CONCEPT-BESLUIT INZAKE DE BEOORDELING DOOR OPTA VAN DE REFERENTIE-INTERCONNECTIE-AANBIEDING VAN KPN TELECOM B.V. 22 MAART 2000

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CONCEPT-BESLUIT INZAKE DE BEOORDELING DOOR OPTA VAN DE REFERENTIE-INTERCONNECTIE-AANBIEDING VAN KPN TELECOM B.V. 22 MAART 2000"

Transcriptie

1 CONCEPT-BESLUIT INZAKE DE BEOORDELING DOOR OPTA VAN DE REFERENTIE-INTERCONNECTIE-AANBIEDING VAN KPN TELECOM B.V. 22 MAART 2000

2 Inleiding. Aard van het oordeel. Het voorliggende document is het oordeel van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (verder het college te noemen) inzake de beoordeling van de Referentie Interconnectie Aanbieding van KPN Telecom B.V. (verder KPN te noemen), versie (verder RIO KPN te noemen 1 ) op grond van artikel 6.7 lid 3 van de Telecommunicatiewet 2 (verder TW te noemen). Het oordeel van het college zal op dit moment in de vorm van een concept-besluit worden neergelegd. De motivering om het oordeel in de vorm een concept-besluit neer te leggen wordt later in het concept besluit aangegeven. De beoordeling van de referentie-interconnectie-aanbieding (verder RIA 3 te noemen) op grond van artikel 6.7 lid 3 van de TW mondt in juli 2000 uit in een besluit in de zin van artikel 1: 3 van de Awb. Het besluit inhoudende de beoordeling van de onderhavige RIA betekent niet dat de RIA niet doorlopend kan worden uitgebreid en/of gewijzigd. Er is zodoende ruimte voor nieuwe afspraken in de RIA na de beoordeling door het college. Verder in het besluit wordt aangegeven welke procedures KPN en marktpartijen hierbij in acht dienen te nemen. Het oordeel van het college houdt, door het op dit moment in de vorm van een concept-besluit neer te leggen, rekening met het initiatief van marktpartijen (zie de brief welke het college aan marktpartijen d.d. 9 februari 2000 heeft verzonden). In deze brief met kenmerk: OPTA/IBT/2000/ , wordt vermeld dat marktpartijen de onderhandelingen met KPN om tot nieuwe afspraken te komen over de prognose-, bestel- en leveringsprocedures in het FIST willen heropenen. Deze procedures vormen een belangrijk onderdeel van de onderhavige RIA. Gelet op het belang van deze procedures om de heropende onderhandelingen binnen het Forum voor Interconnectie en Speciale Toegang (FIST) over de vorm en de inhoud van de prognose-, bestel- en leveringsprocedures de ruimte te geven en het resultaat van voornoemde onderhandelingen te kunnen beoordelen vormt het onderhavige oordeel van het college een concept-besluit. Partijen krijgen de gelegenheid om, na overeenstemming, met vernieuwde prognose-, bestel- en leveringsprocedures te komen welke ter beoordeling aan het college dienen te worden voorgelegd en na diens instemming door KPN in de RIA dient te worden verwerkt. Na bekendmaking van het concept besluit zal KPN daarom op grond van artikel 4:8 van de Algemene Wet Bestuursrecht (verder Awb te noemen) worden gehoord. Dit zal schriftelijk gebeuren. KPN kan zodoende haar zienswijze geven op het concept besluit. 1 Zie hoofdstuk 3 onder 2.0 Aanbod KPN, onderscheid tussen de RIA, RA en overige juridische voorwaarden. 2 Telecommunicatiewet: Stb. 1998, Zie hoofdstuk 3 onder 2.0 Aanbod KPN, onderscheid tussen de RIA, RA en overige juridische voorwaarden. 4 Zie OPTA website; onder schaarste, achtergrondinformatie. 2

3 Wettelijke grondslag van het besluit. Met ingang van 1 januari 1998 is de verstrekking van telecommunicatiediensten- en infrastructuur in de Gemeenschap geliberaliseerd. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA), ziet toe op de naleving van in dat kader opgestelde wet- en regelgeving. Eén van de verplichtingen waarop het college toezicht houdt, is de in artikel 6.7 lid 1 van de TW opgenomen verplichting van aanbieders van vaste openbare telefoonnetwerken, vaste openbare telefoondiensten en huurlijnen die krachtens artikel 6.4 lid 1 van de TW zijn aangewezen als aanbieders met aanmerkelijke marktmacht, om een RIA bekend te maken. Volgens lid 2 van dit artikel omvat een RIA een omschrijving van hetgeen op het gebied van interconnectie wordt aangeboden, opgesplitst naar componenten, tarieven en andere daarvan deel uitmakende voorwaarden. Indien het college van oordeel is dat een RIA strijdig is met het bepaalde bij of krachtens de TW, stelt het college de betreffende aanbieder daarvan in kennis onder mededeling van de onderdelen die naar zijn oordeel wijziging behoeven (lid 3 van artikel 6.7 van de TW). KPN en haar groeps-maatschappijen 5 zijn voor twee jaar aangewezen 6 als aanbieder met aanmerkelijke macht op de markt 7 als aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk, een vaste openbare telefoondienst en huurlijnen in geheel Nederland. Nu KPN en haar groeps-maatschappijen op dit moment als enige (bij wet 8 ) is aangewezen als aanbieder met aanmerkelijke macht op die markt, rust slechts op haar de verplichting om een RIA bekend te maken. KPN heeft in de Staatscourant d.d. 27 augustus 1999 (Scrt. 1999, nr. 164) mededeling gedaan van de nieuwe RIA (versie ), onder de titel Bekendmaking inzake concept Referentie Interconnectie Aanbieding van KPN. Bovendien is de nieuwe RIA d.d. 31 augustus 1999 door middel van een brief aan marktpartijen bekend gemaakt. Doel van de beoordeling van de RIA. Het college is van mening dat de RIA van groot belang is voor het goed functioneren van de telecommunicatiemarkt die zich nog aan het ontwikkelen is. De transparantie in de markt wordt door de bekendmaking van de RIA bevorderd, waardoor de verschillende aanbieders beter geïnformeerd kunnen onderhandelen over de totstandkoming van de voor hun klanten noodzakelijke interconnectie. Voor jonge en nieuwe marktpartijen is het van wezenlijk belang goed geïnformeerd te zijn, hierdoor worden bijvoorbeeld de toetredingsdrempels geslecht, en kan de interoperabiliteit van dienstverlening ten behoeve van de eindgebruikers ongestoord plaatsvinden. 5 Als bedoeld in artikel 24b, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. 6 Zie artikel 20.1 lid 1 van de TW juncto De TW is inwerking getreden op 15 december Dit op grond van het besluit van 26 november 1998 artikel 1 onder l (Stb. 1998, 664). De wettelijke aanwijzing op grond van artikel 20.1 lid 1 van de TW is van kracht tot en met 14 december Als bedoeld in artikel 6.4 lid 1 TW. 8 Zie artikel 20.1 lid 1 van de TW. 3

4 Hiernaast wijst het college erop dat de bekendmaking van de RIA van belang is voor een goede uitvoering van de aan het college opgedragen wettelijke taak om het bepaalde bij of krachtens de TW te handhaven. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het vereiste van non-discriminatoire levering door aanbieders die zijn aangewezen als partij met aanmerkelijke marktmacht. Beoordelingscriteria. De beoordeling van de RIA geschiedt op basis van de criteria welke neergelegd zijn in de TW, in de relevante Europese regelgeving (zoals de Interconnectierichtlijn), diverse Europese documenten 9 en de daar in vervatte beginselen van transparantie, non-discriminatie, kostenoriëntatie en objectiviteit. Met betrekking tot de eisen van kostenoriëntatie en uit hoofde hiervan de opbouw en daarmee samenhangend de hoogte van de tarieven voor interconnectie en bijzondere toegangsdiensten wordt in dit verband geen beoordeling door het college gegeven. Deze tarieven zijn op dit moment gebaseerd op het Embedded Direct Costs (EDC) toerekeningsysteem, hierover wordt periodiek los van de onderhavige beoordeling reeds een oordeel door het college gegeven 10. Samenvatting van de gevolgde procedure. De beoordeling van de RIA door het college betreft versie RIO KPN Deze RIO KPN bestaat uit een aantal onderdelen. Ten eerste bevat het de Modelovereenkomst inzake Interconnectie, die ook in een Engelstalige versie is bekend gemaakt. Daarnaast bevat het een aantal (8) Engelstalige Annexen waarin telkens wordt ingegaan op de technische en andere voorwaarden waaronder KPN haar interconnectie-diensten wenst aan te bieden. Het betreft achtereenvolgens de Interconnection Service Descriptions, de Technical Manual, de Billing Manual, de Operations and Maintenance Manual, de Definitions, de Service Schedule Interconnect, de Tariffs Schedule Interconnect en de Parameters Schedule Interconnect. Het college heeft in het kader van onderhavige beoordeling van de RIO KPN belangstellenden door middel van consultatie, in de periode van 17 augustus tot 5 november 1999, de mogelijkheid geboden mondeling en/of schriftelijk (desgewenst geanonimiseerd) te reageren op de nieuw uitgegeven RIA. De mondelinge consultaties met betrekking tot bovengenoemde RIO KPN hebben plaatsgevonden in samenwerking met het FIST. Dit forum speelt een belangrijke rol in de totstandkoming van diensten en voorwaarden op het gebied van Interconnectie en Bijzondere Toegang. De mondelinge consultaties zijn gehouden in de vorm van openbare discussies welke openstonden voor alle belangstellenden. 9 Zoals het Indicative Reference Interconnection Offer en de Framework Interconnect Guidelines. 10 Zie daarvoor het Besluit inzake het EDC model van KPN, de daarop gebaseerde tarieven voor interconnectie- en bijzondere toegangsdiensten van 1 juli 1998, OPTA/MI/98/1537 en aanpassing van het oordeel van 1 juni 1999, OPTA/IBT/99/5955. Zie de website van OPTA: 4

5 In oktober 1999 heeft bovengenoemde mondelinge consultatie plaatsgevonden verspreid over vier dagen/bijeenkomsten: 1. Bijeenkomst over dienstaspecten: Interconnection Service Descriptions, Parameter Schedule en Service Schedule Interconnect. 2. Bijeenkomst over technische aspecten: Technical Manual. 3. Bijeenkomst over operationele aspecten (Operational and Maintenance Manual) en facturering (Billing Manual). 4. Bijeenkomst over juridische aspecten: Legal Body ( Modelovereenkomst inzake Interconnectie") als ook de Engelse vertaling hiervan als ook Definitions. Er hebben 24 marktpartijen gebruik gemaakt van de mondelinge en/of schriftelijke consultatie. KPN is d.d. 31 december 1999 zelfstandig met een nieuwe RIA gekomen naar aanleiding van de verschillende opmerkingen die door marktpartijen tijdens de bovengenoemde consultatie naar voren zijn gebracht. De nieuwe versie van de RIA maakt nog geen deel uit van de beoordeling. Het staat KPN vrij de versie te integreren met de nieuwe versie van de RIA welke bekend gemaakt wordt naar aanleiding van het besluit van het college. In een brief aan het college 11 geeft KPN aan met een nieuwe RIA te komen die met ingang van 1 juli 2000 voor alle marktpartijen zal gelden en een looptijd zal hebben van één jaar. Zoals eerder is aangegeven wordt KPN schriftelijk gehoord over het concept-besluit. Het college beoordeelt hierna de nieuwe versie van de RIA van KPN alsmede beoordeelt het college de gemaakte afspraken tussen marktpartijen inzake de prognose-, bestel- en leveringsprocedures. Het college verwacht de beoordeling van de RIA, versie in juli definitief af te ronden. 11 Brief van KPN aan het college van OPTA d.d ; kenmerk BU/CS. 5

6 Inhoudsopgave 1 Het wettelijk kader Artikel 6.7 van de TW; de RIA Artikel 6.1 van de TW; Interoperabiliteit Interconnectie Verplichtingen voor partijen met aanmerkelijke marktmacht Nadere regels inzake tot stand brengen interconnectie Inhoud van de RIA volgens de TW, de Europese Commissie en gevolgde beleidslijn door college Verhouding tussen de RIA en interconnectie-overeenkomsten Het beoordelingskader Wettelijke beoordelingscriteria Begrenzing beoordeling van het college De formele beoordeling van de RIA De juridische betekenis van de referentie-interconnectie-aanbieding Aanbod KPN, onderscheid tussen de RIA, RA en overige juridische voorwaarden Verhouding tussen de RIA en de overige juridische voorwaarden Verhouding tussen de RIA en de referentie-aanbieding (RA) Verhouding tussen de RIA en het aanbod van marktpartijen Nederlandstalige tekst en rangordeverdeling Definities Wijzigingen Splitsing wijzigingen RIA en niet-ria Samenvoegen wijzigingsbepalingen RIA Wijzigingen RIA Beoordeling wijziging RIA Wijzigingsprocedure RIA Beoordeling wijziging overeenkomsten Rechtsgevolgen beoordeling Meldingsplicht wijzigingen RIA Geldigheidstermijn doorvoeren wijzigingen Reguliere contractsherzieningen De inhoudelijke aspecten met betrekking tot de referentie-interconnectie-aanbieding Aanbod KPN KPN Telecom PSTN Terminating Access Service KPN Telecom PSTN Network Interconnection Service Niveaus van aansluiting op netwerk KPN Netwerk verkeersmanagement Uni- en bidirectionele trunk groepen Aanvullende Diensten Ontbrekende diensten Collocatie Interconnectie op huurlijnen Interconnectie op grensoverschrijdende huurlijnen Toegang tot internationale zeekabelaanlandingspunten Sleepdiensten Nummerportabiliteit

7 4.2.7 Meervoudige aansluitingen op het netwerk van KPN Delen van carrier systemen KPN Telecom 2048 kbit/s In Span Network Interconnection Service Exploitatie en levering van de diensten Behoud van de eind-tot-eind kwaliteit van de diensten Procedures voor het prognosticeren, bestellen en leveren van diensten Additionele bestelling/levering/spoedprocedure Voorraadvorming Overbestellingen Interoperabiliteitstesten Operationeel overleg Aansprakelijkheid Informatieverstrekking Informatieverstrekking RIA Overzicht locaties van de Interconnectie-punten Informatieverstrekking KPN Telecom PSTN Terminating Service Informatieverstrekking over KPN Telecom PSTN Network Interconnection Service Contractbepalingen Geschillenbeslechtingsprocedure Facturering en betaling Opschorting Diensten Beëindiging van de Overeenkomst Bijlage bij het besluit

8 1 Het wettelijk kader. 1.1 Artikel 6.7 van de TW; de RIA. Eén van de verplichtingen waarop het college toezicht houdt, is de in artikel 6.7 lid 1 van de TW opgenomen verplichting van aanbieders van vaste openbare telefoonnetwerken, vaste openbare telefoondiensten en huurlijnen die krachtens artikel 6.4 lid 1 van de TW zijn aangewezen als aanbieders met aanmerkelijke marktmacht, om een RIA bekend te maken. Volgens lid 2 van dit artikel omvat een RIA een omschrijving van hetgeen op het gebied van interconnectie wordt aangeboden, opgesplitst naar componenten, tarieven en andere daarvan deel uitmakende voorwaarden. Het college heeft uit hoofde van artikel 6.7 lid 3 van de TW de bevoegdheid om de door KPN bekend gemaakte RIA te beoordelen op strijdigheid met het bepaalde bij of krachtens de TW. 1.2 Artikel 6.1 van de TW; Interoperabiliteit. Volgens artikel 6.1, lid 1, van de TW dienen aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken en openbare telecommunicatie-diensten in Nederland, die daarbij de toegang tot netwerkaansluitpunten van eindgebruikers controleren, zorg te dragen voor de interconnectie van de betrokken telecommunicatienetwerken teneinde te verzekeren dat de daarop aangesloten gebruikers over en weer met elkaar kunnen communiceren. Dit wordt ook wel kort gezegd de interoperabiliteit van netwerken genoemd. Door interoperabiliteit tussen netwerken te waarborgen, wordt concurrentie tussen aanbieders van netwerken en aanbieders van diensten mogelijk. Immers, indien een nieuwe toetreder geen verbinding kan aanbieden met de abonnees van KPN of van andere aanbieders, zal hij bijna geen klanten kunnen werven. Aanbieders van telecommunicatiediensten dienen dus toegang te krijgen tot elkaars netwerken en diensten zodat de concurrentie op gang kan komen en in de markt een goede prijs-kwaliteitverhouding van telecommunicatiediensten kan worden bereikt. Ter ondersteuning van de in lid 1 opgenomen interconnectie-verplichting is in lid 6 van artikel 6.1 van de TW bepaald dat aanbieders met elkaar in onderhandeling dienen te treden om te komen tot overeenkomsten op basis waarvan de interconnectie tot stand komt. Voor zover het de in lid 1 opgenomen interconnectie-verplichting betreft (leden 2 en 5 zien op interconnectie vanuit het buitenland respectievelijk op aanbieders van huurlijnen), kan het college aanbieders bij het uitblijven van een overeenkomst een termijn stellen, waarbinnen deze tot stand moet zijn gekomen. Na ommekomst van deze termijn zijn de betrokken aanbieders in gebreke, tenzij door één of meer van hen een beroep is gedaan op artikel 6.3 lid 1 van de TW. 12 Richtsnoeren Interconnectie, Stcrt. 1997, nr. 104, pag. 9. 8

9 1.3 Interconnectie. Interconnectie is een complex begrip. In de memorie van toelichting 13 wordt betoogd dat interconnectie de interoperabiliteit tussen openbare telecommunicatienetwerken dient te bewerkstelligen. Klanten van netwerken dienen elkaar over en weer te kunnen bereiken. Aanbieders van telecommunicatiediensten dienen toegang te krijgen tot elkaars netwerken en diensten. Hoewel de wetgever in de memorie van toelichting bij artikel 6.1 van de TW 14 ten aanzien van het begrip interconnectie lijkt te verwijzen naar de in de Interconnectierichtlijn gegeven definitie daarvan, kan uit diverse passages van de parlementaire geschiedenis worden afgeleid dat de wetgever een ten opzichte van deze definitie een scherper onderscheid tussen interconnectie en bijzondere toegang hanteert. In de definitie van interconnectie in de Interconnectierichtlijn wordt dit begrip verwoord als het fysiek en logisch verbinden van telecommunicatienetwerken die door dezelfde of een andere organisatie worden gebruikt om het de gebruikers van een organisatie mogelijk te maken te communiceren met die van dezelfde of van een andere organisatie of toegang te hebben tot diensten die door een andere organisatie worden verstrekt. Volgens deze Europese definitie lijkt hieronder niet alleen de situatie waarin abonnees aangesloten op netwerk A willen communiceren met abonnees op netwerk B en omgekeerd te vallen, maar tevens om de situatie waarbij abonnees op netwerk A toegang krijgen tot diensten die via netwerk B worden aangeboden, zonder dat zij met de abonnees op netwerk B willen communiceren zoals in het geval van de dienst carrier selectie. Zoals bovenstaand aangegeven hanteert in Nederland de wetgever een scherpere afbakening van het begrip interconnectie, hiermee is een dienst als carrierselectie zodoende een bijzondere toegangsdienst. 1.4 Verplichtingen voor partijen met aanmerkelijke marktmacht. Aanbieders met aanmerkelijke marktmacht hebben, net als "gewone" aanbieders, recht op en plicht tot interconnectie met andere partijen. Daarnaast hebben zij, indien aangewezen, echter een aantal extra verplichtingen. Deze partijen hebben een zodanige economische marktpositie dat zij bij de onderhandeling tussen hen en de andere aanbieders een ongelijkwaardige uitgangspositie kunnen hebben. In de wet- en de regelgeving wordt deze ongelijkwaardigheid via asymmetrische plichten tegengegaan. Dit gebeurt in de eerste plaats door het opleggen van de zogenaamde ONP-verplichtingen van objectiviteit, non-discriminatie en transparantie aan de aanbieders met aanmerkelijke macht op de markt. Het uit hoofde van artikel 6.7 lid 1 van de TW bekendmaken van een RIA is een onderdeel daarvan. 13 Kamerstukken II 1996/97, Kamerstukken II 1996/97,

10 Bij de beoordeling van de RIA door het college in kader van non discriminatie, transparantie en kostenoriëntatie zijn onder andere artikel 6.5 en 6.6 van de TW van belang. In artikel 6.5 van de TW wordt bepaald dat een aanbieder met een aanmerkelijke macht op de markt, die interconnectie aanbiedt, daarbij gelijke voorwaarden moet hanteren voor de verschillende aanbieders die deze interconnectie vragen onder vergelijkbare omstandigheden. Het betekent ook dat deze aanbieders met een aanmerkelijke macht op de markt, zoals in onderdeel b van artikel 6.5 van de TW is bepaald, onderdelen van hun eigen onderneming niet mogen bevoordelen ten opzichte van andere ondernemingen die vergelijkbare voorzieningen vragen. Een volgende verplichting, verwoord in onderdeel c van artikel 6.5 van de TW, is die tot het verstrekken van alle informatie die organisaties die interconnectie willen nodig hebben om een overeenkomst tot interconnectie te kunnen sluiten. Daarbij is niet alleen de informatie op een bepaald tijdstip relevant, maar evenzeer een opgave van de voorgenomen wijzigingen in een periode van zes maanden na de publicatie van de informatie. Op deze wijze kan een organisatie die interconnectie vraagt al rekening houden met eventuele toekomstige wijzigingen en daar bij zijn onderhandelingen over interconnectie-overeenkomsten al rekening mee houden. Onderdeel d van artikel 6.5 van de TW beoogt te voorkomen dat de aanbieders die over een aanmerkelijke macht op de markt beschikken misbruik maken van de informatie die zij verkrijgen in het kader van interconnectie-onderhandelingen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren door deze verkregen informatie te gebruiken voor het behalen van concurrentievoordelen. Verder wordt in artikel 6.6 van de TW -kort gezegd- bepaald dat aanbieders met aanmerkelijke macht er voor zorg dragen dat de tarieven voor interconnectie op transparante wijze worden bepaald en op kosten zijn georiënteerd (lid 1) en dat de tarieven voor interconnectie in voldoende mate zijn uitgesplitst (lid 2). 1.5 Nadere regels inzake tot stand brengen interconnectie. Artikel 6.1 lid 7 van de TW bepaalt dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur (verder AMvB te noemen) nadere regels kunnen worden gesteld inzake de tot stand te brengen interconnectie. Deze regels kunnen verschillend worden gesteld ten aanzien van bij die regels te onderscheiden categorieen van openbare telecommunicatienetwerken of openbare telecommunicatiediensten. In de memorie van toelichting op dit artikellid wordt vermeld dat de nadere regels betrekking kunnen hebben op de mate waarin de zogenoemde essentiële eisen van invloed kunnen zijn op interconnectieovereenkomsten. Daaronder zijn volgens de toelichting onder meer te verstaan de veiligheid van het netwerk, de interoperabiliteit van diensten en de vertrouwelijkheid van de gegevens. Ook kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de onderwerpen die in interconnectie-overeenkomsten aan de orde dienen te zijn. Eveneens kunnen nadere regels ten aanzien van technische normen voor interconnectie gesteld worden. Er is geen AmvB opgesteld welke nadere regels stelt inzake het totstandbrengen van interconnectie. Vergelijkbare regels zijn terug te vinden in de Interconnectierichtlijn Richtlijn 97/33/EG, PbEG 1997 L 199/32. 10

11 Hiermee wordt ten eerste gedoeld op artikel 9 lid 2 van de Interconnectierichtlijn. Hierin wordt vermeld: algemene voorwaarden die van tevoren door de nationale regelgevende instantie worden vastgesteld, worden overeenkomstig artikel 14, lid 1, gepubliceerd. In het bijzonder met betrekking tot de interconnectie tussen organisaties die in bijlage II zijn vermeld (waaronder de aanbieders die verplicht zijn tot interconnectie op grond van artikel 6.1 lid 1 van de TW), kunnen de nationale regelgevende instanties ex ante voorwaarden vaststellen voor de gebieden die zijn opgesomd in bijlage VII, deel 1; dienen de nationale regelgevende instanties te bevorderen dat in de interconnectie-overeenkomsten de in bijlage VII, deel 2, vermelde onderwerpen worden bestreken. In bijlage VII delen 1 en 2 wordt een groot aantal onderwerpen vermeld ten aanzien waarvan de nationale regelgevende instantie voorwaarden kan vaststellen. Het gaat daarbij onder meer om (deel 1) een geschillenbeslechtingsprocedure, eisen ten aanzien van de publicatie van/toegang tot interconnectie-overeenkomsten en andere periodieke publicatieverplichtingen, eisen betreffende het behoud van de eind-tot-eind kwaliteit van de dienst,(deel 2) een beschrijving van de te verstrekken interconnectie-diensten, betalingsvoorwaarden, technische normen voor de interconnectie, interconnectieprijzen, looptijd van de overeenkomsten, heronderhandeling van de overeenkomsten, procedures voor het geval wijzigingen worden voorgesteld in het netwerk of de diensten die door één van de partijen worden aangeboden, toegang tot bijkomende, aanvullende en geavanceerde diensten, verkeers/netwerkbeheer en onderhoud en kwaliteit van interconnectie-diensten. In artikel 9 lid 3 van de Interconnectierichtlijn, waarin wordt bepaald: Bij het nastreven van de in lid 1 vermelde doeleinden (het bevorderen en garanderen van de adequate interconnectie) mogen de nationale regelgevende instanties te allen tijde op eigen initiatief optreden, en dienen zij zulks te doen indien één der partijen daarom verzoekt, teneinde aan te geven welke onderwerpen in een interconnectie-overeenkomst dienen te worden opgenomen of specifieke voorwaarden vast te stellen waaraan door één of meer partijen bij een dergelijke overeenkomst moet worden voldaan. De nationale regelgevende instanties mogen in uitzonderlijke gevallen eisen, dat in reeds gesloten interconnectie-overeenkomsten wijzigingen worden aangebracht, voor zover dit gerechtvaardigd is om werkelijke mededinging en/of interoperabiliteit van diensten voor gebruikers te waarborgen. De voorwaarden die door de nationale regelgevende instantie worden gesteld, mogen onder meer betrekking hebben op voorwaarden waarmee wordt beoogd daadwerkelijke mededinging te bevorderen, op technische voorwaarden, op tarieven, op leverings- en gebruiksvoorwaarden, op voorwaarden betreffende de overeenstemming met relevante normen, op overeenstemming met essentiële eisen, op milieubescherming en/of op het behoud van de eind-tot-eind-kwaliteit van de dienst. (..) Met betrekking tot de uitgangspunten bij interconnectie en de interconnectie-verplichting en uitzonderingsgronden op deze verplichting heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat in 1997 Richtsnoeren Interconnectie 17 opgesteld welke beleidsregels bevat ten aanzien van de behandeling van verzoeken om een oordeel inzake geschillen over interconnectie en bijzondere toegang. Kortgezegd worden in de Richtsnoeren Interconnectie behandeld de ONP-uitgangspunten 18, typen koppelingen, bijzondere toegang, interconnectietarieven, transparantie, non-discriminatie, punten van toegang voor interconnectie en bijzondere toegang, collocatie en technische aspecten. 16 Richtlijn 97/33/EG, PbEG 1997 L 199/ Stcrt. 1997, nr. 104, pag De beginselen die in de Europese Unie in het kader van de zogenoemde ópen network provision (ONP) zijn vastgesteld voor de toegang en het gebruik van openbare telecommunicatienetten en diensten. 11

12 Hiernaast heeft het college uitspraken gedaan in interconnectiegeschillen rond bijvoorbeeld leverplicht en reciprociteit van tarieven. 1.6 Inhoud van de RIA volgens de TW, de Europese Commissie en gevolgde beleidslijn door college. Uit artikel 6.7 lid 2 van de TW kan worden afgeleid dat de RIA het complete aanbod van KPN moet bevatten op het gebied van interconnectie-diensten. Dit leidt het college af uit de bedoeling die de wetgever heeft gehad met de bekendmaking van de RIA. De andere aanbieders moeten uit de RIA kunnen afleiden welke diensten KPN op het gebied van de interconnectie in staat is te leveren. Het gaat daarbij om alle mogelijkheden. Daarvoor zal (het college verwijst ook naar artikel 6.5 sub b van de TW) mede bepalend kunnen zijn welke interconnectie-diensten KPN aan haar dochtermaatschappijen aanbiedt. Het college gaat bij het bepalen wat onder meer minimaal in een RIA zou moeten worden opgenomen uit van bijlage VII Deel 1 van de Interconnectierichtlijn. Bijlage VII Deel 1 van de Interconnectierichtlijn geeft de gebieden aan waarvoor de nationale regelgevende instantie, in casu het college, ex ante voorwaarden kan vaststellen. De Europese Commissie heeft in 1998 The Indicative Reference Interconnection Offer, een indicatieve RIA voor interconnectie-diensten bekend gemaakt. Deze Indicative Reference Interconnection Offer is een opsomming van items die volgens de Commissie in ieder geval in een referentie- interconnectie- aanbieding zouden moeten worden opgenomen, indien de nationale regelgeving zich hiertegen niet verzet. In de Indicative Reference Interconnection Offer van de Europese Commissie is ter indicatie voor in lidstaten opererende aanbieders van telecommunicatie netwerken en -diensten een voorbeeld gegeven van hoe (een gedeelte van) een RIA eruit zou kunnen zien. Daarnaast hanteert het college bij het bepalen wat minimaal in een RIA zou moeten worden opgenomen datgene wat is aangegeven in het Indicative Reference Interconnection Offer van de Europese Commissie. Naar het oordeel van het college dient de RIA tenminste de onderdelen te bevatten als genoemd in deel 1 van bijlage VII van de Interconnectierichtlijn. Geschillenbeslechtingsprocedures; Bepalingen ten aanzien van de publikatie van/toegang tot interconnectie-overeenkomsten en andere periodieke publikatieverplichtingen; Bepalingen ten aanzien van verstrekking van gelijke toegang en nummerportabiliteit; Bepalingen teneinde te voorzien in gedeeld gebruik van faciliteiten, met inbegrip van collocatie; Bepalingen om toe te zien op op de instandhouding van de essentiële eisen; Bepalingen voor de toewijzing en het gebruik van nummerbronnen (met inbegrip van de toegang tot nummerinformatiediensten, alarmdiensten en pan-europese nummers); Bepalingen betreffende het behoud van de eind-tot-eindkwaliteit van de dienst; Meer specifiek dient de RIA minimaal de condities, voorwaarden en/of tarieven te bevatten ten aanzien van de onderwerpen welke in het Indicative Reference Interconnection Offer van de Europese Commissie zijn aangegeven: Interconnectie-punten; 12

13 Technische mogelijkheden om te interconnecteren; Interconnectie-verbindingen; Interconnectie-diensten; Technische interface-specificaties; Typen (vormen) gesprekken Kwaliteit van dienstverlening; Hulpdiensten; Geavanceerde diensten; Nummerportabiliteit; Algemene regels zoals bijvoorbeeld: Wijzigingen; Interoperabiliteitstestprocedures; Procedures voor wijzigingen (nieuw of bestaand) in het netwerk of diensten en het informeren over de wijzigingen; Delen van faciliteiten; Reconfiguratie van switches; Prognose-, ordering- en leveringsprocedures; Billing en accounting tussen operators; Benodigdheden wat betreft speciaal materiaal. Voor een aantal van de onderwerpen van bijlage VII Deel 2 heeft de Europese Commissie na publicatie van de Interconnectierichtlijn een nieuwe afweging gemaakt en is zij, gelet op het Indicative Reference Interconnection Offer, van mening dat deze onderwerpen alsnog ex ante in het kader van de RIA dienen te worden getoetst. Het gaat hier in ieder geval om de navolgende onderwerpen van deel 2 van de bijlage VII van de Interconnectierichtlijn: Beschrijving van de te verstrekken interconnectie-diensten; Betalingsvoorwaarden, met inbegrip van factureringsprocedures; Locaties van interconnectie-punten; Technische normen voor de interconnectie Interoperabiliteitstests; Definitie en beperking van aansprakelijkheid en recht op schadevergoeding; Interconnectie-prijzen en het verloop daarvan in de tijd; Heronderhandeling van de overeenkomsten; Procedures voor het geval wijzigingen worden voorgesteld in het netwerk of de diensten die door een van de partijen worden aangeboden; Gedeeld gebruik van faciliteiten; Verkeers-/netwerkbeheer; Onderhoud en kwaliteit van interconnectie-diensten. 13

14 RIA 6.7 TW (ex-ante) Interconnectie Catalogusmodel: Diensten Voorwaarden Tarieven Bijlage VII Interconnectierichtlijn: Deel I (geheel) Deel II, voorzover de hier genoemde onderwerpen tevens onderdeel uitmaken van de Indicative Reference Interconnection Offer. Indicative Reference Interconnection Offer (geheel) Schema: Referentie-Interconnectie Aanbieding (RIA) 1.7 Verhouding tussen de RIA en interconnectie-overeenkomsten. Voor de bepaling van de verhouding tussen de RIA en interconnectie-overeenkomsten is de in artikel 6.2 lid 2 van de TW opgenomen bevoegdheid van het college om (al of niet op basis van de RIA met de aanbieders met aanmerkelijke macht gesloten) gedeponeerde interconnectie-overeenkomsten te beoordelen relevant. De interconnectie-overeenkomst beoogt een keuze te maken uit de in de RIA respectievelijk RA opgenomen (interconnectie)diensten met de in de RIA respectievelijk RA vermelde (minimum) specificaties en overige voorwaarden waaraan deze diensten voldoen. Naar het oordeel van het college dienen de te sluiten Overeenkomsten in elk geval betrekking te hebben op de diensten die partijen geselecteerd hebben uit de in de RIA resp. RA opgenomen diensten. Voor wat betreft de dienstverlening van KPN kan in de interconnectie overeenkomst volstaan worden met een verwijzing naar de diensten die partijen uit de RIA resp. RA hebben geselecteerd en hebben neergelegd in een soort bestelbiljet, de Service Schedule Interconnect. 14

15 Aangezien in de RIA echter niet de Telco-dienstverlening is opgenomen, volstaat de verwijzing naar de RIA (en eventueel de RA) niet. Deze verwijzing zou derhalve aangevuld moeten worden met de verwijzing naar de Telco-catalogus of indien niet aanwezig naar bepalingen over de Telco- dienstverlening en voorwaarden op te nemen in de interconnectie overeenkomst. Naar het oordeel van het college dient in de interconnectie overeenkomst uitdrukkelijk bepaald te worden dat andere dan de door partijen overeengekomen diensten (die inderdaad niet zijn neergelegd in de Interconnect Service Descriptions) niet zullen worden aangeboden en dat met betrekking daartoe geen afnameverplichting geldt. Hiervoor geldt de in de RIA op te nemen wijzigingsprocedure. Het college zal bij de beoordeling van deze overeenkomsten de onderhavige beoordeling van de RIA betrekken. Tevens wijst het college erop dat tot deze beoordeling ook overeenkomsten inzake bijzondere toegang behoren. Grondslag hiervoor is artikel 6.9 lid 2 van de TW, waarin onder meer wordt bepaald dat het hiervoor genoemde artikel 6.2 van de TW van overeenkomstige toepassing is op de overeenkomsten die worden gesloten met betrekking tot de ten behoeve van de totstandbrenging van interconnectie geboden bijzondere toegang, d.w.z. (art. 1.1 sub j) de toegang tot een telecommunicatienetwerk op andere punten dan de netwerkaansluitpunten die aan de meeste gebruikers worden aangeboden. Ook deze overeenkomsten kunnen derhalve door het college worden beoordeeld op hun strijdigheid met de wet of het krachtens de wet bepaalde. Ten aanzien van de verhouding tussen de RIA en de te sluiten interconnectie-overeenkomsten wordt in deze Indicative Reference Interconnection Offer vermeld: The reference interconnection offer is a general publication of terms and conditions for interconnection services. Interconnection agreements cover a wider range of items than those listed in the reference interconnection offer, including items identified in Annex VII of the Interconnection Directive 97/33/EC. Het feit dat KPN verplicht is een RIA bekend te maken of het feit dat het college de betreffende aanbieder ten aanzien van bepaalde bepaalde onderdelen geen wijziging geeft betekent niet dat aan de in het verleden gesloten interconnectie-overeenkomsten geen betekenis meer toekomt. De RIA is immers niet meer (en niet minder) dan een referentieaanbod, welk aanbod na, in onderhandelingen bereikte, aanvaarding tot een overeenkomst leidt. In een brief aan het college 19 geeft KPN aan met een nieuwe RIA te komen die met ingang van 1 juli 2000 voor alle marktpartijen zal gelden en een looptijd zal hebben van één jaar. Het college is van oordeel dat KPN met een nieuwe RIA slechts een nieuwe aanbieding doet aan marktpartijen. Overeenstemming, in de vorm van een overeenkomst tussen partijen, staat los van de bekendmaking door KPN van een nieuwe RIA. Een vervanging van een bestaande RIA kan bijvoorbeeld nuttig zijn als daarin aanvullingen en/of verbeteringen zijn opgenomen zoals bijvoorbeeld nieuwe diensten. 19 Brief van KPN aan het college van OPTA d.d ; kenmerk BU/CS. 15

16 Dat betekent naar het oordeel van het college dat afgesloten interconnectie-overeenkomsten en overeenkomsten inzake bijzondere toegang, mede gesloten op basis van een bepaalde RIA, niet zondermeer hun rechtskracht verliezen als KPN een nieuwe RIA wil hanteren. KPN kan niet zonder meer eenzijdig bepaalde onderdelen uit een bestaande RIA intrekken evenals KPN niet zover kan gaan dat een wijziging in een individuele overeenkomst (of de RIA) KPN het recht geeft dezelfde wijziging door te voeren in (andere) overeenkomsten, zonder dat daarvoor toestemming vereist is van de contractuele wederpartij van KPN. Voor wat betreft de op grond van de wet voorgeschreven onderdelen van de RIA zal dit ter beoordeling aan het college worden voorgelegd. De RIA is de minimale aanbieding waar iedere marktpartij recht op heeft en om kan verzoeken. KPN dient het verzoek gestand te doen en in die zin is de RIA onherroepelijk. Heeft een marktpartij hiernaast nog andere wensen dan dienen deze wensen onderwerp te zijn van bilaterale onderhandeling. Wellicht ten overvloede brengt het college in herinnering dat artikel 6.1 lid 1 van de TW aangeeft dat daar bedoelde aanbieders zorg dienen blijven te dragen voor de interconnectie van de betrokken telecommunicatienetwerken teneinde te blijven verzekeren dat de daarop aangesloten gebruikers over en weer met elkaar kunnen communiceren. Uit het oogpunt van transparantie dient KPN naar de mening van het college de relatie tussen de RIA en de te sluiten interconnectie-overeenkomsten (en andere te sluiten overeenkomsten) tot uitdrukking te brengen in de te sluiten overeenkomsten en de RIA. Hiermee kunnen eventuele misverstanden op dit gebied voorkomen worden. Het college is van oordeel dat KPN en marktpartij, ook wel Telco 20 genoemd, in hun onderhandelingen om tot nieuwe interconnectie-overeenkomsten en/of overeenkomsten inzake bijzondere toegang te komen de beoordeelde RIA, als uitgangspunt kunnen beschouwen. 20 Is een veel gehanteerde Engelse afkorting voor telephone company. 16

17 Overeenkomsten 6.2 TW 6.9 TW (ex-post) Telco Diensten Voorwaarden RA Bijlage VII Interconnectie richtlijn RIA Overige juridische voorwaarden Bijzondere toegangsdiensten/ optionele diensten Deel II Overige juridische voorwaarden, voorzover onderwerpen niet onderdeel uitmaken van Indicatieve Reference Interconnection offer Schema: overeenkomsten 17

18 2 Het beoordelingskader. 2.1 Wettelijke beoordelingscriteria. Het college onderscheidt in de beoordeling van de RIA een formeel juridische beoordeling 21 en een inhoudelijke beoordeling 22. De belangrijkste beoordelingscriteria voortvloeiend uit de wet zijn beoordeling op transparantie, non-discriminatie en kostenoriëntatie van het aanbod en de voorwaarden. De beoordeling door het college van het al dan niet kostengeoriënteerd zijn van de tarieven is, zoals reeds eerder is aangegeven, een separaat traject. Ten aanzien van het non-discriminatiebeginsel is KPN op grond van artikel 6.5 sub a en b van de TW verplicht andere aanbieders welke om interconnectie verzoeken deze te verstrekken onder gelijke voorwaarden onder gelijke omstandigheden. Deze voorwaarden dienen gelijk te zijn aan de voorwaarden die gelden voor haarzelf of voor haar dochtermaatschappijen. Het beginsel van non-discriminatie houdt naar de mening van het college in ieder geval in dat voorwaarden en tarieven voor afnemers van diensten gelijk dienen te zijn indien de geleverde diensten gelijk zijn. Verschillen in tarieven en voorwaarden kunnen voorkomen, maar daar dienen dan wel zakelijke of functionele redenen op basis van andere omstandigheden (er worden bijvoorbeeld extra functionaliteiten gevraagd) aan ten grondslag liggen. 2.2 Begrenzing beoordeling van het college. De beoordeling van de RIA door het college beperkt zich tot de uit de wet voortvloeiende criteria ten aanzien van de interconnectie-diensten. Tijdens de consultatie is gebleken dat marktpartijen over een groter aantal zaken behoefte hebben aan standpunten. Het college heeft het dan ook dienstig geacht om naast het besluit in een later stadium met een document te komen waarin het college een aanzet geeft tot beleidsregels ten behoeve van de onderhandelingen om te komen tot een interconnectie-overeenkomst en/of overeenkomst inzake bijzondere toegang. Het document vormt daarmee tevens een eerste aanzet tot de vaststelling van het beoordelingskader voor de beoordeling van interconnectie-overeenkomsten en overeenkomsten inzake bijzondere toegang. Tenslotte zal het college in een apart document de opmerkingen van marktpartijen in de consultatie samenvatten en zijn standpunt daarover geven. Hierin komen tevens onderwerpen naar voren welke tijdens de consultatie zijn aangedragen maar waarover het college niet de bevoegdheid heeft oordelen in het kader van de beoordeling van de RIA. 21 Zie hoofdstuk 3 van het concept besluit. 22 Zie hoofdstuk 4 van het concept besluit. 18

19 3 De formele beoordeling van de RIA. 3.1 De juridische betekenis van de referentie-interconnectie-aanbieding. De RIO KPN zelf geeft de juridische betekenis van de RIA niet aan. Tijdens de consultatie gaf KPN aan dat de RIA de standaard is voor zover het de verplichtingen van KPN betreft. De verplichtingen van de Telco s behoren, zoals eerder door het college is aangegeven, geen oordeel te vormen van de RIA, maar zijn niettemin wel opgenomen in de voorliggende RIO KPN Bovendien gaat KPN op een aantal punten uit van reciprociteit van tarieven en voorwaarden. Verder suggereert zij dat er ruimte blijft voor afwijking van de standaard, zonder duidelijk te maken waar en in hoeverre. Daarnaast stelt KPN met de door haar bekendgemaakte RIO KPN te streven naar harmonisering van de interconnectie-overeenkomsten met marktpartijen en heeft KPN aangegeven dat zij bestaande overeenkomsten wil vervangen door nieuwe overeenkomsten conform deze aanbieding. Een aantal marktpartijen is van mening dat het de bedoeling van de wetgever niet is om met de RIA alle bestaande interconnectie-contracten te harmoniseren. Aangegeven werd dat de bedoeling van art. 6.7 van de TW is te verzekeren dat er een minimum aantal interconnectie-diensten wordt aangeboden en dat (nieuwe) marktpartijen weten welke standaarddiensten tegen welke tarieven worden aangeboden door de partij met aanmerkelijke macht, in casu KPN. Marktpartijen gaven verder aan dat KPN gebonden is aan het principe van non-discriminatie. De omstandigheid dat dit principe KPN verplicht marktpartijen onder dezelfde omstandigheden gelijk te behandelen, brengt nog niet mee dat alle marktpartijen dezelfde overeenkomst met KPN moeten sluiten. Niet alle marktpartijen zijn immers hetzelfde of verkeren in dezelfde omstandigheden. Het feit dat KPN in het verleden heeft ingestemd met verschillende overeenkomsten ten aanzien van verschillende marktpartijen, kan niet worden opgelost door het presenteren van een nieuwe overeenkomst met condities en tarieven die afbreuk doen aan de juridische positie van deze marktpartijen. Zoals aan de orde kwam, dient de RIA op grond van artikel 6.7 lid 2 van de TW een omschrijving (een catalogus) te bevatten van hetgeen op het gebied van interconnectie, door KPN, wordt aangeboden, opgesplitst naar componenten, tarieven en andere relevante voorwaarden. Volgens het college kan hieronder bijvoorbeeld 067 internet uitkoppelen vallen. Het college is van mening dat de wettelijke verplichting van de aanbieders met aanmerkelijke macht een RIA bekend te maken ertoe dient het in de markt beschikbare aanbod van interconnectiediensten transparant te maken. Het college is van oordeel dat uit deze doelstelling en uit de omstandigheid dat deze RIA na bekendmaking ter beoordeling aan het college wordt voorgelegd, voortvloeit, dat het de betreffende aanbieder niet vrijstaat na bekendmaking hiervan terug te komen op de inhoud van de in de RIA opgenomen diensten, voorwaarden en tarieven, althans voor zover dit niet wordt ingegeven doordat een betreffende marktpartij aanspraak maakt op afwijking van de RIA vanwege de omstandigheid dat zij in een juridisch relevant opzicht afwijkt van de andere marktpartijen ten aanzien waarvan conform de RIA onderhandeld wordt/is over interconnectie-overeenkomsten (zie bijvoorbeeld artikel 6.5 TW). 19

20 Dit betekent naar het oordeel van het college, dat KPN niet van de inhoud van de bekend gemaakte RIA kan afwijken, tenzij enerzijds daarmee wordt ingestemd door een marktpartij en deze instemming van een marktpartij geen strijdigheid is met het bepaalde bij of krachtens de TW of anderzijds het college oordeelt dat de RIA wijziging behoeft wegens strijdigheid met het bepaalde bij of krachtens de TW. In deze zin is er sprake van een bindend aanbod. Afgezien van de instemming van de marktpartij waarmee KPN onderhandelt, wordt de mogelijkheid van de RIA af te wijken naar het oordeel van het college in elk geval begrensd door het nondiscriminatiebeginsel en het transparantiebeginsel. Het eerstgenoemde beginsel kan onder andere met zich meebrengen dat een afwijking van de RIA ten gunste van een marktpartij (bijvoorbeeld voor wat betreft lagere tarieven of een prognose-, bestel-, en leveringsprocedure) ongeoorloofd zal zijn, tenzij er sprake is van een rechtens relevant verschil tussen de betreffende marktpartij en alle andere marktpartijen (die genoegen moeten nemen met de in de RIA dienaangaande opgenomen voorwaarden). Indien bovengenoemde afwijking op enig moment ontstaat, dient KPN naar het oordeel van het college de RIA dusdanig te wijzigen, dat de bedoelde afwijking daarin wordt vermeld en tevens wordt vermeld onder welke omstandigheden een andere marktpartij eveneens een beroep zal mogen doen op deze afwijking. Het college baseert zich bij deze verplichting op de omstandigheid dat de RIA - gelet op art. 6.7 lid 2 TW en art. 6.1 TW - een zo volledig mogelijk en transparant beeld beoogt te geven van de (minimum) voorwaarden, condities en tarieven waaronder KPN interconnectie-diensten kan leveren. Indien een marktpartij - om haar moverende redenen - genoegen neemt met een minder gunstige voorwaarde, bijvoorbeeld een minder hoog kwaliteitsniveau dan KPN op grond van de RIA aanbiedt, is naar het oordeel van het college geen sprake van discriminatie. Aangezien deze situatie voorts geen wijziging brengt in de minimum voorwaarden waaronder KPN interconnectiediensten kan leveren, is hiertegen ook op grond van de genoemde wettelijke bepalingen naar het oordeel van het college geen bezwaar en behoeft de RIA niet te worden gewijzigd. 3.2 Aanbod KPN, onderscheid tussen de RIA, RA en overige juridische voorwaarden. Het college is van mening dat de diverse benamingen van de diverse door KPN aangeleverde documenten verwarrend kan werken. Voor alle duidelijkheid geeft hij voor wat betreft de belangrijkste onderscheidende begrippen aan hoe het college deze begrippen hanteert. RIA: De RIA is de aanbieding in formele zin 23 en betreft een catalogus welke een omschrijving bevat van hetgeen op het gebied van interconnectie wordt aangeboden, opgesplitst naar componenten, tarieven en andere daarvan deel uitmakende voorwaarden. RA: De referentie-aanbieding (verder RA te noemen) kan een catalogus zijn welke een omschrijving bevat van het totale aanbod van KPN aan marktpartijen (alle wholesale-diensten), opgesplitst naar componenten, tarieven en andere daarvan deel uitmakende voorwaarden. Overige juridische voorwaarden: de juridische voorwaarden waaronder KPN bereid is overeenkomsten af te sluiten met andere aanbieders, die niet onder de RIA vallen echter wel onder de RA. 23 De aanbieding als bedoeld in artikel 6.7 van de TW. 20

21 RIO KPN : het feitelijk door KPN Telecom B.V. uit hoofde van artikel 6.7 lid 1 van de TW d.d. 27 augustus 1999 bekendgemaakte en aan het college voorgelegde document. Voor alle duidelijkheid dit is niet de op 31 december 1999 bekendgemaakte RIO KPN / Het college wijst er hierbij op dat de door het college gehanteerde begrippen en hun reikwijdte (kunnen) verschillen van dezelfde door KPN gehanteerde begrippen. 3.3 Verhouding tussen de RIA en de overige juridische voorwaarden. Het college is van oordeel dat de juridische voorwaarden waaronder KPN overeenkomsten wenst af te sluiten met andere aanbieders wettelijk gezien strikt genomen (behoudens de binnen de beoordeling van de RIA als zodanig te noemen voorwaarden zoals de kwaliteit van de dienst en de bepalingen met betrekking tot wijzigingen, waaronder wijzigingen in het netwerk en de diensten) niet onder de in artikel 6.7 lid 2 van de TW bedoelde omschrijving van interconnectie-diensten vallen. Het gaat daarbij met name om de in de zgn. Modelovereenkomst Interconnectie van KPN opgenomen (overige) juridische voorwaarden (verder kortheidshalve aan te duiden als de "juridische voorwaarden"). Het college is tevens van mening dat een andere opvatting er voor marktpartijen toe zou leiden dat, mede gelet op het karakter van de RIA, de onderhandelingsruimte welke marktpartijen hebben, voortvloeiend uit artikel 6.1 lid 6 van de TW, vergaand zou worden aangetast. Gezien het inherente tweezijdige karakter van dergelijke juridische voorwaarden zijn onderhandelingen ook bij uitstek geschikt zijn om overeenstemming dienaangaande te bereiken. Het college kiest in deze voor een repressief toezichtstelsel mede gebaseerd op artikel 6.2 lid 2 van de TW alsmede de parlementaire geschiedenis van artikel 6.7 van de TW (NV II). Dit wil zeggen dat interconnectie-overeenkomsten en overeenkomsten inzake bijzondere toegang ex post, als onderhandelingsresultaat, en niet ex ante als RIA door het college dienen te worden beoordeeld. Het college ziet zich hierin ondersteund door hetgeen de Europese Commissie heeft verwoord in zijn Indicative Reference Interconnection Offer 24. Het college is van oordeel dat, gelet op het vorenstaande, ten behoeve van de transparantie van de RIA en teneinde een zorgvuldige besluitvorming hierover mogelijk te maken, KPN een splitsing dient aan te brengen tussen de RIA en de hiervoor bedoelde overige juridische voorwaarden. Onderstaand wordt door het college aangegeven welke onderwerpen deze overige juridische voorwaarden minimaal dienen te bevatten. Voor voorwaarden die niet in de RIA maar wel minimaal in de interconnectie-overeenkomst geregeld moeten worden, neemt het college Annex VII deel 2 van de Interconnectierichtlijn als niet limitatief uitgangspunt. Dat betekent dat ook op andere punten voorwaarden in de te sluiten overeenkomst(en) opgenomen kunnen worden. Hierbij dient aangetekend te worden, in relatie met hetgeen in dit concept-besluit in hoofdstuk 1 onder punt 6.0 Inhoud van de RIA volgens de TW, de Europese Commissie en gevolgde beleidslijn door college, dat in deze niet limitatieve opsomming van onderwerpen een aantal onderwerpen ont- 24 Zie hoofdstuk 1 onder punt 6.0 Inhoud van de RIA volgens de TW, de Europese Commissie en gevolgde beleidslijn door college. 21

Voorlopig oordeel inzake interconnectie

Voorlopig oordeel inzake interconnectie Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/IBT/2003/203596 Datum Onderwerp Bijlage(n) Interconnectieplicht Voorlopig oordeel inzake interconnectie Het college van de Onafhankelijke Post

Nadere informatie

OPTA/IBT/2002/ s-gravenhage, 30 oktober 2002

OPTA/IBT/2002/ s-gravenhage, 30 oktober 2002 OORDEEL INZAKE TRANSPARANTE EN VERIFIEERBARE FACTURERINGSPROCEDURE OORDEEL VAN HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT OP BASIS VAN ARTIKEL 4 VAN DE VERORDENING 2887/2000

Nadere informatie

1. INLEIDING HET WETTELIJK KADER... 5

1. INLEIDING HET WETTELIJK KADER... 5 Oordeel van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake het referentieaanbod voor de ontbundelde toegang tot het aansluitnet en bijbehorende faciliteiten OPTA/IBT/2001/201679

Nadere informatie

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT I Inleiding 1. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) publiceert hierbij richtsnoeren die aangeven

Nadere informatie

De zienswijze is op de OPTA website onder thema interconnectie te vinden.

De zienswijze is op de OPTA website  onder thema interconnectie te vinden. Inleiding Bij brief van 17 december 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/202957, heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) de markt op de hoogte gebracht

Nadere informatie

ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE.

ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE. ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE. 02/02/2001 INLEIDING 1. Het artikel 7 van Richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en

Nadere informatie

BESLUIT inzake handhaving aanpassing referentieaanbod (H.09.03) OPTA/IBT/2003/202084

BESLUIT inzake handhaving aanpassing referentieaanbod (H.09.03) OPTA/IBT/2003/202084 BESLUIT inzake handhaving aanpassing referentieaanbod (H.09.03) OPTA/IBT/2003/202084 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) op grond van

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer KPN Corporate Legal & Regulatory De heer M.A. Prinsen Geerligs Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE 2500GA30000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer mw. drs. M.E. Remijnse OPTA/ACNB/2008/200612

Nadere informatie

DISCUSSIEDOCUMENT TEN BEHOEVE VAN RONDE TAFEL BIJEENKOMST MCTN+

DISCUSSIEDOCUMENT TEN BEHOEVE VAN RONDE TAFEL BIJEENKOMST MCTN+ DISCUSSIEDOCUMENT TEN BEHOEVE VAN RONDE TAFEL BIJEENKOMST MCTN+ Deze tekst is opgesteld als uitgangspunt voor de bespreking tijdens de ronde tafel bijeenkomst over MCTN+ op 28 november 2003. Het hierin

Nadere informatie

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertrouwelijk]

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertrouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/EGM/2005/200255 [openbare versie] Zaaknummer: E04203085 Datum: 19 januari 2005 van het College van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van de overgangsrechtelijke

Nadere informatie

BELEIDSREGELS NUMMERHANDEL OPTA

BELEIDSREGELS NUMMERHANDEL OPTA BELEIDSREGELS NUMMERHANDEL OPTA Inleiding De wetgever heeft in de Telecommunicatiewet (hierna: Tw) het college de bevoegdheid gegeven om op te treden tegen nummerhandel. Op grond van artikel 4.3 Tw en

Nadere informatie

Besluit. Openbaar bedrijfsvertrouwelijke informatie is weergegeven als [vertrouwelijk] 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Besluit. Openbaar bedrijfsvertrouwelijke informatie is weergegeven als [vertrouwelijk] 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke informatie is weergegeven als [vertrouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/EGM/2004/202824 Zaaknummer: E04203048 Datum: 19 augustus 2004 Besluit van het college van de Onafhankelijke

Nadere informatie

OPTA/IBT/2003/ A. Inleiding

OPTA/IBT/2003/ A. Inleiding BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT INZAKE KOPPELKABELS TEN BEHOEVE VAN DE ONTBUNDELDE TOEGANG TOT HET AANSLUITNET OPTA/IBT/2003/202226 A. Inleiding 1. Onderhavig

Nadere informatie

OPTA/IBT/2001/ A 29 juni 2001 Bijlage(n): 2 OPENBARE VERSIE. Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit

OPTA/IBT/2001/ A 29 juni 2001 Bijlage(n): 2 OPENBARE VERSIE. Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit OPTA/IBT/2001/201828 A 29 juni 2001 Bijlage(n): 2 OPENBARE VERSIE Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Bepaling van de door KPN Telecom B.V. voor de periode

Nadere informatie

OPTA/EGM/2003/ U RvB 03/022 pricing. 17 april 2003 E , tariefvoorstel "Tariefpakket Extra" -

OPTA/EGM/2003/ U RvB 03/022 pricing. 17 april 2003 E , tariefvoorstel Tariefpakket Extra - Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE 2500GA30000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/EGM/2003/201506 2003-U-00147-RvB 03/022 pricing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 501 Wijziging van de Postwet 2009 ter invoering van ex ante toezicht op een postvervoerbedrijf met aanmerkelijke marktmacht Nr. 2 VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol CBP-OPTA

Samenwerkingsprotocol CBP-OPTA Samenwerkingsprotocol CBP-OPTA Afspraken tussen het College bescherming persoonsgegevens en het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit over de wijze van samenwerking bij het

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie, handelend in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

De Minister van Veiligheid en Justitie, handelend in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie; Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 2011, nr., houdende vaststelling van een technisch protocol met betrekking tot de wijze van aflevering van geïntercepteerde telecommunicatie (Regeling

Nadere informatie

Besluit Openbaar vertouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertouwelijk]

Besluit Openbaar vertouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertouwelijk] vertouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/TN/2005/202885 (openbare versie van OPTA/TN/2005/202606) Zaaknummer: T05201028 Datum: 13 september 2005 Besluit van het

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet. Nummer 200043 / 5.B603 Betreft

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. 13 mei 2008 Besluit inzake handhavingsverzoek verhoogde 1 acceptgirokosten KPN

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. 13 mei 2008 Besluit inzake handhavingsverzoek verhoogde 1 acceptgirokosten KPN Consumentenbond De heer M. Wessling Postbus 1000 2500 BA 'S-GRAVENHAGE 2500BA1000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer mw. drs. M.E. Remijnse OPTA/ACNB/2008/200860 Datum Onderwerp Bijlage(n)

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader

BESLUIT. I. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101698-12 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. I. Aanvraag en procedure

BESLUIT. I. Aanvraag en procedure BESLUIT Nummer: 102548_2/4 Betreft zaak: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid, van de Gaswet aan Qwint B.V. I. Aanvraag

Nadere informatie

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord.

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet. Zaaknummer 741/Overeenkomst

Nadere informatie

NOTA VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN

NOTA VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN Besluit van. tot wijziging van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen in verband met in verband met de wijziging van artikel 12.1 Telecommunicatiewet NOTA VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN

Nadere informatie

Partijen, Autoriteit Consument en Markt, en, Stichting Infofilter. Gelet op de (wettelijke) bepalingen en doelstellingen dat:

Partijen, Autoriteit Consument en Markt, en, Stichting Infofilter. Gelet op de (wettelijke) bepalingen en doelstellingen dat: Samenwerkingsprotocol tussen Autoriteit Consument en Markt (ACM) en Stichting Infofilter over de wijze van samenwerking en informatieoverdracht in het kader van het toezicht en de handhaving van de regelgeving

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3705 14 februari 2013 Beleidsregels artikel 5 Besluit Interoperabiliteit, Onafhankelijke Post en Telecommunicatieautoriteit

Nadere informatie

Autoriteit Consument & Markt

Autoriteit Consument & Markt BESLUIT Ons kenmerk: ACM/DC/2015/200448 Betreft 14.1262.53: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid, van de Gaswet

Nadere informatie

mw. mr. Mei Po Man OPTA/IPB/2006/ (070) augustus 2006 consultatiedocument wijziging Regeling universele 1 dienstverlening

mw. mr. Mei Po Man OPTA/IPB/2006/ (070) augustus 2006 consultatiedocument wijziging Regeling universele 1 dienstverlening Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer mw. mr. Mei Po Man OPTA/IPB/2006/202425 (070) 315 35 12 Datum Onderwerp Bijlage(n) 10 augustus 2006 consultatiedocument wijziging Regeling universele

Nadere informatie

Beleidsregels aanbesteding van werken 2005

Beleidsregels aanbesteding van werken 2005 Beleidsregels aanbesteding van werken 2005 Beleidsregels van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Verkeer en Waterstaat, de Staatssecretaris van Defensie

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_13-4 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 501 Wijziging van de Postwet 2009 ter invoering van ex ante toezicht op een postvervoerbedrijf met aanmerkelijke marktmacht A GEWIJZIGD VOORSTEL

Nadere informatie

College van Toezicht collectieve beheersorganisaties

College van Toezicht collectieve beheersorganisaties De heer mr D.M. Linders bureau Brandeis Apollolaan 151 1077 AR AMSTERDAM De heer H.G. van der Ree Directievoorzitter BUMA STEMRA Postbus 3080 2130 KB HOOFDDORP Postadres: Postbus 15072 1001 MB Amsterdam

Nadere informatie

Model Leegstandverordening

Model Leegstandverordening Model Leegstandverordening De raad van de gemeente - naam-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van, nr ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet;

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101689-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_19-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101758_10-11 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

2.1 Voor het feitencomplex wordt verwezen naar het bestreden dwangsombesluit van 22 oktober 2009.

2.1 Voor het feitencomplex wordt verwezen naar het bestreden dwangsombesluit van 22 oktober 2009. Ons kenmerk: OPTA/ACNB/2010/201149 Zaaknummer: 09.0181.34.01 Datum: 1 april 2010 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op het bezwaar van Telfort B.V. gericht tegen

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011 ... No.W06.11.0108/III 's-gravenhage, 21 april 2011 Bij Kabinetsmissive van 8 april 2011, no.11.000859, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van

Nadere informatie

Pagina. ACM Beleidsregel kenbaarheid van internetsnelheden. De Autoriteit Consument en Markt

Pagina. ACM Beleidsregel kenbaarheid van internetsnelheden. De Autoriteit Consument en Markt ACM Beleidsregel kenbaarheid van internetsnelheden De Autoriteit Consument en Markt Gelet op de artikelen 15.1, derde lid, 15.2 en 15.4 van de Telecommunicatiewet, de artikelen 4, eerste lid onder d, en

Nadere informatie

Gelet op artikel 6.5 van de Telecommunicatiewet en artikelen 1 en 5 van het Besluit Interoperabiliteit. 1

Gelet op artikel 6.5 van de Telecommunicatiewet en artikelen 1 en 5 van het Besluit Interoperabiliteit. 1 Beleidsregels artikel 5 Besluit Interoperabiliteit OPTA/AM/2013/200251, 7 februari 2013 De Onafhankelijke Post en Telecommunicatieautoriteit: Gelet op artikel 6.5 van de Telecommunicatiewet en artikelen

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

BESLUIT OPENBAAR. 3. Op 8 juni 2015 heeft ACM de ontvangst van de aanvraag schriftelijk bevestigd aan Vrij Op Naam B.V..

BESLUIT OPENBAAR. 3. Op 8 juni 2015 heeft ACM de ontvangst van de aanvraag schriftelijk bevestigd aan Vrij Op Naam B.V.. BESLUIT OPENBAAR Ons kenmerk: ACM/DC/2015/206510 Betreft zaak 15.0597.53: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101759_10-6 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Leegstandverordening Maassluis 2017.

Leegstandverordening Maassluis 2017. De raad van de gemeente - Maassluis-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 mei 2017 gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet; overwegende

Nadere informatie

Autoriteit Consument & Markt

Autoriteit Consument & Markt Ons kenmerk: ACM/DC/2016/200282 Zaaknummer: 15.0833.53 Datum: 11 januari 2016 tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid, van

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: 102467_1-11 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid,

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: 102467_2-3 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid, van de Gaswet

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Advies van het B.I.P.T. van 18 februari 2009 betreffende de bepaling en de voorwaarden voor het beschikbaar stellen van de basisidentificatiegegevens

Nadere informatie

Verkoop- en leveringsvoorwaarden jaspers catering company

Verkoop- en leveringsvoorwaarden jaspers catering company Verkoop- en leveringsvoorwaarden jaspers catering company Verantwoordelijk voor deze algemene voorwaarden is: jaspers catering company Treubweg 33 1112 BA Diemen Amsterdam t: 088 37 45 220 e: info@jasperscc.nl

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r

R e g i s t r a t i e k a m e r R e g i s t r a t i e k a m e r..'s-gravenhage, 15 oktober 1998.. Onderwerp gegevensverstrekking door internet providers aan politie Op 28 augustus 1998 heeft er bij de Registratiekamer een bijeenkomst

Nadere informatie

OPTA/EGM/2003/ u00004rvb. 6 maart 2003 Beoordeling Worldline korting BIBA, BUBA, VAMO Zaaknummer E

OPTA/EGM/2003/ u00004rvb. 6 maart 2003 Beoordeling Worldline korting BIBA, BUBA, VAMO Zaaknummer E Bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als: [vertrouwelijk] 2500GA30000 Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE a Postbus 90420 2509 LK Den Haag Telefoon

Nadere informatie

Reactie Groep Graafrechten wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen)

Reactie Groep Graafrechten wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen) Reactie Groep wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen) Groep 28 mei 2010 Feyo Sickinghe INLEIDING 1. Deze reactie volgt artikelsgewijs het concept wetsvoorstel wijziging

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN

ALGEMENE VOORWAARDEN ALGEMENE VOORWAARDEN Van de besloten vennootschap KlasseStudent B.V. Statutair gevestigd te Nieuwegracht 1 3512 LB Utrecht, Nederland Contact Nieuwegracht 1 3512 LB Utrecht info@klassestudent.nl T: +31(0)6-33

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_5-8 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_11-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangegeven als [bedrijfsvertrouwelijk]

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangegeven als [bedrijfsvertrouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/EGM/2004/202822 (openbare versie) Zaaknummer: E04203021 Datum: 8 augustus 2004 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van overgangsrechtelijke

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nummer 6486/62 Betreft zaak: Easyjet v. N.V. Luchthaven Schiphol 1. Inleiding 1. Op

Nadere informatie

Autoriteit Consument & Markt

Autoriteit Consument & Markt Consument & Markt BESLUIT Ons kenmerk: ACM/DC/2014/ 206881 Betreft zaak 14.0939.53: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2006 2007 B 30 581 Verdrag tot wijziging van de op 16 oktober 1990 te Paramaribo totstandgekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname

Nadere informatie

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: NS Railinfrabeheer B.V. Postbus GA Utrecht

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: NS Railinfrabeheer B.V. Postbus GA Utrecht Nummer: 100748 Betreft: Advies van de directeur DTe aan de Minister van Economische Zaken, op basis van artikel 15, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager:

Nadere informatie

Opmerkingen overeenkomstig Artikel 7(3) van Richtlijn 2002/21/EG 1

Opmerkingen overeenkomstig Artikel 7(3) van Richtlijn 2002/21/EG 1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.12.2005 SG-Greffe (2005) D/206584 Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Zurichtoren Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Ter attentie van: Mr Chris A. Fonteijn Voorzitter

Nadere informatie

Autoriteit Consument & Markt

Autoriteit Consument & Markt BESLUIT Ons kenmerk: ACM/DC/2015/200450 Betreft 14.1262.53: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid, van

Nadere informatie

Beleidsregel toekenning en intrekking 090x- en 18xy-nummers

Beleidsregel toekenning en intrekking 090x- en 18xy-nummers Beleidsregel toekenning en intrekking 090x- en 18xy-nummers De Autoriteit Consument en Markt, Geeft met deze beleidsregel duidelijkheid over het beleid met betrekking tot het toekennen en intrekken van

Nadere informatie

Artikel 2 Samenwerking en informatie-uitwisseling met betrekking tot de Wok, Wft en Wwft

Artikel 2 Samenwerking en informatie-uitwisseling met betrekking tot de Wok, Wft en Wwft Convenant tussen de Kansspelautoriteit en de Stichting Autoriteit Financiële Markten inzake de samenwerking en uitwisseling van informatie met betrekking tot het toezicht uit hoofde van de Wok, Wft en

Nadere informatie

Bekendmaking Goedkeuring Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen

Bekendmaking Goedkeuring Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen Bekendmaking Goedkeuring Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft een aanvraag ontvangen tot het afgeven van een verklaring in

Nadere informatie

Autoriteit Consument e. Markt

Autoriteit Consument e. Markt Consument e. Markt Ons kenmerk: ACM/DC/2016/200281 Zaaknummer: 15.0833.53 Datum: 11 januari 2016 tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van

Nadere informatie

BESLUIT OPENBAAR. aanvraag voor een vergunning ingediend, als bedoeld in artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: aanvraag).

BESLUIT OPENBAAR. aanvraag voor een vergunning ingediend, als bedoeld in artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: aanvraag). BESLUIT OPENBAAR Ons kenmerk: ACM/DC/2015/206511 Betreft zaak 15.0597.53: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie 11 juni 2003 Mededeling van het BIPT met betrekking tot de schorsing van de interconnectie door een organisatie met een sterke marktpositie in geval

Nadere informatie

TOELICHTING SAMENWERKINGSPROTOCOL NZA - CONSUMENTENAUTORITEIT

TOELICHTING SAMENWERKINGSPROTOCOL NZA - CONSUMENTENAUTORITEIT TOELICHTING SAMENWERKINGSPROTOCOL NZA - CONSUMENTENAUTORITEIT Inleiding Op 29 december 2006 is de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc) in werking getreden. De Whc implementeert verordening 2006/2004

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER ENERGIEKAMER BESLUIT Nummer: 102556_1/8. Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid Elektriciteitswet

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol CBP-IGZ

Samenwerkingsprotocol CBP-IGZ Samenwerkingsprotocol CBP-IGZ Afspraken tussen het College bescherming persoonsgegevens en de Inspectie voor de gezondheidszorg over de wijze van samenwerking bij het toezicht op de naleving van de bepalingen

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN

ALGEMENE VOORWAARDEN Artikel 1 Definities 1.1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. 1.2. DIGI HR: DIGI HR. 1.3. Opdrachtgever:

Nadere informatie

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

Autoriteit Consument & Markt

Autoriteit Consument & Markt - Autoriteit BESLUIT Ons kenmerk: ACM/DC/2015/ 203302 Betreft zaak 15.0404.53: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste

Nadere informatie

Besluit Openbaar. Ons kenmerk: OPTA/IPB/2007/ Zaaknummer: Datum

Besluit Openbaar. Ons kenmerk: OPTA/IPB/2007/ Zaaknummer: Datum Ons kenmerk: OPTA/IPB/2007/202118 Zaaknummer: 07.0137.22 Datum 17-10-2007 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op de aanvraag van het De Telefoongids B.V. tot

Nadere informatie

EUKnet. Deze Algemene Contractvoorwaarden voor het Vervoer van Zendingen;

EUKnet. Deze Algemene Contractvoorwaarden voor het Vervoer van Zendingen; Algemene Contractvoorwaarden EUKnet Artikel 1 Definities In deze voorwaarden wordt verstaan onder: Algemene Contractvoorwaarden Deze Algemene Contractvoorwaarden voor het Vervoer van Zendingen; Dienst

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. Reactie OPTA consultatiedocument nummeridentificatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. Reactie OPTA consultatiedocument nummeridentificatie OPENBARE VERSIE College Bescherming Persoonsgegevens Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/EGM/2005/200257 z2003-0091 Datum Onderwerp Bijlage(n) Reactie OPTA consultatiedocument nummeridentificatie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Uw kenmerk 2014Z01109 Betreft Vragen

Nadere informatie

vb_tandheelkun_dienstv_ _ pagina 1

vb_tandheelkun_dienstv_ _ pagina 1 Beoordeling overeenkomst tandheelkundige dienstverlening Ik ben van mening dat werken volgens de bijgevoegde overeenkomst voor de opdrachtgever vanaf 1 januari 2016 niet leidt tot de verplichting loonheffingen

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_8-7 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_9-9 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: 102491_1/12 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid,

Nadere informatie

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). KlRz 041/2013 RAPPORT inzake de klacht van [Verzoeker ] tegen een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). - 2-1. Inleiding

Nadere informatie

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn weergegeven als [bedrijfsvertrouwelijk].

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn weergegeven als [bedrijfsvertrouwelijk]. Ons kenmerk: OPTA/EGM/2004/201729 Zaaknummer: E03209088 Datum: 30 juni 2004 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van overgangsrechtelijke bepalingen uit artikel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13672 27 mei 2013 Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Nadere informatie

Ons kenmerk: Zaaknummer: Documentnummer: ACM/DJZ/2015/200633_OV / Datum: 5 februari 2015

Ons kenmerk: Zaaknummer: Documentnummer: ACM/DJZ/2015/200633_OV / Datum: 5 februari 2015 Ons kenmerk: Zaaknummer: Documentnummer: ACM/DJZ/2015/200633_OV 14.0781.51.1.01 2015/200633 Datum: 5 februari 2015 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op het bezwaar van Stichting Bits of Freedom

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 103259_1/14 Betreft zaak: 103259_1 (102770) Codewijzigingsvoorstel kwaliteit dienstverlening Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER ENERGIEKAMER BESLUIT Nummer: 102557_1/6 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 26146/2011014629 Betreft: beslissing op bezwaar inzake het besluit tot publicatie van het besluit betreffende het leveren van programmagegevens van de landelijke publieke

Nadere informatie

Autoriteit Consument & 11

Autoriteit Consument & 11 - Autoriteit Consument & 11 BESLUIT Nummer: ACM/DC/2014/202087 Betreft zaaknr 13.0555.53: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel

Nadere informatie

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw,

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw, Amsterdam, 3 juli 2015 Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II Geachte heer, mevrouw, Namens de Vereniging van Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) willen wij graag van de gelegenheid

Nadere informatie

Openbaar. Besluit. 1 Samenvatting

Openbaar. Besluit. 1 Samenvatting Besluit Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot toewijzing van het handhavingsverzoek van T- Mobile. Op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet in samenhang gelezen met

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit Nummer 4468-52 Betreft zaak: 4468/ Joost Visser Aannemingsbedrijf B.V. en Visser en Kuyper Beheer B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Kenmerk: 18023/ Betreft: verstrekken en verzilveren van waardebonnen bij verkoop van boeken

Kenmerk: 18023/ Betreft: verstrekken en verzilveren van waardebonnen bij verkoop van boeken Sanctiebeschikking Kenmerk: 18023/2009011273 Betreft: verstrekken en verzilveren van waardebonnen bij verkoop van boeken Sanctiebeschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van

Nadere informatie

6. Bij brief van 3 september 2010 (kenmerk: 20445/2010013654) heeft het Commissariaat Haspro Agri verzocht aanvullende informatie te verstrekken.

6. Bij brief van 3 september 2010 (kenmerk: 20445/2010013654) heeft het Commissariaat Haspro Agri verzocht aanvullende informatie te verstrekken. Sanctiebeschikking Kenmerk: 25593/2012001256 Betreft: handelwijze inzake het boek Henk Angenent, een onbegrepen doordouwer Sanctiebeschikking van het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat)

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4445-51 Betreft zaak: 4445/ Aannemingsbedrijf

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Bij besluit van 30 september 2002 heeft de d-g NMa de klacht van Broadcast afgewezen (hierna: het bestreden besluit).

BESLUIT. 4. Bij besluit van 30 september 2002 heeft de d-g NMa de klacht van Broadcast afgewezen (hierna: het bestreden besluit). Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot ongegrond verklaring van het tegen zijn besluit van 30 september 2002, nummer

Nadere informatie