PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2"

Transcriptie

1 Nr.5 3 februari e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Openbare kennisgevingen 2 BEDRIJFSLICHAMEN 3 Hoofdproductschap Akkerbouw 3 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 12 Productschap Pluimvee en Eieren (PPE 2 tot en met PPE 8) 12

2 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren tegen de in dit Mededelingenblad gepubliceerde ontwerpverordening. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Openbare kennisgeving Benoemingsrechten voor besturen en commissies van bedrijfslichamen De secretaris van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad maakt ingevolge artikel 74, eerste lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie het voornemen bekend tot aanwijzing van de benoemingsgerechtigde organisaties van ondernemers en van werknemers, onder bepaling van het aantal leden dat per organisatie benoemd kan worden, voor de zittingsperiode die loopt van 1 juli 2012 tot en met 30 juni 2014 voor: a. het Productschap Dranken: - het bestuur; - de Commissie voor frisdranken en waters; - de Commissie voor bier; - de Commissie voor gedistilleerd; - de Commissie voor slijters; b. het Hoofdbedrijfschap Ambachten: - het bestuur; - de Commissie kappersbedrijf; - de Commissie schoenherstellersbedrijf; - de Commissie natuursteenbedrijf; c. het Bosschap: het bestuur. Belanghebbenden die in verband met dit voornemen wensen te reageren, worden verzocht hun reactie uiterlijk 2 maart 2012 schriftelijk in te dienen bij mr. E.A. van Bonzel, secretaris van de Bestuurskamer, Postbus 90405, 2509 LK Den Haag. Mbbo 2012, nr. 5 2

3 BEDRIJFSLICHAMEN Hoofdproductschap Akkerbouw Openbare kennisgevingen Gelet op artikel 34 van de Verordening HPA Wijn 2009, maakt het Hoofdproductschap Akkerbouw de volgende aanvragen voor een Beschermde Oorsprongsbenaming in het kader van de Verordening (EG) 479/2008 van de Raad bekend. Iedere natuurlijke of rechtspersoon die kan aantonen een wettig economisch belang te hebben in verband met de aan de Europese Commissie voor te stellen registratie van deze dossiers, kan tot uiterlijk 3 april 2012 zijn bedenkingen daartegen kenbaar maken door middel van toezending van een gemotiveerde verklaring aan het Hoofdproductschap Akkerbouw, secretariaat Adviescommissie Wijn, Postbus 29739, 2502 LS Den Haag. ENIG DOCUMENT : BOB Vijlense Heuvelrug Datum van ontvangst (DD/MM/JJ [wordt door de Commissie ingevuld] Aantal bladzijden (deze bladzijde inbegrepen) : 5 Taal van de aanvraag Nederlands Dossiernummer [wordt door de Commissie ingevuld] Aanvrager Naam : Wijngaard St. Martinus Adres Rott 21, Vijlen, 6294 NL Nederland Rechtsvorm, omvang en samenstelling Eenmanszaak Nationaliteit Nederlands Telefoon / Fax, info@wijngaardmartinus.nl Bemiddelende instantie - Lidsta(a)t(en) (*) Nederland - Autoriteit van een derde land (*) [(*) Doorhalen wat niet van toepassing is] Naam bemiddelende instantie(s), Productschap Wijn, Adviescommissie Wijn Volledig adres Stadhoudersplantsoen 12, 2517 JL, Den Haag, Nederland Telefoon, , Fax: pw@wijninfo.nl Naam waarvoor de registratie wordt aangevraagd: Vijlense Heuvelrug, Beschermde Oorsprongsbenaming Mbbo 2012, nr. 5 3

4 Beschrijving van de wijn: wijn, mousserende wijn Wijntype Druivenrassen Max opbrengst per ha. Rood, fruitig, vol Cabernet Cortis, Monarch, Pinot Noir (de verhouding is jaarafhankelijk) Analytische kenmerken 55 hl/ha Minimaal natuurlijk alcohol 9,0% Organoleptische kenmerken geur roodzwart fruit, licht kruidig smaak fruitig karakter met een volle smaak. Bepaald door oenologisch procedé minimaal 4 dagen pulpgisting rood, droog, volfruitig, gedeelte barrique Cuvée Villare rood, droog, vol, barrique Wit droog, fruitig Cabernet Cortis, Monarch (de verhouding is jaarafhankelijk) Cabernet Cortis, Monarch, Pinot Noir (de verhouding is jaarafhankelijk) Johanniter, Solaris, Pinot Gris, Chardonnay, Riesling (afhankelijk van jaar) 50 hl/ha Minimaal natuurlijk alcohol 10,0% 45 hl/ha Minimaal natuurlijk alcohol 10,0 % 65 hl/ha Minimaal natuurlijk alcohol 9,0% kleur donkerrood geur lichte houttonen gecombinee rd met roodzwart fruit smaak volle tanninestruc tuur met een fruitige achterkant volle structuur kleur donkerrood geur lichte houttonen gecombinee rd met roodzwart fruit smaak volle tanninestruc tuur die door hout wordt versterkt geur groen, rijp fruit smaak volfruitig met frisse volle structuur minimaal 4 dagen pulpgisting minimaal 30% van de wijn dient op hout te worden opgevoed. minimaal 6 dagen pulpgisting De wijn dient worden opgevoed op hout, waarbij de wijn minimaal 9 maanden gelagerd blijft op barrique (minimaal 50% nieuw hout) koude fermentatie onder de 18C (uitzondering en Temperatuur verhoging in het begin van de gisting en wijnen die moeilijk gisten) Mbbo 2012, nr. 5 4

5 Wit droog, barrique Wit halfdroog, fruitig Mousserend Wit volfruitig Mousserend rose volfruitig Johanniter, Solaris, Pinot Gris, Chardonnay, Riesling Johanniter, Solaris, Pinot Gris, Chardonnay, Riesling (afhankelijk van jaar) Johanniter, Solaris, Pinot Gris, Chardonnay, Riesling afhankelijk van jaar) Cabernet Cortis, Monarch Pinot Noir, Pinot Gris (afhankelijk van jaar) 55 hl/ha Minimaal natuurlijk alcohol 9,0% 65 hl/ha Minimaal natuurlijk alcohol 9,0% 65 hl/ha Minimaal natuurlijk alcohol 9,0% 65 hl/ha Minimaal natuurlijk alcohol 9,0% geur rijp fruit, bloemig met lichte houttonen smaak volfruitig, waarbij de volle structuur door het hout wordt aangevuld. afdronk volle afdronk geur groen, rijp fruit smaak volfruitig, licht zoetje afdronk frisse fruitige wijn met een mooie zoete afdronk geur groen, rijp fruit smaak kleine belletjes, frisfruitig smaak met een vollere structuur geur rijp en rood fruit smaak kleine belletjes, frisfruitig met een vollere structuur koude fermentatie onder de 18C (uitzondering en Temperatuur verhoging in het begin van de gisting en wijnen die moeilijk gisten) houtlagering van minimaal 6 maanden op barrique, 50% nieuw hout koude fermentatie onder de 18C (uitzondering en Temperatuur verhoging in het begin van de gisting en wijnen die moeilijk gisten) koude fermentatie onder de 18C (uitzondering en Temperatuur verhoging in het begin van de gisting en wijnen die moeilijk gisten) Traditionele champagne methode. koude fermentatie onder de 18C (uitzondering en Temperatuur verhoging in het begin van de gisting en wijnen die moeilijk gisten) traditionele champagne methode. Mbbo 2012, nr. 5 5

6 rosé, volfruitig Cabernet Cortis, Monarch, Pinot Noir (de verhouding is jaarafhankelijk) 65 hl/ha Minimaal natuurlijk alcohol 9,0 % kleur licht rosékleur geur licht kruidig, rood fruit smaak fruitig karakter met toch een volle smaak. koude fermentatie onder de 18C (uitzondering en Temperatuur verhoging in het begin van de gisting en wijnen die moeilijk gisten). Vermelding van traditionele aanduidingen als bedoeld in artikel 54, lid 1, onder a( 2 ), die verband houden met deze oorsprongsbenaming of geografische aanduiding : N.v.t. Afgebakend gebied Het gebied is in zijn geheel gelegen in de gemeente Vaals. De grond kenmerkt zich in de bovenste laag door loss met daarin veel stenen, zoals vuursteen, kiezel, kalksteen en vuursteen/kalksteenachtige stenen. Toegestane druivenrassen De druivenrassen die voor de wijnen van de Vijlense Heuvelrug worden gebruikt zijn in de onderstaande tabel opgenomen. Tabel 1: Druivenrassen Wit Pinot Gris Chardonnay Riesling Johanniter Solaris Rood Monarch Cabernet Cortis Pinot Noir Regent De druivenrassen zijn allemaal vitis vinifera Verband met het geografische gebied De bodemtextuur in Zuid-Limburg is vrij complex, waarbij verschillende grondsoorten zich afwisselen en in elkaar overlopen. Deze BOB gekenmerkt zich in de bovenste laag door loss met daarin veel stenen, zoals vuursteen, kiezel, kalksteen en vuursteen/kalksteenachtige stenen. In de laag daaronder wordt het materiaal veel steniger: vuursteeneluvium bestaande uit vuursteen en kalksteen. Door de löss lagen wordt bij overvloedige regen het water goed geabsorbeerd en in het geval van droge perioden is er nog voldoende water om de druif niet in een stresssituatie te laten geraken. Echter het unieke van deze BOB ligt in de vier grondsoorten die bij elkaar komen,siltige leem in situ (Limburgse loss), grof grind, kleefaarde en vuursteeneluviu. Deze samenstelling is alleen aanwezig in het gebied, waarin geheel de wijngaarden liggen. De hoge ligging, de lagere neerslag en het eigen microklimaat zorgen voor hogere suikergehalten, lagere zuurgehalte en een betere afrijping van de druif, waardoor de wijnen voller en expressiever van smaak zijn. De druiven groeien optimaal dankzij de goed verzorgde waterhuishouding van de lössstructuur. Mbbo 2012, nr. 5 6

7 De combinatie van vuursteenkalksteen, kleefaarde en loss geeft de wijnen een betere structuur. De aan overvloed aanwezige mineralen en de specifieke bodem zullen een bepaalde smaakprofiel aan de wijn geven, wat vaak wordt omschreven als mineraliteit. Klimaat en omgeving: Volgens de kaarten van het KNMI valt minder regen in Zuid-limburg dan bijvoorbeeld aan de kustgebieden. Het klimaat in Zuid-Limburg wordt getypeerd als een landklimaat. Doordat de omgeving van het geografisch gebied nabij Vijlen een van de hoogste delen van Nederland is en voornamelijk door heuvels omsloten wordt draagt dit bij aan een klein microklimaat. De hoogte waarop de wijngaarden in geografisch gebied liggen variëren tussen de 170 en 220 meter boven NAP. De wijngaarden zijn gelegen op de zuidelijk gelegen hellingen en op het plateau zelf. Doordat de wijngaarden op een van de hoogste gedeeltes in de omgeving liggen en omgeven zijn door dalen is de nachttemperatuur vaak hoger. Dit komt doordat bij heldere en vooral windstille nachten, de kou naar de lager gelegen delen zakt, waardoor de temperatuur in de wijngaarden s`nachts vaak 2 en soms wel 10 C hoger ligt dan in de lager gelegen delen. Bij bewolkte nachten is het in het dal ietsje warmer (0,2 tot 0,5 C), echter de grote verschillen gedurende heldere nachten zorgen ervoor dat gemiddeld genomen de nachttemperatuur in het BOB gebied hoger ligt dan in de andere lager gelegen delen. Deze hogere nachttemperatuur zorgt ervoor dat de zuren beter afgebouwd kunnen worden door de glucogeogenese (appelzuur wordt gedurende de nacht omgezet). Daarbij heeft de hoogte ook bij grondinversie een positieve invloed op de temperatuur overdag, hoe hoger gelegen hoe warmer de temperatuur zal zijn. De hoogte heeft ook invloed op de vorming van mist, in het geografisch gebied komt nauwelijks mist voor in de maanden september en oktober, waardoor de druiven minder last krijgen van botrytis. Mist kan zich vormen door afkoeling van zeer vochtige lucht (tot onder het dauwpunt) of door menging van koude met warme vochtige lucht. Doordat de temperatuur in het dal vaak lager liggen is het dauwpunt ook lager, dit in combinatie met het feit dat in dalen vaak water ligt, zorgt ervoor dat in lager gelegen delen vaker mist ontstaat en de hoger gelegen delen vrij van de mist blijven. De wijngaarden zijn vaak pas een van de laatste percelen in Zuid-Limburg die onder de mist komen te liggen. Een ander groot voordeel van de ligging van het geografisch gebied, net achter de Eifel en de Ardennen is de invloed op de regen. Als de wind uit het zuidwesten komt gaan de meeste grote onweersbuien met veel regen en hagel vaak langs het BOB gebied. Sinds de start van wijnbouw in het geografisch gebied in 1988 heeft hagel nog nooit invloed gehad op de oogst. Ook wind uit het zuidoosten zorgt ervoor dat er minder regen valt, de reden is dat het gebied aan de lijzijde van de Ardennen en de Eifel ligt. Door deze ligging is de regenval in september en oktober aantoonbaar lager dan de omliggende gebieden. De combinatie van de klimaatomstandigheden, ligging, bodem en het gebruik van de bepaalde rassen, zowel als cepage als cuvee wijn, zorgen voor herkenbare wijnen uit deze BOB. Verdere voorwaarden n.v.t. Verwijzing naar het productdossier Mbbo 2012, nr. 5 7

8 ENIG DOCUMENT : BOB Mergelland Datum van ontvangst: (wordt door de Commissie ingevuld) Aantal bladzijden: 5 Taal van de aanvraag Nederlands Dossiernummer: (wordt door de Commissie ingevuld) Aanvrager: Naam: Verenigde Wijnbouwers Zuid-Limburg Adres: Susserweg NE Maastricht Rechtsvorm: Vereniging ( inschrijvingsnummer handelsregister ) Nationaliteit: Nederlandse Telefoon: Telefax: secretaris@bobmergelland.nl Bemiddelende instantie: Lidstaat Nederland Naam van de bemiddelende instantie(s): Naam: Productschap Wijn Adres Stadhoudersplantsoen JLDen Haag Postbus LS Den Haag Telefoon: Telefax: pw@wijninfo.nl Naam waarvoor de registratie wordt aangevraagd: Beschermde Oorsprongsbenaming Mergelland Beschrijving van de wijnen: De aanvraag tot bescherming heeft betrekking op de wijncategorieën (vermeld in de bijlage IV van de verordening nr. 479/2008) wijn, mousserende kwaliteitswijn Vermelding van traditionele aanduidingen: Mergelland Beschermde Oorsprongsbenaming; Mergellandse wijn Beschermde Oorsprongsbenaming Afgebakend gebied: Het grondgebied van de Nederlandse gemeenten Maastricht, Meerssen, Nuth, Simpelveld, Voerendaal, Vaals, Gulpen-Wittem, Eijsden - Margraten en Valkenburg a/d Geul, voor zover de wijnbouwpercelen gelegen zijn op een bodem die bestaat uit een teellaag van löss (TE1) en een ondergrond van mergel ( Gu, Mt1 en MT2 ), met plaatselijke voorkomens van tertiaire formaties als Rupel (Ru), Tongeren (To) en Holset (Hs) of pleistocene Maas- en beekafzettingen (Ma en Hc). De benamingen en coderingen van teellaag en ondergrond zijn gebaseerd op de Geologische kaarten van Zuid-Limburg en Omgeving, Oppervlaktekaart ISBN en Pré-Kwartair ISBN X, uitgegeven door de Rijks Geologische Dienst. Mbbo 2012, nr. 5 8

9 Genoemde kaarten dienen als referentie om vast te stellen of een wijnbouwperceel deel uit maakt van het afgebakend gebied. Maximum opbrengst per hectare: De gemiddelde maximale opbrengst in het jaar is beperkt tot 60 hl/ha voor rode wijn van Pinot Noir, 75 hl/ha voor witte of rosé wijn van Pinot Noir, 80 hl/ha voor wijn van de rassen Pinot Blanc, Pinot Gris, Riesling, Gewürztraminer, Auxerrois en Chardonnay en 85 hl/ha voor wijn van de rassen Rivaner ( i.e. Müller-Thurgau ) en Dornfelder. Toegestane druivenrassen: Auxerrois, Chardonnay, Dornfelder, Gewürztraminer, Rivaner (i.e. Müller-Thurgau), Pinot Blanc, Pinot gris, Pinot noir en Pinot Noir Précoce, Riesling, Deze rassen behoren tot de familie van Vitis Vinifera. De Mergellandse wijnen van deze rassen laten zich als volgt karakteriseren. Wijntype Druivenrassen Max opbrengst per ha. Analytische kenmerken Organoleptische kenmerken Wit Auxerrois 80 TAV > 9% Rijpe gele appels, peer, milde zuren, licht, fruitig Wit Chardonnay 80 TAV > 9% Citroen, boter, toast, vanille, medium body Rood Dornfelder 85 TAV > 9% Kersen, bramen, vlierbes, lage zuurgraad Wit Gewürztraminer 80 TAV > 9% Exotisch fruit (oa lychee), bloemen, citrus, specerijen Wit Rivaner 85 TAV > 9% Appels, steenvrucht en, muskaat Wit Pinot Blanc 80 TAV > 9% Geel fruit, peer, meloen, lindebloese m Wit Pinot Gris 80 TAV > 9% Peer, honing, noot Rood Pinot Noir 60 TAV > 9% Rode bes, framboos, aardbei, Bepaald door oenologisch procedé Aromatisch door koele gisting op staal Vaak secundaire aroma s door malolactische vergisting en houtlagering Soms houtlagering Aromatisch door koele gisting op staal Aromatisch door koele gisting op staal Aromatisch door koele gisting op staal Aromatisch door koele gisting op staal; soms ook houtlagering Niet te warme gisting voor Mbbo 2012, nr. 5 9

10 vanille en andere houttonen Wit Riesling 80 TAV > 9% Witte steenvrucht en (perzik), appels, peer behoud fruitigheid, vaak uitbouw op hout Aromatisch door koele gisting op staal Assemblage van wijnen van verschillende rassen is toegestaan. Het voert te ver om alle mogelijke assemblages te karakteriseren. Verband met het geografische gebied De voor Nederland unieke compositie van bodem, geografie en klimaat maakt het Mergelland bij uitstek geschikt voor wijnbouw, een teelt die hier dan ook al in de vroege middeleeuwen op ruime schaal voorkwam. Het oudste bewijs voor wijnbouw in het Mergelland dateert van 968 n.c.. Ook in de kleine ijstijd ( 15 e tot 19 e eeuw ) wist wijnbouw zich hier door de gunstige omstandigheden te handhaven. In de Franse tijd kwam er echter om politieke redenen een einde aan de teelt van wijndruiven. Sinds 1970 wordt er in het gebied opnieuw commerciële wijnbouw bedreven, het Mergelland geldt hiermee als de bakermat van de moderne Nederlandse wijnbouw. Typisch voor de streek, en afwijkend van de rest van Nederland, is het dominante gebruik van klassieke druivenrassen uit Noord-Frankrijk (Pinot Noir, Gris en Blanc, Chardonnay en Auxerrois) en Duitsland ( Riesling, Rivaner, Gewürztraminer en Dornfelder). De bodemsamenstelling heeft een grote invloed op de smaak van de wijn. Dit wordt veroorzaakt door factoren als waterbergend vermogen, luchtigheid, opwarmbaarheid en gehalte aan mineralen. Löss en de onderliggende mergel kunnen veel vocht vasthouden, waardoor er niet vlug een overschot aan water is, maar evenmin veel kans op droogtestress. Door de luchtige structuur is de gasuitwisseling rond de wortels optimaal, en de bodem warmt veel sneller op dan klei. Löss is rijk aan mineralen, de mergelondergrond bevat uiteraard veel kalk en magnesium en bij glauconiet voorkomen ook veel ijzer en kalium. De Oostenrijkse oenoloog Dr. Walter Flak ( Bundesamt für Weinbau ) publiceerde recent ( Kann man Herkunft schmecken, Der Winzer, 04/2011) een onderzoek naar de invloed van grondsoort op de smaak van wijn. Van de negen onderzochte grondsoorten scoorde de combinatie löss/kalk duidelijk het hoogst of Frucht, fruitigheid. Bekend is ook dat kalk bijdraagt aan het behoud van zuren en vaak een lichte koolzuur tinteling aan de wijnen geeft. Hoewel vrij noordelijk gelegen, kent het Mergelland dankzij geografie en bodem voldoende warmte om de druiven goed te laten rijpen. Het relatief koele klimaat is eerder gunstig, de Mergellandse druiven kunnen hun volledige fysiologische rijpheid bereiken zonder dat een te hoog oplopend suikergehalte tot voortijdige pluk noopt. Excessieve alcoholgehaltes, een toenemend probleem in zuidelijke wijnstreken, treden niet op. De lange rijpingsperiode ( van veraison tot oogst ) biedt de druif voldoende tijd om aroma, mineralen en extract te verzamelen. Voldoende warmte en zonnestraling overdag zijn uiteraard vereist voor tijdige rijping, voor het smaakprofiel van de wijn spelen koele nachten een grote rol. In warme nachten blijft het metabolisme snel verlopen en gebruikt de druif, bij gebrek aan zonlicht, het appelzuur als energiebron. Koele nachten vertragen de afbouw van appelzuur, zodat de wijn bij rijpheid nog voldoende zuren bevat. Dit zuur verleent de wijn zijn frisheid en speelt een cruciale rol bij de vorming van aroma s ( met name esters ) tijdens de gisting. Mbbo 2012, nr. 5 10

11 De invloed van water aanbod op de smaak werd onderzocht door Prof. Kees van Leeuwen ( École Nationale des Ingénieurs de Travaux Agricole in Bordeaux). Hij stelde vast dat een licht watergebrek optimaal is voor de kwaliteit. De natuurlijke drainage, het waterbergend vermogen van de bodem en het lage neerslagoverschot in het Mergelland bieden de druiven juist deze conditie. Samengevat: Limburgse wijnen worden gekenmerkt door een typische combinatie van fruitigheid, frisse elegantie en mineraliteit. Deze is terug te voeren op het voor Nederland unieke samenspel van rassenkeuze, bodem, geografie en klimaat. Verdere voorwaarden: Het minimale mostgewicht is vastgesteld op 1070 g/l ( 70 ºOechsle ), overeenkomend met een natuurlijk TAV (totaal alcoholgehalte volumetrisch) van 9 % volumetrisch. Chaptalisatie is toegestaan met 40 g/l sacharose of het equivalent hiervan als gerectificeerde druivenmost, overeenkomend met een TAV van 2,5% volumetrisch. Verwijzing naar het productdossier Mbbo 2012, nr. 5 11

12 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Pluimvee en Eieren PPE 2 Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en uitsnijderijen (PPE) 2011 Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 3 november 2011 houdende vaststelling van hygiënemaatregelen ter zake van de bewaking en bestrijding van Salmonella en Campylobacter in pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011) Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren, Gelet op de artikelen 93, eerste lid, 95, 102 en 104 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en de artikelen 6 en 7 van het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op de artikelen 3 en 3a van het Besluit bescherming tegen bepaalde zoönosen en bestrijding besmettelijke dierziekten en de artikelen 95 en 96 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE s; Gezien Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers en houdende wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad en intrekking van Richtlijn 92/117/EEG van de Raad (PbEU L 325), en Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van Salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers (PbEU L 325) en; Gezien de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) 2011; Gezien de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004; Besluit: Begripsbepalingen Artikel 1 In deze Verordening en de daarop rustende besluiten wordt verstaan onder: 1. ondernemer : een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een onderneming uitoefent waarin pluimvee wordt geslacht of het vlees van pluimvee wordt uitgebeend, uitgesneden, versneden, verpakt of opgeslagen; 2. onderneming : tot de onderneming behoren alle inrichtingen waarin pluimvee wordt geslacht of het vlees van pluimvee wordt bewerkt of verwerkt en die voor ten minste 51% eigendom zijn van de ondernemer; 12

13 3. slachterij : een inrichting waar pluimvee wordt geslacht en die voldoet aan de in Verordening (EG) Nr. 853/2004 gestelde eisen en als zodanig is erkend; 4. slachtkoppel : een aan de slachterij aaneengesloten geleverde hoeveelheid pluimvee dat afkomstig is van één stal en dat bestemd is om te worden geslacht of een door de ondernemer geslachte aaneengesloten geleverde hoeveelheid pluimvee dat afkomstig is van één stal; 5. slachtuitlaadkoppel : een aan de slachterij aaneengesloten geleverde hoeveelheid pluimvee dat afkomstig is van één pluimveebedrijf en dat bestemd is om te worden geslacht of een door de ondernemer geslachte aaneengesloten geleverde hoeveelheid pluimvee dat afkomstig is van één pluimveebedrijf. Voor slachtuitlaadkoppels geldt: a) dat het gaat om het deel van het stalkoppel dat als eerste wordt geslacht; b) dat de in de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) 2011 bedoelde onderzoeken naar Salmonella een negatieve uitslag hebben opgeleverd voor Salmonella Typhimurium en Salmonella Enteritidis. 6. uitsnijderij : een inrichting waarin vlees van pluimvee wordt uitgebeend, uitgesneden of versneden, verpakt of opgeslagen en die voldoet aan de in Verordening (EG) Nr. 853/2004 gestelde eisen en als zodanig erkend is. 7. nuchter pluimvee : pluimvee waarvan de krop leeg is; 8. eindproduct van de slachterij : filet of vel van de borstkap van geslacht pluimvee; 9. eindproduct van de uitsnijderij 10. Verordening (EG) Nr. 853/2004 : vel van de borstkap, filet, poten of vleugels van geslacht pluimvee; : Verordening (EG) Nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong. Voor het overige worden de begripsbepalingen overgenomen van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE)

14 Hygiënemaatregelen na vervoer Artikel 2 1. Nadat het pluimvee is uitgeladen uit de transportmiddelen waarmee en de kratten en containers waarin, het is aangevoerd in de slachterij, reinigt en ontsmet de ondernemer deze transportmiddelen en kratten en containers onverwijld en zodanig dat deze visueel schoon zijn. 2. De ondernemer neemt dagelijks monsters van de gereinigde kratten en containers waarin het pluimvee in de slachterij zijn aangevoerd. De ondernemer draagt er zorg voor dat een onderzoek van deze monsters op de aanwezigheid van Salmonella plaatsvindt door middel van detectie door een voor detectie van Salmonella erkend laboratorium. Algemene hygiënemaatregelen Artikel 3 1. De ondernemer houdt tijdens het slachtproces alle slachtkoppels op stalniveau en slachtuitlaadkoppels op bedrijfsniveau fysiek van elkaar gescheiden. 2. De ondernemer hangt slechts nuchter pluimvee aan de slachtlijn. 3. De looprichting en de gereguleerde luchtstroom zijn tegengesteld aan de richting die het aangevoerde product doorloopt. 4. De ondernemer reinigt en ontsmet al het tijdens de slacht en voor het uitbenen, het uitsnijden, het versnijden, het verpakken en het opslaan gebruikte materiaal. Voorwaarden voor het slachten in het kader van Salmonella Artikel 4 1. De ondernemer mag alleen pluimvee slachten indien hij uiterlijk 24 uur vóór de slacht in het bezit is van de schriftelijke uitslagen van het Salmonellaonderzoek dat in de stal waaruit het pluimvee afkomstig is, is uitgevoerd. 2. De schriftelijke uitslagen van het in het eerste lid bedoelde Salmonellaonderzoek omvatten de uitslagen van de detectie, in voorkomend geval de serotypering en in voorkomend geval het verificatieonderzoek, als bedoeld in de artikelen: a) artikel 4 (opfokbedrijf, fokbedrijf en vermeerderingsbedrijf), b) artikel 10 (opfokleghennenbedrijf, en leghennenbedrijf), c) artikel 13 (vleeskuikenbedrijven) en d) artikel 15 (Salmonellaonderzoek op initiatief van de voorzitter), van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) 2011 en de daarop gebaseerde besluiten. 3. De ondernemer is verplicht om dagelijks al het pluimvee in onderstaande volgorde te slachten: a) Als eerste al het pluimvee waarvan het Salmonellaonderzoek in het pluimveebedrijf geen Salmonella heeft aangetoond; b) Vervolgens al het pluimvee waarvan het Salmonellaonderzoek in het pluimveebedrijf Salmonella van een ander serotype dan Salmonella Enteritidis of Salmonella Typhimurium heeft aangetoond; c) Als laatste al het pluimvee waarvan het Salmonellaonderzoek in het pluimveebedrijf Salmonella Enteritidis of Salmonella Typhimurium heeft aangetoond. 14

15 Voorwaarden voor het slachten in het kader van Campylobacter Artikel 5 1. In het geval het pluimvee afkomstig is van een vleeskuikenbedrijf waar een Campylobacteronderzoek is uitgevoerd, mag de ondernemer dit pluimvee alleen slachten indien hij de schriftelijke uitslag van dit Campylobacteronderzoek uiterlijk 24 uur vóór de slacht van dit pluimvee in bezit heeft. 2. De schriftelijke uitslag van het in het eerste lid bedoelde Campylobacteronderzoek omvat de uitslagen van de detectie als bedoeld in de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) 2011 en de daarop gebaseerde besluiten. Salmonella- en Campylobacteronderzoek in de slachterij Artikel 6 1. De ondernemer neemt dagelijks van elk slachtkoppel blindedarmmonsters en monsters van het eindproduct van de slachterij. 2. De ondernemer zorgt ervoor dat een onderzoek van de in het eerste lid bedoelde monsters naar de aanwezigheid van Salmonella en Campylobacter plaatsvindt door middel van detectie door een voor detectie van Salmonella onderscheidenlijk Campylobacter erkend laboratorium en, in geval van de aanwezigheid van Salmonella in de monsters, serotypering door een voor serotypering erkend laboratorium. 3. De ondernemer verstrekt tijdig de monsters aan het voor detectie van Salmonella of Campylobacter erkende laboratorium, en in geval van de aanwezigheid van Salmonella in het monster, aan het voor serotypering erkende laboratorium. Uitzonderingen op het uitvoeren van een Campylobacteronderzoek Artikel 7 1. In afwijking van artikel 6, tweede lid, hoeft de ondernemer blindedarmmonsters niet op Campylobacter te laten detecteren indien uit de schriftelijke uitslag van het in artikel 5, eerste lid, bedoelde Campylobacteronderzoek van het vleeskuikenbedrijf blijkt dat het pluimvee Campylobacter-positief is. 2. In afwijking van artikel 6, tweede lid, hoeft de ondernemer blindedarmmonsters niet op Campylobacter te laten detecteren indien het pluimvee afkomstig is van een vleeskuikenbedrijf waar geen Campylobacteronderzoek van het pluimvee is uitgevoerd. 3. De ondernemer die per week minimaal 400 en maximaal stuks pluimvee slacht, hoeft geen monsters van het eindproduct van de slachterij te laten detecteren op Campylobacter indien uit de in artikel 5, eerste lid, bedoelde schriftelijke uitslag van het Campylobacteronderzoek van het vleeskuikenbedrijf blijkt dat het pluimvee Campylobacter-negatief is. Salmonellaonderzoek in de uitsnijderij Artikel 8 1. De ondernemer die per week ten minste kilogram vlees van pluimvee uitbeent, uitsnijdt, versnijdt, opslaat of verpakt, neemt dagelijks monsters van het eindproduct van de uitsnijderij. 2. De ondernemer zorgt ervoor dat een onderzoek van de monsters naar de aanwezigheid van Salmonella plaatsvindt door middel van detectie door een voor detectie van Salmonella erkend laboratorium, en in geval van de aanwezigheid van 15

16 Salmonella in de monsters, serotypering door een voor serotypering erkend laboratorium. 3. De ondernemer verstrekt tijdig de monsters aan het voor detectie van Salmonella erkende laboratorium, en in geval van de aanwezigheid van Salmonella in het monster, aan het voor serotypering erkende laboratorium. Erkenning laboratoria Artikel 9 De voorzitter is belast met de erkenning van de laboratoria als bedoeld in de artikelen 2, 6 en 8. Het bestuur stelt bij besluit nadere regels vast ten aanzien van de erkenningsvoorwaarden van laboratoria. Bestuursbesluiten houdende nadere regels Artikel Het bestuur stelt bij besluit nadere regels vast over de wijze waarop, het tijdstip waarop en de frequentie waarmee de monsters als bedoeld in artikel 2 worden genomen, alsmede over het aantal monsters en over de detectie van deze monsters. 2. Het bestuur kan bij besluit nadere regels stellen over de wijze waarop de ondernemer de slachtkoppels en slachtuitlaadkoppels fysiek van elkaar gescheiden dient te houden, als bedoeld in artikel Het bestuur stelt bij besluit nadere regels vast over de wijze waarop, het tijdstip waarop en de frequentie waarmee de monsters als bedoeld in artikel 6 worden genomen, over het aantal monsters, over de detectie en de serotypering van deze monsters en over de tijdige melding van de laboratoriumuitslagen van deze monsters. 4. Het bestuur kan bij besluit nadere regels vaststellen over de consequenties die kunnen worden verbonden aan de laboratoriumuitslagen van de monsters als bedoeld in artikel Het bestuur stelt bij besluit nadere regels vast over de wijze waarop, het tijdstip waarop en de frequentie waarmee de monsters als bedoeld in artikel 8 worden genomen, over het aantal monsters, over de detectie en de serotypering van deze monsters en over de tijdige melding van de laboratoriumuitslagen van deze monsters. Administratie Artikel De ondernemer houdt een deugdelijke administratie bij inzake iedere aanvoer van pluimvee naar, en afvoer van eindproducten van zijn onderneming, inzake de monsters die hij heeft genomen, inzake de uitslagen van de detectie, de serotypering en inzake facturen als gevolg van verplichtingen vastgelegd bij of krachtens deze verordening. 2. De administratie is zodanig ingericht dat deze te allen tijde aan een door het bestuur aangewezen toezichthouder het benodigde inzicht kan verschaffen over de naleving van de bij of krachtens deze verordening vastgelegde voorschriften en verplichtingen. 3. De ondernemer bewaart de uitslag van de detectie als bedoeld in artikel 2 alsmede de uitslagen van de detectie en serotypering als bedoeld in de artikelen 6 en 8 gedurende ten minste twee jaren na ontvangst van het erkende laboratorium. 16

17 4. De ondernemer bewaart de schriftelijke uitslagen van het Salmonellaonderzoek en het Campylobacteronderzoek van de pluimveehouder als bedoeld in de artikelen 4 en 5 gedurende ten minste twee jaren na ontvangst van het pluimveebedrijf. Informatieoverdracht Artikel De ondernemer meldt tijdig de schriftelijke uitslag van het Salmonellaonderzoek als bedoeld in artikel 4 en de schriftelijke uitslag van het Campylobacteronderzoek als bedoeld in artikel 5 aan de voorzitter. 2. De ondernemer meldt tijdig de uitslagen van de detectie en de serotypering als bedoeld in de artikelen 6 en 8 aan de voorzitter. 3. De ondernemer meldt tijdig de uitslagen van de detectie en de serotypering als bedoeld in de artikelen 6 en 8 aan de pluimveehouder die het pluimvee heeft geleverd waarvan de blindedarmmonsters en de monsters van het eindproduct van de slachterij en de uitsnijderij zijn genomen. Ook indien het pluimvee door een ander dan de pluimveehouder is geleverd zorgt de ondernemer ervoor dat de pluimveehouder de uitslagen ontvangt. 4. Het bestuur stelt bij besluit nadere regels vast ten aanzien van de wijze waarop, het tijdstip waarop en de frequentie waarmee de ondernemer de in het eerste, tweede en derde lid bedoelde uitslagen meldt. Gegevensverwerking Artikel 13 De door het productschap uit hoofde van deze verordening verkregen gegevens worden in handen gesteld van de voorzitter en worden, behoudens bij of krachtens de wet te bepalen gevallen, niet aan derden verstrekt. De verkregen gegevens kunnen geanonimiseerd worden verwerkt in algemene, periodieke rapportages waarin feiten en statistieken worden weergegeven. Controle Artikel De ondernemer laat zich ten minste één maal per kalenderjaar op eigen kosten door een erkende controle-instantie controleren op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening. 2. De controle-instantie kan op aanvraag worden erkend door de voorzitter indien zij voldoet aan door het bestuur bij besluit vastgestelde erkenningsvoorwaarden, welke strekken tot waarborg van de onafhankelijkheid en expertise van de controleinstantie. 3. De voorzitter kan aan een erkenning nadere voorschriften en voorwaarden verbinden. De voorzitter kan de erkenning intrekken indien is vastgesteld dat niet langer aan de erkenningsvoorwaarden of de aan de erkenning verbonden nadere voorschriften en voorwaarden wordt voldaan. Toezicht op de naleving Artikel Het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de artikelen 2, 3, 4, 5, 6, 8, 11 en 12 bepaalde wordt namens het productschap uitgeoefend door toezichthouders die hiervoor door het bestuur bij besluit zijn aangewezen. 17

18 2. De ondernemer is verplicht: a) Aan de door het bestuur aangewezen toezichthouders al die gegevens te verstrekken of te doen verstrekken, die nodig zijn voor de vervulling van hun taak; b) Aan de door het bestuur aangewezen toezichthouders inzage te geven of te doen geven van die boeken en bescheiden, die nodig zijn voor de vervulling van hun taak; c) Aan de door het bestuur aangewezen toezichthouders te allen tijde toegang te geven of te doen geven tot de bedrijfsruimten en tot die plaatsen of vervoermiddelen, waar of waarin voorraden die tot het bedrijf van de ondernemer behoren, zijn opgeslagen of worden vervoerd; d) Te gedogen dat de door het bestuur aangewezen toezichthouders monsters nemen uit de voorraden, waaronder begrepen verpakkingsmateriaal, van het bedrijf van de ondernemer, ongeacht de plaats waar of waarin zich die voorraden bevinden en alsdan de van hem gevorderde medewerking verlenen overeenkomstig de aanwijzingen en het toezicht van die toezichthouders; e) Voor het overige alle medewerking te verlenen ter vervulling van de aan de toezichthouders opgedragen taak. 3. De in het eerste lid bedoelde toezichthouders zijn bevoegd om berechtingsrapporten op te maken ten behoeve van tuchtrechtelijke afhandeling van overtredingen van het bij of krachtens de artikelen 2, 3, 4, 5, 6, 8, 11 en 12 bepaalde. Tuchtrechtelijke maatregelen Artikel 16 Op overtreding van het in de artikelen 2, 3, 4, 5, 6, 8, 11 en 12 bepaalde zijn tuchtrechtelijke maatregelen gesteld zoals voorzien in de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie Ontheffing en vrijstelling Artikel De voorzitter kan, binnen het kader van door het bestuur bij besluit vastgestelde richtlijnen en voor zover het belang van de bewaking van Campylobacter zich daartegen niet verzet, op schriftelijk verzoek van de ondernemer ontheffing aan de ondernemer verlenen van het onderzoek naar de aanwezigheid van Campylobacter als bedoeld in artikel 6, tweede lid, en aan zodanige ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden. 2. Het bestuur kan bij besluit vrijstelling aan ondernemers dan wel aan een groep van te onderscheiden categorieën ondernemers verlenen van het onderzoek naar de aanwezigheid van Campylobacter als bedoeld in artikel 6, tweede lid, en aan een zodanige vrijstelling voorschriften en beperkingen verbinden. 3. Een verleende ontheffing kan te allen tijde door de voorzitter worden ingetrokken en een verleende vrijstelling kan te allen tijde door het bestuur worden ingetrokken. Publicatie besluiten Artikel 18 De op grond van deze verordening door het bestuur vast te stellen besluiten worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Intrekking en verwijzing Artikel 19 De Verordening hygiënevoorschriften pluimveeverwerkende industrie (PPE) 2007 wordt ingetrokken. 18

19 Inwerkingtreding, publicatie en citeertitel Artikel Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) Zoetermeer, 3 november 2011 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 22 december 2011 en door de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij beschikking van 9 januari 2012, nr TOELICHTING BIJ DE VERORDENING HYGIËNEMAATREGELEN EN BESTRIJDING ZOÖNOSEN PLUIMVEESLACHTERIJEN EN -UITSNIJDERIJEN (PPE) 2011 ALGEMEEN Het doel van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011 is het monitoren, voorkomen en bestrijden van Salmonellabesmettingen in pluimveevlees en het monitoren en voorkomen van Campylobacterbesmettingen. Onderhavige verordening vervangt de Verordening hygiënevoorschriften pluimveeverwerkende industrie (PPE) De nieuwe verordening vormt een juridisch-technische verduidelijking ten opzichte van de voorganger uit Evenals in de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding van zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) 2011 en in de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding van zoönosen in de kalkoensector (PPE) 2011 is in 2011 met onderhavige verordening een herstructurering toegepast met als doel een verduidelijking van de technisch-inhoudelijk gedetailleerde regelgeving. Bij de levering van pluimvee aan de slachterij beschikt de ondernemer over onderzoeksresultaten met betrekking tot de productiefase in de pluimveehouderij, op grond waarvan de ondernemer het verwerkingsproces kan inrichten. Om te verzekeren dat Salmonella niet voorkomt in het door de ondernemer af te leveren pluimveevlees is ook voor slachterijen en uitsnijderijen een aantal maatregelen vastgelegd met als doel om te voorkomen dat met Salmonella besmette producten op de markt worden aangeboden. Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van Salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers (PbEU L 325) heeft tot doel erop toe te zien dat adequate en doeltreffende maatregelen worden getroffen voor de detectie en de bestrijding van Salmonella in alle stadia van productie, verwerking en distributie, in het bijzonder op het niveau van de primaire productie met inbegrip van diervoeders, teneinde de prevalentie ervan en het risico voor de volksgezondheid te verminderen. De toenmalige Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft de uitvoering van deze Verordening in medebewind opgedragen aan het productschap. Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers en houdende wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad en intrekking van Richtlijn 92/117/EEG van de Raad (PbEU L 325) beoogt een adequate bewaking van zoönoses, zoönoseverwekkers 19

20 en van daarmee samenhangende antibmicrobiële resistentie, alsmede een gedegen epidemiologisch onderzoek naar uitbraken van door voedsel overgedragen zoönoses, zodat in de Gemeenschap de nodige informatie kan worden verzameld om relevante tendensen en bronnen te kunnen evalueren. Gesteld kan worden dat de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011 voorziet in de eisen die Richtlijn 2003/99/EG voorschrijft. De bewaking van Salmonella, zoals voorgeschreven in artikel 4, vijfde lid van de richtlijn, vindt plaats door middel van de gegevens genoemd in de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) Deze gegevens worden door het productschap aan de nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit verstrekt. Op deze manier zijn voor Nederland de gegevens voorhanden om te voldoen aan de verplichting op grond van artikel 9 van Richtlijn 2003/99/EG om een jaarlijkse evaluatie en rapportage inzake de tendensen en bronnen van zoönoses, zoönoseverwekkers en antimicrobiële resistentie binnen Nederland, aan de Commissie mede te delen. In de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011 kan een onderscheid worden gemaakt tussen bestrijdingsmaatregelen (inclusief preventie) en monitorings- en bewakingsmaatregelen. De bestrijdingsmaatregelen sluiten aan bij het bepaalde in Verordening (EG) nr. 2160/2003. De monitorings- en bewakingsmaatregelen sluiten aan bij het bepaalde in Richtlijn 2003/99/EG. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 In dit artikel zijn de begripsbepalingen gedefinieerd. Er worden onder andere begripsbepalingen gedefinieerd van de termen slachtkoppel en slachtuitlaadkoppel. Een slachtkoppel en slachtuitlaadkoppel hoeft niet alleen te bestaan uit vleeskuikens, maar kan ook bestaan uit opfokleghennen, leghennen, opfokpluimvee, fokpluimvee of vermeerderings-pluimvee. Het slachtkoppel dient traceerbaar te zijn tot op stalniveau. Slachtuitlaadkoppels bestaan uit een relatief kleine groep pluimvee dat als eerste uit een stal gehaald wordt om geslacht te worden. Dit pluimvee dient traceerbaar te zijn tot op pluimveebedrijfsniveau. Een weglaadkoppel, dieren die overblijven na het uitladen, valt onder de begripsbepaling van een slachtkoppel en wordt daarom niet nader gedefinieerd in deze Verordening. Indien uit het Salmonellaonderzoek op het betreffende pluimveebedrijf een besmetting met Salmonella Typhimurium of Salmonella Enteritidis blijkt, dient het pluimvee tijdens het slachtproces op stalniveau gescheiden te worden gehouden en is er dus sprake van een slachtkoppel. Ook uitlaadkoppels dienen dan op stalniveau gescheiden te worden gehouden. Artikel 2 In dit artikel zijn de hygiënemaatregelen na vervoer opgenomen. Het betreft hier de transportmiddelen waarmee en de kratten en containers waarin het pluimvee is vervoerd. Artikel 3 In dit artikel zijn de algemene hygiënemaatregelen opgenomen die in acht moeten worden gehouden voor en tijdens het slachtproces. De ondernemer houdt de slachtkoppels en slachtuitlaadkoppels fysiek van elkaar gescheiden om eventuele kruisbesmetting met Salmonella (Enteritidis, Typhimurium en overige serotypen) te voorkomen en om het mogelijk te maken dat eventueel genomen blindedarmmonsters kunnen worden herleid tot het stalniveau (slachtkoppels) dan wel bedrijfsniveau (slachtuitlaadkoppel) van het pluimveebedrijf waarvan het slacht- of slachtuitlaadkoppel afkomstig is. Artikelen 4 en 5 In dit artikel zijn de voorwaarden opgenomen waaraan moet worden voldaan voordat het pluimvee geslacht mag worden. De voorwaarden hebben betrekking op de Salmonella- en Campylobacterstatus van het pluimvee. De schriftelijke uitslagen van het in artikel 4 bedoelde Salmonellaonderzoek omvatten de uitslagen van de detectie en 20

21 de serotypering. In voorkomend geval ook het verificatieonderzoek. Het pluimvee kan ook bestaan uit bijvoorbeeld leghennen of vermeerderingspluimvee; daarom worden deze in dit artikel genoemd. De detectie als bedoeld in artikel 5, tweede lid, betreft de detectie als bedoeld in artikel 13, derde lid, van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) Artikelen 6, 7 en 8 In deze artikelen zijn de onderzoeken naar Salmonella en Campylobacter omschreven die een slachterij en uitsnijderij moeten uitvoeren. Ondernemers die per week minder dan kilogram pluimveevlees uitbenen, uitsnijden, versnijden, verpakken of opslaan, hoeven geen monsters van het eindproduct te nemen. Een slachterij is niet verplicht om blindedarmmonsters te nemen bij slachtuitlaadkoppels. Alle overige monsternemingen zijn wel verplicht bij slachtuitlaadkoppels. Bij slachtkoppels is blindedarmmonsterneming altijd verplicht. Een weglaadkoppel -dat wil zeggen dieren die overblijven na het uitladen- valt onder de begripsbepaling van een slachtkoppel. Hierbij is het dus ook verplicht om een blindedarmmonster te nemen. Bij een slachtuitlaadkoppel is er geen Salmonella Enteritidis of Salmonella Typhimurium aangetoond op het pluimveebedrijf; indien dit wel het geval is wordt gesproken over een slachtkoppel en dient voldaan te worden aan de regels welke gelden voor slachtkoppels. Artikel 9 De erkenning van laboratoria is in dit artikel vastgelegd. In een bestuursbesluit zijn nadere regels ter zake uitgewerkt. Artikel 10 Nadere regels inzake de verschillende in dit artikel genoemde verplichtingen zijn uitgewerkt in besluiten van het bestuur van het productschap. Artikel 11 Dit artikel bepaalt dat de ondernemer verplicht is om een deugdelijke administratie bij te houden inzake alle aan- en afvoer van pluimvee. Het artikel bepaalt voorts dat de uitslagen van de detectie en serotypering en in voorkomend geval ook van het verificatieonderzoek moeten worden bewaard gedurende ten minste twee jaren. Ook dient de ondernemer de schriftelijke uitslagen van het Salmonellaonderzoek en het Campylobacteronderzoek die hij van de pluimveehouder heeft ontvangen, te bewaren. Artikel 12 In dit artikel is omschreven dat de uitslagen van de detectie en serotypering tijdig moeten worden gemeld aan de voorzitter en aan de pluimveehouder die het pluimvee heeft geleverd waarvan de blindedarmmonsters en de monsters van het eindproduct van de slachterij en de uitsnijderij zijn genomen. Ook dient de ondernemer de schriftelijke uitslagen van het Salmonellaonderzoek en het Campylobacteronderzoek van de pluimveehouder aan de voorzitter te melden. De voorzitter gebruikt deze gegevens voor de in artikel 13 genoemde doeleinden. Artikel 13 Dit artikel bepaalt dat de door het productschap uit hoofde van deze verordening verkregen gegevens in handen worden gesteld van de voorzitter en worden, behoudens bij of krachtens de wet te bepalen gevallen, niet aan derden verstrekt. De verkregen gegevens kunnen geanonimiseerd worden verwerkt in algemene, periodieke rapportages waarin feiten en statistieken worden weergegeven. Overigens worden de gegevens slechts aan derden verstrekt voor zover zulks wettelijk is toegestaan. Artikel 14 Dit artikel verplicht de ondernemer om zich op eigen kosten door een door de voorzitter erkende controle-instantie te laten controleren op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening. Artikel 15 In dit artikel is conform afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht opgenomen wie toezicht uitoefent op de naleving van de verordening. De toezichthouder beschikt over de in afdeling 5.2 genoemde bevoegdheid. Bij constatering van een overtreding 21

22 kan door de toezichthouder een berechtingsrapport worden opgesteld dat door de voorzitter van het productschap ter afdoening aan het tuchtgerecht kan worden aangeboden. Artikel 16 Tuchtrechtelijke maatregelen als voorzien in de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 betreffen een berisping, een geldboete, publicatie van de uitspraak op kosten van de betrokkene en het onder verscherpte controle stellen van het bedrijf van betrokkene op diens kosten voor ten hoogste twee jaren. Artikel 17 Dit artikel bepaalt dat in bijzondere en gerechtvaardigde gevallen de voorzitter namens het bestuur ontheffing en het bestuur vrijstelling kan verlenen van het onderzoek naar de aanwezigheid van Campylobacter. Artikel 18 Dit artikel bepaalt dat de besluiten die op grond van deze verordening worden vastgesteld worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Artikel 19 Met de inwerkingtreding van onderhavige verordening kan de verordening die in 2007 is vastgesteld worden ingetrokken. Artikel 20 Dit artikel bevat standaardbepalingen inzake publicatie en inwerkingtreding. Zoetermeer, 3 november 2011 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris PPE 3 Besluit blindedarmmonsterneming in de slachterij (PPE) 2011 Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 3 november 2011, houdende regels voor het uitvoeren van de bemonstering van blindedarmen in de slachterij (Besluit blindedarmmonsterneming in de slachterij (PPE) 2011); Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op artikel 6, eerste lid, artikel 10, derde lid, en artikel 12, derde lid, van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011; Besluit: Begripsbepalingen Artikel 1 Dit besluit verstaat onder ondernemer een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een onderneming uitoefent waarin pluimvee wordt geslacht, en neemt voor het overige de terminologie als omschreven in artikel 1 van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011 over. Salmonella- en Campylobacteronderzoek in de slachterij Artikel 2 1. De ondernemer neemt dagelijks van elk slachtkoppel blindedarmmonsters volgens het werkvoorschrift opgenomen in de bijlage van dit besluit. 22

23 2. Indien de ondernemer dagelijks van elk slachtuitlaadkoppel blindedarmmonsters neemt, dan worden deze genomen volgens het werkvoorschrift opgenomen in de bijlage van dit besluit. 3. De ondernemer zorgt ervoor dat de blindedarmmonsters binnen 48 uur na de monsterneming zijn verzonden naar een voor detectie van Salmonella en Campylobacter erkend laboratorium, en in geval van de aanwezigheid van Salmonella in het monster, aan het voor serotypering erkende laboratorium. Informatieoverdracht Artikel 3 1. De ondernemer zorgt ervoor dat alle uitslagen van de detectie en van serotypering van blindedarmmonsters binnen vijf werkdagen nadat de uitslag bij de ondernemer bekend is, schriftelijk worden gemeld aan de pluimveehouder die het betreffende slachtkoppel of slachtuitlaadkoppel heeft geleverd. Ook indien het slachtkoppel of slachtuitlaadkoppel door een ander dan de pluimveehouder is geleverd zorgt de ondernemer ervoor dat de pluimveehouder de uitslagen ontvangt. 2. De melding als bedoeld in het eerste lid bevat de volgende gegevens: a) naam, adres en EG-nummer slachterij, b) naam en KIP-nummer van de pluimveehouder waarvan het slachtkoppel/ slachtuitlaadkoppel afkomstig is, c) koppelnummer van het slachtkoppel/slachtuitlaadkoppel (facultatief), d) geboortedatum van het slachtkoppel/slachtuitlaadkoppel, e) soort slachtkoppel: uitlaadkoppel of weglaadkoppel, f) nummer van de stal waaruit het slachtkoppel/slachtuitlaadkoppel afkomstig is, g) datum blindedarmmonsterneming, h) slachtdatum, i) soort onderzoek: blindedarm, j) Bij Salmonella monsterneming: I. In geval van een negatieve uitslag: de uitslag van de detectie, inclusief de datum van de uitslag, II. In geval van een positieve uitslag: de uitslag van de serotypering, inclusief de datum van de uitslag. k) Bij Campylobacter monsterneming: de uitslag van de detectie inclusief de datum van de uitslag. Slotbepalingen Artikel 4 1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit blindedarmmonsterneming in de slachterij (PPE) Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie, waarin het wordt geplaatst. Zoetermeer, 3 november 2011 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris 23

24 TOELICHTING BIJ HET BESLUIT BLINDEDARMMONSTERNEMING IN DE SLACHTERIJ (PPE) 2011 Op grond van artikel 6, eerste en tweede lid, van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011 dient de ondernemer dagelijks van elk slachtkoppel en slachtuitlaadkoppel blindedarmmonsters te nemen en deze te laten onderzoeken op de aanwezigheid van Salmonella en Campylobacter door middel van detectie door een voor detectie erkend laboratorium en, als de monsters Salmonella-positief zijn, serotypering, door een voor serotypering erkend laboratorium. De monsterneming moet worden uitgevoerd in overeenstemming met het werkvoorschrift dat als bijlage deel uitmaakt van dit besluit. Het doel van de monsterneming en de detectie en eventuele serotypering is de vaststelling dat een slachtkoppel/slachtuitlaadkoppel hetzij Salmonella-positief of Campylobacter-positief hetzij Salmonella-negatief of Campylobacter-negatief het slachtproces ingaat. Deze vaststelling kan worden gebruikt bij de controle op de effectiviteit van de monsternemingen (en het Salmonella-onderzoek) van de pluimveehouder waarvan het betreffende slachtkoppel/slachtuitlaadkoppel afkomstig is, en bij de controle op het slachtproces in de slachterij. Een slachterij is niet verplicht om blindedarmmonsters te nemen bij slachtuitlaadkoppels. Bij slachtkoppels is blindedarmmonsterneming altijd verplicht. Een weglaadkoppel, dieren die overblijven na het uitladen, valt onder de begripsbepaling van een slachtkoppel. Hierbij is het dus ook verplicht om een blindedarmmonster te nemen. Bij een slachtuitlaadkoppel is er geen Salmonella Enteritidis of Salmonella Typhimurium aangetoond op het pluimveebedrijf. Indien dit wel het geval is wordt gesproken over een slachtkoppel en dient voldaan te worden aan de regels welke gelden voor slachtkoppels. Ten slotte is in dit besluit voorgeschreven hoe en binnen welke termijn de ondernemer de uitslagen van de detectie en van serotypering van de blindedarmmonsters moet melden aan de pluimveehouder die het betreffende slachtkoppel/slachtuitlaadkoppel heeft geleverd. Zoetermeer, 3 november 2011 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris BIJLAGE WERKVOORSCHRIFT VOOR DE BLINDEDARMMONSTERNEMING IN DE SLACHTERIJ 1. Definitie Volgens de in dit werkvoorschrift beschreven methode wordt een monster genomen om de aan- of afwezigheid van Salmonella of Campylobacter en, indien van toepassing, het Salmonella serotype, te bepalen. 2. Aantal monsters Per slachtkoppel en per slachtuitlaadkoppel worden aan de slachtlijn 30 blindedarmmonsters verzameld. 3. Werkwijze Het blindedarmmonster wordt verzameld op de plaats waar tijdens het slachtproces het darmpakket uit het karkas wordt gehaald. Er wordt steriel gereedschap gebruikt. De gehele blindedarm dient op steriele wijze van het darmpakket te worden verwijderd. Er dienen 30 eenheden blindedarmen verspreid over het slachtkoppel dan wel 24

25 slachtuitlaadkoppel te worden genomen. De 30 eenheden blindedarmen van één slachtkoppel/slachuitlaadkoppel worden in één plastic bakje - gepoold - verzameld. De monsternemer draagt voor het nemen van de monsters bij elk slachtkoppel slachtuitlaadkoppel nieuwe steriele kunststof handschoenen. 4. Opslag blindedarmmonster De plastic bakjes met blindedarmmonsters worden direct na beëindiging van de bemonstering in een koeling opgeslagen in bij maximaal 4 C. 5. Verwerking blindedarmmonster vóór detectie Voordat de blindedarmmonsters worden gedetecteerd, wordt de buitenzijde van de blindedarm gedesinfecteerd door de gehele blindedarm in 70% alcohol te dompelen, ofwel door de gehele blindedarm te flamberen. Vervolgens worden de behandelde blindedarmen op een schoon stuk aluminiumfolie gelegd en op steriele wijze opengesneden of opengeknipt. De inhoud van de blindedarmmonsters wordt er uitgehaald (bijvoorbeeld met een swab of steriele spatel). 6. Verzending blindedarmmonsters De monsters worden binnen 48 uur nadat zij zijn genomen verzonden naar een door de voorzitter voor detectie erkend laboratorium. De monsters moeten zodanig zijn verpakt dat onderweg geen lekkage kan optreden en zodanig zijn geadresseerd dat voor de transporteur en het ontvangend laboratorium geen verwarring ontstaat. Blindedarmmonsters zijn herkenbaar per slachtkoppel/ slachtuitlaadkoppel verpakt. De volgende informatie wordt per blindedarmmonster vermeld: 1. Naam en EG-nummer slachterij 2. Type monster: blindedarm 3. Naam en KIP-nummer van de pluimveehouder waarvan het slachtkoppel/slachtuitlaadkoppel afkomstig is 4. Nummer van de stal waaruit het slachtkoppel afkomstig is/nummers van de stallen waaruit het slachtuitlaadkoppel afkomstig is 5. Koppelnummer van het slachtkoppel (facultatief) 6. Soort koppel: uitlaadkoppel of weglaadkoppel 7. Geboortedatum van het slachtkoppel/slachtuitlaadkoppel 8. Slachtdatum 9. Soort onderzoek: Salmonella (inclusief eventuele serotypering) dan wel regulier Campylobacter 7. Laboratorium De monsters dienen te worden gedetecteerd door een voor detectie van Salmonella of Campylobacter erkend laboratorium, en in geval van de aanwezigheid van Salmonella, te worden geserotypeerd op alle typen Salmonella door een voor serotypering van Salmonella erkend laboratorium. De ondernemer zorgt ervoor dat het monster onverwijld na de detectie van Salmonella wordt geserotypeerd. Als het voor detectie erkende laboratorium niet tevens is erkend voor de serotypering van Salmonella of als dit laboratorium het serotype Salmonella niet kan bepalen, dan zal dit laboratorium het monster verzenden naar een voor serotypering erkend laboratorium, eventueel zonder actieve tussenkomst van de ondernemer. De ondernemer dient daarom het voor detectie erkende laboratorium duidelijk opdracht te geven dat indien de detectie van een monster Salmonella aantoont, dit monster onverwijld wordt geserotypeerd. PPE 4 Besluit eindproductenmonsterneming in de slachterij (PPE) 2011 Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 3 november 2011, houdende regels voor het nemen van monsters van eindproducten in de slachterij (Besluit eindproductenmonsterneming in de slachterij (PPE) 2011); Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op artikel 6, eerste en tweede lid, en artikel 10, derde lid, van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011; 25

26 Besluit: Begripsbepalingen Artikel 1 Dit besluit verstaat onder ondernemer een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een onderneming uitoefent waarin pluimvee wordt geslacht, en neemt voor het overige de terminologie als omschreven in artikel 1 van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011 over. Salmonella- en Campylobacteronderzoek in de slachterij Artikel 2 1. De ondernemer neemt dagelijks van elk slachtkoppel en slachtuitlaadkoppel monsters van het eindproduct van de slachterij volgens het werkvoorschrift opgenomen in de bijlage. 2. De ondernemer zorgt ervoor dat de monsters binnen 48 uur na de monsterneming zijn verzonden naar een voor detectie van Salmonella en Campylobacter erkend laboratorium, en in geval van de aanwezigheid van Salmonella in het monster, aan het voor serotypering erkende laboratorium. Slotbepalingen Artikel 3 1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit eindproductenmonsterneming in de slachterij (PPE) Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie, waarin het wordt geplaatst. Zoetermeer, 3 november 2011 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris TOELICHTING BIJ HET BESLUIT EINDPRODUCTENMONSTERNEMING IN DE SLACHTERIJ (PPE) 2011 Op grond van artikel 6, eerste en tweede lid, van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011 dient de ondernemer van elk slachtkoppel en slachtuitlaadkoppel monsters van het eindproduct te nemen en deze te laten onderzoeken op de aanwezigheid van Salmonella en Campylobacter door middel van detectie door een voor detectie erkend laboratorium en, wanneer de monsters Salmonella-positief zijn, serotypering door een voor serotypering erkend laboratorium. De monsterneming moet worden uitgevoerd in overeenstemming met het werkvoorschrift dat als bijlage deel uitmaakt van dit besluit. Zoetermeer, 3 november 2011 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris 26

27 BIJLAGE WERKVOORSCHRIFT VOOR DE EINDPRODUCTMONSTERNEMING IN DE SLACHTERIJ 1. Definitie Volgens de in dit werkvoorschrift beschreven methode wordt een monster genomen om de aan- of afwezigheid van Salmonella of Campylobacter te bepalen. 2. Aantal monsters 1. Campylobacter: a. Per dag één monster van 25 gram vel van de borstkap van één dier. 2. Salmonella: a. Per slachtkoppel/slachtuitlaadkoppel één monster van 25 gram vel van de borstkap van één dier; b. Per dag één monster van 25 gram filet (van het filet oppervlak) van één dier. De filetbemonstering is niet verplicht als op dezelfde bedrijfslocatie tevens de uitsnijderij is gevestigd en aldaar de monsterneming wordt uitgevoerd overeenkomstig het Besluit eindproductenmonsterneming in de uitsnijderij (PPE) Werkwijze Alle monsters worden genomen in de koel- of expeditieruimte met gebruikmaking van steriel gereedschap. De monsternemer draagt voor het nemen van elk monster nieuwe steriele kunststof handschoenen. 4. Verzending De monsters worden binnen 48 uur nadat zij zijn genomen, verzonden naar een door de voorzitter voor detectie erkend laboratorium. De monsters moeten zodanig zijn verpakt dat onderweg geen lekkage kan optreden en zodanig zijn geadresseerd dat voor de transporteur en het ontvangend laboratorium geen verwarring ontstaat. De volgende informatie wordt per monster vermeld: 1. Naam + EG-nummer slachterij 2. Type monster: vel van borstkap dan wel filet 3. Naam + kipnummer van pluimveehouder waarvan het slachtkoppel/slachtuitlaadkoppel afkomstig is 4. Nummer van de stal waaruit het slachtkoppel/slachtuitlaadkoppel afkomstig is 5. Koppelnummer van het slachtkoppel/slachtuitlaadkoppel (facultatief) 6. Soort koppel: uitladers of wegladers 7. Geboortedatum van het slachtkoppel 8. Slachtdatum 9. Soort onderzoek: regulier Salmonella (inclusief eventuele serotypering) dan wel regulier Campylobacter 5. Laboratorium De monsters dienen te worden gedetecteerd door een voor detectie van Salmonella of Campylobacter erkend laboratorium, en in geval van de aanwezigheid van Salmonella, te worden geserotypeerd op alle typen Salmonella door een voor serotypering van Salmonella erkend laboratorium. De ondernemer zorgt ervoor dat het monster onverwijld na de detectie van Salmonella wordt geserotypeerd. Als het voor detectie erkende laboratorium niet tevens is erkend voor serotypering van Salmonella of als dit laboratorium het serotype Salmonella niet kan bepalen, dan zal dit laboratorium het monster verzenden naar een voor serotypering erkend laboratorium, eventueel zonder actieve tussenkomst van de ondernemer. De ondernemer dient daarom het voor detectie erkende laboratorium duidelijk opdracht te geven dat indien de detectie van een monster Salmonella aantoont, dit monster onverwijld wordt geserotypeerd. 27

28 PPE 5 Besluit eindproductenmonsterneming in de uitsnijderij (PPE) 2011 Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 3 november 2011, houdende regels voor het nemen van monsters van eindproducten in de uitsnijderij (Besluit eindproductenmonsterneming in de uitsnijderij (PPE) 2011); Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op artikel 8 en artikel 10, derde lid, van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011; Besluit: Begripsbepalingen Artikel 1 Dit besluit verstaat onder ondernemer een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een onderneming uitoefent waarin het vlees van pluimvee wordt uitgebeend, uitgesneden, versneden, verpakt of opgeslagen, en neemt voor het overige de terminologie als omschreven in artikel 1 van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011 over. Salmonellaonderzoek in de uitsnijderij Artikel 2 1. De ondernemer die per week tenminste kilogram vlees van pluimvee uitbeent, uitsnijdt, versnijdt, verpakt of opslaat, neemt dagelijks monsters van het eindproduct van de uitsnijderij volgens het werkvoorschrift opgenomen in de bijlage van dit besluit. 2. De ondernemer zorgt ervoor dat de monsters binnen 48 uur na de monsterneming zijn verzonden naar een voor detectie van Salmonella erkend laboratorium, en in geval van de aanwezigheid van Salmonella in het monster, aan het voor serotypering erkende laboratorium. Slotbepalingen Artikel 3 1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit eindproductenmonsterneming in de uitsnijderij (PPE) Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie, waarin het wordt geplaatst. Zoetermeer, 3 november 2011 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris 28

29 TOELICHTING BIJ HET BESLUIT EINDPRODUCTENMONSTERNEMING IN DE UITSNIJDERIJ (PPE) 2011 Op grond van artikel 8 van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011 dient de ondernemer die per week tenminste kilogram vlees van pluimvee uitbeent, uitsnijdt of versnijdt, verpakt of opslaat, dagelijks monsters van het eindproduct te nemen en deze te laten onderzoeken op de aanwezigheid van Salmonella door middel van detectie door een voor detectie erkend laboratorium en, wanneer de monsters Salmonella-positief zijn, serotypering door een voor serotypering erkend laboratorium. De wijze van monsterneming moet in overeenstemming zijn met het werkvoorschrift dat als bijlage deel uitmaakt van dit besluit. Zoetermeer, 3 november 2011 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris BIJLAGE WERKVOORSCHRIFT VOOR HET UITVOEREN VAN EINDPRODUCTENMONSTERNEMING IN DE UITSNIJDERIJ 1. Definitie Volgens de in dit werkvoorschrift beschreven methode wordt een monster genomen om de aan- of afwezigheid van Salmonella te bepalen en, indien van toepassing het serotype. 2. Aantal monsters Van één eindproduct per dag wordt een monster genomen van 25 gram. Er moet minimaal eenmaal per week een monster van filet genomen worden, daarnaast per dag roulerend een ander monster van de eindproducten die door de uitsnijderij worden afgezet. 3. Werkwijze Alle monsters worden genomen in de koel- of expeditieruimte nadat het product is versneden, vlak voordat het product wordt afgezet. Het monster wordt genomen aan het oppervlak van het eindproduct. Er wordt steriel gereedschap gebruikt en de monsternemer draagt voor het nemen van elk monster nieuwe steriele kunststof handschoenen. 4. Verzending De monsters worden binnen 48 uur nadat zij zijn genomen verzonden naar een door de voorzitter voor detectie erkend laboratorium. De monsters moeten zodanig zijn verpakt dat onderweg geen lekkage kan optreden en zodanig zijn geadresseerd dat voor de transporteur en het ontvangend laboratorium geen verwarring ontstaat. De volgende informatie wordt per monster vermeld: 1. naam + EG-nummer uitsnijderij 2. slachtdatum 3. identificatiecode (facultatief) 4. type monster: filet, vleugel, poot of borstvel 5. soort onderzoek: regulier Salmonella (inclusief eventuele serotypering) 5. Laboratorium De monsters dienen te worden gedetecteerd door een voor detectie erkend laboratorium, en in geval van de aanwezigheid van Salmonella, te worden geserotypeerd op alle typen Salmonella door een voor serotypering van Salmonella 29

30 erkend laboratorium. De ondernemer zorgt ervoor dat het monster onverwijld na de detectie wordt geserotypeerd. Als het voor detectie erkende laboratorium niet tevens is erkend voor serotypering of als dit laboratorium het serotype Salmonella niet kan bepalen, dan zal dit laboratorium het monster verzenden naar een voor serotypering erkend laboratorium, eventueel zonder actieve tussenkomst van de ondernemer. De ondernemer dient daarom het voor detectie erkende laboratorium duidelijk opdracht te geven dat indien de detectie van een monster Salmonella aantoont, dit monster onverwijld wordt geserotypeerd. PPE 6 Besluit monsterneming kratten en containers in de slachterij (PPE) 2011 Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 3 november 2011, houdende regels betreffende het nemen van monsters ter controle van de reiniging en ontsmetting van kratten en containers (Besluit monsterneming kratten en containers in de slachterij (PPE) 2011); Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 10, eerste lid, van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011; Besluit: Begripsbepalingen Artikel 1 Dit besluit verstaat onder ondernemer een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een onderneming uitoefent waarin pluimvee wordt geslacht, en neemt voor het overige de terminologie, als omschreven in artikel 1 van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011 over. Salmonellaonderzoek op kratten en containers Artikel 2 1. De ondernemer neemt ter controle op de reiniging en ontsmetting van de kratten en containers dagelijks van vijf gereinigde en ontsmette kratten of containers waarin slachtkoppels in de slachterij zijn aangevoerd monsters overeenkomstig het werkvoorschrift opgenomen in de bijlage van dit besluit 2. De ondernemer zorgt ervoor dat de monsters binnen 48 uur na de monsterneming zijn verzonden naar een voor detectie van Salmonella erkend laboratorium. 3. De ondernemer bewaart de uitslagen van de in lid 1 bedoelde detectie gedurende twee jaren na ontvangst van het voor detectie erkende laboratorium. Maatregelen bij een positieve uitslag Artikel 3 1. Indien binnen één week ten minste twee uitslagen aangeven dat de monsters van de kratten en containers Salmonella-positief zijn, dient de ondernemer het reinigingssysteem van de kratten en containers op gebreken te onderzoeken en geconstateerde gebreken te herstellen. 2. De ondernemer registreert schriftelijk het resultaat van het in het tweede lid bedoelde onderzoek van het reinigingssysteem van de kratten en containers alsmede de ondernomen herstelacties. De ondernemer bewaart deze schriftelijke registratie gedurende twee jaren. 30

31 Slotbepalingen Artikel 4 1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit monsterneming kratten en containers in de slachterij (PPE) Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie, waarin het wordt geplaatst. Zoetermeer, 3 november 2011 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris TOELICHTING BIJ HET BESLUIT MONSTERNEMING KRATTEN EN CONTAINERS IN DE SLACHTERIJ (PPE) 2011 Pluimveebedrijven gebruiken kratten en containers (van de slachterij) voor het laden van pluimvee bestemd voor de slachterij. Het is daarom zeer belangrijk dat deze kratten en containers niet met Salmonella zijn besmet en dat deze besmetting niet via de kratten en containers kan worden overgebracht op de pluimveebedrijven. Ter preventie van Salmonellabesmettingen dienen ook in de slachterij hygiënemaatregelen te worden genomen. Op grond van artikel 2, tweede lid, van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011 moet de ondernemer elke dag monsters van gereinigde kratten en containers nemen en deze monsters laten onderzoeken op de aanwezigheid van Salmonella door voor detectie van Salmonella erkend laboratorium. De monsterneming en detectie worden uitgevoerd in overeenstemming met het werkvoorschrift dat als bijlage deel uitmaakt van dit besluit. Het doel van de monsterneming en de detectie is te controleren of de reiniging en ontsmetting van de kratten en containers effectief is geweest. Nadat de ondernemer door het voor detectie erkende laboratorium ervan in kennis is gesteld dat Salmonella in de monsters van de kratten en containers aangetoond, dan dient de ondernemer het reinigingssysteem van de kratten en containers op gebreken te onderzoeken en de geconstateerde gebreken te herstellen. Zoetermeer, 3 november 2011 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris 31

32 BIJLAGE WERKVOORSCHRIFT VOOR DE MONSTERNAME VAN KRATTEN EN CONTAINERS 1. Definitie Volgens de in dit werkvoorschrift beschreven methode wordt een monster genomen om de aan- of afwezigheid van Salmonella of Campylobacter te bepalen. 2. Aantal monsters Met behulp van swabs, washandjes of vochtige doekjes worden vijftien monsters van vijf verschillende kratten of containers verzameld. Er worden dus vijf monsters per krat of container verzameld. 3. Werkwijze 1. De monsters dienen één maal per dag te worden genomen van vijf willekeurige gereinigde en ontsmette kratten of containers. 2. Wanneer een Salmonella-positief slachtkoppel is vervoerd (de schriftelijke uitslag is uiterlijk 24 uur vóór slacht ontvangen van de pluimveehouder waarvan het betreffende slachtkoppel afkomstig is) dient het betreffende monster te worden genomen van vijf kratten of containers waarin dit slachtkoppel is vervoerd. 3. De monsters worden genomen verspreid over vijf verschillende plekken van de kratten of containers. In voorkomend geval worden de monsters genomen op plekken die (op het oog) niet geheel schoon zijn. 4. Monsteroppervlak swabs: ter grootte van een rodacplaatje, 5,5 cm. 5. Monsteroppervlak washandjes: 20 x 20 cm. 6. De monsters kunnen door het in de slachterij werkzame personeel worden genomen. 7. Voor de monsterneming dienen de swabs/washandjes/vochtige doekjes bevochtigd te worden in een fysiologische zoutoplossing. 8. Bij gebruik swabs: de 15 swabs in één plastic pot plaatsen (poolen) of terug in individuele verpakking plaatsen. 9. Bij gebruik washandjes: de 15 washandjes in één plastic pot plaatsen (poolen). 4. Verzending De monsters worden binnen 48 uur nadat zij zijn genomen verzonden naar een door de voorzitter voor detectie erkend laboratorium. De monsters moeten zodanig zijn verpakt dat onderweg geen lekkage kan optreden en zodanig zijn geadresseerd dat voor de transporteur en het ontvangend laboratorium geen verwarring ontstaat. De volgende informatie wordt per monster vermeld: 1. Naam en EG-nummer slachterij 2. Type monster: kratten en containers 3. Naam en kipnummer van pluimveehouder waarvoor de kratten en containers zijn ingezet 4. Nummer van de stal waaruit het slachtkoppel afkomstig is 5. Koppelnummer van het slachtkoppel (facultatief) 6. Soort koppel: uitladers of wegladers 7. Geboortedatum van het slachtkoppel 8. Slachtdatum 9. Soort onderzoek: regulier 5. Laboratorium De monsters van de gereinigde kratten en containers dienen te worden gedetecteerd door een voor detectie van Salmonella erkend laboratorium. Indien uit de detectie blijkt dat deze monsters Salmonella-positief zijn hoeft de ondernemer géén serotypering te laten uitvoeren. 32

33 PPE 7 Besluit Salmonella besmettingspercentage in de slachterij (PPE) 2011 Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 3 november 2011, houdende regels met betrekking tot de berekening van het gemiddelde Salmonella besmettingspercentage en het opstellen van een verbeterplan door de ondernemer indien dit percentage groter dan tien is (Besluit Salmonella besmettingspercentage in de slachterij (PPE) 2011); Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op artikel 6, eerste lid, en artikel 10, vierde lid, van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011; Besluit: Begripsbepalingen Artikel 1 Dit besluit verstaat onder ondernemer een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een onderneming uitoefent waarin pluimvee wordt geslacht, en onder monitoringsgegevens de Salmonella-uitslagen van het laboratorium van de monsters van het eindproduct van de slachterij per slachtkoppel en per slachtuitlaadkoppel, en neemt voor het overige de terminologie, als omschreven in artikel 1 van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011 over. Berekening Salmonella besmettingspercentage Artikel 2 1. De voorzitter berekent ieder kwartaal het gemiddelde Salmonella besmettingspercentage van het eindproduct van de slachterij. 2. Het in het eerste lid bedoelde besmettingspercentage wordt als volgt berekend: a) eerst wordt het gemiddelde Salmonella besmettingspercentage per maand berekend door het aantal Salmonella-positieve monitoringsgegevens van een kalendermaand te delen door het totaal aantal monitoringsgegevens in die kalendermaand; b) vervolgens wordt het gemiddelde Salmonella besmettingspercentage per kwartaal berekend door het gemiddelde te nemen van het besmettingspercentage van de voorafgaande drie kalendermaanden. Melding besmettingspercentage Artikel 3 Ieder kwartaal verstrekt de voorzitter aan de ondernemer een schriftelijke verklaring waarin het gemiddelde Salmonella besmettingspercentage per kwartaal is opgenomen. Verbeterplan Artikel 4 1. Wanneer het gemiddelde besmettingspercentage per kwartaal meer dan tien is kan de voorzitter de ondernemer gelasten een verbeterplan met maatregelen op te stellen om het gemiddelde besmettingspercentage onder de tien te brengen. 2. De ondernemer die een verbeterplan als bedoeld in het eerste lid dient op te stellen wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht door de voorzitter. 33

34 3. De voorzitter besluit op grond van de volgende criteria of een ondernemer met een gemiddeld besmettingspercentage per kwartaal van meer dan tien, een verbeterplan op moet stellen: a) het verloop van het gemiddelde besmettingspercentage in de kwartalen voorafgaande aan het betreffende kwartaal en het verloop van de gemiddelde besmettingspercentages per maand, na het betreffende kwartaal; b) in hoeverre in het betreffende kwartaal sprake is van een incidentele piek in het Salmonella besmettingspercentage, afgaande op de besmettingspercentages van alle Nederlandse slachterijen; c) de mate waarin de ondernemer aan de voorzitter heeft aangetoond dat inmiddels een lager Salmonella besmettingspercentage is behaald. Inhoud verbeterplan Artikel 5 1. De ondernemer dient legt het in artikel 4, eerste lid, bedoelde verbeterplan ter goedkeuring voor aan de voorzitter. 2. De voorzitter bespreekt het verbeterplan van de ondernemer met een expertiseteam. 3. De voorzitter kan op basis van de in het derde lid bedoelde bespreking de ondernemer gelasten het verbeterplan aan te passen. 4. Nadat het verbeterplan door de voorzitter is goedgekeurd worden de in het verbeterplan genoemde, maatregelen gedurende zes maanden door de ondernemer uitgevoerd. 5. Na zes maanden vergelijkt de voorzitter het laatste gemiddelde besmettingspercentage per kwartaal met het besmettingspercentage op basis waarvan de ondernemer het verbeterplan heeft opgesteld. 6. Indien na zes maanden met het verbeterplan geen daling in het gemiddelde Salmonella besmettingspercentage per kwartaal onder de 10 is bereikt, stelt de ondernemer een nieuw verbeterplan met nieuwe maatregelen op en legt dit ter goedkeuring voor aan de voorzitter. 7. Op basis van het nieuwe verbeterplan wordt het bepaalde in lid 1 tot en met 6 herhaald. 8. De kosten van het expertiseteam komen voor rekening van de ondernemer. Slotbepalingen Artikel 6 1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Salmonella besmettingspercentage in de slachterij (PPE) Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie, waarin het wordt geplaatst. Zoetermeer, 3 november 2011 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris 34

35 TOELICHTING BIJ HET BESLUIT SALMONELLA BESMETTINGSPERCENTAGE IN DE SLACHTERIJ (PPE) 2011 De pluimveevleessector heeft zichzelf tot doel gesteld op eindproductenniveau van de slachterij minder dan tien procent met Salmonella besmet eindproduct af te leveren aan de volgende schakel. De achtergrond hiervan is dat de gehele pluimveevleessector uiteindelijk zal moeten streven naar een besmettingspercentage van nul procent. Op termijn zal uitsluitend Salmonella-arm pluimveevlees bij de consument terecht mogen komen. Het opleggen van een te bereiken doelstelling van het besmettingspercentage aan elke individuele slachterij, zal tot gevolg hebben dat er een grotere inspanningsverplichting komt te liggen bij alle schakels in de keten. Om uiteindelijk een laag Salmonella besmettingspercentage in de slachterij te kunnen bereiken dienen behalve in de slachterij immers ook in alle voorgaande schakels maatregelen te worden genomen. Zoetermeer, 3 november 2011 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris PPE 8 Besluit melding laboratoriumuitslagen (PPE) 2011 Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 3 november 2011, houdende regels betreffende de wijze waarop de uitslagen van detectie en serotypering van erkende laboratoria worden gemeld (Besluit melding laboratoriumuitslagen (PPE) 2011); Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op artikel 10, derde lid, en artikel 12 van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) 2011; Besluit: Informatieoverdracht Artikel 1 De ondernemer meldt de schriftelijke uitslag van het Salmonellaonderzoek van de pluimveehouder als bedoeld in artikel 4 van de Verordening, de schriftelijke uitslag van het Campylobacteronderzoek van de vleeskuikenhouder als bedoeld in artikel 5 van de Verordening en de uitslagen van de detectie en de serotypering van het laboratorium als bedoeld in de artikelen 6 en 8 van de Verordening aan de voorzitter, overeenkomstig het werkvoorschrift opgenomen in de bijlage van dit besluit. Slotbepalingen Artikel 2 1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit melding laboratoriumuitslagen (PPE)

36 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie, waarin het wordt geplaatst. Zoetermeer, 3 november 2011 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris TOELICHTING BIJ HET BESLUIT MELDING LABORATORIUMUITSLAGEN (PPE) 2011 Slachterijen en uitsnijderijen dienen monsters te nemen om te achterhalen of een dier of product besmet is met Salmonella of Campylobacter. De uitslagen van de detectie en, in geval van Salmonella, de serotypering van deze monsters van het erkende laboratorium moeten de slachterijen en uitsnijderijen aan de voorzitter van het productschap melden. Het productschap kan op basis van deze melding controleren of slachterijen en uitsnijderijen voldoen aan de verplichtingen vastgelegd in de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen pluimveeslachterijen en -uitsnijderijen (PPE) Daarnaast kan het productschap de gegevens van de melding gebruiken om de trend van Salmonella- en Campylobacterbesmettingen in Nederland te volgen. Deze trend wordt gebruikt bij het uitzetten van het Salmonella- en Campylobacterbeleid in Nederland. Naast de laboratoriumuitslagen van de eigen monsters, geven slachterijen ook laboratoriumuitslagen van pluimveebedrijven en broederijen door. Deze uitslagen worden gebruikt om verbanden te leggen tussen het besmettingsniveau van ingangsmateriaal (levend pluimvee) en uitgangsmateriaal (geslacht pluimvee, pluimveeproducten). Ook worden deze uitslagen gebruikt bij het uitzetten van het Salmonella- en Campylobacterbeleid in Nederland. Zoetermeer, 3 november 2011 B.J. Krouwel voorzitter B.M. Dellaert secretaris 36

37 BIJLAGE I WERKVOORSCHRIFT VOOR HET MELDEN VAN LABORATORIUMUITSLAGEN DOOR DE SLACHTERIJ 1. Werkwijze 1. De te melden gegevens dienen compleet te worden aangeleverd. 2. De gegevens dienen te worden aangeleverd uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand waarin de monsters zijn genomen. 3. Gegevens dienen te worden aangeleverd per in een door het productschap geleverd Excel-bestand. 4. In het Excel-bestand zijn 3 tabbladen opgenomen met de volgende tabellen per tabblad: a. Tabel A: reguliere analyseresultaten slachtkoppels b. Tabel B: analyseresultaten van het eindproduct van de slachterij, borstvel c. Tabel C: analyseresultaten van het eindproduct van de slachterij, filet In deze bijlage is een overzicht gegeven van de inhoud van deze tabellen. 5. De hierboven genoemde 3 tabbladen hebben in het Excel-bestand de volgende namen: a. Tabel A draagt de naam: Regulier b. Tabel B draagt de naam: Borstvel c. Tabel C draagt de naam: Filet 6. Alle tabellen dienen te zijn voorzien van de correcte kolomtitel, de correcte titels zijn opgenomen in deze bijlage. De titels moeten op rij 1 van het Excelblad staan, bij rij 2 dient te worden begonnen met het plaatsen van de gevraagde gegevens. 7. In de zijn, naast het Excel-bestand, de volgende gegevens opgenomen: a. naam + EG-nummer slachterij, b. NAW-gegevens slachterij, c. naam en telefoonnummer contactpersoon slachterij, d. periode waarover wordt gerapporteerd. 8. Kolommen mogen niet worden verwijderd. 9. Er mogen geen extra kolommen worden toegevoegd. Er mogen ook geen verborgen kolommen worden toegevoegd. 10. Kolommen mogen niet van plaats gewisseld worden 11. Er mogen geen komma s, tabs, spaties e.d. opgenomen worden in het Excelbestand. 37

38 38

39 39

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Productdossier BOB Vijlen, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Productdossier BOB Vijlen, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15052 8 juni 2015 Productdossier BOB Vijlen, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Gelet op artikel 17 eerste lid van

Nadere informatie

Sociaal- Economische Raad

Sociaal- Economische Raad Sociaal- Economische Raad Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende

Nadere informatie

Productdossier BOB Vijlen 1 Inleiding. 1.1 Aanvragers en informatie. 1.1.1 Naam voor de beschermde oorsprongsbenaming: Naam: BOB Vijlen

Productdossier BOB Vijlen 1 Inleiding. 1.1 Aanvragers en informatie. 1.1.1 Naam voor de beschermde oorsprongsbenaming: Naam: BOB Vijlen Productdossier BOB Vijlen 1 Inleiding 1.1 Aanvragers en informatie 1.1.1 Naam voor de beschermde oorsprongsbenaming: Naam: BOB Vijlen Vijlen ligt in Zuid-Limburg, behorend tot de Drielandengemeente Vaals.

Nadere informatie

Productdossier BOB Vijlen 1 Inleiding. 1.1 Aanvragers en informatie. 1.1.1 Naam voor de beschermde oorsprongsbenaming: Naam: BOB Vijlen

Productdossier BOB Vijlen 1 Inleiding. 1.1 Aanvragers en informatie. 1.1.1 Naam voor de beschermde oorsprongsbenaming: Naam: BOB Vijlen Productdossier BOB Vijl 1 Inleiding 1.1 Aanvragers informatie 1.1.1 Naam voor de beschermde oorsprongsbaming: Naam: BOB Vijl Vijl ligt in Zuid-Limburg, behord tot de Drielandgemete Vaals. Vijl ligt op

Nadere informatie

Productdossier BOB Vijlen 1 Inleiding

Productdossier BOB Vijlen 1 Inleiding Productdossier BOB Vijlen 1 Inleiding 1.1 Aanvragers en informatie 1.1.1 Naam voor de beschermde oorsprongsbenaming: Naam: BOB Vijlen Vijlen ligt in Zuid-Limburg, behorend tot de Drielandengemeente Vaals.

Nadere informatie

VERORDENING HYGIËNEMAATREGELEN EN BESTRIJDING ZOÖNOSEN IN PLUIMVEEBEDRIJVEN EN KUIKENBROEDERIJEN (PPE) 2011

VERORDENING HYGIËNEMAATREGELEN EN BESTRIJDING ZOÖNOSEN IN PLUIMVEEBEDRIJVEN EN KUIKENBROEDERIJEN (PPE) 2011 VERORDENING HYGIËNEMAATREGELEN EN BESTRIJDING ZOÖNOSEN IN PLUIMVEEBEDRIJVEN EN KUIKENBROEDERIJEN (PPE) 2011 Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 9 juni 2011 houdende vaststelling van

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.35 24 juni 2011-61e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Pluimvee en Eieren

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 8 februari 2008 nummer

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.31 20 juli 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Openbare kennisgevingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 497 Besluit van 20 augustus 2004, houdende wijziging van het Besluit bescherming tegen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouders (PPE) 2010.

1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouders (PPE) 2010. INTEGRALE TEKST bijgewerkt t/m wijziging 2011-II, gepubliceerd d.d. 06-07-2012 1) BESLUIT AANWIJZING TOEZICHTHOUDERS (PPE) 2010 Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 8 april

Nadere informatie

INTEGRALE TEKST bijgewerkt t/m wijziging 2012-I, gepubliceerd d.d. 29-06-2012

INTEGRALE TEKST bijgewerkt t/m wijziging 2012-I, gepubliceerd d.d. 29-06-2012 INTEGRALE TEKST bijgewerkt t/m wijziging 2012-I, gepubliceerd d.d. 29-06-2012 1) HYGIËNEBESLUIT OPFOKBEDRIJVEN, FOKBEDRIJVEN EN VERMEERDERINGSBEDRIJVEN (PPE) 2011 Besluit van het Productschap Pluimvee

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.24 22 april 2011-61e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Pluimvee en Eieren

Nadere informatie

Bijlage 10 Omschrijving Monsternemingen en Ontheffingsaanvragen IKB Kip

Bijlage 10 Omschrijving Monsternemingen en Ontheffingsaanvragen IKB Kip OMSCHRIJVING MONSTERNEMINGEN EN ONTHEFFINGSAANVRAGEN IKB KIP DEFENITIES Artikel 1 Dit reglement is een bijlage van de AV IKB Kip en neemt de terminologie van de AV IKB Kip over. MONSTERNAME HYGIËNOGRAMMEN

Nadere informatie

VERORDENING TIJDELIJKE EN PREVENTIEVE MAATREGELEN BIJ CALAMITEITEN IN DE PLUIMVEESECTOR (PPE) 2012

VERORDENING TIJDELIJKE EN PREVENTIEVE MAATREGELEN BIJ CALAMITEITEN IN DE PLUIMVEESECTOR (PPE) 2012 VERORDENING TIJDELIJKE EN PREVENTIEVE MAATREGELEN BIJ CALAMITEITEN IN DE PLUIMVEESECTOR (PPE) 2012 Verordening van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 6 september 2012 houdende tijdelijke

Nadere informatie

Presentatie PETER SPRONCK

Presentatie PETER SPRONCK Nederland nieuw wijnland Presentatie PETER SPRONCK Nederland nieuw wijnland Presentatie PETER SPRONCK Wijngaarden in Nederland 1997 2017 De nieuwe druivenrassen Johanniter Muscaris Riesel Solaris Lijkt

Nadere informatie

Sociaal- Economische Raad

Sociaal- Economische Raad Sociaal- Economische Raad Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende

Nadere informatie

BIJLAGE 11: OMSCHRIJVING MONSTERNEMINGEN EN ONTHEFFINGSAANVRAGEN IKB KIP

BIJLAGE 11: OMSCHRIJVING MONSTERNEMINGEN EN ONTHEFFINGSAANVRAGEN IKB KIP BIJLAGE 11: OMSCHRIJVING MONSTERNEMINGEN EN ONTHEFFINGSAANVRAGEN IKB KIP Het bestuur van de Stichting PLUIMNED heeft, gelet op het certificatieschema IKB Kip, ter zake van de uitvoering van monsternemingen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Publicatie Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, productdossier BOB Ambt Delden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Publicatie Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, productdossier BOB Ambt Delden STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18403 6 juli 2015 Publicatie Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, productdossier BOB Ambt Delden Gelet op artikel 17

Nadere informatie

BESLUIT ERKENNINGSVOORWAARDEN CONTROLE-INSTANTIES VERORDENINGEN HYGIËNEMAATREGELEN (PPE) 2011

BESLUIT ERKENNINGSVOORWAARDEN CONTROLE-INSTANTIES VERORDENINGEN HYGIËNEMAATREGELEN (PPE) 2011 BESLUIT ERKENNINGSVOORWAARDEN CONTROLE-INSTANTIES VERORDENINGEN HYGIËNEMAATREGELEN (PPE) 2011 Besluit van het Productschap Pluimvee en Eieren van 3 november 2011 tot vaststelling van erkenningsvoorwaarden

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.62 27 december 2013-63e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave Nr.33 5 september 2014-64e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten

Nadere informatie

BESLUIT ERKENNINGSVOORWAARDEN EN WERKWIJZEN LABORATORIA (PPE) 2011

BESLUIT ERKENNINGSVOORWAARDEN EN WERKWIJZEN LABORATORIA (PPE) 2011 BESLUIT ERKENNINGSVOORWAARDEN EN WERKWIJZEN LABORATORIA (PPE) 2011 Besluit van het Productschap Pluimvee en Eieren van 3 november 2011 houdende voorwaarden voor de erkenning van laboratoria alsmede voorschriften

Nadere informatie

Sociaal- Economische Raad

Sociaal- Economische Raad Sociaal- Economische Raad Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 32298 13 juni 2017 Publicatie Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, productdossier BOB Achterhoek Winterswijk Gelet

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 54 6 augustus 2004 nummer 43

PBO-blad. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 54 6 augustus 2004 nummer 43 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 6 augustus 2004 nummer

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 1 augustus 2008 nummer

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.38 6 juli 200-60e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Pluimvee en Eieren (PPE

Nadere informatie

Bijlage 11: Omschrijving monsternemingen en onderzoek

Bijlage 11: Omschrijving monsternemingen en onderzoek : Omschrijving monsternemingen en onderzoek Inhoud Fokbedrijven en vermeerderingsbedrijven... 2 D. Regulier mestonderzoek naar Salmonella bij, fokbedrijven en vermeerderingsbedrijven... 2 Kuikenbroederijen...

Nadere informatie

Limburgse wijnen. Mousserende wijnen Bubbelkes-wien

Limburgse wijnen. Mousserende wijnen Bubbelkes-wien Limburgse wijnen Mousserende wijnen Bubbelkes-wien De Limburgse bubbelkeswien heeft intussen zijn plaats veroverd. Het mag weliswaar geen champagne heten, maar intussen is menigeen ervan overtuigd dat

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.34 19 september 2014-64e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Zuivel 2 Verordeningenblad

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 5 juni 2009 nummer 36

Nadere informatie

1. Ter waarborging van de kwaliteit van het drinkwater voor pluimvee, is de ondernemer verantwoordelijk voor het nemen van de volgende maatregelen:

1. Ter waarborging van de kwaliteit van het drinkwater voor pluimvee, is de ondernemer verantwoordelijk voor het nemen van de volgende maatregelen: HYGIËNEBESLUIT DRINKWATERONDERZOEK (PPE) 2009 Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 29 oktober 2009 tot vaststelling van voorschriften inzake het verrichten van onderzoek

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.45 13 augustus 2010-60e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Pluimvee en Eieren

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 56 10 november 2006 nummer

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 22 augustus 2008 nummer

Nadere informatie

Het bestuur van de Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (bij afkorting COKZ),

Het bestuur van de Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (bij afkorting COKZ), CONTROLEREGLEMENT EIEREN EN PLUIMVEEVLEE S 2012 Het bestuur van de Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (bij afkorting COKZ), gelet op artikel 10, derde lid, van de Landbouwkwaliteitswet,

Nadere informatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordening wijziging van de Verordening begroting baten en lasten voor 2008 (RE 6) 2

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordening wijziging van de Verordening begroting baten en lasten voor 2008 (RE 6) 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave jaargang 59 21 augustus 2009 nummer 47 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE

Nadere informatie

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 55 1 april 2005 nummer 16. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees (PVV 17) 2

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 55 1 april 2005 nummer 16. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees (PVV 17) 2 PBO-blad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 55 1 april 2005 nummer 16 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie

Nadere informatie

Begripsbepalingen. Hygiëne-eisen inrichting kuikenbroederij

Begripsbepalingen. Hygiëne-eisen inrichting kuikenbroederij HYGIËNEBESLUIT KUIKENBROEDERIJEN (PPE) 0 Besluit van het Productschap Pluimvee en Eieren van 3 november 0 tot uitwerking van de voorschriften inzake de bewaking en bestrijding van Salmonella in kuikenbroederijen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27972 10 oktober 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 2 oktober 2013, nr. WJZ/13080388, houdende

Nadere informatie

PRODUCTSCHAP DRANKEN VERPAKKINGSVERORDENING PRODUCTSCHAP DRANKEN 2003

PRODUCTSCHAP DRANKEN VERPAKKINGSVERORDENING PRODUCTSCHAP DRANKEN 2003 PRODUCTSCHAP DRANKEN VERPAKKINGSVERORDENING PRODUCTSCHAP DRANKEN 2003 Verordening d.d. 13 november 2002 van het Productschap Dranken, houdende regels terzake van de aan de onder het Productschap Dranken

Nadere informatie

Ir. Stan Beurskens (Msc)

Ir. Stan Beurskens (Msc) Inleiding over de kansen voor Nederland als gevolg van het veranderende klimaat Hebben de kansen te maken met het klimaat of de nieuwe ontwikkelingen? Ir. Stan Beurskens (Msc) Achtergrond Bachelor degree:

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Bestuurssamenstellingen 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Bestuurssamenstellingen 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 30 januari 2009 nummer

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.6 7 februari 2014-64e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Hoofdproductschap Akkerbouw 2

Nadere informatie

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 9 mei 2006, TRCJZ/2006/1517, houdende de instelling van een toezichtsgebied in

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 574 Besluit van 17 december 2014, houdende regels over zoönosen (Besluit zoönosen) 0 Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,

Nadere informatie

Apostelhoeve Riesling Brut 35,- Schorpion Brut 35,- Schorpion Demi-Sec 35,- Schorpion Brut Nature Noir 39,-

Apostelhoeve Riesling Brut 35,- Schorpion Brut 35,- Schorpion Demi-Sec 35,- Schorpion Brut Nature Noir 39,- Bubbels Schjoemwien De Limburgse Schjoemwien heeft intussen zijn plaats veroverd. Het mag weliswaar geen Champagne heten, maar intussen is menigeen ervan overtuigd dat dat ook maar beter is. Menig Schjoemwienke

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 30 september 2008;

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 30 september 2008; Verordening PT registratie gewasbeschermingsmiddelen onbedekte teelt bloembollen 2009 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 11 november 2008, houdende de vaststelling van regels over

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.30 4 juni 2010-60e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2

Nadere informatie

ARTIKELFICHE. Löwengang Chardonnay. Jaartal medium-vol, krachtig, droog

ARTIKELFICHE. Löwengang Chardonnay. Jaartal medium-vol, krachtig, droog Löwengang Chardonnay Jaartal 2014 medium-vol, krachtig, droog 100% chardonnay De Chardonnay Löwengang heeft een briljante, goudkleurige kleur. Complexe aroma's van rijp tropisch fruit, vanille, geroosterde

Nadere informatie

Productdossier BOB Ambt Delden. 1 Inleiding. 1.1 Aanvragers en informatie

Productdossier BOB Ambt Delden. 1 Inleiding. 1.1 Aanvragers en informatie Productdossier BOB Ambt Delden 1 Inleiding 1.1 Aanvragers en informatie 1.1.1 Naam voor de beschermde oorsprongsbenaming: Naam: Ambt Delden Het beschermde oorsprongsgebied is gelegen in het gebied Ambt

Nadere informatie

VERORDENING (EEG ) Nr. 817/70 VAN DE RAAD. van 28 april 1970

VERORDENING (EEG ) Nr. 817/70 VAN DE RAAD. van 28 april 1970 Nr L 99/ 20 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen 5 5 70 VERORDENING (EEG ) Nr 817/70 VAN DE RAAD van 28 april 1970 houdende vaststelling van bijzondere bepalingen betreffende in bepaalde gebieden

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Verordening van 23 maart, 13 en 20 april 2016 van Provinciale Staten van Drenthe, Fryslân en Groningen, houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking van subsidies van het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Voor de toepassing van het Programma Zelfcontrole Pluimvee wordt verstaan onder:

Voor de toepassing van het Programma Zelfcontrole Pluimvee wordt verstaan onder: PROGRAMMA ZELFCONTROLE PLUIMVEE Namens het bestuur van de Stichting AVINED is op 20 april 2016 vastgesteld het navolgende Programma Zelfcontrole Pluimvee. HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Voor

Nadere informatie

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa UITVOERINGSVERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE van 13 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. bedrijfslichamen 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. bedrijfslichamen 2 Nr.13 5 maart 2010-60e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie bedrijfslichamen 2 Productschap Zuivel 2 Verordeningenblad

Nadere informatie

Productschap Diervoeder

Productschap Diervoeder Productschap Diervoeder VERORDENING PDV REGISTRATIE ONDERNEMINGEN DIERVOEDERSECTOR 2003 Verordening van het Productschap Diervoeder van 12 februari 2003 (Wijziging I: 2 december 2009) houdende regels ter

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, 19.6.2014 L 179/17 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 664/2014 VAN DE COMMISSIE van 18 december 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de

Nadere informatie

Regeling wijn en olijfolie Geldend van t/m heden

Regeling wijn en olijfolie Geldend van t/m heden Regeling wijn en olijfolie Geldend van 01-01-2017 t/m heden Regeling van de Minister van Economische Zaken van 5 juni 2014, nr. WJZ/14070246, houdende regels inzake de verhandeling van wijn en olijfolie

Nadere informatie

VERORDENING VACCINATIE NEWCASTLE DISEASE (PPE) 2006

VERORDENING VACCINATIE NEWCASTLE DISEASE (PPE) 2006 INTEGRALE TEKST bijgewerkt t/m wijziging 2009-I, gepubliceerd d.d. 21-08-2009 1) VERORDENING VACCINATIE NEWCASTLE DISEASE (PPE) 2006 Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 15 juni 2006

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 93 en 95 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op artikel 4 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

Gelet op de artikelen 93 en 95 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op artikel 4 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering; VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering, betreffende de registratie van ondernemingen (REGISTRATIEVERORDENING BEDRIJFSCHAP HORECA EN CATERING 2008) No. Ho 01/2008 Het bestuur van het Bedrijfschap

Nadere informatie

PBO-blad. Openbare kennisgevingen 2. BEDRIJFSLICHAMEN 3 Hoofdproductschap Akkerbouw 3

PBO-blad. Openbare kennisgevingen 2. BEDRIJFSLICHAMEN 3 Hoofdproductschap Akkerbouw 3 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 11 december 2009 nummer

Nadere informatie

BIJLAGE I ENIG DOCUMENT. "NAAM" PDO/PGI-XX-XXXX Datum indiening: XX-XX-XXXX

BIJLAGE I ENIG DOCUMENT. NAAM PDO/PGI-XX-XXXX Datum indiening: XX-XX-XXXX NL BIJLAGE I ENIG DOCUMENT "NAAM" PDO/PGI-XX-XXXX Datum indiening: XX-XX-XXXX 1. NAAM/NAMEN WAARVOOR DE REGISTRATIE WORDT AANGEVRAAGD: 2. DERDE LAND WAARTOE HET AFGEBAKENDE GEBIED BEHOORT: 3. TYPE GEOGRAFISCHE

Nadere informatie

L 148/46 NL Publicatieblad van de Europese Unie 6.6.2008

L 148/46 NL Publicatieblad van de Europese Unie 6.6.2008 L 148/46 NL Publicatieblad van de Europese Unie 6.6.2008 BIJLAGE IV WIJNCATEGORIEËN 1. Wijn Onder wijn wordt verstaan het product dat uitsluitend wordt verkregen door gehele of gedeeltelijke alcoholische

Nadere informatie

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen Bestuurskamer Ontwerp- Besluit van (datum) houdende de instelling van een hoofdbedrijfschap voor ondernemingen op het gebied van de groothandel en het bedrijf van tussenpersoon in akker- en tuinbouwproducten

Nadere informatie

Wijnpakket Noord-Frankrijk

Wijnpakket Noord-Frankrijk Wijnpakket Noord-Frankrijk Bouchard Père & Fils Bourgogne, La Vignée blanc Druivensoorten: chardonnay Een aromatische, ronde, niet te zware wijn met een fris en delicaat bouquet van bloemen, geel fruit

Nadere informatie

Bekendmaking door VWS goedgekeurde hygiënecodes vanaf 1 januari 2006

Bekendmaking door VWS goedgekeurde hygiënecodes vanaf 1 januari 2006 VWS Bekendmaking door VWS goedgekeurde hygiënecodes vanaf 1 januari 2006 7 december 2005/Nr. VGP/VL 2642497 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gezien artikel 8, vijfde lid, van verordening

Nadere informatie

Besluit van 4 juni 2003, houdende vaststelling van retributies krachtens de Warenwet (Warenwetbesluit retributies veterinaire controles)

Besluit van 4 juni 2003, houdende vaststelling van retributies krachtens de Warenwet (Warenwetbesluit retributies veterinaire controles) (Tekst geldend op: 12-04-2011) Besluit van 4 juni 2003, houdende vaststelling van retributies krachtens de Warenwet (Warenwetbesluit retributies veterinaire controles) Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

2. In afwijking van het eerste lid, onder a, bedraagt de retributie indien het de invoercontrole betreft van:

2. In afwijking van het eerste lid, onder a, bedraagt de retributie indien het de invoercontrole betreft van: (Tekst geldend op: 19-12-2013) Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 december 2007, nr. VGP/VV 2821211, houdende vaststelling van tarieven voor retributies in de levensmiddelensector

Nadere informatie

Jaarverslag 2010. Secretariaat tuchtgerechten Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Instituut voor Agrarisch Recht Postbus 245 6700 AE WAGENINGEN

Jaarverslag 2010. Secretariaat tuchtgerechten Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Instituut voor Agrarisch Recht Postbus 245 6700 AE WAGENINGEN Jaarverslag 2010 Secretariaat tuchtgerechten Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie Instituut voor Agrarisch Recht Postbus 245 6700 AE WAGENINGEN Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2010 van het secretariaat

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 224 Wet van 11 mei 2007, houdende wijziging van de voorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten Wij Beatrix,

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.50 1 november 2013-63e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Hoofdproductschap Akkerbouw 2

Nadere informatie

Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/1148 (Cybersecuritywet)

Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/1148 (Cybersecuritywet) consultatieversie 16 juni 2017 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/1148 (Cybersecuritywet) Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen

Nadere informatie

BESLUIT OPGAVE BEDRIJFSGEGEVENS OP ELEKTRONISCHE WIJZE (PPE) 2005

BESLUIT OPGAVE BEDRIJFSGEGEVENS OP ELEKTRONISCHE WIJZE (PPE) 2005 BESLUIT OPGAVE BEDRIJFSGEGEVENS OP ELEKTRONISCHE WIJZE (PPE) 2005 Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 15 september 2005, houdende vaststelling van bepalingen omtrent opgave

Nadere informatie

zuren wijn bevat steeds veel zuren veel suiker is geen toegankelijke wijn levendige zuren blijven bij veroudering van wijn lang houdbaar

zuren wijn bevat steeds veel zuren veel suiker is geen toegankelijke wijn levendige zuren blijven bij veroudering van wijn lang houdbaar Riesling oorsprong reeds vermeld in de 15 eeuw 1477 al in de Elzas, van hieruit verspreid (?) riesling komt van : verrieseln = met duidelijke frisheid zacht vloeien * maar er zijn nog andere verklaringen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 411 esluit van 9 oktober 2013, houdende wijziging van diverse besluiten betreffende veterinaire aangelegenheden 0 Wij Willem-lexander, bij de

Nadere informatie

CLASICO. Viña Ventisquero Syrah Lijn: Druivenras: Herkomst: Proefnotitie: Viña Ventisquero Chardonnay. Lijn:

CLASICO. Viña Ventisquero Syrah Lijn: Druivenras: Herkomst: Proefnotitie: Viña Ventisquero Chardonnay. Lijn: Produktblad 1 van 61 Viña Ventisquero De wijngaard Ventisquero is het resultaat van een nieuwe uitdaging van Agrosuper, de grootste producent van verse voedingsmiddelen in Chili. Enthousiast over het idee

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van (datum), nr., Directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van (datum), nr., Directie Wetgeving en Juridische Zaken; WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE- NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. Besluit van... houdende regels inzake diervoeders (Besluit diervoeders 2012) Besluit van Op de voordracht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5289 6 april 2010 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 26 maart 2010, nr. 115877, houdende

Nadere informatie

Wijnpakket Chili. Soort: Rode wijn Druivensoorten: syrah Land: Chili Alcoholpercentage: 14% Inhoud: 0.75l

Wijnpakket Chili. Soort: Rode wijn Druivensoorten: syrah Land: Chili Alcoholpercentage: 14% Inhoud: 0.75l Wijnpakket Chili Castillo de Molina Syrah Reserva Druivensoorten: syrah Alcoholpercentage: 14% De Syrah komt uit de Pencahue regio in de Maule Valley. Hier is de Syrah in zijn element. Door de verkoelende

Nadere informatie

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 8 ingangsdatum pag. 1 van 6

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 8 ingangsdatum pag. 1 van 6 code PA-40 versie 8 ingangsdatum 04-06-2013 pag. 1 van 6 versie datum toelichting 7 20-09-2011 Splitsen van het overdracht deel van de PM keuring en het toezicht op de bedrijfskeurders. Dit voorschrift

Nadere informatie

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 9 ingangsdatum pag. 1 van 6

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 9 ingangsdatum pag. 1 van 6 code PA-40 versie 9 ingangsdatum 13-09-2018 pag. 1 van 6 versie datum toelichting 7 20-09-2011 Splitsen van het overdracht deel van de PM keuring en het toezicht op de bedrijfskeurders. Dit voorschrift

Nadere informatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie PBO-blad Sociaal- Economische Raad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave jaargang 59 18 september 2009 nummer 60 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN

Nadere informatie

BIJLAGE 2 REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN EN TOEZICHT OP HET COLLECTIEVE MERK IKB PSB 2010

BIJLAGE 2 REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN EN TOEZICHT OP HET COLLECTIEVE MERK IKB PSB 2010 BIJLAGE 2 REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN EN TOEZICHT OP HET COLLECTIEVE MERK IKB PSB 2010 De schemabeheerder heeft, Overwegende dat de naleving van de voorschriften door deelnemers aan het regeling IKB PSB

Nadere informatie

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Artikel 1 1. In deze verordening wordt verstaan onder provinciebestuur: het bevoegde orgaan van

Nadere informatie

Subsidieregeling abortusklinieken

Subsidieregeling abortusklinieken Subsidieregeling abortusklinieken (Tekst geldend op: 19 02 2015) Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 juli 2014, kenmerk 641412 123384 PG, houdende regels voor de subsidiëring

Nadere informatie

Toezicht logistiek slachten in vleeskuikenslachterijen

Toezicht logistiek slachten in vleeskuikenslachterijen Toezicht logistiek slachten in vleeskuikenslachterijen Auteur: ing. G. Visser KEURINGSDIENST VAN WAREN OOST Postbus 202 7200 AE Zutphen Tel. 0575-588100 Fax. 0575-588200 E-mail OT@kvw.nl Projectnummer:

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 29 december 2008 nummer

Nadere informatie

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 VERORDENING (EU) Nr. 284/2011 VAN DE COMMISSIE van 22 maart 2011 tot vaststelling van specifieke voorwaarden en gedetailleerde procedures voor de invoer

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 448 Wet van 14 november 2016 tot wijziging van de Gezondheidswet en de Jeugdwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van

Nadere informatie

1 Begripsbepalingen. 2 Het hoofdproductschap

1 Begripsbepalingen. 2 Het hoofdproductschap Ontwerp- Besluit van (datum) houdende de instelling van een hoofdproductschap alsmede van productschappen voor ondernemingen op het gebied van de teelt van, de been verwerking van en de handel in akkerbouwproducten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 12 Besluit van 14 december 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding en van het Warenwetbesluit bestuurlijke

Nadere informatie

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013 1 TOELICHTING HANDELSNORMEN VOOR EIEREN VERZAMELAARS Inhoud 1 Algemeen 2 Vergunning / registratie 3 Ontvangst, transportverpakking, begeleidend document eieren 4 Intraverkeer van eieren 5 Merken van de

Nadere informatie

Aan geadresseerde. Geachte heer/mevrouw,

Aan geadresseerde. Geachte heer/mevrouw, Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid Aan geadresseerde uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum VD. 2004/2884 8-10-2004 onderwerp doorkiesnummer bijlagen Kaderwet diervoeders. (TRC 2004/7011) 3785633

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 27 februari 2009 nummer

Nadere informatie