Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek"

Transcriptie

1 C Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek Resultaten van een onderzoek naar structuurkenmerken, kosten, opbrengsten en productie van huisartsenlaboratoria in 2008 en 2009 Uitgebracht aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) Utrecht, mei 2011 H.H. Huizendveld RA (ConQuaestor) B.C. Jurling RA (Significant) L.G.M. Koster MSc (Significant) Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

2 Inhoud VOORWOORD... 5 MANAGEMENTSAMENVATTING... 7 DOELSTELLINGEN VAN HET ONDERZOEK... 7 ONDERZOEKSVERANTWOORDING... 8 REPRESENTATIEF BEELD VAN DE ONDERZOEKSPOPULATIE... 9 KOSTENTOEREKENING NAAR ZORGPRESTATIES... 9 OVER- EN ONDERDEKKING PER PRODUCTGROEP SCENARIO S ONDERZOEK BIJ ZIEKENHUISLABORATORIA INLEIDING ACHTERGROND EN AANLEIDING DOELSTELLINGEN VAN HET ONDERZOEK ONDERZOEKSVERANTWOORDING Zeer kleine maar representatieve onderzoekspopulatie Vijf centra in de onderzoekspopulatie hebben de laboratoriumonderzoeken uitbesteed Niet alle eerstelijns diagnostische verrichtingen vallen binnen de scope van het onderzoek Kapitaallasten zijn buiten beschouwing gelaten Brutomarge betekent verschil tussen werkelijke kosten en aanvaardbare kosten Geen correctie op ordertarieven voor te verrekenen bedragen en vermogensopbouw Analyse en resultaten op het niveau van productgroepen Geen zuivere toerekening naar thuisafnamen Bij buiten-wmg-productie kosten gecorrigeerd voor de buiten-wmg-opbrengsten minus de marge die erop wordt gemaakt Het jaar 2009 als uitgangspunt genomen RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK ONDER EERSTELIJNS DIAGNOSTISCHE CENTRA EERSTELIJNS DIAGNOSTISCHE CENTRA IN NEDERLAND KOSTENTOEREKENING NAAR ZORGPRESTATIES OVERZICHT TOTALE KOSTEN EN OPBRENGSTEN PER ZORGPRESTATIE OVER- EN ONDERDEKKING PER ZORGPRESTATIE WMG-orders Analyses en onderzoeken CONCLUSIES SCENARIOANALYSE SCENARIO S RESULTATEN SCENARIOANALYSE Effecten tariefaanpassing klinisch chemische laboratoriumonderzoeken Effecten tariefaanpassing beeldvormende diagnostiek Effecten tariefaanpassing medisch-specialistische diagnostiek Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

3 3.3 CONCLUSIES ONDERZOEK BIJ ZIEKENHUISLABORATORIA BIJLAGE A: ONDERZOEKSOPZET A1 DE ONDERZOEKSPOPULATIE A1.1 Definitie van de onderzoekspopulatie A1.2 Omvang van de gehele populatie in Nederland en omvang van de onderzoekspopulatie A2 ONDERZOEKSVARIABELEN A2.1 Structuurkenmerken A2.2 Productie A2.3 Opbrengsten A2.4 Kosten A3 GEGEVENSVERZAMELING A3.1 Vragenlijst en gegevensonderzoek A4 GEGEVENSVERWERKING EN -ANALYSE A4.1 Gegevensverwerking A4.2 Gegevensanalyse BIJLAGE B: BEELD VAN DE ONDERZOEKSPOPULATIE B1 SPREIDING VAN EERSTELIJNS DIAGNOSTISCHE CENTRA OVER NEDERLAND B2 OMVANG VAN DE EERSTELIJNS DIAGNOSTISCHE CENTRA B2.1 Omvang van de opbrengsten B2.2 Productie: aantal orders B2.3 Productie: totaalaantal analyses B2.4 Productie: aantal analyses per order B2.5 Aantal vestigingen B2.6 Aantal fte werkzaam in eerstelijns diagnostisch centrum B3 NEVENACTIVITEITEN (TROMBOSEDIENSTEN) B4 OMGEVINGSFACTOREN B4.1 Aantal inwoners woonachtig in het verzorgingsgebied van het laboratorium B4.2 Mate van stedelijkheid van het verzorgingsgebied BIJLAGE C: AANVULLENDE RESULTATEN C1. PRODUCTIE C2. OPBRENGSTEN C3. KOSTENCOMPONENTEN C3.1 Totale kosten WMG C3.2 Personeelskosten C3.3 Materiële kosten C3.4 Huisvestingskosten C3.5 Rentekosten C3.6 Certificeringskosten BIJLAGE D: INFORMATIEVERZOEK EN VRAGENLIJST Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

4 BIJLAGE E: ONDERZOEKSTEAM BIJLAGE F: KLANKBORDGROEP Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

5 C Voorwoord Dit rapport bevat de resultaten van het kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek over 2008 en 2009, zoals dat in de periode september mei 2011 is uitgevoerd door ConQuaestor B.V. (eindverantwoordelijkheid) en Significant B.V., in opdracht van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Het onderzoek richt zich op het in kaart brengen van de structuurkenmerken, de kosten, de opbrengsten en productieomvang van huisartsenlaboratoria met als doel de NZa informatie te geven, om de tarieven van de belangrijkste eerstelijns diagnostische verrichtingen te kunnen onderbouwen en herijken. Aanvullend op de feitelijke gegevensverzameling zijn in het onderzoek kosten toegerekend naar de verschillende zorgprestaties om inzicht te krijgen in de mate waarin de huidige tariefstelling over- of onderdekking biedt op de kosten per zorgprestatie. Het onderzoek beperkt zich tot de huisartsenlaboratoria, maar aanvullend zijn enkele ziekenhuizen in kwalitatieve zin betrokken. Dit onderzoek is mogelijk geweest door de medewerking van de eerstelijns diagnostische centra en de vijf ziekenhuizen, in het bijzonder de drie pilotinstellingen die in de eerste fase zeer intensief betrokken zijn geweest. De medewerking van de centra is vrijwel zonder uitzondering uitstekend geweest. Wij danken de betreffende personen en organisaties voor hun bereidwilligheid. Wij hebben ook de kritische input van de leden van de klankbordgroep als zeer bruikbaar ervaren. Ten slotte danken wij de opdrachtgever voor de begeleiding van dit onderzoek. Namens het onderzoeksteam, H.H. (Henk) Huizendveld RA (ConQuaestor) B.C. (Bas) Jurling RA (Significant) L.G.M. (Loes) Koster MSc (Significant) Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

6

7 C Managementsamenvatting Doelstellingen van het onderzoek In Nederland wordt in 23 zelfstandige huisartsenlaboratoria onderzoek gedaan bij patiënten op verzoek van huisartsen, zonder tussenkomst van de medisch-specialist in de tweedelijn. Dit betreft grotendeels laboratoriumonderzoek, maar ook functieonderzoeken. Daarnaast wordt dergelijk onderzoek ook in bijna alle ziekenhuizen uitgevoerd. De tarieven en beleidsregelwaarden voor de eerstelijnsdiagnostiek zijn sinds 1996 niet herijkt. Sinds die tijd zijn de volumes van de onderzoeken gestegen, terwijl de kosten door efficiëntere werkwijzen relatief minder toegenomen zijn. De beleidsregelwaarden zijn door deze ontwikkelingen mogelijk niet meer actueel. Dit vormt de aanleiding om een kostenonderzoek voor de eerstelijnsdiagnostiek uit te voeren. Het doel van het onderzoek is om de structuurkenmerken, kosten, opbrengsten en productie van eerstelijnsdiagnostiek over de jaren 2008 en 2009 in kaart te brengen. Dit geeft de NZa informatie om de tarieven (en beleidsregelwaarden) van eerstelijnsdiagnostiek desgewenst te kunnen onderbouwen en herijken. Het kostenonderzoek kan de opmaat vormen voor een tariefherijking, en mogelijk, op langere termijn, een aangepaste bekostigingssystematiek: van aanbodgerichte bekostiging naar functionele bekostiging. De opdrachtgever heeft aangegeven welke focus en afbakening voor het kostenonderzoek bepaald is 1 : De focus van het onderzoek ligt op de klinisch chemische onderzoeken en de (in termen van kostenomvang) belangrijkste functieonderzoeken die door de huisartsenlaboratoria worden geleverd; Het onderzoek wordt voornamelijk bij huisartsenlaboratoria uitgevoerd. Daarnaast dienen ook enkele ziekenhuizen in het onderzoek te worden betrokken. De opdracht omvat drie aspecten: 1. Voer een dataverzameling en -analyse uit; 2. Doe voorstellen voor een kostentoerekeningsmodel; 3. Lever een rapportage en databestand op. Tevens is in overleg met de opdrachtgever besloten dat scenarioanalyses uitgevoerd worden om inzicht te geven in de effecten van mogelijke tariefaanpassingen. De voorliggende rapportage vormt het resultaat van de onderdelen 1 en 3. Onder de paragraaf Kostentoerekening naar zorgprestaties wordt nader ingegaan op het tweede aspect van de opdracht. 1 Verwezen wordt naar de brief van de NZa aan het ministerie van VWS d.d. 3 juni 2010, (kenmerk 10D ) Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

8 Onderzoeksverantwoording Bij de interpretatie van de resultaten zijn de onderstaande aspecten van de opzet van het onderzoek van belang. Ondanks een aantal geplaatste kanttekeningen geeft het onderzoek een goed representatief beeld van eerstelijns diagnostiek bij eerstelijns diagnostische centra, zoals ook in de eerste bullet is toegelicht. De onderzoekspopulatie is zeer klein (veertien huisartsenlaboratoria), maar representatief. De onderzoekspopulatie omvat meer dan de helft van de totale populatie van huisartsenlaboratoria in Nederland en geeft een representatief beeld van de werkelijke structuurkenmerken, productie, kosten en opbrengsten van alle huisartsenlaboratoria in Nederland. De uitgevallen uitbestedende centra zijn namelijk zeer klein van omvang, en van de overige uitgevallen centra is het niet aannemelijk dat ze een afwijkende organisatiestructuur kennen. Ten aanzien van de totale eerstelijns diagnostiek in Nederland is de representativiteit van het onderzoek beperkter, aangezien niet de gehele eerstelijns diagnostiek binnen de scope van het onderzoek valt (zie paragraaf ) en ziekenhuizen mogelijk een afwijkende productmix hebben ten opzichte van de huisartsenlaboratoria (zie hoofdstuk 4). Vijf centra in de onderzoekspopulatie hebben de laboratoriumonderzoeken uitbesteed, meestal aan een ziekenhuislaboratorium. Ondanks dat deze centra een wat andere bedrijfsvoering kennen, zijn zij wel meegenomen in de analyses, om de populatie niet verder te beperken; Niet alle eerstelijns diagnostische verrichtingen vallen binnen de scope van het onderzoek. Het onderzoek beperkt zich op verzoek van de opdrachtgever tot klinisch chemische onderzoeken, microbiologische onderzoeken en de in termen van productieomvang meest belangrijke beeldvormende en medisch-specialistische diagnostiek die door huisartsenlaboratoria worden uitgevoerd. Dit betekent dat bijvoorbeeld pathologie, M&I-modules, nucleaire geneeskunde, röntgenonderzoek, MRI en CT-scans buiten de scope van het onderzoek vallen en opgenomen zijn onder de categorie overig ; Conform de NZa-beleidsregel 2 zijn kapitaallasten buiten beschouwing gelaten in de toerekening van kosten aan verschillende zorgprestaties; Als in de rapportage wordt gesproken over brutomarge, dan wordt bedoeld het verschil tussen de werkelijke kosten en de (maximaal) aanvaardbare kosten (beleidsregelwaarde) van de zorgprestatie. Wat betreft de orders betekent dit dat de kosten per order vergeleken zijn met een vast ordertarief, het maximale ordertarief volgens de Tarieflijst Instellingen (beleidsregel CI-1044 voor 2008 en CI-1094 voor 2009). De werkelijke kosten zijn in het onderzoek aangesloten op de financiële administratie/jaarrekening van de huisartsenlaboratoria; Er heeft geen correctie op de ordertarieven (sluittarieven) plaatsgevonden voor te verrekenen bedragen uit voorgaande jaren en eventuele vermogensopbouw. De gegevens over de orderopbrengsten kennen hierdoor enige vervuiling, maar de gevolgen hiervan zijn gering, omdat bij de berekening van de brutomarge de toegerekende kosten vergeleken worden met de maximaal aanvaardbare kosten en niet met het sluittarief; Analyse en resultaten zijn uitgevoerd en weergegeven op het niveau van productgroepen. Toerekening van kosten naar onderliggende individuele zorgprestaties bleek niet of slecht mogelijk bij een deel van de onderzoekspopulatie, waardoor gegevens op individuele zorgprestaties niet betrouwbaar zijn; 2 Beleidsregel BR/CU-2014 Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

9 Een aantal centra bleek tijdens de diepteonderzoeken niet in staat om een zuivere toerekening naar thuisafnamen te maken, waardoor de kosten per thuisafname niet betrouwbaar zijn. Om die reden zijn de kosten en opbrengsten van thuisafnamen opgenomen in de totale kosten en opbrengsten van orders en niet afzonderlijk geanalyseerd; Als sprake is van buiten-wmg-productie in de stichting, zijn de kosten gecorrigeerd voor de buiten- WMG-opbrengsten minus de marge die erop wordt gemaakt; Het jaar 2009 is als uitgangspunt genomen, omdat dit het meest recente jaar is waarover gegevens beschikbaar zijn. Relevante ontwikkelingen die na de onderzoeksperiode ( ) hebben plaatsgevonden, vallen buiten de reikwijdte van dit onderzoek. Om trends te kunnen signaleren zouden meer longitudinale data nodig moeten zijn. Beeld van de onderzoekspopulatie Het belangrijkste kenmerk van de onderzoekspopulatie is dat deze een grote variëteit kent wat betreft omvang, structuurkenmerken en productmix. In totaal is er door de huisartsenlaboratoria in de onderzoekspopulatie in ,8 miljoen euro aan opbrengsten gegenereerd uit WMG-zorgprestaties. In 2009 zijn er door de centra in totaal 3,6 miljoen afnamen gedaan en 26,3 miljoen analyses uitgevoerd. Klinisch chemische onderzoeken maken het grootste aandeel van de productie uit (bijna 60%). Kostentoerekening naar zorgprestaties De huisartsenlaboratoria beschikken niet over een uniform kostentoerekeningsmodel; administraties zijn daar niet op ingericht. Echter, in het onderzoek is de kostentoerekening naar zorgprestaties wel op een uniforme methode gebeurd. Kostentoerekeningen hebben plaatsgevonden naar eigen inschatting van de centra, waarbij de onderzoekers de redelijkheid van de gemaakte keuzes hebben getoetst en hebben gelet op vergelijkbaarheid tussen de instellingen. Uitgangspunt bij de kostentoerekening is de kostenplaatsenadministratie van het laboratorium. Op basis van de kostensoort/kostenplaats-combinatie is het goed mogelijk om directe kosten toe te rekenen aan hoofdcategorieën order, klinisch chemisch onderzoek, microbiologisch onderzoek, beeldvormende diagnostiek en functieonderzoeken. De indirecte kosten (overhead) zijn veelal volgens de opslagmethode naar rato van de omvang van de directe kosten per kostenplaats verdeeld over de bovengenoemde directe kostenplaatsen. In het vervolg van de rapportage wordt dit de transfer van indirecte kosten genoemd. Dit betekent dat orderkosten en analysekosten (zorgproducten) indirecte kosten toegerekend krijgen. Alleen in die gevallen dat er toch een min of meer directe relatie lag tussen overheadkosten en directe kosten is van de bovengenoemde opslagmethode naar rato afgeweken. Na toerekening (transfer) van de indirecte kosten resteert een kostenallocatie van werkelijke kosten aan order en analyse (hoofdgroepen zorgproducten). Deze toegerekende werkelijke kosten kunnen Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

10 geconfronteerd worden met de productieopbrengsten, ook op het niveau van order en analyse (hoofdgroepen zorgproducten). De meeste laboratoria zijn niet in staat op de toegerekende werkelijke kosten verder te alloceren aan specifieke zorgproducten. Om tot deze allocatie te komen, is per product inzicht nodig in de bestede manuren en machine-uren in tijd. Deze informatie ontbreekt in veel gevallen, waardoor het tevens niet haalbaar is om tot een eenduidig kostentoerekeningsmodel te komen.. Over- en onderdekking per productgroep De belangrijkste resultaten uit het onderzoek zijn: Het vaste ordertarief 3 ligt dichtbij de gemiddelde en mediane toegerekende kosten per order; Bij de meeste laboratoria is er een overdekking van de kosten op de klinisch chemische onderzoeken. Als de laboratoria die deze onderzoeken uitbesteden buiten beschouwing worden gelaten, varieert deze overdekking tussen de 18% en 57%; Met betrekking tot microbiologische onderzoeken, beeldvormende diagnostiek en medischspecialistische diagnostiek zijn de resultaten meer divers, maar gemiddeld gezien: o Is er een overdekking op de microbiologische onderzoeken; o En een onderdekking op de beeldvormende en medisch-specialistische diagnostiek; Bij de meeste laboratoria is er een onderdekking op de overige onderzoeken; Over alle zorgprestaties in totaal zijn de werkelijke kosten lager dan de totaal aanvaardbare kosten. Op totaalniveau is er dus een overdekking, als voor alle instellingen het sluittarief gelijk zou zijn aan het vaste ordertarief. Dat geldt voor alle centra in de onderzoekspopulatie. Scenario s Om de effecten van mogelijke tariefsaanpassingen inzichtelijk te krijgen, zijn scenarioanalyses uitgevoerd. De resultaten uit de scenarioanalyses kunnen als volgt worden samengevat: De mate waarin een tariefaanpassing effect heeft op een instelling, is afhankelijk van de oorspronkelijke brutomarge die een instelling op het type verrichting haalt. Dit zorgt ervoor dat een tariefverlaging een grotere spreiding in brutomarges als gevolg heeft en een tariefverhoging een afname in de spreiding veroorzaakt; Bij klinisch chemische onderzoeken blijft tot een tariefdaling van 18% het tarief voor alle centra toereikend om de kosten voor dit type onderzoek te dekken, als centra die de laboratoriumonderzoeken uitbesteden buiten beschouwing worden gelaten. Tot en met een tariefdaling van 35% heeft nog meer dan de helft van de centra die zelf laboratoriumonderzoeken uitvoeren een positieve totale brutomarge bij een vast ordertarief; Wat betreft beeldvormende diagnostiek kennen de centra een grote spreiding in de kosten. Zelfs bij een aanzienlijke tariefstijging van 40% tot 50% is het tarief nog niet voor alle centra toereikend om de kosten te dekken. Op basis van de resultaten van het onderzoek lijken schaalvoordelen mogelijk bij dit 3 Maximale ordertarief volgens de Tarieflijst Instellingen (beleidsregel CI-1044 voor 2008 en CI-1094 voor 2009) Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

11 type onderzoek en zijn het vooral centra met relatief lage opbrengsten die het meest tekortkomen op het tarief; Ook voor medisch-specialistische diagnostiek ligt een tariefverhoging voor de hand. Vanaf een tariefverhoging van ongeveer 24% zal het tarief voor meer dan de helft van de instellingen toereikend zijn. Onderzoek bij ziekenhuislaboratoria Er is binnen deze onderzoeksopdracht geen kostenonderzoek uitgevoerd voor de eerstelijnsdiagnostiek onder ziekenhuizen. De voornaamste reden dat de opdrachtgever hiervoor heeft gekozen is dat een partieel kostenonderzoek bij ziekenhuizen lastig uitvoerbaar is, doordat eerstelijnsdiagnostiek binnen een ziekenhuis niet geïsoleerd uitgevoerd wordt 4. Er is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd bij een beperkt aantal algemene ziekenhuizen, met verschillende kenmerken, met als hoofddoel het nagaan van alternatieve onderzoeksmogelijkheden om de opbrengsten van ziekenhuizen uit de eerstelijnsdiagnostiek te relateren aan de feitelijke kosten van zorgproducten. Uit de gesprekken is een generiek beeld naar voren gekomen dat ziekenhuislaboratoria kostprijzen berekenen en beschikbaar hebben van de diagnostische verrichtingen, maar daarbij geen onderscheid maken tussen de eerste- en de tweedelijn. De toerekening van kosten aan zorgproducten vindt bovendien voornamelijk plaats op basis van productievolume- en tariefverhoudingen. De kostprijzen van de diagnostische verrichtingen van ziekenhuizen laten zich moeilijk vergelijken met de tarieven van de eerstelijnsdiagnostiek, onder andere omdat ziekenhuizen een andere overheadstructuur hebben dan huisartsenlaboratoria en omdat ziekenhuizen te maken hebben met beschikbaarheidskosten en mogelijk een productmix met meer (dure) laag volume diagnostiek. Wel is het zo dat ook bij de ziekenhuizen de klinisch chemische onderzoeken het grootste aandeel van de opbrengsten uitmaken. De eerstelijnsdiagnostiek valt voor ziekenhuizen buiten de Diagnose Behandel Combinatie (DBC) en is een directe opbrengstenpost; de geïnterviewde ziekenhuizen gaven dan ook aan iedere tariefverlaging op klinische chemie nagenoeg één-op-één in de exploitatie te zullen ervaren. 4 Zie tevens de brief van de NZa aan het ministerie van VWS d.d. 3 juni 2010 (kenmerk 10D ). Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

12

13 C 1 Inleiding 1.1 Achtergrond en aanleiding In Nederland wordt in 23 zelfstandige huisartsenlaboratoria onderzoek gedaan bij patiënten op verzoek van huisartsen, zonder tussenkomst van de medisch-specialist in de tweedelijn. Dit betreft grotendeels laboratoriumonderzoek, maar ook functieonderzoeken worden veelvuldig voor deze eerstelijnspatiënten verricht. Daarnaast wordt dergelijk onderzoek ook in bijna alle ziekenhuizen uitgevoerd. Veelal zijn de zelfstandige centra meer decentraal georiënteerd dan de ziekenhuizen. Er zijn de zogenoemde prikpunten rondom de centrale vestiging in wijken en omliggende gemeenten en er worden meer huisbezoeken afgelegd. De tarieven en beleidsregelwaarden voor de eerstelijnsdiagnostiek zijn sinds 1996 niet herijkt. De volumes van onderzoeken zijn sinds het vaststellen van de beleidsregelwaarden in 1996 sterk gestegen door een toenemende vraag en meer aanbod. De kosten zijn door efficiëntere werkwijzen relatief minder gestegen. De beleidsregels zijn sinds 1996 niet meer geactualiseerd, waardoor de beleidsregelwaarden naar verwachting niet passend zijn. Dit vormt de aanleiding om een kostenonderzoek voor de eerstelijnsdiagnostiek uit te voeren. 1.2 Doelstellingen van het onderzoek Het doel van het onderzoek is om de structuurkenmerken, kosten, opbrengsten en productie van eerstelijnsdiagnostiek over de jaren 2008 en 2009 in kaart te brengen. De gegevensverzameling en - analyse hebben als doel de NZa informatie te geven, om de tarieven (en beleidsregelwaarden) van eerstelijnsdiagnostiek te kunnen onderbouwen en herijken. Het kostenonderzoek moet de opmaat vormen voor een tariefherijking, en mogelijk, op langere termijn, een aangepaste bekostigingssystematiek: van aanbodgerichte bekostiging naar functionele bekostiging. De opdrachtomschrijving luidde als volgt: Voer een kostenonderzoek voor de eerstelijnsdiagnostiek uit bij huisartsenlaboratoria en enkele (algemene) ziekenhuizen over de jaren De opdrachtgever heeft de focus en afbakening voor het kostenonderzoek als volgt bepaald: De focus van het onderzoek ligt op de klinisch chemische onderzoeken en de (in termen van kostenomvang) belangrijkste functieonderzoeken die door de huisartsenlaboratoria worden geleverd; Het onderzoek wordt voornamelijk bij huisartsenlaboratoria uitgevoerd. Daarnaast dienen ook enkele ziekenhuizen in het onderzoek te worden betrokken. De opdracht omvat drie aspecten: 1. Voer een dataverzameling en -analyse uit; 2. Doe voorstellen voor een kostentoerekeningsmodel; 3. Lever een rapportage en databestand op. Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

14 Tevens is in overleg met de opdrachtgever besloten dat scenarioanalyses uitgevoerd worden om inzicht te geven in de effecten van mogelijke tariefaanpassingen. 1.3 Onderzoeksverantwoording In bijlage A is de onderzoeksopzet van dit kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek omschreven. Een aantal punten uit deze onderzoeksopzet, die relevant zijn bij de interpretatie van de resultaten, wordt in deze paragraaf uitgelicht. Zoals ook in paragraaf wordt toegelicht, geeft het onderzoek ondanks een aantal geplaatste kanttekeningen wel een goed representatief beeld van eerstelijns diagnostiek bij eerstelijns diagnostische centra Zeer kleine, maar representatieve, onderzoekspopulatie In Nederland zijn er 23 eerstelijns diagnostische centra, waarvan er 14 zijn meegenomen in de analyses (zie bijlage A, paragraaf A1). Dit is een zeer kleine onderzoekspopulatie, echter alsnog meer dan de helft van de totale populatie van huisartsenlaboratoria in Nederland is erin opgenomen. De resultaten geven een representatief beeld van de werkelijke structuurkenmerken, productie, kosten en opbrengsten van alle huisartsenlaboraria in Nederland. De uitgevallen uitbestedende centra zijn namelijk zeer klein van omvang, en van de overige uitgevallen centra is het niet aannemelijk dat ze een afwijkende organisatiestructuur en daarmee samenhangende kosten en opbrengsten hebben (zie bijlage A, paragraaf A1). Het aandeel van de onderzoekspopulatie in de totale opbrengsten van de eerstelijns diagnostische verrichtingen die binnen de scope van het onderzoek vallen (zie paragraaf 1.3.3), uitgevoerd door zowel huisartsenlaboratoria als ziekenhuizen, is circa 35% 5. Dit aandeel is groter met betrekking tot klinisch chemische onderzoeken, maar kleiner wat betreft beeldvormende en medisch specialistische diagnostiek. Ten aanzien van de totale eerstelijns diagnostiek in Nederland is de representativiteit van het onderzoek beperkter, aangezien niet de gehele eerstelijns diagnostiek binnen de scope van het onderzoek valt (zie paragraaf ) en ziekenhuizen mogelijk een afwijkende productmix hebben ten opzichte van de huisartsenlaboratoria (zie hoofdstuk 4) Vijf centra in de onderzoekspopulatie hebben de laboratoriumonderzoeken uitbesteed Er zijn vijf centra in de onderzoekspopulatie die de laboratoriumonderzoeken (klinisch chemische en microbiologische onderzoeken) hebben uitbesteed, veelal aan een ziekenhuislaboratorium. Deze eerstelijns diagnostische centra, die relatief klein zijn, doen dan meestal de afname en voeren de logistiek en service rondom de order uit, waarna zij het afgenomen materiaal naar een (ziekenhuis)laboratorium 5 De opbrengsten door ziekenhuislaboratoria zijn gebaseerd op gegevens van 2008 uit het DBC-Informatiesysteem (DIS). In totaal hebben de ziekenhuizen in 2008 circa 279 miljoen euro gedeclareerd 2008 op de betreffende verrichtingen. NB: er zijn in DIS helaas nog geen gegevens beschikbaar uit recentere jaren, omdat recentere gegevens nog niet geheel aangeleverd en/of verwerk zijn. Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

15 brengen. Deze centra declareren het tarief voor zowel de order als de analyse bij de zorgverzekeraar en betalen een onderling overeengekomen tarief aan het laboratorium dat de analyses uitvoert. Andere typen onderzoeken, zoals beeldvormende en medisch-specialistische diagnostiek, voeren de centra wel zelf uit. Om de onderzoekspopulatie niet verder te beperken, zijn deze vijf centra wel meegenomen in de analyses, ondanks het feit dat zij een wat andere bedrijfsvoering kennen. In de rapportage wordt in de toelichtende teksten op de figuren en tabellen aangegeven als de centra afwijken van de overige centra in de onderzoekspopulatie Niet alle eerstelijns diagnostische verrichtingen vallen binnen de scope van het onderzoek Niet alle typen zorgprestaties die onder eerstelijnsdiagnostiek vallen, vallen ook binnen de scope van dit onderzoek. Het onderzoek beperkt zich op verzoek van de opdrachtgever tot klinisch chemische onderzoeken, microbiologische onderzoeken en de in termen van productieomvang meest belangrijke beeldvormende en medisch-specialistische diagnostiek die door huisartsenlaboratoria worden uitgevoerd. Dit betekent dat buiten de scope van het onderzoek vallen: Pathologie; Diagnostische verrichtingen in het kader van de M&I-module bij huisartsen; Nucleair geneeskundige onderzoeken; Overige beeldvormende diagnostiek: röntgenonderzoek, MRI, CT-scan. Deze typen onderzoeken zijn in het onderzoek meegenomen onder de categorie overig, om het mogelijk te maken een aansluiting bij de totale kosten en opbrengsten uit de jaarrekening van een huisartsenlaboratorium te maken Kapitaallasten zijn buiten beschouwing gelaten Volgens de NZa-beleidsregel (Beleidsregel BR/CU-2014) zijn de order-, analyse- en onderzoekstarieven dekkend voor loonkosten, materiële kosten en afschrijving van inventarissen, maar zij dekken niet de kapitaallasten van huisvesting. Kapitaallasten zijn hierbij gedefinieerd als de met de locatie(s) verbonden afschrijvingskosten, rentekosten en huur 6. In de toerekening van kosten aan verschillende zorgprestaties zijn om die reden de kapitaallasten buiten beschouwing gelaten Brutomarge betekent verschil tussen werkelijke kosten en aanvaardbare kosten Als in deze rapportage gesproken wordt over brutomarge op een zorgproduct, dan wordt bedoeld het verschil tussen de werkelijke kosten per zorgprestatie, op basis van toegerekende kostensoorten, en de (maximaal) aanvaardbare kosten (beleidsregelwaarde). Zoals hiervoor aangegeven, blijven de kapitaallasten daarbij buiten beschouwing. Voor alle zorgprestaties zijn de aanvaardbare kosten gelijk aan het tarief maal de omvang van de productie van de zorgprestatie. Met uitzondering van de orders zijn de 6 Afschrijvingskosten van inventarissen vallen dus niet onder deze definitie van kapitaallasten en worden wel gedekt door de tarieven. Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

16 aanvaardbare kosten daarmee altijd gelijk aan de opbrengsten die het centrum heeft voor de betreffende zorgprestaties. 7 Voor de orders geldt niet dat de aanvaardbare kosten altijd gelijk zijn aan de orderopbrengsten die het centrum heeft. Wat betreft de orders zijn de aanvaardbare kosten gelijkgesteld aan het maximale ordertarief volgens de Tarieflijst Instellingen (beleidsregel CI-1044 voor 2008 en CI-1094 voor in het vervolg van het rapport benoemd als vast ordertarief ) 8. Deze is niet gelijk aan de opbrengsten die de huisartsenlaboratoria uit orders hebben, omdat de centra niet het vaste ordertarief ontvangen, maar een sluittarief dat wordt gebruikt om de begroting van de centra sluitend te krijgen. De totale werkelijke kosten alsmede de gerealiseerde productieopbrengsten (die beide de basis zijn voor de brutomarge per zorgproduct) zijn in het onderzoek per laboratorium aangesloten op de financiële administratie/jaarrekening van het huisartsenlaboratorium. 7 Dit geldt vóór verrekening van exploitatieverschillen. Binnen de systematiek van begrotingsfinanciering bij huisartsenlaboratoria geldt daarbij dat, indien de werkelijke kosten lager zijn dan de maximaal aanvaardbare kosten voor de totale productie, de omzet wordt afgeroomd tot het niveau van de werkelijke kosten. Indien de werkelijke kosten hoger zijn dan de maximaal aanvaardbare kosten, worden maximaal de aanvaardbare kosten vergoed. 8 De parameterwaarden die in de begrotingsformulieren gebruikt worden voor de berekening van de maximaal aanvaardbare kosten kunnen per instelling mogelijk afwijken van het vaste ordertarief zoals dat in deze rapportage gebruikt wordt. Ten behoeve van de bekostiging van de huisartsenlaboratoria worden de aanvaardbare kosten in het begrotingsformulier namelijk gecorrigeerd voor de deconcentratiegraad, als deze lager dan 76% is. Echter, dit is op het grootste deel van de centra in de onderzoekspopulatie (9 van de 14) niet van toepassing, omdat zij een deconcentratiegraad hebben die 76% of hoger is. Voor deze centra gelden de maximumparameterwaarden. Het vaste ordertarief geeft hiervoor een goede indicatie. Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

17 1.3.6 Geen correctie op ordertarieven voor te verrekenen bedragen en vermogensopbouw De ordertarieven van huisartsenlaboratoria zijn zo vastgesteld dat deze de begroting van de huisartsenlaboratoria sluiten en de (maximaal aanvaardbare) kosten gedekt worden. Dit betekent dat eventuele verrekeningen uit voorgaande jaren en de mogelijkheid die verzekeraars aan de centra bieden om vermogen op te bouwen 9 van invloed zijn op het ordertarief. Het is echter niet eenvoudig te duiden wat de omvang van deze verrekeningen is, omdat (1) de verrekeningen in veel gevallen in de kosten op het begrotingsformulier gecorrigeerd worden en omdat (2) het sluittarief niet negatief kan worden, waardoor verrekeningen die hoger zijn dan het ordertarief maal het aantal orders veelal via een correctie op de kosten opgenomen worden. Dit betekent dat er enige vervuiling in de orderopbrengsten zit en soms ook in de administratie van de kosten. Daar waar mogelijk zijn deze kosten geëlimineerd voordat deze werden toegerekend aan zorgprestaties. De vervuiling van het sluittarief kent overigens slechts geringe gevolgen, want daar waar analyses worden gedaan naar de brutomarge op zorgproducten, worden toegerekende kosten vergeleken met aanvaardbare kosten (vast ordertarief) en niet met het sluittarief (zie paragraaf 1.3.2) Analyse en resultaten op het niveau van productgroepen In de beginfase van het onderzoek bleek dat de meeste centra slecht of niet in staat zijn om een kostentoerekening naar het niveau van individuele zorgprestaties te doen (zie ook paragraaf 2.2). Een analyse op individuele zorgprestaties zou daarom geen betrouwbare resultaten opleveren. Om die reden is in overleg met de opdrachtgever besloten om de analyse op het niveau van productgroepen uit te voeren. De definiëring van de productgroepen is tot stand gekomen na overleg met een expertgroep uit de sector van zelfstandige huisartsenlaboratoria. Er is daarbij grotendeels aangesloten bij de Tarieflijst Instellingen. Deze rapportage zal dan ook alleen resultaten op productgroepniveau bevatten Geen zuivere toerekening naar thuisafnamen Het tarief voor thuisafnamen dekt alleen de extra kosten die gemoeid zijn met een afname aan huis (onder andere tijdsbesteding en vervoerskosten). Tijdens de diepteonderzoeken bleek dat niet elk centrum in staat is om de toerekening naar thuisafnamen zuiver te maken en dat is een reden dat de toegerekende kosten naar thuisafnamen een grote spreiding kennen. Dit is te zien in tabel 1.1 en figuur 1.1. De kosten en opbrengsten voor thuisafnamen zijn om die reden opgenomen in de totale kosten en opbrengsten voor orders en niet afzonderlijk geanalyseerd. 9 Hoewel dit strijdig lijkt met de beleidsregel, is uit de onderzoeken gebleken dat zorgverzekeraars de laboratoria soms de mogelijkheid bieden om vermogen op te bouwen. Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

18 Tabel 1.1 Kosten toegerekend aan thuisafnamen N Gemiddelde 25,25 18,09 Minimum 7,94 6,57 Eerste kwartiel 11,26 9,54 Mediaan 14,76 14,94 Derde kwartiel 23,15 21,74 Maximum 126,93 46,98 140,00 120,00 100,00 80,00 60,00 Kosten en opbrengsten voor thuisafnamen 2009 Toegerekende indirecte kosten per thuisafname Toegerekende directe kosten per thuisafname Thuisafnametarief ,00 20,00 - Figuur Alle centra gerangschikt naar omvang van de totale toegerekende kosten per thuisafname in Bij buiten-wmg-productie kosten gecorrigeerd voor de buiten-wmg-opbrengsten minus de marge die erop wordt gemaakt Een aantal instellingen heeft de WMG en de buiten-wmg-productie ondergebracht in dezelfde rechtsvorm. Voor deze instellingen is het lastig om de kosten uit te splitsen naar kosten gemaakt voor de WMG productie en kosten gemaakt voor de buiten-wmg-productie. De kosten zijn daarom als volgt achteraf gecorrigeerd: Gecorrigeerde kosten = Totale kosten -/- (opbrengsten uit buiten-wmg * (1- marge buiten-wmg)). Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

19 In de uitvraag hebben de centra zelf aangegeven welke marge zij op buiten-wmg-productie maken; deze varieert tussen de 0 en 20%. Overigens dient opgemerkt te worden dat de centra die de buiten-wmgproductie in een afzonderlijke rechtsvorm hebben ondergebracht, zelf een keuze hebben gemaakt voor de verdeling van de kosten. Er is geen zicht op de wijze waarop deze toerekening van kosten aan buiten- WMG-productie is gedaan Het jaar 2009 als uitgangspunt genomen Omdat 2009 het meest recente jaar is waarover gegevens beschikbaar waren op het moment van onderzoeken, is dit jaar in de (scenario)analyse als uitgangspunt genomen. De jaren 2008 en 2009 zijn onderzocht en zo veel mogelijk beide in beschouwing genomen. Er zijn echter een aantal figuren en tabellen die slechts op één jaar betrekking hebben. Deze hebben dan altijd betrekking op 2009, net zoals de scenarioanalyses. Relevante ontwikkelingen die na de onderzoeksperiode ( ) hebben plaatsgevonden, vallen buiten de reikwijdte van dit onderzoek. Slechts het beschouwen van het jaar 2009 is een smalle basis om conclusies op te baseren, zeker gezien het feit dat de sector voortdurend in ontwikkeling is. Om trends te kunnen signaleren zijn meer longitudinale data nodig. Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

20

21 C 2 Resultaten van het onderzoek onder eerstelijns diagnostische centra Dit hoofdstuk bevat de resultaten van het gegevensonderzoek onder huisartsenlaboratoria. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar zes verschillende typen zorgprestaties: Laboratoriumorders (afname, logistiek en service); Klinisch chemische laboratoriumonderzoeken; Microbiologische laboratoriumonderzoeken; Beeldvormende diagnostiek (onder andere echografie en duplexonderzoeken); Medisch-specialistische diagnostiek (onder andere fundusfotografie, cardiale echo, longfunctieonderzoek, ECG en DEXA-meting); Overige onderzoeken. De eerste paragraaf van dit hoofdstuk geeft in het kort een beeld van de eerstelijns diagnostische centra in de onderzoekspopulatie. Vervolgens is in de tweede paragraaf een kwalitatieve beschrijving gegeven van de wijze waarop verschillende kostensoorten zijn toegewezen aan verschillende kostenplaatsen. Paragraaf 2.3 bevat een overzicht van de totale directe en indirecte kosten in relatie tot de totale opbrengsten per hoofdcategorie zorgprestaties. Vervolgens worden in paragraaf 2.4 de brutomarges per type verrichting (over- en onderdekking) tussen de instellingen vergeleken. Bijlagen B en C bevatten verdiepende gegevens over structuurkenmerken, opbrengsten en kosten van de eerstelijns diagnostische centra. 2.1 Eerstelijns diagnostische centra in Nederland In Nederland zijn er in totaal negentien eerstelijns diagnostische centra, waarvan er veertien in de onderzoekspopulatie van dit onderzoek zijn opgenomen (zie bijlage A, paragraaf A1). Deze paragraaf geeft een korte beschrijving van de omvang en structuurkenmerken van deze centra. Bijlage B bevat verdiepende informatie hierop in verschillende figuren en tabellen. Spreiding in Nederland De eerstelijns diagnostische centra, die allen stichting als statutaire organisatievorm hebben, zijn gevestigd in veel delen van Nederland. De centra zijn het best vertegenwoordigd in Noord-Holland, Zuid- Holland en Noord-Brabant. De centra zijn zowel in stedelijk als niet-stedelijk gebied gevestigd. Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

22 Kengetallen De eerstelijns diagnostische centra in de onderzoekspopulatie hebben in totaal in ,6 miljoen afnamen gedaan en 26,3 miljoen analyses uitgevoerd. Dat betekent dat er gemiddeld 7,2 analyses per order worden uitgevoerd. De meeste afnamen vinden decentraal plaats, de centra in de onderzoekspopulatie beschikken in totaal over circa prikpunten. Daarnaast hebben een aantal centra nog een laboratorium, diagnostisch steunpunt en/of frontoffice. In totaal zijn er circa fte werkzaam bij de eerstelijns diagnostische centra, dat zijn voornamelijk prikkers en analisten. Productie In totaal is er door de huisartsenlaboratoria in de onderzoekspopulatie in ,8 miljoen euro aan opbrengsten gegenereerd uit WMG-zorgprestaties. Tabel 2.1 geeft een overzicht van het aantal centra dat de verschillende typen verrichtingen in 2009 heeft uitgevoerd en de totale opbrengsten van de onderzoekspopulatie. Alle centra in de onderzoekspopulatie declareren klinisch chemische laboratoriumonderzoeken en de opbrengsten hieruit hebben ook het grootste aandeel in de totale opbrengsten; gemiddeld bijna 60%. Het grootste deel van deze onderzoeken valt in de laagste tariefklassen; gemiddeld wordt 96% van de opbrengsten behaald uit klinische chemische onderzoeken die in de klassen 1 t/m 11 vallen. Overigens beschikt niet elk centrum zelf over een laboratorium waar de laboratoriumanalyses uitgevoerd kunnen worden. Vijf van de veertien centra hebben de laboratoriumfunctie uitbesteed. In de meeste gevallen voeren zij dan alleen de logistiek en service rond de order uit en laten zij de analyses uitvoeren in een ziekenhuis, waarvoor de centra een onderling afgesproken vergoeding aan het ziekenhuis betalen. Met uitzondering van één centrum voeren alle centra in de onderzoekspopulatie ook medischspecialistische diagnostiek uit. Het aandeel van dit type onderzoek in de totale opbrengsten is gemiddeld 7%. De meest voorkomende onderzoeken binnen deze productgroep zijn fundusfotografie, (Holter) ECG s en longfunctieonderzoeken. Beeldvormende diagnostiek wordt door acht van de veertien centra in de onderzoekspopulatie uitgevoerd. De beeldvormende diagnostische verrichtingen die het vaakst door de eerstelijns diagnostische centra worden gedeclareerd zijn echografie van de buikorganen en echografie à-vue in verband met zwangerschap. Beeldvormende diagnostische verrichtingen vormen gemiddeld slechts 3% van de totale opbrengsten. Ten slotte maken ook microbiologische onderzoeken onderdeel uit van het onderzoek (12% van de totale opbrengsten). Er zijn negen centra die dit type analyse uitvoeren. Hierbij wordt het meest gedeclareerd voor onderzoeken die in de middelste tariefklassen vallen (tariefklassen 5, 8, 9, 10, 12 en 13). Maar de meeste centra voeren niet alleen WMG-zorgprestaties uit. Gemiddeld bestaat 11% van de totale opbrengsten van de stichtingen uit buiten-wmg-opbrengsten. Bovendien zijn er ook centra die buiten- WMG-opbrengsten in een andere rechtsvorm hebben ondergebracht. Tevens hebben negen van de zestien centra naast een laboratorium ook een trombosedienst. Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

23 Orders Overzicht WMG-zorgprestaties Aantal instellingen dat type verrichting uitvoert Totale opbrengsten in de onderzoekspopulatie Laboratoriumonderzoeken Thuisafnames Klinische chemie / hematologie / infectieserologie Microbiologie Overig Totaal Beeldvormende diagnostiek Medisch-specialistische diagnostiek Overig Totaal Tabel 2.1 Grote verscheidenheid in omvang van de centra Het belangrijkste kenmerk van de onderzoekspopulatie is dat er grote verschillen zijn in de omvang van de eerstelijns diagnostische centra in Nederland. De totale opbrengsten op WMG-zorgprestaties van 157,8 miljoen euro zijn niet gelijk verdeeld over de centra. Het grootste centrum is met WMG-opbrengsten van ruim 20 miljoen euro ruim tien maal zo groot als het kleinste centrum, dat opbrengsten van 2 miljoen euro heeft. Een even zo grote of nog grotere spreiding is er in het aantal vestigingen, dat varieert tussen de 21 en 281, en het aantal fte dat werkzaam is bij de centra, variërend tussen de 12 en bijna 300. Wijze van afname en aantal analyses per order Meer dan de helft van de centra heeft een deconcentratiegraad van 80% of hoger. Dit betekent dat bij deze centra het grootste deel van de afnamen plaatsvindt op de zogeheten prikpunten en niet op de locatie van het laboratorium. Tevens vindt gemiddeld 9% van het totaalaantal afnamen bij de patiënt aan huis plaats. Zoals hierboven aangegeven, kent de onderzoekspopulatie een grote spreiding wat betreft omvang. Dat geldt ook voor het aantal analyses dat per jaar door de centra wordt uitgevoerd. Dat aantal varieert tussen de en ruim 4,2 miljoen. Meer opvallend is dat ook het aantal analyses dat gemiddeld per order wordt uitgevoerd sterk varieert tussen de centra. Er zijn centra die gemiddeld zes analyses per order uitvoeren, maar twee centra voeren gemiddeld zelfs rond de negen analyses uit per keer dat bloed of urine wordt afgenomen. Voor deze grote verschillen is geen eenduidige verklaring te geven; wel geeft een aantal centra aan bij huisartsen aan te sturen op een beperking van het aantal aanvragen per order. Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

24 2.2 Kostentoerekening naar zorgprestaties De eerstelijns diagnostische centra beschikken niet over een uniform kostentoerekeningsmodel, administraties zijn daar niet op ingericht. Echter, in het onderzoek is bij elk centrum wel dezelfde methodiek gehanteerd. Kostentoerekeningen hebben plaatsgevonden naar eigen inschatting van de centra, waarbij de onderzoekers de redelijkheid van de gemaakte keuzes hebben getoetst en hebben gelet op vergelijkbaarheid tussen de instellingen. Uitgangspunt bij de kostentoerekening is de kostenplaatsenadministratie van het laboratorium. Een kostenplaatsenadministratie is een dimensie binnen de grootboekadministratie waarbij kostensoorten (zoals personeelkosten, huisvestingskosten, materiaalinkoop) op transactieniveau zijn toegerekend aan de verschillende organisatorische afdelingen (kostenplaatsen), zoals afdeling Orderwerking, klinisch chemisch laboratorium, Finance & Control et cetera). Op basis van de kostensoort/kostenplaatscombinatie is het goed mogelijk de verschillende kosten toe te rekenen aan de volgende hoofdcategorieën: Directe kosten Orderkosten Afname (met name. personeelkosten prikkers, huisvestingskosten prikpunten); Thuisafname; Servicekosten (onder andere orderadministratie/logistiek). Analyse Klinisch chemisch; Microbiologisch; Beeldvormend; Medisch-specialistisch (functieonderzoek); Overig. Indirecte kosten Overhead Directie/staf; Financiële administratie en control; Facilitair; Marketing; ICT; P&O. De indirecte kosten (overhead) zijn veelal volgens de opslagmethode naar rato van de omvang van de directe kosten per kostenplaats verdeeld over de verschillende directe kostenplaatsen. In het vervolg van de rapportage wordt dit de transfer van indirecte kosten genoemd. Dit betekent dat orderkosten en analysekosten (zorgproducten) indirecte kosten toegerekend krijgen. Alleen in die gevallen dat er toch een min of meer directe relatie lag tussen overheadkosten en directe kosten, is van de bovengenoemde opslagmethode afgeweken. Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

25 Na toerekening (transfer) van de indirecte kosten resteert een kostenallocatie van de werkelijke kosten aan order en analyse (op hoofdgroepen zorgproducten). Deze toegerekende werkelijke kosten kunnen geconfronteerd worden met de productieopbrengsten (ook op het niveau van order en analyse (op hoofdgroepen zorgproducten). De meeste laboratoria zijn niet in staat op de toegerekende werkelijke kosten verder te alloceren aan specifieke zorgproducten. Om tot deze allocatie te komen, is per product inzicht nodig in de bestede manuren en machine-uren in tijd. Deze informatie ontbreekt in veel gevallen, waardoor het tevens niet haalbaar is om tot een eenduidig kostentoerekeningsmodel te komen. Door confrontatie van de opbrengsten (productie x tarief) en de toegerekende werkelijke kosten wordt inzicht verkregen in de mate van onder- of overdekking van de kosten per productgroep. 2.3 Overzicht totale kosten en opbrengsten per zorgprestatie Tabel 2.1 geeft inzicht in de gemiddelde totale directe en indirecte kosten die zijn toegerekend aan de verschillende zorgprestaties 10. Met de transfer van indirecte kosten wordt bedoeld de verdeling van de indirecte kosten naar de verschillende directe kostenplaatsen, in dit geval de orders en verschillende typen onderzoeken (zie ook paragraaf 2.2). Gemiddeld over de onderzoekspopulatie zijn de totale kosten die voor WMG-zorgprestaties zijn gemaakt circa 10,5 miljoen euro (variërend van circa 1,8 mln. euro tot 20,2 mln. euro). Het grootste deel van deze kosten wordt logischerwijs gemaakt door het uitvoeren van klinisch chemische laboratoriumonderzoeken, omdat deze onderzoeken het grootste deel van de productie uitmaken. Gemiddeld maken de indirecte kosten 26% uit van de totale kosten. Er is echter wel een grote spreiding in dit percentage tussen de centra, zoals te zien is in figuur 2.1 en tabel 2.2. Totaal toegerekende directe kosten - Gemiddeld Gemiddelde kosten per zorgprestatie 2009 Transfer indirecte kosten - Gemiddeld Totale kosten inclusief indirecte kosten - Gemiddeld Aandeel indirecte kosten in totale kosten - Gemiddeld Totaal % Order % Klinisch chemische onderzoeken % Microbiologische onderzoeken % Beeldvormende diagnostiek % Medisch-specialistische diagnostiek % Overig % 10 Ten behoeve van de leesbaarheid van de tabel zijn alleen gemiddelden van het jaar 2009 weergegeven. Tabel 2.2 geeft meer inzicht in de spreiding van het aandeel indirecte kosten in de totale kosten in zowel 2008 als Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

26 Tabel 2.1 Aandeel indirecte kosten in de totale kosten (excl. kapitaallasten) Gemiddelde 25% 26% Minimum 6% 6% Eerste kwartiel 16% 17% Mediaan 23% 24% Derde kwartiel 26% 28% Maximum 51% 55% Tabel 2.2 Aandeel indirecte kosten in de totale kosten (excl. kapitaallasten) 2008 en 2009 Aandeel indirecte kosten in de totale kosten 60% 50% 40% 30% 20% 10% % Alle centra gerangschikt naar aandeel indirecte kosten in totale kosten in 2009 Figuur 2.1 De toegerekende kosten kunnen vergeleken worden met de opbrengsten, zodat inzicht verkregen wordt in de mate waarin de opbrengsten voldoende zijn om de kosten per zorgprestatie te dekken. Deze vergelijking vindt plaats in tabel 2.3. In de toegerekende kosten zijn ook de indirecte kosten die zijn toegewezen aan de zorgprestaties opgenomen. Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

27 Verschil tussen opbrengsten en kosten zorgprestaties 2009 Totaal toegerekende kosten (incl. indirect) - Gemiddeld Opbrengsten (o.b.v. sluittarief) - Gemiddeld Relatieve over- Absolute of onderdekking van verschil opbrengsten en opbrengsten op kosten - kosten - Gemiddeld Gemiddeld Totaal % Order % Klinisch chemische onderzoeken % Microbiologische onderzoeken % Beeldvormende diagnostiek % Medisch-specialistische diagnostiek % Overig % Tabel 2.3 Conform de financieringssystematiek van de eerstelijns diagnostische centra zouden de totale WMGopbrengsten de totale WMG-kosten exact moeten dekken (een relatieve over- of onderdekking op het totaal van 0%). Door afwijkingen in de productie ten opzichte van de begroting, door verrekeningen met voorgaande jaren en door de mogelijkheid die verzekeraars steeds meer aan de centra bieden om vermogen op te bouwen, zijn in 2009 de opbrengsten van de centra gemiddeld hoger dan de kosten. Deze positieve marge op het totaal wordt voornamelijk veroorzaakt door een overdekking van het tarief op de kosten bij klinisch chemische en microbiologische onderzoeken. De kosten van beeldvormende en medisch-specialistische diagnostiek en overige onderzoeken worden niet volledig gedekt door het tarief, maar deze typen verrichtingen vormen een relatief klein aandeel in de totale opbrengsten, waardoor het effect op het totaal gering is. De overdekking op laboratoriumonderzoeken wordt deels gecompenseerd door het sluittarief, dat gemiddeld ruim lager is dan de kosten die gemoeid zijn met orders. Deze onderdekking is zelfs 86%. Hoewel voor de onderzoekspopulatie in zijn geheel geldt dat in 2009 de opbrengsten hoger waren dan de kosten, geldt dat niet voor elk centrum. In 2009 waren er drie centra waarbij de werkelijke kosten de opbrengsten overstegen. De beschrijvende statistieken in tabel 2.4 laten zien dat er een spreiding tussen de centra is wat betreft de mate waarin de totale opbrengsten de totale kosten dekken. Als de aansluiting van de opbrengsten op de kosten over de jaren heen bekeken wordt, kan verwacht worden dat een overdekking in het ene jaar zorgt voor een aanpassing van de begroting en daarmee een aanpassing van het sluittarief, met als gevolg een lagere overdekking of zelfs een onderdekking in het daaropvolgende jaar. In de vergelijking tussen 2008 en 2009 zien wij dat echter niet terug; er zijn zelfs negen centra die een hogere overdekking hebben in 2009 dan in Dit blijkt ook als de gegevens over beide jaren in tabel 2.4 vergeleken worden. Mogelijk speelt de meer soepele opstelling van de verzekeraars wat betreft vermogensopbouw door huisartsenlaboratoria hierbij een rol. Tijdens de diepteonderzoeken gaf een aantal centra aan hier vanaf 2009 ruimte voor te krijgen. Rapportage Kostenonderzoek eerstelijnsdiagnostiek - mei van 86

BELEIDSREGEL BR/CU-2066

BELEIDSREGEL BR/CU-2066 BELEIDSREGEL Eerste lijn (laboratorium-)onderzoeken voor huisartsenlaboratoria Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten

Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten BELEIDSREGEL Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten Op grond van artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Bijlage 1 bij beleidsregel CU-2073

Bijlage 1 bij beleidsregel CU-2073 Bijlage 1 bij beleidsregel CU-2073 INDELING TARIEFLIJST 2012 A. ALGEMEEN B. DIAGNOSTIEK 1. Beeldvormende diagnostiek 2. Klinisch-chemische en microbiologische laboratoriumonderzoeken 3. Pathologie 4. Nucleaire

Nadere informatie

Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012

Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012 Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012 Bepaling BKZ aandelen per medisch specialisme 1. Inleiding Dit memo dient ter voorbereiding op de 4 de klankbordgroepbijeenkomst

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Opbrengstverrekening 2008

Verantwoordingsdocument Opbrengstverrekening 2008 Verantwoordingsdocument Opbrengstverrekening 2008 Fase 2 / Berekening CVZ augustus 2010 Inhoud 1. Algemene inleiding 5 2. Berekening overdekking per ziekenhuis per boekjaar 7 3. Berekening schadelastschuif

Nadere informatie

MEDISCHE LABORATORIA. Amsterdam, 28 mei 2013

MEDISCHE LABORATORIA. Amsterdam, 28 mei 2013 MEDISCHE LABORATORIA Amsterdam, 28 mei 2013 DE NEDERLANDSE MARKT VOOR MEDISCHE DIAGNOSTIEK HEEFT EEN OMVANG VAN CA. 3MRD; CA. 800M IS EERSTELIJNS DIAGNOSTIEK Marktomvang (1) Ingeschat wordt dat de Nederlandse

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU 2079

BELEIDSREGEL BR/CU 2079 BELEIDSREGEL BR/CU 2079 EERSTELIJNSDIAGNOSTIEK Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Resultaten 3-4-5 stoelspraktijken

Resultaten 3-4-5 stoelspraktijken Memo SIGNIFICANT Aan: NZa C.c.: Afzender: Significant Datum: 21 juli 2010 Betreft: Resultaten 345 stoelsen Inleiding Op basis van de resultaten van het kostenonderzoek onder orthodontisten werkt de Nederlandse

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU 2148 EERSTELIJNSDIAGNOSTIEK

BELEIDSREGEL BR/CU 2148 EERSTELIJNSDIAGNOSTIEK BELEIDSREGEL BR/CU 2148 EERSTELIJNSDIAGNOSTIEK Op grond van artikel 57, eerste lid, onderdeel en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Uitgebracht aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) Utrecht, 12 november 2010 Drs. B Karssen (Significant) B.C. Jurling RA (ConQuaestor) 1 van 151

Uitgebracht aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) Utrecht, 12 november 2010 Drs. B Karssen (Significant) B.C. Jurling RA (ConQuaestor) 1 van 151 C Inkoopvoordelen en praktijkkosten apotheekhoudenden in Nederland in 2009 Resultaten van het onderzoek onder openbare apotheken, apotheekhoudende huisartsen, fabrikanten, groothandels en zorgverzekeraars

Nadere informatie

Inhoudsopgave BELEIDSREGEL BR/CU Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg

Inhoudsopgave BELEIDSREGEL BR/CU Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg BELEIDSREGEL Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg Inhoudsopgave Artikel 1. Reikwijdte... 2 Artikel 2. Doel van de beleidsregel... 2 Artikel 3. Begripsbepalingen... 2 Artikel 4. Kostprijsmodel...

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/12/70c 12D

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/12/70c 12D Aan het bestuur van de algemene ziekenhuizen (010) categorale ziekenhuizen (011) academische ziekenhuizen (020) epilepsie-instellingen (040) dialysecentra (060) audiologische centra (070) radiotherapeutische

Nadere informatie

Impactanalyse DOT Honorariumtarieven

Impactanalyse DOT Honorariumtarieven Conceptrapportage ten behoeve van klankbordgroep 6 Impactanalyse DOT Honorariumtarieven Deel 2 Versie 1, 5 augustus 2011 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Doelstelling 5 3. Referentie voor beoordeling 6 4. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

met inachtneming van: - Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

met inachtneming van: - Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), TARIEFBESCHIKKING Nummer Datum inwerkingtreding Datum beschikking TB-CU-2013-01 1 januari 2014 31 oktober 2014 Geldig tot Behandeld door 1 januari 2015 directie Zorgmarkten Cure De Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Artikel 1. Reikwijdte...2 Artikel 2. Doel van de beleidsregel...2

Artikel 1. Reikwijdte...2 Artikel 2. Doel van de beleidsregel...2 BELEIDSREGEL Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg Inhoudsopgave Artikel 1. Reikwijdte...2 Artikel 2. Doel van de beleidsregel...2 Artikel 3. Artikel 4. Begripsbepalingen...2 Kostprijsmodel

Nadere informatie

Terugkoppelsjabloon kostprijsmodel RZ15A

Terugkoppelsjabloon kostprijsmodel RZ15A Terugkoppelsjabloon kostprijsmodel RZ15A Versie 1.2 15 oktober 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Controles... 4 2.1 Algemeen... 4 2.2 Aanlevering documenten... 5 3 Fases conform het kostprijsmodel...

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG-17173

BELEIDSREGEL BR/REG-17173 BELEIDSREGEL Kostprijsmodel zorgproducten medischspecialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Verslag bijeenkomst CBT s t.b.v. onderzoek Mondzorg in kaart maandag 22 april 2013

Verslag bijeenkomst CBT s t.b.v. onderzoek Mondzorg in kaart maandag 22 april 2013 Verslag bijeenkomst CBT s t.b.v. onderzoek Mondzorg in kaart maandag 22 april 2013 Georganiseerd door Cobijt Aanwezig: Vertegenwoordigers van de Centra voor Bijzondere Tandheelkunde (CBT) Harold Scholman

Nadere informatie

Regeling Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten Kenmerk NR/CU-243

Regeling Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten Kenmerk NR/CU-243 NADERE REGEL Regeling Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten Op grond van artikel 62 jo. 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg 2013

BELEIDSREGEL BR/CU Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg 2013 BELEIDSREGEL BR/CU-5098 Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg 2013 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg

Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg BELEIDSREGEL Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, sub b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Zorginkoopbeleid 2020

Zorginkoopbeleid 2020 Zorginkoopbeleid 2020 Eerstelijns diagnostische centra Samengesteld op 21 maart 2019 Zorginkoopbeleid 2020 Eerstelijns Diagnostische Centra Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Strategie... 2 2.1 Algemeen... 2

Nadere informatie

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012.

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012. BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Advies Eerstelijnsdiagnostiek

Advies Eerstelijnsdiagnostiek Advies Eerstelijnsdiagnostiek Diagnostiek onderzocht december 2011 Inhoud Vooraf 5 Managementsamenvatting 7 1. Inleiding 9 1.1 Aanleiding 9 1.2 Doelstelling en onderzoeksvragen 9 1.3 Opbouw rapport 10

Nadere informatie

Notitie deelnemers klankbordgroep DOT honorariumcomponent medisch specialisten. Definitieve verdeling FTE. 1. Inleiding

Notitie deelnemers klankbordgroep DOT honorariumcomponent medisch specialisten. Definitieve verdeling FTE. 1. Inleiding Notitie deelnemers klankbordgroep DOT honorariumcomponent medisch specialisten Definitieve verdeling FTE 1. Inleiding In dit memo beschrijft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de definitieve verdeling

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-2144

BELEIDSREGEL BR/CU-2144 BELEIDSREGEL Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Functioneel ontwerp: Opbrengstverrekening 2010 en 2011 in 2012

Functioneel ontwerp: Opbrengstverrekening 2010 en 2011 in 2012 Verantwoordingsdocument Functioneel ontwerp: Opbrengstverrekening 2010 en 2011 in 2012 Fase 2 / Berekening CVZ november 2012 versie 0.3 Inhoud 1. Algemene inleiding 4 2. Berekening overdekking per instelling

Nadere informatie

Verantwoording dbcrelease

Verantwoording dbcrelease Document Verantwoording dbcrelease RZ19b Ingangsdatum 1 januari 2019 v20180920 Verantwoording dbc-release RZ19b Inhoud 1. Inleiding 3 1.1 Kengetallen 3 1.2 Impact van wijzigingsverzoeken 3 1.3 Controles

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: Opdrachtgever

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: Opdrachtgever CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: Opdrachtgever Afgegeven ten behoeve van de Nederlandse Zorgautoriteit en het Zorginstituut Nederland Wij hebben opdracht gekregen om de opgave specifieke

Nadere informatie

d. Met deze beleidsregel vervalt Artikel 9.4 lid b van de beleidsregel Extramurale zorg CA-289 (2008).

d. Met deze beleidsregel vervalt Artikel 9.4 lid b van de beleidsregel Extramurale zorg CA-289 (2008). Bijlage bij circulaire Care/AWBZ/09/22c Beleidsregel Lumpsum Zintuiglijk Gehandicapten 2009 1. Algemeen Kenmerk a. Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve

BELEIDSREGEL BR/REG Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Functioneel ontwerp: Opbrengstverrekening 2012 in 2014

Verantwoordingsdocument Functioneel ontwerp: Opbrengstverrekening 2012 in 2014 Verantwoordingsdocument Functioneel ontwerp: Opbrengstverrekening 2012 in 2014 Fase 2 / Berekening Zorginstituut Nederland November 2014 1 Inhoud 1. Algemene inleiding 3 2. Berekening opbrengstverschil

Nadere informatie

Verslag. Klankbordgroep honorariumtarieven DOT 2012 Datum: 19 september 2011. Tijd: 19.00 uur Locatie: NZa

Verslag. Klankbordgroep honorariumtarieven DOT 2012 Datum: 19 september 2011. Tijd: 19.00 uur Locatie: NZa Verslag Klankbordgroep honorariumtarieven DOT 2012 Datum: 19 september 2011 Tijd: 19.00 uur Locatie: NZa Opening Voorzitter de heer Noorlag van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) opent de vergadering

Nadere informatie

Impressie Benchmark Medische Technologie 2013

Impressie Benchmark Medische Technologie 2013 Impressie Benchmark Medische Technologie 2013 Impressie Benchmark Medische Technologie 2013 Inzicht in prestaties door benchmarking van kosten en kwaliteit van medische technologie met andere ziekenhuizen.

Nadere informatie

WAARDERINGSKAMER NOTITIE. Betreft: Managementsamenvatting benchmarkresultaten 1999-2002. Datum: 19 november 2003 Bijlage(n):

WAARDERINGSKAMER NOTITIE. Betreft: Managementsamenvatting benchmarkresultaten 1999-2002. Datum: 19 november 2003 Bijlage(n): WAARDERINGSKAMER NOTITIE Betreft: Managementsamenvatting benchmarkresultaten 1999-2002 Datum: 19 november 2003 Bijlage(n): Doel van de benchmark WOZ-kosten De afgelopen jaren heeft de Waarderingskamer

Nadere informatie

IMPRESSIE BMT Inzicht door benchmarking van kosten en kwaliteit van medische technologie

IMPRESSIE BMT Inzicht door benchmarking van kosten en kwaliteit van medische technologie Inzicht door benchmarking van kosten en kwaliteit van medische technologie IMPRESSIE BMT 2013 Sparrenheuvel 32, 3708 JE Zeist (030) 2 270 500 offertebureau@mxi.nl www.mxi.nl IMPRESSIE BENCHMARK MEDISCHE

Nadere informatie

Nacalculatie doorloop DBC s 2012 en nacalculatie 2013

Nacalculatie doorloop DBC s 2012 en nacalculatie 2013 BELEIDSREGEL Nacalculatie doorloop DBC s 2012 en nacalculatie 2013 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), maakt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

Toelichting op de honorariumberekening kaakchirurgie

Toelichting op de honorariumberekening kaakchirurgie Toelichting op de honorariumberekening kaakchirurgie juli 2013 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Proces 6 3. Tariefberekening op hoofdlijnen 7 4. Bepaling macrokader honorarium 2014 8 5. Productie 9 6. Toegekende

Nadere informatie

Bij de verschillende gemeentelijke diensten is informatie opgevraagd over of en hoe een integrale kostprijs berekend wordt.

Bij de verschillende gemeentelijke diensten is informatie opgevraagd over of en hoe een integrale kostprijs berekend wordt. Samenvatting onderzoek uniformering bedrijfseconomische uitgangspunten Doel onderzoek Het doel van het doelmatigheidsonderzoek was te komen tot voorstellen om de wijzen van berekening van de integrale

Nadere informatie

besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot vaststelling van de navolgende regeling.

besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot vaststelling van de navolgende regeling. NADERE REGEL Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg Gelet op de artikelen: - 35, zevende lid, - 36, eerste en derde lid, - 37, - 62, - 68, - 76, tweede lid, van de Wet marktordening

Nadere informatie

Onderzoek tarieven Lekstroom

Onderzoek tarieven Lekstroom Lekstroom Achtergronden, verloop en (mogelijk) vervolg Hordijk & Hordijk B.V. Recep Corduk 06 16 49 16 82 Frank Hordijk 06 50 27 06 73 Houten, 10 oktober 2016 ** 1 Situatie (1) Richting 2017 en verder

Nadere informatie

Kostenonderzoek Abortuszorg

Kostenonderzoek Abortuszorg Kostenonderzoek Abortuszorg (Deel A) Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nadere informatie

BEPALING MACRO-DEELBEDRAGEN 2014

BEPALING MACRO-DEELBEDRAGEN 2014 BEPALING MACRO-DEELBEDRAGEN 2014 1 Inleiding In deze notitie worden berekeningen gepresenteerd die ten grondslag liggen aan de bedragen die zijn opgenomen in de Regeling risicoverevening 2014. In de risicoverevening

Nadere informatie

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve ggz Kenmerk

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve ggz Kenmerk Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve ggz 2015-2017 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5047

BELEIDSREGEL BR/CU-5047 BELEIDSREGEL DBC-TARIFERING BEHANDELING EN VERBLIJF IN DE CURATIEVE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nadere informatie

VOLKSGEZONDHEID WELZIJN EN SPORT SCANPLAZA. Telefoonnummer (030)

VOLKSGEZONDHEID WELZIJN EN SPORT SCANPLAZA. Telefoonnummer (030) Nederlandse Zorgautoriteit Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Minister H.M. de Jonge Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG VOLKSGEZONDHEID WELZIJN EN SPORT 29 MEI 2019 SCANPLAZA Newtonlaan 1-41

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Zorginkoopbeleid 2018

Zorginkoopbeleid 2018 Zorginkoopbeleid 2018 Eerstelijns Diagnostische Centra Samengesteld op 30 maart 2017 Zorginkoopbeleid 2018 Eerstelijns Diagnostische Centra Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Strategie... 2 2.1 Algemeen... 2

Nadere informatie

Evaluatie aspecten verplicht eigen risico 2012 en 2013

Evaluatie aspecten verplicht eigen risico 2012 en 2013 Rapportage Evaluatie aspecten verplicht eigen risico 2012 en 2013 - Betalingsregelingen eigen risico Zvw - Sturing met eigen risico 13 mei 2014 Rapport evaluatie aspecten verplicht eigen risico 2012 en

Nadere informatie

Zorgautoriteit. Nederlandse. gereguleerde segment. Voor het overige deel, het vrije segment,

Zorgautoriteit. Nederlandse. gereguleerde segment. Voor het overige deel, het vrije segment, 770? /. Het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Minister mr. drs. B.J. Bruins Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030

Nadere informatie

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), PRESTATIE- EN TARIEFBESCHIKKING DOT Nummer Datum inwerkingtreding Datum beschikking 1 januari 2015 22 juli 2014 Geldig tot Behandeld door 1 januari 2016 directie Zorgmarkten Cure De Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5119

BELEIDSREGEL BR/CU-5119 BELEIDSREGEL Eenmalige verrekening overgangsregeling kapitaallasten kind en jeugd Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Betreft: Rapport van feitelijke bevindingen tariefherijking verpleging en verzorging

Betreft: Rapport van feitelijke bevindingen tariefherijking verpleging en verzorging Nederlandse Zorgautoriteit T.a.v. mw. drs. J.C.E. Kursten Directeur Regulering Per e-mail 28 juni 2018 Referentie: 2018-0470/RJP/ml/cg Betreft: Rapport van feitelijke bevindingen tariefherijking verpleging

Nadere informatie

Op grond van artikel 56a lid 2 Wmg geeft de NZa ambtshalve toepassing aan artikel 56a leden 1 en 7 Wmg.

Op grond van artikel 56a lid 2 Wmg geeft de NZa ambtshalve toepassing aan artikel 56a leden 1 en 7 Wmg. BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage Cure -ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw BELEIDSREGEL Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-2051

BELEIDSREGEL BR/CU-2051 BELEIDSREGEL Instandhoudingsinvesteringen Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Honorariumtarieven 2012 DOT B-segment

Honorariumtarieven 2012 DOT B-segment Informatiedocument: Honorariumtarieven 2012 DOT B-segment Ondersteunende specialismen Op dit document zijn de Algemene Voorwaarden van LOGEX, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Rotterdam, van toepassing.

Nadere informatie

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016 BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Een juiste interpretatie van een calculatie hangt af van de onderliggende gegevens. 1 Gebruikt u in de calculatie de bruto of de netto grondstofprijs?

Een juiste interpretatie van een calculatie hangt af van de onderliggende gegevens. 1 Gebruikt u in de calculatie de bruto of de netto grondstofprijs? Artikel 5 Opslagmethodiek; de techniek verder uitgewerkt. In het vorige artikel hebben we een start gemaakt met een technische uitleg van de techniek van de opslagcalculatie. Als het goed is hebt u voor

Nadere informatie

NADERE REGEL NR/CU-259. Regeling Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten. Copro 14188

NADERE REGEL NR/CU-259. Regeling Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten. Copro 14188 NADERE REGEL Copro 14188 Regeling Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten Op grond van artikel 62 jo. 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres Kenmerk SBES/djon/GGZ 088 770 8770 vragencure@nza.nl 0146749/0204428

Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres Kenmerk SBES/djon/GGZ 088 770 8770 vragencure@nza.nl 0146749/0204428 Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport T.a.v. mevrouw drs. E.I. Schippers Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11

Nadere informatie

Regionalisering van laboratoria

Regionalisering van laboratoria Regionalisering van laboratoria Wat zijn de effecten op de organisatie, de bedrijfsvoering en de informatisering in relatie met het EPD? Hélène Versteeg bedrijfsleider (H)KCL OLVG Oost/West transitiemanager

Nadere informatie

Praktijkkosten- en inkomensonderzoek huisartsenzorg

Praktijkkosten- en inkomensonderzoek huisartsenzorg Praktijkkosten- en inkomensonderzoek huisartsenzorg Significant B.V. Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld T 0342 40 52 40 KvK 39081506 info@significant.nl www.significant.nl Nederlandse Zorgautoriteit Barneveld,

Nadere informatie

DOT honorariumcomponent medisch specialisten 7e klankbordgroep bijeenkomst. 19 september 2011

DOT honorariumcomponent medisch specialisten 7e klankbordgroep bijeenkomst. 19 september 2011 DOT honorariumcomponent medisch specialisten 7e klankbordgroep bijeenkomst 19 september 2011 Inhoudsopgave 1. Evaluatie Memo 19 juli 2011 2. Tariefberekening DOT 2013 Memo 13 september 2011 2 Evaluatie

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5039

BELEIDSREGEL BR/CU-5039 BELEIDSREGEL BR/CU-5039 Rentevergoeding opbrengstverrekening GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Benchmark Kantoorcijfers 2012

Benchmark Kantoorcijfers 2012 Benchmark Kantoorcijfers 1 Inleiding Met deze benchmark, waaraan in 11 66 en in 1 kantoren deelnamen, wordt inmiddels voor de tweede keer een representatief inzicht gegeven in de branchecijfers van administratie-

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Tarief verpleegkundige dagopvang intensieve kindzorg

Verantwoordingsdocument Tarief verpleegkundige dagopvang intensieve kindzorg Verantwoordingsdocument Tarief verpleegkundige dagopvang intensieve kindzorg Juni 2016 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Kostenonderzoek verpleegkundige dagopvang intensieve kindzorg 5 2.1 Inleiding 5 2.2 Betrokkenheid

Nadere informatie

Memo. Kostenstructuur CBS. December 2017

Memo. Kostenstructuur CBS. December 2017 Memo Kostenstructuur CBS December 2017 Algemeen De taak van CBS is het van overheidswege verrichten van statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap en het openbaar maken van de

Nadere informatie

1.2 Procedures De werkwijze van het onderzoek naar de kostprijzen ziet er als volgt uit:

1.2 Procedures De werkwijze van het onderzoek naar de kostprijzen ziet er als volgt uit: Bijlage 1 bij nadere regel NR/CU-264 Controleprotocol aanleveringen kostprijzen zorgproducten medisch specialistische zorg COS 3000-onderzoek 1. Uitgangspunten 1.1 Inleiding Voor het gereguleerde segment

Nadere informatie

Prestaties en tarieven Zintuiglijk gehandicaptenzorg

Prestaties en tarieven Zintuiglijk gehandicaptenzorg BELEIDSREGEL Prestaties en tarieven Zintuiglijk gehandicaptenzorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Nota. 1. Inleiding. Rudi Bakker Sector SQS 11 Februari 2014

Nota. 1. Inleiding. Rudi Bakker Sector SQS 11 Februari 2014 Nota Financiële kengetallen Careinstellingen en zorgzwaarte 2012 Rudi Bakker Sector SQS 11 Februari 2014 1. Inleiding Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft het CBS verzocht om,

Nadere informatie

Indicatieve begroting Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Indicatieve begroting Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Indicatieve begroting Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Status Deze indicatieve begroting is bestemd voor de colleges van de deelnemers aan de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. Het doel is

Nadere informatie

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2009 t/m 31 december 2011

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2009 t/m 31 december 2011 BELEIDSREGEL Beleidsregel Overgangsregime kapitaallastenvergoeding () 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw),

Nadere informatie

Memo Representativiteit honoraria DOT 2013

Memo Representativiteit honoraria DOT 2013 Memo Representativiteit honoraria DOT 2013 Aan Leden van de klankbordgroep honorariumcomponent medisch specialisten Van Telefoonnummer E-mailadres Project honorariumtarieven DOT Onderwerp Datum Representativiteit

Nadere informatie

Gemeente Almere Onderzoek kostprijzen huishoudelijke hulp

Gemeente Almere Onderzoek kostprijzen huishoudelijke hulp Gemeente Almere Onderzoek kostprijzen huishoudelijke hulp Maarten Batterink, Bart Geurts en Wim Hoven 19 oktober 2016 Projectnummer: 16.324 Pagina 1 van 19 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Onderzoeksaanpak 4 3.

Nadere informatie

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ 2015-2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nadere informatie

ICT Benchmark Gemeenten 2009 Een impressie

ICT Benchmark Gemeenten 2009 Een impressie ICT Benchmark Gemeenten 2009 Een impressie ICT Benchmark Gemeenten 2009 Een impressie Deze rapportage is bedoeld om de lezer een indruk te geven van de resultaten die de ICT Benchmark Gemeenten oplevert

Nadere informatie

IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011

IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011 IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011 Sparrenheuvel, 3708 JE Zeist (030) 2 270 500 offertebureau@mxi.nl www.mxi.nl Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Zevende ronde ICT Benchmark Gemeenten 2011 3 1.2 Waarom

Nadere informatie

Toelichting uitval bij honorariumberekening. versie 1.0

Toelichting uitval bij honorariumberekening. versie 1.0 Toelichting uitval bij honorariumberekening versie 1.0 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Uitval algemeen... 4 3 Honorariumberekening... 6 4 Waardering uitvalproducten... 8 5 Waardering uitvalproducten...

Nadere informatie

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017 NADERE REGEL Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017 Gelet op de artikelen 36, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

Schadelast medisch specialistische zorg - Eindrapportage -

Schadelast medisch specialistische zorg - Eindrapportage - Schadelast medisch specialistische zorg - Eindrapportage - Zeist, juni 2009 Onderzoek in opdracht van Samenvatting: Achtergrond Vektis heeft in opdracht van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en het ministerie

Nadere informatie

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015 BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Voor de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tarieven vast van DBC-zorgproducten.

Voor de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tarieven vast van DBC-zorgproducten. Bijlage 1 Onderzoeksprotocol aanlevering kostprijzen GRZ op basis van kostprijsmodel 1. Uitgangspunten 1.1 Doelstelling Voor de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

VAN DATUM BETREFT CD/EvL 28 sept 2011 uitval honorariumberekening

VAN DATUM BETREFT CD/EvL 28 sept 2011 uitval honorariumberekening Europalaan 40 3526 KS Utrecht Postbus 2774 3500 GT Utrecht AAN NZa TELEFOON 030 285 08 00 FAX 030 285 08 01 WEBSITE www.dbconderhoud.nl Memo VAN DATUM BETREFT CD/EvL 28 sept 2011 uitval honorariumberekening

Nadere informatie

Impactanalyse DOT Honorariumtarieven

Impactanalyse DOT Honorariumtarieven Conceptrapportage ten behoeve van klankbordgroep 6 Impactanalyse DOT Honorariumtarieven Deel 1 Versie 1, 5 augustus 2011 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Afbakening en leeswijzer 4 3. Doelstelling 4 4. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

Controle- en onderzoeksprotocol Ketenzorg CZ 2013

Controle- en onderzoeksprotocol Ketenzorg CZ 2013 Controle- en onderzoeksprotocol Ketenzorg CZ 2013 1 Doelstelling In het kader van de NZA beleidsregel BR/CU-7074 Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type

Nadere informatie

Toelichting bepaling patiënteenheden in OpenAC

Toelichting bepaling patiënteenheden in OpenAC Toelichting bepaling patiënteenheden in OpenAC FENAC Versie 1.0 Utrecht, september 2007 Annius Groenink Niels Barnhard Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE 1 1. INLEIDING 3 2. PROBLEEMANALYSE 4 3. BESCHRIJVING

Nadere informatie

Voor bedrijven t/m 15 medewerkers Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering

Voor bedrijven t/m 15 medewerkers Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering TARIEF CALCULATOR en BEWAKER (TCB) Voor bedrijven t/m 15 werknemers PKM Adviseurs voor de metaal & technische sector Einsteinbaan 1 3439 NJ Nieuwegein 030 60523336 TARIEF CALCULATOR en BEWAKER (TCB) Voor

Nadere informatie

Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering

Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering TARIEF CALCULATOR en BEWAKER (TCB) Voor bedrijven t/m 15 werknemers PKM Adviseurs voor de metaal & technische sector Einsteinbaan 1 3439 NJ Nieuwegein 030 60523336 Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering

Nadere informatie

DOT honorariumcomponent medisch specialisten 4e klankbordgroep bijeenkomst. 20 april 2011

DOT honorariumcomponent medisch specialisten 4e klankbordgroep bijeenkomst. 20 april 2011 DOT honorariumcomponent medisch specialisten 4e klankbordgroep bijeenkomst 20 april 2011 Inhoudsopgave 1. Doel van de klankbordgroepbijeenkomst 2. Terugblik op 3 e bijeenkomst klankbordgroep (14-03-2011)

Nadere informatie

Kosten Rijksvaccinatieprogramma en Neonatale hielprikscreening

Kosten Rijksvaccinatieprogramma en Neonatale hielprikscreening BELEIDSREGEL Kosten Rijksvaccinatieprogramma en Neonatale hielprikscreening Op grond van artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), PRESTATIE- EN TARIEFBESCHIKKING DOT Nummer Datum inwerkingtreding Datum beschikking 1 januari 2016 18 november 2015 Geldig tot Behandeld door 1 januari 2017 directie Zorgmarkten Cure De Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Model begroting verantwoording kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg

Model begroting verantwoording kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg Model begroting verantwoording kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg In samenspraak met ActiZ is een model ontwikkeld voor de begroting en verantwoording van het kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg. De opzet

Nadere informatie

Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012

Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012 Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012 Achtergrond DHD enquête 1. Inleiding Tijdens de klankbordgroepbijeenkomst van 14 maart 2011 is de NZa verzocht om

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 248 Invoering Diagnose Behandeling Combinaties (DBCs) Nr. 235 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 juli 2012 In de vaste commissie

Nadere informatie

Tariefberekening zzp en vpt vv4 t/m 10. Beleidsregelwaarden 2020 en indicatieve berekening kwaliteitstoeslagen 2021

Tariefberekening zzp en vpt vv4 t/m 10. Beleidsregelwaarden 2020 en indicatieve berekening kwaliteitstoeslagen 2021 Tariefberekening zzp en vpt vv4 t/m 10 Beleidsregelwaarden 2020 en indicatieve berekening kwaliteitstoeslagen 2021 Versie 1, 2 juli 2019 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Tariefberekening in stappen 6 3. Tariefherijking

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 25539 20 augustus 2015 Informatieverstrekking gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde GGZ Vastgesteld op 11

Nadere informatie

5. Statistische analyses

5. Statistische analyses 34,6% 33,6% 31,5% 28,5% 25,3% 25,2% 24,5% 23,9% 23,5% 22,3% 21,0% 20,0% 19,6% 19,0% 18,5% 17,7% 17,3% 15,0% 15,0% 14,4% 14,3% 13,6% 13,2% 13,1% 12,3% 11,9% 41,9% 5. Statistische analyses 5.1 Inleiding

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5060

BELEIDSREGEL BR/CU-5060 BELEIDSREGEL Rentevergoeding opbrengstverrekening GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie