Hoofdstuk 1 Curriculumoverzicht voltijd HAN-Pabo

Transcriptie

1 Deel 3 van het Opleidingsstatuut (OS): Beschrijving van het onderwijs van de bacheloropleiding tot leraar basisonderwijs van HAN Pabo, locaties Arnhem en Nijmegen (voltijdopleiding). In dit document zijn een aantal documenten uit het opleidingsstatuut opgenomen uit het OS die horen bij de Onderwijs- en examenregeling (OER). Hierin wordt het onderwijs van de opleiding tot leraar basisonderwijs (voltijdopleiding) in op HAN Pabo, locaties Arnhem en Nijmegen, nader uitgewerkt. De beschrijving van de voltijdopleiding is voor HAN Pabo gemeenschappelijk voor beide locaties. De beschrijvingen betreffen het majordeel van de opleiding (210 studiepunten). Het minordeel (30 studiepunten) het deel van de opleiding waarin je keuzes maakt om je te verbreden of verdiepen om je in jouw beroepsuitoefening te kunnen profileren is hier niet opgenomen. De belangrijkste en ook het grootste deel betreft de beschrijving van de inhoud van de onderwijseenheden (OWE s) van de bacheloropleiding tot leraar basisonderwijs (de voltijdopleiding) op HAN Pabo locatie Nijmegen. Dit geeft je een gedetailleerd beeld van de inrichting van de opleiding. Ze beschrijven de vier studiejaren zoals ze in het studiejaar zijn ingericht. Je kunt hier ook zien welke prestaties in moeten worden verricht om voldoendes te behalen voor de tentamens in deze opleiding. Enkele tentamens dragen het predicaat integrale toets. Dit zijn tentamens waarin de student aantoont dat hij de onderlinge samenhang van onderwijsinhouden begrijpt en kan hanteren in het praktische handelen. Over de gehele opleiding leg je in totaal tweerie keer een integrale toets af. Deze integrale toetsen zijn ook opgenomen in het overzicht van de onderwijseenheden. Inhoud Hoofdstuk 1 Curriculumoverzicht voltijd HAN-Pabo Hoofdstuk 2 Gegevens onderwijseenheden propedeutische fase voltijd HAN-Pabo Hoofstuk 3a Gegevens onderwijseenheden post-propedeutische fase voltijd HAN-Pabo , Pabo 2 en Hoofstuk 3b Gegevens onderwijseenheden post-propedeutische fase voltijd HAN-Pabo , Afstudeerfase, Pabo

2 Hoofdstuk 1 Curriculumoverzicht voltijd HAN-Pabo Overzicht OWEs per periode, start studiejaar september Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 OWE 1 Leraar primair onderwijs (5) OWE 5 Ontwikkeling zien (5) OWE 8 Zicht krijgen op cultuur (7,5) OWE 11 Cultuurbewust leraar zijn (7,5) OWE 2 Ontwikkelings- psychologie (5) OWE 6 Stage tussenbeoordeling (2,5) OWE 9 Masterclasses (2,5) OWE 3 Communiceren en leidinggeven (2,5) OWE 7 Verdiepen in rekenontwikkeling (7,5) Deel A: 2,5 Deel B: 5 OWE 4 Psychologie van het leren (5) OWE 10 Verdiepen in taalontwikkeling (7,5) Deel A: 5 Deel B: 2,5 OWE 13 Instapeis rekenen OWE 12 Opleidingsbekwaam (2,5) Slb-lijn Stage

3 Overzicht OWEs per periode, start studiejaar februari = F-stroom (locatie Arnhem) Periode 3 Periode 4 Periode 1 Periode 2 OWE 1 Leraar primair onderwijs (5) OWE 5 Ontwikkeling zien (5) OWE 8 Zicht krijgen op cultuur (7,5) OWE 11 Cultuurbewust leraar zijn (7,5) OWE 2 Ontwikkelings- psychologie (5) OWE 6 Stage tussenbeoordeling (2,5) OWE 9 Masterclasses (2,5) OWE 3 Communiceren en leidinggeven (2,5) OWE 7 Verdiepen in rekenontwikkeling (7,5) Deel A: 2,5 Deel B: 5 OWE 4 Psychologie van het leren (5) OWE 10 Verdiepen in taalontwikkeling (7,5) Deel A: 5 Deel B: 2,5 OWE 12 Opleidingsbekwaam (2,5) OWE 13 Instapeis rekenen Slb-lijn Stage

4 Curriculumoverzicht postpropedeutische fase voltijd HAN-Pabo Curriculumopbouw HAN Pabo, voltijd programma , tweede studiejaar = eerste studiejaar kernfase: Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 OWE 2.1 Verdiepen in vakdidactieken (7,5) OWE 2.3 Leren vanuit nieuwsgierigheid (7,5) OWE 2.10 Kiezen voor jongere of oudere kind (2,5) OWE 2.2 Ontwikkeling in kaart brengen (7,5) OWE 2.4 Communiceren en afstemmen (5) OWE 2.7 Kritisch denken over onderwijs (5) OWE 2.8 Creatief denken en handelen 7,5) OWE 2.5 Afstemmen op onderwijsbehoeften (7,5) OWE 2.9 Ontwerpen vanuit leerlijnen (7,5) OWE 2.6 Verdiepende masterclasses (2,5) Stage Slb-lijn Stage

5 Curriculumopbouw HAN Pabo, voltijd programma , derde studiejaar = tweede studiejaar kernfase: Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 OWE 2.11 Specialiseren in een vakgebied (5) OWE 2.12 Thematisch ontwerpen voor alle leerlingen (10) OWE 2.13 Onderwijs maken we samen (7,5) Minor (30 OWE 2.14 Verdiepende masterclasses 2 (2,5) OWE 2.15 Integrale Toets afstudeerbekwaam (7,5) Slb-lijn Stage

6 Curriculumopbouw HAN Pabo afstudeerfase Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Slb-lijn 3.1 Integraal junior leraar zijn (22,5) 3.2 Praktijkonderzoek (15) 3.3 Denken en werken vanuit een professioneel werkconcept (PWC) (7,5) 3.4 Meesterproef (10) 3.5 Integrale toets Startbekwaam leraar zijn (5) Slb-lijn Stage

7 Curriculumopbouw HAN Pabo tweede studiejaar = eerste studiejaar kernfase voor studenten die in februari met de opleiding zijn begonnen (F-stroom): Periode 3 Periode 4 Periode 1 Periode 2 OWE 2.1 Verdiepen in vakdidactieken (7,5) OWE 2.3 Leren vanuit nieuwsgierigheid (7,5) OWE 2.10 Kiezen voor jongere of oudere kind (2,5) OWE 2.2 Ontwikkeling in kaart brengen (7,5) OWE 2.4 Communiceren en afstemmen (5) OWE 2.7 Kritisch denken over onderwijs (5) OWE 2.8 Creatief denken en handelen 7,5) OWE 2.5 Afstemmen op onderwijsbehoeften (7,5) OWE 2.9 Ontwerpen vanuit leerlijnen (7,5) OWE 2.6 Verdiepende masterclasses (2,5) Stage Slb-lijn Stage

8 Curriculumopbouw HAN Pabo derde studiejaar = tweede studiejaar kernfase voor studenten die in februari met de opleiding zijn begonnen (F-stroom): Periode 3 Periode 4 Periode 1 Periode 2 OWE 2.11 Specialiseren in een vakgebied (5) OWE 2.12 Thematisch ontwerpen voor alle leerlingen (10) OWE 2.13 Onderwijs maken we samen (7,5) Minor (30) OWE 2.14 Verdiepende masterclasses 2 (2,5) OWE 2.15 Integrale Toets afstudeerbekwaam (7,5) Slb-lijn Stage

9 Curriculumopbouw HAN Pabo afstudeerfase F-stroom Periode 3 Periode 4 Periode 1 Periode 2 Slb-lijn 3.1 Integraal junior leraar zijn (22,5) 3.2 Praktijkonderzoek (15) 3.3 Denken en werken vanuit een professioneel werkconcept (PWC) (7,5) 3.4 Meesterproef (10) 3.5 Integrale toets Startbekwaam leraar zijn (5) Slb-lijn Stage

10 Hoofdstuk 2 Gegevens onderwijseenheden propedeutische fase voltijd HAN-Pabo Overzicht OWEs per periode, start studiejaar september Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 OWE 1 Leraar primair onderwijs (5) OWE 5 Ontwikkeling zien (5) OWE 8 Zicht krijgen op cultuur (7,5) OWE 11 Cultuurbewust leraar zijn (7,5) OWE 2 Ontwikkelings- psychologie (5) OWE 6 Stage tussenbeoordeling (2,5) OWE 9 Masterclasses (2,5) OWE 3 Communiceren en leidinggeven (2,5) OWE 7 Verdiepen in rekenontwikkeling (7,5) Deel A: 2,5 Deel B: 5 OWE 4 Psychologie van het leren (5) OWE 10 Verdiepen in taalontwikkeling (7,5) Deel A: 5 Deel B: 2,5 OWE 13 Instapeis rekenen OWE 12 Opleidingsbekwaam (2,5) Slb-lijn Stage

11 Overzicht OWEs per periode, start studiejaar februari = F-stroom Periode 3 Periode 4 Periode 1 Periode 2 OWE 1 Leraar primair onderwijs (5) OWE 5 Ontwikkeling zien (5) OWE 8 Zicht krijgen op cultuur (7,5) OWE 11 Cultuurbewust leraar zijn (7,5) OWE 2 Ontwikkelings- psychologie (5) OWE 6 Stage tussenbeoordeling (2,5) OWE 9 Masterclasses (2,5) OWE 3 Communiceren en leidinggeven (2,5) OWE 7 Verdiepen in rekenontwikkeling (7,5) Deel A: 2,5 Deel B: 5 OWE 4 Psychologie van het leren (5) OWE 10 Verdiepen in taalontwikkeling (7,5) Deel A: 5 Deel B: 2,5 OWE 12 Opleidingsbekwaam (2,5) OWE 13 Instapeis rekenen Slb-lijn Stage

12 Titel onderwijseenheid P 1.01 OWE 1 Leraar Primair onderwijs, P Opleiding Opleiding tot leraar basisonderwijs 2. Doelgroep Propedeuse voltijd HAN Pabo 3. Beroepstaak/beroepstak en Lesgeven Begeleiden van lerende(n) 4. Competenties Pedagogisch competent Competent in samenwerken met collega s Vakinhoudelijk en didactisch competent Competent in reflectie en ontwikkeling 5. Ingangseisen n.v.t. 6. Samenhang met andere OWEs 7. Onderwijsperiode Periode 1, F-stroom periode 3 8. Studiepunten/studielast: 5 stp / 140 sbu In deze onderwijseenheid oriënteren studenten zich op het beroep van leraar primair onderwijs. Ze maken kennis met het beroep d.m.v. gastcolleges van basisschoolleerkrachten, literatuuronderzoek over actuele onderwijsthema s en brengen een bezoek aan een basisschool. Aan de hand van een mini-onderzoek per groep maken studenten kennis met de leerlijn onderzoekende leraar. In owe 8 bouwen ze hierop voort wanneer ze een probleemverkenning schrijven. De component onderzoekende houding van deze leerlijn speelt een rol bij de stage. De aspecten van het beroep en opleiding worden verder in het jaar uitgediept. Het betreffen hier zowel kennis als vaardigheden en attitude aspecten. In OWE 3 leren studenten feedback geven en ontvangen en wordt gewerkt aan de presentatievaardigheden.

13 Onderwijstijd (inclusief contacttijd) Geprogrammeerde contacttijd + gastlessen Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele en groepszelfwerkzaamheid Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 26 uur 114 uur 140 uur 9. Algemene omschrijving Studenten onderzoeken in kleine groepen actuele thema s (1 per groep) naar keuze die leven in het werkveld, zoals Leren met ICT, Opbrengstgericht werken, Passend Onderwijs, Opvoeding tot verantwoordelijk burgerschap, Internationalisering en TTO (tweetalig onderwijs) en Wetenschap- en technologieonderwijs. Ze worden hierbij ondersteund door onderwijsactiviteiten die worden verzorgd door experts uit opleiding en het werkveld. De onderwijseenheid wordt afgesloten met een groeps-ict rijke presentatie over een actueel onderwijsthema. Kennis van en toepassing de onderzoekscyclus, toepassing van bronnen, inzet van technologie, presentatievaardigheden en peerfeedback worden betrokken in het eindoordeel. De groepspresentatie wordt beoordeeld door een docent met een cijfer, waarbij 25% van het cijfer wordt bepaald door de peerfeedback van de groep. 10. Doelen OWE De student toont een onderzoekende houding ten opzichte van het beroep van leraar primair onderwijs; hij vindt gevarieerde bronnen om één actueel thema te doorgronden en verwerkt de gevonden informatie kritisch. De student werkt constructief samen met medestudenten om met vergelijkbare inspanning een goed resultaat neer te zetten. De student kan hierbij ICT-middelen doelgericht inzetten bij de presentatie (kennisclip, poster, dia-slide, mini documentaire). De student heeft basiskennis over actuele ontwikkelingen in het onderwijs en heeft zich minimaal in één thema verdiept. De student kent de stappen van de onderzoekscyclus en kan deze toepassen in een kleinschalig onderzoek. 11. Relatie met de kennisbases GKB A.1.2. GKB A GKB A GKB A GKB C.1.2 GKB C.2.1 KB Engelse taal. 12. Tentaminering Tentamenvorm aantal examinatoren Oordeel (cijfer/ (niet) voldaan) Groepspresentatie actueel onderwijsthema, P-MP-THE01 weging minimaal oordeel tentamen-moment

14 Groepspresentatie (inclusief peerfeedback) 1 Cijfer 100% 5,5 Periode 1, herkansing periode 2. F-stroom periode 3, herkansing periode 4. Eigen vaardigheid Engels B1, P-KTd-ENG01 Kennistoets (digitaal) 13. Beoordelingscriteria Groepspresentatie actueel onderwijsthema (Inclusief peerfeedback) 1 (niet) voldaan - V Periode 1, herkansing periode 4. F-stroom periode 3, herkansing periode De kernbegrippen van het thema worden helder toegelicht. De inhoud heeft duidelijke samenhang en is logisch opgebouwd. 2. Daarnaast is het thema van meerdere kanten belicht, wat uitmondt in een heldere, gefundeerde visie op het thema. 3. De bronnen zijn relevant, recent en toegepast in de presentatie. 4. Er wordt tijdens de expositie gebruik gemaakt van functionele technologieën. 5. Het onderzoeksproces is zichtbaar en helder beschreven in de presentatie. 6. De presentatie is voldoende informatief, logisch opgebouwd en representatief. Eigen vaardigheid Engels B1 De student heeft Engels B1 niveau. De student wordt getoetst op de onderdelen Reading en Use of English (waar ook grammatica onderdeel van uitmaakt) Titel onderwijseenheid P 1.02 OWE 2 Ontwikkelingspsychologie, P Opleiding Opleiding tot leraar basisonderwijs 2. Doelgroep Propedeuse voltijd HAN Pabo 3. Beroepstaak/beroepstak en Begeleiden van lerende(n)

15 4. Competenties SBL-competenties op niveau 1: Pedagogisch competent Interpersoonlijk competent 5. Ingangseisen n.v.t. 6. Samenhang met andere OWEs 7. Onderwijsperiode Periode 1, F-stroom periode 3 In deze OWE verdiepen studenten zich in het ontwikkelende (schoolgaande) kind. Hier wordt een basis gelegd voor de parallelle OWEs: OWE 1, OWE 3 en OWE 4. In de volgende periode leren de studenten de opgedane kennis herkennen bij het leren zien van ontwikkeling van kinderen (OWE 5). 8. Studiepunten/studielast 5 stp = 140 SBU Geprogrammeerde contacttijd + gastlessen Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele en groepszelfwerkzaamheid Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 24 uur 116 uur 140 uur 9. Algemene omschrijving In deze OWE verdiepen studenten zich in het kind in ontwikkeling. Ze maken kennis met theorieën en concepten uit de ontwikkelingspsychologie op verschillende terreinen. Aan bod komen onder andere de sociale ontwikkeling, fysieke groei en motorische ontwikkeling, de ontwikkeling van het brein, emotionele ontwikkeling, morele ontwikkeling en levensbeschouwelijke ontwikkeling. In de volgende periode leren de studenten de opgedane kennis herkennen bij het kijken naar kinderen. 10. Doelen OWE De student heeft basiskennis van de ontwikkeling van kinderen van nul tot ongeveer dertien jaar. Studenten gaan deze kennis daarnaast toepassen op hun eigen ontwikkelingsproces en andere onderwerpen. 11. Relatie met de kennisbasis GBK A Tentaminering tentamenvorm aantal examinatoren cijfer / (niet) voldaan Kennistoets ontwikkelingspsychologie, P-KTd-ONT01 weging minimaal oordeel tentamen-moment Kennistoets 1 cijfer 100% 5,5 Periode 1, herkansing periode 2 of 3. F-stroom periode 3, herkansing in periode 4 of 1.

16 13. Beoordelingscriteria De student heeft basiskennis van de ontwikkeling van kinderen van nul tot ongeveer dertien jaar. In een digitale toets wordt de kennis getoetst aan de hand van meerkeuzevragen. Deze vragen gaan o.a. over het herkennen van kenmerken van ontwikkelingstheorieën, praktijkvoorbeelden waarin de kennis toegepast wordt en verschillende fasen van ontwikkeling op meerdere gebieden. Titel onderwijseenheid P 1.03 OWE 3 Communiceren en leiding geven, P Opleiding Opleiding tot leraar basisonderwijs 2. Doelgroep Propedeuse voltijd HAN Pabo 3. Beroepstaak/beroepstak en Begeleiden van lerende(n) 4. Competenties SBL-competenties op niveau 1: Interpersoonlijk competent Pedagogisch competent Competent in reflectie en ontwikkeling. 5. Ingangseisen n.v.t. 6. Samenhang met andere OWE s De kennis en vaardigheden uit OWE 3 past de student toe in de stage en worden meegenomen in de tussenbeoordeling stage OWE 6 en eindbeoordeling stage en de integrale toets van OWE 12 (Opleidingsbekwaam). 7. Onderwijsperiode Periode 1 en 2, F-stroom periode 3 en 4 8. Studiepunten/studielast 2,5 stp = 70 SBU Geprogrammeerde contacttijd + gastlessen Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele en groepszelfwerkzaamheid Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 9. Algemene omschrijving In deze onderwijseenheid staat de interpersoonlijke competentie binnen adaptief onderwijs centraal. Thema s die aan bod komen zijn: interactiemodellen, gedragsbeïnvloeding, groepsdynamica, feedback geven en ontvangen en basiscommunicatie. De student kan de thema s verbinden aan het concept van adaptief onderwijs en kan uitleggen waarom 26 uur 44 uur 70 uur

17 deze inhouden relevant zijn binnen adaptief onderwijs. De student oefent met de inhouden van de thema s binnen de opleiding en in de stage. 10. Doelen OWE De student kan basiskennis over leidinggeven toepassen. De student begrijpt en hanteert de principes van basiscommunicatie. De student kan verantwoorden waarom communicatievaardigheden relevant zijn binnen adaptief onderwijs. 11. Relatie met de kennisbases Relatie met de kennisbasis: GKB: A Interactiemodellen GKB: A Gedragsbeïnvloeding GKB: A Communicatietheorieën GKB: A Groepsdynamica GKB: B.1.2.a Motivatietheorieën 12. Tentaminering tentamenvorm aantal examinatoren cijfer / (niet) voldaan Performance assessment communicatie, P-MP-COM01 Performance assessment (in tweetallen). weging minimaal oordeel tentamen-moment 1 (per student) cijfer 100% 5,5 Periode 2, herkansing tijdens periode 3. F-stroom periode 4, herkansing periode Beoordelingscriteria De student laat in het performance assessment zien dat hij de kennis van het aan hem toegewezen onderwerp uit de onderwijseenheid op het niveau van zijn medestudenten kan toepassen. De student laat in het performance assessment zien dat hij in staat is de elementen van basiscommunicatie te hanteren en in te zetten. Titel onderwijseenheid P 1.04 OWE 4 Psychologie van het leren, P Opleiding Opleiding tot leraar basisonderwijs 2. Doelgroep Propedeuse voltijd HAN Pabo

18 3. Beroepstaak/beroepstak en Lesgeven Begeleiden van lerende(n) 4. Competenties SBL competenties op niveau 1 Competent in reflectie en ontwikkeling Vakinhoudelijke en didactische competentie 5. Ingangseisen n.v.t. 6. Samenhang met andere OWE s 7. Onderwijsperiode Periode 1, F-stroom periode 3 Deze OWE sluit vooral aan op OWE 1 Leraar worden, OWE 2 Ontwikkelingspsychologie en OWE 6 Stage. Beide OWE s worden aangeboden in de eerste periode. 8. Studiepunten/studielast 5 stp = 140 SBU Geprogrammeerde contacttijd + gastlessen Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele en groepszelfwerkzaamheid Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 21 uur 119 uur 140 uur 9. Algemene omschrijving Deze onderwijseenheid gaat over hoe je zelf leert en hoe kinderen leren. De student wordt zich bewust van zijn sterke kanten als lerende en van mogelijke blinde vlekken en valkuilen en kan alternatieve manieren inzetten om het leren van zichzelf en kinderen te bevorderen. Hij leert wat het begrip kennis inhoudt en wat de betekenis hiervan is voor het functioneren als leraar. De verschillende onderdelen van het lesvoorbereidingsmodel worden besproken en de student leert aan de hand van voorbeelden doelen en beginsituatie helder omschrijven. De student begrijpt hij wat computational thinking is en hoe hij deze vaardigheid kan inzetten bij zijn lesgeven. Bovendien wordt geleerd hoe ICT het leren kan ondersteunen. Tijdens de ICT-lessen maakt de student kennis met Onderwijs Online (de HAN ELO). 10. Doelen OWE De student weet waarom het belangrijk is eerder opgedane ervaringen en geleerde kennis bewust en actief te koppelen aan nieuwe ervaringen en nieuwe kennis. De student kan aangeboden theorieën over leren koppelen aan zijn ervaringen. De student kan de begrippen fixed en growth mindset toelichten aan de hand van zijn eigen ontwikkeling. De student kan in eenvoudige leersituaties adequaat van de begrippen reproductief en betekenisgericht leren, toepassen en ervaren, oppervlakte- en diepteverwerking, afhankelijk en onafhankelijk leren, intuïtieve kennisbasis, denkactiviteiten, sturing van het leren, het voorstellingsvermogen, de rol van gevoelens en emoties bij het leren, waarneming, misconcepties en zelfvertrouwen hanteren. De student kan verschillende denk- en regulatieactiviteiten benoemen, zowel voor zijn eigen leren als dat van kinderen.

19 11. Relatie met de kennisbases De student begrijpt de verschillende onderdelen van het lesvoorbereidingsmodel voor (les)activiteiten en kan in een al ingevuld model onderscheiden in welke mate een doel en een beginsituatie helder is omschreven. GKB: A1.1 Theorieën en concepten cognitieve ontwikkeling GKB: B1 Leerfuncties GKB: C1 Professionele ontwikkeling 12. Tentaminering tentamenvorm aantal examinatore n cijfer / (niet) voldaan Kennistoets leerpsychologie, P-KTd-LEER01 weging minimaal oordeel tentamen-moment Kennistoets 1 cijfer 100% 5,5 Periode 1, herkansing periode 2 of 3 F-stroom periode 3, herkansing periode 4 of Beoordelingscriteria In een digitale toets wordt de kennis getoetst aan de hand van meerkeuzevragen bestaande uit kennis-, inzicht en toepassingsvragen. De student: weet waarom het belangrijk is eerder opgedane ervaringen en geleerde kennis bewust en actief te koppelen aan nieuwe ervaringen en nieuwe kennis; kent de begrippen fixed en growth mindset en kan deze toepassen in een casus; kan de volgende begrippen hanteren: reproductief en betekenisgericht leren, toepassen en ervaren, oppervlakte- en diepteverwerking, afhankelijk en onafhankelijk leren, intuïtieve kennisbasis, denkactiviteiten, sturing van het leren, het voorstellingsvermogen, de rol van gevoelens en emoties bij het leren, waarneming, misconcepties en zelfvertrouwen hanteren; kan verschillende denk- en regulatieactiviteiten benoemen, zowel voor zijn eigen leren als dat van kinderen; begrijpt de verschillende onderdelen van het lesvoorbereidingsmodel voor (les)activiteiten en kan in een al ingevuld model onderscheiden in welke mate een doel en een beginsituatie helder is omschreven. Titel onderwijseenheid P 1.05 OWE 5 Ontwikkeling zien, P Opleiding Opleiding tot leraar basisonderwijs

20 2. Doelgroep Propedeuse voltijd HAN Pabo 3. Beroepstaak/beroepstak en Lesgeven Begeleiden van lerende(n) 4. Competenties SBL-competenties op niveau 1: pedagogisch vakinhoudelijk en didactisch reflectie en ontwikkeling 5. Ingangseisen n.v.t. 6. Samenhang met andere OWE s 7. Onderwijsperiode Periode 2, F-stroom periode 4. Het herkennen van opgedane kennis vanuit periode 1 in de praktijk: ontwikkelingspsychologie, leerpsychologie en communiceren (gesprek aan kunnen gaan met leerlingen over leerlingen). 8. Studiepunten/studielast 5 stp = 140 SBU Geprogrammeerde contacttijd + gastlessen Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele en groepszelfwerkzaamheid Stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 34 uur 76 uur 30 uur 140 uur 9. Algemene omschrijving In deze OWE gebruikt de student de eerder verworven kennis met betrekking tot leren en ontwikkeling om ontwikkeling te zien bij leerlingen in de basisschoolleeftijd en de student herkent hoe in de praktijk van de stageschool ontwikkeling gestimuleerd wordt. De student creëert situaties (kleine activiteiten) waarin hij gericht een kind of een groepje kinderen kan observeren. De student maakt kennis met verschillende manier van observeren. De eerder opgedane kennis met betrekking tot leren en ontwikkeling wordt herordend vanuit algemene (didactische) uitgangspunten vanuit OJW en Bewegingsonderwijs. Er wordt kennis verworven over en geoefend met observeren en het trekken van verantwoorde conclusies uit het beeldmateriaal. Toepasbare kernbegrippen: ontwikkeling van geografisch besef, de ontwikkeling van de ruimtelijke oriëntatie en kaartvaardigheid op verschillende schaalniveaus (eigen omgeving, Nederland, Europa, Wereld), ontwikkeling van tijdsbesef, ontwikkeling van historisch besef, conceptuele ontwikkeling en misconcepties, rijke leeromgeving, leren met concreet materiaal, onderzoekend leren, ontwerpend leren, motorische ontwikkeling in relatie tot cognitieve ontwikkeling, inrichten van een schoolplein, sociaal emotionele ontwikkeling in relatie tot bewegingsonderwijs, beweegtussendoortjes, groene spelen en vakkenintegratie in de praktijk.

21 10. Doelen OWE De student kan in een onderwijssituatie observeren waarbij hij kennis over observeren toepast. De student toont aan dat hij kennis heeft van inhouden en kernconcepten van OJW en van bewegingsonderwijs voor het jonge kind en het oudere kind en kan die herkennen en in de ontwikkelingsfasen/ -lijn plaatsen. De student toont aan dat hij kennis heeft van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van ontwikkeling van OJW en Beweging, geografisch besef, de ontwikkeling van de ruimtelijke oriëntatie en kaartvaardigheid, ontwikkeling van tijdsbesef, ontwikkeling van historisch besef, conceptuele ontwikkeling en misconcepties, onderzoekend leren, motorische ontwikkeling en daarbij relaties legt met leer- en ontwikkelingsprocessen van kinderen. De student kan kenmerken van bewegende jonge kinderen en oudere kinderen in de praktijk herkennen en benoemen vanuit de theorie. 11. Relatie met de kennisbases GBK: A.1.1 AK: 1.1, 1.2, 2.1, 3.1 GES: 1.1, 1.2, 2.1, 3.1 NOTE: 1.1, 1.2, 2.1, 3.1 BEW: 1.2, 2.5, Tentaminering Tentamenvorm aantal examinatore n Ontwikkeling zien, P-SP-ONT02 Schriftelijke presentatie (DPF) cijfer / (niet) voldaan weging minimaal oordeel tentamen-moment 1 cijfer 100% 5,5 Periode 2, herkansing periode 3 F-stroom periode 4, herkansing periode Beoordelingscriteria De student geeft een duidelijke verantwoording van de manier van observeren. Deze is onderbouwd vanuit de theorie en beschrijft concreet waarneembaar gedrag, Met behulp van de ontwikkelingslijnen kan de student aangeven in welke fase van ontwikkeling het kind zich bevindt. Dit is onderbouwd door gesprekken met medestudenten en/of mentor en/of vakdocent en relevante literatuur. Er worden concrete omschrijvingen van de ontwikkelingsfasen gegeven. De fasen ervoor en erna op de ontwikkelingslijn worden meegenomen in de uitwerking van de observatie. Vaktermen en begrippen vanuit de verschillende vakgebieden en ontwikkelingslijnen van kinderen worden correct weergegeven en gebruikt.

22 Titel onderwijseenheid P 1.06 OWE 6 Stage: tussenbeoordeling, P Opleiding Opleiding tot leraar basisonderwijs 2. Doelgroep Propedeuse voltijd HAN Pabo 3. Beroepstaak/beroepstaken Lesgeven Begeleiden van lerende(n) Ontwerpen van leerarrangementen Bijdragen aan de schoolorganisatie 4. Competenties SBL-competenties op niveau 1 Interpersoonlijk competent Pedagogisch en didactisch competent Competent in reflectie en ontwikkeling 5. Ingangseisen n.v.t. 6. Samenhang met andere OWEs 7. Onderwijsperiode Periode 2, F-stroom periode 4 Deze OWE heeft een samenhang met OWE 3, 4, 5 en 10. In OWE 3 krijgt de student kennis over interactiemodellen, gedragsbeïnvloeding, groepsdynamica, feedback geven en ontvangen en communicatietheorieën. De student oefent met deze inhouden binnen de opleiding en in de stage. OWE 4 bereidt de student voor op het leren leren van kinderen en het formuleren van een beginsituatie en het stellen van doelen bij de voorbereiding van (les)activiteiten. Vanuit OWE 5 gebruikt de student de aangeboden kennis met betrekking tot leren en ontwikkeling om ontwikkeling te zien bij leerlingen in de basisschoolleeftijd en herkent hij hoe in de praktijk van de stageschool ontwikkeling gestimuleerd wordt. 8. Studiepunten/studielast 2,5 stp = 70 SBU Geprogrammeerde contacttijd + gastlessen Stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 9. Algemene omschrijving In deze onderwijseenheid staan de activiteiten in de beroepspraktijk centraal. De student past de opgedane kennis toe en voert minimaal ieder dagdeel een stageopdracht of activiteit uit. De student oefent met het geven van lessen binnen verschillende leergebieden en kan daarbij gebruik maken van stagesuggesties die worden aangereikt vanuit de verschillende OWE s. De student vraagt de mentor minimaal twee maal feedback op zijn communicatievaardigheden (m.b.v. de kijkwijzer 3 uur 67 uur 70 uur

23 basiscommunicatie). In een zelfevaluatie kan de student reflecteren op zijn ontwikkeling, zijn praktijkervaringen koppelen aan theorie en nieuwe leerwensen formuleren. 10. Doelen OWE De student toont in de beroepspraktijk dat hij op een professionele wijze contact kan maken met leerlingen en collega s. De student toont in de beroepspraktijk dat hij binnen eenvoudige situaties leiding kan geven aan leerlingen. De student toont in zijn zelfevaluatie aan dat hij zicht heeft op zijn ontwikkeling en hier in de stage sturing aan heeft kunnen geven. 11. Relatie met de kennisbases GKB A2.1.3 GKB A2.2.1 GKB A3.1.3 GKB A3.2 GKB B2.2 GKB C Tentaminering Tentamenvorm aantal examinatore n Tussenbeoordeling stage, P-ST-TUS01 Gesprek 30 minuten o.b.v. schriftelijke presentatie. Stagetussenbeoordeling gebaseerd op oordeel school- praktijkopleider, advies van de mentor en zelfevaluatie student. cijfer / (niet) voldaan weging minimaal oordeel tentamen-moment 1 cijfer 100% 6,0 Periode 2, F-stroom periode 4 (indien onvoldoende dan is tweede toetskans bij eindbeoordeling stage P1.12) 13. Beoordelingscriteria De student toont enthousiasme voor het beroep leraar. De student stemt in zijn basiscommunicatie op een plezierige en professionele wijze af op leerlingen. De student geeft binnen eenvoudige contexten leiding aan een groep leerlingen. De student gebruikt de feedback van leerlingen, zijn mentor en andere professionals om zicht te krijgen op zijn ontwikkeling.

24 De student laat voldoende didactische, interpersoonlijke, pedagogische competentie zien evenals competentie in reflectie en ontwikkeling. In zijn stage-evaluatieverslag maakt de student gebruik van functionele structuurmarkeerders. In zijn stage-evaluatieverslag staat de kernzin (hoofdgedachte) in de alinea s op de juiste plaats (1 e, 2 e of laatste zin). Titel onderwijseenheid P 1.07 deel A OWE 7 Verdiepen in rekenontwikkeling deel A, P Opleiding Opleiding tot leraar basisonderwijs 2. Doelgroep Propedeuse voltijd HAN Pabo 3. Beroepstaak/beroepstak en Lesgeven 4. Competenties SBL-competenties op niveau 1 Interpersoonlijk competent Vakinhoudelijk en didactisch competent Organisatorisch competent Competent in reflectie en ontwikkeling 5. Ingangseisen n.v.t. 6. Samenhang met andere OWEs 7. Onderwijsperiode Periode 3 Deze OWE sluit aan op OWE 4 Psychologie van het leren en OWE 5 Ontwikkeling zien. 8. Studiepunten/studielast 2,5 stp = 70 SBU Geprogrammeerde contacttijd + gastlessen Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele en groepszelfwerkzaamheid Stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 9 uur 9 uur 52 uur 70 uur

25 9. Algemene omschrijving In de OWE wordt specifiek ingezoomd op Rekenen-wiskunde ontwikkeling en didactiek binnen de domeinen Hele Getallen en Meetkunde. De compacte en diepe verkenning in deze OWE doet een beroep op leer- en studievaardigheden die in de eerste periode bij OWE 4 Psychologie van het leren zijn aangereikt en geoefend. Door een eerste vakverbinding te maken (Rekenenwiskunde en OJW), ervaart de student leerzame en in het dagelijks leven vanzelfsprekende verbindingen tussen vakgebieden. Deze OWE appelleert aan en bevordert de onderzoekende houding van de student Doelen OWE De student herkent de domeinen en kenmerkende (vak)concepten binnen het vakgebied Rekenen-wiskunde globaal in methodes en andere leermiddelen, waaronder veelgebruikte ICT-programma s. De student oefent in de (stage) praktijk met de didactieken van de domeinen. De student weet welke materialen (waaronder ICT-middelen) en modellen ingezet kunnen worden binnen de domeinen en kent hun functie. De student weet dat kinderen verschillende strategieën hanteren bij het oplossen van Rekenen-wiskunde opgaven, kan deze herkennen en benoemen. De student laat een onderzoekende houding zien en weet hoe hij deze bij kinderen kan op roepen. De student laat zien de (schoolomgeving) als context te kunnen gebruiken om met kinderen meetkundige aspecten onderzoeken. De student maakt een betekenisvolle verbinding tussen de leergebieden Rekenen-wiskunde en OJW en ontwerpt van daaruit een ICT-rijke, theoretisch en didactisch onderbouwde meetkundige/ojw activiteit. De student kan zijn ontwerp verantwoorden vanuit de aangedragen (vak)concepten en didactische benaderingen uit de Rekenenwiskunde en OJW. De student evalueert het ontwerp en uitvoering van deze activiteit en vraagt hierop feedback van medestudenten. Relatie met de kennisbases KB Rekenen/Wiskunde: 2. Hele getallen/ 5. Meetkunde KB Aardrijkskunde: 4.3 KB Geschiedenis: 4.2 KB Natuur en techniek: 1.1 / 2.1 / 3.1/4.2/ Tentaminering Beoordelingscriteria Tentamenvor m aantal examinatoren cijfer / (niet) voldaan Groepspresentatie Meetkunde/OJW, P-MP-RW03 Mondelinge presentatie weging minimaal oordeel tentamen-moment 1 Cijfer 100% 5,5 Periode 3, herkansing in periode 4 De student laat door middel van de groepspresentatie zien dat hij - een meetkundig en op de OJW-vakken gebaseerde speurtocht via de ontwerpcyclus kan ontwerpen, uitvoeren en evalueren. - meetkundige inhouden en didactieken kan koppelen aan de ontworpen speurtocht.

26 - OJW en meetkunde doelen voor kinderen kan formuleren die aansluiten op de beginsituatie van de kinderen. - ICT- middelen functioneel kan inzetten. - de onderzoekende houding van leerlingen kan stimuleren. - de leerlingen kaartvaardigheden kan aanleren. - aandacht heeft voor kennis en inzicht in de natuurlijke en historische werkelijkheid van de eigen omgeving. Titel onderwijseenheid P 1.07 deel B OWE 7 Verdiepen in rekenontwikkeling deel B, P Opleiding Opleiding tot leraar basisonderwijs 2. Doelgroep Propedeuse voltijd HAN Pabo 3. Beroepstaak/beroepstak en Lesgeven 4. Competenties SBL-competenties op niveau 1 Interpersoonlijk competent Vakinhoudelijk en didactisch competent Organisatorisch competent Competent in reflectie en ontwikkeling 5. Ingangseisen n.v.t. 6. Samenhang met andere OWEs 7. Onderwijsperiode Periode 4 Deze OWE sluit aan op OWE 4 Psychologie van het leren en OWE 5 Ontwikkeling zien. 8. Studiepunten/studielast 5 stp = 140 SBU Geprogrammeerde contacttijd + gastlessen Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele en groepszelfwerkzaamheid Stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 18 uur 18 uur 104 uur 140 uur

27 9. Algemene omschrijving In de OWE wordt specifiek ingezoomd op Rekenen-wiskunde ontwikkeling en didactiek binnen de domeinen Hele Getallen en Meten. De compacte en diepe verkenning in deze OWE doet een beroep op leer- en studievaardigheden die in de eerste periode bij OWE 4 Psychologie van het leren zijn aangereikt en geoefend Doelen OWE De student herkent de domeinen en kenmerkende (vak)concepten binnen het vakgebied Rekenen-wiskunde globaal in methodes en andere leermiddelen, waaronder veelgebruikte ICT-programma s. De student oefent in de (stage) praktijk met de didactieken van de domeinen. De student weet welke materialen (waaronder ICT-middelen) en modellen ingezet kunnen worden binnen de domeinen en kent hun functie. De student weet dat kinderen verschillende strategieën hanteren bij het oplossen van Rekenen-wiskunde opgaven, kan deze herkennen en benoemen. Relatie met de kennisbases KB Rekenen/Wiskunde: 2. Hele getallen/ 4. Meten KB Aardrijkskunde: 4.3 KB Geschiedenis: 4.2 KB Natuur en techniek: 1.1 / 2.1 / 3.1/4.2/ Tentaminering tentamenvorm aantal examinatore n cijfer / (niet) voldaan wegin g minimaal oordeel tentamen-moment Kennistoets Rekenendomeinen, P-KTs-RW Beoordelingscriteria Kennistoets (open en gesloten vragen) 1 cijfer 100% 5,5 Periode 4, herkansing in augustus Door middel van de kennistoets wordt getoetst of de studenten de volgende doelen hebben behaald: De student herkent de domeinen en kenmerkende (vak)concepten binnen het vakgebied Rekenen-wiskunde globaal in methodes en andere (ICT-)leermiddelen. De student kan de didactieken van de domeinen Hele Getallen en Meten toepassen. De student weet welke materialen (waaronder ICT-middelen) en modellen ingezet kunnen worden binnen de domeinen en kent hun functie. De student weet dat kinderen verschillende strategieën hanteren bij het oplossen van Rekenen-wiskunde opgaven, kan deze herkennen en benoemen.

28 Titel onderwijseenheid P 1.08 Zicht krijgen op cultuur, P Opleiding Opleiding tot leraar basisonderwijs 2. Doelgroep Propedeuse voltijd HAN Pabo 3. Beroepstaak/beroepstak en Begeleiden van lerende(n) Bijdragen aan de schoolorganisatie 4. Competenties SBL-competenties op niveau 1: Interpersoonlijk competent Pedagogisch competent Competent in het samenwerken met de omgeving Competent in reflectie en ontwikkeling 5. Ingangseisen n.v.t. 6. Samenhang met andere OWEs 7. Onderwijsperiode Periode 3, F-stroom periode 1 Met OWE 1.11 Cultuurbewust leraar zijn: de kennis uit OWE 1.08 wordt in OWE 1.11 gebruikt om de eigen culturele beginsituatie te analyseren en te beschrijven. Daarnaast komt de leerlijn onderzoekende leraar hier aan bod en bouwt de student daarmee voort op de kennis over onderzoek en de onderzoeksvaardigheden die zijn opgedaan bij OWE 1.01 Leraar Primair onderwijs. 8. Studiepunten/studielast 7,5 stp = 210 SBU Geprogrammeerde contacttijd + gastlessen 27 uur Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele en groepszelfwerkzaamheid 57 uur Stage 126 uur Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 210 uur 9. Algemene omschrijving In deze OWE wordt de student zich bewust van zijn culturele, maatschappelijke en levensbeschouwelijke geschiedenis en van de invloed die deze achtergrond heeft op zijn huidige ideeën, opvattingen, normen, waarden, vanzelfsprekendheden en voorkeuren (over onderwijs). Vanuit een aantal kapstokken over de relatie tussen onderwijs, cultuur en samenleving, leert de student vervolgens kritisch kijken naar authentieke beroepssituaties die hieraan raken: Wat speelt er op een school en met welke

29 dilemma s heeft een leraar te maken?. De student maakt dus kennis met de complexe positie van de leraar in de klas, de school en de samenleving en wordt gevraagd zich hier actief toe te verhouden. Het product van de OWE is een verslag van een probleemstelling en probleemverkenning. De student onderzoekt en beschrijft in tweetallen een voor het beroep relevant probleem of vraagstuk. Schrijven is een grafisch-instrumentele vormgevende vaardigheid, waarbij cultureel bepaalde tekens worden gebruikt, bedoeld om schriftelijke communicatie mogelijk te maken. Het schrift is de basis van de westerse culturele ontwikkeling. 10. Doelen OWE De student kan concepten als cultuur, cultuurverschillen, culturele diversiteit, multiculturaliteit en acculturatie aan de hand van voorbeelden relateren aan (wereld)burgerschapsvormende opdracht van de school. De student kan culturele vraagstukken in het onderwijs vanuit verschillende inhoudelijke invalshoeken in samenhang overzien en analytisch belichten, (d.w.z. met elkaar in verband brengen en kritisch beschouwen). De student kan op basis hiervan een eigen beargumenteerd standpunt innemen aangaande het vraagstuk. De student kan een probleemstelling en probleemverkenning schrijven (leerlijn Onderzoekende leraar) die voldoet aan de eisen van een onderzoeksverslag en normen van de professionele standaard niveau 1. De student kan een samenhangend, logisch betoog schrijven. De student is zich bewust van het belang een goed verzorgd handschrift t.b.v. zijn werk/uitstraling als leraar in de klas en bij de communicatie naar ouders. De student beseft dat het aanleren van een goed handschrift bij de leerlingen alleen kan gebeuren door iemand die deze vaardigheid zelf op een evident hoger niveau beheerst. De student kan drie soorten schrift hanteren: Methodisch schrift, lerarenschrift en blokschrift (Handschriftontwikkeling). 11. Relatie met de kennisbases KB generiek A2, A3, C KB handschrift Tentaminering Tentamenvorm aantal examinatoren Probleemverkenning cultuur, P-SP-CULT01 Schriftelijke presentatie (in tweetallen) Handschriftontwikkeling, P-SP-HAND01 cijfer / (niet) voldaan weging minimaal oordeel tentamen-moment 1 cijfer 100% 5,5 Periode 3, herkansing in periode 4 F-stroom periode 1, herkansing periode 2 Schriftelijke toets 1 Cijfer 0% 5,5 Periode 3, herkansing in periode 4

30 13. Beoordelingscriteria Probleemstelling en probleemverkenning cultuur F-stroom periode 1, herkansing periode 2 Inhoudelijke ontwikkeling De student kan een gekozen vraagstuk vanuit verschillende inhoudelijke invalshoeken in samenhang overzien en analytisch belichten; d.w.z. met elkaar in verband brengen en kritisch beschouwen. Schrijven/onderzoeken De student kan een vraagstuk binnen het thema Cultuurbewust leraar zijn zoals ervaren in de basisschoolpraktijk helder beschrijven en formuleert aan het einde van de probleemstelling een logisch onderzoeksdoel. De student kan een probleemverkenning uitvoeren betreffende een vraagstuk binnen het thema Cultuurbewust leraar zijn en daar helder over schrijven. De student kan het gekozen vraagstuk vanuit verschillende inhoudelijke invalshoeken overzien en analytisch belichten; d.w.z. met elkaar in verband brengen en kritisch beschouwen. Hij maakt hierbij gebruik van hiervoor genoemde inhoudelijke invalshoeken en concepten. De onderzoeksvraag vloeit logisch voort uit de probleemverkenning en staat in relatie tot het doel van het onderzoek. Van de minimaal vier geraadpleegde bronnen is er minimaal één internationaal (Engelstalig). De probleemstelling en probleemverkenning bestaan uit minimaal 2000, maximaal 3000 woorden. De bronvermelding is volgens APA-normen. De tekst bevat maximaal vijf schijf- en/of taalfouten. De centrale vraag van de tekst is goed herkenbaar. Alinea s en paragrafen zijn inhoudelijk afgebakend; ze bevatten respectievelijk één duidelijke hoofdgedachte of thema. De samenhang binnen en tussen alinea s is duidelijk met correct gebruik van voegwoorden, signaalwoorden en verwijswoorden. Handschriftontwikkeling De student kan drie soorten schrift hanteren: methodisch schrift zowel op papier als bord (digitaal schoolbord en whiteboard); lerarenschrift en blokschrift op papier. De student hanteert een goede pengreep. Titel onderwijseenheid P 1.09 Masterclasses, P Opleiding Opleiding tot leraar basisonderwijs

31 2. Doelgroep Studenten propedeuse voltijd HAN Pabo 3. Beroepstaak/beroepstaken Ontwerpen van leerarrangementen 4. Competenties SBL-competenties op niveau 1: Vakinhoudelijk en didactisch competent Interpersoonlijk competent Organisatorisch competent Competent in reflectie en ontwikkeling 5. Ingangseisen De student mag enkel aan de masterclass deelnemen als hij zich hiervoor heeft ingeschreven. 6. Samenhang met andere OWEs De student kan op basis van voorgaande OWEs een bewuste keuze maken voor specifieke masterclasses. In OWE 5, 7 en 10 is een begin gemaakt met didactiek van verschillende leergebieden. Die kan in deze OWE verbreed of verdiept worden, afhankelijk van de keuze van de masterclass. 7. Onderwijsperiode Periode 3 en 4, F-stroom periode 4 en 1 8. Studiepunten/studielast 2,5 stp = 70 SBU Geprogrammeerde contacttijd + gastlessen Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele en groepszelfwerkzaamheid Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 9. Algemene omschrijving In de masterclasses leert de student van vak- en vormingsspecialisten uit verschillende leergebieden op welke wijze hij leerlingen kan activeren en daarbij nieuwe inzichten toe kan passen. De masterclasses bestaan uit 2 bijeenkomsten van 90 minuten. De eerste bijeenkomst bestaat uit een inspirerend, verdiepend, vakgericht aanbod met veel ruimte voor oefenen en experimenteren. De tweede bijeenkomst bestaat uit het delen van de leeropbrengsten en het optillen van individuele leerervaringen tot een collectief leermoment. In periode 3 en 4 kunnen studenten na intekening de bijeenkomsten volgen. Ingetekenen betekent verplicht aanwezig zijn en participeren. Registratie vindt plaats in Alluris. 10. Doelen OWE De student is op de hoogte van de actuele theoretische inzichten omtrent het thema. De student kan vanuit theorie en praktijk onderzoeken wat de toegevoegde waarde is van een nieuw inzicht voor leerlingen. De student kan bijdragen aan de professionele dialoog met medestudenten. 11. Relatie met de kennisbases Generieke kennisbasis A. Het lerende en zich ontwikkelende kind. 12 uur 58 uur 70 uur

32 B. Onderwijzen en opvoeden, het verzorgen van onderwijs voor het kind op school. C. Kwaliteit en innovatie. 12. Tentaminering Tentamenvorm aantal examinatoren cijfer / (niet) voldaan weging Bij een onvoldoende resultaat zal de student een nieuwe masterclass moeten volgen. Masterclass propedeuse 1, P-SP-MAS01 minimaal oordeel tentamen-moment Mondelinge presentatie 1 cijfer 25% 5,5 Laatste bijeenkomst van de masterclass, periode 3, (Fstroom periode 4), herkansing is in de vorm van het volgen van een nieuwe masterclass in de volgende periode. Masterclass propedeuse 2, P-SP-MAS02 Mondelinge presentatie 1 cijfer 25% 5,5 Laatste bijeenkomst van de masterclass, periode 3, (Fstroom periode 4), herkansing is in de vorm van het volgen van een nieuwe masterclass in de volgende periode. Masterclass propedeuse 3, P-SP-MAS03 Mondelinge presentatie 1 cijfer 25% 5,5 Laatste bijeenkomst van de masterclass, periode 4, (Fstroom periode 1), herkansing is in de vorm van het volgen van een nieuwe masterclass in de volgende periode. Masterclass propedeuse 4, P-SP-MAS04

33 Mondelinge presentatie 1 cijfer 25% 5,5 Laatste bijeenkomst van de masterclass, periode 4, (Fstroom periode 1), herkansing is in de vorm van het volgen van een nieuwe masterclass in de volgende periode. 13. Beoordelingscriteria De student krijgt voor iedere masterclass een beoordeling op basis van onderstaande criteria. Het gemiddelde van de vier cijfers vormt het cijfer waarmee deze onderwijseenheid afgesloten kan worden. De student laat in beide bijeenkomsten een actieve en onderzoekende houding zien ten aanzien van het thema van de masterclass en de vaardigheden die hij daarbij als persoon nodig heeft. De student kan op respectvolle wijze feedback geven en ontvangen aan medestudenten en van daaruit bijdragen aan de professionele dialoog onder junior-collega s. De student laat zien dat hij inzichten uit de beroepspraktijk benut in de dialoog met junior-collega s. De student laat zien dat hij in zijn eigen beroepspraktijk op een creatieve wijze gebruik kan maken van de kennis uit de masterclass. Titel onderwijseenheid P 1.10 Deel A OWE 10 Verdiepen in taalontwikkeling Deel A P Opleiding Opleiding tot leraar basisonderwijs 2. Doelgroep Propedeuse voltijd HAN Pabo 3. Beroepstaak/beroepstake n Lesgeven 4. Competenties SBL-competenties op niveau 1: Vakinhoudelijk en didactisch competent. 5. Ingangseisen n.v.t. 6. Samenhang met andere OWEs Deze OWE sluit aan op de OWE 4 Psychologie van het leren. De algemene leerpsychologie krijgt hier de toepassing in concrete didactiek voor taalontwikkeling.

34 7. Onderwijsperiode Periode 2, F-stroom periode 4 8. Studiepunten/studielast 5 stp = 140 SBU Geprogrammeerde contacttijd + gastlessen Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele en groepszelfwerkzaamheid Stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 26 uur 48 uur 66 uur 140 uur 9. Algemene omschrijving In deze OWE wordt taal in bredere zin (als expressie- en communicatiemiddel) verkend. In de OWE wordt specifiek ingezoomd op taalontwikkeling binnen de domeinen jeugdliteratuur, woordenschat en mondelinge taalvaardigheid. Door een eerste vakverbinding te maken (taal en kunsten) ervaart de student net als in het primair onderwijs de voor leerlingen leerzame en in de werkelijkheid vanzelfsprekende verbindingen tussen vakgebieden. 10. Doelen OWE Student kan uitleggen dat taal overal is, kinderen taal leren op een natuurlijke manier en dat kinderen zich in vele verschijningsvormen van taal kunnen uitdrukken. De student kan dit illustreren met voorbeelden. Student kan verwoorden hoe het taalverwervingsproces en de taalontwikkeling bij kinderen verloopt. Student kan de 7 componenten van kennis over taal: de fonologische, semantische, morfologische, grammaticale of syntactische, tekstuele, pragmatische beschrijven en herkennen in een voorbeeld. Student kan activiteiten voorbereiden, uitvoeren en deze evalueren binnen het domein woordenschat en/of mondelinge taalvaardigheid op basis van kennis van het leerproces en de didactiek. De student kan hierbij ICT doelgericht inzetten. Student kan op basis van basale kennis van didactiek van de kunstvakken muziek, drama en beeldende vorming activiteiten ontwerpen, uitvoeren en evalueren. Student kan geïntegreerde lessen taal & kunst ontwerpen waarin de doelen van de leergebieden elkaar versterken. 11. Relatie met de kennisbases KB Nederlands: 6.1, 6.2, 6.7 KB Beeldend onderwijs: 1.2, 4.2, Tentaminering tentamenvorm aantal examinatoren Kennistoets Taal propedeuse, P-KTd-TAAL01 cijfer / (niet) voldaan weging minimaal oordeel tentamen-moment Kennistoets (QMP) 1 cijfer 100% 5,5 Periode 2, herkansing in periode 3 F-stroom periode 4, herkansing in periode 1

35 13. Beoordelingscriteria De student heeft kennis van het taalverwervingsproces, van taalontwikkeling en de 7 componenten van taal: de fonologische, semantische, morfologische, grammaticale of syntactische, tekstuele, pragmatische. De student beschikt over de kenniselementen van de taaldomeinen jeugdliteratuur, woordenschat en mondelinge taalvaardigheid zoals vastgelegd in de kennisbasis Nederlands De student realiseert zich dat kinderen taal leren op een natuurlijke manier. De taalontwikkeling wordt gevoed door de omgeving en school op allerlei manieren (met taal, met muziek, beeldend, etc.). Taal is overal. Titel onderwijseenheid P 1.10 Deel B OWE 10 Verdiepen in taalontwikkeling Deel B, P Opleiding Opleiding tot leraar basisonderwijs 2. Doelgroep Propedeuse voltijd HAN Pabo 3. Beroepstaak/beroepstake n Lesgeven 4. Competenties SBL-competenties op niveau 1: Vakinhoudelijk en didactisch competent. 5. Ingangseisen n.v.t. 6. Samenhang met andere OWE s 7. Onderwijsperiode Periode 3, F-stroom P1 Deze OWE sluit aan op de OWE 4 Psychologie van het leren. De algemene leerpsychologie krijgt hier de toepassing in concrete didactiek voor taalontwikkeling. 8. Studiepunten/studielast 2.5 stp = 70 SBU Geprogrammeerde contacttijd + gastlessen Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele en groepszelfwerkzaamheid Stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 19 uur 18 uur 33 uur 70 uur 9. Algemene omschrijving In deze OWE wordt taal in bredere zin (als expressie- en communicatiemiddel) verkend. In de OWE wordt specifiek ingezoomd op taalontwikkeling binnen de domeinen jeugdliteratuur, woordenschat en mondelinge taalvaardigheid. Door een eerste

36 vakverbinding te maken (taal en kunsten) ervaart de student net als in het primair onderwijs de voor leerlingen leerzame en in de werkelijkheid vanzelfsprekende verbindingen tussen vakgebieden. 10. Doelen OWE Student kan uitleggen dat taal overal is, kinderen taal leren op een natuurlijke manier en dat kinderen zich in vele verschijningsvormen van taal kunnen uitdrukken. De student kan dit illustreren met voorbeelden. Student kan verwoorden hoe het taalverwervingsproces en de taalontwikkeling bij kinderen verloopt. Student kan activiteiten voorbereiden, uitvoeren en deze evalueren binnen het domein jeugdliteratuur, woordenschat en mondelinge taalvaardigheid op basis van kennis van het leerproces en de didactiek. De student kan hierbij ICT doelgericht inzetten. Student kan op basis van basale kennis van didactiek van de kunstvakken muziek, drama en beeldende vorming activiteiten ontwerpen, uitvoeren en evalueren. Student kan geïntegreerde lessen taal & kunst ontwerpen waarin de doelen van de leergebieden elkaar versterken. 11. Relatie met de kennisbases KB Nederlands: 6.1, 6.2, 6.7 KB Beeldend onderwijs: 1.2, 4.2, Tentaminering Taaldossier propedeuse, P-SP-TAAL02 Schriftelijke presentatie 1 cijfer 100% 5,5 Periode 3, herkansing in periode 4 F-stroom periode 1, herkansing periode Beoordelingscriteria De student heeft kennis van het taalverwervingsproces, van taalontwikkeling en de taalkundige niveaus. De student beschikt over de kenniselementen van de taaldomeinen jeugdliteratuur, woordenschat en mondelinge taalvaardigheid zoals vastgelegd in de kennisbasis Nederlands De student realiseert zich dat kinderen taal leren op een natuurlijke manier. De taalontwikkeling wordt gevoed door de omgeving en school op allerlei manieren (met taal, met muziek, beeldend, etc.). Taal is overal. De student past de communicatieve en expressieve betekenis van beelden, muziek en drama toe in een taalactiviteit. De student laat zien te weten hoe jeugdliteratuur, woordenschatontwikkeling en mondelinge taalvaardigheid bijdragen aan de taalontwikkeling. De student kan activiteiten voorbereiden, uitvoeren en deze evalueren binnen de taaldomeinen jeugdliteratuur en woordenschat of mondelinge taalvaardigheid op basis van kennis van het leerproces en de didactiek. De student benut de expressieve functie van taal en de toepassingsmogelijkheden daarvan in het basisonderwijs. De student kan inhouden van kunstvakken inzetten met als doel de taalontwikkeling te stimuleren en illustreert dit met voorbeelden.