Rassenkeuze wat zijn de afwegingen

Transcriptie

1 IRS Van Konijnenburgweg HL Bergen op Zoom The Netherlands Noud van Swaaij perceel met kans op: rhizoctonia witte bietencysteaaltjes: 300 eieren en larven uw keuze?: 1. rhizomanie voor 2. wit bietencysteaaltjesresistent - 95 voor 3. rhizoctoniaresistent - 95 voor perceel met kans op: rhizoctonia witte bietencysteaaltjes: 300 eieren en larven Kans op rhizoctonia altijd rhizoctoniaresistent neem geen risico, kies: rhizoctoniaresistent! Arrival Solano Piranha Witte bietencysteaaltjes: vanaf een lichte besmetting bietencysteaaltjesresistent Vatbaar Theresa KWS onbesmet besmet perceel met: geen rhizoctonia, geen witte bietencysteaaltje vaak laag suikergehalte 1. hooggehaltig 99 - suikergehalte middengehaltig suikergehalte 101 1

2 perceel met: geen rhizoctonia, geen wit bietencysteaaltje vaak laag suikergehalte geen rhizoctonia en geen aaltjes hoogste met de hoogste! tenzij: suikergehalte extreem laag (>2% lager) zeer vroege levering Waar nog meer op letten suikergehalte, tarra, K+Na, amino-n - alleen als dit sterk afwijkt van gemiddeld kophoogte - rooibaarheid? vroegheid grondbedekking - onkruidonderdrukking? Twee nieuwe sen in 2009 Fernanda KWS - rhizomanie hoge lage grondtarra goed suikergehalte Sabrina KWS - rhizomanie hoge zeer hoge wortelopbrengst laag suikergehalte zie verder zaadbrochure en Berekening : invloed uitgangswaarde suikerpercentage Verhoudingsgetal ,9 = 16,8% -1,4 = 15,8% + 1,5 = 14,8% Berekening : invloed afwijkend kwaliteit eigenschap suikergehalte < 15 K+Na-gehalte > 60 grondtarra > 12% amino-n-gehalte > 25 senlijstcijfer extra fin. beste slechtste voordeel beste > 2,1% > 1,3% > 0,7% > 0,5% 2

3 Berekening : Voor uw eigen situatie: Betakwik-module en areaal resistentie tegen rhizoctonia resistentie tegen witte bietencysteaaltjes overige kenmerken 3

4 Suikerbietenzaad 2010 Uitgegeven door Suiker Unie Samengesteld door het IRS De gegevens over de sen in de aanbevelende senlijst (zie de bovenste twee tabellen aan de ommezijde) zijn verkregen uit onderzoek dat minimaal gedurende drie jaar is verricht op meerdere proefvelden, verdeeld over de teeltgebieden in het land. Dit is de enige solide basis voor een verantwoorde senkeuze. De resultaten van afzonderlijke jaren en van afzonderlijke proefvelden zijn minder bruikbaar voor de vergelijking van sen. Financiële opbrengst Bij de senkeuze is de het belangrijkste criterium. De van de sen is berekend voor gemiddelde Nederlandse omstandigheden. Voor een goede senkeuze spelen echter ook de omstandigheden op perceelsniveau een rol. Is bijvoorbeeld bekend dat op een bepaald perceel het suikergehalte vaak laag is, dan kan een met een relatief hoog gehalte de verhogen. Dit is door de gehanteerde berekeningswijze vooral het geval als het suikergehalte onder 15% dreigt te zakken. Bij problemen met de winbaarheid is het nodig eerst na te gaan wat hiervan de oorzaak is. Is het suikergehalte laag, kies dan een met een hoog suikergehalte. Is het gehalte aan K+Na of aminon te hoog, kies dan een met weinig K+Na of aminon. Is de tarra op het beoogde perceel een probleem, kies dan een met een lage hoeveelheid meegeleverde grond. De berekening van de van de sen is gebaseerd op productie van alleen quotumsuiker. In veel gevallen wordt door telers ook een bepaalde hoeveelheid surplussuiker geproduceerd. In dat geval kunnen de verhoudingen van de sen anders komen te liggen. Voor de hoogste blijft het van belang uw areaal af te stemmen op uw toewijzing en geen surplusbieten te telen. Voor uw situatie kunt u de verhoudingen berekenen door gebruik te maken van Betakwik ( en optimaal areaal), dat te vinden is op de internetsite van het IRS ( Zaadsoorten en geboden bescherming Alle zaadsoorten zijn behandeld met TMTD (thiram) en Tachigaren (hymexazool). TMTD beschermt het zaad tegen zaadschimmels. Tachigaren geeft een goede bescherming tegen een niet te zware aantasting door de bodemschimmel aphanomyces. Beide producten geven een bescherming tegen de bodemschimmel pythium. U dient zich bij de keuze van speciaal of standaardpillenzaad te baseren op de te verwachten aantasting door insecten. Hierbij moet u de extra kosten van het speciaal pillenzaad afwegen tegen de kosten van andere bestrijdingsmaatregelen. Standaardpillenzaad bevat geen insecticide. Speciaal pillenzaad is behandeld met Gaucho (imidacloprid) of Poncho Beta (clothianidine en beta-cyfluthrin) of Cruiser (thiamethoxam). zaadtype werking tegen: standaardpillenzaad speciaal pillenzaad aardvlo, bietenvlieg, bladluizen (en daardoor vergelingsziekte), schildpadtorretje, wantsen en bietenkevertje ritnaalden, springstaarten, wortelduizendpoten en miljoenpoten = geen werking; + = matige werking; ++ = redelijke werking; +++ = goede werking Uitzaai voor maart verhoogt het risico van schietervorming, vooral bij dubbel resistente sen. Per hectare is ongeveer 1,1 eenheid zaad nodig. Verantwoording en aansprakelijkheid Deze brochure is samengesteld door het IRS in opdracht van Suiker Unie. Deze instanties zijn niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij het gebruikmaken van de in deze brochure vermelde gegevens. Om een officiële klacht te kunnen indienen over het door u uitgezaaide, moet u de labels van de pakken zaad kunnen overleggen. Bewaar deze labels tot in de bietencampagne. KIJK VOOR UITGEBREIDE INFORMATIE OP

5 Overzicht van eigenschappen bij rhizomanieresistente suikerbietensen, bepaald op proefvelden zonder besmetting met rhizoctonia en zonder witte bietencysteaaltjes hoge cijfers betekenen in het algemeen een gunstige waardering van de betrokken eigenschap, behalve bij meegeleverde grond, K+Na en aminon waarderingscijfers vroegheid grondbedekking kophoogte meegeleverde grond verhoudingsgetallen (gemiddelden ) K+Na aminon WIN suikergehalte wortelopbrengst suikeropbrengst opbrengst Rassen voor de teelt op percelen zonder rhizoctonia en zonder witte bietencysteaaltjes A Emilia KWS 8 M A Coyote 7,5 M A Debora KWS 6 M A Rosabelle 7,5 M A Rosadonna 8 M A Rosagold 8 M A Shakira 6,5 M B Rosanova 7,5 M B Havik 8 M N Sabrina KWS 6,5 L N Fernanda KWS 6,5 M Ras voor de teelt op percelen met witte bietencysteaaltjes 5) A Theresa KWS 6,5 M Rubricering in de senlijst: A = algemeen aanbevolen ; B = beperkt aanbevolen ; N = nieuw aanbevolen. Kophoogte: L = laag, M = gemiddeld en H = hoog boven de grond. De verhoudingsgetallen (=) zijn gebaseerd op het gemiddelde van de A- en N-sen uit de senlijst Voor de berekening van de zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: wortelopbrengst 67 (t/ha), suikergehalte 16,8 (%), aminon 13 (mmol/kg biet), K+Na 43 (mmol/kg biet), grondtarra 6 (%). 5) Bepaald onder niet besmette omstandigheden. Overzicht van eigenschappen bij rhizoctoniaresistente suikerbietensen, deels bepaald op proefvelden met een rhizoctoniabesmetting waarderingshoge cijfers betekenen in het algemeen verhoudingsgetallen (gemiddelden ) cijfers een gunstige waardering van de betrokken eigenschap, behalve bij vroegheid kophoogtleverde K+Na aminon suiker- wortel- suiker- meege- meegeleverde grond, K+Na en aminon grond- WIN gehalte opbrengst opbrengst opbrengst 5) bedekking grond A Arrival 7,5 M A Solano 7,5 H B Piranha 7,5 H ) De cijfers in deze tabel zijn niet vergelijkbaar met de cijfers in de rhizomanietabel. In 2009 zijn de genoemde sen onderzocht op proefvelden waar een risico is op rhizoctoniabesmetting, in de jaren 2006 tot en met 2008 op proefvelden zonder rhizoctoniabesmetting. De resistentie tegen rhizoctonia is partieel, dat wil zeggen dat bij ernstige rhizoctoniabesmetting ook bij deze sen rotte bieten kunnen optreden. Rubricering in de senlijst: A = algemeen aanbevolen ; B = beperkt aanbevolen ; N = nieuw aanbevolen. Kophoogte: L = laag, M = gemiddeld en H = hoog boven de grond. De verhoudingsgetallen ( =) zijn gebaseerd op het gemiddelde van de rhizoctoniaresistente A- en N-sen uit de senlijst Voor de berekening van de zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: wortelopbrengst 67 (t/ha), suikergehalte 16,8 (%), aminon 13 (mmol/kg biet), K+Na 43 (mmol/kg biet), grondtarra 6 (%). Overzicht van eigenschappen bij witte bietencysteaaltjesresistente suikerbietensen, bepaald op proefvelden besmet met witte bietencysteaaltjes hoge cijfers betekenen in het algemeen een gunstige waardering van de betrokken eigenschap, behalve bij de bietencysteaaltjestoets (bca-toets) verhoudingsgetallen ( ) bca-toets wortelopbrengst suikergehalte suikeropbrengst opbrengst A Theresa KWS 6 gemiddelde van de vatbare sen De cijfers van deze tabel zijn niet vergelijkbaar met de cijfers van de sen in de rhizomanietabel. De genoemde resistentie is partieel, dat wil zeggen dat bij gebruik van deze sen er nog wel vermeerdering van witte bietencysteaaltjes kan optreden. De verhoudingsgetallen ( =) zijn gebaseerd op het gemiddelde van de aaltjesresistente A- en N-sen uit de senlijst Relatief aantal cysten in een klimaatkamertoets; 10 = gemiddelde van de vatbare sen van 2007 en Voor de berekening van de zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: wortelopbrengst 67 (t/ha), suikergehalte 16,8 (%), aminon 13 (mmol/kg biet), K+Na 43 (mmol/kg biet) en grondtarra 6 (%). Het onderzoek is gecoördineerd door het IRS te Bergen op Zoom. KIJK VOOR UITGEBREIDE INFORMATIE OP