Ondersteuningsplan Stromenland Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO (PO 2507)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ondersteuningsplan Stromenland Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO (PO 2507)"

Transcriptie

1 1 Ondersteuningsplan Stromenland Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO (PO 2507)

2 2 Inhoud 1. Inleiding Stromenland en ondersteuningsplan Waarom vernieuwing van het ondersteuningsplan? Sterkten/zwakten samenwerkingsverband anno voorjaar Inhoud vernieuwd ondersteuningsplan Opdracht en uitgangspunten van Stromenland Opdracht en ambitie Doelen van Stromenland Doelen en succesindicatoren Doelen in relatie tot de uitgangspunten en wettelijke eisen Toekomst speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs Specialiseren versus integreren Huidige stand van zaken en demografische en leerlingenbewegingen Ontwikkelingen binnen Stromenland Conclusie Organisatie van Stromenland en uitgangspositie Samenwerkingsorganisatie De structuur van het samenwerkingsverband De platformorganisatie: bestuurlijke commissies en platformcoördinator Bestuur, stichtingsraad, directeur en stafbureau Ondersteuningsplanraad Toekomst organisatie & structuur Stromenland Arrangementen en toelaatbaarheid Ouderbeleid Communicatie met ouders over het eigen kind Passend onderwijs, algemene informatie voor ouders Ouderbetrokkenheid op organisatieniveau Expertise en experts Inleiding Huidige situatie De onderzoeksthema s Toekomstige expertise en experts De transitie... 31

3 3 9. Financiën Stichtingsbrede meerjarenbegroting Verdeling van middelen over de platforms Administratieve organisatie Financiële rapportage en verantwoording Risico s Ingezet risicomanagement Kwaliteit, monitoring en evaluatie Inrichting systeem en cyclus van kwaliteitszorg Monitoring Planning & controlcyclus Tot slot Samenwerkingspartners Gemeenten Jeugdzorg en jeugdhulpverlening Voorschools Voortgezet onderwijs Samenwerking met cluster 1, 2 en scholen voor kinderen met epilepsie Bijlage 1 Schets van Stromenland B1.1 Regio Stromenland B1.2 Overzicht verplicht deelnemende bevoegde gezagen B1.3 Overzicht vrijwillig deelnemend bevoegde gezagen B1.4 Kengetallen Stromenland Bijlage 2 Voorbereiding, besluit en vervolg van het ondersteuningsplan Bijlage 3 Inhoudelijk referentiekader passend onderwijs Basiskwaliteit Basisondersteuning inclusief preventieve c.q. lichte zorg Arrangementen Verandering van onderwijscontext Bijlage 4 Invulling van basisondersteuning binnen Stromenland, werkdocument mei Bijlage 5 Taken en functies binnen het centraal bureau van Stromenland Bijlage 6 Ouderbetrokkenheid in verschillende fasen van inzet van Passend Onderwijs Bijlage 7 Financiële Planning en Control Bijlage 8 Nieuwe governancestructuur Stromenland met ingang van schooljaar 2017/

4 4 1. Inleiding 1.1. Stromenland en ondersteuningsplan Het samenwerkingsverband Stromenland is ontstaan vanuit het wettelijke kader passend onderwijs. Door dit wettelijke kader is zowel de regio indeling als de financiering gewijzigd. Het financiële kader biedt meer flexibiliteit om kinderen met extra ondersteuningsbehoeften de juiste ondersteuning te bieden, maar heeft ook een duidelijkere begrenzing. Samenwerkingsverbanden, schoolbesturen, scholen en professionals zijn nu ruim twee jaar bezig om passend onderwijs gestalte te geven volgens het kader van de wet, die formeel op 1 augustus 2014 in werking is gegaan. Stromenland, samenwerkingsverband passend onderwijs PO (PO 2507), is een stichting, waarin 24 besturen met 160 scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs samenwerken om passend onderwijs te realiseren voor alle (+/ ) leerlingen (PO) in de regio. Deze regio bestaat uit de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Boxmeer, Cuijk, Druten, Grave, Heumen, Mill en Sint Hubert, Nijmegen, St. Anthonis, West Maas en Waal en Wijchen. Zie bijlage 1 voor een nadere toelichting op de regio en de deelnemers in Stromenland. Dit ondersteuningsplan geeft weer op welke wijze Stromenland invulling geeft aan de wettelijke taak. Het plan vervult de functie richten en doelen stellen. Het is een belangrijk document binnen de Wet passend onderwijs, dat minimaal elke vier jaar opnieuw moet worden vastgesteld. Het vorige ondersteuningsplan ( ) is vastgesteld, met de kanttekening dat de eerste twee jaar een overgangsperiode waren. Het ondersteuningsplan is een levend document. Vanaf het voorjaar 2016 is een redelijk zicht op het functioneren van de verschillende delen van het samenwerkingsverband. Op grond van deze inzichten en de rapportage van het kwaliteitsonderzoek van de inspectie, is vernieuwing van het staande ondersteuningsplan nodig. We luiden daarmee een nieuwe fase in: van opbouwen en inrichten naar uitvoering, kwaliteitsontwikkeling en kwaliteitsborging Waarom vernieuwing van het ondersteuningsplan? In Stromenland zijn zes samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School en twee Regionale Expertise Centra (cluster 3 en 4) verenigd. De samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School varieerden qua omvang, populatie, werkwijze, type en nabijheid van voorzieningen. Ook waren er grote verschillen in het aantal verwijzingen naar speciaal (basis)onderwijs. Stromenland ziet de verschillen tussen de subregio s als kansen en uitdagingen. Uitgangspunt is niet om regionale en lokale verschillen te elimineren, maar om de diversiteit te beschouwen als kwaliteit en als mogelijkheid om van elkaar te leren. Er zijn uiteraard overkoepelende uitgangspunten (voortkomend uit de wet en uit eigen beleidskeuzes), maar de wijze waarop de uitgangspunten worden gerealiseerd verschilt, omdat dit is afgestemd op de omgeving en de doelgroep. Dit streven naar een verantwoorde verscheidenheid vanuit gezamenlijk herkende en erkende uitgangspunten, heeft tijd nodig. Het gaat erom de juiste balans te vinden tussen decentraal en centraal. Dit vernieuwde ondersteuningsplan wil onder meer een leidraad zijn voor dit proces.

5 5 Met behoud van al het goede dat in de afgelopen periode is opgebouwd, wil Stromenland met dit vernieuwde ondersteuningsplan borgen dat we enerzijds voldoen aan de wettelijke standaarden en anderzijds de gezamenlijke kwaliteit ontwikkelen en borgen. Deze doelstellingen liggen in elkaars verlengde en zijn zinvol, haalbaar en passend. We zetten hiermee een stap op weg naar een verder weg liggende horizon: nieuwe vormen van onderwijsondersteuning waarin alle kinderen het onderwijs krijgen dat ze nodig hebben Sterkten/zwakten samenwerkingsverband anno voorjaar 2016 De inspectie stelt op basis van het kwaliteitsonderzoek in december 2015/januari 2016 dat het nodig is dat Stromenland haar invulling van de wettelijke eisen verbetert. In het samenwerkingsverband is veel herkenning op de behoefte en noodzaak tot verbetering, vanuit de constatering dat er voor leerlingen goede dingen gebeuren (en we dat beter kunnen laten zien). Op het gebied van helderheid van richting, kaders, verantwoordelijkheden, doorzettingskracht en (financiële) voorwaarden zijn er zaken te verbeteren. Het is van groot belang om te komen tot een goede balans tussen de gezamenlijke verantwoordelijkheid én de autonomie van bestuurlijke eenheden. Er zullen daarom in de planperiode wijzigingen in de organisatiestructuur worden voorgesteld. De sterkten en zwakten hangen samen met de fase van ontwikkeling van het samenwerkingsverband. Ze zijn tijdgebonden en zien er anders uit als gevolg van ingezette ontwikkelingen. Op basis van cultuur- en structuurfricties worden veranderingen ingezet die onder andere hun weerslag vinden in dit vernieuwde ondersteuningsplan Inhoud vernieuwd ondersteuningsplan De vernieuwing van het ondersteuningsplan biedt stimulans en kaders voor de doorontwikkeling van passend onderwijs. Het samenwerkingsverband Stromenland is na de twee jaar toe aan een nieuwe bril, gericht op de gezamenlijk te halen doelen. De nieuwe bril moet de gezamenlijke ambitie verscherpen, zodat alle participanten hun eigen aandeel hierin herkennen en leveren. Het plan geeft weer: vanuit welke visie op de toekomst van het primair onderwijs wij inhoud geven aan onze opdracht (waarom en waartoe); welke doelen voortkomen uit de opdracht (wat), welke werkwijze wordt gevolgd om te komen tot een efficiënte en effectieve invulling van de taak (hoe). Hiervoor wordt een beperkt kader gegeven, omdat professionals en platforms veel ruimte hebben voor een eigen, passende invulling. Bijlage 2 geeft de totstandkoming van het ondersteuningsplan en de besluitvorming weer. Als in dit ondersteuningsplan Stromenland wordt geschreven, wordt hiermee het gehele samenwerkingsverband bedoeld. Soms heeft een specifiek gremium binnen dit geheel een onderscheidende bevoegdheid, verantwoordelijkheid, taak of rol. Dit wordt in het ondersteuningsplan als zodanig benoemd.

6 6 2. Opdracht en uitgangspunten van Stromenland Stromenland heeft een aantal uitgangspunten geformuleerd die richtinggevend zijn voor de inrichting van de organisatie, de processen en procedures van de samenwerking en voor de wijze waarop wettelijke eisen inhoud krijgen Opdracht en ambitie Stromenland ziet het als haar maatschappelijke opdracht om alle leerlingen passend onderwijs te bieden, zodat ieder kind zich optimaal ontwikkelt. Stromenland doet dit op een zo geïntegreerd mogelijke wijze, vanuit zo geïntegreerd mogelijke voorzieningen. Dit houdt het volgende in: We onderkennen dat alle factoren die te maken hebben met een optimale ontwikkeling van kinderen verband houden met elkaar. Passend onderwijs is geen systeem van losse compartimenten, waarin kinderen kunnen worden geplaatst. Het gaat om het geheel van (standaard- en speciale) voorzieningen die worden aangewend ten behoeve van het onderwijs en de ontwikkeling van kinderen. Dat betekent óók dat de kinderen er niet zijn voor de voorzieningen, maar de voorzieningen voor de kinderen! Zo geïntegreerd mogelijk betreft ook de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van iedereen die een rol speelt in het onderwijs en bij de ontwikkeling van het kind. Het is een taak van Stromenland en de in Stromenland participerende schoolbesturen (incl. SO en SBaO) om deze integraliteit te stimuleren en te bewaken, gezamenlijk en ieder vanuit het eigen perspectief en de eigen taak. Ook ouders maken nadrukkelijk deel uit van de hier bedoelde integraliteit. Ook verwijst zo geïntegreerd mogelijk naar het continuüm van aan de ene kant (links) regulier basisonderwijs in de eigen wijk en aan de andere kant (rechts) een SO-school als voorziening. Het streven is om zoveel mogelijk leerlingen zoveel mogelijk links in het continuüm passend onderwijs te bieden. Dat betekent dat we de ondersteuning zo mogelijk naar het kind brengen in plaats van het kind naar de voorziening.

7 7 In de visie van Stromenland gaat het begrip integraliteit verder dan de term dekkend aanbod, die vaak wordt gebruikt als het gaat om een adequaat onderwijsen ondersteuningsaanbod. Een integraal aanbod heeft samenhang. Het is niet zozeer een systeem, maar het is systemisch: er is binding, volgorde en onderlinge balans in de aanpak voor ieder individueel kind. Vanuit bovenstaande ambitie geeft Stromenland vorm aan de wettelijke eisen voor passend onderwijs. Formeel en naar intentie. Stromenland doet dit vanuit de volgende uitgangspunten. 1. Stromenland gaat uit van het principe van de erkende en gewaardeerde diversiteit op alle niveaus Stromenland erkent en waardeert dat scholen, regio s en mensen verschillen. In deze verschillen zit een kracht, die inhoudt dat doelen niet worden bereikt met één systeem van voorschriften en bepalingen, maar via verschillende wegen die passen bij de betreffende mensen en situaties. 2. Stromenland realiseert passend onderwijs binnen de financiële kaders Dit betekent dat Stromenland de financiële kaders als een gegeven beschouwt en dat alle participanten de verantwoordelijkheid hebben om binnen deze kaders te werken aan een optimale ontwikkeling van kinderen. 3. Stromenland neemt het ouderperspectief mee in beleidsvorming en ontwikkeling en bij de ondersteuning van het eigen kind Stromenland ziet de ouders en het gezin als een vitale schakel in de ontwikkeling van het kind. Bij een integrale aanpak wordt actief werk gemaakt van het perspectief en de rol van de ouders. In relatie tot hun eigen kind, maar ook als het gaat om de vormgeving van Stromenland. 4. Stromenland legt op gestructureerde wijze verantwoording af, van decentraal naar centraal en van centraal naar de maatschappij. Stromenland werkt, binnen het gegeven van de erkende en gewaardeerde diversiteit, vanuit gemeenschappelijke uitgangspunten (zeker in relatie tot het wettelijk kader). Aan de hand van deze gemeenschappelijke uitgangspunten wordt verantwoording afgelegd over keuzes, aanpakken en de daarmee gepaard gaande inzet van middelen. De doelen van de jaaragenda s van de platforms zijn direct gerelateerd aan de gemeenschappelijke

8 8 uitgangspunten en de daaronder vallende wettelijke eisen. Zowel de platforms als Stromenland als geheel leggen verantwoording af over aanpak, resultaten en inzet van middelen conform een vooraf overeengekomen cyclus van verantwoording (PDCA). 5. Stromenland is omgevingsbewust en omgevingsgericht en werkt samen Dit betekent dat Stromenland overlegt en samenwerkt met alle instanties in de omgeving die activiteiten uitvoeren die verband houden met de opdracht van Stromenland. Vanuit de ambitie en de uitgangspunten zijn in hoofdstuk 3 de doelen van Stromenland geformuleerd. Deze doelen zijn dekkend voor de wettelijke eisen van passend onderwijs, maar zijn gekozen vanuit de eigen ambitie van het samenwerkingsverband. De wijze waarop Stromenland deze doelen uitwerkt wordt beschreven in het jaarlijks te formuleren actieplan/implementatieplan en in de platformagenda s.

9 9 2.2 Inhoudelijk referentiekader passend onderwijs Passend onderwijs geeft een kwaliteit van onderwijs aan, die er voor zorgt dat ieder kind, bij gebleken noodzaak, ondersteuning krijgt: - passend bij wat nodig is voor het kind om onderwijs te volgen; - zo normaal als mogelijk en zo speciaal als nodig (d.w.z. minder vergaande interventies verdienen de voorkeur); - met een billijke en efficiënte inzet van middelen. Daarmee krijgt passend onderwijs voor een belangrijk deel gestalte in de reguliere onderwijssetting, onder verantwoordelijkheid van de reguliere schoolbesturen. Waar nodig wordt expertise ingezet, die niet binnen het reguliere systeem beschikbaar is. De bijzondere waarde van het samenwerkingsverband ligt in het vormgeven en onderhouden van het netwerk dat voor deze invulling van passend onderwijs nodig is. In het kader van passend onderwijs hebben nieuwe termen en concepten hun intrede gedaan en hebben sommige begrippen een andere invulling gekregen. De betreffende concepten vormen samen het inhoudelijke referentiekader van passend onderwijs, ook binnen Stromenland. In volgorde van intensiteit gaat het dan om: Basiskwaliteit Basisondersteuning, inclusief preventieve/lichte zorg Arrangementen Andere onderwijscontext De concepten worden hier kort beschreven en in bijlage 3 toegelicht. Basiskwaliteit Kinderen die ondersteuning nodig hebben, krijgen deze hulp zo snel en gericht mogelijk, bij voorkeur op de school waar de ouders voor hebben gekozen. Alle scholen in Nederland dienen een omschreven basiskwaliteit te realiseren. Het schoolbestuur is eindverantwoordelijk en de Inspectie van het Onderwijs ziet toe op de kwaliteit van het onderwijs. Basisondersteuning Er zijn leerlingen die wat meer ondersteuning nodig hebben. We noemen dat basisondersteuning als de school deze ondersteuning zelf biedt, al dan niet met inschakeling van externe expertise, ook van het samenwerkingsverband passend onderwijs. Ook preventieve en lichte onderwijsondersteuning vallen onder de basisondersteuning. Centraal staat wat de leerling of een groep leerlingen nodig heeft om zich goed te ontwikkelen. In Stromenland ontwikkelen we toenemend een collectief beeld over wat ouders en kinderen van elke school kunnen verwachten. Het gesprek daarover wordt gevoerd vanuit een werkdocument, waarin de waarden die leidend zijn voor ons allen, beschreven staan. In het najaar van 2017 zal dit leiden tot een gezamenlijke beschrijving van het kader voor basisondersteuning. We zullen de invulling van de basisondersteuning in de 160 scholen via de schoolbesturen en de platforms volgen en daar regelmatig gezamenlijk over rapporteren. Zie bijlage 4 voor de het werkdocument basisondersteuning per mei Arrangementen Voor een klein aantal leerlingen zijn deze lichte interventies niet voldoende. Voor deze leerlingen kan de school een arrangement krijgen. Een arrangement wordt toegekend door het platform van het samenwerkingsverband, op basis van een goede betrokkenheid van de ouders. Het platform regelt het arrangement en het wordt uitgevoerd binnen de school.

10 10 Andere onderwijscontext Als de school, of een andere reguliere basisschool, een leerling niet voldoende ondersteuning kan bieden, wordt voor intensievere, specifieke ondersteuning naar het speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs verwezen. De school voor speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs heeft voor het plaatsen van de leerling een toelaatbaarheidsverklaring nodig, die na een zorgvuldige afweging wordt afgegeven door de Commissie Toelaatbaarheid (CT) van het samenwerkingsverband.

11 11 Samenvattend Passend Onderwijs: een inhoudelijk referentiekader Categorie/Term Omschrijving Kern Betrokkenen Primair verantwoordelijk * Basiskwaliteit De kwaliteit waaraan elke Voldoende opbrengsten School, directie en team school in Nederland dient Voldoende kwaliteit in en Bestuur* te voldoen van het onderwijsleerproces Voldoende kwaliteit in zorg en begeleiding Basisondersteuning Ondersteuning die de Interne zorgstructuur School, directie en team inclusief preventieve school biedt aan leerlingen Inschakeling externe Ouders (instemming) zorg/lichte zorg met lichte specifieke expertise Platform* ondersteuningsbehoeften Bestuur* Arrangementen Andere schoolcontext Extra ondersteuning binnen de school aan leerlingen met zwaardere specifieke ondersteuningsbehoeften Als de ondersteuningsbehoeften de mogelijkheden van de school, ook met extra inzet van faciliteiten, overstijgen, wordt gericht gezocht naar een beter passende onderwijs context Intensivering van de ondersteuning door beschikbaar stellen van extra faciliteiten (expertise en/of uitvoeringsmiddelen) Verwijzing naar een andere basisschool; of naar SBaO of SO, op basis van een zorgvuldige afweging School, directie en team Ouders (instemming) Platform* Bestuur Ouders / Scholen (Platform) Bestuur* Ouders* (toestemming) Scholen / Besturen* Stromenland* Rol Stromenland Informatie krijgen Ondersteunende functie naar scholen, wordt geregeld via de platforms Ondersteunende functie naar scholen, wordt geregeld via de platforms Geeft toelaatbaarheidsverklaringen af voor SBaO en SO (3 en 4). Stromenland centraal commissie van toelating beoordeelt aanvragen toelaatbaarheidsverklaring SO hoog en Stromenland geeft ze af.

12 12 3. Doelen van Stromenland 3.1. Doelen en succesindicatoren Vanuit de in hoofdstuk 2 geformuleerde opdracht en uitgangspunten komen de doelen voort waaraan Stromenland invulling geeft. Deze doelen zijn dekkend voor de vanuit de wettelijke kaders geformuleerde eisen, maar zijn vanuit de eigen ambitie van het samenwerkingsverband tot stand gekomen. Gekoppeld aan de doelen zijn de kritische succesindicatoren cursief weergegeven. Onderwijs is passend en past zich aan bij kinderen: Leerlingen binnen Stromenland krijgen onderwijs passend bij hun onderwijsbehoefte. Het onderwijs houdt rekening houdt met veranderingen en ontwikkeling van die onderwijsbehoefte - Stromenland voorziet in een regelmatige monitoring met betrekking tot de vraag of kinderen met extra ondersteuning op de juiste en dus passende onderwijsplek zitten. Stromenland werkt preventief vanuit het oogmerk dat geen momenten van stilstand en vertraging ontstaan in de (leer)ontwikkelingslijn van kinderen - Bij Stromenland ontbreekt het kinderen niet langer dan 4 weken aan een passende onderwijsplek. Maximaal drie kinderen per jaar kunnen we om verantwoorde reden niet binnen deze tijd van een passende plek voorzien. Met dit aantal van drie blijft Stromenland ver onder het landelijk percentage thuiszitters. - Deelnemers van Stromenland zorgen vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor plaatsing van leerlingen op een passende plek. Doorzettingskracht van de kant van Stromenland is afgesproken en vastgelegd, zodat bovenstaande doelstelling ook gerealiseerd kan worden wanneer deelnemers niet in een oplossing voorzien. - Kinderen met een extra ondersteuning ontwikkelen zich conform hun uitstroomprognose. Dit blijkt uit verslaglegging van scholen en platforms, te bespreken in de commissies van de platforms en de centrale commissies. De gegevens vanuit de diverse platforms zullen onderdeel zijn van de monitoring die Stromenland als geheel verzorgt. Stromenland verantwoordt op welke gronden leerlingen extra ondersteuning krijgen - Stromenland voorziet in heldere en adequate dossiers met betrekking tot kinderen die extra ondersteuning behoeven. We toetsen dat door de tevredenheid, naar aanleiding van gelopen procedures, te meten bij de vragers van een arrangementen en toelaatbaarheidsverklaringen, zowel als bij de behandelende commissies. Divers en kind nabij onderwijs door samenwerking In Stromenland werken leerkrachten, scholen en voorzieningen samen, gericht op het, waar mogelijk, brengen van het onderwijs naar het kind. Daarvoor realiseren scholen en besturen in Stromenland-platforms een grote diversiteit aan arrangementen en voorzieningen waar geïntegreerd onderwijs wordt geboden, kind nabij - Stromenland zorgt voor structureel overleg over samen werken en samen leren, gericht op kind nabij, passend onderwijs voor elk kind

13 13 - Jaarlijks presenteren de platforms de initiatieven voor geïntegreerd passend onderwijs aan elkaar. - Elk platform ontwikkelt jaarlijks minimaal één nieuw initiatief. - In de planperiode wordt voor minimaal 10% van de huidige groep leerlingen van SO en SBaO een passende voorziening in het regulier onderwijs gerealiseerd. Stromenland erkent en waardeert verschillende manieren om passend onderwijs voor een kind vorm te geven en organiseert het delen van ervaringen en het leren van elkaar - Stromenland monitort de kwaliteit van haar lerende organisatie. Stromenland realiseert passend onderwijs binnen het vastgestelde financiële kader en zorgt dat zoveel mogelijk middelen naar de primaire taak gaan - Stromenland kent verwijzingspercentages naar SO en SBaO, die niet uitstijgen boven de cijfers van het landelijk gemiddelde aan het eind van de planperiode. - Stromenland voorziet jaarlijks in een evenwicht tussen begroting en realisatie zonder tekorten. Zowel in de platforms als centraal is er maximaal een exploitatieoverschot van 2%. Stromenland werkt samen met ouders en betrekt ouders in relatie tot het passende onderwijs in haar beleidsontwikkeling en beleidsvorming - De tevredenheid is voldoende onder ouders die betrokken zijn bij een ondersteuningstraject van hun kind via Stromenland. - Kinderen worden, passend bij hun leeftijd, betrokken bij het ondersteuningsaanbod. De tevredenheid is voldoende onder leerlingen die betrokken zijn bij een ondersteuningstraject via Stromenland. Binnen en vanuit Stromenland verantwoorden we ons tijdig, cyclisch en methodisch in relatie tot de algemeen gestelde ambitie en uitgangspunten - Stromenland hanteert structureel de diverse methodieken, die nodig zijn om - resultaten te kunnen meten (PDCA) - OPR, bestuur en stichtingsraad zijn tevreden over de managementrapportages. Stromenland kent de omgeving van de kinderen en werkt samen met voorzieningen en instanties, die nodig zijn om samenhang aan te brengen in de ontwikkeling van de kinderen en het gezin - Stromenland participeert vanuit onderwijsperspectief actief in de diverse overlegsituaties in relatie tot de zorg voor kinderen. De tevredenheid hierover wordt gemeten in een jaarlijks op evaluatie gericht overleg met de partners op platformniveau en centraal. Op de hierboven beschreven wijze zijn de kerndoelen gekoppeld aan de ambitie en uitgangspunten van Stromenland. Wij leggen verantwoording af over de wettelijk gestelde eisen op basis van onze ambitie en uitgangspunten. Zij vormen immers voor Stromenland de primaire voorwaarden om passend onderwijs te realiseren. Door onze ambitie op basis van de gestelde uitgangspunten en daaraan gekoppelde doelen te realiseren, leveren we de maatschappelijke meerwaarde die van ons gevraagd en verwacht mag worden en op grond waarvan verantwoording wordt afgelegd. De werkwijze waarlangs bovenstaande doelen gehaald worden (de operationalisaties) en hoe deze tussentijds en finaal worden gemeten, vindt zijn uitwerking in een jaarlijks op te stellen actie- of implementatieplan Doelen in relatie tot de uitgangspunten en wettelijke eisen Hieronder is de samenhang tussen ambitie/ uitgangspunten, Stromenland doelen en wettelijke eisen schematisch weergegeven.

14 14 Opdracht, ambitie en uitgangspunten Passend onderwijs Doelen Indicatoren Wettelijke eis 1. Onderwijs is passend en past zich aan bij kinderen: Leerlingen binnen Stromenland krijgen onderwijs passend bij hun onderwijsbehoefte. Het onderwijs houdt rekening houdt met veranderingen en ontwikkeling van die onderwijsbehoefte Weinig thuiszitters, in vergelijking met landelijke cijfers Stromenland monitort regelmatig of kinderen met extra ondersteuning op de juiste plek onderwijs krijgen. Geen thuiszitters Duidelijkheid over zorgtoewijzing Verantwoorden Erkende en gewaardeerde diversiteit, gericht op geïntegreerd onderwijs Erkende en gewaardeerde verschillen 2. Preventief werken gericht op voorkomen van ontwikkelingsvertraging Stromenland werkt preventief vanuit het oogmerk dat geen momenten van stilstand en vertraging ontstaan in de (leer)ontwikkelingslijn van kinderen 3. Stromenland verantwoordt op welke gronden leerlingen extra ondersteuning krijgen 4. Divers en kind nabij onderwijs door samenwerking In Stromenland werken leerkrachten, scholen en voorzieningen samen, gericht op het, waar mogelijk, brengen van het onderwijs naar het kind. Daarvoor realiseren scholen en besturen in Stromenlandplatforms een grote diversiteit aan arrangementen en voorzieningen waar geïntegreerd onderwijs wordt geboden, kindnabij 5. Leren van verschillen Stromenland erkent en waardeert verschillende Kinderen zijn niet langer dan 4 weken zonder passende onderwijsplek Kinderen, ouders en scholen ervaren regie en doorzettingskracht van Stromenland bij het vinden van een onderwijsplek Kinderen met een extra ondersteuning ontwikkelen zich conform hun uitstroomprognose Stromenland heeft heldere en adequate dossiers van kinderen die extra ondersteuning krijgen Stromenland zorgt voor structureel overleg over samen werken en samen leren, gericht op kind nabij, passend onderwijs voor elk kind Jaarlijks presenteren de platforms de initiatieven voor geïntegreerd passend onderwijs aan elkaar. Elk platform ontwikkelt jaarlijks minimaal één nieuw initiatief. In de planperiode wordt voor minimaal 10% van de huidige groep leerlingen van SO en SBaO een passende voorziening in het regulier onderwijs gerealiseerd. Stromenland monitort haar kwaliteit van de lerende organisatie Geen thuiszitters Duidelijkheid over zorgtoewijzing Dekkend aanbod van voorzieningen

15 15 Binnen financiële kaders Ouderperspectief Verantwoorden Omgevingsbewust en omgevingsgericht manieren om passend onderwijs voor een kind vorm te geven en organiseert het delen van ervaringen en het leren van elkaar 6. Passend onderwijs binnen financiële kader Stromenland realiseert passend onderwijs binnen het vastgestelde financiële kader en zorgt dat zoveel mogelijk middelen naar de primaire taak gaan. 7. Ouders Stromenland werkt samen met ouders en betrekt ouders in haar beleidsvorming 8. Verantwoorden Stromenland verantwoordt zich tijdig, cyclisch en methodisch over de realisatie van haar ambitie en doelen 9. Omgeving kennen en samenwerken in de omgeving Stromenland kent de omgeving van kinderen en werkt samen met voorzieningen en instanties, die van belang zijn voor de ontwikkeling van kinderen en gezin. De verwijzingscijfers van Stromenland stijgen niet uit boven de landelijk gemiddelden Stromenland realiseert de vereveningsopdracht Stromenland heeft jaarlijks een realisatie zonder tekorten en maximaal 2% exploitatieoverschot in platforms en centraal In Stromenland realiseren we maximaal 25% kosten voor de organisatie en ondersteuning van de primaire taak (kinderen en groepsarrangementen) Stromenland doet systematisch onderzoek onder ouders, waaruit tevredenheid blijkt over de ondersteuning van hun kind en over de wijze waarop ze als partner zijn meegenomen in het proces naar extra ondersteuning Kinderen worden, passend bij hun leeftijd, betrokken bij het ondersteuningsaanbod. Stromenland hanteert structureel de diverse methodieken, die nodig zijn om -resultaten te kunnen meten (PDCA) OPR, bestuur en stichtingsraad zijn tevreden over de managementrapportages. Stromenland neemt deel in de overleggen waarin de aansluiting van voorzieningen beoogd wordt. Verminderen van deelname aan SO en SBaO Voorkomen van bureaucratie Samenwerken met ouders

16 16 4. Toekomst speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs De opdracht die Stromenland in hoofdstuk 2 voor zichzelf formuleert, geldt ook voor SBaO en SO: Passend Onderwijs bieden op een geïntegreerde wijze vanuit zo geïntegreerd mogelijke voorzieningen. Voor de voorzieningen in speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs heeft dat grote gevolgen. De opdracht en het uitgangspunt van Stromenland betekenen voor SBaO en SO dat zij met de platforms gaan werken aan geïntegreerde arrangementen. Integratie tussen SBaO en basisonderwijs, integratie tussen SO en basisonderwijs, integratie tussen SO en SBaO en integratie van verschillende vormen van SO. In de discussie over inclusief onderwijs versus gesegregeerd onderwijs kiest Stromenland daarmee een middenpositie waarbij Stromenland een beweging maakt van segregatie naar meer integratie, zonder volledig inclusief onderwijs als einddoel te hebben. 4.1 Specialiseren versus integreren Stromenland is voorstander van zoveel als mogelijk geïntegreerd onderwijs, waarbij aparte SBaO en SO-voorzieningen niet meer aan de orde zijn. Stromenland beseft dat aan de andere kant er voorstanders zijn van een volledig losstaand stelsel van specialistische onderwijsvormen en dat in het midden staan degenen die een strikte scheiding tussen regulier basisonderwijs en (vormen van) speciaal (basis)onderwijs willen verminderen. Daarbij is ook van groot belang wat ouders willen voor hun kind en over welke keuzemogelijkheden ze willen beschikken. Binnen dat krachtenveld heeft Stromenland de ambitie om zo mogelijk onderwijs geïntegreerd te laten zijn zonder speciale voorzieningen als SBaO En SO. 4.2 Huidige stand van zaken en demografische en leerlingenbewegingen In de regio Stromenland is het totaal aantal leerlingen de afgelopen jaren gedaald. Tussen 2011 tot 2015 nam hun aantal af met circa leerlingen (van in 2011 tot in 2015). Het is de verwachting dat deze daling nog een aantal jaren doorzet, al zijn er per platform wel verschillen. De deelnamepercentages aan SBaO en SO zijn redelijk stabiel. Deelname naar het SBaO ligt rond de 3%, deelname aan het SO rond de 2%. Daarmee wijkt Stromenland substantieel af van het landelijke beeld, waarin een dalende trend zichtbaar is in de deelname aan SBaO: van 2,68% in 2011 tot 2,35% in De deelname aan het SO laat landelijk deze dalende trend echter nauwelijks zien: in 2011 was het percentage 1,65% en in ,55%. Als we de landelijke cijfers vergelijken met die van ons samenwerkingsverband dan zien we dat we circa 0,6% boven het landelijk gemiddelde zitten, voor SBaO én SO, en dat is substantieel. Er zijn tamelijk grote verschillen tussen de platforms. Zo zijn er platforms die wat betreft SBaO deelname onder het gemiddelde van Stromenland liggen (2,9%) maar er zijn ook platforms die daar ruim boven liggen. Deelnamepercentages aan het SO zijn moeilijker te duiden, omdat het om kleine aantallen gaat en er veel grensverkeer is met andere samenwerkingsverbanden. We constateren dat in Stromenland nog geen sprake is van vermindering van deelname aan SBaO en SO. Er is in absolute zin wel een daling van het aantal leerlingen, maar dat lijkt geheel in lijn met de demografische ontwikkeling.

17 17 Bij ongewijzigd beleid kunnen we voor de komende jaren vergelijkbare cijfers verwachten. In combinatie met de verwachte demografische ontwikkelingen de komende jaren betekent dit dat er minder leerlingen naar het SBaO zullen gaan. Dat roept de vraag op naar de positie van de huidige SBaO-locaties. Er zijn in onze regio acht SBaO-voorzieningen, één per platform en in de grotere platforms (Nijmegen en Land van Cuijk) zijn er twee. Het aantal leerlingen per SBaO-locatie zal dalen, behalve mogelijk in Nijmegen, omdat hier de komende jaren geen terugloop van het aantal leerlingen wordt verwacht. Als er sprake is van een gericht terugdringen van deelname aan S(Ba)O zal dat proces van daling verstrekt worden. Ook daarom is er reden om de aard en grootte van speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs voorzieningen te heroverwegen. Als Stromenland het streven van een SBaO-deelname van circa 2% realiseert, betekent dat een flinke reductie van het aantal leerlingen op het SBaO. Een andere benutting van de SBaO capaciteit en samenhang met SO ligt dan voor de hand. De doelstelling van vermindering van de aantallen leerlingen in SBaO moet ingezet worden, op een zodanige manier dat een dekkend netwerk van expertise overeind blijft. Het is gewenst dat platforms en besturen de opties onderzoeken en initiatieven nemen om : het aantal SBaO-locaties te verminderen, zodanig dat er sprake is van een dekkend netwerk binnen het samenwerkingsverband; intensivering van de samenwerking met en tussen SBaO en speciaal onderwijs, gericht op symbiose. Ook het SO staat voor uitdagingen: kwalitatief goede voorzieningen bieden, behoud van de nodige expertise, een groter gebied dan de regio van Stromenland bedienen en een verantwoord personeels- en financieel beleid realiseren, in de context van een veranderende behoefte aan speciaal onderwijs en inhuur van expertise. Samenwerking tussen SO-scholen van de voormalige clusters (1 t/4) is gewenst om gezamenlijk effectief en efficiënt aan de ontwikkelende regionale behoefte aan speciale voorzieningen te kunnen voldoen, binnen een economisch realiseerbaar kader. 4.4 Ontwikkelingen binnen Stromenland Op diverse plekken binnen Stromenland zien we nieuwe vormen van meer geïntegreerd onderwijs. Zo voeren Punt Speciaal en SPOG (bestuur in Groesbeek) binnen het platform GHUM het gesprek over plannen om in een schoolgebouw in Groesbeek, waarin al regulier basisonderwijs en SBaO zijn gehuisvest, een unit in te richten vanuit voormalige cluster 3 scholen. Dit initiatief kan fungeren als een pilot, waarvan andere scholen kunnen leren, zodat steeds meer leerlingen onderwijs volgen in een reguliere school. Zo wil Kentalis (cluster 2) binnen ons samenwerkingsverband leerlingen met een medium arrangement concentreren op bepaalde basisscholen in een bepaald geografisch gebied. Zodoende hoeven er op termijn minder leerlingen in cluster 2- scholen opgevangen te worden of kunnen deze leerlingen, na tijdelijke opvang in een cluster 2-school, eerder op een reguliere basisschool worden geplaatst. Ook voor andere vormen van speciaal onderwijs is dit wellicht een passend model. Het sluit bovendien aan bij het streven om door de specialisatie van basisscholen baobao verwijzing te realiseren (zonder eerst een plaatsing in S(B)O). Er zijn ook voorbeelden van samenwerking tussen SBaO- en SO-scholen om de capaciteit van het SBaO in kwalitatieve zin uit te breiden. Zo verzorgt de SBaO in

18 18 Wijchen onderwijs aan een groep zeer moeilijk lerende kinderen (cluster 3) en voert de SBaO in Boxmeer een pilot uit waarin wordt samengewerkt met cluster 4. Ook in de Nijmeegse vestiging van SBaO de Windroos, locatie De Goffert, zijn groepen van Entréa (voormalig cluster 4) gehuisvest en zijn eerste ervaringen opgedaan met een zogenoemde combi-groep van SBaO en SO leerlingen. 4.5 Conclusie Om de in dit ondersteuningsplan geformuleerde opdracht te gaan halen moet een grote afstand worden overbrugd, van de huidige praktijk naar geïntegreerd onderwijs. De weg waarlangs bestaat uit - Het verminderen van deelname aan SBaO en SO, gepaard gaand met een investering in de versterking van de ondersteuning in de reguliere scholen en differentiatie tussen scholen. - Initiatieven nemen en ondersteunen om voor leerlingen die (vooralsnog) aangewezen zijn op vormen van SBaO en SO meer integratie te realiseren. Regulier basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs staan voor de volgende, gezamenlijke opdrachten: De kwaliteit van het basisonderwijs verbeteren, zodat meer leerlingen hier kunnen worden opgevangen. Dat betekent dat het niveau van de basisondersteuning wordt verhoogd en dat meer leerlingen met behulp van arrangementen passend onderwijs krijgen in de reguliere basisschool. Doordat basisscholen zich in overleg specialiseren, kan het reguliere basisonderwijs in z n geheel meer leerlingen adequaat bedienen. Daarnaast zoeken basisscholen samenwerking met scholen voor SBAO en SO om werkzame vormen van symbiose te realiseren. SBaO en SO handhaven kwalitatief goede opvang en begeleiding van leerlingen, ondanks de krimp en als voorwaarde voor een verdergaande integratie, ook met het reguliere onderwijs. Het SBaO en SO zoeken samenwerking met elkaar en met het reguliere basisonderwijs om werkzame vormen van symbiose te realiseren. Het samenwerkingsverband volgt initiatieven in de platforms, omdat deze dienen als inspiratiebron en leerervaring voor anderen. In het coördinatorenoverleg en het bestuurlijk overleg met platforms worden de initiatieven besproken. Leerervaringen worden onder de aandacht van alle leden van het samenwerkingsverband gebracht. 5. Organisatie van Stromenland en uitgangspositie Samenwerkingsorganisatie Stromenland is een samenwerkingsorganisatie. Het samenwerkingsverband is opgebouwd uit ondersteuningsplatforms die de relatie met hun lokale partijen onderhouden. Zij kunnen snel inspelen op veranderingen in de lokale situatie en op vragen van leerlingen en ouders. In de platforms geven de schoolbesturen invulling aan hun eigen verantwoordelijkheid voor goed onderwijs. Binnen de bestuurlijke kaders van Stromenland hebben de platforms relatief veel autonomie. De samenwerking tussen platforms en partners wordt gekenmerkt door: gedeelde verantwoordelijkheid en solidariteit, gelijkwaardigheid, wederzijds vertrouwen, talenteninzet en professionaliteit (lerende organisatie). De samenwerking binnen de Stromenlandorganisatie leidt ertoe dat de uitgangspunten (zie 2.2) worden uitgedragen en gedeeld.

19 19 De taak van het samenwerkingsverband is altijd gedefinieerd in relatie tot de verantwoordelijke schoolbesturen. Er zijn per definitie overlappende domeinen. Dit maakt dat de samenwerkingsverbanden geen eenvoudige organisaties zijn, waarvan het domein zich duidelijk onderscheidt van het domein van de participanten en van voorzieningen in de omgeving van kind, ouders en onderwijs. 5.2 De structuur van het samenwerkingsverband De platformorganisatie: bestuurlijke commissies en platformcoördinator Er functioneren binnen Stromenland zes platforms. Drie platforms zijn bezig met een traject van samenwerking (Wijchen, Beuningen, Druten/West Maas en Waal). Aantal leerlingen per platform ( )* schooljaar aantal leerlingen % BO SBO totaal BO SBO totaal Beuningen ,2% 7,1% 6,3% Druten West Maas en Waal ,8% 9,5% 9,8% GHUM ,2% 8,6% 10,1% Land van Cuijk ,9% 18,5% 22,8% Nijmegen ,6% 40,9% 39,7% Wijchen ,3% 15,5% 11,4% Stromenland ,0% 100,0% 100,0% *Het gaat hierbij om in de platforms geplaatste kinderen, niet uit de platforms afkomstige kinderen. Er is veel grensverkeer tussen de platforms. In elk platform zijn één of meer besturen van regulier onderwijs en SBaO betrokken. Bij de start van Stromenland is afgesproken dat in alle platforms ook de SO-scholen zijn betrokken. De wijze waarop dit wordt ingevuld, verschilt per platform. Elk platform heeft een bestuurlijke commissie, die de beleidslijnen uitzet, binnen de kaders en aanvullende beleidslijnen voortkomend uit dit ondersteuningsplan. Het platform stelt een platformagenda op, en vertaalt deze in een platformbegroting, binnen de beschikbare middelen. De ruimte om eigen beleid in te vullen is voor elk platform verschillend. Dit komt doordat de platformregio s te maken hebben met historisch gegroeide verschillen in aantallen SO en SBaO-leerlingen en dus verschillende verplichtingen hebben. Elk platform maakt op basis van haar ambities eigen beleid om een balans te realiseren tussen basisondersteuning en aanvullende voorzieningen. Het platformbeleid kan dus verschillen, binnen de gestelde kaders van Stromenland. De verschillen worden gebruikt om met elkaar het gesprek te voeren over de effectiviteit van aanpakken. De directeur voert in ieder geval drie keer per jaar het gesprek met de bestuurlijke commissies van de platforms in het kader van monitoring en decentrale verantwoording, die naast de centrale verantwoording van Stromenland inhoud geeft aan het totaalbeeld van de resultaten van de organisatie. De PDCA-cyclus krijgt vorm aan de hand van de thema s uit dit ondersteuningsplan en uit de platformagenda s. Platformcoördinator Elk platform heeft een platformcoördinator. De bestuurscommissie is verantwoordelijk voor een goed verloop van de processen, die ertoe moeten leiden dat elke leerling in de

20 20 platformregio passende ondersteuning krijgt volgens de afgesproken beslisregels. De platformcoördinator wordt aangestuurd door de bestuurlijke commissie van het platform. De platformcoördinator is het eerste aanspreekpunt voor de directeur van het samenwerkingsverband. Ook voor scholen en ouders is de coördinator het eerste aanspreekpunt en het gezicht van het samenwerkingsverband. Er zijn tussen de platforms verschillen in de rol van de platformcoördinator. De directeur zal, via de coördinator, in ieder geval het platform aanspreken bij klachten, thuiszitters, het organiseren van de toelaatbaarheidscommissies en de inzet van onderwijsondersteuners vanuit de afspraken in het rollend perspectief. De coördinatoren vervullen gezamenlijk een belangrijke rol in het verbinden van de processen en werkwijzen tussen de platforms en met de centrale organisatie van het samenwerkingsverband. Zij zorgen voor de input voor de gezamenlijke monitor, de doorontwikkeling van de monitor en bespreken de data die de monitor oplevert Bestuur, stichtingsraad, directeur en stafbureau Stromenland is een stichting met een stichtingsbestuur en een stichtingsraad. Het bestuur Op 20 maart 2013 zijn de statuten van de Stichting Stromenland, samenwerkingsverband passend onderwijs PO, getekend. Daarnaast is er een Bestuursreglement (zie statuten Stromenland: artikel 8, lid 8 tot en met 10), waarin alle uitwerkingsafspraken zijn vastgelegd die te maken hebben met bestuur, toezicht en management. Er zijn geen afzonderlijke documenten, zoals een huishoudelijk reglement, een toezichtkader en een procuratieregeling. Stromenland is een rechtspersoon als bedoeld in artikel 18a van de Wet op het primair onderwijs. Het bestuur geeft richting (beleidsvaststelling) en heeft als één van de belangrijkste opdrachten beleidsbewaking. Het bestuur bestaat uit vijf leden en een onafhankelijke voorzitter. De voorzitter heeft primair een procesmatige rol en bewaakt het besluitvormingsproces. De voorzitter is verantwoordelijk voor het effectief en efficiënt functioneren van het bestuur, een daadkrachtige en transparante besluitvorming en het realiseren van de vastgestelde planningen. De stichtingsraad De stichtingsraad functioneert als intern toezichthoudend orgaan en bestaat uit bestuurlijke vertegenwoordigers van alle deelnemende besturen binnen Stromenland. De stichtingsraad houdt toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de stichting. De taken en bevoegdheden van de stichtingsraad zijn in de statuten vastgelegd. De stichtingsraad adviseert naar eigen inzicht het bestuur. Ook de stichtingsraad heeft een onafhankelijk voorzitter. Deze bereidt samen met de directeur de vergaderingen van de stichtingsraad voor, leidt de vergaderingen en bewaakt het besluitvormingsproces. Hij/zij zorgt ervoor dat de toezichthoudende rol van de stichtingsraad op een juiste wijze wordt vervuld. Dat wil zeggen conform de statuten, het ondersteuningsplan en het toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs. Directeur De directeur (zie statuten Stromenland, artikel 13) is via een mandaat belast met onder andere de dagelijkse gang van zaken in het samenwerkingsverband onder verantwoordelijkheid van het bestuur. Hij/zij is verantwoordelijk voor de beleidscyclus, toetst de inhoud, uitvoering en resultaten van de ondersteuningsagenda s van de platforms

21 21 aan de bestuurlijke kaders en is daarbij verantwoordelijk voor de horizontale verbinding tussen de platforms. Hij/zij voorziet de stichtingsraad, in overleg met het bestuur en met de voorzitter van de stichtingsraad, van de agenda en bijbehorende vergaderstukken. Stafbureau De directeur wordt ondersteund door een stafbureau. Om overheadkosten te beperken, is het bureau zo slim en slank mogelijk ingericht. Het governancemodel, en met name het gedecentraliseerde uitvoeringsmodel, vragen om een flinke inzet op het delen van kennis, middelen, werkwijzen, et cetera. Op basis van de inzichten van de afgelopen twee jaar, is gekozen voor de volgende bezetting van het stafbureau (naast de directeur): Een managementassistente (0,6 fte). Orthopedagogen, betrokken bij de toewijzing van (middelen ten behoeve van) ondersteuning in onderwijs (totaal 1,0 f.t.e.). Een kwaliteitsmedewerker / data-analist (0,4 f.t.e.). Een algemeen stafmedewerker (0,6 fte). De samenwerking en gezamenlijke verantwoordelijkheid voor Stromenland krijgt in toenemende mate gestalte doordat platformcoördinatoren ook algemene taken uitvoeren. De uitwerking van de taken van het stafbureau is in bijlage 5 opgenomen Ondersteuningsplanraad De ondersteuningsplanraad (artikel 4a, Wet medezeggenschap scholen) heeft instemmingsrecht op het ondersteuningsplan van Stromenland. De planraad kan op eigen initiatief onderwerpen met het bestuur bespreken of het bestuur adviseren. De raad speelt een belangrijke rol in het onderhouden van de relatie met de achterban: de bij het samenwerkingsverband betrokken medewerkers en ouders. De ondersteuningsplanraad bestaat uit maximaal zestien leden, waarvan: acht leden zijn afgevaardigd door het personeel; acht leden zijn afgevaardigd door de ouders. De leden worden gekozen volgens een kiesgroepenstelsel. De ondersteuningsplanraad kiest zelf uit zijn midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en een secretaris. De ondersteuningsplanraad zal worden geïnformeerd over de voortgang binnen het samenwerkingsverband en zal worden betrokken bij invullingen, bijstellingen etc. van het ondersteuningsplan. De OPR is een sparring partner van de bestuurder. 5.3 Toekomst organisatie & structuur Stromenland Met de invoering van passend onderwijs is er in den lande voor allerlei verschillende bestuurlijke en organisatorische vormen gekozen. De meest geëigende vorm van governance in relatie tot passend onderwijs is nog niet uitgekristalliseerd. Ook Stromenland streeft naar een verbeterde governance. De huidige bestuurlijke vorm van Stromenland laat nog geen gebalanceerde invulling zien van verantwoordelijkheid, verantwoording en scheiding van belangen. Er is nog geen gemeenschappelijk beeld van aard en impact van gesignaleerde aandachtspunten. Een gemeenschappelijk gedragen beeld is voorwaarde om tot een mogelijke wijziging van structuur te komen.

22 22 Het bestuur en de stichtingsraad streven naar een bestuurlijke structuur die op adequate wijze voorziet in toezicht, bestuur, directie en in een effectieve participatie van alle betrokkenen. Mede doordat Stromenland op dit moment nog een directeur ad interim heeft, is het noodzakelijk om al in de laatste maanden van 2016 het gesprek te voeren over de governance. Het bestuur zal daartoe het initiatief nemen. Aanvulling mei/juni 2017: Vanuit het gezamenlijk urgentiegevoel om met een nieuw governancemodel te gaan werken, mede gevoed door onderzoek en publicaties en wettelijke ontwikkelingen, heeft Stromenland anno mei 2017 intussen een besluit genomen over een nieuw in te voeren governancemodel. In Bijlage 8 wordt het vernieuwde model weergegeven. Het model zal zo mogelijk met ingang van het schooljaar 2017/2018 in werking treden. 6. Arrangementen en toelaatbaarheid Om uitvoering te geven aan de wettelijke verplichting om duidelijkheid te geven over de toewijzing van extra ondersteuning wordt hieronder de wijze waarop Stromenland dat invult beschreven. Tegelijk worden in de beschrijving aandachtspunten en daarbij passende acties voor de planperiode aangegeven. Bij Stromenland is de toewijzing van arrangementen en de toelaatbaarheid van leerlingen in SBaO en SO een zaak van de platforms. De platforms volgen daartoe eigen werkwijzen, binnen de wettelijke kaders en volgens de binnen Stromenland gemaakte afspraken. Bij vragen om extra ondersteuning leveren de platforms maatwerk. Om los te komen van het indicatiegericht werken, was Stromenland de afgelopen twee jaar terughoudend in het formuleren van definities en kaders. Als er hiernaar vraag was, boden de inhoudelijk deskundige of de directeur kaders aan. In het kader van het principe van de lerende organisatie is er vanuit de platforms de behoefte om werkwijzen met elkaar te bespreken en afspraken daarover vast te leggen. Op basis daarvan scherpen platforms hun werkwijze aan en stemmen zaken op elkaar af. Voorstellen voor Stromenland-brede verbeteringen worden, in overleg met de platformcoördinatoren, voorbereid door de staf van Stromenland. In het schooljaar zal via gesprekken met de netwerkbetrokkenen, de coördinatoren en de commissies toelaatbaarheid een document ontwikkeld worden, dat door de directeur aan het bestuur zal worden voorgelegd. Actie 1 Scholen en ouders hebben tijdens het inspectie onderzoek in december 2015 / januari 2016 aangegeven dat zij de afgelopen twee jaar met ondersteuningsvragen nog niet altijd goed de weg hebben kunnen vinden en dat ze daardoor mogelijk niet gemakkelijk toegang kregen tot ondersteuning. Daarin is verbetering gekomen door een grotere zichtbaarheid van de platformcoördinatoren, door de website en door positieve samenwerkingservaringen. Daarbij moet worden opgemerkt dat er veel scholen zijn, die zeer beperkt te maken hebben met vragen om verwijzing en intensieve ondersteuning. Daardoor zijn deze scholen minder goed op de hoogte van de procedures.

23 23 Stromenland zal de informatievoorziening aan scholen over de procedures voor de aanvraag van extra ondersteuning verbeteren. In alle platforms zullen informatie- en reflectiebijeenkomsten plaatsvinden met directeuren en intern begeleiders. In de bijeenkomsten zal worden opgehaald wat er nodig is om de tijdige en juiste beschikbaarheid van extra ondersteuning te verbeteren. De bijeenkomsten worden voorbereid door de platformcoördinatoren met de staf. Actie 2 Om de bureaucratie voor ouders en scholen te verminderen en te zorgen voor een goede, tijdige informatieverschaffing, is de formulierenstroom onder de loep genomen. Deze wordt op basis van de ervaringen door de staf verbeterd. Actie 3 Het belangrijkste dat de aanvragende school moet aanleveren, is een goede beschrijving van de onderwijsbehoeften van de leerling. Verder is het van belang dat de school inzicht geeft in de interventies die zijn ingezet om de ontwikkeling van het kind te ondersteunen en in de effecten hiervan. Immers, intensieve onderwijsondersteuning wordt pas ingezet als is aangetoond dat de ondersteuning van de school niet voldoende is. Het is ook mogelijk dat (zwaardere) ondersteuning op grond van onderwijsbehoeften direct wordt toegewezen. Dit is het geval als het duidelijk is dat de ondersteuning voor de leerling een voorwaarde is om te kunnen leren (bijvoorbeeld bekostiging Hoog bij ernstig meervoudig beperkte kinderen). In de afgelopen twee jaar hebben de platformcommissies en de scholen ervaring opgedaan in het goed formuleren van onderwijsbehoeften, zodat op basis daarvan een billijke en passende toewijzing van onderwijsondersteuning kan plaatsvinden. De basisdeskundigheid in de commissies wordt aan de hand van te bespreken casuïstiek aangevuld. Naast SO4- en SO3-expertise, kunnen de commissies beschikken over expertise voor specifieke hulpvragen van bijvoorbeeld een arts of schoolmaatschappelijk werker. De deskundigen van het stafbureau van Stromenland nemen deel aan de commissies toelaatbaarheid in de platforms en vullen met experts vanuit de benodigde SOdeskundigheid de centrale commissie toelaatbaarheid in. Hun rol in de commissies is in 2016 geëvalueerd. De commissies geven aan behoefte te hebben aan de inhoudelijk deskundige gericht op: - kwaliteitsondersteuning van de platforms - kwaliteitsverbetering van de beoordeling van onderwijsbehoeften - communicatie en afstemming met de SO-voorzieningen (trajectbegeleiders en directeuren) - afstemming en uitwisseling tussen de platforms over de kaders en werkwijze voor de toewijzing van intensieve ondersteuning - scholing van onderwijsondersteuners - coördinatie van het (jaarlijks en tweejaarlijks) plan voor herarrangeren - dossierkwaliteit - ontwikkelen van kaders als platforms daarom vragen - ondersteuning van ouders bij het vinden van de passende school - ondersteuning van de regie bij thuiszitters en klachten. In schooljaar 2015/2016 is er een eerste ronde herarrangeren uitgevoerd voor alle toelaatbaarheidsverklaringen die afliepen en voor leerlingen waarvoor niet eerder een toelaatbaarheidsverklaring was afgegeven (CVI-indicaties). In deze ronde herarrangeren werkten de platforms goed samen en zijn de leerlingen door de platforms besproken met de

24 24 SO-scholen. De platforms hebben voor dit proces gezamenlijk gekozen voor een (uniforme) procedure. Voor de SO-scholen blijkt het niet makkelijk te zijn om tijdig en adequaat de informatie aan te leveren, die nodig is voor een goede beoordeling. Hieraan wordt in deze planperiode aandacht besteed. Communicatie met en betrokkenheid van ouders is een zaak van de platforms en de scholen daarbinnen. Op het niveau va de platforms ligt het accent. Stromenland heeft een gezamenlijk kader geformuleerd voor de communicatie en betrokkenheid van ouders. Aan de hand van dit kader zorgen platforms en directie voor verantwoording m.b.t. op welke wijze aan het kader is voldaan. Dit wordt in hoofdstuk 7 behandeld. Op verzoek van de platforms is er een Centrale Commissie Toelaatbaarheid ingericht, voor de behandeling van de aanvragen voor een toelaatbaarheidsverklaring SO Hoog. Dit is in lijn met het feit dat de financiering van SO Hoog en residentiële plaatsen centraal is belegd en dat SO laag en midden worden gefinancierd vanuit de middelen van de platforms. Reden hiervoor is dat de platforms de mogelijkheid hebben om te sturen op de basisondersteuning, preventie, lichte ondersteuning en de verwijzingen naar SBaO en SO, maar minder sturingsmogelijkheden hebben bij een SO Hoog-vraag. Voor de beoordeling van aanvragen voor SO Hoog wordt een stevig kader gehanteerd, gezien de consequenties die de afgifte van SO Hoog heeft voor de leerling, de school, het budget van het samenwerkingsverband en daarmee ook voor de vereveningsopdracht van het samenwerkingsverband. De platformcoördinatoren zijn tevreden over deze werkwijze en hebben daarom besloten deze werkwijze te continueren. 7. Ouderbeleid De wijze waarop ouders bij passend onderwijs worden betrokken verschilt per platform. Er is wel een gezamenlijk kader, dat in dit hoofdstuk wordt behandeld. De platforms zullen hun stappen in ouderbetrokkenheid opnemen in de platformagenda s. Dit zal onderdeel worden van de kaderbrief voor de platformagenda s. We gaan in op de volgende vragen: 1. Hoe garanderen we dat er goed met ouders wordt gecommuniceerd als hun kind extra ondersteuning nodig heeft? 2. Wat moet elke ouder weten over passend onderwijs en over de manier waarop Stromenland dat organiseert? Hoe informeren we ouders daarover? 3. Hebben ouders voldoende invloed op het beleid van Stromenland? Moeten we dit verbeteren? Welke vormen zijn daarvoor? Uitgangspunten van het ouderbeleid van Stromenland zijn: Respect voor ieders eigen verantwoordelijkheid. Educatief partnerschap: er is sprake van een gelijkwaardige relatie en samenwerking tussen ouders en school/professionals. De ouders zijn primair verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het kind en brengen hun kindkennis in: hoe het kind functioneert in het gezin en in situaties buiten de school.

25 25 De school, de professional en de leerkracht brengen hun leerlingenkennis in: hoe het kind als leerling op school functioneert in al zijn facetten. 7.1 Communicatie met ouders over het eigen kind Omdat elke school basisondersteuning biedt, heeft in principe elke ouder te maken met passend onderwijs. Veel ouders zijn zich daarvan niet bewust. Passend onderwijs gaat voor ouders vaak pas leven als de ontwikkeling van hun kind niet vanzelf gaat. Dan wordt er meer inspanning van school en ouders gevraagd. Welke ondersteuning nodig is verschilt. Soms gaat het om ingrijpende beslissingen. Dan is het voor ouders van belang om te weten wat hun rechten zijn, waar ze informatie kunnen krijgen en welke regels en afspraken er gelden. Voor elk kind dat meer dan de basisondersteuning van de basisschool nodig heeft, wordt door de school een ontwikkelingsperspectief en een groeidocument opgesteld, dat uitdrukkelijk met ouders is besproken. Deze documenten zijn de basis waarop stappen in ondersteuning en onderwijssetting worden voorbereid. Daarbij zijn ouders nadrukkelijk betrokken. Ook zal bij elke aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring getoetst worden of ouders het ouderformulier hebben getekend en welke opmerkingen zij hebben zij de aanvraag. In het geval ouders het ouderformulier niet hebben ondertekend heeft een lid van de commissie van toelaatbaarheid een gesprek met de ouder, vóór de zitting van de commissie, waarin de aanvraag betreffende hun kind besproken wordt. Onder deze voorwaarde is het mogelijk dat een commissie van toelaatbaarheid een aanvraag voor toelaatbaarheid behandeld zonder de instemming van de ouders. Bijlage 6 bevat een overzicht van de wijze waarop ouders worden betrokken in de verschillende ondersteuningsgradaties van passend onderwijs. Er doen zich situaties voor die de samenwerking met ouders onder druk zetten. In veel van deze situaties is er sprake van onvoldoende communicatie of miscommunicatie. Dat kunnen we voorkomen door in een vroegtijdig stadium zaken met elkaar te bespreken. Als dat onvoldoende helpt, kunnen aanvullende interventies nodig zijn, die deels wettelijk zijn geregeld. In onderstaand schema staat een aantal mogelijkheden die ouders kunnen benutten als ze vragen hebben of problemen ervaren in de samenwerking met de school van hun kind. Mogelijkheden voor ouders Aanleiding Ouders twijfelen aan de informatie die ze van de school krijgen of willen een objectieve partij raadplegen over hun mogelijkheden, rechten, plichten e.d. Ouders en school verschillen van mening over wat het kind nodig heeft in de context van de basisondersteuning: de ouders vinden dat er meer nodig is of vinden juist dat hun kind geen extra ondersteuning nodig heeft. Ouders willen externe expertise inschakelen (in het kader van preventieve of lichte zorg), terwijl de school dat niet nodig vindt. Opties van Passend Onderwijs Ouders kunnen voor algemene informatie terecht bij het platform of bij Stromenland centraal. Ook de website van Stromenland geeft algemene informatie. Ouders kunnen zich met specifieke vragen wenden tot Stromenland, bij voorkeur tot het betreffende platform. Het platform geeft de ouders informatie of kan indien gewenst een mediërende rol vervullen tussen ouders en school. Ouders kunnen zich wenden tot het platform voor aanvullende informatie. Indien gewenst kan het platform een mediërende rol vervullen tussen ouders en

26 26 Ouders hebben problemen met arrangementen, omdat hun visie afwijkt van de visie van de school of het platform: Ouders zijn van mening dat het niet nodig is om een arrangement aan te vragen. Ouders zijn van mening zijn dat er ten onrechte geen arrangement wordt aangevraagd. Ouders zijn van mening dat er ten onrechte geen arrangement wordt toegekend. Ouders zijn van mening dat er een onjuist arrangement wordt toegekend (inhoud, looptijd, beschikbaar gestelde faciliteiten). Ouders zijn het niet eens met de uitspraak van de commissie toelaatbaarheid over het wel of niet verstrekken van een toelaatbaarheidsverklaring of vinden dat er een onjuiste toelaatbaarheidsverklaring is verstrekt. school. Per situatie zijn er de volgende mogelijkheden voor de ouders: Als ouders geen arrangement willen voor hun kind, kent het platform geen arrangement toe. Het platform kan wel een mediërende rol vervullen of ouders om extra informatie vragen. In dit geval kunnen ouders zich rechtstreeks tot het platform wenden. In overleg met de betreffende school wordt gezocht naar een voor allen acceptabele oplossing. Als ouders het niet eens zijn met de afwijzing van de aanvraag, kunnen zij zich wenden tot het platform voor uitleg en informatie, maar ook om hun zaak te bepleiten. Komt men niet tot overeenstemming, dan kunnen de ouders een bezwaar indienen bij Stromenland centraal. Als na een informatieronde blijkt dat ouders en samenwerkingsverband niet samen tot oplossingen kunnen komen, zal worden besloten om de kwestie voor te leggen aan de landelijke geschillencommissie. Als ouders het niet eens zijn met het toegekende arrangement, kunnen zij zich wenden tot het platform voor uitleg en informatie, maar ook om hun zaak te bepleiten. Komt men niet tot overeenstemming, dan kunnen de ouders een bezwaar indienen bij Stromenland centraal. Leidt ook dat niet tot een oplossing, dan kan gezamenlijk worden besloten om de kwestie voor te leggen aan de landelijke geschillencommissie. Ouders kunnen zich direct wenden tot de betreffende commissie toelaatbaarheid: voor een toelaatbaarheidsverklaring SO hoog bij Stromenland centraal en voor andere toelaatbaarheidsverklaringen bij het platform. Zij kunnen vragen om uitleg en aanvullende informatie en kunnen hun zaak bepleiten. Komt men niet tot overeenstemming, dan kunnen de ouders een bezwaar indienen bij Stromenland centraal, waarna mogelijk gezamenlijk

27 27 Ouders vinden dat de school haar zorgplicht niet of niet voldoende waarmaakt. Ouders vrezen dat hun kind een thuiszitter wordt. wordt besloten de landelijke geschillencommissie in te schakelen. Ouders wenden zich eerst tot het betreffende schoolbestuur. Leidt dit niet tot een oplossing, dan kunnen ouders zich voor aanvullende informatie wenden tot het platform. Indien gewenst kan het platform een mediërende rol vervullen tussen ouders en school. Ouders kunnen zich wenden tot het platform of Stromenland centraal, die vervolgens contact opnemen met de betreffende school en het bestuur om te voorkomen dat het daadwerkelijk tot thuis zitten komt. 7.2 Passend onderwijs, algemene informatie voor ouders Ouders hebben op verschillende manieren toegang tot informatie over passend onderwijs. De website van het Samenwerkingsverband Stromenland is de eerste ingang. Op deze website zien ouders wie de coördinator is van het platform waaronder de school of woonplaats van de ouder valt. Ouders kunnen contact opnemen met het betreffende platform met vragen over de werkwijze van het platform. Voor algemene vragen over Stromenland kunnen zij contact opnemen met het secretariaat van Stromenland. Landelijke informatie over passend onderwijs kunnen ouders vinden op diverse websites, bijvoorbeeld: Ouderbetrokkenheid op organisatieniveau Naast de betrokkenheid bij hun eigen kind, is het van belang dat ouders, als belangrijke stakeholders, invloed kunnen uitoefenen op het beleid van organisaties die (mede) een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen. Het gaat daarbij niet alleen om belangenbehartiging van ouders, maar ook om het betrekken van het ouderperspectief bij de verdere ontwikkeling van passend onderwijs. Dat is vastgelegd in wet- en regelgeving, zoals weergegeven in onderstaand overzicht. Medezeggenschap van ouders Niveau Uitwerking Status School medezeggenschapsraad Wetgeving Bestuur gemeenschappelijke Wetgeving medezeggenschapsraad Platform - Niet geregeld Samenwerkingsverband ondersteuningsplanraad en deelname Stichtingsraad Wetgeving Het is van belang om te bezien op welke wijze de geleding ouders kan worden betrokken bij de beleidsvorming en uitvoering van passend onderwijs. Op het niveau van het samenwerkingsverband is dat geregeld via de ondersteuningsplanraad, maar op het niveau van het platform is dat niet geregeld. Een oudertevredenheidsonderzoek, bijvoorbeeld elke twee jaar, zal onderdeel worden van de cyclus van planmatig werken in Stromenland.

28 28 In het samenwerkingsverband en met de OPR zal de komende periode het overleg worden gevoerd over de tijdige en juiste inbreng van ouders in het beleid van het hele samenwerkingsverband. Daarbij is ook aan de orde de juiste verhouding tussen MR-en, GMR-en van de deelnemers in Stromenland en de OPR. De nieuwe governancestructuur is daarbij uitgangspunt. 8. Expertise en experts 8.1 Inleiding Met de invoering van passend onderwijs is nagedacht over de vraag hoe om te gaan met de aanwezige expertise en experts. Daarbij speelden een rol: de belangen van leerlingen en (basis)scholen; het belang van het zittende personeel, de ambulant begeleiders (voornamelijk voormalig cluster 3 en 4); de belangen van de onderwijswerkgevers; de opdracht van onderwijswerkgevers om passend onderwijs op verantwoorde wijze in hun organisaties te implementeren (solidariteit tussen de bestuurders/werkgevers). Er zijn afspraken gemaakt in het kader van het zogenaamde rollend perspectief. Dit rollend perspectief houdt de afspraak in dat de platforms gezamenlijk tot en met 2016/2017 verplicht ambulante dienstverlening in natura inkopen bij de SO-voorzieningen. Deze periode is door vijf platforms verlengd tot en met schooljaar 2017/2018, voor één platform loopt dit dus af na schooljaar 2016/2017. Vanaf het schooljaar 2018/2019 worden de afspraken niet meer op deze wijze gecontinueerd. De centrale notie was en is de benodigde expertise beschikbaar te hebben en in lijn met de ontwikkelingen binnen scholen en de relevante vakgebieden verder te ontwikkelen. Inzet van externe expertise, aanvullend op wat scholen en besturen zelf beschikbaar hebben, is cruciaal om onze opdracht te realiseren, omdat we zo expertise naar de leerling brengen en zo min mogelijk de leerling hoeven te verwijzen naar SBAO en SO. 8.2 Huidige situatie Op basis van de gemaakte afspraken worden onderwijsondersteuners (eerder werd de term ambulant begeleiders gebruikt) uit voormalig cluster 3 en 4 ingezet. De omvang en de verdeling over de platforms is gebaseerd op de situatie in het verleden (conform de LGFsystematiek van toebedeling ambulante begeleidingsuren) en de gemaakte (overgangs-) afspraken. Ook andere experts zijn werkzaam als onderwijsondersteuner: Experts die aanwezig zijn binnen de scholen, de besturen en de platforms, deels ook afkomstig uit het SBaO of anderszins al eerder betrokken bij de WSNS samenwerkingsverbanden. Experts uit cluster 1 en 2. Experts die vanuit andere organisaties worden ingezet of vrij gevestigde zelfstandigen.

29 29 Op dit moment is er feitelijk sprake van een aanbod gerichte insteek. Waar we naar toe willen is een vraaggerichte insteek, vanuit de platforms én vanuit het samenwerkingsverband centraal. Het daarvoor nodig de volgende zaken te onderzoeken: de behoefte aan expertise per platform (kwalitatief en kwantitatief); de aanwezigheid van specifieke deskundigheid (bovenop de basisondersteuning) in de verschillende scholen en besturen van de platforms; de meest effectieve en efficiënte werkwijze voor de inzet van experts. De onderwijsondersteuners uit voormalig cluster 3 zijn bij één bestuur, Punt Speciaal, en één werkorganisatie, Partners Passend Onderwijs, ondergebracht. Het gaat daarbij om expertise op zeer uiteenlopende terreinen, zoals zeer moeilijk lerenden, fysieke handicaps, niet aangeboren hersenletsel. De onderwijsondersteuners uit voormalig cluster 4 hebben verschillende werkgevers (Vlechtwerk, Entréa, Tarcisius, Conexus), die allen expertise hebben op het terrein van gedrag. Medewerkers van de platforms die niet afkomstig zijn uit deze twee bronnen, zijn in dienst van één van de besturen, die samen het platform vormen. Op de inzet van onderwijsondersteuners uit cluster 1 en 2 heeft het samenwerkingsverband beperkt zicht en geen invloed. Bovenstaande geeft het beeld van een overgangssituatie. Het is nodig dat het samenwerkingsverband zich voorbereid op een verbeterde inzet en organisatie van expertise in de toekomst. 8.3 De onderzoeksthema s De volgende vragen moeten worden beantwoord om de inzet van expertise in de toekomst te regisseren: Welke kwalitatieve expertise hebben we nodig in relatie tot de te behalen doelen? In welke omvang? Vanuit welke organisaties betrekken we medewerkers? Hoe wordt de kwaliteitsbewaking geborgd? Hoe gaan we de expertise inzetten? Met welke verschillen per platform? Met welke centrale afspraken en inzet? Hoe organiseren we een samenhangende en op de behoeften afgestemde inzet van expertise vanuit de verschillende bronnen? Hoe organiseren we HRM/HRD-aspecten en bestuurlijke inbedding (werkgeverschap)? Hoe dragen we zorg voor solidariteit in de overgangssituatie (van huidige naar toekomstige werkgevers). Hoe zorgen we in de overgangssituatie voor verantwoord werkgeverschap? Hoe zorgen we ervoor dat binnen het samenwerkingsverband bekend is welke expertise aanwezig is en dat deze expertise optimaal wordt benut? Hoe zorgen we ervoor dat de aanwezige expertise in de toekomstige (nog onbekende) context wordt behouden en doorontwikkeld? Vanuit de in dit hoofdstuk geformuleerde thema s zal het gesprek in het samenwerkingsverband gevoerd moeten worden. Dat heeft urgentie: De werkgevers uit voormalig cluster 3 en 4 zullen hun verplichtingen ten aanzien van medewerkers, waarvoor

30 30 over twee jaar geen werkzaamheden meer zullen zijn, op korte termijn moeten beëindigen. We willen verlies van benodigde expertise en experts in de regio voorkomen. 8.4 Toekomstige expertise en experts Uitgangspunten: We blijven als samenwerkingsverband expertise inzetten die niet in alle reguliere basisscholen en besturen beschikbaar is. Het gaat om diverse typen expertise en experts. Expertise en experts worden zodanig ingezet, dat de ambitie om voor alle leerlingen passend onderwijs te realiseren, zo geïntegreerd mogelijk wordt gerealiseerd. Expertise wordt zo mogelijk naar de leerling gebracht. We leveren de kwaliteit die nodig is. Door nieuwe manieren van organiseren is er sprake van continuïteit in de uitvoering en ondersteuning. Bij de inzet van expertise is er sprake van flexibiliteit en maatwerk. De afgesloten tripartiete overeenkomsten en de solidariteit tussen besturen worden gerespecteerd. Ontschotting van expertise (tussen de clusters en de platforms) levert een bijdrage aan de ontwikkeling van een andere invulling van onderwijscontexten. Expertisedomeinen We onderscheiden drie expertisedomeinen: Het kind in zijn ontwikkelingscontext Dienstverlening Innovatie, ontwikkeling en professionalisering Type experts Vooralsnog onderscheiden we drie basistypen van experts : Generalisten (op platformniveau) die vraaggestuurd, laagdrempelig en kortdurend inzetbaar zijn op scholen. Specialisten (op centraal niveau) die in de verschillende platforms inzetbaar zijn. Gespecialiseerde onderwijsmedewerkers die worden ingezet ten behoeve van een specifieke doelgroep, zoals logopedisten, ergotherapeuten, fysiotherapeuten en specifieke bewegingsdocenten. Waar vinden we de passende experts? De expertise en experts zijn zowel binnen als buiten het onderwijs te vinden. Zo is generalistische expertise aanwezig in het regulier basisonderwijs, in het SBaO en in voormalig cluster 3 en 4, maar ook in ondersteuningsorganisaties die zijn gelieerd met het onderwijs. Dat kunnen organisaties of bedrijven zijn, maar ook vrijgevestigde zelfstandigen. Meer specifieke expertise is veelal niet te vinden in regulier basisonderwijs of SBaO. Deze expertise is aanwezig in voormalig cluster 3 en 4 en bij de genoemde ondersteuningsorganisaties. De laatstgenoemden spelen ook op dit moment al een steeds grotere rol in de ondersteuning van leerlingen. De onderwijsexpertise vanuit (voormalig) cluster 3 onderscheidt zich steeds minder van de expertise in (voormalig) cluster 4. Hoe zetten we de experts in?

31 31 Voor de toekomstige organisatie van de inzet van expertise en experts liggen een aantal keuzes voor: Centraal versus decentraal: welke expertise stellen we platform overstijgend beschikbaar en welke expertise zetten we in vanuit de platforms? Wat betekent dat voor de organisatie en de verantwoordelijkheden? De platforms zijn verschillend qua omvang: wat betekent dit voor de inzet van de experts? De rol van het SBaO en SO op termijn: wat betekent dat voor het organiseren en continueren van de benodigde en beschikbare expertise? Op basis van de keuzes en de in te zetten ontwikkelingen, volgt de bestuurlijke inbedding. Sturing, goed werkgeverschap en financiële en inhoudelijke continuïteit zijn daarbij van belang. 8.5 De transitie Op basis van onze uitgangspunten starten we op decentraal niveau met het afstemmen van de beschikbare expertise op de behoeften. In de platforms vindt immers de uitvoering plaats en daar moeten de gewenste ontwikkelingen worden gerealiseerd. Bovendien hebben de platforms kennis van de huidige werkwijzen en van de benodigde expertise. Dit proces is een wisselwerking tussen decentraal en centraal, met actieve betrokkenheid van de besturen, juist ook binnen de platforms. 1. De coördinatoren van de platforms bepalen, in overleg met besturen, IB ers en directeuren welke expertise er nodig is (inhoudelijk en in omvang). Er wordt onderscheid gemaakt tussen de benodigde generalistische expertise en de benodigde specifieke expertise. Het gaat niet om spijkerharde prognoses, maar om richtgetallen die zijn gebaseerd op de huidige ervaringen en op gewenste ontwikkelingen. Daarbij is niet zozeer de historie bepalend, maar vooral de gewenste situatie in de toekomst, zoals de gewenste werkstructuur op platformniveau en op centraal niveau. 2. Op basis van deze input voeren de coördinatoren het gesprek met elkaar om tot een samenhangend eindplaatje te komen. Zij voeren dit gesprek onder leiding van de directeur van Stromenland. 3. De consequenties daarvan worden in kaart gebracht en besproken met alle besturen. Met de besturen van (speciaal) basisonderwijs gebeurt dit op platformniveau en met de besturen van SO en van de ambulante diensten (de huidige onderwijs ondersteuners, de voormalige ambulant begeleiders) wordt dit op centraal niveau besproken. 4. Op basis van de gesprekken worden in samenspraak haalbare, werkbare en kwalitatief verantwoorde oplossingsrichtingen bepaald en uitgewerkt. De coördinatoren spelen daarbij een belangrijke rol en de directeur van Stromenland voert de regie. 5. De nieuwe werkwijze wordt vanaf het schooljaar 2018/2019 geëffectueerd. Het jaar 2017/2018 wordt benut als voorbereidingsjaar. Mogelijk worden er, vooruitlopend op de nieuwe werkwijze, dan al transitiemaatregelen genomen.

32 32 9. Financiën Dit hoofdstuk bevat de meerjarenbegroting (hierna te noemen MJB) van Samenwerkingsverband Stromenland 2507, die de Stichtingsraad van Stromenland op 19 januari 2016 heeft vastgesteld. Het is de verwachting dat Stromenland in 2016 (en verder) stichtingsbreed resultaat neutraal opereert. Daarbij is rekening gehouden met een centrale buffer in de vorm van een solidariteitsfonds ter grootte van Basis van deze begroting is de in juni 2015 vastgestelde begroting voor het schooljaar Er is gerekend met de parameters (normbedragen) zoals eind oktober 2015 gepubliceerd. 9.1 Stichtingsbrede meerjarenbegroting In dit document treft u allereerst een stichtingsbrede begroting 2016 aan, inclusief een meerjarenperspectief tot en met Hierbij is rekening gehouden met de te verwachten krimp in deze regio van gemiddeld 2,2%. Samen met het geleidelijk teruglopen van de vereveningsbijdrage (in 2016 K 1.248; in 2021 nihil) zal dit leiden tot een daling van de baten ( K in 2016; K in 2022). In de MJB zijn de totaalafdrachten aan SO (rechtstreeks via DUO) en de overdrachtsverplichtingen aan het SBaO zichtbaar gemaakt op basis van de totale (te verwachten) leerlingenaantallen binnen Stromenlanden een ongewijzigd toelatingsbeleid. De daling van de baten is in de MJB verwerkt door de totale bijdrage aan de platforms te verlagen. Deze keuze is gebaseerd op het gegeven dat het beleid van de platform is gericht op basisondersteuning als gevolg waarvan zij invloed uitoefenen op het aantal toelaatbaarheidsaanvragen. De platforms hebben geen directe invloed op het verstrekken van (een deel van de) toelaatbaarheidsverklaringen. De stichtingsbrede MJB geeft op deze wijze een beeld van het verloop van baten en lasten tot 2022 bij ongewijzigde aantallen SBaO en SO-plaatsingen (uitgezonderd de effecten van krimp van regionale leerlingenaantallen).

33 33 MEERJARENBEGROTING KALENDERJAAR Baten lichte ondersteuning ## ## ## ## ## ## zware ondersteuning verevening zware ondersteuning grensverkeer SBAO in overdrachtsverplichting van SBAO regeling schoolmaatschappelijk werk ## ## ## ## ## ## overige baten geoormerkte subsidies en bijdragen voor specifieke programma's in het ondersteuningsplan Totale baten afdracht SO, teldatum, (via DUO) afdracht SO, peildatum, (tussentijdse groei SO), ondersteuningsbekostiging ## ## ## ## ## ## afdracht SO, peildatum, (tussentijdse groei SO), basisbekostiging ## ## ## ## ## ## grensverkeer SBAO uit ## ## ## ## ## ## overdrachtsverplichting aan SBAO ## ## ## ## ## ## wettelijke verplichte herbesteding AB (pers) bij SO Programma 1: Progr1 Platform budgetten Programma 2: Progr 1 Budget platform Beuningen Programma 3: Progr 1 Budget platform Land van Cuijk Programma 4: Progr 1 Budget platform Druten, West Maas en Waal Programma 5: Progr 1 Budget platform Groesbeek, Heumen Programma 6: Progr 1 Budget platform Nijmegen Programma 7: Progr 1 Budget platform Wijchen Programma 8: Progr1 H Inkoop expertise autisme Programma 9: Progr2 Arrangementen AWBZ Programma 10: Progr3 Deskundigenpool Programma 11: Progr4 Centrale wzh toelaatbaarheid SO en SBAO Programma 12: Progr5 Samenwerkingspartners Programma 13: Progr6 Monitoring en onderzoek Programma 14: Progr7 Bestuur, organisatie, medezeggenschap etc Programma 15: Progr8 Solidariteitsfonds totaal programma's Totale lasten ## ## ## ## ## ## concept Resultaat bijgestelde versie juni

34 34 Baten De baten - zowel betreffende de zware en lichte ondersteuning, als de vereveningsbijdrage en de regeling schoolmaatschappelijk werk - zijn berekend op basis van de leerlingaantallen BAO en SBaO in de regio Stromenland. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met de actuele leerlingaantallen conform de meest recente gegevens van DUO. Deze aantallen kunnen in beperkte mate afwijken. De bekostigingsparameters zijn gebaseerd op de beschikkingen van begin Het verloop van het aantal leerlingen in Stromenland is hieronder weergegeven: Leerlingen op teldatum BAO SBAO totaal leerlingen BAO en SBAO (2% deelname) Relatief aandeel SBAO leerlingen op totaal 3,05% 3,04% 2,98% 3,04% 2,90% 2,90% Als krimppercentage voor de teldata voor de komende jaren (vanaf ) is uitgegaan van een gemiddelde daling van 2,2% per jaar (bron Scenario PO). Afdracht SO teldatum (via DUO) De afdracht SO op teldatum is gebaseerd op de leerlingenaantallen SO per 1 oktober Het verloop van de aantallen SO-leerlingen is hieronder weergegeven: SO lln op teldatum SO lln jonger dan 8 jaar categorie 1 (laag) categorie 2 (midden) categorie 3 (hoog) SO lln 8 jaar en ouder categorie 1 (laag) categorie 2 (midden) categorie 3 (hoog) Totaal SO

35 35 1. Tussentijdse groei SO. Het betreft een schatting, gebaseerd op de tussentijdse groei van het SO in het schooljaar Grensverkeer SBaO. Het betreft een schatting, gebaseerd op het grensverkeer van het schooljaar Overdrachtsverplichting SBaO. Het betreft de overdrachtsverplichting van de ondersteuningsbekostiging aan SBaO wat betreft leerlingen boven de 2%. Tot 2% wordt deze rechtstreeks door Duo bekostigd aan scholen voor speciaal basisonderwijs. Leerlingen op teldatum BAO SBAO totaal leerlingen BAO en SBAO (2% deelname) Aantal leerlingen SBAO > 2% Relatief aandeel SBAO leerlingen op totaal 3,05% 3,04% 2,98% 3,04% 2,90% 2,90% 4. Herbesteding AB. Het betreft de herbesteding ambulante begeleiding voor het gehele jaar. 5. Programma 1 Platformbudgetten. De platformbudgetten zoals hier weergegeven vormen het gezamenlijke saldo van alle baten en lasten die aan de platforms worden toegerekend. Bij de verdeling van deze begrote baten en lasten wordt in ieder geval rekening gehouden met de volgende aspecten: Inhouding op basis van aantal leerlingen in SO categorie midden en laag. Afdracht als gevolg van groei aantal leerlingen in SO categorie hoog, midden en laag. Herverdeling als gevolg van herrekening 2% SBaO-leerlingen per platform Afdracht ondersteuningsbekostiging voor SBaO-leerlingen boven 2%, Afdracht als gevolg van groei aantal leerlingen in SBaO in verband met overheveling basis- en ondersteuningsbekostiging. Intern grensverkeer. Toegezegde middelen voor afname ambulante begeleiding via SO. 6. Programma 2 t/m 7. Het betreft een uitsplitsing van de bedragen zoals die aan de platforms zijn toegekend.

36 36 7. Inkoop expertise autisme. Tot op heden is er geen gebruik gemaakt van dit programma. Met ingang van schooljaar worden hiervoor geen lasten meer begroot. 8. Arrangementen AWBZ. Het begrote bedrag is verlaagd op basis van ervaringscijfers Deskundigenpool. Wordt na aanloopperiode verder verlaagd. 10. Centrale werkzaamheden toelating SO en SBaO. Het begrote bedrag is verlaagd op basis van ervaring Samenwerkingspartners. Het begrote bedrag is verlaagd op basis van ervaringscijfers Monitoring en onderzoek. Geen opmerkingen. 13. Bestuur, organisatie, medezeggenschap e.d. In overeenstemming met realisatie Solidariteitsfonds. Betreft risicobuffer die centraal wordt aangehouden, met name om mogelijke tegenvallers als gevolg van (niet beïnvloedbare) hogere tussentijdse instroom SO en SBAO te kunnen bekostigen.

37 Verdeling van middelen over de platforms Stromenland heeft ervoor gekozen de middelen zoveel mogelijk decentraal aan de platforms toe te kennen; met uitzondering van zaken die centraal moeten worden bekostigd. Over de uitgangspunten voor de verdeling is lange tijd gesproken. Verschillende verdeelprincipes passeerden de revue, zoals: - Leerlingenaantallen in het platform. - Rekening houden met de verdeling van de hoeveelheid kinderen uit sociale achterstandssituaties in de platformregio s. - De vereveningsgelden verdelen (tot 2020) op basis van de afwijking van het landelijk gemiddelde aantal SO-plaatsen in de platformregio s. Omdat er geen bewijs voor is gevonden dat het tweede en derde verdeelprincipe meer dan het eerstgenoemde verdeelprincipe leiden tot het behalen van de gezamenlijke doelstellingen van het samenwerkingsverband, is gekozen voor het eerste verdeelprincipe: alle (Rijks)middelen, inclusief de vereveningsbijdragen worden, na aftrek van de centraal te dragen lasten, aan de platforms toegekend op basis van leerlingenaantallen. De centraal te dragen lasten zijn: - de afdrachten SO met betrekking tot de residentiële plaatsen en de SO-hoog plaatsen; - de centrale programma s, waaronder lasten wegens arrangementen AWBZ, inschakeling deskundigenpool, centrale werkzaamheden toelaatbaarheid SO en SBAO, en monitoring en onderzoek; - de lasten van bestuur, medezeggenschap, organisatie, centrale back office; - de lasten van het solidariteitsfonds om onvoorziene risico s af te dekken. Een aantal gezamenlijk te dragen lasten wordt naar rato van dezelfde verdeelsleutel verdeeld. Afdrachten SO midden en laag, die niet voortkomen uit een residentiele plaatsing, worden in dit verdeelmodel (decentraal) door de platforms gedragen. Dat geldt eveneens voor de overdrachtsverplichting van de ondersteuningsbekostiging SBAO. Naar rato van deelname vanuit het betreffende platform worden de lasten van de afdracht verdeeld. De informatie over de daarbij passende cijfers vragen steeds om aanvullend onderzoek en bijstelling op basis van de feitelijke realisatie van met name plaatsingen. Onderstaand is een verdeelmodel uitgewerkt dat betrekking heeft op het schooljaar 2016/2017 en daarna, meer specifiek, voor 1 september 2016 t/m 31 december Basis is de telling van het aantal leerlingen op 1 oktober Daarbij zijn de te verdelen middelen en lasten uitgesplitst, toegerekend per platform en gespecificeerd naar de verschillende categorieën (regulier BAO, SBaO en de reeks categorieën SO). Het verdeelmodel maakt duidelijk hoe de middelen en lasten naar de platforms worden toegerekend. Een deel van de middelen is door de platforms, afhankelijk van de eigen ondersteuningsagenda, nog in te zetten. De daarbij behorende platformbegrotingen zijn hier niet opgenomen. Gezien de bestuurlijke verantwoordelijkheid wat betreft doelmatigheid en rechtmatigheid en de toetsing van te accorderen platformuitgaven, zullen deze wel worden toegevoegd aan de jaarplannen. Het verdeelmodel maakt duidelijk dat ieder platform de beschikking heeft over eigen middelen, maar ook verantwoordelijkheid draagt voor de haar toe te rekenen lasten, waarop het platform direct of indirect invloed kan uitoefenen.

38 38 Begin 2016 zijn de begroting 2016 en het meerjarenperspectief vastgesteld. Voor het schooljaar (en meer specifiek voor de periode augustus-december 2016) is sprake van een model waarin de beschikbare middelen tussen de verschillende platforms worden (her)verdeeld. Een aantal parameters was toen nog geschat. Inmiddels zijn de groeicijfers SO en SBAO bekend. Dit heeft gevolgen voor de verdeling. Verder is uitgegaan van de laatst bekende bekostigingsbedragen (17 maart 2016). Daarnaast is gebleken dat een onjuistheid is opgetreden in de berekening van de herverdeling SBaO-leerlingen >2% en is een deel van het positieve exploitatiesaldo van Stromenland toebedeeld aan de platforms. Hieronder is de verdeling over dit schooljaar weergegeven als model voor de komende jaren.

39 39 Verdeelmodel platforms Schooljaar Beuningen Land van Cuijk Druten, West Maas /Waal GHUM Nijmegen Wijchen Totaal 1 aantal leerlingen regulier aantal leerlingen SBAO Totaal aantal leerlingen Lichte ondersteuning zware ondersteuning Verevening Schoolmaatschappelijk werk Lasten centrale programma's Lasten SO Hoog en RP Batig saldo Te verdelen platformmiddelen Totaal Af: 12 Tussentijdse groei SO ondersteuningsbekostiging Tussentijdse groei SO basisbekostiging Intern grensverkeer Resteert tbv platforms: 15 Herbesteding AB SBAO boven 2% Overdracht basisbekostiging SBAO SO laag SO midden Reserve platform door platform te begroten Totaal lasten Saldo Bedrag basisbekostiging LO per leerling Gemiddelde Stromenland

40 40 Verdeelmodel platforms Schooljaar Beuningen Land van Cuijk Druten, West Maas /Waal GHUM Nijmegen Wijchen Totaal 1 aantal leerlingen regulier aantal leerlingen SBAO Totaal aantal leerlingen Lichte ondersteuning zware ondersteuning Verevening Schoolmaatschappelijk werk Lasten centrale programma's Lasten SO Hoog en RP Batig saldo Te verdelen platformmiddelen Totaal Af: 12 Tussentijdse groei SO ondersteuningsbekostiging Tussentijdse groei SO basisbekostiging Intern grensverkeer Resteert tbv platforms: 15 Herbesteding AB SBAO boven 2% Overdracht basisbekostiging SBAO SO laag SO midden Reserve platform door platform te begroten Totaal lasten Saldo Bedrag basisbekostiging LO per leerling Gemiddelde Stromenland

41 41 Toelichting op het verdeelmodel : 1. Aantal leerlingen regulier per : Aantal leerlingen SBaO per : Totaal aantal leerlingen. Geen toelichting. 4. Baten lichte ondersteuning Conform afgegeven beschikkingen personeel en materieel. Verdeeld naar rato van het aantal reguliere leerlingen. 5. Baten zware ondersteuning Conform afgegeven beschikkingen personeel en materieel. Verdeeld naar rato van het totaal aantal leerlingen. 6. Verevening Conform afgegeven beschikkingen personeel en materieel. 7. Schoolmaatschappelijk werk Verdeeld conform de afgegeven beschikking. 8. Lasten centrale programma s Gebaseerd op meerjarenbegroting en verdeeld naar rato van het totaal aantal leerlingen. 9. Lasten SO hoog en Residentiële plaatsen Conform afgegeven beschikking en verdeeld naar rato van totaal aantal leerlingen. 10. Te verdelen batig saldo Dit saldo zal op basis van bestuursbesluit worden verdeeld naar rato van het totaal aantal leerlingen. 11. Te verdelen platformmiddelen Betreft het rekenkundige saldo van de baten per platform. 12. Tussentijdse groei SO ondersteuningsbekostiging Gebaseerd op de werkelijke groeicijfers per 1 februari Zie onderstaande tabel. van platform aantal in aantal uit Totaal <8 >8 Basisbekostiging Ondersteuningsbekostiging Nijmegen Land van Cuijk Wijchen Maas en Waal Beuningen GHUM onbekend TOTAAL Tussentijdse groei SO basisbekostiging Gebaseerd op de werkelijke groeicijfers per 1 februari Zie de tabel onder punt Intern grensverkeer. Gebaseerd op de werkelijke cijfers zoals die per 1 juli 2016 bekend zijn en eerder met platforms zijn gecommuniceerd.

42 Herbesteding AB Gebaseerd op de huidige herbestedingsverplichting zoals contractueel bekend (ongewijzigd). 16. SBaO leerlingen boven 2% Voor alle leerlingen SBaO boven 2% dient het platform de ondersteuningsbekostiging te dragen. Dit op basis van het werkelijk aantal SBaO-leerlingen per platform. Zie onderstaande berekening. Per leerling is gerekend met (personeel en materieel). lastenverdeling leerlingen > 2% totaal leerlingen leerlingen tot 2% per platform 40,80 148,54 63,74 65,90 258,56 74,48 652,02 leerlingen > 2% per platform 25,20 26,46 26,26 15,10 128,44 72,52 293,98 bijdrage SBO leerlingen > 2% Overdracht basisbekostiging i.v.m. groei SBaO Gebaseerd op werkelijke groeicijfers per 1 februari 2016 zie onderstaand overzicht: Platform Verschil Bedrag Nijmegen ,84 Land van Cuijk ,76 GHUM ,44 Maas en Waal ,68 Wijchen ,68 Beuningen , , Afdracht SO laag Het betreft de afdrachten (via DUO) voor zover het SO-laag leerlingen betreft vanuit het betreffende platform conform de beschikking. 19. Afdracht SO midden Het betreft de afdrachten (via DUO) voor zover het SO-midden leerlingen betreft vanuit het betreffende platform conform de beschikking. 20. Door platform te begroten Het betreft het bedrag dat door het platform beleidsrijk kan worden ingezet. Dit bedrag varieert afhankelijk van de SOen SBAO-deelname in het betreffende platform. Dit leidt voor de periode augustus december 2016 tot de volgende cijfers:

43 43 Verdeelmodel platforms Kalenderjaar 2016 augustus-december Beuningen Land van Cuijk Druten, West Maas /Waal GHUM Nijmegen Wijchen Totaal Te verdelen platformmiddelen Totaal Af: Tussentijdse groei SO ondersteuningsbekostiging Tussentijdse groei SO basisbekostiging Intern grensverkeer Resteert tbv platforms: Herbesteding AB SBAO boven 2% Overdracht basisbekostiging SBAO SO laag SO midden Reserve platform door platform te begroten Totaal lasten Saldo Bedrag basisbekostiging LO per leerling Gemiddelde Stromenland

44 Administratieve organisatie Het is noodzakelijk om de belangrijkste processen (inkoop, arrangementen, beschikkingenadministratie, kasverkeer, bankverkeer) met de noodzakelijke functiescheidingen goed te analyseren en dit vast te leggen in een administratieve organisatie. Daarmee is steeds duidelijk waar welke verantwoordelijkheden en bevoegdheden liggen. De uitwerking van de administratieve organisatie vindt in een apart document plaats en niet in dit ondersteuningsplan. De administratieve procedures tussen platforms en de centrale organisatie waren tot voor kort onvoldoende uitgewerkt en ingevuld. Als gevolg van het gesprek tussen administratiekantoor, directeur, platformcoördinatoren en controllers van schoolbesturen ligt er nu een goede basis voor een verantwoord administratief proces, waarmee financiële stromen en liquiditeitsplanning voor alle partijen wordt bewaakt. Dit proces wordt geborgd in een beschrijving van de administratieve procedure, die in 2016 klaar zal zijn. 9.4 Financiële rapportage en verantwoording Op het gebied van financiën en uitputting van financiën zal de directeur van het samenwerkingsverband periodiek een rapportage opstellen en bespreken met de platformcoördinatoren en de besturen van de platforms. De platforms zijn verantwoordelijk voor een deugdelijke schooljaarbegroting die in lijn is met de doelen en ambities uit dit ondersteuningsplan en de daarop aangesloten platformagenda. De platformagenda en de bijbehorende begroting vormen de basis voor de verantwoording van de platforms. Het is hierbij essentieel om de financiële voortgang per platform te monitoren, zodat indien nodig tijdig wordt geïntervenieerd. De geaggregeerde uitputting van de begroting van alle platforms en de staf wordt periodiek besproken met het bestuur van het samenwerkingsverband. Er komt landelijk aangescherpte regelgeving voor de wijze waarop schoolbesturen middelen vanuit het samenwerkingsverband moeten verantwoorden. Deze regelgeving zal vanuit Stromenland met de schoolbesturen worden gecommuniceerd. 9.5 Risico s In het bovenstaande is steeds uitgegaan van de op dit moment bekende gegevens, zoals cijfers omtrent groei en de harde leerlingaantallen op de teldata in 2014 en Vanuit financieel perspectief is een stijging van het aantal leerlingen met hoge ondersteuningskosten de belangrijkste risicofactor. Daar staat tegenover dat een afname van het aantal verwijzingen naar SO en de effecten van herarrangeren kunnen leiden tot een (aanzienlijke) vermindering van de uitgaven. Stromenland is zich ervan bewust dat het aandacht moet blijven besteden aan de risico s die in de context of door gemaakte keuzes ontstaan. Monitoring is essentieel. Het bestuur/de directeur hanteren duidelijke succesindicatoren (vastgelegd in het implementatieplan en het jaarplan die op dit ondersteuningsplan volgen), waardoor monitoring van het beleid en toetsing van de ondersteuningsagenda s mogelijk is. Door vroegtijdig te signaleren dat doelen onvoldoende worden bereikt, kan het bestuur ingrijpen en risico s ombuigen tot kansen. Risico s (extern en intern) op dit moment zijn: 1) De verevening. 2) De demografische krimp. 3) De werkgelegenheid binnen Stromenland. 4) Onvoldoende effect van platformbeleid op verwijzingen naar SO.

45 45 5) Te grote bezuinigingslast bij het speciaal (basis)onderwijs. 6) Samenhang en samenwerking in en tussen SO en met cluster 1 en 2. 7) Samenhang en samenwerking met jeugdzorg en gemeenten. 8) Onvoldoende data beschikbaar om de gevolgen van ingezet beleid te monitoren. ad 1) De verevening Stromenland heeft een forse vereveningsopdracht. In de komende jaren ontvangt het samenwerkingsverband nog een vereveningstoelage, maar deze wordt steeds verder afgebouwd: % 95% 80% 60% 30% 0% De kans die hierdoor ontstaat, is dat er ontwikkeling en verandering nodig is om met dezelfde middelen een passend aanbod te doen voor alle kinderen. Dit vraagt samenwerking en creativiteit van scholen en besturen. De risico s zitten met name in de continuïteit van de voorzieningen en van de expertise. ad 2) Demografische krimp In de regio van Stromenland is volgens de prognoses de komende jaren sprake van forse demografische krimp. De verwachte leerlingenaantallen ( binnen Stromenland zijn voor de komende jaren: Doordat het samenwerkingsverband wordt bekostigd op basis van leerlingenaantallen, heeft de daling van het aantal leerlingen ook financiële gevolgen. De prognose leidt tot een vermindering van het beschikbare ondersteuningsbudget van circa 1,5 miljoen. Het risico bestaat dat door de krimp sommige scholen te klein worden om economisch verantwoord door te gaan. Hierdoor komt ook de in die scholen ontwikkelde expertise in gevaar. Dit vereist van schoolbesturen dat zij, naast een werkgelegenheidsbeleid, ook kwaliteitsbeleid voeren.

46 46 ad 3) Werkgelegenheid binnen Stromenland Afnemende middelen hebben tot gevolg dat er minder formatie voor ondersteuningstaken kan worden ingezet. Stromenland sluit niet uit dat dit consequenties heeft voor de werkgelegenheid binnen alle schoolbesturen van het samenwerkingsverband. ad 4) Onvoldoende effect van platformbeleid op verwijzingen naar SO De cijfers laten nog onvoldoende een daling zien van het aantal SO-plaatsen. Dit is een groot financieel risico voor het samenwerkingsverband en daarmee ook voor de deelnemende besturen. ad 5) Te grote bezuinigingslast bij het speciaal (basis)onderwijs Door versterking van de basisondersteuning van basisscholen, wil Stromenland een daling van het aantal verwijzingen naar het speciaal (basis)onderwijs bewerkstelligen. Hiermee kan Stromenland een groot deel van de bezuinigingen opvangen. Echter, deze krimp van het speciaal (basis)onderwijs kan ook leiden tot expertiseverlies en kan continuering van de bedrijfsvoering in gevaar brengen. ad 6) Samenhang en samenwerking in en tussen SO en met cluster 1 en 2 In het belang van ouders en kinderen en met het oog op een optimale inzet van passende ondersteuning, zijn de historische scheidslijnen tussen SO 3, SO 4, maar ook SO 2 en SO 1

47 47 niet meer functioneel. Een samenhangend en geïntegreerd expertiseaanbod is wenselijk en het ligt voor de hand om het SO-aanbod op een andere manier te differentiëren. Meer integrale zorgtoewijzing en middelentoedeling is een voorwaarde om een effectief aanbod aan kinderen te blijven leveren en om te voorkomen dat ouders verstrikt raken in een ondoorzichtig aanbod. Kennis van gedragsproblematiek is in alle SO-clusters aanwezig en is niet langer het domein van één van de clusters. Het onderscheid tussen cluster 3 en 4 is soms moeilijk te maken en is voor ouders vaak niet inzichtelijk. ad 7) Samenhang en samenwerking met jeugdzorg en gemeenten Gemeenten, jeugdzorg en passend onderwijs werken in elkaars verlengde. Het is van groot belang om samenwerking op te zoeken die concrete resultaten oplevert. Dat geldt bijvoorbeeld voor: - de aansluiting tussen zorgvoorzieningen en onderwijsvoorzieningen; - de relatie tussen de bewaking van de leerplicht en de achtergronden van thuis zitten; - de inkoop van jeugdzorg en de mogelijkheid om daarmee samenhangend onderwijs te bieden; - leerlingenvervoer en keuze voor (speciaal) onderwijs. Resultaat van de samenwerking moet zijn dat elk kind een samenhangend plan rond zorg en onderwijs wordt geboden en dat maatschappelijke voorzieningen elkaar ondersteunen en versterken. ad 8) Onvoldoende data beschikbaar om de gevolgen van ingezet beleid te monitoren Het functioneren van het samenwerkingsverband vergt een voortdurende dataverzameling om: - de omgevingsfactoren te detecteren en te analyseren; - het gevoerde beleid te monitoren; - met platforms het gesprek te voeren over beleidskeuzes en resultaten. 9.6 Ingezet risicomanagement De gevolgen van verminderde middelen kunnen alleen worden opgevangen door deskundigheidsontwikkeling binnen het regulier onderwijs en een efficiënte en effectieve inzet van deskundigheid. De afname van de verwijzing naar speciale onderwijssettingen vermindert de kosten van passend onderwijs, maar zal tevens leiden tot vergroting van het werkgelegenheidsprobleem. In de platformbegrotingen worden doelstellingen opgenomen over het aantal leerlingen dat naar SO gaat. In agenda's en begrotingen van platforms worden maatregelen opgenomen die als doel hebben bij te dragen aan meer leerlingen geïntegreerd onderwijs bieden met als effect ook vermindering van verwijzing naar SO De effectiviteit van aanpakken van platforms en scholen worden besproken, om te beginnen met de coördinatoren. Succesvolle aanpakken worden binnen Stromenland gedeeld.

48 48 Het is gewenst en onvermijdelijk om regulier basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs verder te integreren. Het is nodig om in de regio andere onderwijssettingen te realiseren, waarin de expertise van speciaal onderwijs en andere expertise binnen de regio zijn geïntegreerd. Uitdagingen daarbij zijn onder meer het vinden van werkbare innovatieve vormen, personeels- en werkgelegenheidsbeleid en de bestuurlijke aansturing. Het samenwerkingsverband onderzoekt in het najaar van 2016 in welke structuur effectief kan worden gewerkt aan de doelen uit dit ondersteuningsplan. Er zal vooral worden gezocht naar nieuwe manieren om de samenhang tussen regulier onderwijs en speciaal (basis-) onderwijs vorm te geven. Het verschil in armoedeproblematiek tussen de platforms wordt verder onderzocht. Er wordt bekeken of dit moet leiden tot een andere verdeling van middelen. Een expertmeeting in het najaar 2016 is het startpunt voor dit onderzoek. Om een meer geïntegreerd aanbod in de regio mogelijk te maken, wordt, zo mogelijk met andere samenwerkingsverbanden, samenwerking aangegaan met cluster 2. Het gesprek daarover is geopend, zowel met cluster 2, de politiek als met de andere samenwerkingsverbanden. Er wordt verder geïnvesteerd in de samenwerking met gemeenten, aan de hand van de afgesproken gezamenlijke werkagenda. Daarnaast wordt nader inhoud gegeven aan de samenwerking met jeugdzorg. Er wordt aandacht besteed aan een goed kwaliteitsproces en monitoring van de gegevens. Dit is van groot belang voor de samenwerking binnen de regio en voor het functioneren van het samenwerkingsverband. Naast de leerlingenmonitor, wordt externe beleidsinformatie verzameld, informatie over de interne organisatie en informatie over de verdeling van middelen. 10. Kwaliteit, monitoring en evaluatie 10.1 Inrichting systeem en cyclus van kwaliteitszorg Het samenwerkingsverband werkt met een vierjarige (ondersteuningsplan) en een jaarlijkse cyclus (jaarplan). Dit ondersteuningsplan beschrijft het beleid voor de komende vier jaar. Jaarlijks wordt geëvalueerd of er beleidsaanpassingen nodig zijn als gevolg van interne of externe factoren, zoals veranderingen in de wetgeving passend onderwijs of gevolgen van de transitie in de jeugdzorg. Jaarlijks stelt het samenwerkingsverband een jaarplan op met de aangescherpte doelen en de activiteiten voor het komende schooljaar. De platforms stellen elk jaar aan het begin van het schooljaar een platformagenda op, die is verbonden met het gezamenlijke jaarplan. Platformagenda s en jaarplan worden afgestemd via het coördinatorenoverleg en een gesprek van de directeur met de platformcommissies. Het samenwerkingsverband monitort de uitvoering van het eigen jaarplan en de uitvoering van de platformagenda s. Dit gebeurt op samenwerkingsverbandniveau, op platformniveau,

49 49 op schoolbestuurlijk niveau en op schoolniveau. Indien de evaluaties daartoe aanleiding geven, wordt het beleid (ook tussentijds) bijgesteld volgens de PDCA systematiek. Plan: voorbereiden plannen. Do: uitvoeren van het/de plan(nen). Check: volgen en evalueren. Act: bijsturen en verankeren Monitoring Goede monitoring ondersteunt de sturing op korte termijn (management- en stuurinformatie voor directie, bestuur en platformcoördinatoren), de beleidsevaluatie op langere termijn en vereenvoudigt de verantwoording achteraf. Met behulp van onze monitor leggen wij volgens een vastgelegde planning & controlcyclus verantwoording af aan onze belangrijkste stakeholders (bestuur, stichtingsraad, Ondersteuningsplanraad en gemeenten). In lijn met ons uitgangspunt van diversiteit en decentralisatie wordt de monitor met en vanuit de platforms ontwikkeld en steunt de evaluatie van de resultaten die daar gehaald worden. De platforms bepalen via de platformcoördinatoren de inhoud van de monitor. Via de platformcoördinatoren komen de platforms met elkaar tot standaardisering van de gegevensverzameling, zodat gegevens vergelijkbaar worden. De gegevens die verzameld worden via de monitor kunnen de platforms gebruiken in de evaluatie van hun platformagenda. Op centraal niveau wordt gerapporteerd op basis van de gegevens van de platforms. Uit de monitor zijn op basis van de nu al opgenomen gegevens en uit de platforms verkregen data analyses en dwarsdoorsnedes mogelijk, per platform en per school(bestuur). De monitor wordt doorontwikkeld, zodat aan de werkwijzen van alle platforms en met name de wijze van toekenning van arrangementen, recht gedaan wordt. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om de monitor in te zetten voor kwartaalrapportages tussen platforms onderling en tussen platforms en directie en bestuur Stromenland. Stromenland zal met name zoeken naar gegevens waarmee de doelen, die in dit ondersteuningsplan zijn genoemd, gemonitord kunnen worden. De monitor wordt dus steeds aangepast aan de ondersteuningsagenda s van de platforms, de beleidsvoornemens uit dit ondersteuningsplan en de daaraan gekoppelde jaarplannen. De directeur van het samenwerkingsverband bespreekt de resultaten periodiek met de schoolbesturen, de bestuurlijke platformcommissies, de platformcoördinatoren, de ondersteuningsplanraad en met gemeenten. Uiteraard maken de resultaten deel uit van de managementrapportages en van de verantwoordingscyclus. Verbeteringen worden geborgd en zijn de basis voor sturing op de korte en de lange termijn.

50 50 Monitoring op de kwaliteit van de arrangementen en voorzieningen en monitoring op de vraag of alle leerlingen de juiste ondersteuning (c.q. bekostiging) hebben gekregen moet ontwikkeld worden. Voor mei 2017 is daaraan uitwerking gegeven Planning & controlcyclus In het jaarplan / implementatieplan volgend op dit ondersteuningsplan wordt een overzicht weergegeven van de frequentie en inhoud van de afstemming tussen de directeur van het samenwerkingsverband en de belangrijkste stakeholders in het kader van de planning en control cyclus. Met name de afstemming met de bestuurlijke platformcommissies en de platformcoördinatoren is van belang. Financiële cyclus Dit plan bevat de kaders voor de financiële begroting en voor het inhoudelijke beleid van de platforms. Nadat de leerlingenaantallen per 1 oktober bekend zijn, worden in het najaar een kalenderjaarbegroting en een meerjarenperspectief van 4 jaar opgesteld. Uiterlijk 15 november is deze jaarbegroting vastgesteld. Daarmee zijn de bedragen bekend die de platforms nodig hebben om hun schooljaarbegroting te kunnen samenstellen. In de jaarbegroting zijn een exploitatiebegroting met toelichting opgenomen, een balans, een kasstroomoverzicht en een hoofdstuk met kengetallen en een risicoparagraaf. Tussentijds worden drie rapportages vastgesteld waaruit in ieder geval blijkt wat het verwachte exploitatieresultaat is. Daarnaast worden hierin de laatst bekende gegevens over groeitellingen en gegevens over het aantal en het soort afgegeven indicaties opgenomen. De jaarrekening en het bestuursverslag zijn 30 maart gereed. Daarna begint de accountantscontrole. Deze stukken vormen de inhoudelijke en financiële verantwoording voor de rechtmatige en doelmatige besteding van de middelen. Uiteindelijke vaststelling volgt eind mei, zodat de stukken tijdig bij DUO worden aangeleverd. Ieder platform heeft daarnaast een eigen planning en controlcyclus (PDCA). Actoren die hierbij een rol spelen zijn: de platformcoördinator, de bestuurlijke platformcommissie en de besturen. Jaarlijks stelt het platform, op basis van de centraal vastgestelde kaders, een ondersteuningsplan op, waarin tevens een financiële begroting is opgenomen. Uit de begroting blijkt welke bedragen aan welk schoolbestuur kunnen worden toegekend. Elk halfjaar maakt het platform een inhoudelijke en financiële rapportage. De eerste rapportage heeft betrekking op de eerste helft van het schooljaar en de tweede op het gehele schooljaar. Tussendoor wordt nog eenmaal verslag gedaan van de financiële stand van zaken, zodat mogelijk kan worden bijgestuurd. De inhoudelijke rapportage geeft in iedere geval informatie over het aantal en de soort afgegeven arrangementen en toelaatbaarheidsverklaringen. Dit alles vereist een goed samenspel tussen de betrokken medewerkers van stichting en platform. Alle betrokkenen moeten bovendien tijdig beschikken over de juiste informatie. Op korte termijn wordt onderzocht welke digitale hulpmiddelen / programma s hierbij kunnen ondersteunen. Bijlage 7 geeft een schematisch overzicht van de financiële planning en controlcyclus.

51 Tot slot Op grond van de op dit moment beschikbare dataverzameling, monitoring en analyse is analyse op een flink aantal relevante thema s binnen Stromenland mogelijk. De monitoring en het gesprek daarover zal in en met de platforms en in het bestuur worden ingezet en verder doorontwikkeld. Daarmee kan ook recht worden gedaan aan de behoefte van de toezichthouders en van de inspectie. 11. Samenwerkingspartners Geen enkele ouder, kind, leerling, professional of instelling is in staat om de ambitie van passend onderwijs autonoom te realiseren. Samenhang tussen onderwijs en andere voorzieningen geeft rust en (ontwikkel)ruimte aan kinderen én ouders. Dat besef leeft breed, maar samenwerking is een weerbarstige zaak. Er zijn goede stappen gezet en concrete resultaten bereikt, maar met een verdergaande samenwerking zijn nog betere resultaten te behalen. In dit hoofdstuk gaan we in op de samenwerking met: De gemeenten. Jeugdzorg en jeugdhulpverlening, met name het Centrum voor Jeugd en Gezin en schoolmaatschappelijk werk. Voorschoolse voorzieningen, zoals medisch kinderdagverblijven. Het voortgezet onderwijs. Scholen voor cluster 1 en 2 en scholen voor kinderen met epilepsie. Essentieel voor een productieve samenwerking is respect voor de eigen verantwoordelijkheid van elke partij. Daarnaast moeten de samenwerkende partners de noodzaak van een gezamenlijke verantwoordelijkheid onderschrijven. Voorwaarde voor elke samenwerking is dat professional(s) en organisaties elkaar kennen Gemeenten Met de diverse gemeenten wordt op lokaal niveau door de platforms goed samengewerkt. De lokale verbondenheid is een belangrijke meerwaarde van het werken in platforms. Op centraal niveau is Stromenland betrokken bij twee clusters van samenwerkende gemeenten: regio Nijmegen en regio Land van Cuijk. Op grond van de ervaringen in de afgelopen periode is begin 2016 de eerder gezamenlijk opgestelde ontwikkelagenda herijkt. Een aantal eerder vastgestelde thema s is van de agenda geschrapt en er is een nieuwe ontwikkelagenda opgesteld voor 2016 en Essentie van de nieuwe werkwijze is: - dat er een coördinatiegroep is gevormd; - dat er voor de vier vastgestelde thema s werkgroepen zijn gevormd; - dat voor de bestuurlijke afstemming zoveel mogelijk wordt aangesloten bij bestaande overleggen. Eenmaal per jaar is er een bestuurlijke bijeenkomst van alle gemeenten en samenwerkingsverbanden over inhoudelijke thema s. Stromenland trekt daarbij samen op met het samenwerkingsverband VO in de regio

52 52 Over de volgende thema s zijn voor de komende periode afspraken gemaakt en de uitwerking is in opdrachten aan de werkgroepen meegegeven. Van indiceren naar arrangeren Passend en dekkend aanbod Thuiszitters en leerplicht Leerlingenvervoer en thuisnabij onderwijs 11.2 Jeugdzorg en jeugdhulpverlening Het onderwijs heeft veelvuldig te maken met onderwijsbehoeften van leerlingen, die niet direct voortkomen uit de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind, maar vanuit de context (fysiek, sociaal, etc.). Het is onmogelijk om met alle instanties op dit terrein structurele werkrelaties aan te gaan. Dat is ook niet nodig. Het samenwerkingsverband heeft de regie als het gaat om het bieden van de juiste onderwijsondersteuning, met name in situaties waarin dat niet vanzelf gaat. In situaties waarin er regie nodig is, wordt het samenwerkingsverband snel gevonden, zodat in goed onderling overleg (vanuit school, platform/samenwerkingsverband) de juiste aanpak wordt gerealiseerd. Naast een curatief gerichte samenwerking, moet in een vroegtijdig stadium worden samengewerkt om problemen of verergering van problemen te voorkomen. Er worden daartoe in verschillende gemeenten initiatieven genomen. Omdat er lokale verschillen zijn, is het niet effectief om vanuit het samenwerkingsverband een uniforme werkwijze na te streven. Stromenland zoekt actief de samenwerking op, meestal via de platforms. Door de decentralisatie van de jeugdzorg ligt het accent van de samenwerking lokaal. Stromenland constateert dat de ondersteuningsbehoeften van veel kinderen liggen op het terrein van gedrag, welbevinden, sociale en sociaal-emotionele ontwikkeling. Om aan deze brede ondersteuningsbehoeften tegemoet te komen, is een structurele samenwerking met andere instanties essentieel, bijvoorbeeld met het Centrum voor Jeugd en Gezin en het schoolmaatschappelijk werk. De platforms zullen deze samenwerking de komende tijd in hun ondersteuningsagenda s richting en inhoud geven Voorschools De platforms van Stromenland werken op lokaal niveau actief samen met de organisaties die voor- en vroegschoolse educatie verzorgen. Deze samenwerking bestaat al jaren en is al begonnen in de periode van WSNS. Met het oog op een doorgaande ontwikkelingslijn, tijdige signalering en preventie, is een goede werkrelatie met de voorschoolse opvang en ontwikkelingsstimulering in en vanuit de platforms van groot belang. In het voorschoolse domein zijn vele voorzieningen en instellingen actief, waardoor het niet eenvoudig is om te komen tot uniforme afspraken. Het is nodig en mogelijk op lokaal niveau te investeren in de samenwerking met deze instellingen. We contineren de komende periode lokaal actief de samenwerking met locaties die vroegen voorschools educatiebeleid uitvoeren. Het gaat daarbij immers om kinderen die een groot risico lopen op ontwikkelingsachterstanden. Daarmee is deze doelgroep tevens een aandachtsgroep voor passend onderwijs. In het kader van vroeg- en voorschoolse educatie wordt de ontwikkeling van de kinderen nauwlettend gevolgd. Vroeg- en voorschoolse locaties kunnen dus een belangrijke signalerende rol spelen, zodat al bij de start op de (speciale) basisschool passend onderwijs voor deze groep kan worden gerealiseerd. Aangezien vroeg- en voorschoolse educatie een lokale aangelegenheid is, pakken de platforms dit op.

53 53 Een tweede speerpunt is samenwerking met organisaties die opvang bieden aan kinderen in de voorschoolse leeftijd met specifieke ondersteuningsbehoeften, zoals medisch kinderdagverblijven. Niet zelden zijn dit zogenoemde onderinstromers die direct hun weg vinden naar SBaO of SO. Alle commissies toelaatbaarheid hebben met deze groep te maken. We constateren dat er een grote diversiteit is in de aangeleverde informatie en in de wijze waarop de informatie bij de commissie toelaatbaarheid wordt aangeleverd. Dat bemoeilijkt de besluitvorming van de commissies centraal over de toelating van deze kwetsbare groep kinderen. Eerste stap zal dan ook zijn om, in goed overleg met de platforms, te komen tot een gezamenlijke professionele standaard voor het aanleveren van informatie, eenduidige procedures en eenduidige (op signalering gerichte) inzet van instrumenten. Ook de rol van ouders hierbij is een belangrijk punt van aandacht, waarvoor Stromenland initiatieven neemt Voortgezet onderwijs In regionaal en lokaal verband trekt ons samenwerkingsverband gezamenlijk op met het samenwerkingsverband VO Bij alle leerlingen, maar met name bij kwetsbare leerlingen, is er bij elke overgang risico op stagnatie of achteruitgang. Uit ervaring weten we dat de overgang naar het voortgezet onderwijs voor de meeste leerlingen een grote stap is. Lokaal zijn er veel initiatieven om deze overgang te versoepelen, bijvoorbeeld door goede voorlichting aan leerlingen en ouders, gewenning, voorbereidende activiteiten en brugklastrainingen voor specifieke groepen. Vaak worden zulke activiteiten opgezet en uitgevoerd in samenwerking tussen PO en VO, op platform- of op schoolniveau. De platforms hebben zicht op de leerlingenstromen van PO naar VO. Waar nodig treffen zij aanvullende maatregelen om de overgang te ondersteunen en te begeleiden. Ook de ambulant begeleiders dragen bij aan de ondersteuning van deze overgang. Het SO en VSO volgen voor de overgang veelal eigen procedures. Ons samenwerkingsverband werkt rond de overgang PO-VO ook samen met de commissie toelaatbaarheid van het VO Samenwerking met cluster 1, 2 en scholen voor kinderen met epilepsie Cluster 1, visueel beperkte leerlingen Volgens schattingen gaat het om 2500 tot 3000 leerlingen in de basisschoolleeftijd die als gevolg van visusproblemen specifieke ondersteuningsbehoefte hebben. Zo n 70% tot 75% van deze leerlingen zit op een reguliere basisschool. Circa 500 leerlingen volgen onderwijs op een school voor SO. Bij een groot deel van deze SO-leerlingen is er sprake van een meervoudige problematiek. Beide instellingen die in Nederland actief zijn op het terrein van onderwijs en begeleiding van deze groep, hebben het beleid om deze leerlingen als het even kan onderwijs te laten volgen op een reguliere basisschool. In onze regio wordt onderwijs en ambulante onderwijskundige begeleiding verzorgd door Koninklijke Visio, vanuit de locatie Grave. Ouders en scholen melden zich voor ondersteuning bij Koninklijke Visio. We beschikken niet over precieze cijfers over deze groep leerlingen binnen ons samenwerkingsverband. Enkele scholen binnen ons verband verzorgen onderwijs aan deze leerlingen en worden daarbij ondersteund door Koninklijke Visio. We werken ook met Koninklijke Visio samen rondom individuele leerlingen, maar dat is niet vaak nodig. Gelet op de zeer specifieke en relatief weinig voorkomende problematiek, handhaven we voor deze groep ons huidige beleid.

54 54 Cluster 2, leerlingen met een spraak/taalproblematiek Een omschrijving van deze groep luidt: leerlingen met een auditieve en/of communicatieve beperking: leerlingen die doof of slechthorend zijn of een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben. Binnen ons samenwerkingsverband is op dit terrein Kentalis actief, met scholen in Nijmegen en Groesbeek. Daarnaast biedt Kentalis begeleiding en ondersteuning in het reguliere basisonderwijs. Cluster 2-leerlingen krijgen op basis van concrete criteria lichte, medium of intensieve ondersteuning. De laatste groep volgt onderwijs op een SO-school; de andere twee groepen zitten op een reguliere school. Nogal wat scholen voor basisonderwijs hebben te maken met deze groep leerlingen. Naast specifieke begeleiding van het kind in de klas, vereist dit beleid op schoolniveau, lokaal niveau en het niveau van het samenwerkingsverband. We zullen de komende periode in samenwerking met Kentalis zowel aandacht besteden aan de begeleiding van het kind Om te komen tot één kind, één plan worden werkafspraken gemaakt op platformniveau, school- en kindniveau. De ondersteuning van Kentalis, de platforms en de school/leerkracht wordt zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. het beleid In samenwerking ontwikkelen we een gezamenlijke strategie om deze groep leerlingen optimaal onderwijs te geven. We kiezen daarbij uitdrukkelijk voor een geïntegreerde benadering. Scholen voor leerlingen met epilepsie Bij sommige leerlingen is er aanleiding om in het kader van handelingsgerichte diagnostiek te onderzoeken of er sprake is van epilepsie of aanverwante neurologische stoornissen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door onder andere Kempenhaege. Daarnaast biedt deze instelling leerlingen met epilepsie ondersteuning in de reguliere basisschool of op een daartoe uitgeruste school voor SO, zoals De Berkenschutse in Heeze. Vanuit de platforms wordt samengewerkt met deze instellingen.

55 55 Bijlage 1 Schets van Stromenland B1.1 Regio Stromenland Stromenland is het samenwerkingsverband Passend Onderwijs voor het primair onderwijs in de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Boxmeer, Cuijk, Druten, Grave, Heumen, Mill en Sint Hubert, Nijmegen, St. Anthonis, West Maas en Waal en Wijchen. Stromenland ligt in twee provincies: Gelderland en Noord-Brabant. In Stromenland zijn het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs partners in het bieden van een dekkend aanbod van onderwijsvoorzieningen voor alle kinderen in de regio. Het samenwerkingsverband omvat 24 schoolbesturen met 160 scholen met circa leerlingen.

56 56 B1.2 Overzicht verplicht deelnemende bevoegde gezagen nr. Administratie nummer Naam bevoegd gezag aantal scholen Speciaal basisonderwijs aantal leerlingen bo & sbo aantal scholen Speciaal onderwijs aantal leerlingen Stichting Conexus Stichting P.C. Onderwijs Boxmeer Stichting Onderwijs op Islamitische grondslag Stichting Entréa Samenwerkingsstichting Kans & Kleur Stichting Montessorischool de Triangel Stichting Primair Onderwijs Condor Stichting Pallas Stichting Onderwijsgroep Punt Speciaal Stichting Samenwerkingsbestuur Primair Onderwijs Maas & Waal Stichting Invitare Openbaar Onderwijs Stichting Trivium Stichting Primair Onderwijs Groesbeek Stichting SO Tarcisiusschool Stichting Katholiek Onderwijs Vierlingsbeek Stichting Oeverwal Stichting Sint Josephscholen Optimus Stichting Primair Onderwijs Peelraam Stichting RK School vd Heilige Antonius van Padua Stichting RK Onderwijs Lent Stichting Christelijk Basisschool de Klokkenberg so totaal aantal leerlingen kinderen van Stromenland op een SO school buiten Stromenland totaal aantal kinderen van stromenland op SO school B1.3 Overzicht vrijwillig deelnemend bevoegde gezagen nr. Administratie nummer Naam bevoegd gezag Basisonderwijs Basisonderwijs aantal scholen Speciaal basisonderwijs aantal leerlingen bo & sbo aantal scholen Speciaal onderwijs aantal leerlingen Stichting Maashorst Stichting (V)SO De Brouwerij so totaal aantal leerlingen

57 57 B1.4 Kengetallen Stromenland Leerling ontwikkeling Stromenland ontwikkeling leerling aantallen bij SWV Stromenland jaartelling BO SBO totaal SO totaal jaartelling ontwikkeling leerling aantallen in % tov voorgaande jaar bij SWV Stromenland gemiddeld BO -2,4% -2,6% -1,7% -2,0% -2,2% SBO -2,8% -4,4% 0,4% -6,6% -2,2% totaal -2,4% -2,6% -1,7% -2,1% -2,2% SO -0,4% -2,6% 1,4% -2,7% -0,5% totaal -2,4% -2,6% -1,6% -2,1% -2,2% ontwikkeling % SBO en SO (1 oktober telling) jaartelling SBO SO SBO SO SBO SO SBO SO SBO SO SWV Stromenland 3,05% 2,02% 3,04% 2,06% 2,98% 2,06% 3,04% 2,13% 2,90% 2,12% Landelijk gem. 2,68% 1,65% 2,60% 1,63% 2,52% 1,63% 2,47% 1,63% 2,35% 1,55%

58 58 Leerlingontwikkeling per platform Stromenland Toelichting: Op basis van leerling gegevens op 1 oktober Definitie zoals ministerie zou zijn: # lln op SBAO scholen binnen samenwerkingsverband / # lln op BO + SBAO scholen binnen samenwerkingsverband, met als afgeleide per platform: # lln op SBAO scholen binnen platform / # lln op BO + SBAO scholen binnen platform Omdat er veel intern grensverkeer is tussen de platformregio s hebben we hier een afwijkende definitie gebruikt. Op basis van leerling gegevens opgegeven door de SBAO scholen rond 1 mei 2016: # lln uit platform (daar wonend) op een SBAO scholen binnen platform en daarbuiten / # lln op BO +SBAO scholen binnen platform

59 59 Leerling aantal = leerling aantallen op SBaO school in dit platform gebied leerlingen die gekomen zijn van ander platform of van buiten gebied Stromenland + leerlingen die gekomen zijn uit het platform maar op een SBaO school zitten die gevestigd is buiten het platform maar binnen Stromenland. In bovenstaande tabel is uitgegaan van de uitvraag van SBaO scholen over leerlingenatallen per en Hierdoor is hier gecorrigeerd voor grensverkeer tussen de platforms.

60 60 Bijlage 2 Voorbereiding, besluit en vervolg van het ondersteuningsplan Ten behoeve van de vernieuwing van het ondersteuningsplan is input gebruikt uit verschillende bronnen: 1. Het oorspronkelijke ondersteuningsplan en de onderliggers daarvoor (de hoofdlijnennotitie (september 2012) en de Bouwstenennotitie (voorjaar 2013)). 2. Het rapport van het kwaliteitsonderzoek van de Inspectie van het onderwijs van januari Resultaten van een aantal studiedagen met verschillende participanten uit het samenwerkingsverband: Stichtingsraadleden (reflectiebijeenkomst van 29 februari 2016 en de daarop volgende reguliere vergadering van 23 maart 2016); directeuren van scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs; coördinatoren van de platforms en bestuur (19 april 2016); overleg met de ondersteuningsplanraad (o.a. op 24 mei 2016); de gespreksrondes met de bestuurlijke commissies van de platforms door de voorzitter van bestuur met de directeur. Er hebben een aantal interviews plaatsgevonden, gericht op deelonderwerpen. 4. Het schrijven van het plan is begeleid door een Stuurgroep, waarin zitting hadden: een bestuurder van regulier onderwijs, een bestuurder van speciaal onderwijs, de voorzitters van Stichtingsraad en het bestuur, de directeur en een stafmedewerker. Besluitvorming en nieuwe versies: Het ondersteuningsplan is vijf keer besproken in het bestuur. Dit heeft geleid tot helderheid in keuzes en het herschrijven van eerdere teksten. Het bestuur en Stuurgroep leggen het concept-plan voor aan de Stichtingsraad en de ondersteuningsplanraad. Daarna zal er met de wethouders van betrokken gemeenten overleg over het plan worden gevoerd in een op overeenstemming gericht overleg (OOGO). In november 2016 wordt het proces van voorbereiding en besluitvorming over het plan afgerond. Tijdens de ontwikkeling van het vernieuwde ondersteuningsplan worden gesprekken gevoerd met de Inspectie van het onderwijs, die passen in het ingezette verbetertraject van het samenwerkingsverband. Vervolg op besluit over ondersteuningsplan: De implementatie zal in een plan door de directeur/bestuurder worden uitgewerkt. Rapportage over de voortgang van het plan zal plaatsvinden in managementrapportages van platforms, van speciaal onderwijs en van de directeur/bestuurder. De rapportages zullen aansluiten op de hier geformuleerde doelen en prestatie-indicatoren. De rapportages worden ondersteund door informatie uit de leerlingenmonitor, gekoppeld aan de financiële managementinformatie. Mogelijk zijn of komen ook andere bronnen beschikbaar. De rapportages zijn voor de directeur/bestuurder het startpunt van het gesprek met de betrokken partners om de werkwijzen gericht op de doelen eventueel bij te stellen. Op de zo ingerichte PDCA-cyclus zal door de toezichthouder worden toegezien.

61 61 Bijlage 3 Inhoudelijk referentiekader passend onderwijs Basiskwaliteit Basiskwaliteit omschrijven we als de kwaliteit waar elke school in Nederland aan dient te voldoen. Nu zou dat een term kunnen zijn waar een ieder zijn eigen invulling aan kan geven. Op grond van de vigerende wet- en regelgeving is dat echter niet aan de orde. Het toezichtkader van de inspectie geeft namelijk aan wat onder basiskwaliteit wordt verstaan. In het kernkader primair onderwijs zijn de domeinen en de daaronder vallende kwaliteitsaspecten beschreven. Cruciaal zijn daarbij de zogenoemde normindicatoren. Met name op grond van een beoordeling op deze indicatoren wordt bepaald of een school voldoet aan de basiskwaliteit. De domeinen en normindicatoren zijn: a. Opbrengsten Kwaliteitsaspect 1: De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden. b. Onderwijsleerproces Kwaliteitsaspect 2: De aangeboden leerstofinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving. Kwaliteitsaspect 3: De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Kwaliteitsaspect 6: De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. c. Zorg en begeleiding Kwaliteitsaspect 7a/7.1: De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en ontwikkeling van de leerlingen. Kwaliteitsaspect 7b, specifiek voor SBaO: De school begeleidt de leerlingen zodat zij zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen. d. Kwaliteitszorg Kwaliteitsaspect 9: De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg. Naast deze omschreven basiskwaliteit kan elke school over specifieke kwaliteiten hebben. In die zin is de basiskwaliteit geen limitatieve omschrijving van de kwaliteiten van de school. Met name in het kader van passend onderwijs liggen hier uiteraard kansen. Maar ook in de basiskwaliteit kunnen scholen veel van elkaar verschillen. Een school kan net aan de basiskwaliteit voldoen, maar kan hier ook excellent op presteren. In het kader van passend onderwijs geeft dat uiteraard extra mogelijkheden, met name als we kijken naar de domeinen onderwijsleerproces en zorg en begeleiding. Voor de basiskwaliteit dient de school zelf zorg te dragen. Dat is dus een primaire taak van het team en de directie. Het schoolbestuur is daarvoor primair verantwoordelijk. De inspectie heeft hierin een toezichthoudende taak en spreekt in deze direct het bestuur aan. Het samenwerkingsverband heeft hierin geen rol. Als een school echter gedurende langere tijd niet voldoet aan de basiskwaliteit, is het voor het samenwerkingsverband niet mogelijk om in de volle breedte voor alle leerlingen binnen het verband de doelen van passend onderwijs te realiseren. In overleg met het betreffende bestuur zal het

62 62 samenwerkingsverband dan bezien hoe de basiskwaliteit verhoogd zal worden en welke steun van andere scholen of deskundigen hieraan kan bijdragen. In de structuur van het samenwerkingsverband Stromenland zal de coördinator naar aanleiding van casuïstiek terugkoppeling geven aan de scholen over de hen door geleverde preventieve zorg en basiskwaliteit. Deze feedback kan in het kader van noodzakelijke schoolverbetering ook met het bestuur worden gecommuniceerd. Basisondersteuning inclusief preventieve c.q. lichte zorg Als we de basiskwaliteit van elke school als fundament beschouwen, dan is basisondersteuning de eerst daarop volgende laag. Basisondersteuning is niet landelijk gedefinieerd. Er is geen vast omschreven definitie waaraan elke school dient te voldoen. Basisondersteuning is een concept dat beoogt te omschrijven voor welke leerlingen, gelet op hun specifieke ondersteuningsbehoeften, de betreffende school de zorg kan bieden die deze leerlingen nodig hebben. Met ondersteuning van externe expertise (indien gewenst en aan de orde) slaagt de school erin om de ontwikkeling van de betreffende leerlingen zó te ondersteunen, dat zij hun onderwijsloopbaan op de betreffende school met voldoende kans op succes kunnen blijven volgen. Ook wat betreft de basisondersteuning zijn er dus verschillen tussen scholen. Die verschillen kunnen te maken hebben met de historie van de school, met kenmerken van de schoolpopulatie, met het gekozen schoolconcept of met de bewuste keuze om zich meer te profileren op het onderwijs aan speciale groepen leerlingen. Met de start van passend onderwijs hebben alle scholen binnen het samenwerkingsverband een schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Dat is een manier om meer inzicht te krijgen in de basisondersteuning van de betreffende school. Alle scholen binnen ons samenwerkingsverband hebben gebruikgemaakt van de door Q3 aangereikte systematiek. Vervolgens is er met deze opbrengsten niets gedaan. De huidige stand van zaken is dan ook dat er geen zicht is op de inhoud van de basisondersteuning van de scholen en er niet wordt gestuurd op de verdere ontwikkeling van de basisondersteuning. Ook is niet helder welke scholen sterk zijn in de opvang van bepaalde groepen leerlingen, zodat verwijzing van basisschool naar basisschool mogelijk wordt op grond van kennis van elkaars kwaliteiten. In dit kader zijn delen en doorontwikkelen prioriteiten voor de komende periode. De invulling van basisondersteuning houdt direct verband met de opvatting van het samenwerkingsverband over de wijze waarop de opvang van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften vorm krijgt. Op hoofdlijnen kunnen daarbij drie opties worden onderscheiden: 1. Brede zorg scholen: elke school vangt zoveel mogelijke leerlingen op, met als einddoel dat alle leerlingen op de zelfgekozen basisschool onderwijs volgen. Met andere woorden: volledig inclusief onderwijs. 2. Differentiatie tussen scholen: scholen specialiseren zich in de opvang van een bepaalde groep leerlingen, zodat aan die leerlingen binnen de context van een basisschool de ondersteuning kan worden gegeven die voor een voortgaande ontwikkeling van deze kinderen nodig is. Voorbeelden van dergelijke groepen leerlingen zijn kinderen met TOS (taalontwikkelingsstoornis), NT2 en hoogbegaafde leerlingen (Leonardo). 3. Institutionele benadering: leerlingen met een bepaald profiel worden verwezen naar een andere onderwijsvorm dan regulier basisonderwijs.

63 63 De huidige praktijk binnen het samenwerkingsverband is een combinatie van deze drie ondersteuningsvarianten. De ontwikkelingen moeten zodanig worden gestuurd, dat met name de combinatie van de eerste twee ondersteuningsvarianten leidt tot een bredere opvangcapaciteit van het regulier onderwijs, zodat minder leerlingen SBaO / SO nodig hebben. De kern van basisondersteuning is dat er sprake is van een goede zorgstructuur binnen scholen, in kwantitatieve en kwalitatieve zin, en dat er sprake is van een structurele, systematische en continue benadering van leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Dit om te voorkomen dat het wel of niet kunnen opvangen van deze groep leerlingen uitsluitend bepaald wordt door de leerkracht, waarbij deze leerlingen toevallig in de groep komen. Een tweede kernpunt van basisondersteuning is dat, waar noodzakelijk of gewenst, externe expertise kan worden ingeschakeld. Niet om het van de school over te nemen, maar om de school te ondersteunen bij haar primaire taak om ook deze leerlingen passend onderwijs te bieden. Deze externe expertise kan vanuit verschillende gremia worden betrokken: vanuit collega-scholen, vanuit het bestuur, vanuit het samenwerkingsverband c.q. de platforms (Ambulant Begeleiders uit de voormalige SO clusters 3 en 4), maar ook vanuit schoolmaatschappelijk werk en instanties als Centra voor Jeugd en Gezin. Gelet op het voorafgaande, is er in onze visie in het kader van basisondersteuning sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid. De primaire verantwoordelijkheid ligt bij school, team en directie, en dus formeel bij het schoolbestuur. Maar ook het samenwerkingsverband heeft hierbij een verantwoordelijkheid. Zij ondersteunt scholen immers bij het vormgeven van basisondersteuning door brede expertise te leveren. Ook de rol van ouders is specifieker dan in de context van het leveren van basiskwaliteit. In het kader van basiskwaliteit zijn scholen verplicht ouders periodiek te informeren over de ontwikkeling van hun kind op school. Daaraan wordt veelal vorm gegeven door enkele keren per jaar een gesprek te voeren met de ouders in de vorm van een rapportgesprek of 10-minutengesprek. In het kader van de basisondersteuning is de rol van ouders specifieker. Veelal worden zij intensiever geïnformeerd door de school over de voortgang en worden er afspraken gemaakt over de informatielijnen over en weer. Als er externe expertise wordt ingeschakeld door de school, dienen de ouders hierover vooraf geïnformeerd te worden en dienen ze hiervoor toestemming te geven. In het kader van de gedeelde verantwoordelijkheid voor de basisondersteuning en het delen en ontwikkelen hiervan, wordt een procedure uitgezet om in de komende twee jaar de volgende doelen te bereiken: de school maakt inzichtelijk en documenteert voor ouders en het samenwerkingsverband welke invulling zij geeft aan basisondersteuning. Van elke school is dat in het samenwerkingsverband bekend en van deze informatie kunnen alle leden van het samenwerkingsverband gebruikmaken. Ter informatie aan ouders, maar ook om basisschool basisschool - verwijzingen te faciliteren. Elke school geeft aan in welke richting en op welke wijze zij de komende periode gaat werken aan de versterking van deze basisondersteuning. Het is een gezamenlijke en gedeelde verantwoordelijkheid van schoolbesturen en het samenwerkingsverband om bovenstaande vorm en inhoud te geven. Dit wordt in eerste instantie vanuit de platforms geëntameerd.

64 64 Het samenwerkingsverband verzamelt systematisch informatie over verwijsgedrag van scholen en over de effecten van de inzet van extra ondersteuning. Deze informatie is beschikbaar en zal in de komende jaren met de scholen besproken worden. Het lerend effect zal door schoolbesturen en samenwerkingsverband samen worden ondersteund. Arrangementen Als leerlingen onvoldoende profiteren van de basisondersteuning van de betreffende school, en zij daardoor vastlopen en naar een andere vorm van onderwijs zouden moeten worden verwezen, kan een arrangement uitkomst bieden. Een arrangement wordt toegekend vanuit (middelen van) het samenwerkingsverband, de facto vanuit het platform, om de school te ondersteunen bij haar taak om passend onderwijs te verzorgen, ook voor leerlingen met zwaardere, specifieke ondersteuningsbehoeften. Kern van een arrangement is intensivering van de ondersteuning door het beschikbaar stellen van extra faciliteiten aan de school. De faciliteiten bestaan uit inzet van expertise vanuit het samenwerkingsverband en/of extra middelen zodat de school extra ondersteuning binnen de school kan realiseren, bijvoorbeeld in de vorm van onderwijsassistenten, etc. Binnen Stromenland worden de arrangementen toegekend door de platforms. Die hebben hun eigen interne werkstructuur en werkprocedures. Essentieel daarbij is dat een school een aanvraag kan indienen voor een arrangement, dat de aanvraag is onderbouwd, waarbij de ondersteuningsbehoeften centraal staan en gedocumenteerd worden (in de vorm van een OPP en groeidocument), en dat ouders er uitdrukkelijk mee instemmen en toestemming geven. Daarbij is de insteek steeds dat een arrangement niet wordt aangevraagd of toegekend omdat er een probleem is of omdat er sprake is van een ondersteuningsbehoefte, maar omdat de inschatting is dat het arrangement bij zal dragen aan een verantwoorde opvang van de betreffende leerling op de huidige school. Kortom, de (ingeschatte) ontwikkeling van het kind is uitgangspunt en leidraad. Bij een arrangement zijn dus per definitie meerdere partijen betrokken: school, ouders, platform en het schoolbestuur. Tevens is er sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid: voor de aanvraag ligt die verantwoordelijkheid bij school en ouders; voor de beoordeling en toekenning ligt die bij het platform; voor de uitvoering ligt die bij de school en het platform. De ouders worden daarbij actief betrokken en over de vorderingen en voortgang geïnformeerd. Er is geen sprake van direct toezicht, maar wel van een indirect toezicht door het samenwerkingsverband op basis van de gedocumenteerde werkprocedures van een platform. Op grond van het feit dat er bij het samenwerkingsverband bezwaar kan worden gemaakt tegen het niet toekennen van een arrangement dan wel tegen de inhoud en looptijd van een arrangement, is er ook op deze grond sprake van een vorm van indirect toezicht door Stromenland op centraal niveau. Arrangementen kunnen voor korte of langere termijn worden afgegeven. Inhoudelijk kunnen de arrangementen sterk van elkaar verschillen. Deze verschillen moeten te verklaren zijn op grond van de ondersteuningsbehoeften van de leerlingen. Verandering van onderwijscontext Als een leerling, ondanks extra inspanning van de school en met inzet van een arrangement, niet de ondersteuning kan krijgen die hij nodig heeft, wordt bekeken of een andere school beter aan de ondersteuningsbehoeften van de betreffende leerling kan voldoen.

65 65 In eerste instantie kijken we dan of een andere basisschool de benodigde ondersteuning wel kan bieden. Als een dergelijke school er is en bereid is om de betreffende leerling op te vangen, waarbij de zorgplicht overgaat naar de nieuwe school, spreken we van een bao-bao plaatsing. Daarvoor is een goede samenwerking nodig van de oude en de nieuwe school, en uiteraard met de ouders. Formeel is er sprake van aanmelding van de ouders bij de nieuwe school. In de praktijk is goed overleg vooraf uiteraard nodig. Stromenland speelt geen formele rol in deze, maar kan scholen, ouders en leerlingen wel ondersteunen bij het realiseren van een dergelijke oplossing. Niet in alle gevallen is dat echter een passende oplossing. Dan wordt bekeken of verandering van onderwijscontext, in de zin van verwijzing naar SBaO of SO, een betere optie is voor de betreffende leerling. Daartoe vraagt de school waar de betreffende leerling zit, met toestemming van de ouders, een toelaatbaarheidsverklaring aan. Een toelaatbaarheidsverklaring is wettelijk nodig om de leerling in te schrijven op een school voor SBaO of SO. Een toelaatbaarheidsverklaring wordt afgegeven door het samenwerkingsverband, op advies van een commissie toelaatbaarheid (CT). Dat is de meest gangbare procedure als het gaat om een leerling die op een school voor basisonderwijs zit in ons samenwerkingsverband. Voor specifieke situaties gelden specifieke regelingen. Het voert te ver om deze hier te bespreken. In voorkomende gevallen wordt op het niveau van het platform of samenwerkingsverband bekeken hoe te handelen, conform de vigerende wet- en regelgeving. Soms doet zich de situatie voor dat een leerling die in eerste instantie een toelaatbaarheidsverklaring voor het SBaO heeft gekregen, na verloop van tijd toch beter op zijn plaats is in het SO. Ook dat wordt bekeken door een commissie toelaatbaarheid en in voorkomende gevallen kan dan een toelaatbaarheidsverklaring SO worden afgegeven. Een toelaatbaarheidsverklaring wordt afgegeven voor een bepaalde periode, te bepalen door de commissie toelaatbaarheid. Na afloop van die periode wordt bekeken hoe de leerling zich heeft ontwikkeld en of de betreffende school nog steeds de beste plek is voor die leerling. Als dat zo is, wordt een nieuwe toelaatbaarheidsverklaring afgegeven. Zo niet, dan wordt bekeken of een andere context ook in voldoende mate kan voldoen aan de ondersteuningsbehoeften van de leerling. In dat kader spreken we over terugplaatsing als het gaat om leerlingen die vanuit het SO of SBaO naar een reguliere basisschool kunnen. Maar ook herplaatsing, van SO naar SBaO, is in dit kader altijd een mogelijkheid. Een afgifte van een toelaatbaarheid SBaO is eenduidig. Bij de afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring SO dient tevens aangegeven te worden in welke categorie de betreffende leerling valt: laag, midden of hoog. Reden hiervoor is dat op deze manier rekening gehouden kan worden met de zwaarte van de problematiek van de leerling, zodat de ondersteuning gerealiseerd kan worden die nodig is. Voor een leerling in de categorie hoog is de bekostiging hoger dan voor leerlingen in de categorie midden, en die is weer hoger dan de categorie laag. Voor een SBaO leerling is de bekostiging lager dan voor een SO leerling. Om een beeld te geven om welke leerlingen het gaat wat voorbeelden: SO laag: voormalig cluster 4 scholen, de oude ZMOK scholen; SO midden: leerlingen met lichamelijke beperkingen zoals die op de Maartenschool zitten; SO hoog: leerlingen die kampen met ernstige beperkingen, zoals in sommige groepen op de Maartensschool.

66 66 Gelet op de belangen van de leerling en de financiële consequenties van afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring, is een zorgvuldig en eenduidig traject nodig. Wet- en regelgeving geven de kaders aan en binnen Stromenland wordt hier inhoud aan gegeven. Richtlijn daarbij is dat in elk platform een commissie toelaatbaarheid is samengesteld. Die bekijkt alle aanvragen voor een toelaatbaarheidsverklaring SBaO en SO laag en midden. Formeel adviseren zij vervolgens Stromenland over afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring. De toelaatbaarheidsverklaring wordt formeel afgegeven door Stromenland. Indien ouders het niet eens zijn met het genomen besluit, kunnen zij zich wenden tot Stromenland centraal. Binnen het samenwerkingsverband is de afspraak gemaakt dat alle toelaatbaarheidsverklaringen hoog worden beoordeeld door een centrale commissie toelaatbaarheid, die al de aanvragen van het samenwerkingsverband beoordeelt. De commissies toelaatbaarheid van de platforms hebben in deze geen rol. Er zijn bij afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring dus veel actoren betrokken. Centraal staat steeds de ondersteuningsbehoeften van de leerling. De taken en verantwoordelijkheden zijn weliswaar verdeeld, maar om de intentie te realiseren van passend onderwijs voor leerlingen waarvoor verandering van onderwijscontext nodig is, is samenwerking uiteraard cruciaal. Formeel vraagt de school waar de leerling zit een toelaatbaarheidsverklaring aan. Daarbij is uitdrukkelijk toestemming van de ouders nodig. De beoordeling van de aanvragen is de verantwoordelijkheid van de commissies toelaatbaarheid. De afgifte van de toelaatbaarheidsverklaringen is de verantwoordelijkheid van Stromenland. Na de afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring bepalen ouders bij welke school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs zij hun kind aanmelden. Inschrijving en plaatsing is een verantwoordelijkheid van de betreffende SBaO of SO school. Stromenland houdt toezicht op de procedures, ook om te voorkomen dat leerlingen niet de ondersteuning krijgen die nodig is en daardoor een thuiszitters worden.

67 67 Bijlage 4 Invulling van basisondersteuning binnen Stromenland, werkdocument mei 2017 Samenwerkingsverband Stromenland heeft het begrip basisondersteuning niet expliciet uitgewerkt en opgenomen binnen haar monitorgesprekken. Een nadere definiëring is tot nu toe niet nodig gebleken, omdat er geen verschillen van inzicht zijn geweest ten aanzien van de opvattingen over wat de school moet realiseren en wat extra kan worden geboden. Binnen de platforms zien we goede ontwikkelingen ten aanzien van het gezamenlijk gesprek over het basisniveau waarop de scholen aangesproken mogen worden. We zijn nu toe aan het gezamenlijk definiëren of we binnen het samenwerkingsverband op gelijke verwachtingen ten aanzien van de scholen uitkomen. Ook de inspectie van het Onderwijs heeft aandacht gevraagd voor de wettelijke verplichting een gezamenlijke opvatting te hebben over de basisondersteuning van alle scholen binnen het Stromenland. Dit heeft geleid tot gesprek tussen vertegenwoordigers van de platforms. De startvraag was: Wat heeft elk van de platformcoördinatoren nodig om het gesprek met scholen te voeren over het gewenste en gerealiseerde niveau van basisondersteuning? Wanneer oordeel je dat er onvoldoende tegemoet wordt gekomen aan het gewenste niveau van basisondersteuning? Er zijn een aantal uitgangspunten met betrekking tot het gewenste niveua van basisondersteuning, waar we overeenstemming over hebben. Vanuit deze zekerheden willen we in Stromenland met scholen en besturen het gesprek voeren over de verwachtingen die we van scholen hebben. We hebben nog niet breed het draagvlak voor deze waarden, maar voeren het gesprek op basis van de volgende zekerheden : We kennen het kind en zijn omgeving. We weten wat elk kind nodig heeft om onderwijs te kunnen volgen en richten onze gezamenlijke inzet/ondersteuning daarop. We kunnen hiervan systematisch blijk geven door goede leerling volg gegeven We kennen onze mogelijkheden en we kunnen begrenzen als deze voor een kind niet toereikend zijn of gemaakt kunnen worden. Leerkrachten kunnen het verschil maken tussen kinderen en daar naar handelen. Ouders zijn partners Wij communiceren helder, goed, duidelijk, open over de leerlingen, het onderwijs en de mogelijkheden daar in de passende setting recht aan te doen Wij zijn daadkrachtig en besluiten professioneel en zo snel als mogelijk over inzet van ondersteuning We maken fouten en leren daarvan, omdat we open staan voor feed back. We onderwijzen en leren vanuit veilige relaties We tonen lef om voor kinderen goede resultaten te bereiken We zijn effectief, we weten wat we doen en wat belangrijk is We doen het samen! We leggen de lat hoog We werken planmatig We benutten/ gebruiken al onze talenten

68 68 Vanuit deze zekerheden voeren we het gesprek met scholen met ondersteuningsvragen. We bevragen de scholen dus op hun kindkennis, gezinskennis, professionele mogelijkheden en beperkingen, samenwerking met ouders, communicatie over kinderen en ondersteuningsvragen, leerervaringen, veiligheid voor alle kinderen en leerkrachten, nieuwe uitdagende initiatieven, prioriteiten, samenwerking intern en extern, hoge verwachtingen, planmatigheid en de ontwikkeling van professioneel talent. Vaak zal het startpunt van gesprek een ondersteuningsaanvraag zijn of een aanvraag voor toelaatbaarheid. Altijd wordt het gesprek gevoerd als er een thuiszitter is. Elke platformcoördinator kent ook nu al de scholen waarvoor aandacht nodig is om tot het gewenste niveau van basisondersteuning te komen. Elke platformcoördinator weet ook welke scholen geen basisarrangement van de inspectie hebben en dus in ontwikkeling zijn ten aanzien van hun onderwijsresultaten. Jaarlijks zullen de platforms in de platformagenda aangeven welke scholen bijzondere aandacht in hun ontwikkeling nodig hebben en wat het platform daarin gaat doen. De zekerheden zullen leiden tot een aantal standaarden, die vanaf het najaar van 2017 gemonitord worden en waarover vanaf 2018 gerapporteerd wordt. De besturen in de platforms zullen het gesprek met elkaar gaan voeren over de geleverde basisondersteuning. Dit zal in een jaarlijkse cyclus gebeuren. Elk bestuur kan daarbij uitgaan van het eigen instrumentarium om de basisondersteuning te monitoren.

69 69 Bijlage 5 Taken en functies binnen het centraal bureau van Stromenland Op basis van de inzichten na twee jaar is er een bureau nodig met de volgende bezetting (naast de directeur): Een managementassistente (0,6 fte), die naast de werkzaamheden ter ondersteuning van de directeur, planning van vergaderroosters, archivering en borging van afspraken, communicatie via website en telefoon, ook een rol speelt bij de vastlegging van afgegeven toelaatbaarheidsverklaringen. Deskundigen ten aanzien van de toewijzing van (middelen ten behoeve van) zorg in onderwijs (totaal 1,0 f.t.e.). Deze rol van deskundige is geëvalueerd met de platforms en wordt van grote waarde geacht. De rollen en taken zijn: o KwaliteitSBaOrging en kwaliteitsondersteuning van het proces van toewijzing van (middelen voor) zorg. o Verbinden van de platformcommissies en verschillen in werkwijzen, met respect voor de verschillende contexten van de platforms. Het organiseren van het gesprek gericht op het leren en ontwikkelen van en met elkaar ten aanzien van zorgtoewijzing. o Verantwoording afleggen over een Stromenlandbreed verantwoord proces. o Centraal aanspreekpunt voor regie over thuiszitters, klachtbehandeling en mogelijke procedures als gevolg daarvan. o Ondersteuning van ouders bij schoolkeuze, passend bij de onderwijsbehoeften van hun kind. o Mogelijk aanvullend onderzoek bij kinderen waarvan de onderwijsbehoeften niet ondubbelzinnig zijn vastgesteld. o Relatie opbouwen en onderhouden met alle SO-scholen. Overleg organiseren met directies en trajectbegeleiders. o Scholing op verzoek, gericht op het professioneel en goed vaststellen van onderwijsbehoefte van kinderen. o Coördinatie van herarrangeren. o Inrichten en onderhouden van een commissie van toelating voor SO Hoog en arrangementen voor intensieve ondersteuning (> ). o Informatie en voorbeelden van nieuwe arrangementen binnenhalen en daarop gerichte externe contacten onderhouden. Een kwaliteitsmedewerker / data-analist (0,4 f.t.e.). Rol en taken: o Verzamelen van informatie met betrekking tot de voorwaarden en ontwikkelingen, die van invloed zijn op de taak van het samenwerkingsverband (demografie, wijziging in regelgeving, doelgroepen, leerlingenaantallen scholen, etc.) o Verzamelen van informatie over de effecten van het werk van het samenwerkingsverband. Het maken van rapportages daarvan, passend in de PDCA-cyclus van platforms en Stromenland als geheel. o Het ontwikkelen en onderhouden van een monitor, in samenspraak met vooral de platformcoördinatoren en de staf. Het voorbereiden van planmatige rapportages daaruit en presentaties. o Afleggen van externe verantwoording. Enquêtes, gemeentelijke onderzoeken en vragen, thuiszittersregistratie, etc.

70 70 o Ondersteunen bij de interne procesgang van kinddossiers en financiële berekeningen. Hierbij gaat het om interne en externe verdelingen, die afgesproken zijn en waarvoor soms complexe dataverzameling en berekening regulier nodig is (groeimiddelen, intern en extern grensverkeer, etc.). o Bijdragen aan een goed PDCA-proces binnen het samenwerkingsverband. Het vastleggen en borgen van dit proces. o Het onderzoeken en doen van voorstellen voor uitwisseling van leerlingeninformatie en vermindering van administratieve overlast binnen het samenwerkingsverband. Een algemeen stafmedewerker (nieuwe rol, 0,6 fte), vooral gericht op: o De externe vertegenwoordiging van het samenwerkingsverband (in overleg met de directeur) naar de belangrijke samenwerkingspartners (gemeentelijke commissies, jeugdzorg, inkoopoverleg, VO en VOsamenwerkingsverband in de regio, andere samenwerkingsverbanden, etc.) o De coördinatie van en borging van processen binnen het bureau en met de platformcoördinatoren. o Beantwoorden van vragen over wettelijke kaders en regelgeving, ter ondersteuning van scholen, platformcoördinatoren, SO (thuiszitters, leerlingenvervoer, SO-VSO grens, overdracht van informatie rond leerlingen, etc.). o Ondersteuning bij de vragen rond financiële vertaling van beleid, wettelijke mogelijkheden en voorbeelden uit de omgeving. o Ontwikkelen en onderhouden van contacten met omliggende voorzieningen en samenwerkingsverbanden rondom gezamenlijke regionale en landelijke thema s. o Binnenhalen van voorbeelden van good practices in samenwerkingsverbandinitiatieven en vormgeving van processen daartoe. o Adviseren en sparren met de directeur over onderhoud en evaluatie van het ondersteuningsplan en jaarplannen. o Beschrijven en borgen van samenwerkingsverbandafspraken en bedrijfsprocessen. De goede samenwerking en gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het geheel van Stromenland zal in toenemende mate vorm krijgen, doordat platformcoördinatoren ook taken van de gehele organisatie gaan en blijven uitvoeren.

71 71 Bijlage 6 Ouderbetrokkenheid in verschillende fasen van inzet van Passend Onderwijs Term Passend Onderwijs Basiskwaliteit Basisondersteuning Preventieve zorg, lichte zorg Verandering van onderwijscontext Aard Standaard, geen extra inspanningen nodig. Regulier, beperkte extra inspanning nodig Aanvullend, meer c.q. gerichte inspanning is nodig. Inzet expertise van buiten de school. Het lukt niet om de leerling in de eigen school of een andere basisschool voldoende te ondersteunen. Verwijzing naar S(Ba)O of SO is aan de orde. Betrokken en Ouder- (kind)- school Ouder- (kind)- school Ouders- (kind)- schoolplatform Ouders- (kind)- school- platform- Stromenland Intentie Educatief partnerschap. Gedeelde verantwoordelijkheid en inzet. Educatief partner. Gedeelde verantwoordelijkheid en inzet. Problemen aanpakken en/of voorkomen. Educatief partnerschap. Extra inzet van ouders en school. Problemen aanpakken en/of voorkomen. Concretiseringen Ouders en school praten ten minste twee keer per jaar over de ontwikkeling van het kind, volgens een standaard aanpak voor alle kinderen (10 minuten gesprek e.d.). Zowel school als ouders kunnen daarnaast het initiatief nemen om in gesprek te gaan met elkaar over het kind. Ouders kunnen zich voor informatie wenden tot het samenwerkingsverband, centraal of decentraal (platforms). Als er extra inspanning nodig is vanuit de school (r.t., verlengde instructie) en/of thuis (huiswerk), wordt dat vooraf besproken met de ouders. Er worden afspraken gemaakt over de informatievoorziening van ouders naar school en van school naar ouders. Ook beperkte betrokkenheid van externen (platform). Formele toestemming ouders vooraf vereist. Monitoren voortgang ouders en school conform te maken afspraken daarover met elkaar.

72 72 Bijlage 7 Financiële Planning en Control Overzicht planning en controlcyclus Stromenland Jan. Feb. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Ondersteuningsplan Stichting 1e concept gereed 15-jul Vaststelling bestuur 1-sep Instemming toezichthouder 15-sep Meerjarenbegroting Stichting 1e concept gereed 15-okt Bespreking auditcie 30-okt Vaststelling bestuur 7-nov Instemming toezichthouder 15-nov MARAP Stichting 1e concept gereed 30-jan 30-apr 30-sep Bespreking auditcie 7-feb 7-mei 30-okt Vaststelling bestuur 15-feb 15-mei 7-nov Kennisgeving toezichthouder 15-jun 15-nov Jaarrekening 1e concept gereed 30-mrt Bespreking auditcie 15-apr Accountantscontrole gereed 30-apr Vaststelling bestuur 15-mei Instemming toezichthouder 30-mei Schooljaarondersteuningsplan platform 1e concept 30-jan Vaststelling platform 7-feb Instemming bestuur 15-feb Schooljaarbegroting Platform 1e concept gereed 30-jan Vaststelling platform 7-feb Instemming bestuur 15-feb MARAP Platform Tussen- en eindrapportage inhoudelijk en financieel 15-feb 30-sep Tussenrapportages alleen financieel 30-mei Vaststelling platform 28-feb 15-jun 15-okt Instemming bestuur 15-mrt 30-jun 30-okt

73 73 Bijlage 8 Nieuwe governancestructuur Stromenland met ingang van schooljaar 2017/2018 Inleiding Algemeen Stromenland is een samenwerkingsverband van en voor 24 schoolbesturen met een belangrijke wettelijke en maatschappelijke opdracht om passend onderwijs voor de leerlingen in de regio te realiseren. In het ondersteuningsplan is de visie van Stromenland verwoord: het is een taak van Stromenland om de aangesloten schoolbesturen zo te ondersteunen dat alle leerlingen passend onderwijs ontvangen; integraliteit wordt gestimuleerd, zodat ieder kind zich optimaal ontwikkelt. Hiervoor is nodig dat er een structuur is binnen Stromenland, die optimaal dienstbaar is aan dit hogere doel. Een structuur waarin schoolbesturen, scholen, ouders en professionals effectief kunnen samenwerken, waardoor het schoolbestuur zich gesteund weet door Stromenland bij het realiseren van de wettelijke zorgplicht. In 2016 is de huidige werkwijze en structuur tegen het licht gehouden. Uit de gespreksronde, die de onafhankelijk voorzitter heeft gehouden, bleek dat de huidige structuur niet tot tevredenheid werkt. Kort samengevat: Er is behoefte aan een andere vorm van intern toezicht, door personen van buiten die vanuit het belang van de samenleving Stromenland scherp houden op de realisering van de maatschappelijke opdracht. De stichtingsraad functioneert nu niet als de toezichthouder, zoals dat wettelijk vereist en bedoeld is. Er is behoefte aan een bestuur dat kan opereren vanuit het gezamenlijk belang, los van eventuele schoolbestuurlijke belangen en met een eenduidige verantwoording aan de toezichthouder. Waardevolle elementen in de huidige samenwerking worden behouden, zoals het decentraal werken in platforms en beslissende invloed en betrokkenheid van alle deelnemende schoolbesturen op het beleid van Stromenland. De aangesloten schoolbesturen moeten zich eigenaar voelen van Stromenland, dat er van en voor hen is. Samengevat kan worden gezegd dat de deelnemers in Stromenland een ontwikkelingsslag willen maken. De kern hierbij is het duidelijk scheiden en op een andere wijze invullen van de functies van deelnemers, bestuur en intern toezicht. Nieuw governancemodel In deze notitie wordt de governance inrichting van Stromenland, met de gewenste verbetering, opnieuw vorm gegeven. Over deze inrichting is intussen (april 2017) een besluit genomen door de Stichtingsraad en is instemming verkregen van de OPR (mei 2017). De bij deze inrichting passende statutenwijziging is in voorbereiding en zal voor de zomervakantie 2017 ter besluitvorming worden voorgelegd.

74 74 Zo mogelijk per 1 september 2017 gaat de nieuwe structuur in werking. 1. Vier belangrijke governance functies In de governance literatuur 1 over samenwerkingsverbanden passend onderwijs wordt uitgegaan van vier functies 2, die goed moeten worden onderscheiden van elkaar - Toezichtfunctie - Bestuursfunctie - Eigenaarsfunctie - Medezeggenschapsfunctie (ouders en professionals) Het onderscheiden van deze functies komt voort uit het besef dat er veel belangen spelen in een samenwerkingsverband passend onderwijs en dat dubbele petten een belangrijke hinderpaal zijn om transparante besluitvorming over afweging van belangen mogelijk te maken. Hooge en Dekkers hebben dat in hun publicaties duidelijk aangetoond. Stromenland wil passend bij de (vernieuwde) wettelijke kaders haar intern toezicht inrichten. Toezicht: Een toezichthouder bewaakt dat Stromenland zich voldoende richt op de wettelijke en maatschappelijke opdracht, die Stromenland in haar ondersteuningsplan heeft uitgewerkt. In het model dat ons voor ogen staat wordt die rol straks vervuld door een Raad van Toezicht, met onafhankelijke leden, die van buiten de primair onderwijsorganisaties in de regio komen en die op basis van opgestelde kwaliteitsprofielen worden benoemd. Bestuur: Stromenland is een complexe interbestuurlijke organisatie met een eigen taakstelling (dekkend aanbod, geen thuiszitters, doelmatige inzet ondersteuningsmiddelen, etc.). Er worden diverse belangen afgewogen (leerlingen, ouders, scholen, schoolbesturen, gemeenten, vervolgonderwijs etc.). Daarvoor is het nodig dat alle in geding zijnde belangen zorgvuldig en integer worden afgewogen. Dit kan het beste gebeuren door een bestuur dat niet tegelijk ook schoolbestuur is. Vermenging van belangen wordt dan op voorhand uitgesloten. Het bestuur van Stromenland dient maar één doel en dat is het belang van de leerling; van het bestuur van Stromenland wordt gevraagd om dit algemeen belang altijd centraal te stellen. Dit is het beste geborgd door het benoemen van een bezoldigde onafhankelijke bestuurder, die tevens wordt belast met de dagelijkse leiding van Stromenland. Hierbij past de opmerking dat een bestuurder van een samenwerkingsverband een geheel eigen taakstelling en verantwoordelijkheid draagt, die niet te vergelijken is met die van een schoolbestuurder. De bestuurder bestuurt de samenwerking, verbindt schoolbesturen daarin, voert kindbeleid (passende plek) en geen voorzieningenbeleid. De bestuurder is vooral regievoerder van de samenwerkingsprocessen, waarbij in Stromenland de decentrale werkwijze met name aandacht vraagt. De statutaire borging van deze functionaris, namelijk bestuur, zorgt ervoor dat de taken op een onafhankelijke wijze uitgevoerd worden en niet via een mandaat opgehaald hoeven worden. Dat is ook het kenmerkende verschil tussen een directeur met mandaat en een statutair bestuurder. 1 Vlugschrift governance passend onderwijs, maart 2106, TIAS/BMC, Edith Hooge e.a. 2 In het Vlugschrift worden drie functies beschreven (toezicht, bestuur en eigenaarschap). Marieke Dekkers formuleert daarnaast nog een vierde functie, die van de medezeggenschap in: Aanzet tot Code Goed Bestuur voor Samenwerkingsverbanden, B&T, publieksversie masterthesis, M. Dekkers, maart 2016.

75 75 Hieronder wordt de taakstelling van de bestuurder verder omschreven. Daarbij is duidelijk dat de bestuurder van Stromenland zorgvuldig afstemt op zaken, die tot de verantwoordelijkheid van een schoolbestuur horen. Er zijn deelnemer overstijgende belangen, maar gescheiden verantwoordelijkheden in het daaraan inhoud geven. Eigenaren: Stromenland is een samenwerkingsverband van en voor schoolbesturen. Schoolbesturen hebben Stromenland opgericht en zijn hierbij verplicht aangesloten. Stromenland staat ten dienste van de aangesloten schoolbesturen om schoolbesturen te faciliteren hun zorgplicht uit te voeren. Daarom is het van belang dat schoolbesturen het beleid van Stromenland kunnen bepalen. De bestuurder van Stromenland voert regie op de beleidscyclus, maar bepaalt het beleid met en voor de schoolbesturen, die deelnemen in Stromenland. Die beslissende invloed op het beleid door de schoolbesturen noemen we de eigenaarsrol. In het gekozen model wordt die rol op twee niveaus uitgeoefend: op het centrale niveau van Stromenland door de Deelnemersraad en op het decentrale niveau (regionale platforms) door de schoolbesturen in het platform. Hieronder wordt die rol nader uitgewerkt. Medezeggenschap ouders en leraren: De medezeggenschapsfunctie is belangrijk. De Ondersteuningsplanraad (OPR) heeft een instemmingsrecht ten aanzien van het ondersteuningsplan. De OPR is ervoor om erop toe te zien dat het voorgenomen beleid van Stromenland, ook vanuit het perspectief van ouders en professionals, een beleid is dat succesvol kan zijn voor leerlingen. De OPR vertegenwoordigt de ouders en de professionals en heeft daarmee een belangrijke positie om het beleid te beïnvloeden. Door de vier rollen bij vier aparte, zelfstandige organen te beleggen in het nieuwe governance model (Raad van Toezicht, bestuurder en schoolbesturen, OPR) wordt een systeem van checks and balances gevormd dat ervoor moet zorgen dat: - Stromenland onafhankelijk wordt bestuurd; - intern toezicht vanuit de samenleving is gewaarborgd; - beleidsbepaling door deelnemende schoolbesturen is verzekerd; - ouders en onderwijsprofessionals invloed hebben op het beleid van Stromenland via de medezeggenschap. 2. Nieuw governance model (met gescheiden functies toezicht, bestuur, eigenaar, medezeggenschap) We zoomen in deze paragraaf nader in op het nieuwe model waarin de vier te onderscheiden functies aan bod komen, die door Marieke Dekkers 1 ook worden genoemd. Dit model zou kunnen worden getypeerd als het Raad van Toezicht-model zoals dat bij veel schoolbesturen gangbaar is. We doen dat echter bewust niet, omdat er belangrijke verschillen zijn tussen beide modellen. Hierboven is al gememoreerd dat de verantwoordelijkheid van de bestuurder van een samenwerkingsverband een geheel andere is dan die van een College van Bestuur van een scholenorganisatie. Een College van Bestuur is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en heeft in principe alle middelen in handen om dit te realiseren. Een bestuurder van passend onderwijs treedt niet in de verantwoordelijkheid van schoolbesturen, maar is verantwoordelijk voor het goed 1 M. Dekkers, a.w.

76 76 vervullen van de taken van Stromenland. Daarbij is de bestuurder in belangrijke mate afhankelijk van de schoolbesturen om passend onderwijs te realiseren en heeft daarbij twee onderscheiden rollen en verantwoordelijkheden. In paragraaf 4 wordt dit nader uitgewerkt. 2.a Toezichtfunctie Deze functie wordt uitgevoerd door een Raad van Toezicht van maximaal vijf personen, die extern worden geworven. Dit gebeurt op basis van profielen. Op basis van maatschappelijke ervaring, achtergrond, kennis etc. worden de leden van de RVT geworven en houden zij toezicht op het functioneren van Stromenland. De toezichthouders zijn onafhankelijk, van elkaar, van de deelnemers in het samenwerkingsverband en van de relevante stakeholders in de regio. 2.b Bestuursfunctie Er wordt gekozen voor de uitvoering van de bestuursfunctie door een los van de deelnemers staande professioneel bestuurder, die in staat is om alle relevante belangen op een zorgvuldige en onafhankelijke wijze af te wegen en keuzes te maken die in het belang zijn van de leerling die recht heeft op passend onderwijs. Er is een bestuurder, waarvan de bevoegdheden in de stichtingsstatuten zijn vastgelegd. De bestuurder legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht benoemt en ontslaat de bestuurder. De bestuurder houdt zich aan de afspraken in het ondersteuningsplan, waarin ook de decentrale werkwijze en de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen en de platforms is belegd. De bestuurder is primair verantwoordelijk voor de realisering van het ondersteuningsplan, voor het deel dat centraal uitgevoerd wordt en/of voorwaardelijk is voor de decentrale uitvoering (resultaatverantwoordelijkheid, zie hierna). De bestuurder heeft daarbij ook oog voor minderheidsbelangen bij deelnemers. 2.c Eigenaarsfunctie De 24 aangesloten schoolbesturen vormen de Deelnemersraad en bepalen samen met de bestuurder het beleid van Stromenland. Dit beleid wordt vastgelegd in twee documenten: ondersteuningsplan en jaarplan/begroting. De bestuurder is statutair gehouden om overeenstemming te bereiken met de Deelnemersraad over deze beide beleidsdocumenten. Passend onderwijs kan alleen maar succesvol zijn in Stromenland als de gezamenlijke schoolbesturen zich hierachter scharen. In de Deelnemersraad wordt naar consensus gestreefd over het te voeren beleid. Indien dit onverhoopt niet mocht lukken wordt via een stemming een meerderheidsbesluit genomen, waarbij de huidige stemverhouding van de stichtingsraad leidend is voor de stemverhouding in de Deelnemersraad. Bovenstaande beleidsbepaling door de Deelnemersraad wordt vastgelegd in het reglement van de Deelnemersraad. In het reglement wordt opgenomen dat elk schoolbestuur gehouden is mee te werken aan vastgesteld en goedgekeurd beleid. De schoolbesturen zijn op meerdere momenten van de beleidscyclus in beeld als eigenaren. In de fase van de beleidssamenstelling (voorbereiding) en de beleidsevaluatie is het belangrijk dat de platforms en de Deelnemersraad belangrijke input geven. De Deelnemersraad formuleert in deze fase richtinggevende uitspraken op basis waarvan de bestuurder voorgenomen beleid gaat ontwikkelen. In paragraaf 6 is de beleidscyclus nader uitgewerkt en beschreven.

77 77 2.d Medezeggenschapsfunctie De bestuurder verwerft draagvlak bij de Ondersteuningsplanraad (OPR) ten aanzien van het ondersteuningsplan, wijzigingen daarin en resultaten daarop. Werkwijze nieuw governance model De Raad van Toezicht stelt een toezichtkader vast, waarin de criteria voor het goed te keuren beleid zijn opgenomen en de beoogde maatschappelijke effecten zijn vermeld. Over het concept toezichtkader wordt door de Raad van Toezicht overleg gevoerd met de bestuurder en de Deelnemersraad. De strategische koers, de na te streven doelen en de werkwijze van Stromenland worden vastgelegd in het ondersteuningsplan. De Deelnemersraad bepaalt samen met de bestuurder de inhoud van dit plan, zoals hierboven vermeld. Het formele commitment van de schoolbesturen wordt geborgd, door zowel in het reglement van de Deelnemersraad als in de aansluitingsovereenkomst op te nemen, dat een schoolbestuur gehouden is om na goedkeuring in de Raad van Toezicht medewerking te verlenen aan het vastgestelde ondersteuningsplan. In Stromenland wordt zoveel mogelijk decentraal gewerkt in maximaal 6 regionale platforms. Dit betekent dat het ondersteuningsplan input krijgt via de regionale platforms en de Deelnemersraad. De bestuurder is gehouden om als procesregisseur zorg te dragen voor een breed draagvlak en het betrekken van input van interne en externe stakeholders hierbij, zie paragraaf 6 Beleidscyclus. De SO-besturen maken deel uit van de bestuurlijke platformcommissies. Er kunnen afspraken gemaakt worden over de vertegenwoordiging in de platformcommissies. De bestuurder geeft vorm aan de planning & control cyclus met de bestuurlijke commissies van de platforms. De platformcoördinatoren kunnen op verzoek van de bestuurlijke commissies van de besturen een voorbereidende rol hebben in planning, voorbereiding, uitvoering en verantwoording van platformbeleid, platformactiviteiten, monitoring en verantwoording. De bestuurder heeft een faciliterende rol om de platforms hun rol te doen vervullen. De bestuurder onderhoudt dus met zowel de bestuurlijke platformcommissies als de platformcoördinatoren een functionele werkrelatie. Deze relatie kenmerkt zich door permanente informatie-uitwisseling, wederkerigheid, halen en brengen tussen centraal en decentraal. Openheid en transparantie is hierbij van groot belang om te komen tot een optimale samenwerking binnen de platforms, tussen de platforms en tussen bestuursniveau en platformniveau. De mate waarin de regionale platforms ruimte hebben voor eigen beleid wordt bepaald door het ondersteuningsplan. Aangezien de gezamenlijke schoolbesturen in de Deelnemersraad dit beleid bepalen, blijft de huidige decentrale werkwijze met ruimte voor lokale invulling en inkleuring bestaan, op grond van het draagvlak daarvoor bij de deelnemende schoolbesturen. De bestuurder zal actief bijdragen aan het delen van opgedane leerervaringen in de platforms met andere schoolbesturen en hij/zij zal zorg dragen voor een optimale kennistransfer tussen scholen, schoolbesturen en platforms.

78 78 1. Wie is verantwoordelijk voor wat? Het is niet eenvoudig binnen passend onderwijs goed te formuleren wie voor welk onderdeel verantwoordelijkheid draagt. De gekozen werkwijze in platforms in Stromenland en de keuze om verantwoordelijkheid bewust laag neer te zetten maken de uitdaging om tot een helder model te komen groot. Hoe kan de bestuurder van Stromenland verantwoordelijk zijn voor (niet) behaalde resultaten, waarvoor de schoolbesturen verantwoordelijk zijn in de platforms? En hoe kan de bestuurder daarover verantwoording afleggen aan de Raad van Toezicht en inspectie? We maken hieronder onderscheid in twee verantwoordelijkheden van de bestuurder van Stromenland: A. Inspanningsverantwoordelijk t.a.v. Stromenland als netwerkorganisatie B. Resultaatverantwoordelijk t.a.v. Stromenland als werkorganisatie. 3.A. Stromenland als netwerkorganisatie van schoolbesturen (inspanningsverantwoordelijkheid bestuurder Stromenland) Tot de verantwoordelijkheden en resultaten van elk schoolbestuur binnen Stromenland behoort: De zorgplicht met het daarbij behorende passend ondersteuningsaanbod. Het door het schoolbestuur aan te bieden ondersteuningscontinuüm, opgenomen in het schoolondersteuningsprofiel. Het aanbieden van passend onderwijs op de ondersteuningsvragen van de leerlingen. Het aanleveren van een volledig en onderbouwd, en met de ouders en leerling overlegd dossier, als het gaat om de arrangementen en de toelaatbaarheidsverklaringen voor het SO en SBO. De (gedeelde) verantwoordelijkheid m.b.t. thuiszitters (doel geen thuiszitters), zoals verwoord in het thuiszittersprotocol Het mede-realiseren van de platformagenda en de platformbegroting. Een aantal besturen die zijn aangesloten bij Stromenland kent (ook) een eigen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en instandhouding van een speciale onderwijsvoorziening (school voor speciaal basisonderwijs, school voor speciaal onderwijs cluster 3, school voor speciaal onderwijs cluster 4) als onderdeel van het spectrum van onderwijszorgarrangementen dat wordt aangeboden binnen Stromenland. De rol van Stromenland centraal in bovenstaande verantwoordelijkheden is signaleren, monitoren, stimuleren en ondersteunen. Het toezicht op deze taak van de schoolbesturen berust bij de eigen toezichthouder van het schoolbestuur (in veel gevallen de eigen Raad van Toezicht). De schoolbestuurder dient zich aan de eigen Raad van Toezicht te verantwoorden over de uitoefening van de school bestuurlijke taak, en daar hoort ook het vormgeven van passend onderwijs bij, conform de gemaakte afspraken in Stromenland. De verantwoordelijkheid van de bestuurder van Stromenland is te typeren als een inspanningsverantwoordelijkheid. De Raad van Toezicht zal van de bestuurder vragen of die

79 79 zich voldoende heeft ingespannen om schoolbesturen te ondersteunen, te helpen etc. om het beoogde resultaat te bereiken. Uiteindelijk zijn de schoolbesturen zelf verantwoordelijk voor het eindresultaat. 3.B. Stromenland als werkorganisatie (resultaatverantwoordelijkheid bestuurder Stromenland) Tot de verantwoordelijkheden en resultaten van het samenwerkingsverband worden gerekend: Het met de schoolbesturen zorgdragen voor een dekkend netwerk van ondersteuningsvoorzieningen. Het besluiten over toelaatbaarheidsverklaringen voor het SO en SBO 1. Het ondersteunen van de schoolbesturen bij het vergroten van de basisondersteuning door (het faciliteren van) de inzet van begeleiders Het ondersteunen van de schoolbesturen middels kennisdeling en kennistransfers tussen schoolbesturen en platforms. Het maken van (regionale) afstemmingsafspraken met aanpalende samenwerkingsverbanden po en vo, de clusters, het voortgezet onderwijs en de gemeenten De (mede)uitvoering en regie op het thuiszittersprotocol. Regie voeren op de beleidscyclus zodat op het juiste moment de juiste stakeholders betrokken zijn bij de samenstelling (voorbereiding), bepaling, vaststelling, uitvoering en evaluatie. Het vervullen van de werkgeversrol voor het stafbureau, medewerkers die rechtstreeks in dienst zijn van de centrale Stromenlandorganisatie. Hier is sprake van een resultaatverantwoordelijkheid bij de bestuurder. Het zijn immers activiteiten en werkzaamheden, die onder de regie vallen van de bestuurder en betrekking hebben op de werkprocessen waar de bestuurder van Stromenland verantwoordelijkheid voor draagt. De Raad van Toezicht van Stromenland zal de bestuurder dan ook verantwoording vragen over de invulling van deze rol en de bereikte resultaten, in het licht van het ondersteuningsplan van Stromenland. We maken dit belangrijke onderscheid, omdat in de eerste typologie helder is dat de schoolbesturen in de regionale platforms een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben om elkaar in de regio aan te spreken. Dit vergt een goede samenwerking in het platform tussen de schoolbesturen.. Daarbij hoort dat over de bereikte resultaten verantwoording wordt afgelegd aan de bestuurder van Stromenland. De Raad van Toezicht gaat niet alleen over Stromenland als werkorganisatie, maar ziet ook toe op Stromenland als netwerkorganisatie, vanuit het maatschappelijk belang (de samenleving heeft recht op onderwijs, dat past bij wat elke leerling nodig heeft). Het is daarom aan te bevelen dat de Raad van Toezicht tenminste eenmaal per jaar een overleg met de Deelnemersraad bijwoont, om feeling te krijgen met de vraagstukken waar schoolbesturen voor staan, als het gaat om het realiseren van een passend aanbod voor elke leerling. 1 In Stromenland komt de tlv decentraal tot stand en toetst de bestuurder vooral de opgestelde tlv ten aanzien van de zorgvuldigheid en de eisen die in het ondersteuningsplan zijn gesteld. De beslissing om een tlv af te geven mag echter wettelijk niet worden gedelegeerd en is een bestuursverantwoordelijkheid.

80 80 Vanwege beide functies van het samenwerkingsverband (werkorganisatie en netwerkorganisatie) is een permanente pendelbeweging tussen centraal en decentraal belangrijk. De bestuurder onderhoudt daarom een wederkerige werkrelatie met de platforms (zowel met de bestuurscommissies als de coördinatoren). Bestuurlijke doorzettingsmacht Een belangrijke vraag is hoe de bestuurlijke doorzettingsmacht is geregeld als een of meer schoolbesturen achterblijven in het realiseren van gemaakte afspraken in Stromenland (centraal of binnen het platform) en zodoende schade ontstaat bij de leerling (thuiszitten, leerachterstand, geen passend aanbod, weigering ouders van verwijzing etc.) en/of Stromenland hierdoor ernstig wordt benadeeld? Samenwerken is niet vrijblijvend, centraal en in de platforms. Uitgangspunt is en blijft dat gestreefd wordt naar consensus. Indien een schoolbestuur zich echter niet laat overtuigen en persisteert bij het niet nakomen van gemaakte afspraken in het samenwerkingsverband kan dit niet worden genegeerd. De werkgroep beveelt aan dat een bestuurlijke escalatieladder wordt opgesteld waarin stapsgewijs wordt aangegeven wie welke stappen dient te zetten. Dit kan uiteindelijk leiden tot naming and shaming, een melding aan de toezichthouder van het betreffende schoolbestuur en tot financiële sancties door Stromenland (inhouding van verstrekken van ondersteuningsmiddelen door Stromenland). Uiteraard moet ook de rechtsbescherming van de schoolbesturen goed worden geregeld, juist als het gaat om eventuele maatregelen. Er worden dan ook geen maatregelen opgelegd aan een schoolbestuur zonder dat eerst mediation is geprobeerd. In het uiterste geval kan een schoolbestuur zich wenden tot de landelijke arbitragecommissie, die een bindende uitspraak doet voor alle partijen. De bestuurder zal ook rekening houden met minderheidsbelangen. 1. Wie doet wat? In deze paragraaf geven we voor de diverse actoren (Raad van Toezicht, bestuurder, schoolbesturen en OPR ) aan hoe de vier functies (van toezicht, bestuur, eigenaarschap en medezeggenschap) en verantwoordelijkheden te definiëren zijn. Raad van Toezicht De Raad van Toezicht representeert vooral de samenleving en focust zich op de vraag of Stromenland presteert wat het maatschappelijk zou moeten presteren, namelijk ervoor zorg dragen dat elke leerling passend onderwijs ontvangt in Stromenland. De legitimatie hiervoor ligt in het belang dat de samenleving heeft bij goed en passend onderwijs. Het gaat erom dat leerlingen later in het vervolgonderwijs op de juiste plek terecht komen en dat zij met hun mogelijkheden en talenten voldoende tot hun recht komen; ook voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Stromenland heeft in haar ondersteuningsplan de maatschappelijke opdracht geformuleerd en de Raad van Toezicht zal monitoren of het lukt, om met de gekozen strategie de gestelde doelen (de maatschappelijke outcome) te bereiken, binnen de financiële kaders, die voor Stromenland beperkt zijn, door de landelijke vereveningsopdracht. Die maatschappelijke toezichtrol wordt ingevuld met het stellen van kritische vragen, met betrokken distantie en gericht op een open dialoog met de bestuurder.

81 81 De Raad van Toezicht bestaat uit maximaal vijf leden, waarbij één zetel op bindende voordracht van de Ondersteuningsplanraad (OPR) wordt ingevuld. De leden worden op basis van een kwaliteitsprofiel publiek geworven; belangrijk aandachtspunt is dat zij gezamenlijk en individueel beschikken over een ruime bestuurlijke c.q. toezichthoudende ervaring in complexe situaties. Zij dienen te kunnen opereren op een strategisch niveau ( hogere orde denken ), en zijn onafhankelijk van elkaar, van stakeholders en van de regio. Ze hebben dus hebben geen bestuurlijke, zakelijke of persoonlijke belangen bij (deelnemers van) Stromenland en haar stakeholders. Er is een kwaliteitsprofiel van de leden van de Raad van Toezicht uitgewerkt. Trefwoorden: gericht op dialoog, stellen van kritische vragen, betrokken distantie, focus op maatschappelijk belang en meerwaarde De Raad van Toezicht: o Houdt toezicht op vervulling wettelijke taak en maatschappelijke opdracht Stromenland o Stelt toezichtkader vast (in overleg met de Deelnemersraad) o Keurt de begroting/ondersteuningsplan/statutenwijziging/ toezichtkader goed o Houdt toezicht op de doelmatige en rechtmatige besteding van de middelen van Stromenland o Benoemt de controlerend accountant o Benoemt, schorst en ontslaat de bestuurder (na afstemming met de Deelnemersraad) o Keurt jaarverslag/jaarrekening goed o Monitort de uitvoering van het ondersteuningsplan middels de rapportages van de bestuurder o Woont tweemaal per jaar het overleg van bestuurder met OPR bij en eenmaal per jaar de Deelnemersraad 1 o Adviseert de bestuurder (sparringpartner) o Vervult de werkgeverstaak jegens de bestuurder Bestuurder De bestuurder is de regievoerder in het beleidsproces en bepaalt samen met de schoolbesturen in de Deelnemersraad het beleid. De bestuurder draagt zorg voor een breed draagvlak, ook bij belangrijke stakeholders voor het te voeren beleid (waaronder de OPR). De bestuurder is belast met de dagelijkse leiding van Stromenland als werkorganisatie, maar is ook actief op strategisch en tactisch niveau en vormt het boegbeeld en het gezicht van Stromenland naar buiten. De bestuurder ondersteunt de schoolbesturen bij het functioneren van Stromenland als netwerkorganisatie en legt aan de Raad van Toezicht verantwoording af over de gedane inspanning in die hoedanigheid. De bestuurder verantwoordt zich ook aan de Onderwijsinspectie, die als externe toezichthouder belast is met het toezicht van overheidswege op de samenwerkingsverbanden. Voor de bestuurder is een profielschets/functiebeschrijving opgesteld. Hierbij wordt uitgegaan van een benoeming van 0,8 fte. De CAO primair onderwijs is van toepassing. De 1 Is een eis die voortkomt uit de Wet Versterking Bestuurskracht die per 1 januari 2017 geldt.

82 82 functie dient nog te worden gewaardeerd op basis van het functiewaarderingssysteem (Fuwasys) van de CAO primair onderwijs. Trefwoorden: verbindend leider, luistert, weegt af en legt uit, besluitvaardig, transparant, integer, bestuurlijke sensitiviteit De bestuurder: Bestuurt de stichting o Houdt zich daarbij aan het toezichtkader en het ondersteuningsplan o Is verantwoordelijk voor het goed functioneren van Stromenland o Is verantwoordelijk voor een zorgvuldige beleidscyclus (met inachtneming van participatie Deelnemersraad bij beleidssamenstelling, beleidsbepaling en beleidsevaluatie) o Is verantwoordelijk voor financieel beheer Stromenland, jaarverslaglegging en jaarrekening, begroten en beschikken, etc., samen met een daartoe ingehuurde administratiepartner. o Is verantwoordelijk voor personeel in dienst van Stromenland (werkgeversfunctie) o Vertegenwoordigt Stromenland in rechte o Vertegenwoordigt Stromenland in externe overleggen (bv OOGO, DGO) o Voert het overleg met de OPR en de Deelnemersraad o Is verantwoordelijk voor de Kwaliteitszorg o Voert regulier overleg met de inspectie voor het onderwijs en rapporteert daaraan o Is verantwoordelijk voor het afgeven van TLV-beschikkingen o Legt periodiek verantwoording af aan de Raad van Toezicht (voortgangs- en verantwoordingsrapportages) o Legt verantwoording af aan Raad van Toezicht over doelmatigheid besteding middelen, realisatie begroting en hantering financiële kaders o Zorgt voor passende afhandeling van bezwaren en klachten en rapporteert over thuiszitters. Deelnemersraad In de Deelnemersraad participeren de 24 schoolbesturen als gezamenlijke eigenaren. De Deelnemersraad bepaalt samen met de bestuurder het beleid van Stromenland. Dit gebeurt doordat bestuurder en Deelnemersraad overeenstemming hebben over het ondersteuningsplan (lees meerjarenbeleidsplan) en de jaaragenda bestaande uit jaarplan en begroting. Naast beleidsbepaling heeft de Deelnemersraad een belangrijke functie in de beleidssamenstelling (voorbereiding) en beleidsevaluatie. De bestuurder is gehouden input op te halen in de eerste fase van beleidssamenstelling, waarbij de Deelnemersraad richtinggevende uitspraken doet ten aanzien van de te volgen koers van Stromenland. Hiervoor is dus een actieve dialoog tussen bestuurder en Deelnemersraad vereist. Vervolgens gaat de bestuurder hiermee aan de slag en komt, na raadpleging van ook andere stakeholders waaronder de OPR, met een voorgenomen beleidsdocument (ondersteuningsplan/jaarplan/begroting). Pas nadat de Deelnemersraad dit heeft

83 83 geaccordeerd kan de bestuurder de vervolgstappen uitvoeren, waaronder het voeren van OOGO en instemming vragen aan de OPR (als het gaat om het ondersteuningsplan). Aan het eind van de beleidscyclus (zie ook paragraaf 6) is de Deelnemersraad wederom in beeld als het gaat om de beleidsevaluatie. Onderdeel hiervan is o.a. het opstellen van het jaarverslag, waarbij het concept-jaarverslag wordt besproken met de Deelnemersraad. In het overleg tussen bestuurder en Deelnemersraad staat dus de inhoud van passend onderwijs centraal; wat willen wij gezamenlijk bereiken, hoe gaan we dat doen, en hoe meten we wat de effecten hiervan zijn? In het gesprek binnen de Deelnemersraad mag ook oog zijn voor de belangen van de diverse schoolbesturen (zowel regulier als speciaal (basis)onderwijs. Het is immers het forum van de eigenaren van het samenwerkingsverband. Het nastreven van de gezamenlijke doelen staat echter centraal in het gesprek, met ruimte en respect voor ieders eigen verantwoordelijkheid als schoolbestuur om binnen de afgesproken werkwijze en kaders in het ondersteuningsplan hieraan uitvoering te geven. Trefwoorden: betrokkenheid, gezamenlijke verantwoordelijkheid, commitment op inhoud, overeenstemming over koers samenwerkingsverband, invloed op beleid Het resultaat van dit gesprek is overeenstemming over de strategie van Stromenland en gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle schoolbesturen voor het realiseren van de strategische ambitie (in de regionale platforms). De Deelnemersraad fungeert dus als bindmiddel van alle aangesloten schoolbesturen. De Deelnemersraad: o Is het overlegplatform waarin alle 24 schoolbesturen vertegenwoordigd zijn o Bepaalt samen met de bestuurder het te voeren beleid van het SWV door overeenstemming over ondersteuningsplan/jaarplan/begroting alsmede wijzigingen hierin. o Is betrokken bij de beleidssamenstelling (voorbereiding), beleidsbepaling en beleidsevaluatie ten aanzien van bovengenoemde documenten. o Overlegt in elk geval driemaal per jaar met de bestuurder op basis van een reglement waarin ook de interne besluitvorming van de Deelnemersraad is geregeld (o.a. stemverhoudingen) o Heeft het initiatiefrecht om tussentijds overleg met de bestuurder te voeren, indien hiervoor zwaarwichtige redenen aanwezig zijn o Bepaalt in het ondersteuningsplan de ruimte waarbinnen de regionale platforms actief zijn. Regionale Platforms De uitvoering van passend onderwijs (Stromenland als netwerkorganisatie) is belegd in de regionale platforms. Hier tonen de schoolbesturen (regulier en speciaal onderwijs) met elkaar eigenaarschap t.a.v. passend onderwijs. In de Deelnemersraad zal de effectiviteit van de platforms, passendheid bij de doelen van Stromenland, regelmatig geëvalueerd worden aan de hand van af te spreken criteria. De samenwerking in de platforms is niet vrijblijvend; om die reden wordt er voor de platforms bij de start van het nieuwe governance model een reglement opgesteld waarin de verantwoordelijkheden van het platform, de werkrelatie met de bestuurder, de planning en controlcyclus, monitoring en verantwoording, inhoudelijk en financieel zijn vastgelegd.

84 84 Daarnaast wordt per platform door de platforms zelf vastgelegd wat de taak en positionering van de platform-coördinator is en hoe de bestuurlijke samenwerking en besluitvorming er per platform uitziet. Waar nodig maken de huidige platforms een kwaliteitsslag om onderstaande taken goed te kunnen vervullen. De platforms opereren binnen de kaders van het ondersteuningsplan. Er dient een goede wisselwerking te zijn tussen het centrale en het decentrale niveau van Stromenland. De bestuurder en de platforms onderhouden daarom een wederkerige werkrelatie met elkaar (op het niveau van de bestuurscommissies en de coördinatoren). Trefwoorden: niet vrijblijvende samenwerking, aanspreekcultuur, resultaatgericht, ruimte voor eigen invulling, bereid tot verantwoording Het regionale platform: o Stelt jaarlijks een platformagenda en een platformbegroting voor en voert deze na - instemming van de bestuurder uit. o Zorgt voor de aanlevering van gegevens ten behoeve van de monitoring van de uitvoering van passend onderwijs binnen de scholen; o Zorgt voor de verantwoording van schoolbesturen aan elkaar over de voortgang van passend onderwijs (basis- en extra ondersteuning, professionalisering, arrangementen) o Is de plek waar innovatieve arrangementen worden ontwikkeld (bv meer thuisnabij onderwijs, symbiose tussen speciaal(basis) onderwijs en basisonderwijs) o Zorgt voor het afleggen van verantwoording aan de bestuurder Stromenland De bestuurder van Stromenland faciliteert de regionale platforms door zorg te dragen voor een effectieve infrastructuur waar de monitor een plek in heeft en procedures en werkprocessen die houvast bieden voor de platformcoördinatoren. Ondersteuningsplanraad (medezeggenschap) De OPR heeft het instemmingsrecht op het ondersteuningsplan. De bestuurder zal de OPR actief op de hoogte houden van belangrijke beleidsontwikkelingen en dus periodiek met de OPR overleggen. De OPR fungeert op die manier ook als klankbord voor de bestuurder. Het perspectief van ouders en professionals (o.a. leerkrachten) is immers essentieel voor het slagen van de missie van Stromenland. Stromenland ziet ouders als waardevolle partners bij passend onderwijs, niet alleen op schoolniveau maar ook op beleidsniveau van Stromenland. Leerkrachten zijn de doorslaggevende factor binnen de school als het gaat om de kwaliteit van het onderwijs en de zienswijze van de professional is daarom nodig, zodat plannen ook kunnen worden getoetst op effectiviteit en realisme. Trefwoorden: partners in beleid, draagvlak, gedeeld beleid, stakeholder-invloed In het kader van de governance heeft de OPR een aantal bevoegdheden: o Adviesrecht op het profiel van de Raad van Toezicht; o Het recht op een bindende voordracht voor één zetel in de Raad van Toezicht van Stromenland.

85 85 Daarnaast heeft de OPR door de Wet Versterking Bestuurskracht die vanaf 1 januari 2017 in werking is getreden nog extra bevoegdheden gekregen: o Adviesrecht op het profiel van de bestuurder o Adviesrecht op de benoeming van de bestuurder o Bij benoeming van een bestuurder moet er in de sollicitatiecommissie iemand zitten van de OPR, die het personeel vertegenwoordigt en een lid namens de ouders o De Raad van Toezicht van Stromenland moet tweemaal per jaar overleg plegen met de OPR. Werkwijze en planning & control cyclus In Stromenland vindt een bestuurlijke pendeling plaats tussen centraal en decentraal niveau. Op centraal niveau zijn er centrale kaders in het ondersteuningsplan, waaraan elk platform dient te voldoen en deze kaders worden jaarlijks doorontwikkeld. We noemen dit de buitenmaten van Stromenland. Dit document is gericht op het strategisch niveau. Elk platform mag binnen de buitenmaten zelf bepalen hoe hieraan invulling wordt gegeven. De platforms opereren meer op tactisch/operationeel niveau. Elk platform legt verantwoording af in het platformverslag wat de bereikte resultaten zijn. Belangrijk is dat hierin transparante verantwoording plaatsvindt aan het centrale niveau (lees bestuurder). Bij achterblijvende resultaten is het zaak dat binnen het platform hierop actie wordt ondernomen door elkaar hierop aan te spreken. Hierboven is al geformuleerd dat in uiterste instantie een bestuurlijke escalatieladder van toepassing is, omdat gebrekkige samenwerking of onvoldoende uitvoering van passend onderwijs binnen scholen er niet toe mag leiden dat Stromenland zijn wettelijke en maatschappelijke opdracht en de daarvoor aangewende middelen, niet kan realiseren en verantwoorden richting interne toezichthouders en de Onderwijsinspectie. Positionering platformcoördinatoren De coördinatoren zijn een belangrijke schakel omdat zij de spin in het web zijn van de platforms. Zij geven leiding aan de ondersteuners op de scholen binnen het platform. Zij vervullen een meervoudige rol. Ten behoeve van de platformagenda en platformbegroting functioneren zij onder verantwoordelijkheid en aansturing van de bestuurscommissie per platform (Stromenland als netwerkorganisatie). Ten behoeve van de afstemming met elkaar en het centrale niveau van Stromenland functioneren zij in nauwe relatie tot de bestuurder (Stromenland als werkorganisatie). In het platformreglement en de functiebeschrijving van de coördinator wordt deze meervoudige rol nader omschreven. Regulier is er in Stromenland een coördinatorenoverleg, waarin beleid en uitvoering met elkaar wordt afgestemd en van elkaar geleerd wordt aan de hand van platformervaringen. Er is gekozen de coördinatoren in dienst te doen zijn bij verschillende schoolbesturen (formele werkgeversrol). De materiële werkgeversrol wordt ingevuld door de bestuurscommissie van het platform. Zij voeren ook voortgangsgesprekken met de coördinatoren.

86 86 1. Samenvatting governance model in schema Het nieuwe organogram ziet er als volgt uit: Toelichting: De lijnen die vanuit bestuurder richting platforms lopen zijn functionele wederkerige overleglijnen en geen hiërarchische lijnen.

Ouderbeleid Stromenland

Ouderbeleid Stromenland Ouderbeleid Stromenland De wijze waarop ouders bij passend onderwijs worden betrokken verschilt per platform. Er is wel een gezamenlijk kader, dat in dit hoofdstuk wordt behandeld. De platforms zullen

Nadere informatie

Profiel bestuurder. Amsterdam, mei 2017 Henk Hendriks

Profiel bestuurder. Amsterdam, mei 2017 Henk Hendriks Profiel bestuurder Amsterdam, mei 2017 Henk Hendriks Profiel bestuurder SWV Stromenland 1 Context De werkzaamheden worden uitgevoerd ten behoeve van de stichting Samenwerkingsverband PO Stromenland. Stromenland

Nadere informatie

Kader kwaliteitszorg. Versie: 1.0 Datum: Status: Definitief

Kader kwaliteitszorg. Versie: 1.0 Datum: Status: Definitief Kader kwaliteitszorg Versie: 1.0 Datum: 26-06-2019 Status: Definitief Inhoudsopgave 1. Visie... 3 2. Inrichting kwaliteitszorg... 3 3. Borging... 4 4. Verantwoording... 5 5. Toekomst... 5 Bijlage 1...

Nadere informatie

Jaarverslag publieksversie

Jaarverslag publieksversie Jaarverslag 2016 publieksversie 1 Het samenwerkingsverband Met het jaarverslag legt het samenwerkingsverband verantwoording af over het gevoerde beleid in 2016. Deze publieksversie geeft de belangrijkste

Nadere informatie

Platformreglement Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Stromenland

Platformreglement Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Stromenland Platformreglement Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Stromenland HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie 1. Dit reglement is opgesteld ingevolge artikel 9.2 van de statuten van Stichting

Nadere informatie

Doorontwikkeling ondersteuningsplan

Doorontwikkeling ondersteuningsplan Doorontwikkeling ondersteuningsplan Inleiding Het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband PO Duin- en Bollenstreek is geschreven voor de periode 2014/2018 en legt de basis voor de invoering van

Nadere informatie

Jaarplan / regio Randstad

Jaarplan / regio Randstad Jaarplan 08-2014/12-2015 regio Randstad Inleiding Dit document bevat het jaarplan en de managementrapportage van regio Randstad Het eerste gedeelte bestaat uit het jaarplan. Bij thema wordt het onderwerp

Nadere informatie

Jaarplan schooljaar 2015-2016

Jaarplan schooljaar 2015-2016 Jaarplan schooljaar 2015-2016 Samenwerkingsverband IJssel Berkel Datum 16 juni 2015 Versie Vastgesteld door bestuur op 15 juni 2015 Pagina 1 van 14 IJssel Berkel is een Samenwerkingsverband Passend Onderwijs

Nadere informatie

Voor het schooljaar zijn de volgende thema s nader uitgewerkt:

Voor het schooljaar zijn de volgende thema s nader uitgewerkt: Jaarplan 2017-2018 In het Ondersteuningsplan 2015-2019 zijn de ambities van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Roosendaal-Moerdijk e.o. (PO 30.02) verwoord om te komen tot thuisnabij passend onderwijs

Nadere informatie

Ondersteuningsplan

Ondersteuningsplan Ondersteuningsplan 2018-2022 Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Friesland Publieksversie Alle leerlingen gaan succesvol naar school dat is onze opdracht en daar werken alle scholen voor primair onderwijs

Nadere informatie

Toezichtkader SWV Passend Onderwijs Lelystad VO

Toezichtkader SWV Passend Onderwijs Lelystad VO Toezichtkader SWV Passend Onderwijs Lelystad VO Vastgesteld door de Raad van Toezicht op 4 november 2016 Inleiding De statuten bepalen verder dat de Raad van Toezicht (RvT) een toezichtkader vaststelt

Nadere informatie

Samenvatting. Aanvulling op het ondersteuningsplan ten behoeve van beleid kalenderjaar 2017 RSV Breda PO 30-03

Samenvatting. Aanvulling op het ondersteuningsplan ten behoeve van beleid kalenderjaar 2017 RSV Breda PO 30-03 Samenvatting Aanvulling op het ondersteuningsplan 2014-2018 ten behoeve van beleid kalenderjaar 2017 RSV Breda PO 30-03 Inleiding In januari 2017 heeft het bestuur van het RSV Breda PO 30-03 de aanvulling

Nadere informatie

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland Inleiding Binnen het samenwerkingsverband Stromenland is met diverse gremia gezamenlijk gekomen tot deze notitie basisondersteuning. De procesgang is

Nadere informatie

Samenvatting Jaarmonitor Passend onderwijs PO Eindhoven (3007)

Samenvatting Jaarmonitor Passend onderwijs PO Eindhoven (3007) Samenvatting Jaarmonitor Passend onderwijs PO Eindhoven (3007) 2015-2016 Samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven Odysseuslaan 2 5631 JM Eindhoven Telefoon: 040-2968787 www.po-eindhoven.nl SWV

Nadere informatie

Aanvulling op het ondersteuningsplan Samenwerkingsverband PO Optimale Onderwijskans.

Aanvulling op het ondersteuningsplan Samenwerkingsverband PO Optimale Onderwijskans. Samenvatting Aanvulling op het ondersteuningsplan 2014-2018 Samenwerkingsverband PO 30-03 Optimale Onderwijskans. Beschrijving van de beleidsafspraken die zijn gemaakt gedurende het schooljaar 2014-2015.

Nadere informatie

Ondersteuningsplatform Nijmegen. Ondersteuningsagenda platform Nijmegen Vastgestelde versie

Ondersteuningsplatform Nijmegen. Ondersteuningsagenda platform Nijmegen Vastgestelde versie Ondersteuningsagenda platform Nijmegen 2017-2018 Vastgestelde versie Vastgesteld in het bestuurlijk overleg ondersteuningsplatform Nijmegen op 12 oktober 2017 Titia Blankstein Coördinator platform Nijmegen

Nadere informatie

Jaarverslag Ondersteuningsplanraad

Jaarverslag Ondersteuningsplanraad Jaarverslag Ondersteuningsplanraad Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Roosendaal, Moerdijk en omgeving 2015-2016 INHOUDSOPGAVE Voorwoord 2 De OPR van samenwerkingsverband Passend Onderwijs Roosendaal,

Nadere informatie

Profielschets bestuurder. SWV PO en SWV VO Zoetermeer

Profielschets bestuurder. SWV PO en SWV VO Zoetermeer Profielschets bestuurder SWV PO en SWV VO Zoetermeer 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 3 2. Situatieschets... 3 3. Profiel en werkzaamheden gezamenlijke bestuurder... 5 3.1. Werkzaamheden... 5 3.2. Kennis,

Nadere informatie

juni 2017 Geactualiseerd plan van aanpak talentonderwijs als onderdeel van de basisondersteuning

juni 2017 Geactualiseerd plan van aanpak talentonderwijs als onderdeel van de basisondersteuning juni 2017 Geactualiseerd plan van aanpak talentonderwijs als onderdeel van de basisondersteuning Inleiding Het samenwerkingsverband is in het schooljaar 16-17 gestart met het herijken van de basisondersteuning.

Nadere informatie

Jaarplan SWV PO3002

Jaarplan SWV PO3002 Jaarplan 2018-2019 SWV PO3002 In het Ondersteuningsplan 2018-2022 zijn de ambities van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Roosendaal-Moerdijk e.o. (PO 30.02) verwoord om te komen tot thuisnabij

Nadere informatie

leerlingen iedere school die is aangesloten bij het Samenwerkingsverband werkt volgens de kernwaarden (zie verderop).

leerlingen iedere school die is aangesloten bij het Samenwerkingsverband werkt volgens de kernwaarden (zie verderop). Visiedocument 1. Inleiding Het Samenwerkingsverband V(S)O Duin- en Bollenstreek is een stichting waarbij 8 schoolbesturen zijn aangesloten met totaal 19 vestigingen van de scholen voor voortgezet onderwijs

Nadere informatie

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ COÖPERATIE SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS OOSTERSCHELDEREGIO U.A.

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ COÖPERATIE SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS OOSTERSCHELDEREGIO U.A. BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ COÖPERATIE SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS OOSTERSCHELDEREGIO U.A. Plaats : Goes Bestuursnummer : 21690 Samenwerkingsverband : VO2902 Onderzoek uitgevoerd

Nadere informatie

Bijlage C. Communicatieplan. Passenderwijs

Bijlage C. Communicatieplan. Passenderwijs Bijlage C Communicatieplan Passenderwijs 2017-2021 In het communicatieplan staat beschreven hoe samenwerkingsverband Passenderwijs haar externe communicatie vormgeeft. Op welke wijze, hoe vaak, in welke

Nadere informatie

Samen maken we het passend!

Samen maken we het passend! Samen maken we het passend! Publieksversie Ondersteuningsplan 20142014 Samenwerkingsverband Primair Onderwijs MiddenHolland Dit is de publieksversie van het Ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Intern toezichtkader PVO Walcheren

Intern toezichtkader PVO Walcheren Intern toezichtkader PVO Walcheren Februari 2015, intern toezichtkader stichting PVO Walcheren Pagina 1 Voorwoord Dit toezichtkader is tot stand gekomen in het kader van de vorming van het nieuwe samenwerkingsverband

Nadere informatie

1. Opening. 2. Presentatie over de kern van het concept Ondersteuningsplan. 3. Bespreken van het concept Ondersteuningsplan.

1. Opening. 2. Presentatie over de kern van het concept Ondersteuningsplan. 3. Bespreken van het concept Ondersteuningsplan. Verslag Op Overeenstemming Gericht Overleg tussen het Samenwerkingsverband 20-01 PO en de gemeenten in de provincie Groningen en de gemeente Noordenveld d.d. 24 januari 2014. 1. Opening. De voorzitter

Nadere informatie

Eerste analyse van de in-, door- en uitstroom van het aantal leerlingen s(ba)o binnen het samenwerkingsverband

Eerste analyse van de in-, door- en uitstroom van het aantal leerlingen s(ba)o binnen het samenwerkingsverband Eerste analyse van de in-, door- en uitstroom van het aantal leerlingen s(ba)o binnen het samenwerkingsverband Naar de bijlagen 1 en 2 wordt verwezen voor de overzichten en de rapportage van de commissie

Nadere informatie

OPP binnen Plein 013. Wat?

OPP binnen Plein 013. Wat? OPP binnen Plein 013 Wat? De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft in het vergaderjaar 2013-2014 een wijziging opgenomen in de Wet op het Primair Onderwijs in verband met het registeren van leerlingen

Nadere informatie

Passend onderwijs. onderwijs voor uw kind

Passend onderwijs. onderwijs voor uw kind Passend onderwijs Want u wilt het allerbeste onderwijs voor uw kind Over SKOzoK SKOzoK is een enthousiaste, ambitieuze onderwijsstichting met 30 basisscholen in de regio s Bergeijk, Cranendonck, Heeze-Leende,

Nadere informatie

Samenvatting Ondersteuningsplan 2014-2018

Samenvatting Ondersteuningsplan 2014-2018 Samenvatting Ondersteuningsplan 2014-2018 In het Ondersteuningsplan 2014-2018 staan de afspraken die de schoolbesturen hebben gemaakt binnen het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Breda e.o. om de

Nadere informatie

Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland

Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland Artikel 1 Begripsbepalingen In dit bestuursreglement wordt verstaan onder: a. statuten: de statuten van de Stichting

Nadere informatie

samenwerkingsverband primair onderwijs Communicatieplan Stichting Passenderwijs Datum: november 2014 Versie: 4.0 Stichting Passenderwijs

samenwerkingsverband primair onderwijs Communicatieplan Stichting Passenderwijs Datum: november 2014 Versie: 4.0 Stichting Passenderwijs samenwerkingsverband primair onderwijs Communicatieplan Stichting Passenderwijs Datum: november 2014 Versie: 4.0 Stichting Passenderwijs 1 Communicatieplan In onderstaand communicatieplan staat beschreven

Nadere informatie

Passend onderwijs en kwaliteitsbeleid

Passend onderwijs en kwaliteitsbeleid Passend onderwijs en kwaliteitsbeleid Lia van Meegen Kwaliteitsbeleid Wettelijk kader: inspectie Kwaliteitsbeleid op twee niveaus: Niveau van het swv Niveau afzonderlijke besturen en scholen Kwaliteitszorg

Nadere informatie

samenwerking De rol van de schoolleider en de MR in de cyclus van het schoolondersteuningsprofiel Drie niveaus van passend onderwijs

samenwerking De rol van de schoolleider en de MR in de cyclus van het schoolondersteuningsprofiel Drie niveaus van passend onderwijs De rol van de leider en de MR in de cyclus van het Medezeggenschap: sterker, beter, passend Jan Stuijver Medezeggenschap: sterker, beter, passend 1 Medezeggenschap: sterker, beter, passend 2 Drie niveaus

Nadere informatie

Bijlage 6. Uitwerking KPI s uit het kwaliteitszorgsysteem

Bijlage 6. Uitwerking KPI s uit het kwaliteitszorgsysteem Bijlage 6. Uitwerking KPI s uit het kwaliteitszorgsysteem Uitwerking KPI's Indicator Hoe doen we dat? Waar ligt dat vast? Hoe brengen we het resultaat in beeld? Wat monitoren we? Kwaliteitsaspect 1 Resultaten

Nadere informatie

ROUTE A: LEERLING WORDT AANGEMELD BIJ EEN BASISSCHOOL

ROUTE A: LEERLING WORDT AANGEMELD BIJ EEN BASISSCHOOL ONDERSTEUNINGTOEWIJZINGSROUTE De toeleiding naar passende ondersteuning vindt plaats op basis van arrangeren. Arrangeren wordt gedefinieerd als het proces om te komen tot een match tussen onderwijsbehoefte

Nadere informatie

Bijlage C. Communicatieplan. Passenderwijs

Bijlage C. Communicatieplan. Passenderwijs Bijlage C Communicatieplan Passenderwijs 2017-2021 In het communicatieplan staat beschreven hoe samenwerkingsverband Passenderwijs haar externe communicatie vormgeeft. Op welke wijze, hoe vaak, in welke

Nadere informatie

Inspectie indicatoren Waarderingskader

Inspectie indicatoren Waarderingskader Inspectie indicatoren Waarderingskader Een samenwerkingsverband wordt ook bezocht door de inspectie voor het onderwijs. Zie hier het inspectiekader voor samenwerkingsverbanden. Kwaliteitsaspect 1 Resultaten

Nadere informatie

U in de OndersteuningsPlanRaad? Ja, waarom niet?

U in de OndersteuningsPlanRaad? Ja, waarom niet? U in de OndersteuningsPlanRaad? Ja, waarom niet? Passend Onderwijs & OndersteuningsPlanRaad Wat is passend onderwijs? Passend onderwijs is m.i.v. 1 augustus 2014 de nieuwe manier waarop onderwijs aan kinderen,

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 12ZQ00 De Bongerd

Schoolondersteuningsprofiel. 12ZQ00 De Bongerd Schoolondersteuningsprofiel 12ZQ00 De Bongerd Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning... 8 4 Deskundigheid

Nadere informatie

Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek

Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek Mei 2018 Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek In het samenwerkingsverband is voor ieder kind een plek en krijgt het de gelegenheid zich binnen zijn/haar

Nadere informatie

Prestatie indicatoren ten behoeve van SWV PO De Kempen schooljaar

Prestatie indicatoren ten behoeve van SWV PO De Kempen schooljaar Prestatie indicatoren ten behoeve van SWV PO De Kempen schooljaar 2019-2020 VERSIE.DEF Ieder jaar stelt het Dagelijks Bestuur in juni de prestatie-indicatoren vast voor het komende schooljaar. Deze prestatie

Nadere informatie

Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder

Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder Inleiding en relevantie van deze notitie De Amsterdamse scholen hebben in de aanloop naar passend onderwijs in de periode voor 1 augustus 2014 hun eerste

Nadere informatie

Voor wat betreft de financiën ligt de prioriteit bij de interne begeleiding op de basisscholen.

Voor wat betreft de financiën ligt de prioriteit bij de interne begeleiding op de basisscholen. Zoetermeer, april 2014. NIEUWSBRIEF PASSEND ONDERWIJS NUMMER 10 Met deze nieuwsbrief willen we alle betrokkenen in het kort informeren over actuele ontwikkelingen met betrekking tot Passend Onderwijs.

Nadere informatie

Passend Onderwijs. Regio 30-08

Passend Onderwijs. Regio 30-08 Passend Onderwijs Regio 30-08 SYSTEEM VAN DOORVERWIJZEN 4 16 jaar WSNS en LGF De aanleiding Nadelige effecten? Nog steeds vallen leerlingen tussen wal en schip Nog steeds moeten ouders zoeken naar een

Nadere informatie

COMMUNICATIEPLAN EN STRUCTUUR. Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Drechtsteden

COMMUNICATIEPLAN EN STRUCTUUR. Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Drechtsteden COMMUNICATIEPLAN EN STRUCTUUR Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Drechtsteden Concept versie; d.d. 28.01.2014 Inhoud: 1. Verantwoording 2. Doelen en gebruikswaarde van het Communicatieplan 3. Organisatie

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 10XU00 CBS Het Baken

Schoolondersteuningsprofiel. 10XU00 CBS Het Baken Schoolondersteuningsprofiel 10XU00 CBS Het Baken Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning... 8 4

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Blaricum Plaats : Blaricum Gemeentenummer : 0376 Onderzoeksnummer : 293985 Datum onderzoek : 3 oktober 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

HERIJKEN & DOORSTARTEN. Houtskoolschets bestuurlijke inrichting en organisatie Samenwerkingsverband PO PassendWijs

HERIJKEN & DOORSTARTEN. Houtskoolschets bestuurlijke inrichting en organisatie Samenwerkingsverband PO PassendWijs HERIJKEN & DOORSTARTEN Houtskoolschets bestuurlijke inrichting en organisatie Samenwerkingsverband PO PassendWijs Notitie voor het Dagelijks Bestuur PassendWijs t.b.v. vergadering op 21 februari 2017,

Nadere informatie

INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE

INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE Inhoud 1. Inleiding 2. Kwaliteit gedefinieerd 3. Parameters en normen 4. Het cyclische systeem van kwaliteitszorg 5. Instrumenten 6. Planning

Nadere informatie

Gezocht: Coördinator voor Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Eindhoven (30-07)

Gezocht: Coördinator voor Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Eindhoven (30-07) Gezocht: Coördinator voor Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Eindhoven (30-07) Hebt u affiniteit met Passend Onderwijs? Hebt u aantoonbare ervaring met bovenschoolse werkzaamheden of bent u werkzaam

Nadere informatie

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING LEERLINGZORG VOORTGEZET ONDERWIJS ALMERE

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING LEERLINGZORG VOORTGEZET ONDERWIJS ALMERE BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING LEERLINGZORG VOORTGEZET ONDERWIJS ALMERE Plaats : Almere Bestuursnummer : 21654 Samenwerkingsverband : VO2401 Onderzoek uitgevoerd op : 11 april 2014 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Ondersteuningsplatform Nijmegen. Evaluatie Ondersteuningsagenda platform Nijmegen

Ondersteuningsplatform Nijmegen. Evaluatie Ondersteuningsagenda platform Nijmegen Ondersteuningsagenda platform Nijmegen 2016-2017 November 2017 Titia Blankstein Coördinator platform Nijmegen Opmaak: Wouter de Gooyert Pagina 2 van 9 Inleiding. In deze evaluatie staat per ontwikkelgebied

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 00CV00 School Matthijsje

Schoolondersteuningsprofiel. 00CV00 School Matthijsje Schoolondersteuningsprofiel 00CV00 School Matthijsje Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

JAARVERSLAG

JAARVERSLAG JAARVERSLAG 2015-2016 Gouda, september 2016 Inleiding Dit is het eerste jaarverslag van de ondersteuningsplanraad (OPR) van Samenwerkingsverband (SWV) V(S)O Midden Holland Rijnstreek. De OPR is in 2013

Nadere informatie

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en toekenning extra ondersteuning

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en toekenning extra ondersteuning Versie 1 september 2017 Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en toekenning extra ondersteuning Samenwerkingsverband passend

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 15QG00 Horizon

Schoolondersteuningsprofiel. 15QG00 Horizon Schoolondersteuningsprofiel 15QG00 Horizon Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning... 8 4 Deskundigheid

Nadere informatie

TRIPLE T. Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T)

TRIPLE T. Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T) TRIPLE T Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T) Passend onderwijs Een ontwikkeling die parallel loopt aan de transitie Jeugdzorg en die met name vanwege de sterk inhoudelijke samenhang

Nadere informatie

Gemeenteraad Rhenen

Gemeenteraad Rhenen Gemeenteraad Rhenen 29 10 2014 Voorstellen Fransje van Veen: Directeur PPO de Link (Openbare scholen in Rhenen, Wageningen en Renkum) Voorzitter van oude SWV Veluwe Rijn Vallei tot 1 aug 2014 Bestuurslid

Nadere informatie

VERSLAG OPR samenwerkingsverband O3 Dinsdag: 25-11-2014 Aanvang: 19.00 Plaats: Kapelle, de Moolhoek. Notulist: Karin Sauter

VERSLAG OPR samenwerkingsverband O3 Dinsdag: 25-11-2014 Aanvang: 19.00 Plaats: Kapelle, de Moolhoek. Notulist: Karin Sauter VERSLAG OPR samenwerkingsverband O3 Dinsdag: 25-11-2014 Aanvang: 19.00 Plaats: Kapelle, de Moolhoek. Notulist: Karin Sauter Aanwezig: zie presentielijst. Onderwerp Inhoud/toelichting Besluit/actie/wie

Nadere informatie

BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE

BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE In deze bijlage is het waarderingskader en de normering voor de voorschoolse educatie opgenomen. De toelichting op de aanpassing van het waarderingskader

Nadere informatie

Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel. Naam School

Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel. Naam School 1 LOGO SCHOOL Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel Naam School Algemene gegevens School Zalmplaatschool BRIN 10QX 00 Directeur Nico Bakker Adres Aalreep 8-10 Telefoon 010-4167408 E-mail directie@ Bestuur

Nadere informatie

1.2 Dynamiek scholengroep

1.2 Dynamiek scholengroep 1.2 Dynamiek scholengroep Schoolbestuur Basisschool St. Anna valt onder het bestuur van de stichting Dynamiek Scholengroep.Dynamiek Scholengroep verzorgt primair onderwijs in de gemeente Horst aan de Maas

Nadere informatie

COMMUNICATIEPLAN PASSEND ONDERWIJS

COMMUNICATIEPLAN PASSEND ONDERWIJS COMMUNICATIEPLAN PASSEND ONDERWIJS SWV VO/VSO 31.02 'Communicatie is het scheppen van gemeenschappelijke betekenis (Gisela Redeker, hoogleraar communicatie) Conceptversie 2 17-03-2014 Communicatieplan

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Inhoudsopgave Schoolondersteuningsprofiel 04NS00 Christelijke Montessorischool Toelichting... 3! DEEL I! INVENTARISATIE... 6! 1! Typering van de school... 7! 2! Kwaliteit basisondersteuning... 7! 3! Basisondersteuning...

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Samenwerkingsverband PO 2203 Hoogeveen, Meppel, Steenwijk en omstreken

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Samenwerkingsverband PO 2203 Hoogeveen, Meppel, Steenwijk en omstreken RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Samenwerkingsverband PO 2203 Hoogeveen, Meppel, Steenwijk en omstreken Plaats : Zuidwolde Dr Administratienummer : PO2203 Bestuursnummer : 21460 Onderzoeksnummer

Nadere informatie

Convenant Passend Onderwijs bij inzet Jeugdhulp

Convenant Passend Onderwijs bij inzet Jeugdhulp Convenant Passend Onderwijs bij inzet Jeugdhulp Onderwijs en de gemeente Oldebroek werken nauw samen aan een gezond opvoed- en opgroeiklimaat voor kinderen. Preventie ter voorkoming van ontwikkelingsproblemen

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 10GE00 Bs De Vier Heemskinderen

Schoolondersteuningsprofiel. 10GE00 Bs De Vier Heemskinderen Schoolondersteuningsprofiel 10GE00 Bs De Vier Heemskinderen Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 24CT00 RK Basisschool De Floriant

Schoolondersteuningsprofiel. 24CT00 RK Basisschool De Floriant Schoolondersteuningsprofiel 24CT00 RK Basisschool De Floriant 1 Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

Actie Concrete afspraken Tijd Wie

Actie Concrete afspraken Tijd Wie Concrete afspraken Tijd Wie Visie 1. Wij gaan uit van inclusief-tenzij. denken. Deze attitude wordt als leidend beschouwd. Doel A. Er worden in het regulier onderwijs zoveel mogelijk leerlingen met extra

Nadere informatie

TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN

TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN TVO-PROCEDURE TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN Van overnemen naar versterken: een passend onderwijstraject voor elke leerling ingangsdatum 1 augustus

Nadere informatie

COMMUNICATIEPLAN. Communicatieplan Pagina 1 van 8

COMMUNICATIEPLAN. Communicatieplan Pagina 1 van 8 COMMUNICATIEPLAN Communicatieplan 2017 08-02-2017 Pagina 1 van 8 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Uitgangspunten communicatie 3. Doel 4. Doelgroepen en communicatie instrumenten 5. Rolverdeling communicatie

Nadere informatie

Aanmelding, zorgplicht en plaatsingsproblemen

Aanmelding, zorgplicht en plaatsingsproblemen Pagina 1 van 5 De nieuwe regels voor aanmelding en plaatsing van leerlingen in het voortgezet onderwijs, die in beginsel duidelijk zijn, roepen vragen op. Deze vragen komen voort uit de specifieke situaties,

Nadere informatie

Coördinator ondersteuningsplatform Beuningen, Druten/West Maas en Waal, Wijchen

Coördinator ondersteuningsplatform Beuningen, Druten/West Maas en Waal, Wijchen Functiebeschrijving Coördinator ondersteuningsplatform Beuningen, Druten/West Maas en Waal, Wijchen Context Samenwerkingsverband Stromenland is een groot samenwerkingsverband in Zuid-Oost Nederland en

Nadere informatie

Convenant Kindcentra

Convenant Kindcentra Convenant Kindcentra 2015 2018 1 Partijen: 1. Dak Kindercentra, vertegenwoordigd door mevrouw Briedé, voorzitter Raad van Bestuur; 2. Lucas Onderwijs, vertegenwoordigd door de heer van Vliet, voorzitter

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. CSG De Lage Waard HAVO VWO

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. CSG De Lage Waard HAVO VWO KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 CSG De Lage Waard HAVO VWO Plaats : Papendrecht BRIN nummer : 16QA C1 BRIN nummer : 16QA 00 HAVO BRIN nummer : 16QA 00 VWO Onderzoeksnummer

Nadere informatie

Het Stedelijk Lyceum afdeling De Wissel School voor praktijkonderwijs : Enschede

Het Stedelijk Lyceum afdeling De Wissel School voor praktijkonderwijs : Enschede RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Het Stedelijk Lyceum afdeling De Wissel School voor praktijkonderwijs Enschede Plaats : Enschede BRIN-nummer : 19NG-0 Onderzoek uitgevoerd op : 5

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 07PR00 RK Basisschool St Jozef

Schoolondersteuningsprofiel. 07PR00 RK Basisschool St Jozef Schoolondersteuningsprofiel 07PR00 RK Basisschool St Jozef Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

De complexiteit van kwaliteitszorg in samenwerkingsverbanden passend onderwijs.

De complexiteit van kwaliteitszorg in samenwerkingsverbanden passend onderwijs. + Tweedaagse samenwerkingsverbanden PO & VO 1 Lunteren 5 & 6 oktober 2016 De complexiteit van kwaliteitszorg in samenwerkingsverbanden passend onderwijs. + Aanleiding 2 Ontstaansgeschiedenis IJssel Berkel

Nadere informatie

Verbreden, verdiepen en versterken

Verbreden, verdiepen en versterken Verbreden, verdiepen en versterken voor optimale ontwikkelingskansen voor kinderen Samenvatting Ondersteuningsplan Sine Limite 2018-2022 juni 2018 Vooraf: Ondersteuningsplan hoe & wat Vanaf schooljaar

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1.

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1. Inhoudsopgave Inleiding School Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar 1. Leerlinggegevens 1.1 Algemene gegevens 1.2 Gegevens m.b.t. passend onderwijs 2. Toezicht Onderwijsinspectie

Nadere informatie

Hoe zit het eigenlijk met Passend Onderwijs?

Hoe zit het eigenlijk met Passend Onderwijs? Hoe zit het eigenlijk met Passend Onderwijs Wat merk ik daarvan in de groep op school Wat merkt mijn kind daarvan Ehm... Wat is dat Passend Onderwijs SWV de Eem legt in deze brochure uit hoe er wordt

Nadere informatie

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS ZEEUWS-VLAANDEREN

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS ZEEUWS-VLAANDEREN BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS ZEEUWS-VLAANDEREN Plaats : Terneuzen Bestuursnummer : 21656 Samenwerkingsverband : VO2903 Onderzoek uitgevoerd op : 13

Nadere informatie

Ondersteuningsplan PO-VO

Ondersteuningsplan PO-VO Ondersteuningsplan PO-VO Aanleiding: labels In 10 jaar tijd (2003 2013): * Rugzakleerlingen: van 11.000 naar 39.000 leerlingen. * SO leerlingen: van 54.000 naar 68.000 leerlingen. In 5 jaar tijd (2007

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen

Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen Adaptief onderwijs Onderwijs dat zich aanpast aan de ontwikkelingsmogelijkheden en behoeften van elk (individueel) kind. Arrangement Extra onderwijsondersteuning

Nadere informatie

Bijlage 1: voorstel toelaatbaarheidsverklaring

Bijlage 1: voorstel toelaatbaarheidsverklaring Bijlage 1: voorstel toelaatbaarheidsverklaring en toelaatbaarheidscommissie PPO Rotterdam Auteur: N. Teeuwen e.a. 1 Versie Datum 27-5-2014 Overzicht besluitvormingstraject Datum: Datum: 12 juni 2014 Projectbestuur

Nadere informatie

Organisatie: Samenwerkingsverband Stichting Samenwerkingsverband RiBA ( Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard)

Organisatie: Samenwerkingsverband Stichting Samenwerkingsverband RiBA ( Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard) Functie-informatie Functienaam: Directeur samenwerkingsverband Organisatie: Samenwerkingsverband 28.05 Stichting Samenwerkingsverband RiBA ( Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard) Werkterrein: Management

Nadere informatie

Instellingen voor auditief en communicatief beperkte leerlingen. Van Vraag naar Ondersteuning. Landelijk kader inrichting passend onderwijs

Instellingen voor auditief en communicatief beperkte leerlingen. Van Vraag naar Ondersteuning. Landelijk kader inrichting passend onderwijs Instellingen voor auditief en communicatief beperkte leerlingen Van Vraag naar Ondersteuning Landelijk kader inrichting passend onderwijs november 2014 De stichting Siméa behartigt de belangen van de instellingen

Nadere informatie

COMMUNICATIEPLAN Communicatieplan 28-1-2015 def A. van den Bosch/P. Dekkers

COMMUNICATIEPLAN Communicatieplan 28-1-2015 def A. van den Bosch/P. Dekkers COMMUNICATIEPLAN INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Uitgangspunten communicatie 3. Doel 4. Doelgroepen en communicatie instrumenten 5. Rolverdeling communicatie 6. Evaluatie 1. Inleiding Bij de opdracht van

Nadere informatie

Jaarverslag Ondersteuningsplanraad (OPR)

Jaarverslag Ondersteuningsplanraad (OPR) Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Jaarverslag 2017-2018 Ondersteuningsplanraad (OPR) 1 Inhoud 1. Inleiding 2. Wat is de Ondersteuningsplanraad (OPR)? 3. Samenstelling OPR 4. Jaarverslag 2017-2018

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 17IQ00 School voor Speciaal Basisonderwijs De Verrekijker

Schoolondersteuningsprofiel. 17IQ00 School voor Speciaal Basisonderwijs De Verrekijker Schoolondersteuningsprofiel 17IQ00 School voor Speciaal Basisonderwijs De Verrekijker Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning...

Nadere informatie

PERMANENTE COMMISSIE LEERLINGONDERSTEUNING Versie 2.0

PERMANENTE COMMISSIE LEERLINGONDERSTEUNING Versie 2.0 PERMANENTE COMMISSIE LEERLINGONDERSTEUNING Versie 2.0 Eindhoven, 28 juni 2016 Besproken in het Scholenoverleg d.d. 28 september 2016 Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur d.d. 4 november 2016 Evaluatie

Nadere informatie

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond Publieksversie voor scholen en ouders

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond Publieksversie voor scholen en ouders Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond Publieksversie voor scholen en ouders Passend Onderwijs is goed onderwijs Passend onderwijs in IJmond 1 Het samenwerkingsverband Voor iedere

Nadere informatie

Vragen gesteld op de ouderavond op 11 februari 2014 gehouden in De Boemerang te Naaldwijk

Vragen gesteld op de ouderavond op 11 februari 2014 gehouden in De Boemerang te Naaldwijk Vragen gesteld op de ouderavond op 11 februari 2014 gehouden in De Boemerang te Naaldwijk 1: En wat kunnen jullie betekenen voor hoogbegaafde kinderen. Het is aan de school om aanbod te hebben voor hoogbegaafde

Nadere informatie

School Ondersteunings Profiel (SOP)

School Ondersteunings Profiel (SOP) School Ondersteunings Profiel (SOP) april 2016 1 Schoolondersteuningsprofiel: Is onze school de passende plek voor uw kind? Wat is het schoolondersteuningsprofiel en waar dient het voor? Het schoolondersteuningsprofiel

Nadere informatie

Bezuiniging op Passend Onderwijs voor 2013 geschrapt. Houdbaarheid na 2013 Invoering op 1-8-2014

Bezuiniging op Passend Onderwijs voor 2013 geschrapt. Houdbaarheid na 2013 Invoering op 1-8-2014 19-6-2012 Geschiedenis: 1998 (WSNS 2 e fase), 2003 (WEC), 2005 (vernieuwing zorgstructuren) Bezuiniging op Passend Onderwijs voor 2013 geschrapt. Houdbaarheid na 2013 Invoering op 1-8-2014 Behandeling

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut

Medezeggenschapsstatuut Stichting Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Hoeksche Waard Medezeggenschapsstatuut Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 21 januari 2014 na instemming door de Ondersteuningsplanraad d.d.

Nadere informatie

Bijlage 10 Overzicht acties kwaliteitsmanagementsysteem

Bijlage 10 Overzicht acties kwaliteitsmanagementsysteem Bijlage 10 Overzicht acties kwaliteitsmanagementsysteem Onderstaand wordt een suggestie gedaan voor de ontwikkeling van een kwaliteitsmanagement (KMS) in vier jaar. Daarbij is rekening gehouden met de

Nadere informatie

Wethoudersoverleg Sociaal Domein

Wethoudersoverleg Sociaal Domein Wethoudersoverleg Sociaal Domein Onderdeel : Jeugd Agendapunt : 9 Nummer : 13.0004438 Onderwerp: Plan van aanpak Passend Onderwijs Bijlagen: Inleiding: Vanaf 1 augustus 2014 zijn scholen verplicht een

Nadere informatie