Nadere bepaling van het volumeverlies bij de Tweede Heinenoordtunnel. Concept. Projectbureau Boortunnels

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nadere bepaling van het volumeverlies bij de Tweede Heinenoordtunnel. Concept. Projectbureau Boortunnels"

Transcriptie

1 Nadere bepaling van het volumeverlies bij de Tweede Heinenoordtunnel Concept Projectbureau Boortunnels

2

3 Nadere bepaling van het volumeverlies bij de Tweede Heinenoordtunnel ir J.W. Plekkenpol Projectbureau Boortunnels

4 Auteursrechten Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de CUR/COB. Het is toegestaan overeenkomstig artikel 15a Auteurswet 1912 gegevens uit deze uitgave te citeren in artikelen, scripties en boeken, mits de bron op duidelijke wijze wordt vermeld, alsmede de aanduiding van de maker, indien deze in de bron voorkomt. " 8 Rapport K100-W-039 Nadere bepaling van het volumeverlies bij de Tweede Heinenoordtunnel, december 1996, CUR/COB, Gouda." Aansprakelijkheid CUR/COB en degenen die aan deze publikatie hebben meegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het samenstellen van deze uitgave. Nochtans moet de mogelijkheid niet worden uitgesloten dat er toch fouten en onvolledigheden in deze uitgave voorkomen. Ieder gebruik van deze uitgave en gegevens daaruit is geheel voor eigen risico van de gebruiker en CUR/COB sluit, mede ten behoeve van al diegenen die aan deze uitgave hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van deze uitgave en de daarin opgenomen gegevens, tenzij de schade mocht voortvloeien uit opzet of grove schuld zijdens CUR/COB en/of degenen die aan deze uitgave hebben meegewerkt.

5

6

7

8

9 VOORWOORD Kennis en ervaring op het gebied van ondergronds bouwen in zachte grond is belangrijk als Nederland de actualiteit wil volgen en de (inter)nationale positie van de Nederlandse ontwerpers en bouwers wil handhaven. Door een breed forum van partijen uit bedrijfsleven, overheid en kennisinstituten is in 1994 het Impulsprogramma Kennisinfrastructuur Ondergronds Bouwen opgesteld. Het doel van dit Impulsprogramma is te komen tot een duurzame versterking van de kennisinfrastructuur. De kern van deze kennisinfrastructuur vormt het Centrum Ondergronds Bouwen (COB), dat onderzoek en ontwikkelingen op het gebied van ondergronds bouwen initieert en coördineert. COB maakt gebruik van de werkwijze en infrastructuur van het Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving (CUR) te Gouda. De activiteiten van het COB worden uitgevoerd onder de noemer CUR/COB. Een leerstoel "Ondergronds Bouwen" aan de TU Delft is nauw gelieerd aan het COB. In CUR/COB participeert een breed scala aan bedrijven, branche-organisaties, onderzoeksinstellingen, wetenschappelijke instituten en overheden. Via een bijdrage van de Interdepartementale Commissie voor het Economisch Structuurbeleid (ICES) in het Impulsprogramma stimuleert de overheid de totstandkoming van deze kennisinfrastructuur. Het onderzoek en ontwikkelingswerk van CUR/COB worden verricht in het kader van een omvattend uitvoeringsprogramma. Dit uitvoeringsprogramma kent in eerste instantie vier thema's, te weten "Boren in zachte grond", "Verkennen, voorspellen en monitoren", "Economische tunnelbouw" en "Construeren, beheren en onderhouden". De thema's worden ingevuld met uit te voeren onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten. Een belangrijk project binnen het eerste thema is het "Praktijkonderzoek Boortunnels" (CUR/COB-uitvoeringscommissie K 100). De kern van dit project bestaat uit een intensieve monitoring van de twee Praktijkprojecten Boortunnels, de Tweede Heinenoordtunnel en de Botlekspoortunnel. Door middel van deze monitoring worden bestaand instrumentarium voor verkenning van de ondergrond en voorspellingsmodellen voor het gedrag van constructie en grond getoetst. Voorliggend werkdocument "Nadere bepaling van het volumeverlies bij de Tweede Heinenoordtunnel" is onder verantwoordelijkheid van deze commissie tot stand gekomen en moet gezien worden als uitvoeringsonderdeel van het predictieplan. Het rapport beschrijft een nadere bepaling van onderdelen die bijdragen aan het totale volumeverlies. 9

10 De samenstelling van de commissie, die dit rapport heeft voorbereid, was: ir. K.J. Bakker, voorzitter drs. W. van Schelt, secretaris ir. P.H.J. Ackermans dr.ir. P. van den Berg ir. J.P.M. Bol ing. H.J. Hagen ing. H. de Kruijff ing. A. van de Meent ir. H.C. Peerdeman ing. A.A. Proper dr.ir. A. Pruijssers ir. P. van Putten ir. S.F. de Ronde ir. L.E.B. Saathof ir. E.A.H. Teunissen ing. R.W.P. Uitermarkt ing. P.H. Verheijen ir. H.J. Vos prof.dr.ir. J.F. Agema, mentor CUR ir. J.N. Altenburg, coördinator COB Samenstelling van Projectbureau Boortunnels: ir. K.J. Bakker ir. W.F.J. de Jager ir. P.S. Jovanovic ir. A.J.M. Kösters ing. E.A. Kwast ir. L.B.J. van Oldeniel ir. J.W. Plekkenpol drs. W. van Schelt december 1996 Projectbureau Boortunnels 10

11 INHOUD SAMENVATTING SUMMARY Hoofdstuk1INLEIDING Inleiding Hoofdstuk2BIJDRAGEN AAN HET VOLUMEVERLIES Inleiding Frontverlies V TBM,fr Oversnijdingsverlies V TBM,oc Verlies door conische vorm van de TBM V TBM,con Staartspleetverlies V TBM,sp Totaal volumeverlies V s Hoofdstuk3RESULTATEN Resultaten Hoofdstuk4CONCLUSIE Conclusies LITERATUUR

12 12

13 SAMENVATTING In het kader van CUR/COB-uitvoeringscommissie K100 zijn predicties gedaan voor de waarde van het grondverlies V s. Getracht is om de veelal arbitrair gekozen waarde voor deze parameter nader te kwantificeren. Onderdelen die een bijdrage in het totale volumeverlies leveren zijn op een rijtje gezet. Van een viertal onderdelen, die het grootste aandeel hebben in het volumeverlies, is getracht de waarde te kwantificeren, om zodoende een ondergrensbenadering te krijgen. De vier behandelde aspecten zijn: 1)ontspanning van de grond ter plaatse van het boorfront; 2)oversnijding van de cutters; 3)conische vorm van de tunnelboormachine; 4)het (onvolledig) volgrouten van de staartspleet. Uit de berekening blijkt dat het volumeverlies met strekkende meter ongeveer 0,5 à 0,7% van het tunneloppervlak zal zijn. Het totale volumeverlies zal wat hoger zijn doordat andere onderdelen (zoals bijvoorbeeld de stand van de tunnelboormachine en consolidatie) ook een (geringere) bijdrage leveren. De waarde van circa 1% die voor het volumeverlies in literatuur wordt genoemd lijkt geldig voor tunnelboormachines die gebouwd zijn volgens de laatste stand van de techniek en lijkt ook in het kader van dit project een redelijke waarde. 13

14 14

15 SUMMARY In accordance to the CUR/COB-committee K100 arguments, predictions have been made to estimate the value of the ground loss parameter V t. It has been tried to quantify the often arbitrary chosen value for this parameter. Components, which contribute to the total volume loss, have been lined up. It has been tried to quantify the four components with the largest contibutions to the total volume loss, just to estimate a lower limit. The four contributions are: 1)relaxation of the soil in front of the tunnel boring machine; 2)overcutting by the cutterbits; 3)the conical shape of the tunnel boring machine; 4)the (incomplete) grouting of the tail-void. Results of calculations show that the volume loss per meter advance will be approximately 0.5 tot 0.7 % of the tunnel area. The total volume loss will be slightly larger because of the fact that other components (such as 'the look-up'-position of the tunnel boring machine and consolidation) contribute slight too. The value of approximately 1%, which is often presented in literature, seems to be valid for tunnel boring machines, which are recently built according to the latest state-of-the-art technology, and seems also to be an acceptable value for this project. 15

16 16

17 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1Inleiding Voor de uitgangsparameter 'volumeverlies' worden in de diverse predicties verschillende definities waarden en gehanteerd. In Cluster 13 [K100-W-009] en Cluster 14 [K100-W-021] wordt door het PBBT voorgesteld te rekenen met een waarde voor het volumeverlies variërend tussen de 0,5 en 1,5% van het tunneloppervlak. Deze waarde is gekozen omdat uit het literatuuronderzoek in Cluster 13 naar voren is gekomen dat met tunnelboormachines, gebouwd volgens de laatste stand van de techniek, het volumeverlies tot circa 1% beperkt kan blijven. In de meeste computerprogramma's (bijvoorbeeld Plaxis en Diana) wordt het volumeverlies rondom de tunnel(boormachine) als een alzijdige contractie aan de tunnel opgelegd. Zolang de opgelegde waarde beperkt blijft tot enkele procenten blijkt aan maaiveld ongeveer hetzelfde volumeverlies in de zettingstrog te worden aangetroffen. Zie hiervoor [K100-W-009] en [K100- W-021]. Vanuit de commissie K100 is de vraag gekomen of het wellicht mogelijk is deze redelijk arbitrair gekozen waarde nader te onderbouwen. In het navolgende zal dit getracht worden door aan diverse onderdelen die ieder een bijdrage leveren aan het volumeverlies te rekenen en tevens overwegingen over de keus en beperkingen aan te geven. 17

18 18

19 HOOFDSTUK 2 BIJDRAGEN AAN HET VOLUMEVERLIES 2.1Inleiding Het totale volumeverlies rondom de tunnel(boormachine) is een optelling van diverse verliezen in het gehele tunnelboorproces. Zo kunnen hiervoor de volgende onderdelen worden onderscheiden: -verlies aan het boorfront door ontspanning van het grondmassief als gevolg van het onvoldoende steunen van het boorfront; -verlies door extra oversnijding van de cutters om de wrijvingsweerstand langs de tunnelmantel te verkleinen; -conische vorm van de tunnelboormachine ter beperking van de wrijvingsweerstand; -vetergang en stand-up positie van de tunnelboormachine; -staartspleetverlies door bijv. onvolledig volgrouten van de spleet en uitstroming van water; -verlies door 'verdringingsweerstand' en wrijvingskrachten langs de tunnelboormachine; -verlies door verweking van cohesieve gronden door dynamische effecten van de tunnelboormachine; -verlies door verdichting van niet-cohesieve gronden door dynamische effecten van de tunnelboormachine; -verlies door consolidatie van cohesieve grondlagen door afvloeien van wateroverspanningen; -verlies door vervorming van de tunnelconstructie door water- en korreldrukken. Van deze lijst heeft een aantal aspecten het grootste aandeel in het volumeverlies (zie [K100-W- 009]). Deze aspecten zijn: 1)ontspanning van de grond ter plaatse van het boorfront; 2)oversnijding van de cutters; 3)conische vorm van de tunnelboormachine; 4)het (onvolledig) volgrouten van de staartspleet. In het navolgende zal getracht worden deze vier aspecten nader te kwantificeren, zodat een betere onderbouwing van de waarde voor het volumeverlies kan worden gegeven. De andere onderdelen hebben ook een bijdrage in het volumeverlies. Het verlies zal dus nog wat groter zijn dan uit de vier onderzochte onderdelen naar voren komt. Op het derde aspect na zijn bovengenoemde aandelen in het volumeverlies in grote mate afhankelijk van ervaring/zorgvuldigheid van de boorploeg. Omdat deze ervaring/zorgvuldigheid niet bekend, is er voor gekozen om deze afhankelijk buiten beschouwing te laten. Door het variëren van parameters in de formules kan wel de invloed van (on)ervarenheid /(on)zorgvuldigheid een afschatting worden gemaakt. 19

20 In het navolgende wordt in eerste instantie het volumeverlies per onderdeel uitgedrukt in kubieke meters per strekkende meter [m 3 /m]. De optelling van alle deelverliezen levert een ondergrensbenadering voor het volumeverlies. Dit volumeverlies wordt, zoals eerder vermeld, groter, omdat onderdelen die niet in de analyse zijn meegenomen, ook een bijdrage leveren. In de literatuur wordt het volumeverlies vaak uitgedrukt als percentage van het oppervlak van de tunnel in de dwarsdoorsnede. Het berekende percentage kan dan vergeleken worden met de in literatuur gevonden waarden. 20

21 2.3Frontverlies V TBM,fr In het predictierapport van Cluster 4A [K100-W-028], uitgevoerd door Grondmechanica Delft, is in een 3D-berekening de druk aan het boorfront gereduceerd tot een druk die hoogstwaarschijnlijk gehanteerd wordt tijdens uitvoering. De inhoud van de grondverplaatsingen richting boorfront is af te schatten met de volgende formule: Waarin: V TBM,fr grondverlies aan het boorfront [m 3 /m]; D TBM,fr diameter van het boorfront van de tunnelboormachine [m]; u fr,gem gemiddelde horizontale verplaatsing van het grondmassief voor het boorfront richting de tunnelboormachine [m 3 /m]. De grootte van het volumeverlies aan het boorfront is volgens deze formule alleen afhankelijk van de gehanteerde steundruk, daar de diameter van het boorfront een geometrische gegevens is. Een nog lagere steundruk zal leiden tot grotere horizontale verplaatsingen en dus een groter volumeverlies aan het boorfront. In het rapport van Cluster 4B [K100-W-031], uitgevoerd door Fugro, worden ook analytische formules, waarmee een afschatting van het frontverlies kan worden gemaakt, gepresenteerd. Deze worden hier niet herhaald. 2.5Oversnijdingsverlies V TBM,oc Door het uitzetten van de oversnijdingsbeitels, ook wel cutters genaamd, neemt de ontgravingsdiameter met enkele centimeters toe. Hierdoor wordt de wrijving langs de tunnelmantel gereduceerd, waardoor de drukken in de vijzels minder hoog behoeven te worden ingesteld. De extra hoeveelheid ontgraven grond kan worden berekend met de volgende formule: Waarin: V TBM,oc grondverlies door oversnijding [m 3 /m]; D TBM,oc diameter door overcuttingsbeitels van de tunnelboormachine [m]; D TBM,fr diameter van het boorfront van de tunnelboormachine [m]. De grootte van het volumeverlies door oversnijding is volgens deze formule alleen afhankelijk van de mate van gebruik van de oversnijdingsbeitels, daar de diameter van het boorfront een geometrische gegevens is. 21

22 2.7Verlies door conische vorm van de TBM V TBM,con Naast het reduceren van de wrijving langs de tunnelmantel door het uitzetten van oversnijdingsbeitels, wordt ook door een conisch verloop van de tunneldiameter de wrijving langs de tunnelboormachine beperkt. Het volume aan grond dat in deze ruimte kan toestromen is de berekenen volgens: Waarin: I TBM,con grondverlies door conische vorm van de tunnelboormachine over de gehele lengte [m 3 ]; r TBM,fr straal van het boorfront van de tunnelboormachine [m]; l TBM lengte van de tunnelboormachine [m]; r TBM,st straal van de staart van de tunnelboormachine [m]. Het grondverlies door de conische vorm per strekkende meter, V TBM,con genaamd, kan worden berekend met: Waarin: V TBM,con grondverlies door conische vorm van de tunnelboormachine [m 3 /m]; I TBM,con grondverlies door conische vorm van de tunnelboormachine over de gehele lengte [m 3 ]; l TBM lengte van de tunnelboormachine [m]. Het volumeverlies dat door de conische vorm van de tunnelboormachine ontstaat, kan tijdens het boorproces niet worden beïnvloed. De afmetingen zijn namelijk van te voren bepaald. 2.9Staartspleetverlies V TBM,sp Achter de tunnelboormachine komt de gerede gesegmenteerde tunnel vrij. De ruimte die door het verschil in diameter tussen TBM en tunnel ontstaat wordt volgegrout. In literatuur wordt vaak vermeld dat een volume aan grout van circa 110 à 120% van de theoretische staartspleet wordt geïnjecteerd [Stephan, 1994]. Er wordt vanuit gegaan dat al het geïnjecteerde grout wordt gebruikt voor het verkleinen van het volumeverlies. 22

23 Het volume van de staartspleet V TBM,st heeft per strekkende meter een inhoud van: Waarin: V TBM,st volume van de staartspleet achter de tunnelboormachine [m 3 /m]; D TBM,st diameter van de staart van de tunnelboormachine [m]. D tun,uitw uitwendige diameter van de tunnellining [m]. Het volume van het geïnjecteerde grout per strekkende meter V TBM,gr bedraagt dan: Waarin: V TBM,gr volume van het geïnjecteerde grout [m 3 /m]; áverhoudingsgetal, die aangeeft welke overmaat aan grout is geïnjecteerd (aan te nemen als 1,1 à 1,2); V TBM,st volume van de staartspleet achter de tunnelboormachine [m 3 /m]. Het (negatieve) volumeverlies V TBM,sp bij de staart van de tunnelboormachine bedraagt dan: Waarin: V TBM,sp grondverlies bij de staart van de tunnelboormachine na het groutingsproces [m 3 /m]; V TBM,st volume van de staartspleet achter de tunnelboormachine [m 3 /m]; V TBM,gr volume van het geïnjecteerde grout [m 3 /m]. Uit bovenstaande formules wordt duidelijk dat de mate waarin staartspleetverlies optreedt afhankelijk is van het verhoudingsgetal á. Een grotere overmaat aan grout, leidt tot een geringer volumeverlies. 2.11Totaal volumeverlies V s Het volumeverlies rondom de tunnel(boormachine) wordt nu voor het grootste deel bepaald door een optelsom van bovenstaande onderdelen. In formulevorm weergegeven: Waarin: V t volumeverlies als gevolg van het boorproces [m 3 /m]; V TBM,fr grondverlies aan het boorfront [m 3 /m]; V TBM,oc grondverlies door oversnijding [m 3 /m]; V TBM,con grondverlies door conische vorm van de tunnelboormachine [m 3 /m]; V TBM,sp grondverlies bij de staart van de tunnelboormachine na het groutingsproces [m 3 /m]. Zolang de volumeverlies V t, uitgedrukt als percentage van het tunneloppervlak, beperkt blijft tot enkele procenten, kan de volgende benadering voor het volumeverlies van de zettingstrog aan het maaiveld V s worden gehanteerd: Waarin: V s volume van de zettingstrog aan het maaiveld [m 3 /m]; V t volumeverlies als gevolg van het boorproces [m 3 /m]. 23

24 HOOFDSTUK 3 RESULTATEN 3.1Resultaten Uit tekeningen van de tunnelboormachine en tunnellining zijn waarden voor de diverse parameters afgeleid. De gemiddelde verplaatsing aan het boorfront is opgezocht in het rapport van Cluster 4A [K100-W-028]. Deze gegevens zijn gebruikt om het volumeverlies nader te kwantificeren. In de bijlage staat het resultaat van de berekening. In deze berekening zijn waarden ingevuld die tijdens een 'normaal' tunnelboorproces zouden kunnen optreden. De vier grootste aandelen leiden, doordat enigszins gevarieerd is in de parameters, tot een volumeverlies van 0,2 tot 0,5 m 3 /m. Dit volumeverlies wordt in literatuur meestal uitgedrukt als percentage van het tunneloppervlak in de dwarsdoorsnede. Dit oppervlak is te berekenen met: Waarin: A tun oppervlak van de tunnellining in dwarsrichting [m 2 ]; D tun,uitw uitwendige diameter van de tunnellining [m]. Dit oppervlak A tun bedraagt ongeveer 54 m 2, waardoor de ondergrens voor het volumeverlies ongeveer 0,5 à 0,7% van het tunneloppervlak wordt. Doordat ook andere onderdelen, die in deze studie niet nader zijn gekwantificeerd (bijv. het sturen van de tunnelboormachine en consolidatie), bijdragen aan het volumeverlies zal dit percentage hoger uitvallen. Indien 'extreme' waarden worden ingevuld blijkt het volumeverlies of tot bijna 0% te worden gereduceerd of tot ongeveer 1% toe te nemen. In het eerste geval wordt het tunnelboorproces zeer zorgvuldig uitgevoerd en in het tweede geval verloopt het tunnelboorproces 'normaal'. Een enkele uitschieter boven de 1% kan voorkomen op het moment dat het tunnelboorproces niet goed door de boorploeg onder controle wordt gehouden. Uit het voorgaande is naar voren gekomen dat drie van de vier onderdelen die een grote bijdrage leveren aan het volumeverlies afhankelijk zijn van de ervaring/zorgvuldigheid van de boorploeg. 24

25 25

26 HOOFDSTUK 4 CONCLUSIE 4.1Conclusies Geconcludeerd kan worden dat het volumeverlies ongeveer tussen de 0,5 à 0,7% groot zal zijn. Viertal aspecten, die een groot aandeel hebben in het volumeverlies, zijn redelijk goed te kwantificeren. Deze vier zijn: 1)ontspanning van de grond ter plaatse van het boorfront; 2)oversnijding van de cutters; 3)conische vorm van de tunnelboormachine; 4)het (onvolledig) volgrouten van de staartspleet. Het totale volumeverlies zal hoger zijn doordat andere onderdelen (zoals bijvoorbeeld de stand van de tunnelboormachine en consolidatie) ook een (geringe) bijdrage leveren. De waarde van circa 1% die in de literatuur wordt genoemd is geldig voor tunnelboormachines die gebouwd zijn volgens de laatste stand van de techniek en lijkt ook in het kader van dit project een redelijke aanname. Indien 'extreme' waarden worden ingevuld blijkt het volumeverlies of tot bijna 0% te worden gereduceerd of tot ongeveer 1% toe te nemen. In het eerste geval wordt het tunnelboorproces zeer zorgvuldig uitgevoerd en in het tweede geval verloopt het tunnelboorproces 'normaal'. Een enkele uitschieter boven de 1% kan voorkomen op het moment dat het tunnelboorproces niet goed door de boorploeg onder controle wordt gehouden. Uit het voorgaande is naar voren gekomen dat drie van de vier onderdelen die een grote bijdrage leveren aan het volumeverlies afhankelijk zijn van de ervaring/zorgvuldigheid van de boorploeg. 26

27 27

28 LITERATUUR [K100-W-009]Projectbureau Boortunnels, Cluster 13 Deformaties van de grond, spanningsveranderingen in de omgeving en gronddrukken op de tunnellining, K100-W-009, januari [K100-W-021]Projectbureau Boortunnels, Cluster 14 Deformaties van de grond, spanningsveranderingen in de omgeving en gronddrukken op de twee tunnels, K100-W-021, mei [K100-W-028]Grondmechanica Delft, Cluster 4A Praktijkonderzoek boortunnels, 3D predicties 'Meetgebied Zuid', K100-W-028, april [K100-W-031]Fugro Ingenieursbureau B.V., Cluster 4B Praktijkonderzoek boortunnels, 3D predicties 'Meetgebied Zuid', K100-W-031, mei [Stephan, 1994]Stephan, D., Erfahrungen mit dem Schildvortrieb beim Baulos M 1 der Stadtbahn in Köln, Tunnel 3/94,

29 29

30 Titel en sub-titel: Nadere bepaling van het volumeverlies bij de Tweede Heinenoordtunnel Schrijver(s): ir J.W. Plekkenpol Datum rapport: december 1996 Type rapport: Werkdocument Rapportnummer opdrachtnemer: - Projectleider(s) opdrachtnemer: ir J.W. Plekkenpol Projectbegeleider opdrachtnemer: Naam en adres opdrachtnemer: Projectbureau Boortunnels Achterzeedijk 83a 2992 SB Barendrecht COB/K100-document nummer: K100-W-039 Projectbegeleider opdrachtgever: COB-commissie K100 Naam en adres opdrachtgever: Centrum Ondergronds Bouwen Postbus AK Gouda Opmerkingen: Samenvatting rapport: In het kader van CUR/COB-uitvoeringscommissie K100 zijn predicties gedaan voor de waarde van het grondverlies V s. Getracht is om de veelal arbitrair gekozen waarde voor deze parameter nader te kwantificeren. Onderdelen die een bijdrage in het totale volumeverlies leveren zijn op een rijtje gezet. Van een viertal onderdelen, die het grootste aandeel hebben in het volumeverlies, is getracht de waarde te kwantificeren, om zodoende een ondergrensbenadering te krijgen. De vier behandelde aspecten zijn 1) ontspanning van de grond ter plaatse van het boorfront, 2) oversnijding van de cutters, 3) conische vorm van de tunnelboormachine en 4) het (onvolledig) volgrouten van de staartspleet. Uit de berekening blijkt dat het volumeverlies met strekkende meter ongeveer 0,5 à 0,7% van het tunneloppervlak zal zijn. Het totale volumeverlies zal wat hoger zijn doordat andere onderdelen (zoals bijvoorbeeld de stand van de tunnelboormachine en consolidatie) ook een (geringere) bijdrage leveren. De waarde van circa 1% die voor het volumeverlies in literatuur wordt genoemd lijkt geldig voor tunnelboormachines die gebouwd zijn volgens de laatste stand van de techniek en lijkt ook in het kader van dit project een redelijke waarde. Relationele rapporten: Trefwoorden: Boortunnels, grondverliezen Verspreiding: COB-commissie K100 Classificatie: Intern COB-rapport Classificatie deze pagina: nee Aantal blz: 27 Prijs: - Versie Datum Namens opdrachtnemer Paraaf Namens opdrachtgev er concept 02/09/96 ir J.W. Plekkenpol drs W. van Schelt definitief 09/12/96 ir J.W. Plekkenpol drs W. van Schelt Paraaf

31 Title and sub-title: Further determination of ground loss of the Second Heinenoordtunnel Date report: December 1996 Author(s): ir J.W. Plekkenpol Type report: Interim-report Reportnumber contractor: Project manager(s) contractor: ir J.W. Plekkenpol COB/K100-report number: K100-W-039 Project attendant principal: COB-committee K100 Project attendant contractor: Name and address contractor: Projectbureau Boortunnels Achterzeedijk 83a 2992 SB Barendrecht The Netherlands Name and address principal: Centrum Ondergronds Bouwen P.O. Box AK Gouda The Netherlands Remarks: Summary of report: In accordance to the CUR/COB-committee K100 arguments, predictions have been made to estimate the value of the ground loss parameter V t. It has been tried to quantify the often arbitrary chosen value for this parameter. Components, which contribute to the total volume loss, have been lined up. It has been tried to quantify the four components with the largest contibutions to the total volume loss, just to estimate a lower limit. The four contributions are 1) relaxation of the soil in front of the tunnelboringmachine, 2) overcutting by the cutterbits, 3) the conical shape of the tunnelboringmachine and 4) the (incomplete) grouting of the tail-void. Results of calculations show that the volume loss per meter advance will be approximately 0.5 to 0.7 % of the tunnel area. The total volume loss will be slightly larger because of the fact that other components (such as 'the look-up'-position of the tunnelboringmachine and consolidation) contribute slight too. The value of approximately 1%, which is often presented in literature, seems to be valid for tunnelboringmachines, which are recently built according to the lastest state-of-the-art technology, and seems also to be an acceptable value for this project. Relational reports: Keywords: Bored tunnels, ground loss Distribution: COB-committee K100 Classification: Internal COB-report Classification this page: no Number of pages: 27 Price: - Version Date On behalf of contractor Initials On behalf of principal Initials draft 02/09/96 ir J.W. Plekkenpol drs W. van Schelt final 09/12/96 ir J.W. Plekkenpol drs W. van Schelt

Cluster 14. Deformaties van de grond, spanningsveranderingen in de omgeving en gronddrukken op de twee tunnels. Projectbureau Boortunnels

Cluster 14. Deformaties van de grond, spanningsveranderingen in de omgeving en gronddrukken op de twee tunnels. Projectbureau Boortunnels Cluster 14 Deformaties van de grond, spanningsveranderingen in de omgeving en gronddrukken op de twee tunnels Projectbureau Boortunnels Cluster 14 Deformaties van de grond, spanningsveranderingen in de

Nadere informatie

Meetrapport meetring Zuid in de Tweede Heinenoordtunnel - Periode 3 tot en met 26 november 1997

Meetrapport meetring Zuid in de Tweede Heinenoordtunnel - Periode 3 tot en met 26 november 1997 97-CON-R1529 Meetrapport meetring Zuid in de Tweede Heinenoordtunnel - Periode 3 tot en met 26 november 1997 16 januari 1998 dr. ir. G.P.C. van Oosterhout ir. P.C. van Staalduinen Auteursrechten Alle rechten

Nadere informatie

Breker- en zeefzand van bouw- en sloopafval

Breker- en zeefzand van bouw- en sloopafval Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 95-5 Breker- en zeefzand van bouw- en sloopafval Mogelijkheden voor toepassing in beton Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon 0182-539600

Nadere informatie

Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. Beheer bedrijfsriolering bodem bescherm i n g

Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. Beheer bedrijfsriolering bodem bescherm i n g Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 2001-3 Beheer bedrijfsriolering bodem bescherm i n g Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon 0182-540600 CUR Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon

Nadere informatie

Centrum Onder ronds Bouwen. De behandeling van schadeclaims bij ondergronds bouwen. Case Willemsspoortunnel Rotterdam

Centrum Onder ronds Bouwen. De behandeling van schadeclaims bij ondergronds bouwen. Case Willemsspoortunnel Rotterdam Centrum Onder ronds Bouwen Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 95-4 De behandeling van schadeclaims bij ondergronds bouwen Case Willemsspoortunnel Rotterdam Postbus 420 2800

Nadere informatie

Eerste Orde evaluatie K100 Beschouwing boor-/volumeverlies en deformaties (analytisch) GT-A. CO /41 augustus / september 1999

Eerste Orde evaluatie K100 Beschouwing boor-/volumeverlies en deformaties (analytisch) GT-A. CO /41 augustus / september 1999 Eerste Orde evaluatie K100 Beschouwing boor-/volumeverlies en deformaties (analytisch) GT-A CO-384780/41 augustus / september 1999 Eerste Orde Evaluatie K100 Beschouwing boor-/volumeverlies en deformaties

Nadere informatie

c U R Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving JRÏSNETI Kennisnetwerk Risicomanagement Risicobeheersing in de uitvoering

c U R Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving JRÏSNETI Kennisnetwerk Risicomanagement Risicobeheersing in de uitvoering c U R JRÏSNETI Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving Kennisnetwerk Risicomanagement rapport 2003-5 Risicobeheersing in de uitvoering Postbus 420 2800 AK Gouda CU Telefoon 0182-540600

Nadere informatie

Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. MiIieu-effecten van. rapport demontabel bouwen

Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. MiIieu-effecten van. rapport demontabel bouwen Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 94-15 MiIieu-effecten van demontabel bouwen I u!i Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon 01820-39600 94-15 MILIEU-EFFECTEN VAN DEMONTABEL

Nadere informatie

CUR. Besparing op primaire granulaire grondstoffen door flexibel en demontabel bouwen in beton

CUR. Besparing op primaire granulaire grondstoffen door flexibel en demontabel bouwen in beton Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 99-2 Besparing op primaire granulaire grondstoffen door flexibel en demontabel bouwen in beton Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon 0182-54

Nadere informatie

Betonnen olie-afscheiders en slibvangputten

Betonnen olie-afscheiders en slibvangputten Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving Betonnen olie-afscheiders en slibvangputten Eisen en beproevingsmethoden Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon 0182-540600 c Postbus 420 2800 AK

Nadere informatie

Preadvies omtrent het gebruik van kalk-cementkolommen in Nederland

Preadvies omtrent het gebruik van kalk-cementkolommen in Nederland CUR Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijl

Nadere informatie

Rapport betreffende. BEPALEN VAN AXIALE EN TANGENTIëLE WRIJVING LANGS DE OMTREK VAN DE TBM

Rapport betreffende. BEPALEN VAN AXIALE EN TANGENTIëLE WRIJVING LANGS DE OMTREK VAN DE TBM Rapport betreffende BEPALEN VAN AXIALE EN TANGENTIëLE WRIJVING LANGS DE OMTREK VAN DE TBM Cluster 1, Predictie B-09 Praktijkonderzoek Boortunnels K100 Opdrachtnummer: M-0385 Titel en sub-titel: Bepalen

Nadere informatie

CUR. Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. rapport 98-5 Vulstoffen voor mortel en beton

CUR. Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. rapport 98-5 Vulstoffen voor mortel en beton CUR Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 98-5 Vulstoffen voor mortel en beton Postbus 420 CUR 2800 AK Gouda Telefoon 0182-540600 98-5 VULSTOFFEN VOOR MORTEL EN BETON Civieltechnisch

Nadere informatie

Vloeistofmdringing in beton. Achtergrondrapport bij CUR/PBV-Aanbeveling 63. Rapport CUR/CROW/PBV 98-2

Vloeistofmdringing in beton. Achtergrondrapport bij CUR/PBV-Aanbeveling 63. Rapport CUR/CROW/PBV 98-2 ja Vloeistofmdringing in beton Achtergrondrapport bij CUR/PBV-Aanbeveling 63 Rapport CUR/CROW/PBV 98-2 98-2 VLOEISTOFINDRINGING IN BETON. Achtergrondrappon bij CUR/PBV- Aanbeveling 63 Dit rapport is onder

Nadere informatie

5 o. CUR Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. Hergebruik van asfaltgranulaat in het kader van een optimale bouwcyclus

5 o. CUR Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. Hergebruik van asfaltgranulaat in het kader van een optimale bouwcyclus CUR Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving Hergebruik van asfaltgranulaat in het kader van een optimale bouwcyclus Materiaalreferentiedocument 5 o Centrum voor Regelgeving en Onderzoek

Nadere informatie

Deterministische en probabiiistische uitwerking milieumaten voor de bouw (korte samenvatting)

Deterministische en probabiiistische uitwerking milieumaten voor de bouw (korte samenvatting) Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 94-16B Deterministische en probabiiistische uitwerking milieumaten voor de bouw (korte samenvatting) Proefproject weg Milieudruk voor

Nadere informatie

DuboCentrum ~~'--: 99-6 Leidraad duurzaam ontwerpen grond-, weg- en waterbouw. Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving.

DuboCentrum ~~'--: 99-6 Leidraad duurzaam ontwerpen grond-, weg- en waterbouw. Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving Nationaal DuboCentrum ~~'--: 99-6 Leidraad duurzaam ontwerpen grond-, weg- en waterbouw o C) o Ministerie van Verkeer en Waterstaat Di rectoraat-generaal

Nadere informatie

Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. Is luchtdicht beton ook vloeistofdicht?

Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. Is luchtdicht beton ook vloeistofdicht? Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 99-5 Is luchtdicht beton ook vloeistofdicht? Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon 0182-540600 CUR Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon 0182-540630

Nadere informatie

Gronddeformaties. in de meetvelden van het COB en van het Projectbureau Noord-Zuidlijn

Gronddeformaties. in de meetvelden van het COB en van het Projectbureau Noord-Zuidlijn Gronddeformaties in de meetvelden van het COB en van het Projectbureau Noord-Zuidlijn rapportnr. : K100-W-073 opsteller(s) : ir. J.W. Plekkenpol en ir. C.A. Messemaeckers van der Graaff datum: 21 januari

Nadere informatie

CUR Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving

CUR Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving CUR Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 96-9 Kunststof wapeningselementen in beton Preadvies Postbus 420" 2800 AK Gouda CU Telefoon 0182-539600 96-9 KUNSTSTOF WAPENlNCiSELEMENTEN

Nadere informatie

Bouwen met kennis 'CUR BOUW &INFRA. Staalvezelbeton

Bouwen met kennis 'CUR BOUW &INFRA. Staalvezelbeton Bouwen met kennis 'CUR BOUW &INFRA Staalvezelbeton inventarisatie van regelgeving Bouwen met kennis 'CUR BOUW & INFRA Staalvezelbeton inventarisatie van regelgeving Publicatie 246-2012 Auteursrechten Alle

Nadere informatie

PASSAGE WESTELIJKE BUIS MEETGEBIED ZUID 2 E HEINENOORDTUNNEL

PASSAGE WESTELIJKE BUIS MEETGEBIED ZUID 2 E HEINENOORDTUNNEL PASSAGE WESTELIJKE BUIS MEETGEBIED ZUID 2 E HEINENOORDTUNNEL PASSAGE WESTELIJKE BUIS MEETGEBIED ZUID 2 E HEINENOORDTUNNEL project: CO-369160/524 mei 1998 Opgesteld in opdracht van: CUR/COB Postbus 420

Nadere informatie

Iv-CONSULT B.V. NOORDHOEK 37, POSTBUS CD PAPENDRECHT, NEDERLAND TELEFOON (078) TELEFAX (078) ALG-FORM.

Iv-CONSULT B.V. NOORDHOEK 37, POSTBUS CD PAPENDRECHT, NEDERLAND TELEFOON (078) TELEFAX (078) ALG-FORM. 0 Iv-CONSULT B.V. 0 NOORDHOEK 37, POSTBUS 1155 3350 CD PAPENDRECHT, NEDERLAND 0 TELEFOON (078) 641 05 55 TELEFAX (078) 641 00 88 0 ALG-FORM.201 Cliënt: CUR/COB Project nr. cliënt: C423 Project: Tweede

Nadere informatie

PRAKTIJKONDERZOEK BOORTUNNELS 3D predicties 'Meetgebied Zuid' CO /15 april 1996

PRAKTIJKONDERZOEK BOORTUNNELS 3D predicties 'Meetgebied Zuid' CO /15 april 1996 PRAKTIJKONDERZOEK BOORTUNNELS 3D predicties 'Meetgebied Zuid' CO-358870/15 april 1996 PRAKTIJKONDERZOEK BOORTUNNELS 3D predicties 'Meetgebied Zuid' Beknopte versie Definitief april 1996 COB: K100-W-028

Nadere informatie

Grondinjectie met ultrafijn cement

Grondinjectie met ultrafijn cement Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 99-7 Grondinjectie met ultrafijn cement Literatuurstudie Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon 0182-540600 99-7 GRONDINJECTIE MET ULTRAFIJN

Nadere informatie

VOOR HET vfas CONGRES

VOOR HET vfas CONGRES ALIMENTATIE VAN DE TOEKOMST SCHEIDEN IN NEDERLAND 2012 onderzoek uitgevoerd door TNS NIPO in opdracht van de vfas DE SCHEIDINGSADVOCATEN vfas CONGRES 2012 VAN ALIMENTATIE DE vfas NODIGEN VAN DE TOEKOMST

Nadere informatie

Gronddeformaties in de meetvelden van het COB en het meetveld van de Noord-Zuidlijn

Gronddeformaties in de meetvelden van het COB en het meetveld van de Noord-Zuidlijn Gronddeformaties in de meetvelden van het COB en het meetveld van de Noord-Zuidlijn Versie 1.0; Concept ir. c.a. Messemaeckers van de Graaff, Holland Railconsult / Projectbureau Boortunnels ir. J.W. Plekkenpol,

Nadere informatie

CUR/COB. Praktijkonderzoek boortunnels K100, Cluster 1 Slijtage van snij-elementen Predictie B-06a

CUR/COB. Praktijkonderzoek boortunnels K100, Cluster 1 Slijtage van snij-elementen Predictie B-06a CUR/COB Praktijkonderzoek boortunnels K100, Cluster 1 Slijtage van snij-elementen Predictie B-06a CUR/COB Praktijkonderzoek boortunnels K100, Cluster 1 Slijtage van snij-elementen Predictie B-06a registratie

Nadere informatie

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar. Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm

Nadere informatie

Schrijver(s): Type rapport: Werkdocument

Schrijver(s): Type rapport: Werkdocument Titel en sub-titel: Predictie koppel en aandrukkrachten TBM Datum rapport: November 1996 Rapportnummer opdrachtnemer: J1278 Projectleider(s) opdrachtnemer: ir F.W.J. van Vliet Schrijver(s): ir F.W.J. van

Nadere informatie

EVALUATIE VAN DEFORMATIES VAN DE TUNNELLINING IN EN DIRECT ACHTER DE TUNNELBOORMACHINE BIJ DE TWEEDE HEINENOORDTUNNEL

EVALUATIE VAN DEFORMATIES VAN DE TUNNELLINING IN EN DIRECT ACHTER DE TUNNELBOORMACHINE BIJ DE TWEEDE HEINENOORDTUNNEL EVALUATIE VAN DEFORMATIES VAN DE TUNNELLINING IN EN DIRECT ACHTER DE TUNNELBOORMACHINE BIJ DE TWEEDE HEINENOORDTUNNEL PERIODE 1 TOT EN MET 7 NOVEMBER 1997 EVALUATIE VAN DEFORMATIES VAN DE TUNNELLINING

Nadere informatie

Rekenen Groep 6-1e helft schooljaar.

Rekenen Groep 6-1e helft schooljaar. Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of

Nadere informatie

TBM Tweede Heinenoordtunne l. J.D. van den Bunt

TBM Tweede Heinenoordtunne l. J.D. van den Bunt TBM Tweede Heinenoordtunne l J.D. van den Bunt augustus 2003 Inhoud 1 Inleiding...1 2 Evaluatie meetsysteem en meetproces...7 2.1 Drukopnemers...7 2.2 Temperatuuropnemer...8 2.3 Radioactieve Dichtheidsmeters

Nadere informatie

Tweede orde evaluatie boortechnologie 1 e passage Meetveld Zuid

Tweede orde evaluatie boortechnologie 1 e passage Meetveld Zuid Tweede orde evaluatie boortechnologie 1 e passage Meetveld Zuid CUR / COB K-100 Evaluatie boortechnologie Traject IV : Meetveld Zuid K100 - W - 069 DEFINITIEF TEC / FUGRO Titel en sub-titel: Evaluatie

Nadere informatie

Concept Rapport Betreffende. INSTRUMENTATIE INSTRUMENTEN VANAF MAAIVELD IN DE ONDERGROND EN IN DE FUNDERINGSPALEN - K300-w-026 (deel 2)

Concept Rapport Betreffende. INSTRUMENTATIE INSTRUMENTEN VANAF MAAIVELD IN DE ONDERGROND EN IN DE FUNDERINGSPALEN - K300-w-026 (deel 2) Concept Rapport Betreffende INSTRUMENTATIE INSTRUMENTEN VANAF MAAIVELD IN DE ONDERGROND EN IN DE FUNDERINGSPALEN - K300-w-026 (deel 2) Opdrachtnummer: N-0812 Opdrachtgevers: CUR/COB Postbus 420 2800 AK

Nadere informatie

TAVV Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen Syllabus Hoogwater Voordrachten Symposium Hoogwater 28 maart 1995

TAVV Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen Syllabus Hoogwater Voordrachten Symposium Hoogwater 28 maart 1995 Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving 95-6 Syllabus Hoogwater 1995 Voordrachten Symposium Hoogwater 28 maart 1995 TAVV Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen Postbus 420

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam i rapporteurs: ir. T. H. J. Liem en ir. L. Nederlof Vakgroep Bouwfysica Afd. Civiele Techniek en Bouwkunde Technische Hogeschool Delft Detectie van onvolkomenheden in spouwmuurvullingen 109 Rotterdam,

Nadere informatie

96-CON-R0302Specificatie van de instrumentatie ten behoeve van de meetringen in de Tweede Heinenoordtunnel. 9 mei 1996

96-CON-R0302Specificatie van de instrumentatie ten behoeve van de meetringen in de Tweede Heinenoordtunnel. 9 mei 1996 96-CON-R0302Specificatie van de instrumentatie ten behoeve van de meetringen in de Tweede Heinenoordtunnel 9 mei 1996 R. Both 1 F.J.M. Hoefsloot 2 R.L. Kuijer 3 F.M. Middeldorp 4 P.C. van Staalduinen 4

Nadere informatie

Vliegas in beton. Verhoging van de water-cementfactor Carbonatatieresultaten Verlaging van het minimale cementgehalte Corrosie van voorspanstaai

Vliegas in beton. Verhoging van de water-cementfactor Carbonatatieresultaten Verlaging van het minimale cementgehalte Corrosie van voorspanstaai C U R Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 96-2 Vliegas in beton Verhoging van de water-cementfactor Carbonatatieresultaten Verlaging van het minimale cementgehalte Corrosie

Nadere informatie

Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. Hoge sterkte beton. Interimrapport onderzoek en aanzet tot regelgeving

Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. Hoge sterkte beton. Interimrapport onderzoek en aanzet tot regelgeving Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 93-7 Hoge sterkte beton Interimrapport onderzoek en aanzet tot regelgeving 93-7 HOGE STERKTE BETON Interimrapport onderzoek en aanzet

Nadere informatie

CUR. civieltechnisch centrum uitvoering research en regelgeving. 136 voegen in geprefabriceerde vloeren

CUR. civieltechnisch centrum uitvoering research en regelgeving. 136 voegen in geprefabriceerde vloeren CUR civieltechnisch centrum uitvoering research en regelgeving 136 voegen in geprefabriceerde vloeren voegen in geprefabriceerde vloeren ONDERZOEK UITGEVOERD DOOR STEVINLABORATORIUM VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam Zon en ramen Zon en ramen Regels voor de keuze van raamgrootte en zonwering voor gebouwen zonder mechanische koeling 74 I Stichting Bouwresearch / Kluwer Technische Boeken B.V. - Deventer - Antwerpen

Nadere informatie

Lijmen in de bouw. deel 5. Copyright SBR, Rotterdam

Lijmen in de bouw. deel 5. Copyright SBR, Rotterdam Lijmen in de bouw deel 5 LJ Auteur ir. Th. J. van den Boom, TNO Bouw, Rijswijk Deze publikatie kwam tot stand in samenwerking met Triam Kennismanagement, bureau voor advies, ontwerp en produktie te Papendrecht.

Nadere informatie

gedrag van beton onder invloed van zeewater onder hoge druk

gedrag van beton onder invloed van zeewater onder hoge druk Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving Marien Technologisch Speurwerk Industriele Raad voor de Oceanologie rapport 159 MaTS 15 gedrag van beton onder invloed van zeewater onder hoge

Nadere informatie

Tweede orde evaluatie boortechnologie 2 e passage Meetveld Zuid

Tweede orde evaluatie boortechnologie 2 e passage Meetveld Zuid Tweede orde evaluatie boortechnologie 2 e passage Meetveld Zuid 4 3 2 1 0-1 -2-3 -4 4 3 2 1 0-1 -2-3 375 350 325 300 275 BOORFRONT DRUK [kpa] 250-4 225 Titel en subtitel: Evaluatie boortechnologie tweede

Nadere informatie

CUR. fase 1 : inventarisatie van schiltechnieken voor betonconstructies. civieltechnisch centrum uitvoering research en regelgeving

CUR. fase 1 : inventarisatie van schiltechnieken voor betonconstructies. civieltechnisch centrum uitvoering research en regelgeving CUR civieltechnisch centrum uitvoering research en regelgeving rapport 92-1 volumereductie via selectieve slooptechnieken fase 1 : inventarisatie van schiltechnieken voor betonconstructies Postbus 420

Nadere informatie

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 samengesteld door: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ISBN 978-90-78066-82-8 NUR 822 2013, Stichting Instituut

Nadere informatie

Antwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar

Antwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of

Nadere informatie

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 41 Juridische aspecten van ketensamenwerking Naar een multidisciplinaire

Nadere informatie

De hybride vraag van de opdrachtgever

De hybride vraag van de opdrachtgever De hybride vraag van de opdrachtgever Een onderzoek naar flexibele verdeling van ontwerptaken en -aansprakelijkheid in de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ing. W.A.I.

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Tentamen Analyse 6 januari 203, duur 3 uur. Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie

rapport 144 vliegas als vulstof in beton

rapport 144 vliegas als vulstof in beton rapport 144 vliegas als vulstof in beton CUR Postbus 420 2800 AK Gouda Tel.: 01820-39600 Fax: 01820-30046 vliegas als vulstof in beton CIVIELTECHNISCH CENTRUM UITVOERING RESEARCH EN REGELGEVING Colofon

Nadere informatie

Rekenen Groep 4-1e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-1e helft schooljaar. Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm

Nadere informatie

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar. Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag 2013 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm

Nadere informatie

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar. Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm

Nadere informatie

Rekenen Groep 6-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 6-2e helft schooljaar. Sweelinck & De Boer B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze,

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam Copyright SBR, Rotterdam Vervormingen in gevelconstructies Vermijden van schade Copyright SBR, Rotterdam Copyright SBR, Rotterdam Vervormingen in g'evelconstructies Vermijden van schade 68 Stichting Bouwresearch

Nadere informatie

RESULTAATGERELATEERDE

RESULTAATGERELATEERDE erde OVER NO CURE NO PAY RESULTAATGERELATEERDE BELONING Resultaatgerelateerde beloning Over no cure no pay OVER NO CURE NO PAY RESULT AATGERELATEERDE BELONING RESULTAATGERELATEERDE BELONING 02 Resultaatgerelateerde

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam '. Binnenriolering Binnenriolering 77 Stichting Bouwresearch Kluwer Technische Boeken B.V. - Deventer - Antwerpen Ten Hagen B.V. - Den Haag Het doel van de Stichting is het coördineren, stimuleren en

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Bouwrijp maken met schuimbeton;

Bouwrijp maken met schuimbeton; s tichting b ouwr esearch Bouwrijp maken met schuimbeton; een technisch-economische visie rapporteurs: ir. A. Boogert TAUW Intra Consult BV ir. W. de Wijs TAUW Intra Consult BV IJ Bouwrijp maken met schuimbeton;

Nadere informatie

Cluster 16. Opdrijven en opbreken van tunnels. Projectbureau Boortunnels

Cluster 16. Opdrijven en opbreken van tunnels. Projectbureau Boortunnels Cluster 16 Opdrijven en opbreken van tunnels Projectbureau Boortunnels Cluster 16 Opdrijven en opbreken van tunnels ir. J.W. Plekkenpol januari 1996 Projectbureau Boortunnels Auteursrechten Alle rechten

Nadere informatie

rapport 129 kunststof als bekleding op betonstaal en als omhullingsbuis

rapport 129 kunststof als bekleding op betonstaal en als omhullingsbuis R civieltechnisch centrum uitvoering research en regelgeving marien technologisch speurwerk industriële raad voor de océanologie rapport 129 kunststof als bekleding op betonstaal en als omhullingsbuis

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

onderzoek naar de bruikbaarheid van noordzeezand en -grind voor de bouwindustrie

onderzoek naar de bruikbaarheid van noordzeezand en -grind voor de bouwindustrie rapport 90-7 onderzoek naar de bruikbaarheid van noordzeezand en -grind voor de bouwindustrie rrtn - JE MAINTlENORAI - rij kswaterstaat Postbus 420 2800 AK Gouda 90-7 ONDERZOEK NAAR DE BRUIKBAARHEID VAN

Nadere informatie

Vernieuwbare materialen in en rondom oevers

Vernieuwbare materialen in en rondom oevers Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving 194 Vernieuwbare materialen in en rondom oevers Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Dienst Weg-en Waterbouwkunde

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007 Aan de slag in beroep en bedrijf februari 2007 Branche Uitgevers 1 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand dan wel

Nadere informatie

CONCEPT. K Evaluatierapport Tweede Heinenoordtunnel

CONCEPT. K Evaluatierapport Tweede Heinenoordtunnel CONCEPT K100-06 Evaluatierapport Tweede Heinenoordtunnel VERSIE 5 MAART 2004 VOORWOORD...1 SAMENVATTING EN CONCLUSIES...3 HOOFDSTUK 1...6 INLEIDING...6 1.1 Kennisopbouw via praktijkonderzoek naar boortunnels...6

Nadere informatie

ETIKETTERING EN SAMENSTELLING VAN TEXTIEL

ETIKETTERING EN SAMENSTELLING VAN TEXTIEL ETIKETTERING EN SAMENSTELLING VAN TEXTIEL Stof van de rol nader onderzocht Rapportnummer ND03R015 drs. H.R. Reus G.A. Busser K. Stavenga VWA/Keuringsdienst van Waren Regionale Dienst Noord Postbus 465

Nadere informatie

KWR 05.026 april 2005

KWR 05.026 april 2005 KWR 05.026 april 2005 Kiwa N.V. - 1 - april 2005 KWR 05.026 april 2005 2005 Kiwa N.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,

Nadere informatie

Immobilisatie: een haalbaar alternatief

Immobilisatie: een haalbaar alternatief Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 97-7 Immobilisatie: een haalbaar alternatief Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon 0182-540600 CUR 97-7 IMMOBILISATIE: EEN HAALBAAR ALTERNATIEF

Nadere informatie

Copyright SBR, Rotterdam

Copyright SBR, Rotterdam Copyright SBR, Rotterdam Colofon Auteur: prof. ir. E. Gerretsen, TNO-TPD Vormgeving: RePro Slotboom, Breda Druk: W.D. Meinema B.V., Delft Copyright SBR, Rotterdam til stichting bouwresearch Geluidwering

Nadere informatie

Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. rapport 165 Duurzaamheidsmodel voor baksteenmetselwerk

Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. rapport 165 Duurzaamheidsmodel voor baksteenmetselwerk Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 165 Duurzaamheidsmodel voor baksteenmetselwerk Postbus 420 2800 AK Gouda Tel. 01820-39600 Fax. 01820-30046 rapport 165 Duurzaamheidsmodel

Nadere informatie

Rol van de Overheid. Vragenlijst afgenomen in het LISS-I panel. versie 1.0

Rol van de Overheid. Vragenlijst afgenomen in het LISS-I panel. versie 1.0 Rol van de Overheid Vragenlijst afgenomen in het LISS-I panel versie 1.0 datum Augustus 2012 auteur(s) Suzan Elshout T: +31 13 466 4243 E: s.elshout@uvt.nl Postbus 90153, 5000 LE Tilburg Warandelaan 2,

Nadere informatie

Leerlingenprognose speciaal basisonderwijs 2015

Leerlingenprognose speciaal basisonderwijs 2015 Leerlingenprognose speciaal basisonderwijs 2015 Gemeente Amersfoort In opdracht van de gemeente Amersfoort, december 2014 2014 Pronexus - Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen,

Nadere informatie

Bouwen op een gemeenschappelijk verleden aan een succesvolle toekomst Welling, Derk Theodoor

Bouwen op een gemeenschappelijk verleden aan een succesvolle toekomst Welling, Derk Theodoor University of Groningen Bouwen op een gemeenschappelijk verleden aan een succesvolle toekomst Welling, Derk Theodoor IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF)

Nadere informatie

Rotterdamsebaan te Den Haag (RoBa)

Rotterdamsebaan te Den Haag (RoBa) Rotterdamsebaan te Den Haag (RoBa) Beïnvloeding archeologisch Rijksmonument Forum Hadriani tijdens de bouw- en gebruiksfase van de boortunnels Rapport nr.: ACS12102-R07-00 Aan: Gemeente Den Haag Status

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Beton met beton- en metselwerkgranulaat

Beton met beton- en metselwerkgranulaat Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 96-5 Beton met beton- en metselwerkgranulaat Praktijkervaringen Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon 0182-539600 CUR 96-5 BETON MET BETON-

Nadere informatie

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis?

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis? Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis? onderzoek naar ervaringen met de zorg Opdrachtgever: dr. D.H.M. Frijters D.J. Homberg, MSc dr. H.C.M. Kamphuis drs. S.J.W. de Kroon drs. J.J.A. Stavenuiter drs.

Nadere informatie

Intentieovereenkomst Model 1

Intentieovereenkomst Model 1 Intentieovereenkomst Netwerkgroep Contracteren KetenSamenWerking Intentieovereenkomst Model 1 Pagina 1 Bij het samenstellen van de Modelcontracten Ketensamenwerking (het Visiedocument, de Intentieovereenkomst

Nadere informatie

Brunelleschi. De Dom van Florence

Brunelleschi. De Dom van Florence Copyright 2011 Uitgeverij Lambo bv, Arnhem Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of

Nadere informatie

99-CON-DYN-ROOS4 Experimentele bepaling van temperatuuratbankelijkheid van de drukdozen gebruikt in de Tweede Heinenoordtunnel

99-CON-DYN-ROOS4 Experimentele bepaling van temperatuuratbankelijkheid van de drukdozen gebruikt in de Tweede Heinenoordtunnel o o o o rr 99-CON-DYN-ROOS4 Experimentele bepaling van temperatuuratbankelijkheid van de drukdozen gebruikt in de Tweede Heinenoordtunnel oktober 1999 dr.ir. G.P.C. van Oosterhout KI00-W-101 Werkrapport

Nadere informatie

MEDISCH SPOEDGEVAL INJECTIE LETSEL HYDRAULISCH HOGEDRUK. De feiten. www.veiligwerkenmethydrauliek.nl

MEDISCH SPOEDGEVAL INJECTIE LETSEL HYDRAULISCH HOGEDRUK. De feiten. www.veiligwerkenmethydrauliek.nl MEDISCH SPOEDGEVAL HYDRAULISCH HOGEDRUK INJECTIE LETSEL De feiten www.veiligwerkenmethydrauliek.nl Inhoudsopgave Inleiding 4 Wie lopen het meeste risico? 6 Aard van het materiaal, plaats van binnendringen

Nadere informatie

Prognosemodel trillingshinder

Prognosemodel trillingshinder Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 95-2 Prognosemodel trillingshinder Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon 01820-39600 CUR 95-2 PROGNOSEMODEL TRILLINGSHINDER Civieltechnisch

Nadere informatie

Geen fabriekswerk. Roeien met de wind mee en de stroom tegen. Jac Willekens

Geen fabriekswerk. Roeien met de wind mee en de stroom tegen. Jac Willekens Copyright 2011 Uitgeverij Lambo bv Arnhem Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Zuid- en Oost-Gelderland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten

Nadere informatie

De Autoriteit Financiële Markten, Gelet op artikel 1:28, derde lid, Wet op het financieel toezicht;

De Autoriteit Financiële Markten, Gelet op artikel 1:28, derde lid, Wet op het financieel toezicht; Tijdelijke Regeling Inzake Melding van Short Posities Gelet op artikel 1:28, derde lid, Wet op het financieel toezicht; Besluit: Definities Artikel 1 1. In deze regeling wordt, in afwijking van artikel

Nadere informatie

I(ostenbewust beheer. s tichting >ouw r esearch. syllabus. Rekenmethodiek voor strategische aanpak naoorlogse woningcomplexen, buurten en wijken

I(ostenbewust beheer. s tichting >ouw r esearch. syllabus. Rekenmethodiek voor strategische aanpak naoorlogse woningcomplexen, buurten en wijken s tichting >ouw r esearch syllabus I(ostenbewust beheer Rekenmethodiek voor strategische aanpak naoorlogse woningcomplexen, buurten en wijken rapporteurs: ing. K. H. Dekker KD/Consultants BV ir. P. Haberer

Nadere informatie

Praktijkonderzoek boortunnels CUR / COB - Commissie K100. Tangentiële interactie tussen segmenten Cluster 15 : Predictie V-19

Praktijkonderzoek boortunnels CUR / COB - Commissie K100. Tangentiële interactie tussen segmenten Cluster 15 : Predictie V-19 Praktijkonderzoek boortunnels CUR / COB - Commissie K100 Tangentiële interactie tussen segmenten Cluster 15 : Predictie V-19 Projectbureau Boortunnels maart 1996 Praktijkonderzoek boortunnels CUR / COB

Nadere informatie

Changing images of older workers part 1

Changing images of older workers part 1 Changing images of older workers part 1 Vragenlijst afgenomen in het LISS panel Versie 1.0 datum september 2013 auteur Marije Oudejans T: +31 13 466 8327 E: m.oudejans@uvt.nl Postbus 90153, 5000 LE Tilburg

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

RAPPORT. Compensatieopgave bosje N737 - Oude Vliegveldweg Deurningen

RAPPORT. Compensatieopgave bosje N737 - Oude Vliegveldweg Deurningen RAPPORT Compensatieopgave bosje N737 - Oude Vliegveldweg Deurningen Klant: ADT Referentie: BD9217/R001/Zwo Versie: 01/Finale versie Datum: 11 februari 2016 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. Postbus 593 8000

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Drenthe / Overijssel datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio en datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

eindrapport Optimalisatie van de geextrudeerde boortunne/: de binnenbekisting SAMENVATTING

eindrapport Optimalisatie van de geextrudeerde boortunne/: de binnenbekisting SAMENVATTING Optimalisatie van de geextrudeerde boortunne/: de binnenbekisting eindrapport SAMENVATTING Wanneer men kijkt naar de kostenopbouw van een geboorde tunnel, die gebouwd wordt volgens de gebruikelijke segmenten-methode,

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie