LUCHTVERING AAL.ONDERSTEL INHOUDSOPGAVE STORINGEN.. OVERSTROOMKLEP. I. Onderhoud en afstellingen HOOGTEREGELKLEP.. Werking...

Transcriptie

1 Werkplaatsi n structies LUCHTVERNG AAL.ONDERSTEL NHOUDSOPGAVE ALGEMEEN CONTROLE EN AFSTELLNG Bldz. 2 3 STORNGEN.. OVERSTROOMKLEP. Fu nctie. Werking Onderhoud en afstellingen A{nemen en uit elkaar nemen Reinigen, ofderzoek en herstellen Sa menstellen en aa n brengen HOOGTEREGELKLEP.. 7 Functie.... Werking Onderhoud en afstellingen. Controle en herstellingen aan de wagen A{nemen en uit elkaar nemen., Reinigen, ohderzoek en herstellen Sa menstellen en aa n brengen B B B 9 AFNEMEN EN UT ELKAAR NEMEN VAN LUCHTVEERENONDERSTEL.,.. Af nemen Onderzoek en herstellen Sa menstellen en aa n brengen

2 ^ lt^-- o-rs-o \rlf' -tf llt f,rt -7 Werkplaatsinstructies opleggers en aanhangwagens LUCHTVERNG AAL.ONDERSTEL ALGEMEEN (Afb 1) Afb. 1. Overzicht asonderstel met luchtvering. Bij de DAF enkele as oplegger met luchtvering (typ. AAL) is de ophanging nagenoeg gelilk aan die vafr de tandemasopl"ggers typen TA en TAL, waa rbil de wielen lin ks en rechts volled ig onaf - ha n kelilk va n elkaa r ku n nen bewegen. leder wiel is aa n een a pa rt ju k opgeha ngen, hetwelk scha r- nierend bevestigd is aan het chassis. Deze constructie heeft voordelen boven de u itvoeringen met de vaste as. De stabillteit van de oplegger is hoog, daar de zijdelingse stabiliteit niet bepaald wordt door de hart-a{stand van de veren, zoals bij de vaste assen, doch door de ha rt-afsta nd va n de wielen. De luchtveer, die hier de conventionele bladveer vervangt, bestaat uit twee langwerpige rubber balgen, die met koordlagen versterkt zijn De buitenwand van de koordlagen is omgeven met een laag neoprene. Dit materiaal ls bestand tegen olie, ozon, sterke temperatuurwisselingen en nadelige invloeden van het zonlicht. Om de druk over de beide balgen gelilk te houden zijn deze door een gat in de middenwand met elkaar verbonden. De expansieketel (9, Afb. 2) is direct boven de luchtveer (7) geplaatst en staat met een kleine boring in verbind ing met de bovenste ba lg. De taa k va n de ketel ls om de luchtca paciteit va n de luchtveer te verg roten, waa rdoor een vermindering van de eigen frequentie wordt verkregen. Cm een goede dempende werking te verkrijgen is de opening tussen expansieketel en luchtveer klein gehouden. De gecomprimeerde lucht wordt verkregen vanuit het remsysteem. Vanuit de remluchtketel (2) stroomt de perslucht via een overstroom klep (1 ) (voor de besch rijving va n de overstroomklep zie onder,,overstroomklep") naa r het reservoir (3) va n de luchtveren. Va naf het reservoir stroomt de lucht door een filter (4) naa r de hoogteregelklep (5) (voor besch rijving van de hoogteregelklep zie onder,,hoogteregelklep"), Tussen hoogteregelklep (5) en expansieketel (9) is tevens een filter (ó) aangebracht om de hoogteregelklep te beschermen tegen stofdeeltles af komstig u it de expa nsiekeiel, tijdens het af blazen va n de lucht.

3 Luchtvering AAL-onderstel / Afb. 2. Schema luchtvering. 1. Overstroom klep 2. Luchtketel (reminstallatie) 3. Luchtketel (luchtvering) 4. Filter 5. Hoogteregelklep. Fi lter 7. Luchtveer 8. Stootkussen 9. Expansieketel CONTROLE EN Het luchtveersysteem vraagt weinig onderhoud. Bij regelmatige controle, reinigen en doorsmeren, kan veel narigheid voorkomen worden. 1. Smeer om de 1000 km de draaipunten van de jrkken. 2. Blaas om de 1000 km de luchtketel van het luchtveersysteem a{ (zie Afb. 3). 3. Reinig de filters aan de uchtketel en hoogteregelklep om de 8000 km. AFSTELLNG Voordat de f ilters verwijderd worden blaas ketel en luchtveer af ; de ketel d. m.v. de a{blaaskraa n (A{b. 3) en de luchtveer door de oplegger bij onderstel na bil de opha nglagers een paa r centimeter op te krikken, waa rdoor de lucht via de hoogteregelklep ka n ontsna ppen. Voer d it u it bij on belaste wagen. Neem de leidingen af en draai de filters uit de ketel en hoogteregelklep. Stop of pla k

4 w Werkplaatsinstructies opleggers en aanhangwagens de aansluitingen dicht om het binnendringen van vuil te voorkomen, Demonteer de filters. Was filtreerwol en {ilterhuis uit in benzine en blaas deze delen goed droog met perslucht. Breng met de oliekan een weinig olie op de filtreerwol aan om de filtrerende werking van het filter te verhogen. 5 verplaatsing naar beneden geeft een vermeerdering va n de veerhoogte. Draai blj het verstellen de bevestigingsmoeren niet volledig los, doch zodanig, dat deze nog ju ist klem mend zitten. Tik de klep in de gewenste richting. Meet de hoogte nogmaals op en draai na het verkrijgen va n de ju iste hoogte de bevestigingsmoeren vast. Controleer nogmaals. Controleer om de 4000 km alle luchtverbindingen met een zeepoplossing op luchtdichtheid. Neem na km de hoogteregelklep uit elkaa r. Rein ig en inspecteer a lle onderdelen. Afb.3. Afblazen van de luchtketel. 4. Controleer om de 4000 km de veerhoogte. B a. Bevestig de oplegger aan de trekker. b c. d Breng de druk in het remsysteem bij een éénleiding-remsysteem op 4,8 kg/cmz en blj een tweeleiding-remsysteem op kglcmz. Controleer de hoogte tussen de bovenste en onderste bevestigingsplaat (zie Afb,4). De hoogte moet " bedragen. Bliikt de veerhoogte niet in orde te zijn, stel deze dan blj door de hoogteregelklep te verschuiven t.o.v. de bevestiging aan het chassis. Het opschuiven van de klep naa r boven geeft een verm indering en 7. Controleer de staat van de rubber aanslagen van de uitslaglcegrenzer, alsmede de afstelllng hiervan (ó0 mm). Zie Afb, 4. Waarschuwing: Wanneer de luchtveer blnnen 12 uur na gebruik leeg staat, is er een lek aanwezig, dat onmiddelli;k opgespoord dient te worden. Dit ter voorkoming van ernstige beschad ig ingen. Zie ook onder,,storingen ". Rij 's morgens nimmer weg alvorens de luchtveer op hoogte gekomen is (152 mm tussen de platen). Dit is alleen te controleren door de luchtveerhoogte op te meten; het is dus niet voldoende om de juiste indicatie op de remdrukmeter af te lezen. -ru \\ ---l- )( -tl ---j /l -i-j ffir:x. :J nt-1 d4 o ^:1 2'l,,/ -\ Afb. 4. nstellen van de luchtve.erhoogte en uitslagbegrenzer. _EE!

5 Luchtvering AAL-onderstel STCRNGEN Luchtveer is niet ln staat de juiste hoogte te houden. 1. Lekkage aan aansluitingen, luchtveer of expansieketel. 2. Klepschii{ of rubber manchet in hoogteregelklep lekt of 2 filters verstopt. 4, Leid ingen gedeeltelilk geblokkeerd. 5. De boringen in opening A en B van de hoogteregelklep (zie Afb. ó) verstopt.. Verbinding luchtveer-expansieketel!ekt. Luchtveer buiten werking. 1. Ernstige lekkage aan aansluitingen, luchtveer of expa nsieketel. 2. Een van de leidingen geblokkeerd. 3. Reminstallatie buiten werking. 4. Klepschil{ in hoogteregelklep sluit niet af. 5, De overstroom klep va n het één leid ing-remsysteem verkeerd gemonteerd., Verbinding expansieketel-luchtveer lekt ernstig. OVERSTROOMKLEP (zie Afb 5) 1. Afstelbout 2. Afstelveer 3. Zuiger 4. Membraan 5. Bori n g, Terugslag klep -f> Af b. 5. Overstroom klep. Functie De taak van de overstroomklep is het remsysteem te beveiligen bij lekkage in het luchtveersysteem. De overstroom klep houdt de verblnd ing tussen rem- en luchtveerketel gesloten tot de druk in de remluchtketel tot 3,8 kg,lcm2 is gestegen, dan pas opent de klep en kan de luchtveerketel g"- vu ld worden. Bij een tweeleiding-remsysteem wordt de overstroom klep type 73 R gebru ikt (4, a{b 5). Mocht door veelvuldig gebruik van de remmen een te g root d ru kverlies in het remsysteem optreden dan zal het met deze klep mogelilk ztjn lucht u it de luchtveerketel te onttrekken om het remsysteem te ondersteunen. Cmgekeerd zal bij een sterke drukdaling in het luchtveersysteem de d ru k in het remsysteem onderhouden worden op 3,8 kg/cm2. Op het eénleiding-remsysteem is de overstroomklep type 74-R (B, afb. 5) aangebracht, Bij een sterke drukdaling in het remsysteem kan bij deze klep geen lucht van de luchtveenketel naar de remluchtketel stromen, waa rdoor de remwerking n iet nadelig kan worden bej'nvloed (slecht lossen van de remmen). Werking Zodra de druk in de remketel zo hoog gestegen is dat deze de kracht van de afstelveer (2) overwint, beweegt de zuiger (3) zich naar boven en het membraan (4) wordt van ziln zitting gelicht. De perslucht stroomt nu door de boring (5) naar de luchtveerketel. Wanneer de druk in een tweeleid ing - remsysteem daa lt beneden de d ru k in het luchtveersysteem, wordt persklep (ó) van ziln

6 @ -.tf \rn- t trl- tl r,rt '1.\-11.t - Werkplaatsinstructies opleggers en aanhangwagens zitting ged ru kt en de ucht ka n ongeh inderd terugstromen naar de remluchtketel. Bij overstroomklep type 74 R, die op een éénleiding-remsysteem is toegepast, kan dit niet gebeu ren. Bij een d ru kda ling in het remsysteem zal de persklep juist verhinderen dat ucht van de iuchtveerketel naar de remluchtketel kan stromen. Onderhoud Onderhoud en afstellingen Afgezien van een regelmatige uitwendige reiniging hee{t het overstroomventiel geen speciaa onderhoud nod ig. Afstelling Het a{stellen van de klep is niet toegestaan. Wel kan men nagaan of de afwijklng te wijten is aan vervuiling of aan een defect onderdeel. De overstroomklep is docr de fabriek afgesteld op 3,8 kglcmz. De ju iste afstelling va n de overstroom klep ka n op de volgende manier gecontroleerd worden. ndien de overstroomklep juist is afgesteld, dan zal de voorraadwijzer van de remdrukmeter op het dashbord van de trekker, enige tijd stilstaan op 3,8 kglcmz, waarna de wijzer een verdere drukstijging zal aangeven, Afnemen Afnemen en uit elkaar nemen Alvorens over te gaa n tot het af nemen va n de overstroomklep moet het rem- en luchtveersysteem worden ontlucht. Voer. dit uit bij onbelaste wagen. Draai aan beide zijden van de overstroomklep de wartelmoer los en neem de klep af. Stop de aansluitingen dicht of plak deze af om het bin nend ringen va n vu il te voorkomen. Uit elkaar nemen Plaats de overstroomklep in een bankschroef en ga als volgt te werk: 1. Draai aan beide zijden de aansluitkoppelingen a{ en verwijder de asbest afdichtringen (bij montage deze ringen vernieuwen). 2. Verwijder de vier moeren, wdarmede het stelschroefhuis op de overstroomklep zit bevestigd. 3. Verwijder achtereenvolgens het stelsch roefhuis, veerschotel, afstelveer, zuiger en membraan (draai in geen geval de contramoer en de stelsch roef los). 4. Verwijder de verende borgring waarmede de terugstroomklep in het huis geborgd is. 5. Verwijder terugstroomklep.. Verwijder borgring, opsluitring en drukveer ind ien d it nod ig is. Reinigen Reinigen, onderzoek en herstellen Rein ig a lle meta len delen in een gesch ikt rein i- g ingsm iddel. Reinig het membraan en de terugstroomklep in spiritus o{ a lcohol. Gebru ik sa mengeperste lucht om de boringen door te blazen en de delen goed te d rogen. Onderzoek Controleer de metalen delen op beschadiging. Let vooral op zittingen voor membraan en persklep. Controleer het membraan op scheurtjes en uitdroging.beschadigde delen moeten worden verva ngen. Herstellen De beschadigde zittingen van membraan of persklep kunnen zonodig met fijn polilstpapier opgezuiverd worden. ls de beschadiging evenwel te ernstig da n moet het onderdeel worden verva ngen. Samenstellen en aanbrengen Samenstellen Stel de overstroomklep samen in omgekeerde volgorde va n demontage. Let op het volgende: 1. Het vlak van het membraan, dat voorzien is va n twee opgezette ra nden, moet op de zitting van het huis rusten. 2. De verende borgring moet goed in de uitspa ring worden aa ngebracht. 3. Bij het aanbrengen van de aansluitkoppellngen moeten nieuwe asbest ringen worden gebruikt. Aanbrengen Verwijder de proppen uit de aansluitingen en breng de overstroomklep in de juiste stand (zie pijl op overstroomklephuis). De pijl moet wijzen in de richting van de luchtveerketel. Draai daarna de wa rtelmoeren stevig aa n op de aa nslu itkoppel i ngen. Controleer na het op druk brengen van de luchtveren de aansluitingen met een zeepoplossing op lekkage.

7 Luchtvering AAL-onderstel FToOGTEREGELKLEP (Afb ó) De kse K le psc h i1f Veer O-ring Klepzitting O-ring K le psch i1f Veer Klephuis Zuiger Ring Rubber manchet Rol As Kam Lagerbus As Stof ka p Schakel Lagerbus As Stof ka p Hef boom Af b.. Hoogteregelklep. A. Toevoer B. Verbinding met luchtveer C. Afvoer Functie De taak van de hoogteregelklep is de luchtveer, ongeacht de belasting, automatisch op constante hoogte te houden. De druk wordt dan aangepast aa n de belasting, waa rdoor de eigen f requentie nagenoeg constant bliift en zodoende de soepelheid van de veer in zowel belaste als on belaste toesta nd hetzelfde blilft Bij toename van de luchtveerhoogte zal door de klep zoveel lucht worden afgeblazen tot de correcte hoogte wordt verkregen. Bij verminderen va n de luchtveerhoogte is d it omgekeerd. De klep zal dan een verbinding tot stand brengen tussen ketel en luchtveer totdat de juiste hoogte bereikt is. De hoogteregelklep is verschuifbaar aan het chassis bevestigd en wordt bediend door een stangenstelsel dat met het juk verbonden is. Werkins (zie Afb. ó) De hoogteregelklep is bij A verbonden met de luchtveerketel en bij B met de expa nsieketel. Mocht de hoogte van de luchtveer beneden de correcte hoogte liggen dan zal de hefboom (23) door de verbind ingssta ng in het gebied tussen en N gebracht worden. De kam (1 5) drukt nu de zuiger (1 0) omhoog, die op ziln beurt de klepschii{ Q) van de zitting licht. De verbinding tussen luchtveer- en expa nsieketel is tot sta nd gebracht. Naarmate de luchtkussens uitzetten zal de hefboom (23) naar de stand N (normaal) getrokken worden en geleidelilk aa n de klepschilf (7) dichter bij ziln zitting brengen. ls de ju iste veerhoogte bereikt da n bevindt de hef boom zich in de sta nd N en de verbind ing tussen luchtveerketel en expansieketel is door de klepschilf Q) verbroken, Ligt de veerhoogte boven de correcte hoogte dan wordt de hefboom (23) in het gebied tussen ll en N gebracht. De kam (1 5) zal nu zakken. De veer (B) zorgt ervoor dat de zuiger (1 0) vrij van de klepschiif (7) komt. De lucht ka n n u via de centra le boring in de zuiger (1 0) in richting C ontsnappen. De klep (2) zorgl er voor dat tijdens het rijden door een bocht, waa rbil het bu itenste luchtkussen wordt ingedrukt, geen lucht uit de luchtveer naa r de luchtveerketel ka n ontsna ppen, lmmers de druk in de buitenste luchtveer kan hcger worden dan die van de luchtveerketei,

8 (ìaà L--ft;J ltl, f,rt f.l\l-tt ì7 Werkplaatsinstructies opleggers en aanhangwagens waa rbij de klep (7) openged ru kt zou ku n nen worden. Onderhoud Onderhoud en afstellingen Naast de regelmatige uitwendige reiniging dient de hoogteregelklep eens per jaa r of om de km uit elkaar genomen te worden. Alle delen moeten worden gereinigd en geinspecteerd. Afstelling De hoogteregelklep behoeft geen afstelling. Controle en herstellingen aan de wagen Controle (zie Afb. ó) Controleer of de stofkappen (1 B en 22) op de juiste plaats zitten. ndien een van de stofkappen is losgeraakt moet de ruimte waarin zich de kam (1 5) bevindt, uitgespoeld worden met een geschikt reinigingsmiddel. Hierna moeten de scharnierpunten (1 ó en 21) en de rol (1 3) met multipurpose vet worden ingevet. ndien de hoogteregelklep n iet meer in staat is de luchtveer op d" juiste hoogte te houden, dient men zich ervan te overtuigen of de volle luchtstroom de hoogteregelklep bereikt en of de verbinding tussen klep en expa nsieketel open is. Controleer de luchtstroom naar de hoogteregelklep a ls volgt: 1. Breng de d ru k in het remsysteem op 4,8 kg,lcmz bij een éénleiding-remsysteem en op ó kg,lcrn'z bij een tweeleiding-remsysteem. 2. Verwijder de toevoerleiding naar de hoogteregelklep. ls de uchtstroom zwak, reinig dan het filter aan de luchtketel en controleer nogmaa ls. 3. Heeft dit geen resultaat, controleer dan de luchttoevoer naar de luchtveerketel door de a{blaaskraa n te openen. S,taat de luchtveerketel onder druk, dan is het euvel te wijten aa n een verstopte hoogteregelklep. ls in de luchtveerketel eveneens geen druk aanwezig ga dan na of de remketel wel onder druk staat. 4. Wanneer de remketel wel onder druk staat ka n de oorzaa k liggen in een n iet correct werkende overstroomklep of in verstopte leid ingen. Controleer de luchtstroom van de hoogteregelklep naa r de expa nsieketel. 1. Neem de leiding tussen hoogteregelklep en expansieketel af aan de hoogteregelklep. Met. de hefboom boven de horizontale stand moet de lucht vrij uit opening B stromen. Bevestig de luchtaansluiting weer aan de hoogteregelklep en breng de luchtveer onder spa n n ing. De lucht moet, met de hefboom beneden de horizonta le sta nd, vrij u it de klep ku n nen stromen. 2. Wanneer de luchtstroom voldoende is, maar de hoogteregelklep is n iet in staat de luchtveer op de juiste hoogte te houden, kan dit het gevolg ziln va n een verstopt f ilter of f lexibele leid ing va n hoogteregelklep naa r expa nsieketel en va n lekkage aa n expa nsieketel, luchtba lgen of aa nslu itingen, a lsmede de verbind ing tussen expa nsieketel en luchtveer. Controleer deze punten met een zeepoplosslng op lekkage. Afnemen Afnemen en uit elkaar hrelnen Alvorens over te gaan tot het afnemen van de hoogteregelklep moet het gehele luchtveersysteem ontlucht worden. Voer dit uit bij onbelaste wagen. 1. Blaas de luchtveerketel af en maa k de bevestiging van de hoogteregelklephefboom los. Druk de hefboom omlaag. De lucht in de luchtveer kan nu ontsnappen. 2. Neem de flexibele luchtleidingen aan weerszijden van de hoogtergelklep af en stop deze d tc ht. 3. Draai de bevestigingsmoeren van de hoogteregelklep los en verwijder de klep van het chassis. Uit elkaar nemen (Afb. ó) 1. Verwijder het fllter. 2. Verwijder de stofkappen (1 B en 22). 3. Draa i de vier sch roeven, d ie het deksel (1 ) en de klepzitting (5) op het h u is (9) bevestigen, los en verwijder het deksel (1 ), klepzittinghuis (5), veer (3) en klepschilven (2 en 7) 4, Verwijder de O-ringen (4 en ó). 5. Verwijder de zuiger (1 0) en de veer (B).

9 Luchtvering AAL-onderstel ó. Verwijder de verende borgringen waarmede de pennen (17 en 21) zijn opgesloten. Verwijder de beide pen nen en neem de hefboom (23) en kam (1 5) als geheel uit het huis. 7, Verwijder de ring (1 1) en daarna de rubber manchet (12). Ga hierbil met grote voorzichtigheid te werk om onnodige beschadiging te voorkomen. Reinigen Reinigen, onderzoek en herstellen Reinig alle metalen delen in een geschikt reinigingsmiddel. Reinig de rubber delen in spiritus of a lcohol. D roog de onderdelen zorgvu ld ig. Maa k h lerbil gebru ik va n perslucht. Rein ig ook het filter. Cnderzoek 1. Controleer de O-ringen en de rubber manchet op bru ikbaa rheid. 2, Controleer de klepschilfles op beschadiging en zie of het rubber sluitingsvlak nog in orde is. 3. Controleer de lagerbusjes voor de scharnierpen nen op sliitage. 4, Controleer of de schermkappen goed sluiten en of het rubber niet gescheurd is. 5. Controleer of de geleidingswand van de zuiger en het huis niet gegroefd is en of de zu iger vrijwel spelingvrij in het h u is zil. Controleer de verbindingen van het verbindingsstangetje op overmatige sliltage. Herstel!en De beschad igde zittingen va n de klepsch iiven kunnen zonodig met fiin polilstpapier worden opg ezuiverd. ls de beschad ig ing evenwel te ernstig da n moet het onderdeel worden verva ngen. Samenstellen Samenstellen en aanbrengen Stel de hoogteregelklep sa men in omgekeerde volgorde va n demontage. Bij het sa menstellen de geleid ing va n de zuiger, rol en scha rn ierpunten, invetten met een laagje multi-purpose vet. Bij het aanbrengen van de zuiger er voo r zorgen dat de rol goed geplaatst wordt t.o.v. de kam. Aanbrengen Breng de hoogteregelklep ongeveer op dezel{de hoogte in de slobgaten aa n a ls voor de verwijdering. Breng het systeem onder druk en stel de hoogte van de luchtveer in (zie punt 4 van,,controle en afstelllngen "). Controleer de aansluitingen met een zeepoplossing op lekkage. AFNEMEN EN UT ELKAAR NEMEN VAN LUCHTVEER EN ONDERSTEL 2, 3 4, Afnemen (zie Af bn. 7 en B) Krik de oplegger zovet op, dat de ba nd juist vrij is van de grond. Cndersteun het jrk (Ó) aan het uiteinde. Verwijder het wiel. Neem de wielremaansluitingen los. Blaas de luchtketel af. Neem de perslucht-aansluiting aan de expansieketel af en stop de aansluitingen d icht, om het bin nend ringen va n vu il te voorkomen. Neem deksel (4 in Afb. B) af door de vier bevestigingsmoeren en veerringen te verwijderen. 11 B 9 Draai de verbindingsplug (ó) van luchtveerexpansieketel los via afgenomen deksel (4). Maak de bevestiging van de regelhefboom (hoogteregelklep 2 in Afb. 7) aan het jrk los. 10. Verwijder de twee moeren van de uitslagb"g renzer, waa rna men de ru bberaa nslag ka n a{nemen. Neem de vier bovenste bevestigingsbouten voor de bevestiging van de luchtveer aan expansietank los. Laat het juk nu voorzichtig zakken, f d eerst de ondersteuning te hebben weggenomen. lnd ien de remtrom mel n iet op de g rond rust, d ient het j, k ondersteu nd te worden, opdat geen wring ing in de opha ng lagers ka n optreden.

10 @ r-.j \f Fl /t \rlr llelllll' r trt l.l,-tà^t 17 Werkplaatslnstructies opleggers en aanhangwagens 1. Filter 2. Hoogteregelklep 3. Luchtslang (luchtketelhoogteregelklep) 4. Luch tsla n g (hoogteregelk lepexpansieketel) 5. Regelhef boom. Juk met wielas 7. Luchtveer Afb. 7. Hoogteregelklep. 14, Dicht de openingen in luchtveer en expansietank af. 15. Neem de luchtveer van het juk dóor de vier bevestigingsbouten te verwijderen. 1. Mocht het nodig zijn de jukken te verwijderen, neem dan de vier bevestigingsbouten van het buitenste lagerblok af. 17. Trek de platen met de paspen nen naa r buiten, waarna het lagerblok verwijderd kan worden. 18. Trek het jrk uit het binnenste lagerblok en verwijder de vetkeerringen van de lagerblokken. Onderzoek en herstellen 1. Verwijder het vuil aan de buitenzijde van luchtveer (1 in Afb. B) en expansietank (5). 2, Controleer of de ovale pakkingring van het deksel (4) nog bruikbaar is. 3. Controleer de luchtveer (1 ) op breuk of vervorm ing. 1. Luchtveer 2. Vloeibare pakking 3. Pakkingring 4. Deksel 5. Ex pa nsieketel. Verbindingsplug 7, Sluitring Afb. 8. Doorsnede expansieketel. 10

11 Luchtvering AAL-onderstel 4. Controleer de lagering van het jrk. s de d ikte va n de lagerbussen op een plaats minder dan 1 mm, vervang dan de lagerbus. Hak met een beitel de lagerbus uit het lagerblok. Bij het aanbrengen van de nieuwe lagerbus, dient de zijde met de doorlopende smeergroeven tegen de drukring geplaatst te worden. 5. Controleer de afgenomen vetkeerringen.. nspecteer eveneens de toesta nd va n de rubberaanslagen (uitslagbegrenzer). ndien nod ig vern ieuwen. 7. Controleer zo goed mogeliik of de expansieketel (5 in A{b. B) van binnen schoon is. Vu il aa n de bin nen ka nt va n de ketel leidt tot snellere vervuiling van het filter en dus tot on nod ig oponthoud. Opmerking: Aangezien de expansieketel inwendig behandeld is, mag hieraan nimmer gelast of geboord worden of plaatselijk worden verhit. Samenstellen en aanbrengen 1. Schuif de twee vetkeerringen om de jukas en wel zodanig dat de lippen van de keerringen naa r elkaa r toewijzen. 2. Monteer het jrk met de lagerblokken en de platen met de paspen nen. 3. Verwijder de proppen uit luchtveer en expa nsieketel. 4, Monteer de luchtveer aa n het j, k en aa n de expansieketel, nadat rondom de verbind ingsplug (ó in Af b. B), a lsook tussen expa n - sieketel en luchtveer, plaatselijk vloeibare pa kklng (2),,lzema " is aa ngebracht. 5. Breng een beetje vet of olie aan in de blnnenrand van de rubber pakkingring (3) en tussen onderlegring en plugkop om te voorkomen, dat de pa kking ring za gaa n d raa ien tijdens de bevestiging van de verbindingsplug (ó).. De verblndingsplug (ó) met onderlegnng (7) en rubber pakkingring (3) kunnen nu gemonteerd worden. Cok de schroefdraad van de verbindingsplug (ó) moet eerst met vloeibare pakking,,lzema" worden ingesmeerd. 7. Breng nu het ovale deksel aan en vergeet de pa kking ring aa n de bin nenzijde n iet (=onod ig een n ieuwe). B. Breng nu de rubberaanslag d.m.v. de twee bevestigingsmoeren aan (uitslagbegrenzer). 9, Monteer de regelhefboom (5 in Afb,7) van de hoogteregelklep aan het juk (ó) en breng de luchtleid ing (4) tussen hoogteregelklep (2) en expa nsieketel aa n Slu it de wiel re m men aa n. 11. Na montage van het wiel kan men de krik verwijderen. 12. Test de luchtveer (7) en expansieketel op luchtd ichtheid bij een proefd ru k va n 0,5 ato Smeer de scha rn ierpu nten va n de ju kken. 14, Controleer de hoogte van de luchtveer. Deze moet tussen de platen 152 mm bedragen a ls de luchtveer op spa n n ing is (zie Afb, 4), 1 5. Controleer de afsta nd tussen ond erzijde jrk-rubber aanslag. Deze moet als de luchtveer op spa n n ing is ó0 m rn bed ragen. 1. Ontlurcht de remmen. NL