Beleidsvoornemen inzake

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beleidsvoornemen inzake"

Transcriptie

1 Beleidsvoornemen inzake Een redelijk aanbod voor lokale interconnectie OPTA, 24 april 2003 OPTA/IBT/2003/201415

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Wettelijke grondslag Huidige kader Toekomstige kader Huidige situatie Ombouwkosten Aantal lokale centrales Beleidsontwikkeling Inleiding Beleidsopties Beoordelingscriteria Bevindingen van N/E/R/A Conclusie van het college Beleidsvoornemen van het college Inleiding Bepalen van het gemiddelde ombouwtarief op basis van het werkelijk aantal centrales Definiëren van het redelijke aantal centrales Bepalen van het gemiddelde redelijke ombouwtarief Implementatie-issues Verdere procedure Reacties van belanghebbenden Ronde tafel bijeenkomst...19 Bijlage Wettelijk kader Inleiding Nationale regelgeving Europese regelgeving Toekomstig Europese kader

3 1. Inleiding Op dit moment vindt interconnectie tussen de Other Licensed Operators (hierna: OLOs) en KPN plaats op het regionale niveau (op de zogenaamde RAPs) in het netwerk van KPN. De OLOs betalen voor het op deze wijze afgewikkelde verkeer de door het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) vastgestelde regionale interconnectietarieven. Om in aanmerking te komen voor de tevens door het college vastgestelde lagere lokale interconnectietarieven, en daarmee voor een verlaging van de kosten ten behoeve van interconnectie met KPN, dient een OLO op lokaal niveau (op de LAPs) met KPN te interconnecteren. Geen van de OLOs is thans echter aanwezig op het niveau van de lokale centrales van KPN. Om met een bepaalde lokale centrale van KPN te kunnen interconnecteren, zal de OLO er enerzijds zorg voor moeten dragen dat het eigen netwerk zodanig uitgebreid wordt dat het fysiek kan worden gekoppeld met die centrale van KPN. Deze investeringen in het eigen netwerk worden ook wel aangeduid als het uitrollen van het netwerk naar het lokale niveau (of: lokale uitrol). Daarnaast dient de OLO gebruik te maken van het lokale interconnectie aanbod in het Referentie Interconnectie Aanbod (hierna: RIA) van KPN. Dit aanbod bestaat uit de voorwaarden die KPN stelt aan het verlenen van toegang tot de lokale centrales. In het kader van het dossier integraal tarieftoezicht heeft het college op 26 april besloten tot een drietal maatregelen dat ervoor moet zorgen dat de toegang tot de lokale centrales van KPN verbeterd wordt waardoor OLOs hun kosten kunnen verlagen en daarmee ongewenste druk op marges kunnen wegnemen (het voorkomen van prijssqueeze ten aanzien van de retaildiensten van KPN). Twee van de drie maatregelen zijn reeds genomen. De eerste maatregel houdt in dat KPN in haar RIA een aanbod voor Interconnectie op het niveau van nummercentrales opneemt en dat het college het aanbod en de bijbehorende contractteksten zal beoordelen. De tweede maatregel houdt in dat KPN met betrekking tot het aanbod voor Interconnectie op het niveau van nummercentrales kostengeoriënteerde tarieven hanteert. Het betreft hier de voor lokale interconnectie relevante tariefelementen, zoals testkosten, kosten voor nummerimplementatie 2 en ombouwkosten. Het bureau STRATIX is in dit kader gevraagd om enerzijds de redelijkheid van de hoogte van de kosten te beoordelen, en anderzijds om een advies te geven over een redelijke verdeling van de ombouwkosten tussen KPN en de OLO 3. De derde maatregel betreft een onderzoek naar de wenselijkheid, de haalbaarheid en de nadere invulling van beleid waarmee concurrenten van KPN ten aanzien van het uitrollen naar de lokale centrales van KPN een kostenefficiënte make-or-buy decision ter beschikking komt te staan. Het gaat 1 OPTA/EGM-IBT/2002/201084, Nota van bevindingen integrale tariefregulering voor eindgebruikers- en interconnectiediensten. 2 Over de testkosten en kosten voor nummerimplementatie heeft het college zich in het oordeel van 13 december 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/204327, Oordeel inzake tarieven voor NIT testen en nummerimplementatie reeds uitgesproken, zie 3 Rapport van STRATIX: Kostenevaluatie KPN lokale ombouw tot LAP, interconnectietesten en nummerimplementaties, 13 november Dit rapport wordt gepubliceerd op 2

4 hierbij voornamelijk om de toerekening van de kosten die KPN maakt om de lokale centrales geschikt te maken voor interconnectie (de zogenaamde ombouwkosten), en het efficiënte aantal lokale centrales waarnaar uitgerold zou moeten worden om in heel Nederland voor lokale interconnectietarieven van KPN in aanmerking te komen. In dit verband is het bureau N/E/R/A gevraagd onderzoek te doen naar de redelijkheid van verschillende beleidsopties 4. Dit document heeft als doel marktpartijen te informeren over de uitkomsten van het onderzoek en, daaruit voortvloeiend, over het door het college voorgenomen beleid inzake lokale interconnectie. Daarbij wordt marktpartijen met betrekking tot een aantal keuzes ten aanzien van de nadere invulling van het beleid uitdrukkelijk om inzichten en standpunten verzocht. Naast de mogelijkheid om dit schriftelijk kenbaar te maken, voorziet het college tevens in een ronde tafel bijeenkomst waarvoor alle geïnteresseerde marktpartijen worden uitgenodigd. Het definitieve beleid zal neerslaan in door het college op te stellen beleidsregels. 4 Rapport van N/E/R/A: The desirability and feasibility of an efficiency-improving local interconnection policy, December Dit rapport wordt gepubliceerd op 3

5 2. Wettelijke grondslag Zowel het huidige als het toekomstige kader biedt het college de mogelijkheid om beleid te ontwikkelen voor lokale interconnectie. 2.1 Huidige kader Op grond van het huidige kader is het college van oordeel dat een redelijk verzoek tot interconnectie zich uitstrekt tot alle centraleniveaus binnen het PSTN/ISDN netwerk van KPN, inclusief lokale centrales. Dit standpunt is reeds uitgedragen door de minister van Verkeer en Waterstaat in de Richtsnoeren Interconnectie 5 alsook door het college, onder meer in het besluit in het geschil tussen EnerTel en KPN van 17 december Ook de Europese Commissie huldigt dit standpunt in haar Indicative Reference Interconnection Offer, waarin is opgenomen dat interconnectie zowel op lokaal, regionaal, nationaal en internationaal centraleniveau in de RIA aangeboden dient te worden. KPN heeft aan deze verplichting gevolg gegeven en heeft in haar RIA de mogelijkheid van interconnectie op het niveau van lokale centrales opgenomen. Op grond van het samenstel van de artikelen 6.1, 6.4 en 6.6 van de Telecommunicatiewet is het college bevoegd om zich uit te spreken over tarieven die KPN mag rekenen voor lokale interconnectie. De tarieven waartegen KPN als aanbieder met aanmerkelijke marktmacht interconnectie aanbiedt, dienen op transparante wijze te worden bepaald en op kosten te zijn georiënteerd 6. De invulling van kostenoriëntatie dient in overeenstemming te zijn met de algemene eisen van redelijkheid. Het college heeft in het geschil Enertel-KPN I van 17 december 1997 reeds een standpunt ingenomen over de vraag wie de ombouwkosten samenhangend met redelijke verzoeken om toegang tot de lokale centrales van KPN moet dragen. Het standpunt komt erop neer dat KPN ombouwkosten aan OLOs in rekening mag brengen, mits deze niet het gevolg zijn van achterstanden of inefficiënties in het netwerk. KPN dient er derhalve voor te zorgen dat in haar netwerk de stand van de techniek aansluit bij de verwachte vraag en de eisen van de tijd. Onderhavig beleidsvoornemen vult het eerdere standpunt van het college over de ombouwkosten specifiek in. 2.2 Toekomstige kader Ook het toekomstige kader biedt naar het oordeel van het college voldoende grondslag voor het invullen van beleid voor lokale interconnectie. Op grond van het toekomstige kader is het aannemelijk dat elk van de twee door de Europese Commissie geïdentificeerde wholesale markten, gespreksafgifte op individuele openbare telefonienetten, geleverd op een vaste locatie ( terminating access ) en gespreksopbouw in openbare telefonienetten, geleverd op een vaste locatie ( originating access ), ook in de Nederlandse situatie relevant moet worden geacht, en dat in de uit te voeren marktanalyse zal moeten worden geconstateerd dat KPN op elk van deze twee markten beschikt over aanmerkelijke macht. 5 Staatscourant 1997, nr. 104, pag Zie artikel 6.6, eerste en tweede lid, Telecommunicatiewet. 4

6 Indien KPN op beide relevante markten over aanmerkelijke marktmacht beschikt, kan het college KPN op grond van de Toegangsrichtlijn verplichtingen ten aanzien van diens dienstverlening opleggen. Er kunnen verplichtingen inzake transparantie, non-discriminatie, het voeren van gescheiden boekhouding, het bieden van toegang tot en gebruik van specifieke netwerkfaciliteiten en kostenoriëntatie worden opgelegd. In lijn met de doelstelling van het nieuwe ONP kader het bevorderen van concurrentie bij de levering van elektronische communicatienetwerken en -diensten en de bijbehorende faciliteiten en diensten dient het college op grond van artikel 8 van de Kaderrichtlijn bij het opleggen van verplichtingen efficiënte investeringen op het gebied van infrastructuur aan te moedigen en innovaties te steunen. De op te leggen verplichtingen dienen op grond van de Kaderrichtlijn proportioneel te zijn. Bij deze beoordeling dient het college onder meer overwegingen te betrekken zoals de technische en economische levensvatbaarheid, en de noodzaak om op lange termijn de concurrentie in stand te houden. Indien KPN wordt aangewezen op bovengenoemde markten is er vooralsnog geen reden om te veronderstellen dat de verplichtingen inzake toegang tot en het gebruik van specifieke netwerkfaciliteiten, de verzorging van interconnectie van netwerken en netwerkfaciliteiten, transparantie, non-discriminatie en kostenoriëntatie disproportioneel zouden zijn. Dit betekent dat de verplichting om het RIA van een aanbod voor lokale interconnectie tegen transparante, nondiscriminatoire en kostengeoriënteerde voorwaarden te voorzien ook na de inwerkingtreding van het nieuwe ONP kader vooralsnog onverkort van toepassing dient te blijven. Opgemerkt wordt dat indien er binnen het nieuwe kader, na marktafbakening, desalniettemin mocht blijken dat er andere instrumenten dan de bovengenoemde instrumenten dienen te worden toegepast, het beleid inzake lokale interconnectie wellicht moet worden aangepast. Ten behoeve hiervan zal een evaluatiemoment worden ingebouwd. 5

7 3. Huidige situatie Onder de huidige omstandigheden bestaat voor marktpartijen de mogelijkheid tot uitrollen naar de lokale centrales in het netwerk van KPN. KPN heeft hiertoe een RIA aanbod voor lokale interconnectie ontwikkeld, wat op 20 september 2002 door het college is beoordeeld. De bij dit aanbod behorende lokale interconnectie verkeerstarieven zijn reeds op kostenoriëntatie beoordeeld 7. Daarnaast heeft het college de tarieven voor NIT testen en voor nummerimplementatie in zijn oordeel van 13 december 2002 beoordeeld. Hiermee bestaat voor OLOs de facto een make or buy decision, in de zin dat gekozen kan worden voor interconnectie op lokaal niveau dan wel regionaal niveau. De make or buy decision is naar het oordeel van het college echter nog niet redelijk en kostenefficiënt 8. Ook de eerder genoemde onderzoeken van N/E/R/A en STRATIX onderschrijven deze mening van het college. 3.1 Ombouwkosten De lokale centrales van KPN zijn op dit moment niet geschikt voor interconnectie met andere partijen. KPN dient hiervoor specifieke aanpassingen en werkzaamheden te verrichten die, afhankelijk van het type centrale (PRX/A, 5ESS, AXE), bepaalde kosten met zich meebrengen. Deze kosten worden vaak aangeduid als de ombouwkosten van een lokale centrale. Uit het onderzoek van STRATIX is gebleken dat de extra benodigde investeringen aan de digitale AXE en 5ESS centrales het gevolg zijn van extra hardware en/of software die specifiek voor lokale interconnectie nodig zijn. De hoge ombouwkosten van de analoge PRX/A s zijn volgens STRATIX daarentegen een rechtstreeks gevolg van het verouderde karakter van deze lokale centrales. Analoge centrales voldoen niet langer aan de verwachte vraag en de eisen van de tijd. STRATIX concludeert op grond van haar bevindingen dat het redelijk is om de ombouwkosten van de digitale lokale centrales wel en die van de analoge lokale centrales niet bij interconnecterende marktpartijen in rekening te brengen. De conclusies van STRATIX zijn in lijn met eerdere besluiten van het college 9. Er is dan ook geen reden om nu van deze lijn af te wijken, en in de verdere uitwerking van het beleid voor lokale interconnectie zijn de conclusies van STRATIX ook grotendeels gevolgd. Op grond van het huidige aanbod lokale interconnectie van KPN komen alle ombouwkosten voor rekening van de OLO. Hiermee wordt in feite gedaan alsof alle ombouwkosten redelijkerwijs bij de OLO in rekening gebracht kunnen worden. Dit betekent dat het uitrollen naar de lokale centrales van KPN in de huidige situatie voor de met KPN interconnecterende OLOs resulteert in hoge, vaak inefficiënte, ombouwkosten. 7 Besluit van het college van 27 juni 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/201682, Besluit goedkeuring kostentoerekeningssystemen voor interconnectie- en bijzondere toegangsdiensten. 8 Al tijdens de beoordeling van het RIA aanbod is onderkend dat een oplossing van de problemen rond ombouwkosten een noodzakelijke voorwaarde zijn voor een redelijk en kostenefficiënt aanbod. 9 Zie onder meer het besluit van het college in het geschil tussen Enertel en KPN van 17 december Verder geven de Richtsnoeren Interconnectie van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 29 mei 1997 deze lijn ook weer. 6

8 3.2 Aantal lokale centrales Het netwerk van KPN bestaat thans uit 512 lokale centrales 10, die elk relatief (ten opzichte van de beschikbare capaciteit op een dergelijke centrale) weinig aansluitingen hebben. Met de huidige technologie en de beschikbare capaciteiten per lokale centrale, zou een veel kleiner aantal lokale centrales ook volstaan. N/E/R/A heeft in haar onderzoek aangegeven dat het netwerk van KPN op basis van een BULRIC benadering met 171 lokale centrales zou kunnen volstaan. Volgens het huidige aanbod lokale interconnectie dienen OLOs, om in heel Nederland in aanmerking te komen voor lokale interconnectie tarieven, uit te rollen naar alle 512 lokale centrales. Een OLO moet dus naar meer centrales uitrollen dan wanneer het netwerk van KPN efficiënt zou zijn. Hierdoor is er geen sprake van een kostenneutrale make or buy decision. De investeringsafweging is niet gebaseerd op de huidige stand van de techniek maar op een inefficiënte erfenis uit het verleden. Dit betekent dat het uitrollen naar de lokale centrales van KPN op landelijke schaal in de huidige situatie voor de met KPN interconnecterende OLOs resulteert, gelet op het grote aantal lokale centrales en de hoge kosten per aansluiting, in een niet kostenefficiënte uitrol. Door het feit dat KPN s netwerk een groot aantal lokale centrales kent, tezamen met de hoge ombouwkosten, acht het college de bestaande make or buy decision voor OLOs met betrekking tot lokale interconnectie niet redelijk. Partijen worden feitelijk gedwongen te kiezen voor regionale interconnectie. Dit maakt ingrijpen door het college wenselijk. Het onderzoek van N/E/R/A geeft dit ook duidelijk aan. Daarin wordt onder meer het volgende aangegeven 11 : The fact that there is an excessive number of switch units and an inefficient mix of local switch and remote concentrator sites means that KPN s competitors will face a sub-optimal set of local points of interconnection. This will distort their choice of make or buy decision and lead to an inefficient level of investment in infrastructure. There are therefore strong indications that an efficiency-improving local interconnection policy would, in principle, be desirable. 10 Het aantal lokale centrales is aan verandering onderhevig. Het aantal van 512 is gehaald uit een overzicht van de lokale centrales van KPN van eind Hierin kan inmiddels verandering zijn opgetreden. 11 Zie pagina 9 van het N/E/R/A rapport. 7

9 4. Beleidsontwikkeling 4.1 Inleiding Gegeven de hiervoor geschetste ongunstige voorwaarden voor OLOs in het huidige aanbod voor lokale interconnectie heeft het college het economische adviesbureau N/E/R/A een onderzoek laten uitvoeren naar mogelijke beleidsopties die ertoe moeten leiden dat OLOs een kostenefficiënte make-or-buy afweging kunnen maken voor hun uitrol naar de lokale centrales van KPN. N/E/R/A is gevraagd de onderzochte beleidsopties te toetsten aan de hand van verschillende beoordelingscriteria. Hieronder zal eerst aangegeven worden welke beleidsopties onderzocht zijn en welke beoordelingscriteria daarbij zijn gehanteerd. Vervolgens zullen de bevindingen van N/E/R/A samengevat worden weergegeven, waarna het college tot een conclusie komt. 4.2 Beleidsopties In haar rapport geeft N/E/R/A aan dat er in grote lijnen vier verschillende beleidsopties zijn die het college zou kunnen volgen: 1. De eerste optie is de huidige situatie handhaven ( status quo ). Wil een OLO voor al zijn verkeer van alle thans beschikbare diensten in het lokale aanbod van KPN voor lokale interconnectietarieven in aanmerking komen dan zal de OLO naar alle lokale centrales dienen uit te rollen. Per lokale centrale zal dan het voor de betreffende centrale geldende ombouwtarief betaald moeten worden op de wijze zoals deze in het huidige RIA van KPN zijn opgenomen. 2. De tweede beleidsoptie is virtuele lokale interconnectie. In dit geval zou een OLO in aanmerking komen voor lokale interconnectie tarieven zonder daadwerkelijk te hoeven uitrollen naar de lokale centrales en zonder de ombouwkosten te betalen van de lokale centrales. KPN hoeft ook geen aanpassingen te doen aan de lokale centrales. 3. De derde beleidsoptie gaat uit van de aanwijzing (door de toezichthouder of door marktpartijen) van een beperkt (i.c. efficiënt) aantal lokale centrales waar naartoe uitgerold dient te worden teneinde in aanmerking te komen voor lokale interconnectietarieven voor al het verkeer. Dit is de variant die in Oostenrijk en Duitsland wordt gehanteerd. 4. De vierde beleidsoptie gaat uit van het model waarbij, vergelijkbaar met de eerste beleidsoptie, de OLO een tarief voor de ombouwkosten per lokale centrale dient te betalen en in beginsel dient uit te rollen naar alle lokale centrales om voor al zijn verkeer in aanmerking te komen voor lokale interconnectietarieven. Echter met dit verschil dat de ombouwkosten van de lokale centrales gemiddeld worden en dat bij de beoordeling van de hoogte van het ombouwtarief rekening wordt gehouden met de huidige, niet-optimale, netwerktopologie van KPN en de aanwezigheid van de verouderde analoge centrales. Bij deze optie krijgt KPN de mogelijkheid om als alternatief voor (gedwongen) werkelijke lokale interconnectie op een bepaalde LAP virtuele interconnectie vanaf de RAP aan te bieden. 8

10 4.3 Beoordelingscriteria N/E/R/A heeft de voornaamste beoordelingscriteria in kaart gebracht waarlangs de verschillende beleidsopties beoordeeld dienen te worden. Deze criteria zijn opgesteld vanuit enerzijds economisch efficiënt oogpunt en anderzijds vanuit de doelstellingen/randvoorwaarden van de toezichthouder. Afhankelijk van het gewicht dat aan elk van de criteria wordt toebedeeld, kan de keuze voor een bepaalde beleidsoptie variëren. De opgestelde criteria zijn: a. stimuleren van efficiënte infrastructuurconcurrentie; b. stimuleren van efficiëntie in het KPN netwerk; c. minimaliseren van de totale ombouwkosten ten behoeve van lokale interconnectie; d. minimaliseren van toezicht ( regulatory burden ); e. het rechtvaardig verdelen van de kosten tussen KPN en OLOs; f. het zorgdragen voor non-discriminatie tussen OLOs. 4.4 Bevindingen van N/E/R/A N/E/R/A beoordeelt de verschillende beleidsopties aan de hand van de beoordelingscriteria en komt in de analyse tot de volgende beoordeling en conclusies 12 : Policy Option Assessment volgens N/E/R/A Efficient Infrastructure Provision Efficiency Incentives for KPN Switch Rebuilding Costs Regulatory Burden Fair division of costs between KPN and OLOs Discrimination between OLOs Status quo Virtual interconnection Modified Austrian solution Fixed fee per local switch Alle opties worden beoordeeld ten opzicht van de optie status quo, die langs alle beoordelingscriteria als neutraal is betiteld. De voornaamste conclusies zijn als volgt: de optie virtuele interconnectie (beleidsoptie 2) wordt als onredelijk beschouwd en is niet gewenst; de optie status quo (beleidsoptie 1) scoort weliswaar beter dan de optie virtuele interconnectie, echter de huidige onwenselijke en onredelijke situatie blijft dan gehandhaafd dat de OLOs zouden moeten betalen voor de ombouw van de analoge PRX/A centrales. Bovendien vindt er geen correctie plaats voor de in de ogen van N/E/R/A niet efficiënte lokale netwerktopologie van KPN. indien de criteria allen even zwaar worden gewogen scoort de optie status quo duidelijk slechter dan de twee alternatieve opties; het Oostenrijkse model en het model waarbij een gemiddeld ombouwtarief wordt bepaald (beleidsopties 3 en 4) scoren gemeten langs de bovenbeschreven criteria beter; 12 Zie pagina van het N/E/R/A rapport. 9

11 N/E/R/A geeft aan dat de vier geschetste beleidsopties duidelijk het beleidsspectrum weergeven, maar tekent daarbij aan dat er hybride varianten denkbaar zijn; N/E/R/A komt tot de conclusie dat de derde en vierde beleidsoptie de voorkeur verdienen, waarbij het college aan de hand van het toekennen van gewichten aan de verschillende beoordelingscriteria een besluit over de geprefereerde beleidsoptie kan nemen. 4.5 Conclusie van het college Het college deelt de bevindingen van N/E/R/A met betrekking tot de voorgestelde beleidsopties en is van mening dat een redelijk en kostenefficiënt aanbod voor lokale interconnectie gestalte dient te krijgen door een redelijk, kostengeoriënteerd tarief voor de ombouwkosten per lokale centrale vast te stellen (optie 4). Hoewel het Oostenrijkse model (optie 3) zeer goed scoort langs enkele belangrijke beoordelingscriteria, is het college van oordeel dat dit model een aantal nadelen kent. Deze betreffen met name de belangrijke actieve rol van de toezichthouder met betrekking tot de aanwijzing van lokale centrales waarmee geïnterconnecteerd zou moeten worden in het KPN netwerk, alsmede het feit dat de aanwijzing van lokale centrales in verregaande mate discriminatoir kan zijn. Immers, voor de ene OLO zal de aanwijzing van een bepaalde lokale centrale beter in de netwerkstrategie passen dan voor een ander. Het college is van mening dat de optie van een redelijk, kostengeoriënteerd tarief per lokale centrale de genoemde nadelen grotendeels wegneemt. Van discriminatoire aspecten is in dit model geen sprake; marktpartijen kunnen zelf de keuze maken naar welke lokale centrale uitgerold zal worden, en kunnen op die wijze een optimale (efficiënte) uitrolstrategie bepalen. Daarbij is ook KPN in staat om haar netwerk efficiënter te maken vanwege de in de beleidsoptie opgenomen keuze tussen werkelijke of virtuele interconnectie. Dit model biedt, met andere woorden, zowel aan KPN als aan OLOs een grote mate van flexibiliteit met betrekking tot de netwerkstrategie en minimaliseert daarmee de regulatory burden. Het is deze zichzelf versterkende combinatie van verschillende effecten die het college voorlopig tot de vierde optie heeft doen besluiten. Alle marktpartijen krijgen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het verder optimaliseren van het KPN netwerk en tevens voor de aanleg en modernisering van eigen concurrerende infrastructuren. Het college is van mening dat dit de beste manier is om de inefficiënte erfenissen uit het verleden op een snelle maar toch verantwoorde wijze te doen verdwijnen, waarbij tevens voldoende ruimte wordt geboden voor de ontwikkeling van goede alternatieven. 10

12 5. Beleidsvoornemen van het college 5.1 Inleiding Mede op grond van de bevindingen van N/E/R/A is besloten om op basis van de vierde beleidsoptie beleid voor lokale interconnectie te ontwikkelen. Centraal in deze beleidsoptie staat het bepalen van een redelijk, kostengeoriënteerd ombouwtarief. Het is volgens het college te prefereren dat het ombouwtarief voor elke lokale centrale gelijk is en dus om een gemiddeld tarief te bepalen. Hiermee wordt voorkomen dat OLOs hun netwerkstrategie baseren op het type centrale waar KPN op een bepaalde locatie voor gekozen heeft. Dit is met name van belang in een situatie waarin OLOs voor het eerst overwegen uit te gaan rollen naar lokaal niveau. Het zou bijvoorbeeld niet wenselijk zijn dat een OLO er voor kiest om niet te interconnecteren op een bepaalde locatie om de enkele reden dat KPN daar heeft gekozen voor een (analoge) centrale die hoge ombouwkosten met zich meebrengt. Hieronder zal de nadere invulling van de vierde beleidsoptie door het college worden weergegeven. Het college onderscheidt drie stappen om te komen tot de nadere invulling van het redelijke ombouwtarief per lokale centrale. Deze stappen zijn als volgt: a) bepalen van het gemiddelde ombouwtarief op basis van het werkelijk aantal centrales; b) definiëren van het redelijke aantal centrales; c) bepalen van het gemiddelde redelijke ombouwtarief. 5.2 Bepalen van het gemiddelde ombouwtarief op basis van het werkelijk aantal centrales KPN heeft een drietal typen lokale centrales in haar netwerk, te weten de (analoge) PRX/A s en de (digitale) AXE en 5ESS centrales. Zoals reeds hierboven beschreven, is uit het onderzoek van STRATIX gebleken dat de extra benodigde investeringen in de digitale AXE en 5ESS centrales niet het gevolg zijn van achterstanden of inefficiënties in het KPN netwerk, maar van extra hardware en/of software die specifiek voor lokale interconnectie nodig zijn. Verder blijkt uit het onderzoek van STRATIX dat de hoge ombouwkosten van de analoge PRX/A centrales (en de weliswaar digitale, maar volgens STRATIX niet om te bouwen AXE/16 centrales) een rechtstreeks gevolg zijn van het verouderde karakter van deze typen centrales. Analoge centrales voldoen niet langer aan de verwachte vraag en de eisen van de tijd. Gelet op de bevindingen van STRATIX acht het college het niet redelijk dat KPN de hoge, aan analoge centrales verbonden, kosten bij interconnecterende marktpartijen in rekening brengt. In eerdere besluiten van het college is KPN hier, zoals eerder vermeld, al op gewezen 13. Het college acht het wel redelijk dat KPN de kosten verbonden aan het gereed maken van de digitale centrales (AXE en 5ESS) bij interconnecterende marktpartijen in rekening brengt. Dit in aanmerking nemende, is het college van mening dat als eerste stap bij de bepaling van het redelijke ombouwtarief per lokale centrale uitgegaan dient te worden van een lokaal netwerk dat louter bestaat uit digitale centrales. De hoge ombouwkosten van de PRX/A centrales (> per centrale) worden dus niet meegenomen. Hierbij geldt overigens dat in deze stap alleen wordt gekeken naar het type (analoog of digitaal) centrale en niet naar het aantal centrales. Deze eerste stap gaat dus 13 Zie onder meer het Enertel I besluit. 11

13 uit van een netwerk met 512 digitale lokale centrales. Hierbij wordt voor de verhouding tussen AXE en 5ESS centrales aangesloten bij de huidige aanwezige verhouding in het KPN netwerk. De ombouwkosten voor een AXE centrale bedragen De ombouwkosten die gemoeid zijn met een 5ESS centrale bedragen Het college heeft deze ombouwkosten als redelijk beoordeeld, mede in het licht van het in opdracht van het college door STRATIX uitgevoerde onderzoek. Ten aanzien van de ombouwkosten van een 5ESS centrale wordt opgemerkt dat een deel van deze ombouwkosten al wordt gedekt via het reguliere lokale poorttarief. Het overgrote deel van de ombouwkosten voor een 5ESS centrale bestaat namelijk uit de aanschaf en plaatsing van een extra switching module. Het is om technische redenen niet mogelijk om gebruik te maken van de reeds op de 5ESS centrale aanwezige switching modules. Deze zijn echter wel verrekend in het lokale poorttarief. Hierdoor ontstaat een situatie dat een OLO dubbel betaalt voor de switching module: eerst via het eenmalige ombouwtarief en daarna via het maandelijkse lokale poorttarief. Het college geeft er de voorkeur aan de hoogte van het lokale poorttarief als gegeven te beschouwen en te compenseren voor de dubbeltelling via een verlaging van de eenmalige ombouwkosten van een 5ESS centrale. De omvang van deze verlaging is afhankelijk van het aantal interconnectiepoorten dat op een lokale centrale wordt afgenomen en de afnameduur van deze poorten. Deze twee factoren bepalen namelijk welk deel van de ombouwkosten via de poortkosten worden terugverdiend, en daarmee ook welk bedrag nog ten aanzien van eenmalige ombouwkosten overblijft. I. Het college verzoekt belanghebbenden om hun standpunt ten aanzien van het oordeel van het college dat de dubbeltelling dient te worden gecompenseerd via een verlaging van het eenmalige ombouwkosten van een 5ESS centrale, en niet via verlaging van het lokale poorttarief. De door het college geprefereerde benadering zou een risico kunnen inhouden voor KPN. Immers, als KPN een lokale centrale heeft omgebouwd en OLOs vervolgens onvoldoende lokale poorten afnemen (zowel wat betreft aantal poorten als afnameduur), is KPN niet in staat om de gemaakte kosten goed te maken. Het college is daarom van mening dat OLOs zich door het bestellen van lokale interconnectie dienen vast te leggen op een bepaalde minimale afname. Vanwege het directe verband tussen de overblijvende ombouwkosten voor een 5ESS centrale (en daarmee het uiteindelijke gemiddelde ombouwtarief) en de minimale afname, zal het college zich over beide zaken uitspreken. Naast het vaststellen van het gemiddelde ombouwtarief, zal het college dus ook een uitspraak doen over de minimale afname door OLOs. II. Het college verzoekt belanghebbenden om hun standpunt ten aanzien van het oordeel van het college dat OLOs zich dienen vast te leggen op een door het college bepaalde minimale afname van lokale poorten. Daarbij wordt belanghebbenden verzocht om aan te geven wat een redelijke minimale afname (zowel wat betreft aantal poorten als afnameduur) zou zijn waarop OLOs zich kunnen vastleggen. Hierbij geldt in het algemeen dat hoe hoger de minimale afname wordt vastgesteld, hoe lager het eenmalige ombouwtarief zal zijn. 12

14 Uitwerking stap 1: Het lokale netwerk van KPN bestaat momenteel uit 512 lokale centrales: 262 analoge lokale centrales en 250 digitale lokale centrales. Een eenvoudige en transparante manier om te komen tot een (hypothetisch) netwerk van digitale lokale centrales is door alle analoge lokale centrales te vervangen door digitale. Een redelijke methode die hierbij volgens het college gebruikt kan worden, is het doortrekken van de huidige verhouding tussen de 5ESS en AXE centrales (135:115). Dit resulteert in de volgende aantallen digitale lokale centrales bij een lokaal netwerk bestaande uit in totaal 512 (het huidige aantal) lokale centrales: = 276 5ESS = 236 AXE Op deze manier is, uitgaande van de huidige KPN netwerktopologie, in de ogen van het college een adequate benadering gemaakt van het KPN netwerk als zouden de analoge lokale centrales vervangen zijn door digitale lokale centrales. Het gemiddelde ombouwtarief op basis van een netwerk van 512 digitale centrales wordt nu als volgt berekend: ((276 * overblijvende ombouwkosten 5ESS) + (236 * ombouwkosten AXE)) / 512 III. Het college verzoekt belanghebbenden om hun gemotiveerde standpunt ten aanzien van zijn oordeel dat het redelijk is bij het vaststellen van een hypotetisch netwerk van digitale centrales om uit te gaan van de verhouding tussen de huidige aanwezige AXE en 5ESS centrales. 5.3 Definiëren van het redelijke aantal centrales Naast het verrekenen van de analoge lokale centrales, dient ook gecorrigeerd te worden voor het inefficiënt hoge aantal lokale centrales in het KPN netwerk. Zoals reeds hiervoor beschreven, is ook door N/E/R/A gewezen op de inefficiëntie hiervan en refereert N/E/R/A hierbij aan het efficiënte aantal van 171 lokale centrales in het huidige BULRIC model. Dit is de eerste beschikbare optie ter bepaling van het redelijke aantal centrales. Hoewel het college 171 lokale centrales in het netwerk van KPN op zichzelf een efficiënt aantal vindt en het college van oordeel is dat KPN op den duur naar dit aantal dient te migreren, acht het college het niet redelijk om dit thans als een uitgangspunt bij de vaststelling van het redelijk ombouwtarief voor lokale interconnectie te hanteren. Evenmin acht het college het redelijk om vast te houden aan het feitelijke aantal van 512 lokale centrales (optie 2), nu hiervan vaststaat dat het een inefficiënt aantal is. Als derde optie, ter bepaling van het huidige, voor lokale interconnectie relevante, redelijke aantal lokale centrales zou ook uitgegaan kunnen worden van het gemiddelde van het feitelijk aantal 512 (inefficiënt) en het BULRIC aantal lokale centrales 171 (efficiënt), dus

15 Een vierde optie zou kunnen zijn om bepaalde veronderstellingen te doen met betrekking tot de manier waarop KPN de analoge centrales had kunnen vervangen door digitale centrales. Daarbij wordt ter bepaling van het feitelijke aantal centrales de veronderstelling gedaan dat de analoge centrales zouden zijn vervangen door een kleiner aantal digitale centrales. Een dergelijke benadering zou uitkomen op een feitelijk aantal van 338 centrales 14, waardoor het gemiddelde van het feitelijke (338) en efficiënte (171) aantal uitkomt op een redelijk aantal van 255. Vooralsnog beschouwt het college de derde optie als de meest redelijke, en bestaat het voornemen deze optie in het beleid te verwerken. De reden waarom het college deze optie als meest redelijke beschouwt, is dat deze in lijn is met het huidige reguleringskader, waarbij gekozen is voor een BULRIC benadering voor terminating diensten en de EDC benadering voor originating diensten. Lokale interconnectie vindt namelijk zowel ten behoeve van terminating als originating diensten plaats. Overigens is het college zich ervan bewust dat het huidige reguleringskader ook optie 4 niet uitsluit. Het aantal van 342 centrales komt ook dicht in de buurt bij het feitelijk aantal locaties dat KPN heeft in haar lokale netwerk, namelijk 369. Er zijn immers locaties waar meerdere lokale centrales staan. IV. Het college verzoekt belanghebbenden om hun gemotiveerde standpunt ten aanzien van de keuze welk aantal centrales als redelijk moet worden beschouwd. 5.4 Bepalen van het gemiddelde redelijke ombouwtarief Uit de eerste stap volgt het gemiddelde ombouwtarief uitgaande van 512 digitale centrales. Uit de tweede stap volgt het redelijke aantal lokale centrales. Om nu te komen tot een gemiddeld redelijk ombouwtarief wordt een factor bestaande uit het redelijke aantal centrales gedeeld door het werkelijke aantal centrales vermenigvuldigd met het gemiddelde ombouwtarief uit de eerste stap: Gemiddelde redelijke ombouwtarief = (redelijk aantal centrales/werkelijke aantal centrales) * gemiddelde ombouwtarief uit stap 1 Het gemiddelde redelijke ombouwtarief is gebaseerd op een factor die wordt bepaald door het huidige werkelijke aantal centrales in het netwerk van KPN en het redelijke aantal centrales. Aangezien beide aantallen aan veranderingen onderhevig zijn, is het wenselijk om de factor in de tijd aan te kunnen passen. Het toekomstige verloop van het werkelijke aantal lokale centrales is afhankelijk van de snelheid waarmee KPN in staat is deze in haar netwerk te optimaliseren. Voor de berekening van toekomstige redelijke ombouwtarieven moet dus worden uitgegaan van het toekomstige werkelijke aantal lokale centrales in het netwerk van KPN. Ook het redelijk aantal lokale centrales is aan verandering in de tijd onderhevig. Het college zal dit aantal jaarlijks opnieuw vaststellen, waarbij rekening wordt gehouden met veranderingen in aantallen 14 Deze berekening gaat ervan uit dat de analoge centrales zouden zijn vervangen door digitale centrales volgens de verhouding 171 : 512 (efficiënt : inefficiënt). De 262 analoge centrales zouden daarmee zijn vervangen door 262 x 171/512 = 88 digitale centrales, wat het feitelijke aantal op = 338 centrales zou brengen. 14

16 centrales in de EDC en BULRIC systemen en met eventuele heroverwegingen van het college met betrekking tot de berekening van het redelijk aantal centrales. Het college voorziet een jaarlijkse evaluatie en eventuele aanpassing van het ombouwtarief als onderdeel van de per 1 juli vast te stellen tarieven voor interconnectie- en bijzondere toegangsdiensten. 15

17 6. Implementatie-issues Indien een OLO verzoekt om lokale interconnectie op een bepaalde lokale centrale, dan geldt in beginsel het uitgangspunt dat er ook daadwerkelijk fysieke interconnectie op die lokale centrale plaats zal vinden. In dat geval zal de OLO moeten zorgen voor uitrol van zijn netwerk naar de betreffende lokale centrale en zal KPN de betreffende lokale centrale moeten ombouwen. KPN kan hiervan naar het oordeel van het college onder voorwaarden afwijken. KPN kan van het ombouwen van de lokale centrale afzien indien KPN van oordeel is dat dit niet past in de migratie naar een efficiënt netwerk, dan wel dat dit tot onredelijk hoge kosten voor KPN zal leiden. KPN dient dan echter virtuele lokale interconnectie aan te bieden. De mogelijkheid om van werkelijke fysieke interconnectie op de lokale centrale af te zien, geeft KPN naar het oordeel van het college een prikkel om efficiënte netwerkaanpassingen door te voeren. Analoge centrales hoeven bijvoorbeeld niet per definitie te worden vervangen door digitale host centrales, maar kunnen ook in dienst blijven met de functie van remote of concentrator. Tevens kan in het kader van netwerkefficiëntie worden besloten om een lokale centrale niet om te bouwen of volledig uit te faseren. Verplichte ombouw van, min of meer, willekeurige lokale centrales (immers verzoek van OLO is bepalend) kan dan juist belemmerend werken. Onder meer om deze redenen dient KPN de vrijheid over haar eigen netwerk te behouden. Het college is van mening dat de volgende (aanvullende) randvoorwaarden het lokale interconnectie beleid temeer redelijk maken. 1. KPN heeft keuze voor virtuele interconnectie Indien een OLO lokale interconnectie wil op een bepaalde lokale centrale dient de OLO het redelijke door het college vastgestelde ombouwtarief aan KPN te betalen. KPN heeft vervolgens de keuze tussen daadwerkelijke of virtuele interconnectie. In het eerste geval dient de OLO ook daadwerkelijk tot op lokaal niveau uit te rollen; in het tweede geval gebeurt dit niet en heeft de OLO recht op lokale interconnectie tarieven hoewel feitelijk op regionaal niveau geïnterconnecteerd wordt. Het college wil hier wellicht ten overvloede benadrukken dat de OLO in beide gevallen het ombouwtarief aan KPN verschuldigd is, onafhankelijk van de keuze van KPN om wel of niet om te bouwen. 2. Virtuele interconnectie altijd op de RAP Indien KPN ervoor kiest om een bepaalde lokale centrale niet om te bouwen, dient KPN virtuele interconnectie op regionaal niveau aan te bieden. Het ligt daarbij voor de hand om de regionale centrale (RAP) waar de lokale centrale toe behoort als virtueel interconnectiepunt te beschouwen. De meeste OLOs zijn reeds met één of meerdere RAPs van KPN geïnterconnecteerd. Mocht virtuele interconnectie op de RAP op gemotiveerde bezwaren van de OLO stuiten (bijvoorbeeld omdat de OLO niet op de RAP geïnterconnecteerd is), dan dient KPN het initiatief te nemen om in samenspraak met de OLO op zoek te gaan naar een alternatieve, en voor beide partijen acceptabele, oplossing. KPN dient het college in voorkomende gevallen te informeren over de uiteindelijk gekozen oplossing. 16

18 3. Virtuele uitkoppeling over bestaande bundels Indien KPN virtuele interconnectie levert op een RAP, dan dient KPN dit verkeer over de bestaande bundels aan de OLO af te leveren. Een OLO hoeft dus geen nieuwe bundels met de daarbij behorende werkzaamheden zoals NIT-testen en herroutering bij KPN af te nemen. 4. Lokale interconnectie op een G-EVKC mogelijk Een gecombineerde eerste orde verkeerscentrale (G-EVKC) is een regionale centrale waarop tevens eindgebruikers rechtstreeks zijn aangesloten. Op dit moment betaalt een OLO, als er met deze centrale geïnterconnecteerd wordt, voor alle verkeer regionale interconnectietarieven. Dit geldt dus ook voor het verkeer van en naar de direct op de G-EVKC aangesloten eindgebruikers. Het college vindt het echter redelijk dat OLOs ook voor dit verkeer, door middel van lokale interconnectie, in aanmerking moeten kunnen komen voor lokale interconnectietarieven. Lokale interconnectie op een G-EVKC is mogelijk onder dezelfde voorwaarden als voor een lokale centrale. Dit betekent dus dat een OLO, wanneer hij het door het college vastgestelde ombouwtarief per lokale centrale betaalt, vanaf dat moment met betrekking tot het verkeer dat rechtstreeks van en naar de eindgebruikeraansluitingen op de G-EVKC loopt, aanspraak kan maken op lokale interconnectietarieven. De lokale interconnectietarieven gelden niet voor het overige verkeer op de G-EVKC. Dit verkeer loopt namelijk via (andere) lokale centrales, en hiervoor geldt dat de OLO de mogelijkheid heeft om op de reguliere manier lokale interconnectie aan te vragen. 5. Heroverweging met betrekking tot netwerkplanning door KPN In beginsel geldt dat een eenmaal gemaakte keuze van KPN tussen werkelijke of virtuele interconnectie later niet meer gewijzigd kan worden. Een besluit van KPN om de wijze van interconnectie op een bepaalde lokale centrale te veranderen, zou immers een onredelijke negatieve invloed op de bedrijfsvoering van de OLO kunnen hebben. Echter, daartegenover staat de wens van het college om KPN zoveel mogelijk vrijheid te geven om het netwerk efficiënter te maken. Hierbij is een bepaalde flexibiliteit noodzakelijk, ook met betrekking tot (het heroverwegen van) eerder gemaakte keuzes. Daarom acht het college het redelijk dat KPN in staat is de gekozen wijze van interconnectie op een bepaalde lokale centrale te wijzigen, mits de noodzaak hiertoe door KPN aan het college kan worden aangetoond. Het college zal dit in het kader van het dan voorliggende specifieke geval toetsen. Daarnaast geldt dat een dergelijk voornemen door KPN voldoende tijdig aan de betrokken OLOs bekend gemaakt dient te worden. Tenslotte kan het college besluiten dat meerkosten aan de kant van de OLO, die een gevolg zijn van het besluit van KPN, voor rekening van KPN komen. Ook hiervoor geldt dat het college voor ieder specifiek geval een besluit zal nemen. 6. Verdeling van kosten indien meerdere OLOs per LAP interconnecteren Met betrekking tot de ombouwkosten dient er tussen marktpartijen een terugbetalingsregeling te worden overeengekomen, waarbij ieder op het moment van instappen zijn bijdrage levert aan de ombouwkosten. Het ombouwtarief geldt per lokale centrale en dus niet per OLO, en als er meerdere OLOs met dezelfde lokale centrale willen interconnecteren dienen de ombouwkosten over de betrokken OLOs te worden verdeeld. Het college acht het wenselijk dat de uitwerking van een dergelijke (terug)betalingsregeling door KPN in samenwerking met marktpartijen wordt opgesteld. Leidend principe hierbij moet volgens het college zijn dat iedere marktpartij, die lokale interconnectie afneemt op een bepaalde centrale, een bedrag evenredig aan de ombouwkosten per lokale centrale betaalt, afhankelijk van het moment waarop interconnectie op die lokale centrale 17

19 zijn aanvang heeft en daarmee het op dat moment geldende ombouwtarief. Hiermee wordt de keuze om naar een lokale centrale uit te rollen gebaseerd op het actuele ombouwtarief en niet op het tarief wat een andere OLO in eerder stadium als ombouwtarief heeft betaald. Deze laatste situatie zou als nadeel hebben dat de keuze door een OLO naar welke lokale centrales uit te rollen beïnvloed wordt door de vraag wanneer een andere OLO op die centrale interconnectie tot stand heeft gebracht. 7. Indien virtuele interconnectie; LAP of RAP poortprijs? Indien KPN kiest voor virtuele interconnectie op regionaal niveau, wordt er gebruik gemaakt van regionale interconnectie poorten. Om die reden kan het niet zo zijn dat de LAP poortprijs wordt gehanteerd. Daarnaast zou het hanteren van een ander tarief voor poorten die gebruikt worden voor verkeer rechtstreeks van en naar de eindgebruikersaansluitingen waarschijnlijk tot problemen met betrekking tot verrekening van poortkosten leiden. Immers, het lokale en regionale interconnectieverkeer zal door elkaar over dezelfde bundels lopen en van dezelfde interconnectiepoorten gebruikmaken. Het college is van mening dat in geval van virtuele lokale interconnectie op de RAP de regionale poorttarieven gehanteerd dienen te worden. V. Het college verzoekt belanghebbenden om hun gemotiveerde standpunt ten aanzien van bovenstaande overwegingen van het college. Tevens worden belanghebbenden uitgenodigd om eventuele andere issues met betrekking tot de implementatie van het voorgenomen beleid voor interconnectie op het niveau van de nummercentrales aan het college kenbaar te maken. 18

20 7. Verdere procedure 7.1 Reacties van belanghebbenden Belangstellende partijen worden uitgenodigd om hun standpunten ten aanzien van de in onderhavig document opgenomen vragen aan het college kenbaar te maken. Tevens wil het college partijen in de gelegenheid stellen om eventuele andere direct gerelateerde onderwerpen in hun reactie op te nemen. Partijen kunnen tot en met 28 mei 2003 hun visie aan het college kenbaar maken. Reacties dienen per brief en in elektronische vorm (diskette of ) en onder vermelding van: Beleidsvoornemen lokale interconnectie te worden gericht aan (tevens voor nadere vragen of toelichting): OPTA Afdeling Interconnectie en Bijzondere Toegang t.a.v. de heer F. Vergouwen Postbus LK Den Haag adres: Na afloop van deze termijn zullen alle reacties in principe openbaar worden gemaakt door middel van publicatie op de OPTA website. Partijen die menen dat delen van hun commentaar als bedrijfsvertrouwelijk moeten worden behandeld, wordt verzocht dit uitdrukkelijk aan te geven met een nadere motivering waarom vertrouwelijkheid geboden is. Bedrijfsvertrouwelijke gegevens worden niet gepubliceerd. 7.2 Ronde tafel bijeenkomst Het college nodigt belangstellende partijen uit voor een ronde tafel bijeenkomst ten kantore van OPTA. Tijdens deze bijeenkomst zullen marktpartijen in de gelegenheid worden gesteld om mondeling te reageren op het beleidsvoornemen van het college. Partijen die bij deze bijeenkomst aanwezig willen zijn dienen zich uiterlijk 15 mei 2003 schriftelijk of per aan te melden bij de bovengenoemde contactpersoon. Daarbij dient men aan te geven of men het woord wil voeren. De partijen die zich hebben aangemeld zullen na afloop van de aanmeldingstermijn nader bericht ontvangen over datum en tijdstip van de bijeenkomst. 19

21 Bijlage Wettelijk kader 1. Inleiding Dit hoofdstuk is gewijd aan de wettelijke bepalingen, vanuit nationaal en Europees perspectief, die van belang zijn voor de beoordeling van het aanbod en de tarieven voor lokale interconnectie van een aanbieder met aanmerkelijke marktmacht. Eerst wordt ingegaan op de relevante nationale wettelijke bepalingen inzake de begrippen interconnectie, transparantie, non-discriminatie en kostenoriëntatie. Verder wordt aandacht besteed aan de relevante Europees rechtelijke bepalingen, die ten grondslag hebben gelegen aan het nationale recht; deze spelen een belangrijke rol bij de interpretatie daarvan. Tenslotte wordt de in dit verband het nieuwe communautaire ONP kader, voor zover van belang, behandeld. Dit is thans neergelegd is de Kaderrichtlijn en de Toegangsrichtlijn. 2. Nationale regelgeving Op 15 december 1998 is de Telecommunicatiewet in werking getreden. Deze wet is gebaseerd op de ONP regelgeving en is een belangrijke stap op weg naar de totstandkoming van een concurrerende telecommunicatiemarkt. In hoofdstuk 6 van de Telecommunicatiewet wordt uitvoering gegeven aan de Interconnectierichtlijn. 15 In artikel 6.1 van de Telecommunicatiewet wordt aangegeven dat aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken en openbare telecommunicatiediensten in Nederland, die daarbij toegang tot netwerkaansluitpunten van eindgebruikers controleren, dragen zorg voor interconnectie van de betrokken telecommunicatienetwerken teneinde te verzekeren dat de daarop aangesloten gebruikers over en weer met elkaar kunnen communiceren. Op grond van het samenstel van de artikelen 6.4, 6.5, 6.6 en 6.7 van de Telecommunicatiewet gelden voor een aanbieder met aanmerkelijke marktmacht bijzondere verplichtingen met betrekking tot interconnectie. Uit artikel 6.4 van de Telecommunicatiewet volgt dat onder andere de aanbieders van vaste openbare telefoonnetwerken en vaste openbare telefoondiensten, die in het gebied waarin zij binnen Nederland actief zijn op de markt met betrekking tot de vaste openbare telefoonnetwerken of de vaste openbare telefoondienst, beschikken over een aanmerkelijke macht op de markt als zodanig worden aangewezen door het college. 16 Artikel 6.5 van de Telecommunicatiewet bepaalt dat een aanbieder met aanmerkelijke marktmacht interconnectie op non-discriminatoire wijze dient te verstrekken aan andere aanbieders. Op grond van artikel 6.6, eerste lid, van Telecommunicatiewet dienen de interconnectie tarieven te voldoen aan het vereiste van kostenoriëntatie. Bovendien draagt de aanbieder met aanmerkelijke marktmacht er zorg voor dat de tarieven in voldoende mate zijn uitgesplitst. Dat volgt uit het tweede lid 15 Richtlijn 97/33/EG van 30 juni 1997 van het Europese Parlement en de Raad inzake interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen van Open Network Provision. 16 Bij besluit van 20 oktober 1999 heeft het college Koninklijke KPN N.V. en haar groepsmaatschappijen als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, voorzover zij aanbieder zijn van een vast openbaar telefoonnetwerk en een vaste openbare telefoondienst, aangewezen als AMM-partij. 20

DISCUSSIEDOCUMENT TEN BEHOEVE VAN RONDE TAFEL BIJEENKOMST MCTN+

DISCUSSIEDOCUMENT TEN BEHOEVE VAN RONDE TAFEL BIJEENKOMST MCTN+ DISCUSSIEDOCUMENT TEN BEHOEVE VAN RONDE TAFEL BIJEENKOMST MCTN+ Deze tekst is opgesteld als uitgangspunt voor de bespreking tijdens de ronde tafel bijeenkomst over MCTN+ op 28 november 2003. Het hierin

Nadere informatie

OPTA/IBT/2001/ A 29 juni 2001 Bijlage(n): 2 OPENBARE VERSIE. Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit

OPTA/IBT/2001/ A 29 juni 2001 Bijlage(n): 2 OPENBARE VERSIE. Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit OPTA/IBT/2001/201828 A 29 juni 2001 Bijlage(n): 2 OPENBARE VERSIE Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Bepaling van de door KPN Telecom B.V. voor de periode

Nadere informatie

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertrouwelijk]

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertrouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/EGM/2005/200255 [openbare versie] Zaaknummer: E04203085 Datum: 19 januari 2005 van het College van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van de overgangsrechtelijke

Nadere informatie

Besluit. Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus GA 'S-GRAVENHAGE. 1 Samenvatting

Besluit. Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus GA 'S-GRAVENHAGE. 1 Samenvatting Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE 2500GA30000 Ons kenmerk: Zaaknummer: OPTA/EGM/2003/204650 E03209097 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie

Nadere informatie

Besluit. Openbaar bedrijfsvertrouwelijke informatie is weergegeven als [vertrouwelijk] 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Besluit. Openbaar bedrijfsvertrouwelijke informatie is weergegeven als [vertrouwelijk] 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke informatie is weergegeven als [vertrouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/EGM/2004/202824 Zaaknummer: E04203048 Datum: 19 augustus 2004 Besluit van het college van de Onafhankelijke

Nadere informatie

OPTA/EGM/2003/ U RvB 03/022 pricing. 17 april 2003 E , tariefvoorstel "Tariefpakket Extra" -

OPTA/EGM/2003/ U RvB 03/022 pricing. 17 april 2003 E , tariefvoorstel Tariefpakket Extra - Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE 2500GA30000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/EGM/2003/201506 2003-U-00147-RvB 03/022 pricing

Nadere informatie

De zienswijze is op de OPTA website onder thema interconnectie te vinden.

De zienswijze is op de OPTA website  onder thema interconnectie te vinden. Inleiding Bij brief van 17 december 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/202957, heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) de markt op de hoogte gebracht

Nadere informatie

Voorlopig oordeel inzake interconnectie

Voorlopig oordeel inzake interconnectie Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/IBT/2003/203596 Datum Onderwerp Bijlage(n) Interconnectieplicht Voorlopig oordeel inzake interconnectie Het college van de Onafhankelijke Post

Nadere informatie

OPTA/IBT/2002/ s-gravenhage, 30 oktober 2002

OPTA/IBT/2002/ s-gravenhage, 30 oktober 2002 OORDEEL INZAKE TRANSPARANTE EN VERIFIEERBARE FACTURERINGSPROCEDURE OORDEEL VAN HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT OP BASIS VAN ARTIKEL 4 VAN DE VERORDENING 2887/2000

Nadere informatie

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT I Inleiding 1. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) publiceert hierbij richtsnoeren die aangeven

Nadere informatie

OPTA/EGM/2003/ u00004rvb. 6 maart 2003 Beoordeling Worldline korting BIBA, BUBA, VAMO Zaaknummer E

OPTA/EGM/2003/ u00004rvb. 6 maart 2003 Beoordeling Worldline korting BIBA, BUBA, VAMO Zaaknummer E Bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als: [vertrouwelijk] 2500GA30000 Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE a Postbus 90420 2509 LK Den Haag Telefoon

Nadere informatie

OPTA/IBT/2003/ A. Inleiding

OPTA/IBT/2003/ A. Inleiding BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT INZAKE KOPPELKABELS TEN BEHOEVE VAN DE ONTBUNDELDE TOEGANG TOT HET AANSLUITNET OPTA/IBT/2003/202226 A. Inleiding 1. Onderhavig

Nadere informatie

Besluit Openbaar vertouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertouwelijk]

Besluit Openbaar vertouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertouwelijk] vertouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/TN/2005/202885 (openbare versie van OPTA/TN/2005/202606) Zaaknummer: T05201028 Datum: 13 september 2005 Besluit van het

Nadere informatie

Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit De Hooggeleerde Heer Prof. Dr. J. Arnbak Postbus LK s Gravenhage

Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit De Hooggeleerde Heer Prof. Dr. J. Arnbak Postbus LK s Gravenhage Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit De Hooggeleerde Heer Prof. Dr. J. Arnbak Postbus 90420 2509 LK s Gravenhage Tevens per e-mail verzonden naar SecrEindgebruikersmarkt@opta.nl Den Haag,

Nadere informatie

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn weergegeven als [bedrijfsvertrouwelijk].

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn weergegeven als [bedrijfsvertrouwelijk]. Ons kenmerk: OPTA/EGM/2004/201729 Zaaknummer: E03209088 Datum: 30 juni 2004 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van overgangsrechtelijke bepalingen uit artikel

Nadere informatie

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangegeven als [bedrijfsvertrouwelijk]

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangegeven als [bedrijfsvertrouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/EGM/2004/202822 (openbare versie) Zaaknummer: E04203021 Datum: 8 augustus 2004 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van overgangsrechtelijke

Nadere informatie

ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE.

ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE. ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE. 02/02/2001 INLEIDING 1. Het artikel 7 van Richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en

Nadere informatie

BELEIDSREGELS NUMMERHANDEL OPTA

BELEIDSREGELS NUMMERHANDEL OPTA BELEIDSREGELS NUMMERHANDEL OPTA Inleiding De wetgever heeft in de Telecommunicatiewet (hierna: Tw) het college de bevoegdheid gegeven om op te treden tegen nummerhandel. Op grond van artikel 4.3 Tw en

Nadere informatie

BESLUIT inzake handhaving aanpassing referentieaanbod (H.09.03) OPTA/IBT/2003/202084

BESLUIT inzake handhaving aanpassing referentieaanbod (H.09.03) OPTA/IBT/2003/202084 BESLUIT inzake handhaving aanpassing referentieaanbod (H.09.03) OPTA/IBT/2003/202084 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) op grond van

Nadere informatie

7 februari 2003 E tariefvoorstel SMS Vast -

7 februari 2003 E tariefvoorstel SMS Vast - 2500GA30000 Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/EGM/2003/200375 03003pricing Datum Onderwerp Bijlage(n)

Nadere informatie

02/02/2001. 1. Aanwijzing van Belgacom Mobile NV als operator met een sterke marktpositie

02/02/2001. 1. Aanwijzing van Belgacom Mobile NV als operator met een sterke marktpositie ADVIES VAN HET BIPT OVER DE AANWIJZING VAN BELGACOM MOBILE NV ALS OPERATOR MET EEN STERKE POSITIE OP DE MARKT VOOR OPENBARE MOBIELE TELECOMMUNICATIENETWERKEN EN OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE

Nadere informatie

College van Toezicht collectieve beheersorganisaties

College van Toezicht collectieve beheersorganisaties De heer mr D.M. Linders bureau Brandeis Apollolaan 151 1077 AR AMSTERDAM De heer H.G. van der Ree Directievoorzitter BUMA STEMRA Postbus 3080 2130 KB HOOFDDORP Postadres: Postbus 15072 1001 MB Amsterdam

Nadere informatie

Prijs Squeeze Test Reactie van One.Tel

Prijs Squeeze Test Reactie van One.Tel Prijs Squeeze Test Reactie van One.Tel 1 Introductie OPTA introduceert de Prijs Squeeze Test (PST), als instrument om KPN s Interconnectie-tarieven te vergelijken met KPN s Eindgebruikers-tarieven. OPTA

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer KPN Corporate Legal & Regulatory De heer M.A. Prinsen Geerligs Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE 2500GA30000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer mw. drs. M.E. Remijnse OPTA/ACNB/2008/200612

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, SG-Greffe (2005) D/206586

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, SG-Greffe (2005) D/206586 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.12.2005 SG-Greffe (2005) D/206586 Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Zurichtoren Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Ter attentie van: De heer Chris A. Fonteijn

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. ir. H.R. de Kleijn OPTA/AM/2011/ (070)

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. ir. H.R. de Kleijn OPTA/AM/2011/ (070) Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer ir. H.R. de Kleijn OPTA/AM/2011/202183 (070) 315 35 83 Datum Onderwerp Bijlage(n) 20 september 2011 FTA-MTA-3b - planning en vragen aan marktpartijen

Nadere informatie

mw. mr. Mei Po Man OPTA/IPB/2006/ (070) augustus 2006 consultatiedocument wijziging Regeling universele 1 dienstverlening

mw. mr. Mei Po Man OPTA/IPB/2006/ (070) augustus 2006 consultatiedocument wijziging Regeling universele 1 dienstverlening Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer mw. mr. Mei Po Man OPTA/IPB/2006/202425 (070) 315 35 12 Datum Onderwerp Bijlage(n) 10 augustus 2006 consultatiedocument wijziging Regeling universele

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. 13 mei 2008 Besluit inzake handhavingsverzoek verhoogde 1 acceptgirokosten KPN

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. 13 mei 2008 Besluit inzake handhavingsverzoek verhoogde 1 acceptgirokosten KPN Consumentenbond De heer M. Wessling Postbus 1000 2500 BA 'S-GRAVENHAGE 2500BA1000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer mw. drs. M.E. Remijnse OPTA/ACNB/2008/200860 Datum Onderwerp Bijlage(n)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 501 Wijziging van de Postwet 2009 ter invoering van ex ante toezicht op een postvervoerbedrijf met aanmerkelijke marktmacht Nr. 2 VOORSTEL VAN

Nadere informatie

OPTA/EGM/2003/ U RvB 2003-U RvB

OPTA/EGM/2003/ U RvB 2003-U RvB Bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als: [vertrouwelijk] De voorzitter van de Raad van Bestuur van Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE 2500GA30000

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 27979/2012015751

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 27979/2012015751 AANTEKENEN Stichting Samenwerkende Publieke Omroepen Midden Nederland T.a.v. het bestuur Postbus 1012 3500 BA UTRECHT Datum Onderwerp 11 december 2012 Nevenactiviteit - toestemming Uw kenmerk Ons kenmerk

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. Reactie OPTA consultatiedocument nummeridentificatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. Reactie OPTA consultatiedocument nummeridentificatie OPENBARE VERSIE College Bescherming Persoonsgegevens Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/EGM/2005/200257 z2003-0091 Datum Onderwerp Bijlage(n) Reactie OPTA consultatiedocument nummeridentificatie

Nadere informatie

mr. D. Verduijn OPTA/JUZ/2003/ (070) Beslissing op bezwaar Tele2 inzake EDC V/BULRC IIbesluit

mr. D. Verduijn OPTA/JUZ/2003/ (070) Beslissing op bezwaar Tele2 inzake EDC V/BULRC IIbesluit Clifford Chance Mevrouw mr. M. van Heerwaarden Postbus 251 1000 AG AMSTERDAM 1000AG251 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer mr. D. Verduijn OPTA/JUZ/2003/202461 (070) 315 35 28 Datum Onderwerp

Nadere informatie

Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. De heer drs J.W.M. Schuyt RA Postbus 90357 1006 BJ AMSTERDAM 1006BJ90357 Ons kenmerk: OPTA/AM/2009/201196 Zaaknummer: 09.0118.07 29 mei 2009 van het college van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3705 14 februari 2013 Beleidsregels artikel 5 Besluit Interoperabiliteit, Onafhankelijke Post en Telecommunicatieautoriteit

Nadere informatie

Inleiding. Consultatie prijssqueeze. OPTA Bekendmaking over de invoering van de prijssqueezetoets OPTA/EGM/2000/

Inleiding. Consultatie prijssqueeze. OPTA Bekendmaking over de invoering van de prijssqueezetoets OPTA/EGM/2000/ OPTA Bekendmaking over de invoering van de prijssqueezetoets OPTA/EGM/2000/203481 21 december 2000 Inleiding 1. Op 10 oktober 2000 is het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit

Nadere informatie

Aanvullende Voorwaarden Business Bundel

Aanvullende Voorwaarden Business Bundel Aanvullende Voorwaarden Aanvullende Voorwaarden KPN B.V. versie januari 2007 I N H O U D 1 BEGRIPSBEPALINGEN.................................................. 3 2 OVEREENKOMST EN VOORWAARDEN....................................

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 628387/629399 mr. Margreet Verhoef +31 (0) 35 773 77 77

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 628387/629399 mr. Margreet Verhoef +31 (0) 35 773 77 77 AANTEKENEN AVROTROS t.a.v. het bestuur p/a postbus 2 1200 JA HILVERSUM Datum Onderwerp 8 juli 2014 Nevenactiviteit - toestemming cluster 7 Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 628387/629399

Nadere informatie

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [vertrouwelijk]

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [vertrouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/EGM/2005/201832 (openbare versie van OPTA/EGM/2005/201741) Zaaknummer: E05201013 Dattum: 15 juni 2005 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond

Nadere informatie

Verslag van de bijeenkomst over prijsbeheersing in het nieuw regulerend kader

Verslag van de bijeenkomst over prijsbeheersing in het nieuw regulerend kader A Verslag van de bijeenkomst over prijsbeheersing in het nieuw regulerend kader Datum bijeenkomst: 31 maart 2005 Aanwezig: - vertegenwoordigers van marktpartijen (ACT, Atlantic Holding, BBNed, Broadcast

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 501 Wijziging van de Postwet 2009 ter invoering van ex ante toezicht op een postvervoerbedrijf met aanmerkelijke marktmacht A GEWIJZIGD VOORSTEL

Nadere informatie

Consultatiedocument Beperkingen levering FRIACO-dienst

Consultatiedocument Beperkingen levering FRIACO-dienst Consultatiedocument Beperkingen levering FRIACO-dienst OPTA 31 augustus 2001 OPTA/IBT/2001/202610 Inhoud 1 Inleiding...1 2 Voorgeschiedenis...2 3 Redenen voor de invoering van de beperkingen voor de FRIACO-dienst...4

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet. Nummer 200043 / 5.B603 Betreft

Nadere informatie

1. INLEIDING HET WETTELIJK KADER... 5

1. INLEIDING HET WETTELIJK KADER... 5 Oordeel van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake het referentieaanbod voor de ontbundelde toegang tot het aansluitnet en bijbehorende faciliteiten OPTA/IBT/2001/201679

Nadere informatie

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 100595/12 Betreft: Besluit tot (voorlopige) vaststelling van de gereguleerde vastrechtcomponent van de transporttarieven gas voor het jaar 2002 zoals

Nadere informatie

Gelet op artikel 6.5 van de Telecommunicatiewet en artikelen 1 en 5 van het Besluit Interoperabiliteit. 1

Gelet op artikel 6.5 van de Telecommunicatiewet en artikelen 1 en 5 van het Besluit Interoperabiliteit. 1 Beleidsregels artikel 5 Besluit Interoperabiliteit OPTA/AM/2013/200251, 7 februari 2013 De Onafhankelijke Post en Telecommunicatieautoriteit: Gelet op artikel 6.5 van de Telecommunicatiewet en artikelen

Nadere informatie

509795/01/6 van 9 mei 2001 dr. J.A.G. Versmissen

509795/01/6 van 9 mei 2001 dr. J.A.G. Versmissen R e g i s t r a t i e k a m e r De Minister van Justitie 509795/01/6 van 9 mei 2001 dr. J.A.G. Versmissen070-3811358..'s-Gravenhage, 20 juni 2001.. Onderwerp Aanpassingswet richtlijn inzake elektronische

Nadere informatie

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn weergegeven als [vertrouwelijk]

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn weergegeven als [vertrouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/TN/2005/202906 (Openbare versie van OPTA/TN/2005/202730) Zaaknummer: T05201041 Datum: 27 september 2005 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond

Nadere informatie

Pagina. Aan marktpartijen. Den Haag, 12 augustus 2013

Pagina. Aan marktpartijen. Den Haag, 12 augustus 2013 Aan marktpartijen Den Haag, 12 augustus 2013 Ons kenmerk: ACM/DTVP/2013/203435 Contactpersoon: drs. R. Knoop Ruud.Knoop@acm.nl (070) 722 25 65 Onderwerp: Aankondigingstermijn nog te ontwikkelen aansluitnetwerken

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nummer 6486/62 Betreft zaak: Easyjet v. N.V. Luchthaven Schiphol 1. Inleiding 1. Op

Nadere informatie

Hierbij treft u de reactie aan van BT, COLT en Verizon (BCV) op OPTA s ontwerpbesluit marktanalyse vaste gespreksafgifte van 15 augustus 2008.

Hierbij treft u de reactie aan van BT, COLT en Verizon (BCV) op OPTA s ontwerpbesluit marktanalyse vaste gespreksafgifte van 15 augustus 2008. Reactie van BT, COLT en Verizon op OPTA s ontwerpbesluit marktanalyse vaste gespreksafgifte Inleiding Hierbij treft u de reactie aan van BT, COLT en Verizon (BCV) op OPTA s ontwerpbesluit marktanalyse

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2017) 3463 final. Autoriteit Consument & Markt (ACM) Zurichtoren Muzenstraat WB Den Haag Nederland

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2017) 3463 final. Autoriteit Consument & Markt (ACM) Zurichtoren Muzenstraat WB Den Haag Nederland EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.5.2017 C(2017) 3463 final Autoriteit Consument & Markt (ACM) Zurichtoren Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Nederland Ter attentie van De heer Henk Don Vicevoorzitter Geachte

Nadere informatie

Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Ons kenmerk: OPTA/AM/2010/201657 Zaaknummer: 10.0225.22 Datum: 8 juli 2010 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) op het handhavingsverzoek

Nadere informatie

OPENBAAR. drs. F.W. van Berkel OPTA/EGM/2004/202992 (070) 315 35 69. 2 pakketgeschakelde diensten

OPENBAAR. drs. F.W. van Berkel OPTA/EGM/2004/202992 (070) 315 35 69. 2 pakketgeschakelde diensten Marktpartijen Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer drs. F.W. van Berkel OPTA/EGM/2004/202992 (070) 315 35 69 Datum Onderwerp Bijlage(n) Generieke eindgebruikersverplichtingen 2 pakketgeschakelde

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: OB/001 Kenmerk: 00.061.063 Openbaarmaking onder kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van de besluiten

Nadere informatie

Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Ons kenmerk: OPTA/COL/2009/201290 Zaaknummer: 09.0093.32.1.01 Datum: 19 juni 2009 BESLUIT van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake het bezwaarschrift tegen zijn

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Artikel 7, lid 3, van Richtlijn 2002/21/EG: Geen opmerkingen

EUROPESE COMMISSIE. Artikel 7, lid 3, van Richtlijn 2002/21/EG: Geen opmerkingen EUROPESE COMMISSIE, Brussel, 26.10.2016 C(2016) 7017 final Autoriteit Consument & Markt (ACM) Zurichtoren Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Nederland Ter attentie van de heer Henk Don Vicevoorzitter Fax:

Nadere informatie

OPTA/EGM/2000/203117. 7 december 2000. 1. Inleiding

OPTA/EGM/2000/203117. 7 december 2000. 1. Inleiding OPTA Goedkeuring van het door KPN opgestelde systeem voor toerekening van kosten en opbrengsten aan huurlijnen en telefonie (Besluit toerekeningssysteem huurlijnen en telefonie) OPTA/EGM/2000/203117 7

Nadere informatie

Opmerkingen overeenkomstig Artikel 7(3) van Richtlijn 2002/21/EG 1

Opmerkingen overeenkomstig Artikel 7(3) van Richtlijn 2002/21/EG 1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.12.2005 SG-Greffe (2005) D/206584 Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Zurichtoren Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Ter attentie van: Mr Chris A. Fonteijn Voorzitter

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader

BESLUIT. I. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101698-12 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord.

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet. Zaaknummer 741/Overeenkomst

Nadere informatie

Enerzijds, De besloten vennootschap Broadcast Newco Two B.V. gevestigd te Terneuzen, gemachtigde: mr A.J.H.W.M. Versteeg, advocaat te Amsterdam,

Enerzijds, De besloten vennootschap Broadcast Newco Two B.V. gevestigd te Terneuzen, gemachtigde: mr A.J.H.W.M. Versteeg, advocaat te Amsterdam, Besluit geschil Broadcast Newco Two - Nozema met betrekking tot het antenne-opstelpunt Rotterdam OPTA/G.6.00/2000/203055 Oordeel in de zin van artikel 3.11., vijfde en vierde lid, van de Telecommunicatiewet,

Nadere informatie

*** CONCEPTBELEIDSREGELS INZAKE VERTRAAGDE RECIPROCITEIT

*** CONCEPTBELEIDSREGELS INZAKE VERTRAAGDE RECIPROCITEIT CONCEPTBELEIDSREGELS INZAKE DE MAXIMAAL REDELIJKE TARIEVEN VOOR GESPREKSAFGIFTE OP DE MARKTEN VOOR AFGIFTE OP GEOGRAFISCHE NUMMERS, 084/087- NUMMERS EN 088-NUMMERS *** CONCEPTBELEIDSREGELS INZAKE VERTRAAGDE

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Advies van het B.I.P.T. van 18 februari 2009 betreffende de bepaling en de voorwaarden voor het beschikbaar stellen van de basisidentificatiegegevens

Nadere informatie

Bespreking banken 21 juli 2016 Drinkwatertarief WMD: hoe komt het tot stand? Wettelijk kader

Bespreking banken 21 juli 2016 Drinkwatertarief WMD: hoe komt het tot stand? Wettelijk kader Bespreking banken 21 juli 2016 Drinkwatertarief WMD: hoe komt het tot stand? Wettelijk kader Inleiding Het wettelijk kader voor het toezicht op de tarieven die drinkwaterbedrijven in rekening brengen voor

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101689-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_13-4 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit Aan Directeur-generaal Telecommunicatie en Post, plv. T.a.v. dr. G.A.A.M. Broesterhuizen Postbus 20101 2500 EC DEN HAAG Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 24 mei

Nadere informatie

CONCEPT-BESLUIT INZAKE DE BEOORDELING DOOR OPTA VAN DE REFERENTIE-INTERCONNECTIE-AANBIEDING VAN KPN TELECOM B.V. 22 MAART 2000

CONCEPT-BESLUIT INZAKE DE BEOORDELING DOOR OPTA VAN DE REFERENTIE-INTERCONNECTIE-AANBIEDING VAN KPN TELECOM B.V. 22 MAART 2000 CONCEPT-BESLUIT INZAKE DE BEOORDELING DOOR OPTA VAN DE REFERENTIE-INTERCONNECTIE-AANBIEDING VAN KPN TELECOM B.V. 22 MAART 2000 Inleiding. Aard van het oordeel. Het voorliggende document is het oordeel

Nadere informatie

Pagina. De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK 'S-GRAVENHAGE. Den Haag,

Pagina. De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK 'S-GRAVENHAGE. Den Haag, De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus 20401 2500 EK 'S-GRAVENHAGE Den Haag, Uw kenmerk: Ons kenmerk: ACM/DE/2017/205229 Contactpersoon: [vertouwelijk] Onderwerp: 17.0309.01 Advies

Nadere informatie

3 juli 2003 E , tariefvoorstel Internet Belbericht

3 juli 2003 E , tariefvoorstel Internet Belbericht Bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als: [vertrouwelijk] Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE 2500GA30000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_19-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Ons kenmerk: OPTA/AM/2008/201828 Zaaknummer: 08.0159.22 Datum: Besluit van het College van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op het verzoek tot handhaving van Tele2 Nederland B.V. van

Nadere informatie

SLU-tarieven Eenmalige en maandelijkse vergoedingen met betrekking tot SDF Access Lijnen en SDF Access Collocatie

SLU-tarieven Eenmalige en maandelijkse vergoedingen met betrekking tot SDF Access Lijnen en SDF Access Collocatie Issuedocument SLU-tarieven Eenmalige en maandelijkse vergoedingen met betrekking tot SDF Access Lijnen en SDF Access Collocatie 12 Januari 2007 Introductie Dit document beschrijft 4 vraagstukken die betrekking

Nadere informatie

Extra impuls gemeenten voor afvalpreventie en afvalscheiding huishoudelijk afval

Extra impuls gemeenten voor afvalpreventie en afvalscheiding huishoudelijk afval Extra impuls gemeenten voor afvalpreventie en afvalscheiding huishoudelijk afval Inhoud 1. Inleiding 3 2. Opzet plannen voor ondersteuning 4 3. Plannen voor verminderen huishoudelijk restafval 5 3.1 Eisen

Nadere informatie

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK] Autoriteit Persoonsgegevens AANGETEKEND Datum Contactpersoon Onderwerp Besluit tot invordering en voornemen tot publicatie Geachte, Bij besluit van 11 mei 2017 met kenmerk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens

Nadere informatie

Reactie Groep Graafrechten wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen)

Reactie Groep Graafrechten wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen) Reactie Groep wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen) Groep 28 mei 2010 Feyo Sickinghe INLEIDING 1. Deze reactie volgt artikelsgewijs het concept wetsvoorstel wijziging

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 125 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 125 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 47597 27 oktober 2016 Beleidsregel van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 19 september 2016, nr. 2016-0000568604,

Nadere informatie

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. Inleiding en verloop procedure

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. Inleiding en verloop procedure Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 100792/ 47 Betreft: Besluit tot wijziging van het besluit van 18 juli 2001 kenmerk 100247/37, waarbij de tarieven zijn vastgesteld die Westland Energie

Nadere informatie

Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II

Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II Confidentieel 1 Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II 1 Inleiding Instellingen die op grond van art. 112, 230 of 231 van de Solvency II richtlijn (richtlijn 2009/139/EC)

Nadere informatie

Compliance Handvest KPN en ACM

Compliance Handvest KPN en ACM Juni 2014 OPENBAAR pagina 1 Compliance Handvest KPN en ACM Doel Handvest Bij of krachtens de Nederlandse Telecommunicatiewet (hierna te noemen: Telecommunicatiewet ) is voorgeschreven aan welke regels

Nadere informatie

14 februari 2013 Nevenactiviteit toestemming het verhuren van personeel en materiaal aan derden

14 februari 2013 Nevenactiviteit toestemming het verhuren van personeel en materiaal aan derden AANTEKENEN Stichting RTV Drenthe T.a.v. het bestuur Postbus 999 9400 AZ ASSEN Datum Onderwerp 14 februari 2013 Nevenactiviteit toestemming het verhuren van personeel en materiaal aan derden Uw kenmerk

Nadere informatie

NOTA VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN

NOTA VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN Besluit van. tot wijziging van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen in verband met in verband met de wijziging van artikel 12.1 Telecommunicatiewet NOTA VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN

Nadere informatie

BCPA. OPTA HOORZITTING marktanalyse vaste en mobiele gespreksafgifte. 18 mei Niels van Veen

BCPA. OPTA HOORZITTING marktanalyse vaste en mobiele gespreksafgifte. 18 mei Niels van Veen BCPA OPTA HOORZITTING marktanalyse vaste en mobiele gespreksafgifte 18 mei 2010 Niels van Veen deze presentatie wordt niet ondersteund door Colt Agenda Pluspunten Glijpaden Non-discriminatie BULRIC modellering:

Nadere informatie

Besluit <<Openbaar >>

Besluit <<Openbaar >> Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet jo. artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie, handelend in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

De Minister van Veiligheid en Justitie, handelend in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie; Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 2011, nr., houdende vaststelling van een technisch protocol met betrekking tot de wijze van aflevering van geïntercepteerde telecommunicatie (Regeling

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, tegen C te D, vertegenwoordigd door E te F Zaak : Eigen risico, verjaring, betalingsachterstand Zaaknummer : 2012.01051 Zittingsdatum : 21 november 2012

Nadere informatie

Nota van toelichting

Nota van toelichting Nota van toelichting In het Algemeen Overleg van 11 november 2008 heb ik nadere regelgeving voor buitengerechtelijke incassokosten aangekondigd (Kamerstukken II 2008/09, 24 515, nr. 144). Bij brief van

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /618794

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /618794 AANTEKENEN Stichting RTV Noord-Holland T.a.v. het bestuur Postbus 9823 1006 AM AMSTERDAM Datum Onderwerp 14 februari 2014 Nevenactiviteiten - toestemming Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer

Nadere informatie

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan: - 1 - Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan Matrix Asset Management B.V. als bedoeld in artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht Gelet op artikel 1:80, 1:81, 1:98 en 3:72,

Nadere informatie

Verslag OPENBAAR. (070) Tariefvoorstel 088 bedrijfsnummers

Verslag OPENBAAR. (070) Tariefvoorstel 088 bedrijfsnummers Verslag OPENBAAR Datum Opgemaakt door Nummer 19 januari 2005 Frank van Berkel 070 315 35 69 Datum bespreking Plaats bespreking Bijlage(n) 6 januari 2005 OPTA Doorkiesnummer Onderwerp (070) 315 92 76 Tariefvoorstel

Nadere informatie

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Advies wetsvoorstel gebruik camerabeelden en meldplicht datalekken.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Advies wetsvoorstel gebruik camerabeelden en meldplicht datalekken. POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Staatssecretaris van Veiligheid

Nadere informatie

De Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit, 18 december 2002

De Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit, 18 december 2002 Consultatiedocument Registratie van certificatiedienstverleners die gekwalificeerde certificaten aanbieden of afgeven aan het publiek met betrekking tot elektronische handtekeningen De Onafhankelijke Post

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_9-5 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid van

Nadere informatie

Privacy voorwaarden Compressor Service Techniek (onderdeel van Voskamp groep)

Privacy voorwaarden Compressor Service Techniek (onderdeel van Voskamp groep) Onderdeel van Privacy voorwaarden Compressor Service Techniek (onderdeel van Voskamp groep) Introductie Dit zijn de privacy voorwaarden die van toepassing zijn op de verwerking van persoonsgegevens door

Nadere informatie

Beleidsregels inzake ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk OPTA/IBT/2002/201182

Beleidsregels inzake ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk OPTA/IBT/2002/201182 Beleidsregels inzake ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk OPTA/IBT/2002/201182 Inleiding 1. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) publiceert

Nadere informatie

Betreft: Zaak NL/2008/0822: gespreksopbouw op het openbare telefoonnetwerk, geleverd op een vaste locatie

Betreft: Zaak NL/2008/0822: gespreksopbouw op het openbare telefoonnetwerk, geleverd op een vaste locatie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 05/12/2008 SG-Greffe (2008)D/207746 Onafhankelijke Post en Telecommunicatie-autoriteit (OPTA) Zurichtoren - Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Nederland Ter attentie van: De heer

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_11-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie