NEI. In opdracht van Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NEI. In opdracht van Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer"

Transcriptie

1 A Nederlands Economisch Instituut T2867 MS/YD Zakelijke automobiliteit: III. Effectschatting van maatregelen In opdracht van Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer Divisie Transport Mw. Drs. M.Y. van Schijndel Rotterdam, September 1996 Postbus4175 Telefoon : Het maakt deel uit van: Stichting Het Nederlands 36 AD Rotterdam Telefax : ERE European Economic Economisch Instituut K.P. van der Mandelelaan 11 Telex : 2549 NECIN NL Research and Advisory is ingeschreven in het 362 MB Rotterdam Consortium (EESV) Handelsregister Rotterdam onder nr

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Achtergrond Doel van het project Opbouw van de rapportage 2 2 Kenmerken onderscheiden segmenten en emissies schadelijke stoffen Kenmerken onderscheiden segmenten Emissies schadelijke stoffen 4 3 Effecten van afzonderlijke maatregelen Uitgangspunten Fiscale bijtelling autovanzaak Effecten op kilometrage Effecten op emissie schadelijke stoffen Verandering kmvergoeding privégebruik van autovandezaak Verandering vergoeding voor zakelijk kilometergebruik van de privéauto Effecten op kilometrage Effecten op emissie schadelijke stoffen Bevordering OVgebruik voor zakelijke verplaatsingen Effecten op kilometrage Effecten op emissie schadelijke stoffen Kostenbewustzijn Woonwerk verkeer niet met de auto Effecten op kilometrage Effecten op emissie schadelijke stoffen Dienstauto voor zakelijke verplaatsingen Introductie multimobiliteitskaart Effecten op kilometrage Effecten op emissie schadelijke stoffen Introductie Business Reispas Effecten op kilometrage Effecten op emissie schadelijke stoffen Samenvatting en conclusies 19 4 Effecten van maatregelpakketten Inleiding Effecten op kilometrage Effecten op emissie schadelijke stoffen 26 5 Prioritering van maatregelpakketten Criteria voor prioriteitsstelling Resultaat prioritering 28 Bijlage Blz.

3 1 Inleiding 1.1 Achtergrond De toenemende automobiliteit leidt tot steeds meer problemen: files, verslechterende bereikbaarheid, verkeersonveiligheid, geluidsoverlast en andere vormen van milieuvervuiling. Om die problemen het hoofd te bieden wordt via het SW geprobeerd om onder andere (de groei van) het aantal voertuigkilometers te reduceren. Randvoorwaarde daarbij is dat de kmreductie de sociale, maar vooral ook economische functies van het wegverkeer niet aantast. Vanuit die achtergrond wordt in het algemeen geprobeerd om het zakelijk verkeer, het vrachtverkeer en het personenvervoer per bus te ontzien of soms zelfs te bevoorrechten. Daar waar er voor die soorten verkeer en vervoer geen reëel vervangende alternatieven zijn, lijkt hun uitzonderingspositie zeker maatschappelijk gerechtvaardigd en zelfs noodzakelijk. De laatste tijd worden er echter kanttekeningen geplaatst bij het in alle opzichten vrij baan maken voor de zakenauto. Met de zakenauto worden immers ook woonwerk en privéverplaatsingen gemaakt. Daarnaast hoeft het zakelijke verkeer niet onder alle omstandigheden in de auto plaats te vinden en zijn voor de auto goede en soms betere vervoersalternatieven voorhanden. Tegen de achtergrond hiervan heeft het DirectoraatGeneraal voor het Vervoer (DGV) een beleidsplan opgesteld met als titel 'Efficiënt gebruik van de zakenauto'. Met het plan wordt gestreefd naar het bewerkstelligen van een gedragsverandering bij zowel werkgevers als werknemers met een auto van de zaak zodat deze flexibeler gebruik gaan maken van de verschillende vervoersvormen. Via de beoogde gedragsverandering wordt getracht bij te dragen aan het verminderen van de bereikbaarheids en milieuproblemen door het verkeer, enerzijds door een zuiniger rijgedrag en anderzijds door minder autogebruik zowel in de privé en de woonwerksfeer als in de zakelijke sfeer. Welkom neveneffect is de te verwachten invloed op de verkeersveiligheid van substitutie van autokilometers door het openbaar vervoer. Om de gewenste gedragsverandering te realiseren is inzicht nodig in de determinanten van het gebruik van de zakenauto en van haar alternatieven, hoe die determinanten beïnvloed kunnen worden en welke effecten bereikt kunnen worden. Om dit inzicht te ontwikkelen heeft de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) van Rijkswaterstaat Traffic Test de opdracht gegeven hiernaar onderzoek te verrichten. Traffic Test heeft het onderzoek in drie delen opgesplitst: 1. Inventarisatie: definitie, omvangsbepaling, kwalitatieve inventarisatie van redenen en belangen en beïnvloedingsmogelijkheden. 2. Segmentering: kwantitatieve identificatie van deelsegmenten, homogeen in termen van te nemen maatregelen en de daarbij te betrekken actoren, ontwikkelen van maatregelpakketten per segment, inventariseren van effecten. 3. Effectschatting: voor elk segment afzonderlijk en voor de populatie als geheel doorrekenen van effecten van maatregelen op kmreductie en milieubelasting. Traffic Test heeft aan het gevraagd onderdeel 3 van de studie uit te voeren.

4 1.2 Doel voorliggende rapportage Doel van voorliggende rapportage is het beantwoorden van de volgende vraag: Hoe groot zijn de effecten van afzonderlijke maatregelen en maairegelpakketten, voor de ondersendden segmenten van zakelijke rijders en voor de populatie als geheel, op het afgelegd kilometrage door zakelijke rijders en de uitstoot aan emissies. Bovenstaande vraag wordt beantwoord tegen de achtergrond van twee eerdere rapportages die in het kader van de studie naar zakelijke automobiliteit door Traffic Test zijn opgesteld 1. De inhoud van deze rapportages wordt bij de lezer bekend verondersteld. 1.3 Opbouw van de rapportage Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de segmenten waarin de zakelijke rijders onderscheiden worden, de belangrijkste kenmerken van deze segmenten alsmede emissiekentallen voor de gemiddelde gebruikte auto per segment. Opgemerkt kan worden dat een beschrijving van de segmenten met de belangrijkste kenmerken reeds in een eerdere rapportage van Traffic Test heeft plaatsgevonden. Hoofdstuk 2 betreft ten aanzien van dit aspect dan ook een korte samenvatting die voor de (afzonderlijke) leesbaarheid van voorliggend rapport onontbeerlijk is. Hoofdstuk 3 en 4 gaan in op de effecten van de maatregelen op het afgelegd kilometrage en de uitstoot van schadelijke stoffen. De effecten van zowel afzonderlijke maatregelen (hoofdstuk 3) als maatregelpakketten (hoofdstuk 4) worden bepaald. In hoofdstuk 5 wordt aangegeven in welke prioriteitsvolgorde, afhankelijk van de criteria voor prioriteitsstelling, de verschillende maatregelpakketten kunnen worden geplaatst. De conclusies en aanbevelingen volgen in hoofdstuk 6. 'Zakelijke automobiliteit: I. Achtergrond, definities, kerncijfers en opvattingen', maart 1996 en 'Beïnvloedbaarheid van 'Zakelijke automobiliteit', verslag van een enquêteonderzoek bij werknemers en werkgevers', juli 1996.

5 2 Kenmerken onderscheiden segmenten en emissies schadelijke stoffen 2.1 Kenmerken onderscheiden segmenten 2 In de voorgaande rapportages van Traffic Test worden 2 hoofdcategorieën/segmenten personenauto's onderscheiden waarmee zakelijke verplaatsingen worden verricht. Deze betreffen: 1. auto van de zaak. Deze auto's kunnen nader worden onderscheiden in lease auto's en bedrijfsauto's; 2. privéauto's waarvoor werknemers een kmvergoeding ontvangen voor zakelijk gereden kilometers. Dit segment kan nader worden onderscheiden in privéauto's met meer dan 5% zakelijk gebruik en privéauto's met minder dan 5% zakelijk gebruik. Het totale Nederlandse personenautopark (met geel kenteken) bestond in 1994 uit ca. 5,5 miljoen auto's die in totaal ca. 78,3 miljard voertuigkilometers 3 aflegden. In tabel 2.1 wordt weergegeven hoeveel van deze personenauto's tot de hierboven gedefinieerde segmenten behoren. Het blijkt dat 1,9 miljoen auto's, ofwel 34% van het totale personenautopark, tot de categorie auto's behoort waarmee zakelijke kilometers worden gereden. Deze 34% is verantwoordelijk voor: ± alle zakelijk gereden kilometers in Nederland; * 53% van alle gereden woonwerk kilometers in Nederland; * 35% van alle gereden privé kilometers in Nederland. Tabel 2.1 Omvang en kenmerken onderscheiden segmenten Categorie voertuig Aantal (* 1.) Totaal afgelegd kilometrage (* 1 mld) Woonwerk kilometrage Privé kilometrage Zakelijk kilometrage totaal (* 1 mld) gemiddeld totaal (* 1 mld) gemiddeld totaal (* 1 mld) gemiddeld totaal (* 1 mld) gemiddeld Leaseauto 252 7, , , , Bedrijfsauto 324 6, , , , Particuliere auto (> 5% zakelijke km) 295 7, , , , Particuliere auto (15% zakelijke km) , , , , Totaal , , , , Bron: Zakelijke automobiliteit: I. Achtergrond, definities, kerncijfers en opvattingen', LH. Veling, J.M. Troost, Traffic Test, 1996, blz Gebaseerd op 'Zakelijke automobiliteit: I. Achtergrond, definities, kerncijfers en opvattingen', Traffic Test, maart Waarvan 23,4 miljard km voor woonwerk, 37,4 miljard km voor privé en 17,5 miljard km voor zakelijk gebruik.

6 2.2 Emissies schadelijke stoffen Op basis van de kenmerken van de gemiddelde auto (leeftijd, gewicht, brandstof) per segment is de gemiddelde uitstoot aan schadelijke stoffen per voertuigkilometer bepaald. Tabel 2.2 geeft weer van welke kenmerken van de gemiddelde auto hierbij is uitgegaan. Omdat in de enquête niet naar het kenmerk 'gewicht auto' is gevraagd, is voor beide segmenten uitgegaan van het gemiddelde gewicht zoals dit gold voor het Nederlandse autopark in 1994 in de (meest voorkomende) gewichtsklasse kg. Tabel 2.2 Kenmerken van de gemiddelde personenauto per onderscheiden segment Kenmerken gemiddelde auto Auto van de zaak Benzine Diesel LPG Privé auto met zakelijke km Benzine Diesel LPG Leeftijd (in jaren) 2,3 5,9 Aandeel (in %) 41% 38% 21% 69% 18% 13% Bron: enquête Traffic Test. Met behulp van het model FACTS 2. 4 (zie bijlage 1) is vervolgens, voor de gemiddelde auto per segment, de uitstoot per voertuigkilometer bepaald van koolstofmonoxide (), koolstofdioxide ( 2 ), stikstofoxiden ( ), koolwaterstoffen (C x H y ), zwaveldioxide ( ) en vaste deeltjes (). De volgende gemiddelde emissies per voertuigkilometer zijn bepaald: Tabel 2.3 Emissies door personenauto's per onderscheiden segment in grammen per voertuigkilometer Stof Auto van de zaak 2 C H y Privéauto met kmvergoeding zakelijk km 2 C x H y Emissies door personenauto's in grammen per vkm 1,39 145,55,43,19,7,2 4,52 166,16,86,82,4,2 Bron: Bepaald met behulp van het model FACTS 'FACTS 2., Forecasting Airpollution by Car Traffic Simulation',, Rotterdam, 1993.

7 De uitstoot per vkm aan, 2, en C x H y door de gemiddelde auto van de zaak ligt lager in vergelijking tot de privéauto waarmee zakelijke kilometers worden gereden 5. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de auto van zaak gemiddeld ca. 3,5 jaar jonger is alsmede het feit dat de samenstelling naar brandstoftype verschilt: auto's van de zaak rijden vaker op diesel of LPG in vergelijking tot de privéauto met zakelijke kilometers. Dit hogere aandeel dieselauto's onder de auto van de zaak is tevens de oorzaak voor de hogere uitstoot aan door de auto van de zaak in vergelijking tot de privéauto met zakelijke kilometers. Dit houdt echter niet in dat de uitstoot aan schadelijke stoffen door auto's van de zaak minder van belang is in vergelijking tot de privéauto. De totale uitstoot wordt immers mede bepaald door het totaal aantal auto's in de betreffende categorie alsmede het gemiddeld aantal kilometers dat er jaarlijks wordt gereden. Dit gemiddeld jaarkilometrage ligt voor de auto van de zaak hoger in vergelijking tot de privéauto (waarmee tevens zakelijke kilometers worden gereden).

8 3 Effecten van afzonderlijke maatregelen In dit hoofdstuk worden de effecten van afzonderlijke maatregelen zoals vermeld in het rapport 'Beïnvloedbaarheid van 'Zakelijke Automobiliteit', Verslag van een enquêteonderzoek bij werknemers en werkgevers', Traffic Test, juli 1996, vertaald in de effecten op het afgelegd kilometrage en de uitstoot aan emissies per onderscheiden segment. 3.1 Uitgangspunten Wanneer in de enquête aan de werknemers gevraagd wordt hoeveel minder autokilometers er worden afgelegd als gevolg van een bepaalde maatregel, wordt niet gevraagd met welke andere vervoerwijze, bijvoorbeeld het openbaar vervoer (OV), deze wegvallende autokilometers eventueel toch nog worden afgelegd. Hiertoe is, in overleg met AW, besloten teneinde te voorkomen dat de vragenlijst te lang zou worden. Dit houdt in dat de berekende effecten op de uitstoot aan schadelijke stoffen als een maximum effect moet worden beschouwd. Wanneer immers een deel van de 'wegvallende' autokilometers met het openbaar vervoer (OV) wordt gemaakt kan dit leiden tot een toename van de emissies samenhangend met het OVgebruik. Overigens moet worden opgemerkt dat ook al wordt wel naar een eventuele andere vervoerwijze gevraagd, het saldo effect op de uitstoot van schadelijke stoffen nog niet met zekerheid te bepalen is. De omvang van de emissies samenhangend met 'overkomende' autokilometers naar het OV zijn namelijk afhankelijk van de inzet van het OV: wanneer extra OV moet gaan rijden om de overkomende kilometers te kunnen accommoderen wordt de vermindering in de uitstoot van schadelijke stoffen (deels) teniet gedaan. Wanneer de overkomende autokilometers echter leiden tot uitsluitend een hogere bezettingsgraad van de bestaande OVvervoermiddelen dan heeft dit nauwelijks gevolgen voor de emissies door het OV. De afzonderlijke maatregelen waarvan de effecten op afgelegd kilometrage en omvang emissies in dit hoofdstuk worden bepaald hebben betrekking op 6 : 1. verandering van fiscale bijtelling autovandezaak; 2. verandering van vergoeding voor privégebruik van de autovandezaak; 3. verandering van vergoeding voor zakelijk gebruik van de privéauto; 4. bevordering OVgebruik; 5. kostenbewustzijn; 6. woon/werkverkeer niet met auto; 7. dienstauto voor zakelijke verplaatsingen; 8. introductie van een multimobiliteitskaart; 9. introductie van een businessreispas. 6 'Beïnvloedbaarheid van 'Zakelijke Automobiliteit, Verslag van een enquêteonderzoek bij werknemers en werkgevers', I.H. Veling, Traffic Test, juli 1996, blz. 9.

9 3.2 Fiscale bijtelling autovandezaak Effecten op kilometrage Verhoging fiscale bijtelling tot 33% Indien de fiscale bijtelling stijgt tot 33% zegt 85% van de werknemers behorende tot het segment 'zakenauto's', geen auto van de zaak meer te willen hebben maar in plaats daarvan een privéauto te zullen gebruiken voor het afleggen van zakelijke kilometers. Voorwaarde hierbij is wel dat de kmvergoeding voor zakelijk afgelegde kilometers hoger is dan ƒ,54. Voor het segment 'zakenauto's' komt dit neer op een afname van 49. zakenauto's en circa 12 mld gereden kilometers. Voor een groot deel verschuiven deze auto's en kilometers echter naar het segment 'priveauto'. Per saldo worden er echter wel minder kilometers verreden, te weten: * 28 min woonwerk autokilometers (83. (ex)zakenauto bezitters zeggen ca. 45% minder woonwerk kilometers te zullen afleggen); * 11 min privéautokilometers (58.75 (ex)zakenauto bezitters zeggen ca. 25% minder privékilometers te zullen afleggen); * 61 min zakelijke autokilometers (49. (ex)zakenauto bezitters zeggen ca. 5% minder zakelijke kilometers te zullen afleggen). Per saldo worden er circa 1 miljard minder autokilometers afgelegd indien de fiscale bijtelling stijgt naar 33%. Dit komt neer op een daling van ruim 7% van het huidige totale afgelegde kilometrage door het segment zakenauto's (14 miljard km, zie tabel 2.1). Afgezet tegen het totale personenauto kilometrage in Nederland (78,3 mld km) bedraagt de afname 1%. Bovenstaande daling van het afgelegd kilometrage moet echter als een maximum worden beschouwd. Indien medewerkers (vanwege een hogere fiscale bijtelling) geen autovandezaak meer willen accepteren geven een aantal werkgevers aan compenserende maatregelen te zullen treffen. Deze maatregelen betreffen: * een aantrekkelijke kmvergoeding voor zakelijk gebruik van de privéauto aanbieden (4%); * de extra bijtelling compenseren met salarisverhoging (18%); * dienstauto's aanschaffen (5%). Verondersteld wordt dat het aanbieden van een aantrekkelijke kmvergoeding voor zakelijk gebruik van de privéauto tegemoet komt aan de voorwaarde die werknemers stellen aan het gebruik van de privéauto, te weten een vergoeding van ƒ,54 per km. Deze maatregel wordt dan ook geacht geen invloed te hebben op de hierboven berekende daling van het kilometrage. Compensatie via salarisverhoging wordt geacht wel invloed te hebben: verondersteld wordt dat in deze gevallen de betreffende personen hun auto van de zaak niet van de hand doen. Dit leidt ertoe dat van de berekende afname van 1 mld km er alsnog 18 miljoen kilometers met de zakenauto worden afgelegd ((18% * 28 woonwerk km) +(18% * 11 privékilometers) + (18% * 61 zakelijk km)). 7 Dit betreft alleen de leaseauto's en niet de dienstauto's

10 Daarnaast zegt nog eens 5% van de werkgevers dat er dienstauto's zullen worden aangeschaft. Omdat een aantal werkgevers aangeeft 2 compenserende maatregelen te zullen treffen (totaal is immers 18%), wordt verondersteld dat het aanschaffen van dienstauto's voor de werknemer de minst aantrekkelijke compenserende maatregel is. Niet in 5% van de gevallen maar in 42% van de gevallen wordt dan ook verondersteld dat aanschaf van dienstauto's effect heeft 8. De in eerste instantie berekende afname van het aantal zakelijke autokilometers, 61 min, bedraagt na salariscompensatie nog 5 min km ((l18%)*61). Deze afname in het aantal autokilometers daalt door de beschikbaarheid van dienstauto's verder met 21 miljoen naar 29 min km ((1 42%)*5). Geconcludeerd kan worden dat zonder compenserende maatregelen door werkgevers het autokilometrage in het segment zakenauto daalt met 1 miljard kilometer. Indien werkgevers wel compenserende maatregelen ten uitvoer brengen bedraagt de daling van het autokilometrage in het segment zakenauto () 61 miljoen kilometer (1 miljard 18 miljoen 21 miljoen). Afgezet tegen het totale autokilometrage in het segment 'zakenauto' bedraagt de afname tussen de 4 en 7%. Afgezet tegen het totale Nederlandse personenauto kilometrage bedraagt de afname zowel in de minimale als maximale variant 1%. Wellicht ten overvloede kan worden opgemerkt dat voor het segment 'privéauto' er geen effecten optreden ten gevolge van een verhoging van de fiscale bijtelling. Variabilisering fiscale bijtelling Onder variabilisering van de fiscale bijtelling wordt verstaan dat de hoogte van de fiscale bijtelling afhankelijk wordt van het totaal aantal privé en woonwerk kilometers dat er jaarlijks gereden wordt. Als de fiscale bijtelling wordt gevariabiliseerd, doet 22% van de zakenautobezitters deze auto weg. Van deze exzakenautobezitters gaat vervolgens 21% minder privékilometers rijden (daling met 2% van gemiddeld 8.2 km per jaar naar 6.56 km) en 4% minder woonwerk kilometers (daling met 25% van 6.3 naar 4.52). Voor het gehele segment zakenauto leidt dit tot een daling van het aantal privékilometers met 44 miljoen en tot een daling van het aantal woonwerk kilometers met een kleine 8 miljoen. Naar een eventuele daling in het zakelijke kilometrage wordt in de enquête niet gevraagd. Verondersteld wordt daarom dat hiervoor dezelfde percentages gebruikt kunnen worden als verkregen op de vraag wat de zakenautobezitter zou doen indien de fiscale bijtelling wordt verhoogd: van de respondenten die overstappen naar een privéauto zegt circa 1% dat er 5% minder zakelijke kilometers zullen worden afgelegd. Uitgaande van deze percentages leidt dit tot een afname van het aantal zakelijke autokilometers met 174 miljoen. Naast de 22% die de zakenauto van de hand doet bij variabilisering van de fiscale bijtelling zegt de rest van de respondenten (78%) de zakenauto te behouden. Als reactie op de maatregel zeggen zij wel dat het privékilometrage zal afnemen (daling van gemiddeld naar km per jaar). Voor het gehele segment zakenauto komt dit neer op een additionele daling van 387 miljoen kilometers. Per saldo leidt variabilisering dan ook tot een maximale afname van het aantal autokilometers met een ruime 61 miljoen ( ). Een ander mogelijkheid zou zijn geweest om alle effecten te herschalen tot de 18%. Voor deze werkwijze is hier echter niet gekozen.

11 Ook in het geval van variabilisering geldt echter dat werkgevers maatregelen zullen nemen indien hun werknemers geen autovandezaak meer zouden willen accepteren. In het voorgaande onderdeel 'verhoging fiscale bijtelling' is reeds vermeld welke acties de werkgevers in dit geval zullen ondernemen. Bij compensatie door middel van een salarisverhoging (18% van de werkgevers zegt dit te zullen doen) wordt weer verondersteld dat in deze gevallen de betreffende personen hun auto van de zaak niet van de hand zullen doen. Daarnaast wordt verondersteld dat een afname in het privékilometrage niet zal plaatsvinden. Het aantal autokilometers in het segment zakenauto neemt door deze maatregel weer toe met 11 miljoen km ((18% * 44 miljoen privékm)+(18% * 8 miljoen woonwerk km)+(18% * 174 miljoen zakenkm)+(18% * 387 miljoen privékm)). Het aanschaffen van dienstauto's (effectief in 42% van de gevallen) tezamen met inkomenscompenserende maatregelen zal ertoe leiden dat het aantal zakelijke autokilometers niet met 174 miljoen daalt maar slechts met 83 miljoen kilometers (174 * (118%)) * (142%)). Per saldo leiden de compenserende maatregelen ertoe dat de minimale daling van het aantal autokilometers in het segment zakenauto bij variabilisering van de fiscale bijtelling 44 miljoen kilometer bedraagt. Samenvattend kan worden vastgesteld dat variabilisering in het maximale geval (zonder compensatie door werkgevers), leidt tot een daling van 61 miljoen autokm en in het minimale geval (wel compensatie door werkgevers) tot een daling van 44 miljoen autokm. Afgezet tegen het totale autokilometrage in het segment zakenauto's bedraagt deze afname tussen de 3 en 4%. Afgezet tegen het totale Nederlandse personenautokilometrage bedraagt de afname tussen,6 en,8% Effecten op emissie schadelijke stoffen De effecten op de uitstoot aan schadelijke stoffen door maatregelen betrekking hebbende op de fiscale bijtelling van de zakenauto zijn bepaald door de daling in het aantal autokilometers zoals in voorgaande paragraaf berekend te vermenigvuldigen met de gemiddelde emissies per voertuigkilometer (zie tabel 2.3). Het resultaat wordt in tabel 3.1 vermeld (tussen haakjes wordt het aandeel in de totale emissies 9 of afgelegd kilometrage door het Nederlandse personenautopark vermeld). Tabel 3.1 Daling in omvang emissies bij verandering fiscale bijtelling autovandezaak (* 1. kg) Stof Auto van de zaak Privéauto met zakelijke km Verhoging fiscale bijtelling 2 C H y 61 min vkm (,8%) 848 (,2%) (,5%) 262 (,2%) 116 (,1%) 43 (,9%) 12 (,2%) 1 miljard vkm (1,3%) 1.39 (,3%) (,9%) 43 (,4%) 19 (,2%) 7 (1,5%) 2 (,4%) n.v.t. n.v.t. Uitstoot door personenauto's in Nederland in 1994 (* 1 min kg): 419, , NO 119, CH 14, 4,6, 4,9 (Bron: CBS, Kwartaalbericht Milieustatistieken 1996ffl)

12 1 Stof Auto van de zaak Privéauto met zakelijke km Variabilisering fiscale bijtelling 2 C x H y 44 min vkm (,6%) 556 (,1%) (,4%) 172 (,1%) 76 (,1%) 28 (,6%) 8 (,2%) 61 min vkm (,8%) 848 (,2%) (,5%) 262 (,2%) 116 (,1%) 43 (,9%) 12 (,2%) n.v.t. n.v.t. Vergelijking van de procentuele daling in de emissies met de procentuele daling in het aantal autokilometers leert dat de daling in emissies kleiner is (met uitzondering van ). Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de gemiddelde zakenauto jonger en daardoor schoner is dan de gemiddelde Nederlandse auto. De uitzondering voor de uitstoot aan wordt veroorzaakt door het relatief hoge aandeel dieselauto's binnen het segment zakenauto's (zie tabel 2.2) in vergelijking tot het gehele Nederlandse autopark. 3.3 Verandering kmvergoeding privégebruik van autovandezaak In het reeds eerder aangehaalde rapport van Traffic Test wordt geconcludeerd dat 'een toename van de kmvergoeding van de werknemer aan de werkgever pas invloed heeft op het gebruik van de autovandezaak als de vergoeding zeer hoog wordt en uitstijgt boven de fiscale bijtelling' (blz. 14). De genoemde bedragen hierbij zijn een vergoeding groter dan ƒ,71 voor privégebruik en ƒ,63 voor woonwerk verkeer. In aanmerking nemende dat 93% van de werkgevers er duidelijk tegen gekant is om werknemers te laten betalen voor nietzakelijk gebruik of de bestaande betaling te verhogen wordt geconcludeerd dat weinig effecten van deze maatregel zijn te verwachten. De effecten op het afgelegd kilometrage en de uitstoot aan emissies wordt hier dan ook op gesteld. ~^> f 3.4 j Verandering vergoeding voor zakelijk kilometergebruik van de V ^/ privéauto Effecten op kilometrage Uit de enquête is gebleken dat werkgevers de kmvergoeding voor het zakelijk gebruik van de privéauto in meerderheid zullen verlagen als de belastingvrije vergoeding gaat afnemen. Zij zullen de vergoeding echter niet lager laten worden dan ƒ,47. Bij een verlaging van de kmvergoeding met 13% van gemiddeld ƒ,54 nu naar ƒ,47 treden bij een derde van de werknemers de volgende reacties op (tweederde verandert zijn/haar gedrag niet): * 3% verlaagt het zakelijk kilometrage met 6% (gemiddeld 8.1 km nu); * 6% verlaagt het privékilometrage met 13% (gemiddeld 11.7 nu); * 11% verlaagt het woonwerk kilometrage met 57% (gemiddeld 8.8 nu).

13 11 Voor het segment 'particuliere auto's met zakelijke km' leiden bovenstaande reacties tot een maximale daling van het totaal afgelegd kilometrage met de auto van 92 min km waarvan 64 min zakelijke km, 24 min woonwerk km en 4 min privékm. Deze berekende (maximale) daling van het afgelegde autokilometrage zal in de praktijk minder groot zijn door de reacties van de werkgevers. In het geval de werknemers de privéauto niet meer zouden gebruiken voor het afleggen van zakelijke kilometers zegt namelijk 43% van de werkgevers een dienstauto te zullen aanschaffen en 37% trekt de kmvergoeding op. Dit leidt ertoe dat van de berekende maximale daling van het zakelijk kilometrage van 64 min toch nog 8% (43%+37%) ofwel 51 min km met de auto zal worden afgelegd. In het geval van een optrekking van de kmvergoeding mag daarnaast worden verwacht dat de hierboven vermelde reactie van werknemers ten aanzien van de verlaging van het privé en woonwerk kilometrage niet zal plaatsvinden. Dit leidt ertoe dat van de berekende (maximale) daling van het woonwerk verkeer van 24 min kilometer er toch nog 37% met de privéauto wordt afgelegd ofwel 9 min, per saldo resteert een daling van 15 min km. Voor het privékilometrage geldt dat deze niet met 4 min kilometer daalt doch slechts met 25 min. Bovenstaande leidt tot de conclusie dat het verlagen van de vergoeding voor het zakelijk gebruik van de privéauto met 13% naar ƒ,47 leidt tot een afname van het totale jaarkilometrage in het segment 'privéauto met zakelijke km' van 92 miljoen km (3% van het totale jaarkilometrage in dit segment) en tot een afname van circa 3 miljoen km (1% van het totale jaarkilometrage in dit segment). Deze reacties kunnen worden vertaald in een soort prijselasticiteit van de afgelegde afstand. In het maximale geval bedraagt deze elasticiteit,23 1 (3%/13%), in het minimale geval,8 (1%/13%). Geconcludeerd kan worden dat deze elasticiteiten niet onrealistisch over komen. Zo is uit eerder onderzoek naar voren gekomen dat de lange termijn elasticiteit van de afgelegde afstand in relatie tot de brandstofprijs tussen de,1 en,3 ligt" Effecten op emissie schadelijke stoffen Het effect op de emissies van het verlagen van de kmvergoeding voor zakelijke kilometers met de privéauto naar ƒ,47 staat in tabel 3.2 vermeld. Ook hier wordt weer tussen haakjes het aandeel vermeld in de totale emissies of afgelegd kilometrage door het Nederlandse autopark. Een prijselasticiteit van,23 wil zeggen dat bij een prijsverhoging van 1% de vraag met 2,3% afneemt. 'De prijselasticiteit van energieverbruik in het wegverkeer',, Rotterdam, 1991.

14 12 Tabel 3.2 Daling in omvang emissies bij verlaging kmvergoeding zakelijke km naar ƒ,47 (* 1. kg) Stof Auto van de zaak Privéauto met zakelijke km Verlaging kmvergoeding zakelijke km naar ƒ,47 2 C x H y so 2 n.v.t. n.v.t. 3 min vkm (,4%) (3%) (,3%) 258 (,2%) 246 (,2%) 12 (,3%) 6 (,1%) 92 min vkm (1,2%) (1,%) (,9%) 791 (,7%) 754 (,7%) 37 (,8%) 18 (,4%) Net als voor de zakenauto geldt ook voor de privéauto waarmee zakelijke kilometers worden gereden, dat deze auto in vergelijking tot de gemiddelde Nederlandse auto jonger en daardoor schoner is. De procentuele daling in de omvang van de emissies is dan ook kleiner dan de procentuele daling in het afgelegd kilometrage. 3.5 Bevordering OVgebruik voor zakelijke verplaatsingen Effecten op kilometrage Zakelijke bestemmingen goed met OV bereikbaar Als zakelijke bestemmingen goed met het OV bereikbaar zouden zijn zou 32% van de respondenten het OV ook vaker gebruiken. Binnen het segment 'auto van de zaak' zou men dan gemiddeld 8% minder zakelijke, 4% minder privé en 7% minder woonwerk autokilometers maken. Dit leidt tot een afname van het aantal autokilometers van in totaal 39 miljoen. Binnen het segment 'zakelijk gebruik privéauto' bedraagt de afname 28% in het zakelijke kilometrage, 9% in het privékilometrage en 19% in het woonwerk kilometrage. Voor het totale segment komt dit neer op een afname van miljoen autokilometers. Verhuizing bedrijf nabij NSintercitystation Als het bedrijf van werknemers met zakelijke verplaatsingen zou verhuizen naar een lokatie vlak bij een NSintercitystation dan zegt 1% van de respondenten in het segment 'auto van de zaak' dat dit hun keuze in vervoerwijze zal veranderen: 9% zegt in dit geval meer woonwerk kilometers per trein te zullen gaan afleggen. Deze afname bedraagt naar eigen zeggen 6% van het huidige woonwerk kilometrage ( km). Voor het totale segment leidt dit tot een afname van het aantal woonwerk kilometers met bijna 6 miljoen. Daarnaast zegt 2% van de respondenten in dit segment hun zakelijke kilometrage aan te passen met eveneens 6% van het huidige zakelijke kilometrage. Dit leidt tot een afname van 195 min zakelijke kilometers. In de enquête is niet gevraagd naar de effecten op het privékilometrage. Onder de veronderstelling dat de helft van de respondenten die zegt zijn gedrag te zullen veranderen bij een verhuizing van het bedrijf nabij een NSintercitystation ook zijn privékilometrage zal aanpassen met 6%, ofwel 5% van de respondenten (,5*1%), daalt het privéautokilometrage met 113 miljoen. In totaal leidt dit tot een daling van ruim 9 miljoen autokilometers.

15 13 In het segment 'zakelijk gebruik privéauto' zegt 29% van de respondenten hun vervoerwijzekeuze te zullen veranderen indien het bedrijf verhuist naar een lokatie bij vlak bij een NSintercitystation. 27% Zal in dit geval zijn woonwerk kilometrage vaker per trein afleggen. Dit zal leiden tot een daling van 6% in het gemiddelde woonwerkkilometrage. Voor het gehele segment 'zakelijk gebruik privéauto' komt dit neer op een afname van het woonwerkkilometrage met 491 miljoen. Daarnaast past tevens 12% zijn of haar zakelijke autokilometrage aan: dit zal dalen met eveneens 6%. Voor het gehele segment komt dit neer op een daling van het zakelijke autokilometrage met 1.25 miljoen. Voor het bepalen van de effecten op het privékilometrage wordt weer uitgegaan van de veronderstelling dat de helft van de respondenten die zegt zijn gedrag te zullen aanpassen tevens zijn privékilometrage aanpast. Voor het segment als geheel komt dit neer op een daling van het autokilometrage met als motief privé van miljoen. Samenvattend: verhuizing van bedrijven naar een lokatie vlak bij een NSintercitystation levert een besparing aan autokilometers van ruim 9 min in het segment 'auto van de zaak' en van 2.9 miljoen in het segment 'zakelijk gebruik privéauto'. Deze afname bedraagt 6 respectievelijk 1% van het aantal kilometers in het betreffende segment en 1 resp. 4% van het totale Nederlandse autokilometrage. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat een deel van deze afname, te weten de afname van het privékilometrage, is ingeschat. Een betere bereikbaarheid van de zakelijke bestemmingen met het OV levert een besparing in autokilometers van 39 miljoen ofwel 3% in het segment 'auto van de zaak' en miljoen ofwel 8% in het segment 'zakelijk gebruik privéauto'. Afgezet tegen het Nederlandse autokilometrage bedraagt de afname per segment,5% respectievelijk 3%. Tot slot wordt opgemerkt dat bovenstaande besparingen aan autokilometers als een maximum worden beschouwd. Dit gezien het feit dat werkgevers in het algemeen niet welwillend staan tegenover meer gebruik van het OV voor zakelijke verplaatsingen Effecten op emissie schadelijke stoffen De effecten van het bevorderen van OVgebruik voor zakelijke verplaatsingen op de emissie van schadelijke stoffen worden in tabel 3.3 vermeld. Zie 'Beïnvloedbaarheid van 'Zakelijke Automobiliteit', Verslag van een enquêteonderzoek bij werknemers en werkgevers', Traffic Test, juli 1996, blz. 17.

16 14 Tabel 3.3 Daling in omvang emissies bij bevordering OVgebruik voor zakelijke verplaatsingen (* 1. kg) Stof Auto van de zaak Privéauto met zakelijke km Verhuizing bedrijf naar lokatie bij NSintercitystation 2 C x H y 9 min vkm (1,1%) (,3%) (,8%) 387 (,3%) 171 (,2%) 63 (1,4%) 18 (,4%) 2.9 min vkm (3,7%) (3,1%) (3,%) (2,1%) (2,3%) 116 (2,5%) 58 (1,2%) Betere OVbereikbaarheid van zakelijke bestemmingen 2 C x H y so 2 39 min vkm (,5%) 542 (,1%) (,3%) 168 (,1%) 74 (,1%) 27 (,6%) 8 (,2%) min vkm (3,%) (2,5%) (2,4%) 2.27 (1,7%) (1,9%) 94 (2,%) 47 (1,%) 3.6 Kostenbewustzijn Op basis van de enquêteresultaten is geconcludeerd dat het kostenbewustzijn van werkgevers en werknemers niet optimaal is en dat een vergroting van dat bewustzijn het ter beschikking stellen van auto'svandezaak en daardoor de modal split zou kunnen veranderen. Hoeveel effect verwacht kan worden kon echter niet becijferd worden. De effecten op het kilometrage en uitstoot aan schadelijke stoffen kunnen daarom eveneens niet bepaald worden. 3.7 Woonwerk verkeer niet met de auto Effecten op kilometrage Maatregelen om het woonwerk verkeer per auto te reduceren (zoals vervoersmanagement) leiden in het segment 'zakenauto' ertoe dat circa 5% van de respondenten overstapt naar het OV voor zijn/haar zakelijke verplaatsingen. In het segment 'privéauto met zakelijke km' bedraagt dit 2%. In alle overige gevallen wordt gekozen voor een dienstauto, huurauto of men gaat toch met de eigen auto. Niet bekend is welke effecten er ontstaan op het afgelegd zakelijk kilometrage indien deze kilometers niet meer met de eigen auto worden afgelegd maar met een dienst of huurauto. Vooralsnog wordt aangenomen dat eenzelfde reductie wordt bereikt als wanneer werknemers niet meer voldoende vergoeding zouden krijgen voor zakelijk gebruik van de privéauto, te weten een afname met 6% 13. Voor werknemers die zeggen toch met de eigen auto te gaan wordt aangenomen dat het zakelijk kilometrage niet verandert. Zie ook 'Beïnvloedbaarheid van 'Zakelijke Automobiliteit', Verslag van een enquêteonderzoek bij werknemers en werkgevers', Traffic Test, juli 1996, blz. 2.

17 15 Voor het segment 'zakenauto' betekent voorgaande een afname van het totale zakelijke jaarkilometrage met 6 miljard km. Voor het segment 'privéauto met zakelijke km' bedraagt de afname 5,2 miljard km. Uitgaande van de gemiddelde (enkele) woonwerk afstand van 32 km voor werknemers met een auto van de zaak en 21 km voor werknemers met een privéauto (waarmee ook zakelijke kilometers worden gereden) zoals uit de enquête naar voren kwam kan tevens een (globale) schatting worden gemaakt van de effecten op het woonwerkkilometrage. Ervan uitgaande dat het door Traffic Test bepaalde percentage keuze reizigers per segment 14 in potentie de woonwerk afstand kan afleggen zonder gebruik te maken van de auto, brengt de potentiële reductie in het aantal woonwerk kilometers op ca. 2 miljard voor het segment zakenauto ((4% * 252.) + (25% * 324.) * 64 km * 2 werkdagen per jaar) en 6 miljard voor het segment privéauto ((26% * 295.) + (63% * 1.35.) * 42 km * 2 werkdagen per jaar). Benadrukt moet worden dat hier een potentiële reductie betreft; aangenomen wordt immers dat alle keuzereizigers ten aanzien van zakelijke verplaatsingen ook keuzereiziger voor de woonwerkverplaatsing zijn. In de praktijk zal dit echter niet het geval zijn (bijvoorbeeld een slechte OVverbinding tussen woon en werkplek). Zo is volgens Katteler & Roosen 15 slechts voor ongeveer 3% van de aan systematisch autogebruik verbonden autokilometers in principe ook OV beschikbaar. Onder systematisch autogebruik worden hier autoverplaatsingen verstaan die minstens eens per week worden gemaakt over een vast traject (zoals woonwerk verkeer). Ook uit een zogenaamde 'situationele analyse' van verplaatsingen in de corridor BredaRotterdam blijkt dat de keuzevrije groep van automobilisten relatief klein is, te weten 17% 16. Wanneer verondersteld wordt dat een kwart van de potentiële keuzigersreizigers ook daadwerkelijk voor het overbruggen van de woonwerkafstand geen gebruik meer maakt van de auto ("bij maatregelen om het woonwerk verkeer per auto te reduceren) dan leidt dit tot een afname van het aantal woonwerkkilometers van 5 miljoen voor het segment zakenauto en 1,5 miljard voor het segment privéauto. Verondersteld wordt dat de overstap naar het OV voor het afleggen van woonwerk en zakelijke afstanden geen effect heeft op de hoogte van het privékilometrage. Samenvattend: indien via maatregelen werknemers worden gestimuleerd om het woonwerk verkeer niet meer per auto af te leggen dan lijkt het autokilometrage in het segment zakenauto met 6,5 miljard te kunnen dalen. Voor het segment privéauto bedraagt de maximale afname 6,7 miljard kilometer. Afgezet tegen het totale kilometrage per segment komt dit neer op een maximale daling van 46% in het segment zakenauto en 23% in het segment privéauto met zakelijke kilometers. Afgezet tegen het totale Nederlandse autokilometrage bedraagt de afname door het segment zakenauto 8% en door het segment privéauto 9%. In totaal leidt dit tot de substantiële (maximale) daling van 17% in het Nederlandse autokilometrage. Overigens moet worden opgemerkt dat deze daling met 17% van een andere orde is dan de in de voorgaande paragrafen berekende effecten van maatregelen. Hier wordt immers uitgegaan van het feit dat het woonwerk verkeer in een aantal gevallen niet meer per auto plaats vindt: 'Beïnvloedbaarheid van 'Zakelijke Automobiliteit', Verslag van een enquêteonderzoek bij werknemers en werkgevers', Traffic Test, 1 juli 1996, blz. 1. 'Vervangbaarheid van het autogebruik. Een onderzoek naar gebondenheid aan de auto', H. Katteler en J. Roosen, ITS, Nijmegen, november 'Automobiliteit tussen vrijheid en gebondenheid', M.G.J. Kockelkoren in CVS 1989, deel 2;

18 16 er is niet nagegaan welke type maatregelen dit uiteindelijke effect teweeg kunnen brengen Effecten op emissie schadelijke stoffen Reductie van het woonwerk verkeer per auto leidt tot de volgende daling in de emissies van schadelijke stoffen (tabel 3.4). Tabel 3.4 Daling in omvang emissies bij reductie woonwerk verkeer per auto (* 1. kg) Stof Auto van de zaak Privéauto met zakelijke km Reductie woonwerk verkeer per auto 2 C x H y 6,5 mld vkm (8,3%) 9.35 (2,2%) (5,8%) (2,3%) (1,2%) 455 (9,9%) 13 (2,7%) 6,7 mld vkm (8,6%) (7,2%) (6,8%) (4,8%) (5,3%) 268 (5,8%) 134 (2,7%) 3.8 Dienstauto voor zakelijke verplaatsingen In het eerder vermelde rapport van Traffic Test wordt geconcludeerd dat werkgevers de kosten van een dienstauto relatief sterk (ten opzichte van een autovandezaak) onderschatten en dat dienstauto's het aantal autokilometers zou kunnen reduceren, vooral het aantal woonwerk autokilometers. Op basis van de enquête zijn echter geen precieze becijferingen van de effecten mogelijk. De effecten op het kilometrage en uitstoot aan schadelijke stoffen kunnen daarom eveneens niet bepaald worden. 3.9 Introductie multimobiliteitskaart De multimobiliteitskaart is een soort pas waarmee de werknemer van alle vervoerwijzen gebruik kan maken (huurauto, autometchauffeur, alleen een chauffeur, taxi, trein, treintaxi) en met behulp waarvan de werknemer de hele reis van tevoren kan laten uitzoeken en regelen. De werknemer geeft hierbij eventueel zelf aan van welke vervoerwijze hij /zij expliciet geen gebruik wil maken. Indien noodzakelijk wordt de werknemer van huis of werk opgehaald. De mobiliteitskaart dient als betalingsbewijs. De kosten van de kaart bedragen ƒ 4 per uur gedurende de tijd dat er met de kaart gereisd wordt.

19 Effecten op kilometrage Van de werknemers met een autovandezaak verwacht 2% een reductie van eveneens 2% in het totale jaarkilometrage bij introductie van de multimobiliteitskaart. Voor het gehele segment komt dit neer op een reductie van 1,1 miljard autokilometers per jaar. Ervan uitgaande dat dit de maximale reductie in autokilometers bedraagt, kan de minimale reductie worden bepaald op basis van het aantal werknemers met een auto van de zaak dat zegt nu al een voorkeur te hebben voor een multimobiliteitskaart boven een auto van zaak, te weten 2%. Dit percentage leidt tot een reductie van 113 miljoen autokilometers per jaar. Van de werknemers met een privéauto waarmee tevens zakelijke kilometers worden afgelegd verwacht 16% een reductie van 34% in het totale jaarkilometrage bij introductie van de multimobiliteitskaart. Dit komt neer op een reductie van () 2,1 miljard autokilometers per jaar voor dit segment. Van de werknemers met een privéauto zegt 12% reeds nu al een voorkeur te hebben voor een multimobiliteitskaart. Dit leidt tot een minimale reductie in dit segment van 1,6 miljard autokilometers per jaar. Samenvattend: de maximale reductie in autokilometers bij introductie van de multimobiliteitskaart bedraagt 1,1 miljard kilometer in het segment zakenauto en 2,1 miljard in het segment privéauto. Dit komt neer op een reductie van 8% voor het segment zakenauto en 7% in het segment privéauto. Afgezet tegen het totale Nederlandse autokilometrage bedraagt de maximale afname per segment 1 respectievelijk 3%. De minimale reductie bedraagt 113 miljoen kilometer ofwel 1% in het segment zakenauto en 1,6 miljard (6%) in het segment privéauto. Gerelateerd aan het Nederlandse autokilometrage bedraagt de minimale afname per segment,1% respectievelijk 2% Effecten op emissie schadelijke stoffen Introductie van een multimobiliteitskaart leidt tot de volgende effecten op de emissie van schadelijke stoffen (tabel 3.5): Tabel 3.5 Daling in omvang emissies bij introductie multimobiliteitskaart (* 1. kg) Stof Auto van de zaak Privéauto met zakelijke km Introductie multimobiliteitskaart co 2 C x H y 113 min vkm (,1%) 157 (%) (,1%) 49 (%) 21 (%) 8 (,2%) 2 (%) 1,1 mld vkm (1,4%) (,4%) (1,%) 473 (,4%) 29 (,2%) 77 (1,7%) 22 (,4%) 1,6 mld vkm (2,%) (1,7%) (1,6%) (1,2%) (1,3%) 64 (1,4%) 32 (,7%) 2,1 mld vkm (2,7%) (2,3%) (2,1%) 1.86 (1,5%) (1,7%) 84 (1,8%) 42 (,9%)

20 18 Doordat het kilometrage in het segment 'privéauto met zakelijke kilometers' sterker daalt dan in het segment 'auto van de zaak', heeft dit segment een groter aandeel in de daling van de emissies. 3.1 Introductie Business Reispas De business reispas is een pas waarmee werknemers voor rekening van de werkgever treinkaartjes en strippenkaarten kopen. Reiskosten behoeven dan niet meer te worden voorgeschoten en er hoeven geen declaraties meer te worden ingediend. De werkgever krijgt periodiek een gespecificeerde factuur van alle kosten die met de Reispas zijn gemaakt. De kaart kan worden gecombineerd met een tankpas als de werknemer over een auto van de zaak beschikt. De kosten van de Reispas zijn afhankelijk van het gebruik Effecten op kilometrage Wanneer de werkgever een Reispas ter beschikking stelt verwacht 8% van de werknemers met een zakenauto dat er een reductie optreedt in hun zakelijk autokilometrage met 15%. Voor het gehele segment 'zakenauto's' komt dit neer op een reductie van 183 miljoen zakelijke autokilometers ofwel een daling van 1% binnen dit segment. Van de privéautobezitters verwacht 13% dat er een reductie optreedt in hun zakelijk autokilometrage met gemiddeld 4%. Vertaald naar het gehele segment 'privéautobezitters met zakelijke km' komt dit neer op een reductie van 668 miljoen (2%) zakelijke autokilometers. Naar effecten van de Reispas op het afgelegd woonwerk en privé kilometrage is in de enquête niet gevraagd. Bovenstaande berekende daling van het autokilometrage moet dan ook als een minimum schatting van de effecten van de Business Reispas worden gezien Effecten op emissie schadelijke stoffen Tabel 3.6 geeft de (minimale) effecten van de Business Reispas op de emissie van schadelijke stoffen weer. Geconcludeerd kan worden dat deze effecten zijn.

21 19 Tabel 3.6 Daling in omvang emissies bij introductie Business Reispas (* 1. kg) Stof Auto van de zaak Privéauto met zakelijke km Introductie Business Reispas 2 C x H y 183 min vkm (,2%) 254 (,1%) (,2%) 79 (,1%) 35 (%) 13 (,3%) 4 (,1%) 668 min vkm (,9%) 3.19 (,7%) (,7%) 574 (,5%) 548 (,5%) 27 (,6%) 13 (,3%) 3.11 Samenvatting en conclusies Tabel 3.7 geeft een samenvattend overzicht van het effect van de onderscheiden maatregelen op het absoluut afgelegd kilometrage in de segmenten 'zakenauto' en 'privéauto met zakelijk km.'. Tevens is dit effect afgezet tegen het totaal aantal gereden autokilometers in beide segmenten en in Nederland als totaal. Op deze wijze wordt een indruk verkregen van de relatieve omvang van de daling in het aantal autokilometers. Het grootste effect op het afgelegd autokilometrage wordt bereikt met de maatregel 'woonwerk verkeer niet met de auto': de maximale afname in het totale Nederlandse autokilometrage bedraagt dan circa 17%. Wel moet hierbij worden bedacht dat het hier ten eerste om een effect gaat waarbij verondersteld is dat een kwart van de potentiële keuzigersreizigers 17 binnen de onderscheiden segmenten ook daadwerkelijk voor het overbruggen van de woonwerkafstand geen gebruik meer maakt van de auto (zie paragraaf 3.7.1). Daarnaast betreft het effect van 17% voor een deel niet zozeer het effect van een maatregel maar van een gegeven eindsituatie, te weten 'woonwerkverkeer niet met de auto'. Met een afname van bijna 5% in het totale Nederlandse autokilometrage staat de maatregel 'verhuizing bedrijf naar lokatie bij NSintercitystation' op de tweede plaats, gevolgd door 'introductie multimobiliteitskaart' met een daling van ruim 4%. De twee maatregelen betrekking hebbende op de fiscale bijtelling van de zakenauto alsmede de maatregel gericht op het verlagen van de kmvergoeding bij zakelijk gebruik van de privéauto lijken de minste effecten te sorteren; een maximale daling van circa 1% in het totale Nederlandse autokilometrage. In figuur 3.1 tenslotte worden de effecten op het kilometrage nog eens grafisch weergegeven. De 'maatregelnummers' in deze grafiek refereren aan de maatregelen zoals vermeld in tabel 'Beïnvloedbaarheid van 'Zakelijke Automobiliteit', Verslag van een enquêteonderzoek bij werknemers en werkgevers', Traffic Test, 1 juli 1996, blz. 1.

22 2 Figuur 3.1 Effecten maatregelen op afgelegd kilometrage (1 mld km) * 1 miljard autokilometers Fsssp^i nssr^i 2 kill ï^ bid i 6 I minimum effect I maximum effect a 5b Maatregelen Tabel 3.7 Overzicht effect maatregelen op afgelegd kilometrage per onderscheiden segment Maatregel Type effectschatting absolute afname aantal autokm ( 1 min) Zakenauto % van het totaal aantal gereden autokm in: absolute afname aantal autokm Clmln) Privéauto % van het totaal aantal gereden autokm in: segment NI. segment NI. 1 Verhogen fiscale bijtelling tot 33% ,3% 7,1%,8% 1,3% 2 Variabilisering fiscale bijtelling ,1% 4,3%,6%,8% 3 Verandering kmvergoeding voor privégebruik zakenauto 4 Verandering vergoeding zakelijk kmgebruik privéauto ,% 3,2%,4% 1,2% 5a Verhuizing bedrijf naar lokatie bij NSintercitystahon 9 6,4% 1,1% 2.9 1,% 3,7% 5b Betere OVbereikbaarheid zakelijke bestemmingen 39 2,8%,5% ,1% 3,% 6 Kostenbewustzijn 7 Woonwerk verkeer niet met auto ,% 8,3% ,2% 8,6% 8 Dienstauto voor zakelijke verplaatsingen _ 9 Multimobiliteitskaart ,8% 7,8%,1% 1,4% ,5% 7,3% 2,% 2,7% 1 Business Reispas 183 1,3%,2% 668 2,3%,9%

23 21 Eenzelfde overzichtstabel als voor de reductie in het aantal autokilometers is opgesteld voor de emissies (tabel 3.8). De absolute omvang in de daling van de emissies en autokilometers wordt daarbij afgezet tegen de omvang van de totale emissies door personenauto's in Nederland respectievelijk het totaal aantal afgelegde autokilometers. Figuur 3.2 geeft van de te verwachten effecten per maatregel tevens een grafische weergave. Zoals te verwachten behoort de grootste daling in uitstoot aan schadelijke stoffen bij de maatregel die voor de grootste daling in het afgelegd kilometrage zorgt, te weten 'woonwerk verkeer niet met de auto'. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat wanneer de wegvallende autokilometers verschuiven naar het OV (wat voor een deel zeker het geval zal zijn), de daling in de berekende emissies gecorrigeerd dient te worden. Deze verschuiving naar het OV zal immers tevens een uitbreiding van het aanbod van OV noodzakelijk maken. Vergelijking van de procentuele daling in de emissies met de procentuele daling het aantal autokilometers leert dat de daling in emissies kleiner is. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de gemiddelde auto waarmee zakelijke kilometers worden afgelegd jonger en daardoor schoner is dan de gemiddelde Nederlandse auto 18. Tabel 3.8 Overzicht effect maatregelen op omvang emissies per onderscheiden segment Maatregel Type effectschatting Zakenauto Privéauto absolute afname emissies ( 1. kg) % van de totale emissies door personenauto's in NI. absolute afname emissies (* 1. kg) % van de totale emissies door personenauto's in NI. 1 Verhogen fiscale bij telling tot 33% 2 NO, 61 min vkm ,8,2,5,2,1,9,2 2 NO QH, 1. min vkm ,3,3,9,4,2 1,5,4 Zoals in hoofdstuk 2 vermeld bedraagt de gemiddelde leeftijd van de zakenauto 2,3 jaar en 5,9 jaar voor de particuliere auto die tevens zakelijke kilometers rijdt. Voor het gehele Nederlandse autopark bedraagt de gemiddelde leeftijd ca. 1 jaar.

Zakelijke automobiliteit. Bouwstenen voor een beleidsvisie TT96-44

Zakelijke automobiliteit. Bouwstenen voor een beleidsvisie TT96-44 Zakelijke automobiliteit Bouwstenen voor een beleidsvisie TT96-44 Traffic Test bv, TT96-44 6 Kosten van niet-zakelijk gebruik van de auto-van-de-zaak Als werknemers de beschikking hebben over een auto-van-de-zaak

Nadere informatie

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Indicatie van het potentieel van Mobility Mixx wanneer toegepast op het gehele Nederlandse bedrijfsleven Notitie Delft, november 2010 Opgesteld door: A.

Nadere informatie

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III Ketenanalyse 1 Inleiding Eis: Aantoonbaar inzicht in de meest materiele emissies uit scope 3 middels 2 ketenanalyses. Voor het in kaart brengen van scope III

Nadere informatie

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III Ketenanalyse 1 Inleiding Eis: Aantoonbaar inzicht in de meest materiele emissies uit scope 3 middels 2 ketenanalyses. Voor het in kaart brengen van scope III

Nadere informatie

Milieu jaarverslag 2013-Q4

Milieu jaarverslag 2013-Q4 Milieu jaarverslag 2013-Q4 1. Inleiding In dit verslag worden gegevens gepubliceerd ten aanzien van energie met daaraan gekoppeld de CO 2 footprint. De dataverzameling en rapportage voor CO 2 gebeurt conform

Nadere informatie

Beïnvloedbaarheid van Zakelijke Automobiliteit. Verslag van een enquête-onderzoek bij werknemers en werkgevers. Tl drs. I.H.

Beïnvloedbaarheid van Zakelijke Automobiliteit. Verslag van een enquête-onderzoek bij werknemers en werkgevers. Tl drs. I.H. Beïnvloedbaarheid van Zakelijke Automobiliteit Verslag van een enquête-onderzoek bij werknemers en werkgevers Tl96-30 drs. I.H. Veling Documentbeschrijving titel : Beïnvloedbaarheid van Zakelijke Automobiliteit.

Nadere informatie

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III Ketenanalyse 1 Inleiding Eis: Aantoonbaar inzicht in de meest materiele emissies uit scope 3 middels 2 ketenanalyses. Voor het in kaart brengen van scope III

Nadere informatie

Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM

Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM Samenvatting belangrijkste resultaten Op verzoek van V&W heeft SZW een eerste inschatting gemaakt van de koopkrachteffecten

Nadere informatie

CO 2 -reductiedoelstelling 2011-2013

CO 2 -reductiedoelstelling 2011-2013 CO 2 -reductiedoelstelling 2011-2013 Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV december 2011 2010.0001-15 Inleiding Cauberg-Huygen is sinds 1975 koploper in oplossingen voor de bouw- en infrasector, industrie

Nadere informatie

CO2 reductiedoelstellingen C.S.C. Ceelen Sport Constructies Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0

CO2 reductiedoelstellingen C.S.C. Ceelen Sport Constructies Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0 CO2 reductiedoelstellingen 2017 C.S.C. Ceelen Sport Constructies Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1. Doelstellingen 3 2 Subdoelstellingen 5 2.1. Subdoelstelling

Nadere informatie

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016 LANDELIJKE FACTSHEET Beter Benutten Gedragsmeting 2016 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid De tabel op de volgende pagina toont de belangrijkste uitkomsten van de Gedragsmeting 2016, een landelijk mobiliteitsonderzoek

Nadere informatie

Voorburg, 21 januari 197~ Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

Voorburg, 21 januari 197~ Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV CONSULT aan Rijkswaterstaat MOGELIJKE VERMINDERING VAN HET BENZINEVERBRUIK DOOR DE INSTELLING VAN SNELHEIDSBEPERKINGEN R-7~-3 Voorburg, 21 januari 197~ Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid

Nadere informatie

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Onderzoek Trappers rapportage Opdrachtgever Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Opdrachtnemer DTV Consultants B.V. Ruben van den Hamsvoort en Alex van Ingen POM 8267 Breda, maart 2009

Nadere informatie

UW NATIONALE BENCHMARK MOBILITEIT RAPPORT

UW NATIONALE BENCHMARK MOBILITEIT RAPPORT UW NATIONALE BENCHMARK MOBILITEIT RAPPORT Alstublieft, Dank voor uw deelname! 1 VOORWOORD De manier waarop we werken en reizen verandert snel. We werken steeds meer plaats- en tijdonafhankelijk en het

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Managementsamenvatting

Managementsamenvatting Managementsamenvatting De provincie Noord-Brabant heeft twee pilots ingevoerd met goedkoop openbaar vervoer. De eerste pilot gericht op jongeren tot 12 jaar en ouderen vanaf 65 jaar en de tweede pliot

Nadere informatie

Autoleasemarkt in cijfers 2012

Autoleasemarkt in cijfers 2012 www.vna-lease.nl Autoleasemarkt in cijfers 2012 samenvatting Mobiliteit verandert; autoleasing ook 1. Lease-auto s in Nederland Mobiliteit verandert. Zakelijke reizigers kunnen kiezen uit een steeds breder

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 3.0 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 30 september 2015 Versie: 1.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding...2 2 Reductiedoelstellingen...3

Nadere informatie

5. Ter beschikking stellen van een bedrijfswagen

5. Ter beschikking stellen van een bedrijfswagen 5. Ter beschikking stellen van een bedrijfswagen 5.1. Begrip Vroeger werd een firmawagen ter beschikking gesteld aan werknemers die veel beroepsmatige verplaatsingen aflegden. De laatste jaren is het toekenningsgebied

Nadere informatie

CO2-prestatieladder 3.B.1_2 Review CO2 reductiedoelstellingen 2015 H1 Revisiedatum: Inhoudsopgave

CO2-prestatieladder 3.B.1_2 Review CO2 reductiedoelstellingen 2015 H1 Revisiedatum: Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoud Inhoudsopgave... 1 1. Review CO2 reductiedoelstellingen... 2 1.1 Inleiding... 2 2. Voortgang subdoelstellingen... 3 2.1 Voortgang subdoelstelling gas verbruik reduceren... 3 2.2 Voortgang

Nadere informatie

Milieubarometer 2010-2011

Milieubarometer 2010-2011 NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N005 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2010-2011 Datum : 6 januari 2012 Milieubarometer 2010-2011 Inleiding De milieubarometer is een instrument,

Nadere informatie

Ketenanalyse Woon- Werkverkeer

Ketenanalyse Woon- Werkverkeer 2014 Ketenanalyse Woon- Werkverkeer Rapportage: KAWWV 2014 Datum: 12 Augustus 2014 Opgesteld door: Rick Arts Versie: 1.1 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Doel... 4 2.1 Data inventarisatie... 4 2.1.1 Zakelijke

Nadere informatie

Energie Auditverslag (periode 2016)

Energie Auditverslag (periode 2016) Energie Auditverslag (periode 2016) Son, Maart 2017 Pagina 1 van 6 1. Introductie A. Jansen B.V. heeft een inventarisatie uitgevoerd over alle energiestromen binnen haar bedrijfsvoering. Dit document geeft

Nadere informatie

Hoogwaardig en veelzijdig

Hoogwaardig en veelzijdig Hoogwaardig en veelzijdig Carbon footprint rapportage Inhoud Samenvatting... 3 Emissies scope 1... 4 Emissies scope 2... 6 Emissies scope 3... 7 Emissies projecten/overhead... 8 Realisatie reductiedoelstellingen...

Nadere informatie

CO 2 emissie scope e helft e helft 2011

CO 2 emissie scope e helft e helft 2011 Werk Bewust! Antea Group en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen projectnr. 080365 Onderdeel CO2 prestatieladder 16 dec 2015 Bijlage bij - 3.B.2 Energiemanagementsprogramma Monitoring scope 3 1 Periode:

Nadere informatie

Eric Kwinkelenberg(procesmanager KAM), Simone Butter-d Hulst Afdeling KAM

Eric Kwinkelenberg(procesmanager KAM), Simone Butter-d Hulst Afdeling KAM Memo Aan Kopie aan Directie BAM Techniek Cindy Ensink Manager KAM Van Afdeling Telefoon direct Fax direct E-mail Eric Kwinkelenberg(procesmanager KAM), Simone Butter-d Hulst Afdeling KAM kam@bamtechniek.nl

Nadere informatie

UW NATIONALE BENCHMARK MOBILITEIT RAPPORT

UW NATIONALE BENCHMARK MOBILITEIT RAPPORT UW NATIONALE BENCHMARK MOBILITEIT RAPPORT Alstublieft, Dank voor uw deelname! 1 VOORWOORD De manier waarop we werken en reizen verandert snel. We werken steeds meer plaats- en tijdonafhankelijk en het

Nadere informatie

Na#onaal Zakenauto Onderzoek 2014

Na#onaal Zakenauto Onderzoek 2014 Na#onaal Zakenauto Onderzoek 2014 Presenta#e belangrijkste onderzoeksresultaten Eric Vousten VMS Research Intelligence Strategy Driving Business, 24 september 2014 Thema 2014 HOE ZAKELIJK IS DE ZAKELIJKE

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 3.0 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 5 september 2017 Versie: 2.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Reductiedoelstellingen...

Nadere informatie

Milieubarometer 2009-2010

Milieubarometer 2009-2010 NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N004 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2009-2010 Datum : 26 juli 2011 Milieubarometer 2009-2010 Inleiding De milieubarometer is een instrument,

Nadere informatie

Voortgangsrapportage. Scope 3 CO 2- emissies

Voortgangsrapportage. Scope 3 CO 2- emissies Voortgangsrapportage Scope 3 CO 2- emissies 2014 Wijzigingsblad Versie Datum Auteur Wijzigingen 0.1 24-02-2015 P.P. Lamers Eerste versie 0.2 05-03-2015 K. de Waard Tabellen aangepast 0.3 10-03-2015 P.P.

Nadere informatie

CO2 reductiedoelstellingen C.S.C. Ceelen Sport Constructies Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0

CO2 reductiedoelstellingen C.S.C. Ceelen Sport Constructies Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0 CO2 reductiedoelstellingen 2016 C.S.C. Ceelen Sport Constructies Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1. Doelstellingen 3 2 Subdoelstellingen 5 2.1. Subdoelstelling

Nadere informatie

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Context voor reisgedrag. Beter Benutten. Gedragsmeting 2015

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Context voor reisgedrag. Beter Benutten. Gedragsmeting 2015 LANDELIJKE FACTSHEET Beter Benutten Gedragsmeting 2015 1. Context voor reisgedrag Het effect van maatregelen in het kader van Beter Benutten is niet alleen afhankelijk van de drivers die mensen hebben

Nadere informatie

Carbon Footprint Rapportage 2014

Carbon Footprint Rapportage 2014 Carbon Footprint Rapportage 2014 Versiedatum: 19 februari 2015 4.B.2&5.B.1+2 Rapportage Carbon Footprint 2014 1 van 11 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Scope 1... 4 2.1 Gasverbruik... 5 2.2 Zakelijk verkeer in

Nadere informatie

VCMCM CO2 Voortgangsrapportage U

VCMCM CO2 Voortgangsrapportage U 01-01-016 t/m 31-1-016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1. Veranderingen. CO-voetafdruk.1. Rapportageperiode 016.. Historische vergelijking.3. Relatieve uitstoot.4. Directe en indirecte emissies

Nadere informatie

Mobiliteit & flexibiliteit Medewerkers en hun vervoerskeuze. www.alphabet.com

Mobiliteit & flexibiliteit Medewerkers en hun vervoerskeuze. www.alphabet.com Mobiliteit & flexibiliteit Medewerkers en hun vervoerskeuze www.alphabet.com Onderzoek Behoefte van zakelijke rijders aan variatie in vervoersmiddelen Flexibele mobiliteit Keuzevrijheid vooral voor jongeren

Nadere informatie

Carbon footprint BT Nederland NV 2014

Carbon footprint BT Nederland NV 2014 Carbon footprint BT Nederland NV 2014 1 Inleiding Ten behoeve van het behalen van niveau 3 van de CO 2 Prestatieladder heeft BT Nederland N.V. (hierna BT Nederland) haar CO 2-uitstoot (scope 1 & 2 emissies)

Nadere informatie

Plug-in Hybrid. juni 2013

Plug-in Hybrid. juni 2013 Plug-in Hybrid Electric Vehicles juni 2013 Begin 2013 reden In Nederland ongeveer 8.000 personenauto s met 0% fiscale bijtelling. Het overgrote deel hiervan zijn elektrische auto s die tevens een benzine-

Nadere informatie

Voortgangsrapportage. Scope 3 CO 2- emissies. Tweede halfjaar 2015

Voortgangsrapportage. Scope 3 CO 2- emissies. Tweede halfjaar 2015 Voortgangsrapportage Scope 3 CO 2- emissies Tweede halfjaar 2015 Inleiding Dit is de voortgangsrapportage van de scope 3, keten analyse. In 2011 zijn twee ketens geanalyseerd. Eén keten is in 2013 vervallen.

Nadere informatie

3B1 Reductiebeleid en Doelstellingen. Datum : 3 jul. 2014 Door : Sandra Kleef Functie : KAM-manager Versie : 2014.1

3B1 Reductiebeleid en Doelstellingen. Datum : 3 jul. 2014 Door : Sandra Kleef Functie : KAM-manager Versie : 2014.1 3B1 Reductiebeleid en Doelstellingen Datum : 3 jul. 2014 Door : Sandra Kleef Functie : KAM-manager Versie : 2014.1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE 2 INLEIDING 3 01. HET CO2-REDUCTIEBELEID VAN ONS BEDRIJF 3

Nadere informatie

Monitoring scope 1 en 2

Monitoring scope 1 en 2 Werk Bewust! Antea Group en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen projectnr. 080365 Onderdeel CO2 prestatieladder 13 jul 2016 Bijlage bij - 3.B.2 Energiemanagementsprogramma Monitoring scope 1 en 2 1

Nadere informatie

Schotpoort Traffic Center. Overzicht CO2-Footprint 2015

Schotpoort Traffic Center. Overzicht CO2-Footprint 2015 Schotpoort Traffic Center Overzicht CO2-Footprint 2015 Titel: CO2-Footprint 2015 Versie: 1.0 Datum: 1 juli 2016 Organisatie: Schotpoort Traffic Center BV Opdrachtgever: Schotpoort Transport Groep BV Opgesteld

Nadere informatie

Voortgangsrapportage scope 1 en 2 analyse eerste halfjaar 2014

Voortgangsrapportage scope 1 en 2 analyse eerste halfjaar 2014 Notitie Contactpersoon Martine Burgstaller Datum 7 oktober 2014 Kenmerk N049-0495501MBQ-cri-V01-NL Voortgangsrapportage scope 1 en 2 analyse eerste halfjaar 2014 1 Inleiding Tauw heeft zich eind 2011 laten

Nadere informatie

Groene bedrijfsvoering

Groene bedrijfsvoering Groene bedrijfsvoering Emissie-inventaris DWA 2011 2 DWA installatie- en energieadvies (DWA) is een adviesbureau met ambitie. Met meer dan honderd collega s werken wij aan de verduurzaming van onder meer

Nadere informatie

De Tweedehands Automarkt en Variabilisatie. achterliggend rapport bij deelrapport 1: een marktverkenning - tabellenboek

De Tweedehands Automarkt en Variabilisatie. achterliggend rapport bij deelrapport 1: een marktverkenning - tabellenboek De Tweedehands Automarkt en Variabilisatie achterliggend rapport bij deelrapport 1: een marktverkenning tabellenboek \inisterie van Verkeer en Waterstaat 'irectoraatgeneraal Rijkswaterstaat Colofon Uitgave:

Nadere informatie

CO 2 Voortgangsrapportage Kwartaal 1 en 2. Akkoord Directie:

CO 2 Voortgangsrapportage Kwartaal 1 en 2. Akkoord Directie: CO 2 Voortgangsrapportage Kwartaal 1 en 2 Akkoord Directie: 30 juni Inhoud voortgangsrapportage, kwartaal 1 en 2 1. Directieverklaring 2. Carbon Footprint a. Scope 1: directe CO 2 emissies b. Scope 2:

Nadere informatie

Vebruikte diesel Verbruikte benzine. Gasverbruik (M3) Elektraverbruik (kwh)

Vebruikte diesel Verbruikte benzine. Gasverbruik (M3) Elektraverbruik (kwh) Twee maal per jaar voert Rail Partner Holland een review uit m.b.t. de stand van zaken aangaande CO2- reductiedoelstellingen. Tijdens deze halfjaarlijkse evaluatie worden alle genoemde maatregelen gecheckt.

Nadere informatie

Voortgangsrapportage. Scope 1 en 2 CO2 emissies Tweede halfjaar 2012

Voortgangsrapportage. Scope 1 en 2 CO2 emissies Tweede halfjaar 2012 Voortgangsrapportage Scope 1 en 2 CO2 emissies Tweede halfjaar 2012 Wijzigingsblad Versie Datum Auteur Wijzigingen 0.1 01-10-2013 F. Wuts Draft 1.0 15-10-2013 F. Wuts Final 1.1 20-01-2014 F. Wuts Emissie

Nadere informatie

CO 2 Reductie doelstellingen

CO 2 Reductie doelstellingen CO 2 Reductie doelstellingen Gebr. Griekspoor BV Innovatief Proactief Duurzaam Betrokken Nieuw-Vennep 5 november 2013 Dilia van der Want. Afdeling KAM Akkoord directie: Datum: Handtekening: 0.0 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Invloed overheidsbeleid op de afzet van brandstoffen. Arno Schroten

Invloed overheidsbeleid op de afzet van brandstoffen. Arno Schroten Invloed overheidsbeleid op de afzet van brandstoffen Arno Schroten CE Delft Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 Energie, transport en grondstoffen Economische, technische en beleidsmatige expertise

Nadere informatie

Verbruikte diesel Verbruikte benzine. Gasverbruik (M3) Elektraverbruik (kwh)

Verbruikte diesel Verbruikte benzine. Gasverbruik (M3) Elektraverbruik (kwh) Twee maal per jaar voert Rail Partner Holland een review uit m.b.t. de stand van zaken aangaande CO2- reductiedoelstellingen. Tijdens deze halfjaarlijkse evaluatie worden alle genoemde maatregelen gecheckt.

Nadere informatie

Ons energiebeleid. Energieverbruik Scope 1 en 2 doelstellingen AGEL adviseurs

Ons energiebeleid. Energieverbruik Scope 1 en 2 doelstellingen AGEL adviseurs Ons energiebeleid In 2018 is AGEL adviseurs ook weer actief bezig om hun CO2-footprint in kaart te brengen. Hierbij wordt opnieuw gebruik gemaakt van het reductiesysteem conform de CO2-Prestatieladder

Nadere informatie

CO 2 Voortgangsrapportage 2012. Kwartaal 3 en 4. Akkoord Directie:

CO 2 Voortgangsrapportage 2012. Kwartaal 3 en 4. Akkoord Directie: CO 2 Voortgangsrapportage Kwartaal 3 en 4 Akkoord Directie: 31 december Inhoud voortgangsrapportage, kwartaal 3 en 4 1. Directieverklaring 2. Carbon Footprint a. Scope 1: directe CO 2 emissies b. Scope

Nadere informatie

referentiejaar Emissies aantal FTE 29,5125

referentiejaar Emissies aantal FTE 29,5125 Pagina 1 van 6 Inleiding Dit jaar is Speer Groep gestart met het monitoren en analyseren van haar energie-efficiency. In het kader hiervan is dit haar eerste halfjaarrapportage Energie-Efficiency. Doel

Nadere informatie

Scope 1 doelstelling Scope 2 doelstelling Scope 1 en 2 gecombineerd 5% CO 2- reductie. 30% CO 2- reductie in 2016 6% CO 2 -reductie in 2016 ten

Scope 1 doelstelling Scope 2 doelstelling Scope 1 en 2 gecombineerd 5% CO 2- reductie. 30% CO 2- reductie in 2016 6% CO 2 -reductie in 2016 ten B. Kwantitatieve doelstellingen & beleid 1 INLEIDING Verhoef wil concreet en aantoonbaar maken dat we ons inspannen om CO 2 te reduceren. Daarvoor hebben wij dit reductiebeleid opgesteld. 2 HET CO 2 REDUCTIE

Nadere informatie

CE Delft. Notitie. A. (Arno) Schroten F. (Femke) de Jong. milieu, en technolog. tel: 015 2 150 150 tel: 015 2 150 150. .nl. .nl Besloten Vennootschap

CE Delft. Notitie. A. (Arno) Schroten F. (Femke) de Jong. milieu, en technolog. tel: 015 2 150 150 tel: 015 2 150 150. .nl. .nl Besloten Vennootschap Op CE Delft CE lossingen Delft voor Oplossingen milieu, econom voor ie milieu, en technolog economie ie en technologie Oude Delft 180 Oude 2611 Delft HH 180 Delft 2611 HH Delft tel: 015 2 150 150 tel:

Nadere informatie

Veiligheidsconcept MCM b.v. CO2 Voortgangsrapportage U

Veiligheidsconcept MCM b.v. CO2 Voortgangsrapportage U CO Voortgangsrapportage U15 017 01-01-017 t/m 31-1-017 CO Voortgangsrapportage U15 017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Inleiding. CO-voetafdruk.1. Rapportageperiode 017.. Historische vergelijking.3. Relatieve

Nadere informatie

Figuur 1: CO 2-emissie vliegreizen 2015

Figuur 1: CO 2-emissie vliegreizen 2015 P R O J E C T MVO activiteiten W E R K N U M M E R ONL100.00037.00.0001 B E T R E F T Tussenstand CO2-emissie 2015 reiskilometers D A T U M 25-08-2015 V A N Jeroen Sap AAN M. Schellekens, P. Buurman, J.

Nadere informatie

Afschaffing korting jaarbetaling MRB De korting van 12 voor het ineens betalen van het hele jaarbedrag MRB komt per 1-1-2012 te vervallen.

Afschaffing korting jaarbetaling MRB De korting van 12 voor het ineens betalen van het hele jaarbedrag MRB komt per 1-1-2012 te vervallen. BELASTINGPLAN 2012, AUTOBELASTINGEN. Voorgestelde wijzigingen (kunnen nog wijzigen na behandeling in de Tweede en Eerste Kamer) De meest in het oog springende wijzigingen zijn het stopzetten van de vrijstelling

Nadere informatie

CO2 footprint rapportage e half jaar

CO2 footprint rapportage e half jaar CO2 footprint rapportage 2017 1 e half jaar Naam opdrachtgever: Unipro BV Adres: Bouwstraat 18 Plaats: Haaksbergen Uitgevoerd door: Zienergie BV Adres: Dokter Stolteweg 2 Plaats Zwolle Telefoon: 038 85

Nadere informatie

CO 2 emissie scope 3. Emissie-soort Scope 2010 2011 2012 2013 2014 reductie 2014-2013. Totaal 2.815 2.677 2.370 2.383 2.214 7,1% Reductie 169

CO 2 emissie scope 3. Emissie-soort Scope 2010 2011 2012 2013 2014 reductie 2014-2013. Totaal 2.815 2.677 2.370 2.383 2.214 7,1% Reductie 169 Werk Bewust! Antea Group en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen projectnr. 080365 Onderdeel CO2 prestatieladder 12 juni 2015 Bijlage bij - 3.B.2 Energiemanagementsprogramma Monitoring scope 3 1 Periode:

Nadere informatie

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015 Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015 Status: Definitief Datum van uitgifte: 16-08-2015 Datum van ingang: 07-09-2015 Versienummer: 1.0 Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. CO 2 EMISSIES 1E HALFJAAR 2015... 4 2.1

Nadere informatie

1 Milieuaspecten en milieueffecten. 2 Milieubeleid. 3 Doelstellingen en maatregelen

1 Milieuaspecten en milieueffecten. 2 Milieubeleid. 3 Doelstellingen en maatregelen Memo Betreft Informatiebulletin ISO 14001-1 Datum 15-12-2015 Kragten is bezig een milieumanagementsysteem in te richten, met als oogmerk het behalen van het certificaat ISO 14001. Wij vinden het belangrijk

Nadere informatie

Checklist Auto van de zaak De heilige koe bij de hoorns gevat

Checklist Auto van de zaak De heilige koe bij de hoorns gevat Checklist Auto van de zaak De heilige koe bij de hoorns gevat 1. Eigen auto of auto van de zaak? Een ondernemer die een auto aanschaft en deze zowel privé als zakelijk gaat gebruiken, staat voor de volgende

Nadere informatie

Emissies van het wegverkeer in België 1990-2030

Emissies van het wegverkeer in België 1990-2030 TRANSPORT & MOBILITY LEUVEN VITAL DECOSTERSTRAAT 67A BUS 1 3 LEUVEN BELGIË http://www.tmleuven.be TEL +32 (16) 31.77.3 FAX +32 (16) 31.77.39 Transport & Mobility Leuven is een gezamenlijke onderneming

Nadere informatie

Voortgangsrapportage emissies scope 1, 2 en 3. Monitoring doelstellingen 2015 scope 1 en 2

Voortgangsrapportage emissies scope 1, 2 en 3. Monitoring doelstellingen 2015 scope 1 en 2 4.B.2 Voortgangsrapportage emissies scope 1, 2 en 3 Evaluatie 1 e halfjaar 215 & Monitoring doelstellingen 215 scope 1 en 2 Van Steenis Geodesie BV Ringveste 7b 3992 DD HOUTEN Van Steenis Geodesie BV Duurstedeweg

Nadere informatie

5.B.1 CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

5.B.1 CO2-reductiedoelstellingen + voortgang 5.B.1 CO2-reductiedoelstellingen + voortgang Samen zorgen voor minder CO2 Drunen 20 juli 2018 Dhr. R. Buijs Akkoord directie: Datum: Handtekening: Pagina 1 van 9 1 Inleiding Dit CO2-reductieplan heeft,

Nadere informatie

Factsheet CO2-Prestatieladder

Factsheet CO2-Prestatieladder Beleid Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO: People Planet - Profit) speelt een steeds belangrijkere rol binnen de bedrijfsvoering van A-Garden B.V. Wij zijn ons al langer bewust van onze verantwoordelijkheid

Nadere informatie

CO 2 Prestatieladder. Inhoud. 1. Introductie. 2. Inventarisatie. 3. CO 2 reductie Scope I. 4. CO 2 reductie Scope II. 5. Voortgang

CO 2 Prestatieladder. Inhoud. 1. Introductie. 2. Inventarisatie. 3. CO 2 reductie Scope I. 4. CO 2 reductie Scope II. 5. Voortgang Inhoud blz. 1. Introductie 2. Inventarisatie 3. CO 2 reductie Scope I 3.1 Stationaire verbrandingsgassen 3.2 Eigen vervoer 3.3 Lease auto s 4. CO 2 reductie Scope II 4.1 Elektriciteit 4.2 Zakenreizen met

Nadere informatie

Doelstelling scope 2: IDDS wil in 2020 ten opzichte van %

Doelstelling scope 2: IDDS wil in 2020 ten opzichte van % Doelstellingen CO2-reductie IDDS 2014-2020 Het niveau waarop IDDS opereert inzake CO2-reductie en een CO2-bewuste bedrijfsvoering voldoet aan de eisen die de SKAO en CO2-prestatieladder stellen aan niveau

Nadere informatie

CO 2 -uitstoot/-reductie rapportage 2012 (referentiejaar 2009) NTP INFRA B.V.

CO 2 -uitstoot/-reductie rapportage 2012 (referentiejaar 2009) NTP INFRA B.V. CO 2 -uitstoot/-reductie rapportage 2012 (referentiejaar 2009) NTP INFRA B.V. Colofon Onderwerp CO 2 -uitstoot/-reductie 2012 Referentiejaar 2009 Auteur S. Rademaker Gecontroleerd door Directie NTP Datum

Nadere informatie

W & M de Kuiper Holding

W & M de Kuiper Holding 2 januari t/m juni 2018 2 Pagina 2 van 6 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Overzicht -emissie gegevens 3 Vergelijking met voorgaande jaren 4 3 -gerelateerd gunningsvoordeel 5 4 Doelstellingen 5 Reductiedoelstellingen

Nadere informatie

Rapportage 2015 S1 Swietelsky Rail Benelux B.V.

Rapportage 2015 S1 Swietelsky Rail Benelux B.V. Rapportage 2015 S1 Swietelsky Rail Benelux B.V. Energieverbruik en CO 2 emissies december 2015 Opgesteld door: E. Goudvis Rapportage 2015 S1 Energieverbruik en CO2 emissies Inhoud 1 Inleiding... 2 2 Energieverbruik

Nadere informatie

Energie meetplan

Energie meetplan Energie meetplan 2016-2018 Conform niveau 5 op de -prestatieladder 3.0 3.B.2_2 Energie meetplan 2016-2018.2016-10 1/6 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstellingen 3 3 Planning meetmomenten 4 3.1. Vestiging

Nadere informatie

CO2 Emissies & voortgang van doelstellingen Nieuwsbrief 2 van 2017

CO2 Emissies & voortgang van doelstellingen Nieuwsbrief 2 van 2017 Inleiding CO 2 prestatieladder Sinds 2013 is Gebr. Beentjes gecertificeerd voor de CO2 prestatieladder. Een van de onderdelen van het CO2 beleid is het periodiek communiceren over de CO2 uitstoot alsmede

Nadere informatie

CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2017 CO 2 -EMISSIE INVENTARIS 3.A A B.2.

CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2017 CO 2 -EMISSIE INVENTARIS 3.A A B.2. 3.A.1. - 2.A.3. - 1.B.2. CARBON FOOTPRINT -EMISSIE INVENTARIS DOCUMENTNAAM AUTEUR: VERSIE: DATUM: STATUS: KAM B 23-02-2018 DEFINITIEF 3A1-2A3-1B2 JAARLIJKS CO2-VERSLAG 2017 HAKKERS SCOPE 1-2 (versie B)

Nadere informatie

De maatregelen bestaan in hoofdlijnen uit: Betrekken medewerkers bij reduceren energieverbruik en reduceren CO2-uitstoot

De maatregelen bestaan in hoofdlijnen uit: Betrekken medewerkers bij reduceren energieverbruik en reduceren CO2-uitstoot Beleidsverklaring Co2 Deze beleidsverklaring met betrekking tot de CO2 uitstoot is onderdeel van het door M, van der Spek Hoveniersbedrijf B.V. gevoerde milieubeleid. M. van der Spek Hoveniersbedrijf B.V.

Nadere informatie

Rapportage in het kader van Energiemanagementprogramma

Rapportage in het kader van Energiemanagementprogramma Rapportage in het kader van Energiemanagementprogramma Knook Staal en Machinebouw Appelweg 1 4782PX Moerdijk Halfjaarlijkse Rapportage 13-4-2018 Datum Versie Status Auteur Paraaf 13-4-2018 O Definitief

Nadere informatie

Carbon Footprint Rapportage 2012

Carbon Footprint Rapportage 2012 Carbon Footprint Rapportage 2012 Versiedatum: 10 april 2013 4.B.2&5.B.1+2 Rapportage Carbon Footprint 2012 1 van 13 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Scope 1... 4 2.1 Aardgas... 5 2.2 Zakelijk verkeer in personenauto

Nadere informatie

CO 2 en energiereductiedoelstellingen

CO 2 en energiereductiedoelstellingen CO 2 en energiereductiedoelstellingen t/m 2012 N.G. Geelkerken Site Manager International Paint (Nederland) bv Januari 2011 Inhoud 1 Introductie 3 2 Co2-reductie scope 4 2.1. Wagenpark 4 3 Co2-reductie

Nadere informatie

Energie beoordelingsverslag 2015 20 januari 2016 (definitief)

Energie beoordelingsverslag 2015 20 januari 2016 (definitief) Energie beoordelingsverslag 2015 20 januari 2016 (definitief) Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Bedrijf 4 2.1 Activiteiten 4 2.2 Bedrijfsonderdelen 4 2.3 Factoren die het energieverbruik beïnvloeden 4 3.

Nadere informatie

CO 2 - en energiereductiedoelstellingen 2012-2013. Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 1.0 Datum: 20-feb-2013 Doc.

CO 2 - en energiereductiedoelstellingen 2012-2013. Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 1.0 Datum: 20-feb-2013 Doc. CO 2 - en energiereductiedoelstellingen 2012-2013 Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 1.0 Datum: Doc.nr: Red1213 CO 2-reductierapport 2012-2013 Distributielijst Naam B.Bor (Alf) M. Roeleveld (ALF)

Nadere informatie

1 Inleiding: de varianten vergeleken

1 Inleiding: de varianten vergeleken Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Review CO2 reductiedoelstellingen. Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 3.0

Review CO2 reductiedoelstellingen. Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 3.0 Review CO2 reductiedoelstellingen Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 3.0 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Voortgang subdoelstellingen 4 2.1. Voortgang subdoelstelling kantoren 4 2.2. Voortgang subdoelstelling

Nadere informatie

Energie meetplan

Energie meetplan Energie meetplan 2016-2020 Conform niveau 5 op de -prestatieladder 3.0 3.B.2_2 Energie meetplan 2016-2020.2017-10 1/6 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstellingen 3 3 Planning meetmomenten 4 3.1. Vestiging

Nadere informatie

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem CO-2 Rapportage 2013 Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 Aalten 2-5-2014 Versie 2.1 H.J.Slot Geaccordeerd J.Nannings Directeur Inhoudsopgave

Nadere informatie

Hoogwaardig en veelzijdig

Hoogwaardig en veelzijdig Hoogwaardig en veelzijdig Carbon footprint rapportage Inhoud Samenvatting... 3 Emissies scope 1... 4 Emissies scope 2... 6 Emissies scope 3... 7 Emissies projecten/overhead... 8 Realisatie reductiedoelstellingen...

Nadere informatie

Referentiejaar 2009 NTP INFRA BV

Referentiejaar 2009 NTP INFRA BV CO 2 -uitstoot / reductie Rapportage 2011 Referentiejaar 2009 NTP INFRA BV Colofon Onderwerp CO 2 -uitstoot / reductie 2011 Referentiejaar 2009 Auteur S. Rademaker Gecontroleerd door Directie NTP Datum

Nadere informatie

CO 2 -emissie voortgangsrapportage 2015 Centercon B.V.

CO 2 -emissie voortgangsrapportage 2015 Centercon B.V. CO 2 -emissie voortgangsrapportage Centercon B.V. Prestatieladder 3.0 Versie 10 juni Versie datum Opgesteld door Geaccordeerd door 1.0 September 2016 Kwaliteitscoördinator Directie Centercon B.V. Centercon

Nadere informatie

Hoogwaardig en veelzijdig

Hoogwaardig en veelzijdig Hoogwaardig en veelzijdig Carbon footprint rapportage 2017 Inhoud Samenvatting... 3 Algemeen... 4 Emissies scope 1... 5 Emissies scope 2... 7 Emissies scope 3... 8 Emissies projecten/overhead... 9 Realisatie

Nadere informatie

Factsheet eerste effecten Beter Benutten regio Twente

Factsheet eerste effecten Beter Benutten regio Twente Factsheet Factsheet eerste Beter effecten Benutten Beter Benutten regio Maastricht regio Twente Factsheet eerste effecten Beter Benutten regio Twente Inleiding Voor de montoring en evaluatie van de tien

Nadere informatie

Reductiedoelstellingen 2011-2012 en voortgang

Reductiedoelstellingen 2011-2012 en voortgang Reductiedoelstellingen 2011-2012 en voortgang Verebus wil verantwoord en duurzaam ondernemen. In de afgelopen jaren is vooral sprake geweest van bewustwording van de eigen uitstoot en lag de nadruk op

Nadere informatie

CO 2 - en energiereductiedoelstellingen t/m 2012. Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 2.4 Datum: 16-aug-2011 Doc.nr: 10.

CO 2 - en energiereductiedoelstellingen t/m 2012. Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 2.4 Datum: 16-aug-2011 Doc.nr: 10. CO 2 - en energiereductiedoelstellingen t/m 2012 Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 2.4 Datum: Doc.nr: 10.A0320 CO 2 -reductierapport Distributielijst Naam B.Bor (Alf) M. Roeleveld (ALF) Accorderingslijst

Nadere informatie

Inventarisatie

Inventarisatie Inventarisatie 2017-1 Aanleiding Halfjaarlijkse inventarisatie CO2 emissie: 2017-1 uitgevoerd Evaluatie CO2 reductiedoelstellingen o.b.v. deze inventarisatie Vragen aan MT: Kennisname van inventarisatie

Nadere informatie

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0 Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2. Inhoud 1 Inleiding... 5 2 Werving en achtergronden deelnemers... 6 2.1 Interpretatie van de gegevens...6 2.2 Werving...6 2.3 Doelgroep...7 2.4 Kenmerken

Nadere informatie

Federatie Historische Automobiel- en Motorfietsclubs Dhr. B. Pronk Kosterijland AJ Bunnik

Federatie Historische Automobiel- en Motorfietsclubs Dhr. B. Pronk Kosterijland AJ Bunnik > Retouradres Postbus 30314, 2500 GH, Den Haag Federatie Historische Automobiel- en Motorfietsclubs Dhr. B. Pronk Kosterijland 15 3981 AJ Bunnik Locatie Den Haag Oranjebuitensingel 6 2511 VE Den Haag Postbus

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 2012 scope 1 en 2

Voortgangsrapportage 2012 scope 1 en 2 Notitie Contactpersoon Manja Buijen Datum 13 augustus 2013 Kenmerk N028-0495501BUJ-los-V01-NL 1 Inleiding Tauw heeft zich eind 2011 laten certificeren voor de -prestatieladder. Hiervoor heeft zij onder

Nadere informatie

Carbon Footprint Rapportage 2016

Carbon Footprint Rapportage 2016 Carbon Footprint Rapportage 2016 Versiedatum: 21 februari 2017 4.B.2&5.B.1+2 Rapportage Carbon Footprint 2016 1 van 11 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Scope 1... 4 2.1 Gasverbruik... 5 2.2 Zakelijk verkeer in

Nadere informatie

Luchtvervuilende en klimaat- emissies van personenauto s Een vergelijking van norm- en praktijkemissies per brandstofsoort

Luchtvervuilende en klimaat- emissies van personenauto s Een vergelijking van norm- en praktijkemissies per brandstofsoort Luchtvervuilende en klimaat- emissies van personenauto s Een vergelijking van norm- en praktijkemissies per brandstofsoort Huib van Essen CE Delft Ecomobiel, 8 en 9 oktober 2013 CE Delft Onafhankelijk,

Nadere informatie

Autoleasemarkt in cijfers 2013

Autoleasemarkt in cijfers 2013 Autoleasemarkt in cijfers 2013 samenvatting www.vna-lease.nl Autoleasing haakt in op tijdgeest In alle aspecten van onze maatschappij is een trend naar verduurzaming. De autoleasebranche levert als vergroener

Nadere informatie