DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4"

Transcriptie

1 - 1 - Voorwoord Nu de nachten lang zijn en de dagen kort, is het tijd om het voorbije bieten- en cichoreiseizoen nog eens de revue te laten passeren en te bespreken. Hoe was de start van het seizoen? Verliepen de grondbewerkingen en de uitzaai in goede omstandigheden? Hebben we een groeizaam seizoen gekend of was er veeleer schade door een te droge zomer? Hoe is het met de ziektedruk geweest? Hebben de bieten- en de cichoreivelden een goede opbrengst- zowel plantkundig als financieel - gebracht? Welke gewasbeschermingsmiddelen deden het goed en welke rassen sprongen eruit? Om op al deze vragen een bevredigend antwoord te geven is er sinds jaar en dag niemand beter geplaatst dan ons eigen PIBO-Campus. In samenwerking met o.a. de Vlaamse overheid afdeling duurzame landbouw, het KBIVB en Orafti werden andermaal proeven aangelegd om de nodige gegevens te kunnen verzamelen zodat de ingenieurs van PIBO Campus zeer deskundig de evoluties in de teelten kunnen bespreken en duiden. Ik wil er in dit voorwoord ook op blijven hameren dat we in het erosiegevoelige Haspengouw er alles aan moeten doen om erosie door afstromend water te vermijden. De maatschappelijke schade maar zeker ook de persoonlijke schade voor de boeren is te groot om blind te blijven voor deze problematiek. Daarom doe ik nog eens een oproep om ook de proeven van PIBO-Campus rond erosiebestrijdende maatregelen in het kader van het interregproject Bodembreed van nabij te volgen en waar mogelijk de getoonde maatregelen ook toe te passen. Door de goede samenwerking tussen ons demonstratiebedrijf PIBO-Campus en de landbouwafdeling van het provinciaal instituut voor biotechnisch onderwijs, PIBO, krijgen ook de landbouwers van morgen een goed zicht op wat er in de sector leeft en welke noden er zijn. Ze leren er op een verantwoorde manier omgaan met gewasbeschermingsmiddelen en de proefvelden van PIBO- Campus zijn voor de leerlingen de gedroomde waarnemingsplek om de theorie aan de praktijk te toetsen. Ik wil er hier ook nog op wijzen dat PIBO-Campus meewerkt aan een project waarin gezocht wordt naar alternatieve bestemmingen voor ondermeer de bieten, bijvoorbeeld de eiwitindustrie, en naar de mogelijkheid om nieuwe gewassen te introduceren om zo nieuwe perspectieven te kunnen bieden aan de akkerbouwer van morgen. Hier wordt gedacht aan de teelt van vezels (hennep, vlas) voor verwerking in de betonindustrie of aan energiegewassen (olifantengras). In ieder geval biedt de brochure die u nu in de hand hebt weer een hele brok actuele informatie over de teelt van twee toch wel belangrijke gewassen voor de akkerbouwer. Ik hoop dan ook dat u met deze informatie het volgende seizoen weer aan de slag kunt om een goed product op de markt te brengen op een zo milieuvriendelijk mogelijke maar ook rendabele manier. Frank Smeets Gedeputeerde Voorzitter PIBO-Campus vzw

2 - 2 - INHOUD DEEL 1: SUIKERBIETEN Overzicht van het voorbije suikerbietenjaar Rassenproef suikerbieten Proefopzet Perceelsgegevens Waarnemingen en tellingen Resultaten Bespreking De aanbevolen rassen van het KBIVB voor De bevestigde rassen De nieuwe rassen De specifieke rassen Resultaten van de proeven in Resultaten van de rassen in 2009: opbrengsten Meerjarige resultaten: waarnemingen Meerjarige resultaten: opbrengsten Nematodenrassen: opbrengsten in besmette percelen Situatie in de bieten doorheen het netwerk waarnemingsvelden van het KBIVB Inleiding Proefopzet Waarnemingsveld Tongeren Waarnemingsveld Rukkelingen Waarnemingsveld Alt-Hoeselt Situatie van de bieten in Bewaring van de bieten op lange termijn Bespreking van de bladschimmelziekten Meeldauw Bruine roest Cercospora Ramularia Rhizoctonia Rhizomanie Violetwortelrot Erosieproef in suikerbieten Proefopzet Perceelsgegevens Aangelegde objecten Waarnemingen Opbrengstresultaten Bespreking DEEL 2: CICHOREI Rassenproef cichorei Proefopzet Perceelsgegevens Waarnemingen Bespreking Proef teelttechniek Proefopzet... 54

3 Perceelsgegevens Waarnemingen en tellingen Oogstresultaten Besluit Schietersproef cichorei Proefopzet Perceelsgegevens Waarnemingen Bespreking Onkruidbestrijdingsproef cichorei - remming cichorei Proefopzet Perceelsgegevens Proefprotocol onkruidbestrijding Waarnemingen en resultaten Bespreking Onkruidbestrijdingsproef Crisnée werking onkruid Proefopzet Perceelsgegevens Waarnemingen en resultaten Bespreking Groeicurveproef Proefopzet Perceelsgegevens Waarnemingen Bespreking Fungicidenproef Proefopzet Perceelsgegevens Opbrengstgegevens Bespreking Erosieproef cichorei Perceelsgegevens Aangelegde objecten Waarnemingen Opbrengstresultaten Bespreking... 76

4 - 4 - DEEL 1: SUIKERBIETEN 1 Overzicht van het voorbije suikerbietenjaar Het suikerbietperceel op de PIBO-Campus werd in de tweede helft van juli 2008 ingezaaid met een groenbemester (gele mosterd) na de teelt van wintergerst en na toediening van 14 ton/ha varkensmengmest. De gele mosterd was zeer goed ontwikkeld en werd verkleind begin december om zo de vertering in de hand te werken. Het cichoreiperceel werd einde augustus ingezaaid met bladrammenas na toediening van 15 ton vleesvarkensmengmest per hectare. De bladrammenas was normaal ontwikkeld. De inzaai van een groenbemester reduceert het nitraatresidu en verbetert de humustoestand van de bodem. De percelen werden eind december geploegd onder goede omstandigheden. De wintermaand januari was vrij droog en koud met plaatselijk vorst tot 20 C, wel was er redelijk wat zonneschijn. Februari daarentegen was eerder een sombere maand met wat meer neerslag en ook nog wat vorst. Maart werd gekenmerkt door normale waarden op gebied van uren zonneschijn en neerslag. De eerste bieten werden gezaaid vanaf 18 maart. De pas gezaaide bieten hadden soms wel wat te lijden van koude en regenachtig weer juist na de uitzaai. De veldopkomst werd soms vertraagd of verhinderd door een dunne korst op de bodem. De zaai hervatte de eerste dagen van april, zodat rond 5 april de helft van de bieten gezaaid waren. De laatste bieten werden dit jaar gezaaid rond 5 mei. De vooropkomst behandeling en bodemmiddelen in naopkomst hadden een goede werking doordat de bodem constant vochtig was. Een profielanalyse werd op alle percelen uitgevoerd in februari, welk een uitgangspunt is om ecologisch en economisch verantwoorde stikstofgift te voorzien. De andere voedingselementen werden toegediend bij de voor- of tussenteelt onder organische vorm en eventueel aangevuld met minerale meststoffen. De schietersproef en de teelttechnische proeven van cichorei werden in goede omstandigheden uitgezaaid op 3 april. De verschillende rassen cichorei werden in het vlakke veld uitgezaaid op 22 april. De bieten hebben goed kunnen doorgroeien gedurende het hele voorjaar. Ook in de maand juli was het groeizaam weer. De maanden augustus en september, werden gekenmerkt door sterke droogte wat in de meeste percelen de groei wat afremde. Bij de telers die vroeg moesten leveren waren er dan ook wel wat problemen om te kunnen rooien, bij de oogst van cichorei werden er plaatselijk diepwoelers ingezet om de wortelpunten volledig uit de grond te krijgen. In oktober en november viel er wat meer neerslag en herstelde de vochttoestand van de bodem zich. In deze maanden werden ook nog vrij hoge temperaturen opgetekend wat zorgde voor een lang groeiseizoen, en dus ook hoge wortelopbrengsten. Ook het suikergehalte en het inuline gehalte van de wortels was dit jaar uitzonderlijk hoog. Veel zon tijdens het groeiseizoen geeft een hoog suikerpercentage bij de oogst. Naar eind november toe werd de oogst van de resterende bieten en cichorei nog wat bemoeilijkt door neerslag, ten nadele van de bodemstructuur en grondtarra. De eerste symptomen van witziekte, roest en cercospora werden dit jaar vanaf de laatste week van juli waargenomen. Rond 10 augustus was de witziekte drempel op de meeste percelen bereikt en werd er ook aangeraden een fungicide behandeling uit te voeren. De aantasting door cercospora verliep traag. De uitleg voor deze trage ontwikkeling ligt zeker bij de lage luchtvochtigheid tussen juni en augustus. Vanaf het verschijnen van de waarschuwingsberichten in verband met bladziekten door het K.B.I.V.B. te Tienen werd in de proeven preventief behandeld met een systemisch fungicide. Deze

5 - 5 - behandeling, die de voorbije jaren een degelijke bescherming van de bietenbladeren bood tot aan de oogst, kon dit resultaat ook dit jaar opnieuw bevestigen ten opzichte van vorig jaar. Witziekte en roest waren de belangrijkste ziekten in augustus en september, de cercospora en ramularia aantasting lag dit jaar lager dan gemiddeld. Opmerkelijk is ook dat rhizoctoniarot en violetrot de laatste jaren in de praktijk nog toeneemt. Dit jaar werd er onder proefveldomstandigheden een gemiddelde wortelopbrengst gehaald van kg per hectare, aan 19.3 % suiker, bij 1 fungicide behandeling. De suikeropbrengst bedroeg daar gemiddelde kg per hectare. Deze opbrengstresultaten overtreffen over het algemeen deze van praktijkpercelen. Een verklaring hiervoor is het feit dat proefvelden geen randeffecten en sproeisporen hebben en het gebruik van specifieke machines voor proefvelden waardoor er minder opbrengstverliezen voorkomen. Toch moeten we oog blijven hebben voor enkele problemen in de bietenteelt, zoals de aanpassingen van het bietenquotum en een dalende bietprijs. Een punt waarbij de suikerindustrie vragende partij is, is de vermindering van de grond- en vooral koptarra. In die context is het reinigen van de bieten tijdens het laden zeker ook een punt waar de nodige aandacht aan besteed moet worden Een ander economisch probleem is de stijging van de Europese en wereldsuikerproductie bij een stagnerende Europese consumptie en de kostenbeheersing bij de diverse teelten voor een toekomstgerichte akkerbouw.

6 2 Rassenproef suikerbieten Proef in samenwerking met het KBIVB, de Vlaamse Overheid Afdeling Duurzame Landbouwontwikkelingen (Ir. A Demeyere) 2.1 Proefopzet In iedere proef wordt een vergelijking gemaakt van groei, suikergehalte, productie en economische waarde van achtentwintig rassen, al of niet behandeld met één fungicide (Spirale 1 l/ha). Zowel voor de controle als in de fungicidebehandeling zijn er vier herhalingen per ras. In het kader van resistentieonderzoek wordt de aantasting van witziekte, ramularia, cercospora en roest per ras nagegaan. 2.2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: wintertarwe b Zaaidatum: c Zaaiafstand: 19,7 x 45 cm d Onkruidbestrijding: - vooropkomst: Pyramin 2l/ha naopkomst: 1 e Betanal Elite 1 l/ha + Goltix 0,75 l/ha e Betanal 1 l/ha + Tramat 0,3 l/ha + Goltix 0,75 l/ha + uitvloeier 0,3 l/ha e Betanal 1 l/ha + Tramat 0,3 l/ha + Goltix 0,75 l/ha + aminoplant 0,5 l/ha e Betanal 1 l/ha + Tramat 0,3 l/ha + Goltix 0,5 l/ha + Dual Gold 0,3l/ha e Dual Gold 0,7 l/ha + Rosabor 2l/ha e Bemesting: - organische: 15 ton varkensmengmest per ha inzaai van gele mosterd, zeer sterk ontwikkeld - chemische stikstof: - stikstofindex: 177 (normaal) - stikstofbehoefte: 121 EN/ha kort voor de zaai f Insectenbestrijding: zaaizaadbehandeling met Poncho Beta / Cruiser&Force g Fungiciden: spyrale 1l/ha h Ontledingsuitslag van de bouwlaag Bepaling Uitslag ontleding Streefzone Beoordeling Grondsoort 40 Leem ph-kcl 6,5 6,7-7,3 Tamelijk laag C in % (humus) 1.0 1,2-1,6 Tamelijk laag Fosfor (P) Normaal Kalium (potas) (K) Tamelijk hoog Magnesium (Mg) Normaal Calcium (Ca) Normaal Natrium (Na) 2,6 3,1 6,1 Tamelijk laag Boor (B) i Rooien:

7 - 7 - Tabel 1 geeft, per ras, de mandataris en de eigenschappen in verband met de tolerantie. Ras Mandataris Eigenschap Angeliqua KWS BENELUX Rhizomanie Ardamax Erauw-Jaquery Rhizomanie Balthazar Clovis Matton Rhizomanie Cadenza KWS BENELUX Rhizomanie Charme Pype Seeds Rhizomanie Coyote SES VANDERHAVE Rhizomanie Debora KWS BENELUX Rhizomanie Eleonora KWS BENELUX Rhizomanie Exacta SCAM Rhizomanie Francina KWS BENELUX Rhizomanie/ Rhizoctonia Tol Gecko SES VANDERHAVE Rhizomanie HI0828 SCAM Rhizomanie Iguane SES VANDERHAVE Rhizomanie Jakota SCAM Rhizomanie Jullietta KWS BENELUX Rhizomanie/ Nematoden Tol Jupital SES VANDERHAVE Rhizomanie Koala SES VANDERHAVE Rhizomanie New Nematodes SES VANDERHAVE Rhizomanie/ Nematoden Tol Niclas Pype Seeds Rhizomanie Resimax Erauw-Jaquery Rhizomanie Rivolta SCAM Rhizomanie/Rhizoctonia Tol Rosalinda KWS BENELUX Rhizomanie Rubens Pype Seeds Rhizomanie Sabrina KWS BENELUX Rhizomanie Theresa KWS BENELUX Rhizomanie/ Nematoden Tol Vedeta SCAM Rhizomanie/Rhizoctonia Tol Zanzibar SES VANDERHAVE Rhizomanie Zorro Pype Seeds Rhizomanie/Rhizoctonia Tol

8 Waarnemingen en tellingen Tabel 2 geeft, per ras, het gemiddelde opkomstpercentage en het aantal planten /ha weer Ras % opkomst Aantal planten/ha Angeliqua 94, Ardamax 95, Balthazar 86, Cadenza 90, Charme 95, Coyote 96, Debora 88, Eleonora 92, Exacta 97, Francina 88, Gecko 93, HI , Iguane 89, Jakota 87, Jullietta 93, Jupital 92, Koala 91, New Nematodes 92, Niclas 94, Resimax 92, Rivolta 89, Rosalinda 95, Rubens 96, Sabrina 95, Theresa 93, Vedeta 92, Zanzibar 92, Zorro 94, Gemiddelde 92,

9 - 9 - Tabel 3 geeft voor alle aangelegde rassen in de controle de relatieve ziekteresistentie per ras op 1 en Hiervoor werd een schaal van 0 tot 9 gehanteerd. (9 = geen aantasting; 0 = volledig blad aangetast) Ras Controle Witziekte Roest Cercospora Ramularia Angeliqua 7,3 4,5 6,5 7,7 Ardamax 5,5 5,3 6,7 7,7 Balthazar 5,8 5,9 7,4 7,9 Cadenza 6,1 5,9 6,5 7.4 Charme 5,2 5,3 6,2 7,1 Coyote 5,0 5,1 6,3 7,1 Debora 5,0 4,5 6,3 7,7 Eleonora 6,5 4,7 6,3 7,5 Exacta 4,7 6,1 6,8 7,6 Francina 5,0 4,1 7,1 7,8 Gecko 3,7 5,3 6,5 7,6 HI0828 5,9 5,3 6,1 7,8 Iguane 3,4 4,7 6,3 7,1 Jakota 6,1 6,0 7,3 7,4 Jullietta 3,4 6,0 6,9 8,0 Jupital 3,9 5,2 6,4 7,5 Koala 5,7 5,5 6,7 7,6 New Nematodes 6,0 4,8 6,7 7,6 Niclas 6,1 5,5 6,9 7,2 Resimax 5,9 4,9 6,5 7,2 Rivolta 4,7 5,9 7,7 7,8 Rosalinda 7,0 5,4 6,2 7,7 Rubens 5,5 3,2 6,5 6,4 Sabrina 6,5 5,4 6,6 7,7 Theresa 4,8 5,0 6,2 6,8 Vedeta 3,9 4,0 6,8 7,7 Zanzibar 5,9 4,8 6,4 7,3 Zorro 3,7 4,0 6,2 7,3 Gemiddelde 5,3 5,1 6,6 7,5

10 Tabel 4 geeft voor alle aangelegde rassen behandeld met één fungicide de relatieve ziekteresistentie per ras op 1 en Hiervoor werd een schaal van 0 tot 9 gehanteerd. (9 = geen aantasting; 0 = volledig blad aangetast) Ras Controle Witziekte Roest Cercospora Ramularia Angeliqua 6,1 7,8 6,2 7,7 Ardamax 5,3 7,5 7,1 8,0 Balthazar 5,9 8,0 7,0 8,0 Cadenza 6,9 7,4 6,3 7.5 Charme 6,8 7,1 6,9 8,1 Coyote 5,8 7,7 6,0 7,8 Debora 6,7 8,0 7,1 7,6 Eleonora 7,1 7,6 6,8 7,8 Exacta 6,0 7,7 6,7 7,9 Francina 6,1 7,4 7,2 8,3 Gecko 5,4 7,4 6,9 7,7 HI0828 6,8 7,3 5,9 7,8 Iguane 4,4 6,6 6,8 8,0 Jakota 6,8 8,0 7,0 8,2 Jullietta 5,2 7,9 7,7 8,2 Jupital 5,2 7,9 7,3 7,7 Koala 5,7 7,7 7,3 8,4 New Nematodes 6,8 7,2 6,8 8,4 Niclas 5,5 7,8 6,8 7,9 Resimax 5,6 7,6 6,8 8,3 Rivolta 6,2 7,7 7,7 8,6 Rosalinda 7,4 7,2 6,8 7,7 Rubens 6,2 7,4 7,3 8,1 Sabrina 7,7 7,1 7,4 8,0 Theresa 5,2 7,5 7,6 8,0 Vedeta 5,0 6,9 7,3 7,7 Zanzibar 5,0 7,5 7,7 8,2 Zorro 4,3 7,5 6,9 7,8 Gemiddelde 6,0 7,5 7,0 8,0

11 Resultaten Tabel 5 geeft, per ras, het gemiddelde aantal kg wortels per hectare, het gemiddelde suikergehalte in procent, het aantal planten/ha bij de oogst voor de controle objecten en het gemiddelde van alle rassen. Ras Aantal planten bij de oogst kg wortel per ha % suiker controle Angeliqua ,9 Ardamax ,2 Balthazar ,4 Cadenza ,6 Charme ,2 Coyote ,0 Debora ,6 Eleonora ,1 Exacta ,4 Francina ,3 Gecko ,6 HI ,6 Iguane ,0 Jakota ,3 Jullietta ,9 Jupital ,3 Koala ,2 New Nematodes ,3 Niclas ,4 Resimax ,9 Rivolta ,7 Rosalinda ,0 Rubens ,1 Sabrina ,0 Theresa ,8 Vedeta ,3 Zanzibar ,9 Zorro ,0 Gemiddelde ,2

12 Tabel 6 geeft, per ras, het gemiddelde aantal kg wortel per hectare, het gemiddelde suikergehalte in procent, het aantal planten/ha bij de oogst voor de objecten behandeld met één fungicide en het gemiddelde van alle rassen. Ras Aantal planten bij de oogst kg wortel per ha % suiker fungiciden Angeliqua ,7 Ardamax ,1 Balthazar ,5 Cadenza ,1 Charme ,2 Coyote ,3 Debora ,1 Eleonora ,4 Exacta ,4 Francina ,8 Gecko ,6 HI ,4 Iguane ,2 Jakota ,0 Jullietta ,9 Jupital ,4 Koala ,5 New Nematodes ,7 Niclas ,5 Resimax ,3 Rivolta ,5 Rosalinda ,9 Rubens ,5 Sabrina ,2 Theresa ,3 Vedeta ,3 Zanzibar ,9 Zorro ,4 Gemiddelde ,3

13 Tabel 7 geeft, per ras, voor de controle objecten de gemiddelde opbrengst in kg suiker /ha en de gemiddelde economische opbrengst (euro) /ha (gebaseerd op per ton wortelopbrengst met 16 % suiker / ton pulptoeslag ) evenals het gemiddelde van alle rassen. Na de berekening van de economische opbrengsten /ha wordt telkens aangegeven of de kg suiker voor alle rassen bij éénzelfde behandeling statistisch significant van elkaar verschillen (rassen met een gelijke letter zijn niet statistisch (niveau 5 %) van elkaar verschillend alhoewel dit op het eerste zicht wel zo kan lijken). (A = hoogste waarde; H = laagste waarde). Ras kg suiker per ha Controle Economische opbrengst per ha in Sabrina A Balthazar AB Ardamax ABC Rosalinda ABC Jakota ABC Coyote ABC Niclas ABCD Charme ABCD Resimax ABCD Eleonora BCDE New Nematodes BCDE Angeliqua BCDE Zanzibar BCDE Koala BCDE Rubens BCDE Exacta BCDE Iguane BCDEF stat. analyse op controle Debora CDEFG Jullietta DEFG Jupital DEFG Theresa DEFG Zorro EFGH Rivolta FGH Gecko FGH Vedeta FGH Francina FGH Cadenza GH HI H Gemiddeld

14 Tabel 8 geeft, per ras, voor de objecten behandeld met één fungicide de gemiddelde opbrengst in kg suiker /ha en de gemiddelde economische opbrengst (euro) /ha (gebaseerd op per ton wortelopbrengst met 16 % suiker / ton pulptoeslag ) evenals het gemiddelde van alle rassen. Na de berekening van de economische opbrengsten /ha wordt telkens aangegeven of de kg suiker voor alle rassen bij éénzelfde behandeling statistisch significant van elkaar verschillen (rassen met een gelijke letter zijn niet statistisch (niveau 5 %) van elkaar verschillend alhoewel dit op het eerste zicht wel zo kan lijken). (A = hoogste waarde; M = laagste waarde). Ras kg suiker per ha fungiciden Economische opbrengst per ha in Resimax A Niclas AB Sabrina AB Zanzibar ABC Coyote ABCD HI ABCDE Balthazar ABCDEF Jullietta ABCDEF stat. analyse op fungicide New Nematodes ABCDEFG Ardamax ABCDEFG Rosalinda ABCDEFG Jakota BCDEFGH Rubens BCDEFGH Koala BCDEFGHI Eleonora CDEFGHI Charme CDEFGHI Debora DEFGHIJ Zorro EFGHIJK Angeliqua EFGHIJK Jupital FGHIJKL Exacta FGHIJKL Iguane GHIJKL Francina HIJKLM Cadenza IJKLM Gecko JKLM Theresa KLM Vedeta LM Rivolta M Gemiddeld

15 Tabel 9 geeft, per ras van de controle objecten, de verschillende resultaten in procent t.o.v. het gemiddelde van alle rassen. De economische opbrengst is gebaseerd op per ton wortelopbrengst met 16 % suiker + pulp toeslag van 2.5 ton. Ras kg wortel per ha Suikergehalte kg suiker per ha Economische opbrengst per ha Angeliqua 103,7 98,4 102,1 101,9 Ardamax 105,8 99,8 105,7 105,7 Balthazar 105,5 101,0 106,6 106,8 Cadenza 90,1 101,9 91,8 92,1 Charme 103,7 99,8 103,6 103,6 Coyote 106,3 98,9 105,3 105,1 Debora 96,2 102,1 98,3 98,6 Eleonora 102,7 99,5 102,3 102,3 Exacta 100,1 101,0 101,2 101,3 Francina 91,5 100,5 92,2 92,2 Gecko 91,1 102,1 93,1 93,3 HI ,0 102,0 88,8 89,0 Iguane 100,5 99,0 99,6 99,5 Jakota 105,0 100,3 105,3 105,4 Jullietta 98,9 98,3 97,3 97,0 Jupital 96,2 100,6 96,9 97,0 Koala 101,8 100,1 102,0 102,0 New Nematodes 107,2 95,2 102,2 101,1 Niclas 103,1 100,9 104,2 104,3 Resimax 105,2 98,2 103,4 103,1 Rivolta 90,9 102,6 93,3 93,6 Rosalinda 106,9 98,7 105,6 105,4 Rubens 102,2 99,6 101,9 101,9 Sabrina 112,1 98,7 110,7 110,6 Theresa 94,0 102,9 96,8 97,2 Vedeta 91,9 100,5 92,3 92,5 Zanzibar 103,9 98,1 102,0 101,8 Zorro 96,3 99,1 95,6 95,5

16 Tabel 10 geeft, per ras, behandeld met een fungicide, de verschillende resultaten in procent t.o.v. het gemiddelde van alle rassen. De economische opbrengst is gebaseerd op per ton wortelopbrengst met 16 % suiker + pulp toeslag van 2.5 ton. Ras kg wortel per ha Suikergehalte kg suiker per ha Economische opbrengst per ha Angeliqua 101,9 96,6 98,5 97,9 Ardamax 103,8 99,0 102,9 102,5 Balthazar 102,8 101,1 104,0 104,2 Cadenza 90,0 103,8 93,5 93,8 Charme 100,0 99,4 99,5 99,5 Coyote 106,7 99,6 106,4 106,4 Debora 95,3 104,1 99,3 99,8 Eleonora 99,0 100,6 99,6 99,7 Exacta 96,5 100,6 97,2 97,3 Francina 92,1 102,7 94,6 94,9 Gecko 91,1 101,4 92,5 92,6 HI ,2 100,5 104,8 105,0 Iguane 96,5 99,6 96,2 96,2 Jakota 103,2 98,2 101,4 101,2 Jullietta 106,2 97,9 104,0 103,7 Jupital 96,9 100,3 97,2 97,3 Koala 99,6 100,7 100,4 100,5 New Nematodes 106,9 96,6 103,3 102,7 Niclas 106,6 100,7 107,4 107,6 Resimax 109,3 99,6 109,0 109,0 Rivolta 87,7 101,1 88,8 88,9 Rosalinda 104,5 97,9 102,5 102,3 Rubens 100,3 100,8 101,2 101,3 Sabrina 107,7 99,5 107,2 107,2 Theresa 92,1 99,7 91,8 91,9 Vedeta 91,4 100,0 91,4 91,5 Zanzibar 109,1 97,7 106,6 106,3 Zorro 98,5 100,1 98,7 98,8

17 Bespreking Bij de bespreking van de proefresultaten van de suikerbieten vestigen we er nogmaals de aandacht op dat de proefveldopbrengsten deze van de praktijkpercelen duidelijk overtreffen. Een verklaring hiervoor is het feit dat proefvelden van gunstigere teeltomstandigheden genieten, onder meer door het ontbreken van spuitsporen en randeffecten en het gebruik van specifieke oogstmachines voor proefvelden waardoor er geen oogstverliezen optreden Aantal planten Het zaaien gebeurde in goede bodemomstandigheden. De opkomst was voor de meeste rassen zeer goed. We behalen een gemiddelde veldopkomst van 92.5 %. Dit is vooral te danken aan de zorgvuldige zaaibedbereiding en de juiste afstelling van de zaaimachine in functie van de te verwachte weersomstandigheden na de zaai. Er werden de vorige jaren overigens aanpassingen uitgevoerd aan de zaaimachine om de zaden nog beter aan te drukken in het zaaibed. Dit laatste heeft ertoe bijgedragen dat de opkomst beter en homogener was over het ganse perceel. Wanneer we tabel 2 analyseren, zien we dat er zich een lichte variabiliteit voordoet in het aantal planten tussen de verschillende rassen op het proefveld. De variabiliteit in het aantal planten is voor een gedeelte te herleiden tot het verschil in raseigenschappen: kiemkracht, kiemenergie en andere specifieke opkomst-omstandigheden, zoals gevoeligheid voor herbiciden en bodeminsecten. Door de zaaiafstand van 19,7 cm in de rij te nemen, ligt in deze proef het aantal planten per ha gemiddelde op wat voldoende is om een optimale opbrengst te behalen (Tabel 2) Ziekteresistentie (tabel 3 en 4) Voor het groeiseizoen 2009 was de aanwezigheid van witziekte hoger dan het voorbije jaar. Er was ook een vrij zware aantasting door bruine roest. Dit is te wijten aan de hoge temperaturen en droogte die we deze zomer kenden. De ontwikkeling van cercospora verliep gelukkig traag, en lag dan ook lager dan vorig jaar. Door de aanwezigheid van deze bladziekten werd er op 3 augustus beslist een fungicidenbehandeling uit te voeren met Spyrale aan een dosis van 1 l/ha. Uit de tellingen uitgevoerd in de controle op (tabel 3) blijkt dat de meeste rassen matig tot sterk aangetast waren door witziekte en roest, matig door cercospora en vrij licht door ramularia. De ergste aantastingen door witziekte werden waargenomen bij de rassen Jullietta, Iguane en Zorro. De roestaantasting kwam het sterkste voor bij de rassen Rubens, Zorro en Vedeta. De meeste rassen waren matig aangetast door cercospora. Er was een mindere aantasting van cercospora voor de rassen Rivolta, Balthazar en Jakota. De rassen Jullietta en Balthazar waren het minst aangetast door ramularia. Bij de fungicidenbehandeling uitgevoerd op was er in oktober uiteraard een minder zware aantasting door bladziekten dan op de controleveldjes. Uit de ziektetellingen uitgevoerd op (tabel 4) in de behandelde percelen blijkt dat de meeste rassen matig tot sterk aangetast zijn door witziekte. De rassen Zorro en Iguane vertoonden een vrij sterke aantasting door witziekte. De aantasting door roest was zwaarder bij de rassen Iguane en Vedeta. De rassen HI0828 en Coyote vertoonde een grotere aantasting door cercospora.

18 Opbrengsten (tabellen 5 t.e.m. 7) Gedurende 2009 kenden we een vrij normaal groeiseizoen. Door de strenge vorst van afgelopen winter was de bodem voldoende verweerd en kon op de meeste plaatsen een uitstekend zaaibed klaargelegd worden. Tijdens de zomermaanden kenden we een periode van droogte, maar de schade daardoor bleef echter beperkt, mede door het vochtvasthoudend vermogen van een goede leembodem. Het rooien werd door de droogte wel wat bemoeilijkt in het begin van de campagne Tijdens de maanden september, oktober en november hebben de bieten kunnen profiteren van redelijke hoge temperaturen wat de wortelopbrengst en het suikergehalte zeker ten goede is gekomen. Het suikergehalte lag gemiddeld een stuk hoger als afgelopen jaren. We kenden dit jaar een vrij droog najaar zodat de oogst onder relatief normale omstandigheden kon worden uitgevoerd. De hoeveelheid tarra kon dit seizoen ook naar het einde van de campagne toe goed onder controle gehouden worden. Dit mede door het afdekken van de voorraden met de Toptex doek en het reinigen van de wortels tijdens het laden. Wanneer we tabel 6 en 8 bekijken zien we dat hoogste economische opbrengsten gehaald worden bij de rassen met een hoge wortelopbrengst. Dit is vooral te wijten aan het feit dat er weinig variatie is binnen het suikergehalte op ons proefperceel. De hoogste financiële opbrengst wordt gehaald met het ras Resimax, Niclas en Sabrina. Voor de interpretatie hiervan dienen we wel verschillende elementen in het achterhoofd te houden. Ten eerste gaat dit over resultaten in proefveldomstandigheden, waar de opbrengsten hoger liggen omwille van het vermijden van randeffecten en sproeisporen. Ten tweede is er een statistische analyse uitgevoerd op de kg suiker per ha en hieruit blijkt dat de rassen met dezelfde letter niet significant van mekaar verschillen wat betref suikeropbrengst. De verschillen die we zien, kunnen evengoed veroorzaakt zijn door toeval. Verder kunnen we ook opmerken dat rassen met een dubbele tolerantie (Rhizomanie + rhizoctonia/nematoden) over het algemeen minder goed presteren in deze rassenproef. Uitzonderingen hierop zijn de rassen Julliëtta en New Nematodes (rhizomanie + nematoden). De rassen met een dubbele tolerantie komen meer tot hun recht in percelen waar men problemen heeft met rhizoctonia of nematoden. Hierbij kunnen we vermelden dat het aan te raden is bij de rassenkeuze rekening te houden met de suikerrijkheid van het ras. Zo kan er bij rijkere gronden best gekozen worden voor een ras met een grote suikerrijkheid. Bij de rassenperceeltjes die behandeld zijn met een fungiciden bedraagt het verschil in economische opbrengst tussen de hoogste en de laagste ± 600 /ha.

19 Evaluatie van de laatste drie jaren in de behandelde Tabel 11 vergelijkt de resultaten van een aantal rassen (fungicidenbehandeling volgens ziektedruk) die verscheidene jaren onderzocht werden. Zo kan men per ras nagaan of de wortelopbrengst en het suikergehalte stabiel blijven over de jaren heen Ras kg wortel per ha % suiker kg wortel per ha % suiker kg wortel per ha % suiker Angeliqua , , ,7 Ardamax , ,1 Balthazar , ,5 Cadenza , , ,1 Charme , , ,2 Coyote , , ,3 Debora , ,1 Francina , ,8 Iguane , ,2 Julietta , , ,9 Koala , , ,5 Niclas , ,5 Resimax , , ,3 Rivolta , , ,5 Rubens ,5 Theresa , , ,3 Vedeta , , ,3 Zanzibar , , ,9 Zorro , ,4 Gemiddelde , , ,3 Een tiental rassen zijn al gedurende 2 jaar of langer in proef. Deze rassen hebben hun degelijkheid al verschillende jaren bewezen. Al de uitgezaaide rassen zijn tolerant tegen rhizomanie. Andere jaren zien we veelal dat de rassen met een dubbele tolerantie minder scoren, ook dit jaar zien we dat. Wanneer deze op gronden worden geteeld waar geen problemen zijn, gaan ze dan ook minder presteren t.o.v andere rassen. Op probleemgronden komen deze rassen meer tot recht. De rassen Julietta, Theresa en New nematodes zijn naast rhizomanie ook tolerant tegen nematoden. Francina, Rivolta, Vedeta en Zorro zijn ook tolerant voor rhizoctonia. De rassenkeuze berust enerzijds op de opbrengstresultaten (wortelgewicht en suikergehalte) of op andere factoren zoals kiemkracht, groei, ziekteresistentie, enz. Anderzijds is de stabiliteit van een ras van jaar tot jaar van kapitaal belang. M.a.w. een rijk ras moet, gemiddeld gezien, altijd rijk blijven en een ras met een goede wortelopbrengst moet dit ook zijn over de verschillende jaren heen.

20 Tabel 12 vergelijkt van een aantal rassen (fungicidenbehandeling volgens ziektedruk) die verscheidene jaren onderzocht werden, de wortelopbrengst aan 16 % suiker * gemiddeld Ras kg wortel per ha aan 16% suiker kg wortel per ha aan 16% suiker kg wortel per ha aan 16% suiker kg wortel per ha aan 16% suiker Angeliqua Ardamax Balthazar Cadenza Charme Coyote Debora Francina Iguane Julietta Koala Niclas Resimax Rivolta Rubens Theresa Vedeta Zanzibar Zorro Gemiddelde Wanneer we de laatste drie jaren analyseren, behaalden we in kg, in kg en in kg wortelopbrengst per ha aan 16 % suiker, weliswaar in proefveldomstandigheden.

21 Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet vzw PVBC Programma Voorlichting Bieten Cichorei info@kbivb.be - met de steun van de Vlaamse overheid - DLV Departement Landbouw en Visserij; ADLO - Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling - Voorlichting 3 De aanbevolen rassen van het KBIVB voor 2010 De aanbeveling van de rassen voor 2010 is samengesteld uit 2 verschillende lijsten : 1. Een aanbevolen lijst met bevestigde rassen, die sinds minstens 2 jaar op basis van commerciële zaadpartijen worden getest, en die op brede schaal kunnen gezaaid worden. 2. Een lijst met nieuwe rassen die begin 2009 werden ingeschreven en dus een jaar werden gecommercialiseerd. Zij vertegenwoordigen vaak een genetische vooruitgang maar de resultaten vereisen bevestiging. Zij zullen op een beperkte oppervlakte gezaaid worden. In elke lijst is een segment van specifieke rassen (nematoden, rhizoctonia bruinwortelrot) voorzien. De resultaten van de rassen voorgesteld door het Kbivb werden verkregen vanuit verschillende proeven die met de grootste strengheid werden geleid teneinde betrouwbare resultaten te verkrijgen die direct in de praktijk te gebruiken zijn. Aldus worden alle proeven (en vanaf de inschrijving van het ras) op afstand gezaaid (afstand ± 20 cm), alle toedieningen en behandelingen (bemesting, herbiciden, fungiciden) worden toegepast «volgens de aanbevelingen». De rooitechniek, belangrijke factor voor de opbrengst, geeft de meest betrouwbare resultaten in Europa : de bieten van de 4 centrale rijen van elk 6-rijig perceel worden geoogst, gewogen, gewassen, ontkopt en volledig geanalyseerd. De rooitechniek laat eveneens toe een precieze meting uit te voeren van de grondtarra bij het rooien. Enkel de proeven waar een betrouwbare meting van de grondtarra kan uitgevoerd worden, komen in aanmerking. Hoe uw rassen goed kiezen : 1. Rekening houden met de aanwezigheid van nematoden (zelfs gering) of met rhizoctonia bruinwortelrot door een dubbel resitent of tolerant ras te kiezen. 2. Een voorkeur geven aan de stabiele bevestigde rassen die weinig variëren, getest vanaf grote commerciële zaadpartijen. 3. De nieuwigheden testen op een beperkt areaal van uw bedrijf. 4. Hoewel het financieel potentieel van de rassen een belangrijk criterium voor uw keuze is, kijk ook naar de oplossingen die geboden worden in andere domeinen : - suikergehalte, - resistentie tegen bladziekten, - reductie van de grondtarra.

22 Bevestigde rassen Zanzibar Angeliqua Balthazar Calgarhi Coyote Niclas Nematoden Malvina Charme Resimax Ardamax Cadenza Koala Rhizoctonia Julietta Theresa Kws Nieuwe rassen Zorro Iguane Vedeta Francina Kws Exacta Jupital Sabrina Kws Rubens Debora Kws Benno Eleonora Kws Rosalinda Kws Gecko (rhizoctonia) Correcta (nemat. resis) 3.1 De bevestigde rassen De bevestigde rassen werden tijdens minstens 2 proefjaren op basis van (grote) commerciële zaadpartijen getest. De bietenplanter moet aan deze rassen een voorkeur geven voor de uitzaai in Wij benadrukken nog dat de resultaten van de rassen met veel nauwkeurigheid worden onderzocht, en dat er zowel rekening gehouden wordt met de gemiddelde waarde van het ras (tabellen en grafiek op vorig blad) als met de variatie van de resultaten tussen de verschillende beproevingsjaren. Ideaal zal deze variatie zo klein mogelijk zijn voor de onderzochte parameters. Deze variatie tussen de jaren kan van «genetische» oorsprong zijn (men heeft het ras gewijzigd) of komt van de interactie van het ras met de jaaromstandigheden (droogte, koude, ziekten ). 3.2 De nieuwe rassen De nieuwe rassen werden ingeschreven in Zij hebben slechts een jaar commercialisatie. Sommige rassen werden in 2009 in de proeven getest vanuit een beperkte zaadpartij, voor anderen was een groot commercieel zaadlot ter beschikking (Rubens, Exacta). Hoewel de resultaten van nieuwe rassen soms zeer welbelovend zijn, moet men steeds voorzichtig blijven, zonder de genetische evolutie te stoppen. Betere bladgezondheid of een lagere grondtarra zijn interessante karakteristieken die de nieuwe rassen kunnen aanbieden.

23 De specifieke rassen De specifieke rassen moeten een oplossing bieden voor belangrijke problemen die door de chemie niet kunnen opgelost worden. De segmenten waarin deze specifieke rassen gebruikt moeten worden zijn : - Aanwezigheid van bietencystenematode. - Aanwezigheid door rhizoctonia (bruin) wortelrot. De specifieke rassen hebben een gereduceerd productiepotentieel ten opzichte van de normale rhizomanierassen (in onbesmette grond). Het zaaizaad is eveneens duurder, zodat de keuze voor deze rassen goed moet overwogen worden. Alle specifieke rassen (nematoden of rhizoctonia) zijn eveneens rhizomanietolerant. Dubbel tolerante/resistente rassen zijn schietersgevoelig! Vroege zaai van deze rassen is afgeraden. Rassen resistent tegen Rhizoctonia solani De rassen met resistentie tegen rhizoctonia bruinwortelrot bezitten een resistentiegen tegen aantastingen door de schimmel Rhizoctonia solani. Wij moeten beseffen dat er een inverse relatie bestaat tussen resistentieniveau en opbrengstpotentieel : hoe resistenter het ras, hoe lager zijn opbrengstpotentieel, en omgekeerd. Men moet dus oplettend zijn in de keuze van zijn ras in functie van de gewenste resistentie : bij hoge infectiedruk kiest men voor een hogere resistentie, dus een lage wortelrot index. Tegen andere wortelziekten (violetrot bvb) hebben deze rassen géén resistentie! Rassen met tolerantie tegen nematoden De rassen met nematodentolerantie (Julietta en Theresa) laten toe om hoge opbrengsten te bekomen, ook in velden besmet met het bietencystennematode. Hun opbrengstpotentieel is lager dan dat van normale rhizomanierassen maar de tolerante rassen reageren zeer snel op de aanwezigheid van aaltjes. Tolerante rassen laten niet toe de infectiedruk (aantal nematoden) te verlagen. Rassen met resistentie tegen nematoden Vandaag is slechts één nematodenresistent ras ingeschreven in België (Correcta). Het voordeel van resistente rassen is het feit dat zij een verlaging van de nematodendruk meebrengen, terwijl hun opbrengst in besmette velden hoger scoort dan normale rassen, maar weliswaar lager dan de tolerante rassen. Het productiepotentieel is lager dan die van de normale rhizomanierassen in onbesmette grond. Resistente rassen worden vooral aangeraden in sterk besmette percelen. De kiemkracht en veldopkomst van de resistente rassen is lager. Men zal hiervoor oplettend zijn bij de uitzaai.

24 Resultaten van de proeven in 2009 Met een koude maar volledig normale winter, is het jaar 2009 zeer goed gestart. De vorst heeft na de winter een uitstekende bodemstructuur geleverd zodat een ideaal zaaibed kon bereid worden. Bij de eerste gezaaide velden rond 20 maart was de bodemstructuur nog niet altijd optimaal, maar vanaf begin april was de bodembewerking in zeer goede omstandigheden uitgevoerd. Zaai en opkomst Alle proefvelden werden gezaaid in minder dan 10 dagen tussen 2 en 11 april met in alle velden een snelle opkomst. Dank zij een systematische temperatuuropvolging van de proefvelden konden vroege tellingen uitgevoerd worden bij een temperatuursom van 125 graaddagen waarbij een gemiddelde veldopkomst van 50% werd bereikt. Bij 160 graaddagen (11 dagen) was de eindopkomst bereikt. Zaadaktivering werd op praktisch al het bietenzaad gebruikt zodat slechts enkele zaadloten een tragere veldopkomst vertoonden. Dit had géén effect op de eindopkomst die in alle proefvelden 90% of planten per hectare overschreed bij een zaaiafstand rond 20 cm. Schieters De zaaidatum lag in 2009 niet vroeg, zodat de problemen van schieters miniem waren. Exceptioneel werden schieters waargenomen in velden gezaaid rond 20 maart met dubbeltolerante rhizomanienematoden rassen. Wij herinneren hier dat dubbeltolerante rassen schietersgevoelig zijn en nooit te vroeg mogen uitgezaaid worden! Bladziekten De ontwikkeling van ziekten is gestart rond eind juli en in alle sites werd een fungicidebehandeling uitgevoerd tussen 28 juli en 10 augustus, in functie van het verschijnen van de ziekten en het overschrijden van de spuitdrempel. Witziekte en roest waren de belangrijkste ziekten in augustus en september, gelukkig was de ontwikkeling van cercospora traag. Opbrengsten De proeven werden geoogst tussen 14 september en 5 november. De opbrengsten waren zeer hoog met een gemiddelde wortelopbrengst van 94 ton bij een suikergehalte van 19,9 C (18,7 ton suiker per hectare). In de proef van Sint Blasius Boekel gaf het beste ras een suikerproductie van 22,4 t per hectare! Het suikergehalte was exceptioneel dit jaar, maar ook de extraheerbaarheid door een zeer laag natriumgehalte.

25 Resultaten van de rassen in 2009: opbrengsten Tabel 1 geeft per ras de mandataris, de tarra in ton grond/ha, de netto ton wortels/ha, het suikergehalte in %, het aantal ton aan 16 suiker, de extraheerbaarheid, de witsuikerproductie in ton/ha en het financiële potentieel. ras mandataris Geleverde grond wortel netto ton aan 16 financieel potentieel t/ha t/ha % % t/ha (1) bevestigde rassen Zanzibar* SESVanderhave Ardamax Jacquery Coyote SESVanderhave Resimax suikergehalte extraheerb. Witsuiker Erauw-Jaquery- Erauw-Jaquery- Jacquery Angeliqua* KWS Benelux Calgarhi SCAM Charme Pype Seeds Koala SESVanderhave Klarina* KWS Benelux Niclas Pype Seeds Integral SESVanderhave Cadenza* KWS Benelux Balthazar Clovis Matton Ruveta* SCAM Malvina KWS Benelux nieuwe rassen Rosalinda Kws KWS Benelux Sabrina Kws KWS Benelux Benno Pype Seeds Rubens Pype Seeds Eleonora Kws KWS Benelux Debora Kws KWS Benelux Exacta SCAM Jakota SCAM Jupital SESVanderhave *Getuige rassen (1) relatief ten opzichte van getuige

26 ras mandataris Geleverde grond wortel netto ton aan 16 suikergehalte extraheerb. Witsuiker financieel potentieel t/ha t/ha % % t/ha (1) specifieke rassen Theresa Kws² KWS Benelux Julietta² KWS Benelux Correcta 4 SCAM Piranha³ SESVanderhave Zorro³ Pype Seeds Iguane³ SESVanderhave Francina Kws³ KWS Benelux Vedeta³ SCAM Rivolta³ SCAM Gecko³ SESVanderhave kbv *Getuige rassen ² dubbel tolerante rassen rhizomanie - nematoden ³ dubbel tolerante rassen rhizomanie - rhizoctonia 4 : rhizomanietolerant en nematodenresistent (1) relatief ten opzichte van getuige

27 Meerjarige resultaten: waarnemingen Tabel 3 geeft per ras de mandataris, de veldopkomst, een score voor witziekte, cercospora en bodembedekking. ras mandataris veld-opkomst witziekte bodem-bedekking (1) (4) (4) (5) Bevestigde rhizomanierassen : resultaten Angeliqua* KWS Benelux Zanzibar* SESVanderhave Resimax Jacquery Calgarhi SCAM Ardamax Cercospora Erauw-Jaquery- Erauw-Jaquery- Jacquery Coyote SESVanderhave Klarina* KWS Benelux Charme Pype Seeds Koala SESVanderhave Cadenza* KWS Benelux Niclas Pype Seeds Balthazar Clovis Matton Malvina KWS Benelux Integral SESVanderhave Nieuwe rassen : resultaten Rosalinda Kws KWS Benelux Rubens Pype Seeds Benno Pype Seeds Sabrina Kws KWS Benelux Eleonora Kws KWS Benelux Debora Kws KWS Benelux Exacta SCAM Jupital SESVanderhave * Getuige rassen (4) hoe lager het cijfer, hoe gevoeliger (5) hoe hoger, hoe beter (1) relatief ten opzichte van getuige

28 ras mandataris witziekte veldopkomst Cercospora bodembedekking Wortelrot index (1) (4) (4) (5) Bevestigde rhizoctonia rassen : resultaten Iguane³ SESVanderhave Zorro³ Pype Seeds Piranha³ SESVanderhave Francina Kws³ KWS Benelux Vedeta³ SCAM Nieuw rhizoctonia ras : resultaten Gecko³ SESVanderhave ras mandataris witziekte veldopkomst Cercospora bodembedekking Nematroden Resistentie (1) (4) (4) (5) Bevestigde nematodentolerante rassen : resultaten Theresa Kws² KWS Benelux Partieel Julietta² KWS Benelux Partieel Nieuw nematodenresistent ras : resultaten Correcta 4 SCAM Resistent * Getuige rassen (4) hoe lager het cijfer, hoe gevoeliger ² : dubbel tolerante rassen rhizomanie - nematoden (5) hoe hoger, hoe beter ³ : dubbel tolerante rassen rhizomanie rhizoctonia (1) relatief ten opzichte van getuige 4 : rhizomanietolerant en nematodenresistent Wortelrotindex : hoe lager, hoe resistenter tegen wortelrot

29 Meerjarige resultaten: opbrengsten Tabel 4 geeft per ras de mandataris, in relatief ten opzichte van de geleverde grond, het netto kg wortels, het suikergehalte, de totale tarra, de extra heerbaarheid, de witsuikerproductie en het financieel potentieel. ras mandataris Geleverde grond wortel netto suikergehalte totale tarra extra heerb. witsuiker productie financieel potentieel (1) (1) (1) (1) (1) (1) (1) Bevestigde rassen : resultaten Angeliqua* KWS Benelux Zanzibar* SESVanderhave Resimax Jacquery Calgarhi SCAM Ardamax Erauw-Jaquery- Erauw-Jaquery- Jacquery Coyote SESVanderhave Klarina* KWS Benelux Charme Pype Seeds Koala SESVanderhave Cadenza* KWS Benelux Niclas Pype Seeds Balthazar Clovis Matton Malvina KWS Benelux Integral SESVanderhave Kbv Nieuwe rassen : resultaten Rosalinda Kws KWS Benelux Rubens Pype Seeds Benno Pype Seeds Sabrina Kws KWS Benelux Eleonora Kws KWS Benelux Debora Kws KWS Benelux Exacta SCAM Jupital SESVanderhave Kbv

30 ras mandataris Geleverde grond wortel netto suikergehalte totale tarra extra heerb. witsuiker productie financieel potentieel (1) (1) (1) (1) (1) (1) (1) Bevestigde Rhizoctoniarassen : resultaten Iguane³ SESVanderhave Zorro³ Pype Seeds Piranha³ SESVanderhave Francina Kws³ KWS Benelux Vedeta³ SCAM Kbv Nieuw Rhizoctoniaras : resultaten Gecko³ SESVanderhave Kbv Theresa Bevestigde Nematodentolerante : resultaten Kws² KWS Benelux Julietta² KWS Benelux Kbv Nieuw Nematodenresistent ras : resultaten Correcta 4 SCAM Kbv * Getuige rassen 1) relatief ten opzichte van getuige ² : dubbel tolerante rassen rhizomanie - nematodenr ³ : dubbel tolerante rassen rhizomanie rhizoctonia 4 : rhizomanietolerant en nematodenresistent

31 Nematodenrassen: opbrengsten in besmette percelen Tabel 5 geeft, in relatief ten opzichte van de geleverde grond, de netto kg wortels, het suikergehalte, de totale tarra, de extraheerbaarheid, de witsuikerproductie en het financieel potentieel van tolerante en resistente rassen in velden besmet met het bietencystenematoden. ras mandataris Geleverde grond wortel netto suikergehalte totale tarra extra witsuiker heerb. productie Financieel potentieel (1) (1) (1) (1) (1) (1) (1) Resultaten 8 besmette proeven in Calgarhi SCAM Zanzibar* SESVanderhave Malvina KWS Benelux Klarina* KWS Benelux Resimax Erauw-Jaquery Ruveta* SCAM Cadenza* KWS Benelux Angeliqua* KWS Benelux Julietta² KWS Benelux TheresaKws² KWS Benelux Correcta 4 SCAM kbv * Getuige rassen ² : dubbel tolerante rassen rhizomanie - nematoden 4 : rhizomanietolerant en nematodenresistent (1) relatief ten opzichte van getuige

32 Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet vzw PVBC Programma Voorlichting Bieten Cichorei info@kbivb.be - met de steun van de Vlaamse overheid - DLV Departement Landbouw en Visserij; ADLO - Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling - Voorlichting 5 Situatie in de bieten doorheen het netwerk waarnemingsvelden van het KBIVB 5.1 Inleiding Dankzij de oproep van het KBIVB naar externe waarnemers sinds 2006 kon het netwerk waarnemingsvelden aanzienlijk verbreed worden. In 2009 telt dit netwerk ongeveer 60 bieten- en 30 cichoreivelden en wordt opgevolgd door een veertigtal bietentelers, landbouwkundigen, gepensioneerden, studenten, medewerkers van het KBIVB, van het PIBO-Tongeren, van de CHPTE- CEFA (Borgworm) en van de CARAH (Aat). Sinds 2007 gebeurt de wekelijkse verzending van de waarnemingen naar het KBIVB via een on-line formulier dat rechtstreeks ingevuld wordt op de Website van het Instituut. Deze website (Web site KBIVB ( > Waarnemingsvelden) geeft ook alle informatie over de uit te voeren waarnemingen. Geïnteresseerde kandidaten om mee te werken aan deze teeltopvolging, kunnen dit nog steeds melden bij KBIVB (info@kbivb.be). De waarnemingen geven een beeld van de ontwikkeling van de teelt en van de problemen in alle streken, en laten toe zo snel mogelijk de eventuele noodzaak te bepalen om een behandeling aan te bevelen tegen een plaag of een ziekte. Indien dit vereist is wordt een behandelingsadvies onmiddellijk verspreid via de volgende kanalen: - de website van het KBIVB: - de verzendingsdienst per (gratis, op aanvraag via - de landbouwpers, de landbouwkundige diensten van de suikerfabrieken en de provinciale diensten. De berichten worden meestal op dinsdag aangepast en in kritieke perioden meerdere keren per week (bvb. bij aantastingen door bietenkevers, bladluizen of bladschimmelziekten). Deze berichten bevatten ook meer algemene aanbevelingen (bemestingsadvies, grondvoorbereiding, vorstschade, onkruidbestrijding, afdekken van de bietenhopen,...).

33 Nieuwe info via kaarten op website: Vanaf 2009 worden de gegevens afkomstig van de waarnemingsvelden alsook andere meldingen, grafisch medegedeeld via kaarten. Gedurende het seizoen 2009 verschenen de volgende kaarten. In het voorjaar : een kaart met de veldopkomst en een kaart met de melding van schade in de jonge bieten. Een kaart met de ontwikkeling van de bladschimmelziekten werd vanaf einde juli uitgegeven en wekelijks (of dagelijks) aangepast. De aanwezigheid van de verschillende ziekten, alsook het bereiken van de spuitdrempel kon gevisualiseerd worden per veld. Deze kaarten laten iedereen toe de situatie in de bietenvelden te volgen, nationaal maar ook in eigen regio. Een uitleg wordt gegeven over de keuze van de kleuren. Voorbeeld : kaart met de ontwikkeling van de bladschimmelziekten Gelijkaardige kaarten worden opgesteld voor de cichoreiteelt.

34 Proefopzet De meeste waarnemingsvelden zijn gewone praktijkvelden waarin tellingen en waarnemingen door de landbouwers of andere uitgevoerd worden. In enkele waarnemingsvelden zijn meerdere stroken ('objecten') voorzien, waarin verschillende insecticidenbehandelingen worden uitgevoerd bij het zaaien. In de 3 waarnemingsvelden opgevolgd door de PIBO-Campus werden volgende behandelingen vergeleken: 1. Controle (geen insecticidenbehandeling ) 2. Cruiser&Force (70% thiamethoxam g/l tefluthrin per zaadeenheid) 5.3 Waarnemingsveld Tongeren Perceelsgegevens a Voorvrucht: wintergerst b Zaaidatum: c Zaaiafstand: 17,8 x 45 cm d Ras: Coyote e Onkruidbestrijding: - vooropkomst: Pyramin 2,5 l/ha naopkomst: 1 e : Betanal Elite 1 l/ha + Goltix 0,75 l/ha e : Betanal 1 l/ha + Trento 500 0,3 l/ha + Goltix0,75 l/ha + uitvloeier 0, e : Betanal 1 l/ha + Trento 500 0,3 l/ha + Goltix 0,75 l/ha +Fusilade (250g/l) 0,125 l/ha + aminoplant 0,5 l/ha e : Betanal 1 l/ha + Trento 500 0,3 l/ha + Goltix 0,5 l/ha + Dual Gold 0,5l/ha + 5 e Fusilade (250g/l) 0,125 l/ha + aminoplant 0,5 l/ha e Betanal 1 l/ha + Trento 500 0,3 l/ha + 7 e Goltix 0,5 l/ha + Rosabor 2 l/ha f Bemesting: - organische: 16 ton ha varkensmengmest.09 zaai van gele mosterd met een sterke ontwikkeling chemische: -stikstofindex: 190 (hoger dan normaal) - stikstofbehoefte: 110 eenheden per hazaai Rijbemesting (reductie) 80 EN/ha bij zaai; g Insectenbestrijding: Curater, Cruiser & Force, controle h Fungiciden: spyrale 1l/ha

35 Waarnemingsveld Rukkelingen Proef in samenwerking met landbouwer M. Van Eyck Perceelsgegevens a Voorvrucht: Wintertarwe b Zaaidatum: c Zaaiafstand: 19,1 cm x 45 cm d Ras: Rubens e Onkruidbestrijding: - vooropkomst: Pyramin 2,5 l per ha naopkomst: 1 e : Dianal 1 l/ha + Goltix 0,7 l/ha + Tramat 0,25 l/ha + Vegelux 0,25 l/ha e : Dianal 1 l/ha + Goltix 0,75 l/ha + Tramat 0,325 l/ha + Vegelux 0,25 l/ha Avadex 0.5 l/ha 3 e : Dianal 1 l/ha + Goltix 1l/ha + Tramat 0,35 l/ha + Vegelux 0,3 l/ha + Avadex 0,5 l/ha e : Dual Gold 0,4 l/ha e : Dual Gold 0,6 l/ha f Insectenbestrijding: controle, curater en Poncho Beta g Fungicide: Armure 0,7 l/ha h Bemesting: 16 ton/ha varkensmengmest op de stoppel inzaai van gele mosterd had een hoge massa 16 ton/ha varkensmengmest Waarnemingsveld Alt-Hoeselt Proef in samenwerking met landbouwer David Vanvinckenroye Perceelsgegevens a Voorvrucht: Basillicum b Zaaidatum: c Zaaiafstand: 21 x 45 cm d Ras: Malvina e Onkruidbestrijding: - Vooropkomst: Pyramine 3 l/ha Naopkomst: 1 e : Betanal 0.6 l/ha + Tramat 0.25 l/ha + Goltix 0,75 l/ha + Actirob 0,25 l/ha e : Betanal 0.6 l/ha + Tramat 0.25 l/ha + Goltix 0,75 l/ha + Actirob 0,25 l/ha e : Betanal 0.6 l/ha +Tramat 0.33 l/ha + Goltix 0,75 l/ha + Actirob0.25 l/ha e : Venzar 0,4 l/ha e : Dual Gold 0,7 l/ha f Insectenbestrijding: controle, Curater en Poncho Beta g Fungicide: Spyrale 1 l/ha h Bemesting: 200 EK / ha voor het ploegen 130 EN /ha voor het zaaien

36 Situatie van de bieten in Zaai en opkomst Dit jaar kwam de uitzaai pas op gang vanaf de tweede helft van de maand maart, hoewel een kleine 10 ha in de polders gezaaid werden vóór 9 maart. Het droge weer vanaf 18 maart liet toe om tussen 18 en 23 maar 15% van de bieten te zaaien. De vers gezaaide bieten hadden soms wel te lijden van koude en regenachtig weer juist na de uitzaai zodat de veldopkomst soms vertraagd of verhinderd werd door een dunne korst. De zaai hervatte de eerste dagen van april, zodat op rond 5 april de helft van de bieten gezaaid waren (5 april = 50-zaaidatum). Deze 50-zaaidatum situeerde zich op 20 april in 2008, op 6 april in 2007, op 20 april in 2006, op 6 april in 2005 en op 2 april in Op 13 april waren ruim 85% van de bieten gezaaid en 95% van de bieten in het cliënteel RT/TS. De laatst bieten werden rond 5 mei. Deze volgende tabel geeft de uitzaai van de suikerbieten weer per suikerindustrie en per week. Evolutie van de uitzaai in 2009 (uitgedrukt in %) ha 09/03 16/03 23/03 30/03 06/04 13/04 20/04 27/04 04/05 totaal ISCAL Sugar RT-TS Nationaal (bron RT/TS en ISCAL) Rond 30 ha bieten werden herzaaid voornamelijk omwille van opkomstproblemen bij het gebruik van overjarig zaad (2008). De gegevens van de landbouwkundige diensten van de suikerfabrieken tonen aan dat in 2009 het gebruik van rhizomanietolerante rassen veralgemeend is voor de hele bietenoppervlakte, d.w.z. 100 % van het areaal (99 % in 2007; 90 % in 2006). De dubbeltolerante rassen rhizomanie - rhizoctonia wortelrot zijn in 2009 op ± 6 % van het areaal gebruikt. De dubbeltolerante rassen rhizomanie bietencystenematode zijn in 2009 iets meer gebruikt, d.w.z. op ± 7 % van de oppervlakte. Gezien het verdwijnen van microgranulaten zoals Curater, is het aandeel behandeld zaad sterk toegenomen. Voor de uitzaai van 2009 was 96 % van de zaden behandeld (± 88 % in 2008). Over het algemeen kan de opkomst in de velden van zeer goed tot perfekt aanschouwd worden, met als gemiddelde voor de waarnemingsvelden van het KBIVB 88% opkomst, hetzij gemiddeld planten per hectare. Dit is reeds een teken voor een goede start van de teelt. De waarden variëren hoofdzakelijk naargelang van het klaarleggen van de grond en de korstvorming na de opkomst. Op 20 mei hadden de meeste bieten 6 bladeren met een homogeen plantenbestand. Het eerste veld (Hees-Bilzen) sloot de rijen rond 25 mei, wat eveneens veel vroeger was dan in 2008! Veldopkomst in de waarnemingsvelden van het KBIVB /04/09 20/04/09 27/04/09 4/05/09 Nationaal 73% 84% 88% 89% pl/ha pl/ha pl/ha pl/ha 38 pl/10 m 43,5 pl/10 m 45 pl/10 m 45 pl/10 m

37 Plagen en ziekten - toestand lente De strenge vorst van de winter maar ook de zeer snelle groei van de bieten vanaf de zaai hebben weinig kans gelaten voor schade door plagen tijdens de opkomst. Schade door bosmuizen was dit jaar zeer gering en nergens gemeld in het waarnemingsnet. Afstervende planten werden hier en daar gemeld als gevolg van de aanwezigheid van slakken (vooral na groenbemesters) of maden. Exceptioneel werd dit jaar schade door larven (maden) van de rouwvlieg gemeld (deze made werd soms door sommigen verward met emelten, die veel dikker zijn en grijs van kleur). Wildschade (hazen, vogels) werd gemeld tijdens de eerste dagen van mei maar had weinig invloed op de plantenbezetting. De eerste groene bladluis, overdrager van de virale vergelingsziekte, werd vanaf 11 mei ook waargenomen in enkele waarnemingsvelden van het KBIVB. Deze spuitdrempel werd echter nergens bereikt. Eitjes van bietenvliegen werden tot op 25 mei niet gemeld. De voorsprong in ontwikkeling zal dit jaar eveneens toelaten hier geen last van te hebben. Door de veelvoudige regen werd hier en daar ontwikkeling van de bacterie Pseudomonas waargenomen. Uitzonderlijk was de aantasting van zwarte bonenluizen, die sommige planten (soms vele!) koloniseerden vanaf begin juni. Rond half juni waren sommige velden tot de helft van de planten gekoloniseerd, vooral in velden zonder insecticide bij de zaai. Ook in sommige velden met insecticide waren planten met zwarte bladluizen niet uitzonderlijk. Bespuitingen waren weinig aangeraden, gezien de snelle ontwikkeling van antagonistische schimmels op de Kolonies. De onkruidbestrijding verliep meestal vlot, eveneens in velden zonder vooropkomst, zodra een kort interval tussen de eerste en tweede naopkomstbehandeling gerespecteerd werd ( maximum 6-8 dagen) Plagen en ziekten - toestand zomer Bladschimmelziekten, vooral roest en witziekte, werden vanaf de laatste week van juli waargenomen, doch echter vanaf begin augustus werd de spuitdrempel in de eerste velden bereikt. Om een beter beeld te geven van de ontwikkeling van de ziekten werden kaarten Rond 10 augustus was de witziekte-drempel (15% van de bladeren) in de meeste velden bereikt, voor cercospora was rond 15 augustus de drempel (5% bladeren) amper in 20% van de velden bereikt. De uitleg voor deze trage ontwikkeling van cercospora ligt zeker bij de constante lage luchtvochtigheid die tussen juni en augustus werd gemeten. De fungicidenbehandeling werd in de praktijk uitgevoerd tussen 3 en 15 augustus. Enkele waarnemers voerden echter een preventieve behandeling uit in juli, duidelijk te vroeg, waardoor de ziekte zich al in augustus weer kon ontwikkelen! Na de uitwerking van fungiciden in september konden de ziekten zich terug ontwikkeling, maar zonder effect op de opbrengst. Een fungicide behandeling te vroeg uitgevoerd (voordat de spuitdrempel bereikt was) gaf een significant financieel verlies. Dubbele behandeling was dit jaar niet rendabel.

38 Wortelziekten Typisch voor 2009 is de uitbreiding, over de hele leemstreek maar eveneens de poldergronden van het violetwortelrot. Deze wortelziekte komt vooral voor op diepe leembodems, op percelen met een hoge ph en is niet bijzonder afhankelijk van een slechte structuur. Deze ziekte wordt meestal pas bij de oogst vastgesteld: Bieten sterven niet af maar het blad verkleurd met haarden. Het wortelrot wordt pas duidelijk in de hoop! Na de oogst vertonen de bieten dezelfde symptomen als bruinwortelrot (Rhizoctonia solani) waardoor de bewaringscapaciteit van de bieten duidelijk achteruit gaan. Violetrot heeft een zeer grote waaier aan waardplanten, waardoor de bestrijding door vruchtwisseling moeilijk te ondernemen is. Er bestaat momenteel géén resistentie in bieten tegen violetrot, ook de resistentie tegen Rhizoctonia solani helpt hier niet! Hoge opbrengsten Hoewel de campagne vroeg begon, werden reeds half september suikergehalten boven 19 (zelfs tot 22 ) gemeten, wat nooit eerder voorviel. De tonnage kon, in zekere mate, wat licht voortkomen, maar bij de omrekening naar bieten aan 16 graden was het resultaat uitstekend! Volgens informatie zou de suikerproductie van de campagne 14 ton suiker per hectare overschrijden. De uitleg bij deze hoge cijfers liggen niet bij één factor maar wel meerdere waaronder : 1. Sinds de herstructurering worden de bieten algemeen op de beste percelen geteeld; 2. De bodemstructuur was in 2009 uitstekend voor een goede, diepe beworteling; 3. Het klimaat van het jaar is exceptioneel : tijdens heel de lente ligt de gemiddelde temperatuur sterk boven de gemiddelde temperatuur van de 20 laatste jaren; 4. We kenden een snelle en hoge veldopkomst, en weinig negatieve effecten van herbiciden; 5. De ziektedruk was laag; De uitzonderlijke opbrengsten waren al in augustus gemeten, wat duidt op de exceptionele groei van de bieten tijdens de lente (klimaat).

39 Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet vzw PVBC Programma Voorlichting Bieten Cichorei info@kbivb.be - met de steun van de Vlaamse overheid - DLV Departement Landbouw en Visserij; ADLO - Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling - Voorlichting 6 Bewaring van de bieten op lange termijn Guy Legrand, André Wauters De drastische beperkingen van het nieuwe Europese suikerregime veroorzaken diepgaande wijzigingen van ons suiker- en bietenlandschap. Eén van de gevolgen, en niet van de minste, was de versnelling van de vermindering van het aantal suikerfabrieken en van het aantal bietentelers in Vlaanderen! Eén van de indirecte weerslagen is een belangrijke verlenging van de campagne van de bietenreceptie. Tot vóór 2006 was een einddatum van bietenreceptie later dan Kerstmis uitzonderlijk in België. De duur van de campagne benaderde de 100 dagen. In 2008 bedroeg zij 109 tot 116 dagen, naargelang de fabriek. Bepaalde fabrieken sloten rond 5 januari. Fontenoy heeft zijn campagne 2008 beëindigd rond 10 januari De nationale gemiddelde waren: 111 dagen in 2008; 93 dagen in 2007; 102 dagen in In 2008 moesten de laat gerooide bieten, hetzij rond de uiterste aanbevolen datum van november, een tal dagen of meer aan de rand van het veld bewaard worden (in plaats van ± 30 dagen maximum vroeger). Bewaring van de bieten op lange termijn werd een realiteit. De resultante vraag wordt: Is er een grens opgesteld om, in afwezigheid van vorst, kwaliteitsbieten te bewaren? Proeven in deze richting werden sinds 2008 door het KBIVB ondernomen. De voornaamste elementen die moeten in aanmerking genomen worden om een bewaargrens van de bieten te bepalen, zijn: a) de buitentemperatuur en die in de hoop gedurende de bewaring en hun afwisseling, b) het verschijnen en de ontwikkeling van bewaarschimmels, c) de omstandigheden en de kwaliteit van het rooien en de ontkopping, d) het ras, e) de vorst (en de dooi). De reeds uitgevoerde proeven bevestigen het bestaan van een drempel uitgedrukt in graaddagen (± 270 GD) vanaf dewelke de bewaringsschimmels de interne delen van de wortels beginnen te besmetten en de handelswaarde en de industriële kwaliteit van de bieten beginnen te benadelen. Er kan dus een bewaarduur voorgesteld worden volgens de rooidatum en op basis van een graaddagen drempel, om de aanwezigheid van verrotte bieten in de leveringen te beperken. Zie tabel op de volgende pagina.

40 bewaarduur bewaarduur op 270 graaddagen op 270 graaddagen rooi- aantal dagen rooi- leveringsdata datum Max Gem Min datum Max Gem Min 01/ /10 19/10 25/10 25/10 10/ /10 31/10 05/11 08/11 20/ /10 15/11 21/11 27/11 01/ /11 28/11 15/12 01/02 10/ /11 14/12 06/01 20/ /11 29/12 20/01 Aantal bewaardagen en leveringsdatum voorgesteld voor verschillende rooidata, aan een drempel van ± 270 GD (graaddagen), berekend op basis van gemiddelde buitentemperaturen waargenomen te Ukkel voor de laatste 20 jaar ( ), alsook voor een «warm» jaar (Max) en een «koud» jaar (Min). De in het geel gemarkeerde vakjes komen overeen met situaties waarin men moet rekening houden met het vorstrisico (en de dooi).

41 Bespreking van de bladschimmelziekten Meeldauw, bruine roest, cercospora, ramularia en de wortelschimmelziekte rhizoctonia en rhizomanie 7.1 Meeldauw Symptomen en schade Meeldauw of witziekte, kwam dit jaar meer voor dan de voorbije jaren. De bladeren worden in de loop van de zomer met een witte, stofachtige poederlaag bedekt. Ze blijven aanvankelijk groen, worden daarna geelachtig wit en drogen bij zware aantasting uit. Onder bepaalde omstandigheden verschijnen, te midden van de witte poederlaag, korrels. Eerst geel van kleur en vervolgens zwart. De ziekte komt aanvankelijk op afzonderlijke planten voor, maar verspreidt zich daarna snel over het ganse perceel. De aanwezigheid van de schimmel op de bladeren vermindert de werking van de bladgroenkorrels en veroorzaakt daardoor opbrengstverliezen. Beschrijving De witte poederlaag bestaat uit een stelsel van schimmeldraden. Voor de ontwikkeling is warmte nodig (beste temperatuur 20 C), vandaar het late optreden in de zomer. Bij zeer gunstige omstandigheden verschijnt de ziekte omstreeks de tweede helft van juli, in noordwest Europa pas in de maand augustus. De afwisseling van droge en vochtige perioden schijnt eveneens een belangrijke factor bij de ontwikkeling van de conidiosporen te zijn, die zich verspreiden en de ziekte overbrengen. Dit wordt bevorderd door dauw en irrigatie. De korrels die zich bij een vergevorderd stadium tussen het mycelium bevinden, zijn kleine sporenbevattende organen, die de schimmel in staat stellen ongunstige perioden te overleven. 7.2 Bruine roest Symptomen en schade Vanaf het begin van de zomer verschijnen kleine oneffenheden van ongeveer 1 mm doorsnede en roodoranje tot bruin gekleurd op beide zijden van de bladschijf. Deze oneffenheden bevatten een fijn roodbruin poeder, dat uit schimmelsporen bestaat. Tegen het einde van de vegetatieperiode ziet men ook op de bladstelen elliptisch gevormde vlekken ontstaan. De schade die door deze ziekte wordt veroorzaakt, is zelden van betekenis. Bij zware aantasting kan de vroegtijdige uitdroging van bepaalde bladeren een opbrengstderving veroorzaken. De aantastingen vinden in het algemeen aan het einde van de zomer plaats, gelijk met andere bladschimmelziekten, zoals de meeldauw. Beschrijving De symptomen van de voorjaarsroest komen overeen met het eerste ontwikkelingsstadium van de schimmel die dan ecidiosporen voortbrengt. Deze sporen vormen nieuwe plekken op dezelfde plant of de omliggende planten, die op hun beurt uredosporen (zomersporen) bevatten. De bruine sporen die aan het einde van de zomer worden gevormd, heten teleutosporen. Ze dragen zorg voor de overwintering van de schimmel. De sporen in de roestplekken zijn bolvormig, met een doorsnede van ongeveer 1/100 mm en ze vertonen onder de microscoop rondom kleine puntjes. Een overmaat aan stikstof schijnt de ontwikkeling van deze ziekte te bevorderen.

42 Cercospora Symptomen en schade Op de bladeren verschijnen talloze ronde grijze vlekken, omgeven met een rode of bruine rand. Naarmate de aantasting vordert, vermeerderen de vlekken zich en veroorzaken een volledig verdrogen van de aangetaste bladeren. Bij vochtig weer ontstaan in het midden van de vlekken zwarte puntjes, omgeven door een grijze viltlaag, in het bijzonder aan de onderzijde van de bladeren. De eerste symptomen verschijnen hier en daar op enkele planten en deze vormen een haard vanwaar de ziekte zich over het gehele perceel verspreidt. Bij sterke aantastingen wordt het volledige bladapparaat vernietigd, de plant reageert vervolgens door nieuw blad te vormen dat ook weer wordt aangetast. De kop wordt hoger. Hierdoor kunnen aanzienlijke verliezen aan wortelgewicht en suikergehalte worden veroorzaakt. Beschrijving De ziekte wordt veroorzaakt door cercospora beticola, een schimmel die zich systematisch door de plant verplaatst. De besmetting van de plant ontstaat door een spore die in warme en vochtige omstandigheden op een blad ontkiemt. De schimmeldraden dringen door de opening van een huidmondje in het blad en groeien door het weefsel. Enkele dagen na de besmetting vormen zich kleine vlekjes op de bladeren gevolgd door de ontwikkeling van zwarte puntjes en de grijze viltlaag, waarin de sporendragers voorkomen, die de lange en meercellige sporen van de schimmel dragen. Deze sporen, die door de regen worden verspreid, brengen de ziekte over op de omringende planten. Vochtigheid en warmte (temperaturen boven 17 C) zijn nodig om de schimmel te doen ontwikkelen. De sporen blijven in de plant en op het zaad gedurende lange tijd levenskrachtig. Dit is de reden waarom het risico op aantasting bij een kortere rotatie met bieten groter is. 7.4 Ramularia Symptomen en schade De schimmel veroorzaakt grijze tot bruinachtige vlekken, die soms door een donkere bies omrand zijn. In het algemeen zijn ze groter en onregelmatiger dan de vlekken van cercospora. Daarenboven verschijnen in de Ramularia-bladvlekken spierwitte puntjes. Dit zijn de sporendragers die door de huidmondjes uit het blad steken en de sporen dragen. Zware aantastingen leiden tot volledige uitdroging van de bladeren, waarbij verliezen van de suikeropbrengst of van het zaad bij zaaibieten ontstaan. Beschrijving De ontwikkeling van deze schimmel vindt plaats bij relatief lage temperaturen en zelfs tijdens de winter (beste temperatuur 17 C). De bemesting kan slechts in vochtige omstandigheden plaatsvinden (relatieve vochtigheid meer dan 95 %) en wel door middel van de schimmeldraden die vanuit een spore in de huidmondjes binnendringen. 15 dagen later heeft de schimmel zich in het blad ontwikkeld en treden de eerste symptomen op. De schimmel kan blijven voortbestaan in dode bladeren en in de bodem. 7.5 Rhizoctonia Een veel voorkomend probleem de voorbije jaren, was de schimmelziekte rhizoctonia. Symptomen en schade Deze ziekte, die door een bodemschimmel wordt veroorzaakt, ontwikkelt zich pleksgewijs in bietenvelden. In eerste instantie verwelken de planten en vervolgens sterft het blad langzamerhand geheel af. Op het bovenste deel van de bietenwortel ontstaat een bruine verrotting die meer of minder diep doordringt, naargelang van het ontwikkelingsstadium van de ziekte.

43 Beschrijving De schimmel overleeft in de grond in de vorm van sclerotiën, waaruit zich schimmeldraden ontwikkelen, die het worteloppervlak aantasten en daarna geleidelijk dieper doordringen en de verrotting veroorzaken. Deze ziekte kan zich vrij vroeg openbaren en wordt in haar ontwikkeling versneld door een hoge bodemtemperatuur, slechte structuur en een overmaat aan vocht. Economische betekenis De schade beperkt zich in het algemeen tot enkele haarden in het veld, maar bij een vroege aantasting kunnen de bieten volledig vernield worden. De sclerotiën blijven in de grond zeer lang levenskrachtig. Bij iedere teelt van waardplanten in de vruchtafwisseling treedt de ziekte weer op en kan ze zich verder verspreiden. Goede mogelijkheden tot bestrijding zijn verbetering van de bodemstructuur en vermindering van het aantal waardegewassen in de vruchtopvolging. Aardappelen en een groot aantal groentegewassen, zoals wortelen, bonen, boerenkool en schorseneren, worden door bepaalde rassen van deze schimmel aangetast. 7.6 Rhizomanie Symptomen en schade De virusziekte rhizomanie (rhizo = wortel, manie = gekheid) is gekenmerkt door een abnormaal sterke ontwikkeling van zijwortels op de hoofdwortel. De hoofdwortel vertraagt daardoor sterk in zijn ontwikkeling en vertoont meestal een typische insnoering naar de worteltip toe. Naast de kenmerkende wortelsymptomen zijn er ook aanwijzingen van een virusinfectie op het bladniveau. Geïnfecteerde planten verwelken vlugger bij droogtestress. Bij het begin van de zomer gaan de bladeren opkrullen. De bladnerven kunnen over hun volledige lengte vergelen. De bladsymptomen zijn soms van tijdelijke aard en kunnen na enige tijd verdwijnen. De typische bruinverkleuring van de vaatbundels kan na dwarsdoorsnede van de wortel uitsluitsel geven betreffende een rhizomanie-infectie. De schade aangericht door deze ziekte kan zeer ernstig zijn. In een aangetast perceel zijn meestal een groot deel van de planten geïnfecteerd. De wortels zijn slecht gevormd en zeer klein. De opbrengst daalt drastisch zowel op het niveau van wortelgewicht als suikeropbrengst. Een daling onder het niveau van 12 % suiker is niet ongewoon. Beschrijving Het organisme verantwoordelijk voor deze ziekte is een staafvormig viruspartikel (Beet Necrotic Yellow Vein Virus). Enkel via de vector Polymyxa Betae (bodemschimmel) kan het virus de suikerbietenplanten besmetten. De geografische verspreiding en de evolutie van het besmette areaal worden enkel en alleen bepaald door de vector. Bij een overmaat aan water (irrigatie, lager gelegen velden) en hoge temperaturen kan de ziekte zich snel verspreiden op een veld dankzij de zwemsporen van de vector. Een slechte bodemstructuur bevordert eveneens de verspreiding van de ziekte. Economische betekenis Rhizomanie is een bedreiging voor de suikerbietenteelt. Mochten er geen bestrijdingsmiddelen voorhanden zijn, dan zou de teelt in sommige streken onmogelijk zijn geworden. Mede de zeer lage opbrengst en de duurzame overleving van de vectorsporen in de grond vormen de grootste bedreiging. Het gebruik van rhizomanietolerante/resistentie suikerbietenrassen is op dit ogenblik de enige mogelijkheid om een normale opbrengst te bekomen in besmette velden.

44 Grondontsmetting lost slechts tijdelijk het probleem op en is bovendien economisch niet verantwoord. In de afgelopen 20 jaar is de ziekte gestaag uitgebreid en is momenteel aanwezig in alle landen waar extensief aan suikerbietenteelt wordt gedaan. In Frankrijk bijvoorbeeld werd ze voor het eerst waargenomen in de streek van Alsace en recent ook ten zuiden van het bekken van Parijs en in de Côte d Or. 7.7 Violetwortelrot Symptomen en schade De symptomen verschijnen in het algemeen pas laat en worden gekenmerkt door verwelking van het blad. Plekken met aangetaste planten verschijnen in het veld, die vooral bij droogte goed zichtbaar zijn. Op de wortel ontstaan paarse, oppervlakkige en min of meer omvangrijke vlekken, die met een viltachtige schimmellaag bedekt zijn en zich over een groot deel van de biet kunnen verspreiden. De verrotting onder deze vlekken kan meer of minder diep doordringen. In geval van ernstige aantasting is de wortel in zijn geheel verrot. Beschrijving De veroorzaker is een bodemschimmel, die jaren in de grond kan overleven, dankzij sclerotiën. Deze kleine, bolvormige en zeer resistente lichaampjes kunnen gedurende minstens 7 jaar levensvatbaar blijven. Wanneer de omstandigheden gunstig zijn, ontwikkelt de schimmel zich op de huid en later ook in het binnenste van de biet. Langzaam verspreidt deze zich door de bodem van de ene plant naar de andere. Deze ziekte komt in het algemeen pas laat tot ontwikkeling en leidt zelden tot het afsterven van de plant. Meestal wordt de ziekte pas bij het rooien ontdekt. Deze schimmel tast eveneens andere cultuurplanten aan, zoals luzerne, klaver en aardappelen. Een zekere mate van bodemverdichting en een slechte structuur zijn de voornaamste omstandigheden, die de ontwikkeling van deze ziekte begunstigen. Economische betekenis Deze ziekte neemt zelden ernstige vormen aan. Aantasting mag echter niet veronachtzaamd worden, omdat de schimmel zijn ontwikkeling voortzet op de bieten in de opslag en daarbij snel naburige wortels kan besmetten, waardoor aanzienlijke verliezen bij bewaring kunnen ontstaan. Deze ziekte komt algemeen voor op verschillende grondsoorten.

45 Erosieproef in suikerbieten 8.1 Proefopzet Er worden verschillende grondbewerkingen voor de uitzaai vergeleken: kerend, beperkte grondbewerking en spitten. Er gebeurt een vergelijking tussen de technieken qua opkomst, groei, erosie, onkruiddruk, ziekteaantasting, rooibaarheid, opbrengst en procent suiker. De proef gebeurt in 4 herhalingen. 8.2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: Wintergerst b Zaaidatum: c Zaaiafstand: 17.8 x 45 cm d Ras: Angeliqua e Onkruidbestrijding: Voor de zaai: nietkerend: Glyfosaat 6 l/ha (kweek) Vooropkomst: Pyramin 2,5 l/ha Naopkomst: (B = Betanal, Tr = Tramat, G = Goltix) 1 e Betanal Elite 1 l/ha + G 0.75 l/ha e B 1l/ha + Tr 0,3 l/ha + G 1l/ha + Actirob 0,3 l/ha e B1 l/ha + Tr 0,3 l/ha + G 0,75 l/ha +Fusilade ( 250 g/l) l/ha aminoplant 0.5 l/ha 4 e B 1 l/ha + Tr 0,3 l/ha + G 0.5 l/ha + Dual Gold 0.5 l/ha Fusilade ( 250 g/l) l/ha + aminoplant 0.5 l/ha 5 e B 1 l/ha + Tr 0.3 l/ha + G 0.5 l/ha + Frontier 0.5 l/ha + Rosabor 2 l/ha e Dual Gold 0.3 l/ha + Frontier 0.3 l/ha + Aminosol 0.5 l/ha f Bemesting: Organische bemesting: 14 ton varkensdrijfmest Tabel 1 : Analyse van de mest (in kg per 1000 l product). Analyseuitslag ph 7.3 Beoordeling Gemiddelde samenstelling Droge stof Gemiddeld 80.0 Organische stof Gemiddeld 53.0 Totale stikstof 11.5 Gemiddeld 8.1 Minerale stikstof 6.16 Tamelijk hoog 4.8 Fosfor (P 2 O 5 ) 4.08 Gemiddeld 3.9 Kalium (K 2 O) 6.25 Gemiddeld 5.3 Natrium (Na 2 O) 1.41 Gemiddeld 1.3 Calcium (CaO) 3.61 Gemiddeld 3.6 Magnesium (MgO) 2.19 Gemiddeld 1.9 Groenbemester: Gele mosterd, zeer sterk ontwikkeld Chemische: stikstof: - Stikstofindex: 190 (hoger dan normaal) - Stikstofbehoefte: 110 E N/ha - Rijbemesting (reductie): 80 E N/ha

46 Tabel 2 : Ontledingsuitslag van de bouwlaag 2007 Bepaling Uitslag ontleding Streefzone Beoordeling Grondsoort 48 Leem ph-kcl 7,8 7,0 7,5 Tamelijk hoog C in % (humus) 1,3 1,8 2,8 Laag Fosfor (P) Tamelijk hoog Kalium (potas) (K) Normaal Magnesium (Mg) Zeer hoog Calcium (Ca) Zeer hoog Natrium (Na) 3,1 3,1 6,2 Tamelijk laag Boor (B) 0,39 0,77 1,14 Laag h Insectenbestrijding: - Zaaizaadbehandeling met Cruiser&Force - Pirimor 0.35 kg/ha (bladluizen) Aangelegde objecten De gele mosterd werd verhakseld op Tabel 3 : Verschillende bodembewerkingen in de objecten. Nr Objecten Bodembewerkingen 1 Ploegen 2 Beperkte diepe grondbewerking 3 Beperkte ondiepe grondbewerking 4 Spitten Ploegen Afslepen Opentrekken veereg x compactor Diepe grondbewerking* Opentrekken veereg x compactor Opentrekken veereg x compactor Diepe grondbewerking Cultivator** Spitten x compactor * Op werd er een diepe grondbewerking uitgevoerd, 27 cm diep met 4 smalle beitels per 3 meter met het oog op een betere verwering door vorst en luchtigere structuur. * *Twee dagen voor het spitten werd de grond bewerkt met een vleugel-schaar cultivator (10 cm diep) zodat de bodem beter/dieper kan drogen.

47 Waarnemingen Opkomsttellingen en percentage bodembedekking De tellingen gebeurden in 4 herhalingen op Tabel 4 : Geeft het opkomst % en het % bodembedekking van de objecten weer. nr Objecten % Opkomst % Bodem-bedekking* 1 Ploegen 94,6 % 0 5 % 2 Beperkte diepe grondbewerking 95,2 % 5 10 % 3 Beperkte ondiepe grondbewerking 93,2 % 5 10 % 4 Spitten 89,4 % 5 % * % van de bodem dat bedekt wordt door resten van de groenbemester Onkruidtellingen De onkruidtelling (uitgevoerd op ) geeft het aantal onkruiden per object en per 100 m² weer die overbleven na het toepassen van het onkruidbestrijdingschema ( zie perceelsgegevens). Tabel 5 : Geeft de aantallen onkruiden weer in de verschillende objecten. Onkruiden Ploegen Beperkte diepe grondbewerking Beperkte ondiepe grondbewerking Spitten Bingelkruid 1 Melganzevoet

48 8.4.3 Meting bodemverdichting Tabel 6 : Geeft de bodemverdichting in de verschillende objecten weer. Een kritische penetratieweerstand waarbij wortels niet in staat zijn door een bodemlaag te dringen is niet eenduidig gedefinieerd in de literatuur. Ide et al (1982) spreken reeds van compactie bij landbouwgewassen vanaf 2,5 MPa en duidelijke groeiremmingen vanaf 3 MPa.

49 Opbrengstresultaten Tabel 7 : geeft de opbrengstresultaten weer van volgende objecten: ploegen en beperkte grondbewerking. De proef werd uitgevoerd in vier herhalingen. Teelttechniek Wortelopbrengst kg/ha % vertakte bieten % suiker kg suiker/ha Economische opbrengst per ha Ploegen ,2 Beperkte diepe grondbewerking Beperkte ondiepe grondbewerking , ,4 Spitten ,6 8.6 Bespreking De voorvrucht van dit perceel was wintergerst, waarvan het stro gehakseld werd. Na de oogst werd er drijfmest (14 t/ha varkensdrijfmest) geïnjecteerd, waarna gele mosterd als groenbemester werd gezaaid. Deze groenbemester had zich zeer sterk ontwikkeld en werd verhakseld op 18 december. Op 26 december werd er geploegd en op 28 januari werd er een diepe grondbewerking uitgevoerd (in één object niet-kerende grondbewerking) met het oog op een betere verwering door vorst en het creëren van een luchtigere bodem. Het geploegde object werd op 30 maart afgesleept om een sterke uitdroging te vermijden. Op zondag 5 april werd het perceel met een candese veereg opengetrokken gevolgd door de zaaibedbereiding met een Lemken Compactor en vervolgens werd er gezaaid. Het object spitten werd op 3 april bewerkt met een vleugelschaar cultivator om deze strook voldoende diep te laten opdrogen. Er werd op 5 april eveneens gespit. Vanwege het grove zaaibed werd beslist om na het spitten de grond te bewerken met de Lemken Compactor. De objecten ploegen en diepe niet-kerende grondbewerking hadden het beste zaaibed en bij gevolg ook de hoogste opkomstpercentages (zie tabel 1). Het zaaibed bij een ondiepe niet-kerende bewerking was minder goed. Het betrof hier vele kluitjes in vergelijking met de diepe niet-kerende grondbewerking. Bij een diepe niet-kerende grondbewerking liet de bodem zich beter bewerken als gevolg van een betere verwering door de vorst. Het zaaibed in het object spitten bevatten behoorlijk veel grove kluiten waardoor het opkomstpercentage ook lager lag in dit object. De grondbewerking in januari (waarbij de gewasresten aan het oppervlak bleven) had bij gevolg een positieve invloed op de bodembewerkbaarheid in het voorjaar. Echter bij het meten van de bodemverdichting werd duidelijk dat deze bewerking ook resulteerde in een verdichting in de bouwlaag. Een mogelijk andere aanpak is een oppervlakkige bewerking met een werktuig met meerdere tanden per meter werkbreedte om een ruw oppervlakte te bekomen en zo het winterploegen na te bootsen. Helaas is deze bewerking in strijd met de wetgeving rond erosiebestrijding maar zal toch worden onderzocht in de proefvelden van het teeltjaar Het object ondiepe niet-kerende grondbewerking vertoonde ook een hogere verdichting tenopzichte van de andere objecten. De oorzaak hiervan ligt waarschijnlijk bij het minder snel opdrogen in het voorjaar met als gevolg nattere grond op een diepe vanaf 15 cm waardoor deze grond gevoeligere is voor verdichting bij het uitvoeren van grondbewerkingen.

50 Na het toepassen van het (zwaar) onkruidbestrijdingsschema bleek er geen verschil te zijn tussen de objecten in het aantal resterende onkruiden. Bij de objecten niet-kerende grondbewerking was er wel een vele hogere druk van gerstopslag waardoor bespuitingen met Fusilade noodzakelijk waren. Uit de opbrengstresultaten (Tabel 7) blijkt dat de wortelopbrengst per hectare in het object ondiepe niet-kerende grondbewerking lager ligt ten opzichte van de andere objecten. Tussen de overige objecten is er geen significant verschil in economische opbrengst per hectare. Het suikerhalte was in alle objecten nagenoeg gelijk. Uit tabel 7 blijkt ook dat de objecten die de sterkste verdichting vertoonden ook een hoger percentage vertakte bieten hadden. De proefvelden werden manueel geoogst waardoor een grondtarra bepaling niet mogelijk is. Maar het is hoogwaarschijnlijk dat vertakte bieten bij machinale rooiing aanleiding geven tot een hoger percentage grondtarra.

51 DEEL 2: CICHOREI Proeven in samenwerking met het Landbouwcentrum, afdeling bieten-cichorei (L.C.B.C.) met de suikerindustrie ORAFTI (Ir. Erwin Boonen, Vincent Sevrin en Jos Piffet) en de Vlaamse overheid Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (Ir. A. Demeyere en medewerkers). Dit teeltjaar werd op de PIBO Campus een proefperceel aangelegd ivm teelttechniek en onkruidbestrijding. Verder werden er bij landbouwers nog verschillende proeven aangelegd. Volgende proeven werden uitgezaaid: Vergelijking van vlakke zaai met zaai op ruggen Schietersproef met negen rassen Vergelijking van miniruggen en vlakke zaai Een onkruidbestrijdingsproef met opbrengstbepaling (remmende werking op de cichorei) in Tongeren Een onkruidbestrijdingsproef met opbrengstbepaling (werking naar onkruiden) in Crisnée Een rassenproef op vlakke zaai met 3 rooidata in Oleye Een fungicidenproef met twaalf verschillende objecten in Momalle Een groeicurve proef in Crisnée Een proef i.v.m. zaaitechniek: ruwheid zaaibed, afstellen kluiten ruimers en zaaien in vals zaaibed.

52 Rassenproef cichorei Proef in samenwerking met de suikerindustrie ORAFTI (Ir. Erwin Boonen, Vincent Sevrin en Jos Piffet) en landbouwer E. Etienne te Oleye (Waremme). 1.1 Proefopzet Vergelijking van groei, inulinegehalte, productie en economische waarde van zes rassen. Enerzijds worden de rassen onderzocht op rendement en worden ze machinaal geoogst, anderzijds worden ze onderzocht op kwaliteit en worden ze manueel gerooid. 1.2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: graan gevolgd door bladkool b Geploegd : c Zaaidatum: d Zaaiafstand: 9.5 x 45 cm e Zaaimachine: Monosem pneumatisch aan rotoreg gekoppeld 6 rijen f Rassen : Tabel 1 : Rassen cichorei 2009 Nr Ras 1 Orchies 2 Melci 3 Hera 4 Belcanto 5 Maurane 6 Cicho01/2009 g Bemesting: Chemische: Kalium: 100 kg/ha NPK ( ) Stikstof: 40 EN / ha h Onkruidbestrijding: Voor zaai: Bonalan 9 l/ha Vooropkomst: Kerb 1 l/ha + Legurame 3 l/ha + glyfosaat 1,5 l/ha(kl-bingelkruid) Naopkomst: 1 e Safari 10 g/ha + Kerb 0,3 l/ha + Legurame 0,5 l/ha e Safari 10 g/ha + Kerb 0,3 l/ha + AZ 25 cc/ha + Legurame 0,5 l/ha e Safari 10 g/ha + Kerb 0,3 l/ha + Trend 0,1 l/ha + Frontier Elite 0,1 l/ha + Tramat flow 75 cc/ha i Schoffelen: j Fungicide (enkel voor oktober en november rooiing): Difcor 0,5 l/ha k Rooien: 1 e rooidatum met vorkenrooier CMG (twee fasen systeem) e rooidatum met vorkenrooier Holmer e rooidatum met vorkenrooier Holmer

53 Waarnemingen Tellingen en opbrengst Tabel 1 geeft per ras het aantal planten per hectare bij opkomst en het opbrengstresultaat van drie machinale rooiingen namelijk op , en Het opbrengstresultaat is telkens proportioneel weergegeven ten opzichte van het gemiddelde rendement van de betreffende rooidatum. Ras Planten/ha Opbrengst vorkenrooier CMG Opbrengst vorkenrooier Holmer Opbrengst vorkenrooier Holmer Gemiddelde campagne Orchies Melci Hera Belcanto Maurane Cicho01/ Bespreking Ondanks de relatief late zaaidatum zijn de rendementen in deze rassenproef goed met als globaal gemiddelde over alle rooidata en alle rassen een rendement van 46,3 Ton/ha machinaal gerooid. Dit toont aan dat het in het voorjaar van groter belang is te wachten tot de bodemomstandigheden goed zijn vooraleer aan de werkzaamheden te beginnen dan de (vroege) zaaidatum op zich. De rangschikking van de rassen tijdens de verschillende rooidata is vergelijkbaar met de vroeger behaalde resultaten waarbij toch opgemerkt kan worden dat Hera en Orchies iets hoger uitkomen. Beide rassen bereikten hun maximaal potentieel rond half oktober in de gegeven omstandigheden van Het plantenaantal was voor alle rassen zeer goed. De toevoeging van Poncho Beta in de omhulling heeft geen remming veroorzaakt maar wel, samen met de gunstige klimaatsomstandigheden, een hoog plantenaantal.

54 Proef teelttechniek Proef in samenwerking met de suikerindustrie ORAFTI (Ir. Erwin Boonen, Vincent Sevrin en Jos Piffet). 2.1 Proefopzet Voor het ras Melci worden er verschillende teelttechnische proeven aangelegd. De aangelegde proeven zijn: - inzaai in vals zaaibed, aangelegd en Bonalan ondergewerkt half maart - zaai op ruggen, miniruggen en vlakke zaai - zaai met kluitenruimers diep afgesteld en zonder kluitenruimers - zaai op diepere zaaidiepte - zaaibedbereiding na afslepen van akker en zonder af te slepen - zaaibedbereiding met één of twee werkgangen van de zaaibedcombinatie - diep schoffelen en niet schoffelen bij het sluiten van de rijen 2.2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: wintertarwe b Zaaidatum: c Zaaiafstand: vlak veld: 9,6 x 45 cm d Zaaimachine: Accord 6 rijen gewone teelt, de ruggenteelt werd gezaaid met een combinatie met rotoreg gevolgd door ruggentrekker en zaaimachine Kleine 6 rijen e Ras: Melci f Bemesting: - organische: - 16 ton per ha vleesvarkensmengmest bladrammenas, normaal ontwikkeld - chemische: - 40 EN/ha onder vloeibare vorm g Onkruidbestrijding: - vooruitzaai: Bonalan 9 l/ha vooropkomst: Kerb 1 kg/ha + Asulox 1 l/ha + Legurame 1 l/ha naopkomst: ( S = Safari, K = Kerb, L = Legurame) S10 g/ha + K 0,3 l/ha + L0.5 l/ha + AZ 25 cc/ha S 5 g/ha + Dual Gold 0,1 lha + Aminoplant 0,5 l/ha S 10 g/ha + Dual Gold 0,1 lha + Trend 0,1 l/ha S 10 g/ha + Dual Gold 0,2 l/ha + Trend 0,2 l/ha Dual Gold 0,2 l/ha + Frontier Elite 0,2 l/ha Dual Gold 0,2 + Frontier Elite 0,2 + Aminosol 0, h Fungicide Geyser 0.5 l/ha

55 I Ontledingsuitslag van de bouwlaag: Bepaling Uitslag ontleding Streefzone Beoordeling Grondsoort 40 Leem ph-kcl 6,8 6,7-7,3 Gunstig C in % (humus) 1,2 1,2-1,6 Normaal Fosfor (P) Tamelijk hoog Kalium (potas) (K) Tamelijk hoog Magnesium (Mg) Normaal Calcium (Ca) Normaal Natrium (Na) 3,8 3,1 6,2 Normaal Boor (B) Waarnemingen en tellingen Opkomsttellingen Object % Opkomst Controle* 84,3 Vals zaaibed + Bonalan 15 maart 81,2 Ruggen 81,8 Miniruggen 80,2 Kluitenruimers diep 72,4 Diepere zaai 75,7 Niet afslepen 85,1 Eén werkgang met Lemken Compactor 72,6 Schoffelen bij het sluiten van de rijen 84,1 * Controle = akker afgesleept, twee werkgangen met Lemken compactor, vlakke zaai, zonder kluitenruimers, ondiepe zaai en niet schoffelen

56 Oogstresultaten Oogstdatum: Object Type rooier ( wijze van rooien) Netto opbrengst* Kg/ha Tarra % Ruggen Vlakke zaai Scharenrooier Ropa Diepwoelen + Scharenrooier Ropa Scharenrooier Ropa Diepwoelen + Scharenrooier Ropa * Opbrengst exclusief 16% bonus vroege levering , , , ,26 Oogstdatum: Object Type rooier ( wijze van rooien) Netto opbrengst* Kg/ha Tarra % Vlakke zaai Diepwoelen + Scharenrooier Ropa Scharenrooier Ropa Vorkenrooier Holmer Object % Opkomst Type rooier ( wijze van rooien) Netto opbrengst* Kg/ha Tarra % Vlakke zaai + kluitenruimers Vlakke zaai 84,3 72, Scharenrooier Ropa

57 Object % Opkomst Type rooier ( wijze van rooien) Netto opbrengst* Kg/ha Tarra % Diepe vlakke zaai 75, Vlakke zaai 84,3 Vorkenrooier Holmer Besluit In deze proef, met ideale weersomstandigheden, worden de resultaten die vroeger werden bereikt inzake opkomst in functie van de zaaitechniek volledig bevestigd. Ten opzichte van een goed uitgevoerde, ondiepe zaai in een fijn, vlak en aangedrukt zaaibed verliezen de objecten met een diepe zaai, ruw zaaibed en diep afgestelde kluitenruimers gemakkelijk 10% van hun plantenaantal. De objecten met een vals zaaibed, ruggenteelt of miniruggen zitten er middenin met een 5% lager plantenaantal. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat het vals zaaibed belangrijke voordelen heeft ivm onkruidbestrijding, werkverdeling bij het klaarleggen van het perceel wanneer de bodem het toelaat en in ongunstige klimaatsomstandigheden. Anderzijds hebben de ruggen een belangrijk voordeel bij het rooien en hun ontwikkeling vroeg in het seizoen. In droge omstandigheden bewijst het gebruik van diepwoelers voor een aangepaste scharenrooier zijn nut met een meeropbrengst van bijna 3 T/ha in de ruggenteelt, en meer dan 5 T/ha in de vlakke teelt. Eens de bouwvoor voldoende vochtig is hebben de diepwoelertanden een minder duidelijk positief effect terwijl het nieuwe type vorkrooier die sinds dit jaar op de markt is, onder deze ideale omstandigheden toch een mooie 2 T/ha meeropbrengst laat optekenen. Op een ander stuk van het perceel waar de zaaidiepte en de kluitenruimers werden uitgetest t.o.v van de normale zaaitechniek vertaalt de lagere standdichtheid zich ook in een duidelijk lager rendement per hectare. De oogst begint bij de zaai en een goed, regelmatig plantenaantal is van cruciaal belang voor de cichoreiteelt.

58 Schietersproef cichorei Proef in samenwerking met de suikerindustrie ORAFTI (Ir. Erwin Boonen, Vincent Sevrin en Jos Piffet). 3.1 Proefopzet De schietersproef werd uitgezaaid om de schietgevoeligheid per ras beter te kunnen beoordelen. Het aantal schieters per ras wordt regelmatig tijdens het groeiseizoen geteld. 3.2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: wintertarwe b Zaaidatum: c Zaaiafstand: vlak veld: 9,6 x 45 cm d Zaaimachine: Accord 6 rijen gewone teelt, de ruggenteelt werd gezaaid met een combinatie met rotoreg gevolgd door ruggentrekker en zaaimachine Kleine 6 rijen e Ras: Melci f Bemesting: - organische: - 16 ton per ha vleesvarkensmengmest - bladrammenas, normaal ontwikkeld - chemische: - 40 EN/ha onder vloeibare vorm g Onkruidbestrijding: - vooruitzaai: Bonalan 9 l/ha vooropkomst: Kerb 1 kg/ha + Asulox 1 l/ha + Legurame 1 l/ha naopkomst: ( S = Safari, K = Kerb, L = Legurame, DU = Dual Gold ) S10 g/ha + K 0,3 l/ha + L0.5 l/ha + AZ 25 cc/ha S 5 g/ha + Du 0,1 lha + Aminoplant 0,5 l/ha S 10 g/ha + Du 0,1 lha + Trend 0,1 l/ha S 10 g/ha + Du 0,2 l/ha + Trend 0,2 l/ha Dual Gold 0,2 l/ha + Frontier Elite 0,2 l/ha Dual Gold 0,2 + Frontier Elite 0,2 + Aminosol 0, h Fungicide Geyser 0.5 l/ha I Ontledingsuitslag van de bouwlaag: Bepaling Uitslag ontleding Streefzone Grondsoort 40 Leem ph-kcl 6,8 6,7-7,3 Gunstig C in % (humus) 1,2 1,2-1,6 Normaal Beoordeling Fosfor (P) Tamelijk hoog Kalium (potas) (K) Tamelijk hoog Magnesium (Mg) Normaal Calcium (Ca) Normaal Natrium (Na) 3,8 3,1 6,2 Normaal Boor (B)

59 Waarnemingen Opkomsttellingen Tabel 1 : Geeft het percentage opkomst weer voor de verschillende rassen. Ras % Opkomst Orchies incotec 80,6 Orchies turf 78,0 Maurane 70,1 Hera 76,8 Belcanto 74,6 Cicho02/ ,5 Cicho03/ ,1 Cicho04/ ,8 Cicho05/ ,4 Melci 83,0 Tabel 2 : geeft per ras het aantal planten per hectare bij opkomst en het aantal schieters gedurende het seizoen. Ras Planten per ha # schieters/ha Orchies incotec Orchies turf Maurane Hera Belcanto Cicho02/ Cicho03/ Cicho04/ Cicho05/ Melci Bespreking Er werden geen schieters waargenomen in het perceel ondanks de vroege praktijkzaai. Dit is een observatie die we reeds enkele jaren doen en die een zeer gunstige evolutie is vermits we minder voor schieters hoeven te vrezen bij de keuze van onze zaaidatum.

60 Onkruidbestrijdingsproef cichorei - remming cichorei Proef in samenwerking met het Landbouwcentrum bieten-cichorei (L.C.B.C.) met de suikerindustrie ORAFTI (Ir. Erwin Boonen, Vincent Sevrin en Jos Piffet), de Vlaamse overheid Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (Ir. A. Demeyere). 4.1 Proefopzet Voor het ras Orchies worden twaalf verschillende onkruidbestrijdings-schema s met elkaar vergeleken. De invloed van de vooruitzaai-, vooropkomst- en naopkomstmiddelen op de cichorei (remming) wordt nagegaan. Proef werd aangelegd in 4 herhalingen, uitgezonderd de objecten 11 en Perceelsgegevens a Voorvrucht: Wintertarwe b Zaaidatum: c Zaaiafstand: vlak veld 9,6 x 45 cm d Zaaimachine: Accord 6 rijen gewone teelt e Ras: Orchies f Bemesting: - organische: - 16 ton per ha vleesvarkensmengmest Bladrammenas, normaal ontwikkeld - chemische: 40 EN/ha onder vloeibare vorm g Onkruidbestrijding: - vooruitzaai:bonalan 9 l/ha voor- en naopkomst : zie proefprotocol h Oogstdatum: i Ontledingsuitslag van de bouwlaag Bepaling Uitslag ontleding Streefzone Grondsoort 40 Leem ph-kcl 6,8 6,7-7,3 Gunstig C in % (humus) 1,2 1,2-1,6 Normaal Beoordeling Fosfor (P) Tamelijk hoog Kalium (potas) (K) Tamelijk hoog Magnesium (Mg) Normaal Calcium (Ca) Normaal Natrium (Na) 3,8 3,1 6,2 Normaal Boor (B)

61 Proefprotocol onkruidbestrijding nr vooropkomst Kiemlob 1 e echt blad 1 e 2 e echte bladeren 2 e 4 e echte bladeren 5 e 6 e echte bladeren 8 e blad Datum Getuige Getuige Getuige Getuige Getuige Getuige 2 K1,25 A 1 S 5- K0.3- L0.5 3 K 1.25 S 5- K0.3- L0.5 S10-K0.3- TR0.1% S10-K0.3- TR0.1% 4 K1,25 A 1 K0.3-L0.5 K0.3-TR0.1% 5 K1,25 A 1 6 K1,25 A1 S5-K0.3- C0.5-L0.5 S5-K0.3- C1-L0.5 7 K1,25 A 1 S5-K0.3-L0.5 8 K1,25 A 1 S5-K0.3-L0.5 9 K 1.25 S 5- K0.3- L K * K1,25 A 1 S 5- K0.3- L0.5 12** K1,25 A 1 S 5- K0.3- L0.5 Opm Droge bodem windstil 11 c Vochtige bodem Windstil 16 c 8.00 S10-K0.3- C0.5-TR0.1% S10-K0.3- C1.0-TR0.1% S10-K0.3- C1.0-TR0.1% S15-K0.3- TR0.1% S10-K0.3- DU0.05- FR0.05- TR0.1% S10-K0.3- DU0.05- FR0.05- TR0.1% S10-K0.3- TR0.1% S10-K0.3- TR0.1% Vochtige bodem Windstil 14 c S15-DG0.2- S15-DG0.2- DG0.2-FR0.2- TR0.1% S15-DG0.2- S15-DG0.2- S15-DG0.2- C1.0- FR0.2- TR0.1% S35-DG0.2- S15-DG0.2- S15-DG0.2- S15-DG0.2- S15-DG0.2- Vochtige bodem Windstil 14 c 9.00 S20-DG0.2- S20-DG0.2- DG0.2-FR % S20-DG0.2- S20-DG0.2- S20-DG0.2- S35-DG0.2- S20-DG0.2- S20-DG0.2- S20-DG0.2- S20-DG0.2- Droge bodem Windstil 20 c FR 0.5 FR 0.5 FR 0.5 FR0,5 FR0,5 FR0,5 FR0,5 FR0,5 FR0,5 FR0,5 FR0,5 Droge bodem matige wind 11 c 8.00 K: Kerb (vloeibaar); S: Safari; L: Legurame, A: Asulox; Dg: Dual Gold; Fr: Frontier Elite; Tr: Trend; Tfl: Tramat flow; C: Proefmiddel Objecten 11* en 12** werden in vooropkomst bespoten met een proefmiddel aan een dosis van respectievelijk 3 en 6l/ha i.p.v. Bonalan

62 Waarnemingen en resultaten Onkruidtelling en remming cichorei Tabel 1 : Remming van het gewas en onkruidtoestand op nr Remming* Onkruiden 1 9 Weinig: melkdistel, kruiskruid en kamille 2 6,5 / 3 7,25 / 4 8,75 Zeer weinig: Melkdistel, kruiskruid 5 6,25 / 6 6,25 / 7 7 / 8 4,5 / 9 6,75 / 10 6,75 / 11 / 12 / * 9 = geen remming; 1 = zeer sterke remming Tabel 2 : Geeft het aantal onkruiden weer per are per object op object onkruiden/are akkerdistel bingelkruid dille herderstasje kamille kleefkruid 2 klein kruiskruid melde melganzevoet melkdistel nachtschade paardestaart hondspeterselie 3 2

63 Resultaten Tabel 3 : Geeft de opbrengst in kg/ha van de verschillende objecten weer. Object Kg/ha Objecten gesorteerd in volgorde van opbrengst Bespreking 2009 was gekenmerkt door een zeer groeizaam weer met algemeen weinig gewasremming door de onkruidbestrijding maar de volgende conclusies kunnen toch getrokken worden: -De onkruiden in de controleveldjes (object 1) werden op manueel verwijderd. -De standaard systemen (object 2 en 3) realiseren een zeer correct resultaat op alle vlakken -De Asulox kunnen we schrappen met hetzelfde goede resultaat (obj 2 vs obj 3). -De gevoeligheid van het gewas voor Safari is merkbaar (obj 4), maar we kunnen dit middel niet missen. -De proefmiddelen (obj 5, 6 en 7) zijn selectief, maar verder onderzoek op de doeltreffendheid is nodig en ze hebben onstabiele resultaten (zie par 4) -Een hoge dosis Safari geeft een berperkte opbrengstvermindering in de omstandigheden van 2009 (obj 8) -De micro-dosissen DG en FR in object 9 en 10 zijn nog in onderzoek, zijn duidelijk interessante pistes maar moeten nog verder opgevolgd worden. -Nieuwe producten in vooropkomst (obj 11 en 12) moeten verder onderzocht worden

64 Onkruidbestrijdingsproef Crisnée werking onkruid Proef in samenwerking met het Landbouwcentrum bieten-cichorei (L.C.B.C.) met de suikerindustrie ORAFTI (Ir. Erwin Boonen, Vincent Sevrin en Jos Piffet), de Vlaamse overheid Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (Ir. A. Demeyere) en landbouwer Peters (Crisnée). 5.1 Proefopzet Voor het ras Orchies worden 13 verschillende onkruidbestrijdings-schema s met elkaar vergeleken. De invloed van de vooruitzaai-, vooropkomst- en naopkomstmiddelen op onkruidbestrijding wordt nagegaan. Proef werd aangelegd in 4 herhalingen, uitgezonderd de objecten 12 en Perceelsgegevens a Voorvrucht: graan b Zaaidatum: c Zaaiafstand: 10 x 45 cm d Zaaimachine: Kleine 12 rijen e Ras: Orchies f Bemesting Organisch: Facelia Chemisch: 97 EN/ha g Onkruidbestrijding: Vooruitzaai: Bonalan 9 l/ha Vooropkomst en naopkomst: zie schema h Fungicide: Geyser 0,5 l/ha i Oogstdatum:

65 Proefprotocol onkruidbestrijding nr vooropkomst Kiemlob 1 e echt blad 1 e 2 e echte bladeren 2 e 4 e echte bladeren 5 e 6 e echte bladeren 8 e blad Datum Getuige Getuige Getuige Getuige Getuige Getuige 2 K1,25 A 1 S 5- K0.3- L0.5 3 K1,25 S 5- K0.3- L0.5 S10-K0.3- TR0.1% S10-K0.3- TR0.1% 4 K1,25 A 1 K0.3-L0.5 K0.3-TR0.1% 5 K1,25-A1 6 K1,25-A1 S5-K0.3- C0.5-L0.5 S5-K0.3- C1-L0.5 7 K1,25-A1 S5-K0.3-L0.5 8 K1,25-A1 S5-K0.3-L0.5 9 K1,25-A1 S5-K0.3- C0,25-L K1,25-A1 S 5- K0.3- L K1,25-A1 12* K1,25-A1 S 5- K0.3- L0.5 13** K1,25-A1 S 5- K0.3- L0.5 Opm Droge bodem windstil 11 c Vochtige bodem Lichte wind 16 c S10-K0.3-C0.5- TR0.1% S10-K0.3-C1.0- TR0.1% S10-K0.3-C1.0- TR0.1% S15-K0.3- TR0.1% S10-K0.3-C0.25- TR0.1% S10-K0.3- DU0.05-FR0.05- TR0.1% S10-K0.3- DU0.05-FR0.05- TR0.1% S10-K0.3- TR0.1% S10-K0.3- TR0.1% Vochtige bodem Windstil 12 c 8.00 S15-DG0.2- S15-DG0.2- DG0.2-FR0.2- TR0.1% S15-DG0.2- S15-DG0.2- S15-DG0.2- C1.0- FR0.2- TR0.1% S35-DG0.2- S15-DG0.2- S15-DG0.2- S15-DG0.2- S15-DG0.2- S15-DG0.2- Vochtige bodem Windstil 14 c 8.00 S20-DG0.2- S20-DG0.2- DG0.2-FR % S20-DG0.2- S20-DG0.2- S20-DG0.2- C35-DG0.2- S20-DG0.2- S20-DG0.2- S20-DG0.2- S20-DG0.2- S20-DG0.2- Droge bodem Windstil 24 c FR 0.5 FR 0.5 FR 0.5 FR0,5 FR0,5 FR0,5 FR0,5 FR0,5 FR0,5 FR0,5 FR0,5 FR0,5 Droge bodem matige wind 11 c 9.00 K: Kerb (vloeibaar); S: Safari; L: Legurame, A: Asulox; Dg: Dual Gold; Fr: Frontier Elite; Tr: Trend; Tfl: Tramat flow; C: Proefmiddel Objecten 12* en 13** werden in vooropkomst bespoten met een proefmiddel aan een dosis van respectievelijk 3 en 6l/ha i.p.v. Bonalan

66 Waarnemingen en resultaten Onkruidtellingen Tabel 1: Remming van het gewas en onkruidtoestand op nr Remming* Onkruiden 1 9 Veel: melkdistel, herik, akkerviooltje, herdertasje, melganzevoet, knopkruid, kamille, spurrie, kroontjeskruid 2 7 / 3 7 / 4 8,75 Vrij veel: melkdistel, herdertasje, kamille, akkerviooltje 5 6,25 / 6 5,75 / 7 6,25 / / 9 7 / 10 7,5 / 11 7,25 / Remming: geeft remming op cichorei plant weer (9 = geen remming; 1 = volledig geremd) Tabel 2 : Geeft het aantal onkruiden weer per are per object op object onkruiden/are akkerdistel bingelkruid dille herderstasje kamille kleefkruid klein kruiskruid 1 1 melde melganzevoet melkdistel nachtschade paardestaart 1 hondspeterselie 1

67 Opbrengstresultaten Tabel 3 : Geeft de opbrengst in kg/ha van de verschillende objecten weer. Object Kg/ha Objecten gesorteerd in volgorde van opbrengst Bespreking Ondanks de totaal verschillende perceelsomstandigheden kunnen dezelfde conclusies als voor bovenstaande proef in punt 4 aangehouden worden: -De onkruiden in de controleveldjes (object 1) werden op manueel verwijderd. -De standaard systemen (object 2 en 3) realiseren een zeer correct resultaat op alle vlakken -De Asulox kunnen we schrappen met hetzelfde goede resultaat (obj 2 vs obj 3). -De gevoeligheid van het gewas voor Safari is merkbaar (obj 4), maar we kunnen dit middel niet missen. -De proefmiddelen (obj 5, 6, 7 en 9) zijn selectief, maar verder onderzoek op de doeltreffendheid is nodig en ze hebben onstabiele resultaten (zie par 3) -Een hoge dosis Safari geeft een beperkte opbrengstvermindering in de omstandigheden van 2009 (obj 8) -De micro-dosissen DG en FR in object 10 en 11 zijn nog in onderzoek, zijn duidelijk interessante pistes maar moeten nog verder opgevolgd worden. -Nieuwe producten in vooropkomst (obj 12 en 13) moeten verder onderzocht worden

68 Groeicurveproef Proef in samenwerking met de suikerindustrie ORAFTI (Ir. Erwin Boonen, Vincent Sevrin en Jos Piffet) en landbouwer Peters (Crisnée). 6.1 Proefopzet Voor het ras Orchies wordt het rendement op verschillende rooidata vergeleken. 6.2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: graan b Zaaidatum: c Zaaiafstand: 10 x 45 cm d Zaaimachine: Kleine 12 rijen e Ras: Orchies f Bemesting Organisch: Facelia Chemisch: 97 EN/ha g Onkruidbestrijding: Vooruitzaai: Bonalan 9 l/ha Vooropkomst: Kerb 1,25 l/ha + Legurame 2 l/ha Naopkomst: (S=Safari; K=Kerb; L=Legurame; DU=Dual Gold) 1 e S 10 g/ha + K 0,3 l/ha + L 0,5 l/ha + 25 cc AZ e S 10 g/ha + L 0,5 l/ha + DU 0,1 l/ha e S 10 g/ha + L 0,5 l/ha + DU 0,1 l/ha e S 10 g/ha + L 0,5 l/ha + DU 0,1 l/ha e S 5 g/ha + Trend 0,1 l/ha + DU 0,2 l/ha Plaatselijke bestrijding van distels e DU 0,3 l/ha + Frontier Elite 0,1 l/ha h Schoffelen i Fungicide: Geyser 0,5 l/ha Waarnemingen Tabel 1: geeft de opbrengst in kg/ha van de verschillende data weer. Datum Kg/ha

69 Bespreking Gedurende 2009 werd een abnormaal lang groeiseizoen waargenomen met een groeivertraging door de droogte wat bevestigd wordt in de resultaten van deze proef. Het gaat hier wel over manuele rooiingen waarbij de rooiverliezen dus niet ingerekend worden, waardoor in de praktijk de stijging van de rendementen al vroeger afzwakt. Het nut van de fungicide behandeling komt zeer duidelijk naar voor in deze proef vermits er nog een groeipotentieel is tot vrij laat in het seizoen.

70 Fungicidenproef Proef in samenwerking met de suikerindustrie ORAFTI (Ir. Erwin Boonen, Vincent Sevrin en Jos Piffet) en landbouwer Malcorps te Momalle. 7.1 Proefopzet Er werd een fungicidenproef aangelegd waarbij 11 fungicidenschema s en 1 controle met elkaar vergeleken werden op ziektedruk en opbrengst. De proef werd aangelegd in vier herhalingen. 7.2 Perceelsgegevens j Voorvrucht:Tarwe k Zaaidatum: l Zaaiafstand: 9,6 x 45 cm m Ras: n Bemesting: Haspargit 1000kg/ha Facelia o Onkruidbestrijding: - vooruitzaai:bonalan 9 l/ha vooropkomst: Kerb 1,25 l/ha + Asulox 1,25 l/ha + Legurame 1,5 l/ha naopkomst: Safari 7 g/ha + Kerb 0,3 l/ha + AZ 25 cc/ha + Legurame 0,5 l/ha Safari 10 g/ha + Kerb 0,3 l/ha + AZ 25 cc/ha + Legurame 0,5 l/ha Safari 15 g/ha + Frontier Elite 0,2 l/ha + Trend 0,2 l/ha Safari 20 gr/ha + Frontier Elite 0,3 l/ha + Trend 0,2 l/ha AZ 80 cc/ha p Fungicide : zie proefprotocol q Oogstdatum:

71 Proefprotocol Tabel 1 : Geeft de uitgevoerde fungicidenbehandelingen weer. Object Fungicide 120 dagen na opkomst Verschijnen van eerste symptomen dagen na eerste behandeling Kostprijs per hectare 1 Controle 0 2 Geyser 0, Geyser 0, Geyser 0, Ortiva Top Ortiva Top Geyser T1/ Difcor T2 0,5 0, Difcor 0, Tapier 0, Eminent 0, Eminent T1/Geyser T2 0,8 0, Nativo + Trend 0,4 + 0,1% 0,4 + 0,1% OPM : De kostprijs per object bestaat uit de kostprijs van de middelen + 20 euro per behandeling voor de kost van machine en uurloon. 7.3 Opbrengstgegevens Tabel2 : geeft de opbrengst in kg/ha van de verschillende objecten weer. Object Kg/ha Objecten gesorteerd in volgorde van opbrengst

72 Bespreking Door de droogte tijdens de maanden augustus en september was er soms wel wat ontwikkeling van witziekte maar weinig alternaria of roest. Dit heeft de proefresultaten wel enigszins beïnvloed. Ortiva Top scoort in deze proef het beste maar is ook een zeer duur middel en tijdens andere, normalere jaren is het verschil met andere middelen weinig tot niet uitgesproken. Verder zien we dit jaar geen verschil tussen Geyser en zijn homologen zoals Difcor en Tapier waardoor een keuze gemaakt kan worden tussen de verschillende handelsproducten. Een dubbele fungicide behandeling is economisch ook dit jaar weer niet verantwoord waarmee de voorgaande resultaten worden bevestigd.

73 Erosieproef cichorei Er worden verschillende grondbewerkingen voor de uitzaai vergeleken: Kerend en beperkte grondbewerking. Er gebeurt een vergelijking tussen de technieken qua opkomst, groei, erosie, onkruiddruk, ziekteaantasting, rooibaarheid en opbrengst. 8.1 Perceelsgegevens r Voorvrucht: Wintergerst s Zaaidatum : t Zaaiafstand: 8,8 cm x 45 cm u Ras: Melci v Onkruidbestrijding: Voor de zaai:niet kerend: Glyfosaat: 6 l/ha (pemen) Bonalan: 9 l/ha Vooropkomst: Kerb 1.25 l/ha + Asulox 1 l/ha + Legurame 1 l/ha Naopkomst: (S = safari, Tr = Trend, DG = Dual Gold, L= Legurame, Fr= frontier elite) 1 e S 10 g/ha + Kerb 0.3 l/ha + L 0.5 l/ha + AZ 25 cc/ha e S 10 g/ha + DG 0.1 l/ha + Kerb 0.3 l/ha + Tr 0.1 % e S 10 g/ha + DG 0.2 l/ha +Tr 0.1 % +Treto l/ha +Kerb 0.3 l/ha + L 0.5l/ha e S 10 g/ha + DG 0.2 l/ha + Trend 0.1 % + Treto l/ha + Kerb 0.3 l/ha Kerb 0.3 l/ha + L 0.5 l/ha + Fusilade max 0.5 l/ha e S 10 l/ha + Trend 0.1 l/ha + Fr 0.1 l/ha +Fusilade max 0.25 l/ha e S 10 g/ha +Trend 0.1 l/ha + DG 0.1 l/ha + Fr 0.1 l/ha e DG l/ha + Fr l/ha e DG 0.10 l/ha + Fr 0.10 l/ha + Aminoplant 0.5 l/ha w Bemesting: Organische bemesting: 14 ton varkensdrijfmest Groenbemester: Gele mosterd met een zeer sterke ontwikkeling Chemische: stikstof: - stikstofindex: 126 (normaal) - stikstofbehoefte: 40 EN/ha 39 EN/ha x Ontledingsuitslag van de bouwlaag: Bepaling Uitslag ontleding Streefzone Beoordeling Grondsoort 48 Leem ph-kcl 7,8 7,0 7,5 Tamelijk hoog C in % (humus) 1,3 1,8 2,8 Laag Fosfor (P) Tamelijk hoog Kalium (potas) (K) Normaal Magnesium (Mg) Zeer hoog Calcium (Ca) Zeer hoog Natrium (Na) 3,1 3,1 6,2 Tamelijk laag Boor (B) 0,39 0,77 1,14 Laag y Oogstdatum

74 Aangelegde objecten De gele mosterd werd verhakseld op nr Objecten Bodembewerkingen 1 Ploegen 2 3 Beperkte diepe grondbewerking Beperkte ondiepe grondbewerking Ploegen Afslepen Opentrekken veereg x compactor Diepe grondbewerking* Opentrekken veereg x compactor Opentrekken veereg x compactor * Op werd er een diepe grondbewerking uitgevoerd, 27 cm diep met 4 smalle beitels per 3 meter met het oog op een betere verwering door vorst en luchtigere structuur 8.3 Waarnemingen Opkomsttelling en percentage bodembedekking Tabel 1: De tellingen gebeurden in 4 herhalingen op nr Objecten % Opkomst % Bodembedekking* 1 Ploegen 71,3 % 0 5 % 2 3 Beperkte grondbewerking diep Beperkte grondbewerking ondiep 71,7% 10 % 66,9 % % * % van de bodem dat bedekt wordt door resten van de groenbemester Onkruidtellingen Tabel 2: geeft het aantal onkruiden per object en per 100 m² weer die overbleven na het toepassen van het onkruidbestrijdingsschema vermeld bij de perceelgegevens. De onkruid telling werd uitgevoerd op Ploegen Beperkte diepe Grondbewerking* Beperkte ondiepe grondbewerking* Bingelkruid 1 2 Melganzevoet Melkdistel 2 Herderstasje 4 *In de objecten niet-kerende grondbewerking was er zeer veel opslag van wintergerst

75 8.3.3 Meting bodemverdichting Een kritische penetratieweerstand waarbij wortels niet in staat zijn door een bodemlaag te dringen is niet eenduidig gedefinieerd in de literatuur. Ide et al (1982) spreken reeds van compactie bij landbouwgewassen vanaf 2,5 MPa en duidelijke groeiremmingen vanaf 3 MPa.

76 Waterinfiltratiemetingen 8.4 Opbrengstresultaten Tabel 3: geeft de kilo-opbrengst per hectare weer van de rooi, uitgevoerd op De vermelde de opbrengsten zijn exclusief de premie voor vroege rooi. Object Kg opbrengst/ha Ploegen Beperkte grondbewerking diep Beperkte grondbewerking ondiep Bespreking De voorvrucht van dit perceel is wintergerst, waarvan het stro gehakseld werd. Na de oogst werd er drijfmest (14 ton varkensdrijfmest) geïnjecteerd, waarna gele mosterd als groenbemester werd gezaaid. Deze groenbemester had zich zeer sterk ontwikkeld en werd verhakseld op 18 december. Op 26 december werd er geploegd en op 28 januari werd er een diepe grondbewerking uitgevoerd (in één object niet-kerende grondbewerking) met het oog op een betere verwering door vorst en het creëren van een luchtigere bodem. Het geploegde object werd op 30 maart afgesleept om een sterke uitdroging te vermijden. Op 2 april werd 9l/ha Bonalan ondergewerkt met een candese veereg gevolgd door de zaaibedbereiding met een Lemken Compactor en vervolgens werd er gezaaid. Het zaaibed bij een ondiepe niet-kerende bewerking was (ondanks de extra passages met de Compactor) het minst goed. Het betrof hier vele kluitjes die een goede zaai bemoeilijkte. Bij een diepe nietkerende grondbewerking liet de bodem zich beter bewerken als gevolg van een betere verwering door

DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4

DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4 - 1 - Voorwoord Nu de nachten lang zijn en de dagen kort, is het tijd om het voorbije bieten- en cichoreiseizoen nog eens de revue te laten passeren en te bespreken. Hoe was de start van het seizoen? Verliepen

Nadere informatie

- 1 - Voorwoord. De inkt van mijn vorig voorwoordje voor de resultatenbrochure 2006 is amper opgedroogd, of weer is er een seizoen voorbij.

- 1 - Voorwoord. De inkt van mijn vorig voorwoordje voor de resultatenbrochure 2006 is amper opgedroogd, of weer is er een seizoen voorbij. - 1 - Voorwoord De inkt van mijn vorig voorwoordje voor de resultatenbrochure 2006 is amper opgedroogd, of weer is er een seizoen voorbij. Een seizoen dat zich met een onvergetelijke droge en hete aprilmaand

Nadere informatie

Specifieke rassen: t Rhizomanie-rhizoctoniatolerant ras: Isabella kws t Rhizomanie-nematodenresistent ras: Bering. Foto: kbivb

Specifieke rassen: t Rhizomanie-rhizoctoniatolerant ras: Isabella kws t Rhizomanie-nematodenresistent ras: Bering. Foto: kbivb Proefvelden kennen geen randverliezen. Er blijven geen bieten op het veld en het ontkoppen gebeurt pas bij het verwerken. Zo zijn er ook geen verliezen door te diep ontkoppen. Goede resultaten ondanks

Nadere informatie

Hilleshög suikerbieten

Hilleshög suikerbieten De Bietplanter M A A N D B L A D VA N D E C O N F E D E R AT I E VA N D E B E L G I S C H E B I E T E N P L A N T E R S vzw CBB Anspachlaan 111 Bus 10 0 Brussel T. 02 513 68 98 F. 02 512 19 88 P 806265

Nadere informatie

DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4

DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4 - 1 - Voorwoord Nu de nachten lang zijn en de dagen kort, is het tijd om het voorbije bieten- en cichoreiseizoen nog eens de revue te laten passeren en te bespreken. Hoe was de start van het seizoen? Verliepen

Nadere informatie

Inhoud. DEEL 2: AARDAPPELEN 24 1 RASSENPROEF Proefopzet Perceelsgegevens...24

Inhoud. DEEL 2: AARDAPPELEN 24 1 RASSENPROEF Proefopzet Perceelsgegevens...24 - 1 - Inhoud INHOUD...1 DEEL 1: SUIKERBIETEN 4 1 RASSENPROEF SUIKERBIETEN...4 1.1 Proefopzet...4 1.2 Perceelsgegevens...4 1.3 Waarnemingen...7 2 WAARNEMINGSVELDEN EN SITUATIE VAN DE BIETEN...8 2.1 Inleiding...8

Nadere informatie

De suikerbiet en haar teelttechniek

De suikerbiet en haar teelttechniek KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT TOT VERBETERING VAN DE BIET VZW Molenstraat 45, B-33 Tienen - info@kbivb.be - www.irbab-kbivb.be 5 De suikerbiet en haar teelttechniek PVBC - PROGRAMMA VOORLICHTING BIET CICHOREI,

Nadere informatie

BELANG VAN EEN RASSENKEUZE GEBASEERD OP RESISTENTIES/TOLERANTIES EN CONFORM MET IPM, VOOR EEN OPTIMALE OPBRENGST

BELANG VAN EEN RASSENKEUZE GEBASEERD OP RESISTENTIES/TOLERANTIES EN CONFORM MET IPM, VOOR EEN OPTIMALE OPBRENGST BELANG VAN EEN RASSENKEUZE GEBASEERD OP RESISTENTIES/TOLERANTIES EN CONFORM MET IPM, VOOR EEN OPTIMALE OPBRENGST 2017 Technische dagen KBIVB 2017 : de hele biet in onze proeven 2 Aanpassing van de receptie

Nadere informatie

De suikerbiet en haar teelttechniek

De suikerbiet en haar teelttechniek KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT TOT VERBETERING VAN DE BIET VZW Molenstraat 45, B-3300 Tienen - info@kbivb.be - www.irbab-kbivb.be ACTUALITEIT 5 De suikerbiet en haar teelttechniek PVBC - PROGRAMMA VOORLICHTING

Nadere informatie

De nematodenbesmetting kennen : een prioriteit om zijn rassen te kiezen

De nematodenbesmetting kennen : een prioriteit om zijn rassen te kiezen KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT TOT VERBETERING VAN DE BIET VZW Molenstraat 45, B-3300 Tienen F. +32 16 820468 info@kbivb.be www.irbab-kbivb.be De suikerbiet en haar teelttechniek P V B C P R O G R A M M

Nadere informatie

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen

Nadere informatie

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) - 1 - BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit ) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen van 2009 zijn

Nadere informatie

BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF

BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF Juni 2016 Barbara Manderyck & Françoise Vancutsem - KBIVB IPM= 3 basisprincipes 2 PREVENTIE of schade vermijden MONITORING = WAARNEMINGEN INTERVENTIE= BESTRIJDING

Nadere informatie

DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4

DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4 - 1 - Voorwoord Nu de nachten lang zijn en de dagen kort, is het tijd om het voorbije bieten- en cichoreiseizoen nog eens de revue te laten passeren en te bespreken. Hoe was de start van het seizoen? Verliepen

Nadere informatie

IN DIT NUMMER. p. 2: Actualiteit. p. 4: Verbond Suikerbietplanters Tiense. p. 6: De nieuwe receptie in Tienen. p. 8-12: Rassenresultaten 2010 KBIVB

IN DIT NUMMER. p. 2: Actualiteit. p. 4: Verbond Suikerbietplanters Tiense. p. 6: De nieuwe receptie in Tienen. p. 8-12: Rassenresultaten 2010 KBIVB De Bietplanter M A A N D B L A D VA N D E C O N F E D E R AT I E VA N D E B E L G I S C H E B I E T E N P L A N T E R S vzw CBB Anspachlaan 111 Bus 10 1000 Brussel T. 02 513 68 98 F. 02 512 19 88 P 806265

Nadere informatie

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij

Nadere informatie

SEEDING THE FUTURE SINCE 1856 LEONELLA KWS

SEEDING THE FUTURE SINCE 1856 LEONELLA KWS KWS suikerbieten Rassengids 18 SEEDING THE FUTURE SINCE 1856 LEONELLA KWS Inhoud Beste bietenplanter, KWS Benelux B. V. 22A avenue des Alliés B-754 Kain Tél : +32 () 476 617 333 Fax : +32 () 24 3 725 E-mail

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN HET ONDERZOEK EN DE VOORLICHTING IN 2007

SAMENVATTING VAN HET ONDERZOEK EN DE VOORLICHTING IN 2007 KBIVB - Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet PVBC - Programma Voorlichting Biet Cichorei met de steun van de Vlaamse overheid ADLO - Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling - Voorlichting

Nadere informatie

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij

Nadere informatie

Rassenkeuze wat zijn de afwegingen

Rassenkeuze wat zijn de afwegingen IRS Van Konijnenburgweg 24 4611 HL Bergen op Zoom The Netherlands Noud van Swaaij email: vanswaaij@irs.nl http://www.irs.nl perceel met kans op: rhizoctonia witte bietencysteaaltjes: 300 eieren en larven

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

Nieuwe rassen van suikerbiet op de nationale rassenlijst

Nieuwe rassen van suikerbiet op de nationale rassenlijst PERSMEDEDELING Dinsdag 16 januari 2018 DEPARTEMENT LANDBOUW EN VISSERIJ Nieuwe rassen van suikerbiet op de nationale rassenlijst Op basis van de resultaten van de proeven, aangelegd in 2016 en 2017, werden

Nadere informatie

Suikerbieten. magazine

Suikerbieten. magazine Suikerbieten magazine 1 Inhoud Suikerbietenmagazine De suikerbiet 4 Cruciaal in onze voedselketen Beste landbouwer, Overzicht van de Syngenta rassen 6 Rhizomanie tolerante rassen Tyler 6 Escault 6 Rhizomanie

Nadere informatie

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/ STAMSLABOON 2014 Proef N-bemesting stamslaboon 1. Doel Nagaan of de huidige N-bemestingsadviezen van het labo van Inagro voor de teelt van stamslaboon optimaal zijn om een hoge opbrengst te combineren

Nadere informatie

SUIKERBIETEN. Wereld productie suiker? Wereldproductie van suiker. Productie: ton 20% uit Riet 80% uit Suikerbieten

SUIKERBIETEN. Wereld productie suiker? Wereldproductie van suiker. Productie: ton 20% uit Riet 80% uit Suikerbieten SUIKERBIETEN Wereld productie suiker? Wereldproductie van suiker Productie: 180.000.000 ton 20% uit Riet 80% uit Suikerbieten 1 Waar komt de suiker vandaan? Arealen Europa Waar komt de suiker vandaan?

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

Proefresultaten suikerbieten en cichorei. Vzw PIBO campus Tongeren Morgan Carlens

Proefresultaten suikerbieten en cichorei. Vzw PIBO campus Tongeren Morgan Carlens Proefresultaten suikerbieten en cichorei Vzw PIBO campus Tongeren Morgan Carlens Cichoreiproeven vzw PIBO campus 2018 Chemische onkruidbestrijding 10 objecten en 1 controle Bemestingsvensters Nulbemesting

Nadere informatie

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (P.C.B.T.) v.z.w. Ieperseweg 87 8800 RUMBEKE Tel. : 051/26 14 00, Fax. : 051/24 00 20 Verslag BT03ZTA_RAS01 Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe

Nadere informatie

Overvloedige neerslag tijdens het groeiseisoen

Overvloedige neerslag tijdens het groeiseisoen Overvloedige neerslag tijdens groeiseizoen - Bemesting en verslemping - Wortelrot Peter Wilting en Bram Hanse SID Heerenveen en Tilburg, 7/8 december 2016 Overvloedige neerslag tijdens het groeiseisoen

Nadere informatie

DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4

DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4 - 1 - Voorwoord Nu de nachten lang zijn en de dagen kort, is het tijd om het voorbije bieten- en cichoreiseizoen nog eens de revue te laten passeren en te bespreken. Hoe was de start van het seizoen? Verliepen

Nadere informatie

Rassenproef wintergerst Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus

Rassenproef wintergerst Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus Rassenproef wintergerst 2017-2018 Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus Overzicht teeltseizoen Wintergerst was heel de winter geel van kleur. Bevroren ondergrond niet bemesten gevaar

Nadere informatie

- 1 - Inhoud INHOUD...1 DEEL 1: SUIKERBIETEN 3 1 RASSENPROEF SUIKERBIETEN...3

- 1 - Inhoud INHOUD...1 DEEL 1: SUIKERBIETEN 3 1 RASSENPROEF SUIKERBIETEN...3 - 1 - Inhoud INHOUD...1 DEEL 1: SUIKERBIETEN 3 1 RASSENPROEF SUIKERBIETEN...3 1.1 Proefopzet... 3 1.2 Perceelsgegevens... 3 1.3 Lijst rassen... 5 1.4 Waarnemingen... 6 2 ONKRUIDBESTRIJDING SUIKERBIETEN...7

Nadere informatie

Rassenkeuze Noud van Swaaij, Elma Raaijmakers, Hans Schneider. Rassenlijstcijfer: gemiddelde van onderzoek

Rassenkeuze Noud van Swaaij, Elma Raaijmakers, Hans Schneider. Rassenlijstcijfer: gemiddelde van onderzoek SUIKERBIETENINFORATIEDAGEN IRS Postbus 3 400 AA Bergen op Zoom www.irs.nl / vanswaaij@irs.nl Rassenkeuze 009 Noud van Swaaij, Elma Raaijmakers, Hans Schneider Rassenkeuze 009 Rassenkeuze en rhizomanieresistente

Nadere informatie

Bietplanter. Jaareinde BALOO* BERESTERK TEGEN NEMATODEN! NEW IN DIT NUMMER

Bietplanter. Jaareinde BALOO* BERESTERK TEGEN NEMATODEN! NEW IN DIT NUMMER De Bietplanter M A A N D B L A D VA N D E C O N F E D E R AT I E VA N D E B E L G I S C H E B I E T E N P L A N T E R S vzw CBB Anspachlaan 111 Bus 10 1000 Brussel T. 02 513 68 98 F. 02 512 19 88 P 806265

Nadere informatie

BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF

BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF Juni 2016 Barbara Manderyck & Françoise Vancutsem - KBIVB IPM= 3 basisprincipes 2 PREVENTIE of schade vermijden MONITORING = WAARNEMINGEN INTERVENTIE= BESTRIJDING

Nadere informatie

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? Ronald Euben Wat vraagt de biet? 2 Bij de zaai Enkele (kleine) kluiten bovenaan (dichtslaan, erosie) Verkruimelde, aangedrukte laag (contact zaad bodem) Vaste,

Nadere informatie

Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval

Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval Karel Van Den Berge, Lieven Delanote (Inagro) Gunther Leyssens (PIBO) Triticale is met ongeveer 200 ha het belangrijkste graangewas in de Vlaamse biologische

Nadere informatie

Onderzoek biologische onkruidbestrijding in. suikerbieten R02

Onderzoek biologische onkruidbestrijding in. suikerbieten R02 Onderzoek biologische onkruidbestrijding in suikerbieten 2005 06R02 Onderzoek biologische onkruidbestrijding in suikerbieten 2005 P. Wilting Stichting IRS Postbus 32 4600 AA Bergen op Zoom Telefoon: 0164-27

Nadere informatie

Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien.

Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien. Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien. In opdracht van: Agro-vital/Agriton Molenstraat 10-1, 8391 AJ Noordwolde Fr, The Netherlands Uitgebracht door: N.G. Boot

Nadere informatie

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN VOEDERBIET

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN VOEDERBIET TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN CRITERIA VOOR HET ONDERZOEK VAN DE RASSEN MET HET OOG OP HUN TOELATING TOT DE CATALOGUS VOEDERBIET

Nadere informatie

Rassenproef biologische triticale : Droogte staat goede opbrengst niet in de weg

Rassenproef biologische triticale : Droogte staat goede opbrengst niet in de weg Rassenproef biologische triticale 2014-2015: Droogte staat goede opbrengst niet in de weg Karel Dewaele, Lieven Delanote, Inagro Gunther Leyssens, PIBO Triticale is met ongeveer 250 ha het belangrijkste

Nadere informatie

Rassenbulletin suikerbieten 2011 Aangepaste uitgave augustus 2012

Rassenbulletin suikerbieten 2011 Aangepaste uitgave augustus 2012 Rassenbulletin suikerbieten 2011 Aangepaste uitgave augustus 2012 Dit rassenbulletin geeft de gemiddelde resultaten weer van het cultuur- en gebruikswaarde- onderzoek (CGO) van suikerbieten. Dit onderzoek

Nadere informatie

/08 19,6 7,8 8,3 35,7

/08 19,6 7,8 8,3 35,7 Spinazie 1 Voorjaar vroeg 1.1 Doel Vergelijken van diverse rassen spinazie voor industriële verwerking voor wat betreft plant- en gewaskenmerken, ziektegevoeligheid, groeisnelheid, schot alsook oogst-

Nadere informatie

NIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN

NIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN NIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN Vandergeten J.P. & Vanstallen M. Prov. Vlaams-Brabant - Tollembeek 2 NKG & Erosiebestrijding wordt vanaf het eerste jaar waargenomen dubbel effect: - op niveau

Nadere informatie

Verbetering rendement suikerbietenteelt

Verbetering rendement suikerbietenteelt IRS Postbus 3 600 AA Bergen op Zoom www.irs.nl / hanse@irs.nl Op naar 3 x Verbetering rendement suikerbietenteelt Bram Hanse jaar suiker kostprijs 0 ton/ha /ton biet Ligging van deelnemende bedrijfsparen

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17 landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef

Nadere informatie

HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN

HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN OPBRENGST EN KWALITEIT VAN RAAIGRAS BIJ VERMINDERDE BEMESTING Greet Verlinden, Thomas Coussens en Geert Haesaert Hogeschool Gent, Departement Biowetenschappen

Nadere informatie

BODEMGEBONDEN SCHIMMELZIEKTEN Beheersen van Rhizoctonia solani met resistente rassen, fungiciden, vanggewassen en antagonisten

BODEMGEBONDEN SCHIMMELZIEKTEN Beheersen van Rhizoctonia solani met resistente rassen, fungiciden, vanggewassen en antagonisten Project No. 12-04 BODEMGEBONDEN SCHIMMELZIEKTEN Beheersen van Rhizoctonia solani met resistente rassen, fungiciden, vanggewassen en antagonisten Projectleider: J.H.M. Schneider 1. Inleiding De bodemschimmel

Nadere informatie

LG-BROCHURE voor voederbieten

LG-BROCHURE voor voederbieten LG-BROCHURE voor voederbieten 2017 Voederbieten, enkel voordelen: 120-130 ton opbrengst per ha 18-20 ton drogestofopbrengst per ha 1100 VEM per kg drogestof 2 VOEDERBIETEN Inleiding Voederbieten: de smakelijkste

Nadere informatie

DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4

DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4 - 1 - Voorwoord Nu de nachten lang zijn en de dagen kort, is het tijd om het voorbije bieten- en cichoreiseizoen nog eens de revue te laten passeren en te bespreken. Hoe was de start van het seizoen? Verliepen

Nadere informatie

maandblad van de confederatie van de belgische bietenplanters vzw CBB Anspachlaan 111 Bus Brussel T F P

maandblad van de confederatie van de belgische bietenplanters vzw CBB Anspachlaan 111 Bus Brussel T F P De Bietplanter maandblad van de confederatie van de belgische bietenplanters vzw CBB Anspachlaan 111 Bus 10 0 Brussel T. 02 513 68 98 F. 02 512 19 88 P 806265 De allerbeste wensen voor 2012! Hoofdartikel

Nadere informatie

KWS Suikerbieten Rassenoverzicht 2016 SEEDING THE FUTURE SINCE 1856

KWS Suikerbieten Rassenoverzicht 2016 SEEDING THE FUTURE SINCE 1856 KWS Suikerbieten Rassenoverzicht 2016 SEEDING THE FUTURE SINCE 1856 KWS Benelux B.V. Postbus 137 4870 AC Etten-Leur Tel: 076-50 333 05 E-mail: info.bieten@kws.com www.kwsbenelux.nl Beste bietenteler, Het

Nadere informatie

EFFECT VAN DE EVOLUTIE VAN HET KLIMAAT VAN DE LAATSTE JAREN OP ONZE SUIKERBIETENTEELT

EFFECT VAN DE EVOLUTIE VAN HET KLIMAAT VAN DE LAATSTE JAREN OP ONZE SUIKERBIETENTEELT EFFECT VAN DE EVOLUTIE VAN HET KLIMAAT VAN DE LAATSTE JAREN OP ONZE SUIKERBIETENTEELT 14 Januari 216 LEGRAND Guy & WAUTERS André KBIVB/IRBAB Evolutie Belgisch klimaat op bietenteelt 2 Effect van warmere

Nadere informatie

Teelthandleiding. 3.1 vroeg of laat zaaien

Teelthandleiding. 3.1 vroeg of laat zaaien Teelthandleiding 3.1 Vroeg of laat zaaien?... 1 2 3.1 Vroeg of laat zaaien? versie: maart 2018 Het IRS adviseert suikerbieten te zaaien zodra de grond bekwaam is, maar niet vóór 1 maart. Vroeg zaaien levert

Nadere informatie

VELDSLA ONDER GLAS 2015

VELDSLA ONDER GLAS 2015 VELDSLA ONDER GLAS 2015 Zaaidichtheid 4 e gamma (winter 2015-2016 ) TOAGLA15VSL_TT01 Onderzoek financieel gesteund door GMO. Doel Nagaan wat de invloed is van de zaaidichtheid op opbrengst en geel blad.

Nadere informatie

Actualiteiten Emeltenbestrijding Elma Raaijmakers

Actualiteiten Emeltenbestrijding Elma Raaijmakers Actualiteiten SID, 9/10 december 2014 Emeltenbestrijding Elma Raaijmakers 1 Emelten veroorzaken plantwegval Emeltenbestrijding bestaat uit meerdere stappen + Laat eieren en + Voorkom eileg larven uitdrogen

Nadere informatie

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt?

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? J. Bonnast (BDB), W. Odeurs (BDB) Samenvatting Het optimaliseren van de teelttechniek is een uitdaging voor iedere

Nadere informatie

- 2 - VOORWOORD... 1 DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4

- 2 - VOORWOORD... 1 DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4 - 1 - Voorwoord In de winterperiode blikken we naar goede gewoonte terug op het voorbije bieten- en cichoreiseizoen. Deze brochure biedt u een overzicht van de omstandigheden van de uitzaai en het verloop

Nadere informatie

Het gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen

Het gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen 8.4 Het gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen - 2011 W. Odeurs en J. Bries (BDB) Samenvatting Bodemkundige Dienst van België heeft in 2011 twee proefvelden aangelegd om het gebruik van

Nadere informatie

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven V. De Blauwer (Inagro), W. Odeurs (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Het is moeilijk voor een teler om het nitraatresidu na de teelt

Nadere informatie

Randvoorwaarden Erosie. Martien Swerts Dienst land en Bodembescherming Departement LNE

Randvoorwaarden Erosie. Martien Swerts Dienst land en Bodembescherming Departement LNE Randvoorwaarden Erosie Dienst land en Bodembescherming Departement LNE Context Erosie 100,000 ha 2,000,000 ton bodem/jaar 400,000 ton slib/jaar naar waterlopen na 10 jaar erosiebeleid : beleidsindicator

Nadere informatie

Brochure Suikerbietenzaad 2018

Brochure Suikerbietenzaad 2018 Brochure Suikerbietenzaad 2018 Uitgegeven door Suiker Unie Samengesteld door het IRS Deze brochure geeft de gemiddelde resultaten weer van het cultuur- en gebruikswaarde-onderzoek (CGO) van suikerbieten

Nadere informatie

Programma. Meer rendement door opbrengstverhoging. GBM-update

Programma. Meer rendement door opbrengstverhoging. GBM-update Meer rendement door opbrengstverhoging Marco Bom Wieringerwerf, 27 januari 2015 Programma Meer rendement door opbrengstverhoging GBM-update grote variatie Opbrengsten in de praktijk 2013 inuline wortel

Nadere informatie

VELDSLA ONDER GLAS Rassenonderzoek

VELDSLA ONDER GLAS Rassenonderzoek VELDSLA ONDER GLAS 216 - senonderzoek Winterteelt 216-217 4 e gamma TOAGLA16VSL_RA3 Onderzoek financieel gesteund door de Vlaamse overheid, Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

Nadere informatie

Zwaartevan degronden stikstofbehoefte van suikerbieten

Zwaartevan degronden stikstofbehoefte van suikerbieten ^v^tffâv^^^ IR ',-A- GROOTENHUIS Zwaartevan degronden stikstofbehoefte van suikerbieten ^ it. c/ 3 r ' * * ' ^ " / ; ^3 %* 3 Uit onderzoekingen, verricht door Den Bakker en Ferrari in 1958 en 1959, bleek

Nadere informatie

Groeicurve Bintje en Fontane 2014

Groeicurve Bintje en Fontane 2014 Groeicurve en 2014 V. De Blauwer (Inagro), D. Florins (FIWAP), H. Rasmont (CARAH) Samenvatting Net zoals de vorige jaren werd tijdens het groeiseizoen van 2014 de groei van opgevolgd op 29 praktijkpercelen.

Nadere informatie

Onderzoek naar effect van zaad primen en vroeg zaaien op opbrengst cichorei; verslag 2006 en eindverslag. Ir. L. van den Brink

Onderzoek naar effect van zaad primen en vroeg zaaien op opbrengst cichorei; verslag 2006 en eindverslag. Ir. L. van den Brink Onderzoek naar effect van zaad primen en vroeg zaaien op opbrengst cichorei; verslag 2006 en eindverslag Ir. L. van den Brink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business-unit Akkerbouw, Groene Ruimte

Nadere informatie

Teelthandleiding. 8.1 kwaliteit

Teelthandleiding. 8.1 kwaliteit Teelthandleiding 8.1 kwaliteit 8.1 Kwaliteit... 1 2 8.1 Kwaliteit Versie: mei 2014 8.1.1 Inleiding Met de kwaliteit van suikerbieten wordt het totaal aan eigenschappen wat van belang is bij rooien, opslag,

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie

Eindverslag BodemBreed Teeltjaar 2009 2010. vzw PIBO - Campus

Eindverslag BodemBreed Teeltjaar 2009 2010. vzw PIBO - Campus Eindverslag BodemBreed Teeltjaar 2009 2010 vzw PIBO - Campus 1. Cichorei...5 1.1 Perceelsgegevens...5 1.2 Aangelegde objecten...6 1.3 Waarnemingen...8 1.3.1 Opkomsttelling en percentage bodembedekking...8

Nadere informatie

STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN

STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN Gert Van de Ven (Hooibeekhoeve/LCV) Koen Vrancken (PIBO Campus vzw) Jill Dillen (BDB) Mathias Abts (Departement Landbouw en Visserij) In het buitenland wordt

Nadere informatie

Hilleshög suikerbieten

Hilleshög suikerbieten De Bietplanter M A A N D B L A D VA N D E C O N F E D E R AT I E VA N D E B E L G I S C H E B I E T E N P L A N T E R S vzw CBB Anspachlaan 111 Bus 10 1000 Brussel T. 02 513 68 98 F. 02 512 19 88 P 806265

Nadere informatie

Maïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken

Maïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken Maïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken Auteurs Wendy Odeurs en Jan Bries Joos Latré Dieter Cauffman en Koen Vrancken Jef Verheyen Gert Van de Ven 14/03/2014 www.lcvvzw.be 2 / 13 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Geïntegreerde gewasbescherming (IPM)

Geïntegreerde gewasbescherming (IPM) 1 Geïntegreerde gewasbescherming (IPM) Update i.v.m. het verbod op neonicotinoïden De plaaginsecten De rol van de waarnemingsdienst 23/01/2019 Zaaizaadbehandelingen met NNI: waarom is (was) dit een goede

Nadere informatie

VOEDERBIETEN OPNIEUW IN BEELD TEELTTECHNISCHE TIPS EN KNELPUNTEN

VOEDERBIETEN OPNIEUW IN BEELD TEELTTECHNISCHE TIPS EN KNELPUNTEN VOEDERBIETEN OPNIEUW IN BEELD TEELTTECHNISCHE TIPS EN KNELPUNTEN Alex De Vliegher Vlaamse overheid, Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) Eenheid Plant: Teelt en Omgeving Sam De Campeneere

Nadere informatie

De biologische biet. Ontwikkelingsmogelijkheden. Technische dagen KBIVB 2019 Antoons K., Vandergeten JP.

De biologische biet. Ontwikkelingsmogelijkheden. Technische dagen KBIVB 2019 Antoons K., Vandergeten JP. De biologische biet. Ontwikkelingsmogelijkheden Technische dagen KBIVB 2019 Antoons K., Vandergeten JP. 2 Bio bieten : een nieuwe teelt? Vruchtwisseling Rassenkeuze Zaai Bemesting Bestrijding tegen plaaginsecten

Nadere informatie

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot 22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot Inleiding In de tarweteelt is de grondbewerking een belangrijke kostenpost. Vooral bij monocultuur wintertarwe komt

Nadere informatie

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 29 nateelt groenbemesters Nederlands Limburg Onderdeel: Werkgroep 3 Document: Rapport Tijdstip: januari 21 Versie: 1 Status: definitief Opgesteld door: Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Vanggewassen: waarom en keuze

Vanggewassen: waarom en keuze Vanggewassen: waarom en keuze 9 juli 2019 - Tongeren Sander Smets vzw PIBO-Campus Tongeren Programma 1. Waarom vanggewassen inzaaien? 2. Landbouwkundige aspecten 3. Hoe vanggewassen kiezen? 4. Praktijkvoorbeelden

Nadere informatie

9.1 Kiemremming van in het veld

9.1 Kiemremming van in het veld 9.1 Kiemremming van in het veld V. De Blauwer (PCA), Annie Demeyere (ADLO), P. Vermeulen (VTI), J. Fagard (PIBO), R. Van Avermaet (LTCW) Samenvatting Voor het vierde jaar op rij werden het voorbije groeiseizoen

Nadere informatie

DEEL 1: INTERREGPROJECT BODEMBREED 4 DEEL 2: MTR-RANDVOORWAARDEN 6 DEEL 3: BEHEERSOVEREENKOMSTEN VLM 11

DEEL 1: INTERREGPROJECT BODEMBREED 4 DEEL 2: MTR-RANDVOORWAARDEN 6 DEEL 3: BEHEERSOVEREENKOMSTEN VLM 11 1 Inhoud Blz. DEEL 1: INTERREGPROJECT BODEMBREED 4 1. BODEMBREED... 4 2. RIJKER BODEMLEVEN... 4 3. UNIEKE KANS VOOR LANDBOUW... 4 4. ONDERZOEKSDOELEN... 5 5. BODEMBREED IN LIMBURG... 5 DEEL 2: MTR-RANDVOORWAARDEN

Nadere informatie

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters Onderdeel: Werkgroep 3 Document: Rapport Tijdstip: september 2010 Versie: 2 Status: Definitief Opgesteld: Hooibeekhoeve, Gert Van

Nadere informatie

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI Vlaamse overheid Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid - Landbouw en Visserij Burg. Van Gansberghelaan 96 bus 1 9820 Merelbeke-Lemberge, België

Nadere informatie

KWS Suikerbieten Rassenoverzicht 2017 SEEDING THE FUTURE SINCE 1856

KWS Suikerbieten Rassenoverzicht 2017 SEEDING THE FUTURE SINCE 1856 KWS Suikerbieten Rassenoverzicht 2017 SEEDING THE FUTURE SINCE 1856 KWS BENELUX B.V. Postbus 137 4870 AC Etten-Leur Tel: 076-50 333 05 E-mail: info.bieten@kws.com www.kwsbenelux.nl Voorwoord Het jaar loopt

Nadere informatie

CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt

CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt Doelstelling: Inzicht in nutriëntenbehoefte en analyses (bodem, blad, plantsap, nitraatresidu) bij de biologische teelt van kleinfruit

Nadere informatie

Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot

Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot Inleiding In de tarweteelt is de grondbewerking een belangrijke kostenpost. Vooral bij monocultuur wintertarwe komt

Nadere informatie

Norm. Sinds 2009 worden de tolerante rhizomanierassen over het gehele bietenareaal gebruikt (99,9 % in 2008).

Norm. Sinds 2009 worden de tolerante rhizomanierassen over het gehele bietenareaal gebruikt (99,9 % in 2008). koninklijk belgisch instituut tot verbetering van de biet VZW Molenstraat 45, B33 Tienen F. +32 16 8468 info@kbivb.be www.irbabkbivb.be De suikerbiet en haar teelttechniek pvbc programma voorlichting biet

Nadere informatie

Meervoudige resistentie

Meervoudige resistentie Meervoudige resistentie in opmars Noud van Swaaij SID Heerenveen en Tilburg, 7/8 december 2016 100 90 Groei aandeel resistente rassen 1996-2016 zonder resistentie aandeel in zaadbestelling (%) 80 70 60

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.04, 5 maart 2013

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.04, 5 maart 2013 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2013.G.04, 5 maart 2013 1 Situering

Nadere informatie

Eindelijk een nieuw. SUIKERBIETENTELERS hebben voor komend. In elk segment een ras met aanvullende rhizomanie-resistentie

Eindelijk een nieuw. SUIKERBIETENTELERS hebben voor komend. In elk segment een ras met aanvullende rhizomanie-resistentie In elk segment een ras met aanvullende rhizomanie-resistentie 40 Eindelijk een nieuw De Aanbevelende Rassenlijst 2015 telt negen nieuwe suikerbietenrassen. In ieder segment zijn weer betere rassen voor

Nadere informatie

Korte beschrijving van de pas opgenomen rassen. Magistral Dossiernummer : VG Ras : Aanvraaggemachtigde :

Korte beschrijving van de pas opgenomen rassen. Magistral Dossiernummer : VG Ras : Aanvraaggemachtigde : Korte beschrijving van de pas opgenomen rassen Magistral Dossiernummer : VG 1300 - H46601 9 bleek blad Marcel Dossiernummer : VG 1307 Saatzucht Sülbeck (A. Dieckmann-Heimburg) Pype B.V.B.A. DIE0201 87%

Nadere informatie

Verbetering rendement suikerbietenteelt

Verbetering rendement suikerbietenteelt IRS Postbus AA Bergen op Zoom www.irs.nl / hanse@irs.nl Inhoud presentatie Project Verbetering rendement bietenteelt Verbetering rendement suikerbietenteelt resultaten opvallende zaken 7 Bram Hanse Project

Nadere informatie

RASSEN DICHT BI. OP de rassenlijst van 2018 staan acht nieuwe. Vooruitgang in aanvullende resistentie

RASSEN DICHT BI. OP de rassenlijst van 2018 staan acht nieuwe. Vooruitgang in aanvullende resistentie De aanbevelende rassenlijst 2018 telt acht nieuwe suikerbietenrassen. Vooruitgang is vooral in rhizoctoniarassen geboekt. 24 OP de rassenlijst van 2018 staan acht nieuwe suikerbietenrassen waarvan er één

Nadere informatie

9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen ( )

9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen ( ) 9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen (-) V. De Blauwer (PCA), D. Cauffman (PIBO-Campus), P. Vermeulen (VTI), L. Serlet (Proclam) Samenvatting Aangezien aardappelen op ruggen geteeld

Nadere informatie

Graanvergadering Wintergerst Rassenproef Algemeenheden van de rassen wintergerst Opbrengstresultaten vzw

Graanvergadering Wintergerst Rassenproef Algemeenheden van de rassen wintergerst Opbrengstresultaten vzw Graanvergadering 2016-2017 1 Wintergerst 2 1.1 Rassenproef 2 1.1.1 Algemeenheden van de rassen wintergerst 2 1.1.2 Opbrengstresultaten vzw PIBO-Campus 2017 4 1.1.3 Opbrengstresultaten LCG 2017 5 1.1.4

Nadere informatie

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI INSTITUUT VOOR LANDBOUW EN VISSERIJONDERZOEK BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI Mededeling ILVO nr 152 2014 Onderzoek en samenstelling: J. PANNECOUCQUE, G. JACQUEMIN,

Nadere informatie

SESVANDERHAVE BELGIUM'S TALENT

SESVANDERHAVE BELGIUM'S TALENT SESVANDERHAVE BELGIUM'S TALENT Rassenbrochure 2014 W W W. S E S V A N D E R H A V E. C O M Samen kunnen we de toekomst aan! We voelen het allemaal, de afschaffing van de quota in september 2017 is nu echt

Nadere informatie

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN VOEDERBIET

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN VOEDERBIET TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN CRITERIA VOOR HET ONDERZOEK VAN DE RASSEN MET HET OOG OP HUN TOELATING TOT DE CATALOGUS VOEDERBIET

Nadere informatie

PROEF CHEMISCH-MECHANISCHE ONKRUIDBESTRIJDING IN DE BIETENTEELT

PROEF CHEMISCH-MECHANISCHE ONKRUIDBESTRIJDING IN DE BIETENTEELT PROEF CHEMISCH-MECHANISCHE ONKRUIDBESTRIJDING IN DE BIETENTEELT Beredeneerde gewasbescherming vandaag en morgen 13 & 14 Juni 2017 te Ramillies Met ondersteuning van de Vlaamse en Waalse regio en ontvangst

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie