warmtelek dt=0,010 'tijdstap dtw=qlek/(mw*cw) 'temperatuurdaling K=900 'constante Tw=Tw+dTw 'nieuwe temperatuur Tw=90 'begintemp. water t=t+dt 'nieuwe tijd T0=20 'omgevingstemp. Als t>0,6 dan P=P0 eindals mw=0,1 'massa water cw=4,18*10^3 'soort. w. P=0 P0=36000 'el. verw(j/h) Schets de grafiek die het model nu oplevert en geef een toelichting. Op t = 0,6 h gaat de verwarming aan. Q lek wordt gedeeltelijk aangevuld, zodat de temperatuur gaat stijgen. Q lek neemt weer toe tot er warmte-evenwicht is. Grafiek en toelichting leveren elk 1 punt op.
10 27 bij dit subdomein staat computermodel niet expliciet vermeld! In een joulemeter bevindt zich een vloeistof die afkoelt. Op een zeker tijdstip wordt een verwarmingselement (vermogen P 0) ingeschakeld. Met een modelprogramma beschrijft men dit proces. Model en grafiek zijn hieronder gegeven. 'MODEL 'STARTWAARDEN TV=Tw-T0 'temperatuurverschil t=0 Qlek=K*TV*dt-P*dt 'warmtelek dt=0,010 'tijdstap dtw=qlek/(mw*cw) 'temperatuurdaling K=900 'constante Tw=Tw+dTw 'nieuwe temperatuur Tw=90 'begintemp.water t=t+dt 'nieuwe tijd T0=20 'omgevingstemp. Als t>0,6 dan P=P0 eindals mw=0,1 'massa water cw=4,18*10^3 'soort.w. P=0 P0=36000 'el.verw(j/h) Men wijzigt het model als volgt: 'MODEL 'STARTWAARDEN TV=Tw-T0 'temperatuurverschil t=0 Qlek=K*TV*dt-P*dt 'warmtelek dt=0,010 'tijdstap dtw=qlek/(mw*cw) 'temperatuurdaling K=900 'constante Tw=Tw+dTw 'nieuwe temperatuur Tw=90 'begintemp. water t=t+dt 'nieuwe tijd T0=20 'omgevingstemp. Als Tw<60 dan P=P0 anders P=0 eindals mw=0,1 'massa water cw=4,18*10^3 'soort. w. P=0 P0=36000 'el. verw(j/h) Leg uit hoe de grafiek er nu uit komt te zien. Het model beschrijft nu een proces waarbij de verwarming de temperatuur constant houdt op 60 C. Dus op t = 0,25 h is de temperatuur gedaald tot 60 C en daarna een horizontale rechte. (1)
11 28 accu is niet expliciet genoemd Een lampje is aangesloten op een accu waardoor het lampje brandt. Welke twee energie-omzettingen vinden achtereenvolgens plaats? - chemische energie elektrische energie (1) - elektrische energie licht(straling) (+ warmte) (1) 29 zonnecel is niet expliciet genoemd Een elektromotor is op een zonnecel aangesloten. Als er zonlicht op een zonnecel valt gaat het motortje draaien. Welke twee energie-omzettingen vinden achtereenvolgens plaats? - licht (straling) elektrische energie (1) - elektrische energie beweging (+ warmte) (1) 30 Men voert onderstaande proeven 1 en 2 uit: Proef 1: Men laat 10 g water van 100 C afkoelen met water van 20 C. Proef 2: Men laat 10 g waterdamp van 100 C afkoelen met water van 20 C. Het blijkt dat er bij proef 2 veel meer warmte vrijkomt dan bij proef 1. Geef hiervoor een verklaring. bij waterdamp afkoelen komt ook nog condensatiewarmte vrij; bij water afkoelen niet (2) 31 Van een afgesloten hoeveelheid gas is in een (p,v)-diagram een deel van een isotherm getekend. Op de isotherm is de toestand K aangegeven.het gas wordt vanuit toestand K adiabatisch samengeperst. Beredeneer welke pijl de optredende toestandsverandering het best weergeeft. - inzicht ΔT positief (1) - dus naar een hoger gelegen isotherm; dus pijl 1 (1)
12 32 In een glazen vat, afgesloten door een vrij beweegbare zuiger, bevindt zich een hoeveelheid ideaal gas. In de toestand van figuur 1 is de temperatuur van het gas gelijk aan de constante temperatuur van de omgeving en bedraagt 300 K. Het volume van het gas is dan 487 cm³. Onmiddellijk nadat het vat snel rechtop is gezet (de toestand van figuur 2) bedraagt het volume 476 cm³. De zuiger blijkt echter langzaam te zakken tot het volume 473 cm³ is geworden (de toestand van figuur 3). a Toon met de eerste hoofdwet van de warmteleer aan dat de temperatuur van het gas stijgt als het vat rechtop gezet wordt. b Bereken de temperatuur van het gas onmiddellijk nadat het vat rechtop is gezet. a - Q = ΔE k + ΔE p + W u (1) - Q = 0 (adiabatisch proces) (1) - ΔE p = 0 (ideaal gas) (1) - W u = p ΔV en volume neemt af: W u < 0 (1) - dus ΔE k > 0 dus ΔT > 0 (1) b - inzicht p 2 = p 3 (1) - inzicht T 3 = 300 K (1) - V 2 /T 2 = V 3 /T 3 T 2 = 476/ = 302 K (1)
13 33 Een afgesloten hoeveelheid gas heeft een druk van 2, Pa en een volume van 4,0 dm³. Deze toestand wordt in een (p,v)-diagram weergegeven door het punt R. Het gas wordt adiabatisch geëxpandeerd tot een volume van 8,0 dm³. a Beredeneer of de temperatuur van het gas gestegen of gedaald is. b Beredeneer door welk van de punten P of Q de nieuwe toestand in het (p,v)-diagram het best wordt weergegeven. a - Q = ΔE k + E p + W u ; Q = 0 (adiab. proces) (1) - ΔE p = 0 (ideaal gas); W u = p ΔV > 0 want ΔV > 0 (1) - dus: ΔE k < 0 dus temperatuur gedaald (1) b - p R V R = = 800 Pa m³ - p P V P = 1, = 1080 Pa m³ - p Q V Q = 0, ³ = 560 Pa m³ inzicht Q op lagere isotherm dan R, dus Q geeft het best de nieuwe toestand van het gas weer (3) 34 Een afgesloten hoeveelheid gas heeft een druk van Pa en een volume van 4 dm³. Deze toestand wordt in een (p,v)-diagram weergegeven door het punt K. Het gas wordt nu adiabatisch geëxpandeerd tot een volume van 8 dm³. Bereken door welk van de punten EFGH in het (p,v)-diagram de nieuwe toestand het best wordt weergegeven. - inzicht dat temperatuur daalt (2) - inzicht dat H het enige punt is dat op een lagere isotherm ligt dan punt K (2)
14 35 eindterm alleen kwalitatief Een afgesloten hoeveelheid gas doorloopt het kringproces KLMNK in de aangegeven richting. Bereken de door het gas verrichte arbeid. - K L: W = p ΔV = (3-1) 10-6 = 2 J (1) - M N: W = p ΔV = (1-3) 10-6 = -6 J (1) - totale arbeid = 2-6 = -4 J (1) 36 eindterm alleen kwalitatief Een constante hoeveelheid lucht van 273 K bevindt zich in een cilinder die is afgesloten met een vrij beweegbare zuiger met oppervlakte 0,010 m². De druk van de buitenlucht bedraagt 1, Pa. Uitgaande van deze toestand bekijken we de volgende twee processen. Proces 1: De lucht wordt verwarmd, terwijl de zuiger is vastgezet. Om de lucht te verwarmen tot 373 K is 1,0 kj warmte nodig. Proces 2: De lucht wordt verwarmd, terwijl de zuiger vrij kan bewegen. Om de lucht te verwarmen tot 373 K is 1,2 kj warmte nodig. Bereken de verschuiving Δs van de zuiger tijdens proces 2. - Q 1 = p 1 ΔV 1 + ΔE p1 + ΔE k1 Q 2 = p 2 ΔV 2 + ΔE p2 + ΔE k2 ΔE k1 = ΔE k2 en ΔE p1 = ΔE p2 Q 2 - Q 1 = p ΔV 2 (3) = 1, Δs 0,010 Δs = 0,20 m (2)
15 37 eindterm alleen kwalitatief Een hoeveelheid gas doorloopt het kringproces KLMNK, zoals weergegeven in het (p,v)-diagram. a Toon aan dat de hoeveelheid warmte die het gas bij de overgang van toestand N naar toestand K afstaat even groot is als de hoeveelheid warmte die het bij de overgang van L naar M heeft opgenomen. b Toon aan dat het gas gedurende het kringproces in totaal meer warmte opneemt dan het afstaat. a - inzicht T K = T L en T M = T N (1) - hieruit volgt ΔE k even groot bij LM en NK (1) - Q = ΔE k + ΔE p + W u W u = 0 in beide overgangen omdat ΔV = 0 (1) - ΔE p = 0 (gas) conclusie Q LM = Q MK (1) b - inzicht W u > 0 tijdens kringproces (1) - Q = ΔE k (= 0) + ΔE p (= 0) + W u > 0 (1) 38 eindterm alleen kwalitatief Een afgesloten hoeveelheid gas bevindt zich in toestand K. Zie figuur. Het gas kan overgaan naar toestand L of M, zoals in de figuur is aangegeven. De temperatuur in toestand L is gelijk aan die in M. Bij de overgang van K naar L wordt er 2,0 kj warmte uitgewisseld met de omgeving. Bereken hoeveel warmte er wordt uitgewisseld met de omgeving bij de overgang van K naar M. - ΔE k voor overgang K L = ΔE k voor overgang K M (1) - ΔE k = -2,0 kj (1) - W u = p ΔV = = -0,8 kj (1) - ΔE p = 0 (gas) Q = ΔE k + ΔE p + W u = -2, ,8 = -2,8 kj (1)
16 39 eindterm alleen kwalitatief In een door een vrij beweegbare zuiger afgesloten cilinder bevindt zich een gas bij een druk van 1, Pa. Het gas wordt afgekoeld. Hierbij staat het gas 30 J warmte aan de omgeving af en neemt het volume met m³ af. Bereken de afname van de kinetische energie van de gasmoleculen bij deze afkoeling. - Q = ΔE k + ΔE p + W u met: E p = 0 en Q = -30 J (1) - W u = p ΔV = 1, , = -6 J (1) = ΔE k - 6 J; ΔE k = -24 J (1) 40 Een elektromotor takelt een last van 20 kg met een constante snelheid omhoog. De elektromotor neemt een elektrisch vermogen van 1,0 kw van het net op. Het rendement van de motor is 64%. Bereken de snelheid van de last. - P mech = 0,64 P el = 0,64 1,0 10³ = 0,64 10³ W (1) - elke seconde stijgt de zwaarte-energie dus met 640 J (1) - m g Δh = 20 9,8 Δh = 640 (1) - Δh = 3,3 m dus de snelheid = 3,3 m/s (1) 41 Men verwarmt een pan met 1,0 kg water van 20 C op een aardgasbrander. De soortelijke warmte van water is 4,2 10³ J kg -1 K -1. Op een gegeven moment is er door verbranding van aardgas 6, J warmte vrijgekomen. De temperatuur van het water is dan 25 C. Bereken het rendement van deze brander. - Q water = c m Δt = 4,2 10³ 1 5 = 21 10³ J (1) - rendement = (21 10³)/(60 10³) 100% = 35% (2)
2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.
Domein D: Warmteleer Subdomein: Gas en vloeistof 1 niet expliciet genoemd in eindtermen, moet er een groep vragen gemaakt worden waarin die algemene zaken zijn vervat? zie ook mededelingen voor eindexamendocenten.
Nadere informatie2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.
Domein E: Materie en energie Subdomein: Energie 1 De dichtheid van een kubus P is 10 keer zo groot als de dichtheid van een kubus Q. De ribbe van kubus Q is 10 keer zo groot als de ribbe van kubus P. Hoe
Nadere informatieBereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar.
7. Gaswetten Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau
Nadere informatie1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering.
1 Warmteleer. 1 De soortelijke warmte is de warmte die je moet toevoeren om 1 kg van een stof 1 0 C op te warmen. Deze warmte moet je ook weer afvoeren om 1 kg van die stof 1 0 C af te koelen. 2 Om 2 kg
Nadere informatieOpgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser
Opgave 1 Afdaling Een skiër daalt een 1500 m lange helling af, het hoogteverschil is 300 m. De massa van de skiër, inclusief de uitrusting, is 86 kg. De wrijvingskracht met de sneeuw is gemiddeld 4,5%
Nadere informatieALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.
LGEMEEN 1 De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. 5 Van een bi-metaal maakt men een thermometer door het aan de ene kant vast te klemmen en aan de
Nadere informatieMINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015 VAK : NATUURKUNDE DATUM : DINSDAG 23 JUNI 2015 TIJD : 07.45 10.45 Aantal opgaven: 5 Aantal pagina s: 6 Controleer zorgvuldig of
Nadere informatieHEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009
MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU HEREXAMEN END MULO tevens e ZTTNG STAATSEXAMEN END MULO 2009 VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRJDAG 07 AUGUSTUS 2009 TJD : 7.30 9.30 UUR DEZE TAAK BESTAAT
Nadere informatieVraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5
Vraag 1 Een hoeveelheid ideaal gas is opgesloten in een vat van 1 liter bij 10 C en bij een druk van 3 bar. We vergroten het volume tot 10 liter bij 100 C. De einddruk van het gas is dan gelijk aan: a.
Nadere informatie10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.
1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand
Nadere informatiealuminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Mulo III kandidaten maken item 1 t/m 30 Mulo IV kandidaten maken item 1 t/m 36 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nadere informatieMINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015 VAK : NATUURKUNDE DATUM : WOENSDAG 29 JUNI 2015 TIJD : 07.45 10.45 Aantal opgaven: 5 Aantal pagina s: 6 Controleer zorgvuldig
Nadere informatieBereken de verhouding massa van het water van het mengsel bij t = 0 s. massa van het ijs
jaar: 1989 nummer: 30 Een geïsoleerd vat bevat een water -ijs mengsel bij 0 C (273 K). Dit mengsel wordt langzaam verwarmd door een ondergedompelde weerstand die vanaf t = 0 s zorgt voor een constante
Nadere informatieVrijdag 19 augustus, 9.30-12.30 uur
EINDEXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1977 Vrijdag 19 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit
Nadere informatieKlimaatbeheersing (2)
Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur kan worden
Nadere informatieENERGIE H5 par. 1 en 2 Diagnostische Toets natuurkunde uitwerkingen
ENERGIE H5 par. 1 en 2 Diagnostische Toets natuurkunde uitwerkingen OPEN VRAGEN 1. Energieomzetting Enkele jaren geleden stond in de Gelderlander de foto rechts met de volgende tekst: Trots poseren koeien
Nadere informatieQ l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1
Eerste ronde - 3ste Vlaamse Fysica Olympiade 3ste Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde. De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen met vier mogelijke antwoorden. Er is telkens
Nadere informatie1) Neem een blokje en meet met een krachtmeter hoeveel kracht er nodig is om een blokje op te tillen.
Naam: Klas: Practicum losse en vaste katrol VASTE KATROL Opstelling: 1) Neem een blokje en meet met een krachtmeter hoeveel kracht er nodig is om een blokje op te tillen. Benodigde kracht = ) Maak een
Nadere informatieKlimaatbeheersing (2)
Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur
Nadere informatiejaar: 1989 nummer: 25
jaar: 1989 nummer: 25 Op een hoogte h 1 = 3 m heeft een verticaal vallend voorwerp, met een massa m = 0,200 kg, een snelheid v = 12 m/s. Dit voorwerp botst op een horizontale vloer en bereikt daarna een
Nadere informatieVlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde
Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 2017-2018
Nadere informatieDEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Materiaal Dichtheid g/cm 3 Soortelijke warmte J/g C Smelttemperatuur C Smeltwarmte J/g Kooktemperatuur C Lineaire uitzettingscoëfficiënt mm/m C alcohol 0,8 2,5 114 78 aluminium
Nadere informatiealuminium 2,7 0,9 660 400 2450 0,024 ijzer 7,9 0,45 1540 270 0,012
MINISTERIE VN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN VWO/HVO/NTIN 011 VK : NTUURKUNDE DTUM : WOENSDG 06 JULI 011 TIJD : 09.45 11.5 UUR (Mulo III kandidaten)
Nadere informatieBenodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch
Naam: Klas: Practicum soortelijke warmte van water Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Doel van de proef Het bepalen van de soortelijke warmte van water
Nadere informatieWelke van de drie onderstaande. figuren stellen een isobare toestandsverandering van een ideaal gas voor?
jaar: 1989 nummer: 01 Welke van de drie onderstaande. figuren stellen een isobare toestandsverandering van een ideaal gas voor? o a. 1 o b. 1 en 2 o c. 1 en 3 o d. 1, 2 en 3 jaar: 1989 nummer: 02 De volumeuitzetting
Nadere informatiealuminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke
Nadere informatieVlaamse Fysica Olympiade 27 ste editie 2014-2015 Eerste ronde
Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 27 ste
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton)
Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton) Samenvatting door een scholier 1404 woorden 25 augustus 2003 5,4 75 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Verwarmen en isoleren Warmte en energie 2.1 Energievraag
Nadere informatieVoorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4. Vraag 1: Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en 1 bara, 1,5 kg/m 3 bedraagt.
Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4 Vraag : Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en bara,,5 kg/m bedraagt. Bereken: (0) a. De specifieke gasconstante R s. (0) b. De druk die
Nadere informatieNaam: Klas: REPETITIE STOFFEN EN MOLECULEN VWO (versie A)
Naam: Klas: REPETITIE STOFFEN EN MOLECULEN VWO (versie A) OPGAVE 1 In de figuur hiernaast zijn de zes faseovergangen genummerd. Geef de namen van deze faseovergangen. 1: 2: 3: 4: 5: 6: OPGAVE 2 Geef de
Nadere informatieTijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (55 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!
NATUURKUNDE KLAS 5 INHAAL PROEFWERK ROEFWERK H10 + H6 3/2010 Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (55 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!
Nadere informatieXXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS
XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS 22 juli 1999 70 --- 13 de internationale olympiade Opgave 1. Absorptie van straling door een gas Een cilindervormig vat, met de as vertikaal,
Nadere informatieWarmte- en stromingsleer Examennummer: 93071 Datum: 14 december 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur
Warmte- en stromingsleer Examennummer: 93071 Datum: 14 december 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 10 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: 20 meerkeuzevragen (maximaal
Nadere informatieTijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!
PROEFWERK NATUURKUNDE KLAS 5 ROEFWERK H10 + H6 10/3/2009 Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave
Nadere informatieTENTAMEN THERMODYNAMICA voor BMT (8W180) Maandag 20 November van uur. Dit tentamen omvat 4 opgaven, die alle even zwaar meetellen.
TENTAMEN THERMODYNAMICA voor BMT (8W180) Maandag 20 November van 14.00 17.00 uur. Dit tentamen omvat 4 opgaven, die alle even zwaar meetellen. Als u vastloopt in een sub-vraag, kunt u voor het vervolg
Nadere informatieWoensdag 24 mei, uur
-- ~--------- -- --- -~~-~=============--- EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN OORTGEZET ONDERWIJS IN 1978 MAO4 Woensdag 24 mei, 9.30-11.30 uur NATUUR-EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) Zie ommezijde Deze opgaven zijn
Nadere informatieMINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN VWO 2015
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRIJDAG 19 JUNI 2015 TIJD : 07.45 10.45 UNIFORM EXAMEN VWO 2015 Aantal opgaven: 5 Aantal pagina s: 6 Controleer zorgvuldig of alle
Nadere informatieExact periode Youdenplot Krachten Druk
Exact periode 10.2 Youdenplot Krachten Druk Youdenplot. De Youdenplot wordt uitgelegd aan de hand van een presentatie. Exact Periode 10.2 2 Krachten. Een kracht kan een voorwerp versnellen of vervormen.
Nadere informatiealuminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012
MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU UNFORM ENDEXAMEN MULO tevens TOELATNGSEXAMEN VWO/HAVO/NATN 200 VAK : NATUURKUNDE DATUM : DNSDAG 06 JUL 200 TJD : 09.45.25 UUR (Mulo kandidaten) 09.45.45
Nadere informatieUNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009
MINISTERIE N ONDERWIJS EN OLKSONTWIKKELING EXMENBUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN WO/HO/NTIN 2009 K : NTUURKUNDE DTUM : MNDG 06 JULI 2009 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten) 09.45
Nadere informatie1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg.
ste ronde van de 9de Vlaamse Fysica Olympiade Formules ste onde Vlaamse Fysica Olympiade 7 9de Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen
Nadere informatie[Samenvatting Energie]
[2014] [Samenvatting Energie] [NATUURKUNDE 3 VWO HOOFDSTUK 4 WESLEY VOS 0 Paragraaf 1 Energie omzetten Energiesoorten Elektrisch energie --> stroom Warmte --> vb. de centrale verwarming Bewegingsenergie
Nadere informatieOpgave 2. Voor vloeibaar water bij 298.15K en 1 atm zijn de volgende gegevens beschikbaar:
Oefenopgaven Thermodynamica 2 (29-9-2010) Opgave 1. Een stuk ijs van -20 C en 1 atm wordt langzaam opgewarmd tot 110 C. De druk blijft hierbij constant. Schets hiervoor in een grafiek het verloop van de
Nadere informatie... - Examen LEAO-LHNO-LLO-MAV0-0
- Examen LEAO-LHNO-LLO-MAV0-0 Cl) "0 C :::, ~... :::, :::, -m z Lager Economisch- en Administratief Onderwijs Lager Huishoud- en Nijverheids Onderwijs 19 Tijdvak 2 Vrijdag 17 juni 9.00-11.00 uur 88 Lager
Nadere informatieNaam: examennummer:.
Naam: examennummer:. Geef de uitwerking van de opgaven steeds op de lege zijde rechts naast de opgave. Geef duidelijk de onderdelen aan. De vragen moeten op de stencils beantwoord worden. Lever geen andere
Nadere informatieOp een veer van 10 N/m wordt een kracht van 0,55 N uitgeoefend. Hoeveel is de veer langer geworden hierdoor?
Oplossingsmodellen bij vraagstukken (uit de Did. en ped. berichten 2010-2011) Derde jaar Gegeven, gevraagd, oplossing, antwoord Op een veer van 10 N/m wordt een kracht van 0,55 N uitgeoefend. Hoeveel is
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 NATUUR- EN SCHEIKUNDE I. Zie ommezijde. Vrijdag 19 augustus,
EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 Vrijdag 19 augustus, 9.30-11.30 uur \,._, NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie
Nadere informatieMaandag 15 juni, uur
MAV0-4 Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1981 MAV0-4 Maandag 15 juni, 9.00-11.00 uur NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) Dit examen bestaat uit 10 opgaven. Bijlage: 1 antwoordblad
Nadere informatieOefenopgaven havo 5 et-4: Warmte en Magnetisme 2010-2011 Doorgestreepte vraagnummers (Bijvoorbeeld opgave 2 vraag 7) zijn niet van toepassing.
Oefenopgaven havo 5 et-4: Warmte en Magnetisme 2010-2011 Doorgestreepte vraagnummers (Bijvoorbeeld opgave 2 vraag 7) zijn niet van toepassing. Opgave 2 Aardwarmte N2-2002-I -----------------------------------------------------------------
Nadere informatieOpgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.
Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. figuur 3 De schuifweerstand is zo ingesteld dat de stroomsterkte 0,50 A is. a) Bereken het
Nadere informatieDroogijs. IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be
IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be De 3D pen laat kinderen veilig 3D objecten tekenen Door middel van LED dioden aan het uiteinde van de pen zal de inkt direct stollen,
Nadere informatieEindexamen havo natuurkunde pilot II
Eindexamen havo natuurkunde pilot 0 - II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden scorepunten toegekend. Opgave Parasaurolophus maximumscore antwoord: resonantie maximumscore Voor de grondtoon
Nadere informatieHoofdstuk 5: Gaswetten
Hoofdstuk 5: Gaswetten 5.1 Toestandsfactoren van een gas Vloeistoffen en vaste stoffen zijn weinig samendrukbaar: hun volume verandert weinig bij veranderende druk of temperatuur. Gassen zijn goed samendrukbaar:
Nadere informatieOpgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden.
Uitwerkingen Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Opmerking: in een ideaal gas hebben de moleculen wel een massa. Alleen
Nadere informatieTENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb juni :00-12:00
TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb 4100 24 juni 2011 9:00-12:00 Linksboven op elk blad vermelden: naam, studienummer en studierichting. Puntentelling: het tentamen bestaat uit 14 meerkeuzevragen en twee open
Nadere informatieNATUURKUNDE. Donderdag 5 juni, uur. MAVO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN C - niveau
MAO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN OORTGEZET ONDERWIJS IN 986 C - niveau Donderdag 5 juni, 9.00-.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit 3 opgaven Bijlage: antwoordpapier 2 Waar nodig mag bij de opgaven
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO-C NATUURKUNDE. Donderdag 13 juni, uur. MAVO-C Il
MAVO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 985 MAVO-C Donderdag 3 juni, 9.00-.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit elf opgaven Bijlage: antwoordblad 49229F-4 Waar nodig mag bij de
Nadere informatieOefentoets warmte. 2. Welk materiaal zou erg geschikt zijn om een pan van te maken?
Oefentoets warmte 1. Bij het koken van een ei wordt warmte overgedragen. Geef in een tekening aan hoe de warmte stroomt. Neem in je tekening de volgende dingen op: gasfornuis, pan, water, ei, handvat van
Nadere informatieOpgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l
Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig
Nadere informatieWoensdag 21 mei, uur
I H- ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975 Woensdag 21 mei, 14.00-17.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit
Nadere informatieTENTAMEN NATUURKUNDE
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE datum : dinsdag 27 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient
Nadere informatieOver gewicht Bepaling van de dichtheid van het menselijk lichaam.
Over gewicht Bepaling van de dichtheid van het menselijk lichaam. Inleiding. In het project Over gewicht worden gewichtige zaken op allerlei manieren belicht. In de wiskundeles heb je aandacht besteed
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 havo 2000-II
Eindexamen natuurkunde havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave Slijtage bovenleiding uitkomst: m =,87 0 6 kg Het afgesleten volume is: V = (98,8 78,7) 0-6 5200 0 3 2 = 2,090 0 2 m 3. Hieruit volgt dat m =
Nadere informatie( ) -grafiek. blijkt dat de richtingscoëfficiënt: θ 1
QUARK_4-Thema-07/8-warmte, warmtecapaciteit Blz. 2 THEMA 8: warmtecapaciteit 1 Warmtecapaciteit van een voorwerp Definitie van warmtecapaciteit De grootte van de temperatuursverandering θis recht evenredig
Nadere informatieI. Oefenvragen met het omrekenen van drukken. 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één decimaal).
Oefenmateriaal I. Oefenvragen met het omrekenen van drukken 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één a) 101.000 Pa = kpa f) 8.999 Pa = kpa b) 103.500 Pa = kpa g) 5.750 Pa = kpa c) 99.850 Pa = kpa
Nadere informatieTENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb april :00-12:00
TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb 4100 13 april 2011 9:00-12:00 Linksboven op elk blad vermelden: naam, studienummer en studierichting. Puntentelling: het tentamen bestaat uit 14 meerkeuzevragen en twee open
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2005-I
Eindexamen natuurkunde - vwo 005-I 4 Beoordelingsmodel Opgave Schommelboot uitkomst: m De slingertijd T,67, s. Dit ingevuld in de slingerformule T 7,. 9,8 Hieruit volgt: m. levert g gebruik van slingerformule
Nadere informatieHoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.
Nadere informatieDit examen bestaat uit 12 opgaven Bijlage: 1 antwoordpapier
EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWUS IN 1986 MAVO-C 1 C- niveau Dinsdag 22 april, 9.00-11.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit 12 opgaven Bijlage: 1 antwoordpapier S19276F-143 2 Waar nodig
Nadere informatieMAV04. NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Woensdag 30 augustus,
\_, EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1978 MAV04 Woensdag 30 augustus, 9.30-11.30 uur NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie
Nadere informatieQ l = 24ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 24ste Vlaamse Fysica Olympiade 1
Eerste ronde - 4ste Vlaamse Fysica Olympiade 4ste Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde. De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen met vier mogelijke antwoorden. Er is telkens
Nadere informatieHoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.2 Warmte T (K) Absolute temperatuur en warmte +273,15 273,15 T = K T Kelvin = T Celcius + 273,15 t ( C) WBE: E voor
Nadere informatiejaar: 1990 nummer: 06
jaar: 1990 nummer: 06 In een wagentje zweeft een ballon aan een koord en hangt een metalen kogel via een touw aan het dak (zie figuur). Het wagentje versnelt in de richting en in de zin aangegeven door
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS 1 24 APRIL 2013 11:00 12:45 uur MECHANICA 1 Blok en veer. (5 punten) Een blok van 3,0 kg glijdt over een wrijvingsloos tafelblad met een snelheid van 8,0 m/s
Nadere informatiei-q s m Ze geeft de warmtehoeveelheid aan die nodig is om de eenheidsmassa van de stofte doen smelten.
De meeste stoffen kunnen in de drie volgende fasen voorkomen: vaste fase, vloeibare fase en gasvormige fase. Deze drie fasen noemt men de aggregatietoestanden van de stof. Of een bepaalde stof vast, vloeibaar
Nadere informatieEXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) Vrijdag 22 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE
EXAMEN VOORBEREDEND WETENSCHAPPELJK ONDERWJS N 1975 (GYMNASUM EN ATHENEUM) Vrijdag 22 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE,, " 1: Van een fotocel is de kathode K bedekt met. een laagje metaal mefeen grensgolflengte
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS 1 17 APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45 Enige constanten en dergelijke MECHANICA 1 Twee prisma`s. (4 punten) Twee gelijkvormige prisma s met een hoek α van 30 hebben
Nadere informatieAls de trapper in de stand van figuur 1 staat, oefent de voet de in figuur 2 aangegeven verticale kracht uit op het rechter pedaal.
Natuurkunde Havo 1984-II Opgave 1 Fietsen Iemand rijdt op een fiets. Beide pedalen beschrijven een eenparige cirkelbeweging ten opzichte van de fiets. Tijdens het fietsen oefent de berijder periodiek een
Nadere informatieWoensdag 11 mei, uur
1 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 Woensdag 11 mei, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit
Nadere informatieMassa Volume en Dichtheid. Over Betuwe College 2011 Pagina 1
Massa Volume en Dichtheid Over Betuwe College 2011 Pagina 1 Inhoudsopgave 1 Het volume... 3 1.1 Het volume berekenen.... 3 1.2 Volume 2... 5 1.3 Symbolen en omrekenen... 5 2 Massa... 6 3 Dichtheid... 7
Nadere informatiealuminium 2,7 0,9 660 400 2450 0,024 ijzer 7,9 0,45 1540 270 0,012
MINISTERIE VN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENBUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN VWO/HVO/NTIN 2013 VK : NTUURKUNDE DTUM : DONDERDG 04 JULI 2013 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten)
Nadere informatieThermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven
Thermodynamica Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Academiejaar 2009-2010 Inhoudsopgave Eerste hoofdwet - deel 1 3 Oefening 1.1......................................
Nadere informatieFasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen.
Samenvatting door een scholier 873 woorden 2 maart 2016 7,6 37 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova Hoofdstuk 3 1. fasen en fase-overgangen Water komt voor als: - vaste stof (ijs) - vloeistof (vloeibaar
Nadere informatieProef Natuurkunde Warmteafgifte weerstand
Proef Natuurkunde Warmteafgifte weerstand Proef door een scholier 1229 woorden 12 december 2003 5,7 31 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Inleiding Wij hebben ervoor gekozen om ons met onze natuurkunde EXO
Nadere informatieNaam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO
Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO Bij deze toets hoort een blad met enige gegevens van stoffen. OPGAVE 1 Twee Maagdenburger halve bollen zijn tegen elkaar gezet en de lucht tussen de
Nadere informatieVAK : NATUURKUNDE DATUM : VRIJDAG 04 JULI 2008 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten) 09.45 11.45 UUR (Mulo IV kandidaten)
MNSERE AN ONDERWJS EN OLKSONWKKELNG EXAMENBUREAU UNFORM ENDEXAMEN MULO tevens OELANGSEXAMEN WO/HAO/NAN 008 AK : NAUURKUNDE DAUM : RJDAG 04 JUL 008 JD : 09.45.5 UUR (Mulo kandidaten) 09.45.45 UUR (Mulo
Nadere informatieDe verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties!
Centrale Verwarmingssysteem Uitwerking van de deelvragen 1 ) Wat zijn de Energietransformaties in het systeem? De Energietransformaties die optreden in het CV-systeem zijn a. Boven de brander c.q. in de
Nadere informatiea. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.
Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht
Nadere informatieTheorie: Temperatuur meten (Herhaling klas 2)
heorie: emperatuur meten (Herhaling klas 2) Objectief meten Bij het meten van een grootheid mag je meting niet afhangen van toevallige omstandigheden. De temperatuur die je ervaart als je een ruimte binnenkomt,
Nadere informatieDit examen bestaat uit 12 opgaven Bijlage: 1 antwoordpapier
MAVO-D 1 EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1986 D - niveau Dinsdag 22 april, 9.00-11.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit 12 opgaven Bijlage: 1 antwoordpapier 2 Waar nodig mag bij
Nadere informatieVragenbundel Eerste Ronde Editie 2013
Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vragenbundel Eerste Ronde Editie
Nadere informatieFysische Chemie Oefeningenles 1 Energie en Thermochemie. Eén mol He bevindt zich bij 298 K en standaarddruk (1 bar). Achtereenvolgens wordt:
Fysische Chemie Oefeningenles 1 Energie en Thermochemie 1 Vraag 1 Eén mol He bevindt zich bij 298 K en standaarddruk (1 bar). Achtereenvolgens wordt: Bij constante T het volume reversibel verdubbeld. Het
Nadere informatieverbrandingsgassen uit. Waarom is het gebruik van elektriciteit als energiebron niet altijd goed voor het milieu?
Luchtige auto 1p 20 De meeste auto s op de weg gebruiken als brandstof benzine, dieselolie of LPG. Tijdens het rijden stoten deze auto s schadelijke verbrandingsgassen uit. Noteer één van deze verbrandingsgassen
Nadere informatieNaam: Klas: PROEFWERK WARMTE HAVO
Naam: Klas: PROEFWERK WARMTE HAVO Opgave 1 Kees wil kaarsvet in een reageerbuis voorzichtig smelten. Hij houdt de reageerbuis daarom niet direct in de vlam, maar verwarmt de buis met kaarsvet in een stalen
Nadere informatieDe hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.
et1-stof Havo4: havo4 A: hoofdstuk 1 t/m 4 Deze opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 1 minuten ongeveer deelvragen. Oefen-examentoets et-1 havo 4 1/11 1. Een lancering.
Nadere informatieHoofdstuk 3. en energieomzetting
Hoofdstuk 3 Energie en energieomzetting branders luchttoevoer brandstoftoevoer koelwater condensator stoomturbine generator transformator regelkamer stoom water ketel branders 1 Energiesoort Omschrijving
Nadere informatieDit examen bestaat uit twaalf opgaven Bijlage: 1 antwoordblad
MAVO-D 1 EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO-D Woensdag 8 mei, 9.00-11.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit twaalf opgaven Bijlage: 1 antwoordblad Waar nodig mag bij de volgende
Nadere informatieEn wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?
Dichtheid Als je van een stalen tentharing en een aluminium tentharing wilt weten welke de grootte massa heeft heb je een balans nodig. Vaak kun je het antwoord ook te weten komen door te voelen welk voorwerp
Nadere informatieHoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT. Figuur 4.1: Smelten zuivere stof
Hoofdstuk 4: Dampen 4.1 AGGREGATIETOESTANDEN 4.1.1 SMELTEN EN STOLLEN SMELTPUNT Wanneer we een zuivere vaste stof (figuur 4.1) verwarmen zal de temperatuur ervan stijgen. Na enige tijd wordt de vaste stof
Nadere informatieNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur
NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE Tweede ronde - theorie toets 21 juni 2000 beschikbare tijd : 2 x 2 uur 52 --- 12 de tweede ronde DEEL I 1. Eugenia. Onlangs is met een telescoop vanaf de Aarde de ongeveer
Nadere informatie