Personeelsplan Justitiële Jeugdinrichtingen Capaciteitsplan JJI

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Personeelsplan Justitiële Jeugdinrichtingen Capaciteitsplan JJI"

Transcriptie

1 Personeelsplan Justitiële Jeugdinrichtingen Capaciteitsplan JJI Versie 1.0 Datum 15 november 2010 Status Definitief concept

2

3 Colofon Afzendgegevens Sectordirectie Justitiële Jeugdinrichtingen Schedeldoekshaven EM Den Haag Postbus GC Den Haag Contactpersoon T F Projectnaam Auteurs Capaciteitsplan JJI Sectordirectie Justitiële Jeugdinrichtingen, Concernstaf Personeel & Organisatie, Bureau Bevordering Arbeidsparticipatie & Shared Service Center Pagina 3 van 63

4

5 Inhoud Colofon... 3 Managementsamenvatting... 7 Particuliere inrichtingen... 9 Scholen... 9 Politiek primaat AANLEIDING SCOPE EN KADERS DJI IN VERSCHILLENDE VERANTWOORDELIJKHEDEN BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE KADERS RIJKSKADERS ORGANISATIEONTWIKKELING Sociaal Flankerend Beleid Overleg met de ondernemingsraad en de vakbonden Politiek primaat PERSONELE GEGEVENS EN ANALYSE PERSONELE SAMENSTELLING (KWANTITATIEF) PERSONELE ONTWIKKELING (KWALITATIEF) DE PERSONEELSAANPAK UITGANGSPUNTEN UITWERKING PERSONEELSAANPAK Rijksinrichtingen Particuliere inrichtingen Scholen UITWERKING REORGANISATIE RIJKS-JJI S UITVOERING PERSONEELSAANPAK BIJ DE RIJKS JJI S Projectteam personeel Capaciteitsplan PERSONELE GEVOLGEN LANDELIJK BEELD REGIONAAL BEELD UITSPLITSING FUNCTIEGROEPEN ARBEIDSMARKTANALYSE VERVOLGPROCES PERSONEELSINSTRUMENTEN FINANCIËLE GEVOLGEN PERSONEELSAANPAK KOSTEN SFB-RIJKSINRICHTINGEN DOORLOOP SALARISKOSTEN TOTALE AAN PERSONEEL (HPK) GEBONDEN KOSTEN KOSTEN PARTICULIERE INRICHTINGEN EN SCHOLEN BIJLAGE 1 OVERZICHT BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE KADERS BIJLAGE 2 RECHTSPOSITIE TIJDENS DE REORGANISATIE Pagina 5 van 63

6 Pagina 6 van 63

7 Managementsamenvatting Probleemschets De forse daling van de capaciteitsbehoefte bij de JJI s heeft een aanzienlijk effect op de omvang van het benodigde personeelsbestand. Deze zal sterk gereduceerd moeten worden om aan te blijven sluiten bij capaciteitsbehoefte in de toekomst. De terugloop in de benodigde capaciteit heeft ook directe gevolgen voor de bezetting van de aan de inrichtingen verbonden scholen en de daarmee samenhangende inzet van docenten. De ramingen van het WODC wijzen erop dat de komende jaren de structurele capaciteitsbehoefte uitkomt op circa 800 plaatsen. Om deze plaatsen volledig operationeel te hebben is circa fte nodig. De werkelijke bezetting van de JJI s bedroeg 2780 fte (peildatum 1 juli 2010). Dit betekent dat het personeelsbestand in 2013 een overcapaciteit heeft van 1100 fte. Een zorgvuldige aanpak is noodzakelijk om binnen een redelijke termijn een nieuw evenwicht te realiseren tussen capaciteit en personele bezetting. Een evenwicht dat recht doet aan het in stand houden van de opgebouwde expertise en kwaliteit enerzijds, en anderzijds meer bestand is tegen fluctuaties in de toekomstig benodigde capaciteit. Uitgangspunten personeelsaanpak Vanuit goed werkgeverschap wordt gekozen voor een snelle, maar gecontroleerde uitstroom van het boventallige personeel. Snelheid is essentieel om ervoor te zorgen dat de medewerkers op zo kort mogelijke termijn nieuw perspectief krijgen en daarmee hun kansen op ander werk actief kunnen benutten. De uitstroom dient echter niet ten koste te gaan van de kwaliteit die aan de jeugdigen wordt geboden. En dient voldoende mogelijkheden te bieden om in te kunnen spelen op mogelijk nieuwe beleidsontwikkelingen in de toekomst. Daarom dient tijdens de uitstroom een balans gevonden te worden tussen de belangen van de medewerkers enerzijds en kwaliteit van de uitvoering en flexibiliteit in de personele bezetting anderzijds. Voor de personeelsaanpak zijn de volgende uitgangspunten gekozen. Behoud van kwaliteit De personeelsaanpak dient de bereikte en nog te bereiken resultaten op het gebied van opleiding en behandelkwaliteit zoveel mogelijk te waarborgen. In 2007 zijn voor de 5 rijksinrichtingen drie nieuwe functieprofielen voor de groepsleiderfuncties opgesteld en door het Georganiseerd Overleg goedgekeurd. De wijziging in het functielandschap betreft het invoeren van de functies groepsleider (nieuwe stijl), pedagogisch medewerker en senior pedagogisch medewerker in de verhouding per team. Voor de laatste twee functies is een relevant hbo-diploma vereist, met daarnaast eventueel aanvullende scholing indien het de functie van senior pedagogisch medewerker betreft. Bij de afzonderlijke particuliere inrichtingen lopen soortgelijke trajecten, eveneens met als doel het functielandschap van de inrichtingen ondersteunend te laten zijn aan de kwaliteitsmaatregelen die de recente jaren zijn getroffen. Pagina 7 van 63

8 Vastgesteld is dat een doelstelling van 75% hbo-opgeleid personeel vanaf 2014 kan zijn gerealiseerd. De sterke afname in de capaciteitsbehoefte heeft tot gevolg dat de doelstelling van 75% hbo vooral zal moeten worden gerealiseerd door het opleiden van zittend personeel. Op dit moment volgen sectorbreed (rijks en particulier) circa 360 medewerkers een hbo-opleiding. Daarnaast volgen nog eens ruim 100 medewerkers een mbo-opleiding. De huidige ontwikkelingen ten aanzien van de leegstand en de daaraan verbonden personele gevolgen, zijn van invloed op de realisatie van deze doelstelling. Inzet is de doelstellingen ten aanzien van het vergroten van de kwaliteit te handhaven. Versterken van mobiliteit Uitstroom uit de JJI-sector (Rijk-en particulier) is gezien de grootte van het vraagstuk onvermijdelijk. Bij het oplossen van boventalligheid ligt de prioriteit bij het vinden van een alternatief binnen de regio. Het gaat daarbij zowel om alternatieven binnen de eigen organisatie (een andere JJI in de regio), naar andere sectoren binnen DJI (GW, DForZo, etc) of aanpalende sectoren zoals de Jeugd- en Zorgketen (Reclassering, instellingen voor gesloten jeugdzorg, GJZ of GGZ, etc). Bij het realiseren van deze alternatieven kan gericht gebruik gemaakt worden van de voorzieningen uit het Sociaal Flankerend Beleid (Rijk) of Sociaal Plan (particuliere sector). Op landelijk niveau worden mogelijkheden verkend om met enkele partijen samenwerkingsovereenkomsten af te sluiten; ofwel voor hun rol in het mobiliteitsproces (UWV Werkbedrijf; uitzendbureaus) ofwel voor hun rol in het opnemen van onze medewerkers (jeugd- en of zorg werkgevers die landelijk opereren). Daarnaast wordt het overleg geïntensiveerd op regionaal niveau met instellingen die in de buurt van de inrichtingen zitten en geïnteresseerd zijn in detachering of wellicht instroom van JJImedewerkers. Snel, zorgvuldig en eenduidig De personele boventalligheid dient zo snel als verantwoord te worden afgebouwd. Dit is niet alleen in het belang van de kwaliteit in de uitvoering en vanuit goed werkgeverschap (voorkomen van sterfhuissituaties), maar ook noodzakelijk vanwege de schaalgrootte van het vraagstuk. Dit betekent anderzijds wel dat een juiste maatvoering en fasering van inrichtingen, waarbij capaciteit tijdelijk of permanent buiten gebruik wordt gesteld. Ook is een eenduidige aanpak over alle betrokken Rijksinrichtingen, inclusief het toekennen van faciliteiten en het toepassen van arrangementen van belang. De particuliere inrichtingen maken eigenstandig afspraken over een te hanteren Sociaal Plan met hun sociale partners. Aanpak op hoofdlijnen Bij de personele aanpak moet onderscheid gemaakt worden tussen de verantwoordelijkheid van DJI (Ministerie van Justitie) als werkgever (dit geldt voor de Rijksinrichtingen) en die van financier (alle inrichtingen, Rijksen particulier). Hiernaast zijn het Ministerie van OC&W en gemeenten betrokken als onderwijsverantwoordelijken en financiers van de aan de inrichtingen verbonden scholen. Ten aanzien van de particuliere inrichtingen en de scholen wordt de volgende aanpak gekozen. Pagina 8 van 63

9 Particuliere inrichtingen Met de particuliere inrichtingen worden gesprekken gevoerd over de wijze waarop ze gecompenseerd worden als de financieringsrelatie door DJI wordt beëindigd. Belangrijk onderdeel hiervan zijn de afvloeiingskosten voor de betrokken medewerkers. De particuliere inrichtingen zijn werkgever voor hun medewerkers en daarom verantwoordelijk voor de afbouw van hun personele capaciteit. Er is hierbij geen directe rol weggelegd voor DJI. Wel stelt DJI als eis dat alles er aan wordt gedaan het personeel zo snel en zorgvuldig mogelijk uit te laten stromen. De afspraken met de particuliere inrichtingen moeten enerzijds ruimte bieden een sociaal beleid te realiseren en anderzijds voldoende stimulerend zijn de personele boventalligheid met vaart op te lossen. De particuliere inrichtingen kunnen, indien zij dit wensen, op vergelijkbare wijze als DJI de mobiliteitsaanpak voor hun personeel vormgeven. Er vindt in ieder geval samenwerking plaats met de particuliere inrichtingen op het gebied van informatievoorziening over vacatures en het benutten van regionale netwerken en vacatures. Scholen De scholen zijn evenals de particuliere inrichtingen, zelf verantwoordelijk voor hun personeelsbeleid. De financiering van de scholen loopt via het Ministerie van OC&W en de gemeenten. Aan alle JJI s is een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs cluster 4 (voor leerlingen met gedragsproblemen) verbonden. Wanneer wordt besloten een JJI buiten gebruik te stellen of een alternatieve bestemming te geven, heeft dat ook gevolgen voor de school. Inzet is een herbestemming voor de doelgroep jeugd. In dat geval is er direct onderwijs beschikbaar en wordt voorkomen dat de school gesloten moet worden. Wanneer desondanks de instelling buiten gebruik wordt gesteld, betekent dat voor de school dat er een volledige afbouw van activiteiten plaats zal vinden. Per school moet in kaart worden gebracht wat de gevolgen voor het personeel zijn en hoe wordt omgegaan met de exploitatie van de JJI en de school, waaronder de gevolgen voor de huisvesting van de school. Met de minister van OC&W is afgesproken dat met de scholen en de desbetreffende gemeenten, waarbij dit aan de orde zal zijn, afspraken worden gemaakt over de consequenties voor het onderwijs personeel en de kosten die gepaard gaan met de noodzakelijke maatregelen. In de kosten die zijn gemoeid met de sluiting van de JJI zal daarom ook rekening gehouden worden met de kosten die gepaard gaan met sluiting van de school. Uitwerking aanpak Rijks-JJI s DJI wil blijven investeren in de medewerkers als het grootste kapitaal van de organisatie. Hiertoe is door DJI een Integraal Strategisch Personeelsplan (ISPp) ontwikkeld. Kernpunt van het nieuwe personeelsbeleid van DJI is het versterken en verbreden van de inzetbaarheid van de medewerkers. De inzet van DJI is alles te doen om de medewerkers van werk naar werk te begeleiden. En zoveel mogelijk gedwongen ontslag te voorkomen. Pagina 9 van 63

10 Gekozen is voor de aanpak: centraal waar het moet, decentraal waar het kan. Op centraal niveau worden voor de Rijksinrichtingen afspraken gemaakt over de ter beschikking te stellen instrumenten uit het SFB en het te volgen reorganisatieproces. Op decentraal niveau; lees op de geraakte inrichtingen, vindt de begeleiding van de medewerkers plaats en worden afspraken gemaakt tussen leidinggevende en medewerkers over de te volgen aanpak. Sociaal Flankerend Beleid Het Sociaal Flankerend Beleid onderscheidt de organisatieontwikkeling in een drietal fasen. Iedere fase kent een pakket van voorzieningen, afhankelijk van de mate van de personele problematiek. De rol van de Medezeggenschap en het Georganiseerd Overleg (GOR) zijn per fase duidelijk vastgelegd. De GOR JJI is tot nu toe geïnformeerd over het verloop van het proces van het opstellen van dit Capaciteitsplan. Nu zal het gesprek worden aangegaan over de personele gevolgen, hoe daarmee om te gaan en op welke wijze de voorzieningen uit het SFB het beste kunnen worden ingezet. Reorganisatieproces Capaciteitsplan Van belang is na te gaan op welke wijze een reorganisatie die voortvloeit uit de maatregelen, zoals opgenomen in het Capaciteitsplan JJI, in samenhang kunnen worden gebracht met lopende reorganisaties (functiedifferentiatie) en mogelijke toekomstige reorganisaties als de samenvoeging van de Rijks- JJI s. Bij de reorganisatie van de functiedifferentiatie is besloten deze reorganisatie op inrichtingsniveau te doen plaatsvinden. Vanwege de ingrijpendheid van de maatregelen in het Capaciteitsplan JJI wordt gekozen voor een reorganisatie op het niveau van de afzonderlijke inrichtingen, zoals ook geldt voor de lopende reorganisatie functiedifferentiatie. Daarnaast is het van belang een besluit te nemen over het al dan niet samenvoegen van Rijks-JJI s. In overleg met de Rijks-AD s en de medezeggenschap wordt nader bezien op welke wijze binnen de reorganisatie Capaciteitsplan hiermee rekening gehouden kan worden. Ten aanzien van de voorzieningen die aan medewerkers ter beschikking worden gesteld in het kader van SFB is het in geval van de sluiten inrichtingen of locaties van belang gebruik te kunnen maken van een uitgebreider pakket van mobiliteitsvoorzieningen. Dit betekent dat Rijks- JJI s die sluiten of waarvan een locatie gaat sluiten, met dit plan in fase 2 terecht komen. Centraal in deze fase staat het stimuleren van mobiliteit van personeel op basis van vrijwilligheid om zoveel mogelijk een onnodige status als herplaatsingskandidaat te voorkomen. Deze medewerkers hebben recht op loopbaangesprekken, trajectbegeleiding, voorrang bij vacatures, vergoeding van opleidingskosten en studietijd; reistijd is werktijd en kunnen een mobiliteitspremie uitgekeerd krijgen. Daarnaast kan gebruik gemaakt worden van arrangementen tweede carrière na een Substantieel Bezwarende Functies (SFB). Voorafgaand aan het afkondigen van fase 2 zal een houtskoolschets van de nieuwe organisatie worden opgesteld te behoeve van het overleg met de GOR. Pagina 10 van 63

11 Per te sluiten inrichting of locatie is een streefdatum bepaald waarop deze gesloten gaat worden. Er is hierbij zo goed mogelijk gezocht naar de balans tussen het creëren van tijd voor een zorgvuldige begeleiding van de geraakte medewerkers en het voorkomen van langdurige sterfhuissituaties. Mocht het nodig zijn inrichtingen of locaties eerder, dan wel later te sluiten als gevolg van onvoorziene situaties, dan zal hiervoor tijdig (uiterlijk 3 maanden voorafgaand aan het aangepaste moment van sluiting) een besluit worden genomen. Dit kan nodig zijn bijvoorbeeld in gevallen waarin de personele bezetting onder de kritieke grens komt om een locatie of inrichting te kunnen openhouden, ofwel dat er een alternatief voor gebouwen en/of medewerkers voorhanden komt. Na deze datum zal de betreffende organisatie in fase 3 terechtkomen. Hiervoor zal voorafgaand besluitvorming en overleg met de GOR plaatsvinden. De medewerkers krijgen na het plaatsingsproces (PLAC) en de effectuering van dit besluit de status van herplaatsingskandidaat. In de periode tussen het afkondigen van fase 2 en het daadwerkelijk sluiten van de inrichting of locatie zal een O&F rapport worden opgesteld van de nieuwe organisatie. Politiek primaat Een aspect dat bij de reorganisatie van de Rijks-JJI s in dit verband is het primaat van de politiek: wanneer de Minister, met instemming van het parlement, zou besluiten om de in dit Capaciteitsplan met name genoemde instellingen (of locaties) te sluiten of de capaciteit van inrichtingen/locaties substantieel te verminderen, is dit feit als zodanig voor de medezeggenschap van DJI een gegeven. Wel vindt vanzelfsprekend overleg met de medezeggenschap plaats over de vrije ruimte die het door de politiek genomen besluit eventueel nog laat. Regionale aanpak per te sluiten inrichting of locatie Bij de geraakte inrichtingen vindt de daadwerkelijke begeleiding van medewerkers van werk naar werk plaats. Elke medewerker die wordt geconfronteerd met de gevolgen van dit Capaciteitsplan moet passende voorzieningen ter beschikking krijgen. Samen met de leidinggevende en de personeelsadviseur en/of loopbaanadviseur kan de medewerker vervolgens keuzen maken die zo goed mogelijk aansluiten bij de individuele behoefte en omstandigheden. Dit resulteert in maatwerkafspraken per medewerker. Ook al omdat er regionale verschillen zijn per inrichting, in de regionale arbeidsmarkt, maar ook bijvoorbeeld per medewerker Op een te sluiten locatie zal een Bureau Mobiliteit worden ingericht. Deze heeft als belangrijkste taak de matching van medewerkers op concrete vacatures binnen of buiten DJI voortvarend ter hand te nemen. Het bureau bestaat in ieder geval uit de personeelsadviseur (SSC) die aan de betreffrende inrichting gekoppeld is, een secretaris en wordt aangevuld met capaciteit vanuit BBA en CLO (loopbaanadviseurs). Het bureau wordt aangestuurd door de AD van de betreffende inrichting. De AD s van de geraakte inrichtingen zullen ook zitting gaan nemen in de bestaande regionale mobiliteitscommissies van DJI. De mobiliteitscommissies worden momenteel heringericht en zullen een Pagina 11 van 63

12 externe doorwerking krijgen. Per regio zullen mobiliteitspartners als UWV Werkbedrijf en MO Rijk aansluiten op de mobiliteitscommissies om zo op regionaal niveau het aanbod van medewerkers te matchen op de vraag. Personele gevolgen Landelijk beeld Voor de gehele sector JJI (Rijksinrichtingen en particuliere inrichtingen) wordt rekenkundig circa 1100 fte boventallig bij ongewijzigd beleid. Deze hangt samen met de vermindering van de capaciteit met circa 800 plaatsen. De vertaalslag naar aantallen medewerkers wordt gemaakt bij de uitwerking naar de individuele inrichtingen. Hiernaast moet ook de personele capaciteit van de aan de JJI s verbonden scholen in overeenstemming moeten worden gebracht met het aantal leerlingen van de scholen. Dat geldt in het bijzonder voor de inrichtingen die buiten gebruik worden gesteld. Regionaal beeld In totaal worden 979 medewerkers (923 fte) boventallig door de voorstellen in het Capaciteitsplan voor het buiten gebruik stellen van een aantal inrichtingen en locaties: Rijksinrichtingen (peildatum 1 juli 2010: 635 medewerkers, 591 fte): o De Doggershoek (271 medewerkers; 248 fte), o De Hunnerberg locatie de Maasberg (112 medewerkers; 106 fte) o De Heuvelrug locatie Overberg (144 medewerkers; 138 fte), o Den Hey-Acker locatie Vught (108 medewerkers; 99 fte). Particuliere inrichtingen (peildatum 1 april 2010: 344 medewerkers, 332 fte): o Rentray locatie Rekken (194 medewerkers; 187 fte), o Avenier t Anker (ca 150 medewerkers; 145 fte) Effecten buiten gebruik stellen capaciteit binnen de resterende inrichtingen Naast het sluiten van inrichtingen en locaties, wordt er in de resterende inrichtingen die operatoneel blijven aanvullend capaciteit buiten gebruik gesteld. Het Capaciteitsplan geeft per inrichting het aantal plaatsen dat wordt ingeleverd. Voor een deel heeft het buiten gebruik stellen van capaciteit geen personeel effect omdat het om uitbreidingen van de huidige capaciteit gaat, die nog niet in gebruik zijn genomen en waarvoor dus nog geen personeel is aangenomen. Voor het buiten gebruik stellen van capaciteit binnen de resterende inrichtingen is het personele effect moeilijker precies te bepalen. Immers, alleen de direct executieve taken komen bij het afstoten van deze capaciteit te vervallen, maar de overhead en andere ondersteunende taken zullen verhoudingsgewijs minder afnemen omdat de locatie wel operationeel blijft. Om het personele effect toch te kunnen bepalen is een rekenkundige schatting gemaakt van de personele boventalligheid: Pagina 12 van 63 o Rijksinrichtingen: totaal circa 131 fte o Particuliere inrichtingen: totaal circa 85 fte

13 De precieze effecten op het personeelsbestand zullen per inrichting nader uitgewerkt moeten worden. Samenvattend beeld In totaal wordt circa 1140 fte boventallig: 923 fte (peildatum 1 juli 2010 Rijksinrichtingen en 1 april 2010 Particuliere inrichtingen) als gevolg van het buiten gebruik stellen van gehele inrichtingen of gehele locaties: o Rijksinrichtingen: 591 fte (635 medewerkers) o Particuliere inrichtingen: 332 fte (344 medewerkers) circa 216 fte als gevolg van het buiten gebruik stellen van operationele plekken binnen inrichtingen die wel blijven bestaan o Rijksinrichtingen circa 131 fte o Particuliere inrichtingen circa 85 fte. Het hierbij om een bruto samenvattend beeld. De feitelijke omvang van het aantal medewerkers dat boventallig wordt, kan in enige mate van dit beeld afwijken. Dit heeft enerzijds te maken met het hanteren van peildata en het gebruiken van aannames bij de berekening van het buiten gebruik stellen van plekken in operationele inrichtingen. Anderzijds kan als gevolg van een mogelijke herbestemming van een locatie, bijvoorbeeld in het geval van Rentray Rekken, een deel van het personeel behouden blijven en zal de boventalligheid daarmee afnemen. Effectuering van de sluiting Per te sluiten inrichting of locatie is een streefdatum bepaald waarop deze gesloten gaat worden. Er is hierbij zo goed mogelijk gezocht naar de balans tussen het creëren van tijd voor een zorgvuldige begeleiding van de geraakte medewerkers en het voorkomen van langdurige sterfhuissituaties. Mocht het nodig zijn inrichtingen of locaties eerder, dan wel later te sluiten als gevolg van onvoorziene situaties, dan zal hiervoor tijdig (uiterlijk 3 maanden voorafgaand aan het moment van de voorgenomen sluiting) een besluit worden genomen. Dit kan nodig zijn bijvoorbeeld in gevallen waarin de personele bezetting onder de kritieke grens komt om een locatie of inrichting te kunnen openhouden, ofwel dat er een alternatief voor gebouwen en/of medewerkers voorhanden komt. Arbeidsmarktanalyse In samenwerking met het UWV is een regionale arbeidsmarktanalyse uitgevoerd. Deze geeft inzicht in de arbeidsmarktkansen van onze medewerkers in de verschillende regio s waarin ze werkzaam zijn. Algemene conclusie is dat voor het executief personeel (groepsleiders, behandelaars) de arbeidsmarktkansen relatief gunstig zijn. Hoewel in absolute zin de sector niet meer groeit blijft in de zorgsector een grote vervangingsbehoefte aanwezig. Voor het beveiligingspersoneel lijken de arbeidsmarktkansen ook relatief gunstig. Voor het niet executief personeel (facilitair, administratief, financieel) zijn de arbeidsmarktkansen een stuk minder gunstig. In de onderwijssector blijft er een vervangingsvraag doordat veel leerkrachten (vervroegd) met pensioen gaan (SER advies 2006/4). Vooral Pagina 13 van 63

14 in het voortgezet onderwijs is sprake van een oplopend tekort. In het primair onderwijs is sprake van een wankel evenwicht tussen vraag en aanbod en een klein tekort aan leraren vanaf De arbeidsmarktvraag concentreert zich vooral in het westen. Het gaat hier om een gemiddeld landelijk beeld. Per regio zijn verschillen mogelijk. Deze worden in samenwerking met het UWV in beeld gebracht. Vervolgproces Tot het moment van aanbieden van het Capaciteitsplan aan de Tweede Kamer zijn de GOR en het GO en de AD s van de inrichtingen tijdens reguliere en specifieke overlegmomenten op de hoogte gehouden van de voortgang. Na het aanbieden van het plan aan de Tweede Kamer, zullen de inhoudelijke gesprekken met de GOR en het GO gestart worden over dit Capaciteitsplan en de voorgestane aanpak. De ontwikkelde mobiliteitsaanpak zal operationeel worden op de dag het Capaciteitsplan naar de Tweede Kamer wordt gestuurd en bekend wordt gemaakt door de AD s aan de medewerkers en het management welke inrichtingen gaan sluiten en wanneer. Nadat de gesprekken met de GOR zijn afgerond over het Capaciteitsplan, zal fase 2 van kracht worden voor alle te sluiten inrichtingen en locaties. Met het GO zullen afspraken gemaakt worden over de inzet van het SFB, waarna alle medewerkers persoonlijk kunnen worden geïnformeerd over hun status. Gelijktijdig zullen de AD s gaan werken aan het opstellen van een plan van aanpak hun inrichting, waarin uitvoering wordt gegeven aan de ontwikkelde mobiliteitsaanpak. Pagina 14 van 63

15 1 Aanleiding De ingrijpende daling van de capaciteitsbehoefte heeft een aanzienlijk effect op de omvang van het benodigde personeelsbestand. Deze zal sterk gereduceerd moeten worden om aan te blijven sluiten bij capaciteitsbehoefte in de toekomst. De uitvoering van de wettelijke taken van door de JJI s is arbeidsintensief. Voor elke bezette plaats is gemiddeld 2,1 fte aan personeel nodig om opvang en behandeling volgens de geldende kwaliteitseisen uit te kunnen voeren. Het gaat hierbij enerzijds om executief personeel zoals beveiliging, behandelaars, groepsleiders en psychologen en anderzijds om ondersteunend personeel op bijvoorbeeld administratief en facilitair gebied. De terugloop in de benodigde capaciteit heeft ook directe gevolgen voor de bezetting van de aan de inrichtingen verbonden scholen en de daarmee samenhangende inzet van docenten. Een belangrijk deel van de personele inzet is direct gekoppeld aan het aantal bezette plaatsen in een JJI. Onderbezetting in capaciteit leidt dus direct tot een personele overcapaciteit, ongeacht de wijze waarop de beschikbare capaciteit in evenwicht wordt gebracht met de behoefte. Bovendien zijn aan de overcapaciteit omvangrijke budgettaire consequenties verbonden. De totale capaciteit in 2010 van JJI s is plaatsen; deze zal tot aan 2013 groeien naar 1626 plekken bij ongewijzigd beleid. De ramingen van het WODC wijzen erop dat de komende jaren de structurele capaciteitsbehoefte uitkomt op circa 800 plaatsen. Om deze plaatsen volledig operationeel te hebben is circa fte nodig. De werkelijke bezetting van de JJI s bedroeg 2780 fte (peildatum 1 juli 2010). Dit betekent dat het personeelsbestand in 2013 een overcapaciteit heeft van 1100 fte. Een zorgvuldige aanpak is noodzakelijk om een nieuw evenwicht te realiseren. Een evenwicht dat recht doet aan het in stand houden van de opgebouwde expertise en kwaliteit enerzijds, en anderzijds meer bestand is tegen fluctuaties in de toekomstig benodigde capaciteit. De centrale opdracht luidt dan ook: Ontwikkel in overleg met betrokkenen een aanpak waarbij zoveel mogelijk medewerkers van werk naar werk worden begeleid, binnen én buiten het Rijk, waarbij de kwaliteit en opgebouwde expertise worden behouden en flexibel kan worden ingespeeld op toekomstige veranderingen in de benodigde personele capaciteit. Dit personeelsplan geeft een inzicht in de wijze waarop naar dit nieuwe evenwicht moet worden toegegroeid. Deze aanpak is een rechtstreeks uitvloeisel van de besluitvorming over de JJI s. Pagina 15 van 63

16 2 Scope en kaders In dit hoofdstuk wordt de positie van DJI in beeld gebracht en de daaraan verbonden kaders. Voor wat betreft de scope moet onderscheid worden gemaakt tussen de verantwoordelijkheid van DJI (Ministerie van Justitie) als werkgever (Rijksinrichtingen) en die van financier (alle inrichtingen, Rijks en particulier). Hiernaast is het Ministerie van OC&W betrokken als onderwijsverantwoordelijke en financier van de scholen in de inrichtingen. De terugloop in de benodigde capaciteit heeft ook directe gevolgen voor de bezetting van deze scholen. 2.1 DJI in verschillende verantwoordelijkheden DJI als werkgever DJI heeft 5 Rijksinrichtingen, waarvan het personeel in dienst is van het Rijk. DJI kan als werkgever de personeelsinstrumenten beschikbaar stellen voor het rijkspersoneel, zoals loopbaangesprekken, mobiliteitsondersteuning en begeleiding van werk naar werk. Het management en de medewerkers in deze inrichtingen worden hierbij gefaciliteerd door de diensten Bureau Bevordering Arbeidsparticipatie (BBA) en het Shared Service Center (SSC) van DJI. Het uitgangspunt hierbij is dat de formele kaders Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) en Sociaal Flankerend Beleid (SFB) - in acht worden genomen. De aanpak van de personeelsreductie en de inzet van de personeelsinstrumenten is onderdeel van het overleg met medezeggenschap (OR/GOR) en bonden (GO). DJI is direct verantwoordelijk voor de financiële middelen, zoals salaris, secundaire arbeidsvoorwaarden. Verder heeft DJI in deze verhouding de directe beschikking over de personele gegevens om gerichte informatie te genereren. DJI als financier voor particuliere instellingen Naast de 5 Rijksinrichtingen zijn er 6 Particuliere inrichtingen waarmee een subsidierelatie bestaat voor de uitvoering van de wettelijke taken. Voor de Particuliere inrichtingen geldt dat zij integraal verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit en het personeel in deze inrichtingen. DJI heeft formeel hiervoor geen verantwoordelijkheid. Dit neemt niet weg dat deze subsidierelatie al vele jaren bestaat en ook in de toekomst zal blijven bestaan. In de komende jaren zal DJI, net als nu een deel van de benodigde capaciteit van de particuliere inrichtingen betrekken, zij het op een gereduceerd niveau. De particuliere JJI s zijn gehouden al het nodige te doen om de schade van de personele boventalligheid zoveel mogelijk te beperken. DJI als afnemer van de dienstverlening door de scholen In alle inrichtingen zijn scholen gehuisvest voor de jeugdigen. DJI heeft geen verantwoordelijkheid als werkgever voor het personeel op de scholen. Anders dan bij de Particuliere inrichtingen is DJI niet de financier van de scholen. Het Ministerie van OC&W en gemeenten zijn verantwoordelijk voor de financiering. Die andere verantwoordelijkheidsverdeling neemt niet weg dat DJI samen met het Ministerie van OC&W en de desbetreffende Pagina 16 van 63

17 gemeenten een plan zal opstellen om de noodzakelijke vermindering van de personele capaciteit van de scholen tot een oplossing te brengen. 2.2 Bestuurlijke en juridische kaders Een zorgvuldige aanpak voor een personeelsreductie houdt rekening met de bestuurlijke en juridische kaders. Deze bestuurlijke en juridische kaders zijn niet eenduidig als het gaat om de verantwoordelijkheid van DJI, zoals in voorgaande hoofdstuk is beschreven. Voor de Particuliere inrichtingen gelden andere bestuurlijke en juridische kaders, dan voor de Rijksinrichtingen. Een aantal regelingen gelden voor beide partijen, zoals de algemene wet- en regelgeving. De regelingen gebaseerd op de arbeidsvoorwaarden (CAO) zijn daarentegen verschillend. DJI draagt geen verantwoordelijkheid voor de toepassing van de arbeidsvoorwaarden bij de Particuliere inrichtingen. Deze verantwoordelijkheid ligt bij de Particuliere inrichtingen zelf en zij hebben over de toepassing ervan, overleg met de eigen medewerkers en medezeggenschapsorganen. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de geldende bestuurlijke en juridische kaders. De volgende lijn wordt door DJI gevolgd: Voor de Rijksinrichtingen is, na een besluit tot reorganisatie, het Sociaal Flankerend Beleid Rijk (SFB) van toepassing. Dit schrijft voor welke faciliteiten en instrumenten ter beschikking staan voor medewerkers en organisatie (zie paragraaf 2.3). Voor de Particuliere inrichtingen zijn de voorwaarden van toepassing in de subsidieovereenkomsten die met de inrichtingen zijn gesloten. Wijziging hiervan is gebonden aan termen van tijdigheid van aankondiging en eventuele compensatie van onvermijdbare schade. Maatwerkafspraken over het personeel kunnen hiervan onderdeel uitmaken. Voor de scholen zullen de gemeenten samen met het ministerie van OC&W en DJI tot maatwerkoplossingen moeten komen. 2.3 Rijkskaders organisatieontwikkeling Sociaal Flankerend Beleid Het Sociaal Flankerend Beleid onderscheidt de organisatieontwikkeling in een drietal fasen. Iedere fase kent een pakket van voorzieningen, afhankelijk van de mate van de personele problematiek. De rol van de Medezeggenschap en het Georganiseerd Overleg (GOR) zijn per fase duidelijk vastgelegd. De GOR JJI is tot nu toe geïnformeerd over het verloop van het proces van het opstellen van dit Capaciteitsplan. Nu zal het gesprek worden aangegaan over de personele gevolgen, hoe daarmee om te gaan en op welke wijze de voorzieningen uit het SFB het beste kunnen worden ingezet. Fase 1 De status van de huidige organisatie bij JJI valt in fase 1. De organisatie is in formatieve rust. Wijzigingen in de organisatie vinden plaats zonder individuele functiewijzigingen en gedwongen standplaatswijzigingen. Pagina 17 van 63

18 Medewerkers veranderen in deze fase vrijwillig van functie op basis van door hen, of de organisatie, gewenste mobiliteit. De nadruk ligt op het stimuleren van mobiliteit en het faciliteren van de loopbaan, door bijvoorbeeld ruimere mogelijkheden op een loopbaanscan te bieden en door de vergoeding van opleidingen mede te koppelen aan loopbaanafspraken. Daarnaast is een groot aantal voorzieningen, dat in een latere fase als recht beschikbaar komt, in fase 1 als mogelijkheid beschikbaar. Binnen de sector JJI is hiertoe reeds in overleg met de GOR besloten met als belangrijkste doel medewerkers de gelegenheid te bieden hun werkervaring, bijvoorbeeld via detacheringen bij andere organisaties, te vergroten. Fase 2 De organisatie en de medewerkers zijn gedwongen om in beweging te komen. Er zijn binnen de organisatie één of meer functiegroepen waarin krimp aan de orde zal zijn die zonder maatregelen leidt tot boventalligheid, dan wel er ie sprake van gedwongen standplaatswijzigingen. In fase 2 is alles erop gericht om boventalligheid in functiegroepen met krimp, dan wel gedwongen standplaatswijzigingen en daarmee het aanwijzen van herplaatsingskandidaten, te voorkomen. Als duidelijk is dat dit niet mogelijk is zonder maatregelen te nemen, moet het bevoegd gezag een zogenaamde houtskoolschets opstellen waaruit blijkt welke functiegroepen het betreft. In de houtskoolschets wordt aangegeven welk veranderdoel wordt nagestreefd en wordt de weg waarlangs dat bereikt denkt te worden, uiteengezet. In dit stadium hoeft dus nog niet vast te staan hoe de nieuwe organisatie er precies uit zal komen te zien en wat dat betekent voor de taken en werkpakketten van de medewerkers. Wel wordt een inzicht gegeven in de te verwachte personele krimp die gepaard gaat met het veranderingsproces. In fase 2 ligt, nog meer dan in fase 1, de nadruk op het stimuleren van loopbaan en vrijwillige mobiliteit en is een uitgebreider pakket van Sociaal Flankerend Beleid beschikbaar voor medewerkers die behoren tot de aangewezen functiegroepen. Dit uitgebreide pakket blijft van toepassing totdat de aanwijzing van de betreffende groep komt te vervallen. Fase 3 De derde fase, de reorganisatie, treedt alsnog in als het tijdens fase 2 niet mogelijk is gebleken binnen de daarvoor bepaalde tijd, om boventalligheid, gedwongen functiewijzigingen en/of gedwongen standplaatswijzingen te voorkomen. Het meest uitgebreide pakket SFB is beschikbaar voor medewerkers in fase 3, met dien verstande dat zij aangewezen zijn als herplaatsingskandidaat. Overleg met de ondernemingsraad en de vakbonden De ondernemingsraden zijn de gesprekspartner van het management als het gaat om de algemene en organisatorische aspecten van een reorganisatie. Het Georganiseerd Overleg (GO) gaat over de sociale en rechtspositionele consequenties van een reorganisatie. Pagina 18 van 63

19 Voor de omgang met de medezeggenschap is een drietal momenten van belang: De houtskoolschets In de houtskoolschets wordt aangegeven welk veranderdoel wordt nagestreefd. Bovendien wordt de weg waarlangs dit bereikt dient te worden aangegeven. In dit stadium hoeft echter nog niet vermeld te worden hoe de nieuwe organisatie er exact uit moet komen te zien. Wel wordt een inzicht gegeven in de te verwachten personele krimp die naar verwachting met de reorganisatie gepaard zal gegaan. De houtskoolschets is onderwerp van bespreking met de betreffende (G)OR met als doel dat de ondernemingsraad de noodzaak van de voorziene krimp, dan wel standplaatswijzigingen etc., onderkent. Het betreft hier echter geen formeel adviesrecht. De houtskoolschets dient ook aan het GO gemeld te worden. Aanwijzing van fase twee-kandidaten kan in deze fase plaatsvinden. Voorgenomen besluit tot reorganisatie Het bevoegd gezag dient een voornemen tot reorganisatie bekend te maken. Dit dient ook aan de medezeggenschap te worden aangeboden. Volgens de WOR heeft de ondernemingsraad adviesrecht ten aanzien van een voorgenomen besluit tot een belangrijke reorganisatie. Wanneer het een JJI-brede reorganisatie betreft is de GOR JJI de gesprekspartner van het management. Het is binnen DJI gebruik dat, wanneer het voorgenomen besluit aan de (G)OR wordt voorgelegd, daaraan ook een uitgewerkt O&F-rapport wordt toegevoegd. De (G)OR dient immers in de gelegenheid te worden gesteld om een advies uit te brengen over de totale reorganisatie, inclusief inrichtingsplannen etc. (Bij dit O&F-rapport dient een was/wordt-lijst en een personeelsplan, waarin staat hoe met de personele gevolgen wordt omgegaan en hoe het plaatsingsproces verloopt, te worden gevoegd.) De sociale en rechtspositionele aspecten van de voorgenomen reorganisatie worden ook in deze fase met het GO besproken. Besluit tot reorganisatie Nadat het adviestraject is doorlopen wordt het daadwerkelijke besluit tot reorganisatie genomen. Het besluit vermeldt onder andere wanneer de nieuwe organisatie een feit dient te zijn. Politiek primaat Een aspect dat bij een mogelijke reorganisatie van JJI in dit verband niet onvermeld kan blijven is het primaat van de politiek: wanneer de Minister, met instemming van het parlement, eventueel zou besluiten om een aantal (met name genoemde) instellingen (of locaties) te sluiten of de capaciteit van inrichtingen/locaties substantieel te verminderen, is dit feit als zodanig voor de medezeggenschap van DJI een gegeven. Wel vindt vanzelfsprekend overleg met de medezeggenschap plaats over de vrije ruimte die het door de politiek genomen besluit eventueel nog laat. Pagina 19 van 63

20 3 Personele gegevens en analyse 3.1 Personele samenstelling (kwantitatief) In onderstaande tabel zijn de personele kerngegevens weergegeven van de JJI s (zowel rijk als particulier). peildatum werkelijke bezetting Inrichting fte personen deeltijdfactor Den Hey-Acker-Breda 1-jul 292,0 308,0 0,95 Den Hey-Acker- Vught 1-jul 99,9 108,0 0,93 Keerpunt 1-mei 132,0 157,0 Hunnerberg-Maasberg 1-jul 105,6 112,0 0,94 Hunnerberg- Nijmegen 1-jul 174,6 202,0 0,86 Doggershoek 1-jul 247,9 271,0 0,91 Amsterbaken 1-mei 103,0 103,0 1,00 Teylingereind 1-mei 204,8 238,0 0,86 Hartelborgt 1-jul 296,7 313,0 0,95 Avenier-Kolkemate 1-mei 145,6 157,0 0,93 Avenier-'t Anker *) 145,0 150,0 Rentray-Rekken 1-mei 207,0 229,0 0,90 Juvaid Veenhuizen 1-mei 133,0 156,0 0,85 Heuvelrug-Eikenstein 1-jul 158,4 168,0 0,94 Heuvelrug-Overberg 1-jul 137,8 144,0 0,96 Rentray-Lelystad 1-mei 198,0 214,0 0,93 Totaal 2781,3 3030,0 0,97 *) schatting obv jaarplan Personele samenstelling Rijksinrichtingen Onderstaande tabel geeft de verhouding man/vrouw en de gemiddelde leeftijd weer voor de Rijksinrichtingen. Pagina 20 van 63

21 Man/vrouw verhouding en gemiddelde leeftijd 70,0 60,0 Procenten en jaren 50,0 40,0 30,0 20,0 Percentage man Percentage vrouw Gemiddelde leeftijd 10,0 0,0 DEN HEY-ACKER DE HUNNERBERG DE DOGGERSHOEK DE HARTELBORGT DE HEUVELRUG JJI Het personeelsbestand is te typeren als: een gemiddelde leeftijd van 40 jaar, een opleidingsniveau van mbo voor het merendeel. De man/vrouw verhouding bedraagt 58%/42%. De Doggershoek heeft de laagste gemiddelde leeftijd van 37,8 jaar; terwijl de man/vrouw verhouding practisch in evenwicht is: 52%/48%. De Hartelborgt zit aan de andere kant van het spectrum met een gemiddelde leeftijd van 40 jaar en een man/vrouw verhouding van 62%/38%. De gemiddelde natuurlijke uitstroom over de Rijks JJI s bedraagt ongeveer 5%; deze is regionaal verschillend en zal de komende jaren waarschijnlijk niet wijzigen. Toelichting op functielandschap bij de Rijksinrichtingen Onderstaande tabel geeft een nader beeld van het functielandschap bij de Rijksinrichtingen. Verdeling functiegroepen Rijks JJI's 900,0 800,0 Aantal fte 700,0 600,0 500,0 400,0 300,0 200,0 Staf, bedrijfsvoering & administratie Beveiliging Groepsleiding Behandeling & Zorg Management Facilitair Vrije tijd & Vorming 100,0 0,0 1 Functiecategorie Pagina 21 van 63

22 Nadere toelichting op de tabel: De volgende clustering van functiegroepen is gehanteerd: o Staf, bedrijfsvoering en administratie. Het omvat de functies: advies, bedrijfsvoering, administratieve ondersteuning, medezeggenschap, personeelsinzet, BSD en bewonersadministratie. o Beveiliging. Het omvat de functies: beveiliging, badmeester en fouillering. o Groepsleiding. Het omvat de functies groepsleider, senior groepsleider, pedagogisch medewerker en senior pedagogisch medewerker. o Behandeling en zorg. Het gaat hier om de functies individuele zorg, behandeling gedrag, medische zorg en maatschappelijk werk. o Management. Het omvat de functies directeur, afdelingshoofd en overig middenkader. o Facilitair. Het gaat om de functies op het gebied van facilitaire zaken en BHV. o Vrije tijd en vorming. Het omvat de functies op het gebied van educatie en vorming en dagbesteding. Verreweg de grootste groep medewerkers heeft een functie in de groepsleiding. De gemiddelde leeftijd van deze groep is 38 jaar, verhouding man/vrouw is 60%-40%. De groep beveiligers is andersoortig van samenstelling. De gemiddelde leeftijd ligt op 40 jaar, de verhouding man/vrouw is 75%-25%. Voor de overige groepen zijn vergelijkbare analyses voorhanden. 3.2 Personele ontwikkeling (kwalitatief) De JJI s zijn continue bezig met het verbeteren en aanpassen van de aanpak van de jeugd in de Justitiële inrichtingen. In 2007 is op basis van aanbevelingen van de gezamenlijke Inspecties en de Algemene Rekenkamer een deltaplan opgesteld. In dit plan worden maatregelen uitgewerkt voor 6 clusters: personeel, behandelprogrammering, onderwijs, ketenzorg, capaciteit en sturing. De genomen maatregelen voor het personeel worden hier verder toegelicht. Een belangrijke functiegroep in de inrichtingen betreft de groepsleiding. Zij hebben immers dagelijks contact met de jeugdigen. De afgelopen jaren zijn gerichte acties uitgevoerd om de kwaliteit van deze functiegroep te verhogen. Deze acties zijn: In het kader van de opwaardering van de kwaliteit van het groepswerk zijn nieuwe functieprofielen voor groepsleiders vastgesteld. Daarbij worden de twee bestaande groepsleiderfuncties (groepsleider en senior groepsleider) vervangen door drie nieuwe functies (groepsleider nieuwe stijl, pedagogisch medewerker en senior pedagogisch medewerker), waardoor het carrièreperspectief en bijbehorende salariëring voor groepsleiders is verbeterd. Met de medezeggenschap zijn afspraken gemaakt over het transitieproces, waarbij in 2014 de eindsituatie zou moeten worden bereikt (zie hierna functiedifferentiatie). Pagina 22 van 63

23 In samenwerking met het Opleidingsinstituut DJI en een aantal Hogescholen in het land heeft de sector voor de groepsleiders een landelijke dekking van een gericht opleidingsaanbod op hbo-niveau gezorgd. Elke inrichting heeft in een opleidingsplan neergelegd op welke wijze de groepsleiders en het overige personeel op het gewenste niveau worden gebracht en hoe zij (door middel van periodieke bijscholing) ook op dat niveau worden gehouden. Minimaal één maal per twee jaar wordt in de JJI s een medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd. In het volgende overzicht is de stand van zaken weergegeven van deze maatregelen. Inventarisatie opleidings niveau groepsleiding Hey-Acker Hartelborgt Hunnerberg Heuvelrug Doggershoek Aantal Perc. Aantal Perc. Aantal Perc. Aantal Perc. Aantal Perc. geen diploma 5 2% 0 0% 0 0% 1 1% 43 27% VMBO-diploma 2 1% 27 15% 11 7% 9 6% 13 8% MBO-diploma % % 98 63% 95 68% 69 44% HBO-diploma 39 17% 43 24% 41 26% 31 22% 26 17% HBO-diploma % 2 1% 1 1% 0 0% 6 4% WO-diploma 2 1% 2 1% 5 3% 4 3% 0 0% Totaal aantal % % % % % Functiedifferentiatie In 2007 zijn voor de 5 rijksinrichtingen drie nieuwe functieprofielen voor de groepsleiderfuncties opgesteld en door het Georganiseerd Overleg goedgekeurd. Bij de nieuwe profielen wordt meer nadruk gelegd op het onderkennen van problematiek, rapporteren en observeren, en het onderhouden van contact met ketenpartners en ouders. Door de invoering van de nieuwe functieprofielen wordt bovendien het carrièreperspectief van de groepsleiders verbeterd doordat naast de schalen 7 en 8 een functie in schaal 9 wordt toegevoegd. De wijziging in het functielandschap betreft het invoeren van de functies groepsleider (nieuwe stijl), pedagogisch medewerker en senior pedagogisch medewerker. Voor de laatste twee functies is een relevant hbo-diploma vereist, met daarnaast eventueel aanvullende scholing indien het de functie van senior pedagogisch medewerker betreft. De functie van senior groepsleider komt op termijn te vervallen. In de gewenste eindsituatie is de verhouding per team 2 groepsleiders, 5 pedagogisch medewerkers en 2 senior pedagogisch medewerkers. Dat betekent dat voor 7 van de 9 FTE een hbo-diploma als functie-eis geldt, ofwel afgerond 75%. Deze drie profielen hebben betrekking op de rijksinrichtingen, maar ook de particuliere inrichtingen zijn bezig om naast hun twee reeds bestaande functies een schaal 9-functie in te voeren. Ook voor de particuliere JJI s geldt dat zij de komende jaren toewerken naar een situatie waarin 75% van het personeel op de groep een hbo-diploma bezit. Pagina 23 van 63

24 Opleiden personeel Op dit moment beschikt sectorbreed 29% van het personeel op de groep over een hbo-diploma. Daarnaast heeft 55% van de medewerkers een mbo-diploma en is 16% in het bezit van (maximaal) een vmbo-diploma. In 2008 is een groot aantal opleidingstrajecten gestart. Op dit moment volgen sectorbreed (rijks en particulier) circa 360 medewerkers een hbo-opleiding (25% van het totaal aantal groepsleiders). Daarnaast volgen nog eens ruim 100 medewerkers een mbo-opleiding (7% van het totaal aantal groepsleiders). Eerder is vastgesteld dat - gelet op de duur van de opleiding, de verschillende startsituaties per inrichting (verschillen in het huidige opleidingsniveau van de medewerkers) en het personeelsverloop - de doelstelling van 75% hbo-opgeleid personeel vanaf 2014 kan zijn gerealiseerd. Samenwerking hogescholen Geconstateerd werd verder dat de reguliere sociaal-agogische hboopleidingen niet altijd even goed aansluiten bij het werken in een JJI. Met name het gedwongen kader van de behandeling maakt dat andere accenten nodig zijn. Hierdoor ontstond bij de JJI s behoefte om samenwerking te zoeken met hogescholen binnen de regio. Zo is meer maatwerk mogelijk. Alle JJI s hebben inmiddels een samenwerking tot stand gebracht met een of meer hogescholen in hun regio. Sommige van deze hogescholen bieden een minor werken in een gedwongen kader. Ook hebben enkele JJI s in samenwerking met hogescholen uit de regio een intern opleidingsprogramma ontwikkeld en zijn trajecten opgezet voor zijinstromers. Naast de verbetermaatregelen binnen de sector speelt ook een tweetal interdepartementale projecten een rol in de kwaliteitsverbetering: Actieplan Professionalisering Jeugdzorg Halverwege 2007 is het Actieplan Professionalisering Jeugdzorg van start gegaan. Dit plan heeft tot doel van medewerkers in de (brede) jeugdzorg betere en beter opgeleide professionals te maken en de organisatie en status van het beroep te verhogen. Dit vindt onder meer plaats door het ontwikkelen van een overzichtelijke en samenhangende beroepenstructuur, het verbeteren van de beroepsuitoefening door sterke beroepsverenigingen en de invoering van een beroepsregistratie, een beroepscode en tuchtrecht voor de gehele jeugdzorg. Ook worden beroepsopleidingen en de bij- en nascholingsmogelijkheden geactualiseerd. Ook de justitiële jeugdzorg (JJI s, Halt en Raad voor de Kinderbescherming) participeert in dit traject. De wettelijk verplichte registratie betreft de groepsleiding (in eerste instantie alleen de hbo-functies) en gedragswetenschappers en zal naar verwachting in 2012 worden geïmplementeerd. Jeugdzorg: Goed Werk Het project Jeugdzorg: Goed Werk heeft als doel het versterken van het arbeidsmarkt- en personeelsbeleid in de (brede) jeugdzorg om ook in de toekomst gekwalificeerd en gemotiveerd personeel te kunnen werven en behouden. Het project wordt gefinancierd met subsidie vanuit het ministerie voor Jeugd en Gezin en het ministerie van Justitie. MO-groep Jeugdzorg neemt samen met de vakbonden actief deel in de werkgroep die het project aanstuurt. Ook de werkgevers in de justitiële jeugdzorg (JJI s, Halt en Raad voor de Kinderbescherming) zijn in de werkgroep vertegenwoordigd. Het Pagina 24 van 63

25 project omvat maatregelen op het terrein van veilig en gezond werken, versterking van arbeidsmarktonderzoek en versterking van regionaal arbeidsmarktbeleid. Pagina 25 van 63

26 4 De personeelsaanpak 4.1 Uitgangspunten Vanuit goed werkgeverschap wordt gekozen voor een snelle, maar gecontroleerde uitstroom van het boventallige personeel. Snelheid is essentieel om ervoor te zorgen dat de medewerkers op zo kort mogelijke termijn nieuw perspectief krijgen en daarmee hun kansen op ander werk actief kunnen benutten. De uitstroom dient echter niet ten koste te gaan van de kwaliteit die aan de jeugdigen wordt geboden. En dient voldoende mogelijkheden te bieden om in te kunnen spelen op mogelijk nieuwe beleidsontwikkelingen in de toekomst. Daarom dient tijdens de uitstroom een balans gevonden te worden tussen de belangen van de medewerkers enerzijds en kwaliteit van de uitvoering en personele flexibiliteit anderzijds. De inzet is alles te doen om de medewerkers van werk naar werk te begeleiden. En zoveel mogelijk gedwongen ontslag te voorkomen. Voor de aanpak zijn de volgende uitgangspunten gekozen. Behoud van kwaliteit De personeelsaanpak dient de bereikte en nog te bereiken resultaten op het gebied van opleiding en behandelkwaliteit te waarborgen. In 2007 zijn voor de 5 rijksinrichtingen drie nieuwe functieprofielen voor de groepsleiderfuncties opgesteld en door het Georganiseerd Overleg goedgekeurd. De wijziging in het functielandschap betreft het invoeren van de functies groepsleider (nieuwe stijl), pedagogisch medewerker en senior pedagogisch medewerker in de verhouding per team. Voor de laatste twee functies is een relevant hbo-diploma vereist, met daarnaast eventueel aanvullende scholing indien het de functie van senior pedagogisch medewerker betreft. Bij de afzonderlijke particuliere inrichtingen lopen soortgelijke trajecten, eveneens met als doel het functielandschap van de inrichtingen ondersteunend te laten zijn aan de kwaliteitsmaatregelen die de recente jaren zijn getroffen. Uitgangspunt is dat een doelstelling van 75% hbo-opgeleid personeel vanaf 2014 kan zijn gerealiseerd. Op dit moment volgen sectorbreed (rijks en particulier) circa 360 medewerkers een hbo-opleiding. Daarnaast volgen nog eens ruim 100 medewerkers een mbo-opleiding. De huidige ontwikkelingen ten aanzien van de leegstand en de daaraan verbonden personele gevolgen, zijn van invloed op de realisatie van deze doelstelling. Inzet is de doelstellingen ten aanzien van het vergroten van de kwaliteit te handhaven. Versterken van mobiliteit Uitstroom uit de JJI-sector (Rijk-en particulier) is gezien de grootte van het vraagstuk onvermijdelijk. Bij het oplossen van boventalligheid ligt de prioriteit bij het vinden van een alternatief binnen de regio waarbij de kennis van de medewerkers zoveel mogelijk behouden blijft voor de jeugdof zorgsector. Het gaat daarbij zowel om alternatieven binnen de eigen organisatie (een andere JJI in de regio), naar andere sectoren binnen DJI Pagina 26 van 63

De Samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel en de minister van BZK als werkgever Sector Rijk geven hieronder gezamenlijk uitleg over de door hen gesloten Overeenkomst loopbaanondersteuning, arbeidsmarkt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 24 587 Justitiële Inrichtingen Nr. 429 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Sociaal flankerend beleid sector Rijk 2008-2012

Sociaal flankerend beleid sector Rijk 2008-2012 Onderdeel DGOBR/POIR/afd. P Inlichtingen J. van Baarle/ P. Zijp T 070 426 7661/6640 F 070-426 73 32 1 van 10 Aan De Ministers Aantal bijlagen 1 Onderwerp Sociaal flankerend beleid sector Rijk 2008-2012

Nadere informatie

Personeelsplan. Samenwerking Leiden - Leiderdorp

Personeelsplan. Samenwerking Leiden - Leiderdorp Bijlage behorend bij de Gemeenschappelijke Regeling sociale diensten gemeenten Leiden en Leiderdorp, 2006 Personeelsplan Samenwerking Leiden - Leiderdorp 1 van 5 01. Inleiding. Het besluit van de gemeente

Nadere informatie

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015 Duurzame inzetbaarheid uitgangspunt personeelsbeleid Het voorstel is duurzame inzetbaarheid centraal te stellen in het personeelsbeleid om medewerkers van alle levensfasen optimaal inzetbaar te houden

Nadere informatie

Reorganisatiecode Universiteit Leiden

Reorganisatiecode Universiteit Leiden Reorganisatiecode Universiteit Leiden 1. Voorbereidingsfase 2. Aankondiging 3. Uitwerkingsfase 4. Centraal overleg 5. Uitvoeringsfase 1. Voorbereidingsfase De voorgenomen reorganisatie wordt door de decentrale

Nadere informatie

een faculteit of dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit Twente als geheel geldt de UT als eenheid.

een faculteit of dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit Twente als geheel geldt de UT als eenheid. óa REORGANISATIECODE peejs~!e~!sjea!un BEGRIPPENLIJST Werkgever: Beheerder: Eenheid: het College van Bestuur de decaan van een faculteit of de directeur van een dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit

Nadere informatie

Het Bestuur van de Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg Postbus ZH VOORHOUT. t.a.v. de heer drs. H. Kelderman. Datum

Het Bestuur van de Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg Postbus ZH VOORHOUT. t.a.v. de heer drs. H. Kelderman. Datum a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Het Bestuur van de Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg Postbus 98 2215 ZH VOORHOUT t.a.v. de heer drs. H. Kelderman Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

circulaire Selectieve vacaturestop en procedure

circulaire Selectieve vacaturestop en procedure Postbus 30132 2511 DP Den Haag Turfmarkt 147 Overlegza ken Beleid, Control en Penitentiaire Inrichtingen Rijks Justitiele Jeugdinrichting Detentie- en Uitzendcentra Rijks Forensisch Psychiatrische Centra

Nadere informatie

Reorganisatieprocedure in een notendop

Reorganisatieprocedure in een notendop Reorganisatieprocedure in een notendop Typen reorganisaties Geen reorganisatie (type 1 en 2), voorbeelden: Kleine wijzigingen in de organisaties, zoals een individuele aanpassing van de functieomvang.

Nadere informatie

een faculteit of dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit Twente als geheel geldt de UT als eenheid.

een faculteit of dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit Twente als geheel geldt de UT als eenheid. REORGANISATIECODE BEGRIPPENLIJST Werkgever: Beheerder: Eenheid: OPUT: Lokaal overleg: Universiteitsraad: het College van Bestuur de decaan van een faculteit of de directeur van een dienst. Bij een reorganisatie

Nadere informatie

Daartoe spreken partijen onderstaand pakket maatregelen af ter bevordering van de mobiliteit van personeel.

Daartoe spreken partijen onderstaand pakket maatregelen af ter bevordering van de mobiliteit van personeel. Onderhandelaarsakkoord convenant mobiliteit passend onderwijs PARTIJEN Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap PO-Raad VO-raad AOC Raad CNV Onderwijs AVS CMHF OVERWEGENDE: dat er sprake is van

Nadere informatie

Vastgesteld in CvB-vergadering d.d. 8 juli 2014, na instemming OR d.d. 4 juli Reorganisatieprocedure TU Delft

Vastgesteld in CvB-vergadering d.d. 8 juli 2014, na instemming OR d.d. 4 juli Reorganisatieprocedure TU Delft Reorganisatieprocedure TU Delft Inleiding De continuïteit van de bedrijfsvoering van de TU Delft wordt voor een niet onbelangrijk deel bepaald door de wendbaarheid en flexibiliteit van de organisatie.

Nadere informatie

DJI-convenant 2018 t/m Werken aan een "Solide Personeelsbeleid"

DJI-convenant 2018 t/m Werken aan een Solide Personeelsbeleid DJI-convenant 2018 t/m 2021 Werken aan een "Solide Personeelsbeleid" Het regeerakkoord Rutte III formuleert op verschillende plaatsen voornemens die de DJI organisatie raken. Zo wordt bijvoorbeeld de voorwaardelijke

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 24 587 Justitiële Inrichtingen Nr. 403 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

verantwoordingsonderzoek 2017 bij het Ministerie van Financiën en Nationale

verantwoordingsonderzoek 2017 bij het Ministerie van Financiën en Nationale BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070 342 43 44 E voorlichting@rekenkamer.nl W www.rekenkamer.nl

Nadere informatie

Hoofdstuk 17 wordt inclusief koptekst gewijzigd en komt als volgt te luiden

Hoofdstuk 17 wordt inclusief koptekst gewijzigd en komt als volgt te luiden Bijlage 1 bij ledenbrief ECCVA/U201201556 Bijlage 1 CAR Teksten A Hoofdstuk 17 wordt inclusief koptekst gewijzigd en komt als volgt te luiden HOOFDSTUK 17 OPLEIDING EN ONTWIKKELING Ontwikkeling en mobiliteit

Nadere informatie

Vragen uit informatiebijeenkomsten AIAD

Vragen uit informatiebijeenkomsten AIAD Vragen uit informatiebijeenkomsten AIAD Wat betekent de aanstelling in algemene dienst voor de medewerkers? De aanstelling in algemene dienst heeft geen directe consequenties voor medewerkers. In artikel

Nadere informatie

Presentatie. Uitvoering mobiliteitsbeleid

Presentatie. Uitvoering mobiliteitsbeleid Presentatie Uitvoering mobiliteitsbeleid Huidige situatie - Een veranderende overheid Regievoerende, agenderende en participerende overheid Rotterdam, stad in beweging voor resultaat op straat Financiële

Nadere informatie

Medewerkers op afdelingen en/of functies waarin wordt verwacht dat (veel) boventalligheid zal ontstaan.

Medewerkers op afdelingen en/of functies waarin wordt verwacht dat (veel) boventalligheid zal ontstaan. Onderhandelingsresultaat Sociaal Plan KAS BANK (16-1-19) Uitgangspunten - Van-werk-naar-werk-begeleiding is essentieel. Handhaven van het vermogen om zelf inkomen te verdienen dient boven vergoedingen

Nadere informatie

FUSIE CONVENANT ADDENDUM BIJ DOORLOPEND SOCIAAL PLAN ORGANISATIEONTWIKKELING KWINTES. Inzake fusie Kwintes en Stichting Iks

FUSIE CONVENANT ADDENDUM BIJ DOORLOPEND SOCIAAL PLAN ORGANISATIEONTWIKKELING KWINTES. Inzake fusie Kwintes en Stichting Iks FUSIE CONVENANT ADDENDUM BIJ DOORLOPEND SOCIAAL PLAN ORGANISATIEONTWIKKELING KWINTES Inzake fusie Kwintes en Stichting Iks Fusie convenant 1 van 7 INLEIDING Het fusie convenant bestaat uit: - het doorlopend

Nadere informatie

Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie

Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie Henk Kool Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Aan: de Commissie Sociale zaken, Werkgelegenheid, Economie en Internationale

Nadere informatie

F A Q. Vraag en antwoord over de uitwerking van het Sociaal Beleid Rijk (Van- Werk- naar- Werk- beleid) voor de Belastingdienst

F A Q. Vraag en antwoord over de uitwerking van het Sociaal Beleid Rijk (Van- Werk- naar- Werk- beleid) voor de Belastingdienst Vraag en antwoord over de uitwerking van het Sociaal Beleid Rijk (Van- Werk- naar- Werk- beleid) voor de Belastingdienst Waarom is er een uitwerking van het Sociaal Beleid Rijk voor de Belastingdienst?

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Sancties Directie Sanctie- en Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag

Nadere informatie

In deze brief informeren wij u over de ontstane situatie bij de Stichting Edudelta Onderwijsgroep (hierna: Edudelta).

In deze brief informeren wij u over de ontstane situatie bij de Stichting Edudelta Onderwijsgroep (hierna: Edudelta). >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag.. Middelbaar Beroeps Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Concept-Convenant verlaging caseload gezinsvoogdij. Convenant. 1. De Minister voor Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering

Concept-Convenant verlaging caseload gezinsvoogdij. Convenant. 1. De Minister voor Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering Concept-Convenant verlaging caseload gezinsvoogdij De ondergetekenden: Convenant 1. De Minister voor Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering en 2. De provincies en de grootstedelijke regio

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Datum 2 maart 2009 Onderwerp Kamervragen over het veiligheidsbed in justitiële jeugdinrichtingen

Datum 2 maart 2009 Onderwerp Kamervragen over het veiligheidsbed in justitiële jeugdinrichtingen > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Afbouw DVO Dobbeplas, samenvattend overzicht, toelichting en kostenberekening

Afbouw DVO Dobbeplas, samenvattend overzicht, toelichting en kostenberekening Afbouw DVO Dobbeplas, samenvattend overzicht, toelichting en kostenberekening Samenvattend overzicht bevindingen Dobbeplas Kosten huidige dienstverlening door GZH: De kosten van de huidige dienstverlening

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Sturing en bedrijfsvoering SW Steller J. den Hoedt De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 41 57 Bijlage(n) 0 Ons kenmerk 6168312 Datum Uw brief van Uw

Nadere informatie

Handreiking harmonisatie arbeidsvoorwaarden Peuterspeelzalen - Kinderopvang

Handreiking harmonisatie arbeidsvoorwaarden Peuterspeelzalen - Kinderopvang Handreiking harmonisatie arbeidsvoorwaarden Peuterspeelzalen - Kinderopvang 1. Doelstelling CAO-partijen in de Kinderopvang hechten eraan dat de harmonisatie van arbeidsvoorwaarden van medewerkers die

Nadere informatie

Transitieplan. 12 september 2013

Transitieplan. 12 september 2013 Transitieplan 12 september 2013 Situatie Oost-Groningen Hoog aantal Wsw-ers (3,5 x landelijk gemiddelde) Hoog aantal Wajongeren (2 x landelijk gemiddelde) Arbeidsparticipatie is laag (61% ten opzichte

Nadere informatie

Vitaal Organiseren. Inhoudsopgave. meer organiseren, minder reorganiseren

Vitaal Organiseren. Inhoudsopgave. meer organiseren, minder reorganiseren Vitaal Organiseren meer organiseren, minder reorganiseren Inhoudsopgave Inleiding... 2 Waarom vitaal organiseren?... 3 Verantwoordelijkheden... 3 Wat is vitaal organiseren?... 5 Fase 1: regulier personeelsbeleid...

Nadere informatie

Regeling Generatiepact Noord-Hollands Archief

Regeling Generatiepact Noord-Hollands Archief Regeling Generatiepact Noord-Hollands Archief Het dagelijks bestuur van het Noord-Hollands Archief, overwegende dat het gewenst is om de instroom van jongeren en het duurzaam doorwerken van oudere medewerkers

Nadere informatie

Samenvatting eindvoorstel CAO PO 2014-1015

Samenvatting eindvoorstel CAO PO 2014-1015 Samenvatting eindvoorstel CAO PO 2014-1015 (20140411) Dit eindvoorstel komt voort uit de gesprekken die de PO-Raad en de werknemersorganisaties voerden tussen november 2013 en februari 2014. Het is de

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Belastingdienst. De leden van het Georganiseerd Overleg Belastingdienst. Geachte leden,

Belastingdienst. De leden van het Georganiseerd Overleg Belastingdienst. Geachte leden, > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag AAN De leden van het Georganiseerd Overleg Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.ni Inlichtingen j.poels@belastingdienst.n1

Nadere informatie

Hoofd Werken & Leren, Vrije Tijd & Dagbesteding

Hoofd Werken & Leren, Vrije Tijd & Dagbesteding Hoofd Werken & Leren, Vrije Tijd & Dagbesteding Ministerie van Veiligheid en Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen Functieomschrijving Wij zijn op zoek naar een hoofd voor de afdeling die kennis heeft

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 73847 27 december 2017 Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Rechtsbescherming

Nadere informatie

Afbouw DVO Rottemeren, samenvattend overzicht, toelichting en kostenberekening

Afbouw DVO Rottemeren, samenvattend overzicht, toelichting en kostenberekening Afbouw DVO Rottemeren, samenvattend overzicht, toelichting en kostenberekening Samenvattend overzicht bevindingen Rottemeren Kosten huidige dienstverlening door GZH: De kosten van de huidige dienstverlening

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

Model plaatsingsprocedure EUR. 1. Inleiding

Model plaatsingsprocedure EUR. 1. Inleiding Model plaatsingsprocedure EUR 1. Inleiding Als onderdeel van het reorganisatieplan wordt in het formatie plan beschreven uit welke en hoeveel functies de nieuwe organisatie zal bestaan. Op basis daarvan

Nadere informatie

Interventies eerder en meer inzetten: introductie nieuwe fasen vóór de ATC-fase

Interventies eerder en meer inzetten: introductie nieuwe fasen vóór de ATC-fase Eindbod nieuw Sociaal Plan Achmea - 7 april 2014 Hieronder zijn de hoofdlijnen van het eindbod van Achmea voor het nieuwe Sociaal Plan weergeven. Het betreft wijzigingen en aanvullingen op het huidig Sociaal

Nadere informatie

Onderwerp: Aanvraag ESF-subsidie Actieve Inclusie 2014 2016 Reg.nummer: 2014/379169

Onderwerp: Aanvraag ESF-subsidie Actieve Inclusie 2014 2016 Reg.nummer: 2014/379169 Collegebesluit Onderwerp: Aanvraag ESF-subsidie Actieve Inclusie 2014 2016 Reg.nummer: 2014/379169 1 Inleiding; Sinds mei 2014 is er een nieuwe ESF-subsidieregeling van kracht. Een belangrijke wijziging

Nadere informatie

Regeling Begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties

Regeling Begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties Regeling Begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties Pre-ambule In de cao provincies 2012-2015 zijn uit oogpunt van goed werkgeverschap afspraken gemaakt over een sectorale regeling Van Werk Naar

Nadere informatie

Van werk naar werk. Sociaal Plan reorganisatie Groot Salland

Van werk naar werk. Sociaal Plan reorganisatie Groot Salland Sociaal Plan reorganisatie Groot Salland Van werk naar werk Het Waterschap Groot Salland gaat reorganiseren met als doel een effectievere en efficiëntere organisatie. Dit vraagt om veranderingen op het

Nadere informatie

Handreiking. fasegewijs. (re)organiseren

Handreiking. fasegewijs. (re)organiseren Handreiking fasegewijs (re)organiseren BZK/DGOBR/POIR/Personeel Rijk Inhoudsopgave 0 Inleiding... 3 0.1 Deze Handreiking... 3 0.2 Fasegewijs (re)organiseren... 3 0.3 Schema fasegewijs (re)organiseren...

Nadere informatie

BIJLAGE 1, BEDOELD IN ARTIKEL B.8 VAN DE COLLECTIEVE AR- BEIDSVOORWAARDENREGELING PROVINCIES (Spelregels en flankerend beleid bij reorganisaties)

BIJLAGE 1, BEDOELD IN ARTIKEL B.8 VAN DE COLLECTIEVE AR- BEIDSVOORWAARDENREGELING PROVINCIES (Spelregels en flankerend beleid bij reorganisaties) BIJLAGE 1, BEDOELD IN ARTIKEL B.8 VAN DE COLLECTIEVE AR- BEIDSVOORWAARDENREGELING PROVINCIES (Spelregels en flankerend beleid bij reorganisaties) A. PROCEDURELE KADERS BIJ REORGANISATIES 1. De provincie

Nadere informatie

ontwikkeling van medewerkers

ontwikkeling van medewerkers ontwikkeling van medewerkers 38 Veel aandacht voor ontwikkeling van personeel In 21 heeft ROC ID College opnieuw veel aandacht besteed aan de ontwikkeling en professionalisering van personeel. Medewerkers

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Geldigheidsduur van het sociaal statuut. 3. Medezeggenschap

1. Inleiding. 2. Geldigheidsduur van het sociaal statuut. 3. Medezeggenschap Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Geldigheidsduur van het sociaal statuut 3. Medezeggenschap 4. Vakorganisaties en sociaal statuut 4.1 in welke gevallen moet er overleg met de vakorganisaties worden gevoerd?

Nadere informatie

ECCVA/U Lbr: 13/003 CvA/LOGA 13/02

ECCVA/U Lbr: 13/003 CvA/LOGA 13/02 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 uw kenmerk bijlage(n) 2 betreft wijziging hoofdstuk 10d CAR ons kenmerk ECCVA/U201300008 Lbr: 13/003 CvA/LOGA 13/02

Nadere informatie

Aanpak reorganisatie Nationale Politie. Informatiebijeenkomsten Januari 2014

Aanpak reorganisatie Nationale Politie. Informatiebijeenkomsten Januari 2014 Aanpak reorganisatie Nationale Politie Informatiebijeenkomsten Januari 2014 Doelstelling bijeenkomst Informatie over verloop van het proces. Informatie over de hoofdlijnen aanpak reorganisatie Nationale

Nadere informatie

B&W-Aanbiedingsformulier

B&W-Aanbiedingsformulier B&W.nr. 08.0949, d.d. 7 oktober 2008 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Sociaal kader BESLUITEN Behoudens advies van de commissie Het als bijlage toegevoegde sociaal kader (van toepassing op verzelfstandigen

Nadere informatie

Thema Te beantwoorden vragen (niet uitputtend) Wie verantwoordelijk Tijd gereed

Thema Te beantwoorden vragen (niet uitputtend) Wie verantwoordelijk Tijd gereed Proceskalender 2014 van De januari 2014 A-lijst : onderwerpen Thema Te beantwoorden vragen (niet uitputtend) Wie verantwoordelijk Tijd gereed 1. WERKBEDRIJF Taak en minimale functies Werkbedrijf Wat is

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 24 587 Justitiële Inrichtingen Nr. 587 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 25 juni 2014 De algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst

Nadere informatie

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies: Samenvatting: Inleiding: Al geruime tijd is (een vertegenwoordiging van)het college in gesprek met de stichting Sphinx over de kwaliteit en continuïteit van met name het agogisch werk, zoals dat door de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 011 01 4 587 Justitiële Inrichtingen Nr. 437 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Beleidsregels demotiebeleid van de gemeente Waalwijk

Beleidsregels demotiebeleid van de gemeente Waalwijk Beleidsregels demotiebeleid van de gemeente Waalwijk 1 Inleiding Demotie is één van de vele instrumenten die medewerkers en managers ter beschikking hebben om inzetbaarheid en mobiliteit te bevorderen

Nadere informatie

Datum 18 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over cipiers die ziek van angst zouden zijn door onveilige situaties in de gevangenissen

Datum 18 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over cipiers die ziek van angst zouden zijn door onveilige situaties in de gevangenissen 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie sanctietoepassing en Jeugd Portefeuille Boete en Detentie

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

(Definitief concept d.d. 21 juli 2009) Sociaal Plan afbouw en overdracht PGA

(Definitief concept d.d. 21 juli 2009) Sociaal Plan afbouw en overdracht PGA (Definitief concept d.d. 21 juli 2009) Sociaal Plan afbouw en overdracht PGA De ondergetekenden, 1. GGD Nederland, mede namens de bij haar aangesloten GGD en, 2. Stichting PGA Noord Stichting PGA Oost

Nadere informatie

Addendum Doorlopend Sociaal Plan. Stichting Eleos

Addendum Doorlopend Sociaal Plan. Stichting Eleos Addendum Doorlopend Sociaal Plan Stichting Eleos Inhoudsopgave 1. Inleiding...2 2. Algemene bepalingen...3 3. Boventalligheid...4 4. Mobiliteit...5 5. Overige bepalingen...7 6. Monitoring en evaluatie...7

Nadere informatie

STRATEGISCH PERSONEELSPLAN 1/14

STRATEGISCH PERSONEELSPLAN 1/14 STRATEGISCH PERSONEELSPLAN 2016 Gedeputeerde Staten 12 april 2016 1/14 2/14 1. Bedrijfsvoeringsvisie De bedrijfsvoeringsvisie van de provincie Bedrijfsvoering in de opgavengestuurde organisatie is de basis

Nadere informatie

Advies onderzoeksfase Lef L up! Samenvatting

Advies onderzoeksfase Lef L up! Samenvatting Advies onderzoeksfase Lef L up! Samenvatting Achtergrond Aansluitend op de strategische doelstelling van Noorderlink 'Mobiliteit tussen Noorderlink organisaties bevorderen' gaan we de kracht van het netwerk

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG DGOBR OPR Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Deze vragen werden ingezonden op 19 december met kenmerk 2018Z24306.

Deze vragen werden ingezonden op 19 december met kenmerk 2018Z24306. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Eigenaarsadvisering Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus

Nadere informatie

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting SHON (4523828)/30709

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting SHON (4523828)/30709 ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER Stichting SHON (4523828)/30709 Utrecht, 9 april 2015 Voorwoord Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar de omvang van de financiële buffer per 31 december

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

MOBILITEITSPLAN Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland

MOBILITEITSPLAN Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland MOBILITEITSPLAN Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland Inleiding Mobiliteit is één van de instrumenten voor integraal personeelsbeleid. Mobiliteit geeft medewerkers mogelijkheden om op

Nadere informatie

Samenkomst gezamenlijke Medezeggenschapsraden STAIJ

Samenkomst gezamenlijke Medezeggenschapsraden STAIJ Samenkomst gezamenlijke Medezeggenschapsraden STAIJ Werken aan evenwicht 21 maart 2013 Agenda Terugblik vorige bijeenkomst december 2012 Aanpak en prioritering Uitkomsten en effecten voor het komende jaar

Nadere informatie

Richtlijn inschaling zij-instromers

Richtlijn inschaling zij-instromers Richtlijn inschaling zij-instromers Route: Staf, d.d. Bestuur, voorlopig besluit, d.d. 4 maart 2019 Directieoverleg, d.d. 14 maart 2019 GMR, d.d. 21 maart 2019 (verzenddatum 6 weken vooraf; d.d. 8 maart

Nadere informatie

Verandering verzekerd

Verandering verzekerd Verandering verzekerd Van vangnet naar springplank Marianne François 4 juni 2015 Waar komen we vandaan? Geringe mobiliteit Lange dienstverbanden, beperkte mobiliteit Korte termijn reorganisaties 2 Baanzekerheid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 252 Besluit van 17 mei 2011 tot wijziging van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie in verband met het aanpassen van de

Nadere informatie

Kwartaalmonitor CFO Eerste kwartaal 2014 (januari februari - maart)

Kwartaalmonitor CFO Eerste kwartaal 2014 (januari februari - maart) Kwartaalmonitor CFO Eerste kwartaal 2014 (januari februari - maart) Monitor CFO, kwartaal 1 2014 Pagina 1 van 9 Leeswijzer In het eerste hoofdstuk leest u over de financiële opgave met betrekking tot CFO.

Nadere informatie

Evaluatie Van Werk Naar Werk beleid bij de Rijksoverheid

Evaluatie Van Werk Naar Werk beleid bij de Rijksoverheid Evaluatie Van Werk Naar Werk beleid bij de Rijksoverheid Jose Gravesteijn Jaap de Koning Kim Weistra Presentatie voor een bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar en Recht, 14 april 2016 Inhoud Hoofdpunten

Nadere informatie

De personele reorganisatie. Hoe werkt het? Toelichting bij de informatieve brief, november 2014

De personele reorganisatie. Hoe werkt het? Toelichting bij de informatieve brief, november 2014 De personele reorganisatie. Hoe werkt het? Toelichting bij de informatieve brief, november 2014 Inhoud 1. De functievergelijking 2 2. Functievolger of herplaatsingskandidaat? 4 3. Ik ben mogelijk functievolger.

Nadere informatie

Stappenplan strategische personeelsplanning

Stappenplan strategische personeelsplanning Stappenplan strategische personeelsplanning Met aandacht voor strategische personeelsplanning verbindt de werkgever de gesignaleerde toekomstige marktontwikkelingen met de daarvoor benodigde kwalitatieve

Nadere informatie

Magentazorg. Addendum. Doorlopend Sociaal Plan tot 1 juli 2015

Magentazorg. Addendum. Doorlopend Sociaal Plan tot 1 juli 2015 Magentazorg Addendum Doorlopend Sociaal Plan tot 1 juli 2015 versie 12 augustus 2014 Pagina 1 van 8 Verklaring Aldus overeengekomen te Heerhugowaard op 21 augustus 2014 tussen: De werkgever: Stichting

Nadere informatie

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Regeling studiefaciliteiten duurzame inzetbaarheid Vastgesteld bij besluit nr. 2015cb0168 van het College van Bestuur op 18 mei 2015 Deze regeling treedt in werking per 1 juni 2015 en vervangt de Regeling

Nadere informatie

Addendum GGZ WNB. Looptijd: datum ondertekening tot en met 1 januari 2020 DE ONDERGETEKENDE: Werkgever: GGZ WNB, gevestigd te Halsteren.

Addendum GGZ WNB. Looptijd: datum ondertekening tot en met 1 januari 2020 DE ONDERGETEKENDE: Werkgever: GGZ WNB, gevestigd te Halsteren. Addendum GGZ WNB Looptijd: datum ondertekening tot en met 1 januari 2020 DE ONDERGETEKENDE: Werkgever: GGZ WNB, gevestigd te Halsteren. Werknemersorganisaties: FNV- Zorg & Welzijn, gevestigd te Utrecht

Nadere informatie

Samen aan de IJssel Inleiding

Samen aan de IJssel Inleiding Samen aan de IJssel Samenwerking tussen de gemeenten Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel, kaders voor een intentieverklaring en voor een onderzoek. Inleiding De Nederlandse gemeenten bevinden

Nadere informatie

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T

Nadere informatie

REGELING WERVING EN SELECTIE VAN PERSONEEL IN HET PRIMAIR EN SPECIAAL ONDERWIJS

REGELING WERVING EN SELECTIE VAN PERSONEEL IN HET PRIMAIR EN SPECIAAL ONDERWIJS REGELING WERVING EN SELECTIE VAN PERSONEEL IN HET PRIMAIR EN SPECIAAL ONDERWIJS Vastgesteld door het College van Bestuur op 4 april 2017 1. Inleiding Deze regeling bevat de basisinformatie voor de werkwijze

Nadere informatie

PREAMBULE. INTENTIEVERKLARING REGIOGEMEENTE t.a.v. PERSONEEL VAN DE STADSREGIO ROTTERDAM

PREAMBULE. INTENTIEVERKLARING REGIOGEMEENTE t.a.v. PERSONEEL VAN DE STADSREGIO ROTTERDAM PREAMBULE INTENTIEVERKLARING REGIOGEMEENTE t.a.v. PERSONEEL VAN DE STADSREGIO ROTTERDAM Na aanname door de Tweede en Eerste Kamer van het wetsvoorstel Wet afschaffing plusregio's komt de wettelijke grondslag

Nadere informatie

VACATUREPROFIEL KWARTIERMAKER NATIONALE POLITIE

VACATUREPROFIEL KWARTIERMAKER NATIONALE POLITIE VACATUREPROFIEL KWARTIERMAKER NATIONALE POLITIE Dit vacatureprofiel betreft de functie van kwartiermaker nationale politie en tevens beoogd korpschef. Bureau ABD Politietop 31 maart 2011 ALGEMEEN Aanstelling

Nadere informatie

Herstelprogramma. GGD Zuid-Holland West. Bram Anker 2 juli 2012 concept 0.3. concept 0.3 2 juli 2012 1

Herstelprogramma. GGD Zuid-Holland West. Bram Anker 2 juli 2012 concept 0.3. concept 0.3 2 juli 2012 1 Herstelprogramma GGD Zuid-Holland West Bram Anker 2 juli 2012 concept 0.3 concept 0.3 2 juli 2012 1 1 Inleiding De GGD Zuid-Holland West (GGD ZHW) is na de verzelfstandiging van de stichting JGZ in financiële

Nadere informatie

Nieuwe ontslagrecht in 25 minuten? Jo van Saase

Nieuwe ontslagrecht in 25 minuten? Jo van Saase Nieuwe ontslagrecht in 25 minuten? Jo van Saase 0 Workshop nieuwe ontslagrecht en OR Hoofdlijnen nieuwe ontslagrecht Inzoomen op ontslag om bedrijfseconomische redenen De transitievergoeding + WW Sociaal

Nadere informatie

MOBILITEIT BEVORDERENDE MAATREGELEN; VRIJWILLIG Bijlage 3

MOBILITEIT BEVORDERENDE MAATREGELEN; VRIJWILLIG Bijlage 3 MOBILITEIT BEVORDERENDE MAATREGELEN; VRIJWILLIG Bijlage 3 Inleiding Schakelring heeft nu en de komende jaren te maken met fundamentele ontwikkelingen in welzijn en zorg, die continue aanpassingen en vernieuwingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 545 Uitvoering Wet Werk en Bijstand Nr. 189 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

: Politiewet 1993, artikel 44; Besluit financiën regionale politiekorpsen Relatie met andere circulaires EA96/U331

: Politiewet 1993, artikel 44; Besluit financiën regionale politiekorpsen Relatie met andere circulaires EA96/U331 Aan De Korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Vijf EA96/U435 22 maart 1996 Inlichtingen bij Doorkiesnummer F. Pex 070 3026560 Onderwerp Departementsonderdeel

Nadere informatie

1. Hoofdlijn Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs

1. Hoofdlijn Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs Aan de besturen van de samenwerkingsverbanden WSNS en de REC s Aan de leden van de PO-raad Utrecht, 18 april 2013 De Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs heeft betrekking op meerdere

Nadere informatie

Samen voor onderwijs in Apeldoorn

Samen voor onderwijs in Apeldoorn Samen voor onderwijs in Apeldoorn toelichting samenwerking AVOO en Veluwse Onderwijsgroep bijlage bij het convenant tussen gemeente Apeldoorn, De Veluwse Onderwijsgroep en AVOO (i.v.m. de personele unie

Nadere informatie

CNV Onderwijs gaat voor behoud van expertise

CNV Onderwijs gaat voor behoud van expertise CNV Onderwijs gaat voor behoud van expertise Zoals bekend heeft de minister van OCW grote bezuinigingen aangekondigd op passend onderwijs. CNV Onderwijs is en blijft het oneens met die bezuinigingen en

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie

Nadere informatie

Overgangsprotocol regelende de plaatsing van medewerkers van de stichting Gooisch Natuurreservaat (GNR) bij de NV PWN Waterleidingbedrijf

Overgangsprotocol regelende de plaatsing van medewerkers van de stichting Gooisch Natuurreservaat (GNR) bij de NV PWN Waterleidingbedrijf BIJLAGE E bij Voorlopig Ontwerpplan 3/12/2014 Overgangsprotocol regelende de plaatsing van medewerkers van de stichting Gooisch Natuurreservaat (GNR) bij de NV PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN)

Nadere informatie

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A 107607 - De overplaatsing als gevolg van boventalligheid houdt geen stand omdat de werkgever de regels die hij hiervoor heeft opgesteld niet juist heeft toegepast. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw

Nadere informatie

Nieuwe ontslagrecht in 25 minuten?

Nieuwe ontslagrecht in 25 minuten? Nieuwe ontslagrecht in 25 minuten? 0 Workshop nieuwe ontslagrecht en OR Hoofdlijnen nieuwe ontslagrecht Inzoomen op ontslag om bedrijfseconomische redenen De transitievergoeding + WW Sociaal plannen 1

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut van Stichting "Het Rijnlands Lyceum" te Wassenaar, primair onderwijs

Medezeggenschapsstatuut van Stichting Het Rijnlands Lyceum te Wassenaar, primair onderwijs Medezeggenschapsstatuut van Stichting "Het Rijnlands Lyceum" te Wassenaar, primair onderwijs Het bestuur van Stichting "Het Rijnlands Lyceum" en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van de gemeenschappelijke

Nadere informatie

Besluit van houdende regels ter uitvoering van artikel 36 van de Politiewet 2012 (Besluit verdeling sterkte en middelen politie)

Besluit van houdende regels ter uitvoering van artikel 36 van de Politiewet 2012 (Besluit verdeling sterkte en middelen politie) Besluit van houdende regels ter uitvoering van artikel 36 van de Politiewet 2012 (Besluit verdeling sterkte en middelen politie) Op voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van * 2012, nummer

Nadere informatie