Aansluiting van fotonen- en elektronenbundels in de radiotherapie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aansluiting van fotonen- en elektronenbundels in de radiotherapie"

Transcriptie

1 Aansluiting van fotonen- en elektronenbundels in de radiotherapie Jacqueline den Hartogh, januari 2011 AMC, Radiotherapie, subgroep Klinische Fysica Beoordelaars: Niek van Wieringen, Karel van Ingen Tweede beoordelaar: Kees Koedooder Verslag van Bachelorproject Natuur- en Sterrenkunde, omvang 18 EC. Uitgevoerd in de periode tot FNWI, UvA

2

3 Samenvatting Sinds 2008 heeft kanker hart- en vaatziekten ingehaald op de lijst van meest voorkome doodsoorzaken in Nederland. In 2008 is bij personen voor het eerst kanker aangetoond en dit getal stijgt elk jaar. Radiotherapie wordt als behandeling bij ongeveer 1/3 van de patiënten ingezet. Om kanker te genezen is een bepaalde hoeveelheid (dosis) straling nodig. In het AMC kan de straling waarmee patiënten worden bestraald bestaan uit fotonen, het meest gebruikelijke, en elektronen. Door fotonen en elektronen te combineren zijn behandelingen met een ander type dosisverdeling mogelijk dan bij behandeling van alleen fotonen of alleen elektronen. Beide typen bundels worden geproduceerd met een lineaire versneller. Het planningssysteem van het AMC, dat de dosisverdeling berekent, kan sinds een paar maanden elektronen plannen en onduidelijk is nog hoe goed de berekening is. Tijdens deze stage is onderzocht hoe goed het planningssysteem de bundels berekent in vergelijking tot de bundels die uit de versneller komen. Daarnaast is onderzocht hoe de dosisverdeling eruit ziet in het gebied waarin de fotonen- en elektronenbundels op elkaar worden aangesloten. Bij het meten van de bundels uit de versneller is gebruik gemaakt van een meetopstelling om een patiënt na te bootsen. De gemeten en bereke bundels en de verschillen er tussen zijn met behulp van Matlab-programma s inzichtelijk gemaakt. Daarbij is aangegeven in welk gebied de dosis 80% of meer is van de maximale dosis, het interessegebied, en of de enkele en gecombineerde bundels voldoen aan acceptatie-criteria. Deze criteria zijn vastgesteld op een dosisafwijking van 10% en een afstandafwijking van 2mm. Gebleken is dat wanneer fotonen- en elektronenbundels elkaar raken, de berekening van de dosis in kleine delen van het interessegebied niet voldoet aan de acceptatie-criteria. Dat de berekening niet voldoet aan de acceptatie-criteria lijkt vooral te komen door de verschillen tussen de meting en berekening van de fotonenbundel. Verder geven combinaties van fotonenbundels met hoge elektronenenergieën kleinere verschillen dan combinaties met lage elektronenenergieën. De behandelingen van borsttumoren kunnen ook met de matlab-programma s inzichtelijk worden gemaakt, maar helaas niet op de meest nauwkeurige manier. Hierin zijn verbeteringen mogelijk. Wel is duidelijk dat op versneller U2 deze behandelingen niet goed genoeg kunnen worden berek. Mogelijk wel op versneller U5, dosisverdelingen voor fotonenbundels worden voor deze versneller namelijk nauwkeuriger berek dan voor versneller U2. Daarom is aan te bevelen de bundels ook te berekenen voor versneller U5, mogelijk voldoen deze wel aan de acceptatie-criteria. In ieder geval zou overwogen moeten worden of de data waarmee het planningssysteem dosisverdelingen voor de U5 berekent ook niet moeten worden gebruikt om dosisverdelingen voor de U2 te berekenen.

4

5 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 2 Theorie Interacties Dosimetrie Bundelkarakteristieken PDD s Penumbra Isodosislijnen Materiaal en methode Materiaal Methode Resultaten Enkele bundels Fotonen Elektronen Twee aansluite bundels Combinatie van fotonen en E06/E15, SSD100, Gantryhoek Combinatie van asymmetrische fotonen en E06/E15, SSD100, Gantryhoek Combinatie van fotonen en E06/E15, SSD105, Gantryhoek 0, 5cm asym Combinatie van asymmetrische fotonen en E06/E15, SSD105, Gantryhoek Conclusie Mamma s Discussie 35 6 Conclusie 38 A Begrippenlijst 40 B Matlab-programma s 41 B.1 Data verwerken B.2 Isodosislijnen-grafiek B.3 Percentage verschil-grafiek B.4 Gamma-grafiek B.5 Mamma s C Populair wetenschappelijk artikel 55

6

7 1 Inleiding Sinds 2008 heeft kanker hart- en vaatziekten ingehaald op de lijst van meest voorkome doodsoorzaken in Nederland [1]. In 2008 is bij personen voor het eerst kanker aangetoond en dit getal stijgt elk jaar. Ongeveer 50% van de kankerpatiënten geneest en dit getal wordt ook langzaam steeds groter, onder andere doordat diagnostische methoden (CT, MRI, PET) beter worden [2]. Hierdoor worden vaker tumoren gevonden voor er uitzaaiingen zijn, zogenaamde primaire tumoren. Bovien zijn de tumoren beter te lokaliseren, waardoor de behandeling nauwkeuriger kan worden uitgevoerd en overlevingskansen groter worden. De behandeling van tumoren bestaat uit drie mogelijkheden, die indien nodig gecombineerd kunnen worden: chirurgie, chemotherapie en radiotherapie. Radiotherapie wordt momenteel bij ongeveer 1/3 van de patinten ingezet bij de eerste behandeling. Daarnaast wordt het bij ongeveer evenveel patiënten ingezet om pijn te verminderen [3]. Werking radiotherapie De werking van radiotherapie is gebaseerd op de schade die ionisere straling aanbrengt op DNA. De ionisere straling komt uit een deeltjesversneller, in het AMC is dat een lineaire versneller. Wanneer ionisere straling weefsel binnentreedt, zal het weefsel ioniseren. Hierbij komen vrije radicalen vrij, die de DNA-helix kunnen beschadigen. Wanneer beide strengen in de DNA-helix op gelijke hoogten beschadigd zijn, kan de cel zich niet meer delen en sterft hij af. Hierdoor wordt de tumor kleiner. Dat radiotherapie toch niet altijd tot genezing leidt, heeft te maken met een aantal factoren. Ten eerste moet het weefsel rondom de tumor zoveel mogelijk gespaard worden, vanwege het verslechteren van groei en functie van de behandelde gebieden en de mogelijkheid tot het onstaan van nieuwe tumoren in de behandelde gebieden. Ten tweede is elke cel in staat zich te repareren: niet iedere beschadigde cel gaat dood. Toch werkt radiotherapie en dit komt vooral doordat gezond weefsel minder gevoelig is voor ionisere straling dan tumorcellen. Het verschil zit in de frequentere deling van tumorcellen ten opzichte van gezonde cellen. Tijdens de deling, zie het figuur 1, zijn cellen gevoeliger voor vrije radicalen. Bovien zijn tumorcellen minder goed in staat zich te repareren [4]. Figuur 1 Radiotherapie in het AMC In het AMC kan de ionisere straling bestaan uit fotonen, het meest gebruikelijk, en elektronen. Fotonen hebben een lage dosis op de huid, maar geven hun dosis af totdat ze het lichaam verlaten. Elektronen hebben een hogere huiddosis en gaan minder diep het menselijk lichaam in. Hierdoor kan gezond, diepligg weefsel gespaard worden, terwijl ondiepe tumorcellen nog wel behandeld worden. Door fotonen en elektronen te combineren zijn dus behandelingen met een ander type dosisverdeling mogelijk dan bij behandeling met alleen fotonen of alleen elektronen. De behandelingen in het AMC worden voor aanvang doorgerek (ook wel gepland ). Dit betekent dat wordt berek met het planningssysteem uit hoeveel bundels ionisere straling vanaf welke hoek en met welke energie de behandeling zal bestaan. Het planningssysteem van het AMC kan sinds een paar maanden elektronen plannen, maar onduidelijk is nog hoe goed de planning is, vooral aan de randen van de bundel. Daarom worden tot nu toe alleen eenvoudige behandelingen gepland, bestaande uit een 1

8 enkele elektronenbundel. Het probleem bij het combineren van fotonen- en elektronenbundels zit in de randen van de bundels. De intensiteit van de bundel is vrijwel constant, behalve aan de randen (of penumbra), waarin de intensiteit afneemt. De penumbra verschilt voor fotonen en elektronen, de helling van beide is anders, zie figuur 2. Door de verschillen in helling ontstaan in het gebied waarin de bundels op elkaar worden aangesloten ongewenste over- en onderdoseringen. Het precies beschrijven van deze penumbra en dus ook van de over- en onderdosering is lastig. Figuur 2: Fotonenpenumbra is blauw, elektronenpenumbra rood, de som van beide groen. De twee penumbra s zijn op elkaar aangesloten op x=0. Het doel van de stage bestaat daarom uit twee delen: Het inzichtelijk maken van de precieze dosimetrie van het aansluitingsgebied van fotonen en elektronen; Het inzichtelijk maken van de nauwkeurigheid van het planningssysteem voor hetzelfde aansluitingsgebied, door vergelijken van meting en berekening. Om dit te kunnen doen, zijn er metingen gedaan bij een versneller, planningen gemaakt in het planningssysteem en programma s geschreven om deze data te verwerken en te vergelijken. In de appix is een begrippenlijst opgenomen. 2

9 2 Theorie Om te begrijpen waarom de penumbra van fotonen en elektronen van elkaar verschillen, wordt hieronder uitgelegd wat voor interacties fotonen en elektronen aangaan met weefsel. Hierna wordt dosimetrieterminologie geïntroduceerd, om de bundel en de penumbra goed te kunnen omschrijven. Dit wordt gevolgd door het beschrijven van bundels en de bundelkarakteristieken. 2.1 Interacties Fotonen De waarschijnlijkheid van het soort interactie dat fotonen aangaan met weefsel is afhankelijk van de fotonenergie en het gemiddelde atoomnummer in het weefsel. In figuur 3a is te zien dat de drie meest voorkome interacties het photoelectrisch effect, het compton effect en paarvorming zijn. Voor weefsel, met een gemiddelde Z-waarde van 7,5 en fotonen in de orde van mega elektronvolt, is het Compton effect dominant. Wanneer de fotonenbundel het weefsel binnen gaat, zal de intensiteit I daarvan verzwakken volgens I(x) = I 0 e µ x waarbij x de diepte is in het weefsel en µ staat voor de verzwakkingscoëfficient, afhankelijk van fotonenergie en atoomnummer van het medium. Deze verzwakking wordt veroorzaakt door het Compton effect tussen de fotonen en het weefsel. Het foton ondergaat een inelastische botsing met een elektron, waardoor het elektron een deel van de fotonenergie overneemt en onder een bepaalde hoek verstrooit. Er geldt voor een gegeven θ: hoe groter de fotonenergie, hoe kleiner φ [5], zie figuur 3b. (a) Een overzicht van de meest voorkome interacties tussen fotonen en het medium [5]. (b) Er geldt: hoe groter de fotonenergie, hoe kleiner φ. Bron: hyperphysics.phy astr.gsu.edu/hbase/quantum/compeq.html Figuur 3 Elektronen De geladen deeltjes geven hun energie af via Coulomb interacties, interacties tussen geladen deeltjes onderling. De twee meest relevante zijn: Coulomb interactie tussen elektronen en baanelektronen. 3

10 Een botsing tussen versnelde elektronen en baanelektronen in het weefsel kan leiden tot ionisatie van het atoom, waarbij een baanelektron vrijkomt van het atoom, zie figuur 4. Deze vrijgemaakte elektronen worden secundaire elektronen genoemd, de elektronen in de bundel zijn primaire elektronen. Ionisatie leidt tot energieverlies van de elektronenbundel en kan worden beschreven door mass collision stopping powers, een maat voor het verlies aan kinetische energie per eenheid afgelegde weg. Figuur 4 Coulomb interactie tussen elektronen en kern. Deze interactie leidt tot bremsstrahlung: het afremmen van het elektron bij uitstoting van een foton (secundair deeltje). Dit energieverlies wordt beschreven met mass radiative stopping powers. Wat betreft de hoekverdeling voor de vrijgekomen fotonen geldt: hoe hoger de snelheid en dus de energie van het elektron, hoe meer de vrijgekomen fotonen met de bundel meebewegen. 2.2 Dosimetrie Om de eigenschappen van een ionisere bundel te kunnen omschrijven, zijn verschille grootheden en eenheden gedefinieerd. De belangrijksten worden hieronder beschreven. Kerma Kerma staat voor kinetische energie vrijgekomen per massa-eenheid. Deze grootheid is gedefinieerd als de gemiddelde energie overgebracht van ongeladen deeltjes naar het medium per massa-eenheid: K = de tr dm en bestaat uit twee delen. K col staat voor het energieverlies door botsingen tussen fotonen en elektronen. Fotonen kunnen door interactie met het weefsel elektronen vrijmaken, waardoor de fotonen energie verliezen. Wanneer de fotonen een hoge energie hebben, worden elektronen met ook een hoge energie vrijgemaakt die een grotere range hebben en een gedeelte van hun energie buiten het interessegebied afstaan, door bremsstrahlung. Dit gedeelte van kerma wordt K rad genoemd. Beide delen opgeteld geeft K. Geabsorbeerde dosis Geabsorbeerde dosis is gedefinieerd als de gemiddelde energie overgedragen van geladen deeltjes aan weefsel per massa-eenheid in een gedefinieerd eindig volume: D = dɛ gem dm ɛ gem is de som van de energie van alle deeltjes die het volume binnengaan, minus de som van de energie van alle deeltjes die het volume uitgaan. Hierbij geldt dat de secundaire geladen deeltjes hun energie afgeven in een bepaalde range. Dus de energieoverdracht beschreven met kerma vindt niet op dezelfde plek plaats als de energieoverdracht van de geladen deeltjes naar het weefsel (geabsorbeerde dosis). Een bepaald gedeelte van K col, afhankelijk van de diepte, is de geabsorbeerde dosis. 4

11 Stopping powers Het energieverlies van elektronen wordt beschreven met stopping powers. Deze zijn gedefinieerd als het gemiddelde energieverlies van de geladen deeltjes per padlengte-eenheid, gedeeld door de dichtheid van het medium. De stopping powers worden bepaald door de kernlading van het medium en de energie van het elektron [6]. 2.3 Bundelkarakteristieken PDD s De opgenomen dosis in weefsel als functie van de diepte op de centrale bundelas wordt beschreven met de PDD, procentuele diepte dosis. Hierbij wordt de maximale dosis (Dmax) gelijk gesteld aan 100%. De bijbehore diepte in het weefsel wordt dmax genoemd. De PDD verschilt voor onder andere verschille deeltjes, energieën, afstand tussen bron en doel (SSD) en hoek van inval. Fotonen De huiddosis (op diepte d =0) is niet 0, omdat er altijd elektronen aanwezig zullen zijn in de bundel. Het gebied tot dmax is het opbouwgebied, zie figuur 5(a). In dit gebied geldt dat de opgenomen dosis lager is dan het energieverlies van de fotonen door interacties met het weefsel (K col ). Dit komt omdat de secundaire deeltjes hun energie verliezen in een bepaalde range, niet op een plek. Ook wordt veel bremsstrahlung geproduceerd. Deze bremsstrahlung blijft binnen het meetgebied, omdat de verstrooiingshoek klein is. Op dmax is K col gelijk aan de opgenomen dosis. Dit komt doordat de opgenomen dosis steeds groter wordt, omdat een steeds grotere groep secundaire deeltjes daaraan bijdraagt. Daarnaast wordt K col steeds kleiner, omdat de intensiteit van de bundel afneemt met de diepte: er zijn steeds minder fotonen die energie kunnen verliezen. Na dit evenwichtspunt begint het gebied waarin beide ongeveer even groot zijn. De bremsstrahlung die wordt geproduceerd verdwijnt in ongeveer even grote hoeveelheden uit het meetgebied, omdat de fotonen steeds meer worden verstrooid [7]. (a) PDD van fotonen. Kenmerken zijn: lage dosis op de huid en hoge dosis op grote diepte. (b) PDD van elektronen. Kenmerken zijn: hoge dosis op de huid en lage dosis op grote diepte. Figuur 5 Elektronen De vorm van de PDD van een elektronenbundel verschilt van de PDD van een fotonenbundel, zie figuur 5(b). Allereerst is duidelijk dat de huiddosis bij elektronen hoger is dan bij fotonen. Dit is te verklaren doordat bij elektronen de primaire deeltjes al energie kunnen afgeven aan het weefsel, terwijl bij fotonen er eerst secundaire, ionisere deeltjes moeten worden geproduceerd. Tot Dmax neemt de dosis toe, omdat er secundaire, ionisere deeltjes worden vrijgemaakt uit het weefsel die ook bijdragen aan de dosis. Daar komt nog bij dat de elektronen gelijk in het weefsel verstrooien, waardoor er steeds meer bot- 5

12 singen per mm diepte zijn. Over het algemeen geldt: hoe groter de verstrooiing, hoe sneller Dmax wordt bereikt en hoe groter het verschil tussen Dmax en de huiddosis zal zijn. Diepte dmax is het keerpunt, vanaf dit punt hebben steeds meer (primaire en secundaire) elektronen niet meer genoeg energie om secundaire deeltjes vrij te maken en om energie af te geven aan het weefsel. De dosis neemt dan ook snel af, tot bijna nul. De staart van de PDD wordt veroorzaakt door bremsstrahlungfotonen, geproduceerd tussen de kop van de versneller en de bereikte diepte. Deze fotonen zorgen voor de productie van een klein aantal elektronen die in staat zijn energie af te geven aan het weefsel [8] Penumbra De penumbra van een bundel is het gebied aan de zijkanten van de bundel, waarin de dosis afneemt van 80% naar 20%. De profielen in figuur 7 zijn van een fotonenbundel (links) en een elektronenbundel (rechts), beide gemeten op dezelfde diepte. Het is duidelijk dat de penumbra s niet even breed zijn, de fotonenpenumbra is duidelijk smaller dan de elektronenpenumbra. Hierdoor zullen bij het optellen van de dosis problemen ontstaan. Tussen x = 5 en x = 0 (de kant van de fotonenbundel) zal een overdosering ontstaan, terwijl tussen x = 0 en x = 5 (de kant van de elektronenbundel) een onderdosering zichtbaar wordt. Figuur 6: Schematische weergave van aansluiting op de huid. Hierna wordt de X-as profiel genoemd. Figuur 7: De fotonenpenumbra is blauw, de elektronenpenumbra rood, de som van beide groen. De overdosering ontstaat links van het punt waarop beide elkaar raken, de onderdosering rechts daarvan. De dosis in de penumbra is afhankelijk van drie componenten. De grootste component komt door de verstrooiing van de deeltjes in het weefsel, waardoor ionisere deeltjes buiten de gedefinieerde randen kunnen komen. Hierin verschillen fotonen en elektronen het meest, waardoor de verschillen in penumbra ontstaan. De drie componenten zijn afhankelijk van soort deeltje, energie, bundelgrootte, afstand van versneller tot het weefsel en diepte in het weefsel Isodosislijnen De dosisverdeling in weefsel of fantoom is gemakkelijk inzichtelijk te maken met grafieken gevuld met isodosislijnen. Elke lijn staat in deze grafiek voor een bepaald percentage van Dmax (zie figuur 8). Deze grafieken zullen in dit verslag veelvuldig gebruikt worden om de dosisverdeling in penumbra en aansluitingen van bundels te bespreken. Figuur 8 6

13 3 Materiaal en methode 3.1 Materiaal Versneller De gebruikte versneller is een Elekta SLi, in het AMC U2 genaamd. Voor de U2 is gekozen vanwege de beschikbare tijd om te meten. De U2 is een lineaire versneller, waarin elektronen worden versneld tot de gewenste snelheid en energie is bereikt. Daarna worden de elektronen naar het uiteinde van de gantry (de kop van de versneller) geleid, waar het trefplaatje zich bevindt. Door middel van Bremsstrahlung worden hier fotonen vrijgemaakt. Deze fotonen hebben een continu energiespectrum, omdat het energieverlies van de elektronen bij productie van de bremsstrahlung kan variëren van 0 tot 100 % van de oorspronkelijke elektronenenergie. Wanneer de patiënt met een elektronenbundel bestraald moet worden, wordt het trefplaatje weggedraaid en wordt er geen Bremsstrahlung geproduceerd[9]. In de kop van de versneller worden aan de bundel geometrische eigenschappen gegeven. Zo kan het formaat van de bundel gewijzigd worden, maar ook de vorm en de positie ten opzichte van het midden van de kop. Bovien kan de gehele gantry gedraaid worden over de gantryas, waardoor de invalshoek van de bundel verandert. Bij bestraling met elektronen wordt onder de kop nog een tubus gehangen, met een insert erin. Met deze toevoegingen is de verstrooiing te beperken, wat de elektronenpenumbra smaller maakt. Waterbak De dosisverdeling wordt gemeten in een waterbak, omdat water qua absorptie en verstrooiing het dichtst in de buurt komt van menselijk weefsel (met uitzondering van long- en botweefsel). De gebruikte waterbak is een PTW MP3-M Phantom Tank en wordt gecombineerd met Mephysto software. Meetkamers Er zijn verschille meetkamers (detectoren) beschikbaar voor het meten van de dosisverdeling. Alle meetkamers zetten straling om in een elektrisch signaal dat door middel van een elektrometer en software kan worden geregistreerd. Dit omzetten kan op verschille manieren. Twee technieken worden hieronder uitgelegd, waarna wordt besproken waarom een bepaalde meetkamer is gekozen [10]. Halfgeleider meetkamers De halfgeleider meetkamer bestaat uit twee lagen silicium, een positief geladen en de ander negatief geladen, die met elkaar in contact zijn. Elektronen bewegen van de negatieve naar de positieve laag, tot een isolere laag ontstaat en de elektronen niet meer worden aangetrokken door de positief geladen laag. Wanneer nu een elektron de diode binnenvalt (zie rode lijn in figuur 9 links), zal dit elektron in de isolere laag elektronen vrijmaken door middel van ionisatie. Hoe hoger de energie van het stralingselektron, hoe meer elektronen worden vrijgemaakt en hoe hoger het elektrische signaal zal zijn. Er zijn twee soorten halfgeleider meetkamers in overweging genomen: PTW Diode E en PTW Figuur 9: De halfgeleider-meetkamer staat links afgebeeld, de ionisatie-meetkamer rechts. Beide zijn gebaseerd op hetzelfde principe, namelijk het vrijmaken van geladen deeltjes na inval van een elektron. Deze geladen deeltjes veroorzaken een stroom, die omgezet wordt in een elektrisch signaal. 7

14 60008 Diode P. Beide zijn p-type halfgeleider meetkamers, wat inhoudt dat de positieve laag wordt omhuld door een dunnere negatieve laag. De Diode P heeft nog een extra omhulsel dat laag-energetische elektronen absorbeert, omdat de diode daar extra gevoelig voor is. Ionisatie meetkamer Een ionisatie meetkamer is een ruimte gevuld met gas tussen twee elektroden waar een hoge spanning over staat. Wanneer een elektron deze ruimte betreedt (zie figuur 9 rechts) worden ionparen gevormd. Deze ionen worden aangetrokken door de elektroden, waardoor een stroom ontstaat. De ionisatie meetkamer die beschikbaar was voor de metingen, was de RK-kamer van Scanditronix. Deze kamer is vrij groot ten opzichte van de halfgeleider meetkamers, waardoor de resolutie slechter is [11]. Dit heeft vooral effect op de penumbra: hoe slechter de resolutie, hoe breder de meetkamer de penumbra meet. Daarom is gekozen voor het meten met Diode E, deze heeft een hoge resolutie en kan laag-energetische elektronen meten. Diode P is gebruikt als de referentiediode bij alle metingen. Planningssysteem Het gebruikte planningssysteem is Plato RTS v Plato maakt gebruikt van algoritmen om de dosisverdelingen te berekenen en is ingesteld met commissioningdata. Dit is een verzameling gegevens die de eigenschappen van de bundels beschrijven. Deze data is beperkt, waardoor de algoritmen een dosisverdeling zullen produceren die mogelijk afwijkt van de gemeten dosisverdeling. De commissioningdata is gemeten op SSD100, G=0. Dit betekent dat het kleinste verschil tussen meting en berekening kan worden verwacht bij bundels met deze instelvariabelen. Bovien gebruikt Plato alleen de beperkte commissioningdata om profielen te berekenen, met behulp van algoritmen. Hierdoor zal er altijd een verschil mogelijk zijn tussen de bereke en gemeten profielen. De U2 commissioning-data voor elektronen is gemeten met een halfgeleider detector, maar die voor fotonen met de RK-kamer. 3.2 Methode Instelvariabelen Alle bundels die voor dit onderzoek zijn gebruikt, hebben een grootte van 10 x 10 cm aan het oppervlak van de waterbak. Er is gemeten op zes verschille energieniveau s voor elektronen en twee energiespectra voor fotonen. De fotonen zijn opgewekt met een equivalente versnellerspanning van 6MeV (hierna 6MV genoemd) en 10MeV (hierna 10MV genoemd). Elektronen zijn gemeten op 4MeV, 6MeV, 8MeV, 10MeV, 12MeV en 15MeV. Verder zijn metingen gedaan op verschille SSD s, namelijk 100cm, 105cm en 110cm. Ook is de gantryhoek een variabele: er is gemeten met een hoek van 0 graden, 10 graden en 20 graden. Fotonenbundels zijn ook asymmetrisch gemeten (zie figuur 10a, de penumbra aangegeven met de pijlen is gebruikt), waarbij de positie ten opzichte van het midden van de kop, x=0, wordt gevarieerd. (a) Van links naar rechts zijn hier de symmetrische, 5cm asymmetrische en de 10cm asymmetrische fotonenbundels weergegeven. De penumbra boven de pijlen is gebruikt in dit onderzoek. (b) Schematische weergave van de meetrichtingen (bovenaanzicht). Figuur 10 8

15 Profielen Alle profielen met een gantryhoek van 0 graden zijn gemeten in de GT-richting in de waterbak, zie figuur 10b voor uitleg over de meetrichtingen. Ondanks dat in de GT-richting meer ruis zichtbaar is dan in de AB-richting, is hiervoor gekozen omdat in de GT-richting de asymmetrische velden ook gemeten kunnen worden en in de AB-richting niet. Bundels onder gantryhoeken groter dan 0 zijn wel in de AB-richting gemeten. De verschille diepten waarop voor alle energieën gemeten is, zijn zo gekozen dat de vorm van de PDD na te bootsen is met de gemeten profielen. De gekozen meetdiepten zijn (in mm): 1, 2, 5, 10, 15, 20, 25, 30, 35, 40, 45, 55, 65, 75. Vanwege het verschil in dracht, zijn bij elektronen profielen voor de verschille energieën gemeten tot verschille diepten: E04MeV tot 20mm, E06MeV tot 30mm, E08MeV tot 40mm, E10MeV tot 55mm, E12MeV tot 65mm, E15MeV tot 75mm, X06MV tot 75mm en X10MV tot 75mm. Data evaluatie Om de gemeten en bereke data te verwerken zijn programma s geschreven in Matlab. Een om de data te verwerken en meerdere voor het maken van verschille grafieken. Daarnaast zijn speciale programma s geschreven om de huidige behandelingen inzichtelijk te maken. In elk plot-programma is het relatieve gewicht van bundels variabel, net als de positie van de elektronenbundel ten opzichte van de fotonenbundel. Langs de y-as van de grafieken staat de meetdiepte. Deze is variabel per elektronenenergie en dus zal een grafiek van E06 gaan tot 30mm diep, terwijl een grafiek van E15 zal gaan tot 75mm diep. De code van de programma s is te vinden in Appix A, daar wordt ook uitgebreid uitgelegd wat er precies gebeurt wanneer een programma wordt gestart. Hieronder worden de programma s kort beschreven. Verwerken data Met dit programma worden de gemeten en bereke profielen klaar gemaakt voor de plot-programma s. Dit betekent dat de profielen worden genormeerd naar de PDD en vervolgens wordt de gehele data-set verschoven, zodat sets op de huid op elkaar aangesloten kunnen worden. De fotonenbundel is altijd links in de grafiek gepositioneerd en de elektronenbundel rechts, met de penumbra in het midden. Aangezien alleen het aansluitingsgebied voor dit onderzoek relevant is, wordt niet het gehele profiel getoond, maar alleen een penumbra en een gedeelte van het centrum van de bundel. De profielen gaan van -30mm tot 30mm, waarbij de penumbra rond de 0 ligt. De penumbra van alle data-sets moeten in hetzelfde gebied liggen, zodat de aansluiting op huiddosis op een eenvoudige manier te verwezelijken is. Dit betekent dat de profielen op dezelfde manier moeten worden verschoven naar een referentiepunt in de matrix, profiel=0 mm. Om dit te verwezenlijken wordt 50% van Dmax in het profiel het dichtst bij dmax naar x=0 geschoven. Daarna wordt de huiddosis op x=0 geschoven. De formule die hiervoor wordt gebruikt, is gebaseerd op driehoeken met gelijke hoeken, zie figuur 11. De gele driehoek heeft dezelfde verhoudingen als de witte, waardoor de verschuiving (shift) gelijk is aan 50% van de bundelbreedte*diepte/ssd. Bereke en gemeten bundels worden onafhankelijk van elkaar verschoven. Figuur 11 Isodosislijnen plotten De dosisverdeling van de gekozen bundels wordt bij elkaar opgeteld, waarbij de gewichten van de bundels 9

16 en de eventuele verschuiving worden meegenomen in de berekening. Het gewicht dat aan een bundel wordt meegegeven beïnvloedt Dmax: wanneer als gewicht 0.8 wordt meegegeven, wordt Dmax 80%, bij een gewicht van 1.1 wordt Dmax 110% etc. Daarnaast moet een keuze worden gemaakt tussen het plotten van de gemeten of de bereke data. De output is een contourplot van isodosislijnen met een stapgrootte van 10% dosis ten opzichte van Dmax. Verschil tussen meting en berekening berekenen en plotten Het verschilpercentage tussen gemeten en bereke data wordt berek ten opzichte van de bereke data. De gebruikte formule voor het berekenen van de verschillen is: V erschil = Meting P lanning Dmax 100% Dmax is gelijk aan 100% keer het gewicht dat aan de bundel is toegek(want de data is genormeerd naar 100%), waardoor de formule dus ook is te schrijven als: V erschil = Meting P lanning grootste gewicht toegek aan bundels De output is een contourplot met een stapgrootte van 5% verschil tussen meting en berekening. Gamma-analyse uitvoeren en resultaat plotten Gamma-evaluatie is ontwikkeld om inzichtelijk te maken of de fout tussen meting en berekening zit in een verkeerd algoritme of dat het algoritme goed is, maar de positie van de dosisverdeling niet. Hierbij wordt gekeken of het verschil tussen meting en berekening valt binnen ingestelde acceptatie-criteria. Om dit te bepalen wordt een punt in de meting niet alleen vergeleken met datzelfde punt in de berekening, maar met een gehele matrix om dat punt heen. De gebruikte formule is: Γ = r 2 r 2 + D2 D 2 waarbij r de afstand en D het dosisverschil is tussen de twee punten. r en D zijn de acceptatie-criteria [13]. Als de Γ is bepaald voor de gehele matrix om een punt heen, wordt de minimale Γ-waarde van deze matrix bepaald. Deze minimale waarde, γ wordt uiteindelijk geplot. Wanneer deze waarde onder de 1 ligt, voldoet de berekening aan de acceptatie-criteria. De output is een contourgrafiek met een stapgrootte van 1 3. Het gebied waarin de dosis gelijk is aan of hoger is dan 80% is het interessegebied. Daarom is in de grafiek aangegeven waar 80% van Dmax wordt bereikt, met een dikke zwarte lijn. 10

17 4 Resultaten Bij alle grafieken zal de fotonenbundel aan de linkerkant liggen en de elektronenbundel rechts. De penumbra kan zover uitwaaieren dat de bundels elkaar overlappen. Allereerst wordt van enkele bundels de dosisverdeling geplot, daarna volgt de verschil-grafiek tussen meting en planning en dan een gammaevaluatie. Als laatste volgt een conclusie. Daarna volgt eenzelfde sectie met gecombineerde fotonen- en elektronenbundels. 4.1 Enkele bundels Fotonen X06 en X10, metingen, SSD100, Gantryhoek 0 In figuur 12 zijn de isodosislijnen-grafieken te zien van twee gemeten bundels op SSD100 met een gantryhoek van 0 graden. De afgebeelde bundel in 12a is X06, de bundel in 12b is X10. Een groot verschil is te zien in het opbouwgebied: bij X06 loopt de dosis in dit gebied sneller op dan bij X10. Bovien is de penumbra smaller bij X06 dan bij X10. (a) Isodosislijnen-grafiek van X06, SSD100 G=0 (meting) (b) Isodosislijnen-grafiek van X10, SSD100 G=0 (meting) Figuur 12 In figuur 13 zijn de %-grafieken van beide gemeten bundels ten opzichte van de bereke bundels weergegeven. Te zien is dat in het opbouwgebied bij X10 het verschil tussen de berekening en de meting kleinere waarden aanneemt dan bij X06. Het gebied waarbinnen de berekening meer dan 5% van de meting verschilt is wel groter bij X10 dan bij X06. 11

18 (a) %-grafiek meting en berekening van X06, SSD100, G=0 (b) %-grafiek meting en berekening van X10, SSD100, G=0 Figuur 13 Figuur 14 laat de gamma-grafieken zien van beide bundels. Wat opvalt is dat bij beide bundels het interessegebied, waarbinnen de dosis minimaal 80% is van Dmax, goed genoeg wordt berek. (a) Gamma-analyse van X06, SSD100, G=0 (b) Gamma-analyse van X10, SSD100, G=0 Figuur 14 Hoe hoger de fotonenergie, hoe meer energie kan worden overgedragen aan elektronen via het Comptoneffect en hoe hoger de dosis kan worden tov de huiddosis. Dit is terug te zien in figuur 12: fotonen met een energie van 10M ev (X10) hebben een lager percentage van Dmax als huiddosis dan dat fotonen met een energie van 6M ev (X06) dat hebben. Daarnaast worden de vrijgemaakte elektronen bij hogere fotonenergieën met een kleinere hoek verstrooid, zodat de dosis bij hogere fotonenergieën zich langzamer opbouwt tot Dmax. Er zijn wel meer secundaire deeltjes bij hogere fotonenergieën, waardoor de deeltjes vaker worden verstrooid en de penumbra dus breder wordt. Ook hebben de deeltjes een hogere gemiddelde energie, waardoor ze een grotere dracht hebben. Zoals beschreven in de sectie over het planningssysteem, zijn de commissioningdata van de fotonen- en elektronenbundels gemeten met verschille meetkamers. De U2 commissioning-data voor elektronen is gemeten met een halfgeleider detector, maar die voor fotonen met een (grotere) RK-kamer. Vanwege de onnauwkeurigheid van de RK-kamer, zal er altijd een verschil zichtbaar zijn tussen de gemeten en bereke fotonenbundels. Deze verschillen zullen vooral te vinden zijn in de penumbra, wat te zien is in figuur 13. Bij X06 is het verschil hoger dan bij X10, wat komt door de smallere penumbra van X06. Duidelijk is dat de dosis in de penumbra boven dmax te laag wordt gepland en onder dmax te hoog. Hierdoor is een overdosering zichtbaar in de penumbra voor Dmax en een onderdosering in de penumbra na Dmax. Deze onnauwkeurigheid in de commissioningdata wordt hierna het meetkamer-probleem genoemd. 12

19 De dikke zwarte lijnen in figuur 14 geven aan dat daarbinnen de dosis 80% of hoger is van Dmax. Wanneer de gamma kleiner is dan 1, voldoet de berekening aan de ingestelde acceptatiecriteria van D=10% en r=2mm. Dit is bij X06 en X10 het geval binnen de zwarte lijnen, het interessegebied. De grotere gamma daarbuiten is toe te wijzen aan de gebruikte meetkamer voor de commissioningdata. X06, metingen, SSD100, Gantryhoek 0, symmetrisch/asymmetrisch In figuur 15 zijn de isodosislijnen-grafieken te zien van de gemeten bundels met als instelvariabelen X06, SSD100 onder een gantryhoek van 0 graden, waarbij de bundel in figuur 15b 10 cm verschoven is ten opzicht van de centrale bundelas, zie figuur 10a. De veranderde hoek van inval is het grootste verschil tussen beide bundels. (a) Isodosislijnen-grafiek van X06, SSD100 G=0 (meting) (b) Isodosislijnen-grafiek van X06, SSD100 G=0, 10cm asym (meting) Figuur 15 De veranderde invalshoek bij de asymmetrisch verschoven bundel zorgt ervoor dat de grootste verschillen tussen meting en berekening zijn verplaatst ten opzichte van de locatie bij de symmetrisch ingestelde bundel, wat duidelijk zichtbaar is in de %-grafieken van figuur 16. De verschillen tussen meting en berekening zijn bij de 10cm verschoven bundel kleiner in het opbouwgebied, maar groter in de penumbra. (a) %-grafiek meting en berekening van X06, SSD100, G=0 (b) %-grafiek meting en berekening van X06, SSD100, G=0, 10cm asym Figuur 16 De veranderingen in de %-grafieken bij verschuiving van de bundel komen terug in de gamma-grafieken van figuur 17: de gamma-waarden van de verschoven bundel in het opbouwgebied zijn kleiner en in de penumbra groter dan de symmetrische bundel. 13

20 (a) Gamma-analyse van X06, SSD100, G=0 (b) Gamma-analyse van X06, SSD100, G=0, 10cm asym Figuur 17 Door de fotonbundel te verschuiven, verandert de invalshoek van de bundel. Dit is duidelijk zichtbaar in figuur 15, de penumbra van de 10 cm asymmetrische bundel heeft een andere richting dan de symmetrische en is licht gekanteld (met de klok mee). Bovien is het opbouwgebied iets breder bij de asymmetrische bundel. Ook in figuur 16 is het meetkamer-probleem zichtbaar, maar minder duidelijk bij de asymmetrische dan bij de symmetrische. Dit is te danken aan de bredere penumbra. Verder valt op dat de onderdosering van de meting ten opzichte van de berekening veel groter is geworden, terwijl de overdosering minder is geworden. In figuur 17 is te zien dat ook de asymmetrische bundel goed genoeg wordt berek: binnen het interessegebied is de gamma lager dan 1. Doordat het opbouwgebied breder is, is de gamma daar lager dan bij de symmetrische bundel. X06, metingen, SSD100 en SSD105, Gantryhoek 0, 5cm asym In figuur 18 staan de isodosislijnen-grafieken van twee X06-bundels, beide 5cm verschoven en gemeten onder een gantryhoek van 0 graden. De bundel in figuur 18a is gemeten op SSD100, de bundel in figuur 18b op SSD105. Afgezien van de meetfout in figuur 18a rond diepte=-35mm, zijn de verschillen tussen beide bundels klein. Het opbouwgebied in figuur 18b is net iets breder dan in figuur 18a. (a) Isodosislijnen-grafiek van X06, SSD100 G=0, 5cm asym (meting) (b) Isodosislijnen-grafiek van X06, SSD105 G=0, 5cm asym (meting) Figuur 18 De verschillen tussen de bijbehore %-grafieken in figuur 19 zijn niet groot, wel is het verschil tussen meting en berekening kleiner in het opbouwgebied bij de bundel gemeten op SSD105. Verder is het 14

21 verschil tussen de gemeten en bereke penumbra groter in figuur 19b. (a) %-grafiek meting en berekening van X06, SSD100, G=0, 5cm asym (b) %-grafiek meting en berekening van X06, SSD105, G=0, 5cm asym Figuur 19 Zoals te verwachten na het zien van de %-grafieken, zijn de gamma-waarden in figuur 20b hoger in de penumbra en lager in het opbouwgebied dan in figuur 20a. (a) Gamma-analyse van X06, SSD100, G=0, 5cm asym (b) Gamma-analyse van X06, SSD105, G=0, 5cm asym Figuur 20 Het enige verschil tussen de twee grafieken in figuur 18 is het iets bredere opbouwgebied van de bundel op SSD105. De achtergrond van dit verschil tussen SSD s is te verklaren door de kwadratenwet: in radiotherapie wordt de focus in de versneller vaak een puntbron verondersteld te zijn. De puntbron produceert een divergente bundel, die in de kop van de versneller een vierkante vorm krijgt. Op afstand f a tot de bron heeft deze vierkante bundel assen van a lang, zie figuur

22 Figuur 21: Schematische weergave kwadratenwet. Bron: syllabus hfst 6, fig 6.2 Er geldt a f a f b en dus a b = fa f b, vanwege de gezamenlijke hoek beta tussen de afstand en zijde van het vierkant. Dit betekent dat bij een grotere SSD de bundel relatief minder snel afneemt met de diepte dan bij een bundel met een kleinere SSD, want de verhouding is kleiner dan 110. Hierdoor begint de penumbra bij hogere SSD breder dan bij lagere SSD, maar waaiert die minder snel uit. Het verschil tussen beide verhoudingen is niet groot, waardoor het verschil in de penumbra ook niet erg groot is. De afwijking in figuur 18a komt door een meetfout, zie ook figuur 19a en 20a. De berekening verschilt weinig van de meting bij hogere SSD s, zie figuur 19. Het opbouwgebied wordt niet alleen beter berek dan de asymmetrische bundel op SSD100, maar ook beter dan bij de symmetrische bundel, zie figuur 12a. De penumbra van de bundel wordt echter slechter berek. De gamma-waarden in het gehele interessegebied zijn onder de 1, zie figuur 20, en dus voldoet de berekening aan de acceptatie-criteria. De gamma-waarden in het opbouwgebied zijn lager dan de gammawaarden in het interessegebied van bundels op SSD100. In de penumbra zijn de gamma-wwaarden echter groter. Dit alles is in lijn met de %-grafieken in figuur 19. = b X06, metingen, SSD100, Gantryhoek 0 en SSD105, Gantryhoek 20, 5cm asym In figuur 22 zijn de isodosislijnen-grafieken weergegeven van de X06-bundel met standaard instellingen (SSD100, gantryhoek 0 graden, symmetrisch) en een X06-bundel waarbij alle instelvariabelen zijn veranderd: SSD105, gantryhoek 20 graden en 5cm asymmetrisch. Het grootste verschil tussen beide grafieken is de veranderde invalshoek. (a) Isodosislijnen-grafiek van X06, SSD100 G=0 (meting) (b) Isodosislijnen-grafiek van X06, SSD105, G=20, 5cm asym (meting) Figuur 22 16

23 Het verschil tussen meting en berekening is kleiner in het opbouwgebied van figuur 23b dan in figuur 23a. Het verschil is juist groter in de penumbra. Dit is in lijn met de resultaten van figuur 19 en 16. (a) %-grafiek meting en berekening van X06, SSD100, G=0 (b) %-grafiek meting en berekening van X06, SSD105, G=20, 5cm asym Figuur 23 De verandering in de %-grafieken bij het variëren van alle instelvariabelen is ook duidelijk zichtbaar in de bijgehore gamma-grafieken, zie figuur 24 hieronder. (a) Gamma-analyse van X06, SSD100, G=0 (b) Gamma-analyse van X06, SSD105, G=20, 5cm asym Figuur 24 Wanneer de fotonenbundel op SSD105, 5cm asymmetrisch en met een gantryhoek van 20 graden wordt gemeten, zijn er veel verschillen zichtbaar tussen deze bundel en de bundel gemeten op SSD100, symmetrisch met een gantryhoek van 0 graden, zie figuur 22. Door de hogere SSD is het opbouwgebied breder, het meten van een asymmetrische bundel heeft tot gevolg dat de penumbra smaller is en de grotere gantryhoek zorgt voor een andere invalshoek. Het planningssysteem heeft moeite met het nauwkeurig berekenen van de scherpe penumbra, waardoor het verschil tussen meting en berekening in de zijkant van de bundel groter is in figuur 23b dan in figuur 23a. Het grotere verschil in de penumbra is mogelijk ook te verklaren door het niet nauwkeurig in kunnen stellen van de gantryhoek bij de meting. Het verschil in het opbouwgebied is juist minder groot geworden. Deze verschillen zijn ook in de gamma-grafieken van figuur 24 zichtbaar. Uit deze figuren blijkt dat het verschil tussen meting en berekening in de penumbra van de bundel te groot is om te voldoen aan de acceptatie-criteria. Wel vallen al deze verschillen buiten het interessegebied. 17

24 Conclusie Het variëren van een instelvariabele geeft bij fotonenbundels kleine verschillen in de penumbra. De penumbra is altijd scherp en de grootste verschillen ontstaan in de invalshoek van de bundel in het weefsel. Alle verschillen zijn te verklaren met de beschreven theorie en de verschillen tussen gebruikte meetkamers. Wanneer echter alle instelvariabelen worden gevarieërd, wijkt de berekening erg veel af van de meting. De %-grafieken laten grotere verschillen zien ten opzicht van elkaar dan de bijbehore isodosisgrafieken. Dit komt doordat in een smalle dosisopbouw een klein verschil tussen meting en berekening direct een groot verschil in percentage kan opleveren. De reguliere bundels (SSD100, Gantryhoek 0) worden het beste berek. De grote verschillen die de %-grafieken onderling laten zien, zijn niet zichtbaar in de bijbehore gammagrafieken. Deze grafieken lijken veel op elkaar. Alle bereke fotonenbundels voldoen in het interessegebied aan de acceptatie-criteria. Daarbuiten is in het opbouwgebied het meetkamer-probleem zichtbaar en van alle instelvariabelen, lijkt de gantryhoek het grootste verschil tussen meting en berekening op te leveren Elektronen Allereerst wordt van enkele bundels de dosisverdeling geplot, daarna volgt de verschil-grafiek tussen meting en planning en dan een gamma-evaluatie. Als laatste volgt een conclusie. De schaal van de y-as van de grafieken in deze sectie kan variëren, doordat de elektronenergieën elk tot een bepaalde diepte zijn gemeten. E06 en E15, SSD100, Gantryhoek 0 In figuur 25 zijn de isodosislijnen-grafieken weergegeven van E06 en E15, gemeten op SSD100, gantryhoek 0 graden. De penumbra en het opbouwgebied van beide bundels verschillen veel van elkaar. E15 heeft een breder opbouwgebied, maar smallere penumbra tot een diepte van 20 a 25 mm. Daarna is de penumbra van E15 juist breder. (a) Isodosislijnen-grafiek van E06, SSD100, G=0 (meting) (b) Isodosislijnen-grafiek van E15, SSD100, G=0 (meting) Figuur 25 In de %-grafieken van dezelfde bundels, zie figuur 26, is zichtbaar dat de onder- en overdoseringen van de meting ten opzichte van de berekening bij beide bundels op dezelfde plekken liggen. Bij E15 nemen de verschillen tussen meting en berekening hogere waarden aan dan bij E06. 18

25 (a) %-grafiek meting en berekening van E06, SSD100, G=0 (b) %-grafiek meting en berekening van E15, SSD100, G=0 Figuur 26 De bijbehore gamma-grafieken in figuur 27 laten zien dat ook de gamma-waarden bij E15 hoger zijn dan bij E06. (a) Gamma-analyse van E06, SSD100, G=0 (b) Gamma-analyse van E15, SSD100, G=0 Figuur 27 Hoe hoger de energie, hoe voorwaartser de verstrooiing en hoe minder Dmax verschilt van de huiddosis. Echter, hoe hoger de beginenergie, hoe langer de range en hoe meer interacties een elektron zal ondergaan als functie van de doorgedrongen diepte. Dit betekent dat bij hogere energie de penumbra eerst smaller is en daarna breder wordt dan bij lagere energieën het geval is. Dit is duidelijk zichtbaar in figuur 25. Uit de dosimetrie-grafieken kwam naar voren dat de penumbra van elektronenbundels behoorlijk smal is tot Dmax, waarna de penumbra breder wordt. Dit effect is groter bij hogere energieën. Het is duidelijk zichtbaar in figuur 26 dat dit in het planningssysteem problemen geeft, want in het opbouwgebied is het verschil tussen meting en berekening het grootst. Het algoritme dat de hellingshoek berekent is juist vanaf Dmax, tot Dmax onderschat het de dosis. In figuur 27 is te zien dat ook voor de reguliere elektronenbundels geldt dat de berekening binnen de ingestelde acceptatie-criteria valt. Wel valt op dat de gamma hogere waarden aanneemt bij hogere energieën en dit is consequent met de %-grafieken. Echter omdat de gamma lager is dan 1 in de gehele grafiek, kunnen we toch concluderen dat de algoritmen voldoe nauwkeurig zijn. E10, SSD 100 en 110, Gantryhoek 0 Figuur 28 zijn de isodosislijnen-grafieken te zien van twee E10-bundels, gemeten onder een gantryhoek van 0 graden op SSD100 en SSD110. Het vergroten van de SSD leidt tot bredere penumbra en een breder opbouwgebied. 19

26 (a) Isodosislijnen-grafiek van E10, SSD100, G=0 (meting) (b) Isodosislijnen-grafiek van E10, SSD110, G=0 (meting) Figuur 28 In figuur 29 is zichtbaar dat de bredere penumbra en het breder opbouwgebied bij grotere SSD leidt tot een lagere overdosering in de meting ten opzichte van de berekening in de penumbra rond profiel=10 mm. De onderdosering in de penumbra tot 25mm diep is wel groter qua gebied en waarde. (a) %-grafiek meting en berekening van E10, SSD100, G=0 (b) %-grafiek meting en berekening van E10, SSD110, G=0 Figuur 29 De bijbehore gamma-grafieken in figuur 30 laten zien dat de penumbra slechter voldoet aan de acceptatie-criteria bij vergroten van de SSD. 20

27 (a) Gamma-analyse van E10, SSD100, G=0 (b) Gamma-analyse van E10, SSD110, G=0 Figuur 30 Ook in figuur 28 geldt weer de kwadratenwet: hoe groter de SSD, hoe meer sneller de dosis in het opbouwgebied toeneemt. De huiddosis is daarom bij grotere SSD een lager percentage van Dmax. De bundel begint breder, door de grotere SSD. Hierdoor is de penumbra bij grotere SSD vanaf de huid al breder dan bij SSD100. De verbreding van de bundel komt ook deels doordat de insert en tubus op grotere afstand van het waterfantoom zijn gepositioneerd, waardoor de invloed daarvan ook minder is. Een grotere SSD maakt de penumbra breder. Hierdoor is deze makkelijker te benaderen en verschilt de berekening minder van de meting. In de bereke bundel is de breedte van de penumbra echter breder dan in de gemeten bundel, waardoor in de laagste dosis van de penumbra de dosis door de berekening wordt overschat (zie figuur 29). Bij lagere energieën ligt de overdosering op de plek waar bij hogere energieën sprake is van onderdosering en andersom. Dit effect is ook zichtbaar in de bijbehore gamma-grafieken, zie figuur 30. Bij beide grafieken blijft de berekening binnen de acceptatie-criteria, niet alleen in het interesse-gebied, maar ook daarbuiten. E10, SSD 105, Gantryhoek 0 en 20 In figuur 31 zijn isodosislijnen-grafieken van E10 weergegeven, waarbij de bundels zijn gemeten op SSD105 met een gantryhoek van 0 en 20 graden. Duidelijk is dat de invalshoek is veranderd, de bundel onder een gantryhoek van 20 graden met gekanteld met de klok mee. De afwijking in figuur 31a rond 35mm diep is een meetfout. (a) Isodosislijnen-grafiek van E10, SSD105, G=0 (meting) (b) Isodosislijnen-grafiek van E10, SSD105, G=20 (meting) Figuur 31 De %-grafieken in figuur 32 laten zien dat de onder- en overdoseringen bij het vergroten van de gantryhoek groter worden. Ook de veranderde invalshoek is duidelijk zichtbaar. 21

28 (a) %-grafiek meting en berekening van E10, SSD105, G=0 (b) %-grafiek meting en berekening van E10, SSD105, G=20 Figuur 32 De bijbehore gamma-grafieken in figuur 30 laten zien dat bij vergroten van de gantryhoek inderdaad een groter gedeelte van de penumbra niet voldoet aan de acceptatie-criteria. (a) Gamma-analyse van E10, SSD105, G=0 (b) Gamma-analyse van E10, SSD105, G=20 Figuur 33 Wanneer de versneller met een gantryhoek groter dan 0 graden wordt ingesteld, is de bundel niet meer symmetrisch. De smalste penumbra zal liggen aan de kant van de bundel waarbij de straling de korste weg heeft afgelegd van versneller naar weefsel. De breedste penumbra zal aan de andere kant van de bundel liggen. Door voor de breedste penumbra te kiezen, zal de penumbra breder zijn dan de penumbra van de rechte bundel (G = 0). Dit is duidelijk te zien in figuur 31, de penumbra van G=20 is breder en ligt schuin ten opzichte van de penumbra van G=0. Verder blijkt dat de methode om de bundel te verschuiven in de Matlab-programma s niet goed werkt bij schuine bundels. De bundel had meer naar links moeten liggen. Dit geldt ook voor de bereke bundels. Hiervoor zal bij de volge paragraaf een correctie worden toegepast. De knik in de penumbra van G=0 rond 35 mm diep is een meetfout. In figuur 32 is te zien dat het verschil tussen meting en berekening in het opbouwgebied erg groot is. De penumbra van de G=20-bundel is breder en daardoor zou het tegenovergestelde verwacht kunnen worden. Aangezien de bereke penumbra toch veel verschilt van de gemeten penumbra, is waarschijnlijk het algoritme in het planningssysteem niet goed. Bij de %-grafieken viel al op dat de bereke penumbra veel afweek van de gemeten penumbra. Dit is nog steeds zo na de gamma-evaluatie. De gamma in dat gebied is echter onder de 1, wat betekent dat het algoritme toch voldoet aan de acceptatie-criteria en het verschil tussen meting en berekening dus acceptabel is. 22

29 Conclusie De verschillen in breedte en vorm tussen de elektronenbundels zijn groter dan bij fotonen. Elke wijziging van een instelvariabele geeft een verandering in de penumbra. De penumbra varieert van smal tot breed en soms is de penumbra eerst smal en grotere diepte breed. Alle verschillen zijn te verklaren met de beschreven theorie. Een elektronenbundel wordt het beste berek wanneer de energie laag is, of wanneer de SSD hoog is. Een bundel met een hogere energie heeft namelijk een complexere penumbra (eerst erg smal, daarna erg breed en bovien wordt de bundel breder) dan een bundel met een lage energie, terwijl een hogere SSD zorgt voor bredere penumbra. Voor een brede penumbra met een eenvoudige vorm is het verschil tussen meting en berekening het kleinst. De gamma-grafieken laten zien dat de elektronenbundels goed worden berek. Niet alleen in het interesse-gebied, maar ook daarbuiten is de gamma altijd onder de 1. Dit betekent dat de gebruikte algoritmen in Plato voldoen voor het berekenen van enkele elektronenbundels. 23

30 4.2 Twee aansluite bundels Niet alle combinaties van fotonen- en elektronenbundels zijn even interessant, omdat niet alle combinaties gebruikt worden. In deze sectie wordt begonnen met het combineren van de reguliere bundels, dus op SSD100 en G=0. Daarna wordt het effect van meerdere variabelen onderzocht waarna in de laatste paragraaf een combinatie wordt onderzocht waarbij alle variabelen niet regulier zijn. Voor elke combinatie worden isodosislijnen-, %- en gamma-grafieken getoond voor een nieuwe combinatie wordt geïntroduceerd. Weer geldt dat de schaal op de y-as van de grafieken varieërt met de elektronenenergie Combinatie van fotonen en E06/E15, SSD100, Gantryhoek 0 In figuur 34 zijn de isodosislijnen-grafieken afgebeeld voor de aansluiting tussen een fotonen- en elektronenbundel, op SSD100 en een gantryhoek van 0 graden. De elektronenbundel in figuur 34a heeft een energie van 6 MeV, de elektronenbundel in figuur 34b 15MeV. Wat opvalt is het verschil in schaal van de y-as tussen beide grafieken en dat de Dmax van beide bundels elkaar niet raken in figuur 34a, maar wel in figuur 34b. (a) Isodosislijnen-grafiek van X06+E06, G=0 (meting) SSD100, (b) Isodosislijnen-grafiek van X06+E15, SSD100, G=0 (meting) Figuur 34 De %-grafieken van deze aangesloten bundels in figuur 35 laten zien dat in het aansluitingsgebied (rond profiel=0) de gemeten dosis hoger ligt dan de bereke dosis op kleine diepte en lager op grote diepte. De overdosering van de gemeten dosis ten opzichte van de bereke dosis is groter bij lage elektronenenergieën. Verder is ook het verschil tussen meting en berekening in het opbouwgebied van de fotonenbundel zichtbaar. 24

31 (a) %-grafiek meting en berekening van X06+E06, SSD100, G=0 (b) %-grafiek meting en berekening van X06+E15, SSD100, G=0 Figuur 35 De bijbehore gamma-grafieken in figuur 36 tonen dat de berekening van de aansluiting tussen deze bundels voor hogere elektronenenergieën beter voldoet aan de acceptatie-criteria, zoals te verwachten was na het zien van de %-grafieken in figuur 35. (a) Gamma-analyse van X06+E06, SSD100, G=0 (b) Gamma-analyse van X06+E15, SSD100, G=0 Figuur 36 In de isodosis-grafieken van deze combinatie, zie figuur 34, is zichtbaar dat de overdosering een groter gebied inneemt bij hogere elektronenenergie, maar niet hoger wordt. De onderdosering wordt juist wel minder en verandert in de ondiepe elektronenbundel zelfs in een overdosering, zoals te verwachten is wanneer de isodosis-grafieken van de reguliere elektronenbundels worden bekeken (figuur 25). De overdosering komt niet boven de 30%, de onderdosering niet onder de 20%. De delen die het slechtst berek worden, zijn de overdosering in de meting ten opzichte van de berekening in het opbouwgebied en de onderdosering in het diepe gedeelte van de penumbra, zie figuur 35. De onderdosering wordt kleiner met toeneme elektronenenergie, de overdosering juist groter. Dit is af te leiden uit de %-grafieken van de reguliere elektronenbundels: bij E15 is een grotere onderdosering zichtbaar in het opbouwgebied, zie figuur 26. Deze grotere onderdosering compenseert de overdosering in de fotonenpenumbra. De onderdosering in de diepe elektronenbundel wordt groter bij hogere elektronenenergie en dit wordt verergerd door de onderdosering in de fotonenpenumbra. Zie figuur 13 en 26. In figuur 36 is zichtbaar dat de gamma kleiner wordt naarmate de energie van elektronenbundels hoger wordt. Pas bij E15 voldoet de bereke data aan de acceptatiecriteria, op een klein plekje bij X06 na. 25

32 4.2.2 Combinatie van asymmetrische fotonen en E06/E15, SSD100, Gantryhoek 0 In de isodosislijnen-grafieken van E06 en E15 (SSD100, gantryhoek van 0 graden) gecombineerd met de 5 cm verschoven X06, figuur 37 laat zien dat ook bij deze combinatie de aansluiting met E15 een homogenere dosisverdeling laat zien. Verder is de overdosering aan de kant van de fotonenbundel groter in figuur 37a dan in 37b. (a) Isodosislijnen-grafiek van X06 (5cm asym) + E06, SSD100, G=0 (meting) (b) Isodosislijnen-grafiek van X06 (5cm asym )+ E15, SSD100, G=0 (meting) Figuur 37 In figuur 38 staan de %-grafieken van deze combinatie, waarin opvalt dat het gemeten aansluitingsgebied van figuur 37b meer verschilt in waarde en oppervlak van het bereke aansluitingsgebied dan van figuur 37a. (a) %-grafiek meting en berekening van X06 (5cm asym) + E06, SSD100, G=0 (b) %-grafiek meting en berekening van X06 (5cm asym) + E15, SSD100, G=0 Figuur 38 De grotere verschillen in figuur 37b leiden tot hogere gamma-waarden in figuur 39b dan in figuur 39a. 26

33 (a) Gamma-analyse van X06 (5cm asym) + E06, SSD100, G=0 (b) Gamma-analyse van X06 (5cm asym) + E15, SSD100, G=0 Figuur 39 De overdosering in figuur 37 gaat richting de 30% bij lage elektronenenergieën en de onderdosering naar de 20%, deze getallen zijn kleiner bij E15. Het verschil in de overdosering tussen de elektroneneenergieën is te verklaren met de isodosislijnen-grafieken van de reguliere elektronenbundels figuur 25: de penumbra van E15 wordt pas breed genoeg om invloed te hebben op de fotonenbundel voorbij Dmax van de fotonenbundel. Dit geldt niet voor E06, deze bundel beïnvloedt al eerder de dosis in de fotonenbundel. De berekening van deze combinatie voldoet beter aan de acceptatie-criteria bij lagere elektronenenergieën, zie figuur 39. Dit is te verklaren door te kijken naar de verschilgrafiek van de asymmetrische bundel, figuur 16. De onderdosering in de penumbra diep in het weefsel is groter dan bij de symmetrische bundel. Dit gebied wordt bij de elektronen bij hogere energieën juist slechter berek dan bij lagere. Ook in de verschilgrafieken van de combinatie is dit nog zichtbaar, zie figuur 38. Het gevolg hiervan is dat de gamma in dat gebied hoog is bij hogere elektronenenergieën. De asymmetrische bundel van X10 wordt vooral in het opbouwgebied van de aansluiting slechter berek dan X06, wat leidt tot gele plekjes in dat gebied Combinatie van fotonen en E06/E15, SSD105, Gantryhoek 0, 5cm asym Figuur 40 laat de isodosislijnen-grafieken zien van de aansluiting tussen 5 cm asymmetrische X06 en E06 of E15 ingesteld op SSD105 met een gantryhoek van 0 graden. De combinatie met de E15-bundel laat weer de meest homogene dosisverdeling zien. In figuur 41 toont de bereke aansluiting. (a) Isodosislijnen-grafiek van X06+E06, G=0, 5cm asym (meting) SSD105, (b) Isodosislijnen-grafiek van X06+E15, SSD105, G=0, 5cm asym (meting) Figuur 40 27

34 (a) Isodosislijnen-grafiek van X06+E06, G=0, 5cm asym (meting) SSD105, (b) Isodosislijnen-grafiek van X06+E15, SSD105, G=0, 5cm asym (meting) Figuur 41 De %-grafieken van deze combinatie in figuur 42 lijken weinig op elkaar. De onderdosering van de meting ten opzichte van de berekening in figuur 42a is groter qua waarde en oppervlak dan in figuur 42b. Dit volgt uit de %-grafieken van dezelfde elektronenbundels zonder aangesloten fotonenbundel in figuur 43. (a) %-grafiek meting en berekening van X06+E06, SSD105, G=0, 5cm asym (b) %-grafiek meting en berekening van X06+E15, SSD105, G=0, 5cm asym Figuur 42 28

35 (a) %-grafiek meting en berekening van E06, SSD105, G=0, 5cm asym (b) %-grafiek meting en berekening van E15, SSD105, G=0, 5cm asym Figuur 43 De grotere afwijking in figuur 42a ten opzichte van figuur 42b leidt tot grotere gamma-waarden in figuur 44a dan in figuur 44b. Vanwege de hoge gamma-waarden is figuur 41 toegevoegd. (a) Gamma-analyse van X06+E06, SSD105, G=0, 5cm asym (b) Gamma-analyse van X06+E15, SSD105, G=0, 5cm asym Figuur 44 In figuur 40 is te zien dat wanneer elektronenbundels worden gecombineerd met een asymmetrisch fotonenbundel op een grotere SSD, er een tweedeling is tussen elektronenbundels met lage en hoge energieën. De combinatie met E06, figuur 40a, is veel minder homogeen dan figuur 40b. Dit komt omdat de penumbra bij hogere energieën in het ondiepe deel veel smaller is dan bij lagere energieën, zie figuur 25. De %-grafieken van beide elektronenbundels lijken daarom ook niet op elkaar, zie figuur 43. De onderdosering bij E15 ligt op de plek van de overdosering bij E06 en andersom. Deze verandering heeft gevolgen voor de verschillen tussen meting en berekening, zie figuur 42. Het verschil tussen de gemeten en berekene fotonenbundel gebruikt in deze combinatie, zie figuur 18, is een onderdosering in het ondiepe deel van de penumbra aan de zijkant van de bundel en een overdosering in het opbouwgebied. Deze verschillen worden bij E15 kleiner, maar bij E06 groter. Dit verschil tussen lage en hoge elekronenenergieën is ook zichtbaar in de gamma-grafieken van deze combinatie in figuur 44. De kleine verschillen in de combinatie met E15, hebben tot gevolg dat de berekening voldoet aan de acceptatie-criteria, wat duidelijk niet het geval is bij E06. 29

36 4.2.4 Combinatie van asymmetrische fotonen en E06/E15, SSD105, Gantryhoek 20 De isodosislijnen-grafieken van figuur 45 geven de dosisverdeling van de aansluiting tussen een asymmetrische fotonenbundel en een elektronenbundel, beide ingesteld op SSD105 en met een gantryhoek van 20 graden. Door een bug in Matlab komen de kleuren in de grafieken niet overeen met de kleuren in het kleurenpalet weergegeven naast de grafiek. Lichtgroen gaat in de grafiek van 60 tot 80% in plaats van tot 70%, geel gaat van 80 tot 100% in plaats van tot 90%. In figuur 46 staan de bereke aansluitingen en in figuur 47 de isodosislijnengrafieken van de gemeten elektronenbundels. (a) Isodosislijnen-grafiek van X06 (5cm asym) + E06, SSD105, G=20 (meting) (b) Isodosislijnen-grafiek van X06 (5cm asym) + E15, SSD105, G=20 (meting) Figuur 45 (a) Isodosislijnen-grafiek van X06 (5cm asym) + E06, SSD105, G=20 (berekening) (b) Isodosislijnen-grafiek van X06 (5cm asym) + E15, SSD105, G=20 (bereking) Figuur 46 In de %-grafieken voor deze combinatie, figuur 48, is te zien dat het gemeten aansluitingsgebied veel verschilt van het bereke aansluitingsgebied. Het aansluitingsgebied op kleine diepten laat een onderdosering zien van de meting ten opzichte van de berekening. Op grote diepten wordt het een overdosering. 30

37 (a) Isodosislijnen-grafiek van E06, SSD105, G=20 (meting) (b) Isodosislijnen-grafiek van E15, SSD105, G=20 (meting) Figuur 47 (a) %-grafiek meting en berekening van X06 (5cm asym)+e06, SSD105, G=20 (b) %-grafiek meting en berekening van X06 (5cm asym)+e15, SSD105, G=20 Figuur 48 De bijbehore gamma-grafieken in figuur 49 laten zien dat het aansluitingsgebied het minst voldoet aan de acceptatie-criteria van het hele oppervlak. Dit geldt voor beide elektronenenergieën. Vanwege de hoge gamma-waarden zijn in figuur 46 de bereke bundels toegevoegd. 31

38 (a) Gamma-analyse van X06 (5cm asym)+e06, SSD105, G=20 (b) Gamma-analyse van X06 (5cm asym)+e15, SSD105, G=20 Figuur 49 Uit figuur 31 bleek dat de grafiek onder gantryhoeken groter dan 0 graden niet goed zijn verschoven in de geschreven Matlab-programma s. Om deze reden is in bovenstaande grafieken de elektronenbundel naar de fotonenbundel geschoven. De E06-bundel is 5mm en de E15-bundel 10mm verschoven, zoals nodig lijkt na bestuderen van de figuren 47 en 22b. In deze grafieken is te zien dat de 50%-isodose-lijn op kleine diepte voor E15 verder is verwijderd van de profiel=0-lijn dan dezelfde lijn voor E06. Hierdoor is de horizontale as van de grafiek ook veranderd, deze is ingekort. De isodosislijnen-grafieken van figuur 45 laten zien dat er een grote overdosering ontstaat aan de fotonenkant van ruim 40% en een kleine onderdosering van maximaal 20%. De %-grafieken van deze combinatie, figuur 48, lijken heel erg op figuur 23b. De penumbra aan de zijkant van de fotonenbundel wordt slecht berek, omdat deze erg smal is. De %-grafiek van de in deze combinatie gebruikte elektronenbundel, figuur 32b, laat enkel een verschil zien in het ondiepe deel van de penumbra aan de zijkant van de bundel. Dit verschil speelt een kleine rol in de %-grafieken van deze combinatie. Het verschil zichtbaar in de %-grafieken zijn ook aanwezig in de gamma-grafieken, zie figuur 49. Dit verschil is even groot als in figuur 24, helaas ligt het nu wel in het interessegebied Conclusie Het veranderen van SSD of gantryhoek heeft gevolgen voor de gamma-grafiek van de fotonen met elektronen. Het probleem lijkt vooral door de fotonen te komen. Bij combineren van de reguliere bundels voldoet de berekening aan de acceptatie-criteria en bij de andere combinaties groteels. Combinaties met E15 geven betere gamma-grafieken dan combinaties met E06. 32

39 4.3 Mamma s Voor mamma-bestralingen, behandelingen van borsttumoren, worden drie bundels gebruikt. Twee fotonenbundels in tegenovergestelde richting, zodat de gehele borst wordt bestraald, en daarnaast nog een elektronenbundel. Deze elektronenbundel kan delen van de romp bestralen, zonder dat dieper gelegen kwetsbare gebieden (zoals bijvoorbeeld longen) beschadigd raken, zie figuur 50. Figuur 50 Aangezien de fotonenbundels schuin op de patient moeten vallen, om kwetsbare, dieper gelegen delen in de romp mis te houden, is gekozen voor SSD105, G=20. Daarnaast moet de bundel niet te ver uitwaaieren richting de romp, daarom is voor de smalle penumbra van de 5cm asymmetrische bundel gekozen. De penumbra van de elektronenbundel die hier het beste op aansluit qua hoek van inval is de brede penumbra van de SSD105 G=20 bundel. Bij de meeste mamma-bestralingen is een E15-bundel nodig om diep genoeg te bestralen. Om de fotonenbundel in tegenovergestelde richting, de opponere bundel, te kunnen meten is uitgegaan van een doorsnede van 25 cm. De diepten waarop gemeten is om de opponere bundel na te bootsen zijn: 249 mm, 248 mm, 245 mm, 240 mm, 235 mm, 230 mm, 225 mm, 220 mm, 215 mm, 210 mm, 205 mm, 195 mm, 185 mm en 175 mm. De gekozen instellingen zijn SSD100, symmetrisch en een gantryhoek van 0 graden. De data is voor het plotten een keer extra genormeerd naar de waarde in Dmax aan de fotonenkant. Hierdoor is zichtbaar hoe hoog de overdosering in het aansluitingsgebied is. De E15-bundel is 10 mm verschoven naar de fotonen. (a) Isodosislijnen-grafiek van X06 + X06opp (SSD100) + E15, SSD105, G=20 (meting) (b) Isodosislijnen-grafiek van X06 + X06opp (SSD100) + E15, SSD105, G=20 (planning) Figuur 51 33

40 (a) %-grafiek meting en berekening van X06 + (b) Gamma-analyse van X06 + X06opp (SSD100) X06opp (SSD100) + E15, SSD105, G=20 + E15, SSD105, G=20 Figuur 52 In figuur 51 is de dosisverdeling te zien van een mamma-behandeling, met gemeten en bereke data. Bij beide valt de overdosering aan de fotonenkant op, die iets hoger is in de gemeten data. De onderdosering is ook groter in de gemeten data. Deze verschillen tussen beide grafieken zijn te verklaren door de bredere penumbra die het planningssysteem produceert. In figuur 52a zijn deze verschillen ook te zien. De grote onderdosering wordt groteels veroorzaakt door de slechte berekening van de fotonenbundels onder gantryhoeken groter dan nul. De gamma-grafiek, figuur 52b, laat zien dat juist deze onderdosering niet voldoet aan de acceptatie-criteria, maar wel in het interessegebied ligt. Het gedeelte van het interessegebied dat niet voldoet aan de acceptatie-criteria is echter klein. 34

41 5 Discussie Resultaten In de literatuur zijn geen vergelijkbare onderzoeken gevonden. Wel wordt er veel geschreven over behandelingen waarin fotonen- en elektronenbundels worden gecombineerd. Men doet bijvoorbeeld onderzoek naar het verminderen van onder- en overdoseringen door middel van IMRT [14] en naar de effecten van instelfouten tijdens de behandelingen [15]. Het is daarom moeilijk de resulaten van dit onderzoek te vergelijken met literatuur. Wel is duidelijk dat de resultaten onderlinge samenhang laten zien tussen bijvoorbeeld oplope elektronenenergieën, waardoor geen sprake kan zijn van grote fouten in de gedane metingen en berekeningen. Verder zijn alle resultaten te verklaren met de beschreven theorie. Het veranderen van instelvariabelen geeft bij fotonenbundels kleine veranderingen in de isodosislijnengrafieken. De %-grafieken lijken veel minder op elkaar, waarbij geldt dat hoe meer instelvariabelen zijn veranderd, hoe groter het verschil tussen meting en berekening is. Een grotere gantryhoek lijkt hierin een belangrijke rol te spelen. De gamma-grafieken van enkele fotonenbundels laten zien dat de bereke bundels voldoen aan de ingestelde acceptatie-criteria van D=10% en r=2mm. Daarnaast is altijd zichtbaar dat de commissioningdata voor de U2 met een grotere meetkamer is gemeten dan de gemeten data voor dit onderzoek. Bij elektronenbundels geldt juist dat het veranderen van instelvariabelen leidt tot grote verschillen in de isodosislijnen-grafieken, waarbij grote verschillen bestaan tussen penumbra van bundels met lage en hoge elektronenenergieën. De %-grafieken verschillen niet veel van elkaar en de gamma-grafieken laten dan ook zien dat alle elektronenbundels binnen en buiten het interessegebied voldoen aan de acceptatie-criteria. Wanneer echter fotonen- en elektronenbundels worden gecombineerd, voldoen delen van het interessegebied niet meer aan de acceptatie-criteria. Dit lijkt vooral te komen door het verschil tussen gemeten en bereke fotonenbundels. Combinaties met hoge elektronenenergieën geven gamma-grafieken met lagere gamma-waarden dan combinaties met lage elektronenenergieën. De mamma-behandelingen kunnen met de matlab-programma s inzichtelijk worden gemaakt, maar niet op de nauwkeurigste manier. Wel is duidelijk dat op de U2, op kleine delen na, deze behandelingen nauwkeurig genoeg kunnen worden berek. Mogelijk wordt op de U5 de hele behandeling goed berek. In de bereke fotonenbundels zijn oortjes te zien, zie de bereke X06, SSD100, G=0 bundel in figuur 53 hiernaast. Deze afwijkingen in de berekening zijn te klein om een verschil te maken in de resultaten van dit onderzoek. De oortjes zijn alleen zichtbaar bij Grid 1-berekeningen, op de U2 en U5 (andere versnellers zijn niet onderzocht), dus alleen bij berekeningen met een grote resolutie. De aanwezigheid van deze oortjes is niet gewenst en zou in een volge versie van Plato verholpen moeten zijn. Figuur 53: X06, SSD100, G=0, berekening U2-U5 In het theorie-hoofdstuk is beschreven dat de commissioningdata voor de verschille versnellers in het AMC met verschille nauwkeurigheden zijn gemeten. De U2 is een van de versnellers die wordt 35

42 berek met minder nauwkeurige commissioningdata, de U5 juist met meer nauwkeurige commissioningdata. Dat dit een verschil maakt in de data staat vast, de vraag is hoe groot het verschil is. Om daar een idee van te krijgen, is de bundel X06 op SSD100 en G=0 berek op de U2 en de U5. Deze data wordt in figuur 55 vergeleken met dezelfde bundel gemeten op de U2. De penumbra s van twee profielen, berek op 20 mm diep, worden apart met elkaar vergeleken. Ook is een plot gemaakt van profielen gemeten met de RK-kamer en meetdiode E, beide zijn afgebeeld in figuur 54. (a) Profielen berek op U2 (blauw) en U5 (roze), 20mm diep. (b) Profielen gemeten met de RK-kamer (groen) en meetdiode E (rood). Figuur 54 (a) Gamma-analyse van X06, SSD100, G=0 (b) Gamma-analyse van X06, u5, SSD100, G=0 Figuur 55 Uit deze figuren komt naar voren dat de op U5 bereke data een betere fit is voor de op de U2 gemeten data. De verschille meetkamers hebben een groot effect op de bereke bundels van de verschille versnellers. Wanneer de gamma-analyse wordt gedaan, wordt deze conclusie versterkt: in figuur 55 is de gamma-verdeling van U5 mooier dan die van U2. Future work Door de grote hoeveelheid data die voor dit onderzoek moest worden verzameld en verwerkt, is het mogelijk dat bij het meten en berekenen van de data de variabelen niet altijd correct zijn ingesteld. Dit is niet altijd even gemakkelijk te controleren, vooral bij de asymmetrische fotonenbundels niet. Daarom is het wellicht verstandig de fotonenbundels een keer extra te meten en berekenen, zodat men zich ervan kan verzekeren dat de data-sets juist zijn. Deze kleine fouten kunnen significante gevolgen hebben, omdat een andere waarde voor een instelvariabele vooral gevolgen heeft voor de penumbra van de bundel. Juist de penumbra is belangrijk voor het bepalen van de eigenschappen van de dosisverdeling in het 36

Wisselwerking. van ioniserende straling met materie

Wisselwerking. van ioniserende straling met materie Wisselwerking van ioniserende straling met materie Wisselwerkingsprocessen Energie afgifte en structuurverandering in ontvangende materie Aard van wisselwerking bepaalt het juiste afschermingsmateriaal

Nadere informatie

Opleiding Stralingsdeskundigheid niveau 3 / 4B. Dosimetrie, deel 1. introductie dosisbegrip. W.P. Moerman

Opleiding Stralingsdeskundigheid niveau 3 / 4B. Dosimetrie, deel 1. introductie dosisbegrip. W.P. Moerman Opleiding Stralingsdeskundigheid niveau 3 / 4B Dosimetrie, deel 1 introductie dosisbegrip W.P. Moerman Dosis Meestal: hoeveelheid werkzame stof Inhoud dag 1 dosis kerma exposie dag 2 equivalente dosis

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39638 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pelt D.M. Title: Filter-based reconstruction methods for tomography Issue Date:

Nadere informatie

samenvatting interactie ioniserende straling materie

samenvatting interactie ioniserende straling materie samenvatting interactie ioniserende straling materie Sytze Brandenburg sb/radsaf2005/1 ioniserende straling geladen deeltjes α-deeltjes electronen en positronen electromagnetische straling Röntgenstaling

Nadere informatie

1 Wisselwerking en afscherming TS VRS-D/MR vj Mieke Blaauw

1 Wisselwerking en afscherming TS VRS-D/MR vj Mieke Blaauw 1 Wisselwerking en afscherming TS VRS-D/MR vj 2018 2 Wisselwerking en afscherming TS VRS-D/MR vj 2018 1-3 Atoombouw en verval 4,5 Wisselwerking van straling met materie en afscherming 6-9 Röntgentoestellen,

Nadere informatie

natuurkunde havo 2017-I

natuurkunde havo 2017-I Molybdeen-99 In Petten staat een kerncentrale waar isotopen voor medische toepassingen worden geproduceerd. Eén van de belangrijkste producten is molybdeen-99 (Mo-99). Mo-99 wordt geproduceerd door een

Nadere informatie

GridPix: Development and Characterisation of a Gaseous Tracking Detector W.J.C. Koppert

GridPix: Development and Characterisation of a Gaseous Tracking Detector W.J.C. Koppert GridPix: Development and Characterisation of a Gaseous Tracking Detector W.J.C. Koppert Samenvatting Deeltjes Detectie in Hoge Energie Fysica De positie waar de botsing heeft plaatsgevonden in een versneller

Nadere informatie

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten)

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten) Q3-1 De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten) Lees eerst de algemene instructies in de aparte envelop alvorens te starten met deze vraag. In deze opdracht wordt de fysica van de deeltjesversneller

Nadere informatie

Absorptiemetingen Carbon Fiber Cradle

Absorptiemetingen Carbon Fiber Cradle Absorptiemetingen Carbon Fiber Cradle In combinatie met DSPS RayPro en RAY OC André Wopereis Wilfred de Vries Afdeling Radiotherapie Samenvatting De absoprtie van de grondplaat bedraagt afgerond 0.6%.

Nadere informatie

PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica

PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica Wat zie je? PositronEmissieTomografie (PET) Nucleaire geneeskunde: basisprincipe Toepassing van nucleaire geneeskunde Vakgebieden

Nadere informatie

Dosisbegrippen stralingsbescherming. /stralingsbeschermingsdienst SBD-TU/e

Dosisbegrippen stralingsbescherming. /stralingsbeschermingsdienst SBD-TU/e 13 Dosisbegrippen stralingsbescherming 1 13 Ioniserende straling ontvanger stralingsbron stralingsbundel zendt straling uit absorptie van energie dosis mogelijke biologische effecten 2 13 Ioniserende straling

Nadere informatie

Ioniserende straling - samenvatting

Ioniserende straling - samenvatting Ioniserende straling - samenvatting Maak eerst zélf een samenvatting van de theorie over ioniserende straling. Zorg dat je samenvatting de volgende elementen bevat: Over straling: o een definitie van het

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur natuurkunde 1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 17. In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

NATUURKUNDE. a) Bereken voor alle drie kleuren licht de energie van een foton in ev.

NATUURKUNDE. a) Bereken voor alle drie kleuren licht de energie van een foton in ev. NATUURKUNDE KLAS 5, INHAALPROEFWERK H7, 02/12/10 Het proefwerk bestaat uit 2 opgaven met samen 32 punten. (NB. Je mag GEEN gebruik maken van de CALC-intersect-functie van je GRM!) Opgave 1: Kwiklamp (17

Nadere informatie

- KLAS 5. c) Bereken de snelheid waarmee een elektron vrijkomt als het groene licht op de Rbkathode

- KLAS 5. c) Bereken de snelheid waarmee een elektron vrijkomt als het groene licht op de Rbkathode NATUURKUNDE - KLAS 5 PROEFWERK H7 --- 26/11/10 Het proefwerk bestaat uit 3 opgaven; totaal 32 punten. Opgave 1: gasontladingsbuis (4 p) In een gasontladingsbuis (zoals een TL-buis) zijn het gassen die

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. 2) Zwakker als ze verder

Nadere informatie

Compton-effect. Peter van Zwol Sietze van Buuren Assistent: Heinrich Wörtche 16 oktober Samenvatting

Compton-effect. Peter van Zwol Sietze van Buuren Assistent: Heinrich Wörtche 16 oktober Samenvatting Compton-effect Peter van Zwol Sietze van Buuren Assistent: Heinrich Wörtche 6 oktober 23 Samenvatting Onder verschillende hoeken zijn energiespectra van fotonen, die door een vrij elektron zijn verstrooid,

Nadere informatie

2. (regulier vraag 3) 10-6 vergeten bij opzoeken ρ: eerste bolletje weg. bij werken met de dichtheid kan de berekening nog wel worden gecompleteerd.

2. (regulier vraag 3) 10-6 vergeten bij opzoeken ρ: eerste bolletje weg. bij werken met de dichtheid kan de berekening nog wel worden gecompleteerd. Verslag examenbespreking pilot-examen VWO 2014 (eerste tijdvak) Utrecht, 19 mei 2015 Eerste resultaten: Totaal 62 kandidaten. Gemiddeld 40,3 punten. 5 lln 32+37+28+39+26 punten. (32,4 gemiddeld). 16 lln

Nadere informatie

wisselwerking ioniserende straling met materie

wisselwerking ioniserende straling met materie wisselwerking ioniserende straling met materie Sytze Brandenburg sb/radsaf4_mz2006/1 wat is ioniserende straling wat zijn de bronnen van ioniserende straling hoe verloopt de wisselwerking tussen ioniserende

Nadere informatie

5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde

5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli 2006 5,5 66 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde samenvatting hoofdstuk 3 ioniserende straling 3. 1 de bouw van de atoomkernen. * Atoom: - bestaat

Nadere informatie

1 Bellenvat. 1.1 Intorductie. 1.2 Impuls bepaling

1 Bellenvat. 1.1 Intorductie. 1.2 Impuls bepaling 1 Bellenvat 1.1 Intorductie In dit vraagstuk zullen we een analyse doen van een bellenvat foto die genomen is van een interactie van een π bundeldeeltje in een waterstof bellenvat. De bijgesloten foto

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be

toelatingsexamen-geneeskunde.be Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op

Nadere informatie

Algemeen. Cosmic air showers J.M.C. Montanus. HiSPARC. 1 Kosmische deeltjes. 2 De energie van een deeltje

Algemeen. Cosmic air showers J.M.C. Montanus. HiSPARC. 1 Kosmische deeltjes. 2 De energie van een deeltje Algemeen HiSPARC Cosmic air showers J.M.C. Montanus 1 Kosmische deeltjes De aarde wordt continu gebombardeerd door deeltjes vanuit de ruimte. Als zo n deeltje de dampkring binnendringt zal het op een gegeven

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. ) Zwakker als ze verder

Nadere informatie

De facetten van de radiotherapie;

De facetten van de radiotherapie; Bachelorscriptie Biomedische Technologie De facetten van de radiotherapie; dosisberekening Phebe Heeres s1701649 Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen 12-07-2010 Inhoudsopgave

Nadere informatie

1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen.

1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen. SO Straling 1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen. 2 Waaruit bestaat de elektronenwolk van een atoom? Negatief geladen deeltjes, elektronen. 3 Wat bevindt zich

Nadere informatie

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden: Uitwerking examen Natuurkunde1 HAVO 00 (1 e tijdvak) Opgave 1 Itaipu 1. De verbruikte elektrische energie kan worden omgerekend in oules: 17 = 9,3 kwh( = 9,3 3, ) = 3,3 De centrale draait (met de gegevens)

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend. Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave SPECT-CT-scan B maximumscore 3 antwoord: 99 99 Mo Tc + 0 e + ( γ) of 99 99 Mo Tc + e + ( γ ) 4 43 het elektron

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling

Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling Samenvatting door een scholier 1947 woorden 26 augustus 2006 6,5 102 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting Natuurkunde VWO

Nadere informatie

Medische Toepassingen van pixel detectors. Jan Visser

Medische Toepassingen van pixel detectors. Jan Visser Medische Toepassingen van pixel detectors Courtesy ATLAS collaboration Jan Visser Viva Fysica, Amsterdam January 2015 Courtesy Linda B. Glaser Foto s maken in Hoge Energie Fysica Vertex resolutie ~ 15

Nadere informatie

Richting van een Extended Air Shower

Richting van een Extended Air Shower Richting van een Extended Air Shower www.space.com Door Paulien Zheng en Sam Ritchie (15 april 2016) Inhoudsopgave Inleiding 2 Over ons 2 Profielwerkstuk en stage 2 Stage-onderzoek 2 Theoretisch kader

Nadere informatie

HerSE4 6V Natuurkunde 1 Periode 2007-2008. Versie 10/4/2008

HerSE4 6V Natuurkunde 1 Periode 2007-2008. Versie 10/4/2008 HerSE4 6V Natuurkunde 1 Periode 2007-2008 NAAM Leraar J. M. Muller Versie 10/4/2008 Gebruik van BINAS-boek en grafische rekenmachine is toegestaan. Bewijs je beweringen. Vul svp je naam hier boven in.

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II Beoordelingsmodel Opgave Sopraansaxofoon maximumscore 4 uitkomst: F d = 7, N voorbeeld van een bepaling: Er geldt: Fr z z= Fr d d. Opmeten in de figuur levert: rz =,7 cm en rd= 5,4 cm. Invullen levert:,

Nadere informatie

(a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar gemeen hebben.

(a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar gemeen hebben. Uitwerkingen HiSPARC Elementaire deeltjes C.G.N. van Veen 1 Hadronen Opdracht 1: Elementaire deeltjes worden onderverdeeld in quarks en leptonen. (a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde vwo II

Eindexamen natuurkunde vwo II Eindexamen natuurkunde vwo 00 - II Beoordelingsmodel Opgave Sopraansaxofoon maximumscore 4 uitkomst: F d = 7, N voorbeeld van een bepaling: Er geldt: Fr z z= Fr d d. Opmeten in de figuur levert: rz =,7

Nadere informatie

Examen HAVO. natuurkunde 1

Examen HAVO. natuurkunde 1 natuurkunde 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 24 mei 13.30 16.30 uur 20 05 Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen; het examen bestaat uit 25 vragen. Voor elk

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2005-I

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2005-I Opgave 1 Nieuwe bestralingsmethode Lees onderstaand artikel. artikel Sinds kort experimenteert men met een nieuwe methode om tumoren te behandelen. Aan een patiënt wordt borium-10 toegediend. Deze stof

Nadere informatie

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige

Nadere informatie

natuurkunde vwo 2018-I

natuurkunde vwo 2018-I Uitrijden van een auto maximumscore 3 uitkomst: s =, 8 km (met een marge van 0, km) voorbeelden van een bepaling: methode De uitrij-afstand komt overeen met de oppervlakte onder de grafiek vanaf t = 0

Nadere informatie

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011 Het maken van een verslag voor natuurkunde, vwo versie Deze tekst vind je op www.agtijmensen.nl: Een voorbeeld van een verslag Daar vind je ook een po of pws verslag dat wat uitgebreider is. Gebruik volledige

Nadere informatie

Begripsvragen: Elektrisch veld

Begripsvragen: Elektrisch veld Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.4 Elektriciteit en magnetisme Begripsvragen: Elektrisch veld 1 Meerkeuzevragen Elektrisch veld 1 [V]

Nadere informatie

Vraagstuk: Afscherming versnellerruimte

Vraagstuk: Afscherming versnellerruimte Vraagstuk: Afscherming versnellerruimte Een onderzoeksinstituut beschikt over een 6 MV versneller. Hiermee worden elektronen versneld die vervolgens op een trefplaat remstralingsfotonen produceren. Met

Nadere informatie

wisselwerking ioniserende straling met materie

wisselwerking ioniserende straling met materie wisselwerking ioniserende straling met materie Sytze Brandenburg sb/radsaf2005/1 ioniserende straling geladen deeltjes electronen, positronen... α-deeltjes (kern van 4 He-atoom) atoomkernen/ionen van alle

Nadere informatie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Inleveren: Uiterlijk 15 februari voor 16.00 in mijn postvakje Afspraken Overleg is toegestaan, maar iedereen levert zijn eigen werk in. Overschrijven

Nadere informatie

Foutenberekeningen Allround-laboranten

Foutenberekeningen Allround-laboranten Allround-laboranten Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 LEERDOELEN :... 3 1. INLEIDING.... 4 2. DE ABSOLUTE FOUT... 5 3. DE KOW-METHODE... 6 4. DE RELATIEVE FOUT... 6 5. GROOTHEDEN VERMENIGVULDIGEN EN DELEN....

Nadere informatie

Behandelingen bij longkanker. inclusief klinische studie immuuntherapie

Behandelingen bij longkanker. inclusief klinische studie immuuntherapie Behandelingen bij longkanker inclusief klinische studie immuuntherapie 1 Longkanker Longkanker is niet één ziekte: er bestaan meerdere vormen van longkanker. In deze brochure bespreken we de twee meest

Nadere informatie

io ATerinzagelegging 7906913

io ATerinzagelegging 7906913 Octrooiraad io ATerinzagelegging 7906913 Nederland @ NL @ fj) @ @ Werkwijze en inrichting voor het tot stand brengen van een ionenstroom. Int.CI 3.: H01J37/30, H01L21/425. Aanvrager: Nederlandse Centrale

Nadere informatie

Patiënteninformatiedossier (PID) PROSTAATKANKER. onderdeel RADIOTHERAPIE. Radiotherapie

Patiënteninformatiedossier (PID) PROSTAATKANKER. onderdeel RADIOTHERAPIE. Radiotherapie Patiënteninformatiedossier (PID) PROSTAATKANKER onderdeel RADIOTHERAPIE PROSTAATKANKER INHOUD Wat is radiotherapie eigenlijk?...3 Uitwendige bestraling...3 Inwendige bestraling...5 Gang van zaken...7 Eerste

Nadere informatie

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn. Verbanden Als er tussen twee variabelen x en y een verband bestaat kunnen we dat op meerdere manieren vastleggen: door een vergelijking, door een grafiek of door een tabel. Stel dat het verband tussen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21763 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fortes, Wagner Rodrigues Title: Error bounds for discrete tomography Issue Date:

Nadere informatie

PI versie 1.0 /

PI versie 1.0 / Technische informatie bij bestraling Uitleg over bestralingsapparatuur Radiotherapie PI-012146 versie 1.0 / 01-08-2016 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Enkele begrippen 4 Lineaire versneller 4 Fotonenstraling

Nadere informatie

The Color of X-rays. Spectral Computed Tomography Using Energy Sensitive Pixel Detectors E.J. Schioppa

The Color of X-rays. Spectral Computed Tomography Using Energy Sensitive Pixel Detectors E.J. Schioppa The Color of X-rays. Spectral Computed Tomography Using Energy Sensitive Pixel Detectors E.J. Schioppa Samenvatting Het netvlies van het oog is niet gevoelig voor deze straling: het oog dat vlak voor het

Nadere informatie

Examen HAVO - Compex. natuurkunde 1,2

Examen HAVO - Compex. natuurkunde 1,2 natuurkunde 1,2 Examen HAVO - Compex Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 24 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 19 In dit deel staan de vragen waarbij de computer niet

Nadere informatie

Samenvatting H5 straling Natuurkunde

Samenvatting H5 straling Natuurkunde Samenvatting H5 straling Natuurkunde Deze samenvatting bevat: Een begrippenlijst van dikgedrukte woorden uit de tekst Belangrijke getallen en/of eenheden (Alle) Formules van het hoofdstuk (Handige) tabellen

Nadere informatie

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). 2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak natuurkunde havo, tweede tijdvak (2018). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

1. Een karretje op een rail

1. Een karretje op een rail Natuurkunde Vwo 1986-II 1. Een karretje op een rail Een rail, waarvan de massa 186 gram is, heeft in het midden een knik. De beide rechte stukken zijn even lang. De rail wordt. slechts in de twee uiterste

Nadere informatie

Fysische grondslagen radioprotectie deel 2. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum

Fysische grondslagen radioprotectie deel 2. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum Fysische grondslagen radioprotectie deel 2 dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum rik.leyssen@jessazh.be Fysische grondslagen radioprotectie H1: INLEIDING H2: STRALING - RADIOACTIVITEIT

Nadere informatie

Foutenberekeningen. Inhoudsopgave

Foutenberekeningen. Inhoudsopgave Inhoudsopgave Leerdoelen :... 3 1. Inleiding.... 4 2. De absolute fout... 5 3. De KOW-methode... 7 4. Grootheden optellen of aftrekken.... 8 5. De relatieve fout...10 6. grootheden vermenigvuldigen en

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I - + Eindexamen natuurkunde vwo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Opgave Valentijnshart Maximumscore 4 uitkomst: b 2,9 mm Bij het fotograferen van een voorwerp in het oneindige geldt: b f Bij het fotograferen

Nadere informatie

Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en temperatuur

Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en temperatuur Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en tem Profielwerkstuk door een scholier 1083 woorden 10 maart 2016 6 7 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Weerstand en tem Hoe heeft de tem invloed op de weerstand van

Nadere informatie

Exact Periode 5. Dictaat Licht

Exact Periode 5. Dictaat Licht Exact Periode 5 Dictaat Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2003-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2003-I Eindexamen natuurkunde - vwo 003-I 4 Antwoordmodel Opgave ISO uitkomst: T =,6 K Voor de golflengte waarbij de intensiteit maximaal is, geldt de wet van Wien: max T = k W. Bij de laagste temperatuur hoort

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur Examen HAVO 2008 tijdvak 1 dinsdag 20 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B1,2 Dit examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met

Nadere informatie

Modelleren C Appels. Christian Vleugels Sander Verkerk Richard Both. 2 april 2010. 1 Inleiding 2. 3 Data 3. 4 Aanpak 3

Modelleren C Appels. Christian Vleugels Sander Verkerk Richard Both. 2 april 2010. 1 Inleiding 2. 3 Data 3. 4 Aanpak 3 Modelleren C Appels Christian Vleugels Sander Verkerk Richard Both 2 april 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Probleembeschrijving 2 3 Data 3 4 Aanpak 3 5 Data-analyse 4 5.1 Data-analyse: per product.............................

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 1. Spelen met water (3 punten) Water wordt aan de bovenkant met een verwaarloosbare snelheid in een dakgoot met lengte L = 100 cm gegoten en dat

Nadere informatie

Spanningscoëfficiënt water. 1 Doel 1. 2 Theorie 1

Spanningscoëfficiënt water. 1 Doel 1. 2 Theorie 1 Proefnummer : FE3-W5-WA1 Naam schrijver : René van Velzen Naam medewerker : Guillaume Goijen klas en PGO-groep : TN-P2, Groep 1 Datum practicum : 4 Oktober 2007 Datum inlevering : 11 Oktober 2007 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Meesterklas Deeltjesfysica. Universiteit Antwerpen

Meesterklas Deeltjesfysica. Universiteit Antwerpen Meesterklas Deeltjesfysica Universiteit Antwerpen Programma 9u45 10u00 11u00 11u15 11u45 12u00 13u00 15u00 15u30 17u00 Verwelkoming Deeltjesfysica Prof. Nick van Remortel Pauze Versnellers en Detectoren

Nadere informatie

Voor kleine correcties (in goede benadering) geldt:

Voor kleine correcties (in goede benadering) geldt: Antwoorden tentamen stralingsfysica 3D100 d.d. 25 juni 2010 (Antwoorden onder voorbehoud van typefouten) a) In de opstelling van Franck en Hertz worden elektronen versneld. Als de energie van een elektron

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Domein B2

Samenvatting Natuurkunde Domein B2 Samenvatting Natuurkunde Domein B2 Samenvatting door R. 1964 woorden 2 mei 2017 7,1 4 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Domein B. Beeld- en geluidstechniek Subdomein B2. Medische beeldvorming 1. Uitzending,

Nadere informatie

MRI spoort prostaatkanker nauwkeurig op

MRI spoort prostaatkanker nauwkeurig op MRI spoort prostaatkanker nauwkeurig op Prostaatkanker is een van de meest voorkomende vormen van kanker bij mannen. Een op de zes mannen krijgt er last van. Maar het is ook een erg lastig op te sporen

Nadere informatie

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag Practicum algemeen 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag 1 Diagrammen maken Onafhankelijke grootheid en afhankelijke grootheid In veel experimenten wordt

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2001-I

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2001-I Eindexamen natuurkunde havo 00-I 4 Antwoordmodel Opgave Hartfoto s 43 43 0 antwoord: K Ca + e (+ γ) 9 0 elektron rechts van de pijl Ca als vervalproduct aantal nucleonen links en rechts kloppend - en Als

Nadere informatie

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),

Nadere informatie

Juli blauw Vraag 1. Fysica

Juli blauw Vraag 1. Fysica Vraag 1 Beschouw volgende situatie in een kamer aan het aardoppervlak. Een homogene balk met massa 6, kg is symmetrisch opgehangen aan de touwen A en B. De touwen maken elk een hoek van 3 met de horizontale.

Nadere informatie

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975 2 H-11 EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWJS N 1975 Woensdag 27 augustus, 14.00-17.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

Hfdst 3: Radiotherapie Prof. Van den Bogaert

Hfdst 3: Radiotherapie Prof. Van den Bogaert 1. Inleiding Hfdst 3: Radiotherapie Prof. Van den Bogaert Radiotherapie Oncologie: specialisme binnen de oncologie dat kanker behandelt met ioniserende straling soms RT alleen soms combi met hlk en/of

Nadere informatie

σ = 1 λ 3,00 μm is: 3,00 x 10-4 cm σ = 1 cm / 3,00 x 10-4 cm= 3,33 10 3 cm -1

σ = 1 λ 3,00 μm is: 3,00 x 10-4 cm σ = 1 cm / 3,00 x 10-4 cm= 3,33 10 3 cm -1 Hoofdstuk 7 Analytische spectrometrie bladzijde 1 Opgave 1 Oranje en groen licht vallen op een prisma (onder dezelfde hoek en in dezelfde richting). Welke kleur wordt het sterkst gebroken? Hoe korter de

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 donderdag 24 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 donderdag 24 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 202 tijdvak donderdag 24 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 9 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Tentamen 8NB00 Medische Beeldvorming 19 januari 2016, 9-12h

Tentamen 8NB00 Medische Beeldvorming 19 januari 2016, 9-12h Tentamen 8NB00 Medische Beeldvorming 19 januari 2016, 9-12h Dit tentamen bestaat uit 7 opgaven, per deelvraag staat uitgesplitst hoeveel punten deze vraag maximaal kan opleveren. In totaal zijn er 44 punten

Nadere informatie

Nupie 't Olifantje 85

Nupie 't Olifantje 85 85 Nupie 't Olifantje 5. Apparaten Externe bestralingen (teletherapie) Brachytherapie (curietherapie): interstitiële RT 5.1. Brachytherapie βραχυς = dichtbij Radioactieve bronnen onder vorm van buisjes

Nadere informatie

Uit: Niks relatief. Vincent Icke Contact, 2005

Uit: Niks relatief. Vincent Icke Contact, 2005 Uit: Niks relatief Vincent Icke Contact, 2005 Dé formule Snappiknie kanniknie Waarschijnlijk is E = mc 2 de beroemdste formule aller tijden, tenminste als je afgaat op de meerderheid van stemmen. De formule

Nadere informatie

1 Leerlingproject: Kosmische straling 28 februari 2002

1 Leerlingproject: Kosmische straling 28 februari 2002 1 Leerlingproject: Kosmische straling 28 februari 2002 1 Kosmische straling Onder kosmische straling verstaan we geladen deeltjes die vanuit de ruimte op de aarde terecht komen. Kosmische straling is onder

Nadere informatie

Opgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II

Opgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II Opgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II In de reactor binnen in het reactorgebouw van een kerncentrale komt warmte vrij door kernsplijtingen. Die warmte wordt afgevoerd door het water in het primaire

Nadere informatie

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p Opgave 1: alles heeft een richting (8p) Bepaal de richting van de gevraagde grootheden. Licht steeds

Nadere informatie

Inleiding stralingsfysica

Inleiding stralingsfysica Inleiding stralingsfysica Historie 1896: Henri Becquerel ontdekt het verschijnsel radioactiviteit 1895: Wilhelm Conrad Röntgen ontdekt Röntgenstraling RadioNucliden: Inleiding Stralingsfysica 1 Wat maakt

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2003-I

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2003-I Eindexamen natuurkunde vwo 003-I 4 Antwoordmodel Opgave ISO uitkomst: f,00 Hz De kleinste frequentie correspondeert met de grootste golflengte, dus met 50 micrometer; 8 c,9980 f,00 Hz. 6 500 c gebruik

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Eenheidscirkel In de figuur hiernaast

Nadere informatie

Toelatingstoets havoniveau natuurkunde max. 42 p, vold 24 p

Toelatingstoets havoniveau natuurkunde max. 42 p, vold 24 p Toelatingstoets havoniveau natuurkunde max. 42 p, vold 24 p Verantwoording: Opgave 1 uit havo natuurkunde 1,2: 2009_1 opg 4 (elektriciteit) Opgave 2 uit havo natuurkunde 1,2: 2009_2 opg 1 (licht en geluid)

Nadere informatie

2.1 Wat is licht? 2.2 Fotonen

2.1 Wat is licht? 2.2 Fotonen 2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden

Nadere informatie

Stabiliteit van atoomkernen

Stabiliteit van atoomkernen Stabiliteit van atoomkernen Wanneer is een atoomkern stabiel? Wat is een radioactieve stof? Wat doet een radioactieve stof? 1 Soorten ioniserende straling Alfa-straling of α-straling Bèta-straling of β-straling

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte

Nadere informatie

NKI wil maatwerk bij bestraling

NKI wil maatwerk bij bestraling NKI wil maatwerk bij bestraling Bij bestralingen wordt niet alleen de tumor, maar ook een rand van gezond weefsel intensief bestraald. Dat is om kleine veranderingen in vorm en positie van de tumor op

Nadere informatie

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn. 2. Verbanden Verbanden Als er tussen twee variabelen x en y een verband bestaat kunnen we dat op meerdere manieren vastleggen: door een vergelijking, door een grafiek of door een tabel. Stel dat het verband

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen HAV 0 tijdvak woensdag 0 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage.. Dit eamen bestaat uit 0 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Samenvatting. Wat is licht

Samenvatting. Wat is licht Samenvatting In dit onderdeel zal worden getracht de essentie van het onderzoek beschreven in dit proefschrift te presenteren zodanig dat het te begrijpen is door familie, vrienden en vakgenoten zonder

Nadere informatie

Muonen. Auteur: Hans Uitenbroek Datum: 5 februari 2013. Opleiding: VWO 6

Muonen. Auteur: Hans Uitenbroek Datum: 5 februari 2013. Opleiding: VWO 6 Muonen Auteur: Hans Uitenbroek Datum: 5 februari 2013 Opleiding: VWO 6 1 Inhoudsopgave Voorwoord 1. Inleiding 1.1. Aanleiding van het onderzoek 1.2. Probleemstelling 2. Methode en werkwijze 3. Onderzoek

Nadere informatie

Kosmische straling: airshowers. J.W. van Holten NIKHEF, Amsterdam

Kosmische straling: airshowers. J.W. van Holten NIKHEF, Amsterdam Kosmische straling: airshowers J.W. van Holten NIKHEF, Amsterdam 1. Kosmische straling. Kosmische straling wordt veroorzaakt door zeer energetische deeltjes die vanuit de ruimte de aardatmosfeer binnendringen

Nadere informatie

Radiotherapie. Preoperatieve radiotherapie bij endeldarmkanker

Radiotherapie. Preoperatieve radiotherapie bij endeldarmkanker Radiotherapie Preoperatieve radiotherapie bij endeldarmkanker Radiotherapie Inleiding Na verschillende onderzoeken is bij u endeldarmkanker vastgesteld. De arts die u behandelt, heeft met u besproken

Nadere informatie