d. Met deze beleidsregel vervalt Artikel 9.4 lid b van de beleidsregel Extramurale zorg CA-289 (2008).

Transcriptie

1 Bijlage bij circulaire Care/AWBZ/09/22c Beleidsregel Lumpsum Zintuiglijk Gehandicapten Algemeen Kenmerk a. Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) die wordt geleverd door zorgaanbieders die zijn toegelaten voor de ZG. b. De beleidsregel treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin de mededeling als bedoeld in artikel 20, tweede lid, sub b, van de Wet Marktordening Gezondheidszorg (WMG) wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari c. De beleidsregel eindigt op 31 december d. Met deze beleidsregel vervalt Artikel 9.4 lid b van de beleidsregel Extramurale zorg CA-289 (2008). e. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel Lumpsum Zintuiglijk Gehandicapten Doel Met deze beleidsregel wordt het huidige beleid met betrekking tot de lumpsum Zintuiglijk Gehandicapten (ZG) ten dele herzien. Gevolg is dat het lumpsum bedrag dat begin 2009 uit de rekenstaten is gehaald wordt teruggeplaatst nadat de in deze beleidsregel genoemde correcties zijn toegepast. Deze beleidsregel beschrijft tevens hoe deze correcties tot stand zijn gekomen. 3. Beoordeling Lumpsum In 2008 hebben de verschillende zorgaanbieders met een lumpsum in hun budget een nadere onderbouwing aangeleverd in verband met (de voortzetting van) de in hun tarieven verwerkte lumpsum bedragen. De NZa heeft deze vervolgens onderverdeeld naar: 1. Kosten die reeds in het tarief zijn opgenomen 2. Kosten die niet onder de AWBZ vallen 3. Productie of expertise gerelateerde kosten De volgende onderdelen vallen onder de eerste twee categorieën: - Bijscholing: dit wordt reeds gefinancierd uit het reguliere tarief - Leerstoel: dit wordt niet gefinancierd vanuit de AWBZ - Kapitaalslasten: dit wordt gefinancierd uit de kapitaalslastencomponent in het tarief - Communicatie: Het deel dat niet gerelateerd is aan specifieke eisen van de doelgroep wordt niet vanuit de AWBZ gefinancierd De overgebleven onderdelen zijn onderverdeeld in productie en expertise gerelateerde delen (zie artikel 4)

2 Verschil visueel en auditief Bij de aanlevering van de verschillende zorgaanbieders bleek een groot verschil in lumpsumbedragen tussen de auditieve en visuele instellingen. Bij de berekening van de opslagen zijn de twee deelsectoren dan ook apart gehouden. 2 van 6 4. Lumpsum 2009 Door de vertraagde invoering van een nieuwe bekostiging voor de extramurale ZG zorg zullen in 2009 in de rekenstaat van de betreffende instellingen 3 componenten worden opgenomen. De drie componenten zijn als volgt: 1. Expertise component In afwachting van het onderzoek van het Ministerie van VWS naar de expertise functie in de Zintuiglijk Gehandicapten sector is dit bedrag vastgesteld op basis van de aanlevering Eenmalige Aanvulling Extramurale ZG kosten Dit zijn: a. Opleidingskosten voor nieuw personeel, b. administratie kosten hoge frequentie indicaties en inschrijvingen, c. loonkosten leidinggevend personeel extra locaties, d. communicatiekosten direct gerelateerd aan beperkingen cliënten. In 2010 zullen deze kosten opgenomen worden in een aparte opslag op de tarieven. 3. Eenmalige Aanvulling ZG voor FWG mix: Dit zijn kosten die gemaakt worden door de inzet van een hogere Functie Waardering Gezondheidszorg (FWG)-mix ten opzichte van de reguliere Gehandicaptensector. Deze mix is in 2010 meegenomen in de berekening van de kostprijzen. De gebruikte benaming is de benaming waaronder de componenten in de rekenstaat zijn terug te vinden. 5. Ambsthalve vaststelling Met inachtneming van het in deze beleidsregel bepaalde stelt de NZa ambtshalve de tarieven van de zorgaanbieders vast.

3 TOELICHTING 3 van 6 1. Inleiding en proces afspraken 2006 Eind 2006 is door VIVIS/SIAC het Plan van Aanpak aangeboden dat is opgesteld door de Zintuiglijk Gehandicapten sector In 2007 heeft op basis van het Plan van Aanpak overleg plaatsgevonden tussen de verschillende organisaties over het te volgen traject. In 2007 is daaropvolgend de beleidsregel Extramurale zorg aangepast met regels voor bekostiging van zorg voor mensen met een zintuiglijke beperking. Een onderdeel van de beleidsregel is de planning voor de afbouw van de lumpsum. Hiertoe is de sector gevraagd om de lumpsum die in de rekenstaat staat te verklaren. Het doel van de afbouw was om meer transparantie in de bekostiging van de ZG-sector te verkrijgen. In 2007 bleek dat de gestelde deadline voor het aanleveren van een onderbouwing van de lumpsum niet haalbaar was voor de verschillende instellingen. Daardoor heeft de NZa besloten om het tijdspad te verlengen. Nogmaals is van beide kanten benadrukt dat het eindresultaat (volledige afbouw per 1 januari 2009) hetzelfde zou blijven Begin 2008 is gebleken dat instellingen niet, niet voldoende en op verschillende wijzen de onderbouwing van de lumpsum aanleverden. De Nza heeft daarop op grond van de beleidsregel extramurale zorg besloten over te gaan op de afbouw van het niet verklaarde deel van de lumpsum in 2 gelijke tranches. Dit is opgenomen als reservering in de rekenstaat die is afgegeven na de budgetronde van april Uiteindelijk hebben de ZG-instellingen zich ingespannen om de verzochte onderbouwing aan te leveren en heeft de NZa de reservering grotendeels gecorrigeerd in de rekenstaten die zijn afgegeven in de maanden juli/augustus van Hierbij is wel aangegeven dat dit een voorlopige budgetmutatie betrof aangezien het doel nog steeds de totale afbouw van de lumpsum blijft. De NZa had op dat moment nog niet de mogelijkheid gehad om de verschillende posten in de lumpsum voldoende te kunnen beoordelen. Het ging hierbij om de posten: Expertise innovatie; Scholing; Administratie; Toegankelijkheid; Alleen over de post communicatie heeft de NZa een uitspraak gedaan. Zij heeft aangegeven niet akkoord te gaan met de post communicatie gezien het feit dat de kosten hiervan niet op grond van de AWBZ bekostigd worden. Dit heeft de NZa in juni 2008 per brief aan de zorgaanbieders medegedeeld.

4 Uiteindelijk is het door verschillende omstandigheden niet gelukt om in 2009 de lumpsum helemaal af te bouwen en een nieuwe bekostigingssytematiek in te voeren. Daarom is het hele traject uitgesteld tot van 6 2. Nieuwe systematiek In 2009 is door de NZa een passende bekostigingsmethode voor de extramurale ZG zorg ontwikkeld. De sector heeft hiervoor ook een voorzet gedaan, echter deze week dusdanig af van de huidige reguliere extramurale bekostiging dat er meer onderzoek nodig is naar de sector om hier verder mee te kunnen. De NZa heeft dan ook gekeken naar andere oplossingen binnen de huidige bekostigingssystematiek. Gekozen is voor een systeem met een basistarief met daarop een opslag voor extra ZG-kosten. Daarnaast is er gekeken naar de expertise en innovatie component. Aangezien er in de hele CARE steeds meer gesproken wordt over expertise functie is aan het ministerie van VWS gevraagd hier een uitspraak over te doen. In afwachting van dit onderzoek dan wel uitspraak zal voor de ZG sector de expertise component in de rekenstaten blijven staan van die instellingen met een lumpsum in hun budget die de onderbouwing hebben aangeleverd. Nieuwe tarieven Op grond van het onderzoek heeft de NZa nieuwe tarieven berekend voor de extramurale zg-prestaties De berekeningen en de uitgangspunten van de berekeningen zijn getoetst door PricewaterhouseCoopers (PWC). De NZa heeft ervoor gekozen de berekeningen aan te laten sluiten bij de overige Care-sectoren. In de opslag extra kosten ZG is het volgende opgenomen: 1. Opleidingskosten nieuw personeel; 2. Administratiekosten hoge frequentie indicaties en inschrijvingen; 3. Loonkosten leidinggevend personeel extra locaties; 4. Communicatiekosten direct gerelateerd aan beperking cliënten. Ad 1. Voor ZG-sector bestaan geen officiële opleidingen. Dit betekent dat instellingen hun personeel zelf moeten opleiden en dat daaraan derhalve extra kosten zijn verbonden; Ad 2. Binnen de visuele instellingen is sprake van relatief korte behandeltrajecten van een beperkt aantal maanden waardoor sprake is van een hoge frequentieverdeling van komen en gaan van cliënten (omloopsnelheid), hetgeen leidt tot hogere kosten; Ad 3. Met de aansturing van extra locaties in verband met landelijke verspreiding van cliënten zijn eveneens extra kosten gemoeid; Ad 4. Gezien de beperkingen van cliënten is sprake van extra kosten voor communicatie zoals drukkosten in bijvoorbeeld braille. Werkwijze Om de opslag te berekenen is uitgegaan van de afgesproken aantallen extramurale zorg per subsector voor Het totale lumsumbedrag per subsector is gedeeld door het afgesproken aantal prestaties.

5 Gekozen is om afzonderlijke tarieven te berekenen voor auditieve en visuele extramurale prestaties. De reden hiervoor is dat de extra kosten ZG en kosten voor de landelijke expertisefunctie sterk verschillen tussen beide subsectoren. 5 van 6 3. Beoordeling lumpsum Verval lumpsum In totaal bedraagt de lumpsum in de rekenstaten per ,1 miljoen (exclusief index 2008). Dit bedrag is als volgt opgebouwd: Te onderbouwen lumpsum (def. 2007) 32,8 mln. Vrijwillig ingeleverd door aanbieders 9,0- mln. Correctie (incl. deels teruggedraaid) 0,7- mln. 23,1 mln. Na onderzoek van de aangeleverde onderbouwing acht de NZa van de 23,1 een bedrag van 18.5 verklaard en derhalve blijft dit bedrag behouden voor de zg-sector. Van dit bedrag is een bedrag van op basis van de verwachte productie-uren verdeeld in een opslag voor extra ZG kosten in de door de NZa nieuw ontwikkelde tarieven (zie volgende paragraaf). Het resterende gedeelte zal opgenomen worden als specifieke Expertise Component in de verschillende rekenstaten van de instellingen die lumpsum bedragen in de rekenstaat 2008 hadden en onderbouwd hebben. Resteert derhalve een bedrag van ongeveer (in totaal) 5 miljoen dat de NZa als niet verklaard deel van de lumpsum heeft aangemerkt. In het onderzoek heeft de NZa geconstateerd dat bij een aantal instellingen sprake was van dubbele vergoeding kapitaallasten (zowel in de lumpsum als via de tarieven en nacalculatie). Ook heeft de NZa een deel van de post communicatie in de lumpsum van een aantal instellingen gecorrigeerd. Landelijke expertise functie De NZa heeft een bedrag van van de lumpsum ZG gereserveerd voor de (zogenaamde) landelijke expertise functie ZG. 4. Lumpsum 2009 De lumpsum 2009 komt in 3 componenten terug in de rekenstaat: 1. Expertise component 2009 Deze component is het bedrag dat in de aanlevering van de zorgaanbieders is aangemerkt als Expertise en Innovatie kosten. Hierop is gecorrigeerd voor de FWG-mix. Dit bedrag staat in de rekenstaat totdat duidelijk is wat er met de expertise functie gaat gebeuren. 2. Eenmalige Aanvulling ZG Extramuraal 2009 Door de vertraagde invoering van de nieuwe bekostiging zijn de kosten die in de opslag terug moeten komen eenmalig terug gezet in de rekenstaat. Hierop is zoals boven beschreven op een aantal punten gecorrigeerd. Deze post wordt in 2010 opgenomen in de opslag op de tarieven.

6 3. Eenmalige Aanvulling ZG ivm FWG mix 2009 Door de invoering van de nieuwe kostprijzen in 2010 is de post FWG- mix voor 2009 eenmalig terug gezet in de rekenstaten. Deze post is in 2010 meegenomen in de berekening van de kostprijzen. 6 van 6