RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK STEBO AMSTERDAM

Transcriptie

1 RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK STEBO AMSTERDAM Instelling : STEBO Amsterdam BRIN-nummer : 25CU-2 Datum onderzoek : 11 november 2008 Status rapport : definitief definitief/mr 1

2 1. INLEIDING Dit rapport van de Inspectie van het Onderwijs bevat de uitkomsten van het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs op de particuliere onderwijsinstelling van STEBO Amsterdam. Het begrip instelling wordt in dit rapport gebruikt als een aanduiding voor het begrip gerelateerd aan de Wet op het voortgezet onderwijs en voor het begrip instelling gerelateerd aan de Wet educatie en beroepsonderwijs. Het onderzoek waarover de inspectie rapporteert vond plaats op 11 november De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs door onderzoek te doen naar de aspecten van kwaliteit die zijn vastgelegd in de Wet op het onderwijstoezicht (WOT). In het Toezichtkader zelfstandige exameninstellingen voortgezet onderwijs dat op uw instelling van toepassing is, is uitgewerkt om welke aspecten dit gaat. Tevens is vermeld dat dit Toezichtkader zelfstandige exameninstellingen voortgezet onderwijs niet los kan worden gezien van het selectief gebruik ervan. De inspectie heeft het kwaliteitsonderzoek op uw instelling proportioneel ingericht en zich bij haar onderzoek in eerste instantie gericht op de opbrengsten, op de kwaliteitszorg van uw instelling, inclusief bevoegdheden en op het leerstofaanbod. De beoordeling van deze kwaliteitsaspecten vindt plaats met behulp van de onderzoeksvragen 1, 2 en 9 uit het Toezichtkader zelfstandige exameninstellingen voortgezet onderwijs. Deze vragen zijn afgeleid van de eisen die de wetgever stelt aan niet bekostigde instellingen voor voortgezet onderwijs die zelfstandig examens mogen afnemen op grond van artikel 56 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en/of artikel 1.4a.1 Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). De onderzoeksvragen zijn: 1. Zorgt de systematisch voor het behoud of verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs? 2. Bereidt het leerstofaanbod de leerlingen voor op het vervolgonderwijs? 9. Liggen de resultaten van de leerlingen ten minste op het niveau dat mag worden verwacht? Om antwoord te kunnen geven op deze onderzoeksvragen, is per kwaliteitsaspect een subvragen geformuleerd. Het overzicht van de onderzoeksvragen en onderliggende subvragen vindt u in dit verslag. Opbouw van het rapport In paragraaf 2 van dit rapport vermeldt de inspectie een zakelijke gegevens over uw instelling. In paragraaf 3 brengt de inspectie door antwoord te geven op de subvragen in beeld of de kwaliteitszorg en de kwaliteit van het leerstofaanbod op uw instelling voldoende is gewaarborgd. De inspectie spreekt daarentegen nog geen oordeel uit over de kwaliteit van de opbrengsten van uw onderwijs. Het is thans niet mogelijk om op grond van de door u aangeleverde gegevens tot een gewogen oordeel te komen mede door het ontbreken van een vastgestelde vergelijkingsbasis. De aanduiding van de paragraafnummers volgt de aanduiding in het Toezichtkader zelfstandige exameninstellingen voortgezet onderwijs. Het rapport sluit af met paragraaf 4 waarin de afspraken over het vervolg van het toezicht zijn vastgelegd. definitief/mr 2

3 2. ZAKELIJKE GEGEVENS Naam instelling STEBO Amsterdam B.V. Onderwijssoorten STEBO Amsterdam leidt op voor het diploma vmbo-t, havo en vwo via een dagopleiding die is opgebouwd uit een zelfde leerren als in het regulier bekostigd onderwijs. Indien mogelijk wordt de opleiding verkort ( twee leerren in één ). Het onderwijs vanaf de brugklas tot en met klas drie van vmbo-t, havo en vwo heet bij STEBO het STEBO Junior College. Bestuur en dagelijkse leiding De eigenaren van STEBO Beheer B.V. voeren de algemene directie over de drie vestigingen. De dagelijkse leiding in Amsterdam is in handen van twee directeuren. Historie van de instelling Stebo bestaat sinds Op 5 oktober 1999 wordt een nieuw artikel aan de WEB toegevoegd: artikel 1.4a.1. Dit artikel betreft andere instellingen die een opleiding educatie verzorgen. Cfi deelt STEBO mee dat als gevolg de inwerkingtreding van dit nieuwe artikel de artikel 56a aanwijzing automatisch wordt omgezet in een diploma-erkenning in het kader van artikel 1.4a.1. WEB. Met ingang van 5 oktober 1999 valt STEBO onder de WEB (briefnummer.). Op 4 mei 2001 richt STEBO aan CFI een verzoek om aanwijzing artikel 56 WVO. Deze aanwijzing wordt 22 mei 2001 toegewezen (kenmerk FTO/TPL-2001/55039 U). CFI vermeldt daarbij dat STEBO voor de opdracht staat een duidelijk onderscheid aan te brengen in STEBO particuliere voor mavo, havo en vwo en STEBO particuliere vavo voor mavo, havo en vwo. Huidige organisatie en vestigingsplaatsen Het STEBO heeft momenteel drie vestigingen: Utrecht, s-gravenhage en Amsterdam. Kosten opleiding De kosten van de opleiding bedragen ,- (brugklas) ), (3 de klas) tot ,- (examenklas) per leerling per ar. Leerlingen/studenten De opbouw van de leerlingenpopulatie van STEBO Amsterdam is weergegeven in onderstaande tabellen: in tabel 1 het inschrijvingen per 1 oktober Tabel 1: inschrijvingen per 1 oktober 2008 WEB/WEO WVO Leerplichtige leerlingen 0 27 Kwalificatieplichtige leerlingen 0 12 Leerlingen van 16 tot 18 ar met havo en/of mbo 2 diploma 0 5 Leerlingen 18 ar en ouder 6 2 Totaal 6 46 Zomerleerlingen 0 0 definitief/mr 3

4 Tabel 2 brengt, voor de te onderscheiden groepen leerlingen, in beeld om welke soort en welk leerar het gaat. Tabel 2: inschrijvingen per 1 oktober 2008 leerplichtig kwalificatieplichtige rigen met een havo of mbo2- diploma 18 ar of ouder brugperiode leerar brugperiode leerar vmbo-t leerar vmbo-t leerar havo/vwo leerar havo leerar havo leerar vwo leerar vwo leerar vwo leerar Totaal leerlingen De leerlingen krijgen gezamenlijk les; zij zijn niet naar leeftijd gegroepeerd. Er zijn geen afzonderlijke vavoklassen. De leiding geeft aan dat de leerlingenpopulatie zich onderscheidt door specifieke leerlingkenmerken die vragen om onderwijs op maat en die van invloed kunnen zijn op de opbrengsten. In tabel 3 zijn specifieke kenmerken van de leerlingenpopulatie opgenomen. Tabel 3: leerlingen met specifieke geïndierde kenmerken vmbo-t havo vwo doof/slechthorend blind/slechtziend 1 tijdelijk i.v.m. ziekte/ongeval motorisch gehandicapt dyslexie ernstige faalangst 1 2 ADHD autisme overige handicaps 2 1 anderstalig 3 (Er is niet geteld op het dominante kenmerk; er is één leerling dubbel geteld) definitief/mr 4

5 Tabel 3a: leerlingen waarbij een beroep is gedaan op verlening van examenfaciliteiten op grond van EB art.55 ar vmbo-t havo vwo doof/slechthorend blind/slechtziend tijdelijk i.v.m. ziekte/ongeval motorisch gehandicapt dyslexie ernstige faalangst ADHD 2 autisme overige handicaps 1 1 anderstalig (Er is niet geteld op het dominante kenmerk; er zijn geen leerlingen dubbel geteld) De tabellen 4a, 4b en 4c laten het leerlingen zien per soort, verdeeld over een volledig eindexamen dan wel een deelexamen. Tabel 4a: soort examen leerplichtige leerlingen per 1 oktober 2008 vmbo-t havo vwo Volledig eindexamen Deelexamen Totaal Tabel 4b: soort examen kwalificatieplichtige leerlingen per 1 oktober vmbo-t havo vwo 2008 Volledig eindexamen Deelexamen Totaal Tabel 4c: soort examen leerlingen 16 tot 18 ar met havo en/of mbo2- diploma of 18 ar en ouder per 1 oktober 2008 vmbo-t havo vwo Volledig eindexamen Deelexamen Totaal definitief/mr 5

6 3. WAARDERINGEN In de paragrafen 3.1 en 3.2 van deze rapportage over STEBO Amsterdam geeft de inspectie een antwoord op de vraag naar de kwaliteit van de kwaliteitszorg en het leerstofaanbod. De inspectie geeft in deze fase van de ontwikkeling van het toezicht op de niet bekostigde instellingen die op grond van artikel 56 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en/of de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) zijn aangewezen als exameninstelling, antwoord op het niveau van de subvragen. Paragraaf 3.9 bevat een beschrijving van de opbrengsten. 3.1 KWALITEITSZORG Onderzoeksvraag 1: Zorgt de instelling voor het behoud of verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs? De beoordeling of de instelling zorgt voor behoud of verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs vindt plaats met een oordeel op elk van de vijf subvragen afzonderlijk: 1.1 Beschikt de instelling over een systeem van kwaliteitszorg? 1.2 Verantwoordt de instelling zich over de gerealiseerde onderwijskwaliteit? 1.3 Zijn de wettelijk verplichte documenten aanwezig en voldoen deze aan de wettelijke eisen? 1.4 Zijn de leraren bevoegd voor het geven van onderwijs? 1.5 Voldoet het onderwijsondersteunend personeel aan de eisen van artikel 55, lid 2, WVO? DE KWALITEIT VAN HET SYSTEEM VAN KWALITEITSZORG Antwoord op subvraag 1.1: STEBO Amsterdam beschikt over een systeem van kwaliteitszorg. Toelichting: De algemene directie van het STEBO heeft met de totstandkoming van het plan een kwaliteitsdoelstellingen op papier gezet. Daarin staan voor de volgende speerpunten ntraal: het terugdringen van de len tussen de cijfers behaald bij het examen (se) en de cijfers behaald bij het ntraal schriftelijk examen (), implementatie van het zorgplan, invoering van persoonlijke ontwikkelingsplannen (gestructureerde bij en nascholing Competent als Stebodont ) en het ontwerpen van een veiligheidsplan. STEBO Amsterdam evalueert op lende niveaus. In is twee keer het oordeel van de leerlingen gevraagd over de kwaliteit van het onderwijs, vooral de afzonderlijke lessen en examens. Er is een ouderenquête in voorbereiding. De oudermeedenkcommissie wordt vier keer per ar geraadpleegd. Verslagen hiervan worden onder alle ouders en leerlingen verspreid. De resultaten van een dontenenquête benut de directie voor aanpassing van bijvoorbeeld de interne verslaglegging. De enquêtescores noch examencijfers zijn voor de prille vestiging Amsterdam niet zichtbaar gemaakt via de Stebo website. definitief/mr 6

7 3.1.2 DE KWALITEIT VAN DE VERANTWOORDING Antwoord op subvraag 1.2: STEBO Amsterdam verantwoordt zich in 2008 niet conform de bedoeling van de wetgever over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. Er zijn namelijk nog geen opbrengstgegevens over het ar 2006 en Toelichting: Van instellingen die diploma s mogen afgeven met eenzelfde maatschappelijk effect als die van het bekostigd onderwijs, mag worden verwacht dat zij niet alleen verantwoording afleggen over de examenresultaten, maar ook over eventuele discrepanties tussen de cijfers behaald voor het onderzoek en het ntraal schriftelijk examen. STEBO Amsterdam heeft een arverslag dat via de website opvraagbaar is bij de directie. In dit arverslag zijn nauwelijks uitkomsten van de examens meegenomen van Amsterdam, omdat de vestiging nog geen eindexamenkandidaten had in de afgelopen ren. Op vestigingsniveau worden analyses van de examenresultaten gemaakt. De len tussen het examencijfer en het ntraal examencijfer én de oorzaken daarvan worden benoemd DE VERPLICHTE DOCUMENTEN Antwoord op subvraag 1.3: STEBO Amsterdam beschikt niet over alle verplichte documenten, voor zover het thans de WEB betreft. De documenten voldoen aan de wettelijke eisen. In de documenten wordt geen onderscheid aangebracht tussen het onderwijs aan leerplichtige leerlingen en het vavo. Toelichting: De tabellen 5a en 5b geven weer over welke verplichte documenten STEBO Amsterdam beschikt. Tabel 5a: beschikbare verplichte documenten in verband met de WVO Ministeriële aanwijzing Schoolplan Examenreglement Programma s van toetsing en afsluiting Een arlijkse openbare verantwoording over de examens Tabel 5b: beschikbare verplichte documenten WEB Ministeriële beschikking Onderwijsovereenkomst Examenreglement Programma s van toetsing en afsluiting Een arlijks actief openbare verantwoording over de examens nee Zowel het examenreglement als de programma s van toetsing en afsluiting zijn vóór 1 oktober 2008 aan de inspectie gezonden en aan de kandidaten verstrekt. Naast bovengenoemde verplichte documenten beschikt de vestiging over een gids. definitief/mr 7

8 3.1.4 DE BEVOEGDHEDEN De leraren geven zowel les aan de leerplichtige en kwalificatieplichtige leerlingen als aan de niet leerof kwalificatieplichtige leerlingen. Voor deze leraren gelden de bevoegdheidseisen zoals vastgelegd in de WVO. Het antwoord op de subvragen wordt derhalve gegeven op basis van de WVO. Antwoord op subvraag 1.4 (WVO): Niet alle leraren van Stebo Amsterdam zijn bevoegd 1 voor het geven van onderwijs. De vestiging bevindt zich qua bevoegde leraren onder de grenswaarde van 80%. Toelichting: Per 1 oktober 2008 zijn er 25 leraren contractueel verbonden aan Stebo Amsterdam. Van hen zijn er 13 bevoegd, 4 onderbevoegd en 8 onbevoegd. Er zijn 2 on(der)bevoegde leraren die studeren om het relevante diploma binnen twee ar te behalen. Voor 8 leraren is er geen verklaring omtrent het gedrag aanwezig. Voor hen is de aanvraagprodure gestart. Stebo Amsterdam heeft besloten om met behulp van een persoonlijk ontwikkelingsplan de bekwaamheid van leraren te bevorderen en afspraken te maken om een diploma voor bevoegdheid te halen door inschrijving in een relevante studie ONDERWIJSONDERSTEUNEND PERSONEEL Antwoord op subvraag 1.5: Voor het onderwijsondersteunend personeel is van één van de twee een verklaringen omtrent het gedrag aanwezig. 3.2 LEERSTOFAANBOD Onderzoeksvraag 2: Bereidt het leerstofaanbod de deelnemers voor op het eindexamen vwo, havo of vmbo-t, dan wel een zodanig deeleindexamen? De beoordeling of het leerstofaanbod leerlingen voorbereidt op het vervolgonderwijs vindt plaats aan de hand van drie subvragen: 2.1 Voldoet het leerstofaanbod in de onderbouw aan de wettelijke vereisten (kerndoelen, verplichte vakken)? 2.2 Dragen de leerbronnen in de onderbouw 2 aantoonbaar bij aan de bevordering van sociale integratie en actief burgerschap en de kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving? 2.3 Is het leerstofaanbod aansluitend op de kerndoelen gericht op het volgen van een vervolgopleiding (mbo, hbo of wo) die past bij het niveau van de leerling? 1 De Inspectie van het Onderwijs heeft, in deze fase van het toezicht op het niet bekostigd onderwijs, de grenswaarde voor een positief antwoord op de onderzoeksvraag inzake de bevoegdheden van leraren en/of het lesuren dat door bevoegde leraren wordt verzorgd, op ten minste 80% gesteld 2 conform de kerndoelen Onderdeel E: mens en maatschappij uit de Bijlage bij het Besluit kerndoelen VO definitief/mr 8

9 3.2.1 HET LEERSTOFAANBOD IN DE ONDERBOUW Antwoord op subvraag 2.1: Het leerstofaanbod in de onderbouw voldoet aan de wettelijke vereisten. Toelichting: STEBO Amsterdam besteedt aantoonbaar en op een bij de leerlingen passend niveau aandacht aan het kerndeel van het curriculum dat alle leerlingen moeten volgen namelijk, de zeven domeinen van de kerndoelen Nederlands, Engels, wiskunde, mens en natuur, mens en maatschappij, kunst en cultuur en bewegen en sport. Het aanbod techniek en verzorging zijn opgenomen in de vakken wereldoriëntatie, natuurkunde en biologie. Daarnaast is er ook een aanbod, evenals voor muziekonderwijs, in projectvorm. Tot het differentieel deel van het curriculum behoren zowel de wettelijke verplichtingen die gerelateerd zijn aan de soort (Frans en/of Duits in respectievelijk vwo en havo) als de uitwerking van de doorlopende leerlijn en vakken/onderdelen waarmee de zichzelf wil profileren, zoals Spaans BEVORDERING ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE Antwoord op subvraag 2.2: De leerbronnen in de onderbouw dragen aantoonbaar bij aan de bevordering van sociale integratie en actief burgerschap en de kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving. Toelichting: De betrekt de leerlingen bij een India project, een in Calcutta. Verder besteden lende vakken in hun methoden aandacht aan sociale integratie en actief burgerschap. Daarnaast is er een project religies geweest en zijn er lende excursies geweest in de wijk, naar kerken en moskee en het Anne Frank huis. Bovendien besteedt men regelmatig aandacht aan actuele kwesties via bijvoorbeeld krantenartikelen HET LEERSTOFAANBOD IN DE BOVENBOUW Antwoord op subvraag 2.3: Het is gewaarborgd dat het leerstofaanbod aansluitend op de kerndoelen bij STEBO Amsterdam gericht is op het volgen van een vervolgopleiding (mbo, hbo of wo) die past bij het niveau van de leerling. Toelichting: Het leerstofaanbod in de bovenbouw voldoet aan de wettelijke voorschriften: alle, niet specifiek vrijgestelde, leerlingen krijgen de vakken lichamelijke opvoeding, cultuur en kunstvakken (CKV) en maatschappijleer aangeboden. Daarnaast voorziet het aanbod ook in filosofie en Hebreeuws. definitief/mr 9

10 3.9 3 LEERRESULATEN Onderzoeksvraag 9: Is de kwaliteit van de resultaten van de leerlingen ten minste van een niveau dat mag worden verwacht? In deze fase van het toezicht is met het betrokken onderwijsveld afgesproken de leerresultaten in 2006, 2007 en 2008 niet te beoordelen maar te beschrijven, omdat de inspectie thans nog niet beschikt over een vastgestelde vergelijkingsbasis. De beoordeling of de kwaliteit van de resultaten van de leerlingen ten minste een rechtsgelijke behandeling van leerlingen en vertrouwen in het systeem van examinering genereren, vindt plaats aan de hand van twee subvragen die op hun beurt verder worden uitgesplitst al naar gelang op de vwo-, havo-, vmbo-t-, of mavo, vmbo-gemengd-, vmbo-bb- of vmbo-kb-examens of deeleindexamens worden afgelegd: 9.1 Wanneer er sprake is van discrepantie tussen de cijfers voor het ntraal schriftelijk examen en het examen van leerlingen die het vwo, onderscheidenlijk het havo of mavo of een van de leerwegen van het vmbo afsluiten, is die discrepantie dan 0,5 punt of minder? 9.2 Is het vakken waarbij zich een discrepantie voordoet van 0,5 punt of meer tussen het cijfer dat de vwo-, onderscheidenlijk de havo-, vmbo-t-, mavo, vmbo-gemengd-, vmbo-bb- en vmbo-kb-leerlingen halen bij het ntraal schriftelijk examen en het examen in overeenstemming met het vakken waarbij deze discrepantie zich voordoet in het bekostigd onderwijs? Alleen voor de volledige examens zijn de discrepanties tussen het se en het cijfer opgenomen omdat er bij de deelexamens geen vakken zijn waarvoor 10 of meer leerlingen examen deden. BESCHRIJVING EXAMENRESULTATEN 2006, 2007 EN 2008 In deze paragraaf wordt het perntage geslaagden weergegeven in de ren , en Daarnaast worden in de subparagrafen gemiddelde cijfers per vak, de discrepanties tussen de examencijfers en de ntraal eindexamencijfers aangegeven, evenals de doorstroomgegevens Tabel 6 vermeldt het perntage leerlingen dat in 2006, 2007 en in 2008 slaagde voor een het examen van het vmbo-t, havo of vwo. Bij STEBO Amsterdam zijn in 2006 geen examens afgenomen. Tabel 6: % geslaagden voor het examen vmbo-t havo 78 vwo 60 Er is één leerling die zich heeft teruggetrokken voor het examen De code 3.9 geeft aan dat het hier om de uitkomsten van vraag 9 uit het Toezichtkader zelfstandige exameninstellingen voortgezet onderwijs gaat. definitief/mr 10

11 3.9.1 VOLLEDIG EXAMEN 2006, 2007 EN 2008 Het gemiddelde tussen het examencijfer en het eindexamencijfer voor alle vakken is weergegeven in tabel 7 voor respectievelijk leerlingen die het volledige examen hebben afgelegd en leerlingen die een deelexamen hebben afgelegd. Het gemiddelde tussen het examencijfer en het eindexamencijfer is zowel op vestigings- als niveau weergegeven. Tabel 7: het gemiddelde tussen het se en het cijfer voor alle geëxamineerde vakken (volledig examen) vestiging vestiging vestiging vmbo-t 0 0,6 0,2 0,2 havo 0,1 0,3 0,1 vwo 0,9 0,4 0,4 De tabel in bijlage 1 vermeldt voor STEBO Amsterdam voor het vmbo-t, havo en vwo de in 2007 en 2008 behaalde cijfers per vak voor het examen (se) en het ntraal examen (), de len tussen deze cijfers op niveau. Het tussen het examencijfer en het ntraal eindexamencijfer en alle scholen in 2008 was bij het vaststellen van het rapport niet bekend. Daarom is geen vergelijking gemaakt met het op vestigingsniveau. Bij Stebo Amsterdam zijn er, respectievelijk voor het vmbo-t, havo en vwo, geen vakken in de afgelopen drie ar geweest waarvoor 10 of meer leerlingen examen deden DEELEXAMENS 2006, 2007 EN 2008 Deze examens zijn bij STEBO Amsterdam nog niet afgenomen. definitief/mr 11

12 3.9.3 DOORSTROOM VAN LEERLINGEN In paragraaf zijn de opbrengsten weergegeven in termen van len leerlingen die doorstromen, opstromen, afstromen, zittenblijven of zijn uitgestroomd. In onderstaande tabel 8 zijn het leerlingen weergegeven voor respectievelijk de doorstroom, opstroom, afstroom, zittenblijvers of uitstroom. Resultaten van leerlingen in het vervolgonderwijs zijn niet beschikbaar. Tabel 8: IDU 4 gegevens per 1 oktober 2008 afdeling en leerlingen doorstroom opstroom afstroom zittenblijvers uitstroom brugperiode leerar brugperiode leerar vmbo-t leerar havo/vwo leerar vmbo-t leerar havo leerar havo leerar vwo leerar vwo leerar vwo leerar Totaal IDU staat voor: instroom, doorstroom en uitstroom definitief/mr 12

13 4. VERVOLG VAN HET TOEZICHT Het onderzoek door de inspectie omvatte onder meer de naleving van een wettelijke voorschriften voor wat betreft de bevoegdheden en de onderwijsdocumenten. Op basis van dit onderzoek heeft de inspectie met het bevoegd gezag afgesproken dat: het binnen drie maanden na de vaststelling van dit rapport de inspectie in kennis stelt hoe het bevoegd gezag de bevoegdheden in overeenstemming brengt met de bevoegdheideisen van de WVO. Het bevoegd gezag c.q. de vestiging staat voor de opdracht voor alle onbevoegd en/of onderbevoegd lesgevende leraren beleid te voeren dat in overeenstemming is met dat wat de WVO vraagt. het binnen drie maanden na de vaststelling van dit rapport de inspectie in kennis stelt hoe het bevoegd gezag er voor zorgt dat de examenresultaten openbaar worden gemaakt. De bevindingen van dit onderzoek leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): In beginsel vindt het komend ar een onderzoek plaats naar de kwaliteit van de opbrengsten en de verantwoording daarvan. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de uitvoering van het systeem van kwaliteitszorg, waaronder de bevoegdheden en de kwaliteit van het leerstofaanbod in relatie tot de programma s van toetsing en afsluiting en het examenreglement en de samenstelling van de leerlingenpopulatie. Het vigerende toezichtkader vormt uitgangspunt voor een hernieuwd proportioneel toezicht. definitief/mr 13

14 BIJLAGE 1: RESULTATEN VOLLEDIG EXAMEN 2006, 2007 en 2008 VAN STEBO AMSTERDAM De tabellen 9, 10 en 11 vermelden respectievelijk voor het vmbo-t, havo en vwo de in 2006, 2007 en 2008 behaalde cijfers per vak voor het examen (se) en het ntraal examen (), de len tussen deze cijfers en de len tussen het cijfer voor het ntraal examen behaald door leerlingen van de instelling ten opzichte van het gemiddelde cijfer voor dat onderdeel van het ntraal examen. Tabel 9: vmbo-t gemiddelde cijfers per vak/vakkencluster 2006, 2007 en 2008 (volledig examen) vak se se se 4 4 Nederlands 5,9 6,8 5,9 6,1 0 0,7 0,5 4 4 Engels 6,9 6,8 7,1 6,7-0,2 0, Duits 6,7 5,9 6,4 5,8 0,3 0,1 0,5 3 Geschiedenis en 6,6 4,9 1,7 0,4 staatsinrichting 3 1 Natuur- en scheikunde 2 6,3 6,4 6,3 5,5 0 0,9 0,1 4 4 Wiskunde 5,9 5,5 6,1 5-0,2 0,5 0,1 4 2 Biologie 6,5 6,8 6,3 6,7 0,2 0,1 0,1 4 4 Economie 5,8 6,6 5,2 5,8 0,6 0,8 0,2 4 4 Maatschappijleer 6,6 6,3 1 Kunst 2 (tekenen) 5,5 7,1-1,6 0,5 4 4 Kunst L.O. definitief/mr 14

15 Tabel 10: havo gemiddelde cijfers per vak/vakkencluster 2006, 2007 en 2008 (volledig examen) vak se- se se- 9 Nederlands 6,2 6,2 0 9 Engels 7,3 6,2 1,1 9 Duits 1 6,1 2 Duits 1,2 7,2 6,8 0,4 1 Spaans 1,2 6,1 5,1 1 9 Geschiedenis 6,2 6,8-0,6 9 Aardrijkskunde 6 6,1-0,1 1 Wiskunde A1 6 8 Wiskunde A1,2 5,7 6,6-0,9 2 Biologie 5,9 6,4-0,5 2 Economie 1 6,6 6,3 0,3 7 Economie 1,2 6 5,7 0,3 3 M&O 7,3 5,8 1,5 9 ANW 6,6 9 Maatschappijleer Maatschappijwetenschap. 6,6 6,5 0,1 9 Letterkunde 6,4 3 L.O. 1 8 CKV 1 definitief/mr 15

16 Tabel 11: vwo gemiddelde cijfers per vak/vakkencluster 2006, 2007 en 2008 (volledig examen) vak se se se 5 Nederlands 6,4 6,6-0,2 5 Engels 7,1 4,9 2,2 5 Frans Frans 1,2 7,5 5 Duits 1 7,7 2 Duits 1, 2 6,5 3,7 2,8 5 Geschiedenis 1 7,5 5 Geschiedenis 6,6 6 0,6 4 Aardrijkskunde 6,2 5,8 0,4 2 Wiskunde A1 4 3,5 0,5 3 Wiskunde A1,2 5,8 4,5 1,3 1 Economie 1 5,2 2,8 2,4 3 Economie 1,2 6,3 5,8 0,5 4 M&O 7 5,5 1,5 2 Tekenen 6,1 6,9-0,8 5 ANW 7 3 Maatschappijleer 7,4 6,9 0,5 5 Maatschappijleer 1 6,5 5 Letterkunde 6 definitief/mr 16