NEDERLANDSE CONCEPTENBIBLIOTHEEK (CB-NL) VOOR DE GEBOUWDE OMGEVING HOOFDRAPPORTAGE PILOTFASE
|
|
- Godelieve van Dam
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 NEDERLANDSE CONCEPTENBIBLIOTHEEK (CB-NL) VOOR DE GEBOUWDE OMGEVING HOOFDRAPPORTAGE PILOTFASE 1
2 Inhoud Voorwoord Inleiding Aanleiding Uitgangspunten Het begrip conceptenbibliotheek De opbouw De tooling De uitwisselingsformaten De inhoud Het gebruik Conceptueel Praktijksituaties aan de hand van experimenten Afbakening van de inhoud van de CB-NL Standpunten ten aanzien van wensen uit de sector Samenhang tussen de CB-NL en kennisinstituten Eigendom Plan van aanpak ontwikkel- en beheerfase Doel en resultaat Governance Werkzaamheden ICT Omgeving Inhoud Communicatie Planning Financiën Begrippenlijst
3 VOORWOORD Het initiatief om een conceptenbibliotheek in te richten, en daarmee een gemeenschappelijke taal te definiëren, is even noodzakelijk als gedurfd. Verschillende initiatieven zijn in het verleden gestrand. Vaak door gebrek aan draagvlak. Nu zien we dat door de ontwikkelingen rondom BIM, en de daarmee samenhangende behoefte om digitale gegevens met elkaar uit te wisselen, partijen geconfronteerd worden met de noodzaak van een gemeenschappelijke taal. Dit besef is de belangrijkste reden dat het draagvlak er nu wel is. En dat daardoor, zoals u zult lezen in de rapportage, de pilotfase zo succesvol is afgerond met daarbij een groot commitment voor het vervolg. Een speciaal woord van dank gaat hierbij uit naar de heer Kees Woestenenk. De heer Woestenenk heeft vanuit zijn STABU achtergrond in de afgelopen decennia een prachtige basis gelegd waarmee in de pilotfase een belangrijke versnelling is gecreëerd. Daarnaast heeft hij tijdens de pilotfase een enorme hoeveelheid werk verricht door alle bevindingen, aanvullingen en opmerkingen te verwerken. Zonder deze inbreng zou het bereikte resultaat niet mogelijk zijn geweest. Het grootste compliment verdient de sector zelf. Nooit eerder zijn er zoveel partijen eensgezind aan de slag gegaan. Opdrachtgevers, aannemers, adviesbureaus, installateurs en kennisinstituten hebben in alle openheid samengewerkt aan een gemeenschappelijk probleem. Deze opstelling, waarbij alle kennis en informatie open met elkaar werd gedeeld, is de sleutel tot het succes gebleken. Dit was voor alle betrokkenen niet alleen zeer inspirerend, het zal ook in de toekomst noodzakelijk blijken wanneer de daadwerkelijke opbouw van de CB-NL wordt gestart. Want niet alleen is de totstandkoming noodzakelijk, het is tevens complex. Het goede nieuws is dat we al heel veel hebben gedaan. De problematiek is in de pilotfase afgepeld en verwoord in deze rapportage; de risico s zijn in beeld, de effectieve werkwijze is gevonden, de configuratie en de relatie met andere bibliotheken is inzichtelijk, de methodiek is bepaald en de uitgangspunten en afbakening staan. Nu rest ons de vraag of wij als bouwsector in staat zijn de uitdaging aan te gaan om gezamenlijk te werken aan het fundament voor de verdere ver-bim-ming, en daarmee de toekomst, van de sector. Gouda, november 2012 Kernteam pilotfase, Arjen Adriaanse Mick Baggen Jaap Bakker Mark den Heijer Bram Mommers Hans Nijssen 3
4 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage van de pilotfase voor de ontwikkeling van de Nederlandse conceptenbibliotheek voor de gebouwde omgeving (CB-NL). Dit ontwikkeltraject is een initiatief van de Bouw Informatie Raad (BIR) om te komen tot een gemeenschappelijke taal in de bouwsector waarmee uitwisseling van informatie tussen ketenpartners via geautomatiseerde ICT processen een stuk eenvoudiger wordt. De Bouw Informatie Raad (BIR) maakt zich sterk voor een succesvolle transitie naar ontwerpen, bouwen en beheren met BIM 1. De BIR is in de lente van 2011 een inventarisatie gestart met als doel vast te stellen welke onderwerpen de BIR zou moeten oppakken om de sectorbrede implementatie van BIM mogelijk te maken, én te versnellen. Op basis van deze inventarisatie is toen besloten om de ontwikkeling van een sector conceptenbibliotheek toen nog objectenbibliotheek genoemd- de meeste prioriteit te geven. Tijdens een workshop in maart van dat jaar werd duidelijk dat dit breed gedragen werd door bouwbedrijven, adviesbureaus én de grote publieke opdrachtgevers. Men wilde dit als initiatief van de BIR gezamenlijk oppakken. Besloten werd een taskforce in te richten met als doel een eerste verkenning uit te voeren. Dat leidde in de herfst van 2011 tot een positieve tussenrapportage, en in februari 2012 tot een plan van aanpak. Hierin werd een aanpak voorgesteld waarbij onderscheid gemaakt werd in een pilotfase, ontwikkelfase en een beheerfase. Vanwege de complexiteit werd een pilotfase noodzakelijk geacht. Er zou meer helderheid moeten worden verkregen over technische oplossingen, procedures en richtlijnen, inzicht in benodigde capaciteit, ICT raamwerk, inhoud, werkwijze, etc. Een ander belangrijk doel was de verdere verbreding van het commitment in de sector. De BIR heeft hier positief op gereageerd en besloten te starten met de pilotfase. Onderliggend document bevat de hoofdrapportage als resultaat van deze pilotfase. In deze hoofdrapportage beschrijven we eerst de aanleiding van een conceptenbibliotheek en de uitgangspunten die hieraan door de sector gesteld worden. Daarna zal, in generieke termen, beschreven worden wat een conceptenbibliotheek is. Voor meer gedetailleerde informatie wordt verwezen naar de achtergrondrapportage. Deze rapportage wordt afgesloten met een plan van aanpak voor de ontwikkel- en beheerfase. 1 Een BIM (Bouwwerk Informatie Model) is een digitale beschrijving van een (bestaand of in de toekomst mogelijk bestaand) concreet aanwijsbaar bouwwerk in de gebouwde omgeving relevant voor de hele levenscyclus en toeleverketen van dat bouwwerk. Een bouwwerk kan ook infrastructuur zijn. 4
5 2 AANLEIDING Problematiek Het gebruik van BIM in de sector neemt toe. In eerste instantie ligt de focus voornamelijk op de eigen organisatie en op het objectgericht werken met geometrische 3D objecten. We zien nu de volgende stap in de BIM ontwikkeling, het toevoegen van informatie aan deze objecten en de uitwisseling met andere organisaties. De objecten inclusief, de informatie, worden tussen partijen uitgewisseld en doorgezet in de bouwketen en de levenscyclus. Bij het uitwisselen van digitale objectgegevens tussen partijen gaat er echter veel mis. Objectgegevens worden verschillend gedefinieerd, beschreven en geïnterpreteerd door betrokken partijen. We kunnen stellen dat deze partijen een verschillende taal spreken. Hierdoor zijn objectgegevens niet efficiënt c.q. geautomatiseerd (her)bruikbaar. Dit belemmert ketenintegratie en de verdere implementatie van BIM. Er is een breed ervaren behoefte aan één gestandaardiseerde taal voor de gehele sector waarmee de genoemde uitwisselingsproblematiek wordt opgelost. De CB-NL beoogt de definiëring van deze taal. FIGUUR 1: KNELPUNTEN BIJ UITWISSELING VAN GEGEVENS TUSSEN PARTIJEN 5
6 Wat is een conceptenbibliotheek? Een conceptenbibliotheek 2 is de gestandaardiseerde taal op basis waarvan objectgeoriënteerde communicatie zou moeten plaatsvinden. Een conceptenbibliotheek is een verzameling van digitaal beschreven generieke concepten (typen of soorten), geordend in een logische en samenhangende structuur, bestaande uit de volgende onderdelen: Termen voor concepten; Expliciete definities van concepten: Beschrijvende (informele) definities met mogelijk verwijzingen naar documenten waar deze definitie uit komt; Definiërende relaties tussen concepten (samenstelling, interactie met functies, specialisatie, verzamelingen, etc.); Synoniem en homoniem relaties; (Intrinsieke) eigenschappen behorende bij de concepten inclusief domeinen en eenheden. Deze concepten worden gebruikt om objecten in een BIM te typeren. Het is dan voor een ieder duidelijk dat dát object in het BIM, van dát type is. De stelling is dat wanneer alle ketenpartners steeds verwijzen naar dezelfde conceptenbibliotheek om de concrete aanwijsbare objecten in het BIM te typeren, dezelfde taal gesproken wordt en informatie zonder interpretatie kan worden uitgewisseld. Een conceptenbibliotheek, zoals hier bedoeld, bevat generieke en herbruikbare concepten. Het is dus geen productencatalogus, waarin specifieke (standaard) producten van één of meerdere leveranciers (met specificaties, bestelcodes, prijzen en levertijden) worden beschreven. Dit is dus een wezenlijk verschil met bijvoorbeeld BouwConnect, 2BA en fabrikanten en groothandel, die wel productencatalogi aanbieden. 2BA, fabrikanten en groothandel uit de installatiebranche gebruiken nu al de ETIM classificatie, om de gedefinieerde producten aan op te hangen. Een conceptenbibliotheek en een productencatalogus kunnen elkaar dus versterken. Een conceptenbibliotheek bevat daarnaast geen geometrische representaties. Allerlei leveranciers en gebruikersgroepen van 3D software kunnen wel aansluiten bij de standaarden uit een conceptenbibliotheek. Een conceptenbibliotheek levert de gemeenschappelijke taal, maar niet de geometrische invulling. Voorbeelden: Concept: Een draaideur of een geleiderail. Object: De draaideur of geleiderail met de door de ontwerper gestelde eisen. Product: De gerealiseerde deur op basis van de eisen uit het object. Draaideur 1234 van fabrikant A en geleiderail ABCD met fabrikant B. 2 Tijdens de verkenning werd nog gesproken over een objectenbibliotheek. Deze term is veranderd in conceptenbibliotheek omdat de term objectenbibliotheek voor verwarring bleek te zorgen. Hebben we het nu over concrete objecten (producten), over BIM objecten in een CAD bibliotheek of over objecttypes? De term conceptenbibliotheek maakt het expliciet dat het gaat over generieke concepten (objecttypes waarvan concreet aanwijsbare objecten expressies zijn). 6
7 Waarom de een conceptenbibliotheek? Met het ontwikkelen van taalafspraken op nationaal niveau worden belangrijke voordelen behaald bij de toepassing van BIM: 1. Nationale taalafspraken maken het mogelijk om een BIM toe te passen over de grenzen van één enkele (project)organisatie heen; 2. Objectinformatie is gebaseerd op de standaard concepten en kan hierdoor gebruikt en hergebruikt worden in de hele bouwketen en levenscyclus waarbij vele partijen betrokken zijn (ontwerp, calculatie, inkoop, uitvoering, beheer & onderhoud, etc.). Alleen een bibliotheek op nationaal niveau kan al deze partijen afdekken; 3. Er wordt de basis gelegd voor de aansluiting op systemen van fabrikanten en groothandel; 4. Informatie wordt in een eenduidige taal gecommuniceerd waardoor misinterpretaties worden voorkomen (en ICT-systemen deze gegevens automatisch kunnen interpreteren en gebruiken); 5. Het is efficiënter om gezamenlijk taalafspraken te maken dan ieder voor zich. Ook voorkomt dit het ontstaan van allerlei dialecten in de sector die elkaar niet kunnen verstaan. FIGUUR 2: OPLOSSING VAN DE UITWISSELINGSPROBLEMATIEK DOOR TE WERKEN MET STANDAARD CONCEPTEN Bovenstaande leidt tot een substantiële reductie van: Faalkosten (o.a. reductie van miscommunicatie en fouten bij de invoer van gegevens); Transactiekosten (o.a. door beter hergebruik van gegevens); Ontwikkelkosten (o.a. doordat niet iedere organisatie afzonderlijk objectstandaarden gaat opbouwen). Helaas zijn deze kostenbesparingen lastig te kwantificeren. De stellige overtuiging is wel dat de besparingen tientallen miljoenen euro per jaar zullen bedragen. 7
8 3 UITGANGSPUNTEN In de studiefase zijn de uitgangspunten voor de Nederlandse conceptenbibliotheek voor de gebouwde omgeving (CB-NL) gedefinieerd en beschreven in het plan van aanpak voor de pilotfase. Deze uitgangspunten zijn gedurende de pilotfase op een aantal punten aangescherpt en vanuit B&U en GWW geïntegreerd. Dit resulteert in de volgende uitgangspunten voor de ontwikkel en beheerfase. Grondbeginsel 1. De CB-NL is open, transparant, voor iedereen vrij benaderbaar en kosteloos 3 te gebruiken; 2. De CB-NL sluit aan bij nationale en internationale informatiestandaarden 4 ; Scope 3. De CB-NL richt zich op alle fasen van de levenscyclus van een bouwwerk (van initiatief tot sloop). De conceptenbibliotheek dient zodanig te worden ingericht dat deze verschillende perspectieven met dezelfde concepten zijn te realiseren (eenmalige vastlegging, meervoudig gebruik); 4. De CB-NL dekt alle aan de bouw gerelateerde domeinen af (B&U, GWW, installaties, omgeving, etc.); 5. De volgende elementen worden (op termijn) opgenomen in de CB-NL 5 : a. Concepten, eigenschappen en waarde domeinen voortkomend uit wettelijk bindende normen; b. Concepten die door de sector gemeenschappelijk gebruikt worden om te communiceren; c. Definiërende relaties 6, functies, activiteiten en eigenschappen; d. Concepten en eigenschappen die noodzakelijk zijn om aan te sluiten op standaarden van kennisinstituten; 6. Indien het om praktische redenen niet wenselijk is om concepten uit bindende normen in de CB-NL op te nemen, bijvoorbeeld omdat het een heel specifiek kennisdomein betreft, dan kan afgesproken worden om deze concepten onder te brengen in een domein conceptenbibliotheek (bijv. RIONED). 7. Bestaande bibliotheken of classificaties (zie 4.3.2) vormen uitgangspunt voor de initiële inhoud van de CB- NL 7. Overeenkomsten worden met synoniemrelaties vastgelegd; 8. De concepten en eigenschappen in de CB-NL bieden een basis voor aansluiting met bestaande initiatieven (zie 4.3.2); 9. Het gebruik van de CB-NL mag niet innovatie remmend werken of ontwerpvrijheden onnodig beperken; 10. De te nemen stappen met de inhoud van de CB-NL mogen nooit zo groot zijn dat de zorgvuldigheid en de bewaking van de consistentie in het geding komt; 11. Zowel de informatie als de structuur in de CB-NL moet betrekkelijk statisch zijn, omdat veranderingen doorwerken in alle informatiestructuren die de CB-NL als uitgangspunt hanteren; 3 Voor het ontwikkelen en beheren van de CB-NL zullen gelden ter beschikking moeten komen, maar het gebruik is kosteloos om de toegankelijkheid van de CB-NL te optimaliseren. De kennisinstituten beheren ieder hun kennis vanuit een eigen financieringsmodel. 4 Zoals IFD, buildingsmart Data Dictionary (bsdd, voorheen IFD library), IFC, COINS, RDF/OWL, etc. 5 Hetgeen niet in de CB-NL wordt opgenomen laten we over aan domein, organisatie of projectbibliotheken. Deze bevinden zich in de vrije markt. De marktwerking is hier bepalend voor de ontwikkeling van de bibliotheken. Mocht blijken dat dit zich in strijd met het gemeenschappelijke belang ontwikkelt, dan is dit aanleiding om de afbakening van de CB-NL te heroverwegen (zie paragraaf Positionering verderop in dit hoofdstuk); 6 Definiërende relaties zijn die relaties die het concept definiëren. Als voorbeeld hierbij een tafelblad. Een tafelblad is alleen een tafelblad als het onderdeel is van een tafel. De samenstellingsrelatie tussen tafelblad en tafel is hierbij definiërend. 7 INSPIRE (netwerkmodel) vormt de toparchitectuur, de andere bibliotheken of classificaties zijn subtypes van INSPIRE (netwerkmodel). 8
9 Ontwikkeling en implementatie 12. De CB-NL zal stapsgewijs worden ontwikkeld waarbij deelresultaten direct kunnen worden toegepast. Bij elke nieuwe stap wordt bekeken hoe de kosten en baten zich verhouden. Dit houdt in dat, zelfs als concepten evident in het conceptenbibliotheek lijken thuis te horen, nog steeds besloten moet worden over het moment waarop. Om deze redenen is het belangrijk de inhoud van de CB-NL modulair op te bouwen; 13. De CB-NL is levend zoals ook taal levend is. Er kunnen telkens weer nieuwe concepten en eigenschappen aan toegevoegd worden, maar eventueel ook wijzigen of vervallen. Positionering In een conceptenbibliotheek kunnen in principe oneindig veel concepten ondergebracht worden. Om te bepalen wat er in de CB-NL thuishoort, is de positionering van de CB-NL ten opzichte van andere bibliotheken van belang. De CB-NL staat namelijk niet op zichzelf. Deze is onderdeel van een groter geheel. Op een hoger internationaal niveau, zoals INSPIRE, kunnen er wettelijk bindende afspraken gemaakt zijn waar alle Europese landen bij moeten aansluiten. Onze eigen nationale concepten zijn subtypes van deze internationale concepten. Internationaal zijn alleen die zaken geregeld die op dat internationaal niveau voor alle landen hetzelfde en van toepassing zijn. Op nationaal niveau constateren we eenzelfde principe, we willen alleen die aspecten op een nationaal niveau regelen die voor meerdere partijen binnen Nederland van toepassing zijn. Concepten die hieraan niet voldoen zouden op een lager niveau in een domein specifieke of organisatie specifieke conceptenbibliotheek opgenomen moeten worden. Het gebruik in de context van de hiërarchie, is dat de CB-NL een kapstok functie vervult voor onderliggende bibliotheken, om vervolgens zelf te hangen aan internationale standaarden. In onderstaande illustratie zijn deze (mogelijke) hiërarchieën afgebeeld. Internationaal Uitbreiding van Europa etc Uitbreiding van Nationaal Uitbreiding van CB-NL Belgie Duitsland... Organisaties en domeinen Rijkswaterstaat Uitbreiding van... Productcatalogi Ballast Nedam Arcadis Kennisinstituten... Project/Contract SAA A1-A6 SAA A9 Ga N18... FIGUUR 3: HIËRARCHISCHE VERHOUDING TUSSEN CONCEPTENBIBLIOTHEKEN 9
10 4 HET BEGRIP CONCEPTENBIBLIOTHEEK In het hoofdstuk Aanleiding is omschreven wat een conceptenbibliotheek is: een verzameling digitaal beschreven generieke concepten (typen of soorten), geordend in een logische samenhangende structuur. In dit hoofdstuk wordt verder in detail uiteengezet wat de CB-NL is. Dit door de opbouw te beschrijven, het gebruik en de afbakening van de inhoud. Veel van de keuzes en inzichten die genoemd worden, zijn ontstaan door uitvoering van de pilotfase. Voor meer details over de CB-NL wordt verwezen naar de achtergrondrapportage. 4.1 DE OPBOUW Een conceptenbibliotheek is opgebouwd uit een aantal elementen. Elementen die hieronder als afzonderlijke paragrafen zijn terug te vinden. Deze elementen zijn: 1. De tooling; 2. De uitwisselingsformaten die ondersteund worden; 3. De inhoud DE TOOLING Een conceptenbibliotheek kan worden gezien als een database met daarin gestructureerde gegevens (de inhoud). Om er iets mee te kunnen is software (tooling) nodig. In hoofdlijnen moet de tooling drie functies ondersteunen: Beheren en raadplegen via grafische user interfaces Menselijke gebruikers moeten in staat zijn om de inhoud gebruiksvriendelijk te raadplegen via een webbrowser. Tijdens de pilotfase is gebleken dat het soms lastig zoeken is in de inhoud. Er zal daarom veel aandacht moeten worden gegeven aan de wijze waarop de informatie wordt gepresenteerd en benaderd. Bijvoorbeeld door het via grafische user interfaces te ontsluiten. Ook moet het mogelijk zijn om de inhoud te ontwikkelen en vervolgens te beheren. Raadplegen en beheren dient strikt gescheiden gehouden te worden om de kwaliteit te kunnen borgen. Beheren en raadplegen via webservices Om het dynamisch raadplegen vanuit, en bewerken door andere applicaties mogelijk te maken dient de CB-NL ook een of meerdere webservices ter beschikking te stellen. Bijvoorbeeld om met een 3D modelleringsapplicatie als Autodesk REVIT objecten in een BIM te kunnen plaatsen, waarbij het object een instantie 8 is van een concept uit de CB-NL. Dit wordt verder beschreven in de paragraaf Catalogus-item binnen een applicatie (4.2.1). Om dit te ondersteunen is een webservice noodzakelijk. Daarmee kan een applicatie zelfstandig contact maken met de CB-NL en informatie uit de CB-NL gebruiken. Een belangrijke functionele eis zal zijn dat de aan te sluiten tool webservices dient te ondersteunen. Importeren en exporteren Voor verschillende gebruiksdoeleinden zal het wenselijk zijn om de inhoud van de CB-NL beschikbaar te maken aan derden. Daarvoor dient de tool te beschikken over een export functie. Het tegenovergestelde is ook gewenst; dat er bulk geïmporteerd kan worden voor de opbouw of aanvulling van de CB-NL. 8 Een instantie is een concrete invulling of expressie van een concept. Door instantiëren wordt een instantie of object gecreëerd wat een werkelijke, tastbare en aanwijsbare toepassing is van een Concept. 10
11 In onderstaande figuur zijn de beschreven functies weergegeven. Verbetervoorstellen Beheerder CB Bewerken via beheerapplicatie Raadplegen via webbrowser Gebruiker CB Import van bestanden Bewerken via webservices Concepten Bibliotheek (CB) Export van bestanden Raadplegen via webservices FIGUUR 4: BEOOGDE FUNCTIES VAN DE TOOLING. Tooling tijdens de pilotfase Tijdens de pilotfase hebben we gebruik gemaakt van het software tool Semantic Concepts. Deze tool vindt zijn oorsprong in STABU LexiCon. Een initiatief van STABU om een conceptenbibliotheek in te richten vanuit de basis van de STABU methodiek. De website Semantic Concepts is in eerste instantie opgezet op vraag van STABU. Doel van Semantic Concepts was onder andere het bieden van een interface naar de inhoud van LexiCon/bSDD-NL. Deze interface is vervolgens door Kees Woestenenk verder uitgebouwd tot beheerinterface. Het gegeven dat er een tool beschikbaar was, én een database (bsdd-nl) gevuld met concepten, is aanleiding geweest om Semantic Concepts tijdens de pilotfase toe te passen. Hiermee waren we in staat een vliegende start te maken. Semantic Concepts is hiermee een geschikte interface naar de data die in de Nederlandse context van bsdd is ontwikkeld. Tijdens de pilotfase heeft geen uitgebreide uitwisseling van bestanden plaatsgevonden. Vrijwel iedere bewerking en raadpleging van de Semantic Concepts database liep via de beheerapplicatie en de webbrowser. De enige geavanceerde uitwisseling die tijdens de pilotfase heeft plaatsgevonden, is uitgevoerd op basis van webservices. Hiermee werd Semantic Concepts bevraagd, waarop Semantic Concepts informatie van een specifiek concept aanbood. In het bijzonder de expertgroep die verantwoordelijk was voor de Demonstrator 9, heeft hier gebruik van gemaakt. Hierdoor is een beeld verkregen van de vereisten aan de praktische werking van een dergelijke webservice. De werking wordt gedemonstreerd in de Demonstrator. 9 De demonstrator is een showcase om het beoogde gebruik, en de voordelen, van de CB-NL te demonstreren. 11
12 4.1.2 DE UITWISSELINGSFORMATEN De inhoud van de CB-NL is opgebouwd volgens een bepaalde structuur, het datamodel. Een normale gebruiker zal echter nooit rechtstreeks met dit datamodel te maken krijgen, dit is alleen relevant voor de ontwerper van de tooling. De gebruiker raadpleegt of gebruikt de inhoud zonder zich af te vragen in welke structuur het opgeslagen is. Waar de gebruiker wel mee te maken krijgt is in welk formaat de inhoud kan worden ontsloten om deze vervolgens in zijn eigen processen toe te passen. Om deze redenen is niet gefocust op het specificeren van een intern datamodel: dit is de vrijheid die een software/tooling leverancier moet hebben. De enige eis is dat het interne datamodel semantisch rijk genoeg moet zijn om de import/export en webservices conform gedefinieerde open standaarden te kunnen ondersteunen. Bij het uitwisselen van bestanden gaat het specifiek om de onderstaande formaten: IFD versie 16 (nadere uitwerking van ISO ) Een van de uitgangspunten voor de CB-NL is aansluiting bij de internationale Open BIM standaarden (IFD, IFC en IDM), die door buildingsmart International worden ontwikkeld en beheerd. De IFD standaard (International Framework for Dictionaries) is bij uitstek bedoeld om de inhoud van een conceptenbibliotheek te structureren, en wordt ook toegepast in de buildingsmart Data Dictionary (bsdd). Een vroege versie (versie 3) van de IFD standaard is in 2007 gepubliceerd als ISO Inmiddels is de ontwikkeling doorgegaan, en is IFD versie 15 de vigerende versie. IFD is van belang in relatie tot IFC. IFC is een open standaard, die zich primair richt op uitwisseling van 3D geometrie van (CAD) objecten. In toenemende mate wordt ook uitwisseling van niet-geometrische eigenschappen ondersteund. De IFC standaard wordt zowel internationaal als nationaal veel gebruikt. De CB-NL kan alleen in IFC toegepast worden door een IFD formaat te genereren en te koppelen aan het IFC bestand. Daarom is het noodzakelijk om de inhoud van de CB-NL in IFD formaat aan te bieden. De vigerende versie van IFD is als basis genomen en vergeleken met de uitgangspunten voor de CB-NL (zie hoofdstuk 3). Op basis hiervan zijn er een aantal aanpassingen op versie 15 gemaakt, en daarmee versie 16 van het IFD raamwerk gecreëerd. De aanpassingen zijn onder te verdelen in enerzijds verbeteringen van versie 15 op bekende onvolkomenheden, anderzijds is de mogelijkheid toegevoegd om functies in het datamodel onder te brengen. IFD versie 16 is door buildingsmart geadopteerd. Internationaal zal gewerkt gaan worden met IFD versie 16. Dit is van belang omdat alleen dan de inhoud van de CB-NL overeenkomstig onze wensen naar IFD ontsloten en dus gebruikt kan worden. Inmiddels is dit voorstel geadopteerd, en wordt er gewerkt aan een implementatievoorstel om de buildingsmart Data Dictionary aan deze nieuwe standaard aan te passen. Een volledige beschrijving van IFD versie 16, inclusief de aanpassingen t.o.v. de vorige versie, is beschikbaar in de achtergrondrapportage. COINS versie 1.0 COINS is een open uitwisselingsstandaard die door de Nederlandse bouwsector is ontwikkeld om betere benutting van (object-gebonden) informatie over de gehele levenscyclus mogelijk te maken en procesverbetering in de bouwsector te realiseren. Deze standaard wordt nu door enkele grote opdrachtgevers zoals Rijkswaterstaat en Prorail als standaard gehanteerd en voorgeschreven in grote projecten. 12
13 Waar IFC zich primair richt op 3D geometrie, ondersteunt COINS de uitwisseling van verschillende soorten object-gebonden eigenschappen (waaronder 2D/GIS geometrie), alsmede diverse soorten relaties tussen objecten. Termen zoals functies, eisen en prestaties zijn basis begrippen in COINS. Een van de sterke punten van de COINS standaard is de uitbreidbaarheid ervan. Dit in tegenstelling tot de IFC standaard, waarvan het data model niet uitbreidbaar is. Deze uitbreidbaarheid krijgt vorm op drie manieren: Door het toevoegen van een of meerdere Referentiekaders; Door het toevoegen van een of meerdere bibliotheken, waarin de te gebruiken objecttypes zijn opgenomen (COINS Catalogue part library is een conceptenbibliotheek die aan het COINS uitwisselingsformaat gekoppeld kan worden. Het is in die zin een equivalent van IFD in relatie tot IFC); Door de mogelijkheid om externe (niet COINS) informatiebronnen aan objecten te koppelen. Zo is bijvoorbeeld mogelijk om externe IFC, GML of shapefile bestanden met geometrische informatie aan objecten te koppelen. RDF/OWL De verwachting is dat naast IFD en COINS er op termijn 10 ook andere geavanceerdere - open standaarden een belangrijke rol gaan spelen. Standaarden waarbij in één formaat bijvoorbeeld én 3D CAD objecten én administratieve informatie uitgewisseld kan worden. Deze standaarden zullen naar verwachting een sterk semantisch karakter hebben en op de wereldwijd gebruikte open standaarden RDF of OWL gebaseerd zijn. Deze standaarden zijn in beheer bij het W3 consortium, dat ook alle relevante Internet standaarden (waaronder HTML en XML) heeft ontwikkeld. Het streven is om op de korte termijn de inhoud van de bsdd in twee formats ter beschikking te stellen (zie ook Figuur 15): IFD API, versie 3 of hoger (aanpassingen voortvloeiend uit de IFD versie 16); COINS 1.0 (mogelijk aangevuld met een specifiek Referentiekader). Op dit moment is het gelukt om een export te genereren op basis van IFD versie DE INHOUD De conceptenbibliotheek bestaat uit concepten en hun onderlinge relaties, en ook een relatie is een concept. Dit principe noemen we taalkundig of betekenisvol modelleren 11 en geeft oneindige flexibiliteit bij het modelleren van informatie. Deze wijze van modelleren is erg krachtig, omdat het helpt om taalconventies in verschillende contexten met elkaar in verband te brengen. Het geeft de mogelijkheid om dezelfde data vanuit verschillende perspectieven (views) te bekijken. Taalkundig modelleren is dus een belangrijk middel om in de toekomst het streven eenmalige vastlegging, meervoudig gebruik te realiseren (zie punt 3 van de uitgangspunten). Het werken met abstracte concepten en het hanteren van principes van taalkundig modelleren vergt een andere manier van denken, wat niet voor iedereen vanzelfsprekend en begrijpelijk is. Ondanks diverse 10 Met de conceptenbibliotheek creëren we een taal voor de gebouwde omgeving. Hiermee definiëren we een eenduidige taal. Daarnaast is het een eerste stap om te komen tot een (semantische) automatische uitwisseling van informatie tussen applicaties. Belangrijk om te beseffen is dat er nog een stap gezet moet worden om dit laatste te bereiken. Een stap die zeker niet triviaal is en verband houdt met de implementatie van RDF en OWL in de conceptenbibliotheek; 11 Voor en gedurende de pilotfase werd vaak gesproken over semantisch modelleren. Wij hebben besloten deze term in de rapportage niet te hanteren. Reden hiervoor is dat de het woord semantisch een diepere betekenis heeft dan hier bedoelt wordt en we mogelijk verkeerde verwachtingen scheppen. 13
14 voorlichtingsbijeenkomsten bleek dit tijdens de pilot een terugkomend probleem te zijn. Dit is dus een belangrijk aandachtspunt bij de verdere ontwikkeling. Onderstaande afbeelding geeft een beeld van de complexiteit van de bibliotheek (in dit geval van het concept plaatfundering gewapend beton ). Deze complexiteit hoeft voor de gebruiker overigens geen probleem te zijn, als de software die gebruik maakt van de CB-NL maar gebruiksvriendelijk is. Dat wil zeggen dat een gebruiksvriendelijke view op de informatie gegeven wordt. In Figuur 6 is hiervan een voorbeeld getoond. In de pilotfase was er geen software voorhanden die een dergelijke gebruiksvriendelijke view op de informatie gaf. Dit werd door veel mensen als lastig ervaren. FIGUUR 5: VOORBEELD VAN DE UITWERKING VAN HET CONCEPT PLAATFUNDERING GEWAPEND BETON. 14
15 FIGUUR 6: EEN VOORBEELD VAN EEN GEBRUIKERSVRIENDELIJKE WEERGAVE VAN DE INFORMATIE. De inhoud van de CB-NL bestaat uit concepten en relaties. Een concept heeft minimaal een: Naam (voor elke taal waarin het concept voorkomt minstens één, bv.: hond, dog, etc.) Tekstuele definitie (bv.: een zoogdier van de Canis familie) Aanvullende beschrijving (bv.: de trouwste vriend van de mens) Vervolgens heeft een concept dus betekenisvolle relaties met andere concepten. De verschillende relaties die kunnen 12 voorkomen zijn: Concept is een subtype van Concept (bv.: Hond is een subtype van Zoogdier) Concept heeft als eigenschap Eigenschap (bv.: Hond heeft als eigenschap Vachtlengte) Concept is element van Verzameling (bv.: Hond is element van Favoriete huisdieren) Concept wordt gerefereerd in Document (bv.: Hond wordt gerefereerd in De encyclopedie) Vorm/Subject is betrokken in Activiteit (bv.: Hond is betrokken in Jagen) Voorziening is functievervuller van Functie (bv.: Hond is een functievervuller van Mens vergezellen) Systeem is samengesteld uit Element (bv.: Hond is samengesteld uit poten, staart, kop en romp) Proces heeft als output Resultaat (bv.: Jagen heeft als output Vangst) Het toevoegen van nieuwe concepten aan de CB-NL is altijd mogelijk. Hierbij is één voorwaarde van toepassing: het nieuwe concept dient een subtype te zijn van een bestaand concept (een concept, dat reeds in de CB aanwezig is). Een nieuw concept dient dus altijd opgehangen te worden aan een ander concept. Daarom is het ook van belang bij de inhoud van de CB-NL van boven naar beneden te werken. Begonnen zal moeten worden met de meest abstracte concepten om daarvandaan steeds concreter naar beneden af te dalen. Dan dient de CB-NL uiteindelijk gevuld te worden met inhoud. Dit moet gebeuren op basis van de gemaakte afspraken. Ook moet de inhoud aansluiten bij bestaande normen en zullen vakinhoudelijke experts de inhoud moeten toetsen. 12 Niet alle genoemde relaties hoeven voor te komen. In eerste instantie worden alleen definiërende relaties meegenomen. Zie ook hoofdstuk 3. 15
16 Het vullen in de pilot In de pilotfase hebben we gebruik gemaakt van de inhoud die beschikbaar was vanuit de Nederlandse context van de buildingsmart Data Dictionary (bsdd-nl) (zie paragraaf 4.1.1). De bsdd-nl bevat reeds veel concepten (17.000). Deze inhoud is in het verleden voornamelijk vanuit STABU opgebouwd (via STABU LexiCon) en ook aanwezig in de buildingsmart Data Dictionairy (bsdd). Vervolgens is in de pilotfase aan deze bestaande inhoud, nieuwe inhoud toegevoegd. Dit met als doel: Bepalen en toetsen van procedures en richtlijnen voor het vullen van de CB-NL; Beter inzicht krijgen in de bestaande inhoud van de bsdd-nl en de benodigde inspanningen om onderdelen van de CB-NL te realiseren; Vullen van de conceptenbibliotheek voor de onderdelen draagconstructie (steenachtig) en luchtbehandeling ; Toevoegen van ontbrekende inhoud voor het uitvoeren van experimenten in het GWW domein. Toegevoegde inhoud vanuit B&U De B&U werkgroep heeft dus twee onderwerpen uitgewerkt en in de bsdd-nl opgenomen: luchtbehandeling en draagconstructies (steenachtig). Deze twee onderwerpen waren nog maar heel beperkt uitgewerkt in de bsdd-nl. Daarnaast is uitgewerkt hoe de CB-NL aangesloten moet worden op de genoemde standaarden (zie hoofdstuk 3). Voor drie soorten aansluitingen is vastgelegd op welke manier deze aansluiting concreet gerealiseerd moet worden (zie en Figuur 15). Het verwerken van de onderwerpen is geslaagd. Doordat de gebieden groter bleken dan vooraf ingeschat, zijn de verwerkte gebieden verder ingekaderd tot draagconstructies van beton en de behandelunit van luchtbehandeling (geen distributie en afgifte). De inhoud is van een dermate niveau dat het in de dagelijkse praktijk gebruikt kan worden. Tijdens de pilot zijn een aantal waardevolle lessen geleerd voor de toekomst: Het verwerken van de onderwerpen zoals nader ingekaderd, heeft ca. 250 manuur sectorbijdrage gekost (in-kind). De modelleur (die de aangeleverde kennis verwerkt in de bibliotheek) heeft eveneens ca. 250 uur besteed (in-cash). Het is echter lastig om deze gegevens te veralgemeniseren naar de benodigde inspanning voor de gehele bibliotheek. De beleving die door de werkgroep en expertgroepen gedeeld wordt is echter dat in een tijd van twee jaar gerichte ontwikkeling, een substantieel deel van de benodigde concepten kan worden ontwikkeld; Bij het aansluiten van bestaande standaarden zijn er drie standaarden te onderscheiden, met ieder hun eigen aansluitprincipes (zie 4.3.2). Er is inzicht verkregen in de meest effectieve werkwijze bij het opbouwen van inhoud van de CB-NL en de tijdbesteding die daarbij nodig is. Tevens is uitgezocht hoe de aansluiting met bovenstaande standaarden vormgegeven moet worden. Dit is waardevolle informatie voor de vervolgfase. Toegevoegde inhoud vanuit GWW Waar B&U diep heeft gekeken naar een beperkt gebied, is de GWW werkgroep de breedte ingegaan. Net zoals in de B&U is in de context van de GWW er niet één taal bepalend. Meerdere talen zijn van belang - afkomstig uit deel- of sub contexten - waarvan in ieder geval de belangrijkste vertegenwoordigd moeten worden in één conceptenbibliotheek. Hierdoor kan op termijn de onderlinge samenhang (synoniemen, homoniemen) inzichtelijk gemaakt worden. 16
17 De GWW heeft een expertgroep geformeerd die zich specifiek heeft gericht op het klaar zetten van inhoud voor bsdd-nl. Door deze expertgroep zijn vier talen (gedeeltelijk) taalkundig ontleed en in Semantic Concepts geplaatst. Belangrijkste leerpunten hierbij zijn: Begin met het opbouwen van inhoud vanaf de top (architectuur). INSPIRE biedt de juiste toparchitectuur en zou daarmee uitgangspunt hiervoor kunnen zijn; Maak een expliciet onderscheid tussen fysieke objecten en functionele ruimtes, en leg de relatie tussen die twee; Bouw de inhoud stapsgewijs op. a. Begin met termen en informele (tekstuele) definities; b. Expliciteer de informele (tekstuele) definities middels een set van definiërende relaties en een informele hiërarchie van sub- en supertypes; c. Definieer de discriminatoren, die de basis vormen voor een formele specialisatiehiërarchie; d. Werk deze hiërarchie uit; De afbakening van de CB-NL is essentieel (zie ook hoofdstuk 3 en 4.3.2); Het daadwerkelijke vullen van de CB-NL, of beter het modelleren van de inhoud, is een aparte expertise (het is een vak). Hierbij dienen integraal en zuiver de juiste keuzes gemaakt te worden, niet alleen op basis van theoretische principes, maar zeker ook op basis van praktische bruikbaarheid; Hanteer een werkwijze waarbij een modelleur en praktijk deskundige met kennis van bestaande normen, samen met een groep inhoudelijke deskundigen inhoud genereren; Gebruik de richtlijnen en ondersteunende tools die in de pilotfase zijn toegepast. De huidige inhoud van de bsdd is van een erg wisselend detail niveau. Niet alle aanwezige informatie in bsdd hoort uiteindelijk thuis in de CB-NL, en de structuur is niet altijd consistent doorgezet. Belangrijke betekenisvolle relaties in de hiërarchie ontbreken soms of zijn overvloedig en inconsistent. Dit resulteert enerzijds in een complex zoekplaatje, en anderzijds in een inadequate procesondersteuning bij o.a. Systems Engineering processen. Hieruit mag niet de conclusie getrokken worden dat alle inhoud van bsdd onbruikbaar is. Er zitten heel veel bruikbare elementen in die na zorgvuldige weging overgenomen kunnen worden in de CB- NL. 17
18 4.2 HET GEBRUIK In de voorgaande paragrafen is ingegaan op de diverse onderdelen van de CB-NL. De vraag is nu hoe de CB-NL gebruikt kan of moet worden en welke voordelen dit levert. Bij de beschrijving van het gebruik van de CB-NL maken we onderscheid tussen conceptueel gebruik, en concrete praktijksituaties. Dat laatste om het conceptuele gebruik te concretiseren en een relatie te leggen met de uitgevoerde experimenten CONCEPTUEEL Wij onderscheiden drie conceptuele gebruiksscenario s: 1. Gebruik als bibliotheek met expliciete kennis; 2. Gebruik als gegevensmodel/schema voor gegevensuitwisseling tussen applicaties; 3. Gebruik als catalogus item binnen een applicatie; BIBLIOTHEEK MET EXPLICIETE KENNIS De bibliotheek kan als een naslagwerk worden gebruikt. Dit is vergelijkbaar met een woordenboek waarmee we de schrijfwijze, betekenis/definitie, of synoniem van een bepaald woord opzoeken. Zo kan de CB-NL gebruikt worden om bijvoorbeeld de definitie van een brug op te zoeken, het synoniem in andere talen te bepalen, definiërende functies te achterhalen, etc. GEGEVENSUITWISSELING TUSSEN APPLICATIES De echte meerwaarde van een conceptenbibliotheek komt naar voren op het moment dat informatie tussen partijen uitgewisseld wordt. Door de te versturen informatie op te bouwen conform de concepten uit de CB- NL, kan deze informatie door de ontvangende partij zonder interpretatie worden toegepast. In onderstaande figuur is dit principe afgebeeld. FIGUUR 7: HET VERSTUREN VAN BERICHTEN CONFORM DE CB-NL. De informatie in het bericht kan bestaan uit een 3D CAD bestand, een vraagspecificatie, een verificatiematrix, een raming, een instandhoudingsplan, etc. Het maakt niet uit welke informatie onderling wordt uitgewisseld. Van belang is dat de objecten getypeerd zijn op basis van de concepten uit de CB-NL. Dan spreken we dezelfde taal. 18
19 Catalogus binnen een applicatie In verlengde met de vorige toepassing ligt de toepassing van de CB-NL als catalogus binnen een applicatie. Om te zorgen dat de uit te wisselen informatie overeenkomstig de CB-NL is opgebouwd, is het handig als de informatie bij de bron als zodanig is geclassificeerd (geïnstantieerd). Daarom de derde toepassing: het gebruik van de CB-NL als catalogus item binnen een applicatie. Op het moment dat een ontwerper besluit een object in het BIM te plaatsen, kiest de ontwerper uit een lijstje het betreffende concept. Dit lijstje is gevuld met concepten uit de CB-NL. Doordat de ontwerper een concept kiest, instantieert de ontwerper een object in het BIM conform een bepaald concept (objecttype) uit de CB-NL. Die specifieke brug in het ontwerp is een brug overeenkomstig het concept tuibrug. Iedereen weet nu wat met het object in het BIM bedoeld wordt. FIGUUR 8: DE ONTWERPER CREEERT EEN NIEUW OBJECT OP BASIS VAN EEN CONCEPT UIT DE CB-NL. Van belang is dat de software waar de ontwerper tijdens het ontwerpen gebruik van maakt in staat is om het concept te kunnen kiezen. Dit zal de softwareleverancier mogelijk moeten maken (zie hoofdstuk 5) én de software dient via webservices toegang te hebben tot de CB-NL. Dit laatste is in de pilotfase bij verschillende expertgroepen aan de orde geweest, en maakt deel uit van zowel gebruiksscenario s als de demonstrator. 19
20 4.2.2 PRAKTIJKSITUATIES AAN DE HAND VAN EXPERIMENTEN In de pilotfase zijn zowel vanuit de GWW als de B&U diverse gebruikscenario s uitgewerkt. Dit is gedaan om enerzijds te verduidelijken hoe de CB-NL in de praktijk kan c.q. moet functioneren en welke voordelen het gebruik van de CB-NL met zich meebrengt, en anderzijds te toetsen of de veronderstelde scenario s daadwerkelijk uitvoerbaar zijn met de CB-NL. Binnen de B&U werkgroep is een overall schema uitgewerkt met een scenario voor het gebruik van de CB-NL (zie de achtergrondrapportage). Binnen dit gebruiksscenario zijn een drietal experimenten ontwikkeld die een onderdeel van het scenario testen: B&U Experiment: Wisselwerking tussen de conceptenbibliotheek en een 3D ontwerpomgeving. Korte beschrijving van het experiment Het ontwerpproces bestaat uit een aantal fases die zich kenmerken door te werken van een grof bouwwerkmodel naar een gedetailleerd bouwwerkmodel (fijn). Hierbij dient vermeld te worden dat voorafgaand aan het eerste bouwwerkmodel, al veel informatie wordt uitgewisseld. Denk hierbij aan GIS informatie, uitgangspunten van de opdrachtgever, etc. Deze informatie uitwisseling is buiten het experiment gehouden. Tevens is een belangrijk kenmerk in het ontwerpproces dat er veel wijzigingen plaats vinden. Binnen het experiment is ondergezocht of met de CB-NL en de door de vakexperts ontwikkelde inhoud (voor objectgebied draagconstructies steenachtig en luchtbehandeling ), het ontwerpproces ondersteund kan worden en of de benodigde eigenschappen (vanuit de CB-NL) beschikbaar zijn voor de te maken analyses. Ook is onderzocht of voor de verschillende detailniveaus de benodigde conceptbladen (d.w.z. objectspecificaties gebaseerd op de gegevens uit de CB-NL) konden worden ingevuld (zie Figuur 9). Tevens is onderzocht wat de mogelijkheden van wijzigingen zijn op objectniveau en eigenschappenniveau. FIGUUR 9: SCHEMATISCHE WEERGAVE VAN HET EXPERIMENT CB-NL EN ONTWERP. 20
21 Voordelen van het gebruik van de CB-NL De volgende voordelen worden bereikt met deze werkwijze: Ondersteuning van het ontwerpproces waarin objecten steeds gedetailleerder worden uitgewerkt (detaillering houdt in: meer prestatie eigenschappen, samenstelling uit componenten, specifiekere types); Eenduidige naamgevingen van objecten gedurende de ontwerpfase; Doorvoeren van wijzigingen met behoud van informatie (verrijken, alternatief kiezen, etc.); Eenvoudigere samenwerking en informatie uitwisseling tussen (ontwerpende) partijen; Door de eigenschappen van objecten in een CAD-pakket conform de CB-NL vast te leggen en niet conform de interne standaarden van het CAD-pakket, blijft de kennis dus ook voor andere pakketten leesbaar. Aandachtspunten Het is soms lastig om de gewenste concepten te vinden. Hier moet aandacht aan besteed worden door het aansluiten van indexen (inhoudsopgaven, bijvoorbeeld NL-Sfb) en het toekennen van concepten aan verzamelingen. Ook een grafische interface, zoals eerder in dit rapport verwoord, kan hieraan bijdragen. Daarnaast is nog niet geheel uitgedacht hoe de in de praktijk gebruikte software om moet gaan met de informatie uit de conceptenbibliotheek, aangezien de informatie uit de CB-NL vaak in een netwerkstructuur is vastgelegd en de huidige software veelal met platte informatie werkt. B&U Experiment: Wisselwerking tussen de conceptenbibliotheek en een productcatalogus en gebruik van gegevens richting ERP (voor inkoop, bestellen, etc.). Korte beschrijving van het experiment De CB-NL kan gebruikt worden om producten te bestellen. Omdat het productaanbod omvangrijk is (de installatiebranche kent al meer dan 1.5 miljoen producten), wordt in dit selectieproces gebruik gemaakt van de reeds gespecificeerde eisen die aan het object zijn gesteld (ingevulde conceptbladen van het detailontwerp, zie Figuur 9 en Figuur 10). Gedurende de ontwerpfase wordt een object gedefinieerd op basis van het concept. Door de eigenschappen voor het object in dat project in te vullen, kan: 1. Eenvoudig een selectie gemaakt worden in de online beschikbare productinformatie (zoals 2BA of bij de fabrikant); 2. Een realiseerbare vraag voor een passend ontwerp worden verwoord naar een co-maker (offerte); 3. Deze informatie daarna doorgegeven worden aan ERP systemen die voor calculatie, inkoop, etc. worden gebruikt. 21
22 FIGUUR 10: SCHEMATISCHE WEERGAVE VAN EXPERIMENT CB-NL EN PRODUCTKEUZE / ERP. Voordelen van het gebruik van de CB-NL De volgende voordelen worden bereikt met deze werkwijze: Directe aansluiting met fabrikanten en groothandel wanneer zij voor de beschrijvingen van hun producten de CB-NL kunnen gebruiken; Het selecteren van een product op basis van eisen die conform de CB-NL zijn gesteld, geeft een versnelling in de keuze van beschikbare producten. Alternatieve keuzes zijn ook meer transparant; Het aanvragen van een product op basis van een ontwerp verlaagt de faalkosten tussen de ontwerpers en de co-makers van deze producten, omdat de vraagstelling altijd eenduidig (conform CB-NL) is; Het specificeren van relevante productgegevens bij objecten die elektronisch door ERP systemen kunnen worden ingelezen, verlaagt de faalkosten in de communicatie tussen projectpartners in het bouwproject; Tijdens de beheerfase kan de beheerder aan de hand van de concepten zoeken naar passende vervangende producten. Aandachtspunten De volgende aandachtspunten zijn uit het experiment naar voren gekomen: De CAD pakketten dienen een aansluiting te realiseren met de bsdd, waarbij de standaardeigenschappen van het CAD pakket zelf ook doorgelinkt worden naar eigenschappen uit de bsdd, zodat de gespecificeerde waarden ook kunnen worden gebruikt in analysesoftware; Voor een goede aansluiting dient een volledige aansluiting gerealiseerd te worden met de bestaande standaarden. (zoals de ETIM classificatie) 22
23 B&U Experiment: Wisselwerking tussen de conceptenbibliotheek en een beheeromgeving. Korte beschrijving van het experiment Een oplevering van uitgevoerde werkzaamheden heeft zijn oorsprong in nieuwbouw, totale of gedeeltelijke renovatie, uitvoering van onderhoud of volledige c.q. gedeeltelijke sloop van het oorspronkelijke ontwerp. Tijdens de beheerfase komen al deze situaties een of meerdere keren voor. Totale sloop van het ontwerp komt slechts een keer voor. Bij het beheer van een gerealiseerd bouwwerk zijn diverse stakeholders betrokken. Elk van deze stakeholders heeft behoefte aan specifieke actuele data. As-built informatie wordt door het bouwbedrijf opgebouwd conform de CB-NL. Deze informatie bestaat onder andere uit CB-NL specificaties en productkeuzes. Binnen het experiment dient in eerste instantie onderzocht te worden hoe de as-built informatie in bestaande bedrijfsindexen (zoals de standaard elementenlijst (SEL) / objectelementenlijst (OEL)) wordt ingevoerd. Dit is in Figuur 11 gevisualiseerd als de conceptbladen en productbladen die onder de SEL van de Rijksgebouwendienst (Rgd) hangen. De indexen zijn de aansluiting tussen de as-built informatie en bedrijfsprocessen van de beheerder (in dit figuur is dit de Rgd). In tweede instantie dient onderzocht te worden hoe de as-built informatie geschikt gemaakt kan worden als basis informatie voor beherende stakeholders. Denk hierbij aan technische en facilitaire organisaties. FIGUUR 11: SCHEMATISCHE WEERGAVE VAN EXPERIMENT CB-NL EN EEN BEHEEROMGEVING Voordelen van het gebruik van de CB-NL De volgende voordelen worden bereikt met deze werkwijze: De standaard elementenlijst (SEL) van de Rgd sluit hiermee aan op de CB-NL doordat eigenschappen over worden genomen. De overgedragen as-built informatie rolt door naar de beheerprocessen; De eigenaar kan zijn facilitaire en/of technische contracten juridisch beter onderbouwen doordat de concepten eenduidig en landelijk zijn vastgelegd; Bij oplevering van een bouwwerk kan de over te dragen informatie in zijn totale omvang geautomatiseerd en gecontroleerd door worden gevoerd. Er gaat hierdoor niets verloren. Dit betreft niet enkel informatie over het bouwwerk zelf, maar ook over mutaties in GIS gegevens; Bij beëindiging van facilitaire en of technische contracten kan de opgeleverde informatie eenduidig en effectief op kwaliteit en kwantiteit gecontroleerd worden; 23
24 De object elementenlijst (OEL) wordt geactualiseerd vanuit elke startsituatie, waardoor de communicatie met en informatieverstrekking aan stakeholders eenduidig is; Mutaties, indikking en verdunning van informatie leiden niet tot verlies van informatie; Bij aanvang van een nieuwe startsituatie kan volledige informatie worden aangeleverd, waardoor faalkosten of verstoringen van bedrijfsprocessen voorkomen worden. Aandachtspunten Dit experiment was in zekere mate afhankelijk van de ontwikkeling van de inzichten in de CB-NL. Tijdens de pilotfase is dit experiment op conceptueel niveau uitgewerkt. De werkelijke uitvoering van het experiment zal plaatsvinden in de ontwikkelfase (zie 5.3 ). GWW experimenten De GWW werkgroep heeft een vijftal experimenten gedefinieerd die ieder bij een expertgroep zijn neergelegd. De werkgroep vulling hield zich bezig met het voor de pilot opbouwen of aanvullen van een conceptenbibliotheek. Omgeving onderzocht de koppeling tussen de CB-NL en IMGeo. Contractvoorbereiding, Ontwerp en realisatie en Beheer en Onderhoud richten zich op de toepasbaarheid van de CB-NL binnen de eigen fase. Deze laatste vier werkgroepen hadden als belangrijkste onderzoeksvraag: maakt de CB-NL het onmogelijk mijn specifieke processen uit te voeren?. De algemene bevindingen van de gehele werkgroep zijn: Algemene enthousiasme over de ontwikkeling; Impact van een nationale opgebouwde conceptenbibliotheek voor processen: Geen onoverkomelijke bezwaren; Welkome ontwikkeling. Leidt naar verwachting tot gelijke of betere procesondersteuning; Maakt communicatie tussen processen beter mogelijk; Aansluiting op bestaande systemen en processen gaat nog wel tijd en geld kosten; De inhoud en de structuur van de huidige conceptenbibliotheek moet nog aanzienlijk verbeterd Daarnaast heeft iedere expertgroep zijn eigen specifieke bevindingen, conclusies en aanbevelingen. Ze zijn hieronder kort opgenomen. In de achtergrondrapportage is van elke expertgroep een uitgebreide rapportages terug te vinden. Werkgroep vulling: Taalkundige ontleding van de brontalen verliep goed; Uiteindelijke ophanging in Semantic Concepts verdient aandacht. Contractvoorbereiding Experimenten zijn goed verlopen; Enthousiasme in de groep over de toepassing van een conceptenbibliotheek; De principes van de CB-NL zijn goed toepasbaar, maar de inhoud moet nog sterk verbeterd worden. Ontwerp en realisatie De groep juicht de komst van de CB-NL toe; Het ontwerp kent eigen concepten, die ook in de CB-NL thuishoren (zoals Bouwplaats ); Sterke behoefte aan het opnemen van activiteiten in de CB-NL; De experimenten liepen moeizaam. De principes van de CB-NL zijn goed toepasbaar, maar de inhoud moet nog sterk verbeterd worden. 24
DE CB-NL DE CONCEPTEN BIBLIOTHEEK VOOR DE GEBOUWDE OMGEVING
DE CB-NL DE CONCEPTEN BIBLIOTHEEK VOOR DE GEBOUWDE OMGEVING 2 e ICT Vendor bijeenkomst 26 augustus 2013 Bram Mommers Namens de CB-NL Agenda Nr Onderwerp 1 Welkom en kort voorstelrondje 5 minuten 2 Doel
Nadere informatieEen standaard voor objectenbibliotheken in de installatiemarkt
Een standaard voor objectenbibliotheken in de installatiemarkt Even voorstellen Peter Zwakhals Informatiseringzaken T 079 325 06 30 E p.zwakhals@uneto-vni.nl Eén standaard voor objectenbibliotheken? Een
Nadere informatieInformatievoorziening met BIM de basis voor assetmanagement
Informatievoorziening met BIM de basis voor assetmanagement GeoBuzz BIM Programma - 24 november 2015 Niels Reyngoud Provincie Gelderland 1 Assetmanagement Assetmanagement Pijlers (1/2) Assetmanagement
Nadere informatieBouw Informatie Raad (BIR) Hans Nijssen Workshop Kennis (Excelleren met BIM) 29 juni 2011
Bouw Informatie Raad (BIR) Hans Nijssen Workshop Kennis (Excelleren met BIM) 29 juni 2011 Missie Bouwkwaliteit verhogen door samenwerking in de keten te verbeteren, ondersteund door Bouw Informatie Modellen
Nadere informatieOntwikkelaars van BIR Open BIM Standaarden en softwareleveranciers
Memo AAN Ontwikkelaars van BIR Open BIM Standaarden en softwareleveranciers VAN Bouw Informatie Raad (contactpersoon D. Spekkink, dik.spekkink@bimloket.nl) DATUM 1 januari 2016 ONDERWERP BIR Kaders voor
Nadere informatieCOINS staat voor Constructieve Objecten en de INtegratie van processen en Systemen;
COINS-VISI Workflow COINS COINS staat voor Constructieve Objecten en de INtegratie van processen en Systemen; COINS2.0 ondersteunt het objectgericht werken. In het kernmodel is de basis vastgelegd Generieke
Nadere informatieETIM voor bouw- en installatiesector
ETIM voor bouw- en installatiesector D S@les in de Bouw & Installatie dag Drs Ing Aart van Gelder Zonneheuvel, Doorn 25 september 2013 Even voorstellen.. - Aart van Gelder - BIM adviseur UNETO-VNI - Lid
Nadere informatieIntegratie locatie-informatie in de bouw met BIM
Integratie locatie-informatie in de bouw met BIM Dik Spekkink Programmateam BIR Open Geodag, Utrecht, 2 september 2015 Bouw Informatie Raad Overheidsopdrachtgevers Branche-organisaties Architecten Ingenieursbureaus
Nadere informatieDATAMODELLERING BEGRIPPENBOOM
DATAMODELLERING BEGRIPPENBOOM Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm begrippenboom inclusief de begrippenlijst beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen.
Nadere informatieDATAMODELLERING ARCHIMATE DATA- & APPLICATIEMODELLERING
DATAMODELLERING ARCHIMATE DATA- & APPLICATIEMODELLERING Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm ArchiMate data- & applicatiemodellering beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding
Nadere informatie2 e BIM- Bijeenkomst. 23 april 2013
2 e BIM- Bijeenkomst 23 april 2013 Ketensamenwerking Van Ontwerp naar Uitvoering Welkom bij Klictet Advies! Management/ Adviseur Kees Kelder Willem-Jan van den Berk Stefan Janssen Projectleiding Mark Ernst
Nadere informatieDATAMODELLERING ARCHIMATE DATAMODELLERING
DATAMODELLERING ARCHIMATE DATAMODELLERING Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm ArchiMate datamodellering beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen.
Nadere informatieBIM in de beheerfase. Symposium BIM in de watersector 11 mei Marcel Sukel
BIM in de beheerfase Symposium BIM in de watersector 11 mei 2016 Marcel Sukel Programma 1. Waarom doet PNH aan BIM? 2. Wat is BIM eigenlijk? 3. BIM en assetmanagement 4. #Hoepasthetinelkaar. 5. Vragen..?
Nadere informatieGemeenschappelijke bijeenkomst werkgroepen CB-NL
Opmaker Jaap Bakker T 0651386455 Gemeenschappelijke bijeenkomst werkgroepen CBNL 19112013 Bijlage(n) DEZE BIJEENKOMST IS ALLEEN BEDOELD VOOR MOGELIJKE DEELNEMERS VAN DE CONTENT WERKGROEPEN bespreking Tijdstip
Nadere informatieHet BIM procesin het kort. U als fabrikant bent heel belangrijk in dit proces. Zowel voor de civiele-,bouwkundige-, constructieve-en
1 Het BIM procesin het kort. U als fabrikant bent heel belangrijk in dit proces. Zowel voor de civiele-,bouwkundige-, constructieve-en installatietechnischedisciplines is de fabrikant van onschatbare waarde
Nadere informatieCB-NL CONCEPT LIBRARY FOR THE BUILT ENVIRONMENT
CB-NL CONCEPT LIBRARY FOR THE BUILT ENVIRONMENT Kunnen we eigenlijk wel met elkaar praten? Marcel Reuvers Geonovum Inhoud presentatie Over welke informatie hebben we het eigenlijk? Hoe praten we nu nog
Nadere informatieContext Informatiestandaarden
Context Informatiestandaarden Inleiding Om zorgverleners in staat te stellen om volgens een kwaliteitsstandaard te werken moeten proces, organisatie en ondersteunende middelen daarop aansluiten. Voor ICT-systemen
Nadere informatieWat is BIM. BIM model
Sacon en BIM Bij Sacon worden sinds 2009 projecten ontworpen, uitgewerkt en virtueel gebouwd in een Bouwwerk Informatie Model of BIM met behulp van de software Revit van Autodesk. Met de opgebouwde ervaring
Nadere informatieOplossingsvrij specificeren
Oplossingsvrij specificeren ir. J.P. Eelants, projectmanager Infrabouwproces CROW Samenvatting De methodiek van oplossingsvrij specificeren richt zich niet alleen op het formuleren van functionele eisen.
Nadere informatieWat is de CB-NL? Aanleiding: Digitale miscommunicatie in de bouw door ontbreken eenduidige taalafspraken. De CB-NL beoogt de definiëring van deze taal
Wat is de CB-NL? Aanleiding: Digitale miscommunicatie in de bouw door ontbreken eenduidige taalafspraken De CB-NL beoogt de definiëring van deze taal Wat is de CB-NL? Een digitale beschrijving van generieke,
Nadere informatieCanonieke Data Modellering op basis van ArchiMate. Canonieke Data Modellering op basis van Archimate Bert Dingemans
Canonieke Data Modellering op basis van ArchiMate Canonieke Data Modellering op basis van Archimate Bert Dingemans Abstract Modelleren op basis van de open standard ArchiMate is een goed uitgangspunt voor
Nadere informatieHet Digitale Fundament van de Bouw Bibliotheek. BouwConnect is powered by
Het Digitale Fundament van de Bouw Bibliotheek BouwConnect is powered by BouwConnect: Sneller, Slimmer en Schoner BouwConnect is een samenwerking tussen KPN en De Twee Snoeken met als doel: Alle partijen
Nadere informatieDe BouwConnectie met S@les in de Bouw
De BouwConnectie met S@les in de Bouw Doel Verbetering van de communicatie in de bouw Terugdringen faalkosten en CO2-uitstoot Rendement verbeteren Hoe? Eén centrale bibliotheek met Integrale Eenduidige
Nadere informatieProactief en voorspellend beheer Beheer kan effi ciënter en met hogere kwaliteit
Proactief en voorspellend beheer Beheer kan effi ciënter en met hogere kwaliteit Beheer kan efficiënter en met hogere kwaliteit Leveranciers van beheertools en organisaties die IT-beheer uitvoeren prijzen
Nadere informatieRoadmap BIM Loket. Versie 7, 1 december 2015. 1.1 Inleiding
Roadmap BIM Loket Versie 7, 1 december 2015 1.1 Inleiding Eind april 2015 is de Stichting BIM Loket opgericht. Afgelopen maanden is de organisatie ingericht en opgestart. Mede op verzoek vanuit de BIR
Nadere informatieBIM bij Schüco. Hilvarenbeek, 22-05-2013
Hilvarenbeek, 22-05-2013 Definities BIM: proces of product? Ontwikkelingen in de bouw Ontwikkelingen, software, werkwijze Ondersteuning voor architecten Schüco Revit Families Ondersteuning voor klanten
Nadere informatieHoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving. Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving
Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving Datum: 22 maart 2019 Versie: definitief, 2.0, vastgesteld door PMT (07-03-2019) Toelichting/context: Waterschappen gaan uit van de
Nadere informatieDATAMODELLERING DATA MAPPING MODEL
DATAMODELLERING DATA MAPPING MODEL Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm data mapping model beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen. Wil
Nadere informatieDe integratie tussen VISI en COINS. Whitepaper
De integratie tussen VISI en COINS Whitepaper Inhoud 1.1 Doelstelling... 2 1.2 Middelen... 3 1.3 Volledigheid van informatie... 5 1.4 Beperkingen... 6 1.5 Details van de oplossing... 6 1.5.1 Informatie
Nadere informatieCB-NL Stand van zaken en doorontwikkeling. Ruimte voor datum (en plaats) en eventuele ondertitel
CB-NL Stand van zaken en doorontwikkeling Ruimte voor datum (en plaats) en eventuele ondertitel Waar gaan we het over hebben? Inleiding over CB-NL Gebruik CB-NL Rondje langs de velden Doorontwikkelingen
Nadere informatieHet Digitale Huis. Samenwerkende software voor de bouw
Het Digitale Huis Samenwerkende software voor de bouw Het Digitale Huis is het eerste en grootste BIM-software project in Nederland. Uniforme Bouwdeelbibliotheek Het is bovendien het enige project dat
Nadere informatieOCI koppeling webshop leveranciers
OCI koppeling webshop leveranciers Laatste update: 14 juli 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Werking ProActive Inkoop 3 3. Opzet koppeling 5 3.1.Automatisch inloggen in de webshop...5 3.2.Terugkeren
Nadere informatieSuccesvol verbinden met CB-NL
Ikwil jullie allemaal van harte welkom heten bij de presentatie van de koppeling tussen CB-NL en ETIM en de toepassing hiervan in Revit en Cadac Flexline. Lees ook meer op: http://www.cadac.com/nl/nieuws/pages/integratie-conceptenbibliotheek-cb-nl-etim-birevent.aspx
Nadere informatieTicon. De volgende generatie projectmanagement
De volgende generatie Optimaal Het virtueel bouwproces model binnen de GWW Virtueel bouwproces model Het fundament van Ticon is het Virtueel bouwproces model. Dit datamodel is een collectie van alle projectgegevens
Nadere informatieHet digitaal samenstellen en uniformeren van projectdocumentatie.
Het digitaal samenstellen en uniformeren van projectdocumentatie. As-Built Documentatie digitaal op orde Als uw bedrijf actief is in de Marine, Off-Shore, energie of chemische industrie, dan heeft u voor
Nadere informatieSPC360: specificeren, programmeren en contracteren. SPC360 en AT Osborne 2016 Q1
SPC360: specificeren, programmeren en contracteren Andere contractvormen In de utiliteitsbouw worden steeds vaker andere contractvormen toegepast. Het zijn tools die hun oorsprong vinden in de wereld van
Nadere informatieBIM en Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat Ministerie van ln[rastructuur en Milieu BIM en Rijkswaterstaat Informatievoorziening vereenvoudigen bij aanlegprojecten Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat. - 1 0~0. Water, wegen en spoor
Nadere informatieETIM NL Dynamische publicatie
ETIM NL Dynamische publicatie V1-2015 Versie datum 18-03-2015 Auteur: Marc Habets INHOUD 1. Inleiding 3 2. Dynamische publicatie 3 2.1. Wat is een dynamische ETIM publicatie? 3 2.2. Voordelen en randvoorwaarden
Nadere informatieDe vraag Wat is BIM levert geen eensluidend antwoord. BIM is een typisch voorbeeld van een containerbegrip.
Gemeenten en BIM Hein Corstens 23-03-2017 V 1.2 1. BIM: wat en waarom? De komende minuten zal ik ingaan op het wat en waarom van BIM. In het algemeen en specifiek voor gemeenten. 2. BIM: wat? De vraag
Nadere informatieBuilding Information Modeling Informatie in een digitaal prototype van het ontwerp kostenmanagement bbn adviseurs juni 2013
Building Information Modeling Informatie in een digitaal prototype van het ontwerp kostenmanagement bbn adviseurs juni 2013 bron: Ector Hoogstad Architecten BIM BIM is een term die in het vakgebied bouw
Nadere informatieDATAMODELLERING SIPOC
DATAMODELLERING SIPOC Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm Sipoc beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen. Wil je een beeld krijgen van
Nadere informatieBeheer Grootschalige Topografie voor nietbronhouders
Beheer Grootschalige Topografie voor nietbronhouders Campus, recreatie- of bedrijventerrein uniform in beeld Nu alle bronhouders van de Basisregistratie Grootschalige Topografie BGT aangesloten zijn op
Nadere informatieVirtueel bouwen met een BIM
Virtueel bouwen met een BIM BIM Waar staat de afkorting voor? BIM Building Information Model Building Information Modeling 2 virtueel bouwen met een BIM BIM Waar staat de afkorting voor? BIM Building Building
Nadere informatieCORA 1.0 Bedrijfs- en ICT-referentiearchitectuur voor woningcorporaties
CORA 1.0 Bedrijfs- en ICT-referentiearchitectuur voor woningcorporaties Hoe zorgen we ervoor dat we nieuwe diensten en producten soepel in onze bedrijfsvoering op kunnen nemen? Hoe geven we betere invulling
Nadere informatieStuurgroep open standaarden Datum: 25 mei 2017 Versie 1.0
FS 170614.2B Forum Standaardisatie Wilhelmina van Pruisenweg 52 2595 AN Den Haag Postbus 96810 2509 JE Den Haag www.forumstandaardisatie.nl FORUM STANDAARDISATIE Agendapunt: FS 170614.2B Betreft: Intake-advies
Nadere informatieBeheren van bouwwerken met BIM
Beheren van bouwwerken met BIM Afstudeerpresenta9e Arnold Bosch 31 Januari 2014 Hoofdmentor: Dr. Ir. A. (Alexander) Koutamanis Mentor: Dr. Ir. L. (Leentje) Volker Afstudeerbedrijf: Brink Groep Ir. O. (Onno)
Nadere informatieDATAMODELLERING BASIS UML KLASSEMODEL
DATAMODELLERING BASIS UML KLASSEMODEL Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm basis UML klassemodel beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen.
Nadere informatieDit voorbeeldproject beschrijft het gebruik van web services (open standaarden) voor de ontsluiting van kernregistraties bij de gemeente Den Haag.
Voorbeeldproject Een Haagse SOA Dit voorbeeldproject beschrijft het gebruik van web services (open standaarden) voor de ontsluiting van kernregistraties bij de gemeente Den Haag. Aanleiding Vanuit de visie
Nadere informatieINTERVIEW. STABU en BIM. ARCHITECTENpunt
STABU en BIM 040 BIM is geen doel, BIM is een middel. TEKSTMARIEKE POOL FOTOGRAFIERONALD BRUININK BIM IS MEER DAN EEN INFORMATIEMODEL WAAR RELEVANTE INFORMATIE GEDURENDE HET GEHELE BOUWPROCES WORDT OPGESLAGEN,
Nadere informatieOTL voor Zuidasdok Ronald Bergs. BIM-Loket Kennisdag 7 Oktober 2016
OTL voor Zuidasdok Ronald Bergs BIM-Loket Kennisdag 7 Oktober 2016 1 Programma 1. Aanleiding 2. Waarom? 3. Beoogde en inmiddels gerealiseerde meerwaarde 4. Verbeterpunten 5. Aanbeveling voor vervolg /
Nadere informatieMemorandum Pas toe of leg uit voor open BIM-standaarden
Memorandum Pas toe of leg uit voor open BIM-standaarden BIM Loket Versie 20 november 2018 Inhoudsopgave 1. Algemeen 3 1.1 Pas-toe-of-leg-uit 3 1.2 PTOLU-lijst en open BIM standaarden 3 1.2.1 COINS 4 1.2.2
Nadere informatieFORUM STANDAARDISATIE 10 juni 2015 Agendapunt 2. Open standaarden, lijsten Stuk 2D Intake-advies voor Dutch Revit Standard (DRS)
FS 150610.2D FORUM STANDAARDISATIE 10 juni 2015 Agendapunt 2. Open standaarden, lijsten Stuk 2D Intake-advies voor Dutch Revit Standard (DRS) Advies Het Forum Standaardisatie wordt geadviseerd om de Dutch
Nadere informatiePraktijk en toekomst van BIM tussen RWS, Waterschappen en de Markt
Praktijk en toekomst van BIM tussen RWS, Waterschappen en de Markt Herman Winkels Waternet Amsterdam 11 mei 2016 Wat is BIM? Bouwwerk Informatie Model = BIM of Bouwwerk Informatie Management 3D-visualisatiemodel
Nadere informatieBIM-loket draagt bij aan BIM in de praktijk van RWS
BIM-loket draagt bij aan BIM in de praktijk van RWS Herman Winkels/Jacqueline Meerkerk Programmamanager BIM/Directeur BIM Loket GeoBuzz Den Bosch 25 november 2015 Wat is BIM? 1. BIM is een 3-dimensionaal
Nadere informatieBGT/IMGEO gisib voorbeeld weg. BGT/IMGEO gisib?
De BGT/IMGEO en BGT en IMGEO De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) is een gedetailleerde (invaktaal: grootschalige) digitale kaart van heel Nederland. Daarin worden alle objecten als gebouwen,
Nadere informatiePraktijkplein Titel: Toepassing: Koppeling met het Operational Excellence Framework: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen.
Praktijkplein Titel: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen. Toepassing: Beknopte samenvatting van twee implementatiemethodieken en hun toepassing bij het implementeren van een operational
Nadere informatieSE + BIM = integraal BIM?
SE + BIM = integraal BIM? Faalkosten Grote gevolgen 2 Faalkosten Kleinere gevolgen 3 Faalkosten Onduidelijke scope Ontwerpfouten Toenemende Complexiteit Communicatie Tijdsdruk 4 Succesvol realiseren Project
Nadere informatieBIM bij RWS. Een praktische stap. Wim Verbruggen Stufib/Stumico 21 maart 2013
BIM bij RWS Een praktische stap Wim Verbruggen Stufib/Stumico 21 maart 2013 Historie 3D bij RWS 2 BIM bij RWS Bim bij RWS (Youtube) Link Link 3 BIM bij RWS RWS-er wordt Asset- (en Informatiemanager) RWS
Nadere informatieSuccesvol verbinden met CB-NL
Ikwil jullie allemaal van harte welkom heten bij de presentatie van de koppeling tussen CB-NL en ETIM en de toepassing hiervan in Revit en Cadac Flexline. Lees ook meer op: http://www.cadac.com/nl/nieuws/pages/integratie-conceptenbibliotheek-cb-nl-etim-birevent.aspx
Nadere informatiePortability, Interoperability of toch maar Connectivity Portability, Interoperability of toch maar Connectivity.
Portability, Interoperability of toch 1 Even Voorstellen Diploma s: 1980 Bachelor of Science Civil Engineering (Cairo, Egypte) 1986 Doctoraal in Geodesie (TU Delft, Nederland) Enige Automatiseringservaring:
Nadere informatieAutomated Engineering White Paper Bouw & Infra
Automated Engineering White Paper Bouw & Infra Inhoudsopgave 1. Introductie 2 2. Wat is automated engineering? 3 3. Wanneer is Automated Engineering zinvol? 3 4. Wat zijn de stappen om een ontwerpproces
Nadere informatieDe informatie adapter vormt de basis voor uitwisseling van digitale informatie in projecten waarbij de volgende uitgangspunten gekozen worden:
Op het vlak van informatie uitwisseling tussen bedrijven valt veel te verbeteren. Veel van die verbeteringen vinden hun oorzaak in het niet goed op elkaar aansluiten van de verschillende softwaretoepassingen
Nadere informatieABN AMRO Project: Conceptueel model hypothekendomein
Opdrachtformulering Het opstellen van een kennismodel van het hypothekendomein middels de conceptuele analyse met CogNIAM. Dit kennismodel staat los van enige technische benadering en vervult de spilfunctie
Nadere informatieS@les in de Bouw dag 2012
S@les in de Bouw dag 2012 Doel van vandaag 1. U informeren over BAB Aanleiding en proces Positionering en visie De voortgang 2. Uw vragen beantwoorden 3. Uw mening horen Aanleiding en Proces Succes in
Nadere informatieS@les in de Bouw dag 2012
S@les in de Bouw dag 2012 Doel van vandaag 1. U informeren over BAB Aanleiding en proces Positionering en visie De voortgang 2. Uw vragen beantwoorden 3. Uw mening horen Aanleiding en Proces Succes in
Nadere informatie3 BELANGRIJKSTE VERSCHILLEN GIS - BIM
Waarom een CB-NL? GIS INFRA BIM SOURCE: NIBS (Alan Edgar), Introduction to National BIM Standard Version 1 Part 1 Overview, Principles, & Methodologies, 2007 http://web.stanford.edu/group/narratives/classes/08-09/cee215/referencelibrary/national%20bim%20standard%20(nbim)/intro_bim_v1.pdf
Nadere informatieCB-NL Waarheen, waarvoor? Ruimte voor datum (en plaats) en eventuele ondertitel
CB-NL Waarheen, waarvoor? Ruimte voor datum (en plaats) en eventuele ondertitel Waar gaan we het over hebben? Inleiding over CB-NL PoC BNL Rondje langs de velden Permanente beta Hoe kan CB-NL jouw gebruikers
Nadere informatieEindrapportage Interactieve Leerlijnen. www.dnsleerroutes.net. Auteur(s) : Annemarieke Schepers Versienummer : januari 2010. Kennisnet.
Eindrapportage Interactieve Leerlijnen versie datum 1 / 7 Eindrapportage Interactieve Leerlijnen www.dnsleerroutes.net Auteur(s) : Annemarieke Schepers Versienummer : januari 2010 Kennisnet.nl www.dnsleerroutes.net
Nadere informatieVan inconsistent model naar betrouwbare informatiebron
Van inconsistent model naar betrouwbare informatiebron AEC Breakout 03 Zaal 19 Create, manage & share digital design information Van inconsistent model naar betrouwbare informatiebron Presentatie: Jan-Fokko
Nadere informatie1. Het grote plaatje 2. BIM bij PNH
BIM bij Provincie Noord-Holland 1. Het grote plaatje 2. BIM bij PNH 1. Het grote plaatje 1. Het grote plaatje Landelijke context Digideal/Bouwagenda Interprovinciale samenwerking BIR en BIM-Loket BIM beheer
Nadere informatieBijeenkomst 5 maart 2013
Bijeenkomst 5 maart 2013 Auteurs: Hans van Hoven (BAM Techniek) Robert Klempau (Cadac Group) De weg naar BIM Programma: Visie Implementatie BIM en categorieën Objectenbibliotheek POC koppeling ETIM 2ba
Nadere informatieRelease datum: 11 juni 2012
Highlights 1 HSExpert versie 5.2 Begin juni is versie 5.2 van HSExpert gereleased. In versie 5.2 zijn vooral wijzigingen op het RiAxion (Arbo) dossier doorgevoerd. Daarnaast zijn er wat kleinere wijzigingen
Nadere informatieBIM + DCIM = optimaal ontwerpen, bouwen en beheren (+ een gunstige TCO) Leo van Ruijven Principal Systems Engineer Croon Elektrotechniek BV TBI
BIM + DCIM = optimaal ontwerpen, bouwen en beheren (+ een gunstige TCO) Leo van Ruijven Principal Systems Engineer Croon Elektrotechniek BV TBI TBI is een groep van ondernemingen die onze leefomgeving
Nadere informatieWhitepaper. One language, one source, one truth
Whitepaper One language, one source, one truth Contact Voor meer informatie of een demo kunt u contact opnemen met John Vermolen of Bas de Graaf: 06-53943650 / 06-53289168 Postbus 79075, 1070 NC Amsterdam
Nadere informatieCOINS Praktijkproject. René Dorleijn & Gertjan van Manen. 23 januari 2008
Randstadspoor - Halte Lunetten COINS Praktijkproject René Dorleijn & Gertjan van Manen 23 januari 2008 Agenda 1. Introductie 2. Doelstelling praktijkproject 3. Voorbereiding met Ontwikkelteam 4. Voorbereiding
Nadere informatieProjectplan. Kernregistratie Medewerkers en inowit
Projectplan Kernregistratie Medewerkers en inowit Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (Josien Oosterhoff) Veiligheidsregio Haaglanden (Marieke van den Berg) NetAge AG5 28 augustus 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding...
Nadere informatieEnquête + Vragenlijst + Onderzoek + Panel = thesistools.com 15-01-13 10:43 Adoptie van BIM Geacht lid, Bouwend Nederland voert onderzoek uit naar de adoptie van BIM onder haar leden. Hiervoor is een enquête
Nadere informatieTROWA. Visie en scope Informatiemodel Waterschapsverordening. Datum : : 2.0, definitief
TROWA Visie en scope Informatiemodel Waterschapsverordening Datum : 0-02-209 Versie : 2.0, definitief Documenthistorie Datum Versie Beschrijving 29--208 0. Initiële versie 07-2-208 0.2 Aangevulde/gecorrigeerde
Nadere informatieDATAMODELLERING CRUD MATRIX
DATAMODELLERING CRUD MATRIX Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm CRUD Matrix beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen. Wil je een beeld
Nadere informatieUw productassortiment moeiteloos online én op papier met onze database publishing software.
Uw productassortiment moeiteloos online én op papier met onze database publishing software. De Guidance software pakketten maken het mogelijk om vanuit één centrale database zowel een webshop als catalogus
Nadere informatieCROW StandaardSystematiek Kostenramingen GWW-Objectenbibliotheek
CROW StandaardSystematiek Kostenramingen GWW-Objectenbibliotheek Paul Jansen Bernard Witteveen DACE Symposium 29 november 2007 Ruimte voor een of meer logo s van andere organisaties Mijn Agenda Even kennis
Nadere informatieDATAMODELLERING RACI MATRIX
DATAMODELLERING RACI MATRIX Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm RACI Matrix beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere data modelleervormen. Wil je een
Nadere informatieVraag Ondersteuning door Virtuele Experts
Vraag Ondersteuning door Virtuele Experts Ondersteunen van de opdrachtgever in de Bouw gedurende de initiatieffase 1 Introductie Deze dissertatie beschrijft een onderzoek naar de toepassing van ICT om
Nadere informatieBantopa Kennismaken met Samenwerken
Bantopa Kennismaken met Samenwerken Vernieuwen door Samenwerken Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking met andere bedrijven
Nadere informatieLeren over: - BIM - SE - GIS - COINS
Leren over: - BIM - SE - GIS - COINS Inleiding Wouter Notenbomer Projectmanager, SBRCURnet MBO Bouwkunde HBO Bouwkunde TU Delft Architecture TU Delft Building Technology 2011 Vera Yanovshtchinsky architecten
Nadere informatieMVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Intern MVO-management. Verbetering van motivatie, performance en integriteit
MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management Intern MVO-management Verbetering van motivatie, performance en integriteit Inhoudsopgave Inleiding...3 1 Regels, codes en integrale verantwoordelijkheid...4
Nadere informatieNotitie Doel en noodzaak conceptueel (informatie)model
Notitie Doel en noodzaak conceptueel (informatie)model Deelprogramma Digitaal Stelsel Omgevingswet Contactpersoon A.J. Sloos Inleiding Het conceptuele model waar behoefte aan is, is het diepste representatieniveau
Nadere informatieObjectenbibliotheken in de bouw. Zeven vragen en antwoorden over objectenbibliotheken, kennismodules en hun betekenis voor BIM en de bouwpraktijk
Objectenbibliotheken in de bouw Zeven vragen en antwoorden over objectenbibliotheken, kennismodules en hun betekenis voor BIM en de bouwpraktijk oktober 2009 1. De BIR en haar missie De Bouw Informatieraad
Nadere informatieSOCIAL INFORMATION SYSTEM
De SIS is een tool die oplossingen biedt voor uitdagingen en vragen in de wijk. Het product is vooral sterk in het verbinden van belangen. Zo stelt het organisaties in staat makkelijk en efficiënt met
Nadere informatieNEDERLANDSE CONCEPTENBIBLIOTHEEK (CB-NL) VOOR DE GEBOUWDE OMGEVING TUSSENRAPPORTAGE SEPTEMBER 2013
NEDERLANDSE CONCEPTENBIBLIOTHEEK (CB-NL) VOOR DE GEBOUWDE OMGEVING TUSSENRAPPORTAGE SEPTEMBER 2013 1 Inhoud Voorwoord... 3 1 Inleiding... 4 2 Wat is de CB-NL?... 5 3 Uitgangspunten... 7 4 Kwartiermaken...
Nadere informatieProjectvoorstel Pilot Basisregistraties Grootschalige Topografie (BGT)
Projectvoorstel Pilot Basisregistraties Grootschalige Topografie (BGT) Aan : Kring van Twentse secretarissen Programma : SSNT Basisregistraties Topografie i.s.m. SSNT/ I & A Opdrachtgevers : G.J. Eikenaar
Nadere informatieManagement. Analyse Sourcing Management
Management Analyse Sourcing Management Management Business Driven Management Informatie- en communicatietoepassingen zijn onmisbaar geworden in de dagelijkse praktijk van uw organisatie. Steeds meer
Nadere informatieUitwerking onderdelen werkplan
Uitwerking onderdelen werkplan Het Nationaal Platform Data Model (NPDM) heeft een werkplan opgesteld om richting te geven aan de activiteiten voor de komende maanden en inzicht te krijgen in de benodigde
Nadere informatieImplementatiescenario voor lidorganisaties
Informatiemodel en Gegevensset Federatie Opvang 2011 Implementatiescenario voor lidorganisaties Federatie Opvang, 22 september 2011 versie 1.0 Projectleiding: Projectuitvoering: Mark Clarijs, Informatiemanager
Nadere informatieBouw Informatie Raad. De Bouw Informatie Raad. Invoering ICT in bouwprojecten Wintercourse. Universiteit Twente, De Lutte, 29 januari 2009
De Bouw Informatie Raad Invoering ICT in bouwprojecten Wintercourse Universiteit Twente, De Lutte, 29 januari 2009 Drs. J.P.J. Nijssen Waar gaat het om? Ontwikkelen afsprakenstelsels, standaarden (proces
Nadere informatieTicon. De volgende generatie projectmanagement
De volgende generatie Optimaal Het virtueel bouwproces model binnen de B&U Virtueel bouwproces model Het fundament van Ticon is het Virtueel bouwproces model. Dit datamodel is een collectie van alle projectgegevens
Nadere informatieCOINS voor beginners. Henk Schaap Hans Schevers Wouter Pronk. December 2015
COINS voor beginners Henk Schaap Hans Schevers Wouter Pronk December 2015 COINS voor beginners Wat is COINS Hoe kun je COINS gebruiken Hoe zit COINS in elkaar Een paar voorbeelden Drie blokken 1. Algemene
Nadere informatieHet belang van. Data Modellering. GEMINIT Training. Data Modellering. Frédéric BARBIER
Het belang van Data Modellering Studiedag Informatiemanagement Politeia, 22 februari 2013, Gent Open data en de cloud: een revolutie in de informatiehuishouding van de overheid Training Data Modellering
Nadere informatieBIM IN DE BOUW WILLEN, KUNNEN, MOETEN! 5 OKTOBER 2017 HANS VOORDIJK I.S.M. SANDER SIEBELINK, RUTH SLOOT, MARC VAN DEN BERG EN PROF.
BIM IN DE BOUW WILLEN, KUNNEN, MOETEN! 5 OKTOBER 2017 HANS VOORDIJK I.S.M. SANDER SIEBELINK, RUTH SLOOT, MARC VAN DEN BERG EN PROF. ARJEN ADRIAANSE BIM in de bouw: willen, kunnen, moeten! o BIM in de bouw:
Nadere informatieBIM Laatste BIM ontwikkelingen efficiency, kwaliteit en euro s. A.M. Slockers Admea / Smits van Burgst
BIM Laatste BIM ontwikkelingen efficiency, kwaliteit en euro s A.M. Slockers Admea / Smits van Burgst Voorstellen Anton Slockers Directeur Admea / Smits van Burgst Admea is onderdeel van de Smits van Burgst
Nadere informatie