PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e"

Transcriptie

1 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang januari 2005 num mer 4 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Zuivel 2 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 4 Verordening opslagen en bijdragen 2005 (RE 1) 4 Verordening heffing scholing en vorming ondernemingsraadsleden 2005 (RE 2) 8 Mandaatverleningsbesluit secretaris Bestuurskamer artikel 46a WOR (RE 3) 11 Ondermandaatverleningsbesluit artikel 46a WOR (RE 4) 12 Verordening begroting 2005 (RE 5) 13 BEDRIJFSLICHAMEN 16 Productschap Pluimvee en Eieren (PPE 1) 16 Productschap Vee en Vlees (PVV 2) 22 Productschap Zuivel (PZ 1) 27 RECTIFICATIE 30 Bedrijfschap Horeca en Catering (HOR 1) 30

2 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren tegen de in dit Mededelingenblad gepubliceerde ontwerpverordening. BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Zuivel Lijst van door de Centrale Organisatie Superheffing (COS) erkende kopers Onderstaande lijst bevat de door de Centrale Organisatie Superheffing (COS), conform de registratie per 18 januari 2005, voor de heffingsperiode erkende kopers in de zin van artikel 19 Regeling superheffing en melkpremie Per 18 januari 2005 door de Centrale Organisatie Superheffing erkende kopers ERKENDE KOPERS Biilage Kopernummer Naam Plaats Friesland Foods Noordmelk B.V. Coöp. Vereniging van Melkproducenten Noord-Oost- Friesland U.A. D.O.C. Kaas B.A. V.O.F. Kaasboerderij De Kloosterhoeve Kaasmakerij Karwij V.O.F. De Zuivelhoeve Productie B.V. Coöp. Zuivelfabriek Rouveen B.A. D. Eikelenboom CON0 V.O.F. Kaasmakerij Henri Willig B.V. Ecomel B.V. Nestlé Nederland B.V. Gebr. Heij koop Kaasmakerij V.O.F. Leerdamnier Company B.V. Campina B.V. Kaasboerderij De Dageraad RUVA Karreveld B.V. N.V. Inex S.A. Zuivelbedrijf De Terschellinger V.O.F. Maatschap H. en J. Kuiper Van Rouwendaal - Vecozuivel B.V. Vrebamel V.O.F. European Potato Company B.V. Zuivelboerderij De Goorns Firma Hoogervorst/Van Vliet V.O.F. IJssalon Strijkert V.O.F. Stoommelkerij Ste. Marie BZU Nederland B.V. i.o. Farm Dairy B.V. Stichting "De Parabool" Hekking Kaasmakerij 2 MEPPEL MEPPEL MEPPEL HOOGEVEEN OOSTERHESSELEN ROLDE HENGELO (O) ROUVEEN UTRECHT MDDENBEEMSTER KATWOUDE LIMMEN GORINCHEM OUD ALBLAS SCHOONRE WOERD ZALTBOMMEL O'ITERSUM HEIBLOEM AMERSFOORT TERSCHELLING GESSENBURG LEUSDEN VREDEPEEL KATWIJK NB EXLOO RIJSENHOUT OLDEBROEK ACHTMAAL ROOSENDAAL LELYSTAD RAALTE MARIENHEEM

3 Kaas- en Kampeerboerderij "Hoekelurn" L.C.E.1 E.G.M. Kaasboerderij "De Lange Hoeve" Hoogwegt Milk B.V. Caseificio G.M. Bianchini Zuivelboerderij "De Katshaar" Belgomilk Nederland B.V. L.J.G. Voorend Werkboerderij "Hoeve De Lange Braak" Mevrouw de Gier-devos Zuivelboerderij De Rôrnkan Maatschap Van Houwelingen1 Van den Haspel-Kalkman Coöperatie Ekomelk Holland U.A. Zuivelboerderij "De Korte Slagen" Melklcveranciersvereniging "Midden-Nederland" Zuivelboerderij Den Hartogh Kaas Koe Roeh-tiek Supreme BENNEKOM EPEN (Z.L.) GENDEREN ARNHEM ALMERE COEVORDEN OOSTERHOUT ZEGVELD DENEKAMP KRIMPEN AAN DE LEK OVERLOON ALBLASSERDAM DREUMEL ZEVENAAR TERSCHUUR MEEDHUIZEN ORVELTE ELSLOO

4 Verordeningen blad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD RE I Verordening opslagen en bijdrager Verordening van de Sociaal-Economische Raad van 17 december 2004 houdende regels ter zake van de opslagen en bijdragen voor 2005 (Verordening opslagen en bijdragen 2005) De Sociaal-Economische Raad; Gelet op artikel 55, eerste en tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie; Besluit: 5 l Opslagen Artikel 1 l. Voor 2005 worden de opslagen, bedoeld in artikel 54, onder a, van de Wet op dc bedrijfsorganisatie, als volgt vastgesteld voor ondernemingen in stand gehouden door: a. natuurlijke personen en Europese economische samenwerkingsverbanden 335 b. verenigingen en stichtingen 7,10 c. vennootschappen onder firma 10,65 d. commanditaire vennootschappen 10,65 e. coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen tot 50 17,75 f. naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal tot 2,5 miljoen euro en een aantal werkzame personen tot 50 E 17,75 g. vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen tot 50 17,75 h. coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 50 tot 250 E 35,50 i. naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal van 2,5 imljoen euro tot 10 miljoen euro en een aantal werkzame personen van S0 tot :50 j. vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 50 tot k. coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 250 of ineer 102,95 1. naamlo~e vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid mct een inaatschappelijk kapitaal van 10 iniljoen euro of meer en een aantal werkzame personen van 250 of nieer E 102,95 ni. vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 250 of meer f 102,95 2. Indien van een vennootschap als bedoeld in het eerste lid, onderdelen i en 1. het maatschappelijk kapitaal dan wel het aantal werkzame personen kleiner is dan de in die

5 voorschriften aangegeven ondergrenzen, dan geldt voor die vennootschap het bedrag van de opslag, genoemd in de onderdelen f onderscheidenlijk i. Artikel 2 Van de opslagen zijn vrijgesteld de ondernemingen waarin uitsluitend landbouw wordt uitgeoefend, ondernemingen waarin uitsluitend bosbouw wordt uitgeoefend en ondernemingen in de sectoren groenten en fruit en bloemen en planten waarin uitsluitend de groot- en tussenhandel wordt uitgeoefend. 2 Bijdragen Artikel 3 Ingevolge artikel 54, onder b, van de Wet op de bedrijfsorganisatie wordt van het bedrag dat in totaal als baten uit heftingen in de gewone dienst van de begroting van de Raad voor 2005 is opgenomen, een bijdrage geheven van: Hoofdproductschap Akkerbouw Productschap Tuinbouw Productschappen Vee, Vlccs en Eicren Productschap voor Zuivel Bosschap.i 3 Slotbepalingen Artikel 4 Deze verordening wordt geplaatst in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en in de Staatscourant. Artikel 5 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 december 2004, treedt zij in werking op de tweede dag na de dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari Artikel 6 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening opslagen en bijdragen Dcn Haag, 17 december 2004 H.H.F. Wijffels voorzitter N.C.M. van Niekerk algemeen secretaris Goedgekeurd door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij beschikking van 17 januari 2005, nummer AV/CAM/2004/ Toelichting Algemeen In de inkomsten van de Raad wordt voorzien door enerzijds een nominale opslag op de bijdragen die ondernemers aan de kamers van koophandel en fabrieken zijn verschuldigd voor

6 hun inschrijving in het Handelsregister en anderzijds door een bijdrage te heffen van de primaire agrarische sector via de daarbij betrokken bedrijfslichamen, te weten het HooTdproductschap Akkerbouw, het Productschrzp Tuinbouw, de Productschappen Vee, Vlees en Eieren (het Productschap Vee en Vlees, tezamen met het Productschap voor Pluimvee en Eieren), het Productschap voor Zuivel en het Bosschap. De nominale opslag wordt vastgesteld per categorie van ondernemingen. Hierbij is voor de categorieën van ondernemingen en de onderlinge verhoudingen tussen die categorieën aangesloten bij het Besluit heffingen kamers van koophandel en fabrieken. De bijdrage van de primaire agrarische sector wordt periodiek afgemeten aan zijn aandeel in het nationaal inkomen. Artikelsgewijs Artikel I In dit artikel wordt mede op grond van het Besluit heffingen kamers van koophandel en fabrieken de opslag per soort ondemening bepaald. Hct tarief sub a is op te vatten als basistarief; de tarieven sub b tot en met m zijn veelvouden hiervan. Het basistarief is voor 2005 gesteld op E 3,55. Bijgevoegd is een overzicht van de hoogte van de heffingen over de afgelopen jaren. Arrikel 2 In dit artikel worden vrijgesteld van de nominale SER-opslag die ondernemingen, die voor de SER-bijdrage al worden aangeslagen door de betrokken bedrijfslichamen. Zou dit niet gebeuren, dan betalen landbouwers en bosbouwondernemers die tevens rechtspersoon zijn, dubbel. Dit zou evenzeer gelden voor ondernemers in de groot- en tussenhandel door de gekozen systematiek bij het Productschap Tuinbouw (een algemene heffing in plaats van een standaard bedrijfseenhedenhefting bij de primaire landbouwsector). Onder landbouw wordt verstaan: a. akker- en weidebouw; b. veehouderij en pluimveehouderij; c. tuinbouw, te weten groenteteelt, fruitteelt, bloembollenteelt, boomkwekerij, bloemkwekerij, tuinbouwzaadteelt en kruidenteelt; d. bijenteelt; e. cultuur van grond, riet en biezen; f. veenderij; g. landbouwambachten. Voor de omschrijving van het begrip bosbouwonderneming wordt verwezen naar het Koninklijk Besluit van 3 juni 2003 waarbij het Bosschap is ingesteld. Voor wat onder groenten, fruit en siergewassen (bloemen en planten) wordt verstaan, wordt verwezen naar het Koninklijk Besluit van 19 december 2003 waarbij het Productschap Tuinbouw is ingesteld. Artikel 3 De bijdrage van de primaire agrarische sector wordt periodiek afgemeten aan zijn aandeel in het nationaal inkomen. Voor was het aandeel van deze sector (exclusief bosbouw) bepaald op 2,7 procent; op grond van de meest recente CBS-cijfers wordt voor de periode 2005 tot en met 2007 gerekend met een aandeel van 2,3 procent. De betrokken bcdrijfslichamen dragen hierin bij naar rato van de omvang van hun deelsectoi-en, De in artikel 3 vernielde verdeling is in overleg met deze bedrijfslichamen vastgesteld. Den Haag, 17 december 2004 H.H.F. Wijffels voorzitter N.C.M. van Niekerk algemeen secretaris

7 C X CC: C 2 CC:

8 RE2 Verorderzing hrjfi~zg scholing en vor~ning onder/?,ei.el?.~ingsrnnd,~ledera 2005 Verordening van de Sociaal-Economische Raad van 17 december 2004 houdende regels ter zake van het opleggen van een heffing ter bevordering van de scholing en vorming van ondernemingsraadsleden (Verordening heffing scholing en vorming ondernemingsraadsleden 2005) De Sociaal-Economische Raad; Gelet op artikel 46a van de Wet op de ondernemingsraden; Gehoord het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen; Gehoord de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid; Besluit: 5 I Begripsbepalingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. onderneming: elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht; b. ondernemer: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een onderneming in stand houdt; c. Raad: Sociaal-Economische Raad; d. Bestuurskamer: commissie, ingesteld bij verordening RE 9f2004 van de Raad op grond van artikel 19 van de Wet op de bedrijfsorganisatie; e, UWV: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. 5 2 Heffing Artikel 2 1. Aan de ondernemer, op wie op grond van het bepaalde bij of krachtens de Wet op de ondernemingsraden de verplichting rust een ondernemingsraad in te stellen, wordt ter bevordering van de scholing en vorming van de ondernemingsraadsleden voor het jaar 2005 een heffing opgelegd. 2. De heffing bedraagt voor de ondernemer die een onderneming in stand houdt waarin uitsluitend of nagenoeg iiitslu~tcnd op arbejdsovereenkomst arbeid wordt verricht 0,02 procent van het loon dat over het jaar 2005 voor deze ondernemer voor premieberekenmg krachtens de Werkloosheidswet in aanmerking komt dan wel zou komen indien van hem premie krachtens die wet zou worden geheven. Artikel 9, derde en vierde lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering blijft buiten toepassing. 3. De heffing bedraagt voor de ondernemer die een onderneming in stand houdt waarin uitsluitend of nagenoeg uitsluitend krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht 0,028 procent van het loon dat over het jaar 2005 voor deze ondernemer voor premieberekening krachtens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering in aanmerking komt dan wel zou komen indien van hem premie krachtens die wet zou worden geheven. 6 3 Grondslagen en afdrachten Artikel 3 l. De heffing wordt namens de Raad geïnd door het UWV

9 2. Het UWV ontvangt daartoe van de Restuurskamer een nominatieve opgave van de bij het UWV als werkgever geregistreerde, naar het oordeel van de Bestuurskamer heffingsplichtige ondernemers. 3. Ter inning van de door deze ondernemers verschuldigde heffingen zendt het UWV hun een gespecificeerde heffingsaanslag, waarin mede zijn aangegeven de grond van de heffing alsmede de termijn binnen welke betaling moet geschieden. 4. De heffing wordt zo spoedig mogelijk in 2005 opgelegd op basis van het geschatte loon voor premieberekening. De afrekening vindt plaats in 2006 op basis van het definitief vastgestelde loon voor bedoelde premieberekening. 5. Indien een premieheffingssystematiek van afdracht op aangifte wordt gehanteerd kan de heffing maandelijks worden opgelegd. Artikel 4 1. Het UWV doet zo spoedig mogelijk na het verstrijken van elke maand van het jaar 2005 aan de Raad een opgave van het totaal van de in die maand verzonden heffingsaanslagen, alsmede van het totaal van de in die maand ontvangen heffingsbedragen. Tevens doet het opgave van de in die maand wegens oninbaarheid afgeboekte heffingsbedragen. 2. Tegelijk met de in het vorige lid bedoelde maandelijkse opgave draagt het UWV het gesaldeerde bedrag aan de Raad af. 3. Na het verstrijken van het jaar 2005 legt het UWV aan de Raad een door een accountant als bedoeld in artikel 2:393, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, gewaarmerkte rekening en verantwoording over. Deze gewaarmerkte rekening en verantwoording bevat ten minste een opgave van de ingevolge deze verordening in dat jaar verzonden heffingen, de ontvangen heffingen, gesplitst naar dat jaar en de vorige jaren en de aan de Raad afgedragen heffingsbedragen. 5 4 Slotbepalingen Artikel 5 Deze verordening wordt geplaatst in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en in de Staatscourant. Artikel 6 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 december 2004, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met l januari Artikel 7 Dezc verordening wordt aangehaald als: Verordening heffing scholing en vorming ondernemingsraadsleden Den Haag, 17 december 2004 H.H.F. Wijffels voorzitter N.C.M. van Niekerk algemeen secretaris Goedgekeurd door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij beschikkin, c van 17 januari 2005, nummer AVICAM/2004/S9344.

10 Toelichting Algemeen Op grond van de hem daartoe in artikel 46a van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) gegeven mogelijkheid legt de Raad een heffing op aan de ondernemers op wie op grond van het bepaalde bij of krachtens die wet de verplichting mst een ondernemingsraad in te stellen. De Raad subsidieert uit de heffingsopbrengst de activiteiten van de Stichting Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden (GBIO) te Utrecht. Dit instituut wendt de subsidie aan voor de bevordering van de vorming en scholing van ondernemingsraadsleden, door onder meer bijdragen te verlenen in de cursuskosten van deze leden. Het instituut is in 1975 opgericht door de Stichting van de Arbeid. Het bestuur van het GBIO bestaat uit leden benoemd op voordracht van de centrale organisaties van werkgevers en van werknemers in de markt- en overheidssector. Artikelsgewijs Artikel l Omdat de Bestuurskamer op formele gronden (zie de toelichting op artikel 3) thans een rol gaat spelen bij de inning van de heffing, is ten opzichte van de verordening over het jaar 2004 aan de begripsbepalingen de Bestuurskamer toegevoegd als onderdeel d. Het oorspronkelijke onderdeel d. is verletterd tot e. Artikel 2 Artikel 46a, tweede lid, van de WOR bepaalt dat als heffingsgrondslag het premieplichtig loon in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) of van de Werkloosheidswet (WW) wordt genomen. Als heffingsgrondslag voor 2005 wordt voor de marktsector wederom het premieplichtig loon WW gehanteerd en voor de overheidssector het loon in de zin van de WAO. Grondslag voor de berekening van de heffing is het loonbedrag vóór aftrek van franchise. Het heffingspercentage voor de markt- en de overheidssector wordt jaarlijks vastgesteld. De heffingsopbrengsten in de marktsector hebben de afgelopen jaren een onvoorziene groei te zien gegeven. Daarnaast bleven de gerealiseerde uitgaven achter bij de begrote uitgaven. Dit heeft geleid tot een onnodig hoge liquiditeitsreserve. Op grond hiervan is besloten tot een geleidelijke vermindering van de WOR-reserve. Daartoe is het heffingstarief de afgelopen jaren stapsgewijs verlaagd van 0,034 procent in 2001 tot 0,024 procent in De huidige hoogte van de WOR-reserve rechtvaardigt een tijdelijke verdere verlaging van het percentage tot 0,02 in Bij de vaststelling van het heffingspercentage voor 2005 is rekening gehouden met de onzekerheden die de overgang met ingang van 2006 van de collecterende functie van UWV naar de Belastingdienst met zich brengt. Het percentage voor de overheid wordt ongewijzigd vastgesteld op 0,028. Voor 2005 wordt een heffingsopbrengst begroot voor de markt- en overheidssector van respectievelijk en Artikel 3, tweede lid Omdat in de praktijk de Bestuurskamer deze taak uitvoert voor de Raad is deze bevoegdheid om redenen van doelmatigheid aan de Bestuurskarner gedelegeerd.

11 Verder is een aantal redactionele wijzigingen in de verordening aangebracht. Den Haag, 17 december 2004 H.H.F. Wijffcls voorzitter N.C.M. van Niekerk algemeen secretaris RE3 Maízrlnatverleningsbesl~iit se~returis Bestuwr-skarner artikel 46a WOR Besluit van de Bestuurskamer van 22 december 2004, houdende mandatering aan de secretaris van de Bestuurskamer van de bevoegdheden van de Bestuurskarner in het kader van de heffing op grond van artikel 46a van de Wet op de ondernemingsraden (Mandaatverleningsbesluit secretaris Bestuurskamer artikel 46a WOR) De Bestuurskanlcr; Gelet op artikel 3, tweede lid, van de Verordening heffing scholing en vorming van ondernemingsraadsleden 2005; Besluit: 9 1 Begripsbepalingen Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: a. secretaris: secretaris van de Bestuurskamer; b. verordening: Verordening heffing scholing en vorming ondernemingsraadsleden Mandaatverlening Artikel 2 1. De secretaris kan namens de Bestuurskamer besluiten nemen op grond van artikel 3, tweede lid, van de verordening. 2. De secretaris kan ondermandaat verlenen. 9 3 Slotbepalingen Artikel 3 Dit besluit wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Artikel 4 Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de verordening in werking treedt.

12 Artikel 5 Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatverleningsbesluit secretaris Bestuurskamer artikel 46a WOR. Den Haag, 22 december 2004 H.H.F. Wijffels voorzitter D.B. Modderman secretaris Toelichting Dit besluit bevat cen verlening van mandaat door de Bestuurskamer aan de secretaris van de Bestuurskamer. De Restuurskamer mandateert haar secretaris om namens haar besluiten te nemen op grond van artikel 3, tweede lid, van de Verordening heffing scholing en vorming onderneiningsraadsledei-i Dit betreft de vaststelling wie heffingsplichtige ondcrnemcrs zijn in het kader van die verordening, welke bevoegdheid in de verordening is gedelegeerd aan de Bestuurskamer. De secretaris kan ondermandaat vcrlcnen. Den Haag, 22 december 2004 H.H.F. Wijffels voorzitter D.B. Modderman secretaris RE4 O~zdermandaatverleningsbeslrrir artikel 46a WOR Besluit van de secretaris van de Bestuurskamer van 22 december 2004, houdende ondermandaatverlening aan mevrouw A. van der Velden-van Meerkerk van de bevoegdheden van de secretaris van de Bestuurskamer in het kader van de heffing op grond van artikel 46a van de Wet op de ondernemingsraden (Ondermandaatverleningsbesluit artikel 46a WOR) De secretaris van de Bestuurskamer; Gelet op artikel 2, eerste en tweede lid, van het Mandaatverleningsbesluit secretaris Bestuurskainer artikel 46a WOR; Artikel l Mevrouw A, van der Velden-van hleerkerk is bevoegd namens de secretaris van de Bestuui-skarner besluiten te nemen op grond van artikel 3, tweede lid, van de Verordening heffing sclioling en voriming ondernemingsruadsleden Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop het Mandaatverleningsbesluit secretaris Bestuurskamer artikel 46a WOR in werking treedt.

13 Artikel 3 Dit besluit wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Artikel 4 Dit besluit wordt aangehaald als: Ondermandaatverleningsbesluit artikel 46a WOR. Den Haag, 22 december 2004 D.B. Modderman secretaris 'Coelichting Dit besluit bevat de verlening van ondermandaat door de secretaris van de Bestuurskamer aan mevrouw A. van der Velden-van Meerkerk, medewerkster van de Directie Bestuurszaken van de Sociaal-Economische Raad. De Bestuurskamer heeft in het Mandaatverleningsbesluit secretaris Bestuurskamer artikel 46a WOR haar secretaris gemandateerd om namens haar besluiten te nemen op grond van artikel 3 van de Verordening heffing scholing en vorming ondernemingsraadsleden Dit betreft de vaststelling wie heffingsplichtige ondernemers zijn in het kader van die verordening, welke bevoegdheid in de verordening is gedelegeerd aan de Bestuurskamer. Den Haag, 22 december 2004 D.B. Modderman secretaris RE5 Verordening begroting 2005 Verordening van de Sociaal-Economische Raad van 17 december 2004, tot vaststelling van de begroting van baten en lasten voor 2005 De Sociaal-Economische Raad; Gelet op artikel 47 van de Wet op de bedrijfsorganisatie; Artikel 1 De begroting van baten en lasten van de Sociaal-Economische Raad voor 2005 is als volgt: GEWONE DIENST l Baten l. Heffingen 2. Diensten aan derden 3. Vergoeding opgedragen taken 4. Overige baten

14 Las ten Vergaderingen organen en commissies Personeelskosten (inclusief voorzitter) Huisvestingskosten Bureaukosten Reis-, verblijf- en representatiekosten Diensten door derden Financiering overlegorganen Overige kosten/onvoorzien Saldo van baten en lasten Voordelig saldo 2005 DIENST UITVOERlNG WET ASSURANTIEBEMDDELINGSBEDRUF Baten Heffingen Retributies Overige baten Lasten Vergaderingen commissies Personeelskosten Huisvestingskosten Bureaukosten Reis-, verblijf- en representatiekosten Diensten door derden Overige kosten/onvoorzien Saldo van baten en lasten Voordelig saldo DIENST UITVOERING WET ONDERNEMINGSRADEN Baten Heffingen Interest en overige baten

15 2 Lasten 1 Stichting Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden 2 Innings- en beheerkosten 3 Saldo van baten en lasten Nadelig saldo 2005 Investeringen tot een totaal van VOORZIENING VOOR GROOT ONDERHOUD Onttrekkingen tot een totaal van Artikel 2 Deze verordening wordt geplaatst in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Artikel 3 Deze verordening treedt in werking op 1 januari Artikel 4 Dit besluit wordt aangehaald als Verordening begroting 2005 Den Haag, 17 december 2004 H.H.F. Wijffels voorzitter N.C.M. van Niekerk algemeen secretaris Goedgekeurd door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij beschkking van 17 januari 2005, nummer AV/CAM/2004/89344.

16 BEDRIJFSLICHAMBN Productschap Pluimvee en Eieren PPE I Verordening bestemmiagshefjiizgeiz i~eeciektenfoncls (PPE) 2005 Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 21 oktober 2004, houdende de vaststelling van een bestemmingsheffing ten behoeve van het veeziektenfonds PPE voor het jaar 2005 (Verordening bestemmingcheffingen veeziektenfonds (PPE) 2005). Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren; Gelet op artikel 126 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en artikelen 6 en 8 van het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren; Gezien de Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 2005; Besluit: Artikel 1 1 Begripsbepalingen Deze verordening neemt over de begripsbepalingen van de Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) Artikel 2 2 Pluimveevleessector 1. De ondernemer die in het kalenderjaar 2005 broedeieren, bestemd om hieruit gebruikspluimvee te verkrijgen inlegt of pleegt in te leggen, ongeacht of er al dan niet daadwerkelijk eendagskuikens uit worden verkregen, is aan het productschap ten behoeve van het Veeziektenfonds PPE een bestemmingsheffing verschuldigd tegen het in tegen het in het tweede en derde lid bepaalde tarief. 2. De in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt voor broedeieren voor het verkrijgen van fok- en vermeerderingspluimvee: a. voor vleesrassen kippen 0,00500 per ingelegd broedei, 3. De in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt voor broedeieren voor het verkrijgen van gebruikspluimvee: a. voor vleesrassen kippen 0,00034 per ingelegd broedei, b. voor kalkoenen 8 0,00594 per ingelegd broedei. Artikel 3 1. De ondernemer die eendagskuikens plaatst om deze op te fokken tot (groot)moederdieren is aan het productschap ten behoeve van het Veeziektenfonds PPE een bestemmingsheffing verschuldigd tegen het in het tweede lid bepaalde tarief over de aantallen door hem met dat doel in het kalenderjaar 2005 geplaatste eendagskuikens.

17 2. De in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt ingeval van opfok (grootlmoederdieren: a. voor vleesrassen kippen 0,02309 per eendagskuiken, b. voor kalkoenen 0,06796 per eendagskuiken. Artikel 4 1. De ondernemer die moederdieren houdt is aan het productschap een bestemmingsheffing verschuldigd tegen het in het tweede lid bepaalde tarief ten behoeve van het Veeziektenfonds PPE over de door hem in het kalenderjaar 2005 gehouden moederdieren. 2. De in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt: a. voor vleesrassen kippen 0,109 per moederdier, b. voor kalkoenen 0,14634 per moederdier. Artikel 5 De in het eerste lid bedoelde heffing is éénmaal per productieperiode van een moederdier verschuldigd: a. indien het moederdieren van kippen betreft: 1. zodra de moederdieren zijn geplaatst, of 2. zodra de moederdieren de leeftijd van 20 weken hebben bereikt, in het geval zij in het bedrijf van oorsprong in productie worden genomen, of 3. zodra de moederdieren in productie genomen zijn, in het geval dat zij wederom in productie worden genomen; b. indien het moederdieren van kalkoenen betreft: 1. zodra de moederdieren zijn geplaatst, of 2. zodra de moederdieren de leeftijd van 29 weken hebben bereikt, in het geval zij in het bedrijf van oorsprong als zodanig in productie worden genomen, of 3. zodra de moederdieren in productie genomen zijn, in het geval zij wederom in productie worden genomen. 1. De ondernemer die vleeskuikens houdt is aan het productschap ten behoeve van het Veetiektenfonds PPE een bestemmingsheffing verschuldigd tegen het in het tweede lid bepaalde tarief over de door hem in het kalenderjaar 2005 opgezette vleeskuikens. 2. Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt 0,00474 per opgezet vleeskui ken. Artikel 6 De ondernemer die vleeskalkoenen houdt is aan het productschap ten behoeve van het Veeziektenfonds PPE een bestemmingsheffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2005 opgezette vleeskalkoenen van tegen een tarief van 0,04607 per vleeskal koen.

18 3 Legsector Artikel 7 1. De ondernemer die in het kalenderjaar 2005 broedeieren, bestemd om hieruit fok- en vermeerderingspluimvee of gebruikspluimvee te verkrijgen inlegt of pleegt in te leggen, ongeacht of er al dan niet daadwerkelijk eendagskuikens uit worden verkregen, is aan het productschap ten behoeve van het Veeziektenfonds PPE een bestemmingsheffing verschuldigd tegen het in het tweede lid bepaalde tarief. 2. De in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt voor broedeieren: a. voor legrassen kippen voor het verkrijgen van fok- en vermeerderingspluimvee 0,025 per ingelegd broedei, b. voor legrassen kippen voor het verkrijgen van gebruikspluimvee 0, per ingelegd broedei. Artikel 8 1. De ondernemer die eendagskuikens plaatst om deze op te fokken tot (grootlrnoederdieren of gebruikspluimvee is aan het productschap ten behoeve van het Veeziektenfonds PPE een bestemmingsheffing verschuldigd tegen het in het tweede lid bepaalde tarief over de aantallen door hem met dat doel in het kalenderjaar 2005 geplaatste eendagskuikens. 2. De in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt: a. voor legrassen kippen ingeval van opfok gebruikspluimvee 0,00981 per eendagskuiken, b. voor legrassen kippen ingeval van opfok (grootlrnoederdieren 0,02900 per eendagskuiken. Artikel 9 1. De ondernemer die moederdieren voor legrassen kippen houdt is aan het productschap ten behoeve van het Veeziektenfonds PPE een bestemmingsheffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2005 gehouden moederdieren tegen een tarief van 0, per moederdier. 2. De in het eerste lid bedoelde heffing is éenmaal per productieperiode van een moederdier verschuldigd: a. zodra de moederdieren zijn geplaatst, of b. zodra de moederdieren de leeftijd van 20 weken hebben bereikt, in het geval zij in het: bedrijf van oorsprong in productie worden genomen, of c. zodra de moederdieren in productie genomen zijn, in het geval dat zij wederom in productie worden genomen. Artikel De ondernemer die legkippen houdt is aan het productschap ten behoeve van het Veeziektenfonds PPE een bestemmingsheffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2005 gehouden legkippen tegen het tarief van 42 0,06445 per legkip.

19 2. De in het eerste lid is gedurende de gehele productieperiode van een legkip eénmaal verschuldigd en wel zodra de legkippen de leeftijd van 18 weken hebben bereikt, onderscheidenlijk, indien de legkippen na deze leeftijd als zodanig zijn ontvangen, zodra rij zijn ontvangen. Artikel 11 Artikel 12 4 Loopvogels De ondernemer die loopvogels houdt is aan het productschap ten behoeve van het Veeziektenfonds PPE een bestemmingsheffing verschuldigd tegen het in het tweede lid bepaalde tarief over de door hem in het kalenderjaar 2005 gehouden loopvogels. De in het eerste lid genoemde heffing bedraagt: a. 0,453 per eendagskuiken; b. 0,340 per loopvogel, ouder dan 3 dagen maar niet ouder dan 24 maanden; c. C 0,771 per loopvogel ouder dan 24 maanden. De in het tweede lid, onderdeel a. bedoelde heffing is verschuldigd op het moment van het afleveren van het eendagskuiken, dan wel, indien de loopvogel het bedrijf van de ondernemer niet verlaat, op het moment waarop het kuiken 72 uur oud is geworden. De in het tweede lid, onderdelen b. en c., bedoelde heffing is per kwartaal verschuldigd over het aantal loopvogels dat op 1 januari, 1 april, 1 juli respectievelijk 1 oktober op het bedrijf van de ondernemer aanwezig is. 5 Overige bepalingen Voor de toepassing van deze verordening geldt het bepaalde bij of krachtens de Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) Artikel 13 6 Slotbepalingen 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffingen veeziektenfonds (PP ) Deze verordening treedt, met uitzondering van artikel 11, tweede lid, onderdelen a., b. en c., in werking met ingang van 1 januari Artikel 11, tweede lid, onderdelen a., b. en c., treden in werking op een door het bestuur bij besluit nader te bepalen tijdstip, dat voor deze onderdelen verschillend kan worden vastgesteld.

20 4. Deze verordening wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, 2 1 oktober 2004 J.J. Ramekers, voorzitter, S.B.M. Jongerius secretaris. Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 6 januari 2005 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 19 januari 2005, nr. TRCJ712004/5977. TOELICHTING BIJ DE VERORDENING BESTEMMINGSHEFFINGEN VEEZIEKTENFONDS (PPE) 2005 Algemeen Ten einde de transparantie in het heffingenstelsel van het productschap te vergroten en de regelgeving ter zake terug te dringen zijn de bestaande heffingsverordeningen grondig herzien. Met ingang van 2005 is het aantal heffingsverordeningen fors teruggebracht en zijn de verordeningen uniform geredigeerd en ingericht. Hiertoe zijn voor 2005 alle huishoudelijke heffingen in één verordening opgenomen, de bestemmingsheffingen (andere dan ten behoeve van het diergezondheidsfonds) zijn per sector(1eg en slacht) in een verordening ondergebracht. De heffingsgrondslagen zijn daarbij niet gewijzigd. In de Verordening algemene bepalingen heffingen (PPE) 2005 zijn de algemene zaken ten aanzien van de opgave en verstrekking van gegevens, de vaststelling, oplegging en inning van de heffingen en het toezicht en de handhaving geregeld. Onderhavige verordening bevat bestemmingsheffingen ten behoeve van het veeziektenfonds PP die voorheen op basis van de verordeningen heffingen broedeieren, opfokbedrijven, moederdieren, vleeskuikenbedrijven, eendenhouderijen, vleeskalkoenbedrijven, legpluimveebedrijven en bijzondere heffing loopvogels werden opgelegd. Doelstelling, neveneffecten en atgemeen/sectoraal belang activiteiten De in het kader van onderhavige verordening op te leggen heffingen worden aangewend voor de (medelfinanciering van maatregelen ter wering en bestrijding van besmettelijke veeziekten. De EU verplicht de nationale overheden aangewezen dierziekten op een voorgeschreven wijze te bestrijden met het oog op ongestoorde handel met alle landen die eenzelfde hoge gezondheidsstatus hebben. De Rijksoverheid is op grond van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWWD) gehouden bij de uitbraak van besmettelijke dierziekten, tegen een financiële tegemoetkoming, zieke dieren over te nemen van de pluimveehouder. Hiermee wordt voorkomen dat zieke dieren bijdragen aan de verdere verspreiding van de besmettelijke ziektes. Daarnaast kan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) de benodigde maatregelen nemen ter voorkoming van verspreiding van een besmettelijke dierziekte.

21 Noodzaak publieke regelgeving, afweging t.o.v. private alternatieven, uitvoerings- en handhavingsaspecten Een uitbraak van een besmettelijke dierziekte kan in beginsel iedereen treffen. Vervolgens is het een publieke (EU-)plicht en noodzaak om de dierziekte te bestrijden. Een adequate bestrijding komt ten goede aan alle pluimveehouders. Daarom mogen en kunnen de kosten van de bestrijding niet afgewenteld worden op de individueel zeer zwaar getroffen bedrijven, maar worden ze afgewenteld op alle bedrijven, die ook profiteren van de noodzakelijke ingrijpende bestrijdingsmaatregelen. Monitorings- en bewakingsactiviteiten worden weliswaar uitgevoerd op individuele dieren van individuele eigenaren, maar de resultaten zijn voor de hele sector van belang. Op basis van willekeurig aangewezen dieren, kan een hele sector aantonen vrij te zijn van bepaalde ziekten. Het ligt dan ook niet in de rede de individuele ondernemer hiervoor de rekening te presenteren. Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het productschap komen. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. onderbouwing structuur en werking naar de bedrijfsgenoten leder jaar wordt van de betrokken ondernemingen in de pluimveesector een financiële bijdrage gevraagd. Daarbij is gekozen voor een heffing per dier of per broedei. De heffingssystematiek is ten opzichte van de afgelopen jaren niet gewijzigd. De heffing per broedei leg- en vleesrassen kip voor fok- en vermeerderingsmateriaal wordt verlaagd doordat de betreffende ondernemers voor de ingelegde broedeieren een evenredige bijdrage leveren als de overige geledingen om na de volledige financiering van het convenant een nieuwe reserve op te bouwen. Voor broedeieren leg- en vleesrassen kip voor gebruikspluimvee wordt met het tarief rekening gehouden om zo voor een evenredig deel bij te dragen aan de opbouw van de nieuwe reserve. De becijfering van de opbrengst en vindplaats in de begroting I Opbrengst I I~rondsla~ C dleessector Yippenlkuikens nleg broedeieren :ok- en vermeerdmateriaal lpgezette eendagskuikens :groot) moederdieren lpgezette (gro0t)moederdieren nleg broedeieren lpgezette eendagskuikens calkoenen lpgezette vleeskalkoenen lpgezette eendagskuikens 1.O19 noederdieren kalkoen 2pgezette moederdieren kalkoen tinleg broedeieren kalkoenen

22 I~rondsla~ ] Opbrengst I I e EIERSECTOR inleg broedeieren fok-en vermeerderings materiaal opgezette eendagskuikens (groot) moederdieren opgezette eendagskuikens eindmateriaal opgezette (groot) moederdieren inleg broedeieren geplaatste leghennen (zie pagina 59 en 60 van de begroting) Steunmelding De besternmingsheffingen welke op grond van onderhavige verordening geheven worden behoren ingevolge het EG-recht tot één van de categorieën steunmaatregelen van artikel 87, tweede lid EG-verdrag. De Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft de financiering op grond van artikel 87, derde lid EG-Verdrag goedgekeurd. De steunmaatregel is bekend onder nummer N700/2000 en gewijzigd bij steunmaatregel N Zoetermeer, 2 1 oktober 2004 J.J. Ramekers, voorzitter, S.B.M. Jongerius secretaris. Productschap Vee en Vlees P W 2 Verordening beste17zmingshefingen veeziekteptfoncls (P W) 2005 Verordening van het Productschap Vee en Vlees van 10 november 2004, houdende vaststelling bestemmingsheffingen ten behoeve van het veeziektenfonds PVV voor het jaar 2005 (Verordening besternmingsheffingen veeziektenfonds (PVV) 2005). Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees; Gelet op artikel 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikelen 10 en 12 van het Instellingsbesluit Productschap Vee en Vlees; Gezien de Verordening algemene bepalingen heffingen (PVV) 2005; Besluit:

23 Artikel 1 Deze verordening neemt de begripsbepalingen over van de Verordening algemene bepalingen heffingen (PVV) 2005 maar verstaat in afwijking van artikel 1, onder 7, van de Verordening algemene bepalingen heffingen (PVV) 2005 onder: 1. kalf 2. varken : rund, jonger dan 1 jaar; : varken, ongeacht leeftijd of gewicht. Artikel 2 De ondernemer die in het jaar 2005 één of meer dieren slacht of doet slachten, dan wel uitvoert, is aan het productschap een heffing verschuldigd ten behoeve van het veeziektenfonds PVV als bedoeld in artikel 1 van de Verordening veeziektenfonds PVV 2000 ten bedrage van: a. 0,08 per varken ten behoeve van de rekening-l-varkens; b. 2,09 per rund ten behoeve van de rekening-11-runderen; c. 0,50 per kalf ten behoeve van de rekening-li-runderen; d. E 0,11 per schaap ten behoeve van de rekening-lll-schapen en geiten; e. 0,08 per geit ten behoeve van de rekening-lll-schapen en geiten; f. 0,03 per jonge geit ten behoeve van de rekening-lll-schapen en geiten. Artikel 3 Naast de in artikel 2 bedoelde heffing, is de ondernemer die in het jaar 2005 één of meer dieren slacht of doet slachten, dan wel uitvoert, aan het productschap een bijzondere heffing ten behoeve van het Veeziektenfonds PVV als bedoeld in artikel 1 van de Verordening veeziektenfonds PVV 2000 verschuldigd ten bedrage van: a. 1,O0 per varken ten behoeve van de rekening-l-varkens; b. 6 9,08 per rund ten behoeve van de rekening-ll-runderen; c. 2,1 1 per kalf ten behoeve van de rekening-ll-runderen; d. 0,84 per schaap ten behoeve van de rekening-lll-schapen en geiten; e. 0,24 per geit ten behoeve van de rekening-lll-schapen en geiten; f. 0,09 per jonge geit ten behoeve van de rekening-111-schapen en geiten. Artikel 4 Als ondernemer die uitvoert als bedoeld in de artikelen 2 en 3, wordt aangemerkt degene die één of meer dieren - in het handelsverkeer brengt, dan wel - naar derde landen uitvoert, dan wel - aflevert aan een (rechts)persoon wiens bedrijf niet in Nederland is gevestigd, ongeacht of de ontvangst van die dieren door deze (rechts-)persoon in Nederland plaatsvindt. Artikel 5 De heffing, bedoeld in de artikelen 2 en 3, is niet verschuldigd voor een dier, ten aanzien waarvan ten genoegen van het productschap wordt aangetoond, dat: a. de periode tussen het tijdstip van invoer en het tijdstip van slacht korter is dan: - twee maanden, in het geval het betreft varkens, geiten en schapen; - drie maanden, in het geval het betreft kalveren en runderen.

24 b. de periode tussen het tijdstip van invoer en het tijdstip van uitvoer korter is dan: - twee maanden, in het geval het betreft varkens, geiten en schapen; - drie maanden, in het geval het betreft, kalveren en runderen. Artikel 6 De heffing, bedoeld in de artikelen 2 en 3, is niet verschuldigd voor een dier, ten aanzien waarvan ten genoegen van het productschap is vastgesteld dat het behoort tot de categorieën 5 of 6 zoals bedoeld in artikel 1, onder q, van het Retributiebesluit Vleeskeuringswet. Artikel 7 Voor de toepassing van deze verordening geldt het bepaalde bij of krachtens de Verordening algemene bepalingen heffingen (PVV) Artikel 8 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffingen veeziektenfonds (PVV) Deze verordening treedt, met uitzondering van artikel 3, onderdelen a., b. en c., in werking met ingang van 1 januari Artikel 3, onderdelen a., b. en c. treden in werking op een door het bestuur bij besluit nader te bepalen tijdstip, dat voor deze onderdelen verschillend kan worden vastgesteld. Deze verordening wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, 10 november 2004 J.J. Ramekers, voorzitter, S.B. M. Jongerius secretaris. Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 6 januari 2005 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hij beschikking van 19 januari 2005, nr. TRCJU

25 TOELICHTING BIJ VERORDENING BESTEMMINGCHEFFINGEN VEEZIEKTENFONDS (PVV) 2005 Algemeen Ten einde de transparantie in het heffingenstelsel van het productschap te vergroten en de regelgeving ter zake terug te dringen zijn de bestaande heffingsverordeningen grondig herzien. Met ingang van 2005 is het aantal heffingsverordeningen fors teruggebracht en zijn de verordeningen uniform geredigeerd en ingericht. Hiertoe zijn voor 2005 alle huishoudelijke heffingen in één verordening opgenomen en zijn de besternrningsheffingen (andere dan ten behoeve van het diergezondheidsfonds) per sector (runderen, varkens, schapen, artikel 88a commissies) in een verordening ondergebracht. De heffingsgrondslagen zijn daarbij niet gewijzigd. In de Verordening algemene bepalingen heffingen (PVV) 2005 zijn de algemene zaken ten aanzien van de opgave en verstrekking van gegevens, de vaststelling, oplegging en inning van de heffingen en het toezicht en de handhaving geregeld. Onderhavige verordening voorziet in bestemmingsheffingen ten behoeve van het Veeziektenfonds PVV die voorheen op basis van de verordeningen bijzondere heffing en basisheffing PVV werden geheven. Doelstelling, neveneffecten en algerneen/sectoraal belang van de activiteiten De in het kader van onderhavige verordening op te leggen heffingen worden aangewend voor de (mede)financiering van maatregelen ter wering en bestrijding van besmettelijke veeziekten. De EU verplicht de nationale overheden aangewezen dierziekten op een voorgeschreven wijze te bestrijden met het oog op ongestoorde handel met alle landen die eenzelfde hoge gezondheidsstatus hebben. De Rijksoverheid is op grond van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWWD) gehouden bij de uitbraak van besmettelijke dierziekten, tegen een financiële tegemoetkoming, zieke dieren over te nemen van de veehouder. Hiermee wordt voorkomen dat zieke dieren bijdragen aan de verdere verspreiding van de besmettelijke ziekten. Daarnaast kan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de benodigde maatregelen nemen ter voorkoming van verspreiding van een besmettelijke dierziekte. Deze financiering van overheidsmaatregelen is deels neergelegd bij het bedrijfsteven. De veeen vleessectoren zetten een groot deel van hun productie af in het buitenland. Handelsstromen zonder exportbelemmeringen zijn dan ook van groot belang voor elke veehouderijsector in Nederland. De medefinanciering is vastgelegd in een convenant financiering besmettelijke dierziekten dat is afgesloten met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. In het convenant neemt het productschap deze publieke verplichting over. Aangezien de benodigde heffing op basis van de financiële bijdrage van het bedrijfsleven bij grote uitbraken van besmettelijke dierziekten zeer hoog kan oplopen is er naast fondsvorming op grond van een basisheffing ervoor gekozen om die bijdrage zeker te stellen door middel van een bankgarantie. Deze kan worden ingeroepen in geval van een omvangrijke ziekte-uitbraak. In dat geval is naast de basisheffing een bijzondere heffing verschuldigd. De middelen die bijeengebracht worden door basisheffing dienen ter financiering van permanente uitgaven die ook buiten perioden van uitbraak van een besmettelijke dierziekte plaats vinden, zoals monitoring en bewaking op basis van EUvoorschriften, overname van en onderzoek aan verdachte dieren en beheer van voorraden en voorzieningen die aangesproken worden ingeval van een uitbraak van een besmettelijke dierziekte. Tevens kunnen met de inkomsten uit de basisheffing de kosten van bestrijding van een kleine uitbraak gefinancierd worden, zodat in dat geval geen beroep gedaan behoeft te worden op de bankgarantie, en hiervoor geen kosten gemaakt behoeven te worden.

26 Noodzaak publieke regelgeving, afweging t.o.v. private alternatieven en uitvoerings- en handhavingsaspecten Een uitbraak van een besmettelijke dierziekte kan in beginsel iedereen treffen. Vervolgens is het een publieke (EU-)plicht en noodzaak om de dierziekte te bestrijden. Een adequate bestrijding komt ten goede aan alle veehouders. Daarom mogen en kunnen de kosten van de bestrijding niet afgewenteld worden op de individueel getroffen bedrijven, maar worden deze afgewenteld op alle bedrijven, die ook profiteren van de noodzakelijke ingrijpende bestrijdingsmaatregelen. Monitorings- en bewakingsactiviteiten worden weliswaar uitgevoerd op individuele dieren van individuele eigenaren, maar de resultaten zijn voor de hele sector van belang. Op basis van willekeurig aangewezen dieren, kan een hele sector aantonen vrij te zijn van bepaalde ziekten. Het ligt dan ook niet in de rede de individuele ondernemer hiervoor de rekening te presenteren. Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het productschap komen. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. Onderbouwing structuur en werking naar de bedrijfsgenoten leder jaar wordt van de betrokken ondernemingen in de runder- kalver, varkens-, schapenen geitensector een financiële bijdrage gevraagd. Daarbij is gekozen voor een heffing per dier. De heffingssystematiek is ten opzichte van de afgelopen jaren niet gewijzigd. Onderhavige heffing wordt per dier opgelegd aan de slachterijen en exporteurs. De laatste Nederlandse schakel kan ingevolge deze verordening als heffingsplichtige worden aangemerkt. Wat de uitvoer van dieren betreft, wordt geen onderscheid gemaakt tussen uitvoer naar andere lidstaten van de Europese Gemeenschappen en uitvoer naar derde landen. Voorts is een passage opgenomen, waardoor degene die dieren aflevert aan een buitenlandse handelaar of slachterij door het productschap als heffingsplichtige kan worden aangemerkt. Hierdoor wordt voorkomen dat allerlei kostbare procedures in het buitenland gevolgd moeten worden als de buitenlandse handelaar bij de uitvoer van dieren uit Nederland als (enige) heffingsplichtige zou worden aangemerkt. De heffing mag worden doorberekend aan de primaire sector. verder is geen heffing verschuldigd voor een dier waarvan ten genoegen van het productschap is vastgesteld dat het dieren betreft van de categorieën 5 en 6 zoals bedoeld in artikel 1, onder q, van het Retributiebesluit Vleeskeuringcwet. Deze categorieën worden gehanteerd door de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (VWA). De heffingen wordt niet opgelegd voor een dier dat niet van Nederlandse oorsprong is (geworden). De becijfering van de opbrengst (bruto, contributieaftrek) en vindplaats in de begroting - kalveren - varkens - schapen - geiten - jonge geiten - runderen - kalveren - varkens - schapen - geiten - jonge geiten Omschrijving (zie pagina 66 van de begroting) l Bestemming basisheffing basisheffing basisheffing basisheffing basisheffing basisheffing b ij zonde re heffing,ijzondere heffing >ijzondere heffing ijzondere heffing bijzondere hef f ing bijzondere heffing I Begroting C totaal heffingen veeziektenfonds PVV

27 Steunmelding De bestemrningsheffingen die op grond van onderhavige verordening geheven worden behoren ingevolge het EG-recht tot één van de categorieën steunmaatregefen van artikel 87, tweede lid EG-verdrag. De Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft de financiering op grond van artikel 87, derde lid EG-Verdrag goedgekeurd, bekend onder steunnurnmer N700/2000. De meest recente goedgekeurde wijziging is bekend onder steunnummer N431 /2003. Zoetermeer, 10 november 2004 J.J. Ramekers, voorzitter, S.B.M. Jongerius secretaris. Productschap Zuivel PZ 2 Z~.iii~rlverorcler~ii~~q He&g gezondheidszorg voor runderen 2005 Verordening van het Productschap Zuivel van 10 november 2004, houdende vaststelling van de bestemmingsheffing ten behoeve van de gezondheidszorg voor runderen voor het jaar 2005 (Zuivelverordening Heffing gezondheidszorg voor runderen 2005) Het bestuur van het Productschap Zuivel; Gelet op artikel 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikel 7 van het Instellingsbesluit Productschap Zuivel; Besluit: Artikel l In deze verordening wordt gebezigd de terminologie van de Zuivelverordening 2003, Administratieve bepalingen en wordt voorts dan wel in afwijking daarvan verstaan onder: melk melkveehouder ontvanger van melk : in Nederland gewonnen melk van runderen; : de ondernemer die bedrijfsmatig melkkoeien houdt; : de natuurlijke of rechtspersoon die bedrijfsmatig melk ontvangt van een of meer melkveehouders. Artikel 2 1, Melkveehouders zijn ten behoeve van de uitgaven van het productschap voor de gezondheidszorg voor runderen en het fonds dierziektebestrijding runderen PZ-PW aan het productschap een heffing verschuldigd over de op hun bedrijf gewonnen en door hen aan een ontvanger van melk geleverde hoeveelheden melk van f: 0,06 per 100 kg melk. 2. De oplegging en inning van de in lid l bedoelde heffing kan worden gemandateerd aan de ontvanger van de melk. Artikel 3 Ondernemers van zuivelfabrieken en boerderijzuivelbereiders zijn over de hoeveelheden melk die op hun bedrijf zijn gewonnen en verwerkt in door hen geproduceerde en afgeleverde boter, consumptiemelk, consumptiemelkproducten, kaas of andere producten ten behoeve van de uitgaven van het productschap voor de gezondheidszorg voor runderen en het fonds dierziektebestrijding runderen Pt-PW aan het productschap een heffing verschuldigd van E 0,06 per 100 kg melk.

28 Artikel 4 Deze verordening treedt in werking met ingang van l januari Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na l januari 2005, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met l januari Artikel 5 Deze verordening wordt aangehaatd als Zuivelverordening Heffing gezondheidszorg voor runderen Ermelo, 10 november 2004 G.A. Koopstra voorzitter F. Beekman secretaris Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 6 januari 2005 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 18 januari 2W5, nr. TRCSU2004/6096. TOELICHTING Doelstelling, effecten en algemeen en sectoraal belang van de activiteiten Met deze verordening wordt de aan melkveehouders op te leggen heffing gezondheidszorg runderen voor 2004 vastgesteld. De opbrengst van de heffing wordt deels besteed aan de uitgaven van het productschap voor de gezondheidszorg voor runderen en komt deels ten goede aan het fonds dierziektebestrijding runderen PZ-PW van het productschap. De uitgaven voor de gezondheidszorg voor runderen worden besteed aan projecten op het terrein van preventieve gezondheidszorg voor runderen, onderzoek en voorlichting die voor de gehele melkveehouderij van belang zijn. De beleidsvoorbereiding op het gebied van de rundergezondheidszorg verloopt via de Commissie Diergezondheid en -kwaliteit Runderen, een gezamenlijke commissie van het Productschap Zuivel en het Productschap Vee en Vlees. Noodzaak publieke regelgeving, afweging ten opzichte van private alternatieven en uitvoeringsen handhavingsaspecten Uit het fonds dierziektebestrijding runderen PZ-PW worden de kosten van de wettelijk verplichte dierziektebestrijding gefinancierd. Het Productschap Zuivel heeft zich garant gesteld voor de totale verplichtingen van de rundersector. Als gevolg van de verantwoordelijkheid van PW voor de deelsectoren roodvlees en kalveren hebben P W en PZ het Convenant fonds dierziektebestrijding runderen PZ - P W gesloten teneinde de financiële aansprakelijkheid van beide productschappen voor de rundersector te regelen. In dit convenant wordt onder meer overeengekomen dat het Productschap Zuivel de middelen zal, beheren in een separaat fonds, het fonds dieniektebestrijding runderen PZ - PW. Dit fonds maakt deel uit van het vermogen van het Productschap Zuivel. De gefinancierde activiteiten zijn in het belang van de gehele melkveehouderij. Alle melkveehouderijbedrijven worden getroffen door de gevolgen van een uitbraak van een dierziekte. Alle bedrijven profiteren van de activiteiten op het gebied van de preventieve gezondheidszorg en dienen derhalve mee te betalen. De projecten op het gebied van preventieve gezondheidszorg zouden niet kunnen worden gefinancierd zonder deze heffing. De gefinancierde projecten hebben tot doel de gezondheidsstatus van het rundvee te verbeteren. Hierbij gaat bijzondere aandacht uit naar die ziekten die ook voor de mens gevaarlijk kunnen zijn. Ook dienen alle bedrijven aan de kosten van de wettelijk verplichte dierziektebestrijding mee te betalen. Op grond hiervan is gekozen voor collectieve financiering op basis van een productschapsheffing.

29 Het gaat hier om een heffingsverordening waarvan de uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het productschap komen. Er worden geen lasten gelegd op andere overheden. Structuur van de heffing Z: hzeng ~êzûïigîtëi&lüi~ VUUI iuriueieri is een neiiing ale meikveehouders zijn verschuldigd over de op hun bedrijf gewonnen en aan een ontvanger van melk geleverde melk. De Nederlandse zuivelsector telt ca melkveehouders en ca. 30 ontvangers van melk. De heffing is ook verschuldigd over melk die door boerderijzuivelbereiders en kleinschalige zuivelfabrieken op het bedrijf wordt gewonnen en verwerkt in door hen geproduceerde en afgeleverde boter, consumptiemelk, consumptiemelkproducten, kaas of andere producten. Het gaat hierbij om ca. 500 bedrijven. De hoogte van de heffing is ten opzichte van 2004 met E 0,01 verlaagd. De opbrengst van de heffing wordt voor 2005 begroot op f De heffing gezondheidszorg voor runderen is in de begroting van het productschap opgenomen onder de hoofdfunctie product en dienst, functie gezondheidszorg runderen. Steunmelding De heffing gezondheidszorg voor runderen en de daaruit gefinancierde activiteiten zijn door de Europese Commissie goedgekeurd bij beschikking 4 februari 1998 (steunmaatregel nr. N ) en bij beschikking van 2 februari 2001 (steunmaatregel nr. N ). Artikelsgewijze toelichting Artikel l De heffing wordt uitsluitend opgelegd over in Nederland geproduceerde hoeveelheden koemelk. Artikel 2 Aan melkveehouders wordt een heffing opgelegd over de op hun bedrijf gewonnen en geleverde hoeveelheden melk. De hoogte van de heffing bedraagt E 0,06 per 100 kg melk. De oplegging en inning van de heffing aan het Productschap Zuivel vindt uit overwegingen van efficiency plaats door de ontvangers van melk (zuivelfabrieken en handelaren in melk). Artikel 3 De heffing is tevens verschuldigd over melk die door de kleinschalige zuivelfabrieken en boerderijzuivelbereiders op hun bedrijf is gewonnen en wordt verwerkt tot boter, consumptiemelk, consumptiemelkproducten, kaas en andere producten. De grondslag voor de heffing is de hoeveelheid verwerkte melk. Artikel 4 Aan de verordening wordt terugwerkende kracht verleend aangezien in de praktijk de inwerkingtreding na 1 januari plaatsvindt. Van de betrokkenen kan, mede vanwege het feit dat het doorlopende heffingen betreft die jaarlijks worden vastgesteld en over de op te leggen heffingen door middel van circulaires tijdig is gecommuniceerd, redelijkerwijs worden gevraagd dat zij vanaf 1 januari 2005 rekening moeten houden met de regelgeving. Ermelo, 10 november 2004 G.A. Koopstra voorzitter F. Beekman secretaris

30 RECTIFICATIE Herplaatsing van de Verordening bestemmingsheffing hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering 2005 van het Bedrijfschap Horeca en Catering zoals eerder geplaatst in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie van 2 l januari 2005, nummer 3. Bedrijfschap Horeca en Catering HOR I Verordening bestemmingshefing hotelclassificatie Bedrijfschnp Horeca en Catering 2005 VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering, houdende regels ter zake van de aan de onder het Bedrijfschap Horeca en Catering ressorterende ondernemers van logiesverstrekkende bedrijven op te leggen bestemmingsheffing voor het jaar 2005 ten behoeve van de Nederlandse hotelclassificatie. (VERORDENING BESTEMMINGSHEFFING HOTELCLASSIFICATIE BEDRIJFSCHAP HORECA EN CATERING 2005). No. Ho Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering; Gelet op de artikelen 93, 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 2, 4 en 7 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering; Besluit vast te stellen de navolgende verordening: 5 1 Begripsbepalingen en het toepassingsgebied Artikel l In deze verordening wordt verstaan onder: onderneming : een onderneming waarvoor het bedrijfschap is ingesteld; ondernemer : een natuurlijk of rechtspersoon of een niet rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschap, die een of meer ondernemingen drijft of heeft gedreven gedurende enige periode in 2005; logiesverstrekkende onderneming : een onderneming waar logies wordt verstrekt, desgewenst voor niet meer dan een nacht; logieseenheid : de daartoe ingerichte kamer of overeenkomstige ruimte, waarin logies wordt verstrekt, met uitzondering van slaapzalen; heffingsplichtige : een ondernemer die een logiesverstrekkende onderneming drijft.

31 Artikel 2 Deze verordening is van toepassing op ondernemers die een logiesverstrekkende onderneming drij- ven. 5 2 De bestemmingsheffing Artikel 3 1. De heffingsplichtige is voor het jaar 2005 per logiesverstrekkende onderneming een bestem- mingsheffing verschuldigd op grondslag van het aantal logieseenheden, waarover de logiesver- strekkende onderneming beschikt. Hiervoor geldt de volgende tabel: Aantal logieseenheden Bestemmingsheffing (in E) va n Meer dan Tot en met o 21 5 o 5 O 2. Aan de heffingsplichtige wordt een aftrek van 30% toegekend op de bestemmingsheffing, indien hij over het jaar 2004 contributie heeft betaald als lid van: een organisatie van ondernemers die een of meer leden in het bestuur heeft benoemd of een andere ondernemersorganisatie die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die: a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfschap een taak heeft te vervul- len, b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de Verordening repre- sentativiteit organisaties van de Sociaal Economische Raad, c. tot de werkingssfeer van het bedrijfschap behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekenend is, d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenover~eg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regel- matig overleg met de overheid, en e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

32 3 Vaststelling en oplegging van de bestemmingsheffing Artikel 4 De heffingsplichtige wordt in de gelegenheid gesteld per logiesverstrekkende onderneming een opgave te doen van het aantal logieseenheden. De heffingsplichtige doet de in het eerste lid bedoelde opgave binnen vier weken na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld. Ingeval van wijziging van het aantal logieseenheden is de heffingsplichtige verplicht daarvan binnen een maand opgave te doen. Uitvoering van het eerste lid kan achterwege blijven indien de heffingsplichtige al eens een opgave heeft gedaan van het aantal logieseenheden ten behoeve van de vaststelling van een bestemmingsheffing over een ander jaar. De in het eerste en tweede lid bedoelde gegevens, zullen - voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald - zonder toestemming van de belanghebbende: a. slechts worden gebruikt ter vervulling van de taak van het bedrijfschap; b. niet onder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, worden bekend gemaakt aan anderen dan de voorzitter, de secretaris of andere personen van het secretariaat van het bedrijfschap, de directeur van het Pensioenfonds Horeca & Catering of andere personen'van het Pensioenfonds Horeca & Catering en de met financiële controle op het bedrijfschap belaste accountant en diens personeel, voorzover het kennis nemen van die gegevens voor die controle noodzakelijk is..., Bekendmaking van gegevens, als in het vijfde lid bedoeld, blijft ook zonder vermelding of aandui-, ding van de persoon enlof onderneming, waarop zij betrekking hebben, achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens dan wel of zomede uit een of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon enfof onderneming die gegevens betrekking hebben. Artikel 5 1, De bestemmingsheffing wordt vastgesteld op grond van de meest recente opgave als bedoeld in artikel vier. 2. Indien geen of een kennelijk onjuiste opgave is gedaan, wordt de bestemmingsheffing vastgesteld op basis van een schatting. De betaling van de bestemmingsheffing Artikel 6 1. De heffingsplichtige voldoet de bestemmingsheffing binnen veeriien dagen na dagtekening. 2. Ingeval de heffingsplichtige ten aanzien van het bepaalde in het eerste lid in gebreke blijft, wordt de heffingsplichtige schriftelijk gemaand om alsnog te betalen.

33 3. Bij niet tijdige betaling van de bestemmingsheffing: a. kunnen administratieve kosten in rekening worden gebracht, welke minimaal 10 % van het openstaande bedrag bedragen, met een minimum van E 25. b. kan rente worden gevorderd over het verschuldigde bedrag van de dag af dat het verschuldigde bedrag betaald had moeten zijn; c. kan vergoeding worden gevorderd van alle invorderingskosten. De rente wordt berekend naar het percentage bedoeld in artikel 6:119 jo 6:120 Burgerlijk Wetboek, dat geldt op de datum waarop de rente wordt gevorderd. De invorderingskosten worden gesteld op 150h van het verschuldigde bedrag met een minimum van E Vermindering van de bestemmingsheffing Artikel 7 In bijzondere omstandigheden kan ontheffing worden verleend van het bepaalde in artikel 3, eerste lid van deze verordening. S 6 Mandaat Artikel 8 1. De bevoegdheid tot het nemen van besluiten, als bedoeld in artikel 5, alsmede tot het bepaalde in artikel 6, tweede en derde lid, wordt gemandateerd aan de directeur van het Pensioenfonds Horeca & Catering. 2. De bevoegdheid tot het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 7, alsmede tot het bepaalde in artikel 4, wordt gemandateerd aan de secretaris van het bedrijfschap. 3. De bevoegdheden, bedoeld in het eerste en tweede lid. mogen door de directeur van het Pensioenfonds Horeca & Catering en de secretaris van het bedrijfschap worden ondergemandateerd. 4. De bevoegdheid tot het nemen van besluiten op bezwaarschriften tegen a. door de directeur van het Pensioenfonds Horeca & Catering in mandaat genomen besluiten of b. in ondermandaat genomen besluiten wordt gemandateerd aan de secretaris van het bedrijfschap. 5 7 Slotbepalingen Artikel 9 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

34 Artikel 10 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffing hotelclassificatie Bedrijf- schap Horeca en Catering Deze verordening zal worden afgekondigd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Zoetermeer, 10 november 2004 P.J. Biesheuvel voorzitter J.C. Vianen secretaris Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 6 januari 2005 en door de Minister van Economische Zaken bij beschikking van I0 januai-i 2005, nr. EPMW TOELICHTING - INLEIDING Algemeen Het bedrijfschap Horeca en Catering (hierna: het bedrijfschap) is een krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie ingesteld openbaar lichaam. Het heeft, ingevolge artikel 71 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening door de ondernemingen, waarvoor het is ingesteld, te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen. Zo levert het bedrijfschap een bijdrage aan de continuïteit van de bedrijfstak horeca en catering. Belangrijk voor deze continuïteit zijn onder meer een goed rendement voor de ondernemers, goede arbeidsomstandigheden voor de werknemers, inspelen op de wensen van de consument en adequaat omgaan met wat maatschappelijk van de bedrijfstakken wordt gevraagd op gebieden van bijvoorbeeld milieu en veiligheid. De leden van het bestuur van het bedrijfschap worden benoemd door de ondernemersorganisaties Koninklijk Horeca Nederland, de Verenigde Nederlandse Cateringorganisaties en de Vereniging van Recreatieondernemers Nederland en de werknemersorganisaties Horecabond FNV en CNV bedrijvenbond. Bestuursbesluit 5 februari 2003 Bij bestuursbesluit van 5 februari 2003 heeft het bestuur besloten de Verordening Benelux- Hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca 1985, na de wettelijke vervaldatum van 1 juli 2003, niet opnieuw vast te stellen. Daarvoor in de plaats is een project ontwikkeling en uitvoering nieuwe hotelclassificatie goedgekeurd. Dit project voorziet in de ontwikkeling van een nieuwe hotelclassificatie, ter vervanging van de Benelux-classificatie, en de inwerkingtreding en uitvoering van deze nieuwe classificatie door het bedrijfschap. In dat verband is op 25 juni 2003 de Verordening Nederlandse hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering vastgesteld, die de uitvoering van de hotelclassif icatie regelt. In het genoemde bestuursbesluit is tevens besloten dat de financiering van dit project niet uit de algemene heffing van het Bedrijfschap moet plaatsvinden, maar door de logiesverstrekkende sector zelf moet worden gefinancierd, door middel van een bestemmingsheffing. De onderhavige verordening voorziet in deze bestemmingsheffing voor het jaar 2005.

35 Logiesverstrekkende ondernemingen De bestemmingsheffing hotelclassificatie wordt opgelegd aan ondernemers van logiesverstrekkende ondernemingen. Onder logiesverstrekkende ondernemingen in de zin van deze verordening moet worden verstaan een onderneming waarvoor het bedrijfschap op grond van zijn Instellingsbesluit is ingesteld, waarin logies wordt verstrekt, desgewenst voor niet meer dan een nacht. Logiesverstrekkende ondernemingen vallen onder de werkingssfeer van het Instellingsbesluit indien de logiesverstrekking gepaard gaat met dienstverlening. In zoverre onderscheiden deze ondernemingen zich van ondernemingen waar bijvoorbeeld uitsluitend kampeergelegenheid wordt geboden of uitsluitend huisjes of appartementen te huur worden aangeboden, zonder enige vorm van dienstverlening gedurende hei verblijf. Ondernemingen, waar zowel logiesverstrekking plaatsvindt gepaard gaande met dienstverlening als logiesverstrekking plaatsvindt zonder dienstverlening, vallen uitsluitend onder de werking van deze verordening ten aanzien van het gedeelte waarin de logiesverstrekking gepaard gaat met dienstverlening. De groep van ondernemingen waarover bestemmingsheffing is verschuldigd is gelijkluidend aan de groep van ondernemingen die vallen onder de werkingssfeer van de Verorden~ng Nederlandse hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering Op grond van die verordening zijn er thans circa 2800 logiesverstrekkende ondernemingen. Nederlandse Hotelclassificatie De doelstelling van de Nederlandse Hotel Classificatie, die door deze bestemmingsheffing wordt gefinancierd, is tweeledig. Ten eerste beogen de toegekende hotelsterren de Nederlandse en buitenlandse consument te helpen bij diens keuze voor een hotel door een onderscheidend en helder inzicht te geven in het aanbod van alle geclassificeerde logiesverstrekkers. Ten tweede bieden de hotelsterren de geclassificeerde hotels een instrument om zich in de markt te profileren. Deelname van alle logiesverstrekkende bedrijven aan de classificatie vormt een waarborg voor optimale transparantie van de sector, terwijl de uitvoering van de classificatie door het bedrijfschap als publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie de objectiviteit van het systeem waarborgt. In het verlengde hiervan kan worden gesteld dat met het classificatiesysteem tevens een bijdrage wordt geleverd aan een goede marktordening binnen de sector. Door toepassing van hulpmiddelen zoals internet kan informatie over de classificatie van hotels beter worden ontsloten voor een grotere groep Nederlandse en internationale consumenten, waarmee sterk wordt bijgedragen aan het realiseren van beide doelstellingen. Het is wenselijk dat de financiering van dit systeem wordt gedragen door logiesverstrekkende ondernemingen die profijt kunnen hebben van de hotelclassificatie. Algemeen belang De Nederlandse hotelclassificatie dient het algemeen belang. Het betreft een vanuit het oogpunt van de consument, de hotellerie en de touroperators gewenste publiekrechtelijke regeling die, vanwege de volledige deelname door alle logiesverstrekkende bedrijven, grote waarborgen biedt voor de transparantie van de sector. Bovendien wordt gezorgd voor een grote mate van objectiviteit in de uitvoering. Een dergelijke transparantie richting de consument zal nooit kunnen worden bereikt wanneer de hotelclassificatie zou worden uitgevoerd door middel van een privaatrechtelijke regeling, waarbij het aan de ondernemer wordt vrijgelaten om al dan niet toe te treden, dan wel uit te treden. Daar komt nog bij dat de ervaring van de afgelopen jaren heeft geleerd dat de hotelsector niet door middel van zelfregulering tot een hotelclassificatie komt en juist hel bedrijfschap heeft gevraagd om dit publiekrechtelijk te regelen, gelet op het publieke belang dat ermee is gemoeid. Te weten een optimale transparantie van de hotelsector voor de consument en de ondernemer, zowel nationaal als internationaal. Van belang is dat in de normering nadrukkelijk rekening worden gehouden met moderne consumentenwensen, die uit onderzoek naar voren zijn gekomen. Zo zullen bijvoorbeeld de nieuwe criteria onderwerpen bevatten die de moderne consument, zowel zakelijk als particulier, tegenwoordig van logiesverstrekkende bedrijven verlangt. Deze worden onder meer ingegeven door belangrijke maatschappelijke en technologische veranderingen. Activiteiten In het kader van het hierboven omschreven project ontwikkeling en uitvoering nieuwe hotelclassificatie, zullen in 2005 onder meer de volgende activiteiten worden uitgevoerd. Het (doen) uitvoeren van het nieuwe hotelclassificatiesysteem (toetsen en definitief indelen van hotels) Het voorlopig indelen van logiesverstrekkende bedrijven in categorieën na aanmelding

36 Het (doen) produceren van nieuwe hotelschilden en documentatiemateriaal voor het classificatiesysteem Het uitvoeren van het communicatieplan Bezwaar en beroep Commissie NHC Het ontwikkelen van noodzakelijke regelgeving: Het doen opleggen en innen van de bestemmingsheffing NHC Opbrengst Voor uitvoering van bovengenoemde activiteiten in 2005 is een bedrag van E begroot. De totale opbrengst van de heffing wordt voor 2005 ook op circa dit bedrag geschat. Dit komt neer op een gemiddelde heffing per onderneming van ongeveer 130. In 2004 bedroeg de begroting f Steunmelding Uit de opbrengst van de heffing worden de werkzaamheden en overige kosten betaald, die het bedrijfschap uitvoert of laat uitvoeren in het kader van de ontwikkeling, inwerkingtreding en uitvoering van het project nieuwe hotelclassificatie. Het betreft werkzaamheden die in het belang zijn van de sociaaleconomische ontwikkeling van de logiesverstrekkende sector als geheel. De werkzaamheden zijn niet selectief. Zij worden namelijk ten behoeve van alle ondernemingen in de onderhavige sector verricht. Zo er al sprake zou zijn van steun als bedoeld in artikel 87 van het EG-verdrag, dan zal de steun per onderneming nooit meer bedragen dan E over drie jaar. Melding kan dan op grond van "de minimis" steun achterwege blijven. Administratieve lasten Het bedrijfschap acht het van het grootste belang dat de administratieve lasten voor de ondernemers zo laag mogelijk zijn. Met deze verordening wordt dan ook getracht de administratieve lastendruk zoveel mogelijk te beperken. Weliswaar wordt iedere ondernemer eenmaal per jaar in de gelegenheid gesteld een opgave te doen van het aantal logieseenheden, maar het betreft slechts een geringe administratieve handeling, die noodzakelijk is voor een juiste toerekening van de besternrningsheffing. Bovendien zal worden getracht met behulp van elektronische hulpmiddelen en koppeling aan de uitvoering van de reguliere heffing ingevolge de Heffingcverordening Bedrijfschap Horeca en Catering 2005, de administratieve lasten nog verder terug te dringen. TOELICHTING - ARTIKELSGEWIJS Algemeen Artikel 126 van de gewijzigde Wet op de bedrijfsorganisatie (Wbo) bepaalt dat jaarlijks de heffingsverordeningen van de bedrijfsiicharnen moeten worden vastgesteld. Gelet op die bepaling strekt deze verordening ter vervanging van de Verordening bestemmingsheffing hotelctassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering De verordening is in vergelijking met de Verordening bestemmingsheffing hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering 2004 nagenoeg ongewijzigd. De enige wijziging betreft een kleine technische wijziging in de artikelen vier en vijf, uit oogpunt van verdere vermindering van de administratieve lasten. Deze wijziging houdt in dat heffingsplichtigen niet langer jaarlijks opgave behoeven te doen van het aantal logieseenheden, indien dat aantal al bij het bedrijfschap bekend is en niet is gewijzigd. Artikel 1 De definitie van onderneming in het eerste artikel sluit aan bij het begrip onderneming in de Wet op de Bedrijfsorganisatie, waarop het Instellingsbestuit van het Bedrijfschap is gebaseerd, en bij de vaste uitleg door het College van beroep voor het bedrijfsleven daarvan. Onder een onderneming wordt verstaan een, van de eventueel overige activiteiten in de vestiging (het bedrijf) te onderscheiden, technisch-organisatorische eenheid, waarin in de functie van horecabedrijf aan het economisch verkeer wordt deelgenomen. In tegenstelling tot het begrip onderneming in het spraakgebruik, dat meerdere bedrijven kan omvatten, ziet het begrip onderneming in deze verordening dus nadrukkelijk op de plaats van exploitatie; de plaats waar het bedrijf wordt uitgeoefend. Wanneer bijvoorbeeld één ondernemer op drie verschillende plaatsen logiesverstrekkende bedrijven uitoefent, is sprake van een drietal ondernemingen.

37 Ten aanzien van het begrip logiesverstrekkende onderneming wordt verwezen naar hetgeen daaromtrent in de inleiding van de toelichting wordt vermeld. Onder logieseenheid wordt in deze verordening verstaan hetgeen in de volksmond ook wel met de term "kamer" wordt aangeduid. Overeenkomstige ruimtes, zoals onder meer kooien op boten waar logiesverstrekking plaatsvindt en appartementen waar logiesverstrekking gepaard gaande met dienstverlening plaatsvindt vallen eveneens onder het begrip logieseenheid. Indien een suite bestaat uit een of meerdere zit- eniof slaapkamers, geldt deze als één logieseenheid. In het geval van als suite aangeduide ruimten, die bestaan uit twee of meerdere aan elkaar gekoppelde kamers, voorzien van verbindingsdeuren, die ook ais afzonderlijke kamers voor logiesverstrekking ter beschikking worden gesteld, geldt dat iedere kamer die ook afzonderlijk wordt verstrekt als één logieseenheid wordt beschouwd. In het kader van de logiesverstrekking krijgt de gast de beschikking over een logieseenheid, al dan niet voorzien van een daarbij behorende badkamer. Van belang is dat de logieseenheid in zijn geheel aan een gast of een bij elkaar horende groep van gasten, wordt verstrekt. Ruimten waarin een gast slechts de beschikking krijgt over een bed, zoals op een slaapzaal, waar ook bedden worden verstrekt aan andere gasten, die niet tot dezelfde groep behoren, worden niet gezien als logieseenheid in de zin van deze verordening. Artikel 3 In artikel 3 wordt vastgelegd dat een heffingsplichtige voor iedere logiesverstrekkende onderneming een bestemmingsheffing is verschuldigd. De bestemmingsheffing wordt opgelegd naast de op grond van de Heffingsverordening Bedrijfschap Horeca en Catering 2005 opgelegde heffing. Voor de bepaling van de hoogte van de heffing is het gemiddeld aantal logieseenheden bepalend. Omdat in verband met bijvoorbeeld uitbreiding, danwel gedeeltelijke sluiting, het aantal logieseenheden in een logiesverstrekkende onderneming door het jaar verschillend kan zijn, is bepalend het aantal logieseenheden dat gemiddeld in het jaar voor logiesverstrekking bestemd is. In het tweede lid wordt bepaald dat ondernemers die lid zijn van een belangenbehartigende ondernemersorganisatie, die aan de in het artikel genoemde voorwaarden voldoet, een aftrek kunnen krijgen op de bestemmingsheffing, die zij verschuldigd zijn voor de door hen gedreven logiesverstrekkende ondernemingen. De voorwaarden zijn ontleend aan het Besluit beleidsregel Schilthuisaftrek van de Sociaal Economische Raad van i5 juni De hoogte van de korting wordt door het bestuur jaarlijks vastgesteld en is voor 2005 bepaald op 30 h van de heffing. De aftrek wordt slechts toegestaan binnen de in artikel 126, zesde lid, van de Wet op de Bedrijfsorganisatie vastgelegde grenzen. Dat betekent onder meer, dat ten aanzien van de opgelegde bestemmingsheffing en de opgelegde heffing op grond van de Heffingsverordening Bedrijfschap Horeca en Catering 2005 gezamenlijk, de totale aftrek, die in een jaar aan een ondernemer wordt toestaan, gemaximeerd is tot een deel van het bedrag, dat die ondernemer als contributie aan zijn ondernemersorganisatie heeft betaald. Indien de totale aftrek op grond van beide verordeningen dit maximum overschrijdt wordt de aftrek naar rato verminderd tot het maximaal toegestane bedrag. Artikel 4 Teneinde vast te stellen over hoeveel logieseenheden de logiesverstrekkende onderneming beschikt wordt de heffingsplichtige in de gelegenheid gesteld een opgave te doen van het aantal logieseenheden, Het in de gelegenheid stellen kan op verschillende wijzen plaats vinden. Zo kan een schriftelijke enquête worden gehouden, maar het is ook mogelijk dit langs elektronische weg te laten plaatsvinden. Ook kan de vaststelling plaatsvinden ten tijde van een onderzoek ter plaatse door de controleur van de hotelclassificatie. Hierbij wordt getracht zoveel mogelijk te komen tot een reductie van de administratieve lastendruk. Het reduceren van administratieve lasten ligt ook ten grondslag aan het vierde lid. Gelet op de omstandigheid dat het aantal logieseenheden in het algemeen niet regelmatig aan verandering onderhevig is, behoeft dit aantal niet ieder jaar opnieuw te worden vastgesteld. In dat geval wordt gebruik gemaakt van de laatste opgave van de ondernemer ten behoeve van de vaststelling van de bestemmingsheffing over een voorgaand jaar. De ondernemer is wel verplicht om wijzigingen in het aantal logieseenheden door te geven binnen een maand na de feitelijke realisatie van die wijzigingen. In het vijfde en zesde lid zijn waarborgen opgenomen, als bedoeld in art. 93, derde lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie, tegen misbruik van de ingevolge het eerste lid door de heffingsplichtige te verstrekken gegevens.

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 29 december 2008 nummer

Nadere informatie

VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING HUISHOUDELIJKE HEFFINGEN PLUIMVEESECTOR (PPE) 2014 (2014-I)

VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING HUISHOUDELIJKE HEFFINGEN PLUIMVEESECTOR (PPE) 2014 (2014-I) VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING HUISHOUDELIJKE HEFFINGEN PLUIMVEESECTOR (PPE) 2014 (2014-I) Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 10 april 2014 tot wijziging van de Verordening

Nadere informatie

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing VERGADERING : BESTUUR DATUM : 13 NOVEMBER 2008 AGENDAPUNT : 10 BIJLAGE : 26 Lett: AF no. JBA ONTWERP HEFFINGSVERORDENING PA INLANDS GRAAN 2009 Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.31 20 juli 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Openbare kennisgevingen

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 22 augustus 2008 nummer

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.58 23 september 2011-61e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Pluimvee en Eieren

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 55 23 september 2005 nummer 53 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 26 september 2008 nummer

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 56 10 februari 2006 num

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 55 5 augustus 2005 nummer 42 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.39 14 september 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Pluimvee en Eieren

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang september 2003 num mer 57. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Ontwerpverordeningen 2

PBO-blad. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang september 2003 num mer 57. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Ontwerpverordeningen 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 53 18 september 2003 num

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Bestuurssamenstellingen 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Bestuurssamenstellingen 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 30 januari 2009 nummer

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen Verordening PT heffing export bloembollen naar Japan oogstjaar 2010 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 30 maart 2010, houdende de vaststelling van aan exporteurs van bloembollen

Nadere informatie

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang december 2004 nummer 75

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang december 2004 nummer 75 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 31 december 2004 nummer

Nadere informatie

Sociaal- Economische Raad

Sociaal- Economische Raad Sociaal- Economische Raad Mededelingen blad Bedrijfsorganisatie Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen

Nadere informatie

Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009

Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009 Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d. 1 juli 2008 houdende de vaststelling van de aan ondernemers die bloemkwekerijproducten

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 11 april 2008 nummer

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen Verordening PT heffing export bloembollen naar Japan oogstjaar 2007 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 27 maart 2007, houdende de vaststelling van aan exporteurs van bloembollen

Nadere informatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordening wijziging van de Verordening begroting baten en lasten voor 2008 (RE 6) 2

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordening wijziging van de Verordening begroting baten en lasten voor 2008 (RE 6) 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave jaargang 59 21 augustus 2009 nummer 47 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 10 mei 2011; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 10 mei 2011; 1 Begripsbepalingen Verordening PT heffing export bloembollen naar Japan oogstjaar 2011 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 19 mei 2011 houdende de vaststelling van een aan exporteurs van bloembollen

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 5 juni 2009 nummer 36

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 13 februari 2007;

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 13 februari 2007; Verordening PT heffing bestrijding Ditylenchus dipsaci oogstjaar 2007 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 27 maart 2007, houdende de vaststelling van aan telers van bloembollen op

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 389 Besluit van 16 oktober 2014, houdende regels ter zake van heffingen in verband met de bekostiging van het weren van dierziekten (Besluit

Nadere informatie

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht Verordening PT retributie export groenten en fruit Japan 2012 Verordening van het Productschap Tuinbouw van 14 november 2011, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Tuinbouw ressorterende

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.35 24 juni 2011-61e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Pluimvee en Eieren

Nadere informatie

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector Inleiding Stichting PLUIMNED, de erkende brancheorganisatie voor de sector pluimveevlees heeft

Nadere informatie

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang december 2004 nummer 74

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang december 2004 nummer 74 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 24 december 2004 nummer

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Openbare kennisgevingen 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Openbare kennisgevingen 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 15 augustus 2008 nummer

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 1 augustus 2008 nummer

Nadere informatie

ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013

ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013 ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum), houdende de vaststelling van een algemene heffing ten behoeve

Nadere informatie

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 55 1 april 2005 nummer 16. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees (PVV 17) 2

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 55 1 april 2005 nummer 16. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees (PVV 17) 2 PBO-blad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 55 1 april 2005 nummer 16 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 56 27 januari 2006 num

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.34 19 september 2014-64e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Zuivel 2 Verordeningenblad

Nadere informatie

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen Bestuurskamer Ontwerp- Besluit van (datum) houdende de instelling van een hoofdbedrijfschap voor ondernemingen op het gebied van de groothandel en het bedrijf van tussenpersoon in akker- en tuinbouwproducten

Nadere informatie

Financiën

Financiën Financiën 51 Financiën De SER stelt zijn jaarrekening normaliter in mei vast en legt deze vervolgens ter goedkeuring voor aan de minister van SZW. Dit jaarverslag bevat een samenvatting van de jaarrekening

Nadere informatie

Artikel I Het Besluit heffing bestrijding dierziekten wordt gewijzigd als volgt:

Artikel I Het Besluit heffing bestrijding dierziekten wordt gewijzigd als volgt: Besluit van 19 november 2014, nr. 2014001742, houdende wijziging van het Besluit heffing bestrijding dierziekten en van het Besluit heffing preventie dierziekten in verband met een wijziging van de tarieven

Nadere informatie

Sociaal- Economische Raad

Sociaal- Economische Raad Sociaal- Economische Raad Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende

Nadere informatie

2009 (Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 2009)

2009 (Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 2009) INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging II d.d. 9-9-2011 Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 20091) Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.9 28 februari 2014-64e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Openbare kennisgevingen

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 56 3 maart 2006 num mer

Nadere informatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie PBO-blad Sociaal- Economische Raad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave jaargang 52 11 oktober 2002 nummer 65 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Nadere informatie

LAATSTE TEKST (februari 2010)

LAATSTE TEKST (februari 2010) LAATSTE TEKST (februari 2010) HEFFINGSVERORDENING PA VLASFONDS 2009 Verordening van het Productschap Akkerbouw van 13 november 2008, houdende vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve van de vlassector

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.7 10 februari 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 27 maart 2009 nummer

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36087 30 december 2014 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 9 december 2014, nr. WJZ/14129586, tot vaststelling

Nadere informatie

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013 VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum), houdende de vaststelling van een bestemmingsheffing ten behoeve

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 57 9 maart 2007 nummer

Nadere informatie

Sociaal- Economische Raad

Sociaal- Economische Raad Sociaal- Economische Raad Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de Wet dieren in verband met de herziening van het heffingenstelsel ten behoeve van de kosten van de bestrijding en het weren van besmettelijke

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 57 7 december 2007 nummer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 F Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangen van het Diergezondheidsfonds voor het jaar 2001 Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.45 13 augustus 2010-60e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Pluimvee en Eieren

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 452 Besluit van 19 november 2014, houdende wijziging van het Besluit heffing bestrijding dierziekten en van het Besluit heffing preventie dierziekten

Nadere informatie

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector Inleiding Stichting OVONED, de erkende brancheorganisatie voor de sector eieren, heeft op 16 mei

Nadere informatie

Verordening financiering projecten groothandelssector 2013

Verordening financiering projecten groothandelssector 2013 Verordening financiering projecten groothandelssector 2013 Verordening van het Productschap Vis van 13 november 2012, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Vis ressorterende ondernemers

Nadere informatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave jaargang 56 22 december 2006 num mer 68 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE

Nadere informatie

PBO-blad. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees 2

PBO-blad. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave jaargang 55 9 december 2005 num mer 71 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.30 4 juni 2010-60e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2

Nadere informatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2 Verordeningen en besluiten 3

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2 Verordeningen en besluiten 3 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 10 december 2004 nummer

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.6 7 februari 2014-64e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Hoofdproductschap Akkerbouw 2

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave Nr.33 5 september 2014-64e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten

Nadere informatie

PBO-blad. Bestuurssamenstellingen 2. BEDRIJFSLICHAMEN 4 Hoofdproductschap Akkerbouw 4

PBO-blad. Bestuurssamenstellingen 2. BEDRIJFSLICHAMEN 4 Hoofdproductschap Akkerbouw 4 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 31 december 2009 nummer

Nadere informatie

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014)

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend in overeenstemming

Nadere informatie

Besluit van, houdende regels met betrekking tot de diergezondheidsheffing (Besluit diergezondheidsheffing) ( )

Besluit van, houdende regels met betrekking tot de diergezondheidsheffing (Besluit diergezondheidsheffing) ( ) Besluit van, houdende regels met betrekking tot de diergezondheidsheffing (Besluit diergezondheidsheffing) (12-7-2017) Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-

Nadere informatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 13 februari 2004 num

Nadere informatie

Sociaal- Economische Raad

Sociaal- Economische Raad Sociaal- Economische Raad Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende

Nadere informatie

1 Begripsbepalingen. 2 Het hoofdproductschap

1 Begripsbepalingen. 2 Het hoofdproductschap Ontwerp- Besluit van (datum) houdende de instelling van een hoofdproductschap alsmede van productschappen voor ondernemingen op het gebied van de teelt van, de been verwerking van en de handel in akkerbouwproducten

Nadere informatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie PBO-blad Sociaal- Economische Raad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave jaargang 59 18 september 2009 nummer 60 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN

Nadere informatie

Productschap Diervoeder

Productschap Diervoeder Productschap Diervoeder VERORDENING PDV REGISTRATIE ONDERNEMINGEN DIERVOEDERSECTOR 2003 Verordening van het Productschap Diervoeder van 12 februari 2003 (Wijziging I: 2 december 2009) houdende regels ter

Nadere informatie

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013 VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum), houdende de vaststelling van een algemene heffing ten laste van

Nadere informatie

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking onderzoeks- en innovatieagenda Nederlandse pluimveesector

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking onderzoeks- en innovatieagenda Nederlandse pluimveesector Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking onderzoeks- en innovatieagenda Nederlandse pluimveesector Inleiding Stichting PLUIMNED, de erkende brancheorganisatie voor de sector pluimveevlees

Nadere informatie

1 Begripsbepalingen. 2 Heffingsplicht

1 Begripsbepalingen. 2 Heffingsplicht Verordening PT bijzondere heffing handel groenten en fruit 2012 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 14 november 2011, houdende de vaststelling van een bijzondere heffing handel groenten

Nadere informatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 21 mei 2004 num mer

Nadere informatie

: Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten;

: Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten; Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten VERGADERING : Bestuur DATUM : 1 november 2007 AGENDAPUNT : 13 BIJLAGE : 21 ONTWERP VERORDENING GZP FINANCIERINGSHEFFING JAAR 2008 Verordening van het Productschap

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 27 februari 2009 nummer

Nadere informatie

BESLUIT OPGAVE BEDRIJFSGEGEVENS OP ELEKTRONISCHE WIJZE (PPE) 2005

BESLUIT OPGAVE BEDRIJFSGEGEVENS OP ELEKTRONISCHE WIJZE (PPE) 2005 BESLUIT OPGAVE BEDRIJFSGEGEVENS OP ELEKTRONISCHE WIJZE (PPE) 2005 Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 15 september 2005, houdende vaststelling van bepalingen omtrent opgave

Nadere informatie

Financiën. 48 ser jaarverslag 2008

Financiën. 48 ser jaarverslag 2008 47 Financiën De raad stelt de jaar normaliter in mei vast en legt deze vervolgens ter goedkeuring voor aan de minister van SZW. Dit jaarverslag bevat een samenvatting van de jaar op basis van de concept.

Nadere informatie

PBO-blad. Openbare kennisgevingen 2. BEDRIJFSLICHAMEN 3 Hoofdproductschap Akkerbouw 3

PBO-blad. Openbare kennisgevingen 2. BEDRIJFSLICHAMEN 3 Hoofdproductschap Akkerbouw 3 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 11 december 2009 nummer

Nadere informatie

VERORDENING TOT VASTSTELLING VAN DE HERZIENE BEGROTING VAN BATEN EN LASTEN OVER HET JAAR 2014

VERORDENING TOT VASTSTELLING VAN DE HERZIENE BEGROTING VAN BATEN EN LASTEN OVER HET JAAR 2014 VERORDENING TOT VASTSTELLING VAN DE HERZIENE BEGROTING VAN BATEN EN LASTEN OVER HET JAAR 2014 VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering tot vaststelling van de herziene begroting van baten en

Nadere informatie

Deze maatregel verhoogt de parafiscale heffingen om meer financiering beschikbaar te maken voor de volgende doelen;

Deze maatregel verhoogt de parafiscale heffingen om meer financiering beschikbaar te maken voor de volgende doelen; EUROPESE COMMISSIE Brussel, 07.XII.2005 C(2005) 5282 Betreft: Steunmaatregelen van de Staten nr. N 352/2004 - Nederland Verhoging van parafiscale heffingen en invoering van twee nieuwe heffingen in steunmaatregelen

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.41 21 september 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees 2

Nadere informatie

Resultaten verantwoordingsonderzoek. Diergezondheidsfonds (F)

Resultaten verantwoordingsonderzoek. Diergezondheidsfonds (F) Resultaten verantwoordingsonderzoek 2014 20 mei 2015 Dit document bevat alle resultaten van ons Verantwoordingsonderzoek 2014 bij het zoals gepubliceerd op www.rekenkamer.nl/verantwoordingsonderzoek. De

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 56 28 april 2006 nummer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 910 Wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en andere wetten in verband met de opheffing van de bedrijfslichamen (Wet opheffing bedrijfslichamen)

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.57 23 september 2011-61e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Pluimvee en Eieren

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5289 6 april 2010 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 26 maart 2010, nr. 115877, houdende

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 15 mei 2009 nummer 31

Nadere informatie

Ontwerp-Verordening PT uitvoeringsbepalingen GMO groenten en fruit 2012

Ontwerp-Verordening PT uitvoeringsbepalingen GMO groenten en fruit 2012 Ontwerp-Verordening PT uitvoeringsbepalingen GMO groenten en fruit 2012 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 2012, houdende bepalingen met betrekking tot uitvoering van de integrale

Nadere informatie

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit 1. De voor het benoemen van leden van het bestuur van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen,

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Regels met betrekking tot de begroting en verantwoording van de kosten van het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche Bank en de financiering van de toezichtkosten (Wet bekostiging

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 27 februari 2009 nummer

Nadere informatie

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015 Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015 Artikel 1 Toepassing Dit reglement is van toepassing op aanmeldingen die na 1 april 2015 zijn ontvangen

Nadere informatie

Bestuurskamer. Wij Beatrix, enzovoorts

Bestuurskamer. Wij Beatrix, enzovoorts Bestuurskamer Ontwerp- Besluit van (datum) houdende opheffing Bedrijfschap voor de Groothandel en de Tussenpersonen in Aardappelen, Bedrijfschap Groothandel in Bloemkwekerijprodukten, Bedrijfschap Groothandel

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen.

EUROPESE COMMISSIE. Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.12.2008 C(2008)8738 Betreft: Staatssteun/ Nederland Steunmaatregel N 526/2008 Aanpassing van de heffing waaruit onderzoek en ontwikkeling in de pluimveesector en de preventie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 411 esluit van 9 oktober 2013, houdende wijziging van diverse besluiten betreffende veterinaire aangelegenheden 0 Wij Willem-lexander, bij de

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.62 27 december 2013-63e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen

Nadere informatie

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008 VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008 Verordening van het Productschap Akkerbouw van 5 juni 2008 houdende regels ter zake van subsidies voor de structuurversterking voor de

Nadere informatie

Artikel 1. Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2008

Artikel 1. Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2008 Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2008 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 25 maart 2008 houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Tuinbouw ressorterende

Nadere informatie