Surveillance van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob in België 2007

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Surveillance van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob in België 2007"

Transcriptie

1 Surveillance van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob in België 2007 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat Brussel België D/2008/2505/26

2 Afdeling Epidemiologie juli 2008 Brussel, België Intern referentienummer: EPI Report Depotnummer of ISSN: D/2008/2505/26 Dr. Sophie Quoilin Het project wordt financieel ondersteund door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Milieu (KB 03/08/2007) Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. 2

3 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Brussel 2008 Dit rapport mag niet gereproduceerd, gepubliceerd of verdeeld worden zonder schrijftelijke toestemming van het WIV. 3

4 I. Een zeldzame ziekte...5 II. Prionziekten of Overdraagbare Spongiforme Encefalopathieën...6 Inleiding...6 Etiologisch agens...6 Pathogeen mechanisme...6 Classificatie van de ziekte bij de mens...7 Kenmerken...7 Onderzoek...8 III. Surveillancenetwerk...9 Historiek van de oprichting van het surveillancenetwerk...9 Doelstellingen van het surveillancenetwerk...9 IV. Epidemiologische situatie van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob in België...11 Evolutie van de incidentie in België...11 Demografische kenmerken...13 Geografische kenmerken...14 Klinische kenmerken...14 Diagnostisch onderzoek...15 V. Epidemiologische situatie van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob in Europa...15 VI. Epidemiologische situatie van boviene spongiforme encefalopathie...20 Epidemiologie in België...20 Epidemiologie in Europa en de rest van de wereld...21 VII. Moet de surveillance blijven voortbestaan?...24 Hypothese...24 Analyse...26 VIII. Besluit...28 IX. Bijlagen...29 Referenties...29 Adviezen/Aanbevelingen samengesteld door de Hoge Gezondheidsraad...30 Afkortingen...31 Gevalsdefinities...32 Leden van het Stuurcomité CJD...34 X. Questionnaire CJD Patient...37 WIV - Epidemiologie 4

5 I. Een zeldzame ziekte De ziekte van Creutzfeldt-Jakob (CJD) is een overdraagbare spongiforme encefalopathie (OSE) gekarakteriseerd door een snelle achteruitgang van de hersenfuncties. Ze werd ongeveer een eeuw geleden voor het eerst beschreven en heeft een verwachte incidentie van 1/ inwoners/jaar. Deze verwachte incidentie geldt ook voor ons land. Overdraagbare spongiforme encefalopathieën zijn zeldzame aandoeningen. Stanley Ben Prusiner, Amerikaans neuroloog en biochemicus, mocht in 1997 de Nobelprijs van de Geneeskunde in ontvangst nemen voor de ontdekking van het etiologisch agens van OSE, de prion, een soort infectieuze ziektekiem die zelfreproduceerbaar is en uit één proteïne bestaat. Prionziekten zijn op de internationale wetenschappelijke scene getreden toen in 1995 het eerste geval van vcjd werd gediagnosticeerd en in verband werd gebracht met de consumptie van rundvlees besmet door BSE. Sinds het begin van de jaren 1980 trof BSE, een prionziekte, het Britse vee onder de vorm van een epidemie. Ook al blijft de oorsprong van de ziekte onbekend, toch gaat men ervan uit dat het veevoeder besmet met runderweefsels geïnfecteerd door BSE aan de verspreiding van de epidemie heeft bijgedragen. In Europa maar vooral in het Verenigd Koninkrijk zijn miljoenen runderen besmet met BSE in de voedselketen terechtgekomen. Mechanisch geëxtraheerd rundvlees (MRM) en vlees van rundskop waren de voornaamste dragers van prionproteïnen (PrPsc) in de voedselketen. MRM wordt aangetroffen in hamburgers, cocktailworstjes en patés en is het product van een hogedrukproces om het resterende vlees op beenderen te winnen. Vóór 1995 was de wervelkolom de voornaamste bron van MRM en bijgevolg een mogelijke bron van besmetting van vlees via beenmerg of dorsale lymfeklieren. In de voorgaande jaren is een daling van de incidentie van BSE vastgesteld na de invoering van preventieve maatregelen voor dieren maar de problematiek blijft een bedreiging voor de volksgezondheid, in grote mate ten gevolge van de vaststelling van nieuwe wijzen van besmetting, waaronder bloedtransfusies, terwijl er geen opsporingstests bestaan. WIV - Epidemiologie 5

6 II. Prionziekten of Overdraagbare Spongiforme Encefalopathieën Inleiding Prionziekten, ook bekend als overdraagbare spongiforme encefalopathieën (OSE), vormen een groep van zeldzame aandoeningen bij dieren en mensen. Hoewel het etiologisch agens een proteïne is, gedragen de ziekten zich als infectieuze aandoeningen die onder gelijk- en anderssoortigen worden overgedragen. Etiologisch agens Het etiologisch agens van OSE is een abnormale vorm van een proteïne gecodeerd door de gastheer: de prionproteïne. De prionproteïne of PrP wordt gecodeerd door het gen PRNP. Er bestaan twee grote vormen van de PrP: de normale vorm, PrPc, en de abnormale vorm, PrPsc. PrPc is aanwezig in de hersenen en in andere delen van het menselijk lichaam. PrPSc is, in tegenstelling tot PrPC, resistent tegen de normale celprocessen die haar zouden moeten afbreken en uit het lichaam zouden moeten verwijderen. Zij stapelt zich op in de hersenen. Pathogeen mechanisme Prionziekten tasten het centraal zenuwstelsel (multifocaal neuronaal verlies, spongiforme lesies, astrogliose) aan en leiden onherroepelijk tot de dood. Een enkele molecule van PrPsc kan moleculen van PrPc omzetten in moleculen met de abnormale vorm, door ze aan te sporen de abnormale gedaante aan te nemen. Elke PrPsc induceert de abnormale gedaante van PrPc, wat een cascade-effect tot gevolg heeft ( hcai-iamss/cjd-mcj/cjd-fra.php). Bij de verworven vormen zouden de PrPsc in het organisme dringen en er de aanzet geven tot de conversie van de PrPc van hun nieuwe gastheer. Bij de sporadische vormen zouden de PrPc spontaan een abnormale vorm aannemen. Bij de genetische vormen zijn de getroffen personen dragers van genetische mutaties ter hoogte van het gen PRNP, dat PrPc zou produceren die zich gemakkelijker in PrPSc omzetten. Prionproteïnen leiden niet tot een immuunreactie bij de gastheer en de mechanismen voor neuronale wijziging zijn niet duidelijk maar het progressief opstapelen van abnormale proteïnen in de neuronen zou rechtstreeks schade kunnen berokkenen aan WIV - Epidemiologie 6

7 de neuronen en de progressieve daling van normale proteïnen zou een rol kunnen spelen in de vermoedelijk neurobeschermende functie, wat bijdraagt tot het degeneratieproces. Classificatie van de ziekte bij de mens Bij de mens worden OSE op basis van hun overdracht ingedeeld: 1. sporadisch (of klassiek): 85% van alle vormen waarvoor geen precieze etiologie is geïdentificeerd. Haar stabiele incidentie bij oudere personen in tal van werelddelen sinds haar ontdekking in de jaren 1920 laat vermoeden dat deze vorm het gevolg is van een spontane de novo generatie van autogerepliceerde proteïnen door willekeurige somatische mutaties. 2. genetisch (of familiaal): 10-15% van alle vormen, gekoppeld aan genetische mutatie. 3. overdraagbaar (of verworven): hier onderscheiden we onder meer: de ziekte van Kuru; de iatrogene vormen overgedragen door transplantaties van hoornvlies en harde hersenvlies, groeihormonen van humane oorsprong, enz. Na de identificatie van deze overdracht hebben de preventieve maatregelen geleid tot een afname van het aantal gevallen vastgesteld in de getroffen landen; de variant van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (vcjd). Kenmerken CJD leidt tot het afsterven van talloze neuronen in verschillende hersengebieden, wat een diversiteit aan symptomen bij de patiënten tot gevolg heeft: dementie, stoornissen in de motoriek zoals ataxie en myoclonieën. De diversiteit van de klinische beelden bemoeilijkt de diagnose van CJD in de eerste stadia van de ziekte. VORM OORZAAK KARAKTERISTIEKEN Sporadisch Onbekend Treft vooral personen ouder dan 50 jaar Ataxie, dementie, myoclonieën Ziekte van korte duur (gemiddeld 6 maanden) Spongiforme wijzigingen, zelden plaques Genetisch Verworven iatrogene vorm Erfelijke genetische anomalieën (mutaties) Overdracht van een infectie Treedt op iets jongere leeftijd op dan de sporadische vorm van CJD Symptomen afhankelijk van het mutatietype maar lijken soms op die van de sporadische vorm van CJD Duur van de ziekte kan langer zijn Treedt op jongere leeftijd op dan de sporadische vorm van CJD WIV - Epidemiologie 7

8 VORM OORZAAK KARAKTERISTIEKEN Besmetting tijdens hersenchirurgie, hoornvliestransplantatie, duramatertransplantatie, toediening van het groeihormoon Overdracht van vcjd gelinkt aan transfusie Veeleer ataxie, in plaats van dementie Gevallen gelinkt aan het groeihormoon hebben plaques variant Blootstelling aan BSE Treedt vroegtijdig op (gemiddeld 28 jaar) Psychiatrische kenmerken Ziekte van langere duur (gemiddeld 14 maanden). Abnormale afzetting van PrPsc ter hoogte van de spongiforme wijzigingen Onderzoek Zodra een patiënt verdachte symptomen vertoont, zou hij naar een neuroloog moeten worden verwezen die een aantal analyses kan uitvoeren, waaronder: 1. NMR: kan bijzondere veranderingen aantonen in de cortex of in zones zoals basisklieren en thalamus; helpt ook de sporadische vorm van de variante vorm te onderscheiden. 2. Elektro-encefalografie (EEG): kan de aanwezigheid aantonen van karakteristieke wijzigingen bij de klassieke vorm maar bij de variant is er geen enkele wijziging vastgesteld. 3. Hersenbiopsie: kan in sommige precieze en beperkte omstandigheden de diagnose vereenvoudigen. Als het weefsel spongiforme wijzigingen vertoont, dan is de diagnose vaak positief; het gebrek aan spongiforme wijzigingen houdt echter niet in dat er geen sprake is van CJD. 4. Amandelbiopsie. In geval van een vermoeden van de variant kan PrPsc in het amandelweefsel worden geïdentificeerd. 5. Lumbale punctie: kan verschillende proteïnen opsporen die dienen als markeerders, zoals de groep proteïnen Een lumbale punctie alleen maakt het niet mogelijk om de diagnose van CJD te bevestigen of uit te sluiten maar behoort wel tot de gevalsdefinitie. 6. Bloedtests: een bloedstaal wordt gebruikt om het DNA voor te bereiden voor de genetische sequentieanalyse die de gelegenheid biedt om de erfelijke vormen van prionziekten te diagnosticeren. 7. Autopsie: de enige manier om CJD met zekerheid te diagnosticeren. Er zijn gewoonlijke meerdere maanden nodig om de diagnose te stellen die is gebaseerd op vijf grote karakteristieken: a. tekenen van spongiforme wijzigingen, b. toename van het aantal astrocyten, c. neuronaal verlies, d. plaques van PrPsc (aanwezig in 10% van de sporadische vormen), e. bijzonder type plaques, florid plaques, eigen aan de variant. We kunnen de opeenstapeling van PrPsc opsporen door middel van een immuunhistochemische techniek waarbij gebruik wordt gemaakt van een antilichaam dat specifiek op PrP reageert. WIV - Epidemiologie 8

9 III. Surveillancenetwerk Historiek van de oprichting van het surveillancenetwerk Ook al weten we dat de bevolking aan BSE is blootgesteld, het blijft moeilijk om het risico op een epidemie van vcjd in België te bepalen. De moeilijkheid om het risico voor de volksgezondheid in te schatten, de nog onbekende aspecten en de onherroepelijke afloop van de ziekte liggen aan de oorsprong van de genomen maatregelen voor de volksgezondheid. Ter bescherming van de volksgezondheid hebben de Belgische gezondheidsautoriteiten vanaf 1998 een surveillancesysteem voor de verschillende vormen van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob in het leven geroepen dat wordt gecoördineerd door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Doelstellingen van het surveillancenetwerk Het surveillancenetwerk van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (CJD) zorgt voor: 1. de epidemiologische opvolging van de ziekte in België 2. de identificatie van de mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid met als doel de epidemiologie van de ziekte in België te beschrijven, het eventuele eerste geval van de variant op te sporen, de klinische, diagnostische en anatoom-pathologische kennis van de pathologie te verbeteren, aan de Europese vereisten te voldoen door gegevens uit te wisselen, overleg te plegen over aanvullende preventieve maatregelen en gedragslijnen op te stellen ter preventie van de overdracht van de ziekte. Het lage percentage autopsieën in België, het enige onderzoek waarmee de diagnose van Creutzfeldt-Jakob kan worden bevestigd, en de zwakke incidentie van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob waardoor noodzakelijkerwijze alle gevallen moeten worden geïdentificeerd, dwingen het surveillancenetwerk ertoe zich te baseren op a. de registratie van verdachte gevallen van de ziekte op het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, b. de verwijzing van de patiënten naar één van de 7 universitaire centra die hulp bieden bij de diagnose en/of autopsieën uitvoeren, c. de terugbetaling van de autopsieën. De terugbetaling van de kosten zorgt ervoor dat de financiële rem voor de familieleden van de patiënt wordt opgeheven en biedt de nodige garanties voor de werking van het surveillancenetwerk, dat een specifieke financiering vereist. WIV - Epidemiologie 9

10 Een stuurcomité vergadert één keer per jaar en wanneer nodig om de samenhang in de werking van het surveillancenetwerk te garanderen. Het stuurcomité bestaat uit vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, zeven Belgische universiteiten, vertegenwoordigers van de gemeenschappen, het CODA/CERVA en het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. De werking van het surveillancenetwerk berust op een originele, want unieke samenwerking tussen de onderstaande partners: 1. huisartsen, 2. neurologen, 3. universitaire referentiecentra, 4. epidemiologen. Schema van de samenwerking tussen de verschillende partners van het netwerk Neurologen Huisartsen 7 referentiecentra Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Stuurcomité De identificatie van gevallen, de verzameling van informatie en de uitvoering van autopsieën zijn drie essentiële onderdelen van de werking van het surveillancenetwerk. De samenwerking tussen de verschillende partners biedt de nodige garanties voor de werking van het surveillancenetwerk. Dit moet aan de gezinnen worden uitgelegd, in het bijzonder het belang van de autopsie, het meest delicate onderwerp. De autopsie biedt immers de gelegenheid om de diagnose te bevestigen, de mogelijke gevolgen op genetisch vlak te bepalen en de doelstellingen inzake volksgezondheid te verwezenlijken. Zelfs als de familieleden weigeren om de patiënt naar een referentiecentrum over te laten brengen ter ondersteuning van de diagnose of de uitvoering van een autopsie, dan nog is het van groot belang dat de huisarts en/of neuroloog contact opneemt met één van de centra of het WIV om het bestaan van de patiënt te melden. Volgens de gevalsdefinitie zal er in de gegevensbank rekening worden gehouden met een mogelijk of waarschijnlijk geval, wat ervoor zorgt dat we een beter epidemiologisch beeld krijgen van de ziekte. WIV - Epidemiologie 10

11 IV. Epidemiologische situatie van de ziekte van Creutzfeldt- Jakob in België Evolutie van de incidentie in België In het kader van het surveillancenetwerk beantwoordt een verwezen geval aan de definitie van een mogelijk of waarschijnlijk geval. Tussen 1998 en 2007 werden 268 gevallen naar het surveillancenetwerk verwezen. Het aantal waarschijnlijke of bevestigde gevallen van CJD tussen 1998 en 2007 bedraagt 159: o 154 gevallen van de sporadische vorm waarvan er 117 zijn bevestigd hetzij 97%, o 4 gevallen van de familiale vorm waarvan er 2 zijn bevestigd, o 1 geval van de iatrogene vorm gediagnosticeerd in 2007 bij een patiënt die in de jaren 1980 een duramatertransplantatie had ondergaan, o geen enkel geval van de variant. Aantal gevallen van de verschillende vormen van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob in België tussen 1998 en Total Waarschijnlijk, familiaal Familiaal Iatrogeen Waarschijnlijk, sporadisch Sporadisch Indeling van de verschillende vormen van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (in %) in België tussen 1998 en 2007 Familial Probable familial Iatrogenic Probable sporadic Sporadic WIV - Epidemiologie 11

12 In 2007 was 88% van de bevestigde gevallen sporadisch. Het percentage bedroeg 76% voor de hele surveillanceperiode. Verhouding tussen het aantal waarschijnlijke en bevestigde gevallen van de sporadische vorm in de loop van de surveillancejaren, , België Number of cases Sporadic Probable sporadic Year De verwachte incidentie van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob is 1 geval per miljoen inwoners per jaar. Evolutie van het aantal gevallen van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob in België tussen 1998 en 2007 Incidence/1,000,000 2,20 2,10 2,00 1,90 1,80 1,70 1,60 1,50 1,40 1,30 1,20 1,10 1,00 0,90 0,80 0,70 0,60 0,50 0,40 0,30 0,20 0,10 0,00 Observed mean incidence Expected incidence Year WIV - Epidemiologie 12

13 Sinds de invoering van het surveillancenetwerk schommelt de incidentie van de ziekte in België tussen 0,88 gevallen per miljoen inwoners in 2000 en 2,12 gevallen per miljoen inwoners in De gemiddelde incidentie in de loop van de 10 surveillancejaren bedraagt 1,53 gevallen per miljoen inwoners per jaar. Sinds het begin van de actieve surveillance lijkt het aantal vastgestelde gevallen hoger te liggen dan wat werd verwacht met een mediaan van 15 gevallen/jaar, gemiddeld 16 gevallen per jaar. Rekening houdend met de waargenomen gemiddelde incidentie zijn dit normale variaties rond het gemiddelde. Demografische kenmerken Geslacht In de loop van de periode waren er 78 mannen tegenover 81 vrouwen, hetzij een geslachtsverhouding M/V van bijna 1/1. Er was geen ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, ook al slaat de geslachtsverhouding mettertijd om. Geslachtsverhouding voor waarschijnlijke en bevestigde gevallen van de ziekte van Creutzfeldt- Jakob in België voor de periode Total F % M % Total Leeftijd De gemiddelde leeftijd van de 157 (2 ontbrekende) gevallen vastgesteld in België tussen 1998 en 2007 is 65 jaar. De mediaan situeert zich op 66 jaar (31-88). Incidentie (/ ) per leeftijdsgroep van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob in België tussen 1998 en 2007 Agegroup > < Incidence/1,000,000 Twaalf gevallen zijn jonger dan 50 jaar, 2 gevallen hiervan vertonen de familiale vorm. De meest getroffen leeftijdsgroepen zijn die van jaar (6,99 gevallen per miljoen inwoners van jaar) en jaar (6,0 gevallen per miljoen inwoners van jaar). WIV - Epidemiologie 13

14 Geografische kenmerken De zwakke incidentie van de ziekte laat weinig commentaar toe over de jaarlijkse incidentie per gewest. Een geval missen kan een grote impact hebben op de incidentie van een gewest zoals Brussel. Gewest Incidentie / Vlaanderen 1,57 Wallonië 1,43 Brussel 0,97 Voor de periode hadden 2 van de 10 provincies een incidentie die hoger lag dan 1,5 gevallen/ inwoners per jaar. De meest getroffen provincies blijven Antwerpen en Henegouwen. Gemiddelde incidentie van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob, per provincie in de periode Klinische kenmerken Duur van de ziekte Tussen 1998 en 2007 duurde de ziekte gemiddeld 6 maanden, de mediaan situeert zich op 4 maanden met uitersten van 1 tot 38 maanden. WIV - Epidemiologie 14

15 De symptomen worden in de onderstaande tabel met percentages voorgesteld. Deze zijn berekend op basis van de beschikbare gegevens. Klinische voorstelling van de patiënten getroffen door CJD, , België % Progressive dementia Myoclonus Visual disturbance Cerebellar disturbance Pyramidal features Extrapyramidal features Akinetic mutism Diagnostisch onderzoek Voor de surveillanceperiode vertoonde 50% van de patiënten karakteristieke tekenen op de e.e.g. 88,5% van de patiënten had een positieve dosering van proteïne De MRI-resultaten van 45% van de gevallen vertonen een hoog densiteitssignaal ter hoogte van de nucleus caudatus/putamen. Het is de eerste keer dat een hoog densiteitssignaal in het achterste deel van de thalamus is vastgesteld bij een patiënt met een bevestigde diagnose van de sporadische vorm. Resultaten van de diagnostische tests uitgevoerd bij patiënten getroffen door CJD, , België % EEG ,5 Proteine ,5 MRI Normal Non specific abnormalities Atrophy High signal in caudate lobe High signal in posterior thalamus ,9 PrP met/met met/val val/val V. Epidemiologische situatie van de ziekte van Creutzfeldt- Jakob in Europa Een incidentie hoger dan 1 geval/ inwoners/jaar is ook in andere Europese landen waargenomen. Tussen 1998 en 2007 is in de meeste Europese landen ten WIV - Epidemiologie 15

16 minste 1 keer een incidentie hoger dan 1,50 gevallen/miljoen inwoners/jaar vastgesteld. Sommige staan in de onderstaande tabel. Jaarlijkse incidentie van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (met uitzondering van de variant) in acht Europese landen, Belgium France Germany Italy Netherlands Ireland Spain Sweden ,47 1,75 1,52 1,31 1,21 1,58 1,68 1, ,27 1,78 1,37 1,57 1,27 0,53 1,50 1, ,88 1,73 1,39 1,56 0,69 0,79 1,34 1, ,56 2,11 1,62 1,71 1,00 1,58 1,75 1, ,12 2,04 1,24 1,57 0,93 1,32 1,59 1, , ,30 1,54 0,86 0,53 1,44 1, ,92 1,84 1,37 1,67 1,10 1,84 1,54 1, ,15 1, ,20 1,29 1,84 1,84 1, ,43 2,18 0,90 2,25 1,65 1,58 1,14 1, , NA ,04 NA 0,57 NA Mean 1,53 1,58 1,13 1,40 1,06 1,24 1,18 1,37 NA= not yet available De gemiddelde incidentie in deze 8 Europese landen schommelt tussen 1,06 en 1,58/ inwoners. Het verschil is klein en België staat helemaal bovenaan. De bestaande surveillancesystemen en het jaar van hun implementatie varieert over heel Europa. De cijfers moeten worden geïnterpreteerd, rekening houdend met deze beperkingen. Het eerste geval van de variant is in 1995 in het Verenigd Koninkrijk opgedoken. Evolutie van het aantal overledenen ten gevolge van vcjd in het Verenigd Koninkrijk, tussen 1995 en Number of vcjd cases in UK Year De incidentie van de epidemie heeft een piek gekend met 28 gevallen in Sindsdien is een daling van het aantal overledenen vastgesteld. Deze trend gaat in 2007 door met 5 gediagnosticeerde gevallen. WIV - Epidemiologie 16

17 Zeven van de 11 landen waarin de gevallen van de variant zijn gediagnosticeerd zijn lidstaten van de Europese Unie. Aantal patiënten overleden aan de variant per land, gediagnosticeerd tussen 1995 en 2007 vcjd cases Number of cases Related to UK (>6 months in UK during UK France 23 1 Republic of Ireland 4 2 Italy 1 0 USA 3 2 Canada 1 1 Saudi Arabia 2 0 Japan 1 0 The Netherlands 2 0 Portugal 2 0 Spain 2 0 Sinds 1995 zijn wereldwijd 203 personen overleden aan de variant van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob. Hieraan moeten nog 7 verdachte patiënten worden toegevoegd die nog in leven zijn. Terwijl de incidentie van vcjd in het Verenigd Koninkrijk afneemt, wordt de evolutie van de ziekte in de andere landen vastgesteld: o Naast het Verenigd Koninkrijk identificeerde alleen Frankrijk in 1998 een geval van vcjd. Sinds 2006 diagnosticeerden 10 landen vcjd, waaronder 6 Europese lidstaten. In 2007 is geen enkel nieuw land getroffen. o Het aantal overleden patiënten ten gevolge van de variant buiten het Verenigd Koninkrijk loopt op tot 40 op 31/12/2007, dit is 20% van het totale aantal patiënten overleden aan vcjd. Onder de 40 overleden patiënten waren 34 patiënten inwoners van de Europese Unie, wat betekent dat 85% van de patiënten buiten het Verenigd Koninkrijk overleden zijn aan vcjd. Op één land na was Frankrijk het meest getroffen. Evolutie van het aantal patiënten overleden aan de gevolgen van vcjd in het Verenigd Koninkrijk vs andere Europese landen in de periode UK France Republic of Ireland Italy 1 Netherlands 1 1 Portugal 1 1 Spain 1 1 Total Europa (excluding UK) WIV - Epidemiologie 17

18 Aantal gevallen van vcjd onder de Europese landen, In de 10 surveillancejaren stellen we in de getroffen Europese landen het volgende vast: 1. het eerste geval duikt op in in de periode vertegenwoordigt het totale aantal gevallen waargenomen buiten het Verenigd Koninkrijk 26,5% van het totale aantal patiënten overleden aan de variante vorm van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob 3. in 2005 en 2006 is een omgekeerde verhouding waarneembaar tussen het aantal gevallen van vcjd gediagnosticeerd buiten het Verenigd Koninkrijk en het aantal gevallen van vcjd gediagnosticeerd binnen het Verenigd Koninkrijk 4. sinds 2005, en dus in de afgelopen drie surveillancejaren, vertegenwoordigt een deel van de gevallen (n=23) 67% van het totale aantal gevallen gediagnosticeerd in een land binnen de Europese Unie en buiten het Verenigd Koninkrijk (34). Buiten de Europese Unie zijn 6 personen overleden in Saoedi-Arabië (1), Japan (1), Canada (1) en de VS (3). In Saoedi-Arabië is er nog een verdachte patiënt in leven. WIV - Epidemiologie 18

19 Aantal gevallen getroffen door de variant in en buiten het Verenigd Koninkrijk, Number of cases UK Elsew here Year Als we het aantal gevallen van vcjd en de incidentie van BSE per betrokken land in een tabel voorstellen, stellen we vast dat het niet mogelijk is om een proportioneel verband te leggen tussen beide variabelen. Naast de incidentie van BSE in de lokale veestapel kan de invoer van Brits vlees of afgeleide producten een grote rol hebben gespeeld, net zoals andere factoren: jaar waarin het eerste geval van BSE optreedt, consumptiegewoonten, aandeel gevallen in de voedselketen, soort uitgevoerde surveillance, Aantal patiënten overleden aan vcjd in de periode , in 5 landen, gemiddelde incidentie van BSE in de nationale veestapel van de landen in de periode , per runderen en jaar van identificatie van het eerste geval van BSE UK Switzerland Ireland France Belgium Number of vcjd deaths Mean incidence of BSE ( ), by 1,000, ,7 24,8 4,6 4,8 Year first BSE case < < WIV - Epidemiologie 19

20 VI. Epidemiologische situatie van boviene spongiforme encefalopathie BSE is een overdraagbare, neurodegeneratieve aandoening ter hoogte van de hersenen bij runderen. De oorzaak van de epidemie die in 1986 in het Verenigd Koninkrijk opdook, zou het gebruik zijn van dierlijk meel in het voer van herkauwers en meer bepaald de verandering van het vernietigingsprocédé van de karkassen van herkauwers waardoor de prions resistent zijn kunnen worden en opnieuw ingevoerd werden in meel dat een groot aantal dieren besmette. De prion is geïdentificeerd in een bepaald aantal weefsels, wat het mogelijk heeft gemaakt om het principe van het gespecificeerd risicomateriaal te bepalen. Buiten Europa lopen alle landen die vee of dierenmeel importeerden uit één van de Europese landen besmet met BSE de kans om de ziekte in hun veestapel te zien opduiken. OSE treffen runderen maar ook andere dieren, zoals schapen, geiten, nertsen, hertachtigen, katachtigen. Epidemiologie in België In België is het eerste geval van BSE in oktober 1997 vastgesteld. In België vond de piek van BSE in 2001 plaats, met 46 gevallen. Deze toename loopt samen met de invoering van de opsporing door snelle tests in de slachthuizen en vernietigingscentra. De proportie klinische gevallen van alle positieve gevallen bedraagt 22%. In 2007 is geen enkel geval gediagnosticeerd, noch klinisch, noch via snelle opsporingstests. Aantal gevallen van BSE in België tussen 1990 en Rapid test BSE Number of cases Year WIV - Epidemiologie 20

21 Epidemiologie in Europa en de rest van de wereld In absolute cijfers zijn de meest getroffen landen door BSE: het Verenigd Koninkrijk, gevolgd door Ierland, dat evenwel 100 keer minder gevallen telt, en achtereenvolgens Portugal, Frankrijk, Spanje. Het eerste getroffen land was uiteraard het Verenigd Koninkrijk. De vroegtijdig geïdentificeerde gevallen in bv. Canada en Denemarken bleken geïmporteerd. In de andere Europese landen dateren de eerste identificaties van de jaren , sinds de invoering van een specifiek surveillancenetwerk, nadat een mogelijk verband was gelegd tussen BSE en de variant van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob. Aantal gevallen van BSE, per land, datum eerste en laatste geval Year first case Year last case Number of cases Finland 2001 / 1 Greece 2001 / 1 Israel 2002 / 1 Sweden 2006 / 1 USA Lichtenstein Luxemburg Austria Slovenia Canada Denmark Slovakia Czech Republic Japan Poland The Netherlands Belgium Italy Germany Switzerland Spain France Portugal Ireland United Kingdom < In België bestond het surveillancesysteem van BSE al sinds de invoering van de meldingsplicht in We kunnen bijgevolg stellen dat het eerste geval van BSE in België in 1997 is opgetreden. Deze cijfers moeten voorzichtig worden geïnterpreteerd omdat sommige landen de surveillance pas in 2001 hebben aangevat, sinds het Europese reglement snelle tests oplegde voor runderen die naar het slachthuis worden gevoerd. WIV - Epidemiologie 21

22 Alle wettelijke details vindt u op de internetsite van het FAVV: Vier landen meldden slechts 1 BSE-geval: Zweden, Israël, Griekenland, Finland. Onder de 25 landen getroffen door BSE hebben slechts 10 landen in 2007 gevallen geïdentificeerd. In 2007 nam BSE in alle landen af. Totaal aantal natieve en geïmporteerde BSE-gevallen in alle landen die de ziekte hebben geïdentificeerd, , voorgesteld op een logaritmische schaal Great Britain Ireland Portugal France Spain Switzerland Germany Italy Belgium Netherlands Poland Japan Czech Republic Slovakia Denmark Canada Slovenia Austria Luxemburg Licht enst ein USA Sweden Israel Greece Finland In het Verenigd Koninkrijk is het hoogste aantal runderen met BSE geëvolueerd van in 1992 naar 67 in Aantal gevallen van BSE in het Verenigd Koninkrijk tussen 1987 en Number of BSE in UK < Year WIV - Epidemiologie 22

23 Aangezien er geen vaccin of behandeling tegen de ziekte voorhanden is, bestaan de bestrijdingsmiddelen erin het natuurlijke risico op overdracht tussen dieren, tussen mensen en van dier op mens in te perken door middel van preventieve maatregelen. Naast deze maatregelen is een surveillancenetwerk onontbeerlijk om de gevolgen ervan op te volgen. Het surveillancesysteem van BSE omvat twee luiken: diagnose van klinische gevallen en snelle tests bestemd voor bepaalde soorten runderen. Sinds 2002 is de actieve surveillance uitgebreid tot schaap- en geitachtigen. In 2007 zijn dieren getest en 3 bleken positief onder schapen. In België testte geen enkele geit positief. Evolutie van de incidentie van BSE per runderen, tussen 1989 en 2006, in 6 Europese landen Incidence BSE/1,000, Suisse Portugal France Espagne Belgique Irlande Year Er is een significante daling bij runderen vastgesteld. Wat de incidentie betreft (aantal gevallen/ runderen) zijn de meest getroffen landen, naast het Verenigd Koninkrijk met een piek van 6636 gevallen/ in 2002, Portugal, Zwitserland, Ierland. België staat op de zevende plaats (25 landen zijn getroffen). Na evaluatie van de BSE-dossiers van de verschillende lidstaten, heeft het Wetenschappelijk Comité van het OIE (Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten) een lijst van lidstaten opgesteld die zijn erkend als BSE-risicolanden onder controle, waarvan België deel uitmaakt. WIV - Epidemiologie 23

24 VII. Moet de surveillance blijven voortbestaan? Hypothese De epidemie heeft de omvang van de eerste ramingen niet bereikt maar nieuwe wetenschappelijke elementen en talloze onbekende gegevens wat betreft de mechanismen van de ziekte rechtvaardigen het voortbestaan van de surveillance. Waarom treft de variant vooral jonge personen? Zijn oudere personen beschermd door nog niet geïdentificeerde factoren of ontwikkelen zij een nog onbekende vorm van de ziekte? De relevantie van deze vraag is des te groter nu experimenteel is aangetoond dat de prionproteïne van BSE kan leiden tot een sporadische vorm bij transgenetische muizen (9). Wat is de reële verspreiding van de prionproteïne in het lichaam (10)? Wat is het risico op secundaire besmetting door medische ingrepen? Hoe lang duurt de incubatieperiode precies? Alle personen met de variante vorm vertoonden een identieke genetische eigenschap: een methioninemethionine homozygoot op codon 129 van het gen coderend voor de prionproteïne. Deze eigenschap geldt voor +/-30% van de bevolking. Is de overige 70% beschermd of duurt de incubatieperiode hier gewoon langer? Deze hypothese wordt geïllustreerd in het artikel van J. Ironside (12) wijzend op het feit dat de patiënten van de subgroep van de valine homozygoten vcjd kunnen ontwikkelen bij secundaire besmetting (mensmens) maar na een langere incubatieperiode. Naast het verband met BSE is tot op heden geen enkele risicofactor eigen aan de variant vastgesteld. Een case-controlstudie (3) met 136 waarschijnlijke en bevestigde gevallen van vcjd voor 922 controlegevallen lijkt erop te wijzen dat de frequente consumptie van rundvlees of rundsproducten, die vlees kunnen bevatten dat op mechanische wijze of uit de kop of beide is gewonnen (inclusief hamburger of paté in korst), gekoppeld is aan een groter risico op vcjd. Er is echter geen significant verband tussen vcjd en de beroepsmatige blootstelling aan besmette dieren of medische en chirurgische ingrepen. Bij de geografische spreiding van de gevallen in het Verenigd Koninkrijk wordt een noordzuidgradiënt van de incidentie vastgesteld. In het noorden van het land wordt een hogere incidentie vastgesteld maar de reden hiervoor is nog onbekend. Er is tot op heden ook één statistisch significante cluster vastgesteld waarvan de oorzaak nog niet is geïdentificeerd. In het Verenigd Koninkrijk is priononderzoek uitgevoerd op appendices of amandelen van patiënten die op een normale manier zijn geopereerd. Drie patiënten bevatten prionproteïnen, waaruit wordt afgeleid dat 237 personen per miljoen inwoners of 3808 personen tussen 10 en 30 jaar de ziekte stil kunnen incuberen. Vaststelling van een nieuwe overdracht, via het bloed (11). Het eerste geval is in 2003 in het Verenigd Koninkrijk geïdentificeerd. In het licht van de lange incubatieperiode en het waarschijnlijke bestaan van asymptomatische dragers is deze vaststelling van groot belang. Meerdere studies met experimentele modellen op dieren hebben de besmettelijkheid aangetoond WIV - Epidemiologie 24

25 van het bloed en zijn bestanddelen in de loop van de incubatieperiode en in de klinische fase van de ziekte. (2) Identificatie van atypische stammen die overdraagbaar zouden kunnen zijn en een impact zouden kunnen hebben op de gezondheid van de mens. Een atypische stam geïdentificeerd in Italië toont moleculaire gelijkenissen met een stam afkomstig van een patiënt lijdend aan de sporadische vorm van CJD (8). Sommige BSE-stammen zouden de sporadische vorm kunnen veroorzaken. Hoewel geen enkel verband tussen oorzaak en gevolg is vastgelegd, blijkt dat de proteïne kan veranderen na een nieuwe gastheer te hebben besmet of dat er meer dan één BSE-stam in omloop is. Wat zijn de gevolgen voor de volksgezondheid in België? België heeft in de kritische periode producten van runderoorsprong uit het Verenigd Koninkrijk geïmporteerd en BSE is een ziekte die in België is geïdentificeerd. De gevolgen zijn talrijk: Beroepsmatige blootstelling (personeel van slachthuizen, ziekenhuispersoneel, dierenartsen, enz.). De HGR heeft aanbevelingen opgesteld ter preventie van de overdracht van OSE. Risico op iatrogene overdracht (gebruik van materiaal van runderoorsprong, endoscopie, neurochirurgische ingreep, enz.). Bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de specifieke problematiek van de gastroscopie. Dit onderzoek vindt regelmatig plaats en vormde in België al meermaals een probleem bij patiënten verdacht van de sporadische vorm. Twee vaststellingen: 1. Er verschijnen nog nieuwe gevallen van de variant. In het Verenigd Koninkrijk is hun aantal gedaald maar er worden nieuwe landen getroffen, zoals Nederland. België is blootgesteld aan BSE. Het bestaan van dragers in de incubatieperiode kan in ons land niet worden uitgesloten. 2. Prionproteïnen zijn resistent aan de ontsmettingsmiddelen voor endoscopen, waarvan de componenten geen ontsmetting op basis van hydroxide of natriumhypochloriet verdragen. Endoscopen zouden de oorzaak kunnen zijn van secundaire overdracht na gebruikt te zijn bij een patiënt in de incubatieperiode aangezien de gewijzigde prionproteïne (PrPsc) wordt aangetroffen in het lymfeweefsel (bv. amandelen, appendix, Peyerplaat). Er moet echter worden gepreciseerd dat dit risico alleen bestaat voor de variante vorm. Geen enkele epidemiologische studie bevestigt dat de endoscopische procedures een risico betekenen voor de overdracht van de sporadische vorm (1), wat echter de aanleiding is geweest van de aandacht geschonken aan de herziening van de aanbevelingen bestemd voor preventie in ziekenhuizen. Bloedtransfusie: tot op heden zijn vier gevallen van overdracht van de variant door bloedtransfusie beschreven en meer bepaald door transfusie van concentraten van rode bloedcellen. Het bloed van de donoren is eveneens WIV - Epidemiologie 25

26 terechtgekomen in de bereiding van het plasma of de vervaardiging van plasmaderivaten (bv. immunoglobulinen, stollingsfactoren, enz.) en de producten zijn onder de bevolking verspreid. Tot twee keer toe is gebleken dat België plasmaderivaten heeft geïmporteerd die zijn bereid uit batches samengesteld uit bloed van Franse donoren in de incubatieperiode van vcjd. De gezondheidsautoriteiten dienen het risico in te schatten om de juiste maatregelen te nemen en bijvoorbeeld geïncrimineerde loten uit de handel laten halen en/of patiënten aan wie de producten zijn toegediend informeren. Er rijst een probleem wanneer de aanpak van de gebeurtenis binnen de volksgezondheid berust op algemene principes, want dan is de uiteindelijke inschatting van het risico afhankelijk van de omvang van de sleutelparameters, waarvan nog een groot deel onbekend is. In welke mate draagt de fractionering van het plasma bij tot de eliminatie van de prionproteïnen? Het residuele risico is waarschijnlijk zwak en zelfs onbestaand voor stabiele bloedproducten maar wat gebeurt er met labiele producten? Alvorens de markt te openen voor bloedproducten, lijkt het onontbeerlijk middelen ter beschikking te stellen om te zorgen voor de transfusieveiligheid in het kader van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob. In 2005 heeft een werkgroep van de Hoge Gezondheidsraad advies over de transfusieveiligheid gegeven; een aantal aanbevelingen moeten nog in werking treden en onder meer de opvolging van de bloeddonoren door het surveillancenetwerk voor CJD. De impact van deze ziekten op de volksgezondheid zal worden gemoduleerd in functie van de vaststellingen inzake 1. Behandeling Helaas is er tot op heden ondanks therapeutische tests met verschillende moleculen geen enkele behandeling die de ziekte kan genezen (bv. dextransulfaat, pentosanpolysulfaat, quinacrine, tetracyclinen, ). 2. Ante-mortem diagnostische bloedtest Meerdere onderzoeksteams hebben grote vooruitgang geboekt in het op punt stellen van onderzoekstests van abnormale prions in het bloed bij patiënten getroffen door vcjd. Zo n test zou het mogelijk maken om een screening te doen van de bloeddonaties en waarom ook niet een individuele diagnose te stellen die hun onontbeerlijke bevestigende karakter zouden verliezen als de gevoeligheid en de specificiteit volstaan. Analyse De hypothese van 2006 blijft dezelfde in Geen enkel opmerkelijk wetenschappelijk feit heeft de noodzaak om de surveillance te behouden afgezwakt. De ziekte blijft zeldzaam ook al ligt de werkelijke incidentie van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob in 2007 waarschijnlijk hoger dan 1/ /jaar. Het is ook zo dat de schattingen van de omvang van de epidemie van de variant bij de mens sinds 1996 naar beneden toe zijn herzien, van honderdduizenden naar honderden personen. Niettemin blijft CJD een zorg voor de volksgezondheid als we het verband aanvaarden tussen BSE en het opduiken van vcjd en als we rekening houden met de onderstaande argumenten: WIV - Epidemiologie 26

27 Wetenschappelijke argumenten: o de ziekte van Creutzfeldt-Jakob wordt ingedeeld bij de overdraagbare spongiforme encefalopathieën omdat zij kan worden overgedragen, o België is door BSE getroffen, o België heeft in de periode met het hoogste risico ( ) Brits vlees geïmporteerd, o de prion in de spier is geïdentificeerd, o de prionstam verantwoordelijk voor BSE zou ook de oorzaak kunnen zijn van de sporadische vorm, o er zouden verschillende prionproteïnestammen bestaan en bepaalde BSE-stammen zouden schapen en geiten kunnen besmetten, o er bestaan asymptomatische dragers in het Verenigd Koninkrijk, o de ziekte kan personen treffen die niet behoren tot de groep met een predisponerende genetische factor, o nieuwe gevallen van de variante vorm treden op buiten het Verenigd Koninkrijk (bv. Nederland, Spanje, Portugal in 2005), o er is secundaire overdracht vastgesteld (bv. via bloedderivaten, invasieve medische ingrepen, enz.), o veel informatie wat betreft de essentiële criteria om het risico in te schatten blijft onbekend (bijvoorbeeld incubatieperiode, predisponerende genetische factor,...). Epidemiologische argumenten: o om de noodzaak van preventieve maatregelen te documenteren of de afwezigheid van risico s te analyseren, zijn gegevens noodzakelijk. Deze gegevens zijn afkomstig van een surveillancesysteem. Er zijn ook louter wetgevende argumenten: o CJD maakt deel uit van ziekten die aan de Europese Unie moeten worden gerapporteerd o Het ECDC heeft beslist om het DSN voor een periode van drie jaar uit te stellen WIV - Epidemiologie 27

28 VIII. Besluit 1. Tot op heden is in België geen enkel geval met de variant vastgesteld. De gemiddelde incidentie na 10 jaar surveillance bedraagt 1,53 gevallen/ inwoners per jaar. In 2007 is een eerste geval van de iatrogene vorm gediagnosticeerd. 2. Op Europese schaal is de epidemiologische situatie sterk verschillend. Terwijl het aantal gevallen in het Verenigd Koninkrijk daalt, worden nieuwe landen getroffen. 3. Het risico op secundaire besmetting is zorgwekkend. 4. De impact van de preventieve maatregelen op de incidentie van BSE is waarneembaar. Het OIE beschouwt België als een risicoland onder controle. 5. Naast de specifieke situatie van BSE rijst het probleem van de overdracht van pathologieën afkomstig van milieu of dier op de mens, wegens zijn activiteiten. Welke landbouwpraktijken (bv. het gebruik van dierenmeel in het voer van knaagdieren, het extensieve gebruik van pesticiden, enz.) zullen nog worden goedgekeurd in het belang van de economie? De rol van de volksgezondheid bestaat erin de gezondheid van de mens te beschermen. Ze zou zich bijgevolg vragen moeten stellen bij de mogelijke risico s om ze zo te voorkomen. Ze zou moeten putten uit haar ervaring, zoals bijvoorbeeld het ontstaan van de variant, om actie te ondernemen en de politiek-economische keuzes te beïnvloeden als deel van een langetermijnvisie gericht op de levenskwaliteit in goede gezondheid voor iedereen. WIV - Epidemiologie 28

29 Referenties IX. Bijlagen (1) Axon A., Beilenhoff, U., Bramble M. et al. Variant Creutzfeldt-Jakob Disease (vcjd) and Gastrointestinal Endoscopy. Endoscopy 2001; 33 (12): (2) Farrugia A., Ironside J., Giangrande P. Variant Creutzfeldt-Jakob Disease transmission by plasma products: assessing and communicating risk in an area of scientific uncertainty. Vox Sanguinis (2005); 89: (3) Ward H., Everington D., Cousens S. et al. Risk factors for variant Creutzfeldt- Jakob disease: a case-control study. Ann Neurol Jan; 59 (1): (4) Peretz D., Supattapone S. Giles K. et al. Inactivation of Prions by Acidic Sodium Dodecyl Sulfate. Journal of Virology Jan 2006: (5) Belay E. D. and Schonberger L.B. The public health impact of prion diseases. Annu Rev. Public Health 2005, 26: (6) Van Everbroeck B., Michotte A., Sciot R., Godefraind C., Deprez M., Quoilin S., Cras P. Increased incidence of sporadic Creutzfeldt-Jakob disease in the age groups between 70 and 90 years in Belgium. European Journal of Epidemiology, : (7) De Bosschere H., Roels S., Vanopdenbosch E. Atypical Case of Bovine Spongiform Encephalopathy in an East-Flemish Cow in Belgium. The International Journal of Applied Research in Veterinary Medicine. (8) Casalone C., Zanusso G., Acoutis P. et al. Identification of a second bovine amyloidotic spongiform encephalopathy: Molecalura similarities with sporadic CJD. PNAS 2004, vol 101: (9) Asante EA et al. BSE prions propagate as either variant CJD-like or sporadic CJDlike prion strains in transgenic mice expressing human prion protein. EMBO J Dec 2;21(23): (10) Glatzel M, Abela E, Maissen M, Aguzzi A. Extraneural pathologic prion protein in sporadic Creutzfeldt-Jakob disease.. N Engl J Med Nov 6;349(19): (11) Llewelyn CA, Hewitt PE, Knight RS, Amar K, Cousens S, Mackenzie J, Will RG. Possible transmission of variant Creutzfeldt-Jakob disease by blood transfusion. Lancet Feb 7;363(9407): (12) Ironside J. et Al. Variant CJD: prion protein genotype analysis of positive appendix tissue samples from a retrospective prevalence study. BMJ, WIV - Epidemiologie 29

30 Adviezen/Aanbevelingen samengesteld door de Hoge Gezondheidsraad Beschikbaar op de website van de HGR: Advies van de HGR wat betreft het overdrachtsrisico van vcjd bij bloedtransfusies (2005) (HGR ) Advies van de HGR met betrekking tot het werkelijke risico van overdracht van de variant van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (vcjd) door transfusie van plasmaderivaten van humane oorsprong (2005) (HGR 8097) Advies van de HGR met betrekking tot het besmettingsrisico van vcjd door transfusie van plasmaderivaten (2005) (HGR ) Aanbevelingen ter preventie van de overdracht van overdraagbare spongiforme encefalitis (ziekte van Creutzfeldt-Jakob) in ziekenhuismilieu (herziening mei 2006) (HGR ) Aanbevelingen voor het personeel van de afvalverwerkingsketen van dierlijke oorsprong in het kader van de preventie van de OSE (2002) (HGR 5932) Aanbevelingen inzake begrafenissen (2001) (HGR 5110) Aanbevelingen voor het personeel van de slachthuizen, snijwerkplaatsen en slagerijen in het kader van overdraagbare spongiforme encefalopathie (2001) (HGR ) Verplicht onderzoek om het risico in te perken van de overdracht van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob in het belang van de volksgezondheid. Informatie te geven bij besmettingsrisico door de ziekte van Creutzfeldt-Jakob WIV - Epidemiologie 30

31 Afkortingen BSE: Bovine Spongiform Encephalopathy CJD: Creutzfeldt-Jakob Disease DG: Directoraat Generaal DSN: Dedicated Surveillance Network ecdc: European Centre for Diseases Control EEG: Elektro-encefalogram EFSA: European Food Safety Agency EU: European Union EUROCJD: European and Allied Countries Collaborative Study Group of CJD FAQ: Frequently Asked Questions FAVV: Federaal Agentschap voor Voedselveiligheid HGR: Hoge Gezondheidsraad ICM: Incident Crisis Management Met/met: methionine/ methionine Met/val: methionine/valine MRI: Magnetic Resonance Imaging MRM: Mechanically Removed Meat NEUROCJD: Extended European Collaborative Study Group of CJD OIE: World Organisation for Animal Health / Internationaal bureau voor besmettelijke veeziekten PRNP: gen dat prioneiwit codeert PrPc: prioneiwit PrPsc: veranderd prioneiwit Sci Com: Scientific Committee TSE: Transmissible Spongiform Encephalopathies UIA: Universitaire Instelling Antwerpen Val/val: Valine/valine vcjd: variant Creutzfeldt-Jakob Disease WHO: World Health Organisation WIV: Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid WIV - Epidemiologie 31

32 SPORADIC CJD (Rotterdam 1998) Gevalsdefinities I II III A B C D Rapidly progressive dementia Myoclonus Visual or cerebellar problems Pyramidal or extrapyramidal features Akinetic mutism Typical EEG Definite Sporadic CJD Probable Sporadic CJD Possible Sporadic CJD Neuropathological/immunocytochemical confirmation. I and 2 of II and III OR possible sporadic CJD and positive I and 2 of II and duration < 2 years. IATROGENIC CJD Progressive cerebellar syndrome in a pituitary hormone recipient OR sporadic CJD with a recognised exposure risk, e.g. dura mater transplant. FAMILIAL CJD Definite or probable CJD plus definite or probable CJD in a first-degree relative OR neuropsychiatric disorder plus disease-specific PRNP mutation. WIV - Epidemiologie 32

Surveillancenetwerk voor de ziekte van Creutzfeldt-Jakob in België

Surveillancenetwerk voor de ziekte van Creutzfeldt-Jakob in België WIV - CJD 2001- België 8/04/03 1/7 SCIENTIFIC INSTITUTE OF PUBLIC HEALTH 14, Juliette Wytsmanstreet 1050 Brussels Belgium www.iph.fgov.be/epidemio Contactpersoon voor verdere inlichtingen : Dr. Sophie

Nadere informatie

SURVEILLANCENETWERK VAN DE ZIEKTE

SURVEILLANCENETWERK VAN DE ZIEKTE Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid afdeling Epidemiologie SURVEILLANCENETWERK VAN DE ZIEKTE VAN CREUTZFELDT-JAKOB IN BELGIË Resultaten van de surveillance in de periode 1998-2003 Voor de Creutzfeldt-Jakob

Nadere informatie

Surveillance van de Ziekte van Creutzfeldt-Jakob in België 2006

Surveillance van de Ziekte van Creutzfeldt-Jakob in België 2006 Surveillance van de Ziekte van Creutzfeldt-Jakob in België 2006 Dr Sophie QUOILIN Dienst Epidemiologie IPH/EPI REPORTS Nr. 2007 018 Dankzij de financiering van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid,

Nadere informatie

Netwerk voor de Surveillance van de Ziekte van Creutzfeldt Jakob in België

Netwerk voor de Surveillance van de Ziekte van Creutzfeldt Jakob in België Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Louis Pasteur Netwerk voor de Surveillance van de Ziekte van Creutzfeldt Jakob in België Jaarrapport 1998 Voor de Creutzfeldt Jakob Commissie Dr. Sophie Quoilin

Nadere informatie

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.7.2018 C(2018) 3304 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 9.7.2018 tot wijziging van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

CIJFERS BELGIË OVERNIGHT STAYS

CIJFERS BELGIË OVERNIGHT STAYS OVERNACHTINGEN 2015-2016 - 9 maanden VOORLOPIGE CIJFERS BELGIË OVERNIGHT STAYS 2015-2016 - 9 months PRELIMINARY FIGURES BELGIUM België 15 668 923 15 878 478 +209 555 +1,3% Belgium Nederland 4 071 014 3

Nadere informatie

NETWERK VOOR DE SURVEILLANCE VAN

NETWERK VOOR DE SURVEILLANCE VAN Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Dienst Epidémiologie NETWERK VOOR DE SURVEILLANCE VAN DE ZIEKTE VAN CREUTZFELDT-JAKOB IN BELGIË Jaarrapport 2000 Voor de Creutzfeldt-Jakob Commissie DR S. QUOILIN

Nadere informatie

NETWERK VOOR DE SURVEILLANCE VAN

NETWERK VOOR DE SURVEILLANCE VAN Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Dienst Epidemiologie NETWERK VOOR DE SURVEILLANCE VAN DE ZIEKTE VAN CREUTZFELDT-JAKOB IN BELGIË jaarrapport 1999 Voor de Creutzfeldt -Jakob Commissie S. QUOILIN

Nadere informatie

toerisme in cijfers tourism in figures 2011

toerisme in cijfers tourism in figures 2011 toerisme in cijfers tourism in figures 2011 XL 15 Evolutie aankomsten inclusief huurlogies via verhuurkantoren aan de kust, 2007-2011 Trend arrivals, accommodations for rent by rental agencies at the coast

Nadere informatie

Toerisme in cijfers Tourism in figures XL

Toerisme in cijfers Tourism in figures XL www.milo-profi.com 2014 Toerisme in cijfers Tourism in figures XL overnachtingen huurlogies via verhuurkantoren aan de kust 2014 overnight stays in accommodations for rent by rental agencies at the coast

Nadere informatie

Toerisme in cijfers Tourism in figures 2013

Toerisme in cijfers Tourism in figures 2013 Toerisme in cijfers Tourism in figures 2013 XL 14 aankomsten huurlogies via verhuurkantoren aan de kust 2013 arrivals in accommodations for rent by rental agencies at the coast 2013 Kennisbeheer u i 2014

Nadere informatie

toerisme in cijfers tourism in figures 2012

toerisme in cijfers tourism in figures 2012 toerisme in cijfers tourism in figures 2012 XL 15 aankomsten huurlogies via verhuurkantoren aan de kust 2012 arrivals in accommodations for rent by rental agencies at the coast 2012 Kennisbeheer Augustus

Nadere informatie

Vlaanderen kende in 2012 laagste aantal tienermoeders ooit

Vlaanderen kende in 2012 laagste aantal tienermoeders ooit Vlaanderen kende in 2012 laagste aantal tienermoeders ooit In 2012 bereikte het tienerouderschapscijfer in Vlaanderen een historisch laagterecord van 6 bevallingen per 1000 tieners (15-19 jaar). Ook in

Nadere informatie

PUBLICATIE VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8153

PUBLICATIE VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8153 PUBLICATIE VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8153 Noodzaak om bepaalde onderzoeken verplicht te maken om het risico van overdracht van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob te beperken in het belang van de volksgezondheid

Nadere informatie

toerisme in cijfers tourism in figures 2010

toerisme in cijfers tourism in figures 2010 in cijfers tourism in figures 2010 XL 02 evolutie overnachtingen naar logiesvorm 2006-2010 trend in the number of overnight stays by type of accommodation 2006-2010 planning & onderzoek Juni 2011 (coverfoto:

Nadere informatie

toerisme in cijfers tourism in figures aantal overnachtingen naar logiesvorm 2011 number of overnight stays by type of accommodation 2011

toerisme in cijfers tourism in figures aantal overnachtingen naar logiesvorm 2011 number of overnight stays by type of accommodation 2011 in cijfers tourism in figures 2011 XL 01 aantal overnachtingen naar logiesvorm 2011 number of overnight stays by type of accommodation 2011 Kennisbeheer Juni 2012 2 AANTAL OVERNACHTINGEN NAAR LOGIESVORM,

Nadere informatie

Humane spongiforme encefalopathieën in Nederland

Humane spongiforme encefalopathieën in Nederland Stand van zaken Humane spongiforme encefalopathieën in Nederland Maaike Schuur, Casper Jansen, Annemieke J.M. Rozemuller, Willem A. van Gool en Cornelia M. van Duijn Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd.

Nadere informatie

PrP sc. PrP c. vcjd recapitulatie & nieuws. Recapitulatie. Recapitulatie

PrP sc. PrP c. vcjd recapitulatie & nieuws. Recapitulatie. Recapitulatie Recapitulatie vcjd recapitulatie & nieuws - prionziekte = spongiforme encephalopathie - voortijdige dementie door ophoping van verkeerde vorm (PRP sc ) van een eigen eiwit (PRP c ) Hans L. Zaaijer arts-microbioloog

Nadere informatie

COLLEGE VAN AIDS-REFERENTIELABORATORIA. HIV/AIDS IN BELGIE Toestand op 31 december 2008

COLLEGE VAN AIDS-REFERENTIELABORATORIA. HIV/AIDS IN BELGIE Toestand op 31 december 2008 Ministère de la Santé de la Communauté française WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID AFDELING EPIDEMIOLOGIE COLLEGE VAN AIDS-REFERENTIELABORATORIA HIV/AIDS IN BELGIE Toestand op 31 december 2008

Nadere informatie

Enterohemorragische Escherichia coli in Duitsland

Enterohemorragische Escherichia coli in Duitsland Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Enterohemorragische Escherichia coli in Duitsland Raadgevend Comité 22/06/2011 Achtergrondinformatie Algemeen Escherichia coli (E. coli): darmbacterie

Nadere informatie

toerisme in cijfers tourism in figures 2011 08 aantal aankomsten naar logiesvorm 2011 number of arrivals by type of accommodation 2011

toerisme in cijfers tourism in figures 2011 08 aantal aankomsten naar logiesvorm 2011 number of arrivals by type of accommodation 2011 in cijfers tourism in figures 2011 XL 08 aantal aankomsten naar logiesvorm 2011 number of arrivals by type of accommodation 2011 Kennisbeheer Juni 2012 2 AANTAL AANKOMSTEN NAAR LOGIESVORM, 2011 Tabel P.

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Listeria monocytogenes. Straat: Wytsmanstraat 14

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Listeria monocytogenes. Straat: Wytsmanstraat 14 ationaal Referentiecentrum Coördinator referentiecentrum Rapportering voor het jaar 11 Referentiecentrum voor monocytogenes. amen: Dr. Bertrand Sophie en Dr. Mattheus Wesley Tel: /64 5 8 of /64 5 89 Instelling:

Nadere informatie

Hoge Gezondheidsraad Zelfbestuursstraat 4 B-1070 BRUSSEL

Hoge Gezondheidsraad Zelfbestuursstraat 4 B-1070 BRUSSEL Advies van de HGR betreffende het risico van vcjd-overdracht door transfusie van plasmaderivaten (HGR 8048/5) I. Aanvraag : Hoge Gezondheidsraad Zelfbestuursstraat 4 B-1070 BRUSSEL (Gevalideerd door het

Nadere informatie

COLLEGE VAN AIDS-REFERENTIELABORATORIA HIV/AIDS IN BELGIE

COLLEGE VAN AIDS-REFERENTIELABORATORIA HIV/AIDS IN BELGIE Avec le soutien de la Communauté française WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID Operationele Directie Volksgezondheid & Surveillance COLLEGE VAN AIDS-REFERENTIELABORATORIA HIV/AIDS IN BELGIE Toestand

Nadere informatie

Hoge Gezondheidsraad Zelfbestuursstraat 4 B-1070 BRUSSEL

Hoge Gezondheidsraad Zelfbestuursstraat 4 B-1070 BRUSSEL Advies van de HGR betreffende het werkelijk risico van overdracht van de variant van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (vcjd) door transfusie van plasmaderivaten van menselijke oorsprong (HGR 8097) I. Aanvraag

Nadere informatie

Toerisme in cijfers Tourism in figures 2013. 03 aantal overnachtingen naar verblijfsmotief 2013 number of overnight stays by motive of stay 2013

Toerisme in cijfers Tourism in figures 2013. 03 aantal overnachtingen naar verblijfsmotief 2013 number of overnight stays by motive of stay 2013 Toerisme in cijfers Tourism in figures 2013 XL 03 aantal overnachtingen naar verblijfsmotief 2013 number of overnight stays by motive of stay 2013 Ju i 2014 2 AANTAL OVERNACHTINGEN NAAR VERBLIJFSMOTIEF,

Nadere informatie

Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l

Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l. - 217 Auteurs: T. Lernout, M. Depypere, S. Patteet, K. Lagrou, D. Van Cauteren, B. Kabamba- Mukadi Hoofdpunten - In 217 werden

Nadere informatie

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.2.2019 C(2019) 595 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 6.2.2019 tot wijziging van bijlage IX bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

PUBLICATIE VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8152

PUBLICATIE VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8152 PUBLICATIE VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8152 Te verstrekken informatie in geval van risico van overdracht van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob 5 oktober 2007 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING De ziekten

Nadere informatie

ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË

ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË Amendement van het eliminatieplan voor mazelen in België ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË Oktober 2006 Comité voor de eliminatie van mazelen en rubella in België INLEIDING In het nieuw `Strategisch plan

Nadere informatie

Paardenvleesschandaal

Paardenvleesschandaal Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Paardenvleesschandaal RC - 27/02/2013 Drie verschillende problemen 1. Vlees en Vleesproducten Fraude m.b.t. de samenstelling FOD Economie Fenylbutazon

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27972 10 oktober 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 2 oktober 2013, nr. WJZ/13080388, houdende

Nadere informatie

Aanwezigheid van MRSA-stam in Belgische varkenshouderij aangetoond in studie

Aanwezigheid van MRSA-stam in Belgische varkenshouderij aangetoond in studie Folia veterinaria ACTUALITEIT Uw vragen: Binnen het cascadesysteem bestaat de mogelijkheid om geneesmiddelen voor humaan gebruik toe te dienen aan dieren. Wanneer er een diergeneesmiddel en een humaan

Nadere informatie

9UDJHQ HQ DQWZRRUGHQ RYHU 76(V ELM VFKDSHQ HQ JHLWHQ

9UDJHQ HQ DQWZRRUGHQ RYHU 76(V ELM VFKDSHQ HQ JHLWHQ 0(02 Brussel, 7 november 2001 9UDJHQ HQ DQWZRRUGHQ RYHU 76(V ELM VFKDSHQ HQ JHLWHQ :DW]LMQRYHUGUDDJEDUHVSRQJLIRUPHHQFHIDORSDWKLHsQ76(V" TSE s zijn een groep ziekten die bij de mens en bij dieren voorkomen

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Instelling: WIV-ISP Straat: Wytsmanstraat 14 Stad: 1050 Brussels

Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella. Instelling: WIV-ISP Straat: Wytsmanstraat 14 Stad: 1050 Brussels Rapportering voor het jaar 2011 Referentiecentrum voor en Shigella Coördinator referentiecentrum Namen: Dr. Bertrand Sophie en Dr. Mattheus Wesley Tel: 02/642 50 82 of 02/642 50 89 Instelling: WIV-ISP

Nadere informatie

De psychiatrie van de nieuwe variant van Creutzfeldt-Jakob

De psychiatrie van de nieuwe variant van Creutzfeldt-Jakob korte bijdrage De psychiatrie van de nieuwe variant van Creutzfeldt-Jakob g. meynen, w.j.g. hoogendijk, w.a. van gool samenvatting De ziekte van Creutzfeldt-Jakob is een neurodegeneratieve aandoening gekenmerkt

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot het toekennen van een statuut verwaarloosbaar of gecontroleerd risico op klassieke scrapie, noodzakelijk in het

Nadere informatie

Epidemiologische surveillance van invasieve meningokokkeninfecties

Epidemiologische surveillance van invasieve meningokokkeninfecties Epidemiologische surveillance van invasieve meningokokkeninfecties - 7 Auteurs: Nele Boon and Tine Grammens, Wesley Mattheus², Chloé Wyndham-Thomas Revisie: Paloma Carrillo, Romain Mahieu, Sophie Quoilin,

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties document D048897/03.

Hierbij gaat voor de delegaties document D048897/03. Raad van de Europese Unie Brussel, 14 februari 2017 (OR. en) 6294/17 AGRILEG 42 VETER 16 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 13 februari 2017 aan: Nr. Comdoc.: D048897/03 Betreft: het

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over TSE's bij schapen en geiten

Vragen en antwoorden over TSE's bij schapen en geiten MEMO/03/157 Brussel, 24 juli 2003 Vragen en antwoorden over TSE's bij schapen en geiten Wat zijn overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE's)? TSE's zijn een groep ziekten die bij de mens en bij

Nadere informatie

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie

Nadere informatie

24.8.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 274/3

24.8.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 274/3 24.8.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 274/3 VERORDENING (EG) Nr. 1492/2004 VAN DE COMMISSIE van 23 augustus 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en

Nadere informatie

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8829

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8829 ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8829 Herziening van de uitsluitingscriteria voor bloeddonoren om de overdracht van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob te voorkomen Review of exclusion criteria for blood

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2457 250 24 24december 2008 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur, en Voedselkwaliteit van 9 december 2008,

Nadere informatie

L 249/20 Publicatieblad van de Europese Unie

L 249/20 Publicatieblad van de Europese Unie L 249/20 Publicatieblad van de Europese Unie 23.7.2004 BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 15 juli 2004 tot uitvoering van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad voor wat betreft aanvullende garanties voor het

Nadere informatie

Creutzfeldt-Jakob, ziekte van Richtlijn Meldingsplichtige ziekte groep C

Creutzfeldt-Jakob, ziekte van Richtlijn Meldingsplichtige ziekte groep C Creutzfeldt-Jakob, ziekte van Richtlijn Meldingsplichtige ziekte groep C Laboratorium en behandelend arts melden binnen 1 werkdag aan de arts infectieziektebestrijding van de GGD. De GGD meldt anoniem

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 LUIK 1: ENTEROBACTER AEROGENES... 3 1- DEELNAME... 3 2- ENTEROBACTER AEROGENES (E. A.)... 4 3- MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA)...

Nadere informatie

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie

Nadere informatie

Jaarverslag. Commissie dierlijke bijproducten (CoABP) 2009

Jaarverslag. Commissie dierlijke bijproducten (CoABP) 2009 Jaarverslag Commissie dierlijke bijproducten (CoABP) 2009 Jaarverslag Commissie dierlijke bijproducten (CoABP) 2009 Algemeen deel 1 Inhoud Inleiding... 3 Commissie dierlijke bijproducten... 3 Nieuwe vorm

Nadere informatie

Asparagus: Acreage and companies in the Netherlands

Asparagus: Acreage and companies in the Netherlands FACTSHEET ASARAGUS Areaal Nederland groeit niet meer In 2012 is er een einde gekomen aan het gestaag groeien van het areaal asperges in Nederland. Het CBS registreerde vorig jaar een areaal van 2.890 ha.

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE PUBLIC Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE AGRILEG 144 CODEC 1043 NOTA I-PUNT van: aan: nr. Comv.:

Nadere informatie

Vooruitzichten te voor een monitoring van risicoindicatoren van opkomen van dierenziekten

Vooruitzichten te voor een monitoring van risicoindicatoren van opkomen van dierenziekten Vooruitzichten te voor een monitoring van risicoindicatoren van opkomen van dierenziekten Prof. Dr. Etienne Thiry ULg Voorzitter van het Wetenschappelijk Comité Gemeenschappelijke vergadering van het Raadgevend

Nadere informatie

Onderzoeksgroep Neurodegeneratieve Hersenziekten

Onderzoeksgroep Neurodegeneratieve Hersenziekten WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE ROL VAN GENETICA IN JONGDEMENTIE: FAMILIES, MUTATIES EN GENETISCHE TESTEN. Christine Van Broeckhoven Neurodegeneratieve Hersenziekten Groep, Department Moleculaire Genetica,

Nadere informatie

gegevens van TekenNet 2017 en resultaten van de studie op ziektekiemen in teken die werden verzameld op mensen [1]

gegevens van TekenNet 2017 en resultaten van de studie op ziektekiemen in teken die werden verzameld op mensen [1] Gepubliceerd op sciensano.be (https://www.sciensano.be) Home > Surveillance van tekenbeten in België: gegevens van TekenNet 2017 en resultaten van de studie op ziektekiemen in teken die werden verzameld

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 116/9

Publicatieblad van de Europese Unie L 116/9 29.4.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 116/9 VERORDENING (EG) Nr. 657/2006 VAN DE COMMISSIE van 10 april 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

want hondsdolheid in je koffers maakt dodelijke slachtoffers

want hondsdolheid in je koffers maakt dodelijke slachtoffers Steek niks liefs in je valies... want hondsdolheid in je koffers maakt dodelijke slachtoffers Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Wat is hondsdolheid? Hondsdolheid is een zoönose

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN INHOUDSTAFEL 1. Deelname 2 2. Enterobacter aerogenes 3 3. Multiresistente Enterobacter aerogenes (MREA) 4 3.1. Definitie van MREA 4 3.2. Aantal MREA-stammen per ziekenhuis 4 3.3. Resistentiecijfer 4 3.4.

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

FACTSHEET STRAWBERRIES

FACTSHEET STRAWBERRIES FACTSHEET STRAWBERRIES Aardbeien: Nederland teelt- én handelsland Jaarlijks worden er in Nederland tegenwoordig tussen de 45 en 50.000 ton aardbeien geproduceerd. Vergeleken met de periode daarvoor is

Nadere informatie

FACTSHEET Grapes: special India HScode 08 06 10 (10)

FACTSHEET Grapes: special India HScode 08 06 10 (10) FACTSHEET Grapes: special India HScode 08 06 10 (10) Summery India was sinds 2000 sterk in opkomst als exporteur van druiven. In 2000 ging het nog om een hoeveelheid van 16.000 ton en in 2008 bereikte

Nadere informatie

FR 7,2 / Tuberculose kan eender wie treffen maar komt vaker voor bij mensen uit landen met een hoge incidentie. Incidentie /100.

FR 7,2 / Tuberculose kan eender wie treffen maar komt vaker voor bij mensen uit landen met een hoge incidentie. Incidentie /100. TUBERCULOSE in België Dankzij de verplichte melding van alle gevallen van actieve tuberculose kunnen de VRGT (Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding) en de FARES

Nadere informatie

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 01/01/ /10/2012

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 01/01/ /10/2012 Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 0/0/202 3/0/202 B. Jans en Y. Glupczynski Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), Volksgezondheid en surveillance, Brussel,

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 juli 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 juli 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 24 juli 2017 (OR. en) 11470/17 AGRILEG 145 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 20 juli 2017 aan: Nr. Comdoc.: D048947/06 Betreft: de Europese Commissie het secretariaat-generaal

Nadere informatie

8,9. Opdracht door een scholier 2558 woorden 19 juni keer beoordeeld. Wat is een prion?

8,9. Opdracht door een scholier 2558 woorden 19 juni keer beoordeeld. Wat is een prion? Opdracht door een scholier 2558 woorden 19 juni 2004 8,9 7 keer beoordeeld Vak Methode ANW Solar Wat is een prion? Een Prion is een ziekteveroorzakend eiwit. Het is een heel bijzondere ziekteverwekker.

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-018) REV 1 2009-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Generische autocontrolegids voor slachthuizen, uitsnijderijen en inrichtingen voor de vervaardiging van

Nadere informatie

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae Het surveillanceprogramma werd tot en met mei 1993 door twee referentielaboratoria waargenomen. Sinds januari 1994 is alleen nog het Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg te Leuven nationaal referentielaboratorium

Nadere informatie

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.9.2017 C(2017) 5467 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 4.9.2017 tot vaststelling van wetenschappelijke criteria voor het identificeren van hormoonontregelende

Nadere informatie

Expertisecentrum Europees Recht. De nieuwe QMVstemregels. uitgelegd. Liesbeth A Campo (BZ/DJZ-ER) Den Haag 20 november 2014

Expertisecentrum Europees Recht. De nieuwe QMVstemregels. uitgelegd. Liesbeth A Campo (BZ/DJZ-ER) Den Haag 20 november 2014 Expertisecentrum Europees Recht De nieuwe QMVstemregels uitgelegd Liesbeth A Campo (BZ/DJZ-ER) Den Haag 20 november 2014 Inhoud Basisregels volgens Lissabon Nieuw Ioannina-mechanisme Bijzondere situaties

Nadere informatie

Een legionella-infectie als vakantiesouvenir

Een legionella-infectie als vakantiesouvenir Een legionella-infectie als vakantiesouvenir TALD: Travel Associated Legionnaires Disease reisgerelateerde legionella 1 Symposium Legionella en klare taal 12 mei 2014 Programma 1. Even opfrissen 2. Van

Nadere informatie

Nieuwe behandelingsopties HCV. Wie willen we bereiken? Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum Amsterdam

Nieuwe behandelingsopties HCV. Wie willen we bereiken? Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum Amsterdam Nieuwe behandelingsopties HCV Wie willen we bereiken? Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum Amsterdam Disclosure Sophie Willemse (Potentiële) belangenverstrengeling Geen Wat gaat

Nadere informatie

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 311 E van 31/10/2000 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare

Nadere informatie

Quinoa: Ondanks problemen in Peru wereldhandel op peil gebleven

Quinoa: Ondanks problemen in Peru wereldhandel op peil gebleven TONS Factsheet Quinoa, januari 2018 FACTSHEET QUINOA fruitvegfacts@gmail.com Fruit & Vegetable Facts; Jan Kees Boon; +31654687684; Quinoa: Ondanks problemen in Peru wereldhandel op peil gebleven Bolivia

Nadere informatie

4e Post EAUN Meeting. Men s Health. Willem de Blok Verpleegkundig specialist oncologie-urologie Antoni van Leeuwenhoek Amsterdam Board member EAUN

4e Post EAUN Meeting. Men s Health. Willem de Blok Verpleegkundig specialist oncologie-urologie Antoni van Leeuwenhoek Amsterdam Board member EAUN 4e Post EAUN Meeting Men s Health Willem de Blok Verpleegkundig specialist oncologie-urologie Antoni van Leeuwenhoek Amsterdam Board member EAUN Weergave presentatie Ian Banks 14-6-2011 Brussel Men s Health

Nadere informatie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende

Nadere informatie

Ziekte van Alzheimer. Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling. studie

Ziekte van Alzheimer. Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling. studie studie Ziekte van Alzheimer Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling van geneesmiddelen De ziekte van Alzheimer is een groot probleem voor onze volksgezondheid, niet alleen omdat er zoveel

Nadere informatie

FACTSHEETshort PEPPERS

FACTSHEETshort PEPPERS FACTSHEETshort PEPPERS Fruit&VegetableFacts; JanKeesBoon; +31654687684; fruitvegfacts15@gmail.com Paprika s: Nederland verliest terrein aan Spanje Export Nederland dit jaar fors gedaald De Nederlands export

Nadere informatie

Stand van zaken en vooruitzichten. 1 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Stand van zaken en vooruitzichten. 1 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen BLAUWTONG Stand van zaken en vooruitzichten Jozef Hooyberghs FAVV DG Controlebeleid Gent, 21 november 2007 1 Federaal Agentschap voor de Inhoud Situatie in België Situatie in Europa Maatregelen in België

Nadere informatie

DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN. EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS en HIV INFECTIE IN BELGIË

DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN. EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS en HIV INFECTIE IN BELGIË DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS en HIV INFECTIE IN BELGIË Toestand op 31 december EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS en HIV INFECTIE IN BELGIË Dit project werd gefinancierd door: In

Nadere informatie

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae Referentielaboratorium Gegevens van het Referentielaboratorium Dr. J. VERHAEGEN U.Z. - Leuven - Microbiologie Herestraat, 49 3000 Leuven Tel. : 016/34.70.73 Fax : 016/34.79.31 E-mail : Jan.verhaegen@uz.kuleuven.ac.be

Nadere informatie

Prionen. door dr. W. J. Gerritsen Tijdschrift Voeding Stichting Voeding Nederland Den Haag

Prionen. door dr. W. J. Gerritsen Tijdschrift Voeding Stichting Voeding Nederland Den Haag 132 1 Prionen door dr. W. J. Gerritsen Tijdschrift Voeding Stichting Voeding Nederland Den Haag 1. Inleiding: schapen, koeien en kannibalen 132 3 2. Prionen: protein only 132 4 3. Prion-eiwitten: in soorten

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5 Surveillance van MRSA in de Belgische ziekenhuizen: eerste semester INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.

Nadere informatie

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ENQUETE OPDUIKENDE RISICO S : 1) OPINIE OVER DE INVLOED VAN DOMEINEN OP HET VOORKOMEN VAN OPDUIKENDE RISICO S

Nadere informatie

Creutzfeldt-Jakob, ziekte van Richtlijn Meldingsplichtige ziekte groep C

Creutzfeldt-Jakob, ziekte van Richtlijn Meldingsplichtige ziekte groep C Creutzfeldt-Jakob, ziekte van Richtlijn Meldingsplichtige ziekte groep C Laboratorium en behandelend arts melden binnen 1 werkdag aan de arts infectieziektebestrijding van de GGD. De GGD meldt anoniem

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PB 07 FAQ (G-018) REV 4 2016-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Generische autocontrolegids voor slachthuizen, uitsnijderijen en inrichtingen voor de vervaardiging van

Nadere informatie

EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING

EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING TOESTAND OP 31 DECEMBER 2016 EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV- INFECTIE IN BELGIË

Nadere informatie

Netherlands: Import stonefruit (in 1000 ton; source: CBS) - Nectarines Paeches Plums

Netherlands: Import stonefruit (in 1000 ton; source: CBS) - Nectarines Paeches Plums FACTSHEET STEENFRUIT Fruit&VegetableFacts; JanKeesBoon; +31654687684; jankeesboon15@gmail.com MARKT STEENFRUIT GROEIT Maar niet in Nederland Grootse deel van import in Nederland wordt weer gere-exporteerd

Nadere informatie

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae Het surveillanceprogramma werd tot en met mei 1993 door twee referentielaboratoria waargenomen. Sinds januari 1994 is alleen nog het Universitair Ziekenhuis van de K.U. Leuven nationaal referentielaboratorium

Nadere informatie

Gezondheidsraad. Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Gezondheidsraad. Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Uw kenmerk : GMT-MVG 2993882 Bijlagen : 1 Geachte minister, Een van de onderdelen van het werkprogramma van de Gezondheidsraad heeft tot doel de veiligheid

Nadere informatie

Transparantie: de schakel tussen institutionele autonomie en publieke verantwoording

Transparantie: de schakel tussen institutionele autonomie en publieke verantwoording Transparantie: de schakel tussen institutionele autonomie en publieke verantwoording Dirk Van Damme Hoofd van het Centre for Educational Research and Innovation - OECD 1. EEN HO-KWALIFICATIE HEEFT EEN

Nadere informatie

De Belgische farmaceutische industrie in een internationale context

De Belgische farmaceutische industrie in een internationale context As % of total European pharmaceutical industry De Belgische farmaceutische industrie in een internationale context Terwijl België slechts 2,6 % vertegenwoordigt van het Europees BBP, heeft de farmaceutische

Nadere informatie

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR De procedures in de verschillende lidstaten SAMENVATTING In de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie luidt het dat één van de doelstellingen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169 ONTWERP-NOTULEN - ADDENDUM Betreft: 3002e zitting van de Raad van de Europese Unie (MILIEU), gehouden

Nadere informatie

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström 1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd

Nadere informatie

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa UITVOERINGSVERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE van 13 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft

Nadere informatie

Uitgave mei 2001. Hoge Gezondheidsraad. Correspondentieadres: Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Hoge Gezondheidsraad

Uitgave mei 2001. Hoge Gezondheidsraad. Correspondentieadres: Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Hoge Gezondheidsraad ISBN nr.: 90-76994-04-8 Nr Wettelijk Depot: D/2001/7795/14 AANBEVELINGEN VOOR HET PERSONEEL IN SLACHTHUIZEN, VERSNIJDINGSATELIERS EN SLAGERIJEN IN HET KADER VAN DE OVERDRAAGBARE SPONGIFORME ENCEFALOPATHIE

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» SCSZ/09/105 BERAADSLAGING NR 09/058 VAN 15 SEPTEMBER 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie