Transcriptie en index op de archiefstukken van het timmermansgilde "St. Joseph" Elburg M.J. Smit, m.v.v. E. Kranenburg-van der Beek, 2000

Transcriptie

1 Transcriptie en index op de archiefstukken van het timmermansgilde "St. Joseph" Elburg M.J. Smit, m.v.v. E. Kranenburg-van der Beek, 2000 TER INLEIDING Het gaat hier om een bronnenpublicatie met daarbij een index op persoonsnamen. De hier bewerkte archiefstukken hebben betrekking op het St Jozefs- of timmermansgilde. In het oud archief van de stad Elburg komen we enkele archivistische beschrijvingen tegen met betrekking tot dit gilde. Daarnaast zijn uit enkele algemene stukken de gegevens van dit gilde gehaald. Achtereenvolgens worden deze in de uitgave weergegeven. De uitgave is samengesteld door de heer M.J. Smit, die als vrijwillige medewerker bij het streekarchivariaat werkzaam is. Van zijn hand verscheen ook al een uitgave over het kleermakersgilde (1996) en het bakkers- en brouwersgilde (2000). Ook de andere Elburger gilden worden in de komende tijd door hem behandeld. De transcriptie heeft tot doel het onderzoek naar de geschiedenis van het gilde en de betrokken personen te kunnen beschrijven. De verwachting is dat deze uitgave hiermee in een leemte zal voorzien. Korte geschiedenis De geschiedenis van het Elburger St Jozefs- of timmermansgilde is tot nu toe niet beschreven. Hier wordt kort enige aandacht geschonken aan de gilden in het algemeen. In de geschiedenis zien we het ontstaan van een tweetal soorten gilden. De ene is het geestelijke gilde, waarbij aan een gilde legaten worden vermaakt. Hiermee werd dan een liefdadig doel, zoals bijvoorbeeld armenzorg, gesteund. We noemen dit soort gilden in Elburg meestal een vicarie. Het andere soort gilde is dat van een groep beroepsgenoten, die een gemeenteschappelijk doel nastreeft. We noemen dit ook wel een ambachtsgilde. Het St Jozefs- of timmermansgilde is een gilde van het tweede soort. Als motieven voor het ontstaan van gilden zien we vaak economische, politieke, militaire, religieuze en charitatieve. Bij het hier behandelde gilde zal het uiteraard vooral om de eerste twee motieven gaan. Door zich te verenigen konden timmerlieden gezamenlijk afspraken maken, bijvoorbeeld over de prijs en de kwaliteit. Uiteraard kon een beroepsgilde ook politiek gezien meer macht verwerven. Ieder lid van het gilde moest ook een proeve van bekwaamheid afleggen. Hierdoor werd het ambacht beschermd en werd wat we nu de zwartwerkers noemen enigszins buitengesloten. In de gildebrief zien we meestal wie er lid mocht worden van het gilde en welke rechten en plichten de gildebroeder of soms ook -zuster had. Voor wie iets meer wil lezen over de gilden in het algemeen, wordt verwezen naar de inleiding van het in de bibliotheek van het streekarchivariaat aanwezige Pronk der gilden. Verantwoording De hier gegeven transcriptie betreft een zevental inventarisnummers uit het oud archief van de stad Elburg. We geven hier de archivistische beschrijving zoals die

2 voorkomt in de inventaris van Van der Ven. Onder de betreffende inventarisnummers zijn voor de onderzoekers desgewenst de originele archiefstukken te raadplegen. Inventarisnummer 1744 Ampliatie van den gildebrief, 1767, met request aan den magistraat en daarop verstrekte apostille tot goedkeuring van voornoemde ampliatie. 1 katern Inventarisnummer 1745 Gildeboek van het St Jozefs- of timmermansgilde, deel N.B. Vóórim zijn opgenomen afschriften van den gildebrief en van een reglement op de proeven van de boeten, beide van Inventarisnummer 1746 Ingekomen stukken, (2 de helft 18 de eeuw). 1 omslag Inventarisnummer 1747 Request van het St Jozefsgilde aan den magistraat over den invoer van elders gemaakt vaatwerk in de stad en daartegen te nemen maatregelen, (18 de eeuw). 1 stuk Inventarisnummer 1748 Register van ontvangsten en uitgaven, gehouden door de gildemeesters, deel Inventarisnummer 1749 Bijlagen bij bovengenoemd register, omslag Inventarisnummer 1522 Lijsten van de leden en de bezittingen der verschillende gilden bij de opheffing in omslag De hier bewerkte stukken vormen een goede bron voor onderzoek naar de geschiedenis van dit gilde. Hiernaast zal de onderzoeker nog meer bronnen dienen te raadplegen uit het stadsarchief en het oud rechterlijk archief om een volledig beeld te krijgen. De bedoeling is dat deze uitgave hiertoe een stimulans mag zijn. De archivalia zijn getranscribeerd door de heer Smit. Vervolgens werd de transcriptie gecontroleerd en bijgewerkt door mevrouw E. Kranenburg-van der Beek, die eveneens als vrijwillig medewerker voor het streekarchivariaat werkt. De index tenslotte geeft een verwijzing naar de paginanummers waar de betreffende persoon in deze uitgave voorkomt. De oorspronkelijke schrijfwijze van de naam is overgenomen, zodat één persoon in de index op meerdere plaatsen kan voorkomen.. P. van Beek Streekarchivaris.

3 TRANSCRIPTIE Inventarisnummer De heeren van de magistraat desen request met de annexe ampliatie hebbende geexamineert, approberen bij provisie de annexe ampliatie (doorgehaald:[...]) repereren aan [...] om deselve ten allen tijden te interpreteren, actum in senatum den 28 november Per ordonnantie van deselve Eijb. Gerh. Sandberg, secretaris. Aan den weldedele achtbaare heeren van de magistraat der stad Elburg. Weledele en achtbaere heeren, Geven zeer onderdaniglijk te kennen Henricus Bierman en Gerrit Jansen Kuijper als afgaande gildemeesteren van het sint Josephs gilde hoe dat zij en de gildebroederen van gemeene gilde overeen gekomen zijn dat tot nutte van het gemeene gilde den 22ste articul van het gilde boek stiptelijk diende agtervolgt worden niet alleen: maar ook goeggevonden hebben eene amplicatie daar omtrent tot steun van noodlijdende onder het gilde, te beraemen, wenden zig dierhalven bij desen tot U weledele en achtbaeren met gedienstig versoek, dat U weledele en achtbaeren die annexe amplicatei en articulen gelieve te bekragtigen. Het welck doende, Hendr. Bierman. 1v Ampliatie op den tweentwintigsten articul van het gildeboek van het sint Josephs gilde goedgevonden en gearresteert door de gezamentlijke gildebroederen en van wegens dezelve overgegeven door Hendrikus Bierman en Gerrit Jansen Kuijper als afgaande gildemeesteren, aan de weledele ende achtbaere heeren van de magistraat dezer stad Elburg, ter sijne van bekragtinge. Art: 1. Dat ingevolge den 22sten articul van het gildeboek, de twee stuijvers prompt alle vierendeel jaars, door ieder gildebroeder zal worden betaald, daar toe de gildemeesters betaald werden. Art: 2. Dat wanneer iemand in gebreeken bleef op die zitdag niet en betaalde, dat op den dag der teeringe als dan het volle jaar zal moeten betaald worden. Art: 3. Dat er een apart boek van alle de boeten en inkomen van dit gilde zal worden aangelegt, waar uit alle jaaren de rekeninge publieq voor de gecommiteerden zal worden gedaan. Art: 4. 2 Dat de gildemeesteren (als nu maar twee) zullen tot vier vermeerdert worden en dat ommegank van twee jaaren, wederom twee nieuwe in plaats van de twee oudste afgaande zullen toegevoegt worden: welke vier gildemeesteren alle zaaken omtrent het gilde zullen behartigen. Art: 5. Dat voortaan niet meer als een dag zal geteert ofte gedronken worden; en dat dien teerdag niet des sondags naa sint Marten maar des maandags altoos zal zijn en blijven.

4 Art. 6. Dat uit den overschot zoo boeten als anders, de tijdelijke vier gildemeesteren zullen mogen disponeeren, ten behoeve van de noodlijdende gildebroederen, derselve vrouwen en kinderen. Art: 7. Dat iemand uit het gilde behoeftig wezende zig zal moeten adresseren aan eene der tijdelijke gildemeesteren. Art: 8. Dat als dan soo een gildemeester zijne mede gildemeesteren daar van kennisse geeven ende daar over vergaderen, ende 2v Alsdan met malkanderen over een koomen, hoeveel men zoo eene noodlijdende zal toeleggen. Art: 9. Dat bij het doen der jaarlijkse rekening publieq zal verrekend worden, aan wien en hoeveel de noodlijdende hebben genooten. Art: 10. Dat voortaan geene bij eenkomsten ofte gilde spraake op de son of feestdagen zullen worden gehouden. Blijvende voor zoo verre hier geene veranderinge is gemaakt den gildenbrief en gildeboek in staat. Actum Elburg den 28ste november Henderik Bierman Gerrit Jansen Kuijper Inventarisnummer Copie van de gildebrieff vant sint Joseph offte het timmerluijder gilde. Wij burgemeesteren, schepenen inde raet der stad Elburg doen kondt en bekennen met desen openen briefe voor ons ende onse nakomelingen dat wij met goeden voorberaet tot nut ende profijt onsen stad ende der gemeene burgeren die ingesetene met der timmerluijdengild verkomen zijn ende den zelven geaccoordeert, geconfirmeert ende belieft hebben, accoordeeren, confirmeren ende believen kragt deses briefe tot onsen wederseggen alle alsulke poincten als hierna beshreven volgen. 1v 1ste Artijckel. Inden eersten sal niemant dit gilde winnen, aenvangen ofte doen moegen oft hij sal onse burger wesen ende binnen 't schependom van Elburg wonen. En soo de gardiaens van dese gilde hier tegens deden zullen sij verliesen een breuck van eenen daalder tot dartigh stuijvers. 2de Artijckel. Item een ijegelijck die dit ampt winnen ende zig daer in begeven wil zal betalen zeven keijser guldens tot twintig stuijvers het stuck en een halff vat acht gulden bier vrij op stellinge. Ende den vreemde thien derzelver guldens en een tonne biers als vooren op des ampts drinckdagh te verdrincken. Item een lederen emmer ende den gilde meester en elcken gardiaen een kanne wijns, ende de boode een mengele wijns die tot ses stuijvers gereekent dan der oldste soon van d'enigen gildebroeder die zig tot dese ampt begeeven wilde zal vande seven gulden vrij sijn ende de an-

5 2 dere soonen ende die dochteren soo sij sig hijlickten aen mannen die in desen gilde niet en gehoorden, moogen het gilde winnen met vier- denhalve gulden mits betalen het vat biers ende den gilde meester die gardiaen en boode haer geregtigheijt wie voorschreven ende zullen de gardiaenen sij te regte van betalen laten ofte alsoo verburgen laten dat sij des seker ende gewis zijn moegen offte sullen het selfs opleggen en betaelen. 3de Artijckel. Item in desen gilde behooren allen timmerluijden, kistemaekers kuijpers, raedemaekers, smeeden, stoeldraeijers, steenmetselaers, klompemaeckers, glasemaeckers ende alle diegeene die holt arbeijden. 4de Artijckel. Item alle meesters van desen gilde zullen hebben ende onderholden een goet roer met zijn toe- 2v behoor tot genoegen der schepenen, burger, hopman en bevelhebber van de vaendelen daer onder sij gehooren, het selve te waghten offte in tijt van noot te gebruijcken. 5de Artijckel. Item was het saecke dat eenige van den gilde die om oorlogs wil offte om eenige andere last en swarigheijt der stad aentreffende met ter woone van hier voore een jaere en ses weecken ende dan daermede in quam woonen, die sal dat gild voorschreven weder op 't nieuwe winnen in deser maten als voorschreven is. 6de Artijckel. Voort off eenig van gilde van dit ampt sturve soo sal sijn nagelaten weduwe alsoo lang sij haer niet en verandert saeth dat ampt mogen doen ende alle reghte des ampts genieten ende gebruijcken 3 7de Artijckel. Was er ijmand die als meester des ampts arbeijden wilde, eer hij dat ampt in maten voorschreven gewonnen hadde die sal verliesen soo meenigmael hij t' deede vier gulden. 8de Artijckel. Item niemant zal een jonge aennemen te leeren dan van ijder ampt twee jaeren. Ende niemant sal meer dan een leerjonen aenneemen bij de boete van een halff vat bier vrij op stellinghe ende soo ijmant daer over gebreuckt zijnde den overtolligen leerjongen niet en verliet binnen drie daegen zal daer over ten twee-mael gebreuckt worden als voornnoemt ende voorts soo dikwils als hij contrarije van desen is doende. 3v 9de Artijckel. Voorts soo zal geen meester van desen ampt eenen knegt te werck stellen die eenen anderen meester dienst schuldig was, hij en hadde eerst den vorigen meester voldaen bij een goltgulden ad 28 stuver alsoo veern ; dat te bevoorens te weten gedaen was. 10de Artijckel. Item niemand sal eenige knegt met sinistre omkoopingen aen eenig werck setten ende bevonden men dat ijmand daer en boven deed die verloore een goltgulden soo dickwils als het geschiede. 11de Artijckel. Item soo en sulen geen meesteren eenige kneghten aen neemen off sij zullen jaerlijcks geven

6 4 vier stuijvers soo 't burgers zijn offt soo 't vreemdelingen waren agt stuijvers, edog hier van zullen de arme weeskinderen vrij zijn ende sullen de meesters het voorschreven gelt van leerknegten vorderen off selfs gehouden zijn te betalen. 12de Artijckel. Item niemand eenige vrouwspersoon in onegtschap sittende, off levende sal in desen gilde geleden worden. 13de Artijckel. En men zal niemand aennemen die in den voorschreven ampt, staende in eenige quade regten faeme offt gerucht. 14de Artijckel. Item zullen alle die geene die voortaen dit gilde willen winnen 4v verplicht zijn de proeve te doen van ijder ampt soo en in dier voegen als van gildemeesters haer gelast wort. 15de Artijckel. Item als de gildemesters en gemeene gilde broederen op haren hoogtijt te saemen teeren te weten de eerste sondag na sinte Marten wie dan eenige twist ofte onmin eerst aen maeckt die sal verbreuckt hebben het geene waer in hij van de samentlijke gildebroederen gecomdemneert word sullen ook met geen steen of kaartenspel in haer vergaderinge speelen om gelt, nog om bier bij der selver keuren. 16de Artikel. Item als dat gemeene ampt geboodet word bij den anderen te komen, soo sal een ijder 5 giltbroeders buijten noodsaeck daer bij voegen op verbeurte van sijn stemme en soo ijmand anderwerff geboodt was en niet en quam zal hij verbeuren drie stuijvers was 't saeck dat die gardiaens als sij het gilde bijeen hadden doen komen selfs uijtbleven sullen sij elck breucken ses stuijvers. 17de Artijckel. En als de gemeene gilde broeders bij een vergadert zijn om saecken den ampte aentreffende so sal d'een d'ander gehoor geven 't gemeene beste te bevorderen die minste deel van den ampt sal 't meeste deel gevolgigh wese bij een halven goldgulden dan sal sig ook een ijder giltbroeder onthouden van lasterlijkee en onkuijslijck en onbequame woorden tegen den giltmeester de gardiaens off andere van den gilde ook sal 5v niemant heene gaen off sig versteken voordat de vergaderinge van een scheijde, off dat de gardiaens oorlof geven bij een halven goldgulden. 18de Artijckel. Item die van deesen gilde sullen geenderhand verbond off overdragt onder malkanderen bij hun selven maecken van haer arbeijt en verdient offte anders nog eenige nieuwe insettingen doen buijten voorweeten en consent van ons burgemeesteren, schepenen en raet voorschreven bij vijff goldguldens. 19de Artijckel. Voort sal niemand in eens andere meesters werck gaen die meester die te vooren in 't werck geweest was eerst wel verneugt en betaelt bij peene van een halven goldgulden 6 alsoo verre als hem dat kond gedaen is.

7 20de Artijckel. Item als ijmand van den voorschreven gilde man off wijff off die tot sijn mundige jaren gekomen is, in Godt gestorven is soo sullen de gemeene gilde broederen op diens begraeffenis geboodet worden om daer te komen uijt elcken huijsen een persoon bij drie stuijvers ten waere dat hem noodtsaecken deede en so sal men orloff bidden aen die gardiaens ook soo sullen de gardiaens den dooden dragen daer van sij elck hebben zullen een mengele wijns tot drie stuijvers. 21de Artijckel. Alle deese breucken en peenen voorschreven sonder onderscheijt sullen gekeert worden en komen ten profijt van het gemeene gilde ende de 6v burgemeesteren in der tijd wesende sullen altijt op versoeck des gardiaens van desen ampt denselven de vervallen keuren met de stads geswooren roeijdraeger uijt doen peenden, en sijn loonschreijfe anderhalve stuijver, soo een gildebroeder trouwe sal een half vat agt guldens bier geven aent gilde vrij op stellinge. Item dat na dato niemandt het gilde kan winnen off hij moet zijn van de ware gereformeerde christelijcke reliegie ten waert dat de magistraet daer anders in erkennen wilde. 22de Artijckel. Item de gardiaens, gilde broederen voorschreven zullen malkanderen gemeenlijck in alle dese poincten en elck bijsonder getrouwelijk helpen raden en de hand bieden 't gemeene best en in nut voor te helpen keeren en elcke onordentlijckheijt te verboeden. 7 Des ten waren oorkonde hebben wij burgemeesteren, schepenen ende raet onses stadt secreet zegul hier onder doen hangen en deselvige met onse secretaris subcripsie geconfirmeert. Actum den 20 februarij Ter ordennantie van dezelve. Was onderteekent H. Toe Water, secretaris. Oder welckers secretaris subscribtie hongh het stadts secreet segul in rooden wasse gedruckt in een doossjen. Willem Boeduijn copijist. 9 Wij ondergeschreven samentlijcke gildebroeders vant sint Josephs- offte t timmerluijder gilde binnen Elburg, Als wij: Hendrik Simonsen Balckholt, Reijn Stuijrman, Jan Simonsen Balckholt, Antonij Schreijver, Peter Willemse ten Hove, Reijnier Janssen, Andries Wolfsen, Andries Evertsen, Jan van Someren, Lambert Simonsen Balckholt, Lubbert Driessen, Johannis Kamp timmerluijden. En Jan Dircksen Dorne, Lubbert Beertsen, Hendrick Aartsen, Egbert Janssen kuijpers. En Beerent Stael, Jan Hermsen rademaeckers. Jacob Isebrantsen, Jan Haffkamp, Beert Eversen, Marcus Joachimsen, Isebrant Jacobsen smeeden. Peter Gerritsen Stroom, Peter Willemsen, Dirck Claessen stoeldraijers. Evert Diesemersen, Harbert Janssen, Hendrick Wijchman, Kornelis Egbertsen, Gerrit Hoen. 9v Arent Hendricksen, Lisabeth Janssen metselaers.

8 Willem Hendricksen, Willem Heerdinck, Dries Hendricksen, Hendrik Heerdinck klompemaeckers. Hebben deze navolgende artijckelen bij het oprichten van dit voornoemde gilde op het maecken van de proeve en op de te vervallene boeten geordinneert, geackoordeert en geapprobeert om in alle toekomende voorvallen en saecken, ons daer na te reguleeren en te richten oirkondt alle onse eijgen handige onderteeckeninge gedaen binnen Elburg op den 20e februarij Eerstelijks van de proeven: De timmermansproeve zal wesen een kruijs koesijn met dubbelde spondige, een tweede beleght venster, twee glasraemen int versteck met een gebout huijs. 10 De kistenmaeckersproeve zal wesen een trecktafel met een ticktack bordt. De kuijpersproeve zal wesen een karne met een biertonne. De raedemaeckersproeve zal wesen een achterploegh met een groot ploeghradt. De smeedensproeve zal wesen een agter ploeghijser. En de slootemaeckersproeve een dagh- en nagtslot met een kruijsjen daerin. De stoeldraeijers proeve zal wesen een stoel met een spinnewiel. 10v De steenmetselaersproeve zal wesen een kantelen gevel, de voegen regt te looden met een ovael aen beijde sijden even schoon. De klompenmaeckersproeve zal wesen een paar klompen van drie duijmen met een paar trip holten. De glaesemaeckersproeve zal zijn een glas in de haeck en uijt den haeck sonder winckelhaecke off swaeijhaeck daerbij te gebruijcken dat in een kesij past. Welcke proeven bij de gilde meesters en overluijden voer ijder hantwerck sal opgenomen worden. 11 Een tweeden van de boeten als anders etc. 1ste Artijckel. Als het quam te gebeuren dat dit bovengenoemde gilde quam te drincken dat wesen zal den eersten sondagh na sint Marten dan sal niemandt vrijstaen om te tappen voor en aleer de artijckelen van de gildebrieff, nefens dese artijckelen van den boeten gelesen zijn bij de boete van eene goltgulden soo dickwils als het quam te gebeuren. 2de Artijckel. Niemand sal 't vrijstaen de boetaghtigen toe te brengen bij de boete van agt stuijvers soo dickwils het quam te gebeuren. 11v 3de Artijckel. Den breuck off boetagtige gildebroeder en vermagh over geen bancke te treden voor en al eer hij de boete betaelt heeft. 4de Artijckel. Niemant zal langer mogen tappen als tot tien uijren toe met bedingh dat kannen en kruijcken moeten vol zijn bij de boete van eene goldgulden soo dickwils als het quam te gebeuren. 5de Artijckel. Niemant zal 't vrij staen de gildemeesters in haer bediening met quaet sprecken offte dreigement moogen bejegenen bij de boete van ses gulden soo dickweils 't quam te gebeuren. 12

9 6de Artijckel. Dat de gildemeesters als het gilde drinckt daer op die bestemde tijt moeten wesen. En niet eerder moogen weggaen voor en al eer de vergaderinge is gescheijden bij de boete van eene goltgulden soo dickmaels 't quam te gebeuren. 7de Artijckel. Soo iemandt het mes quam te trecken int het gilde zal verbreuckt hebben ses gulden en soo hij daer iemandt meede quam te quetsen sal hij vergoet hebben twintigh gulden soo dickmael het quam te gebeuren. 8de Artijckel. Soo ijmand een ander met een kanne off beecker quam te quetsen, slaen zal verbeurt hebben drie gulden soo dickmael het quam te gebeuren. 12v 9de Artijckel. Het zal ook niemandt vrijstaen met vuijsten te slaen bij de boete van eene gulden, tien stuijvers soo dickmaels 't quam te gebeuren. 10de Artijckel. Den eene zal den anderen niet hieten liegen off schelden bij de boete van twaalf stuijvers soo dickwils het quam te gebeuren. 11de Artijckel. Die een beecker off kanne met bier quam om te smijten met willens die zal verboet hebben twaalff stuijvers 't sij man off vrouw soo dickmaels het quam te gebeuren. 12de Artijckel. Het zal niemandt vrij staen te danssen binnen de banke het 13 sij man off vrouw bij de boete van ses stuijvers soo dickwils 't geschiede. 13de Artijckel. Niemandt sal met caerten off dobbelsteenen speelen bij de boete van twaalff stuijvers soo menigmael 't geschiede. 14de Artijckel. Dat niemant geen gast zal mogen meede brengen off hij zal hier drie uijren vandaen woonen soo ijmandt dan soo een gast meedebrenge sal voor hem betaelen agt stuijvers 's daags soo desen eenige moeijte maeckten tegen eene van dese artijckelen daer zal de gildebroeder voor moeten betaelen die sulcken gast meede gebracht heeft en dat soo dickwils als't quam te gebeuren. 15de Artijckel. Als het gemeene gilde vergadert is 13v soo sal den eenen den anderen gehoor geven bij de boete van 15 stuijvers het minste deel sal het meeste deel gehoor geven bij de boete als voorschreven en niemandt zal weghgaen offte sig versteeken voor de vergaderingh gescheijdt is off sal aen de gildemeesters bidden bij de boete van vijftien stuijvers. 16de Artijckel. Als men spraecke komt te holden sal t niemandt vrij staen ijdts aen een ander buijten het gilde na te seggen bij de boete van ene gulden soo dikwils als 't komt te gebeuren. 17de Artijckel. Soo een gildebroeder ijmandt buijten het gilde zijnde sagh werckt sal 't aen de gildemeesters bekent maecken bij de boete van agt stuijvers soo dickmaels het quam te gebeuren. 14

10 18de Artijckel. Niemand van desen gilde magh eenig werck richten offte setten dat buijten de stadt en schependom gemaeckt is, bij de boete van twee gulden soo dikwils 't komt te gebeuren. 19de Artijckel. De gildemeesteren mogen het gilde laten verbooden als het de noot vereijst bij een boete van twaalff tot twintigh stuijvers ten laste van degeene die niet en kompareert soo dikwils het gebeurde. 20de Artijckel. Wanneer het gilde word verbood wie dan niet en koomt op bestemde tijt die heeft verbeurd drie stuijvers soo dikwils het komt te gebeuren. 14v 21de Artijckel. Als daer eene vant gilde komt te sterven het sij man of vrouw off kint wie dan niet de verstorvene begraeffenisse niet en quam die zal verbreuckt hebben ses stuijvers. 22de Artijckel. Item zal ijder gildebroeder betaelen alle vierendeel jaers twee stuijvers tot profijt voor het gemeene gilde. 23de Artijckel. Als een baes een knegt aenneemt off bij hem werckt sal daervoor betalen acht stuijvers int jaer voor de vreemden en vier stuijvers voor de inwoonders de Artijckel. Als twee gildebroeders 't samen wercken zullen sij moeten betalen vier stuijvers in 't jaer tot profijt vant gemeene gilde. 25de Artijckel. Als een baes een leerjongen aenneemt soo sal de jonge betalen vijfftien stuijvers soo een borgerkint is en een vreemde eene gulden tot profijt vant gilde. Edoch wesen en armen hier van vrij. 26de Artijckel. Ider gildebroeder die het gilde komt te winnen zal geholden zijn te geven int gilde een beecker bequam om uijt te drincken. 27de Artijckel. Wie het gilde laest komt te winnen 15v die moet gild knegt zijn tot dat een ander komt. 28de Artijckel. Als die gildemeesters een kamer huijren voor het gemeene gemeene gilde zal 't haer vrij staen te drincken vier kanne biers desgelijcken als sij met een pagter komen te accordeeren, ook vier kanne biers tot lasten van 't gemeene gilde. 29de Artijckel. Item als de gildemeesters haer reeckeninge doen zal haer vrij staen te drincken een vierendeel bier meede tot lasten van 't gemeene gilde. 16 Hendrik Sijmonsen Balkhout, Reijn Stuerman, Jan Sijmonsen Balck, Andries Woltesen, Andreijs Eijbersen. Dit is Reinnier Jansens merck # met sin eijgen hant getrocken. Lambert Sijmensen, Antonius [...]. Dit is het merck van Jannes Kamp mit sin egen hant getrocken. Dit is het merck # van Peter Wilmesen te Hof mit sin egen hant getrocken.

11 Dit is het merck # van Jan van Someren mit sin egen hant getrocken. Lubbert Dreesen, [...]. 17 Jan Dircksen Dorres cuiper. Hendrick Aertsen kuijper. Sijbert Jansen Stael kuijpper. Lubbert Bertsen kuijpper Berent Stael roemaker. Jan # Harmsens merck met sijn eijgen hant getrocken. Jacop Isbrantsen [findt], Isbrandt Jacobsen feri finis, F.F. Camp, Marckus Jogemsen, Beert Eversen, 17v Evert Diesemersen Loosen, Herbert Jansen, Cornelis Egbertsen metselaer. Dit is het merck # van Henderik Wigmans sin merck mit sin egen hant getocken. Dit is het merck #- van Arent Henderiek mit sin egen hant getrocken. Lijesbet Jans, Gerret Hoen. Peter Gerhartsen Stroom, [...] Draaijer, Dirck Lucassen Dresen, Peter # [..]lenis met sijn eijgen hant getrocken. Willem Hendrick Komsenman, Hendrick # Herdinck merck met sijn eijgen hant getrocken. D(i)recks Hendricksen, Willem # Hendricksen merck met sijn eijgen hant getrocken. 18 Anderes Schmit glasemacker, Hermen Stenbecker glasemaker. 19 Ik ondergeschreven Aelbert Ariaensen Crijnius hebbe de eerste kastemakersproef gedaen op den 9 november 1707 binnen Elburgh, Aelbert Ariaensen Crijnius. Ick ondergeschreven Jan Heijmensen Penninck hebbe de [...] proef gedaen op den 7 november 1708 binnen Elburgh, Jan Penninck. Ick ondergeschreven Geerloft Pennijnck hebbe de proef gedaen op den 4 Junij 1709 Elburgh, Geerloft Pennijck. Dijt is de eerste baes van de smeden Gerloft Pennijnck. Hendrijck Heijnnenbergh heeft sijne proef gemaeckt als smidt baes te Elburgh 1709 den 11 october. Den 26 october anno 1709 ick Jurrijen Jerians de eerste wielemaeckers proeve gemaeckt dat sall de voldaen. Den 20 october heeft Kornelis Hermen Olthuijs sijn slotemakersproef gemaeckt. 19v Anno 1713 de 1 junij, den 12 november voldaen is heeft Tuenis Gerritsen sijn kuijperproef gemaakt int sunt Joosups gilde Den 10 november heef Koenraed Leijwijnck sijn proef gedaen en 't gelde voldaen den selfden dito heeft Jelles Beunskerck sijn proef gedaen en 't gelde voldaen. [...] Elburgh den 12 februarij anno 1714 es Steven Hendricsen proeve genomen. En Krus Koesijn is met dubbelde spondige van buijten en binnen glas en sponde nogh den geboudt huijs (doorgehaald: huijs) diet selfde voldaen. Steven Hendricksen. Anno 1714 den 26 november heeft Knelis Jansen Beer zijn timmermansproef gedaen aen 26 november heb ieck de eerste messelaers proeve gedaen Hendrick van Hussen.

12 1715 den 4 feberwarus hebbe ick Beert Wijggmans de meesselaers proef gedaen den 7 janirs heeft Gerrit Hendricks zijn smitts proeve gedaen. Jacob van Soomeren heft sijn ramakers proeve gedaen op den 1 september den 5 mert heb ieck Hendrick Wellemsen de eerste klompemaekes proeve gedaen den 19 meij heb ieck mij proefet gedaen als klaempemaeckers baes bijnnen Elburch, Gerleft Gijesebertsen en mij onkosten daervan betaelt van het oepnemen van de proeft. (Doorgehaald:Den 7 januwarij heb ik Beert Lubbers zijn kuijpers proeve voldaen gemakt in.) 1719 Den 7 januwarij heb ik Jan Lijpke sijn glasemakers proeve gemakt ende voldan den 13 Jannuarij heb ik Hermenen Bernevelt zijn smits proef gemaakt ende voldaan met 10 gulden. (Doorgehaald: 1720 den 14 november hebbe ik Gerrit Wiggemansen sijn metselaars proeve gemaakt en voldaan.) 1721 den 15 mart hebbe ick Willem Petersen sijn slotemakers proeve gemakt en een voldaen den 12 Augustes hebbe ik Hendrik Willemsen Heerdinck mijn klompenmaekers proeve gemaekt en voldaen. 20v 1722 den 16 maertius, hebbe ik Jan Gerritsen mijn glaesemaekers proeve gemaekt Sijmon Hendricksen Balckholt sijn tijmmermans proeve gemaeekt hebbe ik Gijsebert Been mijn timmermans proeve gemaeckt den 28 november hebbe ik Hendrik Bos mijn metselaer proeve gedaen Hericus Bierman sijn glasemaekers proeve gemaakt hebbe ik Jan Willems Fidder mijn smits proeve gemakt den 26 september heeft Jan Krellissen sijn klompenmaeckers proef gemaeckt en den 7 november betaelt tijen gulden tot profijt van 't sint Joseph gelde. Jan Krelissen den 19 desember hebbe ik Eijbert Hoen mijn timmermans proeve gedaen den 14 november hebbe ik Goosen Stael mij proeve gedaen den 14 november hebbe ik mijn gilde voldaen en betaelt als geldebroeder van sont Joseph gelde Lamber Frensen den 14 november hebbe ick Jan Balck de onkosten van het gelde voldaen den 14 nofember heb ick Hendrik van Sittereen het geldee foldaen heb ik Willen Stael mijn wagemakers proeve gemaak en den selven dito het gilde voldaen hebbe ick Jan Lipke met het sint Josephs gilde geackordert voor een tonne bier vrei op stellege vor mijn kuppers proeve dien ick hebbe gemacht int jaer Mede geackerdert twe stemmen uijt het kupersaemt en uijt het glasemakersamt die ick beide gemaekt, hebbe ick Jan Lipke het selve wel daen Ik Jan Lubbersen hebbe proeve gedaen en voldaen Heb ik Henderik [...] Schut het gilde voldaen heb ik Peeter Peetersen mijn cuijpers proeve gemaakt en het gilde voldaen. 21v Anno 1732 heb ick Dirk Jalina het koperslag proeft gedaen en het gilt voldaen. Anno 1733 heb ick Gerret Balck dee timmermans proefe makt Hebbe ik Lammert Harmsen raedemaker zijn proeve gedaen in zij geregtigheijt voldaen.

13 Jannes Top heeft de klompenmakers proef gedaen op het jaar [...] in zijn gilden gereghtigheijdt voldaen. Heeft Jacob Fidder zijn proeve gemaeckt en zij geregtigheijt voldaen. Willem Heerdenck heef het de klompenmaker proef gedaen op het jaar 1734 den eersten dag voor sentee Merten in zijn gilden geregtigheijdt voldaen. Jan Jurjens heeft zijn smits proef gedaen en de gilde geregtigheijdt voldaen hebbe ijk Henderik Vinke voor de tweede mael mijn gilde gewonnen en als timmerman mijn proeve gedaen en het gilde voldaen hebbe ijk Barens Stuurman het gelde aangegeven en mijn timmermansproeve gedaen en mijn geregtigheijt aan 't gilde voldaan heeft Hendrik Schut het gilde aangegeven en zijn metselaars proeve gedaan en de geregtigheijd ant gilde voldaan heft Jacob Triep het gilde angegeven en zijn klompenmakers proeve gemaeckt en sijn geregtigheijt voldaen heeft Jan Been het gilde aangegeven en sijn (doorgehaald: proeve) timmermans proeve gemaakt en sijn gilde geregtigheijd voldaan hebbe ik Henderikus Hoefhamer het gilde aangegeven en sijn smit proef gedaan en het gilde geregtigheijt voldaan heeft Jan van Arrijen het gilde aangegeven en zijn draaijers proeve gemaakt en sijn gilde geregtigheijt voldaan heeft Eijbert van Baar het gilde aangegeven en zijn timmermans proeve gemaakt en sijn gilde geregtighijd voldaan en betaalt heeft Tijmen Kamphuijs sijn gilde angegeven en sijn timmermansproeve gedaan en sijn gilde geregtigheijd voldaan en betaalt heeft Aart Pruijs sijn gilde aangegeven en sijn timmermansproeve gedaan en sijn gilde geregtigheijt voldaan en bataelt Heef Jan Reijnbargh sin gilde aengegeven en sijn smits proeve gedaen en gilde geregtigheijt voldaen heb ik Jan Koopman het gilde aangegeven in min timmermans proeve gemackt in het gilde voldaen heb ik Evert van Soemeren mijn timmermans proeve gedaan en sijn gilde geregtigheijd voldaan. 22v Den 14 november ik Gerrit Voerman mijn timmerman proef gedan en de gilde geregtighijd voldan Den 17 november Gerrit van den Bergh meij timmermans proefe gedaen en de gelde geregtigheijd voldaan den 17 november ik Henderick Bos mijn metssleaers proef gedan en de gelde jongen geregteghijd voldan. De onderstaende personen zijn de boete of 15 stuijvers nog debet. 1754(doorhehaald: [...] en als borge Henderikes Hoeffhamer en Evert van Soemeren, Willen Vinke heeft zijn gilde geregtigheijt voldaen behalve tien [...].Sijn beeker voldaan.) 1752 Den 16 maart Jurien Lipke heeft zijen proef gemaakt en goet gekuert van de gelde glasemaaker meesters. Henderikus Bier en Jan Coopman en gecoommaateerden en heeft zijen gelde geregtigheijd voldaan behalve een beeker. De beeker voldaan Jurrijsen Lipke Heeft Lammert T[..]man heeft zijn gilde geregtigheijd voldaan behalven een beeker Herbert van Sitteren heeft zijn gilde geregtigheijd voldaen behalven een beeker.

14 Sijn beeker voldaan met Jan Trip junior heeft zijn gilde geregtigheijt voldaen behalven een beeker. De beeker voldaan met Eijsebrant Jansen heeft zijn gilde geregtigheijt voldaen behalven een beeker. Beeker voldaen. Gerret Hoen heeft zijn gilde geregtigheijt voldaen behalven een beeker. De beeker voldaen den 21 maart heeft Hendrik Top de glasenmakers proef gedaan Hendrik Top heeft zijn gilde geregtigheijt voldaen en goet gekeurt behalven een beker. Voldaen de beeker Toomas Jansen heeft zijn proef gedaen en vande gecommiteerden voor goedt gekeurt meet beeker gegeven Aart van Dijcken heeft sijn proef gedaen vande gekommiteerden goedt gekuert in een beker gegeven int gilde Gerrit Jansen cuijper heeft sijn proef gedaen en vande gekommiteerden goedt gekuert heeft sijn beker voldaen Den 26 maart heeft Jan Balk zijn proef gedaen en van de gekommiteerden goedt gekuert sijn beker voldaan Den 29 oktober heeft Willem Trip sijn proeve gedaan en van de gekommiteerden goed gekuerd en sijn beker voldaan. 23v Den 10e januari heeft Aart Lammers sijn proeve gedaan en wel bevonden behalve een beker. Sijn beker voldaan Den 11 jannuwar heeft Jabik Reijenberg smit 3 proeve sijn proeve gedaan en wel bevonden, voldaan behalve en beker. En sijn beker voldaan Den 19 november heeft Jan ter Ekterveld sijn metselaars proef en voldaan en wel bevonden sijn beeker voldaan. Den 21 november 1787 is Jan Reijnders int gilde doorgedaan om oorlogs wille de stat verlaten. (Doorgehaald: 1765 den 19 november heeft Jan Reijsen int zekere zijn proeve gedaen hij heeft sijn gild geregtigheijd voldaan behalven de beker.) Sijn beker voldaan Tunis Trip 15 november heft sijn glasemakers proeve gedaan en wel bevonden hij heeft sijn gilde geregtigheijd voldaan behalven en beker. Hij heeft sijn beker voldaan den 25 november heeft Hendrijk van Essen sijn timmer proeve gedaan. Goed bevonden door de gildemeesters en gekommmeteerden 1767 den 15 november heef sijn gilde geregtighijt betaalt met 3 gulden, 10 stuijvers en een halvat bier Den 4 maart heeft Jan Lipke junior sijn glaasemakers proeve gedaan en van de gekommeterden goedgekuert en den 14 sijn gilde geregtigheijd voldaan op de beker naa. De beker voldaan Den 21 november is Jan Lip uijt het doorgedaan om oorlogs wille de stad verlaaten den 23 junijus heeft Egbert Montelaan sijn kuijpers proef gedaan en van gekommeterden goet gekuerd en sijn geregtigheijd voldaan den 14 november 7 gulden en half vat bier op de beeker naa. De beeker voldaan Kobus Ruijs heeft sijn metselaars proefe gedaan op den 8 october en voor de kommeteerden goedgekurd en sijn gilde geregtigheijd op den 18 noovember met 7 gulden en een half vat bier voldaan op de beeker naa. De beeker voldaan.

15 1770. Nikes Westenbroek heft voelden sin gilde geregtigheit met 7 gulden en half fat bier. 24v 1770 den 12 november heeft voeldaan Evert van Vasen sen gilde geregtigheijt smits proeve gemaakt en alle voldaan voor hij vervolgt van de gilde geregtigheijd met 10 gulden enen tonne bier op de beker na. De beeker voldaan Den 20 november heeft Niklaas van der Kamp zijn metselaars proeve voldaen met 7 gulden en sijn gilde geregtigheijdt op de beker na. De beker voldaan Hendrik van Lewen heef voldaan het klompenmakers gilden den 16 november Henderik van Leeuwen de beker voldaan Willem David Feijth heeft voldaan zijn gilde geregtigheijt 16 november Den 21 november heeft [...] voldaan behalven een beker Den 16 november begonnen Christiaan van Munnen zijn gilde geregtigheijd met 10 gulden en een tonne bier en een beker voldaan 14 november 1773 als glasemakersbaas Den 2 meij Hendrik Koopman gegonnen en zijn geregtigheijd met 7 gulden en een halve tonne bier voldaan den 19 november 1773 als rademakersbaas den 10 meij Willem Gunst begonnen en zijn gilde geregtigheijd met 7 gulden en een halve tonne bier voldaan. Den 14 november 1773 de beker voldaan Jan Trip en Eijbert Montosan haar rekege gedaan aan de jonge geldemesters Jabek Trep en Kobus Ruijzin goet gevonden in bij gebleven bij de kiste 50 gulden 13 stuijvers 12 penningen. Wij als getuige Aart Lammers Ramaker, Bart van Dijken den 14 november heeft Willem Staal als kuijper sijn proef gedaan en zijn gilde geregtigheid voldaan met 10 gulden en een tonne bier behalve de beeker heeft Jurjen van Soomeren zijn proeve 18 maart gedaan als timmerman en zijn gilden geregtigheid voldaan behalven de beker.de beeker voldaan den 8 julij heeft Austien Eijbers het gielde aangegeven als timmerman en heeft zijn gilde geregtigheid voldaan behalven de beker. (Doorgehaald: Burge Jan Balk, Aart van Dillen.) heeft Stiestien Eijmons om oorlogswille de stad verlaaten en is uijt het gilde uijtgedaen den 18 julij heeft Teunis Leuwerink het smitgilde aan gegeven en zijn gilden geregtigheid voldaan behalven de beker. En de beeker voldaan. 27v 1779 den 12 november ijk Evert van Vaasen gildemeester geackerdeert met de gildebroeders voor die burgtog van Henderk Kolkman voor een tonne bier en een [...] te houden over het zelve [...] gildebroeders Den 18 meij heeft Willem Davet Feijt een leerknegt ijn laaten ijnteijkenen een soon van Antonij Hooghorler genoomp Jan Hooghorler om zij leer tijt uijt te dienen naa gielden geregtigheijt. Desen Jan Hooghorler heeft zijn leertijt niet uijtgedient Den 18 meij heeft Aert van Dijken een leerknegt ijn laaten ijnteijkenen een soen van Aert Pruis genoemt Hermen Pruis om zijn leertijt uijt te dienen naa gilde geregtigheijt den 3 maart heeft Jacobus Ruijs een leerknegt laten inteijkenen een zoon van Veningen Knoop genoemt Hendrik Knoop om zijn leertijd uijt de dienen naa gilde geregtigheijd.

16 den 12 meij heeft Evert van Vaasen zijn leerknegt laaten ijntteijken en soon van Arent Witman genaemt Yan Witman om sijn leertit uijt te dijnen na gilde geregtigheijd en heeft se ijntgedient Den 15 maij heeft Jacob Fidder zijn zoon Henderk Fidder laaten aanteken als leerknegt voor 2 jaren een zijn tijd voldaan na gilden geregtigheed. 29v 1775 Den 25 maart heeft Jurjaan van Soomeren sijn proeve gedaan en door de gekommuteerdens opgenoomen en wel bevonden den 13 november heeft Jurjaan van Soomeren het gilde voldaan met 10 gulden en een ton 8 guldens bier den 15 november de beeker geeven den 13 november heeft Henderk Koopman Gerrets zoon ½ vat 8 guldens bier gegeven voor sijn gedaane heuwelijk den 18 juni heeft Henderek Bot tot leerknegt aengegeven Hermen Pruijs bij intekening voldaan den 15 juni heeft Nicolaas van der Kaamp aengegeven tot leerknegt Wolter Vos 19 november voldaan Den 15 juni heeft Hend. Koopman aangegeven tot leerknegt Jan Hermsen Orre 13 november voldaan Den 15 februarij heeft Willem Staal de kuipen een leerknegt aangegeven Willem Poeleman Den 26 desember heeft Henderik Beersen seij kuijper proeff gedaen en weel bevonden. En sijn gilden geregtigheijdt voldaen behalven de beeker met 10 gulden. De beker voldan Den 27 desember heeft Henderik Aempmaeijer seij glaesemaekers proeff gedaen en wel bevonden. En sijn gilde geregteigheijdt voldaen behalven de beeker met 7 gulden. De beker voldaan. (Doorgehaald: 1777 Den 29 desember heeft Henderik Molenboergh seij glaesemaekers proeff gedaen en wel bevonden. En sij gildengeregtigheijdt voldaen met 10 gulden. Behalven de beeker.) 30v 1777 Den 2 augustus heeft Jurjen van Soomeren een leerjonge aengegeven Evert van Dieremen Den 15 november heeft Dries ter Beek een leerjonge aengegeven Henderik ten Hoeke 1777 Den 16 november heeft Henderik Ampmaeijer een leerjonge aengegeven Pieter Jaebiks Den 10 november heeft Jan ter Steeg een leerjonge aengegeven Jaen Ponsteijn Meij Cobes ten Hoeke geeft aen een leerjonge Eijbert Vinke Den 10 november Henderik Biermaen geeft aen een leerjonge Willem Binskerken Den 15 november IJsebrand Janse een leerjonge aangegeven IJpe Hering en voor voldaan Den 11 februarij heeft Dries vaen der Beek seij timmermans proeve gedaen en wel bevonden. En sijn gilden geregtigheijdt voldaen met 7 gulden behalven de beeker. De beker voldaan Den 2 maert heeft Jaen vaen der Steeg seij timmermaens proeff gedaen en wel

17 bevonden. En sijn gulden geregtigheijdt voldaen met 10 gulden met de beeker. (Doorgehaald: Maart Daeniel Vaendragt heeft sijn timmermans proeff gedaen en wel bevonden. En seij geregtigheijdt voldaen met 3-10 behaelven de beeker.) 31v 1780 Den 18 meij heeft Jan Reijnders Ekberveld als leerjonge aangegeven Dirrik van Doeseburg Den 18 meij heeft de weduwe Jakob Fidder als leerjonge aangegeven Jan Bunskerken Den 15 meij heeft Kobus ten Hove als leerjonge aangegeven Eijbert Hoen Den 15 meij heeft Tunes Liwerik als leerjonge aangegeven Jan Ponsteen Den 15 maart heeft Henderik Amptmeijer als leerjonge angegeven Lammert Bos voor 2 jaren Berend Belder den 1 meij geeft aan de jonge Gerrit Jansen Mulder voor 2 jaren Den 3 julij Avestien Eijmers geeft aan een leerjonge Jan van Essen voor twee jaren Den 1 meij geeft aen Coobus een leerjonge voor de tijt van 2 jaar. Lammert Giesbers Den 12 april heeft Jan Jansen Trip het klompemakers gilde angeven en als borge Jakob Trip en Hendrik Molenberg en gilde geregtigheid voldaan behalve de beeker Jan Lip Jurensoon heeft sij proef gedaan als glaasemaker zijn geregtigheid voldaan met ton bier Den 1 juli Jan Jansen die Gunst heeft sijn proef gedan als kuijper Den 15 november heeft Jan Janpind heeft zij gilde voldaan met 7 gulden. De beeker voldaan Den 15 november heeft Jan Gerritsen Voerman het gilde aangegeven om de rademakers proeve te doen binnen de 6 weeken als borgen Augestijn Eijmerts en Kobus ten Hove en heeft den 11 december zijn proeve gedaan en wel bevonden November zijn geregtigheid voldaan Den 15 november heeft Wiggert te Have het gilde aangegeven om de timmermans proeve te doen binnen de 6 weeken als borgen Nikklaas van der Kamp en Jurrien van Soomeren en heeft den 18 december zijn proeve gedaan en welbevonden den 13 november zijn geregtenheid voldaan behalven de beker Den 4 september de stad om oorlogs wil verlaten en uijt het gilde geworpen. 32v 1781 Den 12 maart heeft aan het gilde Berent Belder als rademaker om binnen agt weken zijn proef te doen. En stelt tot borgen Henderikus Hoefhamer Evert Jan Dickhuijsen en heeft sijn gilde geregtigheijd voldaan met 10 gulden en een ton 8 gulden bier op den 12 november 1781 behalve de beker.de beker voldaan den 11 september de stad om oorlogswil Den 20 april geeft aan het gilde Henderik Nuijs als metselaar om binnen 6 weeken te doen sijn proef en t is goet bevonden den 3 meij. En stelt tot borgen Jan Lip en Henderik Ampmeijjer. En heeft sijn gilde geregtigheijt voldaan met 7 gulden en ½ ton 8 guldens bier op den 12 november 1781 behalven de beker. De beker voldaan. Den 2 november Meij geeft aan het gilde Barend Hoeve als clompemaker binnen 6 weken te doen sijn proef als borgen Willem Staal en Jan Jansen Trip en is goet bevonden op den 22 junij 1781 en voldaan de gilde geregtigheijt met 7 gulden en ton 8 guldens bier op den 12 november 1781 behalven de beker.

18 1782 Den 11 meij geeft aan Jurrejaan van Zoomeren een leerjongen van de dijakonije voor twe jaren Jan Rinke Den 8 december geeft aan het gilde Jan Nuijs als metselaar binnen ses weken te doen sijn proef en stelt tot burgen Willem Trip en Henderik Ruijs en is goet bevonden den 21 januari En zijn gilde geregtighijd voldaan met 7 gulden en ton 8 guldens bier op den 18 november 1782 behalven de beker Jan Ruijs. De beker voldaan den 12 november Den 29 december geeft aan het gilde Tuenis de Mol als smids om binnen ses weken sijn proef te doen en stelt tot borgen Jurjaan van Zoomeren en Isebrand Jansen. En is goet bevonden den 1 februwari En zijn gilde geregtighijd voldaan den 18 november 1782 behalve de beker Den 1 meij geeft aan Teunis de Mol een leerjong als smid Eijbert Vinke voor de tijt van 2 jaar den 15 januwarij geeft aan Jan Fijt sijn timmermans gilde binnen 6 weken sijn proef te doen borg H. Hoefhamer in Jan Ruijs sijn gilde voldaan met 7 gulden. De beker voldaan den 17 juni geeft aan Samuel de Ruijter zijn glaasemaaker gilde binnen 6 weeken zijn proef te doen. En stelt burge Henderikus Hoefhamer en Jan de Gunst. Sijn gilde voldaan met 10 gulden. De beker voldaan den 11 september om oologswille de stad verlaten en uijt het gilde geworpen. 33v 1783 Willem Jansen Fidder geeft aan sijn smids gilde den 12 augustus borge Austijn Eijmmers, Aart van Dikken voldaan behalfen de beker. De beker voldaan den 12 november Geeft aan Hannes Trip sijn klompmakers proef aan borge Austijn Eijmmers Willem Jansen Fidder. Den 3 october sijn gilde geregtighijd voldaan. De beker voldaan Den 17 october Roelof Hoen get aan sijn timmermans gilde borge H. Hoefhamer in Wiggers ten Have binnen ses weken de proef [...] zijn gilde geregtighijed betaalt behalven de beker Den 4 maij Gerhardus van Apeldoorn geeft aan sijn smit proeve binnen de ses weken de proeve borge Hendrijekus Hoefhamer, Tunes Mol. Den 15 november zijn gilde geregtigheijd voldaan behalven de beker Geft Sammuel de Ruijter een leerknegt aan Jan Trip W. zoon Den 7 februwari heeft Tuenes Gerritsen voorman geeft aan zijn gilde borge Aard van Dieken en Roelof Hoen binnen 6 weeken. De proeve wel bevonden. En zijn gilde geregtigheijd voldaan met ½ vat bier. En de beker voldaan Den 8 maart Tunis Gerritsen voerman tot leerjongen Dirk Jan Rink tot timmerman voor 2 jaren. 34v 1783 Den 22 november heeft Henderik Ampmeier en Grardes van Apeldooren naa Aalt Henderiksen en Dries Aalten geweest om het gelt van klompen. Maar zij hebben beijde belooft om met waarheijd te verklaaren dat sij suijver an wouwen geven als t jaar ten eijnde is de klompen en trippen december heef Johanes Sloot zijn gilde aangeven on zijn timmermans proef

19 te doen en verzogt zes weken uijtstel en stel tot burgers Jan Lipke en Jacobus Ruijs. Jannes Slood sin gilde geregtigheid voldaan den 19 november 1795 op de beeker naa. Wigert ten Have geeft sin proeve aan op den 19 november burge W. Trip en Janssoon Trip Febrare geeft Sweres Trip het gilde aan burge Hendrek Antmaier en Jan Trip Janssen. Versogt 6 weken uitstel Op den 14 november weegens trouwen zijn ½ vat bier voldaan den 12 augustij heeft Manes Kuijper zijn gilde aangegeeven en tot burge gestelt IJzebrand Jansen en G. Jansen van den Hoop. Mist versog 6 weeken uijtstel. Zijn geregtigheid voldaan met 10 gulden op den 14 november 1796 op de beker na voldaan. 35v 1796 Den 14 november geeft Harmannes Kuijper zijn leerjonge aan voor 2 jaaren, zijn broer Willem Kuijper om zijn leerjaren uijt te dienen Den 20e september heeft Eijbert Hoen Roelofs zoon sijn proef gedaan en sijn gilde geregtigheijd betaald behalven de beeker Den 1 september capitein Jansen Mulder geeft aan een leerjongen Roelef Wijborg voor 2 jaren als wagemaker Den 8 november geeft Eijbert Zuars aan een leerjonge Roelof Wijburg als metselaar voor 2 jaar Den 12 desember heeft Jan Hoghorel sijn glassemakers gilde gewonnen borge Aart van Dikken en Gerrit Hoen November Jan Hooghordel seijn geregtigheijd betaelt met een hallef fad bier en f behalve de beker. De beeker voldaan Den 13 desember heeft Dirk van den Veen sijn timmermans gilde gewonnen borgge Jan Feijt in Tuenes Gerritsen voerman Den 12 november heeft Dirk van de Veen zijn gilde geregtigheijd betaald met een ton bier en tien gulden behalven de beker Den 14 november heeft Gerrit Jansen Mulder sijn gilde geregtigheijd betaald met 7 gulden en ½ vat bier behalve de beker Den 3 maart heeft Henderik Vinke sijn proefe gedaan ende wel bevonden Den 16 november sijn gilde geregtigheijd voldaan behalve de beker Den 17 november aen brand gelevert aen het groote gilde voor 8 stuivers. Jan ter Steege voldaan. Jan ter Steege. 36v 1789 Den 3 maart heeft Tunes Gerritsz voerman tot leerjongen aangegeven Henderikus Pruijs. (Doorgehaald: Maij heeft Gerrit Jansen aangegeven leerjonge Henderk Haesen.) Maart heeft Tennis Gersen voerman een leerjonge aangegeven Gerrit Gersende Beer Maij heeft Gerrit Jansen aangegeven een leerjonge Hendirk Aarsen. Op den 14 september Beert Finke heeft aangegeven een leerjongen Albertus de Waal. Voldaan Den 19 maart geeft aan Beert Vinke het gilde om seijn proef te doen als timmerman en sijn proef te doen in de tijd van ses weken en steld tot burge L.Garrasdies van Apeldoorn en Henderik Ruijs. Sijn proef gedaan den 14 meij 1790 Op den 15 november sijn gilde geregtigheijd betaald met f en een ½ ton bier behalven de beker.