PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 april 2008 (15.04) (OR. en) 8074/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0803 (CNS) LIMITE COPEN 65 VERSLAG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 april 2008 (15.04) (OR. en) 8074/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0803 (CNS) LIMITE COPEN 65 VERSLAG"

Transcriptie

1 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 april 2008 (15.04) (OR. en) PUBLIC 8074/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0803 (CNS) LIMITE COPEN 65 VERSLAG van: aan: nr. initiatief: nr. vorig doc.: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers (COREPER) 5598/08 COPEN /08 COPEN 60 Initiatief van de Republiek Slovenië, de Franse Republiek, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Zweden, de Slowaakse Republiek, het Verenigd Koninkrijk en de Bondsrepubliek Duitsland met het oog op de aanneming van een kaderbesluit van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van verstekvonnissen en tot wijziging van Kaderbesluit 2002/584/JBZ betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Kaderbesluit 2005/214/JBZ inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties, Kaderbesluit 2006/783/JBZ inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen tot confiscatie, en Kaderbesluit 2008/... /JBZ inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op strafrechtelijke beslissingen waarbij vrijheidsstraffen of tot vrijheidsbeneming strekkende maatregelen worden opgelegd met het oog op de tenuitvoerlegging ervan in de Europese Unie - Algemene oriëntatie Dit initiatief, dat op 11 januari 2008 door SI/FR/CZ/SE/SK/UK/DE is ingediend, heeft ten doel de procedurele rechten van burgers te versterken door middel van een duidelijke en samenhangende aanpak van de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen gegeven na een proces waarop de betrokkene niet in persoon is verschenen. Doel van het initiatief is ook de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning bij de samenwerking op het gebied van strafzaken binnen de Europese Unie te verbeteren. 8074/08 wat/sav/mm 1 DG H 2B LIMITE NL

2 De Groep samenwerking in strafzaken heeft de tekst tijdens de vergaderingen van 11 en 12 februari en 3 en 28 maart 2008 besproken. Het Comité van artikel 36 (CATS) en de JBZ-raden hebben de tekst op 2 april, respectievelijk 4 en 7 april 2008 besproken en daarbij rekening gehouden met de opmerkingen van het secretariaat van de Raad van Europa (6706/08 COPEN 34). Hoewel enkele voorbehouden werden gemaakt en de tekst nog moet worden bijgesteld, stonden de delegaties van bij de aanvang van de besprekingen over het algemeen zeer positief tegenover dit initiatief 1. De delegaties waren het in het algemeen eens met het voorzitterschap dat de besprekingen snel moeten verlopen en dat naar pragmatische oplossingen moet worden gezocht om het kaderbesluit zo spoedig mogelijk te kunnen aannemen. Er werd echter ook op gewezen dat een goede tekst het allerbelangrijkste is. In de loop van de besprekingen is de tekst op een aantal punten gewijzigd, waarvan dit de belangrijkste zijn: de definitie van "bij verstek genomen beslissing" en alle verwijzingen naar "bij verstek" zijn geschrapt omdat deze term in de nationale wetgevingen een specifieke betekenis heeft die van land tot land kan verschillen. er is een nieuw lid ingevoegd (zie artikel 2, lid 2, onder b)) waarin wordt bepaald dat de erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing niet kan worden geweigerd als de betrokkene op het proces door een raadsman is verdedigd. Deze bepaling wordt in overweging 8 verder verduidelijkt. de specifieke verwijzingen naar de nationale wetgeving in verband met termijnen, enz. zijn geschrapt en vervangen door een algemene verwijzing naar nadere in het nationaal recht bepaalde vormvoorschriften (zie de titels van de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 en overweging 4). 1 Nadere bijzonderheden in doc. 6501/08 COPEN /08 wat/sav/mm 2 DG H 2B LIMITE NL

3 Hoewel grote vooruitgang is geboekt op de weg naar een voor alle delegaties aanvaardbare tekst, blijven er nog een paar hangpunten. Ze staan in de voetnoten in de tekst in de bijlage die de stand van zaken na de vergadering van de JBZ-raden op 7 april weerspiegelt 2. Het Coreper is verzocht deze problemen op te lossen om de JBZ-Raden in staat te stellen op 18 april een algemene oriëntatie ten aanzien van de tekst te bereiken. Het voorzitterschap stelt voor de certificaten, zoals gebruikelijk, te bespreken nadat een algemene oriëntatie is bereikt en bevestigt dat ze dan zo spoedig mogelijk volledig met de tekst van de artikelen in overeenstemming zullen worden gebracht. Ten slotte wordt erop geattendeerd dat alle delegaties in deze fase een algemeen voorbehoud bij de tekst van het ontwerp-besluit hebben. Diverse delegaties maken bovendien een voorbehoud voor behandeling door hun parlement. Opmerkingen betreffende aan het Coreper voorgelegde specifieke hangpunten. 1) Artikel 2, lid 2, onder a) In artikel 2, lid 2, en vergelijkbare bepalingen in de artikelen 3, 4, 5 en 6 wordt het volgende bepaald: "De uitvoerende rechterlijke autoriteit kan de tenuitvoerlegging van het Europees aanhoudingsbevel voor de uitvoering van een tot vrijheidsbeneming strekkende straf of maatregel ook weigeren indien de betrokkene niet in persoon is verschenen op het proces dat tot de beslissing heeft geleid, tenzij in het Europees aanhoudingsbevel is vermeld dat, overeenkomstig [nadere] in het nationaal recht van de tenuitvoerleggingsstaat bepaalde procedurevoorschriften: 2 Ze staan in de voetnoten in de tekst in de bijlage die de stand van zaken na de vergadering van de JBZ-raden op 7 april weerspiegelt. 8074/08 wat/sav/mm 3 DG H 2B LIMITE NL

4 a) de betrokkene tijdig i) is gedagvaard of anderszins daadwerkelijk officieel in kennis is gesteld van het tijdstip en de plaats van het proces dat tot de beslissing heeft geleid zodanig dat op ondubbelzinnige wijze vaststaat dat de betrokkene kennis had van het voorgenomen proces; en ii) ervan in kennis is gesteld dat een beslissing kan worden gegeven indien hij niet op het proces verschijnt." De overgrote meerderheid van de delegaties kan de tekst die het resultaat is van de werkzaamheden van de groep en de JBZ-raden aanvaarden. De grondgedachte ervan is dat de erkenning en de tenuitvoerlegging van een beslissing op grond van punt a), ofwel vereist dat de betrokkene in persoon gedagvaard is ofwel dat anderszins op ondubbelzinnige wijze vaststaat dat de betrokkene wetenschap had van het proces. IT en PT hebben echter nog steeds problemen met de huidige tekst, terwijl PL positief reageerde. Zie hiervoor voetnoten 17 en 14 (voorbehoud van IT) over het probleem van mensen die zich aan justitie trachten te onttrekken. Het voorzitterschap verwijst naar de opmerking van het secretariaat van de Raad van Europa (punt 20) dat het aan de nationale gerechten is om aan te tonen dat de betrokkene op de hoogte was van de datum van het proces:...it is for the national courts to show that the person concerned was aware of the date of the trial. Het voorzitterschap is van mening dat de huidige tekst geschikt en nodig is om te garanderen dat de betrokkenen op de hoogte was van het proces. 8074/08 wat/sav/mm 4 DG H 2B LIMITE NL

5 Het voorzitterschap merkt echter op dat punt a), zoals de punten b), c), en d), moet worden gelezen in het licht van de inleidende zinsnede "overeenkomstig [nadere] in het nationaal recht van de tenuitvoerleggingsstaat bepaalde procedurevoorschriften." De lidstaten kunnen dus hun eigen procedurevoorschriften vaststellen om onomstotelijk vast te stellen dat de betrokkene op de hoogte was van het proces. In dit verband was het voorzitterschap van mening dat het woord "nadere" voor procedurevoorschriften kan worden geschrapt als dit IT/PL/PT kan helpen om in te stemmen met de tekst. Het COREPER wordt verzocht de voorliggende tekst van artikel 2, lid 2, onder a), in voorkomend geval zonder het woord "nadere" te bevestigen, 2) Raadsman/machtiging Naar aanleiding van een voorstel van BE is in de tekst een nieuw artikel 2, lid 2, opgenomen voor het Kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel en vergelijkbare bepalingen in de artikelen 3, 4, 5 en 6 voor de andere kaderbesluiten. De strekking van deze bepalingen, die samen met overweging 8 moeten worden gelezen, is dat de erkenning en de tenuitvoerlegging van een beslissing die is gegeven na een proces waarop de betrokkene niet in persoon is verschenen, niet mag worden geweigerd indien de betrokkene op de hoogte was van het voorgenomen proces en aldaar werd verdedigd door een raadsman die hij daartoe had gemachtigd 3. Het voorzitterschap vond dat de voorliggende tekst strookt met de opmerking van het secretariaat van de Raad van Europa (punt 29) dat: the... exception... where the person concerned had deliberately chosen not to appear in court, but was represented by a duly instructed legal counsellor, appears to be compatible with ECHR requirements as long as legal assistance is practical and effective and not merely theoretical and illusory. (onze onderstreping) 3 In een vroegere fase stond in de Engelse tekst "instruction" maar deze term is later op verzoek van diverse delegaties vervangen door "mandate". 8074/08 wat/sav/mm 5 DG H 2B LIMITE NL

6 Sommige delegaties (zie voetnoot 19) hebben echter moeite met het machtigingsvereiste. Zij stelden voor dit vereiste te vervangen door het vereiste dat de betrokkene moet verdedigd zijn door een raadsman en dat de verdediging "effectief" moet geweest zijn. Andere delegaties zijn tegen de term "machtiging" omdat dit zou betekenen dat de erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing ook verplicht kan zijn als de betrokkene door een raadsman is verdedigd hoewel hij niet uitdrukkelijk had verklaard zulks te wensen en geen enkel contact heeft gehad met de betrokken raadsman. Deze andere delegaties verklaarden zij het erg moeilijk zouden hebben om in die omstandigheden gegeven beslissingen te erkennen en uit te voeren. Door de JBZ-raden zijn daarom verschillende alternatieve formuleringen besproken, waaronder: een raadsman heeft verzocht zijn verdediging te voeren" een raadsman heeft toegestaan zijn verdediging te voeren" in contact is geweest met een raadsman om hem te verdedigen" bewust een raadsman heeft gekozen om zijn verdediging te voeren." Hoewel met name de eerste optie (heeft verzocht) enige steun vond, werd geen van de voorstellen een echte vooruitgang geacht, onder meer omdat zij niet de gevallen omvatten van "verplichte verdediging" waarin een raadsman ambtshalve wordt toegewezen zonder dat de betrokkene daarom heeft gevraagd en zonder dat er een echte relatie tussen de betrokkene en de raadsman tot stand komt. Het voorzitterschap vraagt zich echter af of het wel verstandig is deze gevallen op te nemen en de tekst daardoor verder te wijzigen en af te zwakken. De tekst is immers bedoeld om de wederzijdse samenwerking te vergroten in situaties waarin het algemeen passend wordt geacht dat beslissingen die zijn gegeven na een proces waarop de betrokkene niet is verschenen, in andere lidstaten erkend en ten uitvoer gelegd worden. Er blijkt onder de lidstaten geen consensus te bestaan over het feit dat beslissingen die zijn gegeven na een proces waarop de betrokkene niet in persoon is verschenen, maar door een ambtshalve toegewezen raadsman is verdedigd, in een andere lidstaat moeten worden erkend en ten uitvoer gelegd op basis van een dergelijke verdediging. 8074/08 wat/sav/mm 6 DG H 2B LIMITE NL

7 Dit betekent echter niet dat in die omstandigheden gegeven beslissingen nooit "exporteerbaar" zijn. Punt b) is immers maar een van de voorwaarden die, als eraan is voldaan, tot gevolg hebben dat een beslissing in andere lidstaten moet worden erkend en ten uitvoer gelegd. Dit wordt duidelijk gemaakt in overweging 5. Het is nog steeds mogelijk dat de beslissing in een andere lidstaat moet worden erkend en ten uitvoer gelegd op basis van punt a) (aangezien onomstotelijk is vastgesteld dat de betrokkene op de hoogte was van het proces) en/of van punt c) (omdat om een nieuw proces kan worden verzocht). Derhalve is het voorzitterschap van mening dat punt b) moet blijven zoals het is, met de term "machtiging", omdat dit juridisch gezien de meest accurate formulering is. In artikel 2, lid 2, en vergelijkbare bepalingen in de artikelen 3, 4, 5 en 6 wordt dus het volgende bepaald: "de betrokkene op de hoogte was van het voorgenomen proces een door hemzelf of door de staat aangewezen raadsman machtiging heeft verleend zijn verdediging op het proces te voeren en op het proces ook werkelijk door die raadsman is verdedigd." Er zij echter op gewezen dat overweging 8 is gewijzigd om duidelijk te maken dat de aanwijzing van een raadsman een "zaak van nationaal recht" is. In het licht van het bovenstaande stelt het voorzitterschap voor dat het Coreper de huidige formulering van de tekst, met het woord "machtiging", bevestigt. 3) Voorbehoud van Spanje Gezien het voorbehoud van ES in voetnoot 13, stelde het voorzitterschap, in overleg met ES voor de formulering van artikel 1, lid 2 aan te vullen (inclusief de rechten van de verdediging van personen tegen wie een strafprocedure loopt). ES wordt verzocht, nu de formulering is gewijzigd, zijn voorbehoud in te trekken. 8074/08 wat/sav/mm 7 DG H 2B LIMITE NL

8 4) Aanvullend punt waar Finland om heeft verzocht In artikel 7, lid 2, punt g), onder ii), van het kaderbesluit geldelijke sancties wordt bepaald "De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat kan tevens weigeren de beslissing te erkennen of ten uitvoer te leggen, indien vaststaat dat volgens het in artikel 4 bedoelde certificaat de betrokkene niet persoonlijk verschenen is, tenzij het certificaat aangeeft dat hij te kennen heeft gegeven dat hij de zaak niet betwist. FI verzocht, via diverse formuleringen, om de uitbreiding van dit beginsel tot andere kaderbesluiten. Veel delegaties konden een dergelijke uitbreiding niet aanvaarden. Het voorzitterschap vond dan ook dat dit beginsel in het voorliggende kaderbesluit alleen voor het kaderbesluit geldelijke sancties moet gelden. In het kaderbesluit geldelijke sancties wordt derhalve aan artikel 7, lid 2, het onderstaande nieuwe punt j) toegevoegd, dat gebaseerd is op artikel 7, lid 2, punt g), onder ii), van de huidige tekst van dat kaderbesluit: "j) volgens het in artikel 4 bedoelde certificaat de betrokkene niet in persoon is verschenen, tenzij het certificaat aangeeft dat hij te kennen heeft gegegeven dat hij de zaak niet betwist." Het nieuwe punt j), vormt alleen een bevestiging van het huidige wettelijke regeling. Het Coreper wordt verzocht met dit voorstel in te stemmen. 8074/08 wat/sav/mm 8 DG H 2B LIMITE NL

9 BIJLAGE (ONTWERP) KADERBESLUIT VAN DE RAAD 2008/ /JBZ van tot versterking van de procedurele rechten van burgers tot bevordering van de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op buiten de aanwezigheid van de verdachte in persoon gegeven beslissingen en tot wijziging van Kaderbesluit 2002/584/JBZ betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Kaderbesluit 2005/214/JBZ inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties, Kaderbesluit 2006/783/JBZ inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen tot confiscatie, Kaderbesluit / /JBZ van de Raad inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op strafrechtelijke beslissingen waarbij vrijheidsstraffen of tot vrijheidsbeneming strekkende maatregelen worden opgelegd met het oog op de tenuitvoerlegging ervan in de Europese Unie, en Kaderbesluit 200/ /JBZ inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning op vonnissen en proeftijdbeslissingen met het oog op het toezicht op proeftijdmaatregelen en alternatieve straffen 8074/08 wat/sav/mm 9

10 DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 31, lid 1, onder a), en artikel 34, lid 2, onder b), Gezien het initiatief van de Republiek Slovenië, de Franse Republiek, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Zweden, de Slowaakse Republiek, het Verenigd Koninkrijk en de Bondsrepubliek Duitsland 4, Gezien het advies van het Europees Parlement 5, Overwegende hetgeen volgt: (1) Het recht van een verdachte om aanwezig te zijn bij de mondelinge behandeling van de rechtszaak is als grondrecht vastgelegd in het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van de Verenigde Naties (artikel 14, lid 3, onder d)). Het Europees Hof voor de rechten van de mens heeft verklaard dat dit recht deel uitmaakt van het recht op een eerlijk proces dat is voorzien in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Het Hof heeft tevens verklaard dat het recht van de verdachte om bij de mondelinge behandeling aanwezig te zijn, niet absoluut is, alsook dat de verdachte onder bepaalde voorwaarden uit eigen beweging uitdrukkelijk of stilzwijgend, maar op ondubbelzinnige wijze afstand kan doen van dat recht. (2) In de verschillende kaderbesluiten ter toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning op onherroepelijke rechterlijke beslissingen wordt de kwestie van beslissingen gegeven na een proces waarop de betrokkene niet persoonlijk is verschenen, niet consequent behandeld. Deze diversiteit kan het werk van de magistraat bemoeilijken en de justitiële samenwerking belemmeren. 4 5 PB C... PB C... (advies gevraagd voor 19/22 mei 2008). 8074/08 wat/sav/mm 10

11 (3) De bij deze kaderbesluiten verstrekte oplossingen zijn niet bevredigend voor de gevallen waarin de betrokkene niet over het verloop van de behandeling geïnformeerd kon worden. Op grond van de Kaderbesluiten 2005/214/JBZ 6, 2006/783/JBZ 7, 2008/ /JBZ 8 en 2008/../JBZ 9 mag de uitvoerende autoriteit de tenuitvoerlegging van dergelijke vonnissen weigeren. Krachtens Kaderbesluit 2002/584/JBZ 10 mag de uitvoerende autoriteit eisen dat de uitvaardigende autoriteit een voldoende garantie geeft dat de persoon tegen wie het Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd, in de gelegenheid zal worden gesteld in de uitvaardigende lidstaat om een nieuw proces te verzoeken en aanwezig te zijn op de terechtzitting. Over de vraag of die garantie voldoende is, moet worden beslist door de uitvoerende autoriteit, en daarom is het moeilijk om exact vast te stellen wanneer de tenuitvoerlegging kan worden geweigerd. (4) Er moeten derhalve duidelijke, gemeenschappelijke gronden worden bepaald voor het niet erkennen van beslissingen die zijn gegeven na een proces waarop de betrokkene niet in persoon is verschenen. Dit kaderbesluit heeft ten doel zulke gemeenschappelijke gronden te omschrijven, waardoor de uitvoerende autoriteit de beslissing met volledige inachtneming van het recht van verdediging van de betrokkene ten uitvoer kan leggen ondanks de afwezigheid van de betrokkene op het proces. Dit kaderbesluit is niet bedoeld ter regulering van de vormen en methodes, met inbegrip van de procedurevoorschriften, die worden gebruikt om de in dit kaderbesluit gespecificeerde resultaten te behalen; deze zullen bepaald blijven worden door het nationaal recht van de lidstaten. (...) (5) Die wijzigingen vereisen een aanpassing van de bestaande kaderbesluiten tot toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op definitieve rechterlijke beslissingen. De nieuwe bepalingen moeten tevens dienen als basis voor toekomstige instrumenten op dit gebied PB L 76 van , blz. 16. PB L 328 van , blz. 59. PB L., blz.. (Kaderbesluit overleving van veroordeelde personen). PB L., blz. (Kaderbesluit proeftijdbeslissingen). PB L 190 van , blz /08 wat/sav/mm 11

12 5bis) Dit kaderbesluit bepaalt de voorwaarden waaronder de erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing die is gegeven na een proces waarop de betrokkene niet in persoon is verschenen, niet zou mogen worden geweigerd. Het gaat hier om alternatieve voorwaarden. Indien aan een van de voorwaarden is voldaan, geeft de uitvaardigende autoriteit door de desbetreffende rubriek van het Europees aanhoudingsbevel of van het certificaat bij de andere kaderbesluiten in te vullen, de garantie dat aan de voorschriften is of zal worden voldaan, hetgeen voldoende zou moeten zijn voor de tenuitvoerlegging van de beslissing op grond van het beginsel van wederzijdse erkenning. (6) De erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing die is gegeven na een proces waarop de betrokkene niet in persoon is verschenen, mag niet worden geweigerd indien de betrokkene persoonlijk was gedagvaard of anderszins daadwerkelijk officieel in kennis was gesteld van het tijdstip en de plaats van het proces dat tot die beslissing heeft geleid zodat op ondubbelzinnige wijze is vastgesteld dat de betrokkene op de hoogte was van het voorgenomen proces. In dit verband dient de betrokkene die kennisgeving "tijdig" te hebben ontvangen, dat wil zeggen lang genoeg van te voren om hem in staat te stellen op het proces aanwezig te zijn en zijn recht van verdediging effectief uit te oefenen. (7) Om praktische redenen kan het tijdstip van het proces aanvankelijk worden aangegeven in de vorm van verscheidene mogelijke data binnen een korte tijdspanne. (8) De erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing die is gegeven na een proces waarop de betrokkene niet in persoon is verschenen, mag niet worden geweigerd indien de betrokkene op de hoogte was van het voorgenomen proces en zijn verdediging werd gevoerd door een gemachtigd raadsman zodat concrete en effectieve rechtsbijstand gegarandeerd was. Het doet in dit verband niet ter zake of de raadsman was gekozen, benoemd en betaald door de betrokkene, dan wel was benoemd en betaald door de staat, met dien verstande dat de betrokkene uitdrukkelijk moet hebben verkozen te worden vertegenwoordigd door een raadsman in plaats van zelf in persoon op het proces aanwezig te. De aanwijzing van de raadsman en daarmee verband houdende vraagstukken zijn een zaak voor het nationale recht. 8074/08 wat/sav/mm 12

13 (9) Bij de gemeenschappelijke oplossingen voor de in de betrokken kaderbesluiten opgenomen gronden voor niet-erkenning moet rekening gehouden worden met de verschillende situaties in verband met het recht van de betrokkene op een nieuw proces of een rechtsmiddel. Het nieuwe proces of rechtsmiddel is gericht op de waarborging van de rechten van de verdediging en wordt gekenmerkt door de volgende elementen: de betrokkene heeft het recht aanwezig te zijn, de zaak wordt (opnieuw) ten gronde behandeld, met inbegrip van nieuw bewijsmateriaal, en de procedure kan leiden tot herziening van de oorspronkelijke beslissing. (10) Dit kaderbesluit beperkt zich tot de omschrijving van gronden voor niet-erkenning in regelgeving ter toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning. Derhalve hebben bepalingen als die betreffende het recht op een nieuw proces alleen betrekking op de omschrijving van die gronden voor niet-erkenning. Ze zijn niet bedoeld om de nationale wetgevingen onderling aan te passen 11. ( 12 ) HEEFT HET VOLGENDE KADERBESLUIT VASTGESTELD: LU: verzocht de volgende zin toe te voegen: "Dit kaderbesluit doet geen afbreuk aan toekomstige regelgeving van de Europese Unie die beoogt de nationale wetgevingen onderling aan te passen." AT stelde voor de volgende overweging 11 toe te voegen: "De weigeringsgronden zijn facultatief. De beleidsvrijheid van de lidstaten bij de omzetting van de gronden in nationale wetgeving wordt echter beperkt door de doelstelling van het kaderbesluit, namelijk de versterking van de procedurele rechten van verdachten en de voorschriften die voortvloeien uit het recht op een eerlijk proces." AT verklaarde dat de intrekking van haar voorbehoud bij het gebruik van het woord "kan " in de aanhef van artikel 2, lid 2 in verband met de vraag of de weigeringsgronden verplicht of facultatief moeten zijn afhankelijk is van de aanvaarding van deze nieuwe overweging. Andere delegaties liepen niet warm voor dit voorstel. 8074/08 wat/sav/mm 13

14 Artikel 1 Doelstelling en werkingssfeer 1. Doel van dit kaderbesluit is de procedurele rechten van personen tegen wie een strafprocedure loopt, te versterken, en tegelijkertijd de justitiële samenwerking in strafzaken te faciliteren, alsook met name de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen tussen de lidstaten te verbeteren. 2. Dit kaderbesluit doet geen afbreuk aan de verplichting tot eerbiediging van de grondrechten en de fundamentele rechtsbeginselen die zijn neergelegd in artikel 6 van het Verdrag [inclusief de rechten van de verdediging van personen tegen wie een strafprocedure loopt], en alle verplichtingen die in dat verband op de gerechtelijke autoriteiten rusten, blijven onverlet. 3. De werkingssfeer van dit kaderbesluit behelst het vaststellen van gemeenschappelijke regels voor de erkenning en/of tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen in een lidstaat (de uitvoerende lidstaat) die in een andere lidstaat (de uitvaardigende of beslissingslidstaat) zijn uitgevaardigd na een proces waarbij de betrokkene niet aanwezig was, overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ, artikel 7, lid 2, onder g), van Kaderbesluit 2002/214/, artikel 8, lid 2, onder e) van Kaderbesluit 2006/783/JBZ, artikel 9, lid 1, onder f), van Kaderbesluit 2008/.../JBZ en artikel XX van Kaderbesluit 2008/ /JBZ. 8074/08 wat/sav/mm 14

15 Artikel 2 13 Wijzigingen in Kaderbesluit 2002/584/JBZ Kaderbesluit 2002/584/wordt als volgt gewijzigd: 1) (geschrapt) 2) het volgende artikel wordt ingevoegd: 14 "Artikel 4 bis Beslissingen gegeven na een proces waarop de betrokkene niet in persoon is verschenen De uitvoerende rechterlijke autoriteit kan 15 ook de tenuitvoerlegging weigeren van het Europees aanhoudingsbevel voor de uitvoering van een tot vrijheidsbeneming strekkende straf of maatregel, indien de betrokkene niet in persoon is verschenen op het proces 16 dat tot de beslissing heeft geleid, tenzij in het Europees aanhoudingsbevel is vermeld dat, overeenkomstig [nadere] in het nationaal recht van de uitvaardigende lidstaat bepaalde procedurevoorschriften: ES maakt een algemeen voorbehoud bij dit artikel; het merkt op dat de voorwaarden in de Spaanse wet voor beslissingen die worden gegeven na een proces waarop de betrokkene niet persoonlijk is verschenen, zeer duidelijk afgebakend zijn en moeten voldoen aan strikte eisen, waaronder eisen van constitutionele jurisprudentie. Ten einde tegemoet te komen aan dit bezwaar, stelde het voorzitterschap, in overleg met ES voor de formulering van artikel 1, lid 2 aan te vullen (zie aldaar). ES kon deze formulering in beginsel aanvaarden maar bestudeert de zaak verder om haar voorbehoud in te kunnen trekken. Studievoorbehoud van NL bij dit punt. IT maakt een voorbehoud bij dit artikel in verband met de problemen betreffende personen die trachten zich aan justitie te onttrekken, hetgeen er in het Italiaans recht toe kan leiden dat beslissingen worden gegeven zonder dat de betrokkene in kennis is gesteld van het proces, doch dat die beslissingen niet worden beschouwd als beslissingen gegeven na een proces waarbij de betrokkene niet persoonlijk is verschenen. AT stelde voor "kan weigeren" te vervangen door "weigert"(7846/08 COPEN 56) en de tekst om te vormen tot een verplichte weigeringsgrond. Hoewel sommige delegaties positief reageerden, was de algemene mening dat het beter was "kan weigeren" te laten staan. Zie tevens het voorstel van AT voor een nieuwe overweging 11. IT vond de term "trial" te specifiek en wenste dat deze opnieuw werd bekeken. Alle overige delegaties aanvaardden de gebruikte terminologie. 8074/08 wat/sav/mm 15

16 a) de betrokkene tijdig i) persoonlijk is gedagvaard of anderszins daadwerkelijk officieel in kennis is gesteld van het tijdstip en de plaats van het proces dat tot de beslissing heeft geleid zodanig dat op ondubbelzinnige wijze vaststaat dat de betrokkene op de hoogte was van het voorgenomen proces 17 ; en ii) ervan in kennis is gesteld dat een beslissing kan worden gegeven wanneer hij niet op het proces verschijnt; 18 of b) de betrokkene op de hoogte was van het voorgenomen proces, een zelf gekozen of van overheidswege toegewezen raadsman heeft gemachtigd 19 zijn verdediging op het proces te voeren, en op het proces ook werkelijk door die raadsman is verdedigd; of Deze tekst is in het licht van de opmerkingen van sommige delegaties gewijzigd ten opzichte van de vorige versie die luidde: "persoonlijk is gedagvaard of anderszins persoonlijk officieel in kennis is gesteld ". IT et PT hebben moeite met deze tekst, terwijl sommige andere delegaties verklaarden dat ze absoluut niet verder kunnen gaan. PL reageerde positief. PT stelde het volgende nieuwe punt a bis) voor: "is gedagvaard op het adres dat hij de bevoegde autoriteiten speciaal ten behoeve van de dagvaarding in dat proces heeft meegedeeld en ervan in kennis is gesteld dat een beslissing kan worden gegeven wanneer hij niet op het proces verschijnt." Diverse delegaties hadden grote problemen met dit voorstel. Sommige delegaties (zie voetnoot 19) hebben echter moeite met het vereiste betreffende de "machtiging". Zij stelden voor dit vereiste te vervangen door het vereiste dat de betrokkene moet verdedigd zijn door een raadsman en dat de verdediging "effectief" moet geweest zijn. Andere delegaties zijn tegen de verwijzing naar de "machtiging" omdat dit zou betekenen dat de erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing ook verplicht kan zijn als de betrokkene door een raadsman is verdedigd hoewel hij niet uitdrukkelijk heeft verklaard zulks te wensen en geen enkel contact heeft gehad met de betrokken raadsman. Deze andere delegaties verklaarden zij het erg moeilijk zouden hebben om beslissingen die in dergelijke omstandigheden zijn gegeven te erkennen en uit te voeren. 8074/08 wat/sav/mm 16

17 c) de betrokkene, nadat de beslissing aan hem was betekend en hij uitdrukkelijk was geïnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep waarop hij het recht heeft aanwezig te zijn, waarop de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten en die kan leiden tot herziening van de oorspronkelijke beslissing: i) uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij de beslissing niet betwist; of ii) niet binnen de voorgeschreven termijn om een verzet of hoger beroep heeft aangetekend; of d) 20 de beslissing niet persoonlijk aan de betrokkene is betekend 21, maar: i) hem onverwijld na overlevering persoonlijk zal worden betekend en hij uitdrukkelijk zal worden geïnformeerd van zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, waarop hij het recht heeft aanwezig te zijn, waarop de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, en die kan leiden tot herziening van de oorspronkelijke beslissing; en ii) de betrokkene geïnformeerd wordt van de termijn waarover hij beschikt om verzet of hoger beroep aan te tekenen, als vermeld in het desbetreffende Europees aanhoudingsbevel. 3) in artikel 5 wordt lid 1 geschrapt; NL maakte een voorbehoud bij punt d) in afwachting van de raadpleging van mensen uit het veld. AT stelde voor de zinsnede "wegens omstandigheden " toe te voegen om het bereik van punt d) te verduidelijken. 8074/08 wat/sav/mm 17

18 4) in de bijlage ("EUROPEES AANHOUDINGSBEVEL") wordt punt d) vervangen door: 22 d) Gelieve te vermelden of de betrokkene in persoon is verschenen op het proces dat heeft geleid tot de beslissing: 1. Ja, de betrokkene is in persoon verschenen op het proces dat heeft geleid tot de beslissing. 2. Nee, de betrokkene is niet in persoon verschenen op het proces dat heeft geleid tot de beslissing. 3. Indien u op vraag 2 nee hebt geantwoord, gelieve te vermelden of: 3.1 de betrokkene persoonlijk was gedagvaard of anderszins daadwerkelijk officieel in kennis was gesteld van het tijdstip en de plaats van het proces dat tot de beslissing heeft geleid zodat op ondubbelzinnige wijze is vaststaat dat de betrokkene op de hoogte was van het voorgenomen proces, en ervan in kennis is gesteld dat een beslissing kan worden gegeven wanneer hij niet op het proces verschijnt; OF dat Tijdstip waarop en plaats waar de betrokkene is gedagvaard of anderszins persoonlijk officieel in kennis is gesteld van de informatie:... Beschrijf hoe de betrokkene op de hoogte is gebracht: de betrokkene op de hoogte was van het voorgenomen proces, een zelf gekozen of van overheidswege toegewezen raadsman heeft gemachtigd zijn verdediging op het proces te voeren, en op het proces ook werkelijk door die raadsman is verdedigd; Nadere informatie over de wijze waarop aan deze voorwaarde is voldaan: De certificaten zijn nog niet besproken. Dit zal geschieden nadat een algemene oriëntatie over de artikelen en de overwegingen is bereikt. DE is van mening dat de Raad, bij de vaststelling van de algemene oriëntatie ten aanzien van het kaderbesluit er in de eerste plaats op moet wijzen dat de certificaten geen deel uitmaken van de algemene oriëntatie en tevens dat de certificaten de nodige elementen moeten bevatten om ervoor te zorgen dat de voorschriften van het kaderbesluit zullen worden vervuld. NL ziet de zaak ook zo. 8074/08 wat/sav/mm 18

19 OF dat 3.3 de betrokkene, nadat hem de beslissing was betekend, uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij die beslissing niet betwist. Beschrijf wanneer en hoe de betrokkene uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij de beslissing niet betwist:... OF dat 3.4 de betrokkene recht had op een nieuw proces of een rechtsmiddel onder de volgende voorwaarden: de beslissing was persoonlijk aan de betrokkene betekend op. (dag/maand/jaar); en de betrokkene is uitdrukkelijk geïnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, alsook over zijn recht om bij die procedure aanwezig te zijn; en de betrokkene heeft, nadat hij over dat recht was geïnformeerd niet binnen de voorgeschreven termijn verzet of hoger beroep heeft aangetekend; OF dat de beslissing was niet persoonlijk aan de betrokkene betekend, en de beslissing zal hem onverwijld na overlevering persoonlijk worden betekend en bij de betekening van de beslissing zal de betrokkene uitdrukkelijk worden geïnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, alsook over zijn recht om bij die procedure aanwezig te zijn; en de betrokkene zal, na de betekening van de beslissing, het recht hebben binnen dagen verzet of hoger beroep aan te tekenen. 8074/08 wat/sav/mm 19

20 Artikel 3 23 Wijzigingen in Kaderbesluit 2005/214/JBZ Kaderbesluit 2005/214/wordt als volgt gewijzigd: 1) (geschrapt) 2) artikel 7, lid 2, wordt als volgt gewijzigd: a) g) komt als volgt te luiden: "g) volgens het in artikel 4 bedoelde certificaat de betrokkene, in het geval van een schriftelijke procedure, niet in overeenstemming met het recht van de beslissingsstaat persoonlijk of door toedoen van een naar het nationale recht bevoegde vertegenwoordiger in kennis is gesteld van zijn recht om de zaak te betwisten, alsmede van de termijnen waarbinnen dat rechtsmiddel moet worden aangewend"; De opmerkingen van de delegaties over artikel 2 zijn, waar dat relevant is, van overeenkomstige toepassing op dit artikel 3 en op de artikelen 4, 5 en 6. AT stelde voor dit punt te herformuleren om de tekst af te stemmen op andere wijzigingen van het kaderbesluit. Punt g) luidt dan als volgt: "g) volgens het in artikel 4 bedoelde certificaat de betrokkene, in het geval van een schriftelijke procedure, niet in overeenstemming met het recht van de beslissingsstaat persoonlijk of door toedoen van een zelf gekozen of van overheidswege toegewezen raadsman in kennis is gesteld van zijn recht om de zaak te betwisten, alsmede van de termijnen voor dat rechtsmiddel"; Andere delegaties waren tegen en verklaarden dat het doel van de hele exercitie er niet in bestond de regels in verband met de schriftelijke procedure te wijzigen. 8074/08 wat/sav/mm 20

21 b) de volgende punten worden toegevoegd: i) volgens het in artikel 4 bedoelde certificaat de betrokkene niet in persoon is verschenen op het proces dat tot de beslissing heeft geleid, tenzij in het certificaat is vermeld dat de betrokkene, overeenkomstig nadere in het nationaal recht van de beslissingsstaat bepaalde procedurevoorschriften: i) tijdig - persoonlijk is gedagvaard of anderszins daadwerkelijk officieel in kennis is gesteld van het tijdstip en de plaats van het proces dat tot de beslissing heeft geleid zodanig dat op ondubbelzinnige wijze vaststaat de betrokkene op de hoogte was van het voorgenomen proces; en - ervan in kennis is gesteld dat een beslissing ook kan worden gegeven wanneer hij niet op het proces verschijnt; of (ii) op de hoogte was van het voorgenomen proces, een zelf gekozen of van overheidswege toegewezen raadsman heeft gemachtigd zijn verdediging op het proces te voeren, en op het proces ook werkelijk door die raadsman is verdedigd; 8074/08 wat/sav/mm 21

22 of iii) nadat de beslissing aan hem was betekend en hij uitdrukkelijk was geïnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, waarop hij het recht heeft aanwezig te zijn, waarop de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, en die kan leiden tot herziening van de oorspronkelijke beslissing: - uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij de beslissing niet betwist; of - niet binnen de voorgeschreven termijn verzet of hoger beroep heeft aangetekend; j) volgens het in artikel 4 bedoelde certificaat de betrokkene niet in persoon is verschenen, tenzij het certificaat aangeeft dat hij te kennen heeft gegegeven dat hij de zaak niet betwist 25." 3) artikel 7, lid 3, wordt vervangen door: "3. In de gevallen bedoeld in lid 1 en lid 2, onder c), g), i), en j), raadpleegt de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat, voordat zij besluit een beslissing geheel of gedeeltelijk niet te erkennen of niet ten uitvoer te leggen, de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat, indien nodig met het verzoek onverwijld alle noodzakelijke gegevens te verstrekken." 25 FI wenst dat voor alle kaderbesluiten, bij voorkeur in de artikelen 2, 3, 4, 5en 6, een nieuw punt wordt toegevoegd betreffende de afstand van het recht om in persoon te verschijnen. Vele delegaties kunnen deze uitbreiding niet aanvaarden. Daarom vindt het voorzitterschap dat dit beginsel in het voorliggende kaderbesluit alleen voor het kaderbesluit financiële sancties gehandhaafd moet worden. Het nieuwe punt j), is daarom een loutere bevestiging van wat in artikel 7, punt g), onder ii), van het huidige kaderbesluit financiële sancties staat. Indien de toevoeging wordt goedgekeurd, zal het kaderbesluit overeenkomstig worden gewijzigd. 8074/08 wat/sav/mm 22

23 4) punt h) van de bijlage ("certificaat") wordt punt 3 vervangen door: 3. Gelieve te vermelden of de betrokkene in persoon is verschenen op het proces dat heeft geleid tot de beslissing: 1. Ja, de betrokkene is in persoon verschenen op het proces dat heeft geleid tot de beslissing. 2. Nee, de betrokkene is niet in persoon verschenen op het proces dat heeft geleid tot de beslissing. Indien u nee hebt geantwoord, gelieve te bevestigen dat: 3. Indien u op vraag 2 nee hebt geantwoord, gelieve te vermelden of: 3.1 de betrokkene persoonlijk was gedagvaard of anderszins persoonlijk officieel in kennis was gesteld van het tijdstip en de plaats van het proces dat tot de beslissing heeft geleid zodat op ondubbelzinnige wijze vaststaat dat de betrokkene op de hoogte was van het voorgenomen proces, en ervan in kennis was gesteld dat een beslissing ook kan worden gegeven wanneer hij niet op het proces verschijnt; Tijdstip waarop en plaats waar de betrokkene is gedagvaard of anderszins persoonlijk officieel in kennis is gesteld van de informatie:... Beschrijf hoe de betrokkene op de hoogte is gebracht: OF dat de betrokkene op de hoogte was van het voorgenomen proces, een zelf gekozen of van overheidswege toegewezen raadsman heeft gemachtigd zijn verdediging op het proces te voeren, en op het proces ook werkelijk door die raadsman is verdedigd; Nadere informatie over de wijze waarop aan deze voorwaarde is voldaan: /08 wat/sav/mm 23

24 OF dat 3.3 de betrokkene, nadat hem de beslissing was betekend, uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij die beslissing niet betwist; Beschrijf wanneer en hoe de betrokkene uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij de beslissing niet betwist:... OF dat 3.4 de beslissing aan de betrokkene was betekend op (dag/maand/jaar) en dat de betrokkene het recht had verzet of hoger beroep aan te tekenen in de beslissingsstaat onder de volgende voorwaarden: de betrokkene was uitdrukkelijk geïnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, alsook over zijn recht om bij die procedure aanwezig te zijn; en de betrokkene heeft, nadat hij over dat recht was geïnformeerd, niet binnen de voorgeschreven termijn verzet of hoger beroep aangetekend. 8074/08 wat/sav/mm 24

25 Kaderbesluit 2006/783/wordt als volgt gewijzigd: Artikel 4 Wijzigingen in Kaderbesluit 2006/783/JBZ 1) (geschrapt) 2) in artikel 8, lid 2, wordt punt e) vervangen door: "e) de betrokkene volgens het in artikel 4, lid 2, bedoelde certificaat niet in persoon is verschenen bij de procedure die heeft geleid tot de beslissing tot confiscatie, tenzij het certificaat aangeeft dat de betrokkene, overeenkomstig nadere in het nationaal recht van de beslissingsstaat bepaalde procedurevoorschriften: i) tijdig - persoonlijk is gedagvaard of anderszins persoonlijk daadwerkelijk in kennis is gesteld van het tijdstip en de plaats van bij de procedure die tot de beslissing tot confiscatie heeft geleid zodanig dat op ondubbelzinnige wijze vaststaat de betrokkene op de hoogte was van de voorgenomen procedure; en of - ervan in kennis is gesteld dat zo'n beslissing tot confiscatie ook kan worden gegeven indien hij niet bij de procedure die verschijnt; 8074/08 wat/sav/rv 25

26 ii) op de hoogte was van de voorgenomen procedure, een zelf gekozen of van overheidswege toegewezen raadsman heeft gemachtigd zijn verdediging bij die procedure te voeren, en bij de procedure ook werkelijk door die raadsman is verdedigd; of iii) nadat de beslissing tot confiscatie aan hem was betekend en hij uitdrukkelijk was geïnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep waarbij hij het recht heeft aanwezig te zijn, waarop de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, en die kan leiden tot herziening van de oorspronkelijke beslissing, - uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij de beslissing tot confiscatie niet betwist; of - niet binnen de voorgeschreven termijn verzet of hoger beroep heeft aangetekend." 8074/08 wat/sav/rv 26

27 3) In de bijlage ("certificaat") wordt punt j) vervangen door: j) Gelieve te vermelden of de betrokkene in persoon is verschenen bij de procedure die heeft geleid tot de beslissing tot confiscatie: 1. Ja, de betrokkene is in persoon verschenen bij de procedure die heeft geleid tot de beslissing tot confiscatie. 2. Nee, de betrokkene is niet in persoon verschenen bij de procedure die heeft geleid tot de beslissing tot confiscatie. 3. Indien u op vraag 2 nee hebt geantwoord, gelieve te vermelden of: 3.1 de betrokkene persoonlijk was gedagvaard of anderszins daadwerkelijk officieel in kennis was gesteld van het tijdstip en de plaats van de procedure die tot de beslissing tot confiscatie heeft geleid zodanig dat op ondubbelzinnige wijze vaststaat de betrokkene op de hoogte was van de voorgenomen procedure, en ervan in kennis was gesteld dat de beslissing tot confiscatie ook kan worden gegeven indien hij niet bij de procedure verschijnt; Tijdstip waarop en plaats waar de betrokkene is gedagvaard of anderszins de officiële kennisgeving persoonlijke heeft ontvangen:... Beschrijf hoe de betrokkene op de hoogte is gebracht:... OF dat 3.2 de betrokkene op de hoogte was van de voorgenomen procedure, een zelf gekozen of van overheidswege toegewezen raadsman heeft gemachtigd zijn verdediging bij de procedure te voeren en bij de procedure ook werkelijk door die raadsman is verdedigd; Nadere informatie over de wijze waarop aan deze voorwaarde is voldaan: /08 wat/sav/rv 27

28 OF dat 3.3 de betrokkene, nadat hem de beslissing tot confiscatie was betekend, uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij die beslissing niet betwist; Beschrijf wanneer en hoe de betrokkene uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij de beslissing tot confiscatie niet betwist:... OF dat 3.4 de beslissing tot confiscatie aan de betrokkene is betekend op (dag/maand/jaar) en dat de betrokkene het recht had verzet of hoger beroep aan te tekenen in de beslissingsstaat onder de volgende voorwaarden: de betrokkene was uitdrukkelijk geïnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, alsook over zijn recht om bij die procedure aanwezig te zijn; en heeft, nadat hij over dat recht was geïnformeerd, niet binnen de voorgeschreven termijn verzet of hoger beroep aangetekend. 8074/08 wat/sav/rv 28

29 Artikel 5 Wijzigingen in Kaderbesluit 2008/ /JBZ Kaderbesluit 2008/../JBZ wordt als volgt gewijzigd: 1) (geschrapt) 2) in artikel 9, lid 1, wordt punt f) vervangen door: "f) volgens het in artikel 4 bedoelde certificaat de betrokkene niet in persoon is verschenen op het proces dat tot de beslissing heeft geleid, tenzij in het certificaat is vermeld dat de betrokkene, overeenkomstig nadere in het nationaal recht van de beslissingsstaat bepaalde procedurevoorschriften: i) tijdig - persoonlijk is gedagvaard of anderszins daadwerkelijk officieel in kennis is gesteld van het tijdstip en de plaats van het proces dat tot de beslissing heeft geleid zodanig dat op ondubbelzinnige wijze vaststaat de betrokkene op de hoogte was van het voorgenomen proces; en - ervan in kennis is gesteld dat een beslissing ook kan worden gegeven indien hij niet op het proces verschijnt; of ii) op de hoogte was van het voorgenomen proces, een zelf gekozen of van overheidswege toegewezen raadsman heeft gemachtigd zijn verdediging op het proces te voeren, en op het proces ook werkelijk door die raadsman is verdedigd; 8074/08 wat/sav/rv 29

30 of iii) nadat de beslissing aan hem was betekend en hij uitdrukkelijk was geïnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep waarbij hij het recht heeft aanwezig te zijn, waarop de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, en die kan leiden tot herziening van de oorspronkelijke beslissing: - uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij de beslissing niet betwist; of - niet binnen de voorgeschreven termijn om verzet of hoger beroep heeft aangetekend;" 3) in punt k) van de bijlage ("certificaat") wordt punt 1 vervangen door: 1. Gelieve te vermelden of de betrokkene in persoon is verschenen op het proces dat heeft geleid tot de beslissing: 1. Ja, de betrokkene is in persoon verschenen op het proces dat heeft geleid tot de beslissing. 2. Nee, de betrokkene is niet in persoon verschenen op het proces dat heeft geleid tot de beslissing. 3. Indien u op vraag 2 nee hebt geantwoord, gelieve te vermelden of: 3.1de betrokkene persoonlijk was gedagvaard of anderszins daadwerkelijk officieel in kennis was gesteld van het tijdstip en de plaats van het proces dat tot de beslissing heeft geleid zodat op ondubbelzinnige wijze vaststaat dat de betrokkene op de hoogte was van het voorgenomen proces, en ervan in kennis was gesteld dat een beslissing ook kan worden gegeven wanneer hij niet op het proces verschijnt; Tijdstip waarop en plaats waar de betrokkene is gedagvaard of anderszins persoonlijk officieel in kennis is gesteld van de informatie:... Beschrijf hoe de betrokkene op de hoogte is gebracht: /08 wat/sav/rv 30

31 OF dat 3.2 de betrokkene op de hoogte was van het voorgenomen proces, een zelf gekozen of van overheidswege toegewezen raadsman heeft gemachtigd zijn verdediging op het proces te voeren, en op het proces ook werkelijk door die raadsman is verdedigd; Nadere informatie over de wijze waarop aan deze voorwaarde is voldaan:... of dat 3.3 de betrokkene, nadat hem de beslissing was betekend, uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij die beslissing niet betwist; Beschrijf wanneer en hoe de betrokkene uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij de beslissing niet betwist:... OF dat 3.4 de beslissing aan de betrokkene was betekend op (dag/maand/jaar) en dat hij recht had in de beslissingsstaat verzet of hoger beroep aan te tekenen onder de volgende voorwaarden: de betrokkene was uitdrukkelijk geïnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, alsook over zijn recht om bij die procedure aanwezig te zijn; en de betrokkene heeft, nadat hij over dat recht was geïnformeerd, niet binnen de voorgeschreven termijn verzet of hoger beroep aangetekend. " 8074/08 wat/sav/rv 31

32 Artikel 6 Wijzigingen in Kaderbesluit 2008/ /JBZ Kaderbesluit 2008/../JBZ wordt als volgt gewijzigd: 1) in artikel [9, lid 1,] wordt punt h) vervangen door: "h) volgens het in artikel [6 bis] bedoelde certificaat de betrokkene niet in persoon is verschenen op het proces dat tot de beslissing heeft geleid, tenzij in het certificaat is vermeld dat de betrokkene, overeenkomstig nadere in het nationaal recht van de beslissingsstaat bepaalde procedurevoorschriften: i) tijdig - persoonlijk is gedagvaard of anderszins daadwerkelijk officieel in kennis is gesteld van het tijdstip en de plaats van het proces dat tot de beslissing heeft geleid zodanig dat op ondubbelzinnige wijze vaststaat de betrokkene op de hoogte was van het voorgenomen proces; en - ervan in kennis is gesteld dat een beslissing ook kan worden gegeven wanneer hij niet op het proces verschijnt; of ii) op de hoogte was van het voorgenomen proces, een zelf gekozen of van overheidswege toegewezen raadsman heeft gemachtigd zijn verdediging op het proces te voeren, en op het proces ook werkelijk door die raadsman is verdedigd; 8074/08 wat/sav/rv 32

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 INITIATIEF van: de Sloveense, de Franse, de Tsjechische, de Zweedse, de Slowaakse, de Britse en de Duitse delegatie d.d.:

Nadere informatie

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG L 81/24 Publicatieblad van de Europese Unie 27.3.2009 III (Besluiten op grond van het EU-Verdrag) BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG KADERBESLUIT 2009/299/JBZ VAN DE RAAD van 26 februari

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 188 Wijziging van de Overleveringswet, de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties 2008 en het Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 januari 2008 (06.02) (OR. en) 5213/08 ADD 1 COPEN 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 januari 2008 (06.02) (OR. en) 5213/08 ADD 1 COPEN 4 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 januari 2008 (06.02) (OR. en) 5213/08 ADD 1 COPEN 4 INITIATIEF - ADDENDUM van: de Sloveense, de Franse, de Tsjechische, de Zweedse, de Slowaakse, de Britse en de Duitse

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0399 (COD) 6932/18 LIMITE NOTA I/A-PUNT van: aan: het voorzitterschap INST 96 JUR 109 CODEC 343 JUSTCIV

Nadere informatie

Het Europees Parlement is verzocht advies over het voorstel uit te brengen.

Het Europees Parlement is verzocht advies over het voorstel uit te brengen. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 april 2006 (2.04) (OR. en) PUBLIC 8426/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0805 (CNS) LIMITE COPEN 42 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, september 2007 (2.09) (OR. en) 2494//07 REV COPEN 23 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36/het COREPER/de Raad nr. vorig doc.: 257/07 COPEN 7 Betreft:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 188 Wijziging van de Overleveringswet, de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties 2008 en het Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2 Raad van de Europese Unie Brussel, 21 mei 2019 (OR. en) 9116/19 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JAI 490 COPEN 200 CYBER 153 DROIPEN 79 JAIEX 75 ENFOPOL 229 DAPIX 177 EJUSTICE 63 MI

Nadere informatie

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1.

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, december 004 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 004/038 (CNS) 58//04 REV LIMITE COPEN 44 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 374/04 COPEN 8

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 22 januari 2010 (OR. en) 2010/0801 (COD) PE-CONS 1/10 DROIPEN 6 COPEN 22 CODEC 41 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Initiatief voor

Nadere informatie

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 juli 2004 (23.07) (OR. en) 0369//04 REV PUBLIC LIMITE DROIPEN 24 NOTA van: het voormalige Ierse voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig

Nadere informatie

13538/14 cle/rts/sv 1 DG D 2B

13538/14 cle/rts/sv 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 30 september 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0407 (COD) 13538/14 DROIPEN 112 COPEN 230 CODEC 1868 NOTA van: aan: het voorzitterschap het Comité van permanente

Nadere informatie

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74 eil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE PUBLIC Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74 OTA van: aan: nr. Comv.: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 400 Besluit van 4 september 2012, houdende regels ter uitvoering van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en

Nadere informatie

Voor de delegaties gaat hierbij de geconsolideerde versie van het modelformulier voor een Europees aanhoudingsbevel.

Voor de delegaties gaat hierbij de geconsolideerde versie van het modelformulier voor een Europees aanhoudingsbevel. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 27 juli 2011 (28.07) (OR. en) 13297/11 COPE 189 EUROJUST 116 EJ 95 OTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal de delegaties Kaderbesluit 2009/299/JBZ van de Raad

Nadere informatie

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125 Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (E) XT 21106/18 BXT 125 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 17 november 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0409 (COD) 15490/14 NOTA van: aan: het voorzitterschap Raad DROIPEN 129 COPEN 278 CODEC 2241 Nr. Comdoc.:

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2011/0444 (E) 12103/15 JUSTCIV 202 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD waarbij

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 APRIL 2015 P.14.0337.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0337.N V K, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jorgen Van Laer, advocaat bij de balie te Antwerpen, met kantoor te 2018 Antwerpen,

Nadere informatie

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG L 348/130 Publicatieblad van de Europese Unie 24.12.2008 III (Besluiten op grond van het EU-Verdrag) BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG BESLUIT 2008/976/JBZ VAN DE RAAD van 16 december

Nadere informatie

15730/14 ver/ons/hw 1 DG D 2C

15730/14 ver/ons/hw 1 DG D 2C Raad van de Europese Unie Brussel, 25 november 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0010 (COD) 15730/14 DATAPROTECT 173 JAI 903 DAPIX 177 FREMP 213 COMIX 622 CODEC 2289 NOTA van: aan: Betreft:

Nadere informatie

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING Publicatieblad van de Europese Unie L 112 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 62e jaargang 26 april 2019 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Nadere informatie

5307/10 VP/mm DG H 2 B

5307/10 VP/mm DG H 2 B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 februari 2010 (OR. en) 5307/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0192 (E) JAI 36 COPEN 8 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2010 (01.06) (OR. en) 8436/2/10 REV 2 COPEN 95 EJN 8 EUROJUST 42 NOTA

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2010 (01.06) (OR. en) 8436/2/10 REV 2 COPEN 95 EJN 8 EUROJUST 42 NOTA RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 mei 2010 (01.06) (OR. en) 8436/2/10 REV 2 COPEN 95 EJN 8 EUROJUST 42 NOTA van: aan: nr. vorig doc.: Betreft: het voorzitterschap het Coreper / de Raad 7361/10 COPEN

Nadere informatie

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel netwerk

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel netwerk RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2008 (OR. en) 14914/08 COPEN 199 EUROJUST 87 EJN 65 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel

Nadere informatie

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2 Raad van de Europese Unie Brussel, 21 mei 2019 (OR. en) 9114/19 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JAI 489 COPEN 199 CYBER 152 DROIPEN 78 JAIEX 74 ENFOPOL 228 DAPIX 176 EJUSTICE 62 MI

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 NOTA van: aan: Betreft: het Voorzitterschap het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel initiatief

Nadere informatie

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom INHOUD Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867)... 14 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen... 15 Uitleveringswet 15 maart 1874... 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van

Nadere informatie

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS)

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS) Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 september 200 (26.09) (OR. fr) PUBLIC 642/0 Interinstitutioneel dossier: 200/009 (CNS) LIMITE JUSTCIV NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 188 Wijziging van de Overleveringswet, de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties 2008 en het Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.1.2017 COM(2017) 17 final 2017/0011 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot het

Nadere informatie

A8-0165/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

A8-0165/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 28.9.2016 A8-0165/ 001-045 AMENDEMENTEN 001-045 ingediend door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken Verslag Dennis de Jong A8-0165/2015 Rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden

Nadere informatie

2. Het Europees Parlement heeft op 12 juni 2001 advies over het voorstel uitgebracht. 2

2. Het Europees Parlement heeft op 12 juni 2001 advies over het voorstel uitgebracht. 2 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 juli 2002 (15.07) (OR. en) 10158/02 LIMITE PUBLIC DROIPEN 41 MIGR 58 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat aan: het Coreper/de Raad nr. vorig doc.: 9576/02

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.8.2010 COM(2010) 428 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD op grond van artikel 22 van Kaderbesluit 2006/783/JBZ van de Raad

Nadere informatie

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2],

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2], ECLI:NL:RBAMS:2013:3850 Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER Parketnummer: 13/737331-13 RK nummer: 13/2646 Datum uitspraak: 28 juni 2013 UITSPRAAK op de vordering ex artikel 23

Nadere informatie

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 16 maart 2017 (OR. en) 7079/17 ENFOPOL 116 JAI 225 NOTA van: aan: het voorzitterschap de delegaties nr. vorig doc.: 7078/17 Betreft: Ontwerpuitvoeringsbesluit (EU) 2017/

Nadere informatie

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD)

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD) Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD) PUBLIC 8082/1/06 REV 1 LIMITE SIRIS 72 SCHENGEN 32 CODEC 311 COMIX 339 NOTA

Nadere informatie

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND, AANVULLENDE OVEREENKOMST TUSSEN TEN EERSTE, DE EUROPESE UNIE EN HAAR LIDSTATEN, TEN TWEEDE, IJSLAND, EN TEN DERDE, HET KONINKRIJK NOORWEGEN, BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST INZAKE LUCHTVERVOER

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) PUBLIC ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de

Nadere informatie

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867) 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen 16 Uitleveringswet 15 maart 1874 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN 26.10.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 280/1 I (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2010/64/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 oktober 2010 betreffende het recht op vertolking

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2003 (03.09) (OR. en) 12057/03. Interinstitutioneel dossier 1996/0198 (CNS) 1996/0190 (CNS)

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2003 (03.09) (OR. en) 12057/03. Interinstitutioneel dossier 1996/0198 (CNS) 1996/0190 (CNS) Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 september 2003 (03.09) (OR. en) Interinstitutioneel dossier 1996/0198 (CNS) 1996/0190 (CNS) PUBLIC 12057/03 LIMITE PI 74 VERSLAG van: het voorzitterschap

Nadere informatie

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B Raad van de Europese Unie Brussel, 23 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0279 (COD) 7566/17 PI 33 CODEC 463 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 mei 2006 (15.05) (OR. en) 9133/06 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2005/0153 (CNS) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 mei 2006 (15.05) (OR. en) 9133/06 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2005/0153 (CNS) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 0 mei 2006 (5.05) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2005/053 (CNS) 933/06 ADD 2 PUBLIC LIMITE AGRILEG 76 AGRIFIN 35 ADDENDUM BIJ HET VERSLAG van: de Groep

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.12.2006 COM(2006) 909 definitief 2006/0282 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22 INFORMATIEVE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Coreper/de Raad nr.vorig doc.: 11093/04 JUSTCIV 101 Betreft:

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2005 (08.06) (OR. fr) 9506/05 LIMITE CAB 19 JUR 221

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2005 (08.06) (OR. fr) 9506/05 LIMITE CAB 19 JUR 221 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 mei 2005 (08.06) (OR. fr) PUBLIC 9506/05 LIMITE CAB 19 JUR 221 INLEIDENDE NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 juli 999 (07.09) (OR. en) 0456/99 LIMITE DROIPEN 5 RESULTAAT BESPREKINGEN van : de Groep Materieel Strafrecht d.d. : 9 juli 999 nr. vorig doc. : 9966/99 DROIPEN 4

Nadere informatie

15837/14 mak/gar/fb 1 DG D 2B

15837/14 mak/gar/fb 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0407 (COD) 15837/14 DROIPEN 142 COPEN 297 CODEC 2316 NOTA van: aan: het voorzitterschap Raad Nr. Comdoc.:

Nadere informatie

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 16 februari 2015 (OR. en) 6074/15 Interinstitutioneel dossier: 2014/0258 (NLE) SOC 55 EMPL 21 MIGR 5 JAI 78 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0173 (E) 12328/16 JUSTCIV 239 COREE 8 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 10 december 2002 (12.12) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 15171/02 LIMITE ELARG 405 CAB 22

PUBLIC. Brussel, 10 december 2002 (12.12) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 15171/02 LIMITE ELARG 405 CAB 22 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 december 2002 (12.12) (OR. en) 15171/02 LIMITE PUBLIC ELARG 405 CAB 22 NOTA I/A-PUNT van: de Groep uitbreiding aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers/de

Nadere informatie

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG L 328/42 Publicatieblad van de Europese Unie 15.12.2009 III (Besluiten op grond van het EU-Verdrag) BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG KADERBESLUIT 2009/948/JBZ VAN DE RAAD van 30 november

Nadere informatie

14899/09 HD/mm DG H 2 A

14899/09 HD/mm DG H 2 A RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2009 (OR. en) 14899/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0034 (CNS) JUSTCIV 215 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD tot

Nadere informatie

Prüm Verdrag 27 mei 2005 tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom

Prüm Verdrag 27 mei 2005 tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Inhoudstafel Nationaal Strafwetboek (extracten)... 15 Artikelen 6-14 V.T. Wetboek van Strafvordering (extract)... 17 Wetboek van Strafvordering (extracten)... 23 Artikelen 11 en 873 Gerechtelijk Wetboek

Nadere informatie

Het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité hebben respectievelijk op 20 april 1994 en op 30 juni 1993 advies uitgebracht.

Het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité hebben respectievelijk op 20 april 1994 en op 30 juni 1993 advies uitgebracht. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 9 november 2004 (16.11) (OR. en) PUBLIC 14287/04 Interinstitutioneel dossier: 1992/0449/B (COD) LIMITE SOC 523 CODEC 1208 VERSLAG van: de Groep sociale vraagstukken

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (NLE) JAI 35 COPEN 7

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (NLE) JAI 35 COPEN 7 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (E) JAI 35 COPEN 7 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

Nationaal... 13 Benelux... 89 Prüm... 115 Europese Unie... 133

Nationaal... 13 Benelux... 89 Prüm... 115 Europese Unie... 133 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867)... 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen... 16 Uitleveringswet 15 maart 1874... 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek

Nadere informatie

NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 7.3.2001 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 75/3 Initiatief van de regeringen van de Franse Republiek, het Koninkrijk Zweden en het Koninkrijk België met het oog op de aanneming door de

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 juni 2003 (17.06) (OR. fr) 10445/03. Interinstitutioneel dossier 1996/0198 (CNS) 1996/0190 (CNS) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 juni 2003 (17.06) (OR. fr) 10445/03. Interinstitutioneel dossier 1996/0198 (CNS) 1996/0190 (CNS) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juni 2003 (17.06) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier 1996/0198 (CNS) 1996/0190 (CNS) PUBLIC 10445/03 LIMITE PI 56 VERSLAG van: het voorzitterschap aan:

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 9 juli 2004 (4.07) (OR. en) PUBLIC 09/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/00 (COD) LIMITE JUSTCIV 99 COMPET 3 SOC 337 CODEC 874 OTA van: het voorzitterschap

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 juni 2009 (24.06) (OR. en) 10964/09 JAI 391 E FOPOL 170

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 juni 2009 (24.06) (OR. en) 10964/09 JAI 391 E FOPOL 170 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 16 juni 2009 (24.06) (OR. en) 10964/09 JAI 391 E FOPOL 170 I ITIATIEF van: Betreft: de Zweedse en de Spaanse delegatie Initiatief van het Koninkrijk Zweden en het Koninkrijk

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0127 (E) 8505/16 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JAI 337 USA 21 DATAPROTECT 41 RELEX 330 BESLUIT

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2004 (29.11) (OR. en) 14504/1/04 REV 1 LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2004 (29.11) (OR. en) 14504/1/04 REV 1 LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 november 2004 (29.11) (OR. en) PUBLIC 14504/1/04 REV 1 LIMITE NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de Raad - het gemengd comité Nr. vorig doc.

Nadere informatie

14969/1/03 REV 1 huy/yen/rl 1 DG H I

14969/1/03 REV 1 huy/yen/rl 1 DG H I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2003 (25.11) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2003/0217 (CNS) 2003/0218 (CNS) 14969/1/03 REV 1 LIMITE VISA 191 COMIX 701 NOTA van: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE PUBLIC Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE AGRILEG 144 CODEC 1043 NOTA I-PUNT van: aan: nr. Comv.:

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0406 (CNS) 7120/17 LIMITE PUBLIC FISC 62 ECOFIN 188 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0102 (CNS) 8333/16 LIMITE PUBLIC FISC 59 ECOFIN 326 NOTA van: aan: het voorzitterschap het Comité

Nadere informatie

13585/17 WST/sht/bb DGD 2

13585/17 WST/sht/bb DGD 2 Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0149 (E) 13585/17 JUSTCIV 249 SM 7 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

OTA het voorzitterschap de delegaties Routekaart voor een betere bescherming van verdachten en beklaagden in strafprocedures

OTA het voorzitterschap de delegaties Routekaart voor een betere bescherming van verdachten en beklaagden in strafprocedures RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 1 juli 2009 (03.07) (OR. en) 11457/09 DROIPE 53 COPE 120 OTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de delegaties Routekaart voor een betere bescherming van verdachten

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0168 (E) 12327/16 JUSTCIV 238 COLAC 69 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 september 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 september 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 29 september 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0277 (NLE) 13680/14 VOORSTEL van: ingekomen: 26 september 2014 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: PROAPP 17 JAI 714

Nadere informatie

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000), P5_TA(2002)0430 Europees netwerk voor justitiële opleiding * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van de Franse Republiek met het oog op de aanneming van het besluit van de

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 april 2009 (OR. en) 2008/0122 (COD) PE-CONS 3735/08 JUSTCIV 269 JURINFO 90 CODEC 1904 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING

Nadere informatie

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.11.2015 COM(2015) 575 final 2006/0036 (CNS) Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting van de Multilaterale Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

8658/15 dui/pw/mt 1 DG D 2B

8658/15 dui/pw/mt 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 8 mei 2015 (OR. en) 8658/15 COPEN 115 EUROJUST 93 EJN 42 NOTA van: d.d.: 14 april 2015 aan: Betreft: Mevrouw Anne Vibe Bengtsen, attaché Juridische Zaken, Permanente

Nadere informatie

16907/06 dau/lep/ls 1 DG H 2B

16907/06 dau/lep/ls 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 18 december 2006 (09.01) (OR. en,ro) 16907/06 COPEN 134 EJN 33 EUROJUST 56 NOTA van: aan: Betreft: de Roemeense delegatie de delegaties Uitvoering van het Kaderbesluit

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 605 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging tot opening van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en

Nadere informatie

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 april 2007 (24.04) (OR. fr) 8353/07 LIMITE ENFOPOL 64

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 april 2007 (24.04) (OR. fr) 8353/07 LIMITE ENFOPOL 64 Conseil UE RAAD VAN DE DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 april 2007 (24.04) (OR. fr) 8353/07 PUBLIC LIMITE ENFOPOL 64 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig doc.: 10543/06 ENFOPOL

Nadere informatie

b) de mogelijkheden tot fraude te beperken (model in de vorm van een plastic kaart);

b) de mogelijkheden tot fraude te beperken (model in de vorm van een plastic kaart); Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 maart 2006 (14.03) (OR. en) 7192/06 Interinstitutioneel dossier: 2003/0252 (COD) LIMITE PUBLIC TRANS 63 CODEC 233 VERSLAG van: het voorzitterschap aan:

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0169 (E) 12326/16 JUSTCIV 237 COEST 226 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 februari 2002 (18.02) (OR. fr) 6249/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 februari 2002 (18.02) (OR. fr) 6249/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 februari 2002 (18.02) (OR. fr) 6249/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE DROIPEN 9 CORDROGUE 19 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2017 COM(2017) 830 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanvulling van het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 waarbij machtiging wordt verleend tot het

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) PUBLIC 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE

Nadere informatie

OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN

OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN DE A. Brief van de Bondsrepubliek Duitsland Mijnheer, Ik heb de eer te verwijzen naar de teksten

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0150 (E) 13586/17 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JUSTCIV 250 COLAC 110 ACP 118 ISL 39

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Coreper/de Raad Resultaten van de Diplomatieke Conferentie te Den

Nadere informatie

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2019 (OR. en) XT 21105/1/18 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2018/0427 (NLE) BXT 124

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2019 (OR. en) XT 21105/1/18 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2018/0427 (NLE) BXT 124 Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2019 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0427 (E) XT 21105/1/18 REV 1 BXT 124 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0153 (E) 13587/17 JUSTCIV 251 COLAC 111 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 BEGELEIDENDE NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper (2e deel) nr. vorig doc.: 14497/04 JAI 441 ASIM

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 30 699 Implementatie van het kaderbesluit nr. 2005/214/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 24 februari 2005 inzake de toepassing van het beginsel

Nadere informatie

De tekst zoals die er nu uitziet, staat in document 12932/99 CONSOM 70 ECOFIN 238 CODEC 684.

De tekst zoals die er nu uitziet, staat in document 12932/99 CONSOM 70 ECOFIN 238 CODEC 684. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 november 1999 (21.12) (OR. en) 12931/99 Interinstitutioneel dossier: 98/0245 (COD) LIMITE CONSOM 69 ECOFIN 237 CODEC 683 INLEIDENDE NOTA van: het secretariaat-generaal

Nadere informatie