Kiss and Make-up. Een onderzoek naar de effecten van een gemeenschappelijke identiteit op de bereidheid tot verzoening op interpersoonlijk niveau
|
|
- Magdalena Anja van der Laan
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Kiss and Make-up Kiss and Make-up Een onderzoek naar de effecten van een gemeenschappelijke identiteit op de bereidheid tot verzoening op interpersoonlijk niveau M. J. P. van Meer ANR September 2013 Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit: Geesteswetenschappen Departement: Communicatie- en Informatiewetenschappen Afstudeerrichting: Bedrijfscommunicatie en Digitale Media Begeleiders: Dr. J. Schaafsma - Dr. M. Goudbeek
2 Kiss and Make-up 2 Voorwoord Graag een kort bedankwoord alvorens u het huidige onderzoek kunt gaan lezen. Met deze Masterscriptie ben ik namelijk aan het einde gekomen van mijn studie Bedrijfscommunicatie en Digital Media aan de Faculteit Geesteswetenschappen op de Universiteit van Tilburg. Met enkele tegenslagen in het begin en aan het eind van deze afstudeerfase heb ik uiteindelijk met veel plezier en fijne begeleiding dit stuk mogen schrijven. Het heeft even geduurd voor het duidelijk werd wat er daadwerkelijk onderzocht zou gaan worden, aangezien het een redelijk nieuw te onderzoeken onderwerp is, maar mijn begeleiders Juliette Schaafsma en Martijn Goudbeek hebben me daar doorheen geholpen. Daarom ook mijn grote dank aan deze personen. Daarnaast gaat ook mijn dank uit naar Nurit Shnabel, een wetenschappelijk onderzoekster uit Israel, die er samen met mij en mijn begeleiders voor heeft gezorgd dat het onderzoek uitgevoerd kon worden. Tot slot wil ik alle mensen bedanken die mij tijdens mijn gehele afstudeerperiode hebben gesteund, in het bijzonder mijn ouders en studiegenoten die dag in dag uit naar mijn ideeën, tegenslagen en ook hoogtepunten hebben mogen luisteren. Marlie van Meer Breda, september 2013
3 Kiss and Make-up 3 Abstract In dit onderzoek is er gekeken naar de effecten die een gemeenschappelijke identiteit zou kunnen hebben op de bereidheid tot vergeving/verzoening op interpersoonlijk niveau. Ook de effecten van de mate van concurrerend slachtofferschap (wie heeft er het meest geleden?) werden, naast de bereidheid tot vergeving/verzoening, gemeten. Verwacht werd dat een gemeenschappelijke identiteit geen invloed zou hebben op zowel het concurrerend slachtofferschap als op de bereidheid tot vergeving/verzoening. Vervolgens is er gekeken wat het morele imago (het morele zelfbeeld) en het gevoel van controle van de participanten mogelijk voor effect zouden aantonen op het gevoel zelf het meest geleden te hebben en de bereidheid de ander te vergeven en te verzoenen met de ander. Hier werd verwacht dat zowel het morele imago als het gevoel van controle een rol zou spelen in de mate van concurrerend slachtofferschap en in de bereidheid tot vergeving/verzoening. Daarnaast werd er verwacht dat de mate van boosheid van invloed zou zijn op het concurrerend slachtofferschap en de bereidheid tot vergeving/verzoening. Participanten werd door middel van een experiment gevraagd een voor hen belangrijk conflict te omschrijven met iemand waarmee zij een hechte relatie hebben, waarna er verschillende stellingen en vragen werden voorgelegd. De participanten werden onderverdeeld in drie groepen; een controle groep, een groep die door middel van een korte tekst gemanipuleerd werd met een gemeenschappelijke slachtoffer identiteit en een groep met de manipulatie van een gemeenschappelijke dader identiteit. Resultaten hebben uitgewezen dat een gemeenschappelijke identiteit, waarbij onderscheid werd gemaakt tussen de manipulatie van een gemeenschappelijke slachtoffer identiteit en een gemeenschappelijke dader identiteit, op interpersoonlijk niveau niet van invloed is op de mate van concurrerend slachtofferschap en de bereidheid tot vergeving/verzoening. Het is gebleken dat een hogere mate van boosheid leidt tot een toename van concurrerend slachtofferschap en een afname van de bereidheid tot vergeving/verzoening. Tot slot is er aangetoond dat een sterker gevoel van het morele imago leidt tot een toename van de bereidheid tot vergeving/verzoening, oftewel hoe belangrijker de bescherming van het morele imago, hoe eerder de participanten bereid waren te vergeven/verzoenen. Kernwoorden: Gemeenschappelijke identiteit, Bereidheid tot vergeving/verzoening, Concurrerend slachtofferschap, Moreel imago, Gevoel van controle, Mate van boosheid
4 Kiss and Make-up 4 Inleiding Kun je je een situatie voorstellen met één van je goede vrienden waarin je elkaar gekwetst hebt? Jouw vriend(in) heeft je oneerlijk behandeld en heeft gemene dingen over je gezegd en daarom heb jij hem/haar ook gekwetst. Zijn jullie in dit geval beide slachtoffer of zijn jullie beide dader? Is er maar één slachtoffer en maar één dader? Het slachtoffer is degene die gekwetst wordt door de ander; de dader is de persoon die de ander (het slachtoffer) kwetst. Ben jij uiteindelijk ook bereid de ander te vergeven na dit conflict? Er zijn talloze voorbeelden te bedenken van conflicten, waarbij het wel of niet vergeven van de ander mogelijk een rol kan spelen. Er kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het kwetsen van je partner of aan een meningsverschil dat leidt tot een ruzie tussen twee bedrijven. Wanneer er sprake is van een meningsverschil door het hebben van verschillende opvattingen/doelen (dat heeft geleid tot een ruzie) tussen twee partijen, kan het een conflict 1 genoemd worden (Jehn, 1997; Blake & Mouton, 1964). Wat zorgt er voor dat wij bereid zijn de andere partij te vergeven? Verschillende studies hebben al onderzoek gedaan naar de bereidheid om te vergeven/verzoenen na een conflict, voornamelijk op intergroepsniveau (e.g. Shnabel, Halabi & Noor, in press), wat een basis vormt voor de huidige studie. Op intergroepsniveau gaat het om de communicatie tussen twee groepen, die ieder over een eigen identiteit beschikken waarmee ze zich onderscheiden van anderen (Tajfel, 2010). In het onderzoek van Shnabel, Halabi en Noor (in press) betreft het een groep Joden en een groep Palestijnen. Er is aangetoond dat een gemeenschappelijke identiteit leidt tot het eerder bereid zijn de andere groep te vergeven en te verzoenen met de andere groep en daarnaast tot een afname van de gedachte dat jouw groep meer hebt geleden dan de ander (Shnabel, Halabi & Noor, in press), wat concurrerend slachtofferschap wordt genoemd (Noor, Shnabel, Halabi & Nadler, 2012). Is het mogelijk dat het gevoel van een gemeenschappelijke identiteit ook op interpersoonlijk niveau (tussen twee personen) leidt tot het eerder vergeven/verzoenen van de ander en tot een afname van concurrerend slachtofferschap? Daar er nog weinig onderzoek is verricht naar verzoening op interpersoonlijk niveau en er over verschillende zaken dus nog onduidelijkheid heerst, zal er door middel van de huidige studie vergelijkend met de studie van Shnabel, Halabi en Noor (in press) meer inzicht verkregen worden in de bereidheid om te vergeven/verzoenen na een conflict. Er zal worden gekeken of er net als in het onderzoek van Shnabel, Halabi en Noor (in press) een verschil kan worden gevonden tussen verschillende condities, namelijk een conditie met een gemeenschappelijke slachtoffer identiteit en een conditie met een gemeenschappelijke dader identiteit, als het gaat om het vergeven van de ander. In de gemeenschappelijke slachtoffer identiteit conditie zullen de participanten zich allebei slachtoffer 1 Een lijst met de uitleg van de verschillende begrippen die worden gebruikt in het huidige onderzoek kan worden gevonden in de bijlage.
5 Kiss and Make-up 5 voelen en in de gemeenschappelijk dader identiteit conditie wordt er een gevoel van gelijkheid gecreëerd waarbij beide personen zich de dader voelen. In de huidige studie ligt de focus dus op interpersoonlijk niveau waar het gaat om communicatie tussen twee personen, oftewel waar het individu centraal staat in plaats van de groep, aangezien dit nog vele vragen oproept. Zal de manipulatie van een gemeenschappelijke identiteit op interpersoonlijk niveau dezelfde resultaten (betreffende vergeving/verzoening) tonen als op intergroepsniveau zoals in het onderzoek van Shnabel, Halabi en Noor (in press)? Deze onduidelijkheid leidt daarom tot de vraag hoe de bereidheid tot vergeving/verzoening zal werken op interpersoonlijk niveau aan de hand van de manipulatie van een gemeenschappelijke slachtoffer identiteit en een gemeenschappelijke dader identiteit. Naast de bereidheid tot vergeven/verzoenen wordt er in de huidige studie ook gekeken naar de mate van concurrerend slachtofferschap, dat in het onderzoek van Shnabel, Halabi en Noor (in press) ook resultaten opleverde. Tot slot wordt er in dit onderzoek gekeken of de mate van boosheid, het morele zelfbeeld en het gevoel van controle mogelijk van invloed zijn op de bereidheid van mensen om de ander te vergeven en zich met deze persoon te verzoenen. Vergeving en verzoening Enkele onderzoeken hebben zich eerder gericht op verzoening. Volgens Staub, Pearlman, Gubin en Hagengimana (2005) is verzoening vrijwel gelijk aan conflictoplossing, maar in het geval van verzoening treedt er nadat het conflict is opgelost een verandering op in de psychologische oriëntatie ten opzichte van de andere partij, wat betekent dat er geleidelijk een positieve houding wordt aangenomen bij beide partijen. Wanneer mensen problemen hebben met elkaar over hoe zij omgaan met hun emoties moeten ze deze eerst oplossen, voordat verzoening tussen de twee partijen mogelijk is (Nadler, 2002; Nadler & Liviatan, 2006). In het huidige onderzoek wordt de participanten gevraagd een conflict terug te halen aan de hand van een experiment, waarbij tot slot gevraagd wordt of vergeving van de andere partij wel of niet heeft plaatsgevonden. Vergeving is in vergelijking tot verzoening een breder onderzocht onderwerp. Vergeving treedt op wanneer de gevoelens van woede worden losgelaten, nadat een persoon het gevoel van vertrouwen ten opzichte van de andere partij heeft geschonden (Brandsma, 1982) en er een positieve houding wordt aangenomen (McCullough, Fincham, & Tsang, 2003). In het geval dat een slachtoffer zijn/haar dader niet vergeeft na gekwetst te zijn door deze persoon, heeft het slachtoffer volgens Gottman (1993) normaal gezien twee opties; (a) contact vermijden met de dader of (b) wraak nemen op de dader. Wanneer slachtoffers hun tegenpartij wél vergeven, hebben de slachtoffers geen reden meer om contact met de ander te vermijden of om wraak te willen nemen. Door middel van het wegnemen van de gevoelens van contactvermijding en wraak, staat het slachtoffer weer open voor het opbouwen van de relatie. Volgens McCullough, Pargament en Thoresen (2000) verandert vergeving
6 Kiss and Make-up 6 de motivaties om de ander te vermijden en wraak te nemen in een motivatie om een positieve relatie in stand te houden. Verschillende onderzoeken laten zien dat er een relatie is gevonden tussen verzoening en vergeving, wat betekent dat deze van invloed zijn op elkaar (Massey, 2010; in Kalayjian & Paloutzian, 2010; Exline & Baumeister, 2000). Zo vond Massey (2010) dat de eerste fase richting verzoening de deur naar vergeving opent. Het accepteren van de poging tot vergeving, zal hulp bieden om verzoening te verwezenlijken. Vergeving is een onderdeel van en vergemakkelijkt de weg naar verzoening. Daarnaast vonden verschillende onderzoeken dat vergeving negatieve gevoelens en motivaties wegneemt en deze vervangt door positieve/verzoenende motivaties (Enright & Fitzgibbons, 2000; McCullough, Fincham, & Tsang, 2003). In de huidige studie worden vergeving en verzoening samengenomen (de bereidheid tot vergeving/verzoening), aangezien er is aangetoond dat vergeving en verzoening gerelateerd zijn aan elkaar. Verzoening op intergroepsniveau De huidige studie richt zich op de bereidheid tot vergeving/verzoening na een conflict op interpersoonlijk niveau aan de hand van een gemeenschappelijke identiteit, het gevoel gelijk te zijn aan elkaar, waar nog nauwelijks onderzoek naar gedaan is. Wat er bekend is over dit onderwerp komt van onderzoek op intergroepsniveau tussen Joden en Palestijnen (Shnabel, Halabi & Noor, in press). Het onderzoek van Shnabel, Halabi en Noor (in press) zal daarom nader beschreven worden. Een gemeenschappelijke identiteit op intergroepsniveau houdt in dat leden van een groep zich identificeren met een groep, oftewel leden hebben het gevoel verbonden te zijn met de groep (Back, 1951). Het onderzoek van Shnabel et al. (in press) is gebaseerd op het Common Ingroup Identity Model (CIIM; Gaertner & Dovidio, 2000). Volgens dit model kunnen intergroepsrelaties meer harmonieus worden door middel van het ontwikkelen van een common superordinate identity in plaats van zich vast te houden aan hun eigen gescheiden identiteiten. De verschillen tussen twee groepen (met ieder hun eigen identiteit) kunnen worden verkleind door het manipuleren van een gemeenschappelijke identiteit. Groepen nemen een minder negatieve houding aan ten opzichte van de andere partij (Gaertner, Dovidio, Anastasio, Bachman, & Rust, 1993). In het onderzoek van Shnabel, Halabi en Noor (in press) is er gekeken naar twee verschillende groepen die in conflict lagen met elkaar, namelijk Joden en Palestijnen. In het geval van de Joden en Palestijnen werd er ook een common superordinate identity ontwikkeld: 'Middle-Easterners. Aan de hand van deze transformatie veranderden de percepties van de groepsgrenzen van uitsluitend slachtoffers of daders naar een meer ingesloten wij (bijvoorbeeld: beide partijen zijn slachtoffer van het conflict en delen een gemeenschappelijk slachtoffer identiteit). Zou het manipuleren van een gemeenschappelijke identiteit ook zo uitpakken op interpersoonlijk niveau? Binnen het onderzoek van Shnabel et al. (in press) zijn er twee studies gedaan, die een basis vormen voor de huidige studie. De eerste studie, waar gebruik is gemaakt van drie condities
7 Kiss and Make-up 7 (gemeenschappelijke slachtoffer identiteit, gemeenschappelijke regionale identiteit en een controleconditie), heeft aangetoond dat een gemeenschappelijke slachtoffer identiteit bij groepen zorgt voor een toegenomen bereidheid tot vergeving/verzoening. Naast deze toegenomen bereidheid van vergeving/verzoening bleek dat in deze conditie het concurrerend slachtofferschap is afgenomen. Tussen vijandelijke groepen blijkt concurrerend slachtofferschap een belangrijke rol te spelen, wat betekent dat groepsleden sterk de gedachte hebben dat hun groep meer heeft geleden dan de andere groep (Noor, Shnabel, Halabi & Nadler, 2012). Groepen zijn gemotiveerd vast te stellen dat hun groep het echte slachtoffer is zowel op intergroeps- (Baram & Klar, 2012) als op interpersoonlijk niveau (Sonnenschein, 2008). Nadler en Saguy (2003) hebben aangetoond dat wanneer groepen langdurig vijanden zijn, ze een diep gevoel van slachtofferschap voelen. Daarnaast nemen Noor et al. (2012) aan dat een dergelijke concurrentiestrijd groepen laat nadenken over het herstel van hun morele imago, zodat ze weer worden gezien als morele mensen (Staub et al., 2005), en hun gevoel van controle (en macht; Foster & Rusbult, 1999) dat is beschadigd tijdens het conflict. Het onderzoek van Shnabel et al. (in press) laat zien dat de manipulatie van een gemeenschappelijke slachtoffer identiteit de mate van concurrerend slachtofferschap verlaagt. Dit wil zeggen dat wanneer Joden en Palestijnen het gevoel hebben beide slachtoffer te zijn, zij zichzelf minder aanwijzen als degene die het meest geleden hebben. In de huidige studie zal er bekeken worden of een gemeenschappelijke identiteit op interpersoonlijk niveau dezelfde resultaten zal aantonen wat betreft de bereidheid tot vergeving/verzoening en concurrerend slachtofferschap. In de tweede studie binnen het onderzoek van Shnabel, Halabi en Noor (in press) is er gebruik gemaakt van vier verschillende condities, namelijk de conditie met een gemeenschappelijke slachtoffer identiteit, een gemeenschappelijke dader identiteit, een gemeenschappelijke regionale identiteit en een controle conditie. Participanten namen deel aan drie onderdelen; het lezen van een tekst over het Joods-Palestijnse conflict met daarin de manipulatie, een ongerelateerde tweede taak en het beantwoorden van een vragenlijst die de afhankelijke variabelen zouden meten. Shnabel et al. (in press) hebben aangetoond dat wanneer mensen het gevoel hebben dat beide partijen slachtoffer of dader zijn, zij eerder bereid zijn te verzoenen met de andere partij en zij minder geneigd zijn zichzelf aan te wijzen als het slachtoffer (afname van concurrerend slachtofferschap). Daarnaast is er ook aangetoond dat beide condities (slachtoffers en daders) op een verschillende manier tot deze toegenomen bereidheid tot vergeving/verzoening komen. In de gemeenschappelijke slachtoffer identiteit conditie gebeurde dit door middel van een afname van de bescherming van het morele imago, oftewel de perceptie dat anderen hen zien als morele mensen (Staub et al., 2005). Dit komt doordat slachtoffers een gevoel van onschuld en morele overmacht hebben (Shnabel, Nadler, Ullrich, Dovidio, & Carmi, 2009). Dit betekent dat hoe minder belangrijk slachtoffers het beschermen van hun morele imago vinden, des te meer zij bereid zijn te vergeven/verzoenen. In de gemeenschappelijke dader identiteit conditie is de afname van het gevoel van controle de reden waarom mensen eerder
8 Kiss and Make-up 8 bereid waren te vergeven/verzoenen met de andere partij. Het behoren tot een groep die zichzelf ziet als de dader, zorgt voor een groter gevoel van macht en dominantie (Shnabel et al., 2009). Wanneer dit gevoel van macht en dominantie afneemt, is de dader groep eerder bereid de andere partij te vergeven en te verzoenen met de andere partij. Interpersoonlijke relaties De huidige studie richt zich op conflicten op interpersoonlijk niveau tussen twee personen die dicht bij elkaar staan. Volgens Kelley et al. (1983) kan een hechte interpersoonlijke relatie beschreven worden als een verbinding tussen twee mensen die gelijk gedrag vertonen en gelijke emoties en gedachten hebben. Het gevoel van gelijkheid geeft een gevoel van verbintenis tussen twee personen. Wanneer twee mensen elkaar regelmatig zien en regelmatig samen handelen, wordt er gesproken over een interactie (een wederzijdse werking op elkaar). Volgens Kelley et al. (1983) kan een relatie hecht genoemd worden wanneer deze sterk, frequent en gevarieerd is, wat het boeiend houdt. Daarnaast is een hechte relatie gebaseerd op een langere termijn en bestaat deze voornamelijk uit positieve emoties en betrokkenheid. Verschil tussen intergroeps- (tussen twee groepen) en interpersoonlijk (tussen twee mensen) niveau kan leiden tot andere uitkomsten wat betreft de bereidheid tot vergeving/verzoening. Volgens Tajfel (2010) kan een groep beschreven worden als twee of meer personen die afhankelijk zijn van elkaar om hun behoeften te bevredigen of om doelen te bereiken. Deze onderlinge afhankelijkheid leidt tot een samenwerking tussen personen en een wederzijdse invloed op elkaar. Binnen een groep is er een subjectief gevoel van wij, van samen en van bij elkaar horen. Leden van een groep denken positief over elkaar. Op intergroepsniveau handelen leden volgens de gedachte van de groep en gaat het niet om een persoonlijke relatie (Tajfel, 1981; in Tajfel, 2010). Volgens Gaertner en Dovidio (2012) gaat het bij groepen om het vasthouden aan hun gescheiden identiteiten. Op interpersoonlijk niveau daarentegen wordt er gehandeld vanuit het individu en gaat het om een persoonlijke relatie met gelijk gedrag (Kelley et al., 1983) tussen twee personen. Volgens Insko, Kirchner, Pinter, Efaw en Wildschut (2005) zijn relaties tussen groepen meer competitief en minder behulpzaam dan relaties tussen individuen. De verschillen tussen twee groepen (intergroepsniveau) zullen mogelijk groter zijn dan de verschillen tussen twee individuen (interpersoonlijk niveau). Dit kan betekenen dat het manipuleren van een gemeenschappelijke identiteit in het huidige onderzoek op interpersoonlijk niveau mogelijk voor andere uitkomsten zorgt dan in het onderzoek van Shnabel, Halabi en Noor (in press) op intergroepsniveau. Op basis van het verschil tussen intergroeps- en interpersoonlijk niveau wordt er verwacht dat er in het huidige onderzoek op interpersoonlijk niveau anders zal worden gereageerd op de manipulatie van een gemeenschappelijke identiteit dan in het onderzoek van Shnabel et al. (in press) op intergroepsniveau. Het onderzoek van Shnabel, Halabi en Noor (in press) heeft aangetoond dat zowel een gemeenschappelijke slachtoffer identiteit als een gemeenschappelijke dader identiteit op
9 Kiss and Make-up 9 intergroepsniveau leidde tot een afname van de gedachte zichzelf het slachtoffer te vinden en daarnaast tot een hogere bereidheid de ander te vergeven of met de ander te verzoenen. De verschillen tussen beide groepen (Joden en Palestijnen) waren groot, maar aan de hand van de manipulatie van een gemeenschappelijke identiteit zijn deze verkleind en ontstond er een gevoel van wij (Middle- Easteners). Shnabel et al. (in press) hebben aangetoond dat wanneer mensen het gevoel hebben gelijk te zijn aan elkaar, het makkelijker is de ander te vergeven. Binnen een interpersoonlijke relatie is er al sprake van een gevoel van gelijkheid. Volgens Kelley et al. (1983) is een interpersoonlijke relatie gebaseerd op een verbinding tussen twee mensen met gelijk gedrag, emoties en gedachten. Het verschil tussen twee personen is in een interpersoonlijke relatie klein, aangezien deze relatie gebaseerd is op gelijkenissen tussen twee personen. In het huidige onderzoek wordt er daarom aangenomen dat het lastiger is het verschil kleiner te maken aan de hand van een gemeenschappelijke identiteit, waarbij een gevoel van gelijkheid wordt gemanipuleerd. Dit leidt tot de verwachting dat de toegevoegde waarde van een gemeenschappelijke identiteit kleiner is bij een interpersoonlijk conflict dan bij een intergroepsconflict, waarbij het huidige onderzoek op interpersoonlijk niveau wordt vergeleken met het onderzoek van Shnabel, Halabi en Noor (in press) op intergroepsniveau. Als het zo is dat deze redenering klopt, dan zal er geen verschil gevonden worden tussen de verschillende condities gemeenschappelijke slachtoffer identiteit en gemeenschappelijke dader identiteit op de bereidheid tot vergeving/verzoening en het concurrerend slachtofferschap. Dit leidt tot de volgende hypothesen: H1: Er zal geen verschil worden gevonden tussen de condities (gemeenschappelijke slachtoffer identiteit en gemeenschappelijke dader identiteit) op de mate van de bereidheid tot vergeving/verzoening op interpersoonlijk niveau. H2: Er zal geen verschil worden gevonden tussen de condities (gemeenschappelijke slachtoffer identiteit en gemeenschappelijke dader identiteit) op de mate van concurrerend slachtofferschap op interpersoonlijk niveau. Bereidheid tot vergeving/verzoening Er zijn verschillende aanwijzingen dat de bereidheid tot vergeving/verzoening verhoogd kan worden. Volgens het Needs-Based Model of reconciliation (Shnabel & Nadler, 2008, Shnabel et al., 2009) spelen het morele zelfbeeld en het gevoel van controle een belangrijke rol bij de bereidheid tot vergeving/verzoening. Door middel van dit model kan de bereidheid tot verzoening worden gemeten. Dit model focust op de interactie tussen twee partijen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen slachtoffers en daders. Wanneer er wordt voldaan aan verschillende emotionele behoeften van de mens, kan dit leiden tot een verhoogde bereidheid tot verzoening. Onder emotionele behoeften worden immateriële zaken verstaan, dus geen tastbare behoeften als bijvoorbeeld geld, maar in dit geval het tevreden houden van gevoel van controle en het morele zelfbeeld door middel van bijvoorbeeld
10 Kiss and Make-up 10 vergeving. Wanneer deze emotionele behoeften niet worden bevredigd, kan verzoening niet plaatsvinden. Volgens het Needs-Based Model bedreigen conflicten het morele imago van de daders (het gevoel dat anderen hen zien als moreel) en het gevoel van controle van de slachtoffers. Het gevoel van controle bestaat onder andere uit het gevoel van macht (Foster & Rusbult, 1999) en zelfwaardering (Scobie & Scobie, 1998). Het is echter zo dat wanneer twee partijen (individuen of groepen) betrokken zijn in een hardnekkig conflict, beide partijen tegelijkertijd functioneren als slachtoffer én als dader, daar beiden elkaar herhaaldelijk kwetsen en teleurstellen (SimanTov-Nachlieli, Shnabel, & Nadler, 2013). Dit betekent dat bij beide partijen zowel hun morele imago als hun gevoel van controle wordt aangetast. Zowel slachtoffers als daders zijn daardoor gemotiveerd om hun identiteit positief te herstellen aan de hand van het herstel van hun morele imago en gevoel van controle. Aan de ene kant kunnen slachtoffers wraak nemen en aan de andere kant kunnen daders vragen om vergeving. Volgens het Needs-Based Model of reconciliation kan het wegnemen van beschadigingen op de identiteit van een individu of een groep (het herstel) de bereidheid tot verzoening verhogen. In vier studies onderzochten Shnabel en Nadler (2008) de bereidheid tot verzoening aan de hand van het Needs-Based Model of reconciliation. Shnabel en Nadler hebben aangetoond dat deze bereidheid wordt vergemakkelijkt naarmate beschadiging van het morele imago en het gevoel van controle wordt hersteld, bijvoorbeeld door het aanbieden van excuses of het toekennen van vergeving. Slachtoffers voelen zich minder machtig en daders hebben het gevoel een lager moreel zelfbeeld te hebben. In de eerste 2 studies werd de participanten gevraagd een taak te volbrengen waarbij een gevoel van onrechtvaardigheid werd gemanipuleerd (op intergroeps niveau, in dit geval tussen schrijvers en juryleden), de andere 2 studies waren gebaseerd op een vignet (op interpersoonlijk niveau). Dit betreft een situatie waar de respondent zich in in moest leven (Finch, 1987). Binnen het onderzoek van Shnabel en Nadler (2008) werd er onder andere een situatie geschetst waarin de respondent een student (slachtoffer) was die niet wilde werken op Nieuwjaarsavond en hiervoor vrij moest vragen bij zijn/haar manager (dader). Dit verzoek werd afgewezen. Vervolgens konden zowel de slachtoffers als de daders een bericht ontvangen van de ander waarin begrip werd getoond ( acceptance ) voor de situatie of een bericht waarin het slachtoffer erkent dat de dader rechtvaardig heeft gehandeld/een bericht waarin de dader de verantwoordelijkheid neemt voor het onrecht dat is aangedaan ( empowerment ). De bevindingen van het onderzoek van Shnabel en Nadler (2008) ondersteunen de gedachtegang van het Needs-Based Model of reconciliation. Shnabel en Nadler (2008) laten zien dat slachtoffers zich in een conflict minder machtig voelen dan de daders, doordat hun gevoel van controle is aangetast. Het bleek dat slachtoffers in deze situatie gevoeliger waren voor empowerment berichten, waarin de dader de verantwoordelijkheid neemt voor het onrecht. Daarnaast voelen daders zichzelf meer moreel ontoereikend dan slachtoffers, doordat hun morele imago is beschadigd. Daders
11 Kiss and Make-up 11 waren in deze situatie gevoeliger voor berichten waarin begrip werd getoond (acceptance). Het Needs- Based Model of reconciliation heeft aangetoond dat de bereidheid tot verzoening verhoogd wordt tussen twee partijen door middel van het herstellen van het morele imago en het gevoel van controle. Oftewel, het onderzoek heeft aangetoond dat de bereidheid tot verzoening bij slachtoffers wordt gemedieerd door het herstel van het gevoel van controle en bij daders door het herstel van het morele imago, waardoor daders het gevoel hebben dat ze weer als morele personen gezien worden. In tegenstelling tot het onderzoek van Shnabel, Halabi en Noor (in press) op intergroepsniveau wordt er in het huidige onderzoek niet verwacht dat er een hoofdeffect zal zijn tussen een gemeenschappelijke identiteit en de bereidheid tot vergeving/verzoening, wat betekent dat mediatie in dit geval ook geen rol kan spelen. Er wordt echter wel verwacht dat het morele imago en het gevoel van controle een rol zullen spelen op de bereidheid tot vergeving/verzoening, zonder dat er sprake is van de manipulatie van een gemeenschappelijke identiteit. In het onderzoek van Shnabel en Nadler (2008) waar werd aangetoond dat herstel van het morele imago en het gevoel van controle leidde tot een hogere bereidheid tot vergeving/verzoening, werden de participanten niet gemanipuleerd met een gemeenschappelijke identiteit. Participanten kregen voorafgaand aan het onderzoek de rol van slachtoffer of dader toegewezen, wat dus heeft geleid tot een hogere bereidheid tot vergeving/verzoening. Uitgaande van het Needs-Based Model of reconciliation (Shnabel & Nadler, 2007) wordt er in het huidige onderzoek daarom verwacht dat bescherming van het morele imago en het gevoel van controle een direct effect zullen hebben op de bereidheid tot vergeving/verzoening. H3: Mediatie van het morele imago en het gevoel van controle zal geen rol spelen in het huidige onderzoek, maar herstel van het morele imago en het gevoel van controle zal de bereidheid tot vergeving/verzoening verhogen. Mate van boosheid in een conflict In het huidige onderzoek werd er gevraagd een conflict te beschrijven met iemand waarmee de participant een hechte relatie heeft. Volgens Jehn (1997) ontstaat een conflict wanneer twee partijen verschillende opvattingen hebben of tegengestelde doelen. Van de gevoelens die ontstaan in een conflict, is boosheid de meeste prominente en doordringende (Allred, 1999). De emotie boosheid speelt volgens Allred (1999) dus een essentiële rol in een conflict. Wanneer een persoon wordt geconfronteerd met een boos ander persoon, worden zij zelf ook boos en zijn zij minder geneigd nog te communiceren met de ander (Kopelman, Rosette, & Thompson, 2006). Naast bovenstaande bevindingen zou het ook mogelijk kunnen zijn dat boosheid in een conflict een effect heeft op hoe bereid mensen zijn in het vergeven van de ander en het verzoenen met de ander. Dit leidt tot de volgende hypothese: H4: De mate van boosheid zal invloed hebben op de bereidheid tot vergeving/verzoening; meer boosheid zal leiden tot een lagere bereidheid tot vergeving/verzoening.
12 Kiss and Make-up 12 Volgens Baumeister, Stillwell en Wotman (1990) verschilt de mate van boosheid in een interpersoonlijk conflict, dit hangt af van het slachtoffer of dader perspectief. Baumeister, Stillwell en Wotman (1990) deden onderzoek naar tegenstrijdigheden tussen twee personen met gevoelens van boosheid in een interpersoonlijk conflict. Beide partijen werden ondervraagd over hetzelfde conflict, zonder hiervan op de hoogte te zijn van elkaar. Uit dit onderzoek bleek dat slachtoffers in interpersoonlijke conflicten met gevoelens van boosheid geneigd zijn om conflicten als schadelijker te ervaren dan de daders doen en daarnaast het tijdsbestek van het conflict als langer. Zij spraken vrijwel niet over een goede afloop. Dit resulteerde juist in nog meer boosheid en beschadiging van de relatie, waardoor zij het conflict niet als afgehandeld zagen. Uit het onderzoek van Baumeister, Stillwell en Wotman (1990) bleek dat de daders in het conflict negatieve gevoelens opriepen bij de slachtoffers. Het gedrag van de daders werd door de slachtoffers als zinloos en onrechtvaardig gezien. Anderszins, in het geval dat deze zelfde slachtoffers (ook) de daders zijn, is er aangetoond dat eigen acties en motivaties wél als rechtvaardig worden beschouwd. Oftewel, de daders vinden hun eigen gedrag acceptabel en hadden geen oog voor de negatieve gevoelens van de slachtoffers. Daarnaast zien de daders de situatie sneller als afgehandeld. Het slachtoffer of de dader zijn of zich slachtoffer of dader voelen, beïnvloedt dus de manier waarop het interpersoonlijke conflict wordt gezien. Bovendien hebben SimanTov-Nachlieli, Shnabel en Nadler (2013) aangetoond dat wanneer twee partijen in een hardnekkig conflict betrokken zijn, zij functioneren als slachtoffer én als dader tegelijk. Er wordt door beide partijen herhaaldelijk gekwetst en teleurgesteld. Volgens Staub en Pearlman (2001) nemen beide partijen (zowel de slachtoffers als de daders) het conflict op een egocentrische manier waar en zijn minder in staat de perspectieven van de andere partij te begrijpen. In het huidige onderzoek is het daarom aannemelijk dat de mate van boosheid invloed zal hebben op de mate van het concurrerend slachtofferschap, omdat beide partijen kunnen functioneren als slachtoffer en als dader tegelijk. Beide partijen wijzen daarom mogelijk zichzelf aan als de partij die het meest heeft geleden. Dit leidt tot de volgende hypothese: H5: De mate van boosheid zal invloed hebben op het concurrerend slachtofferschap; meer boosheid zal leiden tot een hogere mate van het gevoel zelf het meest te hebben geleden. Bovenstaande verwachtingen zullen worden getoetst aan de hand van een experiment. Methode Participanten Participanten in de huidige studie waren 86 bachelor en premaster studenten van de Faculteit Geesteswetenschappen aan de Universiteit van Tilburg. De eerste 6 respondenten konden niet worden meegenomen in het onderzoek, aangezien er in de vragenlijst een aanpassing is gemaakt in de manipulatie na het afnemen van deze vragenlijsten. De 80 participanten die succesvol hebben deelgenomen aan het onderzoek en daarom mee kunnen worden genomen in de analyse, hadden een gemiddelde leeftijd van 21.3 jaar (SD = 2.5), waarbij de leeftijd varieerde van 18 tot en met 29 jaar.
13 Kiss and Make-up 13 De participanten, 31 mannen en 49 vrouwen, werden random toegedeeld aan één van de 3 condities, namelijk aan de gemeenschappelijke slachtoffer identiteit conditie, de gemeenschappelijke dader identiteit conditie of de controle conditie. Aangezien de vragenlijst volledig in het Nederlands is opgesteld, was het onderzoek alleen bedoeld voor Nederlandse studenten. Procedure De vragenlijsten zijn afgenomen in geluidsdichte cabines op de Universiteit van Tilburg. Er is gekozen voor deze manier van afname, zodat de participanten allemaal op dezelfde wijze de vragenlijst zouden invullen. Alle respondenten gaven toestemming om deel te nemen aan het onderzoek door middel van het tekenen van een consent formulier. Na deelname aan het onderzoek ontvingen alle studenten 0,5 proefpersoonpunten. Na een korte uitleg van de onderzoeker over de procedure van het experiment, werd er begonnen met het invullen van de demografische gegevens. Na het invullen van de demografische gegevens werd de participanten gevraagd een conflict situatie (bij voorkeur uit het afgelopen jaar) terug te halen met iemand die dichtbij hen staat, waarbij zij de ander hebben gekwetst maar de ander ook hen. Na het terughalen van het betreffende conflict werd de studenten gevraagd deze situatie zo uitgebreid mogelijk te beschrijven. Over deze situatie werden vervolgens verschillende algemene vragen gesteld, zoals Wie was deze persoon met wie dit incident is voorgevallen en Wanneer is het incident voorgevallen. Deze vragen konden worden beantwoord aan de hand van meerkeuze antwoorden. Dit gedeelte van de vragenlijst was voor alle drie de condities hetzelfde. Pas verderop in de vragenlijst werd er een verschil gemaakt tussen de condities gemeenschappelijke slachtoffer identiteit, gemeenschappelijk dader identiteit en de controle conditie. Alle stellingen die zijn opgenomen in de vragenlijst zijn grotendeels afkomstig uit een eerder onderzoek van Shnabel, Halabi en Noor (in press). Manipulatie Het gedeelte van de vragenlijst dat de manipulatie betrof, verschilde voor de drie condities die van toepassing zijn in dit onderzoek: gemeenschappelijke slachtoffer identiteit, gemeenschappelijke dader identiteit en de controle conditie. In de gemeenschappelijke slachtoffer identiteit conditie werd de participanten een korte tekst voorgelegd, waarin werd uitgelegd dat wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat beide personen in een conflict slachtoffer zijn en dus gelijk aan elkaar. De studenten in de gemeenschappelijke dader identiteit conditie werd een soortgelijke tekst voorgelegd, maar in deze conditie werd uitgelegd dat beide personen dader zijn binnen eenzelfde conflict. In de controleconditie was er geen sprake van een korte tekst, maar werd de participanten gevraagd door te gaan met de vragenlijst. Metingen Check sterkte van het conflict Verschillende schaalvragen werden gesteld om de variabele mate van boosheid en dus de sterkte van het eerder opgeschreven conflict te meten ( In hoeverre heeft de ander jou gekwetst? ; Cronbach s α =
14 Kiss and Make-up 14.72). Om deze variabele breder te meten is er ook gevraagd wat de ander volgens de participant denkt of voelt ( De ander vindt dat ik hem/haar heb gekwetst? ; Cronbach s α =.67). Mediatoren: morele imago en gevoel van controle Na het meten van de mate van boosheid bestond de vragenlijst uit de metingen van de mediatoren moreel imago (bescherming van het morele imago) en gevoel van controle. De mediator moreel imago werd gemeten aan de hand van zeventien items, om te bepalen in welke mate participanten gemotiveerd waren om hun morele imago te beschermen door middel van een 7-punts Likert-schaal. Deze mediator is onderverdeeld in drie groepen stellingen: sociaal moreel (e.g. Mijn gedrag was moreel gezien juist ), moreel imago (e.g. Ik denk dat de ander dacht dat mijn gedrag eerlijk was ) en morele noodzaak (e.g. Ik wil dat de ander begrijpt waarom ik me zo heb gedragen ). De onderdelen sociaal moreel en moreel imago werden voorafgaan aan de manipulatie gemeten en hebben samen een Cronbach s alpha van α =.89. Het onderdeel morele noodzaak werd na de manipulatie pas gemeten. De drie onderdelen samen betreffen een Cronbach s alpha van α =.78. Dertien items bepaalde de meting van de mediator gevoel van controle (e.g. Ik voelde me sterk ten opzichte van de ander en Ik had meer invloed willen hebben tijdens het conflict ; α =.64). Deze variabele werd gemeten aan de hand van een 7-punts Likert-schaal (1=Helemaal niet; 7=Heel erg). Deze beide mediatoren ondersteunen mogelijk de bereidheid om te verzoenen. Afhankelijke variabelen: concurrerend slachtofferschap en bereidheid tot vergeving/verzoening Respondenten werd gevraagd verschillende vragen te beantwoorden/stellingen te beoordelen die de afhankelijke variabelen concurrerend slachtofferschap en de bereidheid tot vergeving/verzoening meten. De afhankelijke variabele concurrerend slachtofferschap is gemeten aan de hand van 8 items op een 7-punts Likert-schaal (1=Helemaal niet; 7=Heel erg). In hoeverre voel je je gekwetst door de ander? en In hoeverre voel je je beledigd door de ander? (α =.75) waren onder andere vragen die deze afhankelijke variabele meten. De respondenten werd gevraagd 9 items te beoordelen om de afhankelijke variabele de bereidheid tot vergeving/verzoening te meten door middel van een 7-punts Likert-schaal. Stellingen die deze variabele hebben gemeten waren onder andere: Ik voel dat we verbonden zijn en Ik denk dat de sfeer tussen ons in de toekomst goed zal zijn (α =.89). Een overzicht van de Cronbach s Alpha per variabele is te vinden in Tabel 2. De vragenlijst eindigde met de vraag of het conflict tussen de participant en de andere partij nu is opgelost of niet, wederom door het gebruik van een 7-punts Likert-schaal (1=Helemaal niet opgelost; 7=Helemaal opgelost). Resultaten Sterkte van het conflict aan de hand van de mate van boosheid Om de sterkte van het conflict te analyseren is er bekeken in hoeverre de participanten boos waren aan de hand van het beschrijven van hun conflict. Dit wordt in het huidige onderzoek de mate van
15 Kiss and Make-up 15 boosheid genoemd. De mate waarin de participanten boos waren op de ander betreft een gemiddelde van 4.74 (SD = 1.16). De mate waarin de participanten het gevoel hadden dat de ander boos was op hen betreft een gemiddelde van 4.67 (SD = 1.11). Dit laat zien dat de participanten over het algemeen ruim boven de 3.5 scoren (dit staat voor neutraal ), wat betekent dat het gevoel van boosheid aanwezig was. Gemeenschappelijke identiteit Om te toetsen of een van de verschillende condities (een gemeenschappelijke slachtoffer identiteit of een gemeenschappelijke dader identiteit) van invloed is op de mate van concurrerend slachtofferschap en de bereidheid tot vergeving/verzoening, is er een ANOVA uitgevoerd. Verwacht werd in de eerste hypothese dat er geen significante resultaten zouden worden gevonden tussen een gemeenschappelijke identiteit (slachtoffer en dader) en de bereidheid tot vergeving/verzoening. Daarnaast werd er in de tweede hypothese verwacht dat een gemeenschappelijke identiteit (slachtoffer of dader) ook niet van invloed zou zijn op het concurrerend slachtofferschap. Er is gebruik gemaakt van de ANOVA met als onafhankelijke variabele de conditie (gemeenschappelijke slachtoffer identiteit, gemeenschappelijke dader identiteit en de controle conditie) en als afhankelijke variabelen werden de bereidheid tot vergeving/verzoening en concurrerend slachtofferschap ingevoerd. Er is aangetoond dat er geen significant resultaat gevonden is van de verschillende condities gemeenschappelijke slachtoffer identiteit en gemeenschappelijke dader identiteit op de bereidheid tot vergeving/verzoening (F (2,77) = 0.05, p =.96). Ook werd er geen significant resultaat gevonden van de verschillende condities gemeenschappelijke slachtoffer identiteit en gemeenschappelijke dader identiteit op de mate waarop mensen zichzelf aanwijzen als het slachtoffer (concurrerend slachtofferschap) (F (2,77) = 0.12, p =.89). Oftewel, de participanten zijn niet geneigd zich eerder te verzoenen of zichzelf minder als het slachtoffer te zien, wanneer zij gemanipuleerd zijn met het gevoel van een gemeenschappelijke identiteit. Mediatieanalyse: gemeenschappelijke identiteit op de bereidheid tot vergeving/verzoening Doordat er werd verwacht dat er geen hoofdeffect zou zijn tussen een gemeenschappelijke identiteit en de bereidheid tot vergeving/verzoening, kon mediatie in het huidige onderzoek ook geen rol spelen. Een mediatieanalyse is ter controle toegepast om aan te tonen dat er in het huidige onderzoek inderdaad geen sprake is van mediatie. Er is een mediatieanalyse toegepast met multiple mediators (Preacher & Hayes, 2008) om te analyseren dat herstel van het morele imago en het gevoel van controle geen versterkt effect heeft op de bereidheid tot vergeving/verzoening tussen de verschillende condities, dit omdat er überhaupt geen sprake is van dit effect. Dit toetst deels de derde hypothese. De eerste stap binnen de mediatieanalyse is te analyseren of er een direct effect is van de verschillende condities op de bereidheid tot vergeving/verzoening gecontroleerd voor het morele imago en het gevoel van controle. Zie figuur 1 voor het gehele mediatie model waarbij onderscheid wordt gemaakt
16 Kiss and Make-up 16 tussen de conditie gemeenschappelijke slachtoffer identiteit (a) en gemeenschappelijke dader identiteit (b). Figuur 1. Mediatie analyse laat zien dat het morele imago en gevoel van controle geen rol spelen als mediator in het huidige onderzoek. (a) Model: Gemeenschappelijke slachtoffer identiteit Moreel imago Gevoel van controle.16.78*** Gemeenschappelijke slachtoffer identiteit.26 Bereidheid tot vergeving/ verzoening ***p <.001 (b) Model: Gemeenschappelijke dader identiteit Moreel imago Gevoel van controle *** Gemeenschappelijke dader identiteit.26 Bereidheid tot vergeving/ verzoening ***p <.001 Er blijkt geen direct effect te zijn tussen de gemeenschappelijke slachtoffer identiteit conditie en de bereidheid tot vergeving/verzoening gecontroleerd voor bescherming van het morele imago en gevoel van controle. Dit betreft de gemeenschappelijke slachtoffer identiteit ten opzichte van de controle conditie (b = 0.26, p =.48). Er is geen sprake van mediatie, omdat de totale indirecte effecten niet significant zijn. Het 95% betrouwbaarheidsinterval voor het totale indirecte effect van gemeenschappelijke slachtoffer identiteit moreel imago bereidheid tot vergeving/verzoening lag tussen de en.538, oftewel de nul komt voor in het 95% betrouwbaarheidsinterval wat betekent
17 Kiss and Make-up 17 dat er geen sprake is van mediatie. Het 95% betrouwbaarheidsinterval voor het totale indirecte effect van gemeenschappelijke slachtoffer identiteit gevoel van controle bereidheid tot vergeving/verzoening lag tussen de en.208. Ook blijkt er geen direct effect te zijn tussen de gemeenschappelijke dader identiteit conditie en de bereidheid tot vergeving/verzoening gecontroleerd voor bescherming van het morele imago en gevoel van controle. Dit betreft ook de gemeenschappelijke dader identiteit ten opzichte van de controle conditie (b = 0.04, p =.92). Dat er geen sprake is van mediatie geldt ook voor gemeenschappelijke dader identiteit moreel imago bereidheid tot vergeving/verzoening. Het 95% betrouwbaarheidsinterval voor dit totale indirecte effect lag tussen de en.153. Het 95% betrouwbaarheidsinterval voor het totale indirecte effect van gemeenschappelijke dader identiteit gevoel van controle bereidheid tot vergeving/verzoening lag tussen de en.018. Er is geen effect aangetroffen tussen de twee condities (gemeenschappelijke slachtoffer en dader identiteit) en de bereidheid tot vergeving/verzoening, wat betekent dat er ook geen sprake is van het versterken van een effect aan de hand van het herstel van het morele imago en het gevoel van controle. Vervolgens is er aangetoond dat er geen relatie bestaat tussen een gemeenschappelijke slachtoffer identiteit en de bescherming van het morele imago (b = 0.16, p =.42) en het gevoel van controle (b = -0.03, p =.88), gecontroleerd voor de bereidheid tot vergeving/verzoening. Daarnaast is er ook geen verband gevonden tussen een gemeenschappelijke dader identiteit en de bescherming van het morele imago (b = -0.15, p =.47) en het gevoel van controle (b = -0.27, p =.21), tevens gecontroleerd voor de bereidheid tot vergeving/verzoening. Tot slot is er aangetoond dat er een relatie is gevonden tussen de bescherming van het morele imago en de bereidheid tot vergeving/verzoening (b = 0.78, p <.001), gecontroleerd voor de manipulatie van een gemeenschappelijke identiteit. Dit betekent dat bescherming van het morele imago een direct effect aantoont op de bereidheid tot vergeving/verzoening. Er werd echter geen relatie gevonden tussen het gevoel van controle en de bereidheid tot vergeving/verzoening (b = -0.35, p =.08), gecontroleerd voor de manipulatie van een gemeenschappelijke identiteit. Moreel imago en gevoel van controle op de bereidheid tot vergeving/verzoening Verwacht werd dat herstel van het morele imago en het gevoel van controle een versterkt effect zou hebben op de bereidheid tot vergeving/verzoening. Een effect van het morele imago op de bereidheid tot vergeving/verzoening werd ook al aangetoond in de mediatieanalyse, gecontroleerd voor de manipulatie van een gemeenschappelijke identiteit. In het geval er een regressieanalyse wordt toegepast tussen de bescherming van het morele imago en de bereidheid tot vergeving/verzoening, blijkt er inderdaad een significant resultaat te zijn (b = 0.69, t = 3.45, p <.001). Dit laat zien dat wanneer participanten het belangrijk vinden hun morele imago te beschermen, zij eerder bereid zijn de ander te vergeven en te verzoenen met de ander. Daarnaast blijkt het gevoel van controle geen effect te hebben op de bereidheid tot vergeving/verzoening (b = -0.19, t = -0.91, p =.37).
18 Kiss and Make-up 18 Mate van boosheid Om te toetsen of de mate van boosheid invloed heeft op de bereidheid tot vergeving/verzoening en de mate waarin de participanten zichzelf aanwijzen als het slachtoffer (concurrerend slachtofferschap), is er een regressieanalyse uitgevoerd. Als onafhankelijke variabele werd de mate van boosheid ingevoerd en als afhankelijke variabelen werden de bereidheid tot vergeving/verzoening en concurrerend slachtofferschap los van elkaar ingevoerd. Verwacht werd dat een hogere mate van boosheid zou leiden tot een lagere bereidheid tot vergeving/verzoening (hypothese 4). Daarnaast werd er verwacht dat een hogere mate van boosheid zou leiden tot een toename van het gevoel het slachtoffer te zijn (hypothese 5). De mate van boosheid is gesplitst in de boosheid van jou op de ander en de boosheid van de ander op jou. De mate van boosheid van de ander op jou heeft een negatief significant effect op de bereidheid tot vergeving/verzoening (b = -0.39, t = -2.83, p <.01). Dit laat zien dat wanneer participanten meer boosheid ervaren (van de ander op zichzelf), zij minder snel bereid zijn te verzoenen met de ander. Zowel de mate van boosheid van jou op de ander als van de ander op jou heeft een positief significant effect op de mate waarin de participanten zichzelf aanwijzen als degene die het meest geleden heeft in het conflict (jij op ander: b = 0.29, t = 3.67, p <.001; ander op jou: b = 0.46, t = 5.58, p <.001). Dit laat zien dat wanneer participanten meer boosheid ervaren (zowel op de ander als van de ander op zichzelf) zij zichzelf meer als het slachtoffer zien en vinden dat zij meer hebben geleden dan de ander. Additionele analyses Enkele extra analyses zijn gedraaid om te bekijken of er ook significante resultaten zouden worden aangetroffen van de mate van boosheid op de bescherming van het morele imago en het gevoel van controle. Er is een negatief significant resultaat van de mate van boosheid (jij op de ander) op de bescherming van het morele imago (b = -0.25, t = -3.62, p <.001). Dit betekent dat wanneer participanten meer boosheid ervaren op de ander, zij hun morele imago minder belangrijk gaan vinden. Tot slot is er een significant resultaat gevonden van de mate van boosheid op het gevoel van controle, zowel van jou op de ander (b = 0.18, t = 2.61, p <.05) als van de ander op jou (b = 0.24, t = 3.39, p <.001). Dit laat zien dat wanneer participanten meer boosheid ervaren (zowel op de ander als van de ander op zichzelf) het gevoel van controle en macht toeneemt. Discussie Dit onderzoek had als doel te kijken of een gemeenschappelijke identiteit zou bijdragen aan een hogere bereidheid tot vergeving/verzoening in hechte relaties tussen twee personen, daar dit op intergroepsniveau gevonden is door Shnabel, Halabi en Noor (in press). In het onderzoek van Shnabel, Halabi en Noor (in press) is er aangetoond dat het manipuleren van zowel een gemeenschappelijke slachtoffer identiteit als een gemeenschappelijke dader identiteit leidt tot het eerder bereid zijn de
De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid
Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen
Nadere informatieFACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel
Resultaten LHBT-Veiligheidsmonitor 2015: Kwart maakte afgelopen jaar een onveilige situatie mee; veiligheidsgevoel onder transgenders blijft iets achter. De resultaten van het jaarlijkse buurtveiligheidsonderzoek
Nadere informatieManagement Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars
Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen
Nadere informatieBiowalking voor ouderen
Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN
Nadere informatie- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.
Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten
Nadere informatieDe rol van het sociale netwerk bij (v)echtscheidingen
De rol van het sociale netwerk bij (v)echtscheidingen Catrin Finkenauer, Margreet Visser, Kim Schoemaker, Justine van Lawick, Esther Kluwer, Rachel van der Rijken, & Annelies de Kruiff Kwaliteit contact
Nadere informatieMANTELZORG, GOED GEVOEL
UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt
Nadere informatieStichting PIV & Vrije Universiteit (IGER) Excuses aan verkeersslachtoffers de rol van veroorzakers en verzekeraars
Stichting PIV & Vrije Universiteit (IGER) de rol van veroorzakers en verzekeraars Mr. Liesbeth Hulst, M.Sc. Prof. mr. Arno Akkermans Hoezo excuses? Grootschalig empirisch onderzoek onder naasten ernstig
Nadere informatieEFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS
EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.
Nadere informatieNederlandse Samenvatting (Summary in Dutch)
NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) In juni 2004 komt een 71-jarige klant van een Amerikaanse bank zijn bankfiliaal binnen. Hij richt een geladen revolver op een aanwezige
Nadere informatieArrangement 1 De Luisterthermometer
Arrangement 1 De Luisterthermometer DEEL 1 De manager Naam: Organisatie: Datum: Luisterprincipe 1 Luisteren begint met luisteren naar jezelf 1.1 Inventariseren van stemmen Vertel eens van een situatie
Nadere informatieGeven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.
Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20466 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Lelieveld, Gert-Jan Title: Emotions in negotiations : the role of communicated
Nadere informatieFACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?
FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die
Nadere informatieFeedback ontvangen. Feedback ontvangen is moeilijk. Hoe gaan we om met feedback?
2 7 Feedback ontvangen Feedback kun je zien als een cadeau. Je kunt het aannemen, uitpakken en er je voordeel mee doen. Of je neemt het cadeau aan, bedankt de gever en legt het vervolgens in een kast om
Nadere informatieSamenvatting. Dutch Summary.
Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,
Nadere informatie73 SAMENVATTING In dit proefschrift wordt een empirische toetsing van de machtafstandstheorie (Mulder, 1972, 1977) beschreven. In grote lijnen stelt deze theorie dat mensen macht prettig vinden, en dat
Nadere informatieInformal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel
Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel Nederlandse samenvatting Informele tolken worden dagelijks ingezet in de medische praktijk wanneer arts en patiënt niet dezelfde taal spreken.
Nadere informatieCover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued
Nadere informatieTilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems
TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems RapportEvaluatie Online Mediation in Echtscheidingszaken Aanleidingvoorhetonderzoek In 2008 heeft Juripax in opdracht
Nadere informatieHET BELANG VAN DE RELATIE
HET BELANG VAN DE RELATIE Een onderzoek naar het verband tussen de werkalliantie en de motivatie voor begeleiding bij jongeren met een licht verstandelijke beperking - samenvatting eindrapport - Regioplan:
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28
Nadere informatieArrangement 1 De Luisterthermometer
Arrangement 1 De Luisterthermometer DEEL 2 De medewerker Naam: Organisatie: Manager: Datum: Luisterprincipe 2 Luisteren is geven 2.1 Gehoord zijn Je hebt de afgelopen weken vast een keer met je manager
Nadere informatieInnovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.
Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden
Nadere informatieSamenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld
Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,
Nadere informatieSamenvatting. (Summary in dutch)
Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar
Nadere informatieMOMENTEN VAN BENAUWDHEID. Les 10 voor 8 juni 2019
MOMENTEN VAN BENAUWDHEID Les 10 voor 8 juni 2019 De Bijbel is een betrouwbare gids voor gedrag. Het biedt waardevolle adviezen over hoe interpersoonlijke conflicten op te lossen. Deze conflicten veroorzaken
Nadere informatiehoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste
Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat
Nadere informatieSummary in Dutch. Samenvatting
Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.
Nadere informatieGrootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2
Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Grootouders kunnen een belangrijke rol spelen in het leven van
Nadere informatieBeschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw
Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.
Nadere informatieSAMENVATTING (Summary in Dutch)
SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit
Nadere informatie1.8 Laat conflicten bloeien!
1.8 Laat conflicten bloeien! Carla Houben, MiNT Mediations en Coaching Ineke van Huet, VAN HUET MEDIATION Charlotte Keijzer, Dialoog en Herstelcirkels Jannie Kieft, Kieft Mediation, SKM en Restorative
Nadere informatieEen Vreedzame school:
Een Vreedzame school: Een school met een hart en educatieve partners! Peter te Riele peterteriele@hotmail.com Maandag 3 juni 2013 19.30 21.30 uur ouders school opvoeding onderwijs ouders school opvoeding
Nadere informatieMoral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz
Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.
Nadere informatieHoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?
Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding
Nadere informatieStageonderzoeken. Nationale Maatschappelijke Stageonderzoek 2007. Op initiatief van Stageplaza.nl i.s.m. Scholieren.com
Stageonderzoeken Nationale Maatschappelijke Stageonderzoek 2007 Op initiatief van Stageplaza.nl i.s.m. Scholieren.com Gepubliceerd door Michelle van Gelder & Sui-Ai Chen de Ruyterkade 106 II 1011 AB Amsterdam
Nadere informatieSAMENVATTING Hoofdstuk 1
SAMENVATTING Dit proefschrift gaat over een onderwerp waaraan veel mensen een groot gedeelte van hun leven besteden, namelijk het werken in teams. De omstandigheden in deze teams kunnen een grote invloed
Nadere informatieExperimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen
Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel
Nadere informatieANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN
ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...
Nadere informatieSamenvatting. Fouten en identiteitsbedreiging: Een intergroepsperspectief op het omgaan met fouten in organisaties
Samenvatting Fouten en identiteitsbedreiging: Een intergroepsperspectief op het omgaan met fouten in organisaties In dit proefschrift stel ik dat fouten een bedreiging van de sociale identiteit kunnen
Nadere informatieCoöperatie en communicatie:
Nederlandse Samenvatting (summary in Dutch) 135 Coöperatie en communicatie: Veranderlijke doelen en sociale rollen Waarom werken mensen samen? Op het eerste gezicht lijkt het antwoord op deze vraag vrij
Nadere informatieOnderzoek naar het effect van uitsluiting gebaseerd op persoonlijke en sociale identiteit. Masterthesis. Rob Wilbers Universiteit van Tilburg
Onderzoek naar het effect van uitsluiting gebaseerd op persoonlijke en sociale identiteit. Masterthesis Rob Wilbers Universiteit van Tilburg Augustus, 2012 Onderzoek naar het effect van uitsluiting gebaseerd
Nadere informatieHet effect van doelstellingen
Het effect van doelstellingen Inleiding Goalsetting of het stellen van doelen is een van de meest populaire motivatietechnieken om de prestatie te bevorderen. In eerste instantie werd er vooral onderzoek
Nadere informatieWerken dialoogbijeenkomsten tegen discriminatie?
Werken dialoogbijeenkomsten tegen discriminatie? NOVEMBER 2016 DIALOOGBIJEENKOMSTEN KUNNEN VOOROORDELEN EN STEREOTYPERING VERMINDEREN De bestrijding van discriminatie staat in Nederland hoog op de agenda.
Nadere informatieSamenvatting. (Summary in Dutch)
(Summary in Dutch) Impulsieve keuzes voor aantrekkelijke opties zijn doorgaans geen verstandige keuzes op de lange termijn (Hofmann, Friese, & Wiers, 2008; Metcalfe & Mischel, 1999). Wanneer mensen zich
Nadere informatieSamenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten
Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen
Nadere informatieProcedure le rechtvaardigheid in. de invloed van sekse en status. Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos
Procedure le rechtvaardigheid in intieme relaties: de invloed van sekse en status Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos: Universiteit
Nadere informatieSTABLE LOVE, STABLE LIFE?
STABLE LOVE, STABLE LIFE? De rol van sociale steun en acceptatie in de relatie van paren die leven met de ziekte van Ménière Oktober 2011 Auteur: Drs. Marise Kaper Master Sociale Psychologie, Rijksuniversiteit
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor
Nadere informatie1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.
Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van
Nadere informatieRapportage Ervaringsonderzoek WOT's
Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar
Nadere informatieFIELD OF DREAMS ACADEMY MODULE #11 INLEVINGS VERMOGEN XXL
FIELD OF DREAMS ACADEMY MODULE #11 INLEVINGS VERMOGEN XXL Welkom bij het 90 dagen mindset coachings programma. Dit programma heeft de potentie om jouw leven compleet te veranderen de komende 90 dagen.
Nadere informatieFort van de Democratie
Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve
Nadere informatieLangdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari
Nadere informatieBijlage 5: Kwantitatieve analyse
Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Deze bijlage bevat een beschrijving van de kwantitatieve analyse, zoals die is uitgevoerd op de 26 vragen in de vragenlijst. Analyses op het niveau van de (26) afzonderlijke
Nadere informatieSamenvatting. Summary in Dutch
6 Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Emotionele en sociale processen bij pesten, gepest worden en verdedigen Pesten op school is een wereldwijd probleem met negatieve korte- en langetermijngevolgen
Nadere informatieRapport voor deelnemers M²P burgerpanel
Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie
Nadere informatieCursus Omgaan met klachten
Cursus Omgaan met klachten Aanleg beplantingen en grasvelden AOC Oost Almelo C. ter Steege Doel van deze les Je leert in deze cursus over: - Klachten - Klachten ontvangen - Valkuilen - Emoties opvangen
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je
Nadere informatieEen speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?
Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda
Nadere informatieInleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting
Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch
Nadere informatieEINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017
EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE SLEUTELBLOEM BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieGEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG
GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit
Nadere informatie1. een christelijk doekje voor het bloeden?
Samenvatting door I. 965 woorden 12 juni 2013 0 keer beoordeeld Vak Anders Vergeving 1. een christelijk doekje voor het bloeden? In de christelijke opvoeding en prediking + Bijbelse parabels wordt er veel
Nadere informatie9 Communicatie-tools. voor meer liefde, meer verbondenheid, meer intimiteit & betere communicatie
9 Communicatie-tools voor meer liefde, meer verbondenheid, meer intimiteit & betere communicatie Maar één persoon Je hebt maar een persoon nodig om nieuwe ervaringen te introduceren VOORWOORD Geen enkel
Nadere informatieInnovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid.
Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid. In het kader van het project Innovatie van dienstverlening doet ICOON onderzoek naar de vraag onder welke omstandigheden
Nadere informatieBEÏNVLOEDINGSSTIJLEN. Tegenbewegende stijlen. Meebewegende stijlen. = duwen = trekken. evalueren aansporen en onder druk zetten
BEÏNVLOEDINGSSTIJLEN Er zijn verschillende beïnvloedingsstijlen te onderscheiden. De stijlen kunnen worden onderverdeeld in: TEGENBEWEGENDE STIJLEN MEEBEWEGENDE STIJLEN = duwen = trekken Tegenbewegende
Nadere informatieHet belang van de relatie. Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking
Het belang van de relatie Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Hoe zou je in één woord werkalliantie omschrijven bij jongeren met een LVB? Programma en doelen
Nadere informatieLandelijk cliëntervaringsonderzoek
Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke
Nadere informatieConflict Styles. Datum:
Conflict Styles Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.
Nadere informatieVergeving, De Sleutel Tot Innerlijk Geluk
1 Vergeving, De Sleutel Tot Innerlijk Geluk IT ONLY TAKES ONE PERSON TO CHANGE YOUR LIFE YOU. First published on September 21, 2017 in Tilburg, Netherlands. INHOUD Introdu ctie Oefening Hoofdstuk 1 Hoofdstuk
Nadere informatieScheiden: do s en don ts voor hulpverleners en ouders
Scheiden: do s en don ts voor hulpverleners en ouders Resultaten focusgroep gescheiden ouders Onderdeel van het project Kind Centraal Capelle aan den IJssel Inleiding De afgelopen jaren is het aantal scheidingen
Nadere informatieRapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren
Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Stichting toetsing verzekeraars Datum: 8 februari 2016 Projectnummer: 2015522 Auteur: Marit Koelman Inhoud 1 Achtergrond onderzoek 3 2
Nadere informatieGroepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016
Onderzoeksbureau Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016 In opdracht van HeartMath Benelux Periode november 2012 tot en met maart 2016 De stress-rem (Stress Reductie
Nadere informatieRapportage Cliënttevredenheidsonderzoek
Rapportage Cliënttevredenheidsonderzoek Versie 2.0.0 Drs. J.J. Laninga Maart 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliënttevredenheidsonderzoek
Nadere informatieHTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam
PT Positiviteitstest HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage PT Inleiding 2 / 8 INLEIDING De Positiviteitstest is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage in kaart brengt in hoeverre
Nadere informatietrntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING
trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat
Nadere informatieSamenvatting Dit proefschrift beschrijft een aantal onderzoeken op het gebied van gehechtheid en psychosociaal functioneren in de volwassenheid. In hoofdstuk 1 wordt een overzicht gegeven van de gehechtheidstheorie.
Nadere informatie4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol)
ANTI PEST PROTOCOL Er gelden drie uitgangspunten: n 1. Wij gaan met respect met elkaar om. 2. Wij pesten niet. 3. Wij accepteren niet dat er gepest wordt. Pesten op school. Hoe gaan we hier mee om? Pesten
Nadere informatieLeven in een groep. Hoe gaat dat en wat vinden jongeren?
Leven in een groep bij DHG Hoe gaat dat en wat vinden jongeren? Jij bent belangrijk! Als je thuis woont, is je opvoeding een taak van je ouders. Woon je bij De Hoenderloo Groep, dan zorgen de groepsleiders
Nadere informatieUniversiteit Utrecht Master Psychologie, Sociale Psychologie. THESIS (37,5 ECTS) en STAGEVERSLAG (7,5 ECTS)
Universiteit Utrecht Master Psychologie, Sociale Psychologie THESIS (37,5 ECTS) en STAGEVERSLAG (7,5 ECTS) Inzichten in secundaire victimisatie De rol van het geloof in een rechtvaardige wereld en ongeremdheid
Nadere informatieAntreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant
RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale
Nadere informatieHow to present online information to older cancer patients N. Bol
How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve
Nadere informatieStudieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers
Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen Marinka Kuijpers & Frans Meijers De Haagse Hogeschool Januari 2009 Management Samenvatting Studieloopbaanbegeleiding is hot in het hoger beroepsonderwijs.
Nadere informatieDraagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016
Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen
Nadere informatieZelfbeeld. Voortgezet onderwijs
Voortgezet onderwijs 2 Wereldwijd bestuderen wetenschappers hoe mensen over zichzelf nadenken. Dat gebeurt ook bij de Universiteit Leiden: daar doen wetenschappers bij het Brain & Development Onderzoekscentrum
Nadere informatieOnderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie
Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische
Nadere informatieSamenvatting. (Summary in Dutch)
(Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit
Nadere informatieHTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam
STAXI-2 Vragenlijst over boosheid HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage INLEIDING STAXI-2 2/9 Inleiding De STAXI-2 is een vragenlijst waarmee op basis van zelfrapportage diverse aspecten
Nadere informatieNederlandse Samenvatting. (Dutch Summary)
Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Het aantal oudere mensen in onze maatschappij groeit en de komende jaren zal dit alleen nog maar meer toenemen. De verwachting is dat het aantal mensen dat 65 jaar
Nadere informatieEvaluatierapport. Workshop. Bewust en positief omgaan met ADHD. Universiteit van Tilburg Forensische psychologie. 23 april 2010
Evaluatierapport Workshop Bewust en positief omgaan met ADHD Universiteit van Tilburg Forensische psychologie 23 april 2010 Drs. Arno de Poorter (workshopleider) Drs. Anne van Hees (schrijver evaluatierapport)
Nadere informatieHeeft u nog vragen of zou u graag papieren versie ontvangen? Aarzel dan niet om een mailtje te sturen naar vakantiebevraging@ppw.kuleuven.be.
Beste deelnemers, ouders en monitoren, Via deze weg willen wij jullie nogmaals heel hartelijk bedanken voor jullie deelname en bijdrage aan onze studie. We hebben ontzettend veel informatie kunnen halen
Nadere informatie